Pagina's

donderdag 31 oktober 2024

IMF Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen gaat weer open

De provincie Fryslân stelt in 2024 €1 miljoen beschikbaar voor het ferduorsumjen van mienskipsgebouwen. Besturen van verenigingen en stichtingen kunnen van 4 tot en met 21 november een aanvraag indienen voor 50% subsidie voor het verduurzamen van dorpshuizen, sportaccommodaties, musea, kerken en andere mienskipsgebouwen. Voor begeleiding bij het doen van een aanvraag kunnen besturen terecht bij de streekkantoren van de Provincie Fryslân in Burgum (Noardeast-), Gorredijk (Súdeast-), Sneek (Súdwest-), Franeker (Noardwei-Fryslân) en Harlingen (eilanden).

Via het Iepen Mienskipsfûns (IMF) stelt de Provinsje Fryslân in 2024 en 2025 in totaal €2 miljoen beschikbaar voor het verduurzaming van mienskipsgebouwen in Fryslân. In de openstellingen van 2023 zijn totaal 154 panden geholpen.

Aanvragen kunnen worden ingediend door stichtingen en verenigingen die eigenaar zijn van, dan wel recht van opstal of recht van erfpacht hebben op, bestaand maatschappelijk vastgoed voor gemeenschappelijk gebruik zonder winstoogmerk. Per project is maximaal €35.000,- beschikbaar tot een maximum van 50% van de kosten. Initiatiefnemers mogen subsidie aanvragen voor verduurzaming van gebouw(en) en bijkomende kosten (bijvoorbeeld het vervangen van een dak voordat er zonnepanelen op kunnen).

De ingediende projecten worden beoordeeld door een onafhankelijke adviescommissie onder andere bestaande uit een installateur, verduurzamingsadviseur, penningmeesters van verenigingen uit de provincie Fryslân. Zij bepalen op basis van beoordelingscriteria welke projecten subsidie ontvangen. De adviescommissie beoordeelt dit aan de hand van de volgende criteria: Verduurzaming, Besparing totale jaarlijkse kosten, Mienskipswaarde en Uitvoerbaarheid.

Aanvragen IMF Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen is mogelijk vanaf maandag 4 tot en met donderdag 21 november 17.00 uur. Kijk voor meer informatie over de regeling op www.fryslan.frl/imfverduurzaming.

In 2,5 jaar tijd bijna half miljard euro subsidie uitgekeerd voor woningverduurzaming

De explosief gestegen energiekosten zorgen ervoor dat huiseigenaren flink aan het isoleren zijn geslagen. Sinds 2022 is er ruim 465 miljoen euro subsidie uitgekeerd voor woningverduurzaming. Dit blijkt uit onderzoek van Independer, gebaseerd op data van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het CBS. Vooral in Drenthe, Groningen en Limburg wordt naar verhouding vaak een beroep gedaan op overheidssubsidies om isolatiemaatregelen te helpen bekostigen.
 
Ten opzichte van het aantal woningen wordt het vaakst ISDE-subsidie aangevraagd in Drenthe: hier ligt het uitgekeerde subsidiebedrag per koopwoning 56,1% hoger dan elders in het land. Ook in Groningen (+51,7%) en Limburg (+25,3%) wordt naar verhouding vaak een beroep gedaan op de investeringssubsidie om de woning te verduurzamen.
 
De ISDE-subsidie kan onder andere worden ingezet voor spouwmuurisolatie. Deze isolatiemaatregel voorkomt dat warmte via de muren naar buiten ontsnapt. Sinds de invoering van de ISDE-subsidie hebben veel Nederlanders hier een tegemoetkoming voor aangevraagd. Maar hoeveel levert deze investering nu op? Independer berekende dat in 2024 dankzij de ISDE-spouwmuurisolatiemaatregelen 49,3 miljoen kubieke meter gas minder wordt gebruikt*.
 
Op lokaal niveau wordt vooral in Apeldoorn het gasverbruik aanzienlijk teruggedrongen. In deze Gelderse gemeente wordt dit jaar 628.000 kuub aardgas bespaard dankzij ISDE-spouwmuurisolatie, zo blijkt uit de berekening van Independer. Ook in Sittard-Geleen en Breda wordt er flink bezuinigd op de energierekening.
 
De landelijke top tien gemeenten waar het meeste aardgas wordt bespaard door de spouwmuur te isoleren met gebruik van de ISDE-subsidie is:
 
Apeldoorn (Gelderland): 628.239 m³ aardgas bespaard in 2024
Sittard-Geleen (Limburg): 596.425 m³ aardgas bespaard in 2024
Breda (Noord-Brabant): 557.644 m³ aardgas bespaard in 2024
Land van Cuijk (Noord-Brabant): 518.161 m³ aardgas bespaard in 2024
Eindhoven (Noord-Brabant): 513.025 m³ aardgas bespaard in 2024
Groningen (Groningen): 444.167 m³ aardgas bespaard in 2024
Venlo (Limburg): 442.100 m³ aardgas bespaard in 2024
Enschede (Overijssel): 435.286 m³ aardgas bespaard in 2024
Emmen (Drenthe): 407.687 m³ aardgas bespaard in 2024
Utrecht (Utrecht): 398.212 m³ aardgas bespaard in 2024
 

Shell en Uber willen overstap naar elektrisch rijden versnellen met nieuwe samenwerking

Shell en Uber kondigen een nieuw partnerschap aan om elektrisch rijden in Nederland toegankelijker te maken. Deze samenwerking bouwt voort op het bestaande wereldwijde partnerschap tussen het energieconcern en de dienstverlener. Het maakt Nederland het eerste Europese land waar deze samenwerking wordt uitgerold.

Chauffeurs die gebruikmaken van het Uber-platform krijgen met de Shell-kaart toegang tot meer dan 750.000 laadpunten, inclusief 100.000 snelladers, in meer dan 24 landen in Europa van het Shell-netwerk en het partnernetwerk (roaming).

De chauffeurs profiteren van gunstige marktconforme tarieven en genieten van kortingen voor laden bij Shell Recharge-punten. Via hun eigen account in de Shell Fleet App kunnen chauffeurs gemakkelijk laadpunten vinden, prijzen bekijken en hun uitgaven bijhouden. Daarnaast biedt het partnerschap extra voordelen: zo krijgen chauffeurs één pas met kredietfaciliteit voor tanken, laden, carwash en auto- en shopproducten. Met alles op één factuur en de mogelijkheid om Air Miles te sparen.

Gasunie stelt nieuwe ambitie vast: klimaatneutraal in 2045

Gasunie heeft haar nieuwe Klimaat Actieplan gepresenteerd. Dit plan biedt een transparante samenvatting van de acties die Gasunie onderneemt om de opwarming van de aarde tegen te gaan en haar infrastructuur te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Het Klimaat Actieplan bouwt voort op het eerste klimaatplan van juli 2023 en geeft een duidelijker beeld van de inspanningen en resultaten tot nu toe.

In het Klimaat Actieplan spreekt Gasunie de ambitie uit om in 2045 klimaatneutraal te zijn en netto geen bijdrage meer te leveren aan de opwarming van de aarde. Om daar te komen, onderneemt het bedrijf 28 verschillende acties om zijn emissies in scope 1, 2 en 3 terug te dringen. Ondanks de uitdagingen, zoals de veranderde gasstromen in Europa door de Russische oorlog in Oekraïne, die voor meer eigen uitstoot zorgen, is Gasunie vastberaden om haar reductiedoelen te bereiken. Het bedrijf ligt op koers om zijn methaanemissies in tien jaar tijd met 45 procent terug te brengen.

Gasunie speelt een cruciale rol in de energietransitie als beheerder van het hoofdtransportnet voor aardgas in Nederland en een deel van Duitsland. De komende jaren investeert Gasunie grootschalig in infrastructuur voor het transport en de opslag van waterstof, CO2, warmte en groen gas. De grote problemen met elektrificatie, zoals congestie, lange wachttijden en stijgende nettarieven, tonen de noodzaak van een samenhangend, geïntegreerd energiesysteem aan. Duurzame gassen kunnen zeer kostenefficiënt bijdragen aan het transporteren en opslaan van energie vanwege hun hoge energiedichtheid.

woensdag 30 oktober 2024

Te weinig flexvermogen op stroomnet Utrecht

De grootschalige zoektocht naar flexibel elektriciteitsvermogen bij grootzakelijke gebruikers heeft nog te weinig opgeleverd om de druk op het stroomnet te verlagen in de provincie Utrecht. Terwijl het juist daar zo hard nodig is. Dit blijkt uit een verdiepend onderzoek dat netbeheerders Stedin en TenneT de afgelopen maanden deden onder klanten.

In totaal werden ruim 2.500 gesprekken gevoerd met grootzakelijke klanten, waarbij 20 megawatt (MW) aan potentieel is gevonden. Dit staat in schril contrast met de 250 MW die Stedin verwacht nodig te hebben om vanaf 2026 stroomstoringen te voorkomen.  

Het stroomnet in de provincie Utrecht zit tjokvol. Het tekort aan capaciteit op het provinciale net loopt tussen 2026 en 2029 op tot 250 MW, het duurt nog zeker tot 2029 voordat er verlichting komt.

De inzet van flexibel elektriciteitsvermogen – ook wel congestiemanagement genoemd – vormt één van de tien maatregelen om de pieken op het drukke stroomnet af te vlakken, het net in balans te houden en stroomstoringen te voorkomen. Door het piekverbruik te verschuiven in de tijd of te verlagen, wordt het net ontlast en tegelijk beter benut.

Als specifiek grootverbruik klanten daarbij helpen, levert dat in potentie flink wat drukvermindering op. Deelnemende bedrijven krijgen hiervoor een vergoeding van Stedin. Bovendien krijgen bedrijven – als zij onderzoeken wat er nodig is om flex te organiseren – inzicht in hun energieverbruik, wat meestal leidt tot verduurzaming en meer besparingen. Maar helaas is het in de praktijk dus helemaal niet zo eenvoudig om flexcontracten af te sluiten.

Conclusie van het verdiepende onderzoek van de netbeheerders is dat het in de praktijk niet eenvoudig blijkt om snel tot afspraken te komen, die én aansluiten op dat wat helpend is voor het stroomnet én waarmee de klant goed kan blijven ondernemen. Dit soort contractafspraken is nieuw en volop in ontwikkeling. De netbeheerders zitten hierbij niet op hun handen. Doel is om de ‘flexcontracten’ straks in een hoger tempo te kunnen afsluiten. Dat is essentieel om voldoende flexibel vermogen effectief in te kunnen zetten.

Nederlands groen waterstofproject Duwaal breidt uit naar Egypte

Een consortium van drie Nederlandse bedrijven—HYGRO, SoluForce en DEBCO—heeft een strategisch partnerschap gesloten met de Suez Kanaal Economische Zone (SCZONE) van Egypte om groene waterstof te ontwikkelen en distribueren. Voortbouwend op het succes van het Nederlandse project Duwaal Wind to Wheel, zal deze nieuwe samenwerking ook zonne-energie integreren om een duurzaam waterstofecosysteem in Egypte te creëren.

Met financiële steun van de Nederlandse overheid (RVO) heeft het consortium een samenwerkingsovereenkomst getekend met SCZONE om de haalbaarheid te onderzoeken van het repliceren van het Nederlandse Duwaal-project in een van de havens van SCZONE. De innovatieve 'Hub iBundle en Satellite' strategie van het project integreert wind- en zonne-energie met elektrolyse voor waterstofproductie. De waterstof wordt via pijpleidingen naar een centraal knooppunt getransporteerd, opgeslagen en gedistribueerd naar satelliettankstations met behulp van iBundles, wat waterstofmobiliteit in de regio mogelijk maakt.

Het voorgestelde 'Wind & Solar to Wheel in Egypt' project ondersteunt de langetermijndoelstellingen van Egypte op het gebied van duurzaamheid, met als doel de CO2-uitstoot te verminderen en de adoptie van groene brandstoffen te bevorderen. De schaalbaarheid van dit project positioneert Egypte als een potentiële leider in de productie van groene waterstof, met de mogelijkheid om in de toekomst hernieuwbare waterstof naar Europa te exporteren.

De economische regio van het Suezkanaal, bekend om zijn strategische ligging, biedt een ideale omgeving voor grootschalige productie van groene waterstof. Het gebied streeft ernaar een belangrijke hub voor hernieuwbare energie te worden in het Midden-Oosten en een exporteur naar Europa, wat bijdraagt aan de visie van Egypte om een regionale kernspeler te worden in de productie van groene energie.

Het consortium zal een haalbaarheidsstudie uitvoeren, ondersteund door de DHI-subsidie van de RVO, om de meest geschikte locatie te beoordelen voor de productie van groene waterstof en de plaatsing van tankstations binnen SCZONE. De studie zal ook de regelgevende mogelijkheden en beperkingen in Egypte onderzoeken. Bij positieve resultaten zal het project leiden tot de export van HYGRO- en SoluForce-producten naar Egypte, waarmee een cruciale schakel in de wereldwijde leveringsketen van groene waterstof wordt gelegd.

DIFFER en Gauss Fusion starten Centre of Excellence voor fusie-energie

DIFFER gaat intensief samenwerken met de Europese kernfusie-onderneming Gauss Fusion. Met een nieuw Centre of Excellence in Nederland willen de twee partijen de realisatie van fusie-energie versnellen. En grote stappen maken op het gebied van remote handling (in samenwerking met partners in Denemarken), control en life cycle management.
 
De samenwerking met Gauss Fusion biedt kansen voor de maakindustrie en voor kennisinstituten. Gauss Fusion zet grote stappen om fusie-energie te industrialiseren, op te schalen en werkelijkheid te laten worden in Europa. De organisatie combineert daarbij ondernemerschap en technologische kennis met de topkwaliteit die toonaangevende onderzoeksinstituten in Europa hebben. Gauss Fusion werkt samen met partners uit de wetenschap, de industrie en de publieke sector in heel Europa.
 
Met Nederland als wendbare, innovatieve Europese partner aan boord komt Europa een stap dichter bij de industrialisatie van fusie-energie. De partijen gaan in eerste instantie samenwerken op het gebied van remote handling, wat cruciaal is voor de succesvolle realisatie van elk groot project, ook voor de bouw van een kernfusiecentrale.

dinsdag 29 oktober 2024

Verlies van vakbekwaam personeel bij honderden MKB-bedrijven

Veel bedrijven voor zonnepanelen, warmtepompen, isolatiemaatregelen en warmtenetten zitten in de knel. Driekwart van hen vreest verlies van banen, zo blijkt uit een inventarisatie van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), Holland Solar, Vereniging Warmtepompen, VENIN en Stichting Warmtenetwerk.

De vraag naar verduurzamingsmaatregelen in de gebouwde omgeving is in 2024 met maar liefst 44 tot 70 procent gedaald ten opzichte van vorig jaar, zo blijkt uit vraagcijfers van branches. Consumenten ervaren zwabberend beleid, waardoor ze verduurzaming van hun huis uitstellen. De NVDE roept het kabinet op om het vertrouwen te herstellen en de vaart terug te brengen in de energietransitie. De klimaat- en energieverkenning van PBL liet zien hoe hard dat nodig is voor de klimaatdoelen.
 
Laten we met voorrang de woningen verduurzamen van de 110.000 gezinnen die in energiearmoede leven en een bijdrage krijgen uit het Noodfonds Energie. Met de 1,8 miljard euro die nu wordt uitgetrokken voor een verlaging van de aardgasbelasting voor alle huishoudens (scheelt iedereen drie tientjes per jaar), kunnen de huizen van deze doelgroep verduurzaamd worden. Met 15.000 euro per woning kan de energierekening van deze kwetsbare huishoudens gehalveerd worden.

Ook is het nodig dat er langjarig voldoende subsidiebudget is, bijvoorbeeld voor warmtepompen en isolatiemaatregelen, en dat voorwaarden daarbij stabiel zijn. De overheid moet consumenten helpen om een groter deel van de stroom van hun eigen zonnepanelen zelf te gebruiken. Daardoor worden zonnepanelen ook zonder salderingsregeling zeer rendabel.

Om de uitrol van warmtenetten vlot te trekken is het belangrijk dat er een prijsgarantie komt voor huishoudens en subsidies zo worden ingericht dat investeerders weer verder kunnen. Voor de isolatiesector is het cruciaal dat de nieuwe opsporingsmethode voor vleermuizen snel landelijk erkend wordt, zodat de isolatiebedrijven weer volop aan het werk kunnen.
 
Tienduizenden vakmensen staan klaar om deze maatregelen uit te voeren. In andere delen van de energietransitie zijn nog vele vacatures, bijvoorbeeld bij netbeheerders of in de techniek. Maar hier is nu extra uitvoeringscapaciteit beschikbaar. Laten we die benutten en behouden door zo snel mogelijk aan de slag gaan.

Berenschot: huishouders kunnen stroom besparen door slimme toepassingen

Het is mogelijk om huishoudens en bedrijven te belonen met een minder hoog nettarief wanneer zij pieken op het elektriciteitsnet omzeilen en gebruik maken van rustige momenten. Dat concludeert adviesbureau Berenschot in haar onderzoek in opdracht van Netbeheer Nederland. Door slimmer gebruik van het net, kunnen de kosten voor huishoudens worden beperkt én kunnen er meerdere aansluitingen op dezelfde kabel worden gerealiseerd.

Nederland zit midden in de grootste verbouwing van het elektriciteitsnet ooit. Die uitbreiding kost veel geld. Netbeheerders bekostigen deze verbouwing via de nettarieven. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) verwacht dat de door de energietransitie de netbeheerderkosten komende jaren verder stijgen. Netbeheerders maken zich zorgen over de stijgende kosten. Tegelijk nemen de pieken in verbruik nog steeds toe. Netbeheer Nederland wil daarom aan ACM voorstellen doen voor een aangepast nettarief, waarbij het aantrekkelijk wordt om elektriciteit te gebruiken op het moment dat er veel elektriciteit beschikbaar is.

Onderzoek door Berenschot toont aan dat, wanneer met nettarieven slimmer gebruik van het elektriciteitsnet wordt gestimuleerd, 66 procent van de huishoudens en kleine bedrijven in 2030 kan besparen op hun netkosten. Daarnaast krijgen huishoudens en bedrijven meer grip op de hoogte van de eigen netbeheerkosten.

Consumenten worden beloond met een lager tarief wanneer zij stroom gebruiken buiten de spitstijden om. Denk hierbij aan het laden van elektrische auto’s of aanzetten van de wasmachine, droger en vaatwasser als de zon hard schijnt. Op deze manier hebben gebruikers meer invloed op de eigen kosten voor gebruik van het net.

Door de beschikbare capaciteit van het elektriciteitsnet op minder drukke momenten beter te benutten kunnen we de groeiende vraag naar stroom blijven ondersteunen. Een bijkomend voordeel is, zo concludeert Berenschot, dat er mogelijk meer woningen en meer laadpalen op dezelfde kabels kunnen worden aangesloten.

Twence start bouw groen gasinstallatie

Twence gaat van start met de bouw van een groen gasinstallatie, waarmee groen gas uit GFT-afval zal worden geproduceerd. Met de nodige vergunningen binnen en de bouwvoorbereidingen in volle gang, verwacht Twence eind 2025 het eerste groene gas in het bestaande aardgasnet in te voeden. Deze duurzame stap draagt bij aan het aardgasvrij maken van 1.700 huishoudens in de regio. Twence is daarmee de eerste leverancier die groen gas zal leveren via het bestaande gasnet in Hengelo.

GFT-afval wordt bij Twence omgezet in biogas. In de nieuwe installatie zal dit biogas vervolgens worden opgewerkt en gezuiverd tot groen gas, dat kan worden bijgemengd op het reguliere gasnet. Dit betekent dat er minder fossiel aardgas nodig is voor het verwarmen van woningen en industrie. Minder uitstoot van stikstof en CO₂ dus. Marc Kapteijn, algemeen directeur van Twence, licht toe: "Met deze installatie kunnen straks 1.700 huishoudens aardgasvrij worden. Het is belangrijk om het gebruik van fossiel aardgas zoveel mogelijk terug te dringen. Elektrisch verwarmen en warmtenetten zijn goede alternatieven, maar waar dat niet kan, biedt groen gas een duurzame oplossing."

Met de realisatie van deze groengasinstallatie vergroot Twence haar energierendement, verlaagt het haar CO₂-uitstoot en stikstofemissie. De bouw van de installatie start in 2024 en eind 2025 zal het groene gas beschikbaar zijn voor huishoudens en bedrijven via het bestaande aardgasnet van Enexis in Hengelo.

Dubbele belasting zit groei van groen gasproductie in de weg

NVDE, Energie-Nederland, LTO Nederland en het Platform Groen Gas hebben de krachten gebundeld om een fiscale vergroeningsmaatregel te realiseren bij de behandeling van het Belastingplan 2025. Zij bepleiten een inputvrijstelling van energiebelasting bij de productie van groen gas. Er is momenteel sprake van een dubbele heffing, omdat producenten ook belasting betalen over het gas dat ze leveren aan afnemers. Eenzelfde dubbele heffing is voor de productie van waterstof reeds geëlimineerd. Het doortrekken van deze lijn naar groen gas geeft een belangrijke impuls aan productie-installaties in Nederland en heeft een licht dempende werking op de prijs voor afnemers van groen gas.  

Tijdens het productieproces van groen gas wordt energie gebruikt om bijvoorbeeld de installatie op temperatuur te brengen of om biogas op te waarderen naar aardgaskwaliteit. Dit groene gas kan dan één op één ingezet worden als aardgasvervanger, waarmee de CO2-uitstoot van het gassysteem wordt gereduceerd. Over de energie die nodig is om groen gas te kunnen produceren wordt energiebelasting geheven. Gekoppeld aan de belasting over de levering van groen gas aan de eindafnemer betekent dit een dubbele heffing op dezelfde energiestroom. De belasting op energie benodigd voor de productie van groen gas, werkt kostenverhogend voor projecten die de opschaling van groen gas voor onder andere de aankomende Bijmengverplichting moeten realiseren.  

Dat deze dubbele belasting in het Belastingplan 2025 overeind blijft, noemen de betrokken partijen een weeffout. Europese kaders wijzen in de richting van het voorkómen van dubbele heffingen. Nota bene het Ministerie van het Financiën zelf noemt in het rapport “Naar een toekomstige energiebelasting” dit fenomeen een knelpunt in de energieketen van hernieuwbare gassen (Kamerstuk 32140-195). Daar komt bij dat in het Belastingplan de reeds bestaande vrijstelling voor de productie van waterstof via elektrolyse nog verder wordt uitgebreid. Dit leidt tot ongelijke behandeling van productie van groene moleculen in het energiesysteem. Het realiseren van de Inputvrijstelling op de energiebelasting is derhalve een vergroeningsmaatregel die een fiscale weeffout herstelt.

maandag 28 oktober 2024

Duidelijke visie Noordzee-landen op toeleveringsketen windenergie en uitbouw van het net

De ministers van Energie van de 9 Noordzeelanden hebben 24 oktober 2024 hun jaarlijkse vergadering gehouden in Odense, Denemarken. Ze bevestigen hun ambitie om de Noordzee om te vormen tot 'Green Powerhouse van Europa' en geven hiertoe duidelijke aanbevelingen aan de nieuwe Europese Commissie.

Centrale punten zijn de noodzaak om de toeleveringsketen van windenergie in Europa verder te versterken en om hybride offshore windparken in beweging te krijgen - door zo snel mogelijk een kostendelingsformule te definiëren en een nieuwe speciale offshore financieringsfaciliteit te creëren. Ze benadrukken ook hoe belangrijk het is om het VK volledig bij dit alles te betrekken. Het persbericht van WindEurope over de gezamenlijke NSEC-verklaring vat de aanbevelingen samen.

Tijdens de ministeriële bijeenkomst van de North Seas Energy Cooperation (NSEC) in Odense, Denemarken, hebben Europese en nationale politici en vertegenwoordigers van de industrie de strategische rol van de Noordzee als Europa's 'Green Powerhouse' bevestigd.

In een gezamenlijke NSEC-verklaring hebben de ministers van Energie van België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Luxemburg, Nederland en Noorwegen vandaag zes belangrijke samenwerkingsgebieden geïdentificeerd. Onder hen: het concurrentievermogen van de Europese toeleveringsketen voor offshore windenergie en de noodzaak om de financiering van offshore windenergie opnieuw uit te vinden.

'Niet genoeg technici om 55.000 transformatorhuisjes te bouwen'

Met de bouw van 55.000 nieuwe transformatorhuisjes wil energie-minister Sophie Hermans de problemen op het overvolle stroomnet snel oplossen. Gemeenten en netbeheerders moeten op zoek naar locaties en zijn verantwoordelijk voor de bouw en de afstemming met de buurt.

Hoewel het goed is dat de minister de energietransitie wil versnellen, is er een groot praktisch probleem: er zijn nu al te weinig technische mensen die het uitvoerende werk kunnen doen, zegt Martha van den Hengel van Mensen Maken de Transitie.

Er is een flink tekort aan installateurs, monteurs, gravers en andere uitvoerende technici. Ook gemeenten hebben personeelsproblemen, waardoor de benodigde locaties en vergunningen voor de trafohuisjes niet snel genoeg worden toegewezen.

De minister wil gemeenten ondersteunen met een ‘vliegende brigade’. Maar dat zal niet genoeg zijn. Op alle uitvoerende stukken moeten er mensen bij. En werkprocessen moeten efficiënter worden ingericht, zodat de mensen die beschikbaar zijn veel meer trafohuisjes kunnen maken.

Het is belangrijk dat het uitvoerende werk aantrekkelijk is. Daar werken netbeheerders, installateurs en bouwers hard aan, samen met overheden. Ook lossen zij samen knelpunten op, die versnelling van de uitvoering in de weg staan.  

Om zij-instromers aan te trekken is het bijvoorbeeld belangrijk dat de werktijden flexibel zijn, zodat mensen met jonge kinderen makkelijker kunnen instromen. Ook het sneller aannemen en opleiden van statushouders gaat helpen.  

Daarnaast zijn andere slimme oplossingen noodzakelijk. Denk aan kortere, meer specifieke opleiding om als technisch specialist aan het werk te gaan, in plaats van volledige mbo-opleidingen. En innovatieve oplossingen in het werk zelf zoals prefab componenten en stekkerbare oplossingen. Zo is het werk makkelijker en kunnen zij-instromers sneller aan de slag.

Hoe het werk moet worden uitgevoerd en wie dat moet doen, wordt in de plannen vaak vergeten. Terwijl dat juist cruciaal is om vooruit te komen.

Terugleverkosten voor zonnepaneelhouders stegen met gemiddeld 18% in half jaar tijd

De terugleverkosten - de kosten die energieleveranciers in rekening brengen voor het terugleveren van opgewekte stroom aan het net - stegen afgelopen half jaar met gemiddeld 18 procent. Voor huishoudens met een groot aantal panelen loopt dat op met ruim 23 procent.

Dat blijkt uit onderzoek van Overstappen.nl dat keek naar drie veelvoorkomende scenario’s. Door de stijging krijgen huishoudens die afhankelijk zijn van zonnepanelen om hun energierekening te verlagen, juist te maken met extra kosten en een langere terugverdientijd. Ook is het voor zonnepaneelhouders door de extra kostenpost moeilijker om een vergelijking te maken tussen energieleveranciers.

Vergelijker Overstappen.nl keek in drie scenario’s naar het verschil tussen 1 maart 2024 en 24 oktober 2024. In scenario 1 gaat het om een huishouden van twee personen met zeven zonnepanelen, die samen 2100 kWh terugleveren. Scenario 2 beschrijft een huishouden van drie personen met twaalf zonnepanelen, die 3600 kWh terugleveren. In scenario 3 gaat het om een huishouden van vijf personen met zeventien zonnepanelen, met een totale teruglevering van 5100 kWh.

Huishoudens die meer opwekken dan ze verbruiken ervaren het meeste last van de terugleverkosten. Huishoudens met bijvoorbeeld 5100 kWh teruglevering ervaren de grootste stijging in gemiddelde terugleverkosten tot wel 23,5 procent.

De ACM controleert de redelijkheid van de tarieven. Voordat de terugleverkosten bestonden, rekenden energieleveranciers deze kosten door aan iedereen en dus ook aan niet-zonnepaneelhouders.

‘Met kosten verdeeld over de hele keten wordt de energietransitie betaalbaarder’

De Nederlandse energietransitie dreigt volgens Ørsted vast te lopen omdat de vraag naar groene stroom achterblijft bij het aanbod. Daarom pleit de duurzame energieleverancier voor stevige regie en beleid met kosten verdeeld over de gehele keten. Zodat de weg vrij ligt voor de verdere uitrol van wind op zee.

De energietransitie in Nederland staat op een cruciaal keerpunt. Eén van de grootste obstakels is volgens directeur Ruben Dijkstra van Ørsted Benelux de prijs van elektriciteit. 'Zoals voormalig ECB-President Mario Draghi onlangs opmerkte, is dat essentieel voor het concurrentievermogen van Europa. De energieprijzen moeten laag genoeg zijn om elektrificatie van de industrie aantrekkelijk te maken, maar ook hoog genoeg om investeringen rendabel te houden. Deze balans ontbreekt momenteel, wat bedrijven ervan weerhoudt om te investeren. Dit leidt tot stagnatie in zowel de vraag als het aanbod van groene energie.'

Stimulering van de vraag naar duurzame energie is erg onderbelicht volgens Dijkstra, maar essentieel in deze fase. 'Als deze vraag niet meegroeit met het aanbod, dreigt de transitie vast te lopen. Het aanjagen van de vraag kan door markten voor groene eindproducten te creëren, zoals groen staal in auto’s of groene kunstmest in landbouwgewassen. Eindgebruikers gaan dan ook meebetalen waardoor de kosten van de transitie over de gehele keten worden verdeeld. Hierdoor wordt de energietransitie betaalbaarder en minder afhankelijk van subsidies.'

Europees en nationaal beleid moet zich dus richten op het waarderen en stimuleren van groene producten. Dat kan door het ontwikkelen van productstandaarden, certificering en inzetten van de aanbestedingskracht van de overheid.

Hoewel structurele veranderingen nodig zijn, blijft ook kortetermijnbeleid essentieel om de Nederlandse concurrentiepositie te versterken. 'Met name de nettarieven voor elektriciteitstransport moeten omlaag om elektrificatie aantrekkelijker te maken. We moeten de kosten van de uitbreiding van het elektriciteitsnet socialiseren, aangezien dit in het belang is van zowel de maatschappij als de industrie.' Voor technologieën zoals elektrolysers, die flexibiliteit aan het systeem bieden, pleit Dijkstra voor een apart nettarief.

Gemeenten De Wolden, Meppel, Steenwijkerland, Westerveld en provincie Drenthe tekenen convenant RES

De Drentse en Overijsselse overheden werken vanuit de Regionale Energie Strategie (RES) aan het opwekken van duurzame energie. De RES is een opgave vanuit het Rijk voor gemeenten en provincies en gaat over het opwekken van bepaalde hoeveelheden duurzame energie.

Een aantal gemeenten in Drenthe en Overijssel gaat verkennen waar de opwek van windenergie mogelijk is. Ontwikkelingen in de buurt van grensgebieden kunnen gevolgen hebben voor buurgemeenten en omwonenden. Daarom gaan de gemeenten De Wolden, Meppel, Steenwijkerland, Westerveld en de provincie Drenthe samenwerken.

De gemeenten en provincie willen samen duidelijke afspraken maken over participatie, lokaal eigendom en ruimtelijke procedures. Zij gaan in gesprek met inwoners, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden over zorgen en kansen rondom windenergie. Met hen wordt ook besproken hoe ze verder betrokken willen worden. Daarom plannen gemeenten nu gesprekken en organiseren zij bijeenkomsten. Informatie hierover staat op de website van de gemeenten.





Eneco gaat door met verhuur hybride warmtepomp

Het huren van een hybride warmtepomp biedt consumenten de kans om op eenvoudige wijze het gasverbruik in huis te verminderen en het energieverbruik te verduurzamen. Er is geen grote investering nodig en er is geen omkijken meer naar het onderhoud. Dit bleek uit onderzoek naar effect en beweegredenen bij klanten die het afgelopen jaar kozen voor de huur warmtepomp bij Eneco. De hoge tevredenheid is reden voor Eneco om door te gaan met het aanbieden van de hybride huur warmtepomp met een nog completer servicepakket.

Klanten zien de hybride warmtepomp als goede optie om te verduurzamen. Voor klanten met zonnepanelen is er nog een interessant voordeel. Met een hybride warmtepomp wordt het grootste deel van de warmte namelijk elektrisch opgewekt. Huishoudens met zonnepanelen kunnen de zelfopgewekte stroom zo voor een deel direct weer inzetten voor de hybride warmtepomp.

Binnen het nieuwe huurcontract krijgen klanten de Intergas Xtend 5kW thuis geïnstalleerd. Een hybride warmtepomp die verbonden is met het internet, waardoor klanten met een app de warmtepomp eenvoudig kunnen bedienen vanaf hun telefoon of tablet. Daarnaast biedt dit de mogelijkheid voor Eneco om ingeval van problemen, storingscodes online uit te lezen en instellingen aan te passen. Zo zijn storingen meestal van afstand op te lossen.

Eneco ziet de hybride warmtepomp en cv-ketel als een totaalsysteem om de warmte in de woning goed te kunnen regelen. Binnen de maandelijkse huurprijs van € 79,50 is daarom het onderhoud van beide installaties opgenomen. Met deze toevoegingen aan het servicepakket geeft Eneco invulling aan de uitkomsten van het onderzoek naar het huren van een warmtepomp.

donderdag 24 oktober 2024

Kabinet deelt toekomstig klimaatbeleid en bereidt alternatieve maatregelen naar 2030 voor

Nederland zit midden in de klimaat- en energietransitie, op weg naar een volledig CO2-neutraal 2050. We gaan een belangrijke fase in waarin de uitvoering van de huidige plannen centraal staat. Om de klimaatdoelen in zicht te houden moeten belangrijke knelpunten snel opgelost worden. Die knelpunten zorgen er mede voor dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nu inschat dat het klimaatdoel voor 2030, 55 procent broeikasgasreductie ten opzichte van 1990, uit zicht is.

In de Klimaatnota legt het kabinet verantwoording af over de voortgang van het klimaat- en energiebeleid over het afgelopen jaar. Ook geeft het kabinet een reflectie op de Klimaat en Energieverkenning van het PBL. In de Klimaatnota staat dat het kabinet in het voorjaar beslissingen zal nemen over alternatieve maatregelen, gebaseerd op de verwachting van het PBL dat Nederland in 2030 op 45 tot 52% minder broeikasgas komt. Het doel is 55%. Daarnaast moet nu ook vooruit gepland worden voor ná 2030. De meeste maatregelen hebben een ruime aanlooptijd voordat ze in werking treden.

Tempo in de uitvoering is cruciaal. De Energienota laat zien dat de verduurzaming van Nederland gestaag voortgaat, maar dat er grote uitdagingen zijn. Daarbij is energieonafhankelijkheid een belangrijk argument. Momenteel is Nederland voor 80 procent afhankelijk van geïmporteerde energie. Dit zal onder meer afgebouwd worden door import uit verschillende en betrouwbare landen, opschalen van duurzame energiebronnen en het gebruik van fossiele brandstoffen afbouwen.

Het volle stroomnet is een van de belangrijkste knelpunten, daarom wordt een aantal extra inspanningen gedaan om dit tegen te gaan. Zo worden, samen met gemeenten en netbeheerders, standaardopties voor het bouwen van transformatorhuizen uitgewerkt die de bouw vergemakkelijken. Een vliegende brigade wordt opgezet die medeoverheden kan ondersteunen bij ruimtelijke procedures. Afgelopen jaar zijn diverse nieuwe contractvormen ontwikkeld die flexibiliteit op het net mogelijk maken. Dit moeten we verder stimuleren en met de sectoren afspraken maken. Waterschap is de eerste sector waar dit jaar nog een afspraak mee komt. En een nieuwe subsidieregeling van in totaal 65 miljoen euro wordt in 2025 opengesteld voor bedrijven om onder andere met energiescans het stroomverbruik te optimaliseren. Het kabinet zal de komende tijd de gesprekken met de grootste industriële uitstoters over hun verduurzaming intensiveren. Naast de gesprekken met de nationale hoofdkantoren worden ook actief gesprekken opgezet met de CEO's van buitenlandse moederbedrijven met als doel te kijken naar mogelijke doorbraken of oplossingen voor resterende knelpunten. Zo kunnen bedrijven in Nederland verduurzamen en bijdragen aan de kracht van onze economie.

In het Klimaatplan wordt voor het eerst een langetermijnstrategie naar klimaatneutraliteit geschetst en bekeken hoe de transitie tussen 2030 en 2050 kan verlopen. Het Klimaatplan bevat vervolgens een beleidsagenda over de periode 2025-2035. Naast maatregelen om te komen tot meer broeikasgasreductie, verbreden we het beleid naar koolstofverwijdering uit de atmosfeer. Dat is nodig om klimaatneutraal te worden. Het Klimaatplan kijkt niet alleen naar de 'megatonnen', maar geeft ook aandacht aan de vraag hoe deze transitie rechtvaardig kan verlopen.


De Klimaat en Energieverkenning laat teleurstellende cijfers zien, vindt de NVDE. De kans dat de klimaatdoelen voor 2030 gehaald worden, is kleiner dan vijf procent. Daarmee laat Nederland kansen liggen om snel onafhankelijker te worden van de import van fossiele energie.

Wel is het hoopgevend dat de onderkant van de bandbreedte van de CO2-reductie voor 2030 nauwelijks veranderd is. Er is dus een stevige bodem. Het is zaak die op te hogen, zegt de vereniging.

Mensen ervaren een zigzagkoers van de overheid rond zonnepanelen, warmtepompen, elektrisch rijden en milieuzones. Dat leidt ertoe dat ze afwachten en dat markten afkalven. Bedrijven die in schone energieprojecten willen investeren, zien zich geconfronteerd met enorme doorlooptijden. We verwachten een stimulerende overheid, in plaats van een remmende. Burgers en bedrijven moeten worden aangemoedigd en geholpen om stappen te zetten bij verduurzaming. Er zijn genoeg mensen en bedrijven die zien dat duurzaam de toekomst is en die daaraan willen bijdragen.
 
De industrie is zich er terdege van bewust dat zij binnen het ETS in 2040 geen emissieruimte meer heeft. Vooral door het ETS zijn de prognoses voor CO2-reductie in 2040 goed. In lijn met de bevindingen van Draghi, is vergroenen hun beste strategie. Dat lukt als de randvoorwaarden excellent zijn: stikstofruimte voor duurzame energieprojecten, snellere vergunningverlening (bijvoorbeeld van projecten als de Delta Rijn Corridor), een impuls voor elektrificatie en groene waterstof en een CO2-normering van de vraag naar industriële producten.
 
In de gebouwde omgeving kan schaal gemaakt worden met woningverbetering, als er meer wijk voor wijk gewerkt gaat worden, om te beginnen waar veel energiearmoede is. Erken snel de innovatieve opsporingsmethodes voor vleermuizen, zodat de isolatiesector weer aan de slag kan. En trek geld uit voor de investeerbaarheid en betaalbaarheid van warmtenetten, zodat die uitrol wordt versneld. Zorg daarnaast voor een snellere opschaling van duurzame warmtebronnen.

Er is meer duurzaam elektriciteitsaanbod nodig, terwijl de groei van windenergie op zee, op land en zonne-energie vertraagt. Ten opzichte van eerdere Klimaat- en Energieverkenningen verslechtert het aandeel hernieuwbare elektriciteit (van 85 procent naar zeventig procent in 2030). Ook zal de elektriciteitssector een hogere uitstoot veroorzaken dan in 2022 verwacht. Het is dus nodig om geen nieuwe belemmeringen op te werpen voor de opwek van zon- en windenergie. Maak afspraken met de decentrale overheden over doelen na 2030. En blaas het vertraagde traject richting CO2-vrije flexibiliteit nieuw leven in.
 
Binnenkort presenteert de NVDE een serie voorstellen om de gaten richting 2030 dicht te lopen.

Bijna alle bezwaren tegen hoogspanningsverbinding tussen Rilland en Tilburg zijn ongegrond

De bezwaren van bijna vijftig particulieren, bedrijven en organisaties tegen het inpassingsplan 'Zuid-West 380 kV Oost’ zijn door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ongegrond verklaard.

Het plan maakt een hoogspanningsverbinding mogelijk van Rilland via Bergen op Zoom, Roosendaal, Zevenbergen en Oosterhout naar Tilburg. Hiermee willen de ministers van Klimaat en Groene Groei en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ervoor zorgen dat er nu en in de toekomst voldoende elektriciteit kan worden geleverd. Voor twee bezwaarmakers, waaronder de Betonmortelcentrale West-Brabant B.V. in Oud-Gastel, moeten de ministers het inpassingsplan nog aanpassen. Op die onderdelen is het plan nog niet in orde. Zij moeten dit binnen 26 weken herstellen.

Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak hebben de ministers in het inpassingsplan onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de betonmortelcentrale. Het plan maakt het mogelijk om de nieuwe hoogspanningsverbinding aan te leggen over het centrale deel van het perceel van het bedrijf. Volgens de ministers zijn diverse alternatieve trajecten onderzocht hoe de verbinding het best de betonmortelcentrale kan passeren, maar daar kleven nadelen aan. De gekozen variant heeft als voordeel dat de hoogspanningsverbinding strak gebundeld kan worden met bestaande infrastructuur. Maar daarbij hebben de ministers naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak te weinig oog gehad voor de beperkingen die dit oplevert voor de betoncentrale. Zo kan als gevolg van het plan de havenkraan op het terrein niet meer tot de volledige hoogte worden gebruikt. Tussen de kraan op volledige hoogte en de bedrading van de nieuwe hoogspanningsverbinding zou nog maar vier meter resteren, terwijl veiligheidsvoorschriften een afstand van minimaal zes meter voorschrijven. De Afdeling bestuursrechtspraak draagt de ministers dan ook op om alsnog “toereikend te motiveren” dat voldoende rekening is gehouden met de belangen van de betonmortelcentrale of het inpassingsplan op dit punt te wijzigen.

Daarnaast hebben eigenaren van twee percelen in Loon op Zand die regelmatig snijmais telen, terecht aangevoerd dat regels in het inpassingsplan 'onevenredig bezwarend' voor hen zijn. Omdat snijmais een bepaalde hoogte kan bereiken, schrijven de regels in het plan voor dat ze voor het telen een vergunning nodig hebben. De ministers hebben op de rechtszitting in juni al aangegeven dat het niet de bedoeling is geweest om hiervoor een vergunningplicht in het leven te roepen. Zij stelden toen voor om de regels in het plan aan te passen. De Afdeling bestuursrechtspraak geeft hun in de uitspraak deze opdracht mee.

De hoogspanningsverbinding is onderdeel van een nieuw aan te leggen tracé tussen Borssele en Tilburg. Dat traject is in totaal ongeveer 78 km lang. De uitspraak van vandaag gaat over het plan voor het oostelijke gedeelte van het traject. Tegen dat plan kwamen ruim vijftig bezwaarmakers in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak. De aanleg van het westelijk gedeelte van de hoogspanningsverbinding tussen Borssele en Rilland is al mogelijk gemaakt met het inpassingsplan ‘Zuid-West 380 kV West’. Dat plan heeft de Afdeling bestuursrecht

Laatste groep zonnepaneel-eigenaars krijgt digitale meters

Deze week verstuurt netbedrijf Fluvius de eerste uitnodigingen naar klanten met zonnepanelen waar nog digitale energiemeters moeten worden geplaatst. Vanaf het einde van 2024 kunnen zij geen uitstel meer krijgen. In totaal plaatste Fluvius al 553.500 digitale elektriciteitsmeters bij zonnepaneel-eigenaars in Vlaanderen. Bij 403.000 woningen, appartementen en kleine bedrijven met zonnepanelen zal dat nu dus gebeuren in de loop van 2025.

De technische ploegen van Fluvius gaan vanaf januari verspreid over heel Vlaanderen aan de slag. De uitnodigingen naar de betrokken klanten worden telkens zo’n 3 maand voor de geplande ombouwdatum verstuurd. Bij klanten met aardgas wordt naast de elektriciteitsmeter ook de gasmeter vervangen.

Door het arrest van het Grondwettelijk Hof begin 2021 werd het principe van de ‘terugdraaiende teller’ vernietigd. Het energiedecreet moest daardoor worden aangepast. De groep prosumenten met zonnepanelen jonger dan 15 jaar en geplaatst vóór 1 januari 2021 kreeg van de minister uitstel voor de plaatsing van een digitale meter tot eind 2024. Die periode loopt binnenkort af, dus moeten alle betrokken klanten in 2025 een digitale meter krijgen.

De meeste meters zullen worden vervangen door de drie ervaren aannemersgroepen voor digitale meters (3DM, Unit-T en TEAPlus). Zij zullen er zo’n 30.000 per maand vervangen. Elke aannemersgroep is verantwoordelijk voor een specifiek deel van Vlaanderen en werkt met verschillende installatieploegen die de meters straat per straat en wijk per wijk gaan vervangen. Klanten kunnen een indicatie krijgen van de periode waarin we bij hen de meters komen vervangen via www.fluvius.be/planningschecker.

De vervanging van de meters is gratis en duurt ongeveer een uur. Voor sommige klanten zijn er naast de metervervanging ook extra vernieuwingswerken nodig, bijvoorbeeld aan de meterkast of de aansluitkabel. Ook die werken zullen worden ingepland in de loop van 2025.

Netbeheerders en laadaanbieders werken samen aan netbewustzijn

Netbeheerders Enexis en Liander starten samen met laadaanbieders ANWB, Vattenfall en Eneco eMobility de pilot ‘Netbewust thuisladen’. Hierbij worden consumenten gestimuleerd om het laden van de auto via hun eigen voorziening af te stemmen op de beschikbare ruimte op het lokale stroomnet. Daarmee zorgt men ervoor dat het net beter kan worden benut.

De pilot ‘Netbewust thuisladen’ richt zich specifiek op het moment van thuisladen van de auto omdat dit een grote impact heeft op het net. Dit is typisch het geval als mensen thuis komen van hun werk. Er is dan een piek tussen 17.00 en 21.00 uur in het stroomnet; zo gaan bijvoorbeeld de warmtepompen aan, wordt er gekookt EN er wordt op volle snelheid geladen. Door de auto op deze momenten minder snel of op een ander moment te laden – de auto staat vaak toch voor langere periodes op de oprit - is er vaak ruimte om het laden te verplaatsen naar de momenten dat het rustiger is op het stroomnet.

De pilot moet inzichtelijk maken wat nodig is om netbewust thuisladen op grotere schaal mogelijk te maken en slim laden ook interessant te maken vanuit het oogpunt van de consument. Aanbieders van slimme laaddiensten gaan verkennen hoe zij voor klanten met een dynamisch of een vast energiecontract netbewust thuisladen het beste kunnen aanbieden. Dit kan bijvoorbeeld door een ‘slim laden’ app die automatisch de drukke momenten vermijdt, zonder dat het moment waarop de accu vol moet zijn in gevaar komt. Daarnaast wordt samen met Enexis en Liander onderzocht welke voorwaarden belangrijk zijn voor de consumenten om hun elektrische auto netbewust te laden: zowel qua gebruiksgemak als een beloning voor het ontzien van het stroomnet op drukke uren.

De pilot start in oktober en loopt tot februari 2025. De laadaanbieders zullen deelnemers werven in de verzorgingsgebieden van Enexis en Liander.

woensdag 23 oktober 2024

Alliander geeft groene obligatielening uit

 

Alliander heeft een groene obligatielening (Green Bond) van 750 miljoen euro uitgegeven. Met het kapitaal worden investeringen in het elektriciteitsnet gefinancierd.

Afgelopen jaren heeft het netwerkbedrijf al 7 groene obligatieleningen publiekelijk uitgegeven. Het totaal aan uitgegeven groene obligaties door Alliander bedraagt nu 3,35 miljard.

Alliander speelt een belangrijke rol in het faciliteren van de energietransitie. Daarnaast wil zij als netwerkbedrijf ook vanuit de eigen bedrijfsvoering bijdragen aan verduurzaming.

Alliander investeert de komende jaren meer dan 1,2 miljard per jaar om het energiesysteem toekomstbestendig te maken. Dat is nodig omdat het aanbod van energie verandert en steeds meer bestaat uit duurzame bronnen, zoals windmolens en zonnepanelen. Bovendien stijgt de vraag naar elektriciteit door onder andere de groeiende industrie en agrarische sector. Ook neemt het aandeel elektrisch vervoer toe en worden steeds meer duurzame woonwijken en bedrijventerreinen gebouwd.

Voor het plaatsen van groene obligatieleningen heeft Alliander een Green Finance Framework opgezet. Onder dit raamwerk kan Alliander ook andere vormen van duurzame financiering plaatsen, zoals geldmarktpapier en onderhandse leningen. Het raamwerk heeft een opinie van ISS-ESG verkregen. De nieuwe Green Bond wordt genoteerd aan Euronext Amsterdam (ISIN code: XS2913310095 ).

Vergunningen voor windpark Eemshaven-West verleend

Gedeputeerde Staten van Groningen hebben de vergunningen verleend voor het Windpark Eemshaven West, een project van Vattenfall, Drei Meulen Wind BV en ECOO BV.

Nu de benodigde vergunningen zijn verleend, bereiden de initiatiefnemers de aanbesteding voor waarin ze op zoek gaan naar geschikte leveranciers en aannemers.

De bouw van Windpark Eemshaven West begint naar verwachting medio 2026, de eerste groene stroom wordt in 2027 verwacht. De hoeveelheid stroom die het windpark zal produceren als het volledig operationeel is, staat gelijk aan het jaarlijkse verbruik van 125.000 tot 150.000 huishoudens. Dat komt ongeveer overeen met het aantal huishoudens van de stad Groningen.

Foto Baykedevries (cc)

dinsdag 22 oktober 2024

Provincie Utrecht zet belangrijke stap in aanpak netcongestie

Op 2 oktober 2024 is het Provinciaal Inspanningsplan (PIP) Uitbreiding transformatorstation Breukelen-Kortrijk 380-150 kV door Provinciale Staten vastgesteld. Een belangrijke stap naar meer ruimte op het stroomnet voor verdere verduurzaming, woningbouw en economische ontwikkeling in deze drie provincies.

Door deze vaststelling kan netbeheerder TenneT verder met de uitbreiding van het hoogspanningsstation in Breukelen-Kortrijk, gemeente Stichtse Vecht door bij de gemeente een omgevingsvergunning voor de realisatie van het station in te dienen. Deze uitbreiding is randvoorwaardelijk voor de aanleg van noodzakelijke nieuwe stations in de provincie Utrecht en ook cruciaal om de netcongestie in Gelderland en Flevoland op te kunnen lossen.

Om ervoor te zorgen dat inwoners en bedrijven in Utrecht ook in de toekomst kunnen rekenen op (groene) stroom, werkt de provincie Utrecht nauw samen met gemeenten en de netbeheerders TenneT en Stedin. De focus ligt hierbij op het uitbreiden en versterken van de energie-infrastructuur in de provincie, wat belangrijk is voor woningbouw, economische ontwikkeling, innovatie en om duurzaam te kunnen investeren in de toekomst.

Een belangrijk onderdeel van deze plannen is de uitbreiding van het bestaande hoogspanningsstation in Breukelen-Kortrijk. Deze uitbreiding is namelijk cruciaal voor de ontwikkeling en realisatie van nieuwe stations op andere plaatsen in de provincie Utrecht. Ook is het randvoorwaardelijk om het net van Utrecht, Gelderland en Flevoland, dat nu nog met elkaar is verknoopt, op te delen in drie separate netwerkdelen (zogenaamde pockets). Hiermee wordt de robuustheid en de beschikbaarheid van stroom fors verhoogd terwijl de nieuwe stations in de pockets zorgen voor benodigde extra capaciteit.

Voor de nieuwe stations die gepland staan in Utrecht Noord en Amersfoort Noord wordt momenteel gezocht naar geschikte locaties voor TenneT en Stedin met bijbehorende ondergrondse kabelverbindingen. Voor het nieuwe station van TenneT en de ondergrondse tracés in Utrecht Noord hebben Gedeputeerde Staten ingestemd met het verzoek om de rol van bevoegd gezag op zich te nemen en daarvoor de projectprocedure te starten.

TotalEnergies plaatst 100 snellaadpunten in Rotterdam

TotalEnergies Charging Solutions Nederland realiseert komende jaren 100 snellaadpunten op zo’n 15-20 locaties in Rotterdam. De snelladers zijn onder meer nodig voor de komst van de zero‑emissiezone in 2025 en het toenemend aantal elektrische voortuigen in de stad. Daarnaast wil de gemeente ook zakelijke elektrische rijders zoals taxi’s en doelgroepenvervoerders bedienen. De locaties van de snelladers worden samen met de gemeente en gebruikers van de snelladers bepaald.

Snelladers zijn een aanvulling op het gewone laadnetwerk. Ze zorgen ervoor dat elektrische rijders in korte tijd hun voertuig kunnen opladen en weer op pad kunnen. Quirijn Oudshoorn, projectmanager laadinfrastructuur gemeente Rotterdam: “Snelladers zijn een goede aanvulling op het Rotterdamse laadnetwerk en een aanwinst voor de elektrisch rijders. Door de invoering van de zero-emissiezone en het groeiend aantal elektrische voertuigen in Rotterdam, neemt de vraag naar snelladen toe. Naar verwachting zijn in 2025 circa 300 en in 2030 circa 570 snellaadpalen nodig voor verschillende doelgroepen. Hier werken we als gemeente hard aan en dit is een mooie stap in die richting.”

Voor onder andere taxi’s en andere stadslogistiek zoals het bevoorraden van winkels of rondom bouwprojecten, is het van belang dat ze snel kunnen laden. Samen met de gemeente en gebruikers van de snelladers worden de beste snellaadlocaties bepaald. Het Erasmus MC heeft al aangegeven dat hun locatie zeer geschikt is voor de snellaadpalen.

TotalEnergies heeft de opdracht gekregen om de behoefte voor snelladers in te vullen. Eén opgave is te bepalen waar de snelladers volgens de doelgroepen het beste in hun laadbehoefte voorzien. Gemeente Rotterdam is daarom samen met TotalEnergies in gesprek gegaan met taxibedrijven, de (lichte) logistiek ondernemers en andere elektrische rijders. Zij konden hun voorkeurslocaties opgeven via een door TotalEnergies speciaal ontwikkelde webtool: www.waarwiljijladen.nl.

NextEnergy neemt klanten failliete All in Power over

NextEnergy neemt het klantenbestand van energieleverancier All in Power over. De honderden voormalige All in Power klanten maakten al gebruik van dynamische tarieven, en zullen bij NextEnergy ook volledig dynamisch blijven.

Op 9 oktober 2024 trok de Autoriteit Consument & Markt (ACM) de vergunning van All in Power in. NextEnergy heeft All In Power gecontacteerd en aangegeven de klanten te willen overnemen. Daarmee wordt de leveringszekerheid door NextEnergy gerealiseerd.

Bestaande klanten van All in Power krijgen automatisch een nieuw contract bij NextEnergy, met een contract dat aansluit met hun bestaande voorwaarden. Dit proces wordt door NextEnergy geregeld, en in geen geval komen de klanten zonder energie te zitten. Klanten krijgen een opzegtermijn van maximaal 30 dagen, waarna ze profiteren van volledige flexibiliteit van een dynamisch contract en op elk moment zonder kosten kunnen opzeggen.

maandag 21 oktober 2024

'Veel onduidelijk in wetsvoorstel salderingsregeling'

Het wetsvoorstel over de salderingsregeling voor zonnepanelen zal de huidige onrust in de markt niet kunnen wegnemen. Dat is de verwachting van Techniek Nederland. Doekle Terpstra, voorzitter van de brancheorganisatie: ‘De onduidelijkheid over terugleverkosten, die de energiebedrijven in rekening brengen, blijft bestaan. Daardoor kunnen installateurs hun klanten niet goed adviseren over kosten en opbrengsten van zonnepanelen. Het wetsvoorstel garandeert ook niet dat eigenaren van zonnepanelen een redelijke vergoeding krijgen voor de zonnestroom die zij terugleveren aan het net. Dat is slecht nieuws voor consumenten, bedrijven én het klimaat.’ Het wetsvoorstel over de toekomst van de salderingsregeling staat vandaag op de agenda in de Tweede Kamer.

Gemiddeld gebruikt een eigenaar van zonnepanelen nu ongeveer 30 procent van de opgewekte stroom zelf. Dat percentage moet omhoog. Meer zonnestroom zelf gebruiken is onder meer mogelijk met behulp van een warmtepomp, zonnestroomboiler, een slimme thuisbatterij of de accu van een elektrische auto. Door zulke apparaten slim aan te sturen, kan het eigen verbruik stijgen van 30% naar 60 procent. Daarmee worden zonnepanelen rendabeler; een terugverdientijd van zeven jaar is dan weer realistisch. Techniek Nederland mist flankerend overheidsbeleid op het gebied van duurzaamheid, bijvoorbeeld door het eigen gebruik van zonnestroom actief te stimuleren.

De huidige impasse rond zonnestroom heeft een forse impact op de sector. Een aantal installateurs van zonnepanelen is inmiddels failliet gegaan. Daarnaast zijn veel zonnestroominstallateurs bezig hun dienstverlening te verbreden door andere duurzame technische oplossingen aan te bieden. Er zijn ook bedrijven die helemaal stoppen met hun activiteiten in zonnestroom en andere werkzaamheden gaan zoeken. Terpstra: ‘Dat is heel jammer. Deze bedrijven en technische vakmensen hebben we hard nodig om vaart te houden in de energietransitie.’

Techniek Nederland vindt dat er een brede kabinetsvisie moet komen op de positie van zonne-energie binnen de energietransitie. Terpstra: ‘Zonne-energie is een cruciaal onderdeel van de energietransitie en onmisbaar om de klimaatdoelen te halen. Er is nog veel potentieel: op twee derde van de Nederlandse woningen liggen nog geen zonnepanelen. Daarnaast is het dakoppervlak van bedrijven nog grotendeels onbenut.’ Volgens Terpstra zou minister Hermans van Klimaat en Groene Groei zonnestroom moeten stimuleren in plaats van ontmoedigen.

Zonne-energiesector doet dringende oproep aan kabinet: stimuleer eigen gebruik zonnestroom

Het kabinet heeft besloten om de salderingsregeling voor zonnepanelen per 2027 af te schaffen. Holland Solar, de branchevereniging voor de zonne-energiesector, roept het kabinet op om nu maatregelen te nemen die het voor huishoudens aantrekkelijk maken om opgewekte zonnestroom meer zelf te gebruiken.

Volgens Holland Solar is dit een cruciale stap om de financiële voordelen van zonnepanelen te behouden voor consumenten én tegelijkertijd de maatschappelijke voordelen van zonnepanelen maximaal uit te nutten.

De salderingsregeling heeft de afgelopen jaren sterk bijgedragen aan de groei van zonnepanelen in Nederland. Dankzij deze regeling zijn inmiddels op meer dan drie miljoen woningen zonnepanelen geïnstalleerd. Holland Solar is dankbaar voor deze stimulans, maar ziet ook dat de regeling in haar huidige vorm niet langer houdbaar is.

Huishoudens worden steeds vaker geconfronteerd met terugleverkosten die energieleveranciers in rekening brengen om de stijgende kosten van de salderingsregeling te dekken. Hoe meer een huishouden teruglevert aan het elektriciteitsnet, hoe hoger deze kosten worden. Ook stijgen de maatschappelijke kosten voor het verzwaren van elektriciteitsnetten als er massaal pieken in het net door (residentiele) zonnepanelen op het elektriciteitsnet ingevoed worden.  

Daarom is het belangrijk dat we nu een volgende stap nemen in de energietransitie door huishoudens een handje helpen bij het zelf gebruiken van hun opgewekte stroom. Uit onderzoek van CE Delft en TNO is namelijk gebleken dat als een huishouden 60% gebruikt van de stroom die hij opwekt, in plaats van de nu gemiddelde 30%, de terugverdientijd weer bijna weer terugkeert naar de situatie met salderen. Met andere woorden; als we onze eigen zonnestroom meer zelf gebruiken is een investering in zonnepanelen net zo aantrekkelijk als de huidige situatie met de salderingsregeling.

In andere Europese landen, zoals Duitsland, is de salderingsregeling al een tijd afgeschaft en worden consumenten gestimuleerd om hun zonnestroom zelf te gebruiken. In Duitsland wordt bij 75% van de nieuwe zonne-installaties bijvoorbeeld een thuisbatterij geïnstalleerd, mede dankzij subsidies die het eigen verbruik bevorderen. Dit heeft zowel het energieverbruik van huishoudens geoptimaliseerd als de druk op het elektriciteitsnet verminderd. Ook in andere landen zien we vergelijkbare positieve effecten van beleid dat eigen verbruik stimuleert.

ACM moet berichtgeving over HEM verwijderen van rechter

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) moet een bericht over energieleverancier HEM verwijderen omdat het volgens de rechter onrechtmatig is.

In het bericht van 1 oktober 2024 adviseerde de ACM aan HEM-klanten om alleen te betalen als het geld dat ze nog zouden ontvangen in hun jaar- of eindafrekening al was verwerkt. De energiecowboy was het niet eens met die boodschap, en krijgt van de voorzieningenrechter in Den Haag nu gelijk.

Op last van een dwangsom die kan oplopen tot maximaal honderdduizend euro moet de ACM het bericht verwijderen en het advies in de Consuwijzer aanpassen. Ook moet de ACM verschillende media (AD, de NOS, RTL Nieuws, Radar en Energeia) en Google inlichten dat het bericht is verwijderd.

De ACM zegt nog niet te weten of zij in hoger beroep gaat tegen de uitspraak.

Bereikbaarheid blijft pijnpunt bij energiebedrijven

De bereikbaarheid van energiebedrijven blijft teleurstellend. Dat blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond. Consumenten moeten vaak lang wachten voor ze geholpen worden. En de contactmogelijkheden bij Essent, Energiedirect, HEM Energie en Oxxio zijn veel te beperkt, vindt de Consumentenbond.

In de wet staat dat energieleveranciers in ieder geval per e-mail en per telefoon bereikbaar moeten zijn voor consumenten die vragen hebben bij het online afsluiten van een energiecontract. En deze gegevens moeten makkelijk vindbaar zijn.

Oxxio en HEM energie voldoen hier niet aan. Oxxio biedt (aanstaande) klanten geen e-mailadres. En de contactgegevens van HEM zijn verstopt in de Algemene Voorwaarden. Ook over de bereikbaarheid van Energiedirect is de Consumentenbond niet te spreken. De leverancier toont alleen een telefoonnummer bij het afsluiten van een contract. Maar consumenten die al klant zijn, worden doorverwezen naar de chat, waarna de verbinding wordt verbroken. Ook Essent laat zijn e-mailadres alleen zien aan consumenten die op dat moment een contract willen afsluiten. Verder blijft het mailadres onzichtbaar.

De Consumentenbond vindt dat een telefoonnummer en e-mailadres altijd beschikbaar moet zijn. Voor alle consumenten.

Uit een enquête onder 10.000 panelleden blijkt dat de meerderheid telefonisch contact zoekt met zijn energiemaatschappij. Daarbij zijn ze bereid maximaal 5 minuten in de wacht te staan.

De Consumentenbond nam de proef op de som en belde 20 keer de klantenservice van 20 energieleveranciers. Bij 29% van de telefoontjes stonden de onderzoekers langer dan 5 minuten in de wacht. Vattenfall heeft met ruim 9 minuten de langste gemiddelde wachttijd. Daarna volgen Eneco en HEM Energie met 8 minuten.

De wachttijden variëren wel sterk: bij Vattenfall werd de telefoon soms na 3 minuten opgenomen en soms pas na 38 minuten. Ook bij ANWB Energie, Budget Energie en Eneco moesten de bellers soms meer dan 20 minuten geduld hebben.

Mailen is na bellen de meest gebruikte manier om contact met een klantenservice op te nemen. Daarom stuurde de Consumentenbond ook 20 berichten naar de energiebedrijven. 79 procent van het panel wil binnen twee dagen een inhoudelijke reactie op een mail. In de praktijk zitten 6 bedrijven daar boven, met als toppunt HEM Energie met gemiddeld 18 dagen.

De Consumentenbond wees energieleveranciers in 2023 ook al op hun gebrekkige bereikbaarheid. Toen voldeed de helft van de energieleveranciers niet aan de wettelijke eisen.

vrijdag 18 oktober 2024

Tilburg gaat 11 miljoen reserveren voor aanleg warmte-koude-net

Tilburg gaat 11 miljoen reserveren voor de aanleg van het eerste deel van het warmte-koude-net in Tilburg Zuid, een gemeentelijk warmtebedrijf oprichten en de energiedoelen actualiseren.

Deze besluiten zorgen ervoor dat Tilburg stap voor stap het gebruik van aardgas stopt en vervangt door een duurzamer alternatief. De gemeenteraad stemde afgelopen week in met deze drie maatregelen, grote stappen in de energietransitie.

Ten eerste besloot de raad om 11 miljoen euro toe te kennen voor het ontwerp, de aanleg en de realisatie van het eerste deel van het warmte-koude-net in Tilburg-Zuid. Een warmte-koude-net is een netwerk van leidingen onder de grond waar warm- en koud water doorheen stroomt. Dat warme water is voor het verwarmen in de winter en het koude water voor de koeling van de huizen en gebouwen in de zomer. De gemeente gaat de komende jaren aan de slag met de aanleg van dit netwerk. Vorig jaar nam de gemeente de eerste stap, met het aanwijzen van het gebied en de plekken waar de systemen in de bodem moeten komen.

Daarnaast ging de raad akkoord met de oprichting en inrichting van een gemeentelijk warmtebedrijf. Dit warmtebedrijf wordt de leverancier van warmte (en koude). Collectieve warmtevoorzieningen (zoals een warmte-koude-net) mogen alleen worden geëxploiteerd door bedrijven die voor minstens 50 procent (plus één aandeel) in handen zijn van publieke partijen, zoals de gemeente. Van het op te richten Tilburgse warmtebedrijf is de gemeente Tilburg 100% aandeelhouder.

Tenslotte stemde de raad in met de actualisatie van de doelen en de daarbij horende doelenboom. In deze doelenboom staan de doelen waar Tilburg tot 2030 naar toe werkt. Op verzoek van de gemeenteraad zullen ook doelen voor de periode na 2030 worden opgesteld. Het uiteindelijke doel is om in 2050 CO2 neutraal te zijn. Maar hoe meten we of we onze doelen behalen? Waar staan we in het behalen van deze doelen en hoe groot is onze opgave nog? Jaarlijks presenteren we de resultaten aan de gemeenteraad met behulp van de energiemonitor. De energiemonitor geeft een overzicht met cijfers en informatie. Over onze ambities, waar we staan met onze doelen en de voortgang van acties die bijdragen aan deze doelen. De eerstvolgende komt in maart 2025 uit. Wilt u de laatste energiemonitor bekijken? Dat kan via de pagina op storymaps.arcgis.com.

ANWB: Grote verschillen in Europese laadtarieven

Steeds meer Nederlanders gaan met de elektrische auto op vakantie. Afgelopen zomer reden ruim 360.000 vakantiegangers* met een elektrische auto naar hun favoriete bestemming. Uit nieuw data-onderzoek van ANWB Laadpas blijkt dat er door heel Europa grote verschillen zijn in laadkosten.

Nederlandse vakantiegangers die deze herfst- of komende wintersportvakantie met de elektrische auto op reis gaan, zijn het beste af met snelladen. Nederlandse laadpassen worden vrijwel altijd geaccepteerd bij snelladers, waardoor het risico op zeer dure laadsessies beperkt is en het prijsverschil met langzaam laden – afhankelijk van het land – klein is.

In tegenstelling tot Nederland is snelladen in het buitenland niet veel duurder dan langzaam laden. Bovendien is de kans op een onverwacht hoge rekening, bijvoorbeeld als gevolg van hoge blokkeertarieven, bij snelladen veel kleiner dan bij een reguliere laadpaal in het buitenland. Dit blijkt uit het nieuwste data-onderzoek van ANWB Laadpas, gebaseerd op het laadgedrag van 230.000 Nederlandse klanten afgelopen zomervakantie. Daarnaast werken Nederlandse laadpassen op vrijwel alle snelladers, terwijl dat bij langzame laadpalen in het buitenland niet altijd het geval is. Bij gebruik van publieke laadpalen blijft het verstandig het tarief – en bijbehorende kosten zoals blokkeertarieven – vooraf te checken.

In Nederland geldt de vuistregel dat snelladen (€12,05 per 100 km) duurder is dan laden aan een normale laadpaal (€8,25 per 100 km) op straat. In veel andere Europese landen is dit echter anders. Zo werd in Frankrijk gemiddeld zelfs iets minder betaald voor een kilowattuur aan een snellader (€10,23 per 100 km) dan aan een gewone, langzame laadpaal. Ook in Spanje is snelladen (€9,90 per 100 km) goedkoper.

In alle onderzochte vakantielanden is het prijsverschil tussen snelladen en langzaam laden kleiner dan in Nederland. Een van de oorzaken hiervoor is het zogenoemde blokkeertarief, een tijdsgebonden tarief bovenop het stroomtarief. Deze tarieven beïnvloeden de prijs van het laden. Laadsessies aan een gewone laadpaal van meer dan een euro per kilowattuur kwamen het vaakst voor in Zwitserland (14%), gevolgd door Oostenrijk (10%), Frankrijk (8%) en Duitsland (7%). In Kroatië en Noorwegen zijn geen sessies geweest waarbij het gemiddelde boven de 1 euro per kWh uitkomt.

Bij snellaadpalen geldt soms ook een tijdsgebonden tarief, maar omdat deze palen doorgaans op doorstroomlocaties staan, zoals tankstations of supermarkten, staat een EV daar niet snel een hele dag of nacht. Aan een gewone laadpaal wel, wat te zien is in de gemiddelde betaalde prijs per kWh.

Daarnaast is in veel Europese landen het snellaadnetwerk de afgelopen jaren enorm uitgebreid. Toegenomen concurrentie, schaalgrootte en mogelijke subsidies zijn mogelijke oorzaken voor de relatief lage snellaadtarieven in onder andere Frankrijk en Spanje.

Uit de data blijkt dat in Noorwegen het laden van de elektrische auto het goedkoopst is, zowel langzaam als snelladen. Zwitserland staat – misschien niet verrassend – juist onderaan de lijst; laden is hier het duurst en in het geval van langzaam laden meer dan twee keer zo duur als in Noorwegen.

Noord-Holland maakt uitbreiding zonneakker Boesingheliede bij Schiphol mogelijk

Ontwikkelaar IX Zon wil een zonnepark realiseren tussen de provinciale weg N232 (Schipholweg) en snelweg A9. De provincie stelt een naast dit gebied gelegen stuk grond ter beschikking, waardoor het zonnepark bijna verdubbeld kan worden. De locatie is geschikt omdat de provincie voor deze grond vlakbij twee landingsbanen van Schiphol geen andere ambities heeft, zoals natuur, recreatie of infrastructuur.

Voorheen werd de grond verpacht als landbouwgrond. De provincie kiest er nu voor om de grond in erfpacht in combinatie met opstalrecht uit te geven aan IX Zon. Dat betekent dat IX Zon de grond voor 30 jaar mag gebruiken voor een zonneakker terwijl de grond officieel in eigendom van de provincie blijft en een agrarische bestemming blijft houden. Daarna kan de provincie eventueel weer een andere bestemming aan de grond geven.

Zodra dit zonnepark in gebruik wordt genomen wordt de duurzame energie direct geleverd op het elektriciteitsnet. Dat is bijzonder omdat het net op veel plekken in het land vol zit. In tegenstelling tot veel andere initiatieven in het land, vormt netcongestie voor deze zonneakker geen belemmering.

Het ontwikkelen van dit zonnepark is onderdeel van de ambitie van de provincie om in 2050 klimaatneutraal te zijn en om in 2030 55% CO2- uitstootvermindering ten opzichte van 1990 te hebben gerealiseerd.

donderdag 17 oktober 2024

Tweede Kamer wil verbod op terugleverkosten zonnepanelen

De VVD en de SP willen een verbod op terugleveringskosten als over twee jaar de aantrekkelijke salderingsregeling voor zonnepanelen verdwijnt.

Zonnepanelen worden steeds minder aantrekkelijk door de toenemende kosten, zegt Kamerlid Beckerman (SP).

Het kabinet Schoof wil de salderingsregeling per 2027 in één keer afschaffen. Nu die salderingsregeling verdwijnt moeten ook de terugleverkosten worden verboden, vindt Kamerlid Erkens (VVD).

Begin dit jaar stemde de Eerste Kamer een wet van het vorige kabinet weg, die de salderingsregeling langzaam zou afbouwen.