IEA: groei windenergie vertraagt, maar blijft cruciaal voor Europese energietransitie
De wereldwijde groei van hernieuwbare energie blijft sterk, maar windenergie ondervindt toenemende druk door hogere kosten, trage vergunningverlening en zwakke toeleveringsketens. Dat blijkt uit het rapport Renewables 2025 van het Internationaal Energieagentschap (IEA). Terwijl zonne-energie de wereldwijde uitbreidingsgolf aanvoert, verwacht de IEA dat windcapaciteit tot 2030 bijna zal verdubbelen. Europa, en daarmee ook Nederland, blijft een koploper, maar kampt met vergelijkbare obstakels als andere markten: hogere kosten, netcongestie en vertragingen bij tenders.
Voor wind op land verwacht de IEA wereldwijd een groei van circa 45% in de periode 2025–2030, ondanks inflatie en langere vergunningstrajecten. In Europa stijgt de onshore-capaciteit vooral in Duitsland, Spanje en Turkije. Nederland behoort tot de landen met een matig maar stabiel groeipad: de IEA ziet kansen dankzij verbeterde vergunningprocedures, maar waarschuwt dat congestie en trage netuitbreiding de voortgang beperken.
De IEA benadrukt dat Europa zijn 2030-doelen voor wind op land alleen haalt bij snellere netverzwaring, kortere wachttijden voor aansluiting en voldoende flexibiliteit in het elektriciteitssysteem. Voor Nederland betekent dit dat de combinatie van versnelde netversterking, meer hybride aansluitingen en ruimte voor batterijopslag doorslaggevend wordt om nieuwe windparken te integreren.
De IEA heeft de mondiale groeiverwachting voor offshore wind met ruim 25% naar beneden bijgesteld, vooral door projectvertragingen en hogere financieringskosten in Europa, Japan en de VS. Toch zal de wereldwijde capaciteit tot 2030 nog altijd verdubbelen, tot circa 140 GW. China is goed voor de helft van die groei, maar Europa blijft het tweede zwaartepunt.
In de Europese Unie vertraagt de groei vooral door niet-ingevulde veilingen, stijgende rentelasten en gebrek aan prijscertificering, aldus de IEA. Voor Nederland zijn de bevindingen bijzonder relevant: de IEA noemt het land expliciet als voorbeeld van vertraagde aanbestedingen, mede door stijgende kosten en onzekerheid rond prijsmechanismen.
Voor wind op land verwacht de IEA wereldwijd een groei van circa 45% in de periode 2025–2030, ondanks inflatie en langere vergunningstrajecten. In Europa stijgt de onshore-capaciteit vooral in Duitsland, Spanje en Turkije. Nederland behoort tot de landen met een matig maar stabiel groeipad: de IEA ziet kansen dankzij verbeterde vergunningprocedures, maar waarschuwt dat congestie en trage netuitbreiding de voortgang beperken.
De IEA benadrukt dat Europa zijn 2030-doelen voor wind op land alleen haalt bij snellere netverzwaring, kortere wachttijden voor aansluiting en voldoende flexibiliteit in het elektriciteitssysteem. Voor Nederland betekent dit dat de combinatie van versnelde netversterking, meer hybride aansluitingen en ruimte voor batterijopslag doorslaggevend wordt om nieuwe windparken te integreren.
De IEA heeft de mondiale groeiverwachting voor offshore wind met ruim 25% naar beneden bijgesteld, vooral door projectvertragingen en hogere financieringskosten in Europa, Japan en de VS. Toch zal de wereldwijde capaciteit tot 2030 nog altijd verdubbelen, tot circa 140 GW. China is goed voor de helft van die groei, maar Europa blijft het tweede zwaartepunt.
In de Europese Unie vertraagt de groei vooral door niet-ingevulde veilingen, stijgende rentelasten en gebrek aan prijscertificering, aldus de IEA. Voor Nederland zijn de bevindingen bijzonder relevant: de IEA noemt het land expliciet als voorbeeld van vertraagde aanbestedingen, mede door stijgende kosten en onzekerheid rond prijsmechanismen.

 
 
 
 
 
 
Geen opmerkingen: