Pagina's

dinsdag 31 december 2024

Straks ruim 200 voertuigen op waterstof erbij dankzij subsidie

Voor het eind van 2027 komen er meer watertstoftankstations bij in Nederland. Ook komen er 192 zware voertuigen, 10 personenbusjes en 9 kleine bestelwagens op waterstof extra bij. Dit is dankzij de subsidieregeling Waterstof in mobiliteit (SWIM). In totaal krijgen 9 samenwerkingsverbanden subsidie. Het budget van SWIM werd begin december nog met € 6 miljoen verhoogd.

SWIM ging open op 15 juli en sloot op 6 september dit jaar. Door de verhoging van het budget - begin december - kunnen projecten als waterstoftankstations in Nijmegen en Venlo van start. Ook worden 3 tankstations vergroot. En Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RVO) kon 9 van de 12 aanvragen goedkeuren.

Waterstof is een uitstootvrije (zero-emissie) techniek voor verkeer. In Nederland is rijden op waterstof een alternatief naast elektrisch vervoer. Zeker wanneer elektrisch rijden minder interessant is. Bijvoorbeeld bij netcongestie of als er langere afstanden gereden moeten worden. Of als er tussendoor weinig tijd is om te laden. Ook voor rolstoelbussen die te zwaar zijn voor accu's kan een waterstofbus uitkomst bieden.
In 2025 nieuwe subsidie beschikbaar

De subsidieregeling is voor ondernemers die in een samenwerkingsverband investeren in waterstof. Het samenwerkingsverband (consortium) moet in ieder geval bestaan uit één exploitant van een waterstoftankstation, en minstens één bedrijf dat actief is als vervoerder. Per project is er maximaal € 6 miljoen te verdelen. In 2025 kunnen ondernemers weer SWIM-subsidie aanvragen. Er is dan € 40 miljoen beschikbaar. De regeling opent op 1 april en sluit op 7 mei 2025.

maandag 30 december 2024

PowerNEST maakt kantoorgebouw Fruitweg energieneutraal

Voor het eerst is een Haags kantoorgebouw energieneutraal. Een energieneutraal gebouw wekt net zoveel energie op als het verbruikt. Op het dak van kantoorgebouw Fruitweg is daarvoor een PowerNEST gebouwd.

Deze installatie bestaat uit windturbines met zonnepanelen en wekt daarmee grote hoeveelheden schone energie op.

Een PowerNEST is een installatie om op daken te zetten. Het is een combinatie van windturbines en zonnepanelen. Het ontwerp maakt maximaal gebruik van natuurkundige wetten om zoveel mogelijk schone energie uit zon en wind te halen. De installatie wekt het hele jaar, dag en nacht, grote hoeveelheden duurzame energie op.

Het kantoorgebouw Fruitweg is al vrij oud. Het werd in 1955 gebouwd als fabrieksgebouw. Er is ruimte voor 500 gemeenteambtenaren.

Behalve het PowerNEST heeft het gebouw ook nieuwe isolatie gekregen. En binnen het gebouw zijn nieuwe duurzame installaties gebouwd. Op het dak staan ook zonnepanelen. Zo is het kantoorgebouw klaar voor een duurzame toekomst.

vrijdag 27 december 2024

Netbeheertarieven Stedin stijgen

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft op 28 november de netbeheertarieven voor elektriciteit en gas voor netbeheerder Stedin vastgesteld. Een huishouden met een gas- en elektriciteitsaansluiting betaalt volgend jaar 733,22 euro aan aansluit- en transporttarieven. Dat is een verhoging van 6,91 euro per maand vergeleken met 2024. De stijging komt hoofdzakelijk door de gestegen kosten voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet.

De tarieven van netbeheerders zijn wettelijk gereguleerd. Toezichthouder ACM stelt vast hoeveel elke netbeheerder voor zijn diensten bij consumenten en bedrijven in rekening mag brengen. Die kosten zijn een onderdeel van de energierekening. Ook de netbeheertarieven van zakelijke klanten en grootverbruikers van energie stijgen. De mate van die stijging is afhankelijk van de grootte van de aansluiting en het verbruik.

Er komen steeds meer laadpalen om auto's op te laden en warmtepompen om woningen te verwarmen. De elektrificatie van woningen, vervoer en ook industrie leidt in de toekomst tot een verdrievoudiging van het elektriciteitsverbruik in Nederland. Om het toenemende transport van elektriciteit aan te kunnen moet het elektriciteitsnet uitgebreid worden met kabels, transformatorhuisjes en verdeelstations. De netbeheerders investeren daarom meer dan ooit om het energiesysteem toekomstbestendig te maken. Tot en met 2030 is dat zo’n 8 miljard euro per jaar.

De netbeheerders maken zich zorgen over de stijging van de netkosten. Ze kunnen onbedoeld leiden tot energie-armoede bij huishoudens of Europese concurrentievervalsing voor bedrijven. Daarom pleiten netbeheerders voor een herijking van de manier waarop die kosten worden doorberekend. Oplossingen hiervoor zijn bijvoorbeeld door de capaciteit van het net – met prijsprikkels – veel beter te benutten. Hiermee kun je investeringen, en dus extra kosten, voorkomen. Consumenten kunnen zelf ook helpen door bijvoorbeeld warmtepompen of laadpalen in de avondpiek (tussen 16.00 en 21.00 uur) zo min mogelijk te gebruiken.

Naast transporttarieven, stijgen ook de eenmalige kosten voor het maken van een nieuwe aansluiting. Het tarief voor het maken van een nieuwe elektriciteitsaansluiting stijgt in het nieuwe jaar bij Stedin met zo’n 28 tot 31 procent. De stijging komt doordat de rekenmethode, die de ACM gebruikt om de kosten te bepalen, vorig jaar is gewijzigd.

Naar 8 distributienetbeheerders in Vlaanderen vanaf 1 januari 2025


Vanaf 1 januari 2025 verandert het landschap van de distributienetbeheerders voor elektriciteit en aardgas in Vlaanderen. Door het Energiedecreet zijn er fusies van en gebiedsuitwisselingen bij de distributienetbeheerders. Ook de naamswijzigingen van de verschillende distributienetbeheerders treden dan in werking. Hierdoor zullen er vanaf 1 januari 2025 nog slechts 8 distributienetbeheerders zijn in plaats van 10.

De herschikking is het gevolg van beslissingen in het Energiedecreet van de Vlaamse overheid. De volgende eisen worden gesteld aan de distributienetbeheerders voor elektriciteit en aardgas:

Elke distributienetbeheerder moet beschikken over een aaneengesloten geografisch gebied.
Elke stad of gemeente moet voortaan eenzelfde distributienetbeheerder hebben voor elektriciteit en aardgas.

Een distributienetbeheerder moet minstens 200.000 aangesloten afnemers hebben.
De Vlaamse overheid streeft hiermee naar een verdere efficiëntie in het energielandschap.

Om aan het Energiedecreet te voldoen, hebben de deelnemende steden en gemeenten van de verschillende distributienetbeheerders de voorbije twee jaar de nodige beslissingen genomen.

Dit is de alfabetische lijst van de situatie per 1 januari:

Fluvius Antwerpen
Fluvius Halle-Vilvoorde
Fluvius Imewo
Fluvius Kempen
Fluvius Limburg
Fluvius Midden-Vlaanderen
Fluvius West
Fluvius Zenne-Dijle

dinsdag 24 december 2024

Noord-Brabant en Zuid-Holland meest aan het verduurzamen

Het verduurzamen van woningen in Nederland heeft in 2024 een enorme vlucht genomen. Met meer dan een verdubbeling van aanvragen voor warmtepompen en laadpalen kende dit jaar een recordgroei in duurzame projecten.

Nederlanders blijven verduurzamen, en die trend zet zich de komende jaren naar verwachting voort. Uit onderzoek van de Nationale-Nederlanden Bank van oktober 2024 blijkt dat 50 procent van de Nederlandse huiseigenaren actief bezig
is met het verduurzamen van hun woning. Dat gaat verder dan enkel goede intenties: steeds meer huiseigenaren zetten daadwerkelijk stappen om hun huis energiezuiniger en milieuvriendelijker te maken.

Terugkijkend naar het afgelopen jaar was te zien dat in oktober de meeste aanvragen voor verduurzamingen in en om het huis binnenkwamen. In totaal is het aantal aanvragen voor duurzame maatregelen met 30 procent gestegen ten opzichte van vorig jaar. Huiseigenaren in Noord-Brabant en Zuid-Holland zijn koploper in het verduurzamen van hun huis, hier werden de meeste aanvragen gedaan.

De vraag naar warmtepompen en laadpalen schoot in 2024 door het dak. Warmtepompaanvragen stegen met maar liefst 222 procent, terwijl aanvragen voor laadpalen met 198 procent toenamen ten opzichte van 2023. De meeste aanvragen voor warmtepompen en laadpalen werden gedaan in Noord-Brabant.

Spouwmuurisolatie is in 2024 net als in 2023 de populairste isolatiemaatregel, gevolgd door dak- en vloerisolatie. Het totale aantal aanvragen voor isolatie steeg met 25% ten opzichte van 2023. De meeste isolatieaanvragen kwamen in 2024 uit Zuid-Holland.
Het plaatsen van isolatieglas (HR++ of triple glas) was net als in 2023 de meest gekozen verduurzamingsmaatregel. Het aantal aanvragen voor isolatieglas steeg dit jaar met 21 procent ten opzichte van vorig jaar. Verreweg de meeste aanvragen hiervoor werden gedaan in Zuid-Holland, met Utrecht als nummer twee.

Hoewel zonnepanelen nog steeds geliefd zijn onder Nederlandse huiseigenaren, werd de groei in 2024 enigszins getemperd. Het aantal aanvragen nam dan wel met 24 procent toe, toch zorgde de aankondiging van mogelijke veranderingen in de regeling vanaf maart voor een duidelijke dip. Desondanks tonen lange termijntrends aan dat zonnepanelen een van de meest gewilde duurzame investeringen blijven.

Pilot waterstofproductie Oosterwolde beëindigd

De pilot Sinnewetterstof in Oosterwolde (Friesland), een samenwerking tussen netwerkbedrijf Alliander en hernieuwbare energieontwikkelaar GroenLeven, wordt beëindigd. Tijdens deze pilot onderzochten beide partijen of productie van groene waterstof een oplossing kan zijn om de drukte op het stroomnet tegen te gaan. Nu de eerste ervaringen zijn opgedaan, wordt bekeken of de waterstofinstallatie in Oosterwolde aan een andere eigenaar kan worden overgedragen.

In 2022 opende Alliander in Oosterwolde de allereerste binnenlandse waterstoffabriek naast een zonnepark dat is ontwikkeld door GroenLeven. Daarmee wilden beide partijen met een kleinschalige elektrolyser onderzoeken op welke manier waterstof een rol kan spelen in de congestieproblematiek op het elektriciteitsnet. In het onderzoek is onder andere gekeken of filevorming op het elektriciteitsnet kan worden verminderd of voorkomen en of waterstof een oplossing is om uitbreiding van het net te voorkomen.

Bij aanvang van de pilot was het de bedoeling om jaarlijks 100.000 kilogram waterstof te produceren. Door verschillende uitdagingen in de opstart van de installatie is deze doelstelling nog niet behaald. Toch is in de afgelopen periode met verschillende systeemtesten op beperkte schaal groene waterstof geproduceerd. Dit is echter onvoldoende geweest om antwoord te geven op de oorspronkelijke leerdoelen.

De uitgevoerde testen hebben wel meerdere bruikbare inzichten opgeleverd over de wijze waarop een elektrolyser kan functioneren naast bijvoorbeeld een zonnepark. Een belangrijke les is ook dat de toeleveranciers van componenten voor dit soort installaties nog niet optimaal op elkaar waren ingespeeld. Daarnaast was bij de start van de pilot nog veel onduidelijk in de vergunningsprocedure. Voor de vergunningsverlener heeft deze pilot dan ook kaders opgeleverd voor vergunningverlening. Alles bij elkaar heeft de pilot voor zowel Alliander als GroenLeven waardevolle inzichten opgedaan in de productie van groene waterstof. Dit draagt bij aan de gezamenlijke missie om innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor een duurzaam energiesysteem.

De ontwikkeling van de productie van waterstof staat niet stil. Ook zijn er inmiddels meer mogelijkheden om filevorming op het elektriciteitsnet tegen te gaan. Bijvoorbeeld met flexibele contracten. Daarmee kunnen ondernemers gerichte afspraken maken met de netbeheerder om onder voorwaarden hun opgewekte elektriciteit terug te leveren. Nu elektrolysers steeds meer in opkomst zijn als onderdeel van een nieuw energiesysteem, is het voor Alliander niet langer noodzakelijk een eigen elektrolyser te onderhouden. Daarom is besloten de pilot Sinnewetterstof eerder te beëindigen dan de geplande vijf jaar.

De komende weken worden de testen door Alliander afgerond. Daarnaast wordt gezocht naar een partij die de waterstofinstallatie wil overnemen. Na een overname is Alliander niet langer meer betrokken en zal dan ook geen testen meer uitvoeren. Wel blijft Alliander het belang van waterstof onderstrepen. Waterstof gaat immers een grote rol spelen in de energietransitie. Op veel plekken ontstaan nieuwe initiatieven dat door het netwerkbedrijf met belangstelling worden gevolgd.

Noord-Holland stelt 1,3 miljoen beschikbaar voor aardgasvrije wijken

De provincie heropent de subsidieregeling voor warmtetransitie. Gemeenten kunnen deze subsidie aanvragen om plannen te maken voor aardgasvrije woonwijken.

Met deze regeling draagt Noord-Holland bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot van woningen. Het uiteindelijke doel is vrijwel geen CO2-uitstoot in 2050. Er is nog 1,3 miljoen beschikbaar van de oorspronkelijke 2 miljoen euro.

Tot nu toe maakten 10 Noord-Hollandse gemeenten gebruik van deze regeling. Samen investeerden zij ruim € 600.000 in projecten die bijdragen aan warmtetransitie.

Een voorbeeld is het riothermieproject in de Amsterdamse wijk Buikslotermeer. Hier onderzocht de gemeente, op initiatief van bewoners, hoe 870 woningen verwarmd kunnen worden met warmte uit rioolwater. Gedeputeerde Rosan Kocken (Klimaat en Energie): “Dit project laat precies zien wat we met deze subsidie willen bereiken: innovatieve oplossingen die bijdragen aan aardgasvrije wijken in onze provincie. Er is nog voldoende budget, en we zullen alle 44 gemeenten actief wijzen op deze kans.”

Gemeenten kunnen deze subsidie vanaf februari 2025 aanvragen op de website van de provincie Noord-Holland. De onderzoekskosten voor een wijkplan kunnen oplopen tot maximaal € 300.000. De provincie subsidieert tweederde van deze kosten.

maandag 23 december 2024

Lichte daling warmtetarief Eneco in 2025

Klanten aangesloten op een warmtenet van Eneco hebben in 2025 lagere kosten dan in 2024. Want het variabel tarief van 43,79 euro per gigajoule (GJ) in 2025 is met 1,03 euro gedaald ten opzichte van het tarief van dit jaar. De vaste kosten bij Eneco blijven in 2025 vrijwel gelijk. Hiermee zijn de variabele en vaste kosten bij Eneco voor aankomend jaar gelijk aan het wettelijk toegestane tarief dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft vastgesteld voor 2025.

In 2025 gaat een gemiddeld huishouden met een verbruik van 21 GJ aan warmte op jaarbasis ongeveer 22 euro minder verbruikskosten betalen. Deze daling is te verklaren door de lagere prijs van gas in vergelijking met vorig jaar. Warmtetarieven worden ieder jaar door de ACM vastgesteld op basis van het niet-meer-dan-anders (NMDA) principe ten opzichte van aardgas. Bij een daling van de gasprijs, daalt het variabele tarief voor warmte ook.  

De tarieven voor het vastrecht in 2025 zijn door de ACM aangepast en verlaagd, terwijl het meettarief en de huur van de afleverset licht zijn verhoogd. Eneco ziet de kosten voor onderhoud en verduurzaming van warmtenetten en -bronnen verder toenemen, terwijl de vraag naar warmte de afgelopen drie jaar sterk is afgenomen. Daarom hanteert Eneco in 2025 de maximum toegestane tarieven van de ACM. Hierdoor blijven de totale vaste kosten voor Eneco’s warmteklanten aankomend jaar nagenoeg gelijk.

Rijkswaterstaat verduurzaamt vuurtorenverlichting

Rijkswaterstaat is volop bezig met de verduurzaming van de verlichting van vuurtorens langs de Nederlandse kust. Sinds de start van dit project zijn inmiddels al verschillende vuurtorens voorzien van nieuwe, duurzame ledverlichting.

Deze vernieuwing is noodzakelijk, omdat de oude lampen en bijbehorende technische ondersteuning hun levensduur hebben bereikt en niet langer verkrijgbaar zijn. Dit brengt risico's met zich mee bij storingen, aangezien vervanging dan niet meer mogelijk is.

De nieuwe lampen zijn speciaal ontworpen voor de verduurzaming van vuurtorens in Nederland en bestaan uit energiezuinige led-technologie. Deze verlichting vermindert het energieverbruik en verhoogt de betrouwbaarheid van de vuurtorens. Ledverlichting biedt verder een langere levensduur en vraagt minder onderhoud dan traditionele lampen.

Sinds de start van het project zijn de volgende vuurtorens al uitgerust met de nieuwe duurzame verlichting: Marken, De Ven, Scheveningen, IJmuiden Hoog, Sectorlicht IJmuiden Laag, Texel, Ameland, Noordwijk, Westerschouwen, Urk, Ouddorp, Egmond aan Zee en Westkapelle hoog, Noorderhoofd laag, Terschelling en Vlieland. De komende periode wordt ook de vuurtoren van Schiermonnikoog verduurzaamd.

Het verduurzamen van vuurtorenverlichting is geen kwestie van simpelweg een lamp vervangen. Voor elke toren moet de nieuwe lamp zorgvuldig worden afgesteld, zodat deze precies in het midden van de lens staat. Dit is essentieel voor een optimale lichtbundel. Bovendien moet de elektrische installatie volledig worden vernieuwd, omdat de nieuwe ledverlichting een andere aansturing vereist. Dit zorgt voor een efficiëntere werking en eenvoudiger onderhoud.

Grote energie-infrastructuurprojecten in Zeeland in 2024

Er zijn veel grootschalige energieprojecten gepland in Zeeland. Het Rijk heeft een nieuw overzicht gepubliceerd van alle projecten in Nederland.

De verbouwing van het energiesysteem in Nederland is in volle gang. Bij verschillende grote energie-infrastructuurprojecten is de bouw dit jaar afgerond of van start gegaan. Bij andere energieprojecten is voortgang geboekt in de voorbereiding. Er is door de Rijksoverheid een nieuw overzicht gepubliceerd van alle lopende grote energie-infrastructuurprojecten in Nederland. In dit nieuwsbericht kijken we naar de projecten in Zeeland.
 
De energie-infrastructuur moet flink worden aangepast om in de toekomst genoeg energie te leveren voor nieuwe huizen, duurzame industrie en schoon vervoer. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe hoogspanningsverbindingen, buisleidingen voor waterstof en CO2 en nieuwe kerncentrales. Het realiseren van grootschalige energieprojecten is complex. Dit komt onder meer door de schaarse ruimte, complexe vergunningverlening, beperkte stikstofruimte en schaarste aan personeel of materialen. Bij sommige projecten kan dat tot vertraging leiden.  

De Rijksoverheid werkt samen met betrokken partijen zoals netbeheerders, medeoverheden en andere betrokkenen aan verschillende mogelijkheden om het tempo erin te houden. Zoals juridische versnellingsmaatregelen en een verkenning naar een aanpak op stikstof voor energie-infrastructuurprojecten. Dit gebeurt onder andere door het afgeven van de benodigde vergunningen via de zogenaamde projectprocedure en met het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK), waarmee projecten voorrang kunnen krijgen.

Zeeland is een belangrijke schakel in het nieuwe energiesysteem door de gunstige ligging aan de kust. Tegelijkertijd raakt het net in de regio vol en heeft het industriecluster Schelde-Deltaregio verduurzamingsplannen die door moeten. Afgelopen jaar zagen we:  

De bouw van projecten IJmuiden Ver Alpha ging van start en de procedure van Nederwiek 1 nadert afronding. De bouw kan binnenkort beginnen.   

De voorkeurslocatie voor het Hoogspanningsstation in omgeving Sloegebied werd gepubliceerd. Momenteel wordt er gewerkt aan een onderzoeksplan voor de hoogspanningsverbinding naar Zeeuws-Vlaanderen. Daarnaast is de bouw van de nieuwe hoogspanningsverbinding Borssele-Rilland in afronding (2025 klaar). 
Er wordt gewerkt aan een aansluiting voor een CO2-buisleiding (Delta Schelde Connection) tussen Antwerpen, Moerdijk, Rotterdam en een aftakking naar Zeeland;
In het kader van MIEK wordt er verkennend onderzoek gedaan naar een buisleidingentunnel (Multi-Utiliteiten Kruising Westerschelde - MUK) voor onder andere waterstof, warmte, CO2 en grondstoffen onder de Westerschelde door in Zeeland;  
De procedure voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales is gestart. Borssele/Vlissingen en Terneuzen werden in deze procedure als zoeklocaties opgenomen.  

vrijdag 20 december 2024

VEH: Veel huiseigenaren hebben problemen met onderhoud warmtepomp

Veel huiseigenaren met een warmtepomp hebben problemen met het onderhoud hiervan. Ze kunnen niemand vinden die het onderhoud wil uitvoeren, worden na oplevering van hun nieuwbouwwoning aan hun lot overgelaten of krijgen geen advies over wat hun warmtepomp aan onderhoud nodig heeft. Dat blijkt uit een meldpunt van Vereniging Eigen Huis waar in korte tijd bijna 2.000 reacties binnenstroomden.

Een warmtepomp heeft net als een cv-ketel onderhoud nodig. De installateur controleert op beschadigingen of lekkages, maakt filters of buitenunits schoon en checkt het functioneren van de warmtepomp. Driekwart van de melders geeft aan behoefte te hebben aan dit soort onderhoud, maar twee derde krijgt geen onderhoudscontract geregeld.

Sommige huiseigenaren blijken jaren bezig te zijn met hun zoektocht naar een installateur of kunnen na een faillissement van de fabrikant niemand meer vinden of zitten na een storing letterlijk in de kou.

De meeste meldingen gaan over all electric warmtepompen, die vooral bij nieuwbouwwoningen worden geïnstalleerd. Een vaak gehoorde klacht is dat er na oplevering van de woning niks is geregeld voor het onderhoud van de warmtepomp.

Bouwers en installatiebedrijven denken bij nieuwbouwwoningen niet altijd goed na over de plek waar ze de buitenunits plaatsen, zo blijkt uit het meldpunt. Als het onderhoud aan de orde komt, worden huiseigenaren afgewezen omdat hun warmtepomp niet goed bereikbaar is.

Ook hebben consumenten die een hybride warmtepomp hebben laten installeren, vaak moeite iemand te vinden voor het onderhoud van de cv-ketel. De warmtepompinstallateur wil dit niet doen en cv-ketel-bedrijven durven het vaak niet meer aan in combinatie met een warmtepomp. In sommige gevallen werd daardoor het onderhoudscontract opgezegd.

Bedrijfsleven blijft achter met overstap naar LED-verlichting: slechts een kwart maakt er volledig gebruik van

Anno 2024 maakt slechts een kwart van de organisaties (26%) volledig gebruik van LED-verlichting, een kleine stijging ten opzichte van twintig procent in het voorgaande jaar. Dit blijkt uit onderzoek van het initiatief ‘met LED kan het’, gehouden onder ruim 1.000 Nederlanders in loondienst.

Onder consumenten begint de noodzaak om over te stappen op energiebesparende verlichting al wat meer te leven. Bijna de helft van werkend Nederland (47%) maakt namelijk volledig gebruik van LED-verlichting in en rondom zijn woning. In vergelijking met 2023 is dit een stijging van maar liefst elf procent.
 
Ondanks deze positieve ontwikkeling voor consumenten is het kennisniveau over LED-verlichting het afgelopen jaar nauwelijks verbeterd. Slechts twee op de vijf werkenden (39%) weten dat LED-verlichting invloed heeft op het energielabel van een woning. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2023, toen dit percentage nog 36 procent was. Tegelijkertijd geloven werkenden dat overstappen op LED-verlichting weggegooid geld is (4% in 2023; 5% in 2024). Ook vinden mensen LED-verlichting te duur om aan te schaffen (16% in 2023; 18% in 2024).
 
In het bedrijfsleven ligt dit cijfer aanzienlijk hoger: maar liefst een op de drie organisaties (34%) geeft aan nog niet bezig te zijn met energiebesparing, zoals de overstap naar LED-verlichting, omdat de kosten te hoog zijn. Opmerkelijk is dat dit percentage met 19 procent is gestegen ten opzichte van 2023 (15%).
 
Kosten spelen dus een belangrijke rol bij de beslissing om energiebesparende maatregelen toe te passen. Het is dan ook niet verrassend dat het aantal mensen dat de verlichting pas vervangt wanneer de oude kapot gaat, vrijwel gelijk is gebleven: 67 procent in 2023 en 68 procent in 2024. Opvallend is wel dat een bijdrage van de overheid hierin geen verschil lijkt te maken. Sterker nog, het percentage werkende Nederlanders dat zijn verlichting zou vervangen door een energiebesparende optie bij financiële steun van de overheid is het afgelopen jaar gedaald van 61 procent naar 51 procent.
 
Ook in het bedrijfsleven lijkt een financiële prikkel vanuit de overheid niet te helpen: slechts 33 procent zou zijn werkgever aansporen om te kiezen voor een energiebesparende optie bij overheidssteun.

Zorgen om overvol stroomnet in Noord-Holland

De provincie Noord-Holland is geschrokken van de resultaten van het onderzoek dat TenneT gedaan heeft naar de ruimte op het elektriciteitsnet.

Dat net is overvol en voor grootverbruikers zoals bedrijven, supermarkten en zwembaden, kan in een groot deel van de provincie geen ruimte gemaakt worden voor uitbreiding van aansluitingen. De komende 10 jaar krijgt deze groep stroomgebruikers te maken met lange wachtlijsten voordat zij een nieuwe aansluiting krijgen of hun bestaande aansluiting uit kunnen breiden.

'De netcongestie is echt nijpend en dat betekent dat we op korte termijn moeten zoeken naar oplossingen en maatregelen. Maatschappelijk zal dit ook effect hebben op bijvoorbeeld woningbouw en economie. De verduurzaming van bedrijven kan (of zal) hierdoor langzamer gaan,” zegt gedeputeerde Rosan Kocken. “Netbeheerders zijn samen met andere partijen al langer bezig om de problemen op te lossen maar deze resultaten maken de urgentie nog groter.'

TenneT en Liander werken samen met bedrijven en overheid, onder andere de provincie Noord-Holland, aan aanvullende maatregelen om ervoor te zorgen dat huishoudens niet geraakt worden door storingen.

De komende jaren investeren netbeheerders miljarden in het electriciteitsnetwerk door het bouwen van hoogspanningsstations en leidingen om op lange termijn de capaciteit van het stroomnetwerk uit te breiden. In de tussentijd wordt gekeken welke maatregele er op korte termijn genomen kunnen worden.

donderdag 19 december 2024

Verplicht aanbod flexibel vermogen voor grootste elektriciteitsverbruikers

Het elektriciteitsnet in Nederland is zo vol dat netbeheerders op steeds meer plekken moeten ingrijpen om het net veilig en betrouwbaar te houden.

Om de kans op overbelastingen en storingen te verkleinen, gaat TenneT Nederlands grootste verbruikers van elektriciteit verplichten om hun ‘flexibel vermogen’ aan te bieden ten behoeve van congestiemanagement. Hierbij is het de bedoeling dat grootverbruikers met een gecontracteerd vermogen van meer dan 60 megawatt tijdens piekdrukte op het elektriciteitsnet hun 'flexibel vermogen' aanbieden aan de netbeheerder. Zij krijgen hier een vergoeding voor.

Deze verplichting geldt al langer, maar grote elektriciteitsverbruikers worden hier nu op geattendeerd. In juli zijn de grootste producenten van elektriciteit met deze boodschap benaderd. Ondertussen blijft TenneT samen met de regionale netbeheerders overal in het land werken aan de verzwaring en uitbreiding van het elektriciteitsnet.  

Flexibel vermogen is de mogelijkheid van grootverbruikers om tijdens piekdrukte op het net minder elektriciteit aan het net terug te leveren of te verbruiken. Bijvoorbeeld door bedrijfsprocessen flexibel in te richten, e-boilers of elektrolysers tijdens de spits op het net uit te zetten en grootschalige batterijen alleen op dalmomenten van het net gebruik te laten maken.

De verplichting voor het aanbieden van flexibel vermogen is vastgelegd in de Netcode Elektriciteit. Dit geldt zowel voor grootverbruikers in congestiegebieden als in regio's die op dit moment nog geen congestiegebied zijn. De grootverbruikers mogen de vergoeding voor hun diensten zelf bepalen. TenneT vergelijkt vervolgens de biedingen en bepaalt of deze inzetbaar zijn. De bedoeling is dat door marktwerking een competitieve prijs voor flexibiliteit ontstaat. In totaal benadert TenneT 16 klanten om deze verplichting na te komen.

Samenwerking NedZero en Oekraïense Wind Energie Associatie voor bouw robuust energiesysteem in Oekraïne

Nederlandse bedrijven uit de windindustrie gaan Oekraïne helpen met de bouw van een gedecentraliseerde energievoorziening op land en de ontwikkeling van wind op zee. Hiertoe is op 26 november een samenwerkingsovereenkomst (MoU) getekend tussen de Nederlandse branchevereniging voor windenergie NedZero en de Oekraïense Windenergie Associatie (UWEA).

In een eerste stap heeft een delegatie uit de Oekraïense windindustrie Nederland bezocht om kennis op te doen.

Oekraïne heeft een dringende behoefte aan verspreide energiebronnen zoals windmolenparken, omdat deze een moeilijker te raken doelwit vormen dan grote energiecentrales.

De MoU tussen NedZero en UWEA is een eerste aanzet naar een privaat-publieke samenwerking, waarmee gestreefd wordt naar samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Nederlandse Ambassade in Kiev, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en Nederlandse bedrijven en organisaties die actief zijn in de windenergiesector.

De MoU sluit aan bij de focus van het ministerie van Buitenlandse Zaken om Oekraïne te ondersteunen op, onder andere, het gebied van duurzame energievoorziening en circulaire bouw. Ook Invest International is aangesloten op de gesprekken hierover.

ACM: verbetering financiële gezondheid meeste energieleveranciers

Energieleveranciers staan er gemiddeld genomen financieel beter voor dan een paar jaar geleden. Het overgrote deel van de leveranciers houdt zich ook aan de regels voor het tijdig versturen van jaar- en eindafrekeningen. Dat blijkt uit financiële informatie die leveranciers zelf hebben aangeleverd bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM). De ACM ziet ook dat enkele leveranciers hun inkoopstrategie moeten verbeteren. Bijvoorbeeld omdat leveranciers contracten met huishoudens en kleine bedrijven (‘kleinverbruikers’) hebben afgesloten voor een vaste prijs, maar onvoldoende energie inkopen. Dit maakt leveranciers kwetsbaar voor prijsschommelingen op de energiemarkten.

Bedrijven die gas en/of elektriciteit leveren aan huishoudens en kleine bedrijven moeten daarvoor een vergunning hebben van de ACM. Op dit moment hebben 52 leveranciers een vergunning voor het leveren van elektriciteit en 50 voor het leveren van gas.

Uit controle van de cijfers blijkt dat de leveranciers er gemiddeld beter voor staan dan afgelopen jaren. Het gemiddelde eigen vermogen (‘solvabiliteit’) van leveranciers met een groot marktaandeel is de afgelopen jaren gestegen. Dit geldt in mindere mate voor leveranciers met een klein marktaandeel. Bij individuele leveranciers kunnen wel zwakke plekken ontstaan als de marktomstandigheden ernstig verslechteren. Daarom controleert de ACM ook of leveranciers een ‘stresscenario’ kunnen doorstaan en geloofwaardige noodplannen hebben.

Daarnaast controleert de ACM of leveranciers voldoende gas en elektriciteit tijdig hebben ingekocht om hun klanten gedurende een vaststaande periode tegen een vaste prijs energie te kunnen leveren (inkoopstrategie). De ACM stelt vast dat de inkoopstrategie van een aantal leveranciers nog niet op orde is. De ACM ziet erop toe dat deze leveranciers hun inkoopstrategie op korte termijn verbeteren. Zo nodig zet zij formele handhavingsinstrumenten in om dit af te dwingen.

De ACM heeft in de afgelopen tijd de vergunning van 2 leveranciers ingetrokken en 5 leveranciers hebben hun vergunning ingeleverd. Een aantal leveranciers staat nog onder verscherpt toezicht, onder andere vanwege zorgen over de kwaliteit van de administratie, het risicomanagement, de financiële gezondheid en de inkoopstrategie.

De afgelopen jaren is het aantal leveranciers met een vergunning licht gedaald. Tegelijkertijd ziet de ACM dat het aantal partijen met interesse in een vergunning in 2024 toeneemt. In 2024 zijn met 5 bedrijven oriëntatiegesprekken gevoerd over een (mogelijke) vergunningsaanvraag. In deze gesprekken besteedt de ACM extra aandacht aan de wettelijke verplichtingen die bij een vergunning horen nadat een vergunning eenmaal verkregen is. De ACM merkt namelijk dat partijen soms onderschatten met welke verplichtingen leveranciers in de praktijk te maken krijgen. De ACM heeft dit jaar aan 2 bedrijven die aan de wettelijke eisen van betrouwbaarheid en de kwaliteitseisen voldeden, een vergunning verstrekt. Bij 3 bedrijven heeft de ACM de vergunning geweigerd of de aanvraagprocedure stopgezet omdat het bedrijf niet aan de eisen voldeed.

woensdag 18 december 2024

Zonsector blij met duidelijkheid over salderingsregeling

De Eerste Kamer heeft ingestemd met het afschaffen van de salderingsregeling per 2027. Branchevereniging Holland Solar is blij dat hiermee eindelijk duidelijkheid komt voor consumenten én voor alle bedrijven die actief zijn in de sector.

De politieke discussie over dit onderwerp heeft meer dan 10 jaar geduurd en komt nu ten einde. Het politieke ge-ping-pong is nooit goed voor de zonne-energiesector geweest. Dat er nu eindelijk duidelijkheid is, geeft bedrijven in onze sector rust.

Holland Solar ziet dat oplossingen voor het verhogen van eigen verbruik van zonnestroom, zoals (thuis)batterijen, zonnestroomboiler, laadpalen, warmtepompen en andere slimme apparaten, niet voor alle consumenten bereikbaar zijn. Daarom is het essentieel dat het kabinet consumenten hierin gaat ondersteunen door de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) te hervormen en een ‘flexbonus’ hieraan toe te voegen. Een stapelsubsidie, die het combineren van de aanschaf van zonnepanelen met een maatregel om het eigen verbruik te verhogen beloont en apparaten normeert op hun aanstuurbaarheid.

Holland Solar kijkt ernaar uit om met de Minister het gesprek aan te gaan over de mogelijkheden voor het invoeren van een flexbonus. Andere Europese landen zijn Nederland hierin al voorgegaan. In Duitsland is een dergelijke flexbonus ingevoerd. Met resultaat. Inmiddels wordt hier bij 75% van de zonnestroominstallaties ook een thuisbatterij of warmtepomp geïnstalleerd.

Aangezien de ISDE-regeling toegankelijk is voor woningcorporaties, gemeenten en mkb's, biedt dit tevens kansen voor huurders en huiseigenaren met beperkte investeringscapaciteit om hun energierekening structureel te verlagen.

Mini-grids helpen vluchtelingenkampen aan energie

In veel grote vluchtelingenkampen in Afrika komt de energie nog grotendeels van dieselgeneratoren, aangevuld met lampen op zonne-energie. Maar de energiebehoefte van de bewoners, die vaak jarenlang in deze kampen wonen, is veel groter dan dat.

Mini-grids die stabiele, duurzame stroom leveren, lijken een goede oplossing. Onderzoek van dr. Elena Fumagalli en Duccio Baldi naar de mogelijkheden en behoefte, leidde tot de start van energie-kwartiermakers in drie kampen.

Een mini-grid is een elektriciteitsnetwerk in het klein en draait zelfstandig, zonder aansluiting op het hoofdstroomnet. In afgelegen vluchtelingenkampen kan een mini-grid essentiële diensten ondersteunen, van gezondheidszorg tot lokale bedrijven, van koelkasten op de markt tot het opladen van telefoons.

In 2022 kon Fumagalli dit idee in de praktijk gaan onderzoeken in drie vluchtelingenkampen in Malawi, Oeganda en Zambia, met financiering van Pathways to Sustainability en de steun van Magda Moner-Girona van de JRC-Europese Commissie. Om de behoeften van de bewoners in kaart te brengen, begon het team met energie-audits. Duccio Baldi kon samen met lokale onderzoekers in vier weken tijd meer dan 1400 interviews houden met bewoners. Zo leerden ze hoeveel energie mensen nu gebruiken en waar behoefte aan is. Het gaf inzicht in de noodzaak en in de eisen waaraan mini-grids zouden moeten voldoen.

Het team onderzocht ook hoe bereid bewoners waren om te betalen voor elektriciteit. Bepaalde lokale bedrijven, zoals kleine winkeltjes of marktverkopers, waren echt gemotiveerd om te betalen voor toegang tot energie. Deze bedrijven kunnen direct profiteren van betrouwbare elektriciteit, of het nu gaat om koeling, verlichting of het aandrijven van apparatuur. De bereidheid van huishoudens om te betalen was anders. Het werd vaak beïnvloed door sociaaleconomische factoren, zoals of de gezinnen voorheen al toegang tot elektriciteit hadden.

Gemeenten onderzoeken samenwerking bij windenergie in Diemerscheg

De gemeenten Amsterdam, Diemen en Gooise Meren gaan samen met de provincie Noord-Holland de mogelijkheden verkennen voor samenwerking bij de opwek van windenergie in de Diemerscheg.

Deze verkenning gebeurt in het kader van de Regionale Energiestrategie (RES).

Diemen heeft vier gebieden aangewezen voor de opwek van windenergie. Het stadsbestuur van Amsterdam zal begin 2025 een beslissing nemen over het Programma Wind Amsterdam 2030 en daarmee ook over het zoekgebied Diemerscheg-Amsterdam. Deze gebieden grenzen aan elkaar en liggen dicht bij de grens met Gooise Meren.

In de volgende fase wordt verkend of en hoe windturbines het beste in het landschap kunnen worden ingepast. Gemeente Gooise Meren sluit aan om in dit verband de kansen en risico’s bij mogelijke plaatsing van 1 van de windmolens op haar grondgebied, aansluitend op de zoekgebieden van Diemen en Amsterdam, te verkennen.

Gemeenten onderzoeken samenwerking bij windenergie in DiemerschegDe gebieden A, B, C, D zijn de projectgebieden voor windenergie van Diemen. Het blauwgestreepte gebied in Amsterdam is het zoekgebied Amsterdam-Diemerscheg.

De gemeenten en provincie vragen het ministerie van Klimaat en Groene Groei om dit onderzoek op te nemen in het programma ‘Opwek Energie op Rijksvastgoed’ (OER). Ook Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer, die grond bezitten in dit gebied, werken mee aan het onderzoek.

dinsdag 17 december 2024

Surseance voor Holland Stroom

Holland Stroom, ook wel bekend als HEM, heeft surseance van betaling aangevraagd nadat toezichthouder HEM de vergunning heeft ingetrokken.

Het bedrijf bleek niet meer in staat om op een betrouwbare manier energie te leveren. HEM heeft de inkoop van gas voor de maand december niet goed geregeld en heeft onvoldoende financiële middelen om openstaande rekeningen te voldoen.

HEM had al geen beste reputatie. De ACM heeft het overwegend online opererende HEM eerder dit jaar een boete van 1,1 miljoen euro opgelegd voor misleidende verkoop van energiecontracten. Daarnaast heeft de ACM opgetreden tegen onredelijk hoge tarieven van HEM.

In april 2024 heeft HEM bindende toezeggingen gedaan aan de ACM. Klanten van HEM konden daardoor zonder opzegvergoeding overstappen naar een andere leverancier. Klanten konden er ook voor kiezen om klant te blijven tegen lagere tarieven.

EV-markt groeit, afbouw steun elektrisch rijden gaat te snel

De interesse in elektrische auto’s groeit en er komen steeds betaalbaardere modellen op de markt. Toch neemt het aantal mensen dat van plan is een elektrische auto te kopen niet toe. Dit blijkt uit de Elektrisch Rijden Monitor 2024, die de ANWB vandaag heeft gepubliceerd.

De betaalbaarheid van elektrische auto’s blijft voor veel Nederlanders de grootste uitdaging. De aanschafprijs weegt zwaarder dan de actieradius of het laadnetwerk. Het aantal mensen dat van plan is de komende jaren een elektrische auto te kopen blijft nagenoeg gelijk aan voorgaande jaren.

Het gebrek aan duidelijkheid van de overheid over autobelastingen speelt momenteel een grote rol. Ongeacht of men positief of negatief staat tegenover de veranderingen in de motorrijtuigenbelasting (wegenbelasting) voor elektrische auto’s, zijn Nederlanders vooral op zoek naar zekerheid. De helft van de Nederlanders geeft aan dat de aanschaf van een elektrische auto wordt beïnvloed door de MRB. Met de plannen van het kabinet zullen de maandlasten van elektrische auto’s fors stijgen.

Aankomend jaar betalen EV-rijders 25 procent van het benzinetarief, oplopend naar 100 procent in 2030. De steun van het kabinet verdwijnt nu in rap tempo, terwijl Nederlanders op dit moment al per kilometer meer kwijt zijn aan een elektrische auto (75,6 cent per km) dan aan een vergelijkbare benzineauto (66,8 cent per km). De snelheid waarmee stimuleringsmaatregelen, met name de MRB-korting, worden afgebouwd is te snel in verhouding tot de grote investering die Nederlanders nog steeds moeten doen bij de aankoop van een elektrische auto.

De ANWB voorziet een toename van het aantal tweedehands elektrische auto’s – veelal afkomstig uit de lease – en de komst van meer nieuwe modellen met een relatief lagere aanschafprijs. Aan het eind van dit jaar is het aantal nieuwe EV’s met een aanschafprijs tot 50.000 euro gestegen van 57 naar 83 modellen, en onder de 35.000 euro is dit aantal gegroeid van 7 naar 16 modellen. Deze beter betaalbare modellen zijn van belang voor de overstap naar elektrisch rijden.

De gemiddelde aanschafprijs van een elektrische auto is licht gestegen naar 46.022 euro, terwijl de betalingsbereidheid van Nederlanders voor een nieuwe EV is gestegen naar 34.436. Hierdoor is het verschil tussen het gemiddelde aankoopbedrag en het bedrag dat kopers willen uitgeven aan een elektrische auto verkleind van 14.151 in 2023 naar 11.586 euro dit jaar.

Naast de nieuwprijs van elektrische voertuigen en de (goedkopere) tweedehandsmarkt, zijn actieradius en het laadnetwerk belangrijke factoren voor Nederlanders bij de beslissing om een elektrische auto aan te schaffen. Voor 6 op de 10 Nederlanders ligt de gewenste actieradius tot 500 km, wat overeenkomt met de gemiddelde actieradius van een EV in 2024, namelijk 418 km. Daarnaast geeft 4 op de 10 Nederlanders aan dat ze een actieradius van meer dan 500 km willen.

Inmiddels rijden er 522.747 elektrische auto’s rond in ons land, wat neerkomt op 5,5 procent van het totale personenwagenpark. Nederland blijft koploper in Europa als het gaat om openbare laadpaaldichtheid, met 1 laadpunt per 3 elektrische auto’s (174.442 AC- en DC-laadpunten).

Het onderzoek voor de ANWB Elektrisch Rijden Monitor richt zich op de ontwikkeling van elektrisch rijden in Nederland, de belangrijkste drempels, politieke maatregelen, de diversiteit onder Nederlanders, de houding van elektrische rijders en de positie van Nederland in een Europese context.

Easee introduceert Charge Max EV-lader

Easee maakt bekend dat de Charge Max, hun nieuwste lader voor elektrische voertuigen, beschikbaar is in onder meer Nederland, België en Duitsland. De Charge Max voldoet aan de Europese meetinstrumentenrichtlijn (MID) en maakt het verrekenen van laadkosten gemakkelijk voor huishoudens, gebruikers met een auto van de zaak en kleine bedrijven met meerdere elektrische voertuigen. Charge Max is Easee’s meest energiezuinige en nauwkeurige EV-lader, en wordt ook gebruikt om mogelijkheden te onderzoeken voor het ontwikkelen van bi-directioneel laden.

Charge Max is een MID-gecertificeerde thuislader en geschikt voor thuisgebruik, zakelijke auto’s en wagenparkbeheerders. Dankzij een stijlvol nieuw ontwerp en een duidelijk afleesbaar scherm kunnen gebruikers direct hun energieverbruik monitoren en zo de kosten effectief beheren.

De Charge Max-lader is uitgerust met nauwkeurige energiemeters voor het verrekenen van laadkosten, in overeenstemming met de meetinstrumentenrichtlijn (MID). Deze EU-richtlijn streeft naar een standaard voor nauwkeurige energiemetingen in EV-laders in alle lidstaten en is in Nederland al verplicht middels de metrologiewet.

Charge Max behoort tot een nieuwe generatie laders van Easee die worden gebruikt voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van bidirectioneel opladen, waaronder projecten in Zweden met Polestar, Vattenfall en Svenska Kraftnät, de netbeheerder van de netinfrastructuur.

ACM waarschuwt voor onduidelijke reclames thuisbatterijen

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) ziet dat er bij consumenten steeds meer interesse is voor thuisbatterijen, mogelijk omdat huishoudens met zonnepanelen terugleverkosten voor zonnestroom willen voorkomen.

Thuisbatterijen zijn technisch en financieel gezien ingewikkelde producten. Daarom adviseert de ACM om niet zomaar via een ongevraagd verkooptelefoontje of een advertentie via (sociale) media een thuisbatterij aan te schaffen. Huishoudens die overwegen een thuisbatterij aan te schaffen raadt de ACM aan om daarvóór goed onderzoek te doen naar de verschillende modellen en prijzen van thuisbatterijen.

De ACM ziet ook dat aanbieders van thuisbatterijen in hun promotiemateriaal en in verkoopgesprekken vaak een erg positieve voorstelling van zaken geven over de financiële opbrengsten van een thuisbatterij. Energieprijzen uit het verleden zeggen bijvoorbeeld niet veel over de energieprijzen in de toekomst. De energiemarkten zijn volop in beweging en het is erg onzeker hoe energieprijzen zich ontwikkelen. De financiële opbrengsten van een thuisbatterij zijn ook onzeker omdat de opbrengst daalt als steeds meer huishoudens een thuisbatterij laten plaatsen. Op de website MilieuCentraal staat meer informatie over hoe thuisbatterijen werken en wat voor- en nadelen zijn.

De ACM ziet dat er ook aanbieders van thuisbatterijen zijn die hun producten aanbieden met een lening. De ACM raadt consumenten die geld lenen voor een thuisbatterij aan om extra goed op te letten omdat het niet zeker is dat ze dat geleende bedrag met de thuisbatterij zullen terugverdienen.

Huishoudens met zonnepanelen vanaf 2027 honderden euro’s duurder uit

De Eerste Kamer stemt 17 december naar verwachting voor het afschaffen van de salderingsregeling. Independer berekent dat een huishouden met gemiddeld gebruik en 10 zonnepanelen hierdoor 65 procent meer kwijt is aan stroomkosten. Dit komt neer op 204 euro per jaar. Ondanks de stijgende kosten blijven zonnepanelen interessant.
 
Door de salderingsregeling mogen huishoudens zonnestroom die ze zelf niet gebruiken nu nog terugleveren aan het net. Dit wordt aan het einde van het jaar weggestreept tegen stroom die je op andere momenten van het net haalt. Als gevolg hiervan gaan de stroomkosten omlaag. Per 1 januari 2027 vervalt de regeling definitief als de Eerste Kamer daarmee instemt.
 
Voor een huishouden met zonnepanelen betekent het dat de stroomkosten stijgen. Per 1 januari 2027 gaat het om een bedrag van gemiddeld 204 euro per jaar bij een verbruik van 3.500 kWh met 10 panelen met een eigen verbruik van 30%, blijkt uit berekeningen van Independer. Dit is gebaseerd op de minimale terugleververgoeding over de eerste drie jaar van 50%, zoals bepaald door de Tweede Kamer.
 
Niet alleen de stroomkosten nemen toe. Ook de terugverdientijd van zonnepanelen. Koop je begin 2025 zonnepanelen? Dan kun je nog twee jaar salderen. Vergeleken met een huishouden die jarenlang heeft mogen salderen is je terugverdientijd in dat geval tussen de 4 en 8 jaar langer. Koop je in 2027 zonnepanelen? Dan bedraagt de terugverdientijd ongeveer 16 jaar.
 
Independer berekende de terugverdientijd voor zonnepanelen aan de hand van verschillende aanschafmomenten. Klik hier voor een volledig overzicht.
 
Zonnepanelen gaan in de regel 25 jaar mee. Ook zonder salderen loont het dus om panelen te kopen, zegt Independer energie-expert Joris Kerkhof. Daarnaast kun je de terugverdientijd zelf verder inkorten door je eigen opgewekte energie zoveel mogelijk te gebruiken. En je eigen energie gebruiken wordt steeds belangrijker.
 
In het rekenvoorbeeld gaat Independer uit van een eigen energieverbruik van 30%. Dit kun je eenvoudig verhogen door bijvoorbeeld de wasmachine en vaatwasser aan te zetten wanneer de zon schijnt. Hierdoor kun je jaarlijks ongeveer 70 euro besparen, berekent Independer.
 
Daarnaast ben je met zonnepanelen nog altijd veel goedkoper uit dan zonder. Zo betaalt een gemiddeld huishouden zonder zonnepanelen ongeveer 850 euro per jaar aan stroom. Hetzelfde huishouden met zonnepanelen betaalt vanaf 2027 ongeveer 350 euro minder aan stroomkosten, blijkt uit berekeningen van Independer.

maandag 16 december 2024

Verkoop van warmtepompen explodeert door subsidiewijziging

De vraag naar warmtepompen is geëxplodeerd. Uit cijfers van warmtepompspecialist Quatt blijkt dat in de afgelopen vier weken meer warmtepompen zijn verkocht dan in de eerste tien maanden van 2024.

Volgens het Amsterdamse bedrijf is de overgangsregeling voor de subsidieverlaging in 2025 die de regering onlangs heeft aangekondigd de belangrijkste reden voor de sterk toegenomen interesse in warmtepompen.

Uit cijfers van warmtepompspecialist Quatt blijkt dat in de afgelopen vier weken meer warmtepompen zijn verkocht dan in de eerste tien maanden van 2024. De overgangsregeling voor de subsidieverlaging in 2025 die de regering onlangs heeft aangekondigd is de belangrijkste reden voor de sterk toegenomen interesse in warmtepompen. Klik op het beeld om de rechtenvrije foto in hoge resolutie te downloaden.

Sinds medio november hebben ruim zevenduizend klanten een offerte getekend voor een hybride warmtepomp van Quatt. Dat is meer dan het aantal warmtepompen dat Quatt daarvoor in heel 2024 heeft verkocht.

Quatt installeerde in november de tienduizendste warmtepomp in Nederland en verwacht in het eerste kwartaal van 2025 al de vijftienduizendste warmtepomp te installeren. Daarom heeft het bedrijf de afgelopen weken extra installateurs aangenomen.

Flipse wijst erop dat ondanks de verlaagde subsidie in 2025 de aanschaf van een hybride warmtepomp een goede investering is die zichzelf terugverdient.

Gebouwbranden met zonnepanelen voor het eerst in kaart gebracht

TNO, het NIPV, en NEN hebben voor het eerst in kaart gebracht bij hoeveel gebouwbranden er tussen 2022 en 2023 een zonne-energiesysteem betrokken was.

Van de 10.000 gebouwbranden tussen 2022 en 2023 was er in 152 gevallen een zonne-energiesysteem aanwezig op het gebouw (minder dan 2%). Alhoewel de drie betrokken organisaties tevreden zijn met deze eerste kennisbasis benadrukken ze dat het nodig is om gedurende langere tijd data te verzamelen voordat er conclusies kunnen worden getrokken.

In de afgelopen jaren is het aantal zonnepaneleninstallaties op gebouwen sterk toegenomen. Met de groeiende populariteit van zonne-energiesystemen is ook de bezorgdheid over brandrisico’s toegenomen. Het is echter moeilijk te bepalen of de zonnepanelen de oorzaak van de brand waren en onder welke omstandigheden de brand is ontstaan. Tot 2023 werden gebouwbranden waarbij zonne-energiesystemen betrokken zijn, niet structureel geregistreerd. Deze studie is een eerste basis om meer inzicht in gebouwbranden met zonne-energiesystemen te verkrijgen en een testmethode te ontwikkelen voor de impact van deze systemen op daken.
                                                                                                  
Van de 10.000 gebouwbranden tussen 2022 en 2023 was er in 152 gevallen een zonne-energiesysteem aanwezig op het gebouw (minder dan 2%). Van die 152 branden konden er 70 verder worden onderzocht met de hulp van de Teams Brandonderzoek van de veiligheidsregio’s. Het onderzoek toont aan dat de oorzaak van de brand in de 70 gevallen -voor zover bekend- bijna even vaak wel, als niet in het zonne-energiesysteem lag: bij 30 branden is vastgesteld dat de brand ontstaan is in het zonne-energiesysteem. Van 29 is bekend dat het niet aan het systeem lag en bij 11 was de oorzaak onbekend.

De experts van het NIPV (Nederlands Instituut Publieke Veiligheid), NEN (Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut) en TNO benadrukken dat verschillende ontwikkelingen de komende jaren invloed gaan hebben op mogelijke brandincidenten. De eerste generatie zonnepanelen komt bijvoorbeeld nu aan het eind van de levensduur en zijn mogelijk minder veilig. Daarnaast heeft de enorme vraag naar zonne-energiesystemen gezorgd voor een toename in installatiebedrijven die in sommige gevallen niet volledig volgens de normen installeren.

Dit onderzoek is een eerste stap naar het opzetten van een kennisbasis maar bevat beperkte data. Alleen branden waarbij de brandweer heeft opgetreden én waarover via de Teams Brandonderzoek van de veiligheidsregio’s informatie kon worden verkregen, konden worden meegenomen. Daarnaast bleek het niet mogelijk om data van de verzekeraars te gebruiken. Om een beter inzicht te krijgen in de omvang van brandrisico’s pleiten de organisaties daarom voor (financiële) middelen om brandincidenten de komende 4 jaar beter te monitoren en analyseren. In dit onderzoek, in opdracht van het Ministerie van Klimaat & Groene Groei (KGG), heeft het NIPV de landelijke database voor gebouwbranden opgezet en data verzameld. TNO had een coördinerende rol en heeft bijgedragen aan dataverzameling en analyse van branden. Verder droeg NEN bij, door het laten uitvoeren van verschillende brandproeven en ontwikkelen ze een Europese testmethode.

Aandelen Dodewaard overgenomen door staat en overgedragen aan COVRA

De staat heeft de aandelen van de voormalige kerncentrale Dodewaard overgenomen. De aandelen zijn daarop meteen overgedragen aan COVRA. Het door GKN opgebouwde vermogen wordt in de toekomst gebruikt om de kerncentrale te ontmantelen. COVRA is het enige bedrijf in Nederland dat radioactief afval verzamelt, verwerkt en opslaat.

Het kabinet heeft eerder aangekondigd de aandelen te willen kopen en over te dragen aan COVRA met het oog op de financiering voor de ontmanteling van de kerncentrale.


Daarnaast is het gehele vermogen van de enige aandeelhouder (NEA, B.V. Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor) van de kerncentrale Dodewaard overgedragen aan GKN. GKN (Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland) is de rechtspersoon achter de kerncentrale Dodewaard. Doordat COVRA nu enige aandeelhouder van GKN is geworden, is ook dat gehele vermogen beschikbaar voor dekking van de ontmantelingskosten.

De middelen van NEA worden, samen met het vermogen van Dodewaard, straks gebruikt om de kosten van de ontmanteling te dekken. Het geld dat GKN beschikbaar heeft, in totaal ongeveer 180 miljoen euro, wordt tot 2045 belegd, en kan dus nog ruim 20 j
aar aangroeien. Hiermee wordt straks de ontmanteling bekostigd en in de tussentijd het beheer van de voormalige kerncentrale.

De inschatting is dat de beschikbare middelen niet voldoende zullen zijn en de overheid uiteindelijk wel nog bij zal moeten betalen voor de ontmanteling. Er is straks naar verwachting 350 miljoen euro nodig.

Kerncentrale Dodewaard is al sinds 1997 niet meer in gebruik en bevindt zich nu in zogenaamde veilige insluiting. Dit betekent dat er geen splijtstof meer aanwezig is. Vanuit veiligheidsoptiek is er geen aanleiding om nu al te beginnen met ontmantelen. Dat zal gebeuren vanaf 2045. De inschatting is dat het ongeveer tien jaar zal duren voordat de ontmanteling zal zijn voltooid. Dat zal met de huidige planning rond 2055 zijn.

De kerncentrale moet worden ontmanteld tot een ‘groene weide’. Dit betekent dat het terrein waarop de Kerncentrale nu staat weer beschikbaar moet komen voor elke bestemming die dan voorzien wordt. Er ligt daarmee na de ontmanteling geen restrictie op het gebruik van het terrein van de voormalige kerncentrale Dodewaard.

vrijdag 13 december 2024

JOA Air Solutions realiseert innovatief restwarmte-terugwinningsproject voor PMI Bergen op Zoom

JOA Air Solutions heeft in samenwerking met Philip Morris International (PMI) een uniek restwarmte-terugwinningsproject afgerond op de PMI-locatie in Bergen op Zoom. Dit project, dat een industriële natte scrubber combineert met warmtewisselaars en warmtepompen, vertegenwoordigt een innovatieve en unieke oplossing die zowel luchtvervuiling als energie-efficiëntie aanzienlijk verbetert. Het project betekent niet alleen een belangrijke stap voor PMI, maar kan ook als voorbeeld dienen voor de gehele procesindustrie.

In het project heeft JOA Air Solutions als system integrator de technologieën naadloos geïntegreerd om zowel schadelijke emissies te reinigen als afvalwarmte terug te winnen. Deze aanpak draagt nu het project is afgerond direct bij aan de CO2-doelstellingen van PMI en vermindert de CO2-uitstoot met ongeveer 2.500 ton per jaar, terwijl het ook een energiebesparing van 13 GWh per jaar oplevert. Het geavanceerde systeem zet laagwaardige restwarmte om naar water met een hoge temperatuur van 85-90 °C en het volledige systeem is geschikt voor 3 MW warmteafgifte. De warmte kan gebruikt worden voor zowel proces- als fabrieksverwarming. Als koelmiddel wordt ammoniak gebruikt vanwege de goede eigenschappen qua energie efficiëntie. De realisatie van dit project is door haar schaal uniek in Europa en voor zover bekend wereldwijd.

Het project biedt een krachtig voorbeeld van hoe technologie en samenwerking kunnen bijdragen aan de ambitieuze duurzaamheidsdoelen van de industrie. Geïnteresseerden uit de Nederlandse en Belgische procesindustrie kwamen het project zelf bekijken tijdens het Heat Recovery Event dat JOA op 27 november j.l. bij de PMI-locatie in Bergen op Zoom organiseerde.

Liander en Zonneplan ronden ‘congestiepilot’ af

Netbeheerder Liander en energiebedrijf Zonneplan hebben hun gezamenlijke pilot in Arnhem afgerond. Insteek van de pilot was het beantwoorden van de vraag hoe huishoudens met flexibel aanstuurbare thuisbatterijen en zonnepanelen kunnen bijdragen aan het verminderen van netcongestie. Beide partijen zijn zeer positief over de uitkomsten. Lokale aansturing van thuisbatterijen en zonnepanelen heeft een positieve impact op netcongestie zonder dat huishoudens inleveren op hun wooncomfort.

De pilot van Liander en Zonneplan startte in september in de Arnhemse Burgemeesterswijk en Hoogkamp. Een pilot waarin verschillende scenario’s in de praktijk zijn getest. Zo liet Zonneplan thuisbatterijen opladen of ontladen en schakelde het zonnepanelen af op verzoek van de netbeheerder. Zowel met verzoeken een dag van tevoren als op de dag zelf is getest.

De sturing van zonnepanelen en thuisbatterijen kan zonder dat huishoudens moeten inleveren op hun comfort. Klanten van Zonneplan bij wie de pilot is uitgevoerd, merkten dan ook niets van het feit dat de aansturing soms afweek van de aansturing zoals zij gewend zijn. Dat is een belangrijk verschil ten opzichte van bijvoorbeeld de flexibele aansturing van laadpalen om elektrische auto's op te laden. De accu daarvan moet immers voldoende opgeladen zijn als een bestuurder ermee wil gaan rijden.

Liander onderzoekt ook of andere toepassingen, zoals het opladen van elektrische auto's, kunnen worden ingezet voor een flexibeler gebruik van het elektriciteitsnet. Zonneplan beschikt over flexibel aanstuurbare laadpalen en past deze technologie ook al langer toe.

Mede naar aanleiding van de pilot in Arnhem is een sectorbrede werkgroep gestart die zich richt op het maken van afspraken over netbewuste aansturing van thuisbatterijen. Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van het ministerie van Klimaat en Groene Groei, netbeheerders en marktpartijen.

Vooruitlopend op de resultaten van de werkgroep heeft Zonneplan Gridguard ontwikkeld. Gridguard biedt een slimme oplossing om de balans op het elektriciteitsnet te waarborgen. De technologie voorkomt dat thuisbatterijen opladen tijdens de avondpiek, wanneer de vraag naar stroom het hoogst is, en voorkomt ook dat ze ontladen op zonnige middagen met een overschot aan zonne-energie.

Gasunie CFO Janneke Hermes kondigt vertrek in 2025 aan

CFO Janneke Hermes heeft besloten om Gasunie per eind februari 2025 te gaan verlaten. Janneke Hermes is dan bijna 23 jaar werkzaam geweest bij Gasunie, waarvan meer dan 5 jaar als CFO.

Ook was zij na het vertrek van Han Fennema in oktober 2023 enkele maanden waarnemend CEO. Janneke Hermes zet haar loopbaan in de loop van 2025 voort als CFO en lid van de Raad van Bestuur van Koninklijke Wagenborg in Delfzijl.

De Raad van Commissarissen heeft de procedure voor de opvolging van Janneke Hermes als CFO inmiddels gestart.

donderdag 12 december 2024

Eerste Kamer neemt Energiewet aan

De Eerste Kamer heeft de Energiewet aangenomen. Dit wetsvoorstel beoogt de huidige Gaswet en Elektriciteitswet uit 1998 te vervangen. 'Dat deze wet er nu eindelijk komt is belangrijk voor de voortzetting van de energietransitie en daarmee de verdere uitrol van zonnepanelen in Nederland', aldus Wijnand van Hooff, Algemeen Directeur Holland Solar.  

Flexibel omgaan met de ruimte die we hebben op het elektriciteitsnet is essentieel voor de verduurzaming van ons energiesysteem. De Energiewet zal ervoor gaan zorgen dat er meer handvatten komen om hiermee aan de slag te gaan. Zo wordt bijvoorbeeld het opzetten van energiehubs vereenvoudigd. Energiehubs zorgen ervoor dat ondernemers een belangrijke bijdrage kunnen gaan leveren aan het flexibel gebruik van het net, zodat in de toekomst meer projecten aangesloten kunnen worden.  

Ook wordt met deze wet geregeld dat het makkelijker moet worden om zelf een aansluiting op het elektriciteitsnet te regelen. Op dit moment ligt de grens op 10 MVa. Deze grens zal verlaagd worden naar 2.3 MVa. Holland Solar is blij dat dit mogelijk wordt, omdat dit netbeheerders ontlast en aangeslotenen helpt aan een snellere aansluiting.

Het mogelijk maken van kabelbundeling vormt ook een welkome aanvulling op het pakket dat flexibel gebruik van het elektriciteitsnet moet bevorderen. Cablepooling houdt in dat het mogelijk wordt voor bijvoorbeeld zon- en windprojecten om met een fabriek een aansluiting te delen. Zo is er minder netcapaciteit nodig en profiteert de hele samenleving van lagere kosten voor het elektriciteitsnet. De ACM heeft in aanloop naar de introductie van deze wet cablepooling al gedoogd. Iets waar Holland Solar veel aandacht voor gevraagd heeft, omdat het een win-win situatie is voor alle aangeslotenen.

Elektriciteitsnet Zuid-Holland bereikt nu overal maximale capaciteit voor afname

Elektriciteitsnet Zuid-Holland bereikt nu overal maximale capaciteit voor afname van stroom.

TenneT heeft onlangs aangekondigd dat het hoogspanningsnet in Zuid-Holland de grenzen van zijn capaciteit bereikt voor de levering van elektriciteit aan grootverbruikers. Samen met Liander en Stedin onderzoekt de landelijke netbeheerder oplossingen die op korte termijn ruimte op het net maken, zoals spitsmijden door grootverbruikers. Uitkomst van dit onderzoek wordt in december 2025 verwacht.

Het elektriciteitsnet in Nederland komt steeds verder onder druk te staan. De vraag naar stroom stijgt harder dan de snelheid waarmee netbeheerders het elektriciteitsnet kunnen uitbreiden. In Zuid-Holland heeft het net van Liander op veel plekken al de maximale capaciteit bereikt en wordt gewerkt aan uitbreiding en verzwaring.

De afgelopen jaren heeft het regionale elektriciteitsnet van Liander op veel plaatsen in Zuid-Holland de maximale capaciteit bereikt. Daardoor is een wachtlijst ontstaan voor klanten die (extra) capaciteit willen.

Nu heeft ook het hoogspanningsnet van
TenneT in de provincie de grenzen van zijn capaciteit bereikt voor de levering van elektriciteit aan grootverbruikers. Dit betekent dat aanvragen voor capaciteit vanaf vandaag ook op een wachtlijst komen. Voor deze klanten geldt dat zij geholpen worden na netuitbrieding van TenneT. Grootverbruikers die vóór 5 december op de wachtlijst stonden, worden in principe geholpen wanneer het Liander-knelpunt is opgelost.

TenneT onderzoekt samen met Liander en Stedin oplossingen die op korte termijn extra capaciteit mogelijk maken, zoals spitsmijden door grootverbruikers. De netbeheerder publiceert de uitkomsten van dit onderzoek uiterlijk in december 2025. Ondertussen werken de netbeheerders overal in de provincie aan verzwaring en uitbreiding van het elektriciteitsnet.

Particulieren en kleine bedrijven (met een aansluiting tot 3x80 ampère) hebben vooralsnog geen last van de drukte op het net. Ook woningbouwplannen worden door deze vooraankondiging niet geraakt. Wel zien we dat de stroomnetten in de wijk op lokaal niveau vollopen. Dat zorgt ervoor dat de doorlooptijd voor een nieuwe of zwaardere aansluiting op sommige oploopt met enkele weken tot soms 2 jaar.

Een belangrijke focus van de netbeheerders is het sneller realiseren van elektriciteitsstations en het leggen van kabels. Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk dat overheden sneller keuzes maken over wanneer en waar welke energie-infrastructuur moet komen. Daarnaast moet er sneller grond beschikbaar komen voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet en vergunningen en procedures worden versneld.

Maar uitbreiding alleen is niet genoeg. Het elektriciteitsnet moeten we ook efficiënter benutten, bijvoorbeeld door spitsmijden financieel aantrekkelijker en minder vrijblijvend te maken en het net zwaarder te belasten waar dat veilig mogelijk is. Spitsmijden houdt in dat we met ondernemers afspreken om op een ander moment stroom te verbruiken of op te wekken. Zoals bijvoorbeeld een tuinder in Zevenhuizen die bereid is om flexibel gebruik te maken van het stroomnet waardoor dertien nieuwe bedrijven ook aangesloten kunnen worden.

Het nieuwe energiesysteem vraagt daarnaast om ander gedrag van alle gebruikers. Waarbij vooral elektriciteit wordt gebruikt wanneer er veel duurzame opwek van wind of zon is en minder elektriciteit wordt gebruikt tijdens piekuren.

De netbeheerders nodigen ondernemers in Zuid-Holland uit voor een webinar op donderdag 16 januari 2025 van 13.30-14.30 uur. Tijdens deze online bijeenkomst krijgen ondernemers meer informatie over de recente ontwikkelingen op het elektriciteitsnet, wat congestieonderzoek inhoudt en gaan de netbeheerders met ondernemers in gesprek over het beschikbaar stellen van flexibel vermogen en spitsmijden.

Dynamische stroomprijs stijgt donderdag tot € 1,20 per kWh

Op donderdag 12 december betalen huishoudens met een dynamisch contract met 1,20 euro per kWh de hoofdprijs voor stroom. Vanaf 08:00 stijgt de all-in dynamische stroomprijs voorbij de 0,60 euro per kWh. Dit betreft de prijs inclusief energiebelasting en opslag van de leverancier.

Het duurste uur is tussen 17:00 en 18:00, dan kost stroom minimaal 1,20 euro per kWh. Vanaf 22:00 zakt de prijs weer tot ‘normale’ niveau van rond de 30 cent per kWh.

Er staat extreem weinig wind in Europa en de zon laat zich niet zien. Daardoor moeten gascentrales extra aan de slag om elektriciteit op te wekken. De gasprijs staat momenteel op het hoogste punt van het jaar, waardoor dit erg duur is. Deze kosten resulteren in een hoge stroomprijs. Dynamische energieprijzen reageren meteen op de ontwikkelingen in de markt, waardoor de prijzen al flink hoger liggen.

In november was de dynamische stroomprijs al extreem hoog. De stroomprijs lag op dat moment op € 0,80 per kWh. Morgen gaat de uurprijs daar vandaag ruim overheen. Dit laat zien dat de risico’s van een dynamisch energiecontract groot zijn. In korte tijd kunnen de tarieven enorm stijgen, met alle financiële gevolgen van dien. Niet iedereen zit daarop te wachten. Uit een analyse van Overstappen.nl bleek dat het aantal consumenten dat een dynamisch contract verliet, afgelopen weken al flink is toegenomen .

Wie besluit om overdag zijn of haar elektrische auto op te laden ziet de energierekening flink oplopen. Afhankelijk van je type lader is het vermogen tussen de 7,5 en 22 kWh per uur. Dat betekent dat men tussen 17:00 en 17:59 al tussen de 9 en 26,40 euro kwijt is voor 1 uur laden.

Mogelijke sluiting EP NL centrale benadrukt noodzaak van CO2-vrij regelbaar vermogen

De mogelijke sluiting van de Rotterdamse elektriciteitscentrale van EP NL bevestigt de urgentie van meer regelbaar vermogen, dat CO2 vrij is. Het is nu echt tijd voor actie!. Dat zegt Cora van Nieuwenhuizen, voorzitter van Energie-Nederland, naar aanleiding van het nieuws dat EP NL, een lid van de branchevereniging, deze gascentrale overweegt te sluiten vanwege onvoorspelbare marktomstandigheden.

Elektriciteit kan op verscheidene manieren worden geproduceerd: duurzaam, zoals met zon, wind en biomassa en nucleair en nu nog via aardgas- en kolencentrales. Zonne- en windenergie zijn de laatste jaren in Nederland hard gegroeid en hebben een steeds groter aandeel in de elektriciteitsmix. In periodes dat de zon niet schijnt en het niet waait, zogeheten dunkelflaute, moet er wel elektriciteit geproduceerd worden. Dat noemen we regelbaar vermogen: elektriciteitsproductie die je aan en uit kan zetten. Die rol nemen gascentrales vooral op zich. Kerncentrales zijn minder regelbaar en de kolencentrales moeten in Nederland in 2030 allemaal gesloten zijn. Gascentrales, die op termijn mogelijk omgebouwd worden naar waterstofcentrales, blijven voorlopig dus nog onmisbaar in het elektriciteitssysteem.

Hoe meer zonne- en windenergie we hebben, hoe minder de gascentrales hoeven te draaien. Een goede ontwikkeling voor de Nederlandse duurzaamheidsdoelen die de leden van Energie-Nederland voluit steunen. Maar de afnemende draaiuren van gascentrales en daardoor afnemende inkomsten kunnen ertoe leiden dat er onvoldoende perspectief op een gezonde financiële bedrijfsvoering ontstaat. Dat kan leiden tot een besluit om een gascentrale te sluiten.

Energie-Nederland ziet een reëel risico dat er meer gascentrales zullen sluiten en ook dat er grote terughoudendheid zal zijn om te investeren in nieuwe gas- of waterstofcentrales of ombouw van bestaande centrales naar waterstof. Dan komt de leveringszekerheid in het gedrang.  

Dat scenario wil Energie-Nederland voor zijn. Daarom roepen wij de politiek op begin nu met het maken van plannen voor regelbaar vermogen, en bij voorkeur CO2 vrij. De vorige minister van Klimaat had één miljard euro per jaar gereserveerd, maar nooit ingezet, om CO2-vrij regelbaar vermogen te ontwikkelen. Willen we de leveringszekerheid op peil houden en de elektriciteitssector verder vergroenen, dan moeten we nu aan de slag met het ontwikkelen van CO2-vrij regelbaar vermogen.