Pagina's

woensdag 6 augustus 2025

Nieuw elektriciteitsstation in Zoeterwoude maakt verdere verduurzaming in de regio mogelijk

Het elektriciteitsnet in Zoeterwoude is uitgebreid met een nieuw elektriciteitsstation. Op 10 juli verbonden wethouder Beekhuizen van de gemeente Zoeterwoude en regiomanager Monique Hoogwijk van Liander symbolisch twee stekkers met elkaar om de ingebruikname van het nieuwe 50/10Kv elektriciteitsstation te vieren. Het elektriciteitsstation levert stroom aan woningen en bedrijven in de regio en geeft ruimte voor verdere groei en aansluitmogelijkheden.

Het nieuwe elektriciteitsstation is gevestigd op het terrein van Heineken Brouwerij in Zoeterwoude. Het nieuwe station heeft meer capaciteit dan het oude station dat sterk verouderd was en waar uitbreiding niet meer mogelijk was. Het nieuwe station heeft nu een vermogen van 54 MVA dat verder groeit naar 80 MVA als de verbinding met het nieuw te bouwen station van TenneT en Liander in de Barrepolder is gerealiseerd. 

Bedrijven, inwoners en maatschappelijk instellingen nemen steeds meer elektriciteit af vanwege verduurzaming. Door de toename van de vraag naar elektriciteit raakt het elektriciteitsnet steeds voller. Om de vraag naar elektriciteit in de toekomst aan te kunnen moet het elektriciteitsnet verzwaard worden. Dat gebeurt in Zoeterwoude met het nieuwe 50/10Kv elektriciteitsstation. De gemeente en Liander zijn blij dat Heineken bereid was haar terrein te laten gebruiken voor het nieuwe 50/10Kv elektriciteitsstation. “In deze tijd van netcongestie is samenwerking belangrijker dan ooit,” zegt Monique Hoogwijk, regiomanager bij Liander. “Door tijdig aan tafel te zitten met partijen zoals Heineken, kunnen we samen plannen maken die ruimte bieden voor verduurzaming én economische groei.”  

Heineken is ook een van de bedrijven die profiteert van de verbeterde capaciteit van het nieuwe elektriciteitsstation, wat de brouwer in staat stelt om verder te kunnen elektrificeren. Heineken elektrificeert bijvoorbeeld de processen met e-boiler en een warmtepomp. Daarnaast heeft het bedrijf eigen opwek met behulp van zonnepanelen en windturbines die op eigen terrein staan. 

Met de komst van het 50/10Kv elektriciteitsstation ontstaat er in de toekomst ook meer ruimte voor de duurzaamheidsambities van de gemeente. Mooie voorbeelden zijn het verder elektrificeren van auto’s en het ontwikkelen van een energie-hub op de Grote Polder. Ook kunnen hierdoor in de toekomst circa 1200 duurzame woningen worden aangesloten en kan opwek van energie met zon op dak verder toenemen.   

Met dit station zijn de problemen met schaarste nog niet volledig opgelost. Vanwege de schaarste op het hoogspanningsnet hanteren de netbeheerders nog in heel Zuid- Holland een wachtrij. Om toekomstige ontwikkelingen in de regio van stroom te kunnen blijven voorzien moet het netwerk van Liander en TenneT verder versterkt worden. Eén van de noodzakelijke oplossingen is een nog te bouwen nieuw 150/50 kV-station in Hazerswoude-Rijndijk. Met ondergrondse kabelverbindingen wordt het kleinere 50/10Kv elektriciteitsstation in Zoeterwoude daar op aangesloten. Naar verwachting gebeurt dat rond 2030. 

Energieleveranciers informeren klanten beter over opzegvergoedingen na onderzoek ACM

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft naar aanleiding van meldingen bij het consumentenloket ACM ConsuWijzer bij zes energieleveranciers onderzoek gedaan naar naleving van de regels voor opzegvergoedingen. Uit dit onderzoek bleek dat de onderzochte leveranciers de regels niet altijd juist naleven. 

Vijf energieleveranciers (Greenchoice, Essent, Clean Energy, Innova Energie en Mega Energie) hebben goed meegewerkt aan het onderzoek van de ACM en hebben direct toegezegd maatregelen te nemen om fouten te voorkomen. De bedrijven gaan klanten beter informeren over opzegvergoedingen. Leveranciers die onterecht opzegvergoedingen hebben geïncasseerd hebben dit terugbetaald. De ACM zet het onderzoek bij de ene andere leverancier voort en zal als dat nodig is handhavend optreden tegen dit bedrijf.

Consumenten die een vast contract voor levering van gas en/of elektriciteit vóór het einde van de looptijd opzeggen moeten vaak een opzegvergoeding betalen aan de leverancier. In de zomer van 2023 zijn de regels voor opzegvergoedingen aangepast. De opzegvergoeding is gelijk aan de kosten die de leverancier door de opzegging maakt. Als een klant een vast energiecontract opzegt, moet de leverancier direct laten weten of de klant een opzegvergoeding moet betalen. Hierbij moet de leverancier ook een inschatting maken van de hoogte van de opzegvergoeding. Het is belangrijk dat energieleveranciers hun klanten hier zo snel mogelijk over informeren, zodat een klant de overstap naar een andere leverancier nog ongedaan kan maken als de klant zich bedenkt.

Uit het onderzoek blijkt dat leveranciers klanten die overstappen niet altijd juist en op tijd informeren over de opzegvergoeding. Daarnaast brengen zij soms een opzegvergoeding in rekening als dat niet mag. Ook zijn niet alle leveranciers voldoende duidelijk over de voorwaarden voor de opzegvergoeding. De ACM heeft de uitkomsten van het onderzoek met de energieleveranciers gedeeld. Vijf energieleveranciers (Greenchoice, Essent, Clean Energy, Innova Energie en Mega Energie) hebben daarop direct maatregelen genomen om de fouten te herstellen en nieuwe fouten te voorkomen. Leveranciers die onterecht opzegvergoedingen hebben geïncasseerd, hebben dat ook terugbetaald. Dit ging in totaal om een bedrag van ca. €230.000. Het onderzoek is bij deze leveranciers daarmee afgerond. Bij de ene andere leverancier zet de ACM het onderzoek voort. Als het nodig is zal de ACM handhavend optreden tegen dit bedrijf. Dan zal de ACM de naam van het bedrijf ook bekend maken.

Om leveranciers meer handvatten te bieden voor naleving van de regels, heeft de ACM alle energieleveranciers een handreiking gestuurd. Consumenten kunnen voor een uitleg van de regels terecht op de website van ACM ConsuWijzer, het consumentenloket van de ACM. Op ACM ConsuWijzer staat ook een voorbeeldbrief die mensen kunnen gebruiken als hun leverancier zich niet aan de regels houdt.

dinsdag 5 augustus 2025

Grootste deel zonnepanelen ligt bij bedrijven

In 2024 is het opgestelde vermogen van zonnepanelen gestegen naar 28,6 gigawattpiek, waarvan bijna 60 procent bij bedrijven lag. De totale jaarlijkse groei van het opgestelde vermogen van zonnepanelen was kleiner dan in de jaren ervoor. Toch blijft het aantal zonnepanelen toenemen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

In 2023 werd er ongeveer evenveel vermogen bij woningen en bedrijven bijgeplaatst. In 2024 is 70 procent van het nieuwe paneelvermogen bij bedrijven te vinden en zo’n 30 procent bij woningen. Van het totale paneelvermogen aan het einde van 2024 lag bijna 60 procent bij bedrijven, de rest lag bij woningen. Het opgestelde vermogen van zonnepanelen steeg tot 28,6 gigawattpiek.

Een zonnestroominstallatie bestaat uit twee onderdelen: de zonnepanelen en een omvormer. Aan het einde van 2024 was het totale opgestelde omvormervermogen 25,6 gigawatt. Het totaal omvormervermogen is dus lager dan het vermogen van de zonnepanelen. Mede hierdoor is de opgewekte hoeveelheid zonnestroom lager dan het paneelvermogen.

Behalve het omvormervermogen kunnen ook andere omstandigheden het opwekken van stroom beperken, zoals de oriëntatie van de panelen, de zoninstraling in een jaar of schaduw. Tot vorig jaar publiceerde het CBS alleen over het vermogen van de panelen, maar nu zijn er ook cijfers beschikbaar over het omvormervermogen.

Van het totale omvormervermogen lag aan het einde van 2024 bijna 58 procent bij bedrijven, de rest lag bij woningen. Dit komt doordat bij installaties van bedrijven het omvormervermogen gemiddeld 87 procent van het paneelvermogen is, terwijl dat bij woningen 93 procent is.

Van alle gemeenten in Nederland heeft meer dan 9 op de 10 een gemiddeld paneelvermogen per woning dat hoger is dan één kilowattpiek, en zelfs bijna 4 op de 10 gemeenten komen gemiddeld boven de twee kilowattpiek per woning. De gemeente met het hoogste gemiddelde paneelvermogen per woning is Rozendaal, met iets meer dan 2,8 kilowattpiek paneelvermogen per woning. Ook de gemeenten Boekel en Someren komen uit rond de 2,8 kilowattpiek.

Eneco en EP NL investeren in 200 MWh batterijopslagproject bij Enecogen in de Rotterdamse haven

EP NL en Eneco realiseren een grootschalig batterijproject op het terrein van Enecogen, de elektriciteitscentrale in de Europoort waarvan beide partijen voor de helft aandeelhouder zijn. De batterij krijgt een aansluitvermogen van 50 MW en een energieopslagcapaciteit van 200 MWh en kan dus gedurende vier uur elektriciteit leveren. Daarmee zorgt de batterij, die in 2027 in gebruik moet worden genomen, voor meer flexibiliteit voor het Nederlandse elektriciteitssysteem.
 
Batterijopslag maakt het mogelijk om elektriciteit op te slaan als er meer elektriciteit beschikbaar is dan er vraag is, bijvoorbeeld als er veel zonne- en windenergie wordt opgewekt. Die opgeslagen stroom kan juist terug worden geleverd als er meer vraag is dan er groene stroom beschikbaar is. Zo zorgen batterijen ervoor dat de productie van groene stroom minder vaak beperkt wordt. Daarnaast worden prijspieken op deze manier afgevlakt en kan de batterij worden ingezet om netcongestie te verminderen.

Het onderhoud en de operationele werkzaamheden worden verzorgd door Enecogen. De aansturing van de batterij gebeurt door de handelsafdelingen van EP NL en van Eneco.

Batterijen zijn onmisbaar voor de energietransitie. Toch loopt de ontwikkeling van batterijprojecten in Nederland achter ten opzichte van het buitenland. Dat komt omdat batterijen in Nederland voor het afnemen van stroom van het net moeten betalen. De batterij bij de Enecogen-centrale heeft het voordeel dat gebruik kan worden gemaakt van de bestaande aansluiting op het net, maar vaak zijn die netkosten de bottleneck bij het rendabel maken van een batterijproject. De mogelijkheid om een tijdsduurafhankelijk transportcontract af te sluiten en zo korting te krijgen op het nettarief is belangrijk, maar niet voldoende om de Nederlandse achterstand op batterijengebied in te lopen. Nederland zou daarom een vrijstelling van het nettarief voor batterijen moeten toepassen net zoals in Duitsland en België.

Batterijen leveren vooral kortetermijnflexibiliteit, maar zijn niet de enige schakel in een toekomstbestendig elektriciteitssysteem. Ook langetermijnflexibiliteit is nodig. Door de sterke toename van zonne- en windstroom draaien regelbare centrales steeds minder vaak en is investeren daarin steeds moeilijker. Maar ze blijven nodig voor momenten waarop er weinig zon en wind beschikbaar is. Daarom is een capaciteitsmechanisme nodig om deze lange-termijn flexibiliteit in onze stroomvoorziening veilig te stellen. Beide sporen versterken elkaar en zijn nodig voor een stabiele energievoorziening.

Warmte uit de sloot: Soest geeft het goede voorbeeld

Soest heeft een primeur in de warmtetransitie. Daar is het eerste mini-warmtenet van Nederland gestart met warmte uit de sloot. Drie huishoudens worden nu verwarmd met als bron het water uit de sloot die langs hun achtertuin stroomt. Dit is mede mogelijk gemaakt met subsidie van de provincie Utrecht.

De bewoners laten, samen met de energiecoöperatie Soester Energie, zien hoe je op een slimme en duurzame manier kunt verwarmen. Het project is een voorbeeld voor andere buurten en dorpen die ook aan de slag willen met duurzame warmte.

Om in 2050 helemaal te stoppen met aardgas, moeten we onze huizen anders gaan verwarmen. Dat gebeurt al op verschillende manieren. Nieuwe huizen worden sinds 2018 zonder gasaansluiting gebouwd. En in veel bestaande huizen is inmiddels een warmtepomp geplaatst. Daarnaast willen wij als provincie dat er meer warmtenetten komen. Een warmtenet is een systeem waarbij meerdere huizen via buizen warmte krijgen van één centrale bron.  

Er zijn verschillende soorten bronnen. Bijvoorbeeld restwarmte van een fabriek in de buurt of datacenter. Maar ook duurzame warmte uit de bodem of uit water. Soms is er een warmtepomp die voor de hele buurt het water warm genoeg maakt om een huis direct te verwarmen. In andere gevallen, heeft elk aangesloten huis een eigen warmtepomp om het water op de gewenste temperatuur te krijgen. Het voordeel is dat deze water-water warmtepompen beter werken dan de gebruikelijke lucht-water warmtepompen. Die halen warmte uit de buitenlucht en geven deze door aan het water in huis. Hierdoor verbruiken ze minder stroom en maken ze ook minder geluid.  

Eén voorwaarde om warmte te winnen uit water: je moet dat water wel dichtbij je huis hebben. En dat is het geval in de Soester wijk Overhees. “We zijn gestart met een test bij de kinderboerderij de Veenweide”, vertelt Jessica Doorn, vicevoorzitter van de energiecoöperatie Soester Energie. “Deze ligt aan een vijver, waarin we een kleine warmtewisselaar hebben geplaatst die verbonden is aan de warmtepomp in het gebouw er vlakbij.” 

maandag 4 augustus 2025

Greener Power Solutions benoemt Jasper van den Driest als nieuwe CEO

Greener Power Solutions, de grootste leverancier van tijdelijke mobiele energieoplossingen in Europa met behulp van batterijen, heeft Jasper van den Driest aangesteld als nieuwe Chief Executive Officer. Met ingang van 1 september 2025 volgt hij Dieter Castelein op, die na acht jaar zijn rol als CEO neerlegt. Onder leiding van Castelein en mede-oprichter Klaas Akkerman is Greener sinds de investering van CVC DIF in 2022 sterk gegroeid, met een verdrievoudiging van het aantal medewerkers en een jaarlijkse omzetgroei van meer dan vijftig procent.
 
Van den Driest brengt meer dan vijftien jaar ervaring als CEO mee in de energie-, technologie- en logistieke sectoren. Hij komt over van de Nederlandse energieleverancier Vandebron, die 240.000 huishoudens bedient, en heeft eerder bedrijven als Guidion en Ancra Systems geleid tijdens periodes van professionalisering en internationale groei. 

De leiderschapswissel vindt plaats op een belangrijk moment, nu het bedrijf een nieuwe fase van internationale groei en professionalisering ingaat. Van den Driest bouwt voort op het sterke fundament en de snelle ontwikkeling van de afgelopen jaren. Onder leiding van oprichters Akkerman en Castelein groeide Greener hard: de vloot mobiele batterijen steeg van 40 in 2022 naar 185, en zal eind dit jaar de 250 bereiken. Het team groeide van 20 naar 65 medewerkers en is tegenwoordig, naast Nederland en het Verenigd Koninkrijk, ook actief in Spanje, Frankrijk en Zweden.

De groei van Greener wordt gedreven door de toenemende vraag naar schonere, flexibele en kostenefficiënte alternatieven voor dieselgeneratoren. Het bedrijf biedt turnkey-levering, full-service ondersteuning en 24/7 monitoring via eigen software. De software biedt realtime inzicht en geoptimaliseerde controle over energieopwek en -verbruik. Goed voor lagere kosten en beter voor het milieu door minder uitstoot. Greener heeft hiermee al ruim dertig miljoen kilogram CO2 bespaard en speelt daarmee een sleutelrol in de transitie naar een emissievrij Europa.

Nederland dreigt voorlopersrol waterstof te verliezen

De minister van Klimaat en Groene Groei (KGG) biedt met brief voortgang waterstofbeleid duidelijkheid over verplichting gebruik hernieuwbare waterstof op bedrijfsniveau. Zonder de mogelijkheid kosten door te leggen in de keten en hernieuwbare waterstof in te zetten wringt de verplichting met de huidige positie van de Nederlandse industrie.

De hernieuwbare energie richtlijn (REDIII) verplicht lidstaten om in 2030 42% van het waterstofgebruik dat onder de verplichting valt te vervangen door hernieuwbare waterstof (RFNBO). Nederland kiest, als een van de weinige lidstaten, voor een verplichting op bedrijfsniveau. De grens ligt bij bedrijven die minimaal 0,1 kton waterstof per jaar gebruiken. Uit onderzoek door TNO blijkt dat dit 36 bedrijven betreft. De verplichting start op 1 januari 2027 (0,2%) en loopt op tot 4% in 2030 en 9,9% in 2035. Flexibiliteitsmechanismen zoals doorschuiven en sparen worden verruimd (t.o.v. het geconsulteerde wetsvoorstel) en blijven ook na 2030 van kracht. De wet wordt begin 2026 aan de Tweede Kamer aangeboden, met tweejaarlijkse evaluaties en een algemene evaluatie na vijf jaar.

Het kabinet houdt vast aan een vrijstelling van 60% voor ammoniakproductie, ondanks een motie van André Flach (SGP) om deze sector volledig uit te zonderen. Volgens Hermans ontbreekt de juridische grondslag voor een volledige vrijstelling voor ammoniakproductie in de REDIII.

RFNBO-waterstofgebruik boven het verplichte percentage wordt gestimuleerd met een subsidieregeling. Onderzoeksbureau Trinomics heeft i.o.v. KGG vijf varianten van een subsidieregeling onderzocht. KGG heeft gekozen voor een tendersysteem waarbij bedrijven HWI’s (hernieuwbare waterstofeenheden) genereren door RFNBO-waterstof te gebruiken. De HWI’s kunnen vervolgens verkocht worden aan de overheid. KGG is in gesprek met de Europese Commissie over de compatibiliteit van de subsidieregeling met de staatsteunregels. Het beschikbare budget bedraagt €662,3 miljoen. Na de zomer volgt een consultatie over de subsidie.

vrijdag 1 augustus 2025

Terugleverkosten zonnepanelen stijgen wederom: in vier maanden tijd met 10%

Zonnepaneelbezitters gaan opnieuw meer betalen. In slechts vier maanden tijd zijn de terugleverkosten gemiddeld met bijna 10 procent gestegen. Vooral huishoudens met een klein aantal zonnepanelen merken dit direct op hun energierekening. Dit blijkt uit een actuele analyse van Overstappen.nl, waarin de kosten van 21 energieleveranciers zijn vergeleken.

Energieleveranciers rekenen steeds vaker extra kosten voor stroom die terug het net op gaan. Die terugleverkosten zijn inmiddels een vast onderdeel van de energierekening voor huishoudens met zonnepanelen. In augustus 2025 liggen de gemiddelde kosten een stuk hoger dan in maart van dit jaar. Dat is pas vier maanden geleden. Eerder concludeerde Overstappen.nl al een stijging van 44% in een jaar tijd. Toen werd maart 2024 vergeleken met maart dit jaar.

Vooral kleine en middelgrote huishoudens voelen deze stijging in hun portemonnee. Heb je 17 zonnepanelen, dan stijgen de kosten minder hard, maar het totaalbedrag blijft hoog. Huishoudens met een klein aantal panelen voelen de stijging het hardste. In sommige gevallen lopen de kosten voor teruglevering zelfs op tot 1.000 euro per jaar.

Coolblue Energie springt eruit: zij rekenen een opvallend hoog bedrag van 1097,86 euro per jaar (verwerkt via de vaste leveringskosten van stroom) voor iedereen met zonnepanelen, ongeacht het aantal panelen. Zij rekenen formeel geen terugleverkosten, maar rekenen wel 984 euro meer aan vastrecht voor alle klanten die zonnepanelen hebben. Dat bedrag is een stuk hoger dan voor klanten zonder zonnepanelen (€113,84).

Daartegenover staan leveranciers zoals Energiedirect, ENGIE en Essent, die hun tarieven gelijk hebben gehouden. Eneco en Oxxio hebben hun terugleverkosten als enige leveranciers verlaagd. Het verschil tussen aanbieders wordt dus steeds groter, en het vergelijken van energiecontracten voor klanten met zonnepanelen is daarmee belangrijker dan ooit.

Werkverantwoordelijken sneller inzetbaar door efficiënter opleidingstraject van Liander

Liander introduceert de nieuwe aanwijzing MS Nieuwbouw, waarmee werknemers van aannemers gerichter worden opgeleid voor netuitbreidingen. Dit versnelt de inzetbaarheid van werkverantwoordelijken. Op vrijdag 20 juni ontving Ruud Zwanenburg, werkverantwoordelijke bij Hanab Distribution, de eerste aanwijzing uit handen van Willeke van Dam, directeur Grote Werkpakketten Liander.

Een aanwijzing is vergelijkbaar met een rijbewijs: een schriftelijke bevoegdheid waarmee een medewerker bepaalde werkzaamheden aan het elektriciteitsnet mag uitvoeren. Volgens de BEI (Bedrijfsvoering Elektrische Installaties), een landelijke richtlijn van Netbeheer Nederland, mogen alleen deskundige én bevoegde technici werkzaamheden aan of nabij elektrische installaties uitvoeren. Dit geldt voor zowel interne Liander-medewerkers als voor monteurs en werkverantwoordelijken (WV’en) van aannemers.

Deze nieuwe aanwijzing, MS Nieuwbouw, is specifiek ontwikkeld voor werkzaamheden binnen nieuwbouwprojecten en netverzwaringen in de productiestraat middenspanning (MS).

De bestaande aanwijzingen voor middenspanningsinstallaties, zoals de MS Distributie-aanwijzing, zijn breed van opzet. De nieuwe MS Nieuwbouw-aanwijzing is specifiek ontwikkeld voor werkzaamheden binnen nieuwbouwprojecten en netverzwaringen in de productiestraat middenspanning (MS). Hierdoor kunnen werkverantwoordelijken efficiënter worden opgeleid, omdat de focus ligt op een duidelijk afgebakend werkpakket. Het verkort de opleidingsduur met één jaar.

In plaats van 13 VeiligheidsWerkInstructies (VWI’s), bevat de nieuwe aanwijzing er 10. Ook wordt de opleiding gericht op 6 specifieke installaties, waar dit er bij MS Distributie meer dan 17 zijn. Deze focus maakt de opleiding compacter en concreter. De aanwijzing is op dit moment alleen geldig binnen het Liander-netgebied, maar dit wordt in de toekomst mogelijk een landelijke standaard. 

Warmtenetten nu voor veel corporatiehuurders te duur, kosten verlagen kan door meer koopwoningen aan te sluiten

Om alle Nederlandse woningen vóór 2050 aardgasvrij te maken, is een snellere uitrol van warmtenetten nodig. Met name voor kleine woningen in dichtbebouwde wijken zijn warmtenetten maatschappelijk gezien meestal de goedkoopste optie. Woningcorporaties kunnen een sleutelrol spelen bij het opschalen van warmtenetten, maar pas als de overstap betaalbaar wordt gemaakt voor hun huurders. 

Nu vallen de vaste kosten van deze warmtevoorziening relatief hoger uit dan bij een cv-ketel op aardgas, wat botst met de kerntaak van corporaties om betaalbare woningen te bieden. De gebruikerskosten van een warmtenet verlagen kan door het aantal aansluitingen op een warmtenet te verhogen. Dit kan onder andere door te stimuleren dat meer woningeigenaren en VvE’s overstappen op een warmtenet, aldus ING in een nieuw rapport.

De trage uitrol van warmtenetten komt deels door het beperkte draagvlak in de corporatiesector. Voor huurders van corporaties vallen de kosten van aansluiting op een warmtenet doorgaans hoger uit dan een cv-ketel1, omdat de vaste kosten van warmte relatief hoog uitvallen. Dit botst met de taak van corporaties om betaalbare woningen te bieden. Gezien het doel van 100% aardgasvrije woningen in 2050 is uitstel echter geen structurele oplossing; cv-ketels worden door toekomstig beleid2 duurder en warmtenetten zijn voor een deel van de corporatiewoningen technisch en economisch een zeer geschikt alternatief voor aardgas.

Voor ongeveer een derde van de Nederlandse woningen, vooral in dichtbebouwde wijken, is een collectief warmtenet maatschappelijk gezien de goedkoopste optie om van het aardgas af te gaan. Door deze woningen aan te sluiten op warmtenetten kunnen de maatschappelijke kosten van de uitfasering van aardgas naar schatting tot 30% lager uitvallen dan met warmtepompen. Met collectieve warmtenetten zijn namelijk minder investeringen in het elektriciteitsnet nodig en volstaat minder vergaande woningisolatie.

De gebouwde omgeving verduurzamen kan op veel manieren. Warmtepompen op duurzame stroom zijn aantrekkelijk, vooral voor goed geïsoleerde woningen. Maar de overstap naar een elektrische warmtepomp is voor slecht geïsoleerde woningen relatief duur, terwijl woningen in binnensteden tegen netcongestie en ruimtegebrek aanlopen. Corporatiewoningen zijn vaak kleiner en gestapeld3, waardoor de ruimte voor warmtepompen soms beperkt is. Daarom moet er in de warmtetransitie meer aandacht komen voor duurzame moleculen zoals waterstof, biogas en duurzame warmte. Waterstof zet je echter liever in voor het maken van duurzaam plastic en staal - industriële toepassingen - in plaats van voor het verwarmen van huizen. En het gebruik van biogas kan nog groeien, maar niet al het aardgas vervangen. Warmtenetten zijn daarom cruciaal om de gebouwde omgeving te verduurzamen, vooral in stedelijk gebied.

Corporaties zijn ideale partners voor warmtebedrijven om warmtenetten uit te breiden. Ze kunnen veel woningen tegelijk aansluiten, wat de financiële risico’s4 voor warmtebedrijven verlaagt. Bovendien bezitten corporaties veel woningen in dichtbebouwde gebieden, waar de aanleg van warmtenetten relatief goedkoper is.

donderdag 31 juli 2025

Stroomopwaarts digitaal geactualiseerd

Stroomopwaarts, het 2020 verschenen boek over de revoluties in elektriciteit is digitaal geactualiseerd en zwaar uitgebreid tot 320 pagina's. Er is een uitgebreid hoofdstuk over de recente energiecrisis  (de gevolgen van de coronacrisis en de aanvallen op Oekraïne) en de hoofdstukken over recente toepassingen zijn bijgewerkt. Ook zijn er nieuwe hoofdstukken toegevoegd over de zonneauto en windenergie met vliegers.

Toen de Russische president Poetin op 24 februari 2022 besloot Oekraïne binnen te vallen om in Kiev een marionettenregering te installeren, konden we nog niet vermoeden hoe groot de energiecrisis zou worden als gevolg van de opgelegde sancties. De energiemarkt was al in rep en roer door sterk gestegen stroom- en gasprijzen als gevolg van de aantrekkende markt na de coronapandemie. Maar toen Rusland gas inzette als politiek wapen, werd de wereld geconfronteerd met historische prijsstijgingen en de hoogste inflatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Het begrip energiearmoede maakte zijn entree en het kabinet moest vergaande maatregelen nemen om de lastendruk te verlichten. Nog maar nauwelijks nadat het stof van deze crisis was neergedaald was de volgende crisis een feit: de capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet. Dat net is simpelweg niet berekend op grootschalige opwekking van elektriciteit met zonnepanelen en windturbines die we nu zo hard nodig hebben.

f van het aardgas en vragen ze om een (zwaardere) aansluiting op het elektriciteitsnet.
Energiecrises zijn van alle tijden, en ze houden bijna allemaal verband met oorlogen, maar zelden zijn we de afgelopen twee jaar zo hard met de feiten op de neus gedrukt, of liever gezegd: op onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De energietransitie die al in gang was gezet voor de coronacrisis, heeft een enorme boost gekregen. Zelden zijn er zoveel projecten aangekondigd die onze huizen volledig aardgasvrij moeten maken, worden er weer plannen gesmeed voor kerncentrales en is de vraag naar zonnepanelen nog nooit zo hoog geweest.

De nieuwe versie kan hier digitaal worden gedownload

 





Onderzoek naar nieuwe ‘zonnewegen’ langs de A4 en de N11


De provincie Zuid-Holland gaat samen met Rijkswaterstaat, RES-regio’s en gemeenten onderzoeken of er geschikte locaties zijn voor zonnepanelen langs de A4 en N11 in Zuid-Holland. Hierover is nu een intentieverklaring ondertekend.

Dit initiatief maakt deel uit van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER), waarbij de overheid gronden beschikbaar stelt voor energieprojecten. Beide wegen kenmerken zich door hun loop door het Groene Hart en langs een aantal buitenwijken. Het onderzochte gebied van de A4 loopt vanaf het ringvaartviaduct bij de provinciegrens tot de aansluiting van de Rijnlandroute. Voor de N11 gaat het om het volledige traject tussen Zoeterwoude-Rijndijk en Bodegraven. De totale lengte bedraagt 52 km.

Nederland is dichtbebouwd. Door rijksgronden langs de A4 en N11 beschikbaar te stellen en andere overheidsgronden te gebruiken, ontstaan er kansen voor het plaatsen van zonnepanelen. Dit draagt bij aan het behalen van de energiedoelen van de Regionale Energie Strategieën (RES) van Holland-Rijnland en Midden-Holland.

In het najaar van 2023 begon een vooronderzoek naar het project waarin werd gekeken hoeveel ruimte er is voor zonnepanelen. De uitkomst was positief, dus is er besloten om verder onderzoek te doen. Bestuurders hebben nu een intentieverklaring getekend, waarmee is besloten om door te gaan naar de volgende fase. In deze fase wordt gekeken waar en onder welke voorwaarden er zonnepanelen kunnen komen, hoe ze in het landschap passen, hoe groot het project wordt, en of het project financieel haalbaar is.

Tijdens de volgende fase worden omwonenden geïnformeerd en wordt er gekeken hoe de omgeving financieel kan meeprofiteren van het project. In totaal zit er 50,4 ha in de scope. De zoekgebieden bevinden zich vooral rond afrit Hoogmade en de N11 bij Alphen, maar ook in andere gemeenten zijn er nog gronden. In een later stadium zullen omwonenden de kans krijgen om zich uit te spreken over het project.

Het OER-project A4/N11 is een samenwerking tussen de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Kaag en Braassem, Leiden, Leiderdorp, de provincie Zuid-Holland, de RES-regio’s Rotterdam Den Haag en Midden-Holland, ProRail en Rijkswaterstaat-regio West-Nederland-Zuid (WNZ). Verder zijn Rijkswaterstaat (RWS), Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) bij het project betrokken.

Energiezuiniger bouwen en nieuw energielabel door implementatie Europese richtlijn

In 2026 moet de derde herziening van de Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen, Energy Performance of Building Directive (EPBD IV), zijn omgezet in nationaal beleid. Het doel van de EPBD IV is dat de gebouwde omgeving in 2050 emissievrij is. Dit gebeurt onder meer door andere eisen voor nieuwbouw, het verbeteren van bestaande woningen en utiliteitsbouw en een verbeterd energielabel. Vandaag informeerde minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) de Tweede Kamer over hoe Nederland de richtlijn gaat omzetten. Hierbij komen geen nationale koppen op de Europese regels.

De energietransitie in Nederland is al in volle gang. Steeds meer woningen, kantoren, scholen en andere gebouwen zijn goed geïsoleerd en aardgasvrij. Wie vandaag al investeert in de verduurzaming van een woning of ander gebouw, profiteert van lagere energiekosten, meer comfort en werkt aan een pand dat klaar is voor de toekomst. Duidelijkheid over het einddoel en de te nemen tussenstappen helpt de transitie te verder.

CO2 uitstoot gedurende de hele levenscyclus van nieuwbouw
Vanaf 2030 moeten alle nieuwe gebouwen energiezuinig en op het perceel emissievrij zijn. In plaats van fossiele brandstoffen moeten eigenaren zoveel mogelijk hernieuwbare energiebronnen gebruiken, zoals zonne-energie of windenergie. Daarnaast kunnen zij hun gebouw aansluiten op een lokaal warmtenet.

Ook gelden er vanaf 2030 regels voor hoeveel broeikasgassen mogen worden uitgestoten tijdens de hele levensduur van een nieuw gebouw. Dit gaat om de uitstoot van de gebruikte bouwmaterialen, de installaties in het gebouw en de energie die het gebouw verbruikt. De richtlijn introduceert hiervoor een nieuw meetinstrument: de whole life cycle global warming potential (wlc-gwp). In 2027 komt er in Nederland een routekaart. Hierin staat welke wlc-gwp-eisen vanaf 2030 voor nieuwbouw gelden en hoe de uitstoot van broeikasgassen daarna stapsgewijs afgebouwd kan worden naar 2050.

Bestaande gebouwen moeten vanaf 2050 emissievrij zijn. Goede isolatie wordt de standaard in Nederland. Daarnaast worden eigenaren gestimuleerd, via onder andere informatievoorziening en subsidies, om te isoleren en hun fossiele cv-ketel te vervangen door een warmtepomp. Er komt een Nationaal Gebouw Renovatieplan waarin staat hoe Nederland de verduurzaming van de gebouwde omgeving tussen nu en 2050 bereikt. Het concept van dit plan is eind 2025 klaar.

Voor woningen komen er geen verplichtingen. Wel gaan er eisen gelden voor winkels, scholen en andere utiliteitsgebouwen. De gebouwen met de slechtste energieprestaties moeten uiterlijk in 2030 of 2033 worden verbeterd. De exacte verplichtingen worden uiterlijk in 2027 in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) opgenomen.

In 2030 komt er een nieuwe indeling van het energielabel voor gebouwen, die loopt van A tot en met G. De huidige hoogste energielabelklassen (A+ tot en met A+++++) komen dan te vervallen. Tegelijk komt er een gemoderniseerde methode om het energielabel te bepalen. Deze geeft een beter beeld van het energieverbruik en de energieprestatie van een gebouw.

De EPBD IV wordt in fasen geïmplementeerd. In de Kamerbrief staat een overzicht van wanneer welke wijziging wordt doorgevoerd. Hiermee krijgen gebouweigenaren en andere betrokkenen inzicht in wat en wanneer er gaat gebeuren.


woensdag 30 juli 2025

Enexis op koers, maar met grote uitdagingen

In de eerste zes maanden van 2025 heeft netbeheerder Enexis grote voortgang geboekt dankzij de buurtaanpak en modulair bouwen. Enexis investeerde 37 procent meer ten opzichte van het eerste halfjaar van 2024 en realiseerde 520 MVA (megavoltampère) aan netcapaciteit. 

Enexis verwacht in 2025 een recordinvestering te realiseren. Desondanks blijven schaarste aan openbare ruimte en technisch personeel, complexe vergunningstrajecten en stikstofrestricties serieuze uitdagingen voor de bouwopgave. Enexis zet daarom onverminderd in op personeelswerving en intensieve samenwerking met gemeenten.

Op dit moment staan ruim 9.000 zakelijke klanten in de wachtrij. Om zoveel mogelijk klanten te kunnen blijven aansluiten, zet Enexis naast het sneller bouwen in op het nog zwaarder belasten van het elektriciteitsnet. Dat betekent dat op sommige plaatsen het net voor meer dan 100% wordt belast. Hierdoor groeit de kans op overbelasting en op storingen. Toch bleef de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet hoog. De gemiddelde uitvalduur van elektriciteit bedroeg in de eerste helft van 2025 10,5 minuten, dat is lager ten opzichte van de eerste helft van 2024 (12,8 minuten).

Deze lente kondigde Enexis aan dat zij op bepaalde plekken steeds meer maatregelen moet treffen om overbelasting en – in het uiterste geval – het afschakelen van klanten te voorkomen. Dit komt met name voor in het voorjaar op heel zonnige dagen, wanneer veel elektriciteit teruggeleverd wordt door zonnepanelen en weinig elektriciteit wordt afgenomen. Dit voorjaar zijn daarom pilots zoals Zonnedimmer en Buurtnet gestart, met als doel om de druk op het elektriciteitsnet te verminderen. Door het nemen van technische maatregelen heeft Enexis het afschakelen van klanten kunnen voorkomen. Momenteel bereidt Enexis zich voor op de wintermaanden. Vijf stations in Noord-Brabant en Overijssel staan onder verhoogde observatie.

Het flexibel gebruik van bestaande netcapaciteit leverde in de eerste helft van 2025 239 MW op. Enexis ligt daarmee op koers om de jaarlijkse doelstelling van 500 MW te behalen. Flexcontracten zijn een cruciaal onderdeel van een toekomstbestendig energiesysteem. Het vermogen dat we hiermee vrijspelen zorgt voor een betere benutting en dempt de benodigde uitbreiding van het net. Rutger van der Leeuw: “Het is onverstandig om onze netten te blijven inrichten op maximale piekbelasting. Want dan lopen de maatschappelijke investeringskosten verder op en blijven wachtrijen langer bestaan.” Enexis zet zich daarom onverminderd in om haar zakelijke klanten de meerwaarde van flexcontracten te laten inzien. Helaas is hier nog weinig animo voor, waardoor veel potentieel onbenut blijft. Enexis kijkt daarom kritisch naar het eigen productaanbod om dit aantrekkelijker te maken voor zakelijke klanten. Daarnaast werkt Enexis aan andere flexibele oplossingen zoals het dimmen van zonneparken bij piekbelasting en netbewust thuisladen.

In de eerste helft van 2025 ziet Enexis een toename van de investeringen, voornamelijk door uitbreidingen en verzwaringen van het elektriciteitsnet. De bruto investeringen bedroegen over het eerste halfjaar 889 miljoen euro en zijn hiermee 241 miljoen hoger dan in dezelfde periode in 2024. Vanwege de toegenomen investeringen en de vertraging waarmee Enexis deze investeringen in de huidige tariefregulering vergoed krijgt, zijn de kasstromen uit operationele activiteiten en investeringen in (im)materiële vaste activa in de eerste helft van 2025 434 miljoen negatief (2024: € 286 miljoen negatief). Om te kunnen blijven investeren, gaf Enexis in april twee nieuwe groene obligaties uit van elk 500 miljoen. De nettowinst over de eerste helft van 2025 bedraagt 192 miljoen. Dit is 70 miljoen hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. De nettowinst is toegenomen omdat de omzet in 2025 sterker is gestegen dan de kosten. Dit wordt verklaard doordat de tarieven in 2025 een nagekomen vergoeding bevatten voor de jaren 2022, 2023 en 2024.

Bijna 1 miljoen huishoudens met zonnepanelen uit de kosten

De meeste huishoudens die hun zonnepanelen voor 2020 hebben aangeschaft zijn uit de kosten, berekende Milieu Centraal, het onafhankelijk kenniscentrum voor duurzaam leven. “Dit zijn bijna 1 miljoen huishoudens,” zegt Simone Tresoor, expert duurzame woningen bij de stichting. “Dat betekent dat ongeveer een derde van de zonnepaneelbezitters in Nederland hun investering heeft terugverdiend.” 

Dit komt mede doordat de salderingsregeling teruglevering tot nu toe financieel aantrekkelijk maakte. Wanneer deze regeling vanaf 2027 vervalt, wordt het belangrijker om de zonnestroom vooral zelf te gebruiken.

Als de saldering in 2027 stopt gaan huishoudens de winst niet halen uit het terugleveren, zoals voorheen. Het zit hem dan in het direct gebruiken van eigen zonnestroom. 

Milieu Centraal heeft onderzocht hoe zonnepaneeleigenaren zoveel mogelijk profijt van hun zonnestroom kunnen hebben. Zet de wasmachine of vaatwasser aan als de zon schijnt, dan gaat het zelfverbruik naar 35 procent. Met het verwarmen van het voorraadvat van een volledig elektrische warmtepomp met zonnestroom stijgt het percentage naar 40 tot 50 procent. De eigenaar van een elektrische auto met eigen laadpaal kan het eigen verbruik verhogen tot 50 procent. Al deze zelf verbruikte kilowatturen (kWh) hoeven niet te worden ingekocht bij de energiemaatschappij. Dat scheelt, bij een vast of variabel contract, rond de 29 cent per kWh. En elke kWh die niet hoeft te worden gekocht is er één.

De helpdesk van Milieu Centraal krijgt opvallend vaak de vraag: ‘kan ik mijn zonnepanelen niet beter uitzetten om terugleverkosten te voorkomen?’ Milieu Centraal raadt dit af. Het verkeerd uitzetten kan het systeem beschadigen en de levensduur verkorten. Daarbij blijven mensen door terug te leveren met een vast of variabel contract altijd iets verdienen, zelfs met terugleverkosten. 

Zolang er gesaldeerd kan worden, krijgt men voor deze stroom de stroomprijs minus de terugleverkosten. Wie op jaarbasis meer teruglevert dan verbruikt, krijgt voor dat gedeelte ook nog altijd een positief bedrag, al is het wel minder. 

Zelfs wanneer de salderingsregeling stopt in 2027, zullen zonnepaneelhouders nog geld krijgen voor hun zonnestroom. Daarnaast verbruiken huishoudens altijd wel wat stroom, denk aan de koelkast, vriezer en de router. Die stroom moet ook betaald worden als de panelen uitstaan, terwijl men het zelf had kunnen opwekken.   

Bovendien kunnen andere mensen de groene stroom gebruiken die overblijft. Dan hoeft er minder stroom uit een gascentrale te komen, en dat is schoner.

Zonnepanelen blijven een goede investering. Een kWh zonnestroom kost de paneeleigenaar over de hele levensduur rond de 7 eurocent per kWh, maar als hij diezelfde kWh afneemt van het elektriciteitsnet is hij 3 à 4 keer duurder uit. Ook is men met eigen zonnestroom minder afhankelijk van de grillen van de energiemarkt bij geopolitieke onrust. Andere positieve punten zijn dat een woning met zonnepanelen over het algemeen een hogere waarde én een hoger energielabel krijgt.

Zwarte wiek op windturbines maakt in Eemshaven geen verschil

Turbines met één zwarte wiek leiden niet automatisch tot minder vogelslachtoffers. Dat blijkt uit een pilot in de Eemshaven die op initiatief van de provincie Groningen en energiebedrijf RWE werd uitgevoerd. Hoewel de inzet van een zwarte wiek elders leidde tot een forse vermindering van het aantal vogelslachtoffers, werd in Groningen geen opvallend verschil waargenomen.
 
De studie werd uitgevoerd tussen augustus 2021 en oktober 2024. Onderzocht werd of het zwart verven van één wiek van een windturbine helpt om vogels veilig tussen de windturbines door te laten vliegen. Zo zou het aantal vogels dat tegen de wieken aanvliegt verminderen. Het idee achter de enkele zwarte wiek per windturbine is het verminderen van de bewegingsonscherpte (‘motion smear’) en daarmee het vergroten van de zichtbaarheid van de windturbine voor vogels. Dit zou het aantal vogels dat tegen de wieken aanvliegt verminderen.
 
In de Eemshaven werden zeven windturbines met één zwartgeverfde wiek vergeleken met zeven naastgelegen turbines zonder zwarte wiek. Door middel van drie jaar veldonderzoek werd het aantal slachtoffers in kaart gebracht. Daaronder bevinden zich zee-en kustvogels, zoals meeuwen en steltlopers die het hele jaar door aan de kust voorkomen, en zangvogels (zoals spreeuwen en lijsters die tijdens de seizoenmigratie over het gebied trekken). De zwarte wiek leverde geen opvallende vermindering op van het aantal aanvaringen.

Het is niet duidelijk waarom vogels in Noorwegen er wel vaker in slaagden om turbines met een zwarte wiek te ontwijken, maar in de Eemshaven niet. Een mogelijke verklaring is dat in het industriegebied veel verschillende kleuren en objecten te zien zijn, waardoor een turbine met één enkele zwarte wiek onvoldoende afsteekt tegen die drukke achtergrond. Dit is een groot verschil met het open, rustige landschap op Smøla, waar de zwarte wiek mogelijk veel beter opvalt. Het is dus niet uitgesloten dat een zwarte wiek op een andere locatie wel werkt. Ook resultaten uit Zuid-Afrika, waar enkele turbines rode blokken op de wieken hebben gekregen, laten een positief effect zien.

Vervolgonderzoek moet aantonen of dit inderdaad het geval is en hoe turbines zichtbaarder kunnen worden voor vogels, bijvoorbeeld door het gebruik van specifieke patronen en kleuren.

In de Eemshaven is sprake van een grotere diversiteit aan vogelsoorten dan in het gebied in Noorwegen, waar de eerste studie plaatsvond. Het is nog onduidelijk welke vogelsoorten anders reageren op de zwarte wiek. Mogelijk werkt de zwarte wiek wel voor grote meeuwen, maar daar is vervolgonderzoek voor nodig.
 
Het onderzoek 'zwarte wiek' in de Eemshaven is een samenwerkingsverband tussen private partijen in de windindustrie (RWE, Vattenfall, StatKraft, Eneco, Pure Energie en Groningen.NL Energy), verschillende overheden (ministerie van EZK/LVVN, het Windenergie op zee ecologische programma (Wozep) van Rijkswaterstaat (i.o.v. ministerie van KGG) en de provincies Groningen, Flevoland, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant, Limburg, Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Holland) en de natuursector (Vogelbescherming Nederland). In 2023 is de samenwerking uitgebreid met het ZWEMT-onderzoek van TNO.

dinsdag 29 juli 2025

Energiecoöperaties bundelen krachten in De Wolden

De ReestdalEnergie en Heel De Wolden Groen fuseren en gaan samen verder onder de naam Heel De Wolden Groen. Beide ledenvergaderingen stemden unaniem in met deze stap richting een duurzamer De Wolden.

ReestdalEnergie was ruim 13 jaar actief in de regio en hielp honderden inwoners met zonnepanelen, groene energie en energiebesparing. Heel De Wolden Groen startte vorig jaar met een succesvolle pilot: 11 woningen werden verduurzaamd met zonnepanelen en een hybride warmtepomp. De aanpak vermindert het gasverbruik met 50 tot 80 procent. De uitvoering ligt in handen van lokale installateurs.

RENDO is mede-financier van deze pilot, samen met de gemeente De Wolden. Het project biedt ruimte voor 30 woningen, waarvan deelname nog mogelijk is.

De nieuwe coöperatie beschikt over een vernieuwd bestuur en zet in op duidelijke communicatie over duurzame ontwikkelingen. Heel De Wolden Groen draait volledig op vrijwilligers en zoekt actief naar meer diversiteit. Met name vrouwen en jongere inwoners worden uitgenodigd om mee te bouwen aan een duurzame toekomst.

ENGIE beloont flexibiliteit van zijn klanten

Naast het ontwikkelen van flexibele energiecapaciteit zoals batterijparken, stimuleert ENGIE ook zijn klanten om energie flexibel te verbruiken. De nieuwe formule Empower Flextime die op 1 juni wordt gelanceerd, is bedoeld voor klanten met een digitale meter, die een groot deel van hun verbruik kunnen verschuiven naar specifieke momenten van de dag wanneer er doorgaans een lager verbruik is. Tijdens deze vaste ‘super-daluren’ kunnen klanten genieten van erg lage energieprijzen. 

Als grootste energieleverancier in België wil ENGIE zoveel mogelijk flexibiliteit toevoegen aan het energiesysteem. Aan productiezijde, door bijvoorbeeld te investeren in batterijparken, maar ook bij de consument. ENGIE heeft de ambitie om tegen 2030 tot 1 GW aan flexibiliteit vrij te maken bij zijn klanten. De lancering van Empower Flextime is een eerste stap om klanten vertrouwd te maken met marktflexibiliteit en hen te stimuleren om gebruik te maken van lage elektriciteitsprijzen.

Empower Flextime is bedoeld voor klanten die bereid zijn een groot deel van hun elektriciteitsverbruik te verschuiven naar de super-daluren, bijvoorbeeld door hun elektrische wagen of thuisbatterij dan op te laden. Zo genieten ze van de laagste prijs op de markt in een niet-dynamisch energiecontract. Tijdens de dag is er ook een daltarief om huishoudtoestellen voordelig te gebruiken. Deze formule zorgt voor een aanzienlijke verlaging van de energiefactuur, vergelijkbaar met een dynamisch contract, maar zonder de daarbij horende complexiteit en risico’s. Klanten genieten eveneens van een hoge injectieopbrengst zonder negatieve prijzen. 

De Smart App van ENGIE geeft duidelijk de verschillende tijdzones aan en helpt de klant zijn verbruiksverdeling te optimaliseren. Bovendien verdient de klant een extra beloning voor zijn flexibiliteit als hij zijn wagen slim oplaadt via de Smart App.

maandag 28 juli 2025

ACM onderzoekt extra beloning voor batterijen die stroomnet ontlasten

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is een onderzoek gestart naar de mogelijkheid om batterijen die het elektriciteitsnet efficiënter gebruiken, financieel extra te belonen. De inzet is om het steeds voller wordende stroomnet te ontlasten en tegelijkertijd de energietransitie te versnellen.

Volgens de ACM verdienen partijen die met batterijen actief bijdragen aan het voorkomen van netverzwaring, een passende financiële stimulans. De toezichthouder bekijkt daarom of de markt zodanig aangepast kan worden dat deze ‘flexibiliteit’ beter beloond wordt.

De ACM wil echter voorkomen dat beloningen generiek worden toegekend aan alle batterijtoepassingen. Het gaat erom dat de stimulans alleen terechtkomt bij toepassingen die daadwerkelijk bijdragen aan het verminderen van de netdruk.

Het onderzoek van de ACM past binnen een bredere beleidslijn waarin gekeken wordt hoe marktwerking en regulering in de energiesector beter kunnen aansluiten op de uitdagingen van de energietransitie. Door marktsignalen te verbeteren wil de toezichthouder investeringen in batterijen en andere vormen van flexibiliteit versnellen — zonder dat dit leidt tot overcompensatie of inefficiënte subsidies.

Energy Storage NL is blij dat de ACM een extra beloning voor batterijen gaat onderzoeken. In het onderzoek van Kalavasta naar de ‘The costs and benifits of batteries in the energy system’ heeft Energy Storage NL laten berekenen dat de maatschappelijke meerwaarde van batterijopslag groot is, zo’n €350 miljoen per jaar. Dit leidt niet alleen tot mogelijke kostendaling op de energierekening voor bedrijven en huishoudens maar ook tot besparingen van netbeheerkosten. Het is daarom dat Energy Storage NL in gesprek is getreden met de ACM om gezamenlijk te bekijken of de baten van opslag voldoende reflecteren op de kosten die batterijontwikkelaars maken. Dat de ACM nu dit onderzoek instelt, ziet de brancheorganisatie als een positief signaal.

Maakindustrie en installateurs roepen op: Versnel overstap naar led-lampen

Een versnelde overstap op ledverlichting kan Nederland tot 2043 een besparing van ruim 3 miljard euro opleveren, zorgt voor minder druk op het elektriciteitsnet én maakt ons minder afhankelijk van aardgas. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Berenschot, in opdracht van een brede coalitie van brancheorganisaties, waaronder Fedet, NLA, FME, Techniek Nederland en de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE).

Als alle verlichting in Nederland al in 2030 is vervangen door led, wordt jaarlijks 3,8 TWh extra aan stroom bespaard – dat is ongeveer evenveel als de productie van kerncentrale Borsele. Het is een eenvoudige en doeltreffende maatregel, die direct bijdraagt aan lagere energiekosten, minder CO₂-uitstoot en meer ruimte op het overbelaste elektriciteitsnet.

Hoewel de overstap op LED in volle gang is, gaat het nog een stuk langzamer dan mogelijk is. Zonder versnelling worden veel conventionele lampen pas na 2030 vervangen. Daarmee laat Nederland miljarden euro’s aan energiebesparing liggen, en blijft het elektriciteitsnet onnodig zwaar belast – vooral tijdens piekuren in de winter.

De lagere elektriciteitsvraag door LED betekent dat er 240 miljoen kuub minder aardgas nodig is – evenveel als alle huishoudens in Amsterdam jaarlijks verbruiken. Dat draagt bij aan de energiezekerheid van Nederland en maakt ons minder afhankelijk van schommelende gasprijzen en geopolitieke risico’s.

Hoewel minister Hermans een taakgroep heeft ingesteld, wordt pas eind 2025 een plan verwacht voor bredere invoering. Daar bovenop is het de vraag of de val van het kabinet voor verdere vertraging gaat zorgen. De coalitie van Fedet, NLA, FME, Techniek Nederland en NVDE roept op om niet te wachten. Berenschot heeft meerdere kansrijke maatregelen geïdentificeerd om de versnelling naar 100 procent ledverlichting in 2030 te realiseren. Geef bijvoorbeeld het goede voorbeeld en maak één gezamenlijke afspraak om uiterlijk in 2030 volledig over te stappen op ledverlichting. Bied ook actieve ondersteuning via gerichte ontzorging en collectieve uitvoering om drempels voor woningen en diensten te verlagen. De urgentie is duidelijk, de oplossingen zijn beschikbaar – het is nu aan de overheid om tempo te maken. Ook in deze demissionaire periode.

vrijdag 25 juli 2025

IMVO-convenant bestaat 2 jaar

Op 1 juli bestond het IMVO-convenant voor de hernieuwbare energiesector twee jaar. Een belangrijk moment voor partijen die zich inzetten voor een eerlijke, duurzame energietransitie, waaronder NedZero en Holland Solar. Het convenant wordt gecoördineerd door de Sociaal-Economische Raad (SER) en brengt bedrijven, brancheverenigingen, vakbonden, NGO’s en de overheid samen. Het gezamenlijke doel is om internationale ketens te verduurzamen en mensenrechtenrisico's te beperken, bijvoorbeeld bij de productie van windmolens en zonnepanelen maar ook bij de bouw van zonne- of windparken. 

In de afgelopen twee jaar groeide het convenant uit tot een samenwerking van meer dan veertig partijen, waaronder NedZero, Holland Solar, Powerfield, Sunrock, Solarwatt, Groendus, Vattenfall, Ørsted en Siemens Gamesa. De samenwerking leidde tot concrete resultaten, zoals:  

Het opstellen van een gezamenlijke due-diligence-roadmap met hulpmiddelen en sjablonen. 
Een toolbox met documenten die bedrijven direct in hun eigen praktijk kunnen toepassen, zoals een vragenlijst voor toeleveranciers.

Richard Brakenhoff (tot voor kort werkzaam bij NedZero) geeft aan dat het platform in twee jaar tijd een unieke plek is geworden waar bedrijven niet alleen kennis uitwisselen, maar elkaar ook scherp houden op hun ambities. Hij legt uit dat de samenwerking bedrijven helpt om verder te komen: “Door samen te werken aan standaardisatie van due-diligence-processen en het delen van tools, krijg je een sectorbrede beweging op gang. Dat maakt het makkelijker voor bedrijven om de lat structureel hoger te leggen.” 

Daarnaast benadrukt Richard dat het convenant een belangrijke brugfunctie heeft richting de bredere maatschappij en politiek. “We zitten in een energietransitie die heel veel nieuwe ketens en markten opent. Daarin moet je vroeg beginnen met het adresseren van mensenrechten en milieuvraagstukken. Het convenant biedt ons niet alleen praktische handvatten, maar dwingt ons ook kritisch te kijken naar ons eigen beleid en dat continu te verbeteren.” 

Energiearmoede in 2024 gestegen naar 6,1 procent

Volgens een voorlopige schatting kampten in 2024 ongeveer 510.000 huishoudens met energiearmoede. Dat is 6,1 procent van alle huishoudens en bijna 180 duizend huishoudens meer dan in 2023. De belangrijkste verklaring voor deze toename is dat er geen financiële steunmaatregelen meer van kracht waren. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van TNO en het CBS.

In het rapport Energiearmoede in Nederland en in de Monitor Energiearmoede hebben TNO en het CBS onderzocht hoe de energiearmoede zich tussen 2019 en 2024 heeft ontwikkeld De cijfers voor 2024 zijn gebaseerd op een voorlopige schatting door TNO, omdat nog niet alle gegevens beschikbaar zijn.

Volgens de voorlopige schatting hadden in 2024 ongeveer 510.000 huishoudens te maken met energiearmoede, dat is 6,1 procent van alle huishoudens in Nederland. Uit de analyse blijkt dat vooral het wegvallen van de financiële steunmaatregelen de stijging van energiearmoede verklaart. In 2022 en 2023, toen de energieprijzen hoog waren, konden huishoudens met een laag inkomen een energietoeslag aanvragen. Daarnaast was er in 2023 een prijsplafond voor alle huishoudens, waardoor de eerste 1 200 kuub aardgas en de eerste 2 900 kWh elektriciteit gebonden waren aan een maximum prijs.

In 2024 zijn de variabele energieprijzen even hoog als in 2022, terwijl de vaste tarieven hoger liggen. Huishoudens met een laag inkomen hebben echter geen recht meer op een energietoeslag. De energietoeslag bedroeg in 2022 en 2023 voor de meeste huishoudens 1 300 euro per jaar. Hierdoor zijn de energiekosten van vooral huishoudens met een laag inkomen toegenomen vergeleken met de twee jaar daarvoor.

Ondanks de stijging van het aandeel huishoudens met energiearmoede was dit minder hoog dan in 2019, terwijl de energieprijzen toen veel lager waren. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat tussen 2019 en 2024 de kwaliteit van de woningen sterk is verbeterd. Ook zijn huishoudens -vooral na de start van de energiecrisis - veel zuiniger omgegaan met energie. Daarnaast zijn de afgelopen jaren de inkomens gestegen, waardoor er minder huishoudens met een laag inkomen zijn.

De gemiddelde maandelijkse energiekosten zijn het hoogst sinds 2019, zowel voor alle huishoudens (171 euro), als voor energiearme huishoudens (184 euro). In 2022 en 2023 lagen de gemiddelde energiekosten voor huishoudens met energiearmoede lager door de financiële steunmaatregelen. Onder andere door het wegvallen van de steun, namen de gemiddelde energiekosten in 2024 toe.

''We kunnen met meer zonne- en windenergie Nederland onafhankelijker maken'

De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), Energie-Nederland, NedZero, Holland Solar en Energy Storage NL zeggen veel méér zonne- en windenergie te kunnen realiseren dan waar zij ruimte voor krijgen. Als het aan hen ligt, is de bestuurlijk afgesproken RES-ambitie van 55 TWh in 2030 haalbaar. ‘Schone energie uit je eigen regio is vaak de sleutel waardoor bedrijven en nieuwe wijken vooruit kunnen,’ zegt Olof van der Gaag, voorzitter NVDE. ‘Het is goed als dit besef meer en meer doordringt bij RES-regio’s.’

Het gaat in de energietransitie inmiddels om méér dan het realiseren van megawatten. Wordt elektriciteit opgewekt op plekken waar het energiesysteem er om vraagt? De organisaties zien dat er nog lang niet altijd ruimte wordt gecreëerd voor extra opwek en opslag waar deze hard nodig is. De noden van het energiesysteem wegen dikwijls niet zwaar genoeg in (ruimtelijke) afwegingen.

In dat verband is de groeiende disbalans in de realisatie van zonne- en windenergieprojecten een gemiste kans. Windenergie dreigt verder achter te blijven, terwijl die prachtig aanvult op zonnestroom: als de zon niet schijnt, is er vaak wel wind, en andersom.

Decentrale opwek en opslag kunnen er ook voor zorgen dat nieuwbouwwijken sneller aangesloten kunnen worden op het net, waar deze nu nog vaak vertraging oplopen door het volle stroomnet. Die kansen verdienen meer nadruk van beleidsmakers, naast dominante frames als overlast en ruimtebeslag.

De duurzame energie-organisaties zien ook mooie kansen voor de verdere uitrol van zonne- en windenergie en energieopslag richting 2050, zoals vastgelegd in het Nationaal Plan Energiesysteem. De RES-regio’s zijn onmisbaar om de ruimte daarvoor te creëren.

Hoge terugleverkosten vreten winst zonnepanelen op

De energierekening blijft lager voor huishoudens met zonnepanelen, maar het financiële voordeel is kleiner geworden. Door de opmars van terugleverkosten – die vrijwel alle leveranciers hanteren – is de winst op zelf opgewekte stroom flink geslonken. Dat blijkt uit een analyse van Energievergelijk.nl.

Een huishouden met 8 zonnepanelen bespaart gemiddeld 34,81 euro per maand op de energierekening. Maar wie denkt dat méér panelen automatisch méér voordeel oplevert, komt bedrogen uit. Sterker nog: het extra voordeel van 20 panelen ten opzichte van 8 is slechts een paar euro per maand.

Hoe meer stroom je teruglevert aan het net, hoe hoger de terugleverkosten – en die kunnen fors oplopen. Bij 8 panelen bedragen ze in het goedkoopste contract 17,25 europer maand, maar bij 20 panelen lopen ze op tot maar liefst 63,50 euro per maand.

Terwijl je bij 8 panelen maximaal 43,30 euro per maand bespaart op de energierekening, loopt dat bij 20 panelen op tot 47,76 euro. Een extra voordeel van slechts 4,46 euro per maand.

Energie-expert Koen Kuijper licht toe: "De terugleverkosten zijn het afgelopen jaar verder gestegen. Wie nu investeert in zonnepanelen, doet er daarom verstandig aan het aantal panelen zorgvuldig af te stemmen op het eigen stroomverbruik. Grote hoeveelheden overtollige stroom terugleveren loont niet meer.”

En het wordt straks nog uitdagender voor zonnepaneelbezitters. In 2027 verdwijnt de salderingsregeling. Vanaf dat moment krijg je nauwelijks nog iets terug voor stroom die je teruglevert. De enige echte winst komt dan van stroom die je op het moment van opwek zelf verbruikt, bijvoorbeeld via apparaten die overdag draaien, zoals de koelkast, wasmachine of airco. Gemiddeld genomen verbruiken huishoudens zo'n 30 procent van hun opgewekte stroom direct.

Voor een huishouden met 8 zonnepanelen betekent het einde van de salderingsregeling een flinke duikeling in het voordeel: van maximaal 43,30 euro per maand nu, naar nog maar 20,58 euro per maand. Dat is een verschil van 22,67 euro per maand.

donderdag 24 juli 2025

Opdracht Heijmans voor vernieuwen hoogspanningsstation Limburg

Bouwbedrijf Heijmans heeft de opdracht gekregen om in het Limburgse Maasbracht het 380.000 volt hoogspanningsstation te vernieuwen en uit te breiden. Oplevering staat gepland in 2029. De opdracht is gegund door TenneT, beheerder van het landelijke hoogspanningsnet. De bouw vertegenwoordigt voor Heijmans een omzetwaarde van € 194 miljoen.

De bouw was al gestart, maar de opdracht is nu definitief geworden voor Heijmans. Heijmans was al betrokken bij de ontwerpfase, waarin in een bouwteam het ontwerp voor het station is uitgewerkt. De opdracht komt voort uit de raamovereenkomst EU-303. Al eerder bouwde Heijmans onder dit contract aan een hoogspanningsstation in Krimpen aan den IJssel, Geertruidenberg en Meeden.
 

De werkzaamheden vergroten de capaciteit van het hoogspanningsnetwerk in Limburg. De vernieuwing van het station betekent onder meer de bouw van een nieuwe GIS-installatie en het aanleggen van ondergrondse hoogspanningskabels. Deze installaties komen op het al bestaande terrein in Maasbracht. Het al bestaande station in Maasbracht blijft operationeel tijdens de vernieuwing, maar wordt nadien gesloopt. De werkzaamheden worden grotendeels uitgevoerd met emissieloos materieel, waarmee het project past binnen de strategische pijler Duurzaamheid van Heijmans. 
 
Het station in Maasbracht, dat al sinds de jaren ’60 in gebruik is, speelt een cruciale rol in het landelijke hoogspanningsnet. Hier wordt de landelijke 380.000 volt kV-ring gesloten tussen Eindhoven en Dodewaard. Daarnaast vormt het station de schakel met het Limburgse 150.000 volt-net en fungeert het als de ‘meterkast van Limburg’. Maasbracht is bovendien een belangrijk knooppunt in het Europese hoogspanningsnet, met verbindingen naar België en Duitsland. Ook de generatoren van de Claus Centrale zijn op dit station aangesloten.

Uitbreiding van het hoogspanningsnetwerk is nodig in Nederland, omdat de behoefte aan elektriciteit sterk toeneemt als gevolg van verduurzaming. Ook wekken consumenten en bedrijven steeds meer zelf stroom op, die wordt teruggeleverd aan het netwerk. Deze opdracht past binnen de strategie die Heijmans heeft richting 2030. Heijmans wil een prominentere rol spelen bij het realiseren van oplossingen voor de complexe opgaven waar ons land voor staat. Met name op het vlak van woningbouw, bereikbaarheid, arbeidskrapte, energietransitie en klimaat zijn die opgaven veelomvattend, ingrijpend en door hun onderlinge verwevenheid tamelijk gecompliceerd.


Windplan Groen draagt komende 25 jaar € 21 miljoen bij aan samenleving

In totaal stellen de elf windparken, verenigd onder Windkoepel Groen, de komende 25 jaar ruim 21 miljoen euro ter beschikking aan de inwoners van de regio Dronten, Biddinghuizen en Lelystad. Afhankelijk van de doelstellingen gaat het hier om geld dat is gelabeld als gebiedsgebonden bijdrage (€ 14 miljoen), maatschappelijk fonds (€ 5 miljoen) of obligatiefonds (€ 2 miljoen). 

De elf parken dragen jaarlijks naar rato van hun omvang bij aan de financiering van de verschillende fondsen. Op basis van lokaal eigendom en bijdragen aan deze fondsen laten de windparken de samenleving meeprofiteren van de opbrengsten van de windmolens.

Windparken zijn nadrukkelijk aanwezig in het landschap. Tegenover de last van de 86 turbines in Windplan Groen, moeten er voor inwoners ook lusten zijn. Hierom is jaren geleden in het Regioplan Windenergie bepaald dat de initiatiefnemers van Windplan Groen een gebiedsgebonden bijdrage moeten leveren voor ‘een aantoonbare kwaliteitsverbetering in de omgeving van de nieuwe windmolens’. Daarnaast heeft Windplan Groen op eigen initiatief een maatschappelijk fonds opgericht en is een obligatiefonds tot stand gebracht. Met elkaar vormen het gebiedsfonds, het maatschappelijk fonds en het obligatiefonds de financiële participatie voor de inwoners in het projectgebied van Windplan Groen.

Het afgelopen jaar was het eerste jaar dat de omgeving kon profiteren van de afspraken tussen windparken en de omgeving. Voorzitter Allard van der Steege van Windkoepel Groen kijkt terug op ‘een goed eerste jaar van de samenwerking met de verschillende fondsen’. “Windplan Groen heeft impact op de omgeving in Flevoland. Bij de ontwikkeling van de parken hebben wij ons vanaf het begin ingezet voor een blijvende verbinding met de omwonenden. Wij willen een goede buur zijn, ook al weten wij dat we niet iedereen blij kunnen maken met onze turbines. Financiële participatie helpt om het gebied sterker te maken. Het is fijn om de eerste resultaten daarvan te kunnen zien.”

Ieder fonds waarmee samenwerkingsafspraken zijn gemaakt, is zelf verantwoordelijk voor de besteding van de toegezegde gelden. Zo beheert stichting Windfondsen Dronten het gebiedsfonds van Windplan Groen én van Windplanblauw. Deze bijdragen zijn bedoeld om de leefomgeving te verbeteren van inwoners in de omgeving van de windparken. In 2024 heeft Windfondsen Dronten bijna 90 aanvragen voor ondersteuning ontvangen: in totaal voor een bedrag van ruim € 1 miljoen. Ongeveer de helft van de aanvragers heeft een toezegging binnen. Een deel is in behandeling.

woensdag 23 juli 2025

Aantal ‘alleen gas’-contracten in half jaar tijd verdubbeld

Er is een opmerkelijke trend te zien bij het afsluiten van energiecontracten: Nederlanders kiezen steeds vaker voor vaste energiecontracten voor alleen gas. Volgens analyse van interne orderdata van Overstappen.nl is het aandeel alleen gas-contracten in een halfjaar verdubbeld: van 1,8% in januari naar 3,6% in juni 2025. Dit gedrag is een gevolg van een reactie op geopolitieke spanningen en wispelturige energiemarkten.

Consumenten maken steeds vaker een bewuste splitsing in hun energiecontracten. Waar voorheen stroom en gas meestal samen werden afgesloten, ontstaat nu een andere aanpak, het hybride contract: een vast contract voor gas gecombineerd met een dynamisch contract voor stroom.

Er zijn meerdere factoren die deze trend verklaren. Geopolitieke spanningen, zoals de oorlog in Oekraïne en de situatie rondom Israël, zorgen ervoor dat de gasprijs meer volatiliteit vertoont. Daarbovenop spelen zorgen over toekomstige tarievenpolitiek mee. Gasprijzen reageren hier op, wat het voor consumenten aantrekkelijk maakt om zekerheid in te bouwen.

Door gas vast te zetten en stroom flexibel te houden, combineren consumenten het beste van twee werelden: stabiliteit én besparing. Tom Schlagwein, energie-expert bij Overstappen.nl, vindt dit een logisch gevolg: “Dat een groeiende groep klanten behoefte heeft aan een vast contract voor gas is heel goed te verklaren: de onrust in de wereld neemt toe, en de gasprijs beweegt veel heftiger op en neer dan vorig jaar. De stabiliteit lijkt hierdoor uit de markt te verdwijnen. De reactie van de consumenten hierop is daarom heel begrijpelijk.”

De opkomst van het hybride energiecontract markeert een verschuiving in het consumentengedrag: Nederlanders zijn beter geïnformeerd, kritischer en steeds meer gericht op maatwerk en flexibiliteit. Vaste contracten voor alleen gas vormen daarbij de nieuwe basis van hun energiekeuze.

Grootste zonnepark van België breidt uit

Kristal Solar Park was al het grootste zonnepark van België. Op gronden van Nyrstar breidt het nu nog verder uit met 50.000 extra zonnepanelen. Initiatiefnemers LRM, Stad Lommel en Nyrstar investeren samen 12 miljoen euro in deze uitbreiding, die in november operationeel zal zijn.
 
In 2019 realiseerden de Limburgse investeringsmaatschappij LRM (49,5%), stad Lommel (49,5%) en Nyrstar (1%) het grootste zonnepark van België op Kristalpark III. Momenteel beslaat dat zonnepark 93 hectare en zorgen de 303.000 panelen voor een productie van ongeveer 85.000 megawattuur groene stroom per jaar (het jaarverbruik van 25.000 gezinnen). Het merendeel van de stroom gaat naar Nyrstar, die de energie gebruikt voor haar zinkproductie. De overige stroom wordt in het publieke net geïnjecteerd.
 
Nu wordt het zonnepark verder uitgebreid met 50.000 zonnepanelen op vier percelen van samen 18 hectare, goed voor een vermogen van 35,4 MWp. Het consortium Omexom (pv-installatie) en CKS (bekabeling) staat in voor de bouw. De uitbreiding wordt aangesloten op het gesloten distributienet van Nyrstar, waardoor Kristal Solar Park voor deze uitbreiding vrije toegang krijgt tot de markt. Steven Vaelen, General Manager Nyrstar Belgium: “Nyrstar is een internationale producent van kritieke mineralen en metalen die essentieel zijn voor een koolstofarme toekomst. De samenwerking met Kristal Solar Park past binnen de optimalisatie van onze sites en de verdere verduurzaming van ons bijna volledig geëlektrificeerde productieproces.”
 
De uitbreiding wordt gerealiseerd op restgronden van Nyrstar, zodat er geen bedrijventerrein van Kristalpark III moet worden aangesneden. Bijkomend wordt er ook nu weer maximaal rekening gehouden met de natuur. Luc Driesen, senior project manager klimaat bij LRM: “Als SDG-Ambassador hechten we met LRM extra veel belang aan de natuur, en duurzaamheid in het algemeen. We hebben voor deze uitbreiding, net als vorige keer trouwens, daarom opnieuw afgestemd met Natuurpunt en het Agentschap Natuur en Bos (ANB). Zo doen we aan natuurherstel door in samenspraak met Natuurpunt een stukje toplaag af te schrapen waardoor de heide zich terug kan herstellen en start de omheining 20 centimeter boven het maaiveld, zodat kleine dieren altijd vrije doorgang hebben. Voor een optimaal groenbeheer zullen later weer schapen worden ingezet om de plots te onderhouden.”  
 

Telecom- en energiebedrijven doof voor kritiek op deurverkoop

Telecom- en energiebedrijven weigeren te stoppen met deur-aan-deurverkoop, ondanks jarenlange misstanden. Begin juli riep de Consumentenbond KPN, VodafoneZiggo, Odido, Delta Fiber, Essent en Vattenfall op om te stoppen met deze agressieve verkoopwijze. Toch weigeren de meeste bedrijven hun aanpak aan te passen en houden vast aan het idee dat strenger toezicht volstaat. Alleen DeltaFiber geeft aan te overwegen te stoppen met deze praktijken. 

Vooral telecom-, energiebedrijven en goede doelen maken gebruik van deurverkoop door zogeheten fieldmarketingbureaus. De deurverkopers van deze bureaus moeten zich houden aan gedragsregels die vastgelegd zijn in de Code voor Fieldmarketing (CFM) van de Reclame Code Commissie. Maar zij lappen deze regels massaal aan de laars, zo bleek uit onderzoek van de Consumentenbond. 

De Consumentenbond ondervroeg 7500 consumenten en  sprak met oud-medewerkers van de bureaus. Ook ging de Consumentenbond undercover als student-deurverkoper. De deurverkopers bleken Nee-stickers te negeren, door te drammen als iemand geen interesse heeft en met leugens bij mensen binnen te komen of ze over te halen. 

De Consumentenbond maakte zich in 2012 al hard voor een Bel-niet-aan-register, waar consumenten zich konden afmelden voor ongevraagde deurverkoop. De Consumentenbond verstuurde destijds ook bijna 1 miljoen 'bel-niet-aan-stickers'.

Toch is er sindsdien weinig veranderd. De Consumentenbond krijgt al jaren klachten over agressieve en soms misleidende verkopers aan de deur en pleit daarom voor een totaalverbod op deze praktijken. Maar Europese regels laten dat nu nog niet toe. Uit een recente enquête onder 7500 panelleden van de Consumentenbond bleek dat 92% van de consumenten zich stoort zich aan deurverkopers. 71 procent ervaart het deurcontact als intimiderend. 

Warmtebedrijf Wageningen maakt een nieuwe start

Warmtebedrijf WOW maakt een nieuwe start. Nieuwe inzichten hebben bij de coöperatie tot nieuwe wensen geleid over de techniek, betaalbaarheid en de organisatiestructuur van het warmtenet in de Benedenbuurt. Samen met de gemeente Wageningen werkt coöperatie WOW aan een plan voor de doorstart.

Warmtebedrijf WOW is opgericht om een duurzaam warmtenet te realiseren in Aardgasvrije Proeftuin de Benedenbuurt in Wageningen. Het is een samenwerking van bewonerscoöperatie WOW, gemeente Wageningen en ‘warmtepartner’ Kelvin.

De drie partijen (de gemeente Wageningen, coöperatie WOW en Kelvin) kijken terug op een intensieve samenwerking waarin veel is geleerd en belangrijke stappen zijn gezet. Kelvin neemt als warmtepartner afscheid van het project. De gemeente en de coöperatie spreken hun waardering uit voor de kennis en inzet van Kelvin in de afgelopen jaren. Op basis van verschillende inzichten over het vervolgtraject is in goed overleg besloten de samenwerking te beëindigen.

De ambitie blijft: samen met bewoners werken aan een duurzame, betaalbare en collectieve warmtevoorziening. De gemeente ziet toe op een zorgvuldige besteding van publieke middelen. Als aardgasvrije proeftuin in Wageningen is dit project bedoeld om te leren, bij te sturen en samen met bewoners de beste aanpak te ontwikkelen. Over de inzet van de resterende subsidiegelden worden heldere afspraken gemaakt tussen de gemeente en coöperatie WOW.

dinsdag 22 juli 2025

Zonnepark Echteld Spoorstraat officieel geopend

De panelen van het zonnepark Echteld Spoorstraat leveren al een tijdje stroom, maar nu is het park dan officieel geopend. Wethouder Van Someren verrichtte de officiële handeling en reikte samen met Vattenfall een mooie cheque uit aan het Gebiedsfonds Neder-Betuwe, waarmee bijvoorbeeld woningen in het gebied kunnen worden verduurzaamd.

Zonnepark Echteld Spoorstraat ligt ingeklemd tussen het spoor en de A15. Het zonnepark heeft 23.114 panelen met een gezamenlijk vermogen van 12,8 MWp. De hoeveelheid elektriciteit die het park jaarlijks produceert komt overeen met het verbruik van 4300 huishoudens. 

Het zonnepark is in totaal elf hectare groot. Daarvan is acht hectare bestemd voor zonnepanelen en drie hectare voor biodiversiteit en meervoudig landgebruik. Tussen de tafelrijen is extra ruimte gecreëerd, waardoor er ruimte is voor bijenhotels en diverse kruiden en struiken. Om het gras in het zonnepark kort te houden gaan in de toekomst  schapen van de landeigenaar op het terrein grazen.  

Een deel van de opbrengst van het park wordt gedeeld met de omgeving.