Pagina's
woensdag 6 augustus 2025
Nieuw elektriciteitsstation in Zoeterwoude maakt verdere verduurzaming in de regio mogelijk
Het nieuwe elektriciteitsstation is gevestigd op het terrein van Heineken Brouwerij in Zoeterwoude. Het nieuwe station heeft meer capaciteit dan het oude station dat sterk verouderd was en waar uitbreiding niet meer mogelijk was. Het nieuwe station heeft nu een vermogen van 54 MVA dat verder groeit naar 80 MVA als de verbinding met het nieuw te bouwen station van TenneT en Liander in de Barrepolder is gerealiseerd.
Bedrijven, inwoners en maatschappelijk instellingen nemen steeds meer elektriciteit af vanwege verduurzaming. Door de toename van de vraag naar elektriciteit raakt het elektriciteitsnet steeds voller. Om de vraag naar elektriciteit in de toekomst aan te kunnen moet het elektriciteitsnet verzwaard worden. Dat gebeurt in Zoeterwoude met het nieuwe 50/10Kv elektriciteitsstation. De gemeente en Liander zijn blij dat Heineken bereid was haar terrein te laten gebruiken voor het nieuwe 50/10Kv elektriciteitsstation. “In deze tijd van netcongestie is samenwerking belangrijker dan ooit,” zegt Monique Hoogwijk, regiomanager bij Liander. “Door tijdig aan tafel te zitten met partijen zoals Heineken, kunnen we samen plannen maken die ruimte bieden voor verduurzaming én economische groei.”
Heineken is ook een van de bedrijven die profiteert van de verbeterde capaciteit van het nieuwe elektriciteitsstation, wat de brouwer in staat stelt om verder te kunnen elektrificeren. Heineken elektrificeert bijvoorbeeld de processen met e-boiler en een warmtepomp. Daarnaast heeft het bedrijf eigen opwek met behulp van zonnepanelen en windturbines die op eigen terrein staan.
Met de komst van het 50/10Kv elektriciteitsstation ontstaat er in de toekomst ook meer ruimte voor de duurzaamheidsambities van de gemeente. Mooie voorbeelden zijn het verder elektrificeren van auto’s en het ontwikkelen van een energie-hub op de Grote Polder. Ook kunnen hierdoor in de toekomst circa 1200 duurzame woningen worden aangesloten en kan opwek van energie met zon op dak verder toenemen.
Met dit station zijn de problemen met schaarste nog niet volledig opgelost. Vanwege de schaarste op het hoogspanningsnet hanteren de netbeheerders nog in heel Zuid- Holland een wachtrij. Om toekomstige ontwikkelingen in de regio van stroom te kunnen blijven voorzien moet het netwerk van Liander en TenneT verder versterkt worden. Eén van de noodzakelijke oplossingen is een nog te bouwen nieuw 150/50 kV-station in Hazerswoude-Rijndijk. Met ondergrondse kabelverbindingen wordt het kleinere 50/10Kv elektriciteitsstation in Zoeterwoude daar op aangesloten. Naar verwachting gebeurt dat rond 2030.
Energieleveranciers informeren klanten beter over opzegvergoedingen na onderzoek ACM
Vijf energieleveranciers (Greenchoice, Essent, Clean Energy, Innova Energie en Mega Energie) hebben goed meegewerkt aan het onderzoek van de ACM en hebben direct toegezegd maatregelen te nemen om fouten te voorkomen. De bedrijven gaan klanten beter informeren over opzegvergoedingen. Leveranciers die onterecht opzegvergoedingen hebben geïncasseerd hebben dit terugbetaald. De ACM zet het onderzoek bij de ene andere leverancier voort en zal als dat nodig is handhavend optreden tegen dit bedrijf.
Consumenten die een vast contract voor levering van gas en/of elektriciteit vóór het einde van de looptijd opzeggen moeten vaak een opzegvergoeding betalen aan de leverancier. In de zomer van 2023 zijn de regels voor opzegvergoedingen aangepast. De opzegvergoeding is gelijk aan de kosten die de leverancier door de opzegging maakt. Als een klant een vast energiecontract opzegt, moet de leverancier direct laten weten of de klant een opzegvergoeding moet betalen. Hierbij moet de leverancier ook een inschatting maken van de hoogte van de opzegvergoeding. Het is belangrijk dat energieleveranciers hun klanten hier zo snel mogelijk over informeren, zodat een klant de overstap naar een andere leverancier nog ongedaan kan maken als de klant zich bedenkt.
Uit het onderzoek blijkt dat leveranciers klanten die overstappen niet altijd juist en op tijd informeren over de opzegvergoeding. Daarnaast brengen zij soms een opzegvergoeding in rekening als dat niet mag. Ook zijn niet alle leveranciers voldoende duidelijk over de voorwaarden voor de opzegvergoeding. De ACM heeft de uitkomsten van het onderzoek met de energieleveranciers gedeeld. Vijf energieleveranciers (Greenchoice, Essent, Clean Energy, Innova Energie en Mega Energie) hebben daarop direct maatregelen genomen om de fouten te herstellen en nieuwe fouten te voorkomen. Leveranciers die onterecht opzegvergoedingen hebben geïncasseerd, hebben dat ook terugbetaald. Dit ging in totaal om een bedrag van ca. €230.000. Het onderzoek is bij deze leveranciers daarmee afgerond. Bij de ene andere leverancier zet de ACM het onderzoek voort. Als het nodig is zal de ACM handhavend optreden tegen dit bedrijf. Dan zal de ACM de naam van het bedrijf ook bekend maken.
Om leveranciers meer handvatten te bieden voor naleving van de regels, heeft de ACM alle energieleveranciers een handreiking gestuurd. Consumenten kunnen voor een uitleg van de regels terecht op de website van ACM ConsuWijzer, het consumentenloket van de ACM. Op ACM ConsuWijzer staat ook een voorbeeldbrief die mensen kunnen gebruiken als hun leverancier zich niet aan de regels houdt.
dinsdag 5 augustus 2025
Grootste deel zonnepanelen ligt bij bedrijven
In 2023 werd er ongeveer evenveel vermogen bij woningen en bedrijven bijgeplaatst. In 2024 is 70 procent van het nieuwe paneelvermogen bij bedrijven te vinden en zo’n 30 procent bij woningen. Van het totale paneelvermogen aan het einde van 2024 lag bijna 60 procent bij bedrijven, de rest lag bij woningen. Het opgestelde vermogen van zonnepanelen steeg tot 28,6 gigawattpiek.
Een zonnestroominstallatie bestaat uit twee onderdelen: de zonnepanelen en een omvormer. Aan het einde van 2024 was het totale opgestelde omvormervermogen 25,6 gigawatt. Het totaal omvormervermogen is dus lager dan het vermogen van de zonnepanelen. Mede hierdoor is de opgewekte hoeveelheid zonnestroom lager dan het paneelvermogen.
Behalve het omvormervermogen kunnen ook andere omstandigheden het opwekken van stroom beperken, zoals de oriëntatie van de panelen, de zoninstraling in een jaar of schaduw. Tot vorig jaar publiceerde het CBS alleen over het vermogen van de panelen, maar nu zijn er ook cijfers beschikbaar over het omvormervermogen.
Van het totale omvormervermogen lag aan het einde van 2024 bijna 58 procent bij bedrijven, de rest lag bij woningen. Dit komt doordat bij installaties van bedrijven het omvormervermogen gemiddeld 87 procent van het paneelvermogen is, terwijl dat bij woningen 93 procent is.
Van alle gemeenten in Nederland heeft meer dan 9 op de 10 een gemiddeld paneelvermogen per woning dat hoger is dan één kilowattpiek, en zelfs bijna 4 op de 10 gemeenten komen gemiddeld boven de twee kilowattpiek per woning. De gemeente met het hoogste gemiddelde paneelvermogen per woning is Rozendaal, met iets meer dan 2,8 kilowattpiek paneelvermogen per woning. Ook de gemeenten Boekel en Someren komen uit rond de 2,8 kilowattpiek.
Eneco en EP NL investeren in 200 MWh batterijopslagproject bij Enecogen in de Rotterdamse haven
Batterijopslag maakt het mogelijk om elektriciteit op te slaan als er meer elektriciteit beschikbaar is dan er vraag is, bijvoorbeeld als er veel zonne- en windenergie wordt opgewekt. Die opgeslagen stroom kan juist terug worden geleverd als er meer vraag is dan er groene stroom beschikbaar is. Zo zorgen batterijen ervoor dat de productie van groene stroom minder vaak beperkt wordt. Daarnaast worden prijspieken op deze manier afgevlakt en kan de batterij worden ingezet om netcongestie te verminderen.
Het onderhoud en de operationele werkzaamheden worden verzorgd door Enecogen. De aansturing van de batterij gebeurt door de handelsafdelingen van EP NL en van Eneco.
Batterijen zijn onmisbaar voor de energietransitie. Toch loopt de ontwikkeling van batterijprojecten in Nederland achter ten opzichte van het buitenland. Dat komt omdat batterijen in Nederland voor het afnemen van stroom van het net moeten betalen. De batterij bij de Enecogen-centrale heeft het voordeel dat gebruik kan worden gemaakt van de bestaande aansluiting op het net, maar vaak zijn die netkosten de bottleneck bij het rendabel maken van een batterijproject. De mogelijkheid om een tijdsduurafhankelijk transportcontract af te sluiten en zo korting te krijgen op het nettarief is belangrijk, maar niet voldoende om de Nederlandse achterstand op batterijengebied in te lopen. Nederland zou daarom een vrijstelling van het nettarief voor batterijen moeten toepassen net zoals in Duitsland en België.
Batterijen leveren vooral kortetermijnflexibiliteit, maar zijn niet de enige schakel in een toekomstbestendig elektriciteitssysteem. Ook langetermijnflexibiliteit is nodig. Door de sterke toename van zonne- en windstroom draaien regelbare centrales steeds minder vaak en is investeren daarin steeds moeilijker. Maar ze blijven nodig voor momenten waarop er weinig zon en wind beschikbaar is. Daarom is een capaciteitsmechanisme nodig om deze lange-termijn flexibiliteit in onze stroomvoorziening veilig te stellen. Beide sporen versterken elkaar en zijn nodig voor een stabiele energievoorziening.
Warmte uit de sloot: Soest geeft het goede voorbeeld
De bewoners laten, samen met de energiecoöperatie Soester Energie, zien hoe je op een slimme en duurzame manier kunt verwarmen. Het project is een voorbeeld voor andere buurten en dorpen die ook aan de slag willen met duurzame warmte.
Om in 2050 helemaal te stoppen met aardgas, moeten we onze huizen anders gaan verwarmen. Dat gebeurt al op verschillende manieren. Nieuwe huizen worden sinds 2018 zonder gasaansluiting gebouwd. En in veel bestaande huizen is inmiddels een warmtepomp geplaatst. Daarnaast willen wij als provincie dat er meer warmtenetten komen. Een warmtenet is een systeem waarbij meerdere huizen via buizen warmte krijgen van één centrale bron.
Er zijn verschillende soorten bronnen. Bijvoorbeeld restwarmte van een fabriek in de buurt of datacenter. Maar ook duurzame warmte uit de bodem of uit water. Soms is er een warmtepomp die voor de hele buurt het water warm genoeg maakt om een huis direct te verwarmen. In andere gevallen, heeft elk aangesloten huis een eigen warmtepomp om het water op de gewenste temperatuur te krijgen. Het voordeel is dat deze water-water warmtepompen beter werken dan de gebruikelijke lucht-water warmtepompen. Die halen warmte uit de buitenlucht en geven deze door aan het water in huis. Hierdoor verbruiken ze minder stroom en maken ze ook minder geluid.
Eén voorwaarde om warmte te winnen uit water: je moet dat water wel dichtbij je huis hebben. En dat is het geval in de Soester wijk Overhees. “We zijn gestart met een test bij de kinderboerderij de Veenweide”, vertelt Jessica Doorn, vicevoorzitter van de energiecoöperatie Soester Energie. “Deze ligt aan een vijver, waarin we een kleine warmtewisselaar hebben geplaatst die verbonden is aan de warmtepomp in het gebouw er vlakbij.”
maandag 4 augustus 2025
Greener Power Solutions benoemt Jasper van den Driest als nieuwe CEO
Van den Driest brengt meer dan vijftien jaar ervaring als CEO mee in de energie-, technologie- en logistieke sectoren. Hij komt over van de Nederlandse energieleverancier Vandebron, die 240.000 huishoudens bedient, en heeft eerder bedrijven als Guidion en Ancra Systems geleid tijdens periodes van professionalisering en internationale groei.
De leiderschapswissel vindt plaats op een belangrijk moment, nu het bedrijf een nieuwe fase van internationale groei en professionalisering ingaat. Van den Driest bouwt voort op het sterke fundament en de snelle ontwikkeling van de afgelopen jaren. Onder leiding van oprichters Akkerman en Castelein groeide Greener hard: de vloot mobiele batterijen steeg van 40 in 2022 naar 185, en zal eind dit jaar de 250 bereiken. Het team groeide van 20 naar 65 medewerkers en is tegenwoordig, naast Nederland en het Verenigd Koninkrijk, ook actief in Spanje, Frankrijk en Zweden.
De groei van Greener wordt gedreven door de toenemende vraag naar schonere, flexibele en kostenefficiënte alternatieven voor dieselgeneratoren. Het bedrijf biedt turnkey-levering, full-service ondersteuning en 24/7 monitoring via eigen software. De software biedt realtime inzicht en geoptimaliseerde controle over energieopwek en -verbruik. Goed voor lagere kosten en beter voor het milieu door minder uitstoot. Greener heeft hiermee al ruim dertig miljoen kilogram CO2 bespaard en speelt daarmee een sleutelrol in de transitie naar een emissievrij Europa.
Nederland dreigt voorlopersrol waterstof te verliezen
De hernieuwbare energie richtlijn (REDIII) verplicht lidstaten om in 2030 42% van het waterstofgebruik dat onder de verplichting valt te vervangen door hernieuwbare waterstof (RFNBO). Nederland kiest, als een van de weinige lidstaten, voor een verplichting op bedrijfsniveau. De grens ligt bij bedrijven die minimaal 0,1 kton waterstof per jaar gebruiken. Uit onderzoek door TNO blijkt dat dit 36 bedrijven betreft. De verplichting start op 1 januari 2027 (0,2%) en loopt op tot 4% in 2030 en 9,9% in 2035. Flexibiliteitsmechanismen zoals doorschuiven en sparen worden verruimd (t.o.v. het geconsulteerde wetsvoorstel) en blijven ook na 2030 van kracht. De wet wordt begin 2026 aan de Tweede Kamer aangeboden, met tweejaarlijkse evaluaties en een algemene evaluatie na vijf jaar.
Het kabinet houdt vast aan een vrijstelling van 60% voor ammoniakproductie, ondanks een motie van André Flach (SGP) om deze sector volledig uit te zonderen. Volgens Hermans ontbreekt de juridische grondslag voor een volledige vrijstelling voor ammoniakproductie in de REDIII.
RFNBO-waterstofgebruik boven het verplichte percentage wordt gestimuleerd met een subsidieregeling. Onderzoeksbureau Trinomics heeft i.o.v. KGG vijf varianten van een subsidieregeling onderzocht. KGG heeft gekozen voor een tendersysteem waarbij bedrijven HWI’s (hernieuwbare waterstofeenheden) genereren door RFNBO-waterstof te gebruiken. De HWI’s kunnen vervolgens verkocht worden aan de overheid. KGG is in gesprek met de Europese Commissie over de compatibiliteit van de subsidieregeling met de staatsteunregels. Het beschikbare budget bedraagt €662,3 miljoen. Na de zomer volgt een consultatie over de subsidie.
vrijdag 1 augustus 2025
Terugleverkosten zonnepanelen stijgen wederom: in vier maanden tijd met 10%
Energieleveranciers rekenen steeds vaker extra kosten voor stroom die terug het net op gaan. Die terugleverkosten zijn inmiddels een vast onderdeel van de energierekening voor huishoudens met zonnepanelen. In augustus 2025 liggen de gemiddelde kosten een stuk hoger dan in maart van dit jaar. Dat is pas vier maanden geleden. Eerder concludeerde Overstappen.nl al een stijging van 44% in een jaar tijd. Toen werd maart 2024 vergeleken met maart dit jaar.
Vooral kleine en middelgrote huishoudens voelen deze stijging in hun portemonnee. Heb je 17 zonnepanelen, dan stijgen de kosten minder hard, maar het totaalbedrag blijft hoog. Huishoudens met een klein aantal panelen voelen de stijging het hardste. In sommige gevallen lopen de kosten voor teruglevering zelfs op tot 1.000 euro per jaar.
Coolblue Energie springt eruit: zij rekenen een opvallend hoog bedrag van 1097,86 euro per jaar (verwerkt via de vaste leveringskosten van stroom) voor iedereen met zonnepanelen, ongeacht het aantal panelen. Zij rekenen formeel geen terugleverkosten, maar rekenen wel 984 euro meer aan vastrecht voor alle klanten die zonnepanelen hebben. Dat bedrag is een stuk hoger dan voor klanten zonder zonnepanelen (€113,84).
Daartegenover staan leveranciers zoals Energiedirect, ENGIE en Essent, die hun tarieven gelijk hebben gehouden. Eneco en Oxxio hebben hun terugleverkosten als enige leveranciers verlaagd. Het verschil tussen aanbieders wordt dus steeds groter, en het vergelijken van energiecontracten voor klanten met zonnepanelen is daarmee belangrijker dan ooit.
Werkverantwoordelijken sneller inzetbaar door efficiënter opleidingstraject van Liander
Een aanwijzing is vergelijkbaar met een rijbewijs: een schriftelijke bevoegdheid waarmee een medewerker bepaalde werkzaamheden aan het elektriciteitsnet mag uitvoeren. Volgens de BEI (Bedrijfsvoering Elektrische Installaties), een landelijke richtlijn van Netbeheer Nederland, mogen alleen deskundige én bevoegde technici werkzaamheden aan of nabij elektrische installaties uitvoeren. Dit geldt voor zowel interne Liander-medewerkers als voor monteurs en werkverantwoordelijken (WV’en) van aannemers.
Deze nieuwe aanwijzing, MS Nieuwbouw, is specifiek ontwikkeld voor werkzaamheden binnen nieuwbouwprojecten en netverzwaringen in de productiestraat middenspanning (MS).
De bestaande aanwijzingen voor middenspanningsinstallaties, zoals de MS Distributie-aanwijzing, zijn breed van opzet. De nieuwe MS Nieuwbouw-aanwijzing is specifiek ontwikkeld voor werkzaamheden binnen nieuwbouwprojecten en netverzwaringen in de productiestraat middenspanning (MS). Hierdoor kunnen werkverantwoordelijken efficiënter worden opgeleid, omdat de focus ligt op een duidelijk afgebakend werkpakket. Het verkort de opleidingsduur met één jaar.
In plaats van 13 VeiligheidsWerkInstructies (VWI’s), bevat de nieuwe aanwijzing er 10. Ook wordt de opleiding gericht op 6 specifieke installaties, waar dit er bij MS Distributie meer dan 17 zijn. Deze focus maakt de opleiding compacter en concreter. De aanwijzing is op dit moment alleen geldig binnen het Liander-netgebied, maar dit wordt in de toekomst mogelijk een landelijke standaard.
Warmtenetten nu voor veel corporatiehuurders te duur, kosten verlagen kan door meer koopwoningen aan te sluiten
Nu vallen de vaste kosten van deze warmtevoorziening relatief hoger uit dan bij een cv-ketel op aardgas, wat botst met de kerntaak van corporaties om betaalbare woningen te bieden. De gebruikerskosten van een warmtenet verlagen kan door het aantal aansluitingen op een warmtenet te verhogen. Dit kan onder andere door te stimuleren dat meer woningeigenaren en VvE’s overstappen op een warmtenet, aldus ING in een nieuw rapport.
De trage uitrol van warmtenetten komt deels door het beperkte draagvlak in de corporatiesector. Voor huurders van corporaties vallen de kosten van aansluiting op een warmtenet doorgaans hoger uit dan een cv-ketel1, omdat de vaste kosten van warmte relatief hoog uitvallen. Dit botst met de taak van corporaties om betaalbare woningen te bieden. Gezien het doel van 100% aardgasvrije woningen in 2050 is uitstel echter geen structurele oplossing; cv-ketels worden door toekomstig beleid2 duurder en warmtenetten zijn voor een deel van de corporatiewoningen technisch en economisch een zeer geschikt alternatief voor aardgas.
De gebouwde omgeving verduurzamen kan op veel manieren. Warmtepompen op duurzame stroom zijn aantrekkelijk, vooral voor goed geïsoleerde woningen. Maar de overstap naar een elektrische warmtepomp is voor slecht geïsoleerde woningen relatief duur, terwijl woningen in binnensteden tegen netcongestie en ruimtegebrek aanlopen. Corporatiewoningen zijn vaak kleiner en gestapeld3, waardoor de ruimte voor warmtepompen soms beperkt is. Daarom moet er in de warmtetransitie meer aandacht komen voor duurzame moleculen zoals waterstof, biogas en duurzame warmte. Waterstof zet je echter liever in voor het maken van duurzaam plastic en staal - industriële toepassingen - in plaats van voor het verwarmen van huizen. En het gebruik van biogas kan nog groeien, maar niet al het aardgas vervangen. Warmtenetten zijn daarom cruciaal om de gebouwde omgeving te verduurzamen, vooral in stedelijk gebied.
Corporaties zijn ideale partners voor warmtebedrijven om warmtenetten uit te breiden. Ze kunnen veel woningen tegelijk aansluiten, wat de financiële risico’s4 voor warmtebedrijven verlaagt. Bovendien bezitten corporaties veel woningen in dichtbebouwde gebieden, waar de aanleg van warmtenetten relatief goedkoper is.