De Sportboulevard Dordrecht is sinds kort aangesloten op het warmtenet van HVC. Daarmee zet de gemeente Dordrecht samen met HVC en Optisport een belangrijke stap in de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed. De aansluiting op het warmtenet betekent dat de Sportboulevard voortaan verwarmd wordt door het duurzaamste grote warmtenet van Nederland.
De gemeente Dordrecht heeft een ambitieus beleid voor het verduurzamen van haar eigen vastgoed, met als doel om in 2040 klimaatneutraal te zijn. De sportboulevard is voor de gemeente een belangrijk pand. De succesvolle, duurzame aanpassingen van de afgelopen jaren hier zijn een voorbeeld voor onze andere panden die we nog gaan verduurzamen. Wethouder duurzaamheid Tanja de Jonge is blij met de aansluiting: “We willen als gemeente het goede voorbeeld geven. Het aansluiten van de Sportboulevard op het warmtenet zorgt voor een CO2-vermindering van 200.000 kg per jaar; een besparing van 90%. Dat staat gelijk aan de aanplant van 8.000 bomen. Een prachtige stap richting een klimaatneutale stad.
De Optisport Sportboulevard in Dordrecht is het grootste overdekte en multifunctionele sportcentrum van Nederland. Je vindt er een zwembad, sportzaal, turnhal, ijshal, verenigingsruimten en vergaderruimten. De aansluiting op het warmtenet volgt op een eerdere verduurzamingsslag. In 2024 zijn op het dak van de Sportboulevard 3.189 zonnepanelen geplaatst. Samen zorgen deze maatregelen voor een flinke vermindering van het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen. Voor gebruikers van de Sportboulevard betekent dit een comfortabel en duurzaam gebouw, zonder dat zij concessies hoeven te doen aan gebruiksgemak of prestaties.
Dat zelfs een energie-intensieve voorziening als de Sportboulevard duurzaam wordt verwarmd, laat zien dat het warmtenet een robuuste en toekomstbestendige oplossing is. Arjan ten Elshof, directeur Duurzame Energie bij HVC: “Het is fantastisch dat we opnieuw een Dordts icoon kunnen aansluiten. Daar zijn we enorm trots op. Het warmtenet is niet alleen geschikt voor grote gebouwen als de Sportboulevard, maar ook voor duizenden woningen in de stad. Inmiddels profiteren al zo’n 7.000 Dordtse huishoudens en gebouwen van duurzame warmte - en dat aantal groeit snel. Het warmtenet in Dordrecht is een belangrijk onderdeel in onze duurzame koers: stap voor stap naar een toekomst zonder aardgas en met duurzaam en lokaal opgewekte warmte.”
Pagina's
▼
vrijdag 31 oktober 2025
Return haalt €300 miljoen groeikapitaal op van APG voor opschaling batterijopslag
Return kondigt een lange termijn samenwerking aan met pensioenbelegger APG, namens pensioenfonds ABP, een van ’s werelds grootste pensioenfondsen met circa 590 miljard euro aan beheerd vermogen. APG investeert 300 miljoen euro groeikapitaal in ruil voor een minderheidsbelang, waarmee Return haar Europese energieplatform verder kan uitbreiden. Vóór deze transactie was er al een vergelijkbaar bedrag geïnvesteerd in Return’s kernactiviteiten. Return helpt energieportfolio’s beter in balans te brengen, zorgt voor meer flexibiliteit en vermindert congestie op het net. De transactie werd in oktober 2025 ondertekend en zal, onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouder, naar verwachting tegen het einde van het jaar worden afgerond.
De snelle groei van duurzame energie zorgt in heel Europa voor schommelingen in vraag en aanbod van elektriciteit. Return brengt partijen bij elkaar via grootschalige energieopslag en een datagedreven platform dat inzicht biedt in waar energie beschikbaar is en waar capaciteit nodig is. Zo ondersteunt Return een slimmer, stabieler en beter verbonden energienetwerk.
APG’s investering sluit aan bij haar strategie om te beleggen in duurzame infrastructuur die bijdraagt aan stabiele, lange termijn rendementen én aan de klimaatdoelstellingen van Europa.
Return verbindt energieklanten, technologie en data om het energiesysteem efficiënter te maken. De samenwerking met APG versterkt Return’s rol als onafhankelijke speler die markten, infrastructuren en gebruikers dichter bij elkaar brengt.
De snelle groei van duurzame energie zorgt in heel Europa voor schommelingen in vraag en aanbod van elektriciteit. Return brengt partijen bij elkaar via grootschalige energieopslag en een datagedreven platform dat inzicht biedt in waar energie beschikbaar is en waar capaciteit nodig is. Zo ondersteunt Return een slimmer, stabieler en beter verbonden energienetwerk.
APG’s investering sluit aan bij haar strategie om te beleggen in duurzame infrastructuur die bijdraagt aan stabiele, lange termijn rendementen én aan de klimaatdoelstellingen van Europa.
Return verbindt energieklanten, technologie en data om het energiesysteem efficiënter te maken. De samenwerking met APG versterkt Return’s rol als onafhankelijke speler die markten, infrastructuren en gebruikers dichter bij elkaar brengt.
donderdag 30 oktober 2025
Start bouw van warmtenet bij Wilhelmina Gasthuis
Op het oude terrein van ziekenhuis Wilhelmina Gasthuis komt een duurzaam warmtenet. Energiecoöperatie KetelhuisWG leidt dit project. Het warmtenet haalt warmte uit het water van het Jacob van Lennepkanaal. In 2028 worden 850 gebouwen verwarmd met water. Er is nu officieel toestemming om te starten met het project.
Sinds 2018 werkt een groep betrokken buurtbewoners hard aan het verduurzamen van het terrein. Ze richtten zelf KetelhuisWG op en maakten een plan om de buurt aan te sluiten op een nieuw warmtenet. Het warmtenet gebruikt aquathermie. Dit betekent dat warmte uit het water van de gracht wordt gehaald. Deze warmte wordt bewaard diep onder de grond en gebruikt om huizen te verwarmen als het koud is. Het project is bijzonder, omdat de buurtbewoners zelf het beheer doen. Zij bepalen samen de energieprijs en werken aan een duurzame buurt die klaar is voor de toekomst.
Het waterschap beheert het water in de gracht, bewaakt de kwaliteit van het water en denkt mee over de installatie. Samen met gemeente Amsterdam en woningcorporatie Stadgenoot ondersteunt het waterschap de bewoners bij het waarmaken van hun plannen.
Sinds 2018 werkt een groep betrokken buurtbewoners hard aan het verduurzamen van het terrein. Ze richtten zelf KetelhuisWG op en maakten een plan om de buurt aan te sluiten op een nieuw warmtenet. Het warmtenet gebruikt aquathermie. Dit betekent dat warmte uit het water van de gracht wordt gehaald. Deze warmte wordt bewaard diep onder de grond en gebruikt om huizen te verwarmen als het koud is. Het project is bijzonder, omdat de buurtbewoners zelf het beheer doen. Zij bepalen samen de energieprijs en werken aan een duurzame buurt die klaar is voor de toekomst.
Het waterschap beheert het water in de gracht, bewaakt de kwaliteit van het water en denkt mee over de installatie. Samen met gemeente Amsterdam en woningcorporatie Stadgenoot ondersteunt het waterschap de bewoners bij het waarmaken van hun plannen.
Flinke stijging aantal warmtepompen in Nederlandse woningen
In twee jaar tijd zijn er in ons land 800.000 warmtepompen bijgekomen. Het aantal groeide van bijna 1,4 miljoen in 2022 naar een kleine 2,2 miljoen installaties in 2024. Dat komt neer op een toename van bijna zestig procent. Dat blijkt uit een analyse van Independer op basis van CBS-cijfers. De forse stijging komt deels door verschillende subsidieregelingen voor de aanschaf van een warmtepomp.
“Met het oog op de energiedoelen is het van groot belang dat zo veel mogelijk huishoudens hun gasverbruik minimaliseren”, zegt Joris Kerkhof, expert energie bij Independer. “Met een hybride warmtepomp bespaar je op jaarbasis tussen de 60 en 70 procent op je gasverbruik. Alleen op zeer koude dagen maak je dan gebruik van gas. Sinds 2016 kunnen woningeigenaren via de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE-subsidie) een deel van het aankoopbedrag van een warmtepomp terugkrijgen.”
Niet iedereen komt ervoor in aanmerking, maar een groot deel van de warmtepompen wordt aangeschaft met een financiële tegemoetkoming. Eerder dit jaar deed Independer onderzoek naar warmtepompen die werden gekocht via de ISDE-subsidie. Daaruit bleek dat het aantal gesubsidieerde exemplaren met ruim 40 procent was toegenomen. De meeste met subsidie gekochte warmtepompen staan volgens dat onderzoek in de gemeente Tubbergen met ruim 16 procent van het aantal woningen. In grote gemeenten zoals Rotterdam en Amsterdam bedraagt dat ‘slechts’ iets meer dan 1 procent.
Uit het Independer-onderzoek van eerder dit jaar kwam dus naar voren dat er nog veel winst valt te behalen in grote gemeenten zoals Amsterdam. Onlangs maakte die gemeente bekend dat het in totaal 7,5 miljoen euro beschikbaar stelt als subsidiepot voor de aanschaf van een hybride warmtepomp.
Als voorwaarde geldt dat de WOZ-waarde van de woning niet hoger mag zijn dan 512.000 euro. Per woning is 2.500 euro beschikbaar. Hiermee hoopt Amsterdam huishoudens met een kleinere beurs te stimuleren om een hybride warmtepomp te kopen.
“Uit ons eerdere onderzoek blijkt dat er gretig gebruik wordt gemaakt van de ISDE-subsidie”, zegt Kerkhof van Independer. “Maar in de praktijk zie je dat het juist de huishoudens die het geld hebben voor een kostbare investering zoals een warmtepomp gebruikmaken van dergelijke regelingen. Juist daarom is het goed om te zien dat een grote speler zoals de gemeente Amsterdam geld vrijmaakt om ook huishoudens met een kleinere beurs te stimuleren om te verduurzamen.”
De gemiddelde prijs voor een hybride warmtepomp begint bij ongeveer 5.000 euro. Na de subsidie van 2.500 euro blijft er nog 2.500 euro over. “Nog altijd veel geld. Maar dat maakt het wel mogelijk dat je op jaarbasis 60 tot 70 procent minder gas verbruikt, wat een forse besparing oplevert op de lange termijn. Een groot aantal gemeenten biedt subsidies aan voor het verduurzamen van je woning. Daarom is het goed om voor aankoop altijd te informeren naar de mogelijkheden. In twee jaar zijn er bijna 800.000 nieuwe warmtepompen geïnstalleerd in Nederlandse woningen. Dat is bemoedigend en om die lijn door te zetten is het zaak om juist nu door te pakken”, zegt Independer-expert Kerkhof.
“Met het oog op de energiedoelen is het van groot belang dat zo veel mogelijk huishoudens hun gasverbruik minimaliseren”, zegt Joris Kerkhof, expert energie bij Independer. “Met een hybride warmtepomp bespaar je op jaarbasis tussen de 60 en 70 procent op je gasverbruik. Alleen op zeer koude dagen maak je dan gebruik van gas. Sinds 2016 kunnen woningeigenaren via de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE-subsidie) een deel van het aankoopbedrag van een warmtepomp terugkrijgen.”
Niet iedereen komt ervoor in aanmerking, maar een groot deel van de warmtepompen wordt aangeschaft met een financiële tegemoetkoming. Eerder dit jaar deed Independer onderzoek naar warmtepompen die werden gekocht via de ISDE-subsidie. Daaruit bleek dat het aantal gesubsidieerde exemplaren met ruim 40 procent was toegenomen. De meeste met subsidie gekochte warmtepompen staan volgens dat onderzoek in de gemeente Tubbergen met ruim 16 procent van het aantal woningen. In grote gemeenten zoals Rotterdam en Amsterdam bedraagt dat ‘slechts’ iets meer dan 1 procent.
Uit het Independer-onderzoek van eerder dit jaar kwam dus naar voren dat er nog veel winst valt te behalen in grote gemeenten zoals Amsterdam. Onlangs maakte die gemeente bekend dat het in totaal 7,5 miljoen euro beschikbaar stelt als subsidiepot voor de aanschaf van een hybride warmtepomp.
Als voorwaarde geldt dat de WOZ-waarde van de woning niet hoger mag zijn dan 512.000 euro. Per woning is 2.500 euro beschikbaar. Hiermee hoopt Amsterdam huishoudens met een kleinere beurs te stimuleren om een hybride warmtepomp te kopen.
“Uit ons eerdere onderzoek blijkt dat er gretig gebruik wordt gemaakt van de ISDE-subsidie”, zegt Kerkhof van Independer. “Maar in de praktijk zie je dat het juist de huishoudens die het geld hebben voor een kostbare investering zoals een warmtepomp gebruikmaken van dergelijke regelingen. Juist daarom is het goed om te zien dat een grote speler zoals de gemeente Amsterdam geld vrijmaakt om ook huishoudens met een kleinere beurs te stimuleren om te verduurzamen.”
De gemiddelde prijs voor een hybride warmtepomp begint bij ongeveer 5.000 euro. Na de subsidie van 2.500 euro blijft er nog 2.500 euro over. “Nog altijd veel geld. Maar dat maakt het wel mogelijk dat je op jaarbasis 60 tot 70 procent minder gas verbruikt, wat een forse besparing oplevert op de lange termijn. Een groot aantal gemeenten biedt subsidies aan voor het verduurzamen van je woning. Daarom is het goed om voor aankoop altijd te informeren naar de mogelijkheden. In twee jaar zijn er bijna 800.000 nieuwe warmtepompen geïnstalleerd in Nederlandse woningen. Dat is bemoedigend en om die lijn door te zetten is het zaak om juist nu door te pakken”, zegt Independer-expert Kerkhof.
Tweederde van nieuwe Kamer voor voortzetting energietransitie
Een stevige meerderheid in de nieuwe Tweede Kamer staat pal voor het halen van de klimaat- en energiedoelen. “We roepen deze partijen op om nog voor de Kerst een kabinet te vormen dat Nederland letterlijk en figuurlijk energie geeft,” zegt Olof van der Gaag, voorzitter Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). Dat is nodig voor onze onafhankelijkheid, economische kansen, grip op de energierekening en het klimaat.
Minstens tweederde van de nieuwe Tweede Kamer wil tenminste de bestaande klimaat- en energiedoelen halen. Deze partijen zullen naar verwachting de basis vormen van de nieuwe regering. Ruim eenderde van de nieuwe Kamer wil die doelen zelfs aanscherpen. .
De politieke partijen die het stembusakkoord van de maatschappelijke alliantie ondertekenden, halen samen zo'n 90 zetels. Zij spraken zich daarmee uit voor een stabiel, voorspelbaar en toereikend overheidsbeleid op het terrein van energie en klimaat.
Natuurlijk verschillen de maatregelen waarmee partijen deze doelen willen halen. Naast het overzicht van de verkiezingsprogramma’s geven de doorrekening door het PBL en het stembusakkoord van de Maatschappelijke Alliantie hier meer informatie over.
Het vorige kabinet heeft de winkel van de energietransitie grotendeels opengehouden. Nu is er meer nodig: de mentaliteit van de Deltawerken. De overgang naar oranje-groene energie maakt ons veiliger, sterker en schoner. Dit vraagt stevige keuzes en daadkracht, met duidelijke maatregelen voor 2030, 2040 en verder.
De deur naar effectieve samenwerking ligt open. De wil, het draagvlak én de urgentie zijn er. De kiezer heeft overtuigend gestemd voor de energietransitie. Nu is het aan de politiek om dat om te zetten in beleid dat werkt – voor mensen, bedrijven en toekomst.
Minstens tweederde van de nieuwe Tweede Kamer wil tenminste de bestaande klimaat- en energiedoelen halen. Deze partijen zullen naar verwachting de basis vormen van de nieuwe regering. Ruim eenderde van de nieuwe Kamer wil die doelen zelfs aanscherpen. .
De politieke partijen die het stembusakkoord van de maatschappelijke alliantie ondertekenden, halen samen zo'n 90 zetels. Zij spraken zich daarmee uit voor een stabiel, voorspelbaar en toereikend overheidsbeleid op het terrein van energie en klimaat.
Natuurlijk verschillen de maatregelen waarmee partijen deze doelen willen halen. Naast het overzicht van de verkiezingsprogramma’s geven de doorrekening door het PBL en het stembusakkoord van de Maatschappelijke Alliantie hier meer informatie over.
Het vorige kabinet heeft de winkel van de energietransitie grotendeels opengehouden. Nu is er meer nodig: de mentaliteit van de Deltawerken. De overgang naar oranje-groene energie maakt ons veiliger, sterker en schoner. Dit vraagt stevige keuzes en daadkracht, met duidelijke maatregelen voor 2030, 2040 en verder.
De deur naar effectieve samenwerking ligt open. De wil, het draagvlak én de urgentie zijn er. De kiezer heeft overtuigend gestemd voor de energietransitie. Nu is het aan de politiek om dat om te zetten in beleid dat werkt – voor mensen, bedrijven en toekomst.
woensdag 29 oktober 2025
Bijna helft VvE’s weet niet wat de volgende stap is in verduurzaming woning
Bijna de helft van de 1,4 miljoen woningbezitters in een Vereniging van Eigenaars weet niet wat de (volgende) stap is als het gaat om verduurzaming van hun woning en het appartementencomplex. Hoewel ruim de helft van de VvE-leden wel de voordelen van energiebesparing ziet, komt verduurzaming in de praktijk nog vaak niet van de grond. Dat blijkt uit representatief onderzoek van Motivaction in opdracht van Milieu Centraal, het kenniscentrum voor duurzaam leven. Milieu Centraal brengt daar nu verandering in en helpt VvE’s op weg met energie besparen. Zo staat er op www.verbeterjehuis.nl/vve vanaf nu specifieke informatie en praktische tools voor VvE’s. Daarnaast is er een apart platform ter ondersteuning van professionals (waaronder gemeenten) en opent Milieu Centraal in het voorjaar een helpdesk waar VvE’s terecht kunnen met al hun vragen. Deze inzet van Milieu Centraal is een belangrijk onderdeel van de Versnellingsagenda verduurzaming VvE’s van de Rijksoverheid.
Door gebrek aan kennis over het verduurzamingsproces bij appartementseigenaren, blijft de verduurzaming bij deze groep achter. Verduurzaming in VvE’s is vaak ingewikkeld. De buitenkant van het gebouw – zoals het dak en de gevels – is meestal niet van de individuele bewoner, maar van de VvE: de eigenaren moeten gezamenlijk besluiten nemen en maatregelen financieren. Nederland telt ongeveer 1,4 miljoen woningen die onderdeel zijn van een VvE, dat is bijna één op de vijf woningen.
Het verduurzamen van deze gebouwen gaat traag. Hierdoor blijven bewoners met een hoge energierekening achter. Met de Versnellingsagenda verduurzaming VvE’s van de Rijksoverheid worden belangrijke knelpunten aangepakt. In deze agenda staan verschillende maatregelen die verduurzaming in VvE’s makkelijker maken, zoals het vereenvoudigen van besluitvorming door VvE’s over verduurzaming, subsidie voor isolatiemaatregelen en duurzame warmte en aantrekkelijke financiering via het Nationaal Warmtefonds. Milieu Centraal zorgt er nu voor dat VvE’s meer informatie en hulp krijgen om met verduurzaming te starten.
Uit nieuw onderzoek blijkt dat 44% van de VvE-leden niet weet wat de (volgende) stap is bij de verduurzaming van hun appartement. Ook heeft ruim een derde überhaupt nog nooit nagedacht over het verduurzamen van het gebouw. Daarnaast zijn er veel factoren die het idee om te verduurzamen minder aantrekkelijk maakt: gedoe bij de verbouwing, de tijd die het kost om het hele proces te doorlopen en vaak verkeerde aannames als woonoppervlakte moeten inleveren of minder goede ventilatie door isolatie. De helft denkt dat het organiseren van het hele verduurzamingsproces met de andere eigenaren erg veel gedoe gaat opleveren.
Toch zien veel VvE-leden ook duidelijke voordelen. Ze denken vaak dat verduurzamen de energierekening verlaagt, het wooncomfort vergroot en bijdraagt aan een beter klimaat. De meerderheid van de appartementseigenaren (61%) geeft dan ook aan blij te zullen zijn als ze uiteindelijk in een volledig verduurzaamd appartement wonen. Daarnaast geeft 67% van de eigenaren aan in te willen stemmen met verduurzamingsmaatregelen. Van deze groep is een derde bereid zich actief in te zetten, bijvoorbeeld door een voorstel in de vergadering te doen of plaats te nemen in een duurzaamheidscommissie.
Door gebrek aan kennis over het verduurzamingsproces bij appartementseigenaren, blijft de verduurzaming bij deze groep achter. Verduurzaming in VvE’s is vaak ingewikkeld. De buitenkant van het gebouw – zoals het dak en de gevels – is meestal niet van de individuele bewoner, maar van de VvE: de eigenaren moeten gezamenlijk besluiten nemen en maatregelen financieren. Nederland telt ongeveer 1,4 miljoen woningen die onderdeel zijn van een VvE, dat is bijna één op de vijf woningen.
Het verduurzamen van deze gebouwen gaat traag. Hierdoor blijven bewoners met een hoge energierekening achter. Met de Versnellingsagenda verduurzaming VvE’s van de Rijksoverheid worden belangrijke knelpunten aangepakt. In deze agenda staan verschillende maatregelen die verduurzaming in VvE’s makkelijker maken, zoals het vereenvoudigen van besluitvorming door VvE’s over verduurzaming, subsidie voor isolatiemaatregelen en duurzame warmte en aantrekkelijke financiering via het Nationaal Warmtefonds. Milieu Centraal zorgt er nu voor dat VvE’s meer informatie en hulp krijgen om met verduurzaming te starten.
Uit nieuw onderzoek blijkt dat 44% van de VvE-leden niet weet wat de (volgende) stap is bij de verduurzaming van hun appartement. Ook heeft ruim een derde überhaupt nog nooit nagedacht over het verduurzamen van het gebouw. Daarnaast zijn er veel factoren die het idee om te verduurzamen minder aantrekkelijk maakt: gedoe bij de verbouwing, de tijd die het kost om het hele proces te doorlopen en vaak verkeerde aannames als woonoppervlakte moeten inleveren of minder goede ventilatie door isolatie. De helft denkt dat het organiseren van het hele verduurzamingsproces met de andere eigenaren erg veel gedoe gaat opleveren.
Toch zien veel VvE-leden ook duidelijke voordelen. Ze denken vaak dat verduurzamen de energierekening verlaagt, het wooncomfort vergroot en bijdraagt aan een beter klimaat. De meerderheid van de appartementseigenaren (61%) geeft dan ook aan blij te zullen zijn als ze uiteindelijk in een volledig verduurzaamd appartement wonen. Daarnaast geeft 67% van de eigenaren aan in te willen stemmen met verduurzamingsmaatregelen. Van deze groep is een derde bereid zich actief in te zetten, bijvoorbeeld door een voorstel in de vergadering te doen of plaats te nemen in een duurzaamheidscommissie.
VEH slaat alarm: Zonnepaneeleigenaren betalen straks voor teruglevering
De eerste energieleveranciers geven openheid van zaken: zonnepaneeleigenaren gaan vanaf 2027 betalen wanneer zij stroom aan het net leveren. Vereniging Eigen Huis waarschuwde eerder al dat het terugleveren van zonnestroom straks weleens geld kan kósten en roept de politiek op zo snel mogelijk in te grijpen.
In 2027 wordt de salderingsregeling voor zonnepanelen afgeschaft. Consumenten mogen de stroom die zij aan het net leveren dan niet meer aftrekken van de stroom die ze afnemen van hun leverancier. In plaats daarvan krijgen zij voor teruggeleverde elektriciteit een zogenoemde ‘terugleververgoeding’. Tegelijkertijd blijven zij terugleverkosten betalen. Vanaf 2027 krijgen klanten van Innova Energie en Gewoon Energie 5,9 cent per kWh voor teruggeleverde stroom, terwijl ze 11,5 cent moeten betalen. Dat betekent dat ze per kWh 5,6 cent moeten bijbetalen.
Vereniging Eigen Huis waarschuwde eerder al dat de wet energieleveranciers de mogelijkheid geeft met zo’n netto negatieve vergoeding te komen. “Nu gebeurt dit helaas ook. Dit is onacceptabel. Mensen worden op deze manier financieel gestraft voor het verduurzamen van hun woning”, zegt Cindy Kremer, algemeen directeur bij de vereniging. “Door de afschaffing van het salderen is de aanschaf van zonnepanelen al stil komen te liggen. Straks gaan huiseigenaren hun panelen nog van hun dak halen. Dat terwijl zij een belangrijke schakel zijn in de energietransitie.”
Kremer benadrukt dat het vrijwel onmogelijk is voor zonnepaneelbezitters om te voorkomen dat ze elektriciteit terugleveren. “Energieleveranciers, politici en netbeheerders roepen continu dat consumenten maar meer zonnestroom zelf moeten verbruiken. Maar in de praktijk is dat hartstikke moeilijk en kost dit ook weer extra geld." Vereniging Eigen Huis vraagt de politiek om zo snel mogelijk wettelijk te regelen dat de vergoeding voor zonnestroom altijd netto positief is.
De afgelopen tijd maakte ook[NS1] een aantal andere energieleveranciers de tarieven voor 2027 bekend. Bij de meeste was de terugleververgoeding slechts een kwart cent hoger dan de terugleverkosten. Bij veel andere aanbieders kun je wel al een energiecontract van meerdere jaren afsluiten, maar is nog onduidelijk hoe hoog de terugleververgoeding en -kosten straks zijn. Vereniging Eigen Huis roept alle energiebedrijven op dit zo snel mogelijk bekend te maken. Kremer: “Anders is het voor consumenten simpelweg niet mogelijk een verantwoorde keuze te maken voor een energiecontract.”
In 2027 wordt de salderingsregeling voor zonnepanelen afgeschaft. Consumenten mogen de stroom die zij aan het net leveren dan niet meer aftrekken van de stroom die ze afnemen van hun leverancier. In plaats daarvan krijgen zij voor teruggeleverde elektriciteit een zogenoemde ‘terugleververgoeding’. Tegelijkertijd blijven zij terugleverkosten betalen. Vanaf 2027 krijgen klanten van Innova Energie en Gewoon Energie 5,9 cent per kWh voor teruggeleverde stroom, terwijl ze 11,5 cent moeten betalen. Dat betekent dat ze per kWh 5,6 cent moeten bijbetalen.
Vereniging Eigen Huis waarschuwde eerder al dat de wet energieleveranciers de mogelijkheid geeft met zo’n netto negatieve vergoeding te komen. “Nu gebeurt dit helaas ook. Dit is onacceptabel. Mensen worden op deze manier financieel gestraft voor het verduurzamen van hun woning”, zegt Cindy Kremer, algemeen directeur bij de vereniging. “Door de afschaffing van het salderen is de aanschaf van zonnepanelen al stil komen te liggen. Straks gaan huiseigenaren hun panelen nog van hun dak halen. Dat terwijl zij een belangrijke schakel zijn in de energietransitie.”
Kremer benadrukt dat het vrijwel onmogelijk is voor zonnepaneelbezitters om te voorkomen dat ze elektriciteit terugleveren. “Energieleveranciers, politici en netbeheerders roepen continu dat consumenten maar meer zonnestroom zelf moeten verbruiken. Maar in de praktijk is dat hartstikke moeilijk en kost dit ook weer extra geld." Vereniging Eigen Huis vraagt de politiek om zo snel mogelijk wettelijk te regelen dat de vergoeding voor zonnestroom altijd netto positief is.
De afgelopen tijd maakte ook[NS1] een aantal andere energieleveranciers de tarieven voor 2027 bekend. Bij de meeste was de terugleververgoeding slechts een kwart cent hoger dan de terugleverkosten. Bij veel andere aanbieders kun je wel al een energiecontract van meerdere jaren afsluiten, maar is nog onduidelijk hoe hoog de terugleververgoeding en -kosten straks zijn. Vereniging Eigen Huis roept alle energiebedrijven op dit zo snel mogelijk bekend te maken. Kremer: “Anders is het voor consumenten simpelweg niet mogelijk een verantwoorde keuze te maken voor een energiecontract.”
Provincie Drenthe ondersteunt volgende stap naar waterstofinfrastructuur op Groningen Airport Eelde
De provincie Drenthe stelt een subsidie van maximaal 500.000 euro beschikbaar aan Groningen Airport Eelde (GAE) voor de verdere ontwikkeling van vloeibare waterstofinfrastructuur op de luchthaven. Met het project GRQ Hydrogen Valley Airport, wil GAE de eerste regionale luchthaven in Europa worden met een operationele waterstofketen.
De bijdrage van de provincie maakt het mogelijk om de stap te zetten van onderzoek naar praktijk. De vervolgstudie richt zich op de voorbereiding van investeringsbesluiten voor de aanleg van voorzieningen voor opslag, distributie en tankinstallaties voor vloeibare waterstof. Hiermee wordt een belangrijke basis gelegd voor duurzame luchtvaart en versterking van de regionale waterstofeconomie. “Met deze stap versterken we de koploperspositie van Noord-Nederland als Hydrogen Valley. Groningen Airport Eelde wordt een proeftuin voor duurzame luchtvaart en innovatie in waterstoftechnologie. Dat is goed voor het klimaat, de economie en de werkgelegenheid in onze regio,” geeft gedeputeerde Henk Jumelet aan.
De subsidie levert een hefboomeffect van investeringen op. Met een bijdrage van € 500.000 kan een investeringsprogramma van naar schatting € 50 tot 150 miljoen worden aangejaagd, waarmee vervolginvesteringen in infrastructuur, opslag- en tankvoorzieningen, waterstoftechnologie en duurzame toepassingen op en rond de luchthaven mogelijk worden gemaakt.
Het initiatief draagt bij aan de provinciale doelen voor 49% CO₂-reductie in 2030 en energieneutraliteit in 2040, en sluit aan bij de Energieagenda 2024–2027 van de provincie Drenthe. De ontwikkeling biedt bovendien kansen voor samenwerking met kennisinstellingen en bedrijven in de waterstofsector, en versterkt zo de kenniseconomie en het vestigingsklimaat in Drenthe.
De bijdrage van de provincie maakt het mogelijk om de stap te zetten van onderzoek naar praktijk. De vervolgstudie richt zich op de voorbereiding van investeringsbesluiten voor de aanleg van voorzieningen voor opslag, distributie en tankinstallaties voor vloeibare waterstof. Hiermee wordt een belangrijke basis gelegd voor duurzame luchtvaart en versterking van de regionale waterstofeconomie. “Met deze stap versterken we de koploperspositie van Noord-Nederland als Hydrogen Valley. Groningen Airport Eelde wordt een proeftuin voor duurzame luchtvaart en innovatie in waterstoftechnologie. Dat is goed voor het klimaat, de economie en de werkgelegenheid in onze regio,” geeft gedeputeerde Henk Jumelet aan.
De subsidie levert een hefboomeffect van investeringen op. Met een bijdrage van € 500.000 kan een investeringsprogramma van naar schatting € 50 tot 150 miljoen worden aangejaagd, waarmee vervolginvesteringen in infrastructuur, opslag- en tankvoorzieningen, waterstoftechnologie en duurzame toepassingen op en rond de luchthaven mogelijk worden gemaakt.
Het initiatief draagt bij aan de provinciale doelen voor 49% CO₂-reductie in 2030 en energieneutraliteit in 2040, en sluit aan bij de Energieagenda 2024–2027 van de provincie Drenthe. De ontwikkeling biedt bovendien kansen voor samenwerking met kennisinstellingen en bedrijven in de waterstofsector, en versterkt zo de kenniseconomie en het vestigingsklimaat in Drenthe.
dinsdag 28 oktober 2025
Kameleon-zonnepanelen op daken Artis zorgen voor voordeel scholieren en stadspashouder
Op de 750ste verjaardag van Amsterdam krijgt Artis ruim 600 zonnepanelen op haar daken cadeau, waarvan een groot deel zogenoemde Kameleon-panelen. Naast de passende vorm, kleuren deze panelen mee met de gebouwen en behouden deze zo het historische karakter van de dierentuin. De financiële besparing die kan worden bereikt door lagere energiekosten, zal worden wordt ingezet om schoolkinderen en stadspashouders met een kleiner budget toegang te geven tot Artis. Femke Halsema burgermeester van Amsterdam, Steven van Rijswijk (ING) en Lesley Bamberger (Kroonenberg Groep) overhandigden vandaag symbolisch het eerste paneel aan Artis-directeur Rembrandt Sutorius.
De panelen voor Artis zijn onderdeel van een geschenk van 5500 zonnepanelen aan de stad Amsterdam, aangeboden door ING en Kroonenberg Groep in het kader van de 750ste verjaardag. De kostenbesparing op energie komt ten goede aan Amsterdammers die een steuntje in de rug kunnen gebruiken via gratis toegang, kortingen of lidmaatschappen bij maatschappelijke en culturele instellingen waarvan de gebouwen voorzien worden van de panelen.
Het project, met een kwinkslag naar het Amsterdams accent Amsterdamse Maatschappelijke Sonnepanelen genoemd, versnelt de verduurzaming van (historische) gebouwen van sportclubs, zorginstellingen, buurthuizen en culturele organisaties in alle stadsdelen, inclusief Weesp. Inmiddels zijn al 2870 panelen geplaatst, goed voor 875.000 KWh per jaar. Einddoel: 2250 MWh per jaar, vergelijkbaar met het verbruik van ongeveer 900 huishoudens.
Eerder werden al daken van de Stadsschouwburg en Kinderboerderij Bijlmerweide voorzien van zonnepanelen. Ook zijn er zonnepanelen op het dak van het kantoor van de Jaap Edenbaan geplaatst, dankzij ING en Kroonenberg Groep in samenwerking met de Gemeente Amsterdam. De ijsbaan wil de besparing inzetten voor initiatieven zoals Sinterklaasschaatsen voor kinderen en patiënten van het AMC.
Binnen het project wordt samengewerkt met de Gemeente Amsterdam en de maatschappelijke instellingen die de betreffende gebouwen huren van Gemeentelijk Vastgoed waarop de panelen worden geplaatst. Vanwege het veelal monumentale karakter van gebouwen worden zonnepanelen daarop aangepast. Het streven is dat het gehele project eind 2027 is afgerond.
De panelen voor Artis zijn onderdeel van een geschenk van 5500 zonnepanelen aan de stad Amsterdam, aangeboden door ING en Kroonenberg Groep in het kader van de 750ste verjaardag. De kostenbesparing op energie komt ten goede aan Amsterdammers die een steuntje in de rug kunnen gebruiken via gratis toegang, kortingen of lidmaatschappen bij maatschappelijke en culturele instellingen waarvan de gebouwen voorzien worden van de panelen.
Het project, met een kwinkslag naar het Amsterdams accent Amsterdamse Maatschappelijke Sonnepanelen genoemd, versnelt de verduurzaming van (historische) gebouwen van sportclubs, zorginstellingen, buurthuizen en culturele organisaties in alle stadsdelen, inclusief Weesp. Inmiddels zijn al 2870 panelen geplaatst, goed voor 875.000 KWh per jaar. Einddoel: 2250 MWh per jaar, vergelijkbaar met het verbruik van ongeveer 900 huishoudens.
Eerder werden al daken van de Stadsschouwburg en Kinderboerderij Bijlmerweide voorzien van zonnepanelen. Ook zijn er zonnepanelen op het dak van het kantoor van de Jaap Edenbaan geplaatst, dankzij ING en Kroonenberg Groep in samenwerking met de Gemeente Amsterdam. De ijsbaan wil de besparing inzetten voor initiatieven zoals Sinterklaasschaatsen voor kinderen en patiënten van het AMC.
Binnen het project wordt samengewerkt met de Gemeente Amsterdam en de maatschappelijke instellingen die de betreffende gebouwen huren van Gemeentelijk Vastgoed waarop de panelen worden geplaatst. Vanwege het veelal monumentale karakter van gebouwen worden zonnepanelen daarop aangepast. Het streven is dat het gehele project eind 2027 is afgerond.
Vijf Twentse promovendi ontwikkelen oplossingen voor eerlijk en veilig elektriciteitsnet
De energietransitie zet ons elektriciteitsnet onder druk. Hoe zorgen we dat zonne-energie, elektrische auto’s en lokale energiecoöperaties betrouwbaar en eerlijk functioneren? Vijf promovendi van de Universiteit Twente ontwikkelden oplossingen voor slim laden, energieopslag en cybersecurity. Hun werk versterkt de toekomst van het energienet, van de laadpaal bij een kantoor tot de bescherming van complete energienetwerken. Ze promoveerden allen binnen een maand.
Alle onderzoeken spelen in op verschillende niveaus: van de individuele elektrische auto tot het complete net. De promovendi testten hun ideeën in de praktijk met bedrijven en universiteiten. “Dat maakt het direct toepasbaar,” zegt promotor Gerwin Hoogsteen. “Samen zorgen ze dat de energietransitie voor iedereen werkt.”
Doordat er wereldwijd steeds meer elektrische auto’s zijn, ontstaat het risico op overbelasting. “Dat begint al op de parkeerplaats bij een groot kantoor,” vertelt Leoni Winschermann. “Als iedereen daar tegelijk wil opladen, kan dat te veel vragen van het lokale stroomnet.”
Ze ontwikkelde algoritmes die het laadproces eerlijk en efficiënt verdelen. Zo krijgt iedereen voldoende stroom om naar huis te rijden, zonder dat het netwerk overbelast raakt. “Wat ik mooi vind,” zegt Winschermann, “is dat je met wiskunde niet alleen het net stabieler maakt, maar ook gebruikers een eerlijkere ervaring geeft. En de modellen kun je ook toepassen op heel andere vraagstukken.”
Ook op buurtniveau ontstaan uitdagingen. Steeds meer huishoudens gebruiken elektriciteit voor verwarming en vervoer, terwijl ze ook stroom opwekken met zonnepanelen. Dat vraagt om samenwerking.
Bahman Ahmadi onderzocht hoe bewoners samen energiecoöperaties kunnen vormen. Hij ontwikkelde systemen die lokaal opgewekte stroom eerlijk verdelen en tegelijkertijd kosten en uitstoot verlagen. “In gemeenschappen zoals de Aardehuizen in Olst zie je hoe mensen meer grip krijgen op hun energie en zich bewuster worden van hun verbruik,” legt hij uit.
Collega Edmund Schaefer keek hoe een buurt een gezamenlijke batterij kan inzetten om zonne-energie slim te gebruiken. Hij ontwierp tools om de optimale grootte en inzet van zo’n batterij te bepalen. “Energiecoöperaties moeten echt toekomstbestendig worden,” zegt hij. “Met de juiste technologie kunnen ze profiteren van de mogelijkheden die de nieuwe energiewet biedt en zich bijvoorbeeld voorbereiden op het verdwijnen van de salderingsregeling.”
Samen met Saxion en Europese partners bouwden Ahmadi en Schaefer zo aan praktische oplossingen die energiegemeenschappen sterker en eerlijker maken.
Niet alleen buurten, maar ook de bestaande elektriciteitsnetten zelf lopen tegen grenzen aan. Vooral het succes van zonnepanelen zorgt voor problemen. Als er meer stroom wordt opgewekt dan lokaal nodig is, kan de spanning in het net te hoog oplopen.
Aswin Vadavathi ontwikkelde manieren om die spanning beter op pijl te houden door lasten eerlijker te verdelen. “Nu worden vooral huishoudens aan het einde van de straat geraakt,” zegt hij. “Hun zonnepanelen moeten vaker terugschakelen, terwijl het probleem door de hele buurt wordt veroorzaakt.” Zijn aanpak, Proportional Voltage Fairness (PVF), verdeelt de verantwoordelijkheid eerlijk over alle gebruikers. Zo gaan er minder duurzame kilowatturen verloren. “Voor mij moest de oplossing niet alleen technisch werken, maar ook uitlegbaar en eerlijk zijn,” zegt Vadavathi.
Alle onderzoeken spelen in op verschillende niveaus: van de individuele elektrische auto tot het complete net. De promovendi testten hun ideeën in de praktijk met bedrijven en universiteiten. “Dat maakt het direct toepasbaar,” zegt promotor Gerwin Hoogsteen. “Samen zorgen ze dat de energietransitie voor iedereen werkt.”
Doordat er wereldwijd steeds meer elektrische auto’s zijn, ontstaat het risico op overbelasting. “Dat begint al op de parkeerplaats bij een groot kantoor,” vertelt Leoni Winschermann. “Als iedereen daar tegelijk wil opladen, kan dat te veel vragen van het lokale stroomnet.”
Ze ontwikkelde algoritmes die het laadproces eerlijk en efficiënt verdelen. Zo krijgt iedereen voldoende stroom om naar huis te rijden, zonder dat het netwerk overbelast raakt. “Wat ik mooi vind,” zegt Winschermann, “is dat je met wiskunde niet alleen het net stabieler maakt, maar ook gebruikers een eerlijkere ervaring geeft. En de modellen kun je ook toepassen op heel andere vraagstukken.”
Ook op buurtniveau ontstaan uitdagingen. Steeds meer huishoudens gebruiken elektriciteit voor verwarming en vervoer, terwijl ze ook stroom opwekken met zonnepanelen. Dat vraagt om samenwerking.
Bahman Ahmadi onderzocht hoe bewoners samen energiecoöperaties kunnen vormen. Hij ontwikkelde systemen die lokaal opgewekte stroom eerlijk verdelen en tegelijkertijd kosten en uitstoot verlagen. “In gemeenschappen zoals de Aardehuizen in Olst zie je hoe mensen meer grip krijgen op hun energie en zich bewuster worden van hun verbruik,” legt hij uit.
Collega Edmund Schaefer keek hoe een buurt een gezamenlijke batterij kan inzetten om zonne-energie slim te gebruiken. Hij ontwierp tools om de optimale grootte en inzet van zo’n batterij te bepalen. “Energiecoöperaties moeten echt toekomstbestendig worden,” zegt hij. “Met de juiste technologie kunnen ze profiteren van de mogelijkheden die de nieuwe energiewet biedt en zich bijvoorbeeld voorbereiden op het verdwijnen van de salderingsregeling.”
Samen met Saxion en Europese partners bouwden Ahmadi en Schaefer zo aan praktische oplossingen die energiegemeenschappen sterker en eerlijker maken.
Niet alleen buurten, maar ook de bestaande elektriciteitsnetten zelf lopen tegen grenzen aan. Vooral het succes van zonnepanelen zorgt voor problemen. Als er meer stroom wordt opgewekt dan lokaal nodig is, kan de spanning in het net te hoog oplopen.
Aswin Vadavathi ontwikkelde manieren om die spanning beter op pijl te houden door lasten eerlijker te verdelen. “Nu worden vooral huishoudens aan het einde van de straat geraakt,” zegt hij. “Hun zonnepanelen moeten vaker terugschakelen, terwijl het probleem door de hele buurt wordt veroorzaakt.” Zijn aanpak, Proportional Voltage Fairness (PVF), verdeelt de verantwoordelijkheid eerlijk over alle gebruikers. Zo gaan er minder duurzame kilowatturen verloren. “Voor mij moest de oplossing niet alleen technisch werken, maar ook uitlegbaar en eerlijk zijn,” zegt Vadavathi.
Amsterdamse subsidie voor hybride warmtepompen
Amsterdam bereidt een nieuwe subsidieregeling voor hybride warmtepompen voor. Met deze regeling wil de gemeente woningeigenaren en woningcorporaties stimuleren om over te stappen op duurzamere verwarmingssystemen. Dit draagt bij aan een vermindering van de CO2-uitstoot in de stad en moet helpen om de energierekening van bewoners te verlagen.
Het college wil voor de subsidieregeling 7,5 miljoen euro uit het Klimaatfonds beschikbaar te stellen. De subsidieregeling wordt in twee fasen ingevoerd. In de eerste fase kunnen duizend woningen subsidie krijgen. Per woning is 2500 euro beschikbaar. Op basis van de ervaringen uit deze fase wordt bepaald of de regeling voor de volgende 2.000 woningen veranderd moet worden. De regeling richt zich op eigenaar-bewoners van grondgebonden woningen met een maximale WOZ-waarde van ongeveer 512.000 euro, en op woningcorporaties die subsidie kunnen krijgen voor hun grondgebonden woningen. De precieze maximale WOZ-waarde wordt in de uitwerking bepaald.
Deze subsidieregeling is een uitwerking van de nieuwe koers in de warmtetransitie van Amsterdam. Deze nieuwe koers richt zich op het zo snel mogelijk verlagen van de CO2-uitstoot in de stad, door bijvoorbeeld sneller een aanpak voor warmtepompen te realiseren.
Een hybride warmtepomp werkt samen met de bestaande cv-ketel en kan het gasverbruik met gemiddeld 60% verminderen. Het systeem gebruikt de cv-ketel alleen op koude dagen en voor warm water. Voor grondgebonden woningen zijn hybride warmtepompen een relatief eenvoudige en betaalbare manier om te verduurzamen. Ze zijn goedkoper dan volledig elektrische warmtepompen en leggen ook minder druk op het elektriciteitsnet.
Het college wil voor de subsidieregeling 7,5 miljoen euro uit het Klimaatfonds beschikbaar te stellen. De subsidieregeling wordt in twee fasen ingevoerd. In de eerste fase kunnen duizend woningen subsidie krijgen. Per woning is 2500 euro beschikbaar. Op basis van de ervaringen uit deze fase wordt bepaald of de regeling voor de volgende 2.000 woningen veranderd moet worden. De regeling richt zich op eigenaar-bewoners van grondgebonden woningen met een maximale WOZ-waarde van ongeveer 512.000 euro, en op woningcorporaties die subsidie kunnen krijgen voor hun grondgebonden woningen. De precieze maximale WOZ-waarde wordt in de uitwerking bepaald.
Deze subsidieregeling is een uitwerking van de nieuwe koers in de warmtetransitie van Amsterdam. Deze nieuwe koers richt zich op het zo snel mogelijk verlagen van de CO2-uitstoot in de stad, door bijvoorbeeld sneller een aanpak voor warmtepompen te realiseren.
Een hybride warmtepomp werkt samen met de bestaande cv-ketel en kan het gasverbruik met gemiddeld 60% verminderen. Het systeem gebruikt de cv-ketel alleen op koude dagen en voor warm water. Voor grondgebonden woningen zijn hybride warmtepompen een relatief eenvoudige en betaalbare manier om te verduurzamen. Ze zijn goedkoper dan volledig elektrische warmtepompen en leggen ook minder druk op het elektriciteitsnet.
maandag 27 oktober 2025
IEA: groei windenergie vertraagt, maar blijft cruciaal voor Europese energietransitie
De wereldwijde groei van hernieuwbare energie blijft sterk, maar windenergie ondervindt toenemende druk door hogere kosten, trage vergunningverlening en zwakke toeleveringsketens. Dat blijkt uit het rapport Renewables 2025 van het Internationaal Energieagentschap (IEA). Terwijl zonne-energie de wereldwijde uitbreidingsgolf aanvoert, verwacht de IEA dat windcapaciteit tot 2030 bijna zal verdubbelen. Europa, en daarmee ook Nederland, blijft een koploper, maar kampt met vergelijkbare obstakels als andere markten: hogere kosten, netcongestie en vertragingen bij tenders.
Voor wind op land verwacht de IEA wereldwijd een groei van circa 45% in de periode 2025–2030, ondanks inflatie en langere vergunningstrajecten. In Europa stijgt de onshore-capaciteit vooral in Duitsland, Spanje en Turkije. Nederland behoort tot de landen met een matig maar stabiel groeipad: de IEA ziet kansen dankzij verbeterde vergunningprocedures, maar waarschuwt dat congestie en trage netuitbreiding de voortgang beperken.
De IEA benadrukt dat Europa zijn 2030-doelen voor wind op land alleen haalt bij snellere netverzwaring, kortere wachttijden voor aansluiting en voldoende flexibiliteit in het elektriciteitssysteem. Voor Nederland betekent dit dat de combinatie van versnelde netversterking, meer hybride aansluitingen en ruimte voor batterijopslag doorslaggevend wordt om nieuwe windparken te integreren.
De IEA heeft de mondiale groeiverwachting voor offshore wind met ruim 25% naar beneden bijgesteld, vooral door projectvertragingen en hogere financieringskosten in Europa, Japan en de VS. Toch zal de wereldwijde capaciteit tot 2030 nog altijd verdubbelen, tot circa 140 GW. China is goed voor de helft van die groei, maar Europa blijft het tweede zwaartepunt.
In de Europese Unie vertraagt de groei vooral door niet-ingevulde veilingen, stijgende rentelasten en gebrek aan prijscertificering, aldus de IEA. Voor Nederland zijn de bevindingen bijzonder relevant: de IEA noemt het land expliciet als voorbeeld van vertraagde aanbestedingen, mede door stijgende kosten en onzekerheid rond prijsmechanismen.
Voor wind op land verwacht de IEA wereldwijd een groei van circa 45% in de periode 2025–2030, ondanks inflatie en langere vergunningstrajecten. In Europa stijgt de onshore-capaciteit vooral in Duitsland, Spanje en Turkije. Nederland behoort tot de landen met een matig maar stabiel groeipad: de IEA ziet kansen dankzij verbeterde vergunningprocedures, maar waarschuwt dat congestie en trage netuitbreiding de voortgang beperken.
De IEA benadrukt dat Europa zijn 2030-doelen voor wind op land alleen haalt bij snellere netverzwaring, kortere wachttijden voor aansluiting en voldoende flexibiliteit in het elektriciteitssysteem. Voor Nederland betekent dit dat de combinatie van versnelde netversterking, meer hybride aansluitingen en ruimte voor batterijopslag doorslaggevend wordt om nieuwe windparken te integreren.
De IEA heeft de mondiale groeiverwachting voor offshore wind met ruim 25% naar beneden bijgesteld, vooral door projectvertragingen en hogere financieringskosten in Europa, Japan en de VS. Toch zal de wereldwijde capaciteit tot 2030 nog altijd verdubbelen, tot circa 140 GW. China is goed voor de helft van die groei, maar Europa blijft het tweede zwaartepunt.
In de Europese Unie vertraagt de groei vooral door niet-ingevulde veilingen, stijgende rentelasten en gebrek aan prijscertificering, aldus de IEA. Voor Nederland zijn de bevindingen bijzonder relevant: de IEA noemt het land expliciet als voorbeeld van vertraagde aanbestedingen, mede door stijgende kosten en onzekerheid rond prijsmechanismen.
Waarom het verlagen van piekbelasting altijd slim is
Op hele koude (vorst)dagen staat het stroomnet in delen van Groningen, Drenthe, Overijssel, Noord‑Brabant en Limburg op piekmomenten extra onder druk. Enexis neemt daarom extra maatregelen op tenminste 22 locaties om overbelasting van het elektriciteitsnet te voorkomen. De netbeheerder vraagt bedrijven en huishoudens om het stroomgebruik beter te spreiden over de dag. Het beter benutten van het elektriciteitsnet draagt nu bij aan de leveringszekerheid en in de toekomst aan meer grip op de energierekening.
Veel huishoudens en bedrijven gebruiken vaak stroom op dezelfde momenten. Tussen 7.00 en 10.00 uur en tussen 16.00 en 21.00 uur wordt het huis verwarmd, gekookt of de elektrische auto opgeladen. Er ontstaan daardoor grote pieken op het elektriciteitsnet. Zeker op hele koude (vorst)dagen komt het elektriciteitsnet hierdoor onder druk te staan.
Enexis verwacht dat deze pieken op enkele kritieke plekken zo hoog worden, dat het elektriciteitsnet dat niet aan kan. Daar zou het net op dat moment overbelast kunnen raken en kan er schade ontstaan aan kabels of elektriciteitsstations met langdurige stroomuitval tot gevolg. Om dit te voorkomen neemt de netbeheerder extra maatregelen die volgens de netbeheerder waarschijnlijk voldoende zijn om de verwachte stroompieken op te vangen.
Daarnaast doet Enexis een beroep op huishoudens en bedrijven om het elektriciteitsgebruik te verminderen op piekmomenten en het gebruik beter over de dag te spreiden. Hiermee wordt het elektriciteitsnet beter benut en wordt de leveringszekerheid vergroot.
Apparaten die veel stroom gebruiken op een ander moment aanzetten, maakt een groot verschil. Denk bijvoorbeeld aan een warmtepomp of een industriële machine die buiten de piekuren draait. Of een elektrische auto die 's avonds pas begint met laden wanneer de piekbelasting op het elektriciteitsnet voorbij is. Of een elektrische auto die minder snel oplaadt en het net beter benut door zijn stroomvraag over meer tijd uit te smeren.
Uit het Nationaal Laadonderzoek 2025 blijkt dat slim laden steeds populairder wordt onder elektrische rijders. Onder elektrische rijders is een verdubbeling te zien van het aantal dynamische energiecontracten en 61% van alle geladen kilometers wordt thuis geladen op momenten dat de elektriciteit goedkoper is, er meer duurzame elektriciteit is of wanneer het minder druk is op het elektriciteitsnet.
Veel huishoudens en bedrijven gebruiken vaak stroom op dezelfde momenten. Tussen 7.00 en 10.00 uur en tussen 16.00 en 21.00 uur wordt het huis verwarmd, gekookt of de elektrische auto opgeladen. Er ontstaan daardoor grote pieken op het elektriciteitsnet. Zeker op hele koude (vorst)dagen komt het elektriciteitsnet hierdoor onder druk te staan.
Enexis verwacht dat deze pieken op enkele kritieke plekken zo hoog worden, dat het elektriciteitsnet dat niet aan kan. Daar zou het net op dat moment overbelast kunnen raken en kan er schade ontstaan aan kabels of elektriciteitsstations met langdurige stroomuitval tot gevolg. Om dit te voorkomen neemt de netbeheerder extra maatregelen die volgens de netbeheerder waarschijnlijk voldoende zijn om de verwachte stroompieken op te vangen.
Daarnaast doet Enexis een beroep op huishoudens en bedrijven om het elektriciteitsgebruik te verminderen op piekmomenten en het gebruik beter over de dag te spreiden. Hiermee wordt het elektriciteitsnet beter benut en wordt de leveringszekerheid vergroot.
Apparaten die veel stroom gebruiken op een ander moment aanzetten, maakt een groot verschil. Denk bijvoorbeeld aan een warmtepomp of een industriële machine die buiten de piekuren draait. Of een elektrische auto die 's avonds pas begint met laden wanneer de piekbelasting op het elektriciteitsnet voorbij is. Of een elektrische auto die minder snel oplaadt en het net beter benut door zijn stroomvraag over meer tijd uit te smeren.
Uit het Nationaal Laadonderzoek 2025 blijkt dat slim laden steeds populairder wordt onder elektrische rijders. Onder elektrische rijders is een verdubbeling te zien van het aantal dynamische energiecontracten en 61% van alle geladen kilometers wordt thuis geladen op momenten dat de elektriciteit goedkoper is, er meer duurzame elektriciteit is of wanneer het minder druk is op het elektriciteitsnet.
vrijdag 24 oktober 2025
Uren met goedkopere nettarieven geven huishoudens meer grip op energierekening
In samenspraak met de Autoriteit Consument & Markt (ACM), het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) en Energie-Nederland werkt Liander samen met de Nederlandse netbeheerders aan nieuwe nettarieven die beter aansluiten op het energiesysteem van de toekomst. Met deze nieuwe nettarieven betalen huishoudens en kleine ondernemers straks minder netbeheerkosten als ze stroom gebruiken op rustige momenten op het elektriciteitsnet. Dat maakt het niet alleen eerlijker, maar helpt ook om het stroomnet slimmer te gebruiken. Zo kunnen we meer klanten aansluiten, zonder direct het net te verzwaren.
Op dit moment betaalt iedereen hetzelfde vaste nettarief op basis van de grootte van hun stroomaansluiting, ongeacht hoeveel stroom je gebruikt of wanneer je dat doet. Deze netbeheerkosten zien huishoudens en kleine ondernemers terug in hun energierekening. Dat zorgt voor een ongelijk systeem: wie het stroomnet veel gebruikt op drukke momenten, betaalt evenveel als iemand die weinig verbruikt.
Uit onderzoek van Berenschot en IPSOS blijkt dat veel Nederlanders dit oneerlijk vinden. Mensen willen dat wie minder stroom gebruikt, ook minder betaalt en dat de energierekening zo laag mogelijk blijft. De nieuwe nettarieven spelen hierop in:
Wie het stroomnet zwaar belast draagt meer bij. Huishoudens met een laag verbruik gaan daardoor relatief minder betalen. Dit geldt straks voor ongeveer twee derde van alle huishoudens. Wie stroom gebruikt tijdens goedkopere uren, kan besparen op de netbeheerkosten. Daarbij hoeven klanten niet alles zelf in de gaten te houden: steeds meer elektrische apparaten kunnen automatisch sturen op de goedkopere uren. Dat maakt het voor huishoudens en kleine ondernemers voordelig en praktisch.
De netbeheerders hebben samen gekozen voor een systeem met vier prijsniveaus per dag. Hoe drukker het is op het stroomnet, hoe hoger het nettarief. Tijdens goedkope uren, de rustigere momenten waarop er minder stroom wordt gebruikt, is het tarief juist lager. Het wordt daarmee aantrekkelijker om apparaten die veel stroom gebruiken, zoals een warmtepomp of het laden van een elektrische auto, vooral tijdens de goedkopere uren te gebruiken. Dit geldt niet voor koken en wassen omdat dit wordt gedaan met apparaten die het stroomnet niet zwaar belasten. Ook een koelkast kan gewoon aan blijven staan zonder een sterk effect op de netbeheerkosten.
Door energieverbruik beter te spreiden, worden de drukste momenten op het stroomnet naar verwachting gemiddeld 11% minder druk. Daardoor kunnen we richting 2030 zo’n 700.000 extra woningen of 500.000 laadpunten aansluiten, zonder dat er direct grote investeringen in uitbreiding van het net nodig zijn. Dat scheelt miljarden euro’s en helpt om de energietransitie betaalbaar en uitvoerbaar te houden.
Op dit moment betaalt iedereen hetzelfde vaste nettarief op basis van de grootte van hun stroomaansluiting, ongeacht hoeveel stroom je gebruikt of wanneer je dat doet. Deze netbeheerkosten zien huishoudens en kleine ondernemers terug in hun energierekening. Dat zorgt voor een ongelijk systeem: wie het stroomnet veel gebruikt op drukke momenten, betaalt evenveel als iemand die weinig verbruikt.
Uit onderzoek van Berenschot en IPSOS blijkt dat veel Nederlanders dit oneerlijk vinden. Mensen willen dat wie minder stroom gebruikt, ook minder betaalt en dat de energierekening zo laag mogelijk blijft. De nieuwe nettarieven spelen hierop in:
Wie het stroomnet zwaar belast draagt meer bij. Huishoudens met een laag verbruik gaan daardoor relatief minder betalen. Dit geldt straks voor ongeveer twee derde van alle huishoudens. Wie stroom gebruikt tijdens goedkopere uren, kan besparen op de netbeheerkosten. Daarbij hoeven klanten niet alles zelf in de gaten te houden: steeds meer elektrische apparaten kunnen automatisch sturen op de goedkopere uren. Dat maakt het voor huishoudens en kleine ondernemers voordelig en praktisch.
De netbeheerders hebben samen gekozen voor een systeem met vier prijsniveaus per dag. Hoe drukker het is op het stroomnet, hoe hoger het nettarief. Tijdens goedkope uren, de rustigere momenten waarop er minder stroom wordt gebruikt, is het tarief juist lager. Het wordt daarmee aantrekkelijker om apparaten die veel stroom gebruiken, zoals een warmtepomp of het laden van een elektrische auto, vooral tijdens de goedkopere uren te gebruiken. Dit geldt niet voor koken en wassen omdat dit wordt gedaan met apparaten die het stroomnet niet zwaar belasten. Ook een koelkast kan gewoon aan blijven staan zonder een sterk effect op de netbeheerkosten.
Door energieverbruik beter te spreiden, worden de drukste momenten op het stroomnet naar verwachting gemiddeld 11% minder druk. Daardoor kunnen we richting 2030 zo’n 700.000 extra woningen of 500.000 laadpunten aansluiten, zonder dat er direct grote investeringen in uitbreiding van het net nodig zijn. Dat scheelt miljarden euro’s en helpt om de energietransitie betaalbaar en uitvoerbaar te houden.
19% energiecontracten via vergelijkingssite afgesloten
Bijna een vijfde (19%) van alle huishoudens sloot zich bij een energieleverancier aan via een vergelijkingssite. Independer is de populairste site voor het vergelijken van energieleveranciers. Dit blijkt uit de Nationale Benchmark Energieleveranciers, een grootschalig onderzoek van Multiscope onder ruim 4.500 Nederlanders.
Consumenten kunnen via vergelijkingssites energieleveranciers met elkaar vergelijken en zich bij een leverancier aansluiten. Bijna één op de vijf (19%) huishoudens koos zijn energieleverancier via een vergelijkingssite. Van deze groep gebruikte ruim een kwart (26%) Independer, dat daarmee de populairste keuze is voor het vinden van een energieleverancier. Verder gebruikt men Gaslicht.com (20%) en Consumentenbond (9%) relatief vaak.
Van alle energieleveranciers heeft Pure Energie het grootste aandeel klanten dat een contract afsloot via een vergelijkingssite (50%). Vandebron (44%) en UnitedConsumers (43%) halen eveneens opvallend veel klanten uit dit kanaal. Bij Essent (8%) en Zonneplan (9%) ligt dat aandeel duidelijk lager. Dit laat zien dat vergelijkingssites voor hen een kleinere rol spelen in de klantwerving.
Consumenten kunnen via vergelijkingssites energieleveranciers met elkaar vergelijken en zich bij een leverancier aansluiten. Bijna één op de vijf (19%) huishoudens koos zijn energieleverancier via een vergelijkingssite. Van deze groep gebruikte ruim een kwart (26%) Independer, dat daarmee de populairste keuze is voor het vinden van een energieleverancier. Verder gebruikt men Gaslicht.com (20%) en Consumentenbond (9%) relatief vaak.
Van alle energieleveranciers heeft Pure Energie het grootste aandeel klanten dat een contract afsloot via een vergelijkingssite (50%). Vandebron (44%) en UnitedConsumers (43%) halen eveneens opvallend veel klanten uit dit kanaal. Bij Essent (8%) en Zonneplan (9%) ligt dat aandeel duidelijk lager. Dit laat zien dat vergelijkingssites voor hen een kleinere rol spelen in de klantwerving.
Stroomopwaarts digitaal geactualiseerd
Stroomopwaarts, het 2020 verschenen boek over de revoluties in elektriciteit is digitaal geactualiseerd en zwaar uitgebreid tot 320 pagina's. Er is een uitgebreid hoofdstuk over de recente energiecrisis (de gevolgen van de coronacrisis en de aanvallen op Oekraïne) en de hoofdstukken over recente toepassingen zijn bijgewerkt. Ook zijn er nieuwe hoofdstukken toegevoegd over de zonneauto en windenergie met vliegers.
Toen de Russische president Poetin op 24 februari 2022 besloot Oekraïne binnen te vallen om in Kiev een marionettenregering te installeren, konden we nog niet vermoeden hoe groot de energiecrisis zou worden als gevolg van de opgelegde sancties. De energiemarkt was al in rep en roer door sterk gestegen stroom- en gasprijzen als gevolg van de aantrekkende markt na de coronapandemie. Maar toen Rusland gas inzette als politiek wapen, werd de wereld geconfronteerd met historische prijsstijgingen en de hoogste inflatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Het begrip energiearmoede maakte zijn entree en het kabinet moest vergaande maatregelen nemen om de lastendruk te verlichten. Nog maar nauwelijks nadat het stof van deze crisis was neergedaald was de volgende crisis een feit: de capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet. Dat net is simpelweg niet berekend op grootschalige opwekking van elektriciteit met zonnepanelen en windturbines die we nu zo hard nodig hebben.
f van het aardgas en vragen ze om een (zwaardere) aansluiting op het elektriciteitsnet.
Energiecrises zijn van alle tijden, en ze houden bijna allemaal verband met oorlogen, maar zelden zijn we de afgelopen twee jaar zo hard met de feiten op de neus gedrukt, of liever gezegd: op onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De energietransitie die al in gang was gezet voor de coronacrisis, heeft een enorme boost gekregen. Zelden zijn er zoveel projecten aangekondigd die onze huizen volledig aardgasvrij moeten maken, worden er weer plannen gesmeed voor kerncentrales en is de vraag naar zonnepanelen nog nooit zo hoog geweest.
De nieuwe versie kan hier digitaal worden gedownload
Toen de Russische president Poetin op 24 februari 2022 besloot Oekraïne binnen te vallen om in Kiev een marionettenregering te installeren, konden we nog niet vermoeden hoe groot de energiecrisis zou worden als gevolg van de opgelegde sancties. De energiemarkt was al in rep en roer door sterk gestegen stroom- en gasprijzen als gevolg van de aantrekkende markt na de coronapandemie. Maar toen Rusland gas inzette als politiek wapen, werd de wereld geconfronteerd met historische prijsstijgingen en de hoogste inflatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Het begrip energiearmoede maakte zijn entree en het kabinet moest vergaande maatregelen nemen om de lastendruk te verlichten. Nog maar nauwelijks nadat het stof van deze crisis was neergedaald was de volgende crisis een feit: de capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet. Dat net is simpelweg niet berekend op grootschalige opwekking van elektriciteit met zonnepanelen en windturbines die we nu zo hard nodig hebben.
f van het aardgas en vragen ze om een (zwaardere) aansluiting op het elektriciteitsnet.
Energiecrises zijn van alle tijden, en ze houden bijna allemaal verband met oorlogen, maar zelden zijn we de afgelopen twee jaar zo hard met de feiten op de neus gedrukt, of liever gezegd: op onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De energietransitie die al in gang was gezet voor de coronacrisis, heeft een enorme boost gekregen. Zelden zijn er zoveel projecten aangekondigd die onze huizen volledig aardgasvrij moeten maken, worden er weer plannen gesmeed voor kerncentrales en is de vraag naar zonnepanelen nog nooit zo hoog geweest.
De nieuwe versie kan hier digitaal worden gedownload
donderdag 23 oktober 2025
Stedin is gecertificeerd op Trede 5 van de vernieuwde Safety Culture Ladder (SCL)
Stedin heeft een belangrijke mijlpaal bereikt: Stedin is gecertificeerd op Trede 5 van de vernieuwde Safety Culture Ladder (SCL). Een resultaat om trots op te zijn! De certificering geldt ook voor NetVerder en DNWG.
Trede 5 staat voor een vooruitstrevende veiligheidscultuur: veiligheid is stevig verankerd in onze organisatie, en we denken actief mee over verbeteringen, niet alleen binnen Stedin, maar ook voor de hele branche. De SCL kijkt naar gedrag: hoe bewust we omgaan met risico’s, of we elkaar aanspreken en direct actie ondernemen.
Deze certificering is het resultaat van jarenlange inzet en samenwerking. Denk aan trainingen, toolboxmeetings, de Terughaalactie, de Stedin Safety Award, de Elektra- en Gasdagen en de (Sociale) Gouden Veiligheidsschoen. Ook de focus op HRO (High Reliability Organization) met de vijf gedragskenmerken speelt hierin een belangrijke rol.
Trede 5 betekent niet dat Stedin ‘klaar’ is. Veiligheid blijft een werkwoord. De audit kijkt naar het totaalbeeld van onze keten – patronen, gewoontes en cultuur. Ook bij Stedin is er altijd ruimte voor verbetering, en daar blijven we samen aan werken.
De Veiligheidsladder is een manier om veiligheidsbewustzijn (houding, gedrag en cultuur) vast te stellen. Het behalen van een certificaat voor een specifieke trede laat zien hoe ver een organisatie staat met het ontwikkelen van een veiligheidscultuur. Steeds meer bedrijven kiezen daarom voor certificering. Stedin dus ook. Zeker omdat het past binnen ons programma om een betrouwbaar presterende organisatie te blijven - de High Reliability Organization (HRO).
Trede 5 staat voor een vooruitstrevende veiligheidscultuur: veiligheid is stevig verankerd in onze organisatie, en we denken actief mee over verbeteringen, niet alleen binnen Stedin, maar ook voor de hele branche. De SCL kijkt naar gedrag: hoe bewust we omgaan met risico’s, of we elkaar aanspreken en direct actie ondernemen.
Deze certificering is het resultaat van jarenlange inzet en samenwerking. Denk aan trainingen, toolboxmeetings, de Terughaalactie, de Stedin Safety Award, de Elektra- en Gasdagen en de (Sociale) Gouden Veiligheidsschoen. Ook de focus op HRO (High Reliability Organization) met de vijf gedragskenmerken speelt hierin een belangrijke rol.
Trede 5 betekent niet dat Stedin ‘klaar’ is. Veiligheid blijft een werkwoord. De audit kijkt naar het totaalbeeld van onze keten – patronen, gewoontes en cultuur. Ook bij Stedin is er altijd ruimte voor verbetering, en daar blijven we samen aan werken.
De Veiligheidsladder is een manier om veiligheidsbewustzijn (houding, gedrag en cultuur) vast te stellen. Het behalen van een certificaat voor een specifieke trede laat zien hoe ver een organisatie staat met het ontwikkelen van een veiligheidscultuur. Steeds meer bedrijven kiezen daarom voor certificering. Stedin dus ook. Zeker omdat het past binnen ons programma om een betrouwbaar presterende organisatie te blijven - de High Reliability Organization (HRO).
Klanten met zonnepanelen betalen ruim 10% meer dan een jaar geleden
De gemiddelde kosten voor huishoudens met zonnepanelen zijn het afgelopen jaar met 10,2% gestegen. Dat blijkt uit een analyse van Overstappen.nl, uitgevoerd op basis van eigen data uit de energievergelijker. Vooral hogere terugleverkosten in vaste tarieven zorgen ervoor dat huishoudens met zonnepanelen nu duurder uit zijn dan in 2024. Overstappen.nl onderzocht vaste energiecontracten van 20 energieleveranciers. Van al hun 1-, 2- en 3-jarige contracten is de gemiddelde jaarprijs genomen om zo een representatief beeld te krijgen.
De stijging van de energiekosten blijkt uit drie representatieve scenario’s voor huishoudens met zonnepanelen. Hieronder staan de gemiddelde jaarprijzen van 2024 en 2025, inclusief gasverbruik, teruglevering en alle bijkomende kosten. De tabel laat zien hoe de kosten in alle scenario’s zijn toegenomen.
De analyse laat zien dat de prijsstijging niet alleen te wijten is aan de eerder genoemde verhoging van terugleverkosten. Verschillende energieleveranciers hebben hun terugleververgoedingen verlaagd of vaste kosten verhoogd, wat de totale jaarrekening beïnvloedt. Daardoor merken zelfs huishoudens die een groot deel van hun stroomverbruik kunnen salderen dat hun kosten oplopen.
De stijging komt op een moment dat de salderingsregeling, waarmee eigenaren van zonnepanelen opgewekte stroom kunnen wegstrepen tegen hun verbruik, in de politieke discussie staat. De huidige planning is dat de regeling vanaf 2027 volledig wordt afgeschaft.
De stijging van de energiekosten blijkt uit drie representatieve scenario’s voor huishoudens met zonnepanelen. Hieronder staan de gemiddelde jaarprijzen van 2024 en 2025, inclusief gasverbruik, teruglevering en alle bijkomende kosten. De tabel laat zien hoe de kosten in alle scenario’s zijn toegenomen.
De analyse laat zien dat de prijsstijging niet alleen te wijten is aan de eerder genoemde verhoging van terugleverkosten. Verschillende energieleveranciers hebben hun terugleververgoedingen verlaagd of vaste kosten verhoogd, wat de totale jaarrekening beïnvloedt. Daardoor merken zelfs huishoudens die een groot deel van hun stroomverbruik kunnen salderen dat hun kosten oplopen.
De stijging komt op een moment dat de salderingsregeling, waarmee eigenaren van zonnepanelen opgewekte stroom kunnen wegstrepen tegen hun verbruik, in de politieke discussie staat. De huidige planning is dat de regeling vanaf 2027 volledig wordt afgeschaft.
Supersnel laden bij Jumbo Bedum
Op het parkeerterrein van Jumbo zijn sinds kort twee ultrasnelle laadpunten van PowerGo te vinden, openbaar toegankelijk voor iedereen. De laadpunten bieden een vermogen tot 320 kW, waarmee elektrische voertuigen (EV’s) in korte tijd kunnen opladen. Dit is de snelste lader in de omgeving.
Gebruikers profiteren van dynamische laadtarieven, gebaseerd op de actuele stroomprijs. Dit zorgt voor eerlijke, transparante tarieven die bovendien voordeliger zijn wanneer er veel groene stroom beschikbaar is op het elektriciteitsnet. De gratis PowerGo Charge-app biedt inzicht in de laadtarieven voor de komende 24 uur.
In oktober ontvangen EV-rijders korting op de dynamische kWh-prijs wanneer zij de PowerGo Charge-app gebruiken. Meer informatie over de kortingsactie is te lezen via www.powergo.nl/actiebedum.
De opening van de nieuwe laadlocatie werd feestelijk gevierd. De eerste klanten die hun auto kwamen laden, werden door Jumbo Bedum en PowerGo verrast met taart.
Vanwege de overbelasting van het elektriciteitsnetwerk in Nederland heeft PowerGo een snellader met een geïntegreerd batterijsysteem geplaatst. De snellader slaat energie tijdelijk op, zodat deze op een later moment gebruikt kan worden voor de laadsessie. Zo wordt het elektriciteitsnetwerk op piekmomenten ontlast en kan het op overige momenten aan de laadbehoefte voldoen.
Als onderdeel van PowerGo’s bredere duurzaamheidsstrategie werkt PowerGo met zonne-energie, opgewekt uit Nederlandse zonneparken van moederbedrijf PowerField.
De laadtijd is gelijk aan de gemiddelde tijd die de klant in de Jumbo winkel doorbrengt. Hierdoor is in veel gevallen de EV weer volledig opgeladen zodra de boodschappen zijn gedaan.
Met deze nieuwe laadvoorziening bieden Jumbo Bedum en PowerGo een groene en gebruiksvriendelijke service aan elektrische rijders uit de hele regio.
Gebruikers profiteren van dynamische laadtarieven, gebaseerd op de actuele stroomprijs. Dit zorgt voor eerlijke, transparante tarieven die bovendien voordeliger zijn wanneer er veel groene stroom beschikbaar is op het elektriciteitsnet. De gratis PowerGo Charge-app biedt inzicht in de laadtarieven voor de komende 24 uur.
In oktober ontvangen EV-rijders korting op de dynamische kWh-prijs wanneer zij de PowerGo Charge-app gebruiken. Meer informatie over de kortingsactie is te lezen via www.powergo.nl/actiebedum.
De opening van de nieuwe laadlocatie werd feestelijk gevierd. De eerste klanten die hun auto kwamen laden, werden door Jumbo Bedum en PowerGo verrast met taart.
Vanwege de overbelasting van het elektriciteitsnetwerk in Nederland heeft PowerGo een snellader met een geïntegreerd batterijsysteem geplaatst. De snellader slaat energie tijdelijk op, zodat deze op een later moment gebruikt kan worden voor de laadsessie. Zo wordt het elektriciteitsnetwerk op piekmomenten ontlast en kan het op overige momenten aan de laadbehoefte voldoen.
Als onderdeel van PowerGo’s bredere duurzaamheidsstrategie werkt PowerGo met zonne-energie, opgewekt uit Nederlandse zonneparken van moederbedrijf PowerField.
De laadtijd is gelijk aan de gemiddelde tijd die de klant in de Jumbo winkel doorbrengt. Hierdoor is in veel gevallen de EV weer volledig opgeladen zodra de boodschappen zijn gedaan.
Met deze nieuwe laadvoorziening bieden Jumbo Bedum en PowerGo een groene en gebruiksvriendelijke service aan elektrische rijders uit de hele regio.
woensdag 22 oktober 2025
GIGA Storage gaat live met grootste energieopslagproject van Amsterdam
GIGA Storage opent officieel haar derde grote energieopslagproject. Deze batterij staat in het Westelijk Havengebied in Amsterdam en is de grootste van de stad. Het project, genaamd Giraffe, heeft een vermogenscapaciteit van 10 MW en een opslagcapaciteit van 47 MWh.
Met Giraffe kan duurzaam opgewekte energie efficiënt worden opgeslagen en ingezet op momenten van schaarste. Zo wordt congestie en onbalans op het net verminderd en neemt de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening toe.
Het project bestaat uit 12 Tesla Megapacks 2XL op basis van lithium-ion LFP-technologie met een totaal vermogen van 10MW. Elke batterij heeft een vermogenscapaciteit van 3,9 MWh, waarmee de totale opslagcapaciteit op ca 47MWh uitkomt, equivalent aan ongeveer 800 elektrische auto’s. De Giraffe batterijen hebben een verwachte levensduur van 20 jaar.
De energieopslag levert momenteel stroom aan het landelijke net en draagt zo bij aan de balans tussen vraag en aanbod. GIGA Storage en Port of Amsterdam onderzoeken hoe deze in de toekomst ook lokaal kan worden ingezet, bijvoorbeeld om netcongestie te verlichten en lokale energiecontracten met bedrijven in de haven te ondersteunen, onder meer via Energiecoöperatie Amsterdamse Haven (ECAH). Dit is een samenwerkingsverband in de haven van Amsterdam waarin ondernemers gezamenlijk werken aan een stabieler en duurzamer energiesysteem.
Giraffe is gevestigd op een strategische locatie in de Westhaven van Amsterdam. In de haven wordt veel duurzame energie opgewekt – met circa 350.000 m² aan zonnepanelen en een opgesteld vermogen van 73 MW aan windturbines. Er is een sterke duurzame ambitie voor het gebied die ondersteund wordt door de ontwikkeling van de GIGA Giraffe.
Voor de realisatie van Giraffe werd financiering opgehaald bij Rabobank en Triodos. De bouw werd uitgevoerd door K Dekker en Van den Heuvel, vaste partners van GIGA Storage.
Met Giraffe kan duurzaam opgewekte energie efficiënt worden opgeslagen en ingezet op momenten van schaarste. Zo wordt congestie en onbalans op het net verminderd en neemt de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening toe.
Het project bestaat uit 12 Tesla Megapacks 2XL op basis van lithium-ion LFP-technologie met een totaal vermogen van 10MW. Elke batterij heeft een vermogenscapaciteit van 3,9 MWh, waarmee de totale opslagcapaciteit op ca 47MWh uitkomt, equivalent aan ongeveer 800 elektrische auto’s. De Giraffe batterijen hebben een verwachte levensduur van 20 jaar.
De energieopslag levert momenteel stroom aan het landelijke net en draagt zo bij aan de balans tussen vraag en aanbod. GIGA Storage en Port of Amsterdam onderzoeken hoe deze in de toekomst ook lokaal kan worden ingezet, bijvoorbeeld om netcongestie te verlichten en lokale energiecontracten met bedrijven in de haven te ondersteunen, onder meer via Energiecoöperatie Amsterdamse Haven (ECAH). Dit is een samenwerkingsverband in de haven van Amsterdam waarin ondernemers gezamenlijk werken aan een stabieler en duurzamer energiesysteem.
Giraffe is gevestigd op een strategische locatie in de Westhaven van Amsterdam. In de haven wordt veel duurzame energie opgewekt – met circa 350.000 m² aan zonnepanelen en een opgesteld vermogen van 73 MW aan windturbines. Er is een sterke duurzame ambitie voor het gebied die ondersteund wordt door de ontwikkeling van de GIGA Giraffe.
Voor de realisatie van Giraffe werd financiering opgehaald bij Rabobank en Triodos. De bouw werd uitgevoerd door K Dekker en Van den Heuvel, vaste partners van GIGA Storage.
ACM waarschuwt voor telefonische verkoop van energiecontracten met volmachten
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) waarschuwt consumenten en ondernemers voor de risico’s van telefonische verkoop van energiecontracten waarbij gebruik wordt gemaakt van volmachten. Bij deze werkwijze vragen verkopers tijdens een telefoongesprek om een volmacht te tekenen, waarmee zij namens de consument of ondernemer een energiecontract kunnen afsluiten. Consumenten en ondernemers worden hierdoor vaak de dupe van ongewenste overstappen en hoge vergoedingen als zij een overstap ongedaan willen maken.
Uit onderzoek van de ACM blijkt dat 1 op de 4 huishoudens het afgelopen jaar telefonisch benaderd is over de verkoop van een energiecontract. Bijna de helft van deze consumenten voelde zich hierbij onder druk gezet om op de aanbieding in te gaan. De ACM ontvangt ook veel klachten van ZZP’ers en andere ondernemers die gebeld worden over verkoop van energiecontracten. Veel ondernemers geven daarbij aan dat er bij de verkoop gebruik werd gemaakt van een volmacht waarmee namens de ondernemer een energiecontract afgesloten wordt bij een energieleverancier.
De ACM benadrukt dat niet alleen consumenten, maar ook ondernemers regelmatig benaderd worden door telefonische verkopers. Ondernemers moeten extra alert zijn, omdat zij niet dezelfde wettelijke bescherming genieten als consumenten. Zo geldt bijvoorbeeld het recht op bedenktijd niet voor ondernemers. Hierdoor lopen zij een groter risico op ongewenste contracten. ZZP’ers die een energiecontract afsluiten voor hun woonadres moeten een energiecontract voor consumenten aangeboden krijgen en hebben dus wel recht op bedenktijd.
Bij het tekenen van een volmacht geeft de consument of ondernemer de verkoper toestemming om zelfstandig een energiecontract af te sluiten. Dit brengt grote risico’s met zich mee:
Ongewenste overstappen: Klanten hebben geen controle over de keuze van de leverancier en worden soms zonder hun medeweten overgezet naar een andere energieleverancier.
Onjuiste of onvolledige informatie: Verkopers informeren vaak niet goed over wat de volmacht inhoudt en geven geen informatie over opzegvergoedingen bij de oude en nieuwe leverancier.
Hoge boetes: Verkopers brengen vaak onterecht hoge boetes in rekening voor het intrekken van de volmacht, bovenop de opzegvergoeding van de energieleverancier.
Het gebruik van volmachten is niet verboden en kan nuttig zijn in situaties waarin iemand zaken regelt voor een persoon die dat zelf niet meer kan, bijvoorbeeld vanwege ziekte of afwezigheid. Volmachten zijn niet bedoeld voor telefonische verkopers die namens consumenten of bedrijven energiecontracten willen afsluiten. De ACM adviseert daarom om nooit telefonisch akkoord te gaan met het tekenen van een volmacht, zeker niet tijdens een ongevraagd telefoongesprek. Hebt u al een volmacht getekend? Dan kunt u deze op ieder moment intrekken. Brengt de verkoper een boete in rekening en bent u daar niet goed over geïnformeerd? Kijk dan op ACM ConsuWijzer voor tips en meer informatie.
De ACM heeft al vaker gewaarschuwd voor de risico’s van telefonische verkoop van energiecontracten. Energiecontracten zijn ingewikkelde producten die je niet via een (ongevraagd) telefoongesprek af moet sluiten. De ACM heeft daarom ook al vaker gepleit voor een verbod op telefonische verkoop van energiecontracten. De ervaring leert dat energiecontracten die via de telefoon worden verkocht eigenlijk nooit het beste aanbod zijn voor consumenten en ondernemers.
Uit onderzoek van de ACM blijkt dat 1 op de 4 huishoudens het afgelopen jaar telefonisch benaderd is over de verkoop van een energiecontract. Bijna de helft van deze consumenten voelde zich hierbij onder druk gezet om op de aanbieding in te gaan. De ACM ontvangt ook veel klachten van ZZP’ers en andere ondernemers die gebeld worden over verkoop van energiecontracten. Veel ondernemers geven daarbij aan dat er bij de verkoop gebruik werd gemaakt van een volmacht waarmee namens de ondernemer een energiecontract afgesloten wordt bij een energieleverancier.
De ACM benadrukt dat niet alleen consumenten, maar ook ondernemers regelmatig benaderd worden door telefonische verkopers. Ondernemers moeten extra alert zijn, omdat zij niet dezelfde wettelijke bescherming genieten als consumenten. Zo geldt bijvoorbeeld het recht op bedenktijd niet voor ondernemers. Hierdoor lopen zij een groter risico op ongewenste contracten. ZZP’ers die een energiecontract afsluiten voor hun woonadres moeten een energiecontract voor consumenten aangeboden krijgen en hebben dus wel recht op bedenktijd.
Bij het tekenen van een volmacht geeft de consument of ondernemer de verkoper toestemming om zelfstandig een energiecontract af te sluiten. Dit brengt grote risico’s met zich mee:
Ongewenste overstappen: Klanten hebben geen controle over de keuze van de leverancier en worden soms zonder hun medeweten overgezet naar een andere energieleverancier.
Onjuiste of onvolledige informatie: Verkopers informeren vaak niet goed over wat de volmacht inhoudt en geven geen informatie over opzegvergoedingen bij de oude en nieuwe leverancier.
Hoge boetes: Verkopers brengen vaak onterecht hoge boetes in rekening voor het intrekken van de volmacht, bovenop de opzegvergoeding van de energieleverancier.
Het gebruik van volmachten is niet verboden en kan nuttig zijn in situaties waarin iemand zaken regelt voor een persoon die dat zelf niet meer kan, bijvoorbeeld vanwege ziekte of afwezigheid. Volmachten zijn niet bedoeld voor telefonische verkopers die namens consumenten of bedrijven energiecontracten willen afsluiten. De ACM adviseert daarom om nooit telefonisch akkoord te gaan met het tekenen van een volmacht, zeker niet tijdens een ongevraagd telefoongesprek. Hebt u al een volmacht getekend? Dan kunt u deze op ieder moment intrekken. Brengt de verkoper een boete in rekening en bent u daar niet goed over geïnformeerd? Kijk dan op ACM ConsuWijzer voor tips en meer informatie.
De ACM heeft al vaker gewaarschuwd voor de risico’s van telefonische verkoop van energiecontracten. Energiecontracten zijn ingewikkelde producten die je niet via een (ongevraagd) telefoongesprek af moet sluiten. De ACM heeft daarom ook al vaker gepleit voor een verbod op telefonische verkoop van energiecontracten. De ervaring leert dat energiecontracten die via de telefoon worden verkocht eigenlijk nooit het beste aanbod zijn voor consumenten en ondernemers.
Provincie Overijssel selecteert nieuwe windplannen, maar wijst in twee gemeenten alles af
Voor de gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Ommen, Rijssen-Holten, Staphorst en Steenwijkerland konden initiatiefnemers in het voorjaar aanvragen voor windprojecten indienen. De afgelopen periode heeft de provincie bekeken welke van deze 76 ontvangen initiatieven voldoen aan het beleid van de provincie. Daaruit blijkt dat een groot deel van de aanvragen onuitvoerbaar is.
Voor de gemeenten Hardenberg en Ommen heeft de provincie alle aanvragen afgewezen. De aanvragen die in deze gebieden als beste uit de selectie komen zijn onuitvoerbaar. Dit komt doordat er aanvragers zijn die voor één locatie meerdere aanvragen met veel verschillende varianten indienen; soortgelijke aanvragen waarbij de posities van die aangevraagde windturbines elkaar overlappen. Zo zijn voor één locatie 19 vrijwel identieke plannen ingediend door twee partijen. Dit zorgt er in de praktijk voor dat de aanvragen die als beste uit de selectieprocedure komen, niet te realiseren zijn door overlapping van de windturbines.
“Dat aanvragers meerdere aanvragen indienen die elkaar onmogelijk maken en niet uitvoerbaar zijn, heeft ons onaangenaam verrast”, zegt gedeputeerde Tijs de Bree. “Dit lijkt op ‘handdoekje leggen’ en dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom roepen we dit een halt toe.”
De provincie scherpt de komende tijd haar beleid (de indieningsvereisten) en het selectieproces iets aan. “Hierna rekenen we erop dat initiatiefnemers uitvoerbare aanvragen zullen indienen.” Zodra de beleidsregel is aangepast stelt de provincie de gebieden in de gemeente Hardenberg en Ommen opnieuw open voor windaanvragen. De verwachting is dat dit eind van dit jaar kan gebeuren.
Het vervolgproces voor de gemeenten waarin aanvragen zijn goedgekeurd ziet er als volgt uit: de provincie gaat in gesprek met de initiatiefnemers om een overeenkomst te sluiten. Zodra dit is gebeurd, gaat de procedure voor vergunningverlening van start met een startbijeenkomst voor inwoners, georganiseerd door de ontwikkelaar. Daarna onderzoekt de ontwikkelaar de gevolgen voor de omgeving, zoals milieu- en gezondheidseffecten, en doorloopt de initiatiefnemer een uitgebreid participatieproces. Dit alles bij elkaar duurt een aantal jaar. Vervolgens wordt door de provincie een zogenaamd projectbesluit genomen. In deze projectbesluitprocedure wordt gekeken of het project (volgens de geldende wet- en regelgeving) in de omgeving past en welke vergunningen nodig zijn. Zodra het projectbesluit afgegeven is, kan de bouw van de turbines beginnen. Het proces is dan zo’n vijf tot zes jaar onderweg.
Voor de gemeenten Hardenberg en Ommen heeft de provincie alle aanvragen afgewezen. De aanvragen die in deze gebieden als beste uit de selectie komen zijn onuitvoerbaar. Dit komt doordat er aanvragers zijn die voor één locatie meerdere aanvragen met veel verschillende varianten indienen; soortgelijke aanvragen waarbij de posities van die aangevraagde windturbines elkaar overlappen. Zo zijn voor één locatie 19 vrijwel identieke plannen ingediend door twee partijen. Dit zorgt er in de praktijk voor dat de aanvragen die als beste uit de selectieprocedure komen, niet te realiseren zijn door overlapping van de windturbines.
“Dat aanvragers meerdere aanvragen indienen die elkaar onmogelijk maken en niet uitvoerbaar zijn, heeft ons onaangenaam verrast”, zegt gedeputeerde Tijs de Bree. “Dit lijkt op ‘handdoekje leggen’ en dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom roepen we dit een halt toe.”
De provincie scherpt de komende tijd haar beleid (de indieningsvereisten) en het selectieproces iets aan. “Hierna rekenen we erop dat initiatiefnemers uitvoerbare aanvragen zullen indienen.” Zodra de beleidsregel is aangepast stelt de provincie de gebieden in de gemeente Hardenberg en Ommen opnieuw open voor windaanvragen. De verwachting is dat dit eind van dit jaar kan gebeuren.
Het vervolgproces voor de gemeenten waarin aanvragen zijn goedgekeurd ziet er als volgt uit: de provincie gaat in gesprek met de initiatiefnemers om een overeenkomst te sluiten. Zodra dit is gebeurd, gaat de procedure voor vergunningverlening van start met een startbijeenkomst voor inwoners, georganiseerd door de ontwikkelaar. Daarna onderzoekt de ontwikkelaar de gevolgen voor de omgeving, zoals milieu- en gezondheidseffecten, en doorloopt de initiatiefnemer een uitgebreid participatieproces. Dit alles bij elkaar duurt een aantal jaar. Vervolgens wordt door de provincie een zogenaamd projectbesluit genomen. In deze projectbesluitprocedure wordt gekeken of het project (volgens de geldende wet- en regelgeving) in de omgeving past en welke vergunningen nodig zijn. Zodra het projectbesluit afgegeven is, kan de bouw van de turbines beginnen. Het proces is dan zo’n vijf tot zes jaar onderweg.
dinsdag 21 oktober 2025
Slimme energie-oplossing van Heijmans bij INCK draagt bij aan oplossen netcongestie
De gebiedsontwikkeling INCK in Eindhoven wordt uitgevoerd met een netbewuste energievoorziening. Heijmans realiseert een energievoorziening die flexibel omgaat met pieken en dalen in de regionale energievraag. Hierdoor wordt het elektriciteitsnet juist op cruciale momenten ontlast, zonder concessies te doen aan het comfort van bewoners. Dat heeft bouwbedrijf Heijmans laten weten bij de bekendmaking van deze binnenstedelijke ontwikkeling.
INCK is een binnenstedelijke gebiedsontwikkeling van Heijmans en woningcorporatie Woonbedrijf van honderden appartementen voor zowel sociale huur als koop. De bouw start in het eerste kwartaal van 2026 en drie jaar later wordt de laatste woning opgeleverd. INCK ligt geografisch tussen het centrum van Eindhoven en de High Tech Campus aldaar.
Door de gebiedsontwikkeling netbewust uit te voeren, laat Heijmans zien dat netcongestie geen onoverkomelijk obstakel hoeft te zijn, maar juist een kans om innovatieve en duurzame keuzes te maken. "Omdenken is een vereiste: dus kijken naar een nieuwe oplossing in plaats van zoals we het altijd hebben gedaan. We kiezen bij INCK bewust voor een netbewuste energieoplossing. Daarmee nemen we onze verantwoordelijkheid in de energietransitie en leveren we een bijdrage aan het oplossen van netcongestie, één van de grootste uitdagingen van dit moment”, stelt Maarten Kokshoorn van Heijmans.
Heijmans gaat via zijn energiedivisie bewoners van INCK voor 30 jaar van warmte en koude voorzien. “Om energie betaalbaar te houden, zonder in te boeten aan duurzaamheid en betrouwbaarheid vinden wij het belangrijk om onze energievoorzieningen toekomstbestending te maken”, stelt Maarten Kokshoorn, manager bij de energietak van Heijmans.
Door deze netbewuste maatregelen blijft in het betreffende gebied in de nabije toekomst ook meer ontwikkeling mogelijk. Zonder deze dempende maatregelen was deze gebiedsontwikkeling niet binnen enkele jaren te realiseren.
Netcongestie is een groeiend probleem in Nederland. De druk op het elektriciteitsnet neemt toe en remt duurzame ontwikkelingen. Heijmans laat met INCK zien dat het anders kan. Heijmans realiseert een energievoorziening die flexibel omgaat met pieken en dalen in de regionale energievraag. Hierdoor wordt het elektriciteitsnet juist op cruciale momenten ontlast, zonder concessies te doen aan het comfort van bewoners.
De energievoorziening van INCK voorziet haar bewoners van warmte en koude. In basis gebeurt dit met collectieve warmtepompen die warmte uit de bodem opwaarderen. Hier worden slimme technologieën zoals warmtebuffers, 400 zonnepanelen, een batterij van minimaal 100kW én 20 ‘zwerf’ laadpunten toegevoegd. Dankzij buffering van warmte en elektriciteit kan de vermogensvraag tijdelijk worden teruggeschakeld bij netdrukte, terwijl bewoners toch verzekerd blijven van een warme douche en een comfortabel binnenklimaat. Daarnaast wordt via de gebruikelijke wijze per appartement het verbruik gemeten.
De slimme sturing en inzet van lokaal opgewekte energie zorgen ervoor dat laadvoorzieningen voor elektrische auto’s mogelijk worden gemaakt. “Voor ons draait het vooral om wat er wel mogelijk is en met slimme sturing is het mogelijk om een groot gedeelte van het jaar auto’s zonder merkbare beperkingen te laden”, vertelt Maarten Kokshoorn trots.
INCK is een binnenstedelijke gebiedsontwikkeling van Heijmans en woningcorporatie Woonbedrijf van honderden appartementen voor zowel sociale huur als koop. De bouw start in het eerste kwartaal van 2026 en drie jaar later wordt de laatste woning opgeleverd. INCK ligt geografisch tussen het centrum van Eindhoven en de High Tech Campus aldaar.
Door de gebiedsontwikkeling netbewust uit te voeren, laat Heijmans zien dat netcongestie geen onoverkomelijk obstakel hoeft te zijn, maar juist een kans om innovatieve en duurzame keuzes te maken. "Omdenken is een vereiste: dus kijken naar een nieuwe oplossing in plaats van zoals we het altijd hebben gedaan. We kiezen bij INCK bewust voor een netbewuste energieoplossing. Daarmee nemen we onze verantwoordelijkheid in de energietransitie en leveren we een bijdrage aan het oplossen van netcongestie, één van de grootste uitdagingen van dit moment”, stelt Maarten Kokshoorn van Heijmans.
Heijmans gaat via zijn energiedivisie bewoners van INCK voor 30 jaar van warmte en koude voorzien. “Om energie betaalbaar te houden, zonder in te boeten aan duurzaamheid en betrouwbaarheid vinden wij het belangrijk om onze energievoorzieningen toekomstbestending te maken”, stelt Maarten Kokshoorn, manager bij de energietak van Heijmans.
Door deze netbewuste maatregelen blijft in het betreffende gebied in de nabije toekomst ook meer ontwikkeling mogelijk. Zonder deze dempende maatregelen was deze gebiedsontwikkeling niet binnen enkele jaren te realiseren.
Netcongestie is een groeiend probleem in Nederland. De druk op het elektriciteitsnet neemt toe en remt duurzame ontwikkelingen. Heijmans laat met INCK zien dat het anders kan. Heijmans realiseert een energievoorziening die flexibel omgaat met pieken en dalen in de regionale energievraag. Hierdoor wordt het elektriciteitsnet juist op cruciale momenten ontlast, zonder concessies te doen aan het comfort van bewoners.
De energievoorziening van INCK voorziet haar bewoners van warmte en koude. In basis gebeurt dit met collectieve warmtepompen die warmte uit de bodem opwaarderen. Hier worden slimme technologieën zoals warmtebuffers, 400 zonnepanelen, een batterij van minimaal 100kW én 20 ‘zwerf’ laadpunten toegevoegd. Dankzij buffering van warmte en elektriciteit kan de vermogensvraag tijdelijk worden teruggeschakeld bij netdrukte, terwijl bewoners toch verzekerd blijven van een warme douche en een comfortabel binnenklimaat. Daarnaast wordt via de gebruikelijke wijze per appartement het verbruik gemeten.
De slimme sturing en inzet van lokaal opgewekte energie zorgen ervoor dat laadvoorzieningen voor elektrische auto’s mogelijk worden gemaakt. “Voor ons draait het vooral om wat er wel mogelijk is en met slimme sturing is het mogelijk om een groot gedeelte van het jaar auto’s zonder merkbare beperkingen te laden”, vertelt Maarten Kokshoorn trots.
‘Afval’ van AGF-handel ingezet voor duurzame energieopwekking via biogas
Bij Job-AGF in Barendrecht is een tank geplaatst door het jonge, innovatieve bedrijf OrganicTank, waarmee het zogenaamde ‘afval’ van AGF-partijen — dat normaal gesproken zou worden weggegooid — voortaan duurzaam kan worden verwerkt. De tank fungeert op locatie als buffer-voorziening: Job-AGF vult hem, en OrganicTank regelt het vervoer en de verwerking van het organisch restmateriaal. 
Door de verwerking op locatie is er geen noodzaak meer voor opslag van volle en lege bakken die veel ruimte innemen. Ook is het systeem zo opgezet dat de klant er niets van merkt of de tank bijna vol of juist leeg is: het verwerkingsproces blijft continu gelijk, en de verwerking gebeurt lekvrij en vrijwel geurvrij. 
De staat van de tank wordt op afstand in de gaten gehouden, zodat tijdig kan worden ingegrepen voor lediging of onderhoud. OrganicTank beschikt over de benodigde vergunningen en registraties om het organisch afval op verantwoorde wijze af te voeren. 
Met deze aanpak wordt restmateriaal van de groenten- en fruitsector (AGF) omgezet in biogas, waarmee duurzame energie kan worden opgewekt — een circulair initiatief dat bijdraagt aan een schonere afvalverwerking in de AGF-sector. 
Door de verwerking op locatie is er geen noodzaak meer voor opslag van volle en lege bakken die veel ruimte innemen. Ook is het systeem zo opgezet dat de klant er niets van merkt of de tank bijna vol of juist leeg is: het verwerkingsproces blijft continu gelijk, en de verwerking gebeurt lekvrij en vrijwel geurvrij. 
De staat van de tank wordt op afstand in de gaten gehouden, zodat tijdig kan worden ingegrepen voor lediging of onderhoud. OrganicTank beschikt over de benodigde vergunningen en registraties om het organisch afval op verantwoorde wijze af te voeren. 
Met deze aanpak wordt restmateriaal van de groenten- en fruitsector (AGF) omgezet in biogas, waarmee duurzame energie kan worden opgewekt — een circulair initiatief dat bijdraagt aan een schonere afvalverwerking in de AGF-sector. 
Regionale maatregelen tegen vol stroomnet beginnen te werken
In de Flevopolder, Gelderland en Utrecht zijn vorig jaar versneld maatregelen genomen om de dreigende overbelasting van het stroomnet aan te pakken. In Gelderland en de Flevopolder is het perspectief op een netaansluiting in 2030 verbeterd door aangescherpte berekeningen, die laten zien dat de vraag lager ligt dan eerder gedacht. En doordat de regionale maatregelen beginnen te werken. Ook in Utrecht is de vraag lager dan eerder berekend tot 2029, alleen daar duurt de uitbreiding van het net langer dan verwacht en blijft het een zorgelijk knelpunt. De maatregelen blijven daarom hard nodig, ook op korte termijn.
Minister Hermans, Klimaat en Groene Groei: “Nederlandse huishoudens, bedrijven en organisaties verduurzamen in hoog tempo. Dat is goed nieuws voor de energietransitie en maakt Nederland minder afhankelijk van het buitenland, maar legt tegelijkertijd een grote druk op het stroomnet. Het is bemoedigend om nu te zien dat de effecten van onze gezamenlijke inspanningen met provincies en netbeheerders zichtbaar worden. We zijn er nog niet, maar dit geeft vertrouwen dat de aanpak werkt en motiveert om door te gaan.”
Deze eerste berekeningen laten zien dat de regionale maatregelen effectief zijn. Zo worden generatoren en batterijen ingezet en warmtekrachtcentrales langer opengehouden. Ook het zwaarder belasten van het stroomnet en complexe, technische oplossingen dragen hieraan bij. Extra aandacht is nodig voor bedrijven om flexibeler met het stroomnet om te gaan via nieuwe contracten.
Ondertussen wordt hard gewerkt aan uitbereidingen van het stroomnet. Het gedeelte van het Nederlandse stroomnet in Utrecht, Gelderland en de Flevopolder is uniek omdat het sterk verbonden is met elkaar. In de provincie Gelderland en in de Flevopolder zijn die netuitbreidingen volgens planning in 2030 klaar. De nieuwe berekeningen laten zien dat de overbelasting van het stroomnet in die provincies dan afnemen. Daarmee ontstaat ruimte om lokaal en stapsgewijs partijen van de wachtlijst aan te sluiten. In de provincie Utrecht duurt de uitbreiding van het stroomnet langer dan gedacht. Hierdoor moeten pieken op het stroomnet tot 2033 opgevangen worden. De overbelasting loopt tussen 2029 en 2033 ook nog wat verder op. De maatregelen die in april 2024 zijn genomen zijn daarmee onveranderd hard nodig.
Naast de regionale maatregelen wordt ook aan landelijke maatregelen gewerkt, waarbij huishoudens en kleine bedrijven gestimuleerd worden om slimmer gebruik te maken van het stroomnet. Met een aangepast nettarief wordt het goedkoper om stroom buiten de piekuren (16 -21uur) te gebruiken. En slimme apparaten kunnen zorgen dat mensen thuis automatisch gebruik maken van de rustige (goedkopere) momenten op het stroomnet. Deze maatregelen starten in 2028. Aanvullend wordt een plan uitgewerkt dat op korte termijn meer ruimte en flexibiliteit in het bestaande stroomnet mogelijk maakt.
Het ministerie van KGG en netbeheerders blijven samenwerken aan de maatregelen en houden in de gaten wat de effecten zijn, zodat snel bijgestuurd kan worden als dat nodig is. Daarnaast worden de nieuwe inzichten en maatregelen waar dat mogelijk is ook in andere regio’s toegepast.
Minister Hermans, Klimaat en Groene Groei: “Nederlandse huishoudens, bedrijven en organisaties verduurzamen in hoog tempo. Dat is goed nieuws voor de energietransitie en maakt Nederland minder afhankelijk van het buitenland, maar legt tegelijkertijd een grote druk op het stroomnet. Het is bemoedigend om nu te zien dat de effecten van onze gezamenlijke inspanningen met provincies en netbeheerders zichtbaar worden. We zijn er nog niet, maar dit geeft vertrouwen dat de aanpak werkt en motiveert om door te gaan.”
Deze eerste berekeningen laten zien dat de regionale maatregelen effectief zijn. Zo worden generatoren en batterijen ingezet en warmtekrachtcentrales langer opengehouden. Ook het zwaarder belasten van het stroomnet en complexe, technische oplossingen dragen hieraan bij. Extra aandacht is nodig voor bedrijven om flexibeler met het stroomnet om te gaan via nieuwe contracten.
Ondertussen wordt hard gewerkt aan uitbereidingen van het stroomnet. Het gedeelte van het Nederlandse stroomnet in Utrecht, Gelderland en de Flevopolder is uniek omdat het sterk verbonden is met elkaar. In de provincie Gelderland en in de Flevopolder zijn die netuitbreidingen volgens planning in 2030 klaar. De nieuwe berekeningen laten zien dat de overbelasting van het stroomnet in die provincies dan afnemen. Daarmee ontstaat ruimte om lokaal en stapsgewijs partijen van de wachtlijst aan te sluiten. In de provincie Utrecht duurt de uitbreiding van het stroomnet langer dan gedacht. Hierdoor moeten pieken op het stroomnet tot 2033 opgevangen worden. De overbelasting loopt tussen 2029 en 2033 ook nog wat verder op. De maatregelen die in april 2024 zijn genomen zijn daarmee onveranderd hard nodig.
Naast de regionale maatregelen wordt ook aan landelijke maatregelen gewerkt, waarbij huishoudens en kleine bedrijven gestimuleerd worden om slimmer gebruik te maken van het stroomnet. Met een aangepast nettarief wordt het goedkoper om stroom buiten de piekuren (16 -21uur) te gebruiken. En slimme apparaten kunnen zorgen dat mensen thuis automatisch gebruik maken van de rustige (goedkopere) momenten op het stroomnet. Deze maatregelen starten in 2028. Aanvullend wordt een plan uitgewerkt dat op korte termijn meer ruimte en flexibiliteit in het bestaande stroomnet mogelijk maakt.
Het ministerie van KGG en netbeheerders blijven samenwerken aan de maatregelen en houden in de gaten wat de effecten zijn, zodat snel bijgestuurd kan worden als dat nodig is. Daarnaast worden de nieuwe inzichten en maatregelen waar dat mogelijk is ook in andere regio’s toegepast.
maandag 20 oktober 2025
Zesde waterschap neemt groengasinstallatie in gebruik
Op 9 oktober opende Waterschap Drents Overijsselse Delta een nieuwe slibgistings- en groengasinstallatie op de rioolwaterzuivering Echten. Met gemiddeld 2 miljoen kuub groen gas per jaar zorgt dit voor een mooie bijdrage aan de gezamenlijke doelstelling van de waterschappen van 80 miljoen kuub groen gas in 2030.
Bij het zuiveren van rioolwater blijft slib als restproduct over. Dit slib vergist het waterschap tot biogas. Door dit biogas extra goed te filteren, wordt het opgewaardeerd tot groengas. Dit gas is van aardgaskwaliteit en is aangesloten op het gasnet.
De bouw van dit complexe en technische project was een ware uitdaging voor het waterschap. Nieuwe technieken zijn aangesloten op bestaande technieken. Na anderhalf jaar bouwen staat de kraan open voor het leveren van groengas op de rioolwaterzuivering in Echten. Waterschap Drents Overijsselse Delta is het zesde waterschap in Nederland dat een groengasinstallatie in bedrijf neemt. Het waterschap verwacht ongeveer 2000 huishoudens van duurzaam gas te voorzien.
Een extra duurzaam element is dat de vergistingsinstallatie verwarmd wordt met warmte uit het gezuiverd rioolwater. Het waterschap haalt warmte uit het gezuiverde afvalwater, het effluent dat wordt afgevoerd op de Hoogeveensche Vaart. Dubbel duurzaam dus.
Bij het zuiveren van rioolwater blijft slib als restproduct over. Dit slib vergist het waterschap tot biogas. Door dit biogas extra goed te filteren, wordt het opgewaardeerd tot groengas. Dit gas is van aardgaskwaliteit en is aangesloten op het gasnet.
De bouw van dit complexe en technische project was een ware uitdaging voor het waterschap. Nieuwe technieken zijn aangesloten op bestaande technieken. Na anderhalf jaar bouwen staat de kraan open voor het leveren van groengas op de rioolwaterzuivering in Echten. Waterschap Drents Overijsselse Delta is het zesde waterschap in Nederland dat een groengasinstallatie in bedrijf neemt. Het waterschap verwacht ongeveer 2000 huishoudens van duurzaam gas te voorzien.
Een extra duurzaam element is dat de vergistingsinstallatie verwarmd wordt met warmte uit het gezuiverd rioolwater. Het waterschap haalt warmte uit het gezuiverde afvalwater, het effluent dat wordt afgevoerd op de Hoogeveensche Vaart. Dubbel duurzaam dus.
Situatie stroomnet Utrecht blijft nijpend ondanks goede voortgang maatregelenpakken
Op 16 oktober stuurde demissionair minister Hermans een Kamerbrief met een update over de situatie op het stroomnet in de Flevopolder, Gelderland en Utrecht. Vorig jaar is een pakket met tien maatregelen ingezet om overbelasting van betreffend regionaal stroomnet te voorkomen. Er wordt goede voortgang geboekt in het toepassen van deze maatregelen. Toch laten de laatste doorrekeningen zien dat er, met name in de provincie Utrecht, meer nodig is om aan de vraag te kunnen voldoen en de periode te overbruggen totdat de netuitbreidingen gereed zijn in 2033-2035.
Zoals in de Kamerbrief genoemd staat, is er veel bereikt op het gebied van de maatregelen in de afgelopen maanden. We zijn op de goede weg, er is ontzettend veel in gang gezet, waardoor de verwachting is dat ze de komende periode daadwerkelijk ingezet kunnen worden.
Ondanks de voortgang in het realiseren van de maatregelen kondigden de netbeheerders in juni aan dat een van de netuitbreidingen van TenneT in de provincie Utrecht aanzienlijk is vertraagd. Dit komt door ruimtelijke dilemma's in het vinden van een geschikte locatie, de uitdagingen bij het sluiten van overeenkomsten met grondeigenaren en het vinden van geschikte tracés voor de aanleg van kabels. De oorspronkelijke planning bleek te optimistisch voor de complexiteit en omvang van deze opgave. In de planning wordt nu uitgegaan van een gereeddatum van het nieuwe hoogspanningsstation in 2033 en mogelijk 2035, eerder was dat 2029. Door deze vertraging kunnen de tekorten op het stroomnet verder oplopen.
Naar verwachting is het huidige maatregelenpakket niet toereikend om de komende periode te overbruggen en de groei van elektriciteit in Utrecht op te vangen. Zodoende zullen meer maatregelen nodig zijn om belangrijke ontwikkelingen in de provincie Utrecht te kunnen blijven faciliteren. We kijken hierbij nadrukkelijk naar de landelijke maatregelen voor de aanpak van netcongestie, waarover de minister begin oktober berichtte.
In de analyses voor de komende jaren zien de netbeheerders grote onzekere factoren. Zowel ten aanzien van de snelheid waarmee de samenleving elektrificeert als de snelheid en effectiviteit waarmee maatregelen kunnen worden ingezet om de vraag te ondersteunen. Om meer grip te krijgen, gaan Stedin en TenneT vanaf volgend jaar periodiek vaststellen hoeveel netcapaciteit er uitgegeven kan worden op basis van de maatregelen die daadwerkelijk zijn gerealiseerd en ruimte hebben opgeleverd. Wanneer deze capaciteit vergeven is, kunnen zogenoemde pauzemomenten ontstaan in het vrijgeven van netcapaciteit aan kleinverbruikers.
Vandaag de dag sluiten de netbeheerders alle aanvragen voor kleinverbruik aan, zoals die van consumenten, nieuwe woningen en laadpalen. Wanneer de realisatie van maatregelen achterblijft, kunnen echter ook voor hen wachtlijsten ontstaan. Zo ver is het nu nog niet. Aan het eind van het vierde kwartaal van dit jaar verwachten Stedin en TenneT helderheid te kunnen geven over de hoeveelheid netcapaciteit die dan beschikbaar is en wat dit betekent voor de regio.
Zoals in de Kamerbrief genoemd staat, is er veel bereikt op het gebied van de maatregelen in de afgelopen maanden. We zijn op de goede weg, er is ontzettend veel in gang gezet, waardoor de verwachting is dat ze de komende periode daadwerkelijk ingezet kunnen worden.
Ondanks de voortgang in het realiseren van de maatregelen kondigden de netbeheerders in juni aan dat een van de netuitbreidingen van TenneT in de provincie Utrecht aanzienlijk is vertraagd. Dit komt door ruimtelijke dilemma's in het vinden van een geschikte locatie, de uitdagingen bij het sluiten van overeenkomsten met grondeigenaren en het vinden van geschikte tracés voor de aanleg van kabels. De oorspronkelijke planning bleek te optimistisch voor de complexiteit en omvang van deze opgave. In de planning wordt nu uitgegaan van een gereeddatum van het nieuwe hoogspanningsstation in 2033 en mogelijk 2035, eerder was dat 2029. Door deze vertraging kunnen de tekorten op het stroomnet verder oplopen.
Naar verwachting is het huidige maatregelenpakket niet toereikend om de komende periode te overbruggen en de groei van elektriciteit in Utrecht op te vangen. Zodoende zullen meer maatregelen nodig zijn om belangrijke ontwikkelingen in de provincie Utrecht te kunnen blijven faciliteren. We kijken hierbij nadrukkelijk naar de landelijke maatregelen voor de aanpak van netcongestie, waarover de minister begin oktober berichtte.
In de analyses voor de komende jaren zien de netbeheerders grote onzekere factoren. Zowel ten aanzien van de snelheid waarmee de samenleving elektrificeert als de snelheid en effectiviteit waarmee maatregelen kunnen worden ingezet om de vraag te ondersteunen. Om meer grip te krijgen, gaan Stedin en TenneT vanaf volgend jaar periodiek vaststellen hoeveel netcapaciteit er uitgegeven kan worden op basis van de maatregelen die daadwerkelijk zijn gerealiseerd en ruimte hebben opgeleverd. Wanneer deze capaciteit vergeven is, kunnen zogenoemde pauzemomenten ontstaan in het vrijgeven van netcapaciteit aan kleinverbruikers.
Vandaag de dag sluiten de netbeheerders alle aanvragen voor kleinverbruik aan, zoals die van consumenten, nieuwe woningen en laadpalen. Wanneer de realisatie van maatregelen achterblijft, kunnen echter ook voor hen wachtlijsten ontstaan. Zo ver is het nu nog niet. Aan het eind van het vierde kwartaal van dit jaar verwachten Stedin en TenneT helderheid te kunnen geven over de hoeveelheid netcapaciteit die dan beschikbaar is en wat dit betekent voor de regio.
Warmtebedrijf Assen officieel opgericht
Op maandag 13 oktober is het gemeentelijk Warmtebedrijf Assen BV officieel opgericht. Wethouder Martin Rasker zette zijn handtekening onder de oprichtingsakte. Daarmee is de eerste stap gezet richting een duurzaam warmtenet in de wijk Lariks.
Het warmtebedrijf is volledig in publieke handen: de gemeente Assen is 100% aandeelhouder. Het bedrijf heeft geen winstoogmerk, maar is opgericht om bij te dragen aan een toekomstbestendige, betaalbare en duurzame warmtevoorziening voor de inwoners van Assen.
Met de oprichting van het warmtebedrijf kan de gemeente nu ook de aanvraag indienen voor de Warmtenet Investeringssubsidie (WIS). Deze subsidie wordt naar verwachting in april 2026 toegekend. Als alles volgens planning verloopt, kan begin 2027 worden gestart met de aanleg van het warmtenet en het aansluiten van de eerste woningen in Lariks.
De ondertekening van de oprichtingsakte is daarmee een belangrijke stap richting de realisatie van het warmtenet in de Lariks en een nieuwe mijlpaal in de energietransitie van Assen.
Het warmtebedrijf is volledig in publieke handen: de gemeente Assen is 100% aandeelhouder. Het bedrijf heeft geen winstoogmerk, maar is opgericht om bij te dragen aan een toekomstbestendige, betaalbare en duurzame warmtevoorziening voor de inwoners van Assen.
Met de oprichting van het warmtebedrijf kan de gemeente nu ook de aanvraag indienen voor de Warmtenet Investeringssubsidie (WIS). Deze subsidie wordt naar verwachting in april 2026 toegekend. Als alles volgens planning verloopt, kan begin 2027 worden gestart met de aanleg van het warmtenet en het aansluiten van de eerste woningen in Lariks.
De ondertekening van de oprichtingsakte is daarmee een belangrijke stap richting de realisatie van het warmtenet in de Lariks en een nieuwe mijlpaal in de energietransitie van Assen.
vrijdag 17 oktober 2025
Nederlanders willen verduurzamen, maar weten niet waar ze verstandig aan doen
Bijna 3 op de 4 Nederlanders vindt de energietransitie (zeer) belangrijk, maar veel huishoudens weten niet welke keuzes verstandig zijn. Uit het eerste ANWB Energiedashboard, dat vandaag is gepubliceerd, blijkt dat het snel veranderende energielandschap verwarrend is. Hoewel de wil om te verduurzamen er is, bestaat er een kloof tussen wat er op Nederlanders afkomt en het huidige gedrag van huishoudens. Het gevolg: een grote groep wacht af en 45% vreest negatieve financiële gevolgen.
De energiemarkt staat op een keerpunt. Het elektriciteitsnet piept en kraakt onder de druk van de energietransitie, terwijl zon en wind steeds vaker het ritme en de prijs bepalen. De gevolgen zijn zichtbaar: sterk fluctuerende elektriciteitsprijzen en toenemende netcongestie. Hoe we hiermee omgaan, wordt steeds bepalender voor de hoogte van de energierekening. Dit vraagt om slimme keuzes en ander gedrag van huishoudens om de energierekening betaalbaar te houden en te profiteren van de voordelen van de energietransitie.
Veel Nederlanders maken zich zorgen over stijgende energiekosten. Deze zorgen over betaalbaarheid leven breed: niet alleen onder huishoudens met een minimum of beneden modaal inkomen, maar ook bij bijna de helft van de modale inkomensgroep. Geld blijkt zowel de grootste stimulans als de grootste belemmering in de energietransitie. Vooral mensen met een lager inkomen of een huurwoning voelen zich buitengesloten van duurzame oplossingen, terwijl juist zij het meest geraakt worden door hogere energiekosten.
Veel Nederlanders willen wel verduurzamen, maar weten niet goed waar ze verstandig aan doen. Voor ruim 2 op de 5 is het verlagen van de energiekosten de belangrijkste reden om mee te gaan in de energietransitie. Toch blijft actie vaak uit, zelfs als geld geen probleem is. Gebrek aan kennis en het idee dat verduurzamen ingewikkeld is, vormen grote drempels. Van de mensen die niet verduurzamen, zegt 22% dat ze er simpelweg het geld niet voor hebben. Vooral huurders en mensen met een lager inkomen voelen zich buitengesloten van duurzame opties zoals zonnepanelen.
Veel huishoudens besparen al, maar er is nog veel winst te behalen. 1 op de 5 Nederlanders heeft een variabel contract zonder dat ze dat weten. Dat zorgt doorgaans voor een hogere energierekening. Voor deze groep kan een overstap naar een ander contract direct zorgen voor een lagere energierekening en meer zekerheid.
Uit het onderzoek komen drie opties naar voren om meer grip te krijgen op energiekosten: minder energie verbruiken, energieverbruik verplaatsen naar een ander moment en het zelf opwekken en opslaan van energie. Nederlanders kiezen vooral voor:
Minder energie verbruiken: 64% doet dit al, bijvoorbeeld via isolatie, korter douchen of overstappen op efficiëntere technologie zoals elektrisch rijden. Nog niet alle woningen zijn optimaal geïsoleerd, een kwart van de woningen heeft namelijk energielabel D of lager.
Verbruik verplaatsen: 34% gebruikt stroom op goedkopere momenten, zoals bij nachtstroom of via een dynamisch contract.
Zelf opwekken: 33% van de huishoudens wekt zelf energie op, meestal met zonnepanelen. Nederland was jarenlang koploper, maar de groei vlakt af.
ANWB biedt huishoudens concrete hulp bij energietransitie
De energiemarkt staat op een keerpunt. Het elektriciteitsnet piept en kraakt onder de druk van de energietransitie, terwijl zon en wind steeds vaker het ritme en de prijs bepalen. De gevolgen zijn zichtbaar: sterk fluctuerende elektriciteitsprijzen en toenemende netcongestie. Hoe we hiermee omgaan, wordt steeds bepalender voor de hoogte van de energierekening. Dit vraagt om slimme keuzes en ander gedrag van huishoudens om de energierekening betaalbaar te houden en te profiteren van de voordelen van de energietransitie.
Veel Nederlanders maken zich zorgen over stijgende energiekosten. Deze zorgen over betaalbaarheid leven breed: niet alleen onder huishoudens met een minimum of beneden modaal inkomen, maar ook bij bijna de helft van de modale inkomensgroep. Geld blijkt zowel de grootste stimulans als de grootste belemmering in de energietransitie. Vooral mensen met een lager inkomen of een huurwoning voelen zich buitengesloten van duurzame oplossingen, terwijl juist zij het meest geraakt worden door hogere energiekosten.
Veel Nederlanders willen wel verduurzamen, maar weten niet goed waar ze verstandig aan doen. Voor ruim 2 op de 5 is het verlagen van de energiekosten de belangrijkste reden om mee te gaan in de energietransitie. Toch blijft actie vaak uit, zelfs als geld geen probleem is. Gebrek aan kennis en het idee dat verduurzamen ingewikkeld is, vormen grote drempels. Van de mensen die niet verduurzamen, zegt 22% dat ze er simpelweg het geld niet voor hebben. Vooral huurders en mensen met een lager inkomen voelen zich buitengesloten van duurzame opties zoals zonnepanelen.
Veel huishoudens besparen al, maar er is nog veel winst te behalen. 1 op de 5 Nederlanders heeft een variabel contract zonder dat ze dat weten. Dat zorgt doorgaans voor een hogere energierekening. Voor deze groep kan een overstap naar een ander contract direct zorgen voor een lagere energierekening en meer zekerheid.
Uit het onderzoek komen drie opties naar voren om meer grip te krijgen op energiekosten: minder energie verbruiken, energieverbruik verplaatsen naar een ander moment en het zelf opwekken en opslaan van energie. Nederlanders kiezen vooral voor:
Minder energie verbruiken: 64% doet dit al, bijvoorbeeld via isolatie, korter douchen of overstappen op efficiëntere technologie zoals elektrisch rijden. Nog niet alle woningen zijn optimaal geïsoleerd, een kwart van de woningen heeft namelijk energielabel D of lager.
Verbruik verplaatsen: 34% gebruikt stroom op goedkopere momenten, zoals bij nachtstroom of via een dynamisch contract.
Zelf opwekken: 33% van de huishoudens wekt zelf energie op, meestal met zonnepanelen. Nederland was jarenlang koploper, maar de groei vlakt af.
ANWB biedt huishoudens concrete hulp bij energietransitie
Podcast: 'Risico nemen op stroomnet voorkomt miljardenschade door netcongestie'
De problemen op het stroomnet zijn nog groter dan gedacht. In een Kamerbrief waarschuwt demissionair minister Hermans dat steeds meer
bedrijven moeten wachten op een aansluiting op het stroomnet.
In de podcast Verstand van vandaag spreekt Bram Straten, Windkracht 5, met Frank Boer over de risico’s die netbeheerders moeten durven nemen om de ruimte op het stroomnet beter te benutten.
Verstand van vandaag, de podcast van ANP Expert Support, biedt verdieping bij het nieuws door experts. ANP Expert Support staat los van de ANP-redactie.
Groene energie: Luminus en Google slaan de handen in elkaar met een derde Corporate Power Purchase Agreement
Luminus zal Google voor zijn activiteiten in België voorzien van groene stroom uit vier nieuw gebouwde windmolenparken, met een totale capaciteit van 38,6 MW. De overeenkomst omvat de aankoop en levering van koolstofarme elektriciteit gedurende een periode van 20 jaar, met een geschatte totale productie van meer dan 1800 GWh. Dit is de derde CPPA (Corporate Power Purchase Agreement) die tussen de twee bedrijven in België wordt ondertekend. De levering van elektriciteit zal starten wanneer de projecten operationeel zijn, uiterlijk in 2027.
Met deze CPPA zetten de twee bedrijven een nieuwe stap voorwaarts in de energietransitie. Luminus zal Google voorzien van koolstofvrije energie uit veertien nieuwe windturbines verspreid over vier nieuwe parken, samen met de bijbehorende garanties van oorsprong.
Twee van deze vier windparken zullen in samenwerking worden ontwikkeld: één met Demainvest en één met Activent Wallonie, die de investering zullen ondersteunen. Luminus is verantwoordelijk voor de bouw en exploitatie van de projecten.
Luminus schat dat deze CPPA jaarlijks bijna 13.000 ton CO2-uitstoot zal vermijden, of meer dan 260.000 ton over de looptijd van het contract, wat overeenkomt met de CO2-uitstoot van het jaarlijkse gas- en elektriciteitsverbruik van meer dan 69.000 huishoudens. De projecten zullen tussen 2025 en 2027 in gebruik worden genomen.
Deze overeenkomst draagt bij tot de vermindering van de CO2-uitstoot op lange termijn en sluit volledig aan bij de doelstelling van beide bedrijven om hun activiteiten koolstofarm te maken. De ontwikkeling van windenergie ten behoeve van industriële spelers maakt het mogelijk hun concurrentievermogen te vergroten en tegelijkertijd hun CO2-uitstoot drastisch te verminderen.
Met deze CPPA zetten de twee bedrijven een nieuwe stap voorwaarts in de energietransitie. Luminus zal Google voorzien van koolstofvrije energie uit veertien nieuwe windturbines verspreid over vier nieuwe parken, samen met de bijbehorende garanties van oorsprong.
Twee van deze vier windparken zullen in samenwerking worden ontwikkeld: één met Demainvest en één met Activent Wallonie, die de investering zullen ondersteunen. Luminus is verantwoordelijk voor de bouw en exploitatie van de projecten.
Luminus schat dat deze CPPA jaarlijks bijna 13.000 ton CO2-uitstoot zal vermijden, of meer dan 260.000 ton over de looptijd van het contract, wat overeenkomt met de CO2-uitstoot van het jaarlijkse gas- en elektriciteitsverbruik van meer dan 69.000 huishoudens. De projecten zullen tussen 2025 en 2027 in gebruik worden genomen.
Deze overeenkomst draagt bij tot de vermindering van de CO2-uitstoot op lange termijn en sluit volledig aan bij de doelstelling van beide bedrijven om hun activiteiten koolstofarm te maken. De ontwikkeling van windenergie ten behoeve van industriële spelers maakt het mogelijk hun concurrentievermogen te vergroten en tegelijkertijd hun CO2-uitstoot drastisch te verminderen.
donderdag 16 oktober 2025
EGO Warmtepomp introduceert gasvrij wonen zonder buitenunit
Emile Schmitt en Patrick van Buuren hebben de EGO warmtepomp gelanceerd, een Nederlandse technologie die woningen gasvrij maakt zonder de noodzaak van een buitenunit. Deze ontwikkeling, in samenwerking met VDL, biedt een alternatief voor de traditionele CV-ketel.
De EGO warmtepomp is volledig elektrisch en gasloos, en levert zowel verwarming als warm water met een aanvoertemperatuur tot 75 °C. Dit maakt het systeem geschikt voor bestaande radiatoren en vloerverwarming. Het compacte en modulaire ontwerp zorgt ervoor dat de installatie binnen één dag kan worden voltooid. Met boosters tot 13,1 kW vermogen biedt de EGO warmtepomp verwarming, zelfs bij piekbelasting.
Drie jaar geleden ontmoetten Emile en Patrick elkaar met de missie om een alternatief te bieden voor de gasgestookte CV-ketel. Emile geeft aan dat veel gezinnen geen betaalbare en transparante opties hadden. Patrick stelt dat hun doel is om gasvrij wonen toegankelijk te maken zonder concessies aan comfort.
Een kenmerk van de EGO warmtepomp is de geïntegreerde thermische batterij. Deze batterij, met energielabel A, slaat energie op in een gesloten buffertank en levert deze via warmtewisselaars aan het CV-systeem en het tapwater. Dit zorgt voor een schoon CV-circuit en maakt het mogelijk om warmte op te slaan wanneer stroom goedkoop of zelf opgewekt is. Hierdoor functioneert de EGO als een 'warmtebatterij' voor het hele huis.
Met een dynamisch energiecontract wordt de EGO warmtepomp efficiënter. 's Nachts, wanneer de stroom het goedkoopst is, laadt de warmtepomp de buffertank op. Overdag wordt de opgeslagen warmte gebruikt voor verwarming en warm water, wat resulteert in besparingen en duurzaam energiegebruik zonder verlies van comfort.
De EGO warmtepomp maakt gebruik van het natuurlijke koudemiddel R290 en behaalt een COP van 4,6, zoals getest door TÜV. Dit kan leiden tot een besparing op de energierekening. Het systeem is bovendien Smart Grid- en PV-ready, waardoor huishoudens kunnen profiteren van zonnepanelen en dynamische stroomprijzen.
De EGO warmtepomp is geschikt voor renovatieprojecten en binnenstedelijke bouw, waar een buitenunit vaak niet is toegestaan. Dankzij de ISDE-subsidie wordt de overstap financieel aantrekkelijk. Het systeem is geschikt voor rijtjeswoningen en appartementen tot ongeveer 125m2, maar kan door de cascade-opstelling ook in grotere woningen worden toegepast.
De EGO warmtepomp is volledig elektrisch en gasloos, en levert zowel verwarming als warm water met een aanvoertemperatuur tot 75 °C. Dit maakt het systeem geschikt voor bestaande radiatoren en vloerverwarming. Het compacte en modulaire ontwerp zorgt ervoor dat de installatie binnen één dag kan worden voltooid. Met boosters tot 13,1 kW vermogen biedt de EGO warmtepomp verwarming, zelfs bij piekbelasting.
Drie jaar geleden ontmoetten Emile en Patrick elkaar met de missie om een alternatief te bieden voor de gasgestookte CV-ketel. Emile geeft aan dat veel gezinnen geen betaalbare en transparante opties hadden. Patrick stelt dat hun doel is om gasvrij wonen toegankelijk te maken zonder concessies aan comfort.
Een kenmerk van de EGO warmtepomp is de geïntegreerde thermische batterij. Deze batterij, met energielabel A, slaat energie op in een gesloten buffertank en levert deze via warmtewisselaars aan het CV-systeem en het tapwater. Dit zorgt voor een schoon CV-circuit en maakt het mogelijk om warmte op te slaan wanneer stroom goedkoop of zelf opgewekt is. Hierdoor functioneert de EGO als een 'warmtebatterij' voor het hele huis.
Met een dynamisch energiecontract wordt de EGO warmtepomp efficiënter. 's Nachts, wanneer de stroom het goedkoopst is, laadt de warmtepomp de buffertank op. Overdag wordt de opgeslagen warmte gebruikt voor verwarming en warm water, wat resulteert in besparingen en duurzaam energiegebruik zonder verlies van comfort.
De EGO warmtepomp maakt gebruik van het natuurlijke koudemiddel R290 en behaalt een COP van 4,6, zoals getest door TÜV. Dit kan leiden tot een besparing op de energierekening. Het systeem is bovendien Smart Grid- en PV-ready, waardoor huishoudens kunnen profiteren van zonnepanelen en dynamische stroomprijzen.
De EGO warmtepomp is geschikt voor renovatieprojecten en binnenstedelijke bouw, waar een buitenunit vaak niet is toegestaan. Dankzij de ISDE-subsidie wordt de overstap financieel aantrekkelijk. Het systeem is geschikt voor rijtjeswoningen en appartementen tot ongeveer 125m2, maar kan door de cascade-opstelling ook in grotere woningen worden toegepast.































