Pagina's

vrijdag 29 november 2024

Provincie Zuid-Holland in beroep tegen besluit gemeente Nissewaard

De Provincie Zuid-Holland gaat in beroep tegen een besluit van de gemeente Nissewaard omdat de gemeenteraad heeft geweigerd een vergunning te verlenen voor de plaatsing van vijf windturbines op de Brielse Maasdijk. De weigering is volgens de provincie strijdig met de wet en gaat in tegen eerdere afspraken. Een overzicht van de gebeurtenissen die hier aan vooraf gingen.

Binnen de provincie Zuid-Holland zijn er afspraken gemaakt over hoeveel iedere regio bijdraagt aan de landelijke energiedoelen. Voor Regio Rijnmond hebben de gemeenten en provincie Zuid-Holland afgesproken om minstens 150 Mega Watt aan windenergie te bouwen in 2020. Een en ander is vastgelegd in het Convenant Realisatie Windenergie Stadsregio Rotterdam 2012, dat is ondertekend door de Provincie Zuid-Holland, betreffende gemeenten, de Natuur en Milieufederatie en NedZero (destijds NWEA). Dit convenant is verlengd tot 31 december 2025.

Daarnaast hebben gemeenten en provincie afspraken gemaakt over duurzame energie die zijn vastgelegd in de Regionale energiestrategie Rotterdam Den Haag (RES).

Ook de gemeente Nissewaard heeft zich gecommitteerd aan de regionale windenergie-afspraken. Samen met de Gemeenteraad is in 2017 het gebied Brielse Maasdijk als zoeklocatie naar voren geschoven. Met de provincie is daarna afgesproken om hier voor eind 2025 minstens 18 MW aan windenergie te bouwen.

Het bedrijf HVC Landwind wil in samenwerking met de Gemeente Nissewaard en de Coöperatieve Vereniging Voorne Putten Energie vijf windmolens op deze plek bouwen. Drie aan de westzijde en twee aan de oostzijde van de Hartelbrug. In december 2022 vroeg het bedrijf een vergunning hiervoor aan bij de gemeente in voor plaatsing van 5 windturbines op de Brielse Maasdijk.

Woonwijk gebouwd op basis van nieuw type stroomcontract

De nieuwe Utrechtse stadswijk Merwede is de eerste wijk in Nederland en in Europa die wordt gebouwd op basis van een nieuw type stroomcontract. Via een collectief warmtesysteem worden de woningen straks verwarmd en door een groepscontract af te sluiten is er ook nog ruimte voor voorzieningen, zoals een school en een supermarkt. Dit is een vorm van netbewuste nieuwbouw, wat zorgt voor minder impact op het elektriciteitsnet. In tijden van schaarse capaciteit op het elektriciteitsnet, kunnen op basis van netbewuste nieuwbouw meer woningen en wijkvoorzieningen worden aangesloten op het net.

In dit proefproject worden 4.225 woningen aangesloten op het stroomnet. Voor het hele project geldt 5 megawatt als maximaal te gebruiken vermogen. Doordat er een groepscontract is afgesproken, met onder meer de aannemer en de projectontwikkelaar, waar binnen verschillende innovaties zijn toegepast, blijft het verbruik van de wijk en de voorzieningen onder de afgesproken grens van 5 megawatt. Bewoners merken hier niks van en genieten het comfort zoals in elke woning het geval is.

Bouwpartijen hebben op deze manier de ruimte om zelf allerlei oplossingen te bedenken, zo lang ze maar binnen de limiet van 5 megawatt blijven. In Merwede wordt bijvoorbeeld het laden van elektrische auto's in de winter 's avonds uitgesteld. Dit nieuwe groepscontract is mogelijk door een nauwe samenwerking tussen de gemeente Utrecht, Stedin, projectontwikkelaars en de exploitant van het warmtekoudesysteem waarmee de wijk straks verwarmd wordt.   

Met de ambitie van het kabinet en marktpartijen om jaarlijks 100.000 nieuwbouwwoningen te realiseren, groeit de noodzaak voor netbewuste nieuwbouw. Met het bouwen van netbewuste woningen kunnen er meer woningen worden aangesloten met de beperkte ruimte op het net. Zo kunnen de woningbouw doelstellingen gehaald worden. Een mix van woningen, maar ook belangrijke voorzieningen in een wijk, zijn mogelijk als netbewuste nieuwbouw wordt ingezet. Merwede is een voorbeeld van netbewuste bouw, waarbij een wijk minder gebruik maakt van het elektriciteitsnet. In de provincie Utrecht worden de komende tijd 6.500 woningen gebouwd op een vergelijkbare manier.

Ondertekening maatwerk stroomafnameovereenkomst Tion Renewables en zoutproducent Nobian

Tion Renewables Group (Tion Renewables, kortweg “Tion”), een producent van hernieuwbare energie die actief is in vijf Europese landen en zijn hoofdkantoor heeft in München, en Nobian GmbH (Nobian), een Europese leider op het gebied van zout, essentiële chemicaliën en cavernes voor energieopslag, hebben een Corporate Power Purchase Agreement (kortweg PPA) ondertekend.

Gewoonlijk worden PPA's ondertekend voor nieuwe centrales met leveringsperioden van 10 tot 15 jaar, om prijszekerheid en financiering op de lange termijn te garanderen. Met deze overeenkomst zal Tion echter de elektriciteit uit zijn operationele portfolio voor een kortere periode van ongeveer drie jaar aan Nobian leveren.

Nobian's eerste PPA in Duitsland met Tion Renewables markeert een nieuwe mijlpaal in de reis naar nul CO2 met 100% hernieuwbare energie in 2040.

Nobian wil de komende jaren extra PPA's afsluiten in Duitsland, Nederland en Denemarken om zijn portfolio van hernieuwbare energie uit te breiden. Dit zal helpen om low carbon producten te genereren door de CO2-uitstoot in de productieprocessen voor zout, chloor, loog en waterstof te verminderen.

donderdag 28 november 2024

Mestoverschot Overijssel wordt duurzame goudmijn

Over vijf jaar moet de helft van alle mest die boeren in Overijssel produceren, omgezet worden in biogas en groen gas.

In Overijssel moeten met grote snelheid nieuwe mestvergisters gebouwd worden. Dat is nodig omdat de provincie wil dat er veel méér biogas geproduceerd gaat worden. Zo’n 100.000 kubieke meter.

Er is sprake van een enorm mestoverschot in Overijssel. En dat overschot wordt alleen maar groter door de afschaffing van de Europese uitzonderingsregel voor Nederland.

Groengas is opgewerkt biogas en kan als directe vervanging dienen voor aardgas in woningen en andere gebouwen, waar een warmtepomp of warmtenet niet toe te passen is.

Op dit moment wordt nog geen vijf procent van de Overijsselse mest vergist tot biogas. Dat moet naar vijftig procent van de Overijsselse mest, over vijf jaar.

Ruim tien procent nationale investeringen naar verduurzaming energiesysteem

Nederland heeft in 2023 minstens 25 miljard euro geïnvesteerd in de verduurzaming van de energiehuishouding. Dat blijkt uit de Investeringsmonitor Energietransitie 2023 van SEO Economisch Onderzoek, in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), Invest-NL, Rabobank,  Alliander en Gasunie. Hoewel deze investeringen in lijn lijken te liggen met wat nu nodig is om de energiedoelstellingen te behalen, benadrukt het rapport dat het nog onzeker is of deze investeringen voldoende zijn en of ze op de juiste plek terechtkomen.
 
Er wordt flink gewerkt aan de verduurzaming van onze energiehuishouding. Aan wind- en zonne-energie, schonere bedrijven en zuiniger woningen, en onze energie-infrastructuur. Dat vergt flinke investeringen. Zo reduceren we CO2-emissies en wordt onze economie minder afhankelijk van geïmporteerde energie. Maar doen we genoeg om onze doelen voor de lange termijn te halen en wordt er in de juiste sectoren en technieken geïnvesteerd? Om die vraag te beantwoorden heeft SEO Economisch Onderzoek geïnventariseerd hoeveel investeringen er in 2023 zijn gedaan in de energietransitie. En gekeken in hoeverre dat voldoende is om een klimaatneutraal energiesysteem in 2050 te bereiken.

Uit het onderzoek blijkt dat er in 2023 minimaal 25 miljard euro aan investeringen is gedaan in verduurzaming. Bedrijven nemen met 14 miljard het merendeel voor hun rekening, gevolgd door netbeheerders (7 miljard) en huishoudens (4 miljard). Dit cijfer is ruwweg in lijn met de huidige indicaties van de investeringen die tot 2025 jaarlijks nodig zijn om onze energie- en klimaatdoelen voor de lange termijn in beeld te houden.
 
Tegelijk laat de studie zien dat de cijfers nog erg onzeker zijn en de methode verder verbeterd dient te worden. SEO heeft zich nu vooral gebaseerd op subsidie- en fiscale regelingen en die vertaald naar de onderliggende investeringen. Maar dit beeld is niet volledig. Bovendien wordt zo’n methode steeds minder dekkend wanneer duurzame investeringen ook zónder subsidie rendabel worden, bijvoorbeeld door het afbouwen van fossiele subsidies die nu nog voor oneerlijke concurrentie zorgen. Ook is het belangrijk om beter inzicht te krijgen of we wel investeren in de juiste sectoren en technieken. Hoewel er veel wordt geïnvesteerd in hernieuwbare elektriciteit, roept het rapport bijvoorbeeld de vraag op of er wel genoeg aandacht is voor andere cruciale ontwikkelingen, zoals de transitie van aardgas naar duurzame warmte. Tot slot is het onduidelijk of de huidige schattingen van de investeringsopgave volledig zijn.

De opdrachtgevers concluderen dat de sector duurzame energie inmiddels een stevige economische betekenis heeft. Daarom is een betrouwbaarder en meer gedetailleerde monitoring van de investeringsstromen belangrijk voor het lange-termijn succes van de energietransitie.

ACM publiceert uitleg nieuwe regels derdentoegang waterstofterminals

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) publiceert een Q&A met uitleg over de nieuwe regels over zogenoemde derdentoegang tot waterstofterminals. De ACM vindt het als de beoogd toezichthouder op waterstofinfrastructuur in Nederland belangrijk dat de regels voor derdentoegang tot waterstofterminals voor marktpartijen duidelijk zijn. Dit kan bijdragen aan investeringszekerheid en daarmee de totstandkoming van een importketen voor waterstof in Nederland bevorderen. Dit draagt bij aan een versnelling van de energietransitie.

Derdentoegang betekent dat waterstofterminalbeheerders aan (potentiële) gebruikers toegang moeten bieden tot de capaciteit van hun waterstofterminal. Op basis van nieuwe Europese regels moeten waterstofterminalbeheerders vanaf 2025 derdentoegang bieden tot hun waterstofterminal.
In Nederland zal een systeem van onderhandelde derdentoegang gaan gelden. Hierbij is het aan de waterstofterminalbeheerder om met (potentiële) gebruikers van de terminal onderling afspraken te maken over voorwaarden en tarieven waartegen zij gebruik kunnen maken van de terminal. Beide partijen zijn daarbij verplicht te goeder trouw over toegang te onderhandelen. Hierbij gelden algemene principes, zoals transparantie en non-discriminatie.

In een waterstofterminal wordt een per schip geïmporteerde waterstofdrager, zoals ammoniak, afgeladen en omgezet naar gasvormige waterstof. Deze waterstof kan vervolgens via een waterstofnetwerk worden vervoerd naar (industriële) afnemers.

woensdag 27 november 2024

Aquafin neemt groene stroom af van twee Luminus windturbines en

Voor het transport en de zuivering van huishoudelijk afvalwater is veel energie nodig. Waterbedrijf Aquafin doet er alles aan om zo energie-efficiënt mogelijk te werken. Om het energieverbruik verder te vergroenen, sloot de rioolwaterzuiveraar met Luminus een stroomafnameovereenkomst af voor de levering van 21.300 MWh per jaar groene stroom die afkomstig is van twee nieuwe Luminus windturbines in Oud-Turnhout.

​De stroomafnameovereenkomst, een zogenaamde Corporate Power Purchase Agreement (CPPA) die werd afgesloten, heeft betrekking op de volledige productie van twee Luminus windturbines die momenteel gebouwd worden in Oud-Turnhout, vlakbij een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Aquafin. De overeenkomst omvat de jaarlijkse aankoop en levering van 21.300 MWh windenergie aan Aquafin de komende 20 jaar. Dankzij deze CPPA zal de uitstoot van 6000 ton CO2 per jaar worden vermeden.

​De verzameling en zuivering van huishoudelijk afvalwater is een energie-intensief proces met veel pompen en een groot verbruik in de biologische zuiveringsstap. Tot op heden deed Aquafin beroep op garanties van oorsprong om de groene afkomst van zijn stroomverbruik te verzekeren.

Met zijn ‘road to zero carbon’-plan wil het bedrijf verder evolueren naar klimaatneutraliteit en zo bijdragen aan de Vlaamse klimaatdoelstellingen. Eén van de doelstellingen om dit te bereiken, is het ​ optrekken van de eigen productie van hernieuwbare energie naar 40% van de energiebehoefte tegen 2030. Naast de productie van groene stroom en groen gas ​ door vergisting van slib uit de waterzuivering, gaat het dan om zonne- en windenergie. Vandaag zijn meer dan 45 RWZI’s uitgerust met zonneparken, goed voor een geïnstalleerd vermogen van zowat 18 MegaWatt piek. Daar komt binnenkort dus ook windenergie bij.

Nieuwe toekomst voor windturbinebladen na succesvolle drijftest

Zonne-energie opwekken op windturbinebladen? Geen gek idee volgens architecten Sonja Draskovic en Jasper Manders van Cepezed. In samenwerking met Vattenfall bedachten ze voor de Dutch Design Week in Eindhoven, Nederland, hoe oude windturbinebladen omgebouwd kunnen worden tot drijvende eilanden met daarop ruimte voor speeltuinen, huizen of zonneparken.

Het aantal windturbines waarvan de levensduur eindigt, neemt de komende jaren toe. Naast het recyclen van de verschillende materialen waaruit windturbines opgebouwd zijn, zoekt Vattenfall naar manieren om onderdelen te hergebruiken zonder dat hier ingrijpende bewerkingen voor nodig zijn. Architectenbureau Cepezed zocht expliciet naar een nieuwe functie voor de rotorbladen als geheel, zodat de unieke eigenschappen van een rotorblad nogmaals dienst konden doen en er zo min mogelijk materiaal verloren zou gaan.

Voor Thomas Hjort was een succesvolle drijftest een eerste stap in het realiseren van het ontwerp. Structuren bouwen op windturbinebladen is een mooie filosofie, maar een kleine, eerste stap in die filosofie is testen of de bladen daadwerkelijk drijven. Vandaag hebben we die eerste stap gezet.

De drijftest van ‘kleine’ windturbinebladen van 30 meter was bepaald geen kleine operatie. Door hun gewicht en omvang is het ingewikkeld om ze te bewerken en te transporteren. Dit zijn nog de kleine windturbinebladen van 30 meter lang, maar de moderne windturbinebladen wegen tientallen tonnen en naderen lengtes van 100 meter. Dat zijn uitdagingen die de architecten in hun ontwerp moeten meenemen.” Toch denkt hij dat die uitdagingen niet voor lange tijd zijn.

Eneco steunt Lichtpuntjes FIXbrigade in strijd tegen energiearmoede

Eneco steunt sinds kort het samenwerkingsverband Lichtpuntjes FIXbrigade, dat de energiearmoede in de Haagse wijk Mariahoeve wil aanpakken. In deze wijk kampen relatief veel huishoudens met hoge energiekosten, omdat de woningen vaak slecht geïsoleerd zijn.

Het doel van de nieuw opgerichte Lichtpuntjes FIXbrigade is om zeker 250 huishoudens in Mariahoeve te helpen. De FIXbrigade biedt hulp, zoals het tochtvrij maken van de woning en het aanbrengen van energiebesparende maatregelen. Daarnaast worden bewoners in samenwerking met Energiebank Den Haag gecoacht in hoe ze hun energieverbruik kunnen verminderen en kosten kunnen besparen. Zo worden kosten verlaagd en het wooncomfort verbeterd.

Ook wordt een leerwerktraject opgezet, waarbij stagiairs en deelnemers met een afstand tot de arbeidsmarkt worden opgeleid en begeleid richting betaald werk of een opleiding. Begeleid door een leermeester voeren zij technische werkzaamheden uit bij bewoners thuis, waarbij ze nieuwe vaardigheden leren.

Lichtpuntjes FIXbrigade is het resultaat van een samenwerking tussen Eneco, FIXbrigade Nederland, Energiebank Den Haag, Lichtpuntjes van Mariahoeve, de Gemeente Den Haag en Rabobank. Eneco is voornaamste financier en Rabobank draagt ook bij. Energiebank Den Haag neemt het coachingsdeel op zich. FIXbrigade Nederland ondersteunt Lichtpuntjes van Mariahoeve bij de opzet van het leerwerktraject en professionalisering van het team. De Gemeente Den Haag bekostigt materialen en zorgt samen met BeHaaglijk Wonen voor het selecteren en bereiken van huishoudens die buiten de reguliere aanbestedingen vallen. Het Nationaal Programma Zuid-West biedt aanvullende opleidingen aan voor deelnemers van het leerwerktraject.

dinsdag 26 november 2024

Project van 4 tot 5 windturbines in Amblève


Luminus en SPI, de ontwikkelingsmaatschappij van de Provincie Luik, stelden een dezer dagen hun nieuwe windproject voor aan de inwoners het gemeentebestuur van Amblève. Ze plannen er de bouw van 4 tot 5 windturbines.

De nieuwe windturbines in Amblève, gelegen in Wolfsbuch langs de E42, hebben een vermogen van 24,8 MW en zullen elk jaar ongeveer 70 tot 90 GWh groene energie produceren. Dit komt overeen met het jaarlijks elektriciteitsverbruik van 19.000 tot 24.000 gezinnen. HIermee wordt ieder jaar 11.000 tot 14.000 ton CO2 vermeden.

Met de ontwikkeling van dit derde windmolenpark versterkt de gemeente Amblève haar engagement voor de productie van hernieuwbare energie en bevestigt ze haar vastberadenheid om bij te dragen tot een duurzame energietoekomst.

​SPI (via haar filiaalT4T) et Luminus werken samen aan de ontwikkeling van windmolenparken via hun gemeenschappelijke dochteronderneming EolSPI.

SPI, het agentschap voor territoriale ontwikkeling van de provincie Luik, gesteund door 84 gemeenten en de provincie zelf, wil duurzame territoriale ontwikkeling bevorderen. Dit omvat, in samenwerking met bedrijvenparken (hier dat van PAE in Kaiserbaracke), de productie van hernieuwbare energie, zoals de bouw van windparken, om bij te dragen aan de ontwikkeling van energiegemeenschappen.

De gemeente Amblève kan als overheidsinstantie voor 25% deelnemen aan het project. Ze kan ook beslissen om niet deel te nemen of om deel te nemen met een lager percentage dan wordt voorgesteld. De aanvankelijk voor de gemeente gereserveerde aandelen (25%) zullen dan, naar keuze van de gemeente Amblève, worden aangeboden aan een andere door haar aangewezen publiekrechtelijke rechtspersoon (bv. andere gemeenten, Duitstalige Gemeenschap) of aan de burgercoöperatie Courant d'air.

Mogelijke oplossing voor netcongestie

Uit naam van het TU Delft PowerWeb Institute overhandigen onderzoekers Kenneth Brunninx en Simon Tindemans op 14 november 2024 een Position Paper aan de Tweede Kamer, met een mogelijke oplossing voor de grote netwerkcapaciteit-problemen die in Nederland steeds vaker opspelen.

Waarschijnlijk haalt Nederland de klimaatdoelen 2030 niet, en dat komt onder andere doordat de grote industrie niet snel genoeg kan overstappen op elektriciteit, mede doordat er steeds vaker problemen ontstaan rondom netwerkcapaciteit en netcongestie. Naar alle waarschijnlijk zullen die problemen dit decennium eerst zelfs toenemen, voordat ze kunnen afnemen, stellen de onderzoekers.  

De oplossing die de onderzoekers van het TU Delft PowerWeb Institute aanbieden, is de ‘flexibele backstop’. Met een flexibele backstop kan de huidige capaciteit van het elektriciteitsnet efficiënter gebruikt worden zonder aan veiligheid of betrouwbaarheid in te winnen.

Een flexibele backstop is een veiligheidsmechanisme dat automatisch en op korte termijn de hoeveelheid elektriciteit vermindert die een elektrische eenheid van het elektriciteitsnet kan onttrekken (een elektrische laadpaal of een warmtepomp) en leveren (een PV-installatie). Het is een klein apparaatje dat is aangesloten of ingebouwd in een elektrische eenheid, zoals een laadpaal of warmtepomp, en dat ‘communiceert’ met de distributienetwerkbeheerder. In geval van extreme stress op het netwerk geeft de netwerkbeheerder een signaal aan het apparaat om de hoeveelheid stroom te beperken. Duitsland heeft recent een vergelijkbaar systeem ingevoerd met elektrische laadpalen. De backstop wordt enkel geactiveerd in periodes van acute congestieproblemen, nadat alle andere maatregelen uitgeput zijn.

Kamerbrief over stand van zaken nieuwbouw kerncentrales

Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) stuurde vrijdag 22 november een Kamerbrief over de stand van zaken van de nieuw te bouwen kerncentrales. In deze brief geeft de minister een update over voorbereidingen op de bouw van de eerste twee kerncentrales. Ook gaat ze in op de eerste voorbereidingen voor de realisatie van een derde en vierde kerncentrale. Het is een lange brief. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste punten uit de brief.

In een marktconsultatie werden, samen met de drie mogelijke bouwers (Westinghouse, EDF en KHNP) en financiële instellingen, mogelijkheden verkend voor een financieringsmodel voor de nieuwbouw van kerncentrales. Conclusie: de overheid zal naar verwachting het grootste gedeelte van de bouw moeten financieren. De omvang van de benodigde investering voor de bouw van de kerncentrales in Nederland is nog niet bekend. De eerste inzichten daarvoor volgen uit de technische haalbaarheidsstudies en de onafhankelijke review daarvan. De inschatting is dat de gereserveerde financiële middelen in het Klimaatfonds onvoldoende zijn voor de bijdrage van de Nederlandse overheid in de financiering. De komende maanden werkt het kabinet de verschillende financieringsopties verder uit.

In technische haalbaarheidsstudies hebben de drie mogelijke bouwers onderzocht of hun ontwerp voor de kerncentrales voldoet aan de Nederlandse wet- en regelgeving, ze passen op de EPZ-terreinen, wat de benodigde bouwtijd is en wat de kosten zijn.

Op dit moment controleert een onafhankelijke partij, ingenieursbureau Amentum, de conceptresultaten van de technische haalbaarheidsstudies en de marktconsultatie.

De minister laat weten dat de inpassing van twee kerncentrales op de EPZ-terreinen ruimtelijke uitdagingen met zich meebrengt. Ze concludeert dat ze dus ook binnen de andere gebieden in de projectprocedure (Maasvlakte I, Maasvlakte II en Terneuzen) moet kijken naar locaties die met verregaande maatregelen (zoals het verleggen van infrastructuur of verplaatsing van bedrijven) geschikt gemaakt kunnen worden.

De minister is een verkenning gestart van de mogelijkheden voor het betrekken van de Nederlandse (maak)industrie. De drie mogelijke bouwers nemen als vervolg op de studies contact op met Nederlandse bedrijven. Dit levert uiteindelijk een overzicht op van bedrijven die mogelijk kunnen bijdragen aan de bouw.

De nu lopende projectprocedure Nieuwbouw Kerncentrales leidt tot de keuze van de locatie voor de nieuwbouw van de eerste twee kerncentrales. In de procedure wordt binnen vier gebieden naar mogelijke locaties voor de nieuwbouw gezocht: Sloegebied, Terneuzen, Maasvlakte I en Maasvlakte II. Deze locaties worden onderzocht op milieueffecten en gewogen.

maandag 25 november 2024

De knop gaat om in buurtschap Unia in Leeuwarden

De knop is om in nieuwbouwwijk Unia (De Zuidlanden) in Leeuwarden. Netbeheerder Liander heeft hier samen met aannemerscombinatie Alsema en Van Vulpen het elektriciteitsnet aangelegd voor de nieuw te bouwen woningen. En dat is goed nieuws voor de gemeente en de toekomstige bewoners van de wijk. Hier werd vandaag dan ook feestelijk bij stilgestaan in aanwezigheid van wethouder Evert Stellingwerf van de gemeente Leeuwarden.

Unia maakt deel uit van De Zuidlanden in Leeuwarden, een nieuwbouwwijk ten zuiden van de stad. De afgelopen jaren verrezen hier al meerdere buurtschappen zoals Techum, Wiarda en De Klamp. In totaal worden hier ongeveer 3.200 woningen gebouwd. Unia is onderdeel van De Zuidlanden. In Unia-west worden nu de eerste woningen gebouwd. Hier komen 200 woningen. In Unia-oost staan in de toekomst ongeveer 150 woningen gepland.

De nieuwe woningen worden straks elektrisch verwarmd, daarom is er extra capaciteit nodig op het stroomnet. De werkzaamheden van Liander in Unia zijn nu officieel afgerond. In totaal is er circa 15 km elektriciteitskabels gelegd en 11 transformatorhuisjes geplaatst.

De werkzaamheden in de nieuwbouwwijk zijn onderdeel van het Liander Programma NuLelie, gericht op het versterken van het stroomnet in Friesland en de Noordoostpolder. Die werkzaamheden gaan helaas nog niet zo snel als gewenst. Eerder dit jaar werd bekend dat de grootschalige werkzaamheden rondom NuLelie vertraging oplopen. De belangrijkste oorzaak daarvan is dat de uitvoering van het werk complexer is dan vooraf gedacht. Daarnaast is ook de omvang van het werk groter dan voorzien.

Geen kerncentrale in de Eemshaven

De provincie Groningen en de gemeente Het Hogeland willen geen kerncentrale in de Eemshaven. Dat is de reactie die ze vandaag gezamenlijk geven op de kamerbrief van minister Hermans over de stand van zaken van nieuw te bouwen kerncentrales die vandaag is verstuurd aan de Tweede Kamer. Het Rijk werkt aan een procedure om locaties voor vier nieuwe kerncentrales te vinden. De minister zal daarbij ook naar de Eemshaven kijken. Dit ondanks het recente beleid van het kabinet om de Eemshaven te schrappen als locatie voor een kerncentrale. Provincie en gemeente vinden dit ongepast. Met het toch meenemen van de locatie Eemshaven lijkt het alsof het belang van de procedure belangrijker is dan de maatschappelijke realiteit in Groningen.
 
Op 5 juni 2024 namen Provinciale Staten van Groningen de motie 'Geen kerncentrale in de provincie Groningen' aan. Deze motie geeft Gedeputeerde Staten de opdracht om de bouw van een kerncentrale in de provincie Groningen uit te sluiten. Het college zet zich daar vol voor in. In een motie van de gemeenteraad van Het Hogeland op 3 april sprak de gemeenteraad zich ook nadrukkelijk uit tegen de vestiging van een kerncentrale in de Eemshaven. De raad benadrukte daarbij dat de gemeente Het Hogeland niet zal meewerken aan de bouw van een kerncentrale binnen de gemeentegrenzen.
 
De Eemshaven is sinds 1985 in beeld als een zogenaamde waarborglocatie. In de loop der jaren zijn verschillende locaties afgevallen. Via moties in de Tweede Kamer is in 2021 opgeroepen de waarborglocatie Eemshaven te schrappen. In 2024 is in het Programma Energie Hoofdstructuur (PEH*) de waarborglocatie Eemshaven daadwerkelijk geschrapt.

Het kabinet heeft in het regeerprogramma aangegeven in plaats van twee, vier nieuwe kerncentrales in Nederland te willen bouwen. Ze maken de keuze voor kernenergie als belangrijk onderdeel van het toekomstige klimaatneutrale energiesysteem in Nederland. Voor het kiezen van de locatie(s) start het kabinet de projectprocedure Nieuwbouw Kerncentrales. De minister zal daarbij ook naar de Eemshaven kijken.

Smappee brengt slimme laadoplossingen naar Nederland

Smappee, aanbieder van slimme laadoplossingen, heeft in Naarden zijn eerste servicecentrum en showroom in Nederland geopend. Smappee is al enkele jaren actief op de Nederlandse markt en wil zijn positie als autoriteit in energiemanagement, opslag en laden verder versterken. Het bedrijf mikt in Nederland op minstens een verdubbeling van de omzet in twee jaar. Nederland is en blijft een belangrijke groeimarkt, want de vraag naar EV’s blijft stijgen.

Smappee gebruikt AI-geanalyseerde data om energieverbruik dynamisch af te stemmen op de beschikbare zonne-energie of goedkoopste verwachte tarief. Dat resulteert in lager energieverbruik, is beter voor het milieu en de portemonnee. Het Smappee ecosysteem kan de slimme apparaten in je huis of bedrijf aansturen, dus je EV-laadpaal, maar ook de warmtepomp, de airco, de wasmachine, de droger, etc. In een intuïtieve en gebruiksvriendelijke app zie je altijd het exacte verbruik van deze apparaten en worden een of meerdere apparaten simultaan slim aangestuurd volgens voorkeur van de gebruiker, op basis van gemak of laagste prijs. Een ander voordeel is dat je via de Smappee App de overtollige energie van je zonnepanelen bijvoorbeeld moeiteloos kan laten doorzetten naar je laadpaal of andere elektrische apparaten.

Smappee wil ook zijn netwerk van gecertificeerde installateurs in Nederland uitbreiden. Smappee Certified Installers krijgen unieke voordelen zoals rechtstreekse eerstelijnsondersteuning, technische begeleiding, gratis trainingen via de online Smappee Academy en ze krijgen als eerste inzage in alle productinnovaties. In België volgden al bijna 2.000 installateurs de Smappee-opleiding, en ook in Nederland wil Smappee dit succes herhalen.

vrijdag 22 november 2024

NVDE blij met Algemene Rekenkamer: energiebesparingsplicht heeft veel meer potentie

De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) is blij met het rapport van de Algemene Rekenkamer over de energiebesparingsplicht voor bedrijven. De Rekenkamer concludeert dat de minister geen grip heeft op de uitvoering van het toezicht op deze plicht en acht het niet plausibel dat de ambities van dit rijksbeleid voor energiebesparing in de afgelopen 15 jaar zijn gehaald.

De nalevingsgraad door bedrijven is laag en de Omgevingsdiensten voeren relatief lage aantallen controles uit. De NVDE vindt dit een gemiste kans. 'Er kan veel extra energie worden bespaard door het verbeteren van de handhaving,' zegt Olof van der Gaag, voorzitter NVDE. 'De energiebesparingsplicht is een stok achter de deur voor bedrijven om maatregelen te nemen die goed zijn voor hen: ze verdienen ze binnen vijf jaar terug. Maar deze stok is nu meer een slappe spaghettisliert.'

Er zit veel meer in het vat van de energiebesparingsplicht dan er nu geoogst wordt, zo blijkt ook uit eerder onderzoek van TNO, Common Futures en de Energy Efficiency Movement. Common Futures berekende eerder dat een verbeterde energiebesparingsplicht jaarlijks ruim 1 miljard m³ aardgas en 5 miljard kWh elektriciteit kan besparen.
 
De NVDE doet de volgende voorstellen voor verbetering:
Snelle opvolging op rapportages aan RVO, aansporen van bedrijven die rapportages nog niet hebben ingediend (amendement Kröger in de Energiewet, maakt het mogelijk voor omgevingsdiensten om inzicht te hebben welke bedrijven onder de plicht vallen)
Voortzetting SVM (subsidie energieadvies MKB)
Lagere of nul procent rente  en/of lease-opties voor maatregelen binnen de plicht
Verbeteren  opleiding van handhavers bij omgevingsdiensten, die kennis en kunde is te divers.
Aanvullend een verbod op ongeschikt equipment of op het opkalefateren van oud ongeschikt equipment, waarvoor er een alternatief met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar is.
Aanscherpen rekenregels, minder kans op creatief ‘stukrekenen’
Verdere aanscherping van de plicht, zoals terugverdientijd naar 7 jaar

GAFT en Hogeschool Utrecht ontwikkelen vliegtuigbrandstof

Aan Hogeschool Utrecht (HU) werken onderzoekers en studenten samen met startup GAFT BV aan een opvallende innovatie: duurzame kerosine, geproduceerd uit CO₂ uit de lucht. Deze ontwikkeling zou een grote stap kunnen betekenen richting verduurzaming van de luchtvaart, een sector die bekendstaat om zijn hoge CO₂-uitstoot.

Marien de Jonge, medeoprichter van GAFT BV, werkt samen met de HU aan een baanbrekende vorm van kerosine, ook wel Sustainable Aviation Fuel (SAF) genoemd. 'We zetten CO₂ uit de lucht om in voedingsstoffen, waarmee we micro-organismen laten groeien die vetten produceren. Vervolgens worden die vetten omgezet in SAF”, legt De Jonge uit. De CO₂ wordt in eerste instantie afgevangen bij fabrieken die een hoge uitstoot hebben. Uiteindelijk willen we ons primair richten op biogene CO₂ die bijvoorbeeld geproduceerd wordt in biovergisters.'

Opschalen van het proces om SAF te maken met vetten uit micro-organismen is eenvoudiger dan bijvoorbeeld met gebruikt frituurvet, een andere bron voor SAF die nu al in gebruik is. Er is hiervoor simpelweg te weinig frituurvet beschikbaar. De vetten uit micro-organismen zijn daarom een mooie aanvulling op de al bestaande methode om SAF te maken. Er is namelijk veel SAF nodig om duurzaam vliegen mogelijk te maken.

De volgende stap is om het productieproces van duurzame kerosine op te schalen naar industrieel niveau. 'We hebben al bewezen dat we de grondstof voor SAF kunnen maken die chemisch sterk lijkt op de grondstof voor SAF die geproduceerd wordt uit frituurvet. Nu werken we aan verdere optimalisatie en opschaling, dat is een enorme uitdaging.'

Nieuwe stap naar energiesysteem van de toekomst

Om meer inzicht te krijgen in het toekomstig energiesysteem en de energienetten die nodig zijn, stelt de provincie Noord Holland samen met netbeheerders en gemeenten een Energievisie op.

Ons energiesysteem zal in 2050 heel anders zijn. Alle elektriciteit wordt dan duurzaam opgewekt, we gebruiken veel meer elektriciteit voor bijvoorbeeld vervoer en de industrie. Ook worden in 2050 veel woningen verwarmd met warmtenetten. Dit vraagt veel aanpassingen en uitbreidingen van onze energienetten.

De Energievisie geeft richting aan en maakt keuzes voor het nieuwe energiesysteem. Deze richting en keuzes bepalen welke onderdelen van het energienetwerk zoals hoogspanningsstations, kabelnetwerken en waterstofinstallaties nodig zijn. De provincie besluit in overleg met gemeenten, belangenorganisaties en waterschappen welke van deze systemen van maatschappelijk belang zijn en met voorrang door de netbeheerders gebouwd moeten worden.  

Belangrijke uitgangspunten in de Energievisie zijn:

Zoveel mogelijk energie besparen: Er is weinig ruimte in Noord-Holland en overstappen op een nieuw energiesysteem kost veel geld, tijd en ruimte. Daarom spreken we af om zoveel mogelijk energie te besparen. Daar helpt de provincie bijvoorbeeld aan mee door mee te betalen aan het isoleren van huizen.
Vraag, aanbod en opslag zoveel mogelijk bij elkaar plaatsen: Energie-opwekkers zoals windturbines, zonnepanelen en waterstoffabrieken komen zoveel mogelijk dicht bij afnemers van energie zoals fabrieken en bedrijventerreinen te staan. Ook wordt opslag van energie zoveel mogelijk bij opwek van energie geplaatst.
Het samenbrengen van vraag en aanbod in energieknooppunten: Grote vraag en aanbod van energie komen samen in energieknooppunten. In de knooppunten plaatsen we concentreren we energie-infrastructuur gericht op energie-intensieve bedrijvigheid. Op die manier gebruiken we de ruimte efficiënt.

Tjark de Lange volgt Ernst Japikse op als voorzitter Stichting Warmtenetwerk

 

Vanaf 1 januari 2025 is Tjark de Lange, directeur van engineeringsbedrijf Kapp, de nieuwe voorzitter van Stichting Warmtenetwerk. Hij neemt het stokje over van Ernst Japikse, wiens termijn van 4 jaar voorzitterschap erop zit. Japikse en De Lange blikken samen terug en kijken vooruit naar kansen voor de warmteketen en de belangrijke rol die Stichting Warmtenetwerk heeft.
 
Tjark de Lange heeft ruime ervaring als bestuurder en voorzitter van diverse organisaties, verenigingen en stichtingen.

Als voorzitter wordt De Lange verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het bestuur van Stichting Warmtenetwerk en vertegenwoordigt hij de stichting naar buiten toe. Tevens ziet hij toe op de verdere uitrol van de strategie.

Zowel publieke als private warmtebedrijven, overheden, woningcorporaties,  adviseurs, dienstverleners, leveranciers van materialen, aannemers, brancheorganisaties en onderzoeks- en onderwijsinstituten zijn deelnemers van Stichting Warmtenetwerk.

donderdag 21 november 2024

Eerste ‘Direct Current Experience Center’ in Nederland geopend

Vandaag opent in Aalsmeer het eerste Nederlandse Experience Center voor gelijkstroomtechnologie. Gelijkstroom (ook wel DC / Direct Current genoemd) kan de groeiende tekorten op het Nederlandse energienetwerk oplossen.

Al eerder werd bekend dat slechts 5 procent van de bedrijventerreinen nog over voldoende elektriciteit beschikt. Ook de woningbouw en mobiliteit komen in het gedrang vanwege het stroomtekort. Inmiddels staan al 9.400 bedrijven op de wachtlijst voor een aansluiting op het stroomnet.

De groeiende vraag naar energie en de toenemende problemen met overbelasting van het net (netcongestie) hebben het Nederlands gevestigde bedrijf DC Systems ertoe bewogen om in hun Experience Center de oplossing voor het energietekort te laten zien. Het is ontworpen om het bewustzijn van DC-oplossingen te vergroten en technologische vooruitgang te laten zien, met een sterke focus op duurzaamheid. Bezoekers ontdekken hier de toekomst van energieverdeling in een interactieve omgeving. Daarnaast fungeert het centrum als een open laboratorium voor innovatie, kennisdeling en samenwerking, met als doel de adoptie van DC-technologie te ondersteunen en de energietransitie te versnellen. Voor meer informatie, zie: www.dc.systems.

Nederland staat voor een uitdaging in zijn energietoekomst: de tekorten op het elektriciteitsnetwerk stapelen zich in snel tempo op en bedrijven en consumenten worden dagelijks geconfronteerd met beperkingen. Zo worden nieuwe aansluitingen op het netwerk uitgesteld en is de capaciteit van het bestaande net niet toereikend om de toename van het energieverbruik te ondersteunen. Dit is terug te zien aan de wachtlijst voor aansluitingen op het stroomnet: begin dit jaar stonden er maar liefst 9.400 bedrijven op.
 
Gelijkstroomtechnologie biedt de oplossing voor deze problematiek, licht Rajath Kelamane, Managing Director van DC Systems, toe: 'In tegenstelling tot conventionele wisselstroom (AC) is gelijkstroom veel efficiënter voor diverse toepassingen. Onze wereld draait steeds meer op DC, van hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen en energieopslagsystemen zoals batterijen, tot LED-verlichting en alledaagse apparaten zoals smartphones en laptops. De verschuiving naar gelijkstroomtechnologie kan de druk op het energienetwerk aanzienlijk verlichten. Een belangrijk onderdeel van deze aanpak is Current/OS, een besturingssysteem dat speciaal ontwikkeld is om DC-netwerken effectief en zelfstandig te laten opereren.'

Het net geopende Direct Current Experience Center aan de Oosteinderweg 127C in Aalsmeer belicht gelijkstroomtechnologie en is hiermee het eerste in Nederland. Bezoekers kunnen in een hybride AC/DC-omgeving interactief de toekomst van energieverdeling verkennen, met diverse DC-toepassingen zoals elektrisch laden, kantooropstellingen en industriële installaties. Ook dient het als open laboratorium met speciale faciliteiten voor testen en prototypeontwikkeling om technologische vooruitgang te ondersteunen.  
 
Twee bekende projecten in Nederland zijn de N470, de meest duurzame weg in het land, en de slimme laadoplossing voor elektrische voertuigen bij ASR. Door de integratie van gelijkstroomtechnologie in de N470 is het energieverbruik van deze 4,7 km lange provinciale weg aanzienlijk verminderd, waardoor het de meest duurzame weg van Nederland is. Bij ASR heeft de DC-microgridoplossing niet alleen de energie-efficiëntie verhoogd, maar ook de bidirectionele energiestroom mogelijk gemaakt, wat bijdraagt aan een stabieler netwerk. Door de implementatie van gelijkstroomtechnologie in Nederland te versnellen, kunnen zowel het energiegebruik worden geoptimaliseerd als het landelijke netwerk worden ontlast.

Percentage consumenten dat dynamische energiecontracten verlaat meer dan verdubbeld

Het aantal consumenten dat overstapt van een dynamisch energiecontract is de afgelopen weken flink toegenomen, blijkt uit een analyse van vergelijker Overstappen.nl. Uit recente cijfers van consumenten die overstappen naar een ander energiecontract blijkt dat het aantal consumenten dat een dynamisch contract verlaat in week 47 steeg naar 4,5 procent. Deze trend lijkt direct samen te hangen met de stijgende energieprijzen op de Europese handelsmarkt.

Momenteel schommelt de gasprijs rond de 46 euro per megawattuur (mWh). Begin dit jaar stond de gasprijs nog rond de 30 euro per mWh. Dit heeft directe gevolgen voor de stroomprijs, omdat een groot deel van de elektriciteit wordt opgewekt met gasgestookte centrales. Dat resulteerde deze week in een all-in stroomprijs van 0,82 euro per kWh.

Op dit moment is te zien dat veel consumenten de dynamische prijzen in de apps nauwlettend in de gaten houden. Zodra prijzen extreem hoog zijn, haakt een groeiend aantal mensen af. Dit is een logische reactie, want zulke prijzen hakken er stevig in. Ter vergelijking: voor een vast contract betaal je momenteel elk uur van de dag 0,25 euro per kWh.

Consumenten met een dynamisch energiecontract ervaren direct de gevolgen van de grillige en onvoorspelbare markt. Dit type contract, waarbij de prijs per uur kan fluctueren, is vooral aantrekkelijk in periodes met lage energieprijzen. In tijden van hogere energieprijzen is het voor veel consumenten onhoudbaar.

'Essent en Energie Direct laten zonnepaneelklanten betalen bij netto teruglevering'

De terugleverkosten die energiebedrijven Essent en Energie Direct sinds juli rekenen aan klanten met zonnepanelen pakken soms verkeerd uit. De terugleverkosten zijn hoger dan de terugleververgoeding. Daardoor zijn zonnepaneelbezitters die netto elektriciteit terugleveren duurder uit dan klanten die minder terugleveren.

Essent en Energie Direct erkennen de situatie in een reactie aan NU.nl. Een woordvoerder noemt de situatie die is ontstaan 'onwenselijk'. Het probleem speelt volgens de woordvoerder bij ongeveer 3 procent van alle klanten van beide energiebedrijven. Energie Direct is een dochtermerk van Essent.

Afhankelijk van de hoeveelheid elektriciteit die klanten netto terugleveren, kunnen klanten tientallen tot in een enkel geval honderden euro's per jaar duurder uit zijn dan klanten met minder teruglevering. Volgens de woordvoerder van Essent en Energie Direct gaat het om een gemiddeld bedrag van 20 euro per jaar met uitschieters naar boven en beneden.

Om te voorkomen dat klanten meer moeten betalen dan dat ze terugkrijgen, komen Essent en Energie Direct met een coulanceregeling op de eindafrekening,

woensdag 20 november 2024

Bureau Veritas neemt Versatec Energy over

Bureau Veritas neemt Versatec Energy B.V. over. De laatstgenoemde is een onafhankelijk adviesbureau, gespecialiseerd in de off- en onshore energiesector. De overname sluit aan op LEAP | 28, de strategie van Bureau Veritas om een sterke positie te verwerven in het snelgroeiende marktsegment van duurzame energie. Hiermee onderstreept de groep zijn positie als cruciale speler in de energietransitie en in het vormgeven van een duurzame en veilige toekomst voor de energiesector.
 
Bureau Veritas ondersteunt een efficiënte energiesector door klanten integrale oplossingen te bieden waarmee ze hun uitdagingen rond de energietransitie en de ontwikkeling en exploitatie van duurzame energiebronnen kunnen aangaan. De overname van Versatec Energy is een strategische zet gericht op versterking van de leidende positie van Bureau Veritas bij het waarborgen van technische compliance en het verminderen van industriële risico's in de energiesector. Door de overname kan Bureau Veritas zijn dienstenaanbod uitbreiden binnen de kerngebieden: olie en aardgas, nucleaire energie, hernieuwbare energie (zoals offshore wind), low carbon energie (zoals waterstof en derivaten) en het afvangen en opslaan van CO2 (CCUS).

Versatec Energy is een technisch adviesbureau met een focus op de offshore energie-industrie. Het kan putten uit ruim 40 jaar kennis en ervaring op het gebied van: health, safery and environment, operational excellence, quality and technical compliance, technical documentation and training en smart digital solutions. De experts van Versatec Energy hebben methodieken ontwikkeld voor: Commissioning & Start-up, Asset Due Diligence, Operational Assurance & Readiness en Project Management.
 
Het bedrijf is gevestigd in Woerden en heeft 35 medewerkers in dienst. Het behaalde in 2023 een omzet van 4,2 miljoen euro. Versatec Energy heeft sinds zijn oprichting aan meer dan 1.500 projecten in Europa, de regio Asia Pacific, het Midden-Oosten en Afrika bijgedragen.

Nobian en Gas Storage Denmark starten samenwerking gericht op ontwikkeling waterstofopslag

Nobian en GSD werken samen om de mogelijkheden voor energieopslagcavernes in Denemarken te onderzoeken, inclusief waterstofopslag. Met de samenwerking willen de partijen bijdragen aan de ontwikkeling van belangrijke energie- en waterstofinfrastructuur en de energietransitie. Dansk Salt, met meer dan 60 jaar ervaring in zoutwinning en uitgebreide ervaring in de bouw en exploitatie van zoutcavernes in Denemarken, maakt deel uit van Nobian, dat aanvullende expertise in oplossingen voor energieopslag meebrengt. GSD, een dochteronderneming van Energinet, heeft meer dan 30 jaar ervaring in ondergrondse gasopslag.

Met de samenwerking willen beide bedrijven het Deense potentieel voor de opslag van hernieuwbare energie onderzoeken. Daarnaast zien ze en belangrijke rol voor Denemarken als een toonaangevende hub voor de opslag van waterstof in de Scandinavische regio. De samenwerking sluit aan op Nobian’s ambitieuze duurzaamheidsprogramma “Grow Greener Together ”. Het bedrijf wil een van de duurzaamste chemiebedrijven in de EU zijn, met nul uitstoot in 2040 en 100% hernieuwbare energie.

Het MoU is ondertekend tijdens het werkbezoek van Zijne Majesteit Koning Willem Alexander aan Denemarken en Noorwegen op 12 en 13 november. Hij werd daarbij vergezeld door Sophie Hermans, minister van Klimaatbeleid en Groene Groei. Het bezoek was gericht op de ontwikkeling van de waterstofmarkt in Noordwest-Europa, met als hoofdthema's waterstof en het energiesysteem van de toekomst. Zijne Majesteit Koning Frederik X van Denemarken en Zijne Koninklijke Hoogheid Kroonprins Haakon van Noorwegen voegden zich bij de Koning voor delen van het programma. Een Nederlandse delegatie van bedrijven die actief zijn op het gebied van waterstof en energie-infrastructuur, waaronder Nobian, nam ook deel.

Winter komt eraan: een op de drie Nederlanders maakt zich zorgen over energierekening

Met de winter in zicht, maken veel Nederlanders zich zorgen over hun energierekening. Dit komt naar voren uit onderzoek van Slimmeheater.nl. Een aanzienlijk deel van de huishoudens doet diverse aanpassingen om de stijgende kosten in toom te houden. Zo kiest men voor elektrische bijverwarming, korter douchen, lagere thermostaat instellingen en investeren in isolatie.

Uit het onderzoek blijkt dat maar liefst 33 procent van de Nederlandse huishoudens zich zorgen maakt over de betaalbaarheid van gas, waarvan 5 procent ernstige zorgen heeft. Toch blijkt dat lang niet iedereen actief financiële stappen zet: slechts 39 procent neemt maatregelen zoals sparen, budgetteren of het aanpassen van uitgaven. Een kleine groep (5%) pakt het serieuzer aan en zoekt hulp om meer grip te krijgen op hun financiële situatie.

Om de energiekosten te verlagen, grijpt een groot aantal huishoudens naar elektrische verwarming als aanvulling op de gasverwarming; bijna zeven op de tien Nederlanders (69%) maakt hier gebruik van. Andere populaire maatregelen zijn het aanschaffen van energiezuinige apparatuur (48%) en het structureel verlagen van de thermostaat (41%). Kleinere gedragsveranderingen zoals korter douchen (30%) en bewuster omgaan met elektronica (29%) worden ook veelvuldig toegepast om de energierekening te drukken.

Naast deze gedragsaanpassingen kiezen veel Nederlanders ook voor grotere investeringen in hun huis. Zo heeft 60% dubbel glas of HR++-glas laten plaatsen, en is 44% overgestapt op extra isolatie in muren, vloeren of het dak. Effectieve maar kleinere aanpassingen zoals tochtstrips (42%) en thermostaatprogrammering (40%) blijken ook populair.

Hoewel het besparen op kosten voor veel huishoudens prioriteit heeft, speelt bij sommigen ook het milieu (14%) en het comfort of de gezondheid (13%) een rol in het terugdringen van het gasverbruik. Huishoudens geven aan dat zij meer zouden investeren in duurzame oplossingen met behulp van overheidssteun. Vooral regulering van energieprijzen en subsidies voor duurzame investeringen worden als wenselijk ervaren door de meerderheid (41%). Slechts 13% geeft de voorkeur aan compensatie of subsidies.

dinsdag 19 november 2024

Bredase leerlingen bespaarden 788 keer energie

Vier weken lang zijn teams uit groep 6, 7 en 8 van basisscholen in de gemeente Breda de strijd aangegaan voor energiebesparing. Ze hebben met elkaar maar liefst 788 energiebesparende acties uitgevoerd.

Basisschool de Kievitsloop is met een score van 1713 punten de winnaar van de Energy Race. Zij voerden maar liefst 86 energiebesparende acties uit en zorgden ervoor dat er in hun buurt 28 afspraken met energiebespaarcoaches van de gemeente en van de Bredase energiecoöperatie BRES werden aangevraagd. De klas wint daarmee een schoolreisje naar de Uitvindfabriek in Breda én een workshop Groene Energie in de klas.  

De Energy Race spoort de leerlingen aan om duurzamer om te gaan met energie, waaronder apparaten en verlichting in huis en (warm) water. Dit op initiatief van Fawaka Ondernemersschool en Race Against Waste, in samenwerking met Gemeente Breda. De kinderen leerden tijdens het project wat energiebronnen zijn, wat voor effect energie op het klimaat en de energierekening heeft, welke apparaten veel energie verbruiken en hoe je makkelijk in huis energie kan besparen. Van 21 oktober t/m 14 november hebben de deelnemende leerlingen veel energiebesparende acties uitgevoerd en campagne gevoerd in hun buurt.

Start besluitvormingsfase aan- en verkoop aandelen Twence

Medio september 2024 is een onderhandelaarsakkoord bereikt in de voorgenomen aandelentransactie waarbij de gemeenten Almelo, Oldenzaal en Twenterand hun aandelen in Twence verkopen. Na enige weken voorbereiding start deze week de besluitvorming in de (vijftien) colleges van burgemeester & wethouders (b&w) en gemeenteraden.

Het streven is de besluitvorming op 19 december af te ronden in een buitengewone aandeelhoudersvergadering van Twence Holding B.V.

Het gaat in totaal om 180.713 aandelen van Almelo, Oldenzaal en Twenterand (21,28% van het totaal) die grotendeels gekocht gaan worden door Enschede, Hengelo en Losser (129.990). Ook Twence koopt een aantal aandelen in (50.723). De verkochte aandelen vertegenwoordigen een waarde van afgerond € 35,6 miljoen, hetgeen neerkomt op € 197 per aandeel per peildatum 1 januari 2023. Deze basisprijs wordt vermeerderd met een rendementsvergoeding vanaf de peildatum en verminderd met het aan verkopende gemeenten uitgekeerde dividend na de peildatum.

In het kader van de voorgenomen aan- en verkoop aandelen Twence zijn twee belangrijke afspraken gemaakt. Ten eerste dienen de gemeenten Almelo, Oldenzaal en Twenterand het bestaande contract uit tot aan de eerste opzegmogelijkheid op 1 juli 2027. Hiermee blijven deze gemeenten dus de komende 2,5 jaar afval aanleveren bij Twence. Dit wordt gedaan om Twence de gelegenheid te geven nieuwe aandeelhouders aan te trekken. Gelet op deze afspraak houden de drie verkopende gemeenten tot 1 juli 2027 een beperkt aandelenbelang.

Ten tweede veranderen de stemverhoudingen in de aandeelhoudersvergadering van Twence doordat Enschede, Hengelo en Losser aandelen kopen. Per 1 juli 2027 hebben Enschede en Hengelo samen 53,67% van de stemrechten. Om ervoor te zorgen dat deze twee gemeenten niet samen alles kunnen bepalen, wordt voorgesteld de statuten aan te passen. Als de wijziging akkoord wordt bevonden dan zijn er altijd minimaal vier gemeenten nodig voor een gewoon meerderheidsbesluit en kan Enschede nooit alleen een gekwalificeerd besluit tegenhouden.

Wetenschap, industrie en overheid zoeken via grootschalige proeftuin op campus TU Eindhoven oplossing voor netcongestie

In de zoektocht naar oplossingen voor de actuele problematiek rondom netcongestie slaan wetenschap, industrie en overheid de handen ineen en daarmee twee vliegen in een klap. Met het OPZuid project GENIUS wil de TU/e samen met betrokken bedrijven, gemeentes en de provincie netcongestie aanpakken en tegelijkertijd een duurzame proeftuin opzetten voor relevante toekomstige innovaties.

Startschot is de ingebruikname van een batterijpakket van maar liefst een zeecontainer groot voor opslag van elektrische energie.

De GENIUS batterij is een essentieel onderdeel van een slim aansturingsplatform dat verschillende industriële gebruikers, energiebronnen en opslagsystemen op elkaar afstemt om energiepieken te voorkomen. De lithium ijzerfosfaat batterij bevat geen kobalt of nikkel en fungeert niet alleen als energieopslag, maar ook als regelinstrument. Het kan complexe data coördineren en optimaliseren, waardoor het kan adviseren over en anticiperen op verschillende energiebehoeftes van de ruim veertig faculteits- en bedrijfsgebouwen op de TU/e campus waarvan dagelijks circa vijftienduizend mensen afhankelijk zijn. De energiehub is verbonden met het openbare energienet, waardoor energie kan worden teruggeleverd of gedeeld met gebruikers in de nabije omgeving.

Daarmee is het project in Eindhoven qua omvang groter dan veel van de andere projecten die verschillende bedrijven en instellingen hebben opgezet om de problematiek rondom netcongestie tegen te gaan.

Dit batterijpakket zorgt ervoor dat de TU/e geen overschrijdingen meer veroorzaakt op het gecontracteerd vermogen en brengt de energie-afname beter in balans. Simpel gezegd wordt het fileprobleem op het energienet (congestie) opgelost door het spreiden van de ochtend- en avondspits. Dat biedt ruimte voor verdere verduurzaming van en uitbreiding op de campus binnen het huidige gecontracteerd vermogen. Denk bijvoorbeeld aan warmtepompen in combinatie met Warmte Koude Opslag (WKO) en de komst van een nieuwe cleanroom.

Dankzij slim laden en ontladen en peak shaving (energieopslag als er weinig vraag is en inzet tijdens piekperiodes) verdient het pakket zich gemakkelijk terug. Voor de TU/e levert het naar schatting 20% extra ruimte op diens eigen energienet en -vermogen doordat er minder ingekocht hoeft te worden op ongunstige momenten (tijdens ‘de spits’), waardoor de totaalkosten lager worden.

Dat is bovendien gunstig voor de netbelasting in het algemeen, omdat de TU/e op zulke piekmomenten ‘uit de file gaat’. Meer winst is te behalen op (onder andere) het gebied van (minimale) CO2-uitstoot, balanceren van netcongestie op regionaal en landelijk niveau (de TU/e kan meer energie verbruiken zonder diens aansluiting te vergroten waardoor capaciteit overblijft voor de omgeving), energiezekerheid, piekverlaging of het voorkomen van overschrijdingen op de energie-aansluiting.
Blauwdruk voor de Nederlandse industrie en netbeheerders

De systeemaanpak zorgt niet alleen voor verlichting en efficiëntere spreiding van de energiebehoefte van de (groeiende) TU/e campus, maar moet uiteindelijk ook een blauwdruk opleveren voor de Nederlandse industrie en netbeheerders om netcongestie efficiënt aan te pakken. In eerste instantie voor de circa 3500 industrieterreinen in Nederland, vooral in Zuid-Nederland, waar netcongestie de energietransitie vertraagt en economische groei belemmert. Die blauwdruk zou vervolgens over vier jaar de markt op kunnen. Dat maakt OPZuid GENIUS (Grid Efficiency Network Integration for Universal Sustainability) een strategisch project met belang vanuit de hele maatschappij waarin open innovatie de boventoon voert.

Feitelijk fungeert het project op de campus als een microsamenleving, waardoor het op de langere termijn waardevolle kennis oplevert over gebruikersgedrag en hoe dit wordt beïnvloed en verandert door inzicht in energiegebruikspatronen.

maandag 18 november 2024

Milieu Centraal roept huishoudens op om mee te doen aan de Verwarmingstest

Het landelijke kennis- en voorlichtingscentrum Milieu Centraal ziet een toegenomen vraag bij huishoudens of hun woning geschikt is voor een warmtepomp. Milieu Centraal adviseert huishoudens met een HR-ketel mee te doen aan de Verwarmingstest. Met deze test kunnen deelnemers namelijk gemakkelijk zelf thuis uitvinden of hun woning klaar is voor een warmtepomp. Zij stellen hun HR-ketel in op 50 graden om te testen of hun woning comfortabel warm blijft.

Tijdens koude dagen krijgen ze een seintje om extra alert te zijn. Na afloop van het stookseizoen delen deelnemers hun ervaringen in de adviestool, waarna zij advies van Milieu Centraal ontvangen. Bewoners krijgen advies over de mogelijkheid om een volledig elektrische of een hybride warmtepomp te installeren en om verdere stappen te zetten in het verduurzamen van hun woning. Daarmee kan op de energiekosten worden bespaard en dragen huishoudens bij aan de energietransitie en een aardgasvrij Nederland. Aanmelden voor de Verwarmingstest kan via Aanmeldpagina Verwarmingstest 24-25
 
Nederland streeft ernaar om in 2050 aardgasvrij te zijn. Dit betekent dat tegen die tijd alle woningen en gebouwen in Nederland zijn overgegaan op duurzame verwarming. Met een warmtepomp kun je zelf kiezen om aardgasvrij te verwarmen. Of een woning hier klaar voor is, hangt af van hoe goed het huis geïsoleerd is en of er voldoende warmte kan worden afgegeven, bijvoorbeeld door de radiatoren. Veel Nederlanders twijfelen of hun woning al geschikt is voor een warmtepomp. De isolatie van woningen in Nederland krijgt steeds meer aandacht, o.a. door de hoge energieprijzen van een paar jaar geleden. Vaak staat het verwarmingswater van cv-ketels ingesteld op een temperatuur van 60 tot 80 graden. Echter is in veel gevallen zo’n hoge instelling helemaal niet nodig; een lagere temperatuur volstaat vaak om de woning comfortabel te verwarmen. Blijft de woning de hele winter warm bij maximaal 50 graden cv-watertemperatuur, dan is de woning waarschijnlijk klaar voor een warmtepomp.  

Om deel te nemen aan de Verwarmingstest is een HR-ketel vereist. Mensen met een oude VR-ketel kunnen niet meedoen. Het type woning speelt daarentegen geen rol bij deelname; zowel huur- als koopwoningen kunnen meedoen. De bedoeling is dat deelnemers hun HR-ketel volgens instructie op 50 graden instellen en na afloop van het stookseizoen terugkoppeling geven in de online adviestool. Op basis hiervan stuurt Milieu Centraal een passend advies voor vervolgstappen voor het verder verduurzamen van het huis. Voor meer informatie over de Verwarmingstest zie https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/aardgasvrij-wonen/verwarmingstest/

Einde salderingsregeling betekent nieuwe fase in energietransitie

Techniek Nederland heeft gemengde gevoelens over het besluit van de Tweede Kamer om de salderingsregeling voor zonnepanelen op 1 januari 2027 af te schaffen. De brancheorganisatie vindt het positief dat de politiek eindelijk de knoop heeft doorgehakt, maar vindt het niet goed dat er nog geen duidelijkheid is over de vergoeding die consumenten van hun energieleverancier krijgen voor teruggeleverde stroom. Voorzitter Doekle Terpstra: ‘Voor installateurs blijft het moeilijk om klanten goed te adviseren over de kosten en opbrengsten van zonnepanelen. Dit gaat de markt onvoldoende in beweging brengen.’

Volgens Techniek Nederland blijft zonne-energie een cruciale rol spelen in de verduurzaming van Nederland. Zonnepanelen zijn onmisbaar om de klimaatdoelen te halen. Daarom had de brancheorganisatie liever een geleidelijke afbouw van de salderingsregeling gezien. Zo’n aanpak zou zowel consumenten als de zonnestroombranche meer ruimte en meer duidelijkheid bieden om zich aan te passen aan de nieuwe situatie.

Het einde van de salderingsregeling luidt een nieuwe fase in de energietransitie in. Eigenaren van zonnepanelen zullen een groter deel van de door hen opgewekte zonnestroom zelf gaan gebruiken. Momenteel ligt dat percentage gemiddeld op 30%. Door slimme technologieën in te zetten, zoals warmtepompen, zonnestroomboilers, thuisbatterijen en elektrische auto’s, kan dat percentage stijgen naar 60 procent. Terpstra: ‘Als we het zelfverbruik kunnen verdubbelen, helpt dat ook om de lokale netcongestie terug te dringen.’

Techniek Nederland mist plannen van het kabinet om het eigen gebruik van zonnestroom actief te stimuleren. Terpstra: ‘De overheid zou aanschaf en gebruik van zonnepanelen aantrekkelijk moeten houden. Daarmee dragen we ook bij aan het oplossen van de problemen rond netcongestie. Dat is de logische weg naar een duurzaam, toekomstbestendig energiesysteem.’ Volgens Terpstra heeft zonne-energie nog een enorme potentie in ons land. ‘Op twee derde van de Nederlandse daken liggen nog geen zonnepanelen en het overgrote deel van de bedrijfsdaken in ons land is nog onbenut.’


Energiemonitor ACM: tarieven licht omhoog, aantal huishoudens met dynamisch contract blijft licht stijgen

De tarieven voor elektriciteit en gas zijn deze maand licht gestegen. Dat blijkt uit de Monitor Consumentenmarkt Energie van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Uit de Monitor blijkt dat variabele contracten gemiddeld 1,5 procent duurder zijn geworden. Vaste contracten stegen gemiddeld 1 procent in prijs. Deze stijging volgt de ontwikkelingen op de groothandelsmarkten voor elektriciteit en gas.

Er zijn flinke verschillen in de prijzen van de verschillende vaste, variabele en dynamische energiecontracten. Uit de Monitor van de ACM blijkt ook dat het aantal huishoudens met een dynamisch energiecontract licht blijft stijgen. Inmiddels heeft meer dan 5 procent van de huishoudens een contract met dynamische tarieven.

Bij dynamische contracten bewegen de prijzen voor elektriciteit en gas direct mee met de prijzen op de groothandelsmarkt. Onverwachte marktomstandigheden zoals het plotseling wegvallen van aanvoer van aardgas kunnen dus direct zorgen voor hogere tarieven. Als er veel aanvoer van aardgas is of als er veel aanbod van elektriciteit is, kunnen tarieven ook snel weer omlaag gaan. Klanten met een dynamisch contract kunnen een dag van te voren op een website of in een app zien wat ze de volgende dag moeten betalen voor elektriciteit en gas. Deze prijs verschilt per uur (voor elektriciteit) of per dag (voor gas. Dynamische contracten kunnen interessant zijn voor huishoudens die voldoende financiële buffers hebben om onverwachte prijsstijgingen op te vangen en die hun verbruik goed kunnen sturen, bijvoorbeeld met het opladen van een elektrische auto of het tijdelijk afschakelen van een warmtepomp.

Naast de prijs die leveranciers betalen op de groothandelsmarkten voor gas en elektriciteit brengen dynamische leveranciers een bedrag aan vaste kosten en een opslag per m3 gas en kWh elektriciteit in rekening. Uit de Monitor van de ACM blijkt dat er flinke verschillen zijn tussen de deze kosten van verschillende dynamische leveranciers. Dit verschil kan bij een gemiddeld huishouden met een verbruik van 1.160 m3 gas en 3.140 kWh elektriciteit oplopen tot enkele honderden euro’s per jaar.

Net als bij een vast of een variabel contract moeten klanten met een dynamisch energiecontract ook BTW en Energiebelasting betalen. De ACM vindt het belangrijk dat alle energieleveranciers duidelijk maken wat de totale prijs is die klanten moeten betalen, zodat klanten verschillende contracten van verschillende leveranciers goed met elkaar kunnen vergelijken.

Er zijn inmiddels 32 leveranciers die dynamische contracten aanbieden aan consumenten. Er zijn ook steeds meer grote leveranciers die dynamische contracten aanbieden. Het aantal aanbieders van dynamische contracten zal waarschijnlijk blijven groeien omdat grote leveranciers met de nieuwe Energiewet verplicht worden om (ook) dynamische contracten aan te bieden.

vrijdag 15 november 2024

UGent verdrievoudigt zonne-energievermogen met nieuwe zonnestroominstallatie

Op de daken van de faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke van de Universiteit Gent werden onlangs gloednieuwe zonnepanelen geïnstalleerd.

De verwachte opbrengst van de installatie is 1.277 MWh, wat overeenkomt met het elektriciteitsverbruik van ongeveer 365 gezinnen. De productie zal zo’n 20% van het elektriciteitsverbruik van de campus dekken. De UGent verdrievoudigt daarmee haar zonne-energievermogen.

De overige energie komt van de aankoop van 100% groene elektriciteit.
Al die inspanningen leveren mooie resultaten op. De CO2-uitstoot van de energie voor verwarming en elektriciteit daalde met 16 procent ten opzichte van 2019.

Tweede Kamer stemt voor stopzetten salderingsregeling zonnepanelen

Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft ingestemd met het per 1 januari 2027 stopzetten van de salderingsregeling voor zonnepanelen. Het voorstel moet nog wel door de Eerste Kamer.

Tijdens de stemming over het wetsvoorstel werd duidelijk dat naast de regeringspartijen ook D66, Volt, ChristenUnie, CDA, JA21 en Forum Democratie voor het per 1 januari 2027 stopzetten van het salderen hebben gestemd.

Branchevereniging Holland Solar is blij dat hiermee eindelijk duidelijkheid komt voor consumenten én voor alle bedrijven die actief zijn in de sector. De politieke discussie over dit onderwerp heeft meer dan 10 jaar geduurd en komt nu ten einde.

De focus moet volgens de vereniging verlegd worden naar het stimuleren van het verhogen van het eigen verbruik van zonnestroom.

Holland Solar ziet dat oplossingen voor het verhogen van eigen verbruik van zonnestroom, zoals (thuis)batterijen, zonnestroomboiler, laadpalen, warmtepompen en andere slimme apparaten, niet voor alle consumenten bereikbaar zijn. Daarom is het essentieel dat het kabinet consumenten hierin gaat ondersteunen door de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) te hervormen en een ‘flexbonus’ hieraan toe te voegen. Een stapelsubsidie, die het combineren van de aanschaf van zonnepanelen met een maatregel om het eigen verbruik te verhogen beloont en apparaten normeert op hun aanstuurbaarheid.

Aangezien de ISDE-regeling toegankelijk is voor woningcorporaties, gemeenten en mkb's, biedt dit tevens kansen voor huurders en huiseigenaren met beperkte investeringscapaciteit om hun energierekening structureel te verlagen.

Uit onderzoek van CE Delft en TNO is gebleken dat als een huishouden 60 procent gebruikt van de stroom die het opwekt, in plaats van de nu gemiddelde 30 procent, de terugverdientijd bijna weer terugkeert naar de situatie met salderen. Met andere woorden; als we onze zelf opgewekte zonnestroom twee keer zo veel zelf gaan gebruiken is een investering in zonnepanelen net zo aantrekkelijk als de huidige situatie met de salderingsregeling.

Provinciale Energiediensten Maatschappij in ontwikkeling voor aanpak energiearmoede en toegankelijker maken duurzame energie

De beschikbaarheid en betaalbaarheid van energie staan onder druk. Door de energiecrisis kunnen veel mensen en bedrijven in Limburg hun energierekening niet meer betalen. Om dit probleem aan te pakken, is de Provincie bezig met de ontwikkeling van de Provinciale Energiediensten Maatschappij (PEM). De PEM wil de overstap naar duurzame energie in Limburg versnellen en zorgen dat Limburgers meer lokale controle krijgen over hun energie.

De hoofdzaak is dat de activiteiten vanuit de PEM zich richten op twee uitgangspunten. Ten eerste speelt de PEM in op marktfalen om hier op te acteren. Daarnaast moet het aanvullend zijn op wat er al gebeurt en dit versterken op de opgave waar slagkracht nodig is. Concreet is dat ingezet wordt op drie doelen:

*Energiearmoede verminderen: De PEM wil mensen helpen die nu buiten bestaande regelingen vallen door gebouwgebonden regelingen te ontwikkelen gericht op verduurzamingsmaatregelen die het verbruik van de doelgroep(en) flink terugdringen. Zo kunnen zij hun energiekosten structureel verlagen;
* Meer lokaal eigenaarschap: Naast energiebesparing ondersteunt de PEM energiegemeenschappen, zodat mensen zelf energie kunnen opwekken, beheren en benutten op lokaal niveau en hiermee zeggenschap en eigenaarschap krijgen. Dit zorgt ervoor dat geld dat wordt verdiend met energie in de regio blijft en er ruimte komt en blijft voor ontwikkeling;
* Versnellen van de energietransitie: De PEM helpt overheden, bedrijven en gemeenschappen om samen sneller collectieve duurzame energieprojecten op te starten en uit te breiden.

In de PEM worden vier verschillende instrumenten samengebracht om zo de diverse doelgroepen in Limburg te bereiken. Gezien de complexiteit van de vraagstukken waar de PEM meerwaarde kan bieden is faciliterend advies hierbij de basis. Direct voortvloeiend hieruit richt de PEM zich onder andere op nieuwe en bestaande duurzame energieprojecten in de regio, met een sterke focus op de ontwikkeling van lokale energiegemeenschappen.

Daarnaast is het doel om een instrument te gaan ontwikkelen dat huishoudens zonder toegang tot verduurzamingsregelingen kan gaan ondersteunen. Wij denken hierbij langs de lijn van een nog te ontwikkelen ontzorgingsconcept, met financiering op basis van een gebouwgebonden regeling. Dit moet verder onderzocht worden. Als laatste, maar niet minste speerpunt, worden coöperatieve Energy Hubs ontwikkeld op bedrijventerreinen en in woonwijken om lokale energieopslag te bevorderen en de druk op het elektriciteitsnet te verminderen.

donderdag 14 november 2024

Stedin en Drechtsteden gaan intensief samenwerken om het elektriciteitsnet uit te breiden

Stedin en Drechtsteden gaan intensief samenwerken om het elektriciteitsnet uit te breiden vanwege de toenemende stroomvraag. Deze groei houdt de komende jaren aan, vooral door elektrisch laden, warmtepompen en gasloos koken, maar ook door de komst van nieuwe woningen en bedrijven. Stedin investeert daarom o.a. in nieuwe transformatorhuisjes. De gemeenten in de Drechtsteden en Stedin spreken af om samen naar geschikte locaties te zoeken voor deze huisjes, waarbij rekening wordt gehouden met de impact op het elektriciteitsnet en minimale overlast voor inwoners.

Transformatorhuisjes zorgen ervoor dat elektriciteit in de wijk naar de huizen toe vervoerd kan worden. In de Drechtsteden staan momenteel zo’n 1.000 transformatorhuisjes. De komende jaren moeten er ongeveer 800 huisjes bijkomen en worden er extra elektriciteitskabels aangelegd.

Investeringen in het elektriciteitsnet zijn essentieel voor de energievoorziening van vandaag en morgen. De toenemende vraag naar elektriciteit vraagt om een robuuster elektriciteitsnet. De komende jaren vinden op verschillende locaties in de gemeenten werkzaamheden plaats aan het elektriciteitsnet, waarbij bijvoorbeeld straten open moeten. Een enorme operatie dus waar iedereen iets van gaat merken.

Bij het zoeken naar geschikte locaties voor transformatorhuisjes kijken Stedin en de gemeente naar verschillende criteria. Zo mogen de kabels niet langer zijn dan een bepaald aantal meter; het huisje moet dus op een centrale plek staan. 

Ook worden trafohuisjes zo veel mogelijk bij andere objecten in de openbare ruimte geplaatst, zoals bij afvalbakken. 

Foto Debot (cc)