Doorbraak claimt kernfusie bij kamertemperatuur — maar is het overtuigend?
Canadese wetenschappers zouden kernfusie op kamertemperatuur aantonen in een compacte reactor. Kernfusie op kamertemperatuur zou overtuigend zijn aangetoond via een proof-of-concept, met als doel kernfusie toegankelijker te maken buiten grootschalige projecten.
Wetenschappers van de University of British Columbia (UBC) hebben een methode ontwikkeld om het aantal fusie-evenementen bij kamertemperatuur met gemiddeld 15 procent te verhogen. Ze deden dit met een zelfgebouwde reactor die letterlijk op een werkbank past.
Volgens de studie, gepubliceerd in Nature, is dit de eerste keer dat de combinatie van een elektochemisch proces en een compacte deuterium–deuterium reactor aantoonbaar extra fusie oplevert.
De term ‘kernfusie bij kamertemperatuur’ — ook bekend als ‘cold fusion’ — stamt uit 1989, toen Fleischmann en Pons aankondigden dat hun experimenten tot fusie leidden zonder extreme hitte. Maar hun claims werden al snel in diskrediet gebracht omdat andere onderzoekers de effecten niet konden reproduceren.
Onafhankelijke panels, zoals die in 1991, concluderen dat er geen bewijs is voor kernfusie bij zulke omstandigheden — de gemeten warmte werd niet overtuigend toegeschreven aan een kernproces. 
Recente pogingen om het onderwerp opnieuw te bekijken — onder andere door een team gesteund door Google en laboratoria in Noord-Amerika — vonden geen enkel bewijs voor ongebruikelijke fusie-effecten. Wel brachten ze meer inzicht in metaal-waterstofinteracties, nuttig voor andere wetenschappelijke terreinen.
Hoewel het onderwerp blijft intrigeren, zijn reproduceerbaarheid en betrouwbare meetmethoden problematisch gebleven. Veel resultaten bleken vaak het gevolg van meetfouten of onvolledig gecontroleerde omstandigheden.
Geen opmerkingen: