Netbeheerders willen andere regeling netkosten
De stijging van de netkosten voor elektriciteit –als gevolg van fors toegenomen energieprijzen en investeringen in het Nederlandse energienet– is voor consumenten, bedrijven én voor de netbeheerders een belangrijk vraagstuk. Netkosten kunnen onbedoeld leiden tot energie-armoede en bovendien voor Europese concurrentievervalsing, stellen de Nederlandse netbeheerders. Ze pleiten daarom voor een herijking van de manier waarop die kosten worden (door)berekend.
De Nederlandse netbeheerders zetten zich volop in om nieuwe netinfrastructuur te ontwikkelen tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Maar feit is dat de overgang naar een duurzaam, toekomstbestendig energiesysteem de komende twee decennia nog netinvesteringen vergt ter waarde van vele miljarden euro’s. Daarom wordt de vraag wie deze rekening gaat betalen steeds prominenter gesteld.
Investeringen in en onderhoud van de Nederlandse energie-infrastructuur worden bekostigd via de netkosten, waarbij het totale bedrag wordt verdeeld over alle (binnenlandse) afnemers van energie. Toezichthouder ACM bepaalt hoe hoog de nettarieven mogen zijn, rekening houdend met de investeringen die de netbeheerders hebben gedaan.
De gestegen en fluctuerende energieprijzen en de stijgende netinvesteringen van de laatste jaren resulteren in hogere elektriciteitskosten. In combinatie met veranderingen in financieel en fiscaal energiebeleid leidt dat in toenemende mate tot zorgen over de betaalbaarheid van de energierekening.
De netbeheerders benadrukken dat het geen optie is om te beknibbelen op de investeringen in het energienet. De sociale en economische kosten van het níet hebben van (duurzame) elektriciteit zijn namelijk veel hoger dan de vereiste netinvesteringen. De investering die we nú doen, zijn ook van belang voor vele generaties na ons. Daar in snijden zou verkeerde zuinigheid zijn – juist in dit geval gaan de kosten voor de baten uit. Maar er zijn wel andere stappen die Nederland kan zetten.
Nederland moet alles doen om onnodige netinvesteringen te voorkomen. Bijvoorbeeld door steeds het maximale te halen uit bestaande en nieuwe energie-infrastructuren, onder meer door uit te gaan van de beste mix tussen elektriciteit, warmte en duurzame gassen. Ook is het zaak dat Nederland de (groeiende) vraag naar transportcapaciteit significant vermindert, bijvoorbeeld door vraag en aanbod van energie te flexibiliseren zodat drukke momenten vermeden kunnen worden én door meer in te zetten op energiebesparing. Netbeheerders zetten, samen met bouw- en installatiebedrijven, maximaal in om het werk zo efficiënt mogelijk te organiseren, zodat de overlast en de kosten waar het kan te minimaliseren.
Een andere manier om de netkosten beheersbaar te houden, is door de kosten te verdelen over iedereen die er gebruik van maakt. Momenteel betalen alleen de afnemers van elektriciteit transportkosten. Introductie van een invoedingstarief zou er niet alleen voor zorgen dat ook de grootschalige opwekkers meebetalen, maar geeft ook de mogelijkheid om (prijs)prikkels in te voeren voor netbewust gedrag – bijvoorbeeld om pieken te voorkomen.
Er is op dit moment een ongelijk speelveld in Europa, waarbij nationale kortingen, kostencompensaties en vrijstellingen ertoe leiden dat lidstaten elkaar beconcurreren via de prijs die hun industrie voor elektriciteit betaalt en die producenten betalen. De netbeheerders roepen het kabinet op om hier het gesprek in Europa over aan te gaan.
Daarnaast zou een tarief voor onze buurlanden ook een goede optie zijn, om zo de kosten te verdelen. Via internationale verbindingspunten maken zij immers ook gebruik van ons elektriciteitsnetwerk. Denk aan de op zee opgewekte stroom, die ook gebruikt wordt in Groot-Brittannië, België en Duitsland. Het lijkt logisch dat deze landen een deel van de netkosten voor hun rekening nemen.
De Nederlandse netbeheerders zetten zich volop in om nieuwe netinfrastructuur te ontwikkelen tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Maar feit is dat de overgang naar een duurzaam, toekomstbestendig energiesysteem de komende twee decennia nog netinvesteringen vergt ter waarde van vele miljarden euro’s. Daarom wordt de vraag wie deze rekening gaat betalen steeds prominenter gesteld.
Investeringen in en onderhoud van de Nederlandse energie-infrastructuur worden bekostigd via de netkosten, waarbij het totale bedrag wordt verdeeld over alle (binnenlandse) afnemers van energie. Toezichthouder ACM bepaalt hoe hoog de nettarieven mogen zijn, rekening houdend met de investeringen die de netbeheerders hebben gedaan.
De gestegen en fluctuerende energieprijzen en de stijgende netinvesteringen van de laatste jaren resulteren in hogere elektriciteitskosten. In combinatie met veranderingen in financieel en fiscaal energiebeleid leidt dat in toenemende mate tot zorgen over de betaalbaarheid van de energierekening.
De netbeheerders benadrukken dat het geen optie is om te beknibbelen op de investeringen in het energienet. De sociale en economische kosten van het níet hebben van (duurzame) elektriciteit zijn namelijk veel hoger dan de vereiste netinvesteringen. De investering die we nú doen, zijn ook van belang voor vele generaties na ons. Daar in snijden zou verkeerde zuinigheid zijn – juist in dit geval gaan de kosten voor de baten uit. Maar er zijn wel andere stappen die Nederland kan zetten.
Nederland moet alles doen om onnodige netinvesteringen te voorkomen. Bijvoorbeeld door steeds het maximale te halen uit bestaande en nieuwe energie-infrastructuren, onder meer door uit te gaan van de beste mix tussen elektriciteit, warmte en duurzame gassen. Ook is het zaak dat Nederland de (groeiende) vraag naar transportcapaciteit significant vermindert, bijvoorbeeld door vraag en aanbod van energie te flexibiliseren zodat drukke momenten vermeden kunnen worden én door meer in te zetten op energiebesparing. Netbeheerders zetten, samen met bouw- en installatiebedrijven, maximaal in om het werk zo efficiënt mogelijk te organiseren, zodat de overlast en de kosten waar het kan te minimaliseren.
Een andere manier om de netkosten beheersbaar te houden, is door de kosten te verdelen over iedereen die er gebruik van maakt. Momenteel betalen alleen de afnemers van elektriciteit transportkosten. Introductie van een invoedingstarief zou er niet alleen voor zorgen dat ook de grootschalige opwekkers meebetalen, maar geeft ook de mogelijkheid om (prijs)prikkels in te voeren voor netbewust gedrag – bijvoorbeeld om pieken te voorkomen.
Er is op dit moment een ongelijk speelveld in Europa, waarbij nationale kortingen, kostencompensaties en vrijstellingen ertoe leiden dat lidstaten elkaar beconcurreren via de prijs die hun industrie voor elektriciteit betaalt en die producenten betalen. De netbeheerders roepen het kabinet op om hier het gesprek in Europa over aan te gaan.
Daarnaast zou een tarief voor onze buurlanden ook een goede optie zijn, om zo de kosten te verdelen. Via internationale verbindingspunten maken zij immers ook gebruik van ons elektriciteitsnetwerk. Denk aan de op zee opgewekte stroom, die ook gebruikt wordt in Groot-Brittannië, België en Duitsland. Het lijkt logisch dat deze landen een deel van de netkosten voor hun rekening nemen.
Geen opmerkingen: