Pagina's
maandag 31 maart 2025
Gasunie investeert tot en met 2030 circa 12 miljard euro, waarvan twee derde voor infrastructuur voor duurzame gassen
Afgelopen jaar steeg het aandeel van groene projecten in de investeringsuitgaven van 20% naar 45 procent. Dankzij al deze investeringen houden industrieën en huishoudens perspectief om te kunnen verduurzamen en blijft het doel om voor 2050 klimaatneutraal te worden in zicht.
Gasunie wil er alles aan doen om belangrijke industrieën voor Nederland te behouden. Via CCS kan de industrie de CO2-uitstoot in 2030 halveren. Daarnaast wil Gasunie zo snel mogelijk de infrastructuur voor waterstof aanleggen en stimuleert de onderneming de invoeding van groen gas in haar pijpleidingen. Ondertussen blijft Gasunie ervoor zorgen dat haar aardgasnetwerk in Nederland en Duitsland optimaal en efficiënt functioneert, zodat we energiezekerheid kunnen blijven bieden.
In 2024 heeft Gasunie veel werk verzet aan haar projecten. De planning van het landelijke waterstofnetwerk is eind vorig jaar geactualiseerd, wat duidelijkheid geeft aan de toekomstige gebruikers: het eerste deel van het waterstofnetwerk in Rotterdam ligt op schema om volgend jaar de eerste waterstof te kunnen vervoeren. De industriële regio’s langs de kust volgen uiterlijk in 2030, de verbindingen met Limburg, Duitsland en België zijn naar verwachting rond 2032 gereed.
Energiezekerheid was ook in 2024 een belangrijk aandachtspunt voor Gasunie. Door aanpassingen aan het netwerk en investeringen in de terminals voor vloeibaar aardgas (LNG) is het wegvallen van Russisch pijpleidinggas en de sluiting van het Groningenveld opgevangen, zonder dat de energiezekerheid in gevaar is geweest. De vulgraad van de Nederlandse bergingen lag ultimo 2024 25 procentpunt lager.
Het Nederlandse gastransportvolume daalde in 2024 met bijna 9 procent vanwege een lage exportvraag. Samen met Vopak werkt Gasunie in Rotterdam en Eemshaven aan de uitbreiding van de importcapaciteit voor LNG. Bij Gate terminal is de bouw van een vierde tank inmiddels gestart. Bij EemsEnergyTerminal hebben marktpartijen aangegeven ook na 2027 behoefte te hebben aan import voor LNG en waterstof en export van CO2. In 2025 neemt Gasunie een besluit over een mogelijke verlenging van EemsEnergyTerminal.
Het onderliggende resultaat na belastingen (het resultaat gecorrigeerd voor regulatoire verrekeningen uit het verleden en verrekeningen naar de toekomst) is in 2024 uitgekomen op 355 miljoen euro, wat € 75 miljoen lager is dan in 2023. De onderliggende omzet ligt met € 1.595 miljoen 174 miljoen lager dan in 2023. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door het feit dat Gasunie sinds eind 2023 nog maar voor de helft aandeelhouder is van EemsEnergyTerminal.
Gerecyclede turbinebladen van Vattenfall op de skipiste
De eerste generatie turbines nadert het einde van hun levensduur. Wereldwijd zullen de komende jaren duizenden turbines buiten gebruik worden gesteld of worden vervangen. Grote delen van deze turbines kunnen worden gerecycled, maar de bladen vormen een flinke uitdaging vanwege hun composietconstructie, die het moeilijk maakt om de materialen te scheiden. In 2030 wil Vattenfall, een leider in duurzame energieoplossingen, honderd procent van zijn windturbinebladen kunnen hergebruiken. Vattenfall heeft al verschillende projecten opgestart om schaalbare oplossingen te vinden. Om het bewustzijn over circulariteit te bevorderen en innovatie te inspireren heeft Vattenfall vorig jaar een afgedankte gondel omgebouwd tot een tiny house.
In 2021 ging Vattenfall een samenwerking aan met het Noorse bedrijf Gjenkraft dat gespecialiseerd is in het terugwinnen van waardevolle materialen uit turbinebladen die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Door hergebruik van deze materialen, zoals glasvezel en koolstofvezel, wordt de hoeveelheid afval verminderd en worden natuurlijke hulpbronnen uitgespaard. De bladen van het buiten bedrijf gestelde Nederlandse windpark Irene Vorrink werden naar Noorwegen gestuurd om daar te worden verwerkt.
Vattenfall sloot zich aan bij de samenwerking tussen Gjenkraft en het Noorse skibedrijf EVI, dat bekendstaat om zijn innovatieve gebruik van gerecyclede materialen. EVI tovert kapotte en versleten ski's om tot nieuwe. Het bedrijf gebruikte koolstofvezels uit afgedankte Vattenfall-bladen om ski's te versterken en zo de duurzaamheid en prestaties te verbeteren.
Almere en Alliander werken samen aan een toekomstbestendig energiesysteem
Een belangrijk uitgangspunt hierbij is netbewust bouwen: door de opwek en het gebruik van energie binnen de wijk in balans te brengen, wordt de belasting op het elektriciteitsnet geminimaliseerd.
Almere heeft de ambitie om in 2050 energieneutraal te zijn en, waar mogelijk, zelfs energieleverend. Deze samenwerking draagt niet alleen bij aan het leveren van andere duurzame energie uit bronnen die beter zijn voor het milieu, maar richt zich ook op de bredere leefbaarheid en zorgt ervoor dat woonwijken minder afhankelijk zijn van het energienet.
Naast technische vraagstukken wordt ook gekeken naar gedragscomponenten zoals het anders omgaan met energie, waardoor bijvoorbeeld het verbruik ervan omlaag gaat. Bovendien helpt het Balanswijk-concept op de korte termijn om woningbouwprojecten toch te kunnen inpassen. Op de langere termijn draagt het bij aan het anders gebruiken van ons energiesysteem. Met de Balanswijk in Almere zetten we hier de eerste concrete stappen voor.
Nu de samenwerkingsovereenkomst is ondertekend, wordt er een werkplan opgesteld met concrete projecten, leervragen en doelen. De opgedane kennis en ervaringen dragen niet alleen bij aan de energietransitie in Almere en Pampus, maar dienen ook als voorbeeld voor andere gebiedsontwikkelingen in Nederland.
ACM: duidelijke keuzes nodig voor de toekomst van elektriciteitssysteem
Het is niet de verwachting dat Nederland binnenkort ‘zonder stroom’ zal komen te zitten, maar het is wel nodig om een maatschappelijk debat te voeren over het gewenste niveau van voorzieningszekerheid. Moet er altijd voldoende elektriciteit beschikbaar zijn om op elk moment van de dag elektrische auto’s op te laden? Vinden we acceptabel dat bedrijven of zelfs huishoudens een paar keer per jaar een uur zonder stroom zitten? En wat zijn we bereid om te betalen om tijdelijke tekorten te voorkomen?
Manon Leijten, bestuurslid van de ACM: 'De grote veranderingen in ons energiesysteem roepen de vraag op welk niveau van voorzieningszekerheid we als samenleving willen, hoe we dat organiseren, en wat we daarvoor willen betalen. De ACM levert met deze notitie een bijdrage aan deze discussie.'
Er zijn verschillende oplossingen mogelijk om de stroomvoorziening betrouwbaar te houden. Een belangrijke rol is weggelegd voor flexibiliteit in het systeem. Dit kan bijvoorbeeld door energieopslag of door met bedrijven die veel stroom gebruiken af te spreken dat zij hun gebruik zullen aanpassen als dat nodig is. Deze flexibiliteit is niet alleen belangrijk voor de voorzieningszekerheid, maar helpt ook bij het oplossen van netcongestie.
Naast het zorgen voor meer flexibiliteit kan Nederland ook kiezen voor een capaciteitsmechanisme waarbij energieproducenten, opslagbedrijven of flexibele afnemers vooraf betaald krijgen om capaciteit beschikbaar te houden. In een aantal andere Europese landen bestaat een dergelijk mechanisme al. Dit geeft meer zekerheid, maar kost ook geld dat uiteindelijk door alle stroomgebruikers moet worden opgebracht. De ACM benadrukt dat een capaciteitsmechanisme voor- en nadelen heeft en daarom zorgvuldig moet worden overwogen.
vrijdag 28 maart 2025
Opening zonnepark Elhorst-Vloedbelt Zenderen
De locatie Elhorst-Vloedbelt kent een bijzondere geschiedenis. Tussen 1994 en 2000 werd hier afval gestort en overgeslagen. Hoewel het terrein nog steeds als stortlocatie geregistreerd staat, heeft de circulaire economie ervoor gezorgd dat er steeds minder afval wordt gestort. Deze plek krijgt nu een tweede leven als energiebron voor de regio.
De overstap naar hernieuwbare energie en circulaire grondstoffen is in volle gang, en Twence speelt hierin een actieve rol. We zetten afval steeds vaker om in nieuwe grondstoffen en duurzame energie. Zo produceren we compost uit gft-afval, vangen we CO2 af uit de afvalverbrandingsinstallatie om plantengroei te stimuleren en leveren we warmte en elektriciteit aan industrieën en huishoudens.
Energieleveranciers ondertekenen afsprakenkader sociaal incasseren
Veel mensen in Nederland kampen met betalingsachterstanden waardoor problematische schulden kunnen ontstaan. Sociaal incasseren biedt een mensgerichte aanpak, met vertrouwen, maatwerk en samenwerking met hulpverleners als kernprincipes. Dit helpt niet alleen consumenten, maar verkleint uiteindelijk ook de maatschappelijke en financiële gevolgen van schulden.
De deelnemende bedrijven en organisaties zetten zich in om op een verantwoorde wijze om te gaan met betalingsachterstanden. Klanten krijgen flexibele betalingsregelingen aangeboden, worden persoonlijk benaderd om een passende oplossing te vinden en worden actief gewezen op beschikbare hulp. Daarnaast wordt geprobeerd te voorkomen dat mensen verplichtingen aangaan die zij niet kunnen nakomen.
Het afsprakenkader brengt schuldeisers uit verschillende sectoren samen om kennis en ervaringen te delen en incassopraktijken te verbeteren. Om de voortgang te bewaken, wordt een onafhankelijke monitoringscommissie ingesteld onder leiding van de Rapporteur Sociaal Incasseren. Deze commissie houdt toezicht op de naleving van de afspraken en doet voorstellen voor verbeteringen.
Door samenwerking en innovatie zetten de betrokken partijen een belangrijke stap naar een toekomst waarin schulden niet langer een vicieuze cirkel vormen, maar beheersbaar blijven en op een duurzame manier worden opgelost. Dit is goed voor consumenten, de samenleving en de economie. Vanuit Energie-Nederland worden de overige energieleveranciers geïnformeerd over hoe ook zij aan kunnen sluiten bij het afsprakenkader.
ASN Impact Investors wil Nederlandse financieringskloof in energietransitie verkleinen
De opmars van schone energie uit zon en wind is in Nederland inmiddels zó ver gevorderd, dat de duurzame transitie een nieuwe fase ingaat. De pieken en dalen in vraag en aanbod van stroom zorgen voor netcongestie en plaatselijke schaarste aan stroomaansluitingen. Dat moet zo snel mogelijk worden verholpen. Alleen als Nederland zijn energie efficiënter en volledig benut, komt energieonafhankelijkheid op basis van hernieuwbare bronnen dichterbij.
In de tweede fase van de energietransitie wordt de manier waarop we energie gebruiken beter afgestemd op het aanbod, maar daarvoor zijn snel investeringen nodig op de juiste plek, op het juiste moment. In het opwekken, distribueren en opslaan van energie, en in alle nieuwe manieren van energiegebruik in mobiliteit, productie en bebouwde omgeving.
Lokale en regionale energieprojecten spelen een sleutelrol. Maar juist deze projecten, die bewezen technologieën opschalen, hebben te maken met onvervulde financieringsbehoeften. Door deze ‘local funding gap’ komen ze moeilijker van de grond en loopt de volgende fase van de energietransitie vertraging op. Naar verwachting dreigt alleen al tot 2030 een onvervulde financieringsbehoefte voor deze projecten van naar zo’n 30 miljard.
Het financieren van de ‘local funding gap’ vraagt om expertise en flexibel maatwerk. Daarom ontwikkelde ASN Impact Investors samen met StartGreen Capital een Climate Impact Strategy. Vanuit deze strategie kunnen projecten via één loket hun financiering afstemmen op hun specifieke business case. Op hun beurt krijgen professionele en institutionele beleggers hiermee toegang tot investeringen die zijn afgestemd op hun eigen risico-rendementsprofiel. Beide partijen kunnen kiezen uit de financieringsopties senior debt, junior debt, equity of een combinatie van die drie.
Met de Climate Impact Strategy ontstaat zo een brug tussen projecten met sterke beleggingscases en investeerders die daarvan willen profiteren en daaraan willen bijdragen. Voorbeelden zijn projecten rond netbeheer, batterij-technologie en groene waterstof, maar ook circulaire productie, EV-infrastructuur en energie-efficiëntie van gebouwen.
ASN Impact Investors en StartGreen Capital rollen de Climate Impact Strategy gefaseerd uit. Deze week introduceert ASN Impact Investors het Climate Impact Equity fonds. Later dit jaar volgen ook de Climate Impact fondsen voor junior debt en senior debt. Doel van de strategie is het versnellen van de tweede fase van de energietransitie, het hiervoor opschalen van bewezen innovaties en zo te groeien naar een omvang tussen de 500 miljoen en 1 miljard euro.
donderdag 27 maart 2025
Zonnepaneelbezitters wantrouwen toekomstige overheidssubsidies voor verduurzaming
Huishoudens die in het bezit zijn van zonnepanelen zien de terugverdientijd van hun investering toenemen. Vrijwel alle energieleveranciers rekenen terugleverkosten voor de overtollige stroom die zij aan het net terugleveren. Daarnaast besloot de overheid om de salderingsregeling vervroegd af te schaffen (per 2027) en werd de subsidie op warmtepompen versoberd. Juist die salderingsregeling was voor meer dan de helft (56%) van de zonnepanelenbezitters de belangrijkste reden om zonnepanelen aan te schaffen, blijkt uit dit onderzoek.
Nu zegt slechts vijf procent nog vertrouwen te hebben in tegemoetkomingen voor verduurzaming vanuit de overheid. Een grote meerderheid (69%) zegt zelfs helemaal geen vertrouwen meer te hebben. Vooral onder de huishoudens die flink in zonnepanelen hebben geïnvesteerd is het wantrouwen groot. Driekwart van de Nederlanders die negen of meer zonnepanelen bezitten, zegt geen vertrouwen meer te hebben in subsidies voor verduurzaming.
Door de veranderlijke regelgeving vanuit de overheid rond energie en verduurzaming heerst de vraag of men nog wel in verduurzaming van hun woning wil investeren. Drie op de vijf zonnepanelenbezitters geeft aan daarover te twijfelen en niet te weten op welke manier zij in die verduurzaming zouden moeten investeren. Veertig procent geeft aan hun woning niet verder te gaan verduurzamen. Degenen die dat wel overwegen, willen met name hun huis beter isoleren (32%), of een thuisbatterij (23%) of warmtepomp aanschaffen (17%). Zes op de tien respondenten geeft aan dat een thuisbatterij pas interessant voor ze wordt als de overheid dat via een regeling aantrekkelijker gaat maken.
Scenarioanalyse Duin en Bollenstreek belicht druk op elektriciteitsnet en ziet kansen met aardwarmte
Door de energietransitie neemt de vraag naar elektriciteit snel toe. Dit zorgt voor meer drukte op het elektriciteitsnet. Om deze drukte op te vangen, werkt Liander op veel plaatsen in de regio aan de uitbreiding en verzwaring van de elektriciteitsnetten. Grote elektriciteitsstations worden uitgebreid of nieuw gebouwd en het laagspanningsnet in de wijken wordt verzwaard.
Deze uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet kost tijd en vraagt om grote investeringen. Het heeft ook invloed in de wijken doordat de straten open moeten om kabels te leggen en te verzwaren. Daarom is het belangrijk om de vraag naar elektriciteit te verlagen. Dit kan onder andere door te kiezen voor alternatieven die minder elektriciteit nodig hebben voor het verwarmen van woningen. In de regio Holland-Rijnland komt hiervoor een duurzaam alternatief beschikbaar: een warmtenet, gevoed door aardwarmte. Aardwarmte is een lokale en flexibele bron die het hele jaar door warmte kan leveren en helpt om de druk op het elektriciteitsnet te verminderen.
De Duin- en Bollenstreek heeft al te maken met congestie op het elektriciteitsnet. Gemeenten moeten nu keuzes maken over de verwarming van wijken. Kiezen voor een regionaal warmtenet kan voorkomen dat het elektriciteitsnet vanaf 2035 wederom overbelast raakt. Een robuust en betrouwbaar energiesysteem bestaat uit zowel warmte als elektriciteit. Liander roept gemeenten in de Duin- en Bollenstreek op om snel beslissingen te nemen en deze vast te leggen in warmteprogramma’s en uitvoeringsplannen om de energietransitie succesvol te laten verlopen.
woensdag 26 maart 2025
Massaclaims tegen energiebedrijven in de maak na vonnis rechter
De rechter oordeelde dinsdag dat Vattenfall onterecht tussentijdse wijzigingen heeft doorgevoerd in de tarieven van variabele energiecontracten.
Volgens de Friese jurist Roelof de Nekker kunnen klanten die in de afgelopen vijf jaar een variabel energiecontract hadden, schade claimen bij hun energiemaatschappij. Hij stelt dat zij jarenlang te veel hebben betaald voor gas en stroom.
Ook Stichting Eerlijke Handelspraktijken bereidt een massaclaim voor tegen de energiesector. Dit volgt op het vonnis van het gerechtshof in een zaak die werd aangespannen door een ontevreden klant van Vattenfall.
Normaal gesproken mogen energieleveranciers de tarieven van variabele contracten slechts twee keer per jaar aanpassen. In 2022 voerden veel maatschappijen echter vaker prijsverhogingen door vanwege de gestegen energieprijzen, stelt de stichting.
De algemene voorwaarden van brancheorganisatie Energie-Nederland, die door alle Nederlandse energieleveranciers worden gebruikt, bevatten een prijswijzigingsbeding dat hen toestaat tarieven eenzijdig aan te passen. Zowel de rechtbank als het gerechtshof hebben geoordeeld dat dit in strijd is met het Europees consumentenrecht.
Vattenfall laat in een reactie aan De Telegraaf weten het ‘fundamenteel oneens’ te zijn met de uitspraak van het gerechtshof.
'Terugverdientijd zonnepanelen geen 20 jaar met slim energiegebruik'
Een doorrekening van 1KOMMA5° laat zien dat een terugverdientijd van tien jaar nog altijd realistisch is.
De opkomst van dynamische energiecontracten, slimme aansturing en het mogelijke invoeren van variabele netwerkkosten zullen de manier waarop huishoudens stroom verbruiken drastisch veranderen. Het wordt net zo belangrijk wanneer stroom wordt verbruikt als hoeveel stroom wordt verbruikt.
De huidige berekeningen rondom terugverdientijd gaan uit van een simpel scenario: een vast energiecontract waarbij een klein deel van de opgewekte stroom direct wordt verbruikt en de rest tegen een lage vergoeding teruggeleverd, die in de toekomst zelfs volledig wegvalt. Met een dynamisch energiecontract ontvangen huishoudens altijd de beursprijs van het moment van terugleveren.
'Tot 2027 profiteert iedereen nog van de salderingsregeling. Daarna wordt het belangrijk om zonnepanelen zo slim mogelijk in te zetten. Met een dynamisch energiecontract blijft je zonnestroom na 2027 veel meer waard dan met een vast contract. Wel wordt het belangrijk om bijvoorbeeld je zonnepanelen automatisch uit te zetten bij negatieve uurprijzen,' zegt Koen Rozendom, directeur van 1KOMMA5° Nederland.
Daarnaast is Nederland bezig met het herzien van de netwerkkosten. Duitsers hebben vanaf 1 april de mogelijkheid om te kiezen voor een flexibel netbeheermodel. Consumenten betalen aldaar een stuk minder wanneer ze energie verbruiken op momenten dat het net minder belast wordt. Een dergelijk model maakt het toekomstbeeld voor huishoudens met zonnepanelen veel minder pessimistisch dan nu vaak wordt geschetst.
Bij het berekenen van de opbrengst van zonnepanelen, zal vanaf 2027 vooral het percentage eigen verbruik doorslaggevend zijn. Door huishoudelijke apparaten en bijvoorbeeld een laadpaal aan te zetten op momenten dat de zon schijnt, kunnen huishoudens optimaal profiteren van gratis opgewekte stroom. Slimme technologie die in de komende jaren steeds verder doorontwikkeld zal worden, kan dit nu al volledig onafhankelijk regelen.
Voor wie een stap verder wil gaan, kan een thuisbatterij helpen om dit percentage eigen verbruik aanzienlijk te verhogen van gemiddeld 30 naar 70 procent. Hoewel dit een extra investering vereist, draagt het bij aan een grotere energieonafhankelijkheid en een efficiënter gebruik van duurzaam opgewekte stroom.
TNO-onderzoek leidt tot betere schadevoorspelling bij windturbinebladen op zee
TNO deed een jaar lang gedetailleerde metingen van de neerslag op de Noordzee. Uit de analyse van deze data bleek dat circa 30% van de jaarlijkse erosieschade aan de bladen van windturbines in slechts 12 uur van het jaar ontstaat. Dit gebeurt op momenten waarop harde wind en intense regenval samenkomen.
De schade, bekend als Leading Edge Erosion (LEE), treedt op wanneer de tip van het windturbineblad de maximale snelheid van 325 km/uur (90 m/sec) bereikt met windsnelheden vanaf 63 km/uur (10 m/s) en er meer dan 7,5 millimeter regen per uur valt.
Een andere opvallende ontdekking is dat er aanzienlijke verschillen zijn binnen het Noordzeegebied. In het noordoostelijke deel gaan de beschermende coatings op de bladen ongeveer 20% minder lang mee dan in het zuidwestelijke deel. De combinatie van meer wind en regen in het noordoosten leidt tot versnelde erosie. Voor dit deel van de Noordzee zijn vanaf 2030 nieuwe windmolenparken gepland.
Het PROWESS-onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met windparkexploitanten zoals Eneco, Shell en Equinor.
Netcongestie beperkt groei Rotterdam
De gemeente Rotterdam heeft een eerste scan gemaakt van projecten die vertraging kunnen oplopen door het tekort aan netcapaciteit. Netcongestie raakt meerdere sectoren, waaronder woningbouw en commerciële voorzieningen. In 2025 staan elf projecten met gestapelde woningen en functies zoals supermarkten gepland. De aansluitingen voor de liften of commerciële voorzieningen komen op de wachtlijst waardoor deze projecten mogelijk vertragen of zelfs niet doorgaan. De gemeente werkt actief samen met partners om de vertraging te beperken en projecten waar mogelijk tóch te realiseren.
Ook maatschappelijke voorzieningen zoals scholen kunnen hinder ondervinden. Hoewel zij volgens de Autoriteit Consument & Markt prioriteit verdienen, belanden ook deze aanvragen op de wachtlijst. De gemeente zoekt, samen met netbeheerder Stedin, actief naar tijdelijke of alternatieve oplossingen om vertragingen te beperken. Op bedrijventerreinen wordt de uitgifte van kavels vertraagd en de groei van gevestigde bedrijven belemmerd. Netcongestie vormt daarnaast een obstakel voor duurzaamheidsprojecten. Zo kunnen de walstroomaansluiting voor de zee-cruiseschepen aan de Wilhelminakade, de Park- en Lloydkade wel doorgang vinden, maar geldt dit niet voor nieuwe walstroomaansluitingen in de stadshavens.
Netbeheerders werken aan uitbreiding van het netwerk. In het havengebied, Hoek van Holland, Rozenburg en Pernis verwacht TenneT tussen 2027 en 2029 voldoende capaciteit te realiseren. Voor de rest van de stad wordt uitbreiding voorzien tussen 2032 en 2035.
Ook wordt gekeken naar mogelijkheden om binnen bestaande aansluitingen meer te realiseren, zodat de ontwikkeling van de stad zoveel mogelijk doorgang kan vinden.
De gemeente stimuleert het gebruik van innovatieve oplossingen om het bestaande net slimmer te benutten. Een zogeheten Flex Scan laat zien hoe flexibeler energieverbruik binnen een bestaande aansluiting mogelijk is. De gemeente vergoedt tot 80% van de kosten van zo’n scan om ondernemers en ontwikkelaars hierin te ondersteunen.
Daarnaast is er de mogelijkheid om subsidie aan te vragen via het programma Smart Energy Systems. Dit stimuleert bedrijven om zelf slimme oplossingen te bedenken voor netcongestie. In de praktijk ontstaan al inspirerende initiatieven. Zo onderzoeken ondernemers op bedrijventerrein Schiebroek hoe zij onderling energie kunnen uitwisselen via een energiehub. In de Rotterdamse Haven stappen bedrijven over op efficiëntere productieprocessen om hun belasting op het elektriciteitsnet te verminderen.
Bedrijven en ontwikkelaars die tegen netbeperkingen aanlopen, worden uitgenodigd om in gesprek te gaan met de gemeente of Stedin. Binnen de bestaande aansluitingen is vaak meer mogelijk dan gedacht —door bijvoorbeeld energie te delen met buren of opslag toe te voegen. De gemeente biedt ondersteuning in de vorm van advies, subsidies en vergoedingen voor bijvoorbeeld een Flex Scan of deelname aan innovatieve pilots.
Gemeente Kampen sleept Enexis voor de rechter om stroomaansluiting school
Volgens wethouder Erik Faber is de situatie onacceptabel: 'Het kan niet zo zijn dat de meest duurzame school op een aggregaat moet draaien of mogelijk niet kan openen.'
Het Kindcentrum Hanzewijk, dat onderdak biedt aan twee scholen en een kinderdagopvang, zou volgens de gemeente efficiënter en duurzamer functioneren met één grote aansluiting in plaats van meerdere kleine aansluitingen.
Hoewel Enexis stelt dat het elektriciteitsnet overvol is, biedt de netbeheerder wél de optie voor meerdere kleinverbruik aansluitingen. 'Als die ruimte er is, dan zou ook de gevraagde grootverbruik aansluiting mogelijk moeten zijn,' aldus Faber tegen de NOS.
De bouw van het kindcentrum is deze maand gestart en het doel is om het gebouw bij aanvang van het nieuwe schooljaar in gebruik te nemen. Momenteel krijgen de leerlingen nog les in verouderde schoolgebouwen.
dinsdag 25 maart 2025
Provincie en gemeenten tekenen samenwerkingsovereenkomst over windenergie in de Alblasserwaard
Op 9 juli 2024 hebben de gemeenteraden van Molenlanden en Gorinchem besloten om locatie S (Gorinchem-Noord, deels in Molenlanden) voor te dragen aan provincie Zuid-Holland als zoeklocatie voor windenergie in de Alblasserwaard. Daarnaast heeft de raad van Molenlanden uitgesproken andere mogelijkheden voor grote windturbines te willen onderzoeken, met de nadruk op het stimuleren en faciliteren van initiatieven binnen bestaande beleidskaders. De provincie is na de genomen besluiten van beide raden hierover geïnformeerd.
De provincie Zuid-Holland heeft de milieueffecten van windturbines onderzocht op zowel de zes shortlistlocaties als op windlocatie Avelingen. Deze locatie was al opgenomen in het provinciale Omgevingsbeleid. De Alblasserwaard ligt tussen de werelderfgoederen Kinderdijk-Elshout en de Hollandse Waterlinies, die beschermd moeten blijven. Daarom zijn ook de effecten op deze gebieden meegenomen in het onderzoek.
Uit de analyse van de omgevingseffecten blijkt dat de shortlistlocaties J t/m O niet kansrijk zijn. Dit komt voornamelijk door de aanwezigheid van broed-, trek- en weidevogels en de nabijheid van werelderfgoed. De Herziening Omgevingsbeleid module Alblasserwaard leidt dan ook niet tot opname van nieuwe locaties voor windenergie, daarom is besloten om geen nieuwe windlocaties toe te voegen.
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat op windlocatie Avelingen volgens huidig beleid ook minder kan dan eerder gedacht, onder andere vanwege de nabijheid van het UNESCO Werelderfgoed.
In vervolg op het participatieproces dat in de eerste helft van 2024 is doorlopen, de genomen raadsbesluiten van 9 juli 2024 en de analyse van de omgevingseffecten is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld. In deze overeenkomst staan duidelijke kaders voor de gezamenlijke verdere uitwerking van de windverkenning in de Alblasserwaard. De overeenkomst is ondertekend door de colleges van de gemeenten Gorinchem en Molenlanden en de provincie Zuid-Holland. Waterschap Rivierenland en het ministerie van Economische Zaken hebben via een addendum aangegeven kennis te hebben genomen van de samenwerkingsovereenkomst.
maandag 24 maart 2025
Zonnepanelen per inwoner: Dit zijn de best presterende gemeenten van Nederland
Uit onderzoek van 123zonnepanelenvergelijken.nl blijkt dat de volgende tien gemeenten het hoogste aantal zonnepanelen per inwoner hebben:
Tynaarlo (Drenthe) – 24 zonnepaneel-installaties per 100 inwoners
Weststellingwerf (Friesland) – 24 installaties per 100 inwoners
Dantumadiel (Friesland) – 23 installaties per 100 inwoners
Ooststellingwerf (Friesland) – 23 installaties per 100 inwoners
Kapelle (Zeeland) – 23 installaties per 100 inwoners
West Maas en Waal (Gelderland) – 23 installaties per 100 inwoners
Borsele (Zeeland) – 23 installaties per 100 inwoners
Midden-Drenthe (Drenthe) – 23 installaties per 100 inwoners
Peel en Maas (Limburg) – 23 installaties per 100 inwoners
Uitgeest (Noord-Holland) – 22 installaties per 100 inwoners
Wat opvalt, is dat vooral landelijke gemeenten hoge scores behalen. Dit komt deels doordat een groot deel van de bevolking in koopwoningen woont, met voldoende dakoppervlak voor zonnepanelen. Daarnaast spelen gemeentelijke subsidies, collectieve inkoopacties en lokale energiecoöperaties een grote rol bij de populariteit van zonne-energie.
Zo heeft Tynaarlo, de nummer één op de lijst, inmiddels zonnepanelen op ruim 56% van de woningen. De gemeente wordt gezien als een van de meest duurzame in Nederland en stimuleert haar inwoners met subsidies en advies over energieopwekking. Ook in Friesland zijn gemeenten zoals Dantumadiel en Weststellingwerf voortrekkers, waar al meer dan de helft van de huizen zonne-energie opwekt.
In Zeeland zijn onder andere Kapelle en Borsele opvallende koplopers. Deze regio heeft relatief veel zonuren en profiteert van gemeentelijke programma’s om duurzame energieproductie te bevorderen. In de gemeente Veere, die net buiten de top 10 valt, groeide het aantal zonnepanelen met 15% in een jaar tijd, mede dankzij collectieve zonnedaken en fiscale voordelen.
In tegenstelling tot de landelijke koplopers, blijven grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag achter in zonne-energie. Dit komt vooral door het grote aantal appartementen en huurwoningen, waar de plaatsing van zonnepanelen minder vanzelfsprekend is. In deze steden heeft slechts 6 tot 8% van de woningen zonnepanelen, ver onder het landelijke gemiddelde van 30%.
Met de toenemende energieprijzen en de focus op duurzaamheid is de verwachting dat het aantal zonnepanelen in Nederland blijft groeien. Gemeenten blijven nieuwe initiatieven ontwikkelen om huishoudens te stimuleren over te stappen op zonne-energie. De komende jaren zullen waarschijnlijk nog meer regio’s aansluiten bij de koplopers in de energietransitie.
Meer wind bouwen cruciaal voor uitvoering EU Clean Industrial Deal
Europa heeft 16,4 GW aan windenergie gebouwd, waarvan 13 GW in de EU, volgens de statistieken van WindEurope voor 2024 die eind februari zijn gepubliceerd. Dat is minder dan de helft van wat de EU nodig heeft om haar doelstellingen op het gebied van energiezekerheid te halen. Slechte vergunningen, trage uitbouw van het net en onvoldoende elektrificatie belemmeren de uitbreiding van wind. De laatste Outlook van WindEurope voor 2025-30, die dezelfde dag verscheen, laat zien dat de jaarlijkse uitbouw tegen het einde van dit decennium zou moeten verdubbelen. Als we dat niveau kunnen vasthouden, kan wind het grootste deel van de schone elektriciteit leveren die nodig is om de Clean Industrial Deal van de EU te realiseren. (Dit artikel verscheen als persbericht van WindEurope t.g.v. de publicatie van de jaarstatistieken.)
De EU heeft in 2024 13 GW aan nieuwe windenergiecapaciteit gebouwd. Europa bouwde 16,4 GW. 84% daarvan was wind op land. Duitsland installeerde de meeste nieuwe windcapaciteit, meer dan 4 GW. Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Finland, Turkije, Spanje en Zweden bouwden allemaal meer dan 1 GW.
Het aandeel van wind in het Europese elektriciteitsverbruik bedroeg 20%. In Denemarken was het 56%. Acht andere landen halen minstens een kwart van hun elektriciteit uit wind, waaronder Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland.
Er werd 32 miljard euro aan investeringen afgerond in nieuwe windparken die de komende jaren zullen worden gebouwd. Dat is 20 GW aan nieuwe capaciteit.
Europa heeft meer nieuwe windcapaciteit toegekend op overheidsveilingen dan ooit tevoren. De 37 GW die zijn toegekend (29 GW in de EU) zijn in theorie goed nieuws voor de toekomstige pijplijn en uitbouw. WindEurope verwacht dat Europa tussen 2025-2030 186 GW aan nieuwe windenergie zal installeren, waarvan 139 GW in de EU. Maar tenzij regeringen resultaten boeken met het versnellen van vergunningen en het uitbreiden van het net, zullen veel van deze projecten vertraging oplopen.
De EU heeft uitstekende nieuwe vergunningsregels, maar de meeste landen passen deze nog steeds niet toe. Duitsland plukt daar spectaculaire vruchten van. Ze lieten vorig jaar 7 keer zoveel wind op land toe als 5 jaar geleden. Andere regeringen moeten dit voorbeeld volgen.
Green Energy Day schoof maar liefst 16 dagen op: naar 24 maart 2025
Bedrijven, overheden, energiecoöperaties en consumenten werken hard om het aandeel duurzame energie te vergroten. Nederland is bijvoorbeeld kampioen zonne-energie en het vermogen aan windenergie is fors gegroeid, vooral op zee. Ook wordt er veel energie bespaard.
Het aandeel duurzame energie is naar verwachting 22,5 procent in 2025. Dat is vijf keer zoveel als twaalf jaar geleden, toen we het Energieakkoord sloten.
In tijd uitgedrukt is dat 82 van de 365 dagen, zodat Green Energy Day valt op 24 maart 2025.
In 2024 viel Green Energy Day op 8 maart. Het is dit jaar dus ruimschoots gelukt om Green Energy Day de gewenste twaalf dagen op te schuiven.
Als iedereen kleine stapjes zet, dan heeft dat grote impact. Dan verschuift Green Energy Day met vele uren, dagen of zelfs maanden. Iedereen kan met zijn/haar gedrag een paar seconden bij elkaar sprokkelen, en samen zorgen we dat Green Energy Day verder opschuift naar 31 december: dan is al onze energie duurzaam. De NVDE schatte in hoeveel Green Energy Day opschuift bij een aantal maatregelen. Allemaal onze autobanden op spanning houden, een kleine moeite, scheelt zeven uur. Alle daken isoleren, levert drie dagen op. Als alle leaseauto’s elektrisch zijn, schuiven we 5,5 dag op. Zonnepanelen op alle huizen met een geschikt dak, leveren bijna een maand op. Een warmtepomp in elk daarvoor geschikt huis, schuift Green Energy Day maar liefst 39 dagen op!
De Europese Green Energy Day is op 15 april 2025. Tussen de Nederlandse provincies zijn grote verschillen. Zeeland viert al op 22 februari haar Green Energy Day, terwijl Flevoland deze heeft weten op te schuiven naar 27 augustus. Maar in alle provincies werken burgers en bedrijven aan meer hernieuwbare energie, en schuift de dag op.
vrijdag 21 maart 2025
Alliander start grote aanbesteding voor versterking stroomnet in honderden buurten
Alle wijken en buurten gaan de komende jaren van het aardgas af en mensen thuis zijn volop aan het verduurzamen. Voor de mogelijke alternatieven, bijvoorbeeld een warmtepomp, maar ook voor elektrisch koken en auto’s elektrisch laden, is overal een sterker elektriciteitsnet nodig. Om dat voor elkaar te krijgen, versterken we het hele net in één keer, buurt-voor-buurt. Met deze buurtaanpak verminderen we de overlast en kunnen we het werk efficiënter en daarmee sneller uitvoeren.
Om het stroomnet in de wijken te versterken, wordt de komende jaren duizenden kilometers elektriciteitskabel in de grond gelegd. Werk dat netbeheerder Liander niet alleen kan uitvoeren. Daarom wordt er volop samengewerkt met aannemers, om samen het grote werkpakket uit te voeren. Voor deze specifieke aanbesteding krijgen aannemers de opdracht elektriciteitskabels te leggen en aan te sluiten op bestaande en nieuw geplaatste elektriciteitshuisjes in de buurten, en nieuw geplaatste elektriciteitshuisjes te verbinden met het bestaande middenspanningsnet. In totaal wordt er tijdens de werkzaamheden zo’n 7000 kilometer kabel gelegd.
Met deze aanbesteding krijgen de aannemers minimaal zes jaar lang gegarandeerd werk van de netbeheerder binnen de gecontracteerde regio. Het gegarandeerde werkpakket geeft aannemers de zekerheid om zelf ook maximaal op te schalen, om al het werk uit te voeren. De werkzaamheden starten eind 2025 in de verschillende deelregio’s.
Alliander maakt bij deze aanbesteding voor de honderden buurten voor het eerst gebruik van de vernieuwde erkenningsregeling. Deze erkenningsregeling stelt Alliander in staat om samen met erkende partners te professionaliseren op het gebied van veiligheid, milieu, kwaliteit en technische bekwaamheid.
Deze aanbesteding voor de buurtaanpak ligt in lijn met de strategie van Alliander om langjarige samenwerkingsverbanden aan te gaan met leveranciers. Zo werd vorig jaar een aanbesteding van 1,6 miljard euro in de markt gezet voor het leveren van elektriciteitskabels. En eerder werd onder meer een groot werkpakket voor aannemers gegund voor werkzaamheden aan het elektriciteitsnet in Gelderland en Noord-Holland.
Tarieven gastransport stijgen fors in 2026
Sinds 2020 zijn de transporttarieven (entry) verdrievoudigd. De belangrijkste oorzaken zijn een daling in het gebruik van het gasnetwerk en een versnelde afschrijving van de infrastructuur. Doordat er minder capaciteit wordt afgenomen, worden de kosten over een kleiner aantal gebruikers verdeeld. Daarnaast wordt het netwerk versneld afgeschreven om te voorkomen dat de laatste gasgebruikers onevenredig hoge tarieven moeten betalen bij een verdere energietransitie.
Energie-Nederland maakt zich zorgen over deze stijgende tarieven. De hogere transportkosten komen uiteindelijk terecht bij bedrijven en huishoudens, die al te maken hebben met een hoge energieprijs. Bovendien dreigt Nederland internationaal steeds minder aantrekkelijk te worden als doorvoermarkt voor gas, doordat er een stapeling van hoge transporttarieven ontstaat.
donderdag 20 maart 2025
Nieuwe afspraken over winstuitkering geven Enexis meer slagkracht
Alle aandelen van Enexis zijn in publieke handen, verdeeld over vijf provincies en meer dan tachtig gemeenten. Met een belang van 30,8 procent is de provincie Noord-Brabant met stip de grootste aandeelhouder. Aan het eind van ieder boekjaar wordt 50 procent van de nettowinst van Enexis als dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders, zolang dat niet ten koste gaat van de kredietwaardigheid van Enexis.
Aan die dividenduitkering wordt nu een maximum van 100 miljoen euro gekoppeld. Het resultaat dat de netbeheerder boven dat bedrag behaalt, blijft in de onderneming. Op die manier hoeft Enexis de komende jaren minder geld te lenen voor de groei van het elektriciteitsnet en kan het sneller en slagvaardiger aan de slag met het verminderen van de netcongestie en het uitbreiden van het netwerk. Door die uitbreiding zal Enexis de komende jaren naar verwachting meer winst maken, maar blijft het dividend gelijk.
De aanpassing van het dividendbeleid is één van de sporen die Enexis bewandelt om in de komende tien jaar een groeiende kapitaalbehoefte in te vullen. Deze behoefte daalt door het aangepaste beleid met ongeveer 1 tot 1,5 miljard euro. Daarmee blijft de netbeheerder financieel solide en in staat om de zeer omvangrijke, noodzakelijke investeringen uit te voeren.
Petrogas en Gasunie onderzoeken hergebruik bestaande Noordzeeleidingen voor waterstoftransport
Gasunie en Petrogas Transportation (Petrogas) willen gezamenlijk onderzoek doen of een bestaande leiding van Petrogas in de Noordzee hergebruikt kan worden voor het transport van groene waterstof. Het gezamenlijke onderzoek richt zich op de haalbaarheid van het hergebruik en mogelijke inzet van de leiding voor het offshore waterstofproject Demo 1. Dat is een demonstratieproject op initiatief van het ministerie van Klimaat en Groene Groei, dat zich richt op de realisatie van een 20 tot 50 MW elektrolyse installatie voor de productie van groene waterstof op de Noordzee en aanlanding daarvan in het Noordzeekanaalgebied.
Nederland heeft grote ambities voor de opschaling en uitrol van Wind op Zee en is daarvoor uniek gepositioneerd. Windenergie op zee draagt bij aan een duurzame en betaalbare energievoorziening en zal sterk en snel doorgroeien. Het maakt Nederland en Europa bovendien minder afhankelijk van energie uit andere landen en draagt bij aan de concurrentiepositie van Nederland.
Om al deze duurzame energie aan land te krijgen is een waterstofnetwerk op zee nodig. Daarbij wordt van de geproduceerde windenergie meteen waterstof gemaakt die via offshore buisleidingen naar wal gaat. Dat is aantrekkelijk vanwege de hoge transportcapaciteit van gasleidingen en omdat waterstof vervolgens goed kan worden opgeslagen. Zo kan ook de windenergie worden geoogst die verloren zou gaan als alleen stroomkabels daarvoor ingezet zouden worden.
Naast de voordelen voor het energiesysteem is er met waterstof op zee minder ruimte nodig voor kabels en elektrolysers op land. Bovendien is waterstoftransport heel (kosten)efficiënt en worden de totale kosten voor energie infrastructuur daarmee veel lager. Bijkomend voordeel is dat via deze pijpleidingen op de Noordzee ook waterstof uit andere Noordzeelanden kan worden geïmporteerd.
Gasunie bereidt zich al enige tijd voor op de toekomstige rol om op de Noordzee een waterstofnetwerk te ontwikkelen en realiseren, dat goed is aangesloten op ons landelijke waterstofnetwerk. Het kijkt daarbij of en op welke manier de bestaande gasinfrastructuur in de Noordzee hergebruikt kan worden.
Met verschillende organisaties, waaronder het ministerie van Klimaat en Groene Groei, onderzoekt Gasunie de verschillende aspecten van hergebruik. Naast de technische haalbaarheid betreft dit ook de juridische kaders, economische haalbaarheid en de effecten op natuur en milieu. Petrogas onderzoekt verschillende mogelijkheden om hun infrastructuur te hergebruiken, waaronder het transport van groene waterstof door bestaande leidingen.
Gasunie heeft al jaren ervaring met veilig en betrouwbaar transport van waterstof door hergebruikte en nieuwe leidingen op land. Hergebruik van leidingen op zee voor waterstoftransport is een relatief nieuwe ontwikkeling, waar aanvullende onderzoeken voor zijn vereist. Gasunie werkt in verschillende internationale onderzoekstrajecten samen met andere netwerkoperators (TSO’s), kennisinstellingen en normeringscommissies aan de ontwikkeling van normen voor veilig hergebruik van offshore leidingen. De samenwerking tussen Gasunie en Petrogas maakt het mogelijk om te toetsen of de Petrogas leiding geschikt is voor veilig hergebruik voor waterstof transport volgens de nieuwste normen.
woensdag 19 maart 2025
Grootschalige pilot netbewust laden maakt verschuiving laadpiek mogelijk
De proef netbewust laden is een initiatief van laadpalenexploitant Vattenfall, netbeheerder Enexis en beide provincies. Het maakt deel uit van een bredere strategie van netbeheerders, laadpaalexploitanten, overheid en andere stakeholders om het elektriciteitsnet toekomstbestendig te maken. De proef liep van november 2024 tot en met maart 2025 bij bijna 800 openbare laadpalen (1.600 laadpunten) verspreid over 9 regio's in Noord-Brabant en Limburg. Het doel was om op piekmomenten meer ruimte te creëren op het elektriciteitsnet door het vermogen van laadpalen te beperken.
De laadsnelheid van de palen werd tijdens de proef aangepast op basis van de beschikbare ruimte op het elektriciteitsnet en het aantal elektrische auto's dat tegelijkertijd oplaadde. Tijdens piekmomenten, van 15.00 tot 21.00 uur, werd de laadcapaciteit verlaagd. Na 21.00 uur nam de beschikbare netruimte geleidelijk weer toe, waarbij rond 23.00 uur volledig vermogen beschikbaar was. De samenwerking met de app TapElectric zorgde ervoor dat gebruikers via de app geïnformeerd werden over netbeperkingen en konden kiezen voor een opt-out.
De pilot laat zien dat het vaak mogelijk is om het gebruik uit te stellen. Gedurende de nacht is er voldoende stroom beschikbaar om een volledige accu op te laden. Veel laadsessies worden nog steeds op tijd afgerond, zonder dat gebruikers vroegtijdig hoeven te stoppen met laden.
De pilot onderscheidt zich door zijn schaalgrootte, waarbij het aanpassen van bijna 800 laadpalen op het laagspanningsnet een significante impact heeft op laag- en middenspanningsnetten, die weer verbonden zijn met het landelijke hoogspanningsnet.
Na deze pilot wordt gekeken naar verdere uitbreiding van netbewust laden naar alle openbare laadpalen die door beide provincies zijn aanbesteed. Enexis wil deze aanpak ook uitbreiden naar de rest van haar verzorgingsgebied (Groningen, Drenthe en Overijssel). Het streven is om op alle laadpalen, waar dat technisch mogelijk is, netbewust laden toe te passen. Dit wordt alleen toegepast als er voor het laag- en middenspanningsnet overbelasting dreigt. De samenwerkingspartners werken ondertussen aan het toevoegen van laadpunten van andere exploitanten dan Vattenfall. Ook wordt onderzocht hoe elektrische rijders beloond kunnen worden als ze meewerken aan netbewust laden.
Windmolenbouwer EWT failliet
Het Amersfoortse Emergya Wind Technologies (EWT) ontstond in 2004 uit een doorstart van windmolenbouwer Lagerweij. Het bedrijf staat vooral bekend als bouwer van middelgrote windturbines, met een vermogen tot 1 megawatt. Inmiddels staan er ruim 600 windmolens van EWT over de hele wereld.
In 2023 installeerde EWT met 160 voltijdsmedewerkers nog 36 windturbines, en boekte een omzet van ruim 58 miljoen euro. In het verslag over dat jaar was directeur Carel Kok optimistisch over de toekomstverwachtingen, mede dankzij de steun van de kapitaalkrachtige aandeelhouders. Maar vorige week ging de onderneming toch failliet.
Woordvoerster Inge van Doorn van EWT wijt het faillissement aan geldnood, mede als gevolg van de ontwikkelingen in de Verenigde Staten.
Huishoudens betalen meer bij grootste energieleveranciers
Klanten van de grootste energieleveranciers betalen vaak hogere termijnbedragen dan die van kleinere partijen. Klanten van Vattenfall (€158), Essent (€153) en Eneco (€150), de drie grootste leveranciers van Nederland, betalen bovengemiddeld. Klanten van Pure Energie (€110) en Coolblue Energie (€115) betalen daarentegen de laagste termijnbedragen.
Meer dan de helft (53%) van de Nederlandse huishoudens kiest voor een energieleverancier vanwege de ‘prijs’. Duurzaamheid speelt voor slechts 19% een rol bij deze keuze. Huishoudens hechten duidelijk veel waarde aan de prijs, terwijl ze weinig aandacht besteden aan de duurzaamheid van de energie die ze verbruiken. Slechts een klein deel is hier actief mee bezig bij het uitkiezen van een leverancier.
Eerste grootschalige project met stroom én warmte uit waterstof bij Innovatiepunt KAAP in Vlissingen
De Provincie Zeeland kampt met ernstige netcongestie, waardoor bedrijven met vestigings- of uitbreidingsplannen vaak in de wachtrij worden gezet en daardoor nauwelijks kunnen groeien. De HyER Power Plant komt daarom te staan bij Innovatiepunt KAAP in Vlissingen, waar de hal zowel stroom als warmte nodig heeft en dit graag op een duurzame manier laat verzorgen, maar daarbij ook te maken heeft met netcongestie.
De HyER Power Plant is het eerste systeem in Nederland dat deze combinatie van technologieën toepast. Dit maakt Zeeland tot een pionier op het gebied van duurzame energie. Het project biedt een testcase voor de gebouwde omgeving, waarbij zowel stroom als warmte met waterstof wordt opgewekt.
HyER Power heeft intensief samengewerkt met verschillende partners, waaronder Dockwize, om de eerste stappen te zetten en te inventariseren wat er precies nodig is voor de implementatie van het systeem. Het projectplan omvat uitgebreide studies naar het huidige en verwachte energieverbruik, gevolgd door het maken van systeemtekeningen en ontwerpen voor verdere installatie.
Het project wil demonstreren dat de HyER Power Plant een economisch en technisch haalbare oplossing is voor netcongestie en de betrouwbare levering van duurzame stroom en warmte. De HyER Power Plant zal naar verwachting operationeel zijn in december 2025.
dinsdag 18 maart 2025
'Berekening terugleverkosten zonnepanelen moet transparanter'
De verschillen tussen energieleveranciers zijn groot en kunnen oplopen tot honderden euro’s per jaar. Zo betalen consumenten met 12 zonnepanelen bij Oxxio maar liefst 591euro per jaar aan terugleverkosten, terwijl klanten van Engie slechts 368 euro kwijt zijn. Bij 9 panelen zit er 186 euro verschil tussen de goedkoopste en de duurste. Bij 6 panelen is dat verschil 152 per jaar euro. Het gaat hierbij om panelen ‘op maat’, waarbij het aantal panelen is afgestemd op het verbruik. Ook de vergoedingen voor teruggeleverde stroom verschillen sterk: waar Eneco en Oxxio 0,1823 euro per kWh betalen, biedt Budget Energie maar 0,020 euro per kWh.
De Consumentenbond zet vraagtekens bij de grote verschillen en almaar stijgende kosten. Leveranciers mogen alleen kosten in rekening brengen die ze daadwerkelijk maken. Maar hoe hoog die kosten zijn en hoe ze dat precies berekenen, is niet transparant. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) ziet toe op de redelijkheid van de terugleverkosten. Maar dat is niet eenvoudig; de energiebedrijven hanteren allemaal verschillende rekenmethodes. Dat maakt het lastig en tijdrovend voor de ACM om te onderzoeken.
Veevoerfabriek ForFarmers in Lochem gaat biogas plaatselijke melkveehouders gebruiken
Reudink gebruikt al 100 procent schone elektriciteit, laag in CO2, vertelt Judith Hofland, directeur van Reudink. 'Desalniettemin bestaat een groot deel van het energieverbruik op onze locatie in Lochem uit gas. Om in deze noodzakelijke gasbehoefte te voorzien, stappen wij over op biogas, een duurzaam alternatief voor aardgas.'
ForFarmers zelf wil boerenbedrijven helpen meer circulair te worden en emissies te verlagen. De ambitie is om, naast de ForFarmers-locatie in Deventer en de Reudink-locatie in Lochem, ook andere ForFarmers-locaties te voorzien van biogas rechtstreeks van het boerenerf.
Rotterdam opent subsidieregeling voor waterstofinnovaties
De subsidie kan worden aangevraagd voor haalbaarheidsstudies naar waterstofinnovatie en voor experimentele ontwikkelingen op het gebied van productie, import en gebruik van waterstof als grondstof, brandstof of opslag. Hoewel de focus ligt op het mkb, kunnen ook grotere bedrijven subsidie aanvragen, mits hun project bijdraagt aan samenwerking met innovatieve mkb’ers. Ook ondernemers buiten Rotterdam kunnen in aanmerking komen, op voorwaarde dat hun project impact heeft binnen de stad.
Ondernemers kunnen vanaf 10 maart een aanvraag indienen. De subsidiebedragen variëren van minimaal €150.000 tot maximaal €400.000 per project. Afhankelijk van de projectfase en de bedrijfsgrootte wordt 25% tot 50% van de kosten vergoed, met een extra stimulans voor bedrijven die in Rotterdam gevestigd zijn.
maandag 17 maart 2025
ASN Energie & Innovatiefonds financiert groei van restgasleverancier Powercrumbs
Het ASN Energie & Innovatiefonds verstrekte een vreemd vermogen financiering aan de Arnhemse biogasleverancier Powercrumbs, waarbij StartGreen Capital optrad als investeringsadviseur van het fonds. Powercrumbs kreeg tegelijkertijd van zijn bestaande investeerder Unknown Group ook een additionele kapitaalsinjectie.
Powercrumbs heeft een gepatenteerde technologie ontwikkeld om biogas dat ontstaat bij de vergisting van reststoffen te comprimeren en geschikt te maken als duurzame brandstof. Biogasproducenten zoals waterzuiveringsbedrijven kunnen zo al het biogas benutten. Onnodig affakkelen behoort daarmee tot het verleden. Powercrumbs levert het biogas aan bouwplaatsen, waar gasgeneratoren schone elektriciteit opwekken voor graaf- en andere machines. Zo zorgt Powercrumbs voor de praktische oplossing voor stikstofgevoelige gebieden en plaatsen waar netcongestie speelt.
Powercrumbs, opgericht in 2019, heeft zijn technologie de afgelopen jaren succesvol ontwikkeld in samenwerking met partners als Waterschap Vallei en Veluwe, Buse Gas, GMB en Bredenoord. Inmiddels heeft Powercrumbs 4 vulstations die biogas afvangen bij waterzuiveringsinstallaties. De komende 2,5 jaar wil het groeien naar 20 locaties, zegt Founder Pieter Mans. "Zo krijgen we landelijke dekking en kunnen we het gas dat we lokaal afvangen overal lokaal leveren. Daarmee realiseren we een duurzaam en competitief alternatief voor diesel.”
De opschaling omvat ook de ontwikkeling van een groengasinstallatie waarmee restgas kan worden opgewerkt voor levering aan het aardgasnet. Deze uitbreiding van zijn infrastructuur stelt Powercrumbs in staat om consistent en op grotere schaal te leveren.
Fluvius versterkt netten in de stationsbuurt van Brugge
Zo’n 25.000 mensen passeren dagelijks het stationsplein van Brugge. Auto’s, bussen, voetgangers en fietsers kruisen er voortdurend elkaars pad. Daarom koos de stad Brugge voor een veilige herinrichting van de stationsbuurt, met een focus op de kant richting het centrum. Fluvius speelt hierin een belangrijke rol door de netten te versterken: van hoog- en laagspanningslijnen tot midden- en lagedruk leidingen, evenals de openbare verlichting. Die ingrepen zorgen ervoor dat Brugge voorbereid is op de uitdagingen van de toekomst.
Het omvangrijke project wordt gecoördineerd door Boskalis, een Nederlands bedrijf dat het ontwerp en de uitvoering van de werken op zich neemt. Fluvius werkt nauw samen met verschillende partners, waaronder AWV, Farys, Wyre, Proximus, De Lijn, de NMBS, de politiediensten en de stad Brugge. De samenwerking verloopt vlot, met wekelijkse werfvergaderingen waarin alle voortgang en uitdagingen worden besproken.
De werken rondom het drukke Brugse station brengen onvermijdelijk hinder met zich mee, maar Fluvius doet er alles aan om die zoveel mogelijk te beperken. De werf is afgeschermd met hoge hekkens en er zijn duidelijke evacuatiezones. Daarnaast werkt de netbeheerder nauw samen met De Lijn en de politie om het verkeer soepel te laten verlopen en de bereikbaarheid voor handelaars te waarborgen. Fluvius onderzoekt ook de mogelijkheid om sommige ingrijpende werken ‘s nachts uit te voeren om overlast tijdens drukke uren te beperken. Alle nachtelijke werkzaamheden worden zorgvuldig afgestemd met de stad en de politiediensten.
vrijdag 14 maart 2025
'Ga niet in op telefonische verkoop thuisbatterij'
Klagers melden dat ze worden gebeld door een snel pratende verkoper. Deze verleidt hen handig tot het zetten van een handtekening onder een offerte van duizenden euro’s voor een thuisbatterij. Je kunt die batterij in 3 tot 5 jaar terugverdienen, zo wordt je ten onrechte beloofd.
'We zien forse bedragen voorbij komen. Soms van wel 20.000 euro voor de installatie van zo’n batterij. Heb je het geld niet, dan regelt het bedrijf wel een lening voor je, zo beloven ze. Tijdens het telefoongesprek haalt de verkoper je vervolgens over om digitaal een handtekening te zetten voor een offerte. Ook teken je zo voor een borg van 250 euro. Veel mensen bedenken zich soms al dezelfde of de volgende dag, en willen onder de koop uit. Maar hun borg krijgen ze dan niet terug. Soms eist het bedrijf zelfs 30 procent annuleringskosten.'
De klachten gaan onder andere over Solaar, De Zonnepaneel Meester en Batterijnet. Maar aanbieders gebruiken ook andere namen. We zien vaker dat bedrijven die in opspraak komen, verder gaan onder een andere naam.
De werkwijze is verboden. Bedrijven mogen je niet ongevraagd bellen om iets te verkopen. Opmerkelijk is ook dat de verkopers beschikken over persoonlijke gegevens van degene die ze benaderen. Ze kennen het adres en de energieleverancier en weten zelfs dat je zonnepanelen hebt.
Uit onderzoek van het tv-programma Radar blijkt dat achter de telefonische verkoop oud-medewerkers zitten van het Global Marketing Bridge (GMB). Dat callcenter raakte eerder in opspraak vanwege misleidende verkoop van energiecontracten van HEM. De energieleverancier kreeg daarvoor een boete van 1,1 miljoen euro. December vorig jaar trok de Autoriteit Consument & Markt (ACM) de vergunning van HEM in.
'Nederlanders kiezen massaal voor warmtepomp'
Koploper is de Overijsselse gemeente Tubbergen. Daar heeft bijna 1 op de 6 huizen dit duurzame alternatief voor gasverwarming.
Het verduurzamen van je woning brengt vaak flinke kosten met zich mee. Daarom werd in 2016 de ISDE-regeling ingevoerd om woningeigenaren financieel te ondersteunen bij de aanschaf van onder andere een warmtepomp. Uit een analyse van Independer op basis van deze data van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat blijkt dat er sindsdien ongeveer 376.000 warmtepompen zijn geplaatst. In het jaar 2024 kwamen er 40,5% extra gesubsidieerde warmtepompen bij.
In de provincie Noord-Brabant is sinds de invoering het vaakst subsidie toegekend voor een warmtepomp (bijna 65.000 keer), gevolgd door Gelderland (bijna 51.000 keer) en Zuid-Holland (bijna 50.000 keer).
Momenteel heeft 4,5% van alle Nederlandse woningen een gesubsidieerde warmtepomp, al zijn er grote verschillen op lokaal niveau. Zo gaat het in het Overijsselse Tubbergen zelfs om 16,2% van de woningen. In het Noord-Hollandse Schagen ligt het percentage met 15,3% ook flink hoger dan gemiddeld. De tien gemeenten met - naar verhouding - de meeste gesubsidieerde warmtepompen zijn:
Tubbergen (Overijssel): 16,2% van de woningen
Schagen (Noord-Holland): 15,3% van de woningen
Drechterland (Noord-Holland): 15,1% van de woningen
Aa en Hunze (Drenthe): 13% van de woningen
Wierden (Overijssel): 12,2% van de woningen
Hollands Kroon (Noord-Holland): 12,2% van de woningen
De Wolden (Drenthe): 12% van de woningen
Eersel (Noord-Brabant): 12% van de woningen
Texel (Noord-Holland): 11,6% van de woningen
Ameland (Friesland): 11,3% van de woningen
In Rotterdam (1,1%), Amsterdam (1,3%) en Purmerend (1,5%) liggen de percentages woningen met een gesubsidieerde warmtepomp juist het laagst. “In ons onderzoek is gekeken naar de gesubsidieerde warmtepompen. Het gaat dan om particuliere woningen, maar bijvoorbeeld ook de sociale woningbouw. Ook zijn de appartementencomplexen meegerekend die meestal onder een Vereniging van Eigenaren vallen.
Terugleverkosten voor huishoudens met zonnepanelen 10 procent omhoog
Naast de stijging van de terugleverkosten ziet de ACM ook dat de prijzen voor aangeboden vaste contracten voor elektriciteit en gas deze maand 0-2,5% hoger zijn dan een maand geleden. De prijzen van variabele contracten bleven ongeveer gelijk. De prijs op de groothandelsmarkt voor gas heeft vorige maand sterk geschommeld. Na een stijging in begin februari tot €58/MWh is de prijs inmiddels ook weer sterk gedaald tot €42/MWh.
Energieleveranciers maken kosten voor de stroom die teruggeleverd wordt door huishoudens met zonnepanelen. De wet staat het leveranciers toe die kosten ook in rekening te brengen bij de groep klanten die die kosten veroorzaakt. Uit berekeningen van de ACM blijkt dat de terugleverkosten bij nieuwe contracten de afgelopen maand met circa 10 procent zijn gestegen. Daarnaast blijkt dat 11 leveranciers een netto-negatieve terugleververgoeding rekenen bij klanten die met hun zonnepanelen meer stroom opwekken dan zij in het hele jaar gebruiken. Deze netto negatieve terugleververgoeding geldt alleen voor de hoeveelheid stroom die na het toepassen van de salderingsregeling teruggeleverd wordt aan het net.
Tot 2027 mogen huishoudens elektriciteit die zij afnemen op de jaarafrekening salderen (wegstrepen) met de elektriciteit die zij terugleveren aan het net. Als zonnepaneelbezitters op jaarbasis meer terugleveren dan afnemen, dan hebben zij recht op een redelijke vergoeding van hun leverancier. Leveranciers stellen deze vergoeding voor teruggeleverde stroom zelf vast. Daarnaast brengen leveranciers terugleverkosten in rekening. Er is sprake van een netto negatieve terugleververgoeding als na salderen de vergoeding per kWh lager is dan de terugleverkosten per kWh. Dat is op dit moment bij 11 leveranciers het geval. Een netto-negatieve terugleververgoeding is volgens de wet niet verboden, zolang dit niet leidt tot onredelijke tarieven.
In de huidige wet is geregeld dat de ACM hierbij moet kijken het totale tarief dat consumenten betalen en niet naar de verschillende onderdelen van dit tarief (zoals bijvoorbeeld de terugleverkosten). De ACM doet onderzoek naar de manieren waarop leveranciers de kosten voor zonnepanelen verwerken in hun tarieven en verwacht de uitkomsten van dit onderzoek over enkele maanden te publiceren.
Sommige huishoudens zijn bang dat hun zonnepanelen door de terugleverkosten meer geld kosten dan zij opleveren. Volgens Milieu Centraal gaan zonnepanelen zo’n 25 jaar mee en zorgen ze al die jaren voor een lagere energierekening. Op die manier verdienen zonnepanelen zich binnen de levensduur terug. De terugverdientijd en het financiële voordeel van zonnepanelen is wel afhankelijk van het energiecontract, de hoeveelheid zonnepanelen en op welk moment welke hoeveelheid stroom gebruikt wordt.
De wetgever heeft besloten dat de salderingsregeling per 1 januari 2027 beëindigd wordt. Vanaf die datum mogen huishoudens de elektriciteit die zij afnemen op de jaarafrekening dus niet meer wegstrepen met de elektriciteit die zij terugleveren aan het net. De ACM zal ook na 1 januari 2027 handhaven op de redelijkheid van tarieven en is nog in overleg met KGG over hoe de wetgever dit toezicht heeft beoogd. Tegelijkertijd ziet de ACM dat er leveranciers zijn die nu al contracten aanbieden die doorlopen tot na 1 januari 2027. De ACM roept consumenten die overwegen een dergelijk contract af te sluiten op om verschillende contracten goed met elkaar te vergelijken en een bewuste keuze te maken, bijvoorbeeld via een vergelijkingssite. Uit de Monitor Consumentenmarkt Energie van de ACM blijkt dat er ook voor huishoudens met zonnepanelen een ruime keuze is aan contracten met een lange of kortere looptijd.