Amsterdam in beroep tegen beslissing provincie over windturbines
Amsterdam gaat in beroep tegen het besluit van de provincie Noord-Holland om geen vergunning te verlenen voor de bouw van drie windturbines bij de Noorder IJ-plas. Het weigeren van de vergunning gaat in tegen eerder gemaakte afspraken en regionaal en provinciaal vastgesteld beleid. Daarnaast is de gemeente van mening dat de belangen bij het besluit onzorgvuldig zijn gewogen en dat het besluit niet goed is gemotiveerd.
Amsterdam gaat in beroep tegen het besluit van de provincie Noord-Holland om geen vergunning te verlenen voor de bouw van drie windturbines bij de Noorder IJ-plas. Het weigeren van de vergunning gaat in tegen eerder gemaakte afspraken en regionaal en provinciaal vastgesteld beleid. Daarnaast is de gemeente van mening dat de belangen bij het besluit onzorgvuldig zijn gewogen en dat het besluit niet goed is gemotiveerd.
De provincie heeft de vergunning voor de bouw van de drie windmolens bij de Noorder IJ-plas geweigerd op grond van 'slechte ruimtelijke ordening'. De gemeente is van mening dat de provincie dit onvoldoende heeft onderbouwd en gemotiveerd. Eerder heeft Gedeputeerde Staten namelijk positief geadviseerd over deze vergunning, nadat uit de aangeleverde onderzoeken en onderbouwing was gebleken dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening. Daarnaast ontbreekt in de argumentatie van de provincie een eigen afweging over de natuurbescherming en is onder meer een rapport over de verkeersveiligheid niet betrokken bij het besluit.
Met dit beroep wil de gemeente Amsterdam onder meer duidelijkheid scheppen over de rol en verantwoordelijkheid van de betrokken partijen bij windenergieprojecten, met name die van de provincie. Dit om te voorkomen dat toekomstige windenergieprojecten in Amsterdam vertraging oplopen door onvoorspelbare besluitvorming of dat initiatiefnemers bij voorbaat afhaken omdat het onzeker is langs welk beleidskader hun plannen getoetst worden. Door het weigeringsbesluit staan de met de provincie en andere partijen gemaakte afspraken in het kader van de Regionale Energie Strategie (RES) over de opwek van duurzame energie in Amsterdam en de regio onder druk.
Volgens landelijke en regionale afspraken moet in de regio Noord-Holland Zuid 35TWh duurzame energie op land worden opgewekt. Afgesproken is dat de gemeente Amsterdam daaraan voor 677MW bijdraagt, door in totaal 127MW windenergie en 550MW zonne-energie op te wekken.
Het gebied bij de Noorder IJ-plas is in zowel de Windvisie 2012 van Amsterdam als de regionale energiestrategie (RES 1.0) aangewezen als een gebied waar windturbines op land gebouwd kunnen worden.
De vergunning voor de windmolens bij de Noorder IJ-plas is eind 2023 aangevraagd door vier samenwerkende energiecoöperaties die verenigd zijn in Wind Ontwikkeling Amsterdam Noord (WOAN). Ook zij betreuren de weigering van de vergunning door de provincie. Zij benadrukken dat het halen van de gemaakte afspraken voor windenergie op deze manier moeilijk wordt. WOAN ondersteunt dan ook het beroep van de gemeente Amsterdam.
Amsterdam gaat in beroep tegen het besluit van de provincie Noord-Holland om geen vergunning te verlenen voor de bouw van drie windturbines bij de Noorder IJ-plas. Het weigeren van de vergunning gaat in tegen eerder gemaakte afspraken en regionaal en provinciaal vastgesteld beleid. Daarnaast is de gemeente van mening dat de belangen bij het besluit onzorgvuldig zijn gewogen en dat het besluit niet goed is gemotiveerd.
De provincie heeft de vergunning voor de bouw van de drie windmolens bij de Noorder IJ-plas geweigerd op grond van 'slechte ruimtelijke ordening'. De gemeente is van mening dat de provincie dit onvoldoende heeft onderbouwd en gemotiveerd. Eerder heeft Gedeputeerde Staten namelijk positief geadviseerd over deze vergunning, nadat uit de aangeleverde onderzoeken en onderbouwing was gebleken dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening. Daarnaast ontbreekt in de argumentatie van de provincie een eigen afweging over de natuurbescherming en is onder meer een rapport over de verkeersveiligheid niet betrokken bij het besluit.
Met dit beroep wil de gemeente Amsterdam onder meer duidelijkheid scheppen over de rol en verantwoordelijkheid van de betrokken partijen bij windenergieprojecten, met name die van de provincie. Dit om te voorkomen dat toekomstige windenergieprojecten in Amsterdam vertraging oplopen door onvoorspelbare besluitvorming of dat initiatiefnemers bij voorbaat afhaken omdat het onzeker is langs welk beleidskader hun plannen getoetst worden. Door het weigeringsbesluit staan de met de provincie en andere partijen gemaakte afspraken in het kader van de Regionale Energie Strategie (RES) over de opwek van duurzame energie in Amsterdam en de regio onder druk.
Volgens landelijke en regionale afspraken moet in de regio Noord-Holland Zuid 35TWh duurzame energie op land worden opgewekt. Afgesproken is dat de gemeente Amsterdam daaraan voor 677MW bijdraagt, door in totaal 127MW windenergie en 550MW zonne-energie op te wekken.
Het gebied bij de Noorder IJ-plas is in zowel de Windvisie 2012 van Amsterdam als de regionale energiestrategie (RES 1.0) aangewezen als een gebied waar windturbines op land gebouwd kunnen worden.
De vergunning voor de windmolens bij de Noorder IJ-plas is eind 2023 aangevraagd door vier samenwerkende energiecoöperaties die verenigd zijn in Wind Ontwikkeling Amsterdam Noord (WOAN). Ook zij betreuren de weigering van de vergunning door de provincie. Zij benadrukken dat het halen van de gemaakte afspraken voor windenergie op deze manier moeilijk wordt. WOAN ondersteunt dan ook het beroep van de gemeente Amsterdam.
Geen opmerkingen: