Pagina's

donderdag 19 juni 2025

Dura Vermeer experimenteert als eerste bouwbedrijf met stroom uit vliegerenergie op de bouwplaats

Dura Vermeer test als eerste in Nederland het vliegersysteem van Kitepower als alternatieve energiebron op bouwplaatsen in het buitengebied. Het systeem, dat wind op grote hoogte benut, kan op termijn een extra, duurzame energiebron zijn voor tijdelijke en moeilijk bereikbare bouwlocaties. 
 
Het testen van deze technologie is bedoeld om te onderzoeken of dit op termijn geschikt is als vervanging van een dieselaggregaat, waarmee dan in een tijdelijke extra energiebehoefte op de bouwplaats kan worden voorzien. Kitepower heeft hiervoor een lichtgewicht systeem ontwikkeld, ingepast in een zeecontainer, zodat het snel inzetbaar en makkelijk te vervoeren is. Dit maakt het bijzonder geschikt voor bouwplaatsen in het buitengebied. De test wordt uitgevoerd bij het project Dijkversterking Tiel-Waardenburg. Dit project is koploper in de transitie naar een duurzame, emissieloze bouwplaats en heeft al 2 jaar ervaring met het werken met 40 zware elektrische machines, zoals kranen en vrachtwagens, op groene stroom. 
 
Het Kitepower-systeem bestaat uit een grote vlieger die via een kabel verbonden is met een grondstation. De vlieger vliegt in een achtpatroon en trekt krachtig aan de kabel. Die kracht drijft een generator aan: de kabel rolt af van een trommel die is gekoppeld aan een generator (vergelijkbaar met een omgekeerde elektromotor). De draaiende generator zet de beweging om in elektriciteit. De vlieger opereert op 250 tot 350 meter hoogte, waar de wind krachtiger is dan op de grond. Daardoor levert het systeem betrouwbare, constante en stroom.  
 
De samenwerking met Kitepower past binnen de duurzaamheidsambities van Dura Vermeer. Onder de noemer 'Op naar Net Zero' streeft het bedrijf ernaar om in 2050 minimaal 90% van haar CO₂-uitstoot te reduceren, met een halvering van de uitstoot in 2030. Dura Vermeer wil vooruitstrevend bouwen, met oog voor toekomstige generaties. Dit project laat zien dat duurzame en innovatieve oplossingen niet alleen technologisch haalbaar zijn, maar mogelijk ook schaalbaar en betaalbaar. Dura Vermeer benadrukt dat dit experiment bedoeld is om te leren wat we nog meer kunnen doen om een energieneutrale bouwplaats te realiseren.  

Gascontract duurder: risico-opslag stijgt door onzekerheid in de markt

Na een korte periode van rust lopen de kosten voor gas opnieuw op. In juni 2025 is de risico-opslag, een extra bedrag bovenop de inkoopprijs, toegenomen. Consumenten met een modelcontract betalen nu tot 0,44 euro per kubieke meter gas extra. Volgens recente analyses van Overstappen.nl is meer dan de helft van de kale gasprijs op dit moment toe te schrijven aan marges en risico-opslag. Samen met belastingen komt de totale prijs voor consumenten daarmee veel hoger uit.

De risico-opslag is een vergoeding die energieleveranciers in rekening brengen om prijsschommelingen en onzekerheid op de markt op te vangen. Sinds de invoering van de Wet Redelijke Opzegvergoeding in juni 2023, daalde deze opslag juist. Die wet maakte het voor consumenten minder kostbaar om over te stappen, wat leidde tot meer concurrentie en stabilisatie van de gasprijs. 

Maar in 2025 is de trend gekeerd. Lage gasvoorraden in Europa en geopolitieke spanningen zorgen voor onzekerheid. Leveranciers rekenen daarom weer hogere opslagen om hun risico’s af te dekken.

Wie in juni 2025 gas verbruikt, betaalt dus niet alleen voor het gas zelf, maar vooral voor de risico’s eromheen. Gemiddeld komt er per kuub gas 0,70 euro aan belasting bij en tot 0,44 euro aan risico-opslag en marge. De daadwerkelijke inkoopprijs van gas is daarmee nog maar een klein deel van het totaalbedrag op de energierekening.

Flexibele kabeloplossing voor aansluiten trafohuisje scheelt helft van de tijd

Hoe sluiten we sneller en slimmer middenspanningsstations aan? Met die vraag daagden Stedin, Alliander en Enexis de markt uit. De overtuigende oplossing van Prysmian Netherlands is vandaag door een onafhankelijke jury uitgeroepen tot winnaar. Dankzij deze aanpak kunnen monteurs de aansluiting van zo’n station in één dag afronden, waar dat eerder twee dagen kostte. En dat met mínder mensen en veel minder fysieke belasting voor monteurs.

De ontwerpwedstrijd werd georganiseerd door netbeheerders Alliander, Enexis en Stedin. In de wedstrijd gingen technologische partijen de uitdaging aan om het aansluiten van nieuwe middenspanningsstations – de knooppunten van het elektriciteitsnet – drastisch te versnellen en versimpelen. Tot nu toe was het aansluiten tijdrovend en zwaar werk voor monteurs.

Prysmian Cables and Systems kwam als winnaar van de vijftien inzendingen uit de bus met een oplossing die het werk niet alleen sneller, maar ook veiliger en lichter maakt. De oplossing gebruikt een flexibele kabel met prefab stekkerverbinding, waardoor de kabel eenvoudig ingevoerd en aangesloten kan worden zonder dat daar veel fysieke kracht voor nodig is. Dat maakt het werk niet alleen sneller, maar de ergonomische verbetering betekent ook minder fysieke belasting voor monteurs en minder uitval door werkgerelateerde klachten. De oplossing is, omdat er geen aanpassingen gedaan hoeven te worden aan de stations, ook nog eens op relatief korte termijn toe te passen. 

Tijdens dit proces kregen de inzenders meerdere keren feedback van de projectgroep, eigen monteurs en technici van aannemers. Daarmee konden ze hun ontwerp steeds verbeteren. De jury was onder de indruk van bouwconcern BAM, dat met deze feedback binnen korte tijd geavanceerde nieuwe stekkertechnologie wist te ontwikkelen, en daarmee een verdiende tweede plaats bemachtigde. 

In heel Nederland moeten duizenden nieuwe aansluitingen worden gemaakt voor woningen, laadpalen, bedrijven en zonneparken. De netbeheerders zoeken daarom voortdurend naar manieren om het werk te versnellen, maar ook om de schaarse arbeidscapaciteit efficiënter in te zetten. Door dit soort slimme oplossingen kunnen ze sneller en efficiënter uitbreiden, zodat iedereen op tijd toegang heeft tot schone energie. 

woensdag 18 juni 2025

Uitbreidingsprojecten in het hoogspanningsnet van de provincies Utrecht, Gelderland en in de Flevopolder duurt langer dan gepland

Een aantal grote uitbreidingsprojecten in het hoogspanningsnet van de provincies Utrecht, Gelderland en in de Flevopolder duurt langer dan gepland. Dat kondigt TenneT, beheerder van het landelijke hoogspanningsnet, op 12 juni 2025 aan. Hierdoor moeten grootverbruikers van elektriciteit en de grotere producenten van wind- en zonnestroom in deze regio's langer wachten op een nieuwe of zwaardere aansluiting. In de nieuwe planning gaat TenneT uit van oplevering van de projecten in 2033 en bij meer tegenslagen in 2035.

Het hoogspanningsnet van de provincies Utrecht en Gelderland en de Flevopolder is nu één geheel. TenneT knipt dit net op in vier deelnetten, waarbij elk deelnet een eigen aansluiting krijgt op de landelijke 380.000 volt hoogspanningsring. Hierdoor creëert TenneT meer capaciteit in de verschillende gebieden en verdwijnt de onderlinge afhankelijkheid van de regio's. Om dit mogelijk te maken, moet een viertal bestaande hoogspanningsstations in de regio worden verzwaard en een nieuw hoogspanningsstation in Utrecht-Noord worden gerealiseerd. Dat is nog een hele uitdaging. Daarna kunnen partijen op de wachtlijst worden aangesloten. 

De netbeheerders informeren de klanten die dit betreft de komende dagen over deze extra vertraging. De komende maanden wordt de nieuwe situatie, die door de vertragingen ontstaat op het elektriciteitsnet in betreffende regio, onderzocht. In het najaar verwachten de netbeheerders hun klanten en andere belanghebbenden verder te kunnen informeren over wat de vertraging precies voor hen betekent.    
 

Ruim 1 op de 3 vreest energierekening niet meer te kunnen betalen


Stijgende energiekosten zijn reden tot zorg onder een grote groep Nederlanders. Dat blijkt uit representatief onderzoek van Independer, uitgevoerd door Q&A. 35 procent denkt in de toekomst de energierekening namelijk niet meer te kunnen betalen. De angst is het grootst onder jongeren tot 29 jaar oud. De gemiddelde rekening voor gas en elektriciteit is in vier jaar met 30 procent gestegen. 
 
In de leeftijdsgroep tot 29 jaar maakt ruim zestig procent zich zorgen over de stijgende kosten van de energierekening. Dit neemt af naarmate de leeftijd stijgt. Bij de ondervraagden tussen de 30 en 44 daalt het naar 43 procent. Onder 45- tot 59-jarigen gaat het om 31 procent en onder zestigplussers is dit het laagst met 22 procent.

In  2021 betaalden Nederlanders nog gemiddeld 1.575 euro op jaarbasis voor de energierekening. Nu gaat het om een bedrag van 2.066 euro. Een stijging van ruim dertig procent. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
 
Uit cijfers van het CBS blijkt dat jongeren tussen de 25 en 30 jaar oud gemiddeld 23 euro per uur verdienen. Alleen de leeftijdsgroepen daaronder verdienen gemiddeld minder. Het uurloon stijgt fors met leeftijd. Zo verdienen werknemers tussen de 55 en 60 gemiddeld 34 euro.

Independer berekent dat een gemiddeld huishouden dit jaar 650 euro kwijt is aan netbeheerkosten. Daaronder vallen de kosten voor het transport van elektriciteit en gas. De komende 25 jaar verwacht de Autoriteit Consument en Markt (ACM) forse stijgingen voor de netbeheerkosten. Volgens de ACM kan dit met honderden euro’s oplopen richting 2050.
 
De stijging van deze kosten ligt voor een groot deel aan de verduurzaming van het energienet. De afgelopen jaren is het gebruik van duurzame energiebronnen, zoals zon en wind, steeds populairder geworden bij zowel huishoudens als bedrijven. Met als gevolg een hogere stroomproductie.
 

Koningin Máxima opent CO2-afvanginstallatie Twence

Hare Majesteit Koningin Máxima opent op woensdag 18 juni de nieuwe CO2-afvanginstallatie van Twence in Hengelo. Deze grootschalige en unieke installatie stelt Twence in staat om jaarlijks 100.000 ton CO2 uit rookgassen af te vangen en om te zetten in herbruikbare grondstoffen. Daarmee levert Twence een belangrijke bijdrage aan de klimaatdoelstellingen én aan de circulaire economie.

Na de officiële opening krijgt Koningin Máxima een rondleiding door de installatie, waar zichtbaar wordt hoe CO2 uit rookgassen wordt afgevangen, vloeibaar gemaakt en per tankwagen wordt vervoerd. Tijdens het bezoek wordt ook stilgestaan bij de toepassingen van de afgevangen CO2, onder meer in de glastuinbouw, waar het bijdraagt aan de groei van gewassen, en bij de productie van droogijs. Aan het einde van het bezoek gaat de Koningin in gesprek over diverse actuele ontwikkelingen bij Twence.

Twence produceert duurzame energie uit rest- en bedrijfsafval en is de grootste producent van duurzame energie in Overijssel. De afvanginstallatie is uniek in haar soort en past binnen Twence’s strategie om uit afval en biomassa zoveel mogelijk waardevolle stoffen terug te winnen.

dinsdag 17 juni 2025

'Thuisbatterij rendabel bij gecombineerde verdienstrategieën'

Huishoudens kunnen een thuisbatterij terugverdienen als zij de inkomsten uit het verhelpen van onbalans op de energiemarkt combineren met een hoger aandeel eigen verbruik van zonne-energie. Dan lukt dat minimaal binnen vijf jaar en ook bij ongunstige marktomstandigheden. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau Berenschot, in opdracht van energiebedrijf Zonneplan.

In het onderzoek vergeleek Berenschot verschillende strategieën om een thuisbatterij rendabel te maken. De zogenoemde cross-marketstrategie, waarbij een batterij op meerdere vlakken wordt ingezet, komt als meest robuust naar voren. Zelfs bij zeer tegenvallende omstandigheden is een thuisbatterij dan binnen twaalf jaar terug te verdienen.

Wie een batterij puur gebruikt om eigen zonnestroom op te slaan om later weer te gebruiken, verdient die investering vrijwel zeker niet terug, zo blijkt uit het rapport. Reden voor huishoudens om met thuisbatterijen steeds meer te handelen op de zogeheten onbalansmarkt, de markt waar per kwartier de prijs van elektrische energie wordt bepaald en afgerekend, als deze niet is ingekocht door energieleveranciers op de langetermijnmarkt. 

Berenschot onderzocht ook de klimaatimpact van thuisbatterijen. Hoewel de productie CO₂-uitstoot veroorzaakt, blijkt een batterij over de hele levensduur netto tot een CO₂-reductie te leiden. Dat komt doordat alle onderzochte strategieën sturen op laden bij lage prijzen – momenten waarop er (te) veel duurzame energie beschikbaar is – en ontladen bij hoge prijzen, zodat er minder stroom uit fossiele centrales nodig is. Op die manier wordt efficiënter gebruikgemaakt van de beschikbare wind- en zonne-energie, waardoor thuisbatterijen structureel bijdragen aan de verduurzaming van het energiesysteem.
 

De aarde produceert al miljarden jaren waterstof – genoeg om ons 170.000 jaar van energie te voorzien

Uit een nieuwe studie, gepubliceerd in Nature Reviews Earth and Environment, blijkt dat de aarde in de afgelopen miljard jaar genoeg waterstof heeft geproduceerd om de mensheid 170.000 jaar van energie te kunnen voorzien. Een indrukwekkende hoeveelheid – en het mooiste is: deze energiebron bevindt zich mogelijk vlak onder onze voeten.

Stel je een energiebron voor die geen CO₂ uitstoot, ondergronds beschikbaar is en de mensheid duizenden jaren van stroom kan voorzien. Het klinkt futuristisch, maar volgens wetenschappers is dit precies wat natuurlijke waterstof te bieden heeft. Die ligt diep onder het aardoppervlak opgeslagen in grote hoeveelheden, klaar om benut te worden.

Als we uitgaan van het wereldwijde energieverbruik in 2025, dan zou deze natuurlijke voorraad waterstof ons nog zo’n 170.000 jaar vooruit kunnen helpen. En het bijzondere: het gaat hier om écht schone waterstof – zonder fossiele brandstoffen of CO₂-uitstoot.

Op dit moment wordt waterstof al veel gebruikt in de industrie, bijvoorbeeld bij de productie van ammoniak en methanol, en voor transport en energieopwekking. Toch is de meeste waterstof die we nu gebruiken nog afkomstig uit fossiele bronnen, wat alsnog tot uitstoot leidt. In de toekomst is de ambitie om vooral ‘groene’ waterstof te gebruiken – geproduceerd met hernieuwbare energie – maar dat proces is duur en moeilijk op te schalen.

maandag 16 juni 2025

Handboek wijst de weg rond netcongestie

De energietransitie hapert steeds vaker op netcongestie. Hoe kun je als ontwikkelaar of bedrijventerrein toch aan de slag met zonne-energie, wind of batterijopslag? NedZero en Holland Solar bundelden de mogelijkheden in een handzaam overzicht. Het nieuwe 'Handboek slimmer aansluiten' biedt praktische routes voor duurzame projecten in regio’s met een overvol net.

Op 5 februari 2025 organiseerden NedZero en Holland Solar een studiemiddag over netcongestie. De inzichten uit deze middag zijn nu gebundeld in een helder handboek. De focus ligt op één centrale vraag: wat zijn de alternatieven voor een standaard netaansluiting als het openbare net vol is? Aan de hand van een praktijkcasus worden vier routes verkend: directe lijn, cable pooling, gesloten distributiesysteem (GDS) en groepscontracten.

1. Directe lijn: één opwekker, één gebruiker

Een directe lijn is een fysieke verbinding tussen een energieopwekker en een verbruiker, bijvoorbeeld een zonnepark en een fabriek op hetzelfde terrein. Het is een ongereguleerde verbinding zonder tussenkomst van een netbeheerder. Dit model is vooral geschikt als 90% van de opgewekte stroom direct op locatie verbruikt wordt. Voorwaarde is een helder contract tussen de partijen, met duidelijke afspraken over onder meer prijs, eigendom en storingen.

2. Cable pooling: samen delen, flexibel verdelen

Cable pooling maakt het mogelijk om meerdere installaties — denk aan zonne- en windprojecten — via één aansluiting op het net te verbinden. Dit kan aantrekkelijk zijn als er onvoldoende ruimte is voor afzonderlijke aansluitingen. De ACM staat cable pooling al sinds 2024 toe; de nieuwe Energiewet zal het vanaf 2026 expliciet opnemen. Let op: bij cable pooling zijn goede onderlinge afspraken cruciaal, omdat er minder juridische bescherming is dan bij een GDS.

3. Gesloten Distributiesysteem (GDS): privaat net voor bedrijven

Bij een GDS richten meerdere bedrijven samen een privaat elektriciteitsnet op binnen een afgebakend gebied, zoals een bedrijventerrein. Dit is juridisch en organisatorisch complexer, maar biedt meer zekerheid en flexibiliteit. Het systeem is vooral interessant voor grotere locaties en ‘energiehubs’ waar veel vraag en opwekking samenkomen. Er zijn inmiddels negen GDS’en in Nederland specifiek voor duurzame opwek.

4. Groepscontracten: lokaal afstemmen loont

Groepscontracten zijn een nieuw fenomeen waarbij bedrijven binnen hetzelfde verdeelstation collectief afspraken maken over hun netgebruik. Met een groeps-capaciteitsbeperkingscontract (groeps-CBC) kunnen zij transportvermogen gezamenlijk verminderen tijdens piekuren — met financiële vergoeding. Een groeps-transportovereenkomst (GTO) biedt nog meer flexibiliteit: bedrijven stemmen onderling af hoe zij de totale capaciteit benutten, wat toegang tot het net kan versnellen.

Het handboek wijst ook op fiscale valkuilen. Zo zijn niet alle routes vrijgesteld van energiebelasting. Eigendom van de opwekinstallatie en de juridische structuur kunnen grote invloed hebben op de belastingdruk. Ook de onroerendezaakbelasting (OZB) kan flink verschillen per situatie. Vroegtijdig fiscaal advies is daarom essentieel.

Waterschap, provincie en gemeente in bezwaar tegen gaswinning bij Noordwolde

Wetterskip Fryslân, provinsje Fryslân en gemeente Weststellingwerf maken bezwaar tegen het geactualiseerde gaswinningsplan bij Noordwolde. Op 24 april 2025 heeft minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei ingestemd met dit plan. Hierdoor mag Vermilion langer gas winnen bij gasveld Noordwolde, dat ligt in het veengebied. 

Wetterskip, provincie en gemeente Weststellingwerf maken zich zorgen over de negatieve gevolgen van gaswinning en maken daarom samen bezwaar tegen het instemmingsbesluit van de minister. Gaswinning leidt tot bodemdaling. Vermilion moet in het winningsplan Noordwolde uitleggen hoe zij de gevolgen van bodemdaling wil voorkomen en beperken, maar doet dat niet. Terwijl: elke centimeter bodemdaling in veengebied telt en heeft negatieve gevolgen voor de omgeving. 

Als overheden hebben we in onze eerdere adviezen aan de minister benadrukt dat veengebied als in Noordwolde geen extra bodemdaling kan opvangen. De minister weerlegt onze zorgen onvoldoende. Daarmee vinden we het instemmingsbesluit Noordwolde niet goed gemotiveerd en gaan we in bezwaar bij het ministerie.

Wetterskip Fryslân benadrukt dat gaswinning negatieve gevolgen heeft voor de waterhuishouding. Dagelijks bestuurslid Remco van Maurik legt uit: “We kunnen niet zeggen 'het valt wel mee'. Ons watersysteem wordt al kwetsbaarder door klimaatverandering en daarbij heeft elk veengebied te maken met veenoxidatie. De extra bodemdaling door gaswinning mag hier niet bovenop komen.”

Gedeputeerde Friso Douwstra van provinsje Fryslân: “Er is geen draagvlak voor gaswinning in Fryslân. We maken ons hier grote zorgen over. De gestapelde effecten in veenweidegebieden zijn bovendien onduidelijk en risicovol. Daarnaast ontstaan onomkeerbare schades die bovendien moeilijk te bewijzen zijn. Fryslân hanteert de Friese norm: van iedere verdiende euro vloeit minimaal een derde terug naar de regio. Dit is uiteraard bovenop een 100 procent compensatie van opgetreden mijnbouwschade door bodemdaling en vervolgschade. Voorkom onomkeerbare Groningse toestanden. Nieuwe of extra gaswinning in Fryslân? Doe het niet!”

vrijdag 13 juni 2025

Essent: Terugleververgoeding omhoog, variabele tarieven blijven gelijk

Per 1 juli 2025 verhoogt Essent de terugleververgoeding voor klanten met zonnepanelen naar 15 cent per kilowattuur (kWh). Deze vergoeding geldt voor huishoudens die over een jaar gezien meer stroom opwekken dan ze verbruiken. De terugleverkosten veranderen niet en zijn sinds de invoering vorig jaar ongewijzigd gebleven. De terugleververgoeding wordt automatisch verrekend op de jaarrekening.

De leveringstarieven voor stroom en gas blijven per 1 juli 2025 ongewijzigd voor klanten met een variabel contract. In een onrustige energiemarkt biedt Essent hiermee ook in het komende kwartaal stabiliteit. Dankzij de strategische spreiding van energie-inkoop kan Essent prijsschommelingen op de markt beter opvangen. Mede daardoor blijven de tarieven gelijk: het stroomtarief blijft € 0,2697 per kWh en het gastarief € 1,3920 per m³.

Omdat de variabele tarieven dit kwartaal niet wijzigen, ontvangen klanten met een variabel contract hierover geen individueel bericht. Dit is in lijn met de vaste werkwijze van Essent.

Plannen voor een nieuw hoogspanningsstation in de regio Amsterdam Zuidoost

Het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) legt de plannen voor een nieuw hoogspanningsstation in de regio Amsterdam Zuidoost ter inzage. Iedereen kan tot en met donderdag 19 juni 2025 reageren op de plannen. Wie meer informatie wil, kan een van de inloopbijeenkomsten bezoeken.

Landelijk netbeheerder TenneT wil een nieuw hoogspanningsstation bouwen tussen de bestaande stations Diemen en Breukelen-Kortrijk. Voor het station heeft TenneT een stuk terrein van 25 hectare nodig. TenneT is nu op zoek naar een geschikte bouwlocatie in het gebied tussen Amsterdam-Zuidoost, Diemen, Weesp en Abcoude.

Dit station moet voorzien in de toekomstige elektriciteitsvoorziening voor Amsterdam-Zuidoost en de omliggende regio, waaronder Diemen, De Ronde Venen en Amstelveen.

De vraag naar elektriciteit neemt toe door onder andere de bouw van nieuwe aardgasvrije woningen, het verduurzamen van bestaande gebouwen en de toename van elektrisch vervoer. Tegelijkertijd zit het stroomnet in Nederland bijna vol. Om de overbelasting te verhelpen en ervoor te zorgen dat er meer elektriciteit vervoerd kan worden, moet het elektriciteitsnet in Nederland worden uitgebreid.

Het project om te komen tot een nieuw hoogspanningsstation begint met de bekendmaking van het ‘Voornemen en het voorstel voor participatie’. Hierin staat het plan voor het project op hoofdlijnen beschreven en de manier waarop de omgeving wordt betrokken bij het proces. Waar het station uiteindelijk komt is nog niet bepaald. Daar is ook de hulp van de omgeving voor nodig. Iedereen is daarom welkom bij de inloopbijeenkomsten die het ministerie van KGG samen met TenneT organiseert. Hier zijn medewerkers van beide organisaties aanwezig meer over het projectte vertellen en vragen te beantwoorden.

De bijeenkomsten vinden op onderstaande dagen plaats tussen 19.00 en 21.00 uur:
-    19 mei 2025: Up Events Amsterdam Golfbaan Weesp, Basisweg 2, Weesp
(hier is ook het projectteam van Opwaardering 380 kV hoogspanningsverbinding Krimpen aan den IJssel – Diemen aanwezig)
-    2 juni 2025: De Sprong in Het Sporthuis Abcoude, Geinplein 3, Abcoude
-    3 juni 2025: Buurthuis Gein, Wisseloord 83, Amsterdam-Zuidoost

donderdag 12 juni 2025

Zeeland maakt keuzes voor toekomstig energiesysteem

Het elektriciteitsnetwerk in Zeeland zit bijna aan zijn maximum, netbeheerders hebben netcongestie afgekondigd. Tegelijk wil Zeeland stevig blijven bouwen aan de toekomst: meer woningen, een duurzame & innovatieve economie, een klimaatbestendig landschap en goede bereikbaarheid. Al deze doelen vragen veel van het energiesysteem. Daarom zijn er keuzes nodig.

De Provincie Zeeland heeft daarom het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en PMIEK 2.0 vastgesteld. Ook wordt het definitieve ontwerp van de Zeeuwse Energievisie aangeboden aan Provinciale Staten

Het PMIEK 2.0 bevat energieprojecten die belangrijk zijn voor heel Zeeland. Een voorbeeld is het onderzoek naar de mogelijkheden in kustgebieden zoals West Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en Schouwen-Duiveland. In West Zeeuws-Vlaanderen start een pilotproject. Het doel van dit project is om gezamenlijk in kaart te brengen wat de ontwikkelmogelijkheden voor het energiesysteem zijn. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar elektriciteit, maar bijvoorbeeld ook naar collectieve warmteoplossingen en opslag. Dat moet als voorbeeld dienen voor andere gebieden.

Ook werkt de Provincie aan het versnellen van de aanleg van energie-infrastructuur. Zo is het
bevoegd gezag overgenomen van de gemeenten Tholen en Schouwen-Duiveland voor het inpassen van een 150kV-kabel tussen Halsteren, Tholen en Zierikzee.

Kerncentrales naar Zeeland, waarom en hoe


Provincie Zeeland organiseert op 12 juni in de ZB in Middelburg een thema-avond over de eventuele komst van nieuwe kerncentrales naar Zeeland. De avond wordt begeleid door Diederik Jekel, onder meer bekend van de podcast Splijtstof. We nodigen geïnteresseerde inwoners van harte uit om de avond bij te wonen.

Als het aan het Kabinet ligt worden er in de toekomst twee (en mogelijk vier) nieuwe kerncentrales gebouwd in Nederland. In Zeeland wordt nu op drie plaatsen gekeken of er twee kerncentrales passen. Waarom is kernenergie eigenlijk belangrijk voor Nederland? Wat zijn de kenmerken van kernenergie? Wat komt er allemaal kijken bij het bouwen van nieuwe centrales? Wat zou het voor Zeeland betekenen? En wat vinden onze jongeren daarvan?

Om daar achter te komen organiseert Provincie Zeeland op 12 juni in de ZB Bibliotheek van Zeeland in Middelburg een thema-avond. De bijeenkomst wordt begeleid door Diederik Jekel, natuurkundige, wetenschapsjournalist en maker van de podcast ‘Splijtstof’. Hij loodst de deelnemers op z’n eigen wijze door het programma. De bijeenkomst is van 19.15 uur tot ca 21.00 uur. Vanaf huis meedoen via een livestream kan ook.

woensdag 11 juni 2025

Grootste aanbesteding Stedin voor verzwaring stroomnet

Om het stroomnet in wijken te versterken schrijft netbeheerder Stedin een aanbesteding uit van in totaal 3,5 miljard euro. Dit is voor Stedin tot nu toe de grootste aanbesteding voor werkzaamheden aan het stroomnet. Het gaat om werkzaamheden voor de Buurtaanpak waarin Stedin buurt voor buurt het stroomnet versterkt. De verzwaring is nodig vanwege de groeiende vraag naar stroom door onder andere elektrisch laden, warmtepompen en de komst van nieuwe woningen en bedrijven.

De voorbereiding van de aanbesteding loopt al enkele maanden. Er zijn meerdere consultatieronden met de markt gehouden. Het contract biedt aannemers ruimte om innovaties sneller te testen en daarna breed toe te passen, met als doel om sneller te bouwen. Op basis hiervan kunnen aannemers een inschrijving doen. Aannemers krijgen in deze aanbesteding de garantie op werk. In vaste gebieden gaat Stedin werken met vaste aannemers en vaste teams van Stedin. De verwachting is dat eind 2025 bekend wordt gemaakt welke aannemers de Buurtaanpak gaan realiseren.

Om tot deze nieuwe aanbestedingsvorm te komen heeft Stedin de markt uitgebreid betrokken. In een zogenaamde marktconsultatie is de strategie gedeeld en input gevraagd die is gebruikt bij het maken van de contracten. Hierop kwamen veel positieve reacties uit de markt. Aannemers onderschrijven de werkwijze in de Buurtaanpak, waarin we buurt voor buurt het stroomnet verzwaren in gezamenlijke teams van Stedin en de aannemer in een vast gebied.

In het Uitvoeringsakkoord voor versnelling in verzwaring van de lokale netten hebben we met Netbeheer Nederland, Techniek Nederland en Bouwend Nederland afgesproken om anders met elkaar te werken. Deze aanbesteding is daarvan een goed voorbeeld.

Brunel Solar Team onthult nieuwe zonneauto Nuna 13

Het Brunel Solar Team heeft haar nieuwste zonneauto, Nuna 13, onthuld in het Louwman Museum in Den Haag. De auto markeert het 25-jarig bestaan van het team en bevat innovaties zoals een uitschuifbare vin voor extra snelheid, een lichter chassis en een ijzerloze motor. In augustus neemt het team voor de twaalfde keer deel aan de Bridgestone World Solar Challenge in Australië.

Meerdere technische vernieuwingen aan Nuna 13 moeten het verschil maken op het 3.000 kilometer lange parcours dwars door de Australische outback. Meest opvallend is de uitschuifbare en draaibare vin: een aerodynamische innovatie die zijwind omzet in extra voortstuwing.

Nog niet eerder werd een zonneauto gebouwd met zowel een asymmetrisch catamaranontwerp als een vin. Om de vin optimaal te benutten, was een windtunneltest nodig. Voor het eerst sinds 2011 testte het team weer met een auto op ware grootte. 

Tijdens de windtunneltest op 3 en 4 juni bij de Volkswagen Group in Wolfsburg heeft het team waardevolle inzichten opgedaan in de prestaties en stabiliteit van Nuna 13. Het samenwerken met de engineers van Volkswagen verliep prettig en professioneel. Tijdens de test was er een opmerkelijke ontdekking: bij voldoende zijwind genereert de vin meer stuwkracht dan er luchtweerstand is, waardoor er netto voortstuwingskracht overblijft. Hiermee kan de batterij opgeladen worden. 

Aan het eind van een van de laatste sessies ging het echter mis, Nuna 13 sloeg over de kop. Het Brunel Solar Team had Nuna op meerdere punten vastgemaakt en de zonneauto is op een van die punten losgeraakt. 

Op materiaalniveau is vooruitgang geboekt: het team paste dit jaar voor het eerst de pre-pregmethode toe. Voorheen werd carbon handmatig ingesmeerd met hars, die snel uithardt. Nu zit de hars al in het carbon, waardoor het materiaal pas uithardt bij verhitting. Zo konden teamleden het carbon keer op keer vervormen en preciezer werken. Het resultaat: een lichter chassis, minder kans op defecten en een strakkere afwerking. Daarnaast bevat Nuna 13 een efficiënte ijzerloze motor, een verbeterd stuursysteem met minder energieverlies en Silicium-zonnecellen die zo’n 30 procent efficiënter zijn dan standaard zonnepanelen.

Waar zonne-energie ooit een belofte was, is het nu een bewezen motor voor vooruitgang. Deze jubileumeditie van Nuna weerspiegelt 25 jaar aan lef, kennis en innovatie en de ambitie om Nederland als koploper in de energietransitie te laten zien. 

RaboResearch: Energietransitie vereist flexibel elektriciteitsverbruik van bedrijven

De energietransitie vereist dat bedrijven en huishoudens fundamenteel anders gaan denken over en omgaan met energie. Dit geldt met name voor het elektriciteitssysteem, dat in toenemende mate onder druk staat. Om dit systeem betaalbaar en betrouwbaar te houden, moeten opwekkers en afnemers van elektriciteit flexibeler worden. Analisten van RaboResearch hebben recente kennisartikelen hierover gebundeld.

In sommige gevallen worden grote bedrijven al gedwongen tot meer flexibiliteit, vertelt Sanne de Boer, senior specialist energietransitie bij RaboResearch. “Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer ze geen nieuwe of grotere elektriciteitsaansluiting kunnen krijgen vanwege netcongestie. Organisaties kunnen ook te maken krijgen met congestiemanagement, waarbij ze op drukke momenten het elektriciteitsnet minder zwaar mogen belasten dan ze gewend zijn. De kans is steeds groter dat netbeheerders grote bedrijven verplichten hier aan mee te doen.”

Als zelfs congestiemanagement niet voldoende is om de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet te kunnen garanderen, kunnen netbeheerders overgaan tot het gedwongen op- en afregelen van vermogen bij specifieke klanten, vervolgt de specialist. “Ze kunnen zelfs besluiten tot het preventief afschakelen van delen van het elektriciteitsnet om een nóg grotere storing te voorkomen. Dit gebeurt momenteel nog niet, maar is niet uitgesloten voor de toekomst. Daarom is het belangrijk dat bedrijven zich hierop voorbereiden.”

Het is bedrijven volgens De Boer aan te raden om een duidelijk en gedetailleerd beeld te krijgen van hun elektriciteitsverbruik en eventuele elektriciteitsproductie. “Daarnaast kunnen ze in kaart brengen of en hoe ze piekvermogens kunnen reduceren en de spits (deels) kunnen mijden. Dit inzicht levert verschillende voordelen op. Zo kan bijvoorbeeld blijken dat er geen grotere elektriciteitsaansluiting nodig is om uit te breiden of te verduurzamen. Ook kan het leiden tot een lagere energierekening. Verder voorkomen organisaties zo dat ze worden overvallen wanneer de netbeheerder vraagt of dwingt om flexibel vermogen aan te bieden en daar een prijs op te zetten. Bovendien kan meedoen aan congestiemanagement geld opleveren.”

dinsdag 10 juni 2025

IEA presenteert aanbevelingen voor snellere vergunningverlening, ook voor Nederland

Tussen oktober 2023 en maart 2025 ondersteunde het Internationaal Energieagentschap (IEA) vijf EU-lidstaten - Finland, Ierland, Litouwen, Nederland en Slowakije - bij het versnellen van de vergunningverlening voor hernieuwbare energieprojecten. Dit zogeheten ARPE-project leidde tot concrete aanbevelingen en verbeterpunten, o.a. met betrekking tot het 'overriding public interest'-principe. Een overzicht van de bevindingen.

Het programma ARPE (Accelerating Renewable Permitting in Europe) van de IEA ondersteunde EU-lidstaten bij het versnellen van de vergunningsverlening voor hernieuwbare energieprojecten in brede zin: onshore windenergie, zonne-energie en offshore windenergie.

De vijf hoofdthema’s van het ARPE-project waren in de vorm van workshops elk gericht op een cruciaal knelpunt in de vergunningsverlening van hernieuwbare energieprojecten.

De IEA benadrukt dat effectieve implementatie van deze aanbevelingen essentieel is voor het behalen van de REPowerEU-doelstellingen, die streven naar een aandeel van 45% hernieuwbare energie in de EU tegen 2030. Snellere vergunningverlening is cruciaal om de energietransitie te versnellen en klimaatdoelstellingen te realiseren.​

Op basis van de workshops en internationale best practices doet de IEA de volgende concrete aanbevelingen om versnelde vergunningverlening te kunnen implementeren:​

Versterking van het 'overriding public interest'-principe: Lidstaten worden aangemoedigd om hernieuwbare energieprojecten als van overwegend publiek belang te erkennen, waardoor juridische procedures kunnen worden vereenvoudigd en versneld.​
Risicogebaseerde benadering: Door vergunningprocedures aan te passen op basis van het risicoprofiel van projecten, kunnen laagrisicoprojecten sneller worden goedgekeurd, terwijl de focus ligt op complexere gevallen.​
Digitale 'one-stop-shops': Het opzetten van gecentraliseerde, digitale platforms waar alle vergunningaanvragen worden gecoördineerd, verhoogt de transparantie en efficiëntie van het proces.​
Afstemming tussen netontwikkeling en ruimtelijke planning: Een nauwe coördinatie tussen de planning van energie-infrastructuur en ruimtelijke ordening is essentieel om vertragingen te voorkomen en de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen.​
Lokale betrokkenheid en gemeenschapswinst: Het implementeren van schema's waarbij lokale gemeenschappen financieel profiteren van hernieuwbare energieprojecten kan het draagvlak vergroten en de acceptatie verbeteren.

Vattenfall en SAIL 2025, verbonden door wind en zee

De tiende SAIL is een van de hoogtepunten in het jubileumjaar waarin de stad Amsterdam zijn 750-jarig bestaan viert. Vattenfall is contributing partner van dit nautische, vrij toegankelijke evenement en zorgt ervoor dat alle elektriciteit op SAIL duurzaam is en geproduceerd in Nederland. Op het terrein is Vattenfall aanwezig met een tiny house dat is gemaakt van de gondel van een windturbine.  

Tijdens SAIL 2025 wordt naar schatting 190 Megawattuur aan elektriciteit verbruikt, vergelijkbaar met het jaarverbruik van zo’n 75 gezinnen. Dat geldt zowel voor stroom aan de wal als voor de elektriciteit aan boord van de schepen. Op plekken waar geen directe verbinding met het elektriciteitsnet beschikbaar is, zullen batterijen worden ingezet.  

De stroom is afkomstig van windpark Hollandse Kust Zuid, het eerste subsidievrije windpark op zee ter wereld. Van dit windpark worden de Garanties van Oorsprong ingekocht. De tall ships passeren het windpark als ze bij IJmuiden aankomen op weg naar SAIL in Amsterdam.

Wind op zee levert een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening. Hollandse Kust Zuid produceert jaarlijks voldoende elektriciteit om 1,5 miljoen huishoudens van stroom te voorzien. Verschillende innovaties in het windpark dragen bij aan het verbeteren van de biodiversiteit, zoals extra grote waterverversingsgaten in de fundaties van de turbines, waardoor vissen binnen kunnen schuilen. Drie turbines zijn voorzien van recyclebare bladen.

SAIL 2025 streeft ernaar om het evenement zo duurzaam mogelijk te organiseren. Dit betekent dat er tijdens SAIL 2025 veel aandacht zal zijn voor recycling en hergebruik. Vattenfall streeft naar netto-nul uitstoot in 2040, voor zowel zijn eigen activiteiten als die van zijn klanten en leveranciers. Voor zijn windparken heeft Vattenfall verschillende projecten lopen om oude turbinebladen, neuskegels en gondels te kunnen hergebruiken en recyclen. Zo werd afgelopen jaar een tiny house gebouwd van een oude gondel en werden afgelopen maand ski’s in gebruik genomen waarin koolstof uit een turbineblad is verwerkt. Door duurzame initiatieven een podium te geven wil Vattenfall bezoekers en deelnemers inspireren om ook bij te dragen aan een circulaire economie.  

Nieuwe rekenmethode geeft inzicht in de risico’s van energieopslagsystemen en grote opslagen van batterijen

Wanneer veel batterijen op één plek aanwezig zijn, kan dat risico’s veroorzaken voor de omgeving. Bij brand bijvoorbeeld kunnen giftige stoffen uit de batterijen vrijkomen. Het RIVM heeft een rekenmethode ontwikkeld om de risico’s van batterijen voor de omgeving te berekenen. Hiermee kan bij het maken van beleid voor Ruimtelijke Ordening rekening worden gehouden.

Door de energietransitie zitten er steeds vaker batterijen in producten. Daardoor komen er meer plekken waar veel batterijen of producten met batterijen bij elkaar liggen. Ook komen er steeds meer energieopslagsystemen. Dit zijn vaak containers waarin duurzaam opgewekte energie, zoals windenergie en zonne-energie, wordt opgeslagen in batterijen.  

In 2024 concludeerde het RIVM dat er een kleine kans is dat energieopslagsystemen gevaarlijk zijn voor de omgeving. Het RIVM heeft als volgende stap een rekenmethode ontwikkeld. Met deze methode kunnen de risico’s voor de omgeving berekend worden. RIVM raadt aan om gebruik te maken van deze methode bij de ontwikkeling van beleid zodat nieuwe opslagsystemen verantwoord geplaatst kunnen worden.

vrijdag 6 juni 2025

25,6 miljoen euro investering in slimme energietechnologie van Amber


Amber, ontwikkelaar van slimme energietechnologie, heeft 25,6 miljoen euro opgehaald in een investeringsronde. De Nederlandse impact investeerder Rubio Impact Ventures participeert opnieuw in deze ronde, samen met hoofdinvesteerder ETF Partners en andere bestaande partners, waaronder Square Peg en Gentrack. De investering stelt het snelgroeiende techbedrijf in staat om zijn technologie verder internationaal uit te breiden.

Amber geeft huishoudens directe toegang tot de spotprijs voor elektriciteit, gepaard met technologie om hun thuisbatterijen en elektrische auto's automatisch te laten opladen wanneer goedkope hernieuwbare energie beschikbaar is. Klanten kunnen geld verdienen door energie terug te leveren aan het net wanneer de prijzen hoog zijn, zoals bijvoorbeeld in de avonduren, als de zon afneemt maar het verbruik hoog is. 

Het bedrijf bouwt momenteel zijn vehicle-to-grid (V2G) capaciteiten verder uit, waarmee elektrische auto’s straks niet alleen energie kunnen opslaan, maar ook net als thuisbatterijen kunnen bijspringen als het elektriciteitsnet dit nodig heeft. Deze innovatie positioneert Amber als een belangrijke speler in de transitie naar gedecentraliseerde, duurzame energiesystemen.

"We bewijzen dat er een betere manier is om met energie om te gaan – met technologie die consumenten centraal stelt in de energietransitie," aldus Dan Adams, co-founder en co-CEO van Amber. "Onze technologie helpt huishoudens wereldwijd de controle over hun energieverbruik te nemen, kosten te verlagen en bij te dragen aan de energietransitie."

Energieverbruik uit hernieuwbare bronnen stijgt naar 20 procent

In 2024 was het aandeel hernieuwbare energie 19,8 procent van het totale energieverbruik in Nederland. Een jaar eerder was dit 17,4 procent. Deze stijging komt vooral doordat er veel nieuwe windmolens op zee in gebruik genomen zijn en omdat er meer biodiesel is verbruikt voor wegverkeer. Ten opzichte van vijf jaar geleden is het aandeel hernieuwbare energie meer dan verdubbeld. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.

Het verbruik van hernieuwbare energie, zoals windenergie, zonne-energie en energie opgewekt uit plant- en dierlijke resten, bedroeg 358 petajoule (PJ) in 2024, 15 procent meer dan een jaar eerder. De grootste hoeveelheid hernieuwbare energie komt uit biomassa (121 PJ), gevolgd door wind (116 PJ) en zon (78 PJ). Het totale energieverbruik is licht gestegen naar 1807 PJ, 1 procent hoger dan in 2023.

Van de hernieuwbare energie wordt het grootste gedeelte gebruikt in de vorm van elektriciteit (60 procent), gevolgd door warmte en koude, bijvoorbeeld ruimteverwarming en -koeling (28 procent), en brandstof voor vervoer (12 procent). Van het totale energieverbruik, inclusief fossiele energie, is ongeveer de helft warmte en koude, ruim een kwart brandstof voor vervoer en iets minder dan een kwart elektriciteit.

Het verbruik van elektriciteit uit windenergie is met 20 procent toegenomen vergeleken met 2023 (116 PJ). Daarvan werd iets meer dan de helft opgewekt door windmolens op het land, de rest door wind op zee. Dat er meer windenergie is verbruikt komt vooral doordat er veel nieuwe molens zijn bijgeplaatst op zee. 

In 2024 is 9 procent meer zonnestroom opgewekt. Deze toename bleef wel achter vergeleken met eerder jaren. Er zijn minder zonnepanelen bijgeplaatst dan in 2023, daarnaast was 2024 ook minder zonnig dan 2023. 

De elektriciteitsproductie uit biomassa, zoals hout, mest en voedselresten, nam af met 10 procent naar 23 PJ. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat er minder biomassa is meegestookt bij elektriciteitscentrales die kolen gebruiken als hoofdbrandstof. Een gedeelte van deze kolen kan vervangen worden door verschillende soorten biomassa.

Van het totale energieverbruik voor warmte en koude, zoals ruimteverwarming en -koeling, tapwaterverwarming en procesverwarming, is 11,2 procent afkomstig uit hernieuwbare bronnen. In 2023 was dit nog 10,2 procent. Biomassa is met 56 PJ nog steeds de grootste bron van hernieuwbare warmte. 

De bijdrage van warmtepompen wordt steeds groter. In 2024 is 30 PJ warmte met behulp van warmtepompen uit buitenlucht en de bodem gehaald, een groei van 16 procent. Ook werd meer energie uit aardwarmte verbruikt (7,5 PJ), 10 procent meer dan een jaar eerder. Het verbruik van hernieuwbare koude, bijvoorbeeld uit airco’s, is 6,3 PJ. Zonnewarmte werd met 1,2 PJ ongeveer evenveel gebruikt als het jaar ervoor.

Maaike Walda nieuwe directeur System Operations bij Alliander

Op 1 juni 2025 start Maaike Walda als directeur System Operations bij netwerkbedrijf Alliander. Per die datum volgt zij de huidige directeur Arjan Stam op.

Afgelopen jaren vervulde Maaike Walda verschillende functies binnen Alliander. Ze startte in het HR-domein en heeft diverse leidinggevende functies doorlopen in de operationele organisatie.

In de laatste zeven jaar werkte zij als manager van Liander Klant & Control waar technisch klantcontact, 24/7 bedrijfsvoering en crisismanagement bij elkaar komen.

donderdag 5 juni 2025

Tegenslag voor Brunel Solar Team: zonneauto over de kop bij windtunneltest

Het Brunel Solar Team kreeg gisteren een tegenslag te verduren toen zonneauto Nuna 13 tijdens een windtunneltest over de kop sloeg. Het team testte op 3 en 4 juni bij Volkswagen Group de aerodynamica van hun nieuwste zonnewagen. Aan het eind van een van de laatste sessies ging het mis: Nuna 13 raakte beschadigd, precies een week voor de geplande onthulling.

De windtunneltest vormt een belangrijk meetmoment in aanloop naar de Bridgestone World Solar Challenge in Australië. Voor het eerst sinds 2011 kreeg het team weer de kans om de aerodynamica van de zonneauto op volledige schaal te testen. “We hebben vrijwel alle tests uitgevoerd die we op de planning hadden”, zegt Daan van den Dries, chief engineer van het Brunel Solar Team. “De data was veelbelovend, we lagen goed op schema en het samenwerken met de engineers van Volkswagen verliep prettig en professioneel. “We doen dit soort testtrajecten om te begrijpen hoe de zonneauto zich gedraagt onder verschillende omstandigheden.” 

De windtunnel genereert een luchtstroom waardoor aerodynamische effecten realistisch worden nagebootst, terwijl de auto, zonder coureur, bevestigd is op een rollende band. Het Brunel Solar Team had Nuna op meerdere punten vastgemaakt en het lijkt erop dat de zonneauto op een van die punten is losgeraakt. Van den Dries vervolgt: “Hoe dat precies is gebeurd, onderzoeken we nog. We kunnen wel stellen dat dit op de openbare weg niet voorkomt. Natuurlijk blijven onverwachte situaties tijdens de race mogelijk, maar juist daarom zijn we blij dat dit nu plaatsvindt. Door deze ervaring weten we waar de limieten van Nuna liggen en kunnen we extra aandacht besteden aan de veiligheid van onze zonneauto en de coureurs.” 

Het incident verandert niets aan de vastberadenheid van het team. De focus ligt op het herstel van de zonneauto en de onthulling van Nuna 13 met haar nieuwste innovaties op dinsdag 10 juni. “We zijn enorm geschrokken van wat er gebeurde”, zegt Elias Wawoe, teamleider van het Brunel Solar Team. “Maandenlang werk leek in één klap verloren, het had veel slechter kunnen aflopen. Deze onverwachte tegenslag zien we als een waardevolle stresstest voor onze samenwerking, die onze gedrevenheid en probleemoplossend vermogen alleen maar versterkt. We zijn nu juist beter voorbereid dan ooit. Ik heb er alle vertrouwen in dat we de schade herstellen voor de race en we kijken ernaar uit om onze zonneauto, en de weg ernaartoe, vol trots te presenteren aan het publiek.” 

Vanaf 2027 mogelijk betalen voor terugleveren zonnestroom

Na afschaffen van de salderingsregeling in 2027 lopen zonnepaneeleigenaren het risico dat ze netto moeten betalen voor zonnestroom die ze aan het elektriciteitsnet leveren. Onderaan de streep kost het leveren van stroom aan het net ze dan geld in plaats van dat het iets oplevert. Vereniging Eigen Huis vindt dit de omgekeerde wereld en roept de politiek op wettelijk te regelen dat de vergoeding voor het leveren van zonnestroom netto positief moet zijn. 

“We vrezen dat mensen hun zonnepanelen straks uitzetten of zelfs van het dak halen om te voorkomen dat ze moeten betalen voor de stroom die zijn aan het elektriciteitsnet leveren,” zegt algemeen directeur Cindy Kremer. “Dat kan niet de bedoeling zijn. Als dit niet goed geregeld wordt, kan dat funest zijn voor de energietransitie”. 

Vanaf 2027 vervalt de salderingsregeling. Zonnepaneeleigenaren krijgen dan een vergoeding van minimaal 50 procent van het leveringstarief voor stroom die ze terugleveren aan het net. Drie jaar later mag de energieleverancier zelf bepalen hoeveel hij betaalt. Tegelijk mogen energieleveranciers kosten rekenen voor het terugleveren van stroom, en die kosten mogen zelfs hoger zijn dan de vergoeding. Daardoor kan het huishoudens dus straks netto geld kosten als ze stroom aan het net leveren in plaats van die zelf te gebruiken. 

Het ministerie van Economische Zaken en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) bevestigen de door Vereniging Eigen Huis geschetste toekomstsituatie.  

Vereniging Eigen Huis is niet blij met de afschaffing van de salderingsregeling en vindt dat zonnepanelen lonend moeten zijn. Geld betalen voor het terugleveren van stroom is onbegrijpelijk en onacceptabel. De belangenbehartiger roept op tot wettelijke garanties en aanvullend beleid om zonnepanelen aantrekkelijk te houden.   

Schroothandel Piessens vertrouwt op slim batterijsysteem van Luminus

Voor een duurzame verwerking van metaalafval investeerde Schroothandel Piessens uit Willebroek in elektrische kranen en elektrische schrootscharen die voor een groot stuk gevoed worden door lokaal opgewekte zonnestroom. Insaver – dat deel uitmaakt van de Groep Luminus – installeerde naast bijkomende zonnepanelen ook een batterijsysteem (BESS) op de site van de schroothandelaar. Dit batterijsysteem levert niet alleen aanzienlijke voordelen op voor de energiefactuur van Schroothandel Piessens maar zorgt ook voor de nodige flexibiliteit voor het elektriciteitsnet. ​

​Familiebedrijf schroothandel Piessens uit Willebroek zet al vele jaren in op duurzaamheid. Het bedrijf investeerde in duurzame elektrische kranen en schrootscharen die gevoed worden met lokaal opgewekte groene zonnestroom. Insaver, dat deel uitmaakt van de Groep Luminus, breidde de bestaande installatie uit met 640 extra zonnepanelen, goed voor 251 MWh groene stroom per jaar. Daarnaast werd ook een slim batterijsysteem geïnstalleerd, waarmee schroothandel Piessens zijn energiefactuur nog verder verlaagt.

​Het slimme batterijsysteem met een vermogen van 100 kW bij schroothandel Piessens kan op diverse manieren ingezet worden om een zo optimaal mogelijk rendement te creëren.

Overtollige groene stroom afkomstig van de zonnepanelen wordt in de batterij opgeslagen voor later gebruik, bijvoorbeeld op minder zonnige dagen. Zo voorkomt schroothandel Spiessens dat de lokaal geproduceerde groene stroom terugvloeit naar het net, wat aanzienlijke voordelen oplevert voor hun energiefactuur. De verbruikspieken van de klant worden afgevlakt door tijdens piekmomenten elektriciteit uit de batterij te gebruiken. Dit is belangrijk om een hoog capaciteitstarief te vermijden.

Rotterdam gebruikt 15.000 laadpalen als virtuele energiecentrale

In Rotterdam is sinds 2016 een netwerk van publieke laadpunten opgebouwd en slim gekoppeld tot één virtuele energiecentrale. Inmiddels omvat dit netwerk 15.000 laadpunten met een regelbaar vermogen van 11 megawatt. Het is daarmee het grootste 'virtual grid' van Europa en helpt actief om het Nederlandse elektriciteitsnet in balans te houden. Wat ooit een belasting voor het net was, is nu een stabiele, emissievrije schakel in het energiesysteem.

Overheden en bedrijven in Europa staan voor vergelijkbare uitdaging. Elektriciteitsnetten, ooit ontworpen voor gecentraliseerde en voorspelbare energie, kunnen de decentrale en weersafhankelijke aard van wind- en zonne-energie moeilijk bijbenen. Tegelijk groeit de vraag naar elektriciteit in Europa gestaagd onder andere ook door de elektrificatie van transport. Het publieke laadnetwerk in Europa groeit razendsnel, tussen 2023 en 2024 is deze meer dan verdubbeld tot meer dan 882.000 publieke laadpunten eind 2024 (Bron EAFO).

Zonder slimme energiedistributie kan de groei van elektrificatie, in combinatie met “dom” laden, het elektriciteitsnet onnodig belasten en de kosten verhogen. Gelukkig komt er uit Rotterdam een baanbrekende oplossing: een netwerk van meer dan 15.000 slimme en regelbare laadpunten die het groeiende aanbod van hernieuwbare energie adequaat kan opvangen.

Het toenemende aandeel van hernieuwbare energie in de elektriciteitsmix is cruciaal om de EU-doelstellingen voor 2030 te behalen: te weten een CO2-reductie van 42,5% ten opzichte van 1990. Om dit te bereiken worden steeds meer industriële processen, verwarmingssystemen en voertuigen geëlektrificeerd. Hierdoor stijgt de vraag naar elektriciteit snel. Maar doordat vraag en aanbod steeds minder voorspelbaar zijn, ontstaat een kritieke uitdaging: het net in balans houden zónder terug te vallen op fossiele brandstoffen. Vroeger was vooral de vraagzijde lastig te voorspellen, terwijl het aanbod redelijk stabiel bleef. Vandaag de dag zijn beide kanten grillig. Gascentrales, bekend om hun flexibiliteit, worden ingezet om pieken op te vangen, maar ondermijnen daarmee de klimaatambities. Elektrisch rijden vermindert weliswaar de uitstoot, maar het blijven inzetten van gascentrales tijdens piekmomenten roept vragen op.

Waar veel slimme laadoplossingen focussen op individueel voordeel, draait dit project om collectieve stabiliteit: het opvangen van pieken en dalen in het net, zonder terug te vallen op fossiele bronnen. Daarmee levert Rotterdam een schaalbare, meetbare en emissievrije bijdrage aan de energietransitie.

Omdat gascentrales uitgefaseerd moeten worden, kunnen laadpunten een sleutelrol spelen in emissievrije balanceringscapaciteit. Dat vraagt om samenwerking door de hele keten: van producent tot consument. In Nederland werken netbeheerder TenneT, energieleveranciers en specialisten in laadinfrastructuur samen om het net stabiel te houden.

Een van de belangrijkste spelers is Equans, dat één van de grootste publieke laadnetwerken in Nederland exploiteert. Om deze efficiënt te beheren, slim laden mogelijk te maken en correcte financiële afhandeling te garanderen, werkt Equans samen met Smatch (smart charging software) en Last Mile Solutions, een in Rotterdam gevestigde specialist in laadinfrastructuur en energietransacties. Samen ondersteunen ze een schaalbaar en financieel transparant laadnetwerk in de regio Groot-Rotterdam, goed voor 30 gemeenten en meer dan 3,5 miljoen inwoners.

Om 15.000 laadpunten slim aan te sturen, is een 'virtual grid' opgezet. In tegenstelling tot een klassieke centrale wekt deze geen stroom op, maar beheert ze slim het energieverbruik om het net in balans te houden. Met een capaciteit van 11 MW is het een van de grootste en meest innovatieve virtuele energiecentrales van Europa en misschien van de wereld. 

woensdag 4 juni 2025

‘Onze Volkstuinen Utrecht’ in Houten eerste met flexibel netbeheer

Er is meer flexibiliteit nodig in het stroomnet, nu en in de toekomst. Met flexibel elektriciteitsvermogen kunnen de netbeheerders de capaciteit op het net beter benutten en is er meer mogelijk. ‘Onze Volkstuinen Utrecht’ in Houten is de eerste ondernemer in de provincie Utrecht die flexibiliteit levert aan het net als er veel vraag naar stroom is en daar profiteert de omgeving van.    
 
Nederland verduurzaamt in rap tempo. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van elektriciteit en daardoor loopt het stroomnet snel vol. Op piekmomenten moet er teveel elektriciteit door de elektriciteitsstations- en kabels en dat past niet. Dan ontstaat er ‘netcongestie’, oftewel filevorming op het net. Om iedereen van stroom te kunnen blijven voorzien, verduurzaming mogelijk te maken en langere stroomstoringen te voorkomen is er – terwijl het stroomnet wordt uitgebreid – meer nodig.  

In Utrecht is de situatie op het stroomnet nijpend. Daarom worden extra maatregelen ingezet, zodat er extra ruimte ontstaat. Een van de oplossingen is de inzet van ‘regelbaar elektriciteitsvermogen’, waarbij Stedin aan grootverbruikers vraagt om een deel van de stroom die zij produceren aan te bieden. Hiermee kan op de juiste plekken en op de juiste momenten extra stroomproductie worden gerealiseerd. Een hulpmiddel om op piekmomenten extra stroom te leveren. Ondernemer George Modderkolk van Onze Volkstuinen Utrecht gebruikt hiervoor zijn ‘warmtekrachtkoppeling’; een WKK, die als een stroomgenerator dient. Deze generator wordt ingezet totdat de netverzwaring gereed is. Modderkolk: “De energie op dit bedrijf werd opgewekt door middel van een WKK. Een half jaar geleden zagen we een oproep in het Utrechts Nieuwsblad dat ondernemers zich konden melden die een grote aansluiting of een generator hadden om de netcongestie te verhelpen. Dat deden we. De WKK wordt nu ook ingezet om energie te produceren voor het elektriciteitsnet. Een leuke samenwerking en er zit voor ons ook een stukje verdienmodel in, waar ik blij mee ben.”
 
Ook netbeheerder Stedin is heel blij met deze samenwerking en het extra vermogen die dat oplevert. Door op piekmomenten de WKK van deze ondernemer in te zetten, blijft het lokale stroomnet betrouwbaar, is het mogelijk om laadpalen en (hybride) warmtepompen te blijven aansluiten en kan de (duurzame) woningbouw in de regio doorgaan. Erik Witteveen, Accountmanager Flexibel Energiesysteem bij Stedin: “Met Onze Volkstuinen Utrecht hebben we het allereerste ‘flexcontract’ in de provincie Utrecht afgesloten voor het aanbieden van stroom aan het net. Door pieken op het net te verlagen, voorkomen we overbelasting. Hoe het werkt? We laten de WKK die hier staat extra stroom aan ons leveren op de piekmomenten die we hebben in ons net. Het gaat om hooguit enkele uren per jaar. Dit is nu de eerste, maar hopelijk kunnen we snel meer van dit soort contracten afsluiten want dat is keihard nodig.”  
 
Door de inzet van regelbaar elektriciteitsvermogen blijven nieuwe woningen met een warmtepomp in de provincie mogelijk. Net als nieuwe laadpleinen en oplaadpunten. De hybride aanpak van deze maatregel, met toepassing van duurzame en fossiele bronnen, heeft een hoger doel. Hierdoor kan de verduurzaming van huishoudens en MKB zoveel mogelijk doorgaan, terwijl de CO2-uitstoot van stroomgeneratoren beperkt is. Het is een noodzakelijke tussenstap in de ontwikkeling naar een volledig duurzaam energiesysteem, waardoor we de betrouwbaarheid van stroomlevering in de regio kunnen blijven borgen.  

!Mpuls Menen-Wervik bouwt eerste Vlaamse zonnepark op grond van woonmaatschapij

Woonmaatschappij !Mpuls Menen-Wervik, ​ ASTER, de coöperatieve vennootschap van de Vlaamse woonmaatschappijen en energiebedrijf EnergyVision schrijven geschiedenis met de bouw van het eerste zonnepark in Vlaanderen op een grond van een woonmaatschappij.

Het park, gelegen in Lauwe (Menen) met een oppervlakte van 4 hectare, zal jaarlijks 4.400 megawattuur (MWh) aan zonne-energie opwekken, goed voor het jaarlijks zelfverbruik elektriciteit van meer dan 400 gezinnen.

ASTER, dat sinds het najaar van 2022 al meer dan 110.000 zonnepanelen op sociale huurwoningen installeerde, zet met dit project een nieuwe stap in haar missie om zonne-energie toegankelijk en betaalbaar te maken. In eerste instantie wordt de opgewekte stroom geïnjecteerd op het net, waarbij de opbrengst terugvloeit naar de woonmaatschappij voor de verdere verduurzaming van het patrimonium.

Easee helpt als eerste fabrikant bij vormgeven wereldwijde standaard voor EV-laders

Easee sluit zich als één van de eerste fabrikanten van EV-laders aan bij EPRI en het Mercury Consortium, die zich bezighouden met het ontwikkelen van nieuwe wereldwijde, interoperabele en ‘grid-ready’ standaarden voor EV-laders. Hiermee draagt Easee bij aan het creëren van een flexibel, geïntegreerd en toekomstbestendig energiesysteem.
 
Het Mercury Consortium heeft afgelopen donderdag tijdens het Mercury Innovation Symposium in New York City zijn voorlopige technische specificaties voor EV-laders onthuld. Met deze specificaties wordt het voor alle type laders mogelijk om te kunnen reageren op signalen van het elektriciteitsnet, de vraagflexibiliteit (Demand-Response) te ondersteunen en consumenten meer controle te geven over hun energieverbruik.
 
De Mercury-richtlijnen maken de weg vrij voor de toekomst, omdat ze ervoor zorgen dat EV-laders hun verbruik dynamisch kunnen aanpassen op basis van de omstandigheden op het net. Hierdoor wordt het systeem minder belast en wordt energie betaalbaarder. Door bij te dragen aan de vormgeving en adoptie van deze toekomstgerichte standaarden, zorgt Easee ervoor dat zijn technologie voorop blijft lopen in de wereldwijde energietransitie.
 
Het initiatief is een samenwerking tussen het Electric Power Research Institute (EPRI) en verschillende vooraanstaande partners uit de industrie en richt zich op de ontwikkeling van interoperabele, ‘grid-ready’ standaarden voor EV-laders. Easee is een van de eerste fabrikanten van EV-laders die zich bij dit initiatief aansluit om ervoor te zorgen dat alle laders interoperabel werken en toekomstbestendig zijn.

dinsdag 3 juni 2025

Zonnepark Boxmeer in gebruik: scholieren leren over zonne-energie op locatie

In mei brachten ongeveer 60 havo- en vwo-leerlingen van Metameer Jenaplan samen met de gemeente Land van Cuijk een bezoek aan Zonnepark Boxmeer. De dag stond in het teken van kennisdeling, educatie en de energietransitie voor toekomstige generaties. 

PowerField heeft Zonnepark Boxmeer in april dit jaar in gebruik genomen. Het project heeft een opgesteld vermogen van 55 megawattpiek (MWp), wat ongeveer gelijk staat aan het jaarlijks verbruik van 15.000 gemiddelde Nederlandse huishoudens.  

Het zonnepark levert een waardevolle aanvulling op PowerField’s portfolio en de integrale aanpak om opwek, opslag en trading van zonne-energie slim met elkaar te verbinden. Met projecten verspreid over verschillende delen van Nederland, waaronder nu meerdere in Noord-Brabant, kan PowerField stabieler groene stroom leveren aan het elektriciteitsnet. Zo wil PowerField bijdragen aan een betrouwbare, groene en toekomstbestendige energievoorziening in Nederland.

Tijdens de rondleidingen gaven medewerkers van PowerField uitleg over de ontwikkeling, bouw en het beheer van het zonnepark. In een afsluitende quiz testten de leerlingen hun kennis over duurzame energie en leerden zij wat er komt kijken bij de realisatie van een zonnepark. 

Zo leerden zij over hoe het zonnepark werkt, de energiemarkt, energieopslag en welke rol dit samen speelt in de Nederlandse energietransitie. Ook kwam de bouw van het zonnepark aan bod, waar tijdens de voorbereidingen een grote bom uit de Tweede Wereldoorlog werd gevonden en veilig tot ontploffing werd gebracht. Daarbij kregen de leerlingen te zien hoe Zonnepark Boxmeer wordt beheerd. Een kudde schapen houdt het gras tussen de zonnepanelen kort. Dat is goed voor het onderhoud en voor de lokale biodiversiteit.  

GIGA Storage rondt financiering van €300 miljoen af en start bouw van 300MW/1200MWh batterijopslagproject in Delfzijl

GIGA Storage, de ontwikkelaar van batterijopslagprojecten in Nederland en België, waarin InfraVia in 2024 investeerde*, maakt bekend dat het de financiering rond heeft voor de bouw van “GIGA Leopard”: een batterij-energiesysteem van 300 MW en 1.200 MWh (1,2 GWh).

Met de ontwikkeling van batterij-energieopslagsystemen levert GIGA Storage schaalbare, direct inzetbare technologische oplossingen die het mogelijk maken om meer hernieuwbare energie op te nemen in het elektriciteitsnet. Deze systemen spelen een cruciale rol in het verbeteren van de betrouwbaarheid en stabiliteit van het energiesysteem en versnellen zo de energietransitie.

GIGA Leopard is een grootschalig project in Delfzijl, provincie Groningen, en zal naar verwachting in de tweede helft van 2027 operationeel zijn. De opslagcapaciteit is voldoende om alle Nederlandse huishoudens gedurende meer dan een half uur van duurzame energie te voorzien. De financiering van circa €300 miljoen is tot stand gekomen via een consortium van acht Europese lenders en trok veel belangstelling van top-tier kredietverstrekkers.

Het project is strategisch gelegen nabij een belangrijk knooppunt voor de opwek van
windenergie op zee. De batterij wordt aangesloten op het hoogspanningsnet van TenneT via een bestaand transformatorstation. GIGA Storage ontwikkelde zowel het project als de financieringsstructuur met het oog op een flexibele commerciële strategie, waarbij wordt samengewerkt met nutsbedrijven en energiehandelaren voor de afname en optimalisatie van de energieopslag.

Met haar ambitie om grootschalige batterijprojecten te realiseren, draagt GIGA Storage bij aan een robuuster en efficiënter energiesysteem, en aan een bredere integratie van hernieuwbare energiebronnen.

PowerGo breidt laadnetwerk uit met snelweglocaties in Nederland, België, Denemarken en Spanje

In Nederland, België, Denemarken en Spanje breidt de internationale Charge Point Operator (CPO) PowerGo het ultrasnelle laadnetwerk uit met strategisch gelegen nieuwe locaties. Alle locaties bieden laadsnelheden van maximaal 240 tot 480 kilowatt (kW). 

In Noord-Holland realiseert PowerGo een laadplein op het evenemententerrein van Gasterij Vuurland. Deze locatie ligt langs de A9 nabij Knooppunt Beverwijk. In de eerste fase worden meerdere ultrasnelle laadpunten voor EV’s geplaatst.  

De komende jaren breidt PowerGo de locatie uit met een zwaardere netaansluiting, zodat deze kan doorgroeien tot een laadplein met extra laadpunten voor EV’s en elektrische vrachtwagens. 

PowerGo heeft verder een aanbesteding gewonnen voor de aanleg van een laadplein langs de E40 naast Gent. Als onderdeel van stadsontwikkelingsproject The Loop, realiseert PowerGo een laadplein met zes laadpunten tot 400 kW. De locatie ligt tussen de N43 en de R4, ten zuidwesten van Gent.  

Ook heeft PowerGo opnieuw een aanbesteding gewonnen van de Deense Directoraat Wegen (Vejdirektoratet), voor de installatie van 10 laadpunten verspreid over drie snelweglocaties. Elke locatie wordt voorzien van laadpunten tot 480 kW. 

De nieuwe locaties liggen langs verschillende snelwegen in Denemarken: nabij Torkilstrup (Rute 21) in de regio Seeland, in het noorden van Denemarken nabij Aalborg (E45), en bij Aabenraa in het zuiden van Jutland, dicht bij de grens met Duitsland (E45). 

Voor SEITT, het Spaanse staatsbedrijf voor infrastructuur, realiseert PowerGo rondom Madrid 24 laadpunten tot 400 kW. Deze worden geïnstalleerd op zes locaties langs drie hoofdwegen: R2, R3 en R5.  

Bij de meeste laadpunten realiseert PowerGo voorzieningen zoals overkappingen, toiletten, extra ruimte voor mindervalide gebruikers, verkoopautomaten en groenvoorzieningen. Sommige locaties beschikken al over voorzieningen zoals toiletten, restaurants en winkels. Waar mogelijk plaatst PowerGo bebording die de actuele dynamische laadprijs weergeeft. 

40 procent van zonnepanelenbezitters heeft spijt van aankoop

Als zonnepanelenbezitters van tevoren hadden geweten dat de salderingsregeling in 2027 zou vervallen. Dan hadden vier op de tien het niet gedaan. Dat blijkt uit representatief onderzoek van Independer, uitgevoerd door Q&A. Op het moment dat de salderingsregeling vervalt, zegt de helft van de zonnepanelenbezitters over te stappen op een dynamisch energiecontract.
 
Vorig jaar december werd besloten dat de salderingsregeling per 1 januari 2027 stopt. Independer berekent dat huishoudens met zonnepanelen vanaf dat moment gemiddeld 200 euro duurder uit zijn op jaarbasis. De berekening is gebaseerd op een verbruik van 3.500 kWh met 10 panelen en eigen verbruik van 30%. De terugverdientijd loopt op naar 16 jaar wanneer je in 2027 zonnepanelen koopt. Ter vergelijking: kocht je in 2020 zonnepanelen, dan verdien je de investering in zes jaar terug.
 
Hoewel je dus duurder uit bent vanaf 2027, blijven zonnepanelen interessant. Uit berekeningen van Independer blijkt namelijk dat huishoudens ook zonder salderingsregeling minder betalen voor hun energie dan wanneer je geen panelen hebt. Op basis van een gemiddeld verbruik gaat het om een jaarlijks verschil van 300 euro. Ben je in staat om 40 of zelfs 50 procent van je eigen opgewekte zonnestroom direct te gebruiken of op te slaan, dan bedraagt de terugverdientijd ongeveer 10 jaar. Dat zorgt ervoor dat je met zonnepanelen dus een nog grotere besparing kan realiseren dan zonder zonnepanelen.

Wanneer de salderingsregeling in 2027 vervalt, kan het aandeel dynamische contracten fors stijgen. Uit onderzoek van Independer, uitgevoerd door Q&A, blijkt namelijk dat de helft van de zonnepanelenbezitters overweegt om over te stappen naar een dynamisch energiecontract. In de groep tot 30 jaar oud zegt 7 op de 10 over te stappen naar dynamisch. Het percentage daalt naarmate de leeftijd vordert. Zo zegt ‘maar’ 35% van de zestigplussers de overstap te willen maken naar dynamisch.
 
Bij een dynamisch contract veranderen de stroomprijzen ieder uur en voor gas elke dag. Hierdoor kun je profiteren van dalmomenten waarin stroom goedkoper is. 

Gedaalde energieprijzen weer in de lift

De prijzen voor stroom en gas zijn in mei gedaald, maar stijgen inmiddels weer. Dat betekent dat het voor consumenten kan lonen om de prijzen nu vast te zetten voor de duur van één jaar, adviseert Pricewise in de Barometer Energie. 

De kale stroomprijzen zijn vanaf februari bijna vier maanden op rij gedaald. Begin mei is deze daling tot een eind gekomen. Inmiddels zijn de stroomprijzen weer langzaam aan het stijgen. Dat geldt met name voor de vaste stroomprijzen. Deze prijzen zijn in mei gelijk gebleven. De vaste stroomprijzen liggen 5 tot 16 procent onder hun niveau van 2024. 

De variabele stroomprijzen daalden met 4 procent, maar stijgen sinds medio mei ook weer richting het niveau van de vaste prijzen. De kale stroomprijzen liepen vorig jaar fors uiteen, tot wel 20 procent. Dit is nu nauwelijks meer het geval. 
 
De meeste huishoudens gaan meer betalen voor energie vanaf 2025. Dat komt naast de stijgende prijzen voor gas en elektriciteit ook door hogere transportkosten. Zo maakte ACM bekend dat het tarief voor gastransport in 2026 met maar liefst 50 procent omhooggaat. Hierdoor gaan gasgestookte huishoudens ongeveer 20 euro per jaar meer betalen voor gastransport. Ook de kosten voor transport van elektriciteit nemen toe. Hierdoor nemen alle netbeheerkosten verder toe. 

Een gezin in een vrijstaande woning betaalt nu gemiddeld 2360 euro per jaar voor stroom en gas, inclusief btw en energiebelasting. Door over te stappen naar het goedkoopste contract kunnen hun energiekosten dalen naar circa 2000 euro per jaar.  Dat is een besparing van 360 euro. Bewoners die samen in een tussenwoning in Amsterdam wonen betalen gemiddeld 1800 euro per jaar. Zij kunnen circa 340 euro besparen door over te stappen.