Overijssel wil veel, maar schuift echte keuzes vooruit
Overijssel zal een breed scala aan energiebronnen moeten inzetten om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Kernenergie, biogas, waterstof, windmolens en zonnepanelen spelen allemaal een rol in de toekomstplannen van de provincie, zoals blijkt uit de onlangs gepresenteerde Energievisie voor de periode 2030-2050. Toch schuift het provinciebestuur belangrijke beslissingen, zoals de balans tussen windmolens en kernenergie, nog jaren voor zich uit.
In 2050 moet alle energievoorziening – van huisverwarming, vervoer en straatverlichting tot productieprocessen in de industrie – volledig CO₂-neutraal zijn. Dit is een enorme opgave, vooral omdat Overijssel al kampt met problemen. Het stroomnet zit nu al overvol, waardoor er nauwelijks ruimte is voor aansluitingen van zonneparken, nieuwe woonwijken of fabrieken. Elektriciteit lijkt echter essentieel om klimaatneutraliteit te bereiken. Elektrische alternatieven voor auto’s, koken en verwarming betekenen een forse toename in elektriciteitsvraag.
Hoewel elektriciteit cruciaal is, probeert Overijssel het gebruik van windmolens en zonne-energie op land te beperken, mede vanwege de weerstand die deze bronnen oproepen. Het volledig uitsluiten van windmolens is echter niet mogelijk. De provincie onderzoekt daarom alternatieven die minder druk op het stroomnet leggen en minder maatschappelijk verzet oproepen.
Kernenergie wordt in de plannen nadrukkelijk genoemd. Overijssel voorziet dat vier kleine kernreactoren (Small Modular Reactors, SMR’s) in 2050 ongeveer 2 petajoule (PJ) elektriciteit kunnen leveren. Dit is een klein maar betekenisvol aandeel in de geschatte behoefte van 34 PJ aan elektriciteit in 2050.
Op dit moment wekt Overijssel ongeveer 14 PJ aan energie op. In 2050 zal de totale energievraag naar verwachting stijgen tot 58 PJ, waarvan 34 PJ elektriciteit en de rest voor warmte. De provincie streeft naar zelfvoorzienendheid, wat betekent dat vrijwel alle energie lokaal moet worden opgewekt.
In 2050 moet alle energievoorziening – van huisverwarming, vervoer en straatverlichting tot productieprocessen in de industrie – volledig CO₂-neutraal zijn. Dit is een enorme opgave, vooral omdat Overijssel al kampt met problemen. Het stroomnet zit nu al overvol, waardoor er nauwelijks ruimte is voor aansluitingen van zonneparken, nieuwe woonwijken of fabrieken. Elektriciteit lijkt echter essentieel om klimaatneutraliteit te bereiken. Elektrische alternatieven voor auto’s, koken en verwarming betekenen een forse toename in elektriciteitsvraag.
Hoewel elektriciteit cruciaal is, probeert Overijssel het gebruik van windmolens en zonne-energie op land te beperken, mede vanwege de weerstand die deze bronnen oproepen. Het volledig uitsluiten van windmolens is echter niet mogelijk. De provincie onderzoekt daarom alternatieven die minder druk op het stroomnet leggen en minder maatschappelijk verzet oproepen.
Kernenergie wordt in de plannen nadrukkelijk genoemd. Overijssel voorziet dat vier kleine kernreactoren (Small Modular Reactors, SMR’s) in 2050 ongeveer 2 petajoule (PJ) elektriciteit kunnen leveren. Dit is een klein maar betekenisvol aandeel in de geschatte behoefte van 34 PJ aan elektriciteit in 2050.
Op dit moment wekt Overijssel ongeveer 14 PJ aan energie op. In 2050 zal de totale energievraag naar verwachting stijgen tot 58 PJ, waarvan 34 PJ elektriciteit en de rest voor warmte. De provincie streeft naar zelfvoorzienendheid, wat betekent dat vrijwel alle energie lokaal moet worden opgewekt.
Geen opmerkingen: