Pagina's

donderdag 28 februari 2019

Vattenfall doet mee aan tender windpark op zee Hollandse Kust Zuid 3&4

Vattenfall gaat een voorstel indienen voor de tender voor windpark op zee Hollandse Kust Zuid 3&4. De tender is geopend van 1 tot en met 14 maart.

De Noordzee en met name het gebied 'Hollandse Kust Zuid' is volgens de leverancier een perfect windgebied. Er zijn bovendien significante synergiën te behalen voor Vattenfall met windpark Hollandse Kust Zuid 1&2.

In september 2018 ontving Vattenfall de onherroepelijke vergunning voor de bouw van dit windpark. De eerste voorbereidingen van Hollandse Kust Zuid 1&2 zijn al gestart. Zo is er al begonnen met het uitvoeren van verschillende onderzoeken op de locatie van het windmolenpark in de Noordzee.

Momenteel heeft Vattenfall 2,8 GW (gigawatt) geïnstalleerde windcapaciteit (1,1 GW op land en 1,7 GW op zee) in vijf landen: Denemarken, Duitsland, Nederland, Verenigd Koninkrijk en Zweden. In 2018 was de totale elektriciteitsproductie daarvan 7,8 TWh. De portefeuille bestaat uit ongeveer 1100 windturbines.

Nieuwe gemeentewerf verrijkt met eerste zonnepanelen

De gemeentewerf in Apeldoorn Noord is deze week voorzien van de eerste zonnepanelen. Uiteindelijk komen er ruim 600 zonnepanelen op het dak van de nieuwe uitvalsbasis voor de eenheid Beheer en Onderhoud. Het zonnedak voorziet in de eigen stroombehoefte van de werf en het materieel zoals elektrische bosmaaiers, heggenscharen en bladblazers. Daarnaast leveren de zonnepanelen energie voor andere gebouwen.

Duurzaamheid en functionaliteit vormen de rode draad in het ontwerp. Naast het opwekken van zonne-energie, is ingezet op zoveel mogelijk energiebesparing. Zo zorgen warmtepompen voor de verwarming van het pand waardoor de werf aardgasloos is.

De collega’s van Beheer en Onderhoud nemen in april afscheid van hun huidige locatie aan de Vlijtseweg, waarna ze de nieuwe werf in gebruik nemen.

Grote kans op windmolens langs Duitse grens

Er is grote kans dat er windmolens komen te staan langs de Duitse grens. De grootste politieke partij in de gemeente Westerwolde, Gemeentebelangen, toont zich namelijk voorstander van die molens, meldt RTV Noord.

Er staan al windmolens langs de grens, maar dan aan de Duitse kant.

Extreem grote zonnevelden wil de partij niet. 'We zijn een agrarische gemeente, en hebben een grote toeristische functie. Die willen we graag behouden. Door met windmolens te werken kan je met een relatief kleine ingreep het open karakter van het landschap behouden.'

Publiek-private samenwerking en visie essentieel voor energietransitie

De nationale overheid moet een actievere rol pakken als het gaat om concreet beleid voor de energietransitie. Dan zijn bedrijven beter in staat om duurzame ambities ook daadwerkelijk te behalen, want nu werkt de Europese coördinatie de inspanningen soms tegen. Voor de investeringsbereidheid van bedrijven in de Rotterdamse haven is publiek-private samenwerking onontbeerlijk. Dit concludeert bestuurskundige Natalya Rijk in haar onderzoek naar de consequenties van Europees klimaat- en energiebeleid voor de Rotterdamse haven. Zij promoveert op 25 januari aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Zo heeft het Europese CO2-beprijzingsysteem, met een langdurig lage CO2 prijs, de afgelopen jaren de Rotterdamse inspanningen CCS uit te rollen aanzienlijk tegengewerkt. Dit staat in contrast met nieuwe Europese regelgeving omtrent de uitstoot van scheepsmotoren en het gebruik van alternatieve brandstoffen, die ondersteunend werken voor Rotterdamse ambities om schoner te varen.
Wanneer Europese afspraken niet werken zoals oorspronkelijk gedacht, zijn regio’s zeer afhankelijk van de private sector en nationale overheid om hun duurzame beleidsdoelstellingen te behalen.

Voor bedrijven in de Rotterdamse haven is het cruciaal om voor de langere termijn de nodige investeringszekerheid te krijgen, blijkt uit Rijk’s dissertatie ‘Vying for Vision: climate and energy policies between local ambitions, national interests and international realities’.

Van groot belang is dat randvoorwaarden zoals regelgeving en aanleg infrastructuur, tijdig worden aangegeven. Daarnaast moet duidelijk zijn welke middelen op welke termijn worden gesteund om klimaatdoelen te behalen. Hiervoor is publiek-private samenwerking nodig.

De nationale overheid moet derhalve een actievere rol te spelen in de energietransitie. In het verleden heeft de overheid deze rol te weinig opgepakt. Het Havenbedrijf Rotterdam kan duurzame projecten stimuleren maar is voor een deel van haar potentiële daadkracht ook afhankelijk van de Nederlandse en Europese overheden.

woensdag 27 februari 2019

'Cobra-kabel verkeerd ingedeeld'

ACER, het agentschap voor samenwerking van Europese energietoezichthouders, heeft een wijziging op het amendement van het voorstel van de gezamenlijke elektriciteitsysteembeheerders ter consultatie gelegd.

Het belangrijkste onderdeel voor Nederland van de wijzigingen is de plaatsing van de Cobra verbinding in de Hansa capaciteitsberekeningsregio (CCR), deze bevat alle verbindingen tussen het Europese vasteland en Scandinavië. ACER geeft daarbij aan dat er twijfels zijn over de rechtmatigheid en efficiëntie van deze indeling. Energie-Nederland deelt deze zorgen.

Volgens de verordening moet de capaciteitsallocatie van een verbinding tussen twee prijszones, die invloed heeft op andere zones, samen met die andere verbindingen als een geheel worden geoptimaliseerd. Met de plaatsing van de Cobra verbinding in Hansa gebeurt dat echter niet. Eigenlijk is al eerder een fout gemaakt door de verbinding tussen Denemarken en Duitsland in de Hansa CCR te plaatsen. De verbinding naar dat deel van Denemarken (dat ook verbonden is via Cobra) maakt namelijk deel uit van hetzelfde synchrone elektriciteitssysteem met alle invloeden die daarbij horen.

Energie-Nederland dringt er daarom op aan om de Cobra verbinding in de Core CCR (vasteland) te plaatsen om te komen tot een efficiënte allocatie en non-discriminatoire toegang.

Midden-Groningen in actie tegen anti-windmolenactivisten

De gemeente Midden-Groningen wil strenger optreden tegen anti-windmolenactivisten. Directe aanleiding zijn recente acties tegen de bouw van Windpark N33 bij Meeden.

Dat park staat ter discussie bij de Raad van State, maar anonieme actievoerders namen het heft in eigen hand door asbest op de bouwlocatie te dumpen.

'Het is twee maal op rij gebeurd en recent ook nog in Delfzijl. We hebben dus weinig reden om aan te nemen dat ze met hun acties zullen stoppen,' zegt de gemeente tegen RTV Noord.

Ruim 30.000 huishoudens installeerden in 2018 zonnepanelen

In 2018 zijn in Utrecht en Zuid-Holland 49 procent meer zonnepanelen bijgeplaatst op daken van huishoudens en bedrijven. Een nieuw record. In 2017 was de groei nog 38 procent. In totaal is voor een vermogen van 541 megawatt aan zonnestroom bij netbeheerder Stedin geregistreerd. Niet alleen bij consumenten, maar ook de groei van het vermogen van zonnepanelen op stallen en loodsen gaat hard. In 2018 verdubbelde de groei bijna van deze installaties. Belangrijkste reden voor de groei blijft de voorspoedige economie.

Ruim 30.000 huishoudens gaven het afgelopen jaar aan Stedin door zonnepanelen op hun dak geïnstalleerd te hebben. Hiermee kom het totaal op ruim 122.000 zonnedaken. Gemiddeld heeft een zonnedak een vermogen van 3,5 kilowatt (kW). Zeven jaar geleden was dat nog 2,6 kW. De ‘sterkte’ van het particuliere zonnedak is met een derde toegenomen. Dit kan twee oorzaken hebben. Zonnepanelen worden steeds beter en krachtiger. Anderzijds kan dit betekenen dat er gemiddeld meer zonnepanelen op een dak worden gelegd, omdat de aanschaf van zonnepanelen de afgelopen jaren goedkoper is geworden.

Utrecht is al jaren de gemeente met het meeste geregistreerde vermogen zonne-energie op consumentendaken in Stedin-gebied. Amersfoort, Den Haag, Rotterdam en Goeree-Overflakkee volgen in de top 5 op gepaste afstand. De procentuele groei van het vermogen in Utrecht, bleef in 2018 met 32,1% achter bij de andere gemeenten in de top 5. In Rotterdam groeide het vermogen met ruim 40% en in Amersfoort ruim 50%. De grootste groeier in heel Stedin-gebied was de gemeente Gouda (niet in de top 5). Hier groeide het vermogen in 2018 met 69%. Vermoedelijk door de oplevering van veel nieuwbouwwoningen.

dinsdag 26 februari 2019

Gebouwen Universiteit Utrecht worden gezond, energieopwekkend en circulair

De Universiteit Utrecht kiest bij het ontwikkelen, bouwen en beheer van universitair vastgoed voortaan voor de leidende principes: gezond, energieopwekkend en circulair.

Een dezer dagen stelde het College van Bestuur het ambitiedocument Toekomstbestendige gebouwen vast. 'Wij richten ons op een duurzame samenleving. Dus zetten we deze principes ook centraal in onze eigen bedrijfsvoering”, zegt collegevoorzitter Anton Pijpers.

Bij een toekomstbestendig gebouw staan de principes gezond, energieopwekkend en circulair centraal. De gebouwen leveren energie op in plaats van dat ze energie verbruiken. Ook zijn ze demontabel zodat de grondstoffen in het gebouw hun waarde behouden.

Daarnaast zijn de gebouwen aanpasbaar, zodat ontwikkelingen in het onderzoek en onderwijs maximaal worden ondersteund.

Naast het realiseren van toekomstbestendige gebouwen, onderneemt de universiteit nog meer. Zo wekt zij energie op met behulp van zonnepanelen en maakt gebruik van warmte- en koudeopslag. Daarnaast koopt zij duurzaam vertogas en groene energie die wordt opgewekt door windturbines in Nederland. Ook zijn er tal van andere initiatieven – groot en klein – zoals onlangs het verwijderen van wegwerpflesjes met water uit de frisdrankautomaten en introdictie van standaard vegetarische vergaderlunches.

Haalbaarheidsstudie stoom AEB naar Argent Energy

AEB Amsterdam (AEB) gaat samen met Argent Energy en Port of Amsterdam de haalbaarheid onderzoeken van stoomlevering vanuit AEB aan Argent Energy. Argent Energy wil deze stoom gebruiken voor de productie van biobrandstof en hiermee hun eigen stoomproductie vervangen. Dit brengt de CO₂-uitstoot bij Argent Energy flink terug.

De stoom wordt al opgewekt in de verbrandingsinstallatie van AEB. AEB levert – als de plannen doorgaan - de stoom met een speciale pijpleiding aan Argent Energy. Argent Energy en AEB zijn praktisch buren in het Westelijk Havengebied, deze samenwerking ligt daarmee voor de hand. Dit project is het eerste initiatief voor stoomlevering in de Amsterdamse haven. Port of Amsterdam beschouwt dit daarom als een volgende mooie stap in verduurzaming van het havengebied.

AEB produceert uit verbranding van afval stoom voor stadswarmte en elektriciteit. Door een klein deel van de stoom af te vangen en direct te leveren aan externe gebruikers verhoogt AEB het rendement van de verbrandingsinstallatie verder. Het direct leveren van stoom aan afnemers geeft een hoger zogeheten “energetisch rendement” dan het omzetten van stoom in elektriciteit.

Naar verwachting is het haalbaarheidsonderzoek vlak voor komende zomer klaar. De resultaten worden gebruikt bij de beslissing om daadwerkelijk te gaan investeren. De pijplijn kan dan in 2021 klaar zijn. Port of Amsterdam en AEB kijken ook naar het verder doortrekken van de stoomleiding richting andere bedrijven. Als meer bedrijven een aansluiting krijgen vermindert de CO₂-uitstoot in het havengebied verder. Deze stoomlevering is één van de concrete plannen die passen in de ambitie om voor 2030 de CO₂-uitstoot in het hele Noordzeekanaalgebied te halveren.

Verscherpt toezicht op apparaten goede zaak

Netbeheer Nederland vindt het zorgelijk dat er steeds meer ondeugdelijke apparaten op de Nederlandse markt komen, die niet voldoen aan de normeringen. Steeds vaker ziet men dat apparaten onveilig zijn, andere apparaten verstoren of zelfs de registratie van het energieverbruik van digitale energiemeters kunnen beïnvloeden.

Nederlandse consumenten moeten er op kunnen vertrouwen dat apparaten die ze in huis halen veilig en betrouwbaar zijn. De gezamenlijk netbeheerders roepen daarom op tot strenger toezicht en aandacht voor de normeringen.

De Nederlandse netbeheerders hebben afgelopen jaar bij Agentschap Telecom melding gemaakt van één ondeugdelijk apparaat dat bij drie klanten afwijkende meterstanden veroorzaakte. Inmiddels is dit apparaat aangepast. Ook dringt NBNL aan op gesprekken over de Europese normen voor huishoudelijke apparaten en voor energiemeters.

maandag 25 februari 2019

Nieuw portaal voor elektrisch laden

De vier grote steden (G4) en MRA-Elektrisch lanceren een nieuw portaal met realtime inzicht in het elektrisch laden in Nederland. Op de website evdata.nl laat de ontwikkeling en de actuele stand van het elektrisch laden in Nederland zien, gebaseerd op gegevens van meer dan 11.000 openbare laadpunten. Met het portaal is de ontwikkeling van het elektrisch rijden op de voet te volgen én te sturen.

In het project MRA-Elektrisch werken 80 gemeenten en de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht sinds 2012 samen. Ze stimuleren elektrisch rijden onder meer door het plaatsen van publieke laadpalen. Binnen MRA-Elektrisch gaan gemeenten in Noord-Holland, Flevoland en Utrecht nu een netwerk van openbare laadpalen opzetten. De G4-steden doen dat in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam. Al deze palen opgeteld vormen zeker 65% van alle openbare laadpalen in Nederland. De Hogeschool van Amsterdam (HvA) bundelt en analyseert de data van deze palen.

Naast de uitrol van het openbare laadpaalnetwerk laat de website ook het aantal unieke gebruikers van de laadpalen zien. Verder wordt getoond hoeveel kWh een paal verbruikt en hoeveel kWh per sessie wordt geladen. Hiermee komen de G4-steden en MRA-Elektrisch tegemoet aan de grote vraag naar actuele laadgegevens. Elektrisch rijden groeit sterk, zo blijkt uit de cijfers. Zo werd in 2017 maar liefst 19.075.529 kWh geladen, wat neerkomt op ruim 95 miljoen ‘schone’ kilometers. Dit is een groei van 24% ten opzichte van 2016.

Met de uitrol van een publiek laadnetwerk maken MRA-Elektrisch en de G4-steden serieus werk van de energietransitie, en zetten zij in op minder uitstoot van fossiele brandstoffen. De laadpalen worden goed gebruikt en leveren groene stroom, wat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen en een betere luchtkwaliteit.

TenneT investeert 2,3 miljard in energietransitie

TenneT wil zich, naast grootschalige nationale en internationale netuitbreidingen, intensiever richten op innovaties en het optimaliseren van de huidige hoogspanningsnetten. Dat blijkt uit het geïntegreerde jaarverslag over 2018 dat de Nederlands-Duitse hoogspanningsnetbeheerder TenneT een dezer dagen presenteerde.

In de wetenschap dat de energietransitie alleen mogelijk is met een hoog niveau van internationale verbondenheid is ook op het gebied van integratie van de Noordwest-Europese elektriciteitsmarkten volgens TenneT goede vooruitgang geboekt. De interconnector tussen Nederland en Duitsland (Doetinchem-Wesel) is in september in operatie gegaan. De onderzeese COBRA-kabel tussen Nederland en Denemarken is 'aangeland' op het aansluitpunt in de Eemshaven en zal later dit jaar operationeel zijn. En met de in aanbouw zijnde NordLink-kabel zullen de Duitse en de Noorse markten voor het eerst direct met elkaar zijn verbonden. Deze interconnector van 624 km lengte zal naar verwachting in 2021 klaar zijn.

Internationale verbindingen leveren extra leveringszekerheid in de verbonden markten én brengen een onderling gekoppelde Europese markt voor duurzame energie tot stand. Met COBRA-kabel in 2019 en NordLink in 2021 zal TenneT in totaal 16 interconnectoren beheren, waarmee het hoogspanningsnet van TenneT een cruciale link in het Europese elektriciteitssysteem vormt.

De ontwikkeling van een net op zee op de Nederlandse Noordzee vordert als gepland. Het onderstel van het Borssele Alpha transformatorplatform is op zee geïnstalleerd, het platform zelf bevindt zich in de laatste bouwfase op de werf van HSM in Schiedam. Tot en met 2023 bouwt TenneT de offshore netaansluitingen voor de windenergiegebieden Borssele, Hollandse Kust Zuid en Hollandse Kust Noord, samen goed voor een capaciteit van 3.500 megawatt (MW).

Intussen is TenneT door de Nederlandse overheid ook aangewezen om de volgende fase van windenergie  op zee tot 2030 aan te sluiten op het Nederlandse hoogspanningsnet. Hierbij gaat het om nog eens 6.100 MW. Windgebied IJmuiden Ver (4.000 MW) gaat door TenneT waarschijnlijk worden aangesloten met twee gelijkstroom- in plaats van wisselstroomverbindingen; met een capaciteit van elk 2.000 MW (2 GW). Dit zou een wereldwijde primeur zijn. Op deze manier wordt er optimaal gebruik gemaakt van de schaalgrootte van dit gebied. Dit sluit ook aan bij de wens van de windindustrie naar grotere windparken. De nieuwe technieken besparen kosten en zorgen voor een kleiner ruimtebeslag. Het ministerie van Economische zaken zal binnenkort een besluit nemen over de te gebruiken aansluitmethode. 

TenneT boekte opnieuw sterke financiële resultaten en investeerde 2,3 miljard euro in Nederland en Duitsland om de energietransitie vooruit te brengen en tegelijkertijd de leveringszekerheid op hoog niveau te houden.

Windmolenbouwers testen ruis bij LOFAR-antennes

Bouwers van het windpark De Drentse Monden en Oostermoer in de Veenkoloniën gaan vanaf vandaag een eerste testmeting doen op het gebied van elektromagnetische straling, meldt RTV Noord.

Het testen is van belang voor de LOFAR-telescoop in het Drentse gebied. Met de telescoop wordt onderzoek naar de ruimte gedaan en de antennes blijken erg gevoelig voor ruis.

De windmolenbouwers hebben al afgesproken met eigenaar ASTRON dat de turbines worden aangepast en dat de storende straling wordt teruggebracht.

zaterdag 23 februari 2019

Vattenfall maakt snert in Thialf nóg groener met GreenBattery

De keuken waar de snacks voor het publiek worden bereid tijdens de wereldkampioenschappen in schaatsstadion Thialf dit weekend draait dit jaar op volledig duurzame stroom: de GreenBattery vervangt het gebruikelijke dieselaggregaat en wordt bovendien gevoed door het zonnedak van Thialf. De batterij, gebouwd door Alfen uit Almere, is vrijdag 22 februari geplaatst en bespaart gedurende het weekend circa 400 liter diesel en 1.000 kg CO2.

Voor Thialf betekent volledige inzet van GreenBatteries een besparing van 4.500 liter en 11.700 kg CO2 per seizoen.

De GreenBattery is een mobiele accu waarin grote hoeveelheden elektriciteit uit wind en zon worden opgeslagen. De batterij stoot geen CO2, NOx en fijnstof uit, en is bovendien stil. De batterij is vóór plaatsing opgeladen met stroom uit wind en wordt tijdens het evenement bijgeladen met zonnestroom van het dak van Thialf, dat bestaat uit 5.000 panelen - geplaatst door Vattenfall en medegefinancierd door de provincie Friesland.

Marc Winters, directeur van Thialf, is bijzonder trots op het groene stadion en de duurzame oplossingen voor sporters en bezoekers. “In 2017 openden we het nieuwe Thialf en sindsdien timmeren we hard aan de weg om volledig klimaatneutraal te worden in 2020. Bij grote evenementen zoals dit weekend waren we voorheen genoodzaakt dieselaggregaten in te zetten om aan de piekvraag te voldoen. Met de GreenBattery biedt onze energiepartner Vattenfall een duurzame oplossing die géén uitstoot, lawaai of stank met zich meebrengt.”

vrijdag 22 februari 2019

Stijging resultaat Eneco

Eneco heeft in 2018 de financiële resultaten verder verbeterd, na een forse groei in 2017. Het bedrijfsresultaat (EBIT) is gestegen naar 162 miljoen euro in 2018 (2017:158 miljoen). Ook de bruto marge en overige opbrengsten zijn hoger uitgekomen, op 1,082 miljard euro (2017: 1,052 miljard). De omzet steeg met 25 procent tot 4,183 miljard euro (2017: 3,355 miljard), vooral als gevolg van acquisities. De winst na belastingen is duidelijk hoger uitgekomen op 136 miljoen euro (2017: 127 miljoen), vooral als gevolg van aanpassingen in de vennootschapsbelasting.

Eneco heeft in 2018 focus aangebracht in de uitvoering van de strategie. Een voorbeeld is de overname van ongeveer 200.000 particuliere en zakelijke klanten van de Nederlandse verkoop- en leveringsactiviteiten van E.ON. Hiermee steeg het aantal klantcontracten in 2018 naar bijna 6 miljoen, waarmee wij als enige van de grote energiebedrijven marktaandeel wonnen op de consumentenmarkt. Anderzijds werden de zonactiviteiten in Frankrijk en een gedeelte van ons aandeel in Borssele III & IV verkocht. Er werd ook een verandertraject gestart voor de Nederlandse organisatie, dat gericht is op een betere klantervaring, onder andere door digitalisering en geïntegreerde klantbenadering. Het traject heeft een beoogd doel van 100 miljoen euro resultaatverbetering in 2020, waarmee Eneco goed op weg is.

Duurzame energie van iedereen blijft de missie van Eneco. Wij investeren in totaal 248 miljoen euro in 2018 (2017: 156 miljoen). Onder andere in hernieuwbare bronnen zoals nieuwe zon- en windparken (121 miljoen), bijvoorbeeld de windparken Hogezandse Polder, Nieuwe Waterweg, Slufterdam, het Belgische Cordona en Borssele III & IV.

Warmteproductie en warmtenetten spelen een cruciale rol in ieder plan voor de verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening. Eneco investeerde hierin 78 miljoen euro afgelopen jaar, onder andere in de onlangs in werking gestelde duurzame biowarmte installatie in Utrecht.

De gascentrale Enecogen werd voor 19 miljoen euro aangepast, onder andere om te fungeren als herstelvoorziening (‘black start’) voor het hoogspanningsnet. Het is één van de drie noodvoorzieningen van Tennet in Nederland.

Eneco heeft in 2018 241 miljoen euro geïnvesteerd in overnames. Naast de E.ON klantportfolio werd in december de optie gelicht om het Duitse Lichtblick geheel in eigendom te krijgen.

Stichting Warmtenetwerk stelt met sector Richtlijn Warmtemeting op

Stichting Warmtenetwerk heeft met partners uit de warmtesector het voortouw genomen om een richtlijn te ontwikkelen welke afspraken omvat die nodig zijn om tot een goede warmtemeting te komen. De Richtlijn Warmtemeting is aangeboden aan het ministerie van EZK, RVO, ACM en AT.

De warmtesector maakt zich op voor groei en professionalisering. Qua regelgeving loopt de warmtesector achter op de sectoren elektriciteit en gas. Bij deze laatste zijn vanuit de elektriciteitswet en gaswet zogenaamde meetcodes aangewezen. Hierin is opgenomen waaraan de comptabele meting van elektriciteit van gas en elektriciteit dient te voldoen. Bij warmte is er nog geen sprake van een meetcode warmte. Wel is in de warmtewet art. 8.6 een haakje opgenomen naar nog ontwikkelen lagere regelgeving op het gebied van warmtemeting: ‘Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de eisen waaraan een meetinrichting ten minste voldoet, waarbij ten aanzien van meetinrichtingen die op afstand uitleesbaar zijn in ieder geval regels worden gesteld ten aanzien van de beveiliging van meetgegevens.’

Circa een jaar geleden zijn onder regie van Stichting Warmtenetwerk warmtebedrijven, meetbedrijven, CertiQ (belast met de meting van warmte ten behoeve van de SDE+ subsidie) en leveranciers van warmtemeters bij elkaar gekomen om de wenselijkheid van de totstandkoming van een meetcode warmte te bespreken. Zij besloten om vanuit de markt te starten met het opstellen van een meetcode. Omdat het vooralsnog gaat om een initiatief vanuit de sector zelf, is er nog geen wettelijke verankering en spreken we daarom van een richtlijn warmtemeting. De richtlijn bevat de afspraken (techniek, communicatie, data verkeer, administratie) die nodig zijn om tot een goede warmtemeting te komen en hoe te handelen indien de juistheid van een meter wordt betwist.

In het jaar 2018 is door circa 20 medewerkers van circa 10 organisaties gewerkt aan de totstandkoming van de richtlijn. De stuurgroep van de richtlijn bestaat uit Philip van der Zwan (Nuon), Cor Alberts (Sentiunt), Robbert van der Wal (Eneco) en Wim Mans (Stichting Warmtenetwerk en Innoforte). De juristen van de (grote) warmtebedrijven hebben, voor zover mogelijk, getoetst op juistheid en consistentie. De warmtebedrijven willen aan de slag met de implementatie van de richtlijn. De richtlijn wordt beheerd door Stichting Warmtenetwerk en is voor iedereen te downloaden.

De Richtlijn Warmtemeting is aangeboden aan het ministerie van EZK, RVO, ACM en AT. AT staat voor Agentschap Telecom, zij zijn belast met het toezicht op grond van de metrologiewet. De bedoeling hiervan is tweeledig. Als eerste vernemen wij graag van deze partijen op- en aanmerkingen, maar daarnaast nodigen wij genoemde partijen uit om na te gaan of er inderdaad een wettelijke meetcode warmte dient te komen. Zo lang die er niet is zullen vele (maar waarschijnlijk niet alle) warmtebedrijven zich op basis van vrijwilligheid (zelfregulering) committeren aan de richtlijn.

Gebruik groen gas bij Alliander weer gestegen

Het gebruik van gas verandert. Alternatieven voor aardgas zoals groen gas stomen op. Het zijn vooral afvalverwerkers, waterschappen en boerenbedrijven die dit duurzame gas aan de netten leveren. Ze vergisten hun restafval tot biogas waarna het wordt opgewaardeerd totdat het dezelfde kwaliteit als aardgas heeft.

Sinds in 2012 voor het eerst groen gas in het Alliander net stroomde, is de markt gestaag gegroeid. In 2018 werd in de gebieden waarin Alliander de netten beheert 32 miljoen m3 groen gas geleverd. Vergelijkbaar met het gasverbruik van ruim 21.000 woningen. In heel Nederland worddt zo'n 100 miljoen m3 groen gas ingevoed. De cijfers lijken indrukwekkend, maar zijn dat nog niet. In het verzorgingsgebied bestond een klein deel van het getransporteerde gas uit groen gas: 1,64 procent in de zomer en 0,5 procent in de winter.

De overstap naar groen gas draagt flink bij aan CO2-reductie. Bij de verbranding van aardgas wordt CO2 uitgestoten, terwijl groen gas wordt geproduceerd met natuurlijke energiebronnen zoals koeienmest en tuinafval. Eén van de doelstellingen in het Klimaatakkoord is om in 2030 2 miljard m3 groen gas in te voeden. Daarvoor zijn in Nederland nog zo'n 300 tot 400 leveranciers van groen gas voor nodig.

Meldpunt Energielasten Senioren

De energierekening stijgt hard. Veel harder dan eerder voorspeld door het kabinet. “Dit is een klap voor mensen met een kleine beurs. Waaronder ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen. Hun koopkracht loopt al jaren terug”, stelt directeur Manon Vanderkaa. KBO-PCOB wil koopkrachtverbetering voor senioren. Dus geen hogere rekening voor wie dat niet kan betalen. Hoog tijd voor een meldpunt.

Wat betekent de stijgende energierekening voor senioren? Vanaf vandaag kunnen zij hun ervaring delen op het Meldpunt Energielasten Senioren.

Wie ouder wordt, geeft vaak meer uit aan stookkosten. Een stijging van de energielasten hakt er bij senioren dus harder in. Twee oorzaken zijn hiervoor aan te wijzen: ouderen wonen vaker in verouderde en slecht geïsoleerde huizen en senioren hebben het door medische oorzaken, denk aan een hoge bloeddruk of langzamere bloedcirculatie, vaker kouder.

Veel senioren maken zich zorgen over de vraag wie de kosten voor duurzame energie gaat betalen. Prijzen voor energie stegen al in 2018 en stijgen verder in 2019. De energierekening valt volgens het CBS gemiddeld 334 euro hoger uit. Onrust hierover groeide nadat bleek dat het kabinet verouderde gegevens gebruikte bij het voorspellen van de energierekening in 2019.

Manon Vanderkaa: “KBO-PCOB wil koopkrachtverbetering, dus geen hogere rekening voor wie dat niet kan betalen. Klimaat en energie staan volop in de belangstelling. De betaalbaarheid van de energietransitie is daarbij een belangrijk thema.”

KBO-PCOB vindt duurzaamheid belangrijk, vanuit de zorg voor de leefomgeving en de volgende generaties. “Daarbij vragen we nadrukkelijk aandacht voor de betaalbaarheid van maatregelen. Het leeuwendeel daarvan zou niet bij de huishoudens moeten liggen. We hebben daarbij vooral aandacht voor mensen met een lager inkomen. Denk aan mensen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen, zeker als ze een oudere eigen woning hebben met hoge stookkosten, of een huurwoning met sterk stijgende woonlasten. Senioren mogen niet opnieuw kind van de rekening worden!”

donderdag 21 februari 2019

Nuon Sales mag Delta Energie overnemen

N.V. Nuon Sales, onderdeel van de Vattenfall-groep mag Delta Energie B.V. overnemen. Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op 18 februari 2018 besloten. Er blijft na de overname voldoende concurrentie over.

ACM heeft onderzocht of de activiteiten van beide partijen elkaar overlappen en of daardoor de mededinging zou kunnen worden beperkt.

De overlap beperkt zich in hoofdzaak tot de verkoop van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers. Door de overname van Delta neemt het aandeel van Nuon op die markt in geringe mate toe; er blijven voldoende concurrenten over, waaronder Eneco en Essent.

Air Products start met de certificering van duurzame waterstof in Europa

Air Products een van de eerste ondernemingen die CertifHY-Garanties van Oorsprong verkrijgt; duurzaam geproduceerde waterstof nu beschikbaar bij waterstof tankstations

Air Products, de grootste leverancier van waterstof ter wereld, is begonnen met een pilot voor de uitgifte van de eerste garanties van oorsprong (Guarantees of Origin) onder het CertifHY-programma voor waterstof geproduceerd uit hernieuwbare energie.

De garanties van oorsprong worden uitgegeven voor de waterstof die geproduceerd wordt bij de chloralkali electrolyse fabriek van Nouryon in Rotterdam (voorheen AkzoNobel Specialty Chemicals). De fabriek gebruikt windenergie als onderdeel van haar energiemix. De duurzame energie is afkomstig van de onlangs opgeleverde Krammer en Bouwdokken windparken in Nederland. Nadat de waterstof eenmaal geproduceerd is, wordt het gas door Air Products opgewerkt voordat het via de bestaande waterstofpijpleiding in het Rotterdamse havengebied voor commercieel gebruik aangeboden wordt.

Als onderdeel van de pilot zullen twee klanten van Air Products, die actief zijn in de mobiliteitssector, de garanties van oorsprong voor de duurzaam geproduceerde waterstof ontvangen. De eerste is H2 MOBILITY Deutschland, een organisatie die een netwerk van waterstof tankstations in Duitsland exploiteert; de tweede is Transport for London, een openbaar vervoerbedrijf, dat waterstofbussen in de Britse hoofdstad heeft rijden.

De pilot is onderdeel van CertifHy, het eerste Europese programma voor Guarantees of Origin voor koolstofarm en duurzaam geproduceerde waterstof. Omdat het systeem in heel Europa toepasbaar is, kan er met behulp van deze garanties van oorsprong een innovatieve en transparante waterstofmarkt gecreёerd worden. Air Products, wereldwijd de grootste leverancier van waterstof aan raffinaderijen voor de productie van schone brandstoffen, heeft daarnaast uitgebreide ervaring in de markt voor waterstof als transportbrandstof.

Flexibel inspelen op elektriciteitsvraag om overbelasting te voorkomen

Een flexibiliteitsservice, waarbij overbelasting van het elektriciteitsnetwerk voorkomen wordt door de energievraag te verschuiven in de tijd, kan dienen als alternatief voor netverzwaring. Dat blijkt uit de pilot ‘Flex as a service’, waarin Enexis Netbeheer, iwell en Woonbedrijf Eindhoven samenwerkten. In deze pilot is onderzocht hoe een flexibiliteitsservice er uit zou kunnen zien. Uit deze pilot is gebleken dat het plaatsen van een reservering voor het daadwerkelijk uitvragen van flexibiliteit grote invloed heeft op de leveringszekerheid. Daarnaast bleek dat marktprijzen vaak niet tegenstrijdig zijn aan belangen van de netbeheerder.

Centraal in de pilot stond de vraag of overbelasting van het elektriciteitsnetwerk te voorkomen is door de energievraag te verschuiven in de tijd. In de pilot is onderzocht hoe een flexibiliteitsservice er uit zou kunnen zien. Daarvoor heeft iwell in een appartementencomplex van Woonbedrijf Eindhoven een batterij geplaatst. Deze batterij kon de pieken van de lift ter plaatse op vangen waardoor Woonbedrijf Eindhoven toe kon met een kleine elektriciteitsaansluiting. Daarnaast is de batterij ingezet om te handelen op elektriciteitsmarkten én de netbeheerder te helpen pieken op het net te verlagen. Jan Willem de Jong van iwell: “Daarvoor legden we samen met ICT Automatisering een digitale verbinding aan tussen het opslagsysteem en Enexis Netbeheer, zodat we met de batterij kunnen inspringen als de netbeheerder dit vraagt.” Het gebruik van de batterij voor handel op elektriciteitsmarkten is moeilijk voorspelbaar. In de pilot is gebleken dat de elektriciteitsprijzen zelden strijdig zijn met de behoefte van de netbeheerder.

Tijdens de pilot stuurde Enexis Netbeheer, op basis van voorspellingen over de netbelasting, geautomatiseerde signalen naar de batterij om te laden of ontladen en zo het elektriciteitsnet te ontzien. Bijvoorbeeld door de batterij overdag op te laden als de zonnepanelen volop energie opwekken. Of de batterij te ontladen als in de avond alle elektrische auto’s om stroom vragen. De belasting van het elektriciteitsnet is afhankelijk van vele factoren. Bijvoorbeeld of de zon schijnt. En de zon is soms lastig te voorspellen. Daarom is een variëteit aan scenario’s getest. In sommige scenario’s werd vóór de daadwerkelijke uitvraag eerst de benodigde flexibiliteit gereserveerd. Op deze manier kon iwell anticiperen op deze behoefte, bijvoorbeeld door de batterij vooraf al volledig op te laden. Een belangrijke bevinding van de pilot is dat het plaatsen van een reservering voor de flexibiliteit resulteerde in grotere kans dat deze ook geleverd werd.

Enexis Netbeheer experimenteert al door de markt met een ‘flexibiliteitsmarkt’ uit te dagen om flexibiliteit te bieden tegen zo laag mogelijke kosten. Hier kunnen meerdere aggregators flexibiliteit in de markt aanbieden. Zij kunnen echter ook besluiten geen flexibiliteit aan te bieden bij een uitvraag van de netbeheerder. Daardoor kan de netbeheerder dus ook misgrijpen. In de pilot ‘Flex as a Service’ experimenteerden we met een alternatief model. Daarbij sluit de netbeheerder een contract af voor langere tijd met 1 marktpartij. Op deze manier kan de zekerheid op de levering worden verhoogd. In de toekomst zouden dit soort contracten bijvoorbeeld via een aanbestedingsprocedure tot stand kunnen komen.

De opkomst van elektrische auto’s, zonnepanelen en windmolens zorgen met toenemende mate voor capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet. De klassieke oplossing voor capaciteitsproblemen is het leggen van dikkere kabels, deze oplossing is arbeidsintensief en vraagt hoge investeringen. We kunnen die piek namelijk ook verlagen. Bijvoorbeeld door een gedeelte van de auto’s in de nacht op te laden of door batterijen in te zetten om het netwerk te ontlasten. Dat heet in vaktermen ‘Flexibiliteit’. Ton van Cuijk, DSO architect bij Enexis Netbeheer: ”De netbeheerder hoeft dan niet zelf grote en dure batterijen te plaatsen, maar koopt flexibiliteit in de markt geleverd door bestaande (batterij)systemen. Hiermee experimenteert Enexis Netbeheer met een slim alternatief om het stroomnet voor te bereiden op een duurzame toekomst. Een toekomst met meer elektrisch vervoer, meer zonnepanelen, meer windenergie en all-electric woningen."

woensdag 20 februari 2019

Zeeland krijgt mogelijk tweede zonnepark

Zeeland krijgt er vermoedelijk een zonnepark bij. SolarEnergyWorks wil 35 hectare aan zonnepanelen langs de A58 bij Kapelle leggen, een gebied zo groot als ongeveer zeventig voetbalvelden.

Het zonnepark zou het op-een-na-grootste zonnepark van Zeeland worden. In Vlissingen-Oost ligt voor 50 hectare aan zonnepanelen.

Vóór de afslag naar Kapelle ligt nu nog een stuk landbouwgrond van vijf eigenaren. Het bedrijf heeft de grondeigenaren benaderd om het stuk land over te nemen.

Alliander in 2018: financieel solide, operationeel uitdagend

Netbeheerder Alliander heeft in 2018 opnieuw flink geïnvesteerd in de versterking en uitbreiding van de energienetten. De uitvoering stond onder druk als gevolg van de gestegen vraag naar aansluitingen en vermogen op het elektriciteitsnet en het landelijk tekort aan technisch personeel. Het netwerkbedrijf behaalde verder een solide financieel resultaat met een hogere netto omzet en winst. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde jaarverslag.

De totale bedrijfsopbrengsten van Alliander zijn in 2018 gestegen met 228 miljoen tot 2.068 miljoen (2017:€ 1.840 miljoen). Hierin is inbegrepen het eenmalige effect van de verkoop van dochteronderneming Allego (105 miljoen). Het resultaat na belastingen exclusief bijzondere posten steeg naar 261 miljoen (2017: € 206 miljoen). De investeringen blijven verder toenemen. In 2018 heeft Alliander in totaal 731 miljoen euro geïnvesteerd, tegenover 666 miljoen in 2017. De kosten voor onderhoud en storingen kwamen uit op 283 miljoen (2017: 243 miljoen).

De leveringsbetrouwbaarheid van de netten was met 99,997 procent onverminderd hoog. De gemiddelde tijd dat onze klanten zonder elektriciteit zaten, steeg desondanks in 2018 naar 30,6 minuten (2017: 20,9 minuten). De uitvalduur wordt grotendeels veroorzaakt door enkele grote storingen, waarbij de storing op 9 maart in Amsterdam het meest opvallend was. Uit onderzoek blijkt dat het beveiligingssysteem van elektriciteitsverdeelstation Frederiksplein niet goed heeft gewerkt. Een bewakingssysteem dat continu controleert of de beveiliging nog werkt moet herhaling voorkomen.

Alternatieve warmtevoorziening Zuid-Holland dichterbij

De gemeenteraad van Rotterdam heeft op 7 februari 2019 in ruime meerderheid ingestemd met een bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland waarin investeringen in warmtelevering vanuit de Rotterdamse haven naar Leiden zijn vastgelegd. Op 30 januari 2019 gingen Provinciale Staten akkoord met deze afspraken. De komst van een warmtenet naar Leiden is hiermee een stap dichterbij gekomen. Benutting van restwarmte uit de Rotterdamse haven helpt om de uitstoot van CO2 terug te dringen en is cruciaal om de afhankelijkheid van Gronings aardgas te verminderen.

De bestuursovereenkomst regelt investeringen in de Leiding over Oost. De overheid houdt zeggenschap over de aan te leggen infrastructuur. Gekozen wordt voor een systeem dat op termijn door verschillende bronnen gevoed zal worden, zogeheten ‘open access’, al zullen bestaande leveringscontracten worden gerespecteerd en legt de diameter van de pijp beperkingen op. De gemeente Rotterdam stelt €118 miljoen aan het Warmtebedrijf Rotterdam beschikbaar, waarmee onder meer de Leiding over Oost kan worden gerealiseerd. De provincie stort €137,5 miljoen in het Warmte Participatie Fonds, eveneens bestemd om onder meer de Leiding over Oost mogelijk te maken.

Het tracé van de Leiding over Oost loopt vanaf Rotterdam-Zuid, gaat daarna recht naar het noorden en passeert Zoetermeer aan de oostkant. De nieuwe leiding biedt de mogelijkheid om bedrijven en woningen langs het tracé aan te sluiten, waaronder de brouwerij van Heineken. De nieuwe leiding eindigt in Leiden. In Leiden ligt al een warmtenet die op dit moment gevoed wordt met warmte uit een gasgestookte elektriciteitscentrale midden in het centrum. Op dit warmtenet zijn nu circa 13.000 woningen aangesloten.

De provincie heeft de ambitie om heel Zuid-Holland te voorzien van gekoppelde warmtenetten. De industrie in de Rotterdamse haven blaast nu jaarlijks meer warmte de lucht in dan alle huizen en kassen in Zuid-Holland in dezelfde periode verbruiken. Dat is zonde van de aanwezige restwarmte. Bovendien heeft Rotterdam de uitdaging om energie zowel schoon, betaalbaar als voor iedereen toegankelijk te maken. De verwachting is dat de Rotterdamse industrie ook in de toekomst, als fossiele bronnen zijn afgebouwd, restwarmte blijft produceren. Het is de bedoeling om warmtenetten in de toekomst behalve met restwarmte ook met aardwarmte te voeden. De ondergrond van de provincie is namelijk erg gunstig voor de winning van aardwarmte. De warmtenetten krijgen buffers die de leveringszekerheid garanderen en punten waar pieken in de elektriciteitsproductie, bijvoorbeeld uit windenergie, worden omgezet in warmte.

Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en EBN bereiden project voor

Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en EBN bereiden gezamenlijk een CCUS (Carbon Capture Usage and Storage) project voor waarbij CO2 van de industrie wordt getransporteerd naar en opgeslagen in lege gasvelden diep onder de Noordzeebodem. De drie bedrijven werken gezamenlijk aan de voorbereiding van dit project onder de naam Porthos: Port of Rotterdam CO2 Transport Hub & Offshore Storage.

Het Porthos project wordt ontworpen als algemeen toegankelijke transport- en opslag infrastructuur waarop meerdere partijen CO2 kunnen aanleveren. Om helder te krijgen welke bedrijven hierin geïnteresseerd zijn en wanneer zij hoeveel CO2 zouden willen en kunnen aanleveren is een zogeheten Expression of Interest proces gestart. Bedrijven kunnen hun interesse voor 1 april 2019 kenbaar maken.

Het Expression of Interest proces is onderdeel van de voorbereidingen van het Porthos project. Een beslissing over realisatie van Porthos zal naar verwachting in de loop van 2020 genomen worden.

Provincie adviseert minister over onderzoek naar aardwarmte in Utrecht

Aardwarmte (geothermie) kan een nieuwe bron worden voor de verwarming van huizen en gebouwen. Aardwarmte wordt gewonnen uit diepe aardlagen onder de grond. In de regio Utrecht is nog weinig bekend over de beschikbaarheid van aardwarmte. De provincie Utrecht stimuleert het onderzoek naar de mogelijkheden en wil dat aardwarmte op een veilige en verantwoorde manier naar boven wordt gehaald. Zonder gevaar van aardbevingen of vervuiling van grond- en drinkwater. Ook adviseert de provincie de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) bij vergunningen voor de opsporing en winning van aardwarmte.

In 2018 is door twee partijen bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, voor twee projecten, een aanvraag gedaan voor een opsporingsvergunning in de provincie Utrecht. De aanvraag heeft betrekking op het grondgebied van de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden en Zeist. In overleg met deze gemeenten, de waterschappen en de waterbedrijven heeft de provincie de minister over deze aanvraag geadviseerd.

De provincie vindt het belangrijk dat voldoende rekening wordt gehouden met lokale en regionale belangen (bijv. drinkwater, natuur en ruimtelijke inpassing van activiteiten) en dat de omgeving wordt betrokken bij het onderzoek. Gedeputeerde Mariette Pennarts: “In het advies vragen wij de minister om de omgeving zo goed mogelijk in het onderzoek te betrekken en de lokale en regionale belangen, zoals drinkwater en natuur, in dit gebied mee te laten wegen in de eventuele vergunningverlening. Ook vragen wij om een aantal voorschriften op te nemen om eventuele negatieve effecten op de water- en milieukwaliteit tegen te gaan en ook de kans op bodemtrillingen te verkleinen”.

De provincie is voorstander van verder onderzoek naar aardwarmte, omdat aardwarmte een de nieuwe bron van verwarming en elektriciteit kan betekenen. Gedeputeerde Pim van den Berg: “Er zijn op dit moment zo’n 23 ‘gewone’ aardwarmteprojecten in Nederland. Voornamelijk in het westen van het land waar veel inzicht is in de ondergrond. Zogenaamde ‘ultradiepe’ aardwarmte projecten (dieper van 4 km) zijn in Nederland nog niet gerealiseerd. Ultradiepe aardwarmte is extra interessant vanwege de mogelijkheid om ook elektriciteit op te wekken. Dat kan mogelijk een groot aantal zonneweiden en windmolens schelen.

dinsdag 19 februari 2019

Enexis Netbeheer vervangt preventief deel Itron gasmeters

In december 2018 kondigde Enexis Netbeheer aan bijna 50.000 slimme gasmeters van fabrikant Itron preventief te vervangen. Deze meters waren afkomstig van een nieuwe productielijn. Na verder kwaliteitsonderzoek bleek dat de fabrikant onvoldoende kon aantonen dat andere meters uit dezelfde productielijn veilig blijven. Ondanks dat er geen acuut veiligheidsrisico is, was dit voor Enexis Netbeheer toch reden om deze meters uit voorzorg te vervangen.

Inmiddels is bijna 90 procent van de Itron-meters vervangen. Daarmee ligt de netbeheerder op schema en de verwachting is dat vrijwel alle meters uiterlijk 1 maart 2019 vervangen zijn. Waar het voor die datum niet gaat lukken om tot een afspraak te komen met de klant voor de meterwissel, wordt per situatie bekeken hoe de wissel zo spoedig mogelijk alsnog gepland kan worden. Er hebben zich geen incidenten met deze meters voorgedaan.  

Door de vervangingsoperatie van de Itron-meter was de grootschalige aanbieding voor de slimme gasmeters tijdelijk stopgezet. Als eerste worden nu de openstaande klantvragen voor het plaatsen van een slimme gasmeter verwerkt. Daarna wordt ook de grootschalige aanbieding weer hervat. Vanaf dat moment wordt bij consumenten, bij het plaatsen van de slimme meter, weer zowel een elektriciteitsmeter als een gasmeter geplaatst. Met consumenten bij wie de afgelopen periode alleen een elektriciteitsmeter is geplaatst, wordt contact opgenomen voor het maken van een nieuwe afspraak voor het vervangen van de gasmeter.

Gelderland eerste gecertificeerde provincie op CO2- prestatieladder

Provincie Gelderland certificeerde zich op de CO2-Prestatieladder voor niveau 3. Jan Markink, gedeputeerde van de provincie Gelderland, nam woensdag 13 februari 2019 het certificaat in ontvangst. Een mooie stap richting een klimaatneutrale organisatie in 2030.

Gedeputeerde Jan Markink is trots op het behalen van het certificaat op de CO2 prestatieladder. ‘Het nieuwe huis der provincie is al zo duurzaam mogelijk gebouwd. Maar binnen onze bedrijfsvoering kijken we of onze CO2-uitstoot nog verder omlaag kan. Met het behalen van dit certificaat zetten we weer een flinke stap in onze ambities om in 2030 klimaatneutraal te zijn. We willen hiermee een goed voorbeeld zijn voor andere organisaties om zelf aan de slag te gaan.’

De ladder heeft vijf niveaus. Elk niveau staat voor de mate van terugdringen van de CO2-uitstoot. De provincie als organisatie krijgt nu een certificaat op niveau 3. Bij de niveaus 1 tot en met 3 maakt een organisatie werk van de uitstoot van de eigen organisatie. Vanaf niveau 4 speelt de uitstoot van leveranciers een rol. Dat betekent dat we nu inzicht hebben in ons energieverbruik. En waar we dus op kunnen bezuinigen. We nemen maatregelen om het verbruik te verminderen en stellen doelen hoeveel onze CO2 uitstoot omlaag moet. SKAO (Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen) kent in Nederland de certificering toe.

De provincie wil in 2030 een klimaatneutrale organisatie zijn. Om dit te bereiken, stelden we een klimaatplan op voor onze interne organisatie. Een plan wat aansluit bij de CO2-ambities uit onze omgevingsvisie. Onder klimaatneutraal verstaan we naast CO2-neutraal ook energieneutraal en afvalloos.

'Kijk niet te technisch naar de emissieloze toekomst’

Om te werken aan een emissieloze samenleving zal vooral in de regio de puzzel met elkaar moeten worden gelegd. Dat stelt Pallas Agterberg, directeur Strategie bij Alliander, in een podcast van het programma Wij maken Nederland, waarin wordt gesproken over de ontwikkeling van de energietransitie en de ruimtelijke vraagstukken die daarbij komen kijken.

In de podcast wordt uitgebreid ingegaan hoe de transitie naar een emissieloze samenleving eruit ziet en wat daarbij aan inpassingsvraagstukken komt kijken. “Het is niet alleen een vraagstuk voor grote bedrijven of de energiesector. Het is een vraagstuk voor de hele samenleving, met grote effecten op de gebouwde omgeving, de mobiliteit en de landschappelijke inpassing”, vertelt Agterberg. “Het is daarbij erg belangrijk om samen te kijken hoe je de route naar de toekomst wil maken. De kunst is daarbij om het niet alleen vanuit de techniek te bekijken, maar ook vanuit de impact op het leven van mensen, die in de toekomst anders gaan wonen, leven en reizen.”

In het gesprek gaat de directeur strategie onder meer in op het belang van een regionale aanpak en het leggen van de lokale puzzel. “Er worden nu plannen gemaakt om nationaal niveau, maar uiteindelijk moet het in de regio’s gebeuren. Dus op wijkniveau kijken welke keuze je met elkaar kunt maken, waarbij er een regierol ligt voor de gemeente. Een individuele oplossing is daarbij vaak lastig. Alleen isoleren van je huis is een maatregel die iedereen altijd kan doen.”

In de uitzending wordt ook ingegaan op het belang van efficiënte en slimme oplossingen. Agterberg: “Als we kijken naar de toekomstige energievraag, dan zouden in theorie de komende tien jaar net zoveel aan netten bijbouwen als we de afgelopen 100 jaar in totaal hebben gedaan. We moeten dus met elkaar kijken naar verstandige keuzes, zoals aanbod en vraag dichtbij elkaar brengen of slimme oplossingen om de netten nog beter te benutten.”

maandag 18 februari 2019

Solar Highways officieel geopend

Op 18 februari 2019 opende minister Cora van Nieuwenhuizen (IenW) in Uden het innovatieve project Solar Highways. Het geluidscherm, aan de oostzijde van de A50 is wereldwijd het grootste tweezijdig werkende (bi-faciale) zonnegeluidsscherm (400 meter) dat groene stroom opwekt. Solar Highways is een uniek, vernieuwend en duurzaam initiatief van ECN part of TNO, SEAC Rijkswaterstaat en Heijmans.

Onderzoekscentrum SEAC is een van de initiatiefnemers van Solar Highways. SEAC is inmiddels onderdeel van TNO, waarmee de gezamenlijke slagkracht op het onderwerp zonne-energie toepassingen enorm is toegenomen. SEAC en ECN part of TNO hebben voor dit project de internationale ervaringen met zonnegeluidsschermen in kaart gebracht.

Asbestvrije daken en 100% groene stroom voor Univé-leden

Univé gaat agrariërs helpen verduurzamen door asbest van hun daken te verwijderen en zonnepanelen te plaatsen. De zonne-energie die opgewekt wordt op deze daken, kunnen andere Univé-leden via ENGIE in huis halen. Het eerste dak met zonnepanelen is vanmorgen in Groenlo opgeleverd en biedt genoeg stroom voor ongeveer 80 huishoudens.

Univé is van oudsher diep geworteld in de regio en er zijn veel agrarische ondernemers lid van de coöperatie. Een deel van deze agrarische klanten moet de komende jaren flink investeren om de asbest van hun daken uiterlijk in 2024 te verwijderen. Een forse uitdaging waar Univé deze ondernemers graag mee helpt. Daarom is deze nieuwe energie-coöperatie opgericht, in lijn met het uitgangspunt dat leden elkaar helpen. De agrarische ondernemer voldoet dankzij dit plan aan de vereiste asbestnormen, en Univé-leden uit de regio profiteren van de groene stroom. 

Het project start met een pilot bij één agrarisch ondernemer in Groenlo maar zal bij succes uiteindelijk uitgebreid worden naar heel Nederland. Bé Reinders, directeur Univé Oost: ‘We onderzoeken in deze beginfase onder andere of voldoende leden in de omgeving van Groenlo groene, herleidbare stroom uit hun regio in huis willen halen. De klanten helpen daardoor mee met het verduurzamen van hun regio door het verwijderen van asbest en het opwekken van duurzame energie mogelijk te maken. Het zou mooi zijn wanneer we dit met en voor elkaar kunnen bereiken.’

‘Asbest is een maatschappelijk probleem dat ook Univé raakt’, zegt Reinders. ‘We hebben uitgerekend dat op zo’n 15.000 zakelijke bedrijfsgebouwen die wij verzekeren nog asbest ligt. Zodra de pilot in Groenlo is geslaagd, willen we dit zo snel mogelijk uitbreiden naar andere asbestdaken in Nederland.’

Univé wil voor haar agrarische leden zoveel mogelijk risico’s voorkomen en zorgt met dit plan dat de asbestsanering wordt gefinancierd. In ruil daarvoor wordt zonne-energie op die locatie opgewekt. Leden uit de regio die deze groene stroom willen gebruiken sluiten bij ENGIE de energieovereenkomst. Met een persoonlijk energie-dashboard kan een klant vervolgens exact zien hoeveel stroom er op die locatie wordt opgewekt. En schijnt de zon even niet, dan vult ENGIE de stroom aan met Nederlandse windenergie. Zo zijn Univé-leden altijd verzekerd van 100% groene, herleidbare stroom uit Nederland.

Steeds meer groen gas in het net

Het aandeel groen gas in het Nederlandse energienet is in 2018 met elf procent toegenomen tot meer dan 109 miljoen kuub. Dit is voldoende om ruim 70.000 huishoudens een jaar lang van duurzaam gas te voorzien. Groen gas kan een oplossing zijn voor het verwarmen van woningen waar elektrische warmtepompen of een warmtenet onrendabel of onmogelijk zijn.

Groen gas is de duurzame variant van aardgas. Het wordt geproduceerd uit organisch restmateriaal zoals slib, GFT-afval en dierlijke restproducten zoals koeienmest. Na vergisting ontstaat biogas, dat na een aantal bewerkingen (zuiveren, toevoegen van geur) als groen gas kan worden ingevoed op het reguliere aardgasnet. Consumenten merken geen verschil tussen aardgas en duurzaam groen gas. In huis zijn geen aanpassingen nodig.

Het aandeel groen gas is nog bescheiden, zo’n 0,3 procent van het totaal. De hoeveelheid neemt echter ieder jaar toe. Producenten zijn agrariërs, die mest omzetten in duurzame energie, maar ook grote producenten zoals Suikerunie, waar resten van suikerbieten vergist worden tot groen gas. In 2018 nam het aantal producenten van groen gas met 7 toe tot 43.

De Nederlandse netbeheerders zien in de toekomst een rol voor duurzame gasvormige energiedragers, zoals groen gas en waterstof. Door het slim combineren van elektriciteit, hernieuwbare gassen en warmte is het mogelijk de piekbelasting op het elektriciteitsnet in bijvoorbeeld een koude winter te verminderen. Gas kan bovendien makkelijk worden opgeslagen en goedkoop worden getransporteerd over lange afstanden. Groen gas kan, net als waterstof, een oplossing voor de verwarming van locaties waar elektrische warmtepompen (all-electric) of een warmtenet onmogelijk of onrendabel zijn. In 2018 presenteerde Netbeheer Nederland een adviesrapport waarin berekend wordt welke investeringen nodig zijn om in 2030 de verwachtte 3 miljard m3 aan groen gas te kunnen transporteren.

Warm én klimaatneutraal Roermond stap dichterbij

Met de een dezer dagen ondertekende Ontwikkelovereenkomst is het Slim Energienet Roermond (SER) weer een stap dichterbij gekomen. Dit net moet gaan voorzien in de warmte- en koudebehoefte voor woningen, bedrijven en instellingen in de gemeente Roermond. Tijdens deze ontwikkelfase wordt gewerkt aan een investeringsvoorstel voor een warmtenet met een omvang van 1200 tot 2200 Roermondse huishoudens. Deze fase duurt tot begin 2020. Mocht het warmtenet gerealiseerd worden, wordt 12,5% van de duurzaamheidsopgave van de gemeente Roermond ingevuld. De ontwikkelovereenkomst is ondertekend door Enpuls (onderdeel van Enexis Groep), de Provincie Limburg en de gemeente Roermond.

De gemeente Roermond wil in 2050 klimaatneutraal zijn. SER heeft als doel om zich op transparante wijze te ontwikkelen naar een efficiënt en duurzaam energiesysteem, dat zich richt op de warmtebronnen van de toekomst. In 2018 is onderzoek gedaan naar de technische haalbaarheid van het Slim Energienet Roermond waaruit is gebleken dat het energienet haalbaar is. Daarbij gaat het om de ontwikkeling van een laagtemperatuur warmtenet voor nieuwe en bestaande kantoren, bedrijfsruimten en woningen. Het energienet moet uiteindelijk een open en flexibele structuur krijgen waardoor in de toekomst meerdere aanbieders en afnemers kunnen worden gekoppeld.

Op dit moment wordt met een aantal partijen gesproken over de vervolgstappen. Hierbij gaat het om: Smurfit Kappa Roermond Papier, Wonen Zuid, Jazz City, Varo Energy, Strabag, SIF en RVO. Smurfit Kappa Roermond Papier is beoogd de warmte te leveren aan de overige partijen. RVO heeft een adviserende rol binnen het project.

Glastuinbouwers Bommelerwaard zonder extra stroom

In de Bommelerwaard en Neerijnen is de stroom uitverkocht. Glastuinbouwers gebruiken in dat gebied zoveel stroom dat netbeheerder Liander de vraag niet meer aan kan, meldt Omroep Gelderland.

Peter Hofland van netbeheerder Liander: 'Glastuinbouwers gebruiken steeds meer stroom. Dat komt door grootschalige uitbreiding van de glastuinbouw in de Bommelerwaard, maar ook doordat tuinders steeds meer stroom gebruiken. Dat het zo snel zo enorm zou groeien, hebben wij niet aan zien komen. Die spectaculaire stijging van de stroomvraag kunnen wij niet aan.'

Liander is met de tuinders en verschillende andere partijen in overleg over een oplossing. 'Dat zou het bouwen van een nieuw verdeelstation kunnen zijn, maar dat kost tijd', zegt Peter Hofland van Liander.

zaterdag 16 februari 2019

Energierekening 334 euro hoger

Huishoudens betalen in 2019 meer voor energie. Met de nieuwe tarieven van januari 2019 komt de gemiddelde jaarlijkse energierekening uit op 2 074 euro, 334 euro meer dan een jaar geleden bij hetzelfde verbruik. Bijna de helft van deze stijging komt door de hogere energiebelasting. Dit meldt het CBS.

De vergelijking van de energierekening voor huishoudens tussen januari 2019 en januari 2018 is gemaakt op basis van een gelijkblijvend gemiddeld jaarverbruik. Mogelijke veranderingen in het verbruik door een strengere of zachtere winter, door energiezuinigere apparaten of door bijvoorbeeld isolatie zijn hierin niet meegenomen.

Per 1 januari is de energiebelasting verhoogd. Huishoudens betalen in 2019 bij gelijkblijvend verbruik 61 euro meer aan belasting op elektriciteit en 101 euro meer aan belasting op gas. Bij gas zijn de tarieven van de energiebelasting gestegen. Bij elektriciteit is de hogere belasting het gevolg van een verlaging van de heffingskorting die geldt voor elektriciteitsaansluitingen; huishoudens krijgen per 1 januari minder terug van de overheid.

De leveringstarieven gingen ook omhoog. Levering van elektriciteit werd 31 procent duurder en gas 20 procent. Hierdoor stijgt de jaarlijkse energierekening met 175 euro. Transport werd in januari 2019 een fractie goedkoper, per jaar scheelt dit 3 euro.

De totale energierekening voor een huishouden bestond in januari 2019 voor 47 procent uit belasting. Een jaar eerder was dit nog 45 procent. Het aandeel belasting in de prijs van elektriciteit is gestegen van 27 naar 32 procent en bij gas steeg het aandeel van 52 naar 53 procent.

De prijs van energie is sterk afhankelijk van de olieprijs en van belastingen. Mede hierdoor schommelt de prijs sterk, veel sterker dan het gemiddelde prijspeil in Nederland. In 10 jaar tijd steeg de prijs van energie met 14 procent, terwijl in dezelfde tijd het gemiddelde prijspeil 16 procent omhoog ging. Elektriciteit steeg daarbij iets harder in prijs dan het gemiddelde prijspeil; 17 procent. Gas steeg in 10 jaar 13 procent in prijs.

vrijdag 15 februari 2019

In het nieuwe energiesysteem moeten het stroom- en gasnet meer gaan samenwerken

De landelijke netbeheerders TenneT (elektriciteit) en Gasunie (gas) publiceren vandaag hun Infrastructure Outlook 2050. Dit is de eerste gezamenlijke studie naar hoe het energiesysteem in Nederland en Duitsland in de toekomst goed kan blijven functioneren. Uit het onderzoek blijkt dat de bestaande elektriciteits- en gasinfrastructuur in Nederland en Duitsland een cruciale rol blijven spelen voor het behalen van de klimaatdoelstellingen van Parijs.

Om de betrouwbaarheid van het energiesysteem te borgen, is wel een nauwe samenwerking tussen beide infrastructuren nodig. Alleen door de twee systemen meer te integreren kunnen de groeiende schommelingen in de productie van zonne- en windenergie worden opgevangen. Het onderzoek van Gasunie en TenneT laat voor het eerst ook in verschillende scenario’s zien hoe de energievoorziening van de toekomst zich verder kan ontwikkelen.

De beheerders van hoogspannings- en gasinfrastructuur, beide actief in Nederland én Duitsland, hebben voor hun uitgebreide studie de klimaatdoelstellingen van Parijs (COP21) als uitgangspunt genomen. Hoewel onderdelen van het toekomstige energiesysteem onder de huidige omstandigheden nog niet economisch haalbaar zijn, zullen de kosten naar verwachting verder dalen, mede doordat de technologie steeds beter wordt.

Manon van Beek, CEO van TenneT: "Zon pv en windenergie op zee hebben in heel korte tijd enorme kostendalingen laten zien. En als overheden hogere doelstellingen voor beperking van CO2-uitstoot blijven vaststellen, versnelt de energietransitie. Daarom moeten we nu al samen actie ondernemen. Deze Outlook 2050 van TenneT en Gasunie is een goede, gezamenlijke start met niet eerder getoonde inzichten. Ook de industrie is in dit proces een cruciale partner. Energiesystemen worden immers niet van de ene dag op de andere omgevormd, maar vereisen een langdurige en gezamenlijke inspanning."

De Infrastructure Outlook 2050 maakt deel uit van het Nederlandse ontwerp-Klimaatakkoord en is officieel aangeboden aan Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad: "Deze outlook laat goed zien dat samenwerking noodzakelijk is om de energietransitie tot een succes te maken. TenneT en Gasunie maken duidelijk tempo om de uitdagingen die voor ons liggen op te pakken. Deze manier van werken is een voorbeeld van wat we vaker gaan zien de komende jaren."

Zonnewegdek SolaRoad op weg naar grootschalige toepassing

Op 7 maart wordt op twee locaties in de provincies Noord- en Zuid-Holland in totaal 150 meter zonnewegdek in gebruik genomen. Beide provincies gaan hiermee ervaring opdoen met het beheer en onderhoud van zonnewegdekken.

SolaRoad zet met deze twee wegtrajecten een belangrijke stap in de richting van de beoogde grootschalige toepassing van dit innovatieve product waarbij zonnepanelen zijn geïntegreerd in het wegdek en zonlicht op grote schaal wordt omgezet in elektriciteit. Het is voor het eerst dat er in Nederland op een dergelijke schaal energie zal worden gewonnen uit ons wegennet.

De stroken zonnewegdek zijn aangelegd op de parallelweg langs de N232 in de Haarlemmermeer (Noord-Holland) en op de busbaan langs de N218 bij Spijkenisse (Zuid-Holland). De techniek die SolaRoad daarvoor gebruikt is de afgelopen vier jaar succesvol getest op 90 meter fietspad bij Krommenie en is inmiddels dermate doorontwikkeld dat het nu toegepast kan worden op de rijbaan.

De verwachte elektriciteitsopbrengst per 100 meter zonnewegdek ligt nu rond de 30.000 kWh per jaar. Die energie kan gebruikt voor bijvoorbeeld wegverlichting, verkeersinstallaties, elektrische auto’s en huishoudens. Wanneer in de toekomst een derde van het totale Nederlandse wegennet (140.000 km) uit zonnewegdek zou bestaan, dan kunnen alle 9 miljoen auto’s gevoed worden vanuit SolaRoad! Samen met andere duurzame initiatieven als de CO₂-negatieve weg N211 tussen Den Haag en Poeldijk en de Wattway in de provincie Utrecht, bewijst Nederland met SolaRoad eens te meer haar voorhoedepositie op het gebied van duurzame mobiliteit.

Maatregelen voor ansluiten duurzaam opgewekte energie op land

In een position paper stelt Netbeheer Nederland maatregelen voor om de aansluitproblemen rond duurzaam opgewekte energie op land te verhelpen. Nederland heeft een van de meest betrouwbare elektriciteitsnetwerken ter wereld. De netbeheerders doen er alles aan dat zo te houden. In het bijzonder de snelle toename van duurzame elektriciteitsopwek leidt op dit moment tot aansluit- en invoedproblemen.

De snelle groei van duurzaam opgewekte energie op land, speelt met name bij zonneparken in landelijke gebieden waar de grond goedkoop is en de netten niet berekend zijn op een dergelijke vermogens. Zonneparken kunnen, anders dan bijvoorbeeld windparken, relatief snel worden aangelegd. Bovendien ontbreekt bij (grootschalige) zon op land nu locatieregie, zoals bij wind op land.

De groei van duurzame energie is essentieel voor de energietransitie. De netbeheerders staan voor de maatschappelijke opgave om de verduurzamingsambities van Rijk, provincies en gemeenten te faciliteren. Dat vraagt om slimme oplossingen om onnodige investeringen in het net te voorkomen en de maatschappelijke kosten van de transitie zo laag mogelijk te houden. Om de komst van zonneparken te kunnen faciliteren, is een aantal maatregelen noodzakelijk.

TenneT bouwt nieuw hoogspanningsstation in Eemshaven voor transport windenergie

Hoogspanningsnetbeheerder TenneT is begonnen met het versterken van het elektriciteitsnet in Eemshaven voor transport van duurzame elektriciteit. Op vrijdag 8 februari gaf de Groningse gedeputeerde Nienke Homan het startsein voor de bouw van een compleet nieuw 110 kV hoogspanningsstation Eemshaven Midden. Dit hoogspanningsstation wordt met een 7 kilometer lange ondergrondse kabelverbinding verbonden met het (bestaande) hoogspanningsstation Eemshaven-Robbenplaat voor aansluiting op het regionale en landelijke elektriciteitsnet.

Het nieuwe hoogspanningsstation is noodzakelijk voor het transport van duurzame stroom op en rond de Eemshaven. De komende jaren komen er steeds meer windmolens in het gebied, waarmee de behoefte aan transportcapaciteit sterk toeneemt.

In Groningen Seaports (de havens van Eemshaven en Delfzijl) staat al 8.000 Megawatt aan productievermogen voor elektriciteit of wordt er aan land gebracht via het Gemini-windpark, de NorNed-kabel (tussen Nederland en Noorwegen) en vanaf 2019 de COBRA-kabel tussen Nederland en Denemarken.

De Eemshaven heeft de grootste concentratie van hoogspanningsstations in Nederland. Met het in 2019 in gebruik te nemen converterstation voor de onderzeese COBRA-kabel- is Eemshaven Midden er het tiende hoogspanningsstation van TenneT. TenneT bouwt samen met Enexis Netbeheer aan de toekomst van een betrouwbare elektriciteitsinfrastructuur in Groningen. De plannen van TenneT voor een nieuwe stroomsnelweg (380 kV-verbinding) die Eemshaven verbindt met hoogspanningsstation Vierverlaten nabij Groningen zijn vergevorderd. Deze verbinding komt in de plaats van de huidige 220 kV-verbinding. Het is de bedoeling dat de 380 kV verbinding in 2022 in bedrijf is.

De eerste grondwerkzaamheden voor het 110 kV hoogspanningsstation zijn eind 2018 al begonnen. Vanaf 8 februari wordt de vloer van het station gestort waarna het terrein verder ingericht kan worden en installaties kunnen worden geplaatst. Een ondergrondse 110 kV-kabelverbinding van 2 circuits over 7 km lengte in de berm van de Kwelderweg verbindt het station met het bestaande 110/220 kV-hoogspanningsstation Robbenplaat. De capaciteit van dit hoogspanningsstation wordt uitgebreid voor de plaatsing van twee nieuwe 110/220 kV-transformatoren en het realiseren van twee nieuwe transformatorvelden. Omexom is als onderaannemer van TenneT actief om het nieuwe 110 kV-hoogspanningsstation te bouwen. Stations en verbinding zijn eind dit jaar klaar.

GasTerra ziet omzet in 2018 stijgen tot 11,2 miljard euro

Gashandelaar GasTerra heeft in het afgelopen boekjaar een omzet van 11,2 miljard euro behaald (tegen 9,6 miljard euro een jaar eerder). De hoeveelheid geleverd aardgas daalde met 1,1 miljard kubieke meter licht tot 55,5 miljard kubieke meter.

Dat de inkomsten na jaren van daling toch weer met ruim anderhalf miljard euro zijn gestegen, is behalve aan het succesvolle in- en verkoopbeleid vooral te danken aan de stijging van de marktprijzen. Het aanbod van Groningengas is in het achter ons liggende gasjaar (1 oktober 2017 tot 1 oktober 2018) opnieuw afgenomen. De producent, NAM, produceerde 20,1 miljard kubieke meter aardgas uit het veld, 1,5 miljard kubieke meter minder dan door de minister van Economische Zaken en Klimaat was toegestaan.

Voor GasTerra staat 2018 vooral in het teken van het historische besluit van het kabinet om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk te beëindigen. GasTerra is de exclusieve afnemer van dit aardgas, dat tientallen jaren lang de basis van de Nederlandse gasconsumptie is geweest. Het behoeft daarom geen uitleg dat de gevolgen voor GasTerra ingrijpend zijn en de onzekerheid over de toekomstige rol van het bedrijf is toegenomen. Tegelijkertijd creëert het kabinetsbesluit een nieuwe uitdaging. Het werk van GasTerra zal in de lopende overgangsperiode kritischer dan ooit zijn nu de opdracht is verschoven naar minimalisering van het aandeel  Groningengas.

CEO Annie Krist: ‘GasTerra blijft voorlopig een onmisbare schakel in de gasvoorziening. Aardgas is nog steeds hard nodig, ondanks stemmen in het klimaatdebat die de indruk wekken dat we in korte tijd zonder deze energiedrager kunnen. Omdat alternatieve bronnen de komende jaren onvoldoende in de slechts licht dalende behoefte kunnen voorzien, is de sturing van het Groningenveld, waarvoor wij  mede verantwoordelijk zijn, daarom essentieel voor de leveringszekerheid van laagcalorisch aardgas in Noordwest Europa.’

De doorgezette daling van de productie uit het Groningenveld betekent automatisch dat de importbehoefte toeneemt. In 2018 was Nederland voor het eerst sinds de ingebruikname van het enorme veld in Groningen netto-importeur van aardgas. Hoewel de voorwaarden voor investeringen in de kleine gasvelden offshore zijn verbeterd, zal de importbehoefte de komende jaren alleen maar stijgen. Annie Krist: ‘Momenteel is Nederland nog voor ongeveer 40 procent van zijn energiebehoefte afhankelijk van gas. De inzet van gascentrales zal het volgende decennium mogelijk zelfs toenemen om de elektriciteitsvoorziening veilig te stellen nu het aandeel duurzaam in de energiemix groeit en kolencentrales zullen verdwijnen. Ook andere indicatoren wijzen erop dat de vraag naar gas groot blijft. Al met al zal Nederland de komende  jaren nog vele miljarden kubieke meters aardgas moeten produceren en importeren om de energievoorziening veilig te stellen.’

donderdag 14 februari 2019

Twee van drie windmolenparken in Emmen krijgen geen aansluiting

Het kan zeven tot tien jaar duren voordat geplande windmolenparken en zonneparken in Emmen op het elektriciteitsnet aangesloten kunnen worden. Dat heeft Enexis volgens RTV Drenthe aan de gemeente Emmen laten weten.

In Emmen staan op drie locaties windmolenparken gepland: bij de Pottendijk bij Nieuw-Weerdinge, langs de N34 bij Westenesch en de Zwartenbergerweg bij Barger-Compascuum. 

De gemeente Emmen heeft de netwerkbeheerders gevraagd om met creatieve oplossingen te komen.