Verklarende factoren voor afzet van motorbrandstoffen
Afgelopen maandag 25 augustus heeft het CBS de afzet van motorbrandstoffen voor het vervoer van juni 2014 gepubliceerd. Hieruit bleek dat de afzet van diesel in het eerste halfjaar van 2014 met bijna 6 procent is gedaald ten opzichte van een jaar eerder. De afzet van motorbenzine daalde over dezelfde periode met ruim 4 procent en die van autogas (lpg) met ruim 19 procent.
In grote lijnen zijn er drie factoren die de afzet van benzine en diesel beïnvloeden. Bij het CBS zijn geen gegevens beschikbaar om op maand- of kwartaalbasis te bepalen wat het aandeel per factor is.
Het CBS publiceert elke maand de afzetcijfers van motorbrandstoffen voor het vervoer. Dit betreft alle vervoerstypen: wegverkeer, railverkeer, scheepvaart en luchtvaart. Hieronder vallen de motorbrandstoffen voor het wegverkeer motorbenzine, autodiesel, autogas (lpg), aardgas en elektriciteit. Qua hoeveelheid is autodiesel de belangrijkste motorbrandstof, gevolgd door motorbenzine. Op motorbrandstoffen wordt accijns geheven. Autodiesel en motorbenzine zijn ook qua accijnsopbrengst de twee belangrijkste motorbrandstoffen.
Hoe zijn de brandstofafzetcijfers te vergelijken met de accijnsopbrengsten?
Het CBS meet de brandstofafzet op het moment dat accijns wordt geheven. Bij het vergelijken van brandstofafzet en accijns opbrengsten moet men er rekening mee houden dat de afzet aan tankstations bij het CBS betrekking heeft op de maand waarin de brandstof aan de tankstations is geleverd. De leverancier van de brandstof kan echter accijnsafdracht aan de belastingdienst in de daaropvolgende maand doen.
Wat betekent afzet van motorbrandstof?
De afzet van motorbrandstoffen wordt gemeten in het kader van de energiestatistieken. Het CBS publiceert de afzet op de binnenlandse markt. In de praktijk is dit de hoeveelheid brandstof die aan tankstations wordt geleverd. De afzet van motorbrandstof is niet exact gelijk aan de hoeveelheid die is getankt bij de tankstations. Door voorraadschommelingen bij tankstations kan er per maand een klein verschil ontstaan tussen de hoeveelheid brandstof die is afgeleverd aan de tankstations en de hoeveelheid die is getankt.
Wat is het effect van alternatieve brandstoffen autogas (lpg), aardgas en elektriciteit?
Van oudsher is autogas (lpg) een alternatieve brandstof voor benzine en diesel. Dit verbruik vertoont een dalende lijn. In 2000 was het aandeel nog 6 procent, in 2013 nog maar 3 procent. Anderzijds zijn er nieuwe ontwikkelingen met auto’s die op aardgas (CNG) en elektriciteit rijden en vrachtwagens die op aardgas (LNG) rijden. In 2013 waren deze aandelen echter nog steeds verwaarloosbaar. Bij aardgas betrof de afzet minder dan 1 petajoule van de totale afzet van circa 450 petajoule. Het verbruik van elektriciteit was nog lager.
In grote lijnen zijn er drie factoren die de afzet van benzine en diesel beïnvloeden. Bij het CBS zijn geen gegevens beschikbaar om op maand- of kwartaalbasis te bepalen wat het aandeel per factor is.
Het CBS publiceert elke maand de afzetcijfers van motorbrandstoffen voor het vervoer. Dit betreft alle vervoerstypen: wegverkeer, railverkeer, scheepvaart en luchtvaart. Hieronder vallen de motorbrandstoffen voor het wegverkeer motorbenzine, autodiesel, autogas (lpg), aardgas en elektriciteit. Qua hoeveelheid is autodiesel de belangrijkste motorbrandstof, gevolgd door motorbenzine. Op motorbrandstoffen wordt accijns geheven. Autodiesel en motorbenzine zijn ook qua accijnsopbrengst de twee belangrijkste motorbrandstoffen.
Hoe zijn de brandstofafzetcijfers te vergelijken met de accijnsopbrengsten?
Het CBS meet de brandstofafzet op het moment dat accijns wordt geheven. Bij het vergelijken van brandstofafzet en accijns opbrengsten moet men er rekening mee houden dat de afzet aan tankstations bij het CBS betrekking heeft op de maand waarin de brandstof aan de tankstations is geleverd. De leverancier van de brandstof kan echter accijnsafdracht aan de belastingdienst in de daaropvolgende maand doen.
Wat betekent afzet van motorbrandstof?
De afzet van motorbrandstoffen wordt gemeten in het kader van de energiestatistieken. Het CBS publiceert de afzet op de binnenlandse markt. In de praktijk is dit de hoeveelheid brandstof die aan tankstations wordt geleverd. De afzet van motorbrandstof is niet exact gelijk aan de hoeveelheid die is getankt bij de tankstations. Door voorraadschommelingen bij tankstations kan er per maand een klein verschil ontstaan tussen de hoeveelheid brandstof die is afgeleverd aan de tankstations en de hoeveelheid die is getankt.
Wat is het effect van alternatieve brandstoffen autogas (lpg), aardgas en elektriciteit?
Van oudsher is autogas (lpg) een alternatieve brandstof voor benzine en diesel. Dit verbruik vertoont een dalende lijn. In 2000 was het aandeel nog 6 procent, in 2013 nog maar 3 procent. Anderzijds zijn er nieuwe ontwikkelingen met auto’s die op aardgas (CNG) en elektriciteit rijden en vrachtwagens die op aardgas (LNG) rijden. In 2013 waren deze aandelen echter nog steeds verwaarloosbaar. Bij aardgas betrof de afzet minder dan 1 petajoule van de totale afzet van circa 450 petajoule. Het verbruik van elektriciteit was nog lager.
Geen opmerkingen: