Effecten geopolitieke spanningen op olieprijs pas op termijn zichtbaar
Ondanks geopolitieke spannen dalen de olieprijzen. Toch heeft de politieke onrust wel effect op de prijzen. Overproductie en problemen op termijn kunnen leiden tot een inhaaleffect.
Nadat de olieprijs in juni steeg naar 115 dollar per vat als gevolg van de opmars van IS In Irak, bleek niet lang daarna dat de olieproductie in de regio ongemoeid bleef. Hierdoor keerde de rust op de financiële markten enigszins terug en begon de olieprijs aan een daling. Door een matige vraag naar olie in combinatie met berichten over een ruim voldoende olieproductie, daalde de Brent-olieprijs tot onder 100 dollar per vat. Dit is de laagste koers in 14 maanden. Iraaks Koerdistan verhoogde de olieproductie en ook uit Libië kwamen signalen van stijgende exporten. Al met al kwam de olieproductie van de OPEC uit op 29,91 miljoen vaten per dag. Dit leidde - met de stijgende olieproductie door Non-OPEC landen als de Verenigde Staten en Canada - tot ruim voldoende aanbod.
De zorg dat politieke beslissingen zullen leiden tot tekorten in de olieproductie is afgenomen. Hierdoor zijn de olieprijzen niet sterk gestegen en lijkt het effect van de geopolitieke spanningen minimaal. In een normale situatie zou overcapaciteit echter moeten leiden tot een sterkere daling van de olieprijs. ABN AMRO benadrukt dan ook dat de geopolitieke onrust wel degelijk effect heeft: prijsstijgingen blijven weliswaar uit, maar dat geldt ook voor verdere dalingen. Als de spanningen afnemen, kan dit leiden tot meer olieproductie en een lagere risicopremie. De olieprijs zou verder en sneller kunnen dalen. Meer geopolitieke spanning kan resulteren in productie- en exportbeperkingen. Dit kan een opdrijvend effect op de olieprijs hebben. ABN AMRO verwacht de komende 2 jaar licht dalende olieprijzen en een matige stijging van de vraag. Ook zal het aanbod van olie langzaam toenemen, vooral door de stijgende productie in Non-OPEC landen.
Hoewel de olieprijzen op korte termijn vooral door overproductie verder kunnen dalen, bestaat op langere termijn het risico van hogere prijzen. Dit risico neemt toe naarmate de productiecapaciteit tekortschiet om aan de stijgende wereldwijde vraag te voldoen. Vooralsnog verwacht de markt dat de vraag naar olie gemakkelijk kan worden opgevangen door de geproduceerde hoeveelheid olie. Maar op de langere termijn kunnen de effecten van de crisis in Irak en de sancties tegen Rusland volgens ABN AMRO leiden tot problemen. Zo is de onzekerheid over een aanzienlijke stijging van de olieproductie sterk toegenomen. Een verdubbeling van de Iraakse olieproductie is nodig om de stijging van de wereldwijde vraag naar olie deels op te vangen. Dit kan namelijk naar verwachting niet volledig worden opgevangen door de reservecapaciteit van Saudi-Arabië en de toename van olieproductie in Non-OPEC landen samen. Daarnaast is het erg onwenselijk dat Saudi-Arabië haar hele reservecapaciteit in zou moeten zetten omdat dan haar rol als ‘swing-producer’ is uitgespeeld. De markt - en dus de olieprijs - wordt dan volledig overgelaten aan de grillen van geopolitieke spanningen en tijdelijke productiestoornissen.
Nadat de olieprijs in juni steeg naar 115 dollar per vat als gevolg van de opmars van IS In Irak, bleek niet lang daarna dat de olieproductie in de regio ongemoeid bleef. Hierdoor keerde de rust op de financiële markten enigszins terug en begon de olieprijs aan een daling. Door een matige vraag naar olie in combinatie met berichten over een ruim voldoende olieproductie, daalde de Brent-olieprijs tot onder 100 dollar per vat. Dit is de laagste koers in 14 maanden. Iraaks Koerdistan verhoogde de olieproductie en ook uit Libië kwamen signalen van stijgende exporten. Al met al kwam de olieproductie van de OPEC uit op 29,91 miljoen vaten per dag. Dit leidde - met de stijgende olieproductie door Non-OPEC landen als de Verenigde Staten en Canada - tot ruim voldoende aanbod.
De zorg dat politieke beslissingen zullen leiden tot tekorten in de olieproductie is afgenomen. Hierdoor zijn de olieprijzen niet sterk gestegen en lijkt het effect van de geopolitieke spanningen minimaal. In een normale situatie zou overcapaciteit echter moeten leiden tot een sterkere daling van de olieprijs. ABN AMRO benadrukt dan ook dat de geopolitieke onrust wel degelijk effect heeft: prijsstijgingen blijven weliswaar uit, maar dat geldt ook voor verdere dalingen. Als de spanningen afnemen, kan dit leiden tot meer olieproductie en een lagere risicopremie. De olieprijs zou verder en sneller kunnen dalen. Meer geopolitieke spanning kan resulteren in productie- en exportbeperkingen. Dit kan een opdrijvend effect op de olieprijs hebben. ABN AMRO verwacht de komende 2 jaar licht dalende olieprijzen en een matige stijging van de vraag. Ook zal het aanbod van olie langzaam toenemen, vooral door de stijgende productie in Non-OPEC landen.
Hoewel de olieprijzen op korte termijn vooral door overproductie verder kunnen dalen, bestaat op langere termijn het risico van hogere prijzen. Dit risico neemt toe naarmate de productiecapaciteit tekortschiet om aan de stijgende wereldwijde vraag te voldoen. Vooralsnog verwacht de markt dat de vraag naar olie gemakkelijk kan worden opgevangen door de geproduceerde hoeveelheid olie. Maar op de langere termijn kunnen de effecten van de crisis in Irak en de sancties tegen Rusland volgens ABN AMRO leiden tot problemen. Zo is de onzekerheid over een aanzienlijke stijging van de olieproductie sterk toegenomen. Een verdubbeling van de Iraakse olieproductie is nodig om de stijging van de wereldwijde vraag naar olie deels op te vangen. Dit kan namelijk naar verwachting niet volledig worden opgevangen door de reservecapaciteit van Saudi-Arabië en de toename van olieproductie in Non-OPEC landen samen. Daarnaast is het erg onwenselijk dat Saudi-Arabië haar hele reservecapaciteit in zou moeten zetten omdat dan haar rol als ‘swing-producer’ is uitgespeeld. De markt - en dus de olieprijs - wordt dan volledig overgelaten aan de grillen van geopolitieke spanningen en tijdelijke productiestoornissen.
Geen opmerkingen: