Pagina's

woensdag 31 juli 2024

'Vakantiegangers betalen uiteenlopende tarieven voor elektrisch laden in Europa'


Wie binnenkort met een elektrische auto naar het buitenland reist of terugkeert van vakantie, kan te maken krijgen met grote verschillen in laadtarieven tussen verschillende landen en aanbieders. Voor een enkele laadsessie in het buitenland kan het kostenverschil oplopen tot ongeveer 14 euro. Dat blijkt uit een analyse van energievergelijk.nl langs oplaadlocaties aan Europese snelwegen.

De energievergelijker maakte gebruik van gegevens uit de Chargeprice app, een database die de tarieven van verschillende aanbieders bijhoudt. In het onderzoek zijn de zes populairste vakantiebestemmingen meegenomen.

Frankrijk is met een gemiddeld tarief van 56 cent per kilowattuur (kWh) de goedkoopste vakantiebestemming voor elektrische rijders, gevolgd door Spanje (58 cent) en Nederland (64 cent). Italië is het duurste land met een tarief van gemiddeld 74 cent per kWh.

Wie de elektrische auto van 20 naar 80 procent laadt, wat overeenkomt met 51 kWh, betaalt in Frankrijk gemiddeld 28,56 euro. In Duitsland liggen de kosten al ongeveer zes euro hoger, terwijl in Italië de prijs zelfs 9 euro hoger ligt.

Naast de verschillen tussen landen bestaan er ook aanzienlijke verschillen tussen de diverse aanbieders van laadnetwerken, ook wel Charge Point Operators genoemd.

Volgens de analyse is het Tesla Supercharger-netwerk de goedkoopste optie voor elektrische voertuigen. Zelfs voor niet-Tesla-rijders bedraagt het gemiddelde tarief slechts 46 cent per kWh in de zes onderzochte landen. Een laadsessie van 20 tot 80 procent, oftewel circa 51 kWh, kost bij de Tesla Supercharger gemiddeld 23,46 euro.

De prijzen liggen beduidend hoger bij andere bekende laadnetwerken. Bij Fastned betaal je gemiddeld 66 cent per kWh, terwijl Allego en Ionity tarieven hanteren van respectievelijk 69 cent en 68 cent per kWh. De hoogste prijzen vind je bij Total Energies, waar je gemiddeld 73 cent per kWh betaalt.

In Frankrijk bedraagt het prijsverschil tussen de duurste en goedkoopste aanbieder voor één laadsessie 9,35 euro. In Italië is dit verschil 10,20 euro, in Spanje 8,67 euro en in Duitsland 13,77 euro.

In Nederland zijn de prijsverschillen het grootst. Hier bieden de Tesla Superchargers de laagste tarieven van alle onderzochte landen, met een gemiddelde prijs van slechts 29 cent per kWh. Bij Ionity en Fastned liggen de prijzen in Nederland aanzienlijk hoger, namelijk 69 cent per kWh. Bij Allego en Total Energies betaal je zelfs 76 en 79 cent per kWh. Dit resulteert in een prijsverschil tot zo'n 25 euro voor een laadsessie van 51 kWh.
 

TenneT investeert 30 procent meer in uitbreidingen elektriciteitsnet


In de eerste zes maanden van het boekjaar 2024 heeft TenneT met 4,6 miljard euro meer geïnvesteerd vergeleken met dezelfde periode vorig jaar (3,5 miljard). De toename houdt voornamelijk verband met hogere investeringen in TenneT's 2 GW offshore programma en verschillende onshore projecten.

TenneT verhoogde het tempo van de werkzaamheden om netcapaciteit voor klanten te realiseren en het elektriciteitsnet voor te bereiden op het duurzame energiesysteem van de toekomst. Gesterkt door de verhoogde investeringen in infrastructuur heeft TenneT in de eerste helft van 2024 een hoge beschikbaarheid van het net weten te handhaven, waarmee - ook in tijden van intensieve werkzaamheden aan de hoogspanningsnetten en netuitbreidingen - een belangrijke bijdrage is geleverd aan de leveringszekerheid van elektriciteit. TenneT blijft vastberaden om, samen met partners, netcapaciteit voor klanten te leveren door het net sneller (uit) te bouwen en beter te benutten.

Het resultaat over de eerste zes maanden van 2024 was hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. De onderliggende EBIT steeg met 72 miljoen tot 1.002 miljoen euro door de grotere activabasis als gevolg van de groeiende investeringen van TenneT en werd deels beïnvloed door een lager resultaat van onze niet-gereguleerde joint ventures als gevolg van lagere veilingopbrengsten.

Op 20 juni zijn de besprekingen tussen TenneT Holding en de Kreditanstalt für Wiederaufbau (KfW), die optreedt namens de Bondsregering van Duitsland, over de volledige verkoop van TenneT Duitsland beëindigd. Het einde van de onderhandelingen leidde tot een heroverweging van het openbaarmakings- en presentatiebeleid van TenneT Duitsland als aangehouden voor verkoop. Bovendien is de vorig jaar ontvangen bijdrage (EUR 1,6 miljard) van de aandeelhouder - de Nederlandse staat - geherclassificeerd van kortlopende financiële verplichting naar eigen vermogen, omdat de aandelen in TenneT Duitsland niet zullen worden overgedragen aan KfW. Dit laatste was een voorwaarde voor uitkering van de EUR 1,6 miljard aan de aandeelhouder en aan die voorwaarde wordt niet voldaan, omdat de onderhandelingen zijn afgebroken.

Nederland zeer geschikt voor elektrische trucks, maar uitstel zero-emissiezones vertraagt de groei

Waar het nieuwe kabinet meer ruimte wil voor uitstel van zero-emissiezones, brengen fabrikanten internationaal juist eenbreder aanbod van elektrische trucks op de markt om in 2025 aan de eerste CO2-reductieverplichtingen te voldoen. Ook grote opdrachtgevers van transport gaan als gevolg van nieuwe Europese rapportageverplichtingen (CSRD) scherper op de uitstoot letten. Terwijl de korte ritafstanden (80% onder 150 km) in Nederland bij uitstek geschikt zijn voor elektrisch vervoer, dreigt de vaart er de komende tijd hier juist uit te raken.

Na jaren van productieproblemen zijn de orderachterstanden op de truckmarkt inmiddels hard ingelopen en is de vraag afgekoeld. Ditjaarblijftdetruckafzet nog overeind door een golf van nieuwe dieselbakwagens die voor de overgangsregeling van zero-emissiezones besteld zijn. In 2025 doet de truckafzet alsnog een stap van zo’n 10% terug. Transporteurs voelen minder druk om nu al over te stappen naar elektrisch vervoer en dat draagt bij aan uitstel van investeringen. Dit blijkt uit denieuwe Assetvisie Trucks en Trailersvan ING Research die vandaag wordt gepubliceerd.

Veel bedrijven zijn al bezig om voor te sorteren op de invoering van zero-emissiezones en de overgangsregeling die op 1 januari 2025 ingaat. Dit jaar was de subsidiepot (AANzet-regeling) opnieuw razendsnel leeg en veel bedrijven zijn actief vooruit aan het plannen. Dat het nieuwe kabinet nu naar uitstel wil kijken zorgt voor nieuwe onzekerheid bij investeerders en dat helpt de instroom van zero-emissietrucks niet. Van de 30 tot 40 beoogde gemeenten binnen de ‘Greendeal zero-emissie stadslogistiek’ gaat slechts een minderheid hier begin volgend jaar mee van start en de kans bestaat dat er in verschillende steden uitstel volgt. Apeldoorn en Ede zijn hiervan al voorbeelden.Dat de subsidie lijkt te blijven is gunstig, maar voor bedrijven die nog niet zijnbegonnen met elektrisch rijden, haalt de afzwakking van het beleid de druk enigszins van de ketel.

dinsdag 30 juli 2024

Luminus dient vergunningsaanvraag in voor batterijpark van 400 MW

Luminus heeft een vergunningsaanvraag ingediend voor een batterijproject van 400 MWh. Het batterijpark zal worden aangesloten op het ELIA-net in de Gentse kanaalzone. Het batterijproject biedt een antwoord op de stijgende nood aan flexibiliteit en stabiliteit op het elektriciteitsnet.

​Het batterijproject kan een vermogen leveren van 100 MW en heeft een opslagcapaciteit van 400 MWh, wat overeenkomt met het dagelijks verbruik van 42.000 gezinnen. ​

Als ideale aanvulling op hernieuwbare energie zullen batterijparken een belangrijk onderdeel worden van de energiemix. Ze zullen het mogelijk maken om op zonnige of windrijke dagen overtollige energie op te slaan en later terug te leveren aan het elektriciteitsnet. Voor de indienstname van het project op de site van de centrale Ringvaart wordt gestreefd naar eind 2026.

​Om te bouwen aan een CO2-neutrale toekomst wil Luminus batterijprojecten ontwikkelen en tegelijkertijd inzetten op hernieuwbare energie. Dankzij de opslagcapaciteit van batterijen en de bijhorende flexibiliteit die aan het elektriciteitsnet wordt geboden, kunnen pieken in tijden van congestie worden afgevlakt en tekorten worden aangevuld wanneer de productie lager is dan de vraag.

PPA: niet alleen voor grote internationale bedrijven

Eneco en Rabobank maken het nu ook mogelijk voor bedrijven zonder kredietrating om een langjarig contract voor groene stroom af te sluiten. Dankzij een nieuw garantieproduct van Rabobank hebben Plukon en De Heus, twee Nederlandse food- & agribedrijven, een overeenkomst gesloten om stroom af te nemen van Ecowende, het samenwerkingsverband van Eneco en Shell. Met deze financiële oplossing krijgt een grotere groep bedrijven toegang tot het afnemen van groene stroom. (Foto: Eneco)

In de huidige markt sluiten ontwikkelaars van wind- en zonneparken langjarige Power Purchase Agreements (PPA's) met bedrijven, zodat de duurzaam opgewekte energie ook daadwerkelijk voor lange tijd wordt afgenomen. Zij werken doorgaans samen met grote, beursgenoteerde internationale bedrijven die een kredietrating hebben om risico’s te minimaliseren van een erkend internationaal bureau.

De Rabobank zag echter dat er veel meer bedrijven zijn die willen vergroenen en zich voor de lange termijn willen vastleggen. Zij ontwikkelden een speciaal garantieproduct met de naam PPAssurance. De PPA's halen een deel van het risico weg voor ontwikkelaars van wind- en zonneparken, zowel op zee als op land.

De zogenoemde CPPA (Corporate Power Purchasing Agreement), getekend in combinatie met de PPA-garantie van de Rabobank, zorgt ervoor dat de ontwikkelaar een gegarandeerd inkomen heeft voor een vooraf afgesproken periode, terwijl de koper de prijs voor zijn groene stroom voor die periode vastlegt.

Het PPAssurance-product garandeert de langjarige inkomstenstroom die voortvloeit uit de gesloten CPPA, waardoor de financiering kan worden afgerond en het duurzame-energieproject kan worden gerealiseerd. Het bieden van deze garanties maakt een traditionele kredietrating overbodig.

De Rabobank introduceerde dit product in januari 2023, in relatie tot zonne-energie. Scholt Energy en het Klimaatfonds Nederland tekenden toen de eerste CPPA (Corporate Power Purchasing Agreement) in combinatie met de PPA-garantie van de Rabobank. Met deze CPPA kwam Scholt Energy overeen om groene stroom rechtstreeks in te kopen bij het door het Klimaatfonds ontwikkelde zonnepark Loon op Zand, om deze direct te leveren aan haar grote zakelijke klanten.

maandag 29 juli 2024

Waterstof steeds beter alternatief voor rijden op batterij

Rijden op waterstof is een alternatief naast rijden op een batterij. De nieuwe Subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWIM) maakt het voor tankstations en vervoerders interessanter om te investeren in waterstof. Ondernemers kunnen de subsidie vanaf 15 juli aanvragen.

Om een waterstoftankstation rendabel te krijgen, zijn er gemiddeld 10 tot 15 waterstofvrachtwagens nodig. De nieuwe SWIM-regeling stelt daarvoor € 22 miljoen euro beschikbaar in 2024. De verwachting is dat ook de komende jaren de regeling open gaat.

In de aanvraag moeten de ondernemers in ieder geval één waterstoftankstation en meerdere vrachtwagens of (bestel)bussen opnemen. Zo komt er een einde aan de kip-ei-discussie: Of je eerst waterstoftankstations bouwt zodat je er kunt tanken. Of dat je eerst voertuigen nodig hebt die het tankstation rendabel maken.

Het is daarnaast niet nodig dat de deelnemende partijen alleen bij "hun eigen" waterstoftankstation tanken. De regeling moet er juist voor zorgen dat er bij zowel nieuwe als bij bestaande tankstations meer getankt zal worden.

Rijden op waterstof is naast batterij-elektrische voertuigen een veelbelovend alternatief voor schoon rijden. Vooral voor zwaar vervoer is de techniek interessant. Waterstofvoertuigen hebben een grote actieradius en brengen geen lange laadbeurten en minder problemen met het stroomnet met zich mee.

Het doel van de SWIM is toewerken naar een landelijk dekkend netwerk van waterstoftankstations. Momenteel zijn er 21 waterstoftankstations in Nederland, die niet allemaal geschikt zijn voor zwaar wegvervoer. In de EU is afgesproken dat er in 2030 langs alle Europese hoofdsnelwegen waterstoftankstations te vinden zijn. Voor ons land moeten dat er minimaal 30 zijn, verspreid over het hele land.

Ontmanteling van infrastructuur op zee: een gezamenlijke opgave

De Noordzee is een van de drukste zeeën ter wereld, met naast de windmolenparken, gebruik door onder andere visserij, scheepvaart, zandwinning en de productie van olie en gas. Parallel aan de verdere ontwikkeling van offshore wind, vinden op de Noordzee de komende decennia belangrijke verschuivingen plaats als veel olie- en gasvelden ophouden met de productie en bijbehorende infrastructuur ontmanteld wordt. Dat vraagt om secuur- en natuurvriendelijk beleid. De windsector zoekt hierin graag de samenwerking op. Ook om van opgedane kennis en ervaring van de olie- en gassector te kunnen leren.

In vergelijking met de totale regionale Noordzee is de omvang van het Nederlandse te ontmantelen deel relatief klein, ongeveer 10 procent van het regionale totaal in termen van te verwijderen tonnage en platformgrootte. Hoewel er een goed overzicht is van alle infrastructuur die ontmanteld moet worden, is de timing sterk afhankelijk van nationale en internationale ontwikkelingen.

Vandaag de dag zijn er nog zo'n 150 platforms en onderling verbonden pijpleidingen die olie en gas produceren en transporteren. Veel olie- en gasvelden zullen uiteindelijk ophouden met de productie als ze aan het einde van hun economische levensduur zijn gekomen. De ontmanteling van infrastructuur en het herstel van productie- en verwerkingslocaties maken deel uit van de normale bedrijfscyclus, waarbij de exploitatiemaatschappij verantwoordelijk voor de veilige, duurzame en milieuvriendelijke uitvoering van het werk.

Voor offshore-installaties (platformen) betekent dit het schoonmaken en verwijderen van decks, jackets en heipalen. Voor installaties op het vaste land betekent dit schoonmaak en verwijdering, waarbij de site in zijn oorspronkelijke staat wordt teruggebracht. Bij pijpleidingen gaat het om schoonmaken en buiten bedrijfstellen, en eventueel waar nodig verwijderen.

Hergebruik betekent het gebruik van reservoirs, decks, jackets, pijpleidingen en putten voor het oorspronkelijke doel (gas en oliewinning) of nieuwe doeleinden. Voorbeelden hiervan zijn de verplaatsing van offshore platformen om andere velden te realiseren.

Dan is er ook nog herbestemming. Hieronder wordt verstaan het gebruik van reservoirs, decks, jackets, pijpleidingen of putten voor alternatieve doeleinden, zoals CO2-opslag, transformatorlocaties voor windmolenparken, power-to-gas (bijvoorbeeld waterstof uit windenergie) en andere activiteiten op het gebied van hernieuwbare of geothermische energie.

Grote toename in enkele energiecontracten: 230% stijging alleen stroomcontracten

Uit onderzoek van Overstappen.nl blijkt dat er veel meer losse stroom- en gascontracten worden afgesloten dan vier jaar geleden. In 2020 ging het bij 6,2 procent van de afgesloten contracten om alleen stroom, in 2024 is dat 14,3 procent. Voor alleen gas is het percentage gestegen van 0,5% in 2020 naar 2,7 procent in 2024.

De meeste energieleveranciers zijn leverancier van zowel gas als stroom. Toch kiezen steeds meer consumenten ervoor om alleen stroom of alleen gas af te nemen. Dit kan verschillende redenen hebben, zoals het gebruik van stadsverwarming of blokverwarming, of het volledig elektrisch verwarmen van de woning met bijvoorbeeld een warmtepomp. Daarnaast is het mogelijk om stroom en gas apart af te nemen bij verschillende leveranciers, hoewel veel klanten dit onhandig vinden vanwege de dubbele facturen en apps.

Het aantal huishoudens met een dynamisch contract is de afgelopen jaren flink toegenomen, van 72.000 eind 2022 tot meer dan 300.000 in juni 2024.

vrijdag 26 juli 2024

Vattenfall stopt met claim 'Fossielvrij leven binnen één generatie'

Na gesprekken met de Autoriteit Consument & Markt (ACM) stopt energieleverancier Vattenfall met het gebruik van de claim “Fossielvrij leven binnen één generatie”.

Uit deze claim alleen kan de consument niet opmaken wat de concrete duurzaamheidsinspanningen van Vattenfall zijn en niet vergelijken met andere energieleveranciers. De ACM ziet deze duurzaamheidsclaim als mogelijk misleidend. Vattenfall zal deze claim niet meer gebruiken en zijn klimaatambitie concreet benoemen in zijn communicatie met consumenten.

De ACM Leidraad duurzaamheidsclaims biedt bedrijven houvast in hun communicatie over duurzaamheid: Zorg dat duurzaamheidsclaims juist, duidelijk, specifiek en volledig zijn; Onderbouw duurzaamheidsclaims met feiten en houd ze actueel; Maak eerlijke vergelijkingen met andere producten of concurrenten; Beschrijf toekomstige duurzaamheidsambities concreet en meetbaar; Zorg dat visuele claims en keurmerken behulpzaam zijn en niet verwarrend.

Het gesprek met Vattenfall ging specifiek over vuistregel 4: een concrete en meetbare duurzaamheidsambitie. In de Leidraad is een voorbeeld gegeven van een claim die hieraan voldoet, namelijk: '40% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 2023.' Een energieleverancier zou op deze manier bijvoorbeeld kunnen zeggen hoeveel procent van zijn stroom en gas in een bepaald jaar fossielvrij is. Als ook andere energieleveranciers hun ambities ook op deze manier kenbaar maken kan de consument echt zien welke energieleverancier het meest ambitieus is. Hierbij is natuurlijk wel belangrijk dat er haalbare plannen gemaakt zijn om deze ambities waar te maken. Vattenfall heeft een concreet en meetbaar plan, maar die concreetheid en meetbaarheid mist in de claim. In de Leidraad worden meer voorbeelden gegeven van goede en slechte claims.

donderdag 25 juli 2024

Plannen waterstofproject Chemelot opgelopen tot 1 miljard euro

Ruim één miljard euro. Dat totaalbedrag wil energiereus RWE investeren om twee fabrieken te bouwen die uiteindelijk de nieuwe energie waterstof oplevert; eentje op industrieterrein Zevenellen bij Buggenum, de ander op het Chemelot-terrein Geleen.

In Buggenum moet al het restafval worden verwerkt tot palletkorrels, die weer op een andere fabriek op het Chemelot-terrein in Geleen worden omgezet tot waterstof.

Op dit moment gaat het Limburgs huisafval nog naar Drenthe, waar het wordt verbrand. 

Door het afval om te zetten tot waterstof, wil Chemelot uiteindelijk zo'n 280 miljoen kuub aardgas besparen. Dat is ongeveer de helft van het huishoudelijk verbruik van alle particulieren in heel Limburg. Op jaarbasis betekent dat een reductie van zo'n 400.000 ton CO2.

Steeds meer bedrijven helpen druk op elektriciteitsnet te verminderen

Netbeheerder Stedin merkt dat steeds meer bedrijven geïnteresseerd zijn om te helpen het drukke elektriciteitsnet te ontlasten. Stedin maakte dit jaar al voor 56 megawatt (MW) afspraken met bedrijven om op gezette tijden geen of juist wel stroom te gebruiken of terug te leveren, aldus het netwerkbedrijf in haar halfjaarbericht.

Samen met de eerdere contracten in 2023 heeft Stedin al 100 MW aan flexibel vermogen gecontracteerd. De netbeheerder investeerde zelf 517 miljoen euro in de uitbreiding en kwaliteit van de netten. Dat is 35% meer dan in dezelfde periode vorig jaar.

Stedin heeft afgelopen halfjaar met verschillende bedrijven contracten gesloten om actief Stedin te helpen bij ‘spitsmijden’. In ruil hiervoor krijgen deze bedrijven een financiële vergoeding. In het eerste halfjaar van 2024 ging dit om 56 MW aan elektrisch vermogen. Gezamenlijk zijn de contracten die Stedin in 2023 en 2024 met bedrijven sloot, goed voor 100 MW aan vermogen. Dit vermogen is vergelijkbaar met wat er nodig is om alle woningen in een stad als Zoetermeer of Dordrecht van stroom te voorzien.

Stedin maakte onder meer afspraken met een bedrijf dat in de Dordrechtse haven het grootste batterijsysteem van Nederland gaat bouwen. Ook wist de netbeheerder een tuinder uit Zuid-Holland te contracteren. Deze tuinder zet zijn eigen energiecentrale (warmtekrachtkoppeling) aan op momenten dat er veel vraag naar stroom is, zodat niet alleen hij, maar ook zijn omgeving daar profijt van heeft. In Scheveningen en op Tholen was Stedin betrokken bij de start van lokale energiehubs, waarbij ondernemers elektriciteit onderling met elkaar delen en zorgen voor meer netcapaciteit in de omgeving.

In 2024 kondigde Stedin zes nieuwe congestiegebieden aan. Totaal staan er nu 453 bedrijven (274 MW) op de wachtlijst voor teruglevering en 1277 bedrijven (868 MW) voor afname. De nood voor afname – de vraag naar elektriciteit – is in Utrecht het hoogst, want de leveringszekerheid staat hier op sommige koude winterdagen onder druk. Samen met landelijk netbeheerder Tennet kondigde Stedin in april een serie concrete maatregelen aan die ze voor deze provincie uitwerken. Voorbeelden van deze maatregelen zijn het pauzeren van laadpalen op zeer koude dagen in de avondpiek en het installeren van hybride warmtepompen in plaats van volledig elektrische warmtepompen. Daarnaast zijn Stedin en Tennet in juli een uitvraag gestart; daarin worden marktpartijen in de provincie Utrecht gezocht die op drukke momenten in de wintermaanden extra elektriciteit kunnen opwekken.

Consumenten hebben in de eerste zes maanden van 2024 voor 139 megawattpiek aan nieuwe zonnepanelen geplaatst. Nu hebben 630.508 woningen in het werkgebied van Stedin zonnepanelen op hun dak. Dat is 6% meer dan het jaar ervoor. Op zonnige dagen raakt de kabel in de straat door al die zonnestroom snel vol en kunnen consumenten tijdelijk niet terugleveren; de omvormers vallen dan uit.

Het bedrijfsresultaat over het eerste halfjaar van 2024 was met 147 miljoen euro hoger dan in dezelfde periode vorig jaar (2023: € 115 miljoen), met name als gevolg van hogere tarieven. Het nettoresultaat kwam iets lager uit op 56 miljoen (2023: € 62 miljoen) door eenmalig hogere financiële lasten.

We investeren meer in verduurzaming woning

Het aantal consumenten dat leent voor het verduurzamen van hun woning, is gegroeid. En ook het gemiddelde leenbedrag voor verduurzaming stijgt flink. Dit blijkt uit onderzoek van Geld.nl. In de Datamonitor Lenen volgde de vergelijkingssite alle geaccepteerde leningaanvragen van de eerste vijf maanden van dit jaar. Hieruit blijkt dat het aantal leningen met een groen doel op dit moment ruim anderhalf keer hoger ligt dan in 2023. Het gemiddelde leenbedrag voor verduurzaming van de woning stijgt van € 16.521 in 2023 naar € 21.107 dit jaar, een stijging van bijna 28%.

Verduurzaming van de woning valt in het onderzoek van Geld.nl onder de overkoepelende categorie ‘Verbouwen’. Dat het aantal leningen voor duurzaam wonen toeneemt, is opvallend. Het percentage leningen voor verbouwen in het algemeen loopt namelijk iets terug. Paul Huibers, financieel expert bij Geld.nl, zegt hierover: “Verbouwen blijft met ruim 19% van de aanvragen ook in de eerste helft van 2024 het tweede belangrijkste leendoel. Wel zien we dit percentage iets teruglopen ten opzichte van 2023. Toen leende nog meer dan 23% van de kredietaanvragers voor een verbouwing. Reden voor deze daling kan liggen in steeds verder stijgende prijzen van bouwmaterialen, in combinatie met een tekort aan vakmensen om de verbouwing uit te voeren.”

In het licht van deze cijfers valt het toenemend aantal leningen voor onder andere zonnepanelen en isolatie verbeterende maatregelen extra op. Huibers: “De stijgende energieprijzen stimuleerden veel consumenten vorig jaar om te investeren in de verduurzaming van hun woning. Ook nu de energieprijzen weer stabiel lijken, blijft de wens om hierin te investeren groeien. Het is wel even afwachten hoe bereid mensen blijven om te investeren in zonnepanelen nu de salderingsregel verdwijnt en steeds meer energieleveranciers bezitters van zonnepanelen kosten in rekening brengen.” Al blijven zonnepanelen ondanks dat voor veel mensen rendabel.

De belangrijkste reden om te investeren in het verduurzamen van de woning, is besparen. Zo blijkt uit een grootschalig onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2023 naar duurzaam wonen. Hierin gaf 43% van de ondervraagden aan vooral geld op de energierekening te willen besparen. Op de tweede plaats gevolgd door het milieu (27%). 13% van de ondervraagden noemde het verbeteren van het wooncomfort als hoofdreden voor verduurzaming.

woensdag 24 juli 2024

Forse groei openbare laadpunten in Limburg

De openbare laadinfrastructuur in Limburg krijgt de komende jaren een forse impuls. Dit geldt tevens voor de provincie Noord-Brabant. In de periode 2024-2028 realiseert Vattenfall InCharge maar liefst 22.000 laadpunten in 78 gemeenten in beide provincies. Het energieconcern kwam met het beste aanbod en heeft de Europese aanbesteding van het project gewonnen. Bij de aanbesteding stelden beide provincies hoge eisen op het gebied van onder meer cyberveiligheid, prijstransparantie en gebruikersgemak.

De afgelopen jaren zijn in Limburg en Brabant in totaal meer dan 37.000 openbare laadpunten geplaatst. Door de nieuwe aanbesteding groeit het aantal de komende vier jaar naar 59.000 stuks. Vattenfall, dat ook de eerste twee reeksen laadpalen plaatste, was één van vier kandidaten. Het bedrijf had het beste aanbod, oordeelde een speciaal in het leven geroepen beoordelingscommissie. De beide provincies besteden de laadinfrastructuur aan namens de betrokken gemeenten.

De uitbreiding van de laadinfrastructuur in beide provincies sluit nauw aan bij de energietransitie. Bij de aanbesteding stelden beide provincies hoge eisen op het gebied van onder meer cyberveiligheid, prijstransparantie en gebruikersgemak. Opvallend zijn, naast de forse uitbreiding van laadpunten, met name de plaatsing van nieuwe laadpunten op basis van het daadwerkelijk gebruik door rijders van elektrische voertuigen.

Daarbij wordt op basis van actuele gegevens gekeken waar de laadbehoefte het hoogst is. Daarnaast is er aandacht voor de verdeling van laadcapaciteit op basis van beschikbare energie (netbewust laden). Dit is een onderdeel van het Nationale programma ‘Slim laden voor iedereen’ van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL).

Deense doelen wind op land 'heel, heel moeilijk' te bereiken

De inzet van windturbines op land in Denemarken loopt ver achter bij de doelstellingen en het lijkt steeds moeilijker om windprojecten gerealiseerd te krijgen. Dat concludeert Camilla Holbech, afdelingshoofd hernieuwbare energie en internationale samenwerking van de Deense brancheorganisatie Green Power Denmark.

Om de doelstellingen voor 2030 te halen, schat Green Power Denmark dat er tussen nu en eind 2030 gemiddeld 487 MW per jaar moet worden geïnstalleerd.

Maar in werkelijkheid laten de cijfers, verkregen door de Deense kennisinstelling voor windenergie, VidenomVind een heel ander beeld zien.

Uit die cijfers blijkt dat in 2024 54,6 MW op het net zal zijn aangesloten, terwijl dat voor 2025 115,5 MW is. Met andere woorden, ver verwijderd van de bedragen die nodig zijn om het doel te bereiken.

In een rechte lijn van 2024 tot eind 2030 is jaarlijks 487 MW windenergie op land nodig om het politieke doel te halen om de hoeveelheid hernieuwbare energie op land te verviervoudigen. Met de nieuwe cijfers van VidenOmVind wordt de behoefte aan uitbreiding naar voren geschoven in de tijd, en om het doel in 2030 te halen wordt er vanaf 2026-2030 jaarlijks ca. 650 MW aan windenergie op land geïnstalleerd.

dinsdag 23 juli 2024

RET mag net beschikbaar stellen voor laadpleinen

Vervoerder RET mag haar eigen elektriciteitsnet ter beschikking stellen aan laadpleinen die de gemeente Rotterdam zal aanleggen. Hierdoor kan een groot aantal laadpalen in Rotterdam aangesloten worden zonder dat er nieuwe kabels de grond in hoeven. Dit is een doorbraak op het gebied van het slimmer gebruiken van elektriciteitsnetten, waar jaren aan voorbereidingen aan vooraf gingen. Ook maakt het de weg vrij voor andere vervoerders om dit voorbeeld te volgen.

Het gaat niet om kleine aansluitingen. De gemeente Rotterdam wil bij de metrostations Meijersplein en Rotterdam Alexander laadpleinen aanleggen voor elektrisch vervoer. Op die plekken wil de gemeente maximaal 2.000 MWh afnemen. Met de laadpleinen stimuleert de gemeente dat automobilisten hun auto achterlaten om te laden en verder reizen met het openbaar vervoer. Daardoor blijft de stad goed bereikbaar en verbetert op termijn de luchtkwaliteit.

Het elektriciteitsnet van de RET is aangesloten op het publieke elektriciteitsnet van Stedin en de RET transporteert de elektriciteit over haar eigen net. Het RET-net heeft een flinke capaciteit. Via dit net worden elke dag honderden bussen, trams en metro’s voorzien van elektriciteit. In totaal transporteert de RET jaarlijks bijna 90.000 MWh aan stroom. Dat is net zoveel als het jaarlijkse verbruik van meer dan 36.000 huishoudens.* Maar in de daluren rijden er minder voertuigen en ’s nachts staan de voertuigen stil, terwijl het net nog steeds beschikbaar is om elektriciteit te leveren.

Deze rustige uren zijn een ideaal moment om het net te benutten om elektriciteit te leveren aan partijen buiten de RET. Dit gaat nu dus gebeuren aan laadpleinen bij metrostations. De aanbieders van de laadpalen kunnen dan, zonder dat zij in de rij hoeven aansluiten voor een nieuwe elektriciteitsaansluiting, tegen een vergoeding gebruik maken van het elektriciteitsnet van de RET en zo in hun elektriciteitsvraag worden voorzien.

Zeven Rotterdamse ondernemers krijgen steun voor slimme duurzame innovaties

Met het programma Smart Energy Systems ondersteunt de gemeente organisaties en ondernemers die met slimme innovaties de energietransitie kunnen versnellen. Deze ondersteuning bestaat uit een subsidie (tot maximaal € 100.000,- per deelnemer), hulp bij vervolgfinanciering, netwerk en business development, en het faciliteren rondom huisvesting. Het programma zorgt op deze manier ook voor meer bedrijvigheid en werkgelegenheid in de stad en regio Rotterdam.

Deze nieuwe innovaties ontvangen de Smart Energy Systems subsidie in 2024:

FLASC B.V. ontwikkelt een batterijopslag bij windparken op zee. De opslagsystemen liggen op de zeebodem en zetten elektriciteit om in druk. De elektriciteit kan dan op slimme momenten via het net geleverd worden. Dit kan bijvoorbeeld congestie voorkomen en lokaal gebruik van duurzame elektriciteit verhogen (voor de industrie, voor productie van groene waterstof). FLASC BV gaat met de subsidie de inpassing van een pilot op beoogde Rotterdamse locaties onderzoeken. FLASC BV toont hiermee duidelijke ambities om hun bedrijfsactiviteiten in Rotterdam te laten landen en hun innovatie in te zetten ten behoeve van de Rotterdamse energietransitie, in het bijzonder de koppeling tussen wind op zee en de industrie.  

SchipWALwalSCHIP stelt een energiemanagementstrategie voor die de energiestromen van schepen, walstroom faciliteiten en aanpalende industrie en bedrijvigheid optimaliseert. Deze integrale aanpak biedt kansen onder andere voor het tegengaan van congestie en het optimaal benutten van netcapaciteit en beschikbare duurzame energie. Met de subsidie wordt de haalbaarheid van een geïntegreerde strategie verder uitgewerkt met SIF (offshore sector) en Fluvia en Chemgas (chemiesector). Op basis van de resultaten nemen partijen een beslis over vervolginvesteringen. De energiemanagementstrategie wordt zo vormgegeven dat vervolgprojecten met andere partners makkelijker worden.  

Project Directe Levering Elektriciteit Blijstroom naar SKAR. Het doel is de ontwikkeling van een nieuw lokaal leveringsmodel voor lokaal opgewekte elektriciteit (zoals daken met zonPV). Het leveringsmodel zorgt voor prijsstabiliteit en langjarige inkomstengarantie. Het model moet coöperatief gebruikte zonnedaken aantrekkelijker maken voor eindgebruikers en zo de ontwikkeling hiervan versnellen. Dit project resulteert in een aanpak om dit principe van directe levering op te schalen (bij SKAR en bij andere locaties waar Energie van Rotterdam mee werkt). De aanpak moet het voor andere locaties makkelijker en laagdrempeliger maken het innovatieve leveringsmodel toe te passen.  

Enabling Perovskite PV (Kalpana Systems). Kalpana vraagt subsidie aan voor het commercieel opschalen van hun innovatie; Perovskiet Zonnecellen met de ‘spatial Atomic Layer Deposition’ (sALD) methode. Kalpana maakt met een machine flinterdunne doeken die die als isolatielaag dienen voor flexibele zonnecellen. Deze methode kan tot duizend maal sneller werken dan conventionele ALD-systemen. Dit zorgt voor een competitieve prijs voor de doeken om het de productie van flexibele zonnecellen makkelijker en goedkoper maakt.  

Smart Energy Pumping (Snijders B.V.). De innovatie Smart Pumping System maakt het lossen van tankschepen efficiënter door het optimaliseren van pompen met behulp van een innovatief besturingssysteem. Door dit systeem dalen de kosten voor energiegebruik en de operationele kosten. De innovatie waaraan gewerkt gaat worden is een combinatie van hardware en software; een modulair systeem toepasbaar op meerdere schepen en kan zelfs op oude schepen ge-retrofit worden. Snijders en Marflex willen na dit innovatieproject investeren in deze nieuwe besturingssoftware voor pompen. 

Actieplan voor ontlasten volle stroomnet Gelderland

De netbeheerders TenneT en Liander en de provincie Gelderland hebben een maatregelenpakket bekendgemaakt om een betrouwbare elektriciteitsvoorziening in de provincie te garanderen. Dit is nodig omdat consumenten en ondernemers in hoog tempo meer elektriciteit vragen en het elektriciteitsnet overbelast dreigt te raken.

De maatregelen variëren van de tijdelijke inzet van grootschalige gasgeneratoren en het netbewust laden van elektrische voertuigen, tot nieuwbouwwoningen die minder stroom verbruiken en de keuze voor hybride warmtepompen in bestaande woningbouw. Ondertussen blijven de netbeheerders keihard werken aan de uitbreiding van het stroomnet en slimme oplossingen om het bestaande net efficiënter te gebruiken.

Vorig jaar kondigden de netbeheerders het al aan, zonder gerichte maatregelen raakt het elektriciteitsnet in Gelderland, Utrecht de Flevopolder de komende jaren overbelast. Om dit te voorkomen hebben de netbeheerders de afgelopen jaren nieuwe aanvragen van grootverbruikers voor een nieuwe of zwaardere aansluiting op de wachtlijst moeten plaatsen. De impact hiervan is voor bedrijven zeer ingrijpend. Grootverbruikers van elektriciteit die willen groeien of zich ergens nieuw willen vestigen ervaren tot zeker 2029 een probleem. Ook grote producenten van wind of zonnestroom staan al langdurig op een wachtlijst. Het plaatsen op de wachtlijst blijkt nog onvoldoende effect te hebben om een betrouwbare elektriciteitsvoorziening te garanderen. 

Daarom heeft de provincie Utrecht op 25 april samen met netbeheerders TenneT en Stedin een maatregelenpakket aangekondigd. De maatregelen moeten ervoor zorgen dat wachtlijsten voor consumenten zoveel beperkt blijven en moeten voorkomen dat het gericht afschakelen van de elektriciteitsvoorziening voor grootverbruikers wordt voorkomen. TenneT, Liander en de provincies Gelderland en Flevoland kondigen nu soortgelijke maatregelen aan.

maandag 22 juli 2024

Slimmere prikkels voorkomen files op elektriciteitsnet

TU/e promovendi Bart van der Holst en Gijs Verhoeven onderzochten financiële maatregelen voor netbeheerders om de bestaande capaciteit beter te benutten.

Ons elektriciteitsnetwerk kan de energietransitie niet bijbenen. Nieuwe scholen, bedrijven en wijken moeten wachten op een aansluiting en zonnepanelen worden op piekmomenten al uitgeschakeld. TU/e promovendi Bart van der Holst en Gijs Verhoeven bespreken in een recent rapport voor- en nadelen van financiële maatregelen om het elektriciteitsnetwerk gelijkmatiger te belasten.

‘Netbeheerders hebben te kampen met capaciteitstekorten,’ legt de begeleider van beide promovendi Koen Kok uit. ‘Zij zijn dan ook naarstig op zoek naar oplossingen.’ Als onderdeel van het grotere GO-e project onderzochten promovendi Bart van der Holst en Gijs Verhoeven vijf mogelijke financiële maatregelen die de netbeheerders kunnen nemen om de bestaande capaciteit beter te benutten. ‘In het geval van netcongestie op het laagspanningsnet, waar huizen en kleine bedrijven op zijn aangesloten, was de norm altijd om gewoon nieuwe kabels aan te leggen en zo het netwerk te verzwaren,’ legt Van der Holst uit. ‘Deze opgave is nu echter zo groot dat deze niet overal tijdig met verzwaren kan worden opgelost. We moeten daarom ook op andere manieren naar de problemen kijken, en iets gaan doen met de planning van ons energieverbruik.’

‘De toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) en Netbeheer Nederland verkennen momenteel een nieuw nettarief voor het gebruik van elektriciteit van kleinverbruikers. Ter voorbereiding hierop hebben wij onder andere een aantal mogelijke tariefsoorten onder de loep genomen,’ voegt Verhoeven toe. Daarnaast evalueerden de onderzoekers de voor- en nadelen van het invoeren van twee verschillende contractsoorten, die op het middenspanningsnetwerk al worden toegepast. Voor alle vijf de onderzochte maatregelen geldt dat deze al dicht bij de markt staan en relatief simpel kunnen worden ingevoerd.

‘De eindconclusie van het onderzoek is dat sommige van deze maatregelen en met name combinaties ervan zeker gaan helpen tot 2030, maar dat deze niet de eindoplossing zijn,’  benadrukt Kok. ‘Het is dus voor de netbeheerders noodzakelijk om flexibel te blijven, mee te blijven bewegen met de veranderende werkelijkheid tijdens de energietransitie, en continu te blijven nadenken over de volgende stap.’

In hun onderzoek keken de promovendi naar nettarieven. Dit zijn de jaarlijkse, op dit moment nog vaste, kosten die je betaalt voor je aansluiting op het elektriciteitsnet. De ACM bepaalt de maximale kosten die netbeheerders aan huishoudens mogen vragen voor het transport van de energie en de aanleg en het onderhoud van bijvoorbeeld kabels en transformatorhuisjes. De onderzoekers bekeken met behulp van simulaties hoe drie opties om deze tarieven te flexibiliseren de belasting van het elektriciteitsnetwerk beïnvloeden. Het gaat er hierbij om hoeveel elektriciteit er op enig moment vanuit je huis van of naar het netwerk stroomt.

De eerste optie betreft een zogeheten bandbreedtetarief. In dit scenario krijgt een consument een vast tarief voor het gebruik van het netwerk binnen een bepaalde bandbreedte. Dit geldt ook voor het terugleveren van energie aan het net, bijvoorbeeld via zonnepanelen. Op de momenten dat je meer stroom van het netwerk afhaalt, of er meer aan teruglevert dan de vooraf vastgestelde bandbreedte, betaal je een aanvullend bedrag voor gebruik van deze netcapaciteit. Maar als je het energietransport tussen je huis en het netwerk vlakker weet te houden, ben je voordeliger uit. Dat betekent bijvoorbeeld dat het loont om je elektrische auto te laden op het moment dat de zon schijnt, of om je droger pas aan te zetten als je vaatwasmachine klaar is.

Een tweede onderzochte optie was een nettarief dat is gebaseerd op het tijdstip van het gebruik. Bij deze tariefsoort kost je netwerkaansluiting meer als je energie wilt gebruiken of leveren op piekmomenten, en is hij goedkoper als je juist tijdens daluren meer energie transporteert van en naar het netwerk.

De laatste tariefgebaseerde mogelijkheid die de promovendi simuleerden betrof een zogeheten gewogen piektarief. In dit scenario wordt je tarief bepaald door de hoogte en timing van je grootste energieverbruik. Pieken in dalmomenten wegen dan minder zwaar mee dan als je verbruikspiek valt in een piekmoment voor het netwerk. Dus als je je grootste verbruik kunt verplaatsen naar een dalmoment, ben je voordeliger uit.

‘Deze tariefsoorten worden op dit moment al besproken door netbeheerders,’ weet Van der Holst. ‘Dat was voor ons de reden om uit te zoeken wat het verwachte effect hiervan op de netcongestie gaat zijn. Maar daarnaast hebben we ook een gedachtesprong gemaakt. Voor het middenspanningsnetwerk wordt al gewerkt met bepaalde contractvormen. Wat als je deze ook in de gebouwde omgeving gaat gebruiken?’

‘Voor huishoudens zou dat betekenen dat zij niet op individueel niveau, maar met meerdere huishoudens worden vertegenwoordigd door een zogenaamde aggregator die namens hen afspraken maakt over het verschuiven van het energieverbruik,’ legt Verhoeven uit. Wanneer de netbeheerder voor de volgende dag congestie verwacht, kan deze door middel van deze contracten de aggregator aanroepen om meer of juist minder energie te gebruiken. De aggregator stuurt dan bijvoorbeeld elektrische auto’s aan om op een ander moment te laden, maar wel op zo’n manier dat de gebruiker daar geen last van heeft. De netbeheerder geeft de aggregator, en zo de eigenaar van de elektrische auto, een vergoeding voor deze dienst. Daarmee krijgt flexibiliteit een waarde.

Voor de contracten keken de onderzoekers naar twee opties. De eerste soort contracten beperkt de capaciteit van de aansluitingen op enig moment. Van der Holst legt uit: ‘Je krijgt een aansluiting voor een bepaalde maximale capaciteit, waarvan een deel op afroep niet beschikbaar is. Een dag van tevoren laat de netbeheerder weten hoeveel van je capaciteit je de volgende dag kunt gebruiken.’ Een tweede optie is een zogeheten redispatch contract. Dit is gebaseerd op hetzelfde idee, maar hier is het de gebruiker zelf die vooraf aangeeft wat hij nodig denkt te gaan hebben. De netbeheerder geeft dan aan op welke moment er meer of minder gebruikt moet worden.

Uit de experimenten en simulaties blijkt dat een combinatie van deze contractvormen met een gewogen piektarief op de kortere termijn kan leiden tot een gelijkmatigere spreiding van elektriciteitsgebruik over de dag en daarmee tot minder netcongestie. ‘Maar als steeds meer mensen dynamische energiecontracten krijgen en slimme apparaten die zelf kunnen bepalen wanneer zij energie gebruiken of opslaan, is de kans groot dat al deze gebruikers op hetzelfde goedkope moment energie gaan gebruiken. En dan ontstaat er wederom congestie. Ook kunnen de apparaten van kleingebruikers in toenemende mate ingezet worden om geld te verdienen aan het oplossen van de onbalans tussen vraag en aanbod. We laten in de studie zien dat dit weer nieuwe pieken op het net kan veroorzaken,’ waarschuwen de onderzoekers. Vandaar dat zij ervoor pleiten vooruit te blijven denken over de mogelijkheid om dit soort financiële prikkels aan te passen naarmate de energietransitie vordert. ‘Dit is een dynamisch systeem, dat kun je niet regelen met rigide instrumenten.’

Het rapport gaat niet over zaken van de toekomst, maar over wat vandaag speelt, benadrukt Kok tot slot nog maar eens. ‘We moeten alles aangrijpen om de tijd te overbruggen die we nodig hebben om het netwerk te verzwaren. Daarnaast betekent een vlakker profiel van de netbelasting dat we efficiënter gebruikmaken van de beschikbare capaciteit.’

Kitepower ontwikkelt testlocatie op La Gomera

Kitepower kondigt zijn samenwerking aan met CT Ingenieros voor de ontwikkeling van een Airborne Wind Energy (AWE) testlocatie op La Gomera, een van de Canarische Eilanden.

Deze aankondiging volgt op besprekingen en de beoordeling van de haalbaarheid van La Gomera als een Center of Excellence (CoE) voor Airborne Wind Energy. CT Ingenieros, de belangrijkste partner van Kitepower in dit project, plant met steun van de eilandregering de bouw van een Flight Test Center op het eiland, waarbij Kitepower de eerste gebruikers zal zijn.

Het project, gepland om in het vierde kwartaal van 2024 te beginnen, zal uit drie fasen bestaan. De eerste fase omvat een demonstratie en haalbaarheidsstudie van drie maanden met het Kitepower-systeem ter plaatse om de capaciteiten van het Flight Test Center te tonen. De tweede fase zal zich richten op energieproductie voor een periode van één tot twee jaar, gevolgd door een voortdurende operatie in de derde fase van vier tot zes jaar.

De samenwerking tussen Kitepower en CT onderstreept het belang van publiek-private samenwerkingen bij het bevorderen van innovatie en duurzame ontwikkeling. La Gomera ziet dit project als een kans om zijn economie te diversifiëren en uit te groeien tot een toonaangevend centrum voor energieopwekking en technologische vooruitgang.

vrijdag 19 juli 2024

Gasunie ziet omzet dalen door lagere transporttarieven

Energie-infrastructuuronderneming Gasunie heeft in het eerste halfjaar van 2024 171 miljoen euro minder nettowinst en 407 miljoen minder omzet geboekt dan in het eerste halfjaar 2023. Het grootste deel van de daling wordt veroorzaakt door het systeem van regulering waarmee Gasunie in Nederland en Duitsland te maken heeft. 

In 2022 verkochten de netwerkbeheerders van Gasunie door de Russische inval in Oekraïne veel meer capaciteit dan verwacht tegen soms veel hogere prijzen. De werkelijke inkomsten kwamen hierdoor substantieel boven de door de toezichthouders bepaalde toegestane opbrengsten te liggen. Die extra opbrengsten worden in 2024 en volgende jaren aan de markt teruggegeven in de vorm van lagere tarieven. Daarnaast verkocht en veilde Gasunie de afgelopen maanden minder capaciteit dan in dezelfde periode vorig jaar. De daling van de nettowinst werd gedempt door het dalen van de energiekosten voor het transport van gas.

Gasunie Transport Services (Nederland) transporteerde in de eerste helft van 2024 322 TWh aardgas. Dit is 14% minder dan de 377 TWh in de eerste helft van 2023 en het laagste volume ooit vervoerd door GTS in een eerste helft van het jaar. Gasunie Deutschland vervoerde in de eerste zes maanden van 2024 127 TWh aardgas; 8% minder dan de 139 TWh uit de eerste jaarhelft van 2023.

De verkoop van 50% van EemsEnergyTerminal aan Vopak per 1 oktober 2023 heeft ook impact op de presentatie van het halfjaarresultaat van Gasunie. Door de verkoop is EemsEnergyTerminal in plaats van een groepsmaatschappij een joint venture geworden, en tellen we de omzet en de kosten niet meer mee in onze geconsolideerde omzet en kosten. Alleen de nettowinst wordt dan nog meegeteld als een ‘resultaat uit deelneming’.

1 op de 3 huishoudens krijgt woning niet koel op warme dagen

In 2023 gaf 34 procent van de huishoudens in Nederland aan dat ze hun woning niet voldoende kunnen koelen op warme dagen. Vooral huishoudens in huurwoningen, flats en oudere woningen hebben hier moeite mee. ’s Avonds en/of ’s nachts de ramen openzetten is de meest genoemde manier om de woning te koelen. Dit meldt het CBS op basis van het onderzoek Belevingen 2023.

Minder dan 5 procent van de huishoudens in huurwoningen, zowel sociaal als privaat, heeft vaste airconditioning. Bij huishoudens in koopwoningen in dat een stuk meer, van hen heeft 18 procent vaste airco. Bij eengezinskoopwoningen gaat het om 19 procent. Daarnaast overweegt 13 procent van de huishoudens met een eengezinskoopwoning om binnen twee jaar een vast aircosysteem aan te schaffen.

In Limburg heeft 28 procent van de huishoudens een vaste airco, het hoogste percentage in Nederland. In de overige provincies varieert dit percentage van 7 in Groningen en Flevoland tot 17 in Noord-Brabant.

VEH: Terugverdientijd zonnepanelen loopt flink op bij afschaffen salderingsregeling

Als het kabinet de salderingsregeling in 2027 afschaft, loopt de terugverdientijd van zonnepanelen flink op. Consumenten die in dat jaar panelen kopen, verdienen hun investering pas na gemiddeld 13,7 jaar terug. Dat blijkt uit onderzoek van Berenschot in opdracht van Vereniging Eigen Huis. De vereniging roept de politiek op met alternatieve maatregelen te komen om de aanschaf van zonnepanelen aantrekkelijk te houden en consumenten te beschermen.  

De salderingsregeling houdt in dat mensen met zonnepanelen de stroom die ze aan het net leveren mogen aftrekken van de stroom die ze afnemen van hun energieleverancier. Het nieuwe kabinet wil deze in 2027 afschaffen zonder dat er iets voor in de plaats komt. 'Dat vinden wij een kwalijke zaak,' zegt Cindy Kremer, directeur van Vereniging Eigen Huis. 'We zien nu dat zonder een alternatief te bieden voor de salderingsregeling de terugverdientijd flink oploopt. Dat maakt het voor consumenten niet meer aantrekkelijk om nog te investeren in zonnepanelen.'

Door dalende prijzen van zonnepanelen en stijgende energieprijzen ging de terugverdientijd van zonnepanelen in de afgelopen twee jaar omlaag. Maar als het plan van het kabinet doorgaat, schiet die weer omhoog. Een gemiddeld huishouden dat in 2024 panelen koopt, kan nog twee jaar salderen en deze in 9 jaar terugverdienen. 'Maar voor kleine gezinnen met een lager energieverbruik en vijf zonnepanelen op het dak gaat de terugverdientijd naar bijna 14 jaar, en zelfs naar 15,5 jaar als het zonnesysteem in 2027 wordt aangeschaft. 'Kleinere huishoudens zijn dus de pineut. Ook huishoudens die voorheen geen zonnepanelen konden betalen en die door de dalende prijzen nu wel de investering kunnen doen, vissen opnieuw achter het net met deze sterk opgelopen terugverdientijden,' legt Kremer uit.     

Ook consumenten die de afgelopen jaren zonnepanelen kochten, merken de gevolgen van het afschaffen van de salderingsregeling. Door de energiecrisis steeg in 2022 de vraag naar zonnepanelen sterk waardoor de prijzen flink omhooggingen. Voor deze huiseigenaren duurt het bijna gemiddeld 17 jaar voordat ze de panelen hebben terugverdiend. ‘Dat is heel cru. Als consument heb je in 2022 panelen aangeschaft in de hoop daar goed aan te doen, en dan wordt de terugverdientijd door de onverwachte afschaffing van de salderingsregeling steeds langer. Het wordt tijd voor een stabiel en toekomstbestendig overheidsbeleid zodat je als consument weet waar je aan toe bent,’ zegt Kremer.

Vereniging Eigen Huis wil ook dat het kabinet stuurt op een terugverdientijd van 7 jaar, omdat consumenten anders niet meer zullen investeren in zonnepanelen. Het onderzoek toont aan dat er aan diverse knoppen gedraaid kan worden om de terugverdientijd beheersbaar te houden.

donderdag 18 juli 2024

Besluit windpark Echteld Lienden na de zomer verwacht

Provincie Gelderland stelt de besluitvorming over het windpark Echteld Lienden met een paar maanden uit. In maart 2024 vroeg initiatiefnemer Vattenfall officieel de omgevingsvergunningen aan voor de bouw van zeven windturbines in het gebied.

Gedeputeerde Staten van Gelderland hechten grote waarde aan een zorgvuldige besluitvorming. Zij willen onder andere voorkomen dat de periode waarin inwoners op de ontwerpbesluiten kunnen reageren, in de zomervakantie valt.

Actieplan toekomst Gelderse kleine kerncentrale

De provincie Gelderland heeft het Gelders actieplan Kleine modulaire kernreactoren goedgekeurd. Het is geschreven om de komst van een kleine kerncentrale (SMR) mogelijk te maken. Als er volgens dit plan wordt gewerkt, moeten de vergunningen en de bouw van deze energievoorziening soepel gaan verlopen.

De vraag naar energie gaat flink toenemen. In 2050 zal de vraag vier keer zo groot zijn als nu. Kernenergie biedt dan uitkomst. Daarom willen we dat er in Gelderland een SMR komt.

SMR is de afkorting van small modular reactor. Dat is een kerncentrale gemaakt uit vooraf gebouwde onderdelen, die vervolgens op locatie in elkaar worden gezet.

De ontwikkeling en bouw van een SMR is nieuw in Nederland. Gelderland gaat nu aan de slag met de benodigde juridische, financiële en technische procedures.

Quatt haalt 25 miljoen euro groeigeld op bij investeerders

Quatt, een in Amsterdam gevestigde scale-up in slimme warmtepompen, heeft 25 miljoen euro aan groeikapitaal opgehaald in een investeringsronde, geleid door Blue Earth Capital, met deelname van Seaya Andromeda en bestaande investeerder Impact Equity Fund.

Quatt heeft de afgelopen twee jaar een snelle groei doorgemaakt en inmiddels meer dan 7.500 slimme warmtepompen in Nederland geïnstalleerd.

Quatt heeft onlangs twee uitbreidingen aangekondigd voor zijn hybride warmtepomp: de All-Electric upgrade en het gepatenteerde koelsysteem Chill. De financiering zal Quatt in staat stellen de ontwikkeling van deze en andere nieuwe producten te versnellen. Flipse voegt toe:

Warmtepompen zijn een belangrijk onderdeel voor de Europese energietransitie, waarin bijna 80 procent van de energie gebruikt wordt voor ruimte- en waterverwarming, met nog steeds een grote afhankelijkheid van aardgas.

woensdag 17 juli 2024

Heijmans en gemeente Eindhoven zetten eerste stap in het aardgasvrij maken van bestaande woonwijken met collectief warmtenet

De gemeente Eindhoven sluit met Heijmans een bouwteam overeenkomst voor het ontwerp, en mogelijk realisatie en onderhoud, van een collectief warmtenet voor de bestaande woningen en gebouwen in Eindhoven Noordoost. Het gaat in de eerste realisatiefase om 1.800 huurwoningen, corporatiebezit en particuliere woningen. Voor elke vervolgstap neemt de raad een besluit en daarbij zullen inwoners telkens betrokken worden.

Heijmans draagt met de realisatie van het warmtenet bij aan een duurzaam en betaalbaar alternatief voor aardgas in Eindhoven Noordoost en het verlagen van de CO2-impact. De omzetwaarde is €35 miljoen voor het ontwerp en de realisatie van de eerste fase. De exploitatie komt in handen van de gemeente, in afwachting van de Wet Collectieve Warmte. In september 2024 gaat het bouwteam van start.

Heijmans ontwerpt samen met de gemeente het collectieve warmtenetwerk voor het aardgasvrij maken van in potentie 8.000 woningen. In de eerste fase van de realisatie gaat het om 1.800 woningen. In de overeenkomst is vijf jaar onderhoud opgenomen. Na de eerste vijf jaar heeft de gemeente nog twee keer de optie om het onderhoudscontract met Heijmans te verlengen.

Warmtenet Noordoost draagt bij aan de ambitie van de gemeente Eindhoven om vanaf 2050 geen aardgas meer te gebruiken en een duurzame, groene en gezonde stad te realiseren. Voor nu en de toekomst.

86 procent klanten wil bij huidige energieleverancier blijven

Ruim 86 procent van de klanten wil bij hun huidige energieleverancier blijven. Huishoudens zijn gemiddeld ruim negen jaar klant. Eneco heeft de langste klanthistorie, terwijl ANWB Energie de hoogste score behaalt op klantbehoud. Dit blijkt uit de Nationale Benchmark Energieleveranciers, een grootschalig onderzoek van Multiscope onder ruim 6.400 Nederlanders.

De klanthistorie en de intentie om klant te blijven bij een energieleverancier vormen samen de voorspellers van de loyaliteit van klanten. Deze twee variabelen zijn samen weergegeven in een door Multiscope ontwikkelde loyaliteitsmatrix. Deze matrix geeft een duidelijk overzicht van de posities van de verschillende energieleveranciers ten opzichte van elkaar op het gebied van loyaliteit.

De klanthistorie geeft aan hoelang huishoudens al klant zijn bij een energieleverancier. Gemiddeld zijn huishoudens ruim negen jaar aangesloten bij hun huidige leverancier. De intentie vertegenwoordigt het percentage klanten dat van plan is de komende twaalf maanden klant te blijven. Gemiddeld wil 86% van de Nederlandse huishoudens bij hun huidige energieleverancier blijven.

Vier leveranciers hebben zowel een bovengemiddelde intentie als een langer dan gemiddelde klanthistorie. De klanten van Eneco zijn gemiddeld al bijna 17 jaar klant. Eneco heeft daarmee de langste klanthistorie van alle energieleveranciers. Delta Energie en Essent staan met een gemiddelde klanthistorie van 14 jaar op een gedeelde tweede plaats.

Vijf leveranciers scoren hoger dan gemiddeld op intentie maar lager dan gemiddeld op de klanthistorie. ANWB Energie heeft de hoogste intentie (96%) maar de kortste klanthistorie (< 1 jaar). Een verklaring daarvoor is dat ANWB Energie pas sinds 2021 bestaat. Pure Energie heeft de op een na hoogste intentie (95%).

'Gebruik eigen zonnestroom voor warme douche'

Met het verdwijnen van de salderingsregeling is het slim om zo veel mogelijk zelfopgewekte zonne-energie thuis te gebruiken. Dat kan met een zonnestroomboiler die overtollige zonnestroom eenvoudig omzet naar warm water. Dat verhoogt het eigen verbruik van zonnestroom tot wel 80 procent op jaarbasis. Vattenfall biedt daarom de zonnestroomboiler aan om haar klanten meer regie te geven over de eigen energieopwek en het verbruik daarvan.

De zonnestroomboiler is een elektrische boiler en bestaat uit een voorraadvat voor warm water met een verwarmingselement. Zodra de zonnestroomboiler registreert dat de zonnepanelen stroom terugleveren, wordt die stroom geleverd aan de boiler die het water verwarmt. In de boiler blijft het warme water vervolgens dagenlang beschikbaar om het te gebruiken in de badkamer of de keuken.

De meeste eigenaren van zonnepanelen gebruiken slechts 30 procent van hun eigen opgewekte zonnestroom. De resterende 70 procent wordt teruggestuurd naar het stroomnet. Met de zonnestroomboiler kan tot wel 80 procent van de zelf opgewekte zonnestroom thuis worden gebruikt. Hierdoor kunnen niet alleen de vaste terugleverkosten en het gas- of warmteverbruik lager uitvallen, maar is de aanschaf ook een goede voorbereiding op het afschaffen van de salderingsregeling.

Uit een recent onderzoek van Direct Research in opdracht van Vattenfall blijkt dat slechts 39 procent van de zonnepaneeleigenaren bekend is met de zonnestroomboiler. Van de ondervraagden geeft 83 procent aan meer eigen zonnestroom te willen gebruiken.

dinsdag 16 juli 2024

Overbelast elektriciteitsnet heeft impact op nieuwbouw en verduurzaming UvA

Het elektriciteitsnetwerk in Nederland is vol en overbelast. Eind vorig jaar is de maximumcapaciteit van het net in de regio Amsterdam bereikt. Dit heeft ook gevolgen voor de UvA, met name voor nieuwbouw- en renovatieprojecten, verduurzamingsinitiatieven en de bedrijfsvoering.

Voor de UvA is dat een probleem omdat we steeds meer gebruik maken van elektriciteit. Jan Lintsen, vicevoorzitter van het College van Bestuur: ‘In onze duurzaamheidsambities hebben we afgesproken dat onze gebouwen zoveel mogelijk gasloos worden, op Science Park en de Roeterseilandcampus wordt nog nauwelijks gas verbruikt. Hierdoor neemt ons elektriciteitsgebruik juist toe. We onderzoeken nu wat de impact is van een overvol elektriciteitsnetwerk op deze ambitie. Mogelijk lopen we vertraging op en moeten we de planning van de routekaart energietransitie aanpassen.’  Meer informatie over duurzaamheidsdoelstellingen vind je hier.

Maar ook voor nieuwbouw- en renovatieprojecten, zoals de Oudemanhuispoort en BG5 is de beperkte beschikbaarheid van elektriciteit een uitdaging. Het geeft een ander vertrekpunt dan waar het project mee is gestart. Hierdoor moeten keuzes worden heroverwogen voor een duurzame energievoorziening.

Tot slot heeft het overbelaste netwerk impact op de bedrijfsvoering. Rowan Boeters, portfoliomanager energietransitie; ‘Niet alles kan meer tegelijkertijd aan. Voor een perscontainer is dat met een tijdklok simpel op te lossen, maar docenten, studenten en onderzoekers zijn minder flexibel.’ 

Eerste Realtime Interface producten voor wind- en zonneparken gecertificeerd

De eerste leveranciers voor Realtime Interface zijn gecertificeerd. Invoeders van stroom kunnen dus kiezen met welke hard- en software zij werken, als het gaat om tijdelijk de teruglevering van stroom te beperken.

De aanleiding voor de ontwikkeling van de Realtime Interface was de aanhoudende vraag naar transportcapaciteit, die de forse netverzwaringen door netbeheerders ver overstijgt. Dit tekort aan transportcapaciteit stimuleert samenwerking tussen invoeders en netbeheerders waarbij de vermogens afgestemd worden op de beschikbare transportcapaciteit.

De Realtime Interface is een standaard communicatie protocol ten behoeve van real-time communicatie over netcapaciteit tussen netbeheerders en de gebruikers van het net. Dit geeft de netbeheerder de mogelijkheid om teruglevering aan het elektriciteitsnet tijdelijk te beperken. Hiermee wordt overbelasting voorkomen. Doordat teruglevering wordt beperkt, hoeft de invoeder niet te worden afgeschakeld. Er kan op dat moment dus alsnog gedeeltelijk stroom worden teruggeleverd aan het net.

Inmiddels zijn er drie RTI leveranciers voor producten aan klantzijde gecertificeerd: Wago, Withthegrid en Helin. Dat wil zeggen dat klanten kunnen kiezen met welk RTI product zij werken, wanneer zij een RTI plaatsen. Marijke Vos, voorzitter van de Netbeheer Nederland werkgroep Realtime Interface: “Er valt nu wat te kiezen en het is heel goed dat de markt dit initiatief oppakt. We zien dat de diensten onderling verschillen, en omdat de wensen van klanten ook kunnen verschillen is het goed dat er wat te kiezen valt. Naast de drie reeds gecertificeerde partijen, zitten er inmiddels nog meer RTI producten voor de klantzijde in de ‘pijplijn’ voor certificering. De website netbeheernederland.nl/rti geeft een overzicht van gecertificeerde RTI producten en zal bijgewerkt worden wanneer meer producten de certificeringsprocedure succesvol hebben doorlopen.” Enexis, Liander en Stedin hebben gezamenlijk concrete afspraken gemaakt over de uitrol en toepassing van de Realtime interface. Voor nieuwe middelgrote en grote invoeders vanaf 1 MW is de aanwezigheid van een Realtime Interface verplicht.

 Op vrijdag 5 juli is er een speciaal webinar over de Realtime Interface, voor betrokkenen en geïnteresseerden zoals marktpartijen, netbeheerders en leveranciers van technische oplossingen. Tussen 8.45 en 9.30 zullen Marijke Vos, Alain Stuivenvolt, René Troost, en Rik Fonteijn de aanwezigen bijpraten over de laatste stand van zaken van de Realtime Interface.

ACM dwingt HEM tot forse toezeggingen

Hollandse Energie Maatschappij (HEM) heeft onder druk van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) forse toezeggingen gedaan in het voordeel van consumenten. De Consumentenbond is tevreden met de geboden oplossingen en adviseert consumenten om zo snel mogelijk tarieven te vergelijken en eventueel over te stappen.

Klanten van HEM kunnen nog tot en met 17 juli gratis overstappen. Anders zitten ze vast aan een contract bij HEM. Wel verlaagt HEM de tarieven voor klanten die blijven. Nieuwe contracten bij andere leveranciers moeten uiterlijk 29 augustus 2024 beginnen.

HEM heeft de ACM beloofd om de komende drie jaar geen nieuwe klanten te werven via telefonische verkoop. Daarnaast mogen alle particuliere en kleinzakelijke klanten die in 2023 en 2024 een contract hebben afgesloten, zonder opzegvergoeding overstappen naar een andere leverancier. Klanten kunnen er ook voor kiezen om te blijven. In dat geval kunnen zij akkoord gaan met een aangepast tarief, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2024.

Oud-klanten die in 2023 of 2024 een contract hebben afgesloten en een opzegvergoeding moesten betalen omdat ze overstapten, krijgen deze vergoeding terugbetaald of kwijtgescholden.
Consumenten die vanaf nu een contract afsluiten en later overstappen, betalen wel een opzegvergoeding. Deze moet voldoen aan de Beleidsregel Redelijke opzegvergoedingen die sinds 1 juni 2023 geldt.

HEM zegt verder toe een nieuw bestuur aan te stellen. Ook komt er een externe toezichthouder, die door de ACM is goedgekeurd en die aan de ACM rapporteert. Ook mag het bedrijf het klantenbestand niet zonder goedkeuring van de ACM overdragen aan een andere partij.

Naast de toezeggingen legt de ACM ook maximumtarieven op voor een deel van de contracten die HEM in 2023 verkocht. Bestaande en oud-klanten met een contract waarvoor de maximumtarieven gelden worden gecompenseerd voor het verschil in de tarieven.

Ondanks de toezeggingen van HEM van een aangepast tarief, adviseert de Consumentenbond HEM-klanten om tarieven te vergelijken en kosteloos over te stappen als ze een gunstiger contract kunnen krijgen.

HEM benadert (oud-)klanten zelf over de toezeggingen. De Consumentenbond adviseert bestaande en voormalige klanten van het bedrijf dan ook hun e-mail en brievenbus in de gaten te houden en e-mails en brieven van HEM goed te lezen en tijdig te reageren.

maandag 15 juli 2024

Provincie maakt impact met ‘eerlijke energietransitie’

Eerlijke energietransitie werkt. Dat blijkt uit een recent onderzoek dat de provincie Zuid-Holland heeft laten doen. In Dordrecht hielp de provincie bijvoorbeeld met extra energiehulp. Hierdoor kwam hulp bij de energietransitie uit lokale kring slim uit de startblokken, en konden andere gemeenten en initiatieven daar ook gebruik van maken.

De provincie Zuid-Holland werkt al enkele jaren aan een eerlijke energietransitie. We werken mee aan goede voorbeelden in de lokale praktijk. Door de ervaring in verschillende wijken en met diverse aanpakken helpen we niet alleen de buurtbewoners, maar doet de provincie ook ervaring op over wat goed werkt. Deze lessen verbinden we ook met landelijk beleid. Uit een externe impactevaluatie blijkt dat deze werkwijze zeer positief uitpakt en we volgende stappen kunnen gaan maken.

Adviesbureau Grant Thornton heeft onlangs het programma ‘Inclusieve Energietransitie’ geëvalueerd en gekeken wat de impact van dit programma is. Uit de evaluatie blijkt dat de werkwijze goede resultaten heeft opgeleverd en een mooie basis voor vervolg biedt. De verbindende rol met verschillende partners, de betrokkenheid van het team en het opzoeken van de kracht van lokale initiatieven dragen bij aan de gerealiseerde impact. De komende jaren bouwt de provincie, met de aanbevelingen voor vervolg in de hand, voort op deze aanpak om het voor iedereen mogelijk te maken aan een eerlijke energietransitie deel te nemen. De gehele evaluatie is te vinden via Impactevaluatie.

Roemloos einde voor Hyzon in Winschoten

Hyzon Motors Europe in Winschoten stopt. Afgelopen week maakte het hoofdkantoor in de Verenigde Staten bekend dat de onderneming alle activiteiten in Europa staakt, ook in Nederland.

De vijftien overgebleven medewerkers die nog werkten op de vestiging van de Amerikaanse fabrikant van waterstoftrucks aan de Papierbaan in Winschoten ronden momenteel hun taken af.

Vervlogen is de droom van een grootschalig, innovatief bedrijf met honderden (hoogwaardige) banen in de regio. Want dat was het perspectief dat Hyzon en mede-initiatiefnemer Holthausen Clean Technology in Hoogezand schetsten bij de start van het bedrijf in 2020.

De joint venture Hyzon - Holthausen ging DAF-dieseltrucks ombouwen naar waterstofaandrijving voor het Nieuw Zeelandse bedrijf Hiringa Energy. Er lag een order voor de ombouw van 1.500 trucks in het verschiet.

Met Holthausen Clean Technology gaan ze verder met ontwikkeling en bouw van maatwerkvoertuigen, zoals veegwagens en vuilnisauto’s op waterstof.

Denemarken ziet Noordzee als groene hub van Europa


Denemarken is dit jaar voorzitter van de North Seas Energy Cooperation (NSEC) – de vereniging van negen landen en de Europese Commissie, die van plan is om tegen 2050 minimaal 300 GW aan offshore windparken in de Noordzee te bouwen. De Deense brancheorganisatie Green Power Denmark ziet een duidelijke visie voor de Noordzee als groene hub van Europa en adviseert de NSEC en de nieuwe Europese Commissie zich in hun komende werkprogramma te richten op concurrerende financieringsmogelijkheden, gestandaardiseerde markten voor windenergie en meer samenwerking op het gebied van de fysieke beveiliging van energie-infrastructuur.

De Noordzeesamenwerking (North Seas Energy Cooperation (NSEC) is een in 2016 gestarte samenwerking op het gebied van de ontwikkeling van energie en infrastructuur in de Noordzee. Deelnemende landen zijn: België, Nederland, Luxemburg, Ierland, Frankrijk, Noorwegen, Zweden, Duitsland en Denemarken met deelname van de Europese Commissie.

In het afgelopen jaar was Nederland, samen met de Europese Commissie, voorzitter van NSEC. Het Verenigd Koninkrijk was aanwezig als gast.

Tijdens de conferentie in Den Haag in november 2023, overhandigde minister Jetten de Actieagenda aan de nieuwe NSEC-voorzitter Denemarken.

Afgelopen jaar, tijdens het Nederlandse co-voorzitterschap van NSEC, spraken de Noordzeelanden en de Europese Commissie de gezamenlijke ambitie uit dat de Noordzee de grootste bron van duurzame energie in Europa zal worden. De ambitie werd vastgelegd in de ‘Actie Agenda’.

Hiermee ondertekenden Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Luxemburg, Denemarken, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk een verklaring om minimaal 120 GW offshore wind in 2030 en minimaal 300 GW offshore wind in 2050 te garanderen. Als onderdeel van deze ambitie lanceren de NSEC landen een gezamenlijke tenderplanning. De tenderplanning vertaalt de brede ambities van de NSEC-landen naar concrete vooruitgang, met elk jaar ongeveer 15 GW aan veilingen.

vrijdag 12 juli 2024

Papierfabrikant Sappi en Enexis Netbeheer sluiten een uniek flexibel contract

Papierfabrikant Sappi uit Maastricht en Enexis Netbeheer sluiten een uniek flexibel contract, waarmee Sappi op drukke momenten op het elektriciteitsnet zijn piekbelasting naar beneden brengt. Hiermee helpt de fabriek om overbelasting te voorkomen en ontstaat er ruimte voor nieuwe klanten in het gebied. In totaal stelt Sappi 24 MW aan flexibel vermogen beschikbaar. Dit is met afstand het grootste flexcontract van een industriële klant in Nederland.

Het elektriciteitsnet van Enexis is vrijwel overal vol, waardoor nieuwe grote klanten niet kunnen worden aangesloten. Uitbreiding van het net is noodzakelijk, maar dat duurt lang. In Zuid-Limburg is er pas in 2028 op grote schaal extra netcapaciteit bijgebouwd. Ondertussen werkt Enexis hard aan een efficiënter gebruik van het bestaande net. Bijvoorbeeld door grote klanten te vragen om – voor een financiële vergoeding – hun elektriciteitsverbruik tijdens piekmomenten te verminderen. Sappi is de eerste industriële klant van Enexis die zo’n zogeheten capaciteitsbeperkend contract (cbc) sluit.

Sappi is één van de grootste klanten van Enexis, met een gecontracteerd vermogen van 37 MW. Een aanzienlijk deel is – technisch gezien – relatief eenvoudig flexibel aan te sturen. Sappi heeft een elektrische boiler die niet de hele dag op vol vermogen hoeft te draaien. Van het huidige vermogen gaat Sappi 9 MW flexibel ter beschikking te stellen aan Enexis. Met die capaciteit kan Enexis extra klanten helpen – zowel grote bedrijven als woonhuizen en laadpalen. Ter illustratie: met 9 MW kan Enexis zo’n 2000 all electric nieuwbouwwoningen aansluiten.

Daarnaast staat de fabriek in Maastricht bovenaan de wachtlijst met een aanvraag van nog eens 15 MW – die het nodig heeft voor een tweede e-boiler. Die aanvraag gaat Enexis honoreren, onder de voorwaarde dat die volledige 15 MW eveneens flexibel aan te sturen is.

In totaal sluiten Sappi en Enexis een contract voor 24 MW aan flexibel vermogen. Hierdoor kan Sappi een tweede e-boiler installeren, krijgt Enexis meer lucht op het elektriciteitsnet in Zuid-Limburg, en kunnen er daarnaast extra klanten geholpen worden.