Pagina's
vrijdag 31 mei 2024
Zeven projecten krijgen subsidie voor de productie van volledig hernieuwbare waterstof
Het streven van 100 megawatt is daarmee behaald. De subsidie is voor bedrijven die een elektrolyse-installatie (productie van waterstof met elektriciteit) van 0,5 tot maximaal 50 megawatt bouwen én gebruiken om volledig hernieuwbare waterstof te maken. Het kabinet steunt graag meerdere kleinere waterstofprojecten, zodat lessen met onder meer de technologie en de vergunningsprocedures zorgen voor versnelling in de ontwikkeling van volgende projecten. In totaal is meer dan 600 miljoen subsidie aangevraagd.
De zeven projecten die subsidie krijgen zijn H2 Hollandia (Nieuw-Buinen), Hysolar (Nieuwegein), Groengas asset (Amsterdam), Groengas asset (Groningen), RWE Eemshydrogen (Eemshaven), Van Kessel Olie (Oude Tonge) en VoltH2 (Delfzijl). Van de totaal 101 MW toegekende elektrolyse capaciteit is 91 MW van de projecten uit de provincie Groningen. De waterstof wordt bijvoorbeeld geleverd aan de chemische industrie of tankstations. Eén project zal de duurzame elektriciteit voor elektrolyse krijgen via een directe lijn met een zonne-installatie. Dit draagt bij aan het verminderen van druk op het stroomnet.
Met de regeling wordt het kostenverschil tussen hernieuwbare en fossiele waterstof gedicht (de onrendabele top). Voor de toekenning van de subsidie heeft RVO de bedrijven gerangschikt op basis van aangevraagde subsidie per megawatt elektrolyse capaciteit. Daardoor is er concurrentie tussen de projecten en krijgen de meest kostenefficiënte projecten subsidie. Het gemiddelde van de zeven winnende projecten is €2,5 miljoen subsidie per megawatt elektrolyse capaciteit. Het laatste project dat volledig binnen het budget viel was ongeveer 3,2 miljoen euro subsidie per megawatt. De bedrijven hebben tot 2028 om hun elektrolyseproject af te ronden.
Studententeam onthult nieuwste waterstofraceauto
Na een periode van twee jaar onderzoeken, testen en herontwerpen om aan de regels van de race 'Formula Student' (FS) te kunnen voldoen is het zover: Werelds éérste zelfgebouwde Formula Student raceauto op waterstof is een feit. Een extra unieke raceauto dus, en dat uit ons eigen Twente. Tijdens de Car Reveal op 30 mei gaf het team een inzage in de verbeteringen van dit jaar. Dit omvatte onder andere het opnieuw ontworpen waterstofopslagsysteem, die er met een hogere stroom input voor zorgt dat de auto langer en sneller kan rijden.
Daarnaast zorgt het nieuwe aerodynamische ontwerp ervoor dat er meer neerwaartse kracht wordt gecreëerd, dat de auto beter aan de grond houdt. Ook heeft HyDriven de wielen van haar vorige raceauto voor het allereerst op waterstof laten draaien, waarmee het team bewijst dat het mogelijk is om een Formula Student raceauto op waterstof te maken!
De race waaraan HyDriven meedoet is dit jaar extra bijzonder. Dit zal het eerste jaar zijn in de geschiedenis van Formula Student waarin een waterstof-klasse onderdeel is van de competitie. HyDriven zet de toon door eind augustus als allereerste team deel te nemen in deze klasse op het FS-circuit in Frankrijk.
'Terugverdientijd zonnepanelen kan bij afschaffen salderen oplopen tot meer dan 20 jaar'
De prijsvergelijker onderzocht vijf verschillende scenario’s, variërend van zeer gunstig tot zeer ongunstig, waarbij de terugverdientijd varieert van 7 tot 20,5 jaar bij een investering in 10 zonnepanelen.
De analyse toont aan dat de terugverdientijd van zonnepanelen sterk afhankelijk is van diverse factoren, zoals de elektriciteitsprijs, eigen verbruik, terugleververgoedingen en investeringskosten.
Volgens het 'verwachte scenario' van energievergelijk.nl bedraagt de terugverdientijd voor zonnepanelen 12,5 jaar.
In dit scenario wordt aangenomen dat een systeem bestaande uit 10 zonnepanelen, elk met een capaciteit van 400 wattpiek, eind 2024 wordt aangeschaft voor een investering van 4.500 euro. Dit systeem is begin 2025 operationeel en levert nog twee jaar salderingsvoordeel op. De berekening gaat verder uit van een vaste elektriciteitsprijs van 27,5 cent per kilowattuur en een terugleververgoeding van 50 procent van de kale stroomprijs.
Het financiële plaatje voor de zonnepaneelbezitter verandert aanzienlijk onder minder gunstige voorwaarden. Als de elektriciteitsprijs daalt naar 25 cent per kilowattuur en de terugleververgoeding beperkt blijft tot 25 procent van de kale stroomprijs, loopt de terugverdientijd op tot 17 jaar. In dit scenario is sparen, met een vaste spaarrente van 2,5 procent, na 25 jaar voordeliger dan het investeren in zonnepanelen.
Het beeld wordt nog somberder in het zogenoemde ‘zwarte scenario’, waarbij energieleveranciers geen vergoeding verschuldigd zijn voor de teruggeleverde stroom. Dan strekt de terugverdientijd zich uit tot maar liefst 20,5 jaar. “Onder deze omstandigheden heeft het financieel gezien eigenlijk geen nut om te investeren in panelen”, benadrukt Kuijper.
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat de salderingsregeling tot eind 2026 van kracht blijft. Deze regeling speelt een cruciale rol in de financiële aantrekkelijkheid van zonnepanelen.
Via salderen is het mogelijk om overtollige opgewekte stroom terug te leveren aan het elektriciteitsnet en daarvoor dezelfde prijs te krijgen als voor dezelfde hoeveelheid afgenomen stroom.
De afschaffing van de salderingsregeling zal de terugverdientijd aanzienlijk doen verlengen, tenzij gunstige terugleververgoedingen verplicht worden en terugleverkosten verboden”, aldus Kuijper. In gunstigere scenario’s waarbij de elektriciteitsprijs 30 cent per kilowattuur bedraagt en energieleveranciers een vergoeding van 50 tot 80 procent van de kale stroomprijs moeten aanbieden, wordt de terugverdientijd aanzienlijk korter.In het meest optimistische geval bedraagt deze slechts 7 jaar, waarmee de financiële voordelen van zonnepanelen overduidelijk behouden blijven, zelfs als de salderingsregeling ten einde komt.
Voor huurders ligt de situatie weer anders. Hier brengt de verhuurder kosten voor het zonnepanelensysteem in rekening via verhoogde servicekosten. Volgens recente gegevens van de Woonbond liggen deze kosten gemiddeld tussen de 24 en 28 euro per maand voor acht panelen.
Door de afschaffing van de salderingsregeling zal de gemiddelde besparing op de energierekening van huurders verminderen. Volgens het 'verwachte scenario' dat door energievergelijk.nl wordt gebruikt, levert het gebruik van acht zonnepanelen een gemiddelde besparing op van 29 euro per maand.
donderdag 30 mei 2024
Bevoegdheden windenergie Lansingerland terug bij provinciebestuur
In november 2017 heeft het provinciebestuur in een bestuursovereenkomst met de gemeente Lansingerland afgesproken dat gemeente zich in zou zetten voor het verlenen van vergunningen voor windmolens. Het provinciebestuur zag af van haar bevoegdheden voor vergunningverlening in de veronderstelling dat vergunningverlening sneller zou gaan als de gemeente het zou doen.
Sinds 2017 zijn er door Lansingerland nog geen vergunningen voor windmolens verleend, en in mei 2023 gaf het gemeentebestuur aan daar ook geen mogelijkheden voor te zien. Het provinciebestuur ziet nog wel mogelijkheden en heeft dit met de gemeente besproken. Op 22 april is met de gemeente besproken dat de provincie de vergunningverlening weer in eigen hand neemt. Dit is dinsdag 14 mei ook zo besloten. Hiermee geeft het provinciebestuur ook uitvoering aan het coalitieakkoord ‘Krachtig Zuid-Holland 2023-2027’ waarin is afgesproken dat de provincie Zuid-Holland haar verantwoordelijkheid neemt bij het ontwikkelen van windenergie in de gemeente Lansingerland.
In juni organiseert de provincie een aantal informatiebijeenkomsten in Lansingerland. Inwoners krijgen informatie over het vervolgproces van de komst van windmolens in de gemeente Lansingerland. Begin 2025 start de provincie een vervolgtraject om te onderzoeken op welke locatie of locaties in Lansingerland 15 megawatt windenergie gerealiseerd kan worden. Nieuwe windmolens worden daarbij zo goed mogelijk ingepast in het landschap. Dit vervolgtraject doet de provincie samen met de omwonenden en andere belanghebbenden.
Eerste E-Methanol Systeem Benelux door HoSt Group & University Twente
In dit consortium ontwikkelt Bright Renewables (Enschede) de methanolreactortechnologie, HyGear (Arnhem) levert een 1.25MW elektrolyser met polymeer elektrolyt membraan (PEM) technologie voor het benodigde waterstof en de Universiteit Twente (Enschede) doet onderzoek naar warmtewisseling, essentieel voor het proces, en de meest optimale manier om het project op te schalen met behulp van een ‘twin-test reactor’. Van de totale subsidie van € 4 miljoen is €600.000 specifiek toegewezen aan het onderzoek van de universiteit.
Het systeem met een capaciteit van 500 ton per jaar E-methanol van AA-kwaliteitsklasse wordt gebouwd op het terrein van HyGear in Arnhem, Nederland. Hier zal worden gebruikgemaakt van afgevangen CO2 en elektriciteit uit ongesubsidieerde zonne- en windenergie die in Nederland wordt geproduceerd. Dit e-methanol systeem is voor kleinschalig gebruik en kan worden opgezet in de buurt van lokale zonne- of windmolenparken. Het kan direct gebruik maken van duurzame elektriciteit, wat helpt om congestieproblemen op het elektriciteitsnet te verminderen. Jaarlijks kan het systeem genoeg duurzame brandstof produceren voor een groot binnenschip om 30.000 km af te leggen met 10.000 containers.
Methanol, de eenvoudigste vorm van alcohol, wordt geproduceerd door waterstof te combineren met koolstofdioxide (CO2) of koolstofmonoxide (CO) in een reactor, ook wel bekend als methanolsynthese. Als vloeistof bij kamertemperatuur en -druk dient het als een efficiënte energiedrager of opslagmedium. In dit E-methanol systeem zal de CO2 afkomstig zijn van biogene CO2, opgevangen uit biogasinstallaties of biomassa- of afvalgestookte ketelcentrales, met (groene) waterstof geleverd door elektrolyse.
'Accu het antwoord op de uitdagingen van de energietransitie, verdienmodel echter onzeker'
Huidige toepassingen van accu's richten zich op dagelijks energieverbruik en energie-arbitrage, waarbij energie wordt opgeslagen wanneer de prijzen laag zijn en gebruikt wanneer ze hoog zijn. Echter, dit kan onder verkeerde prikkels netwerkcongestie verergeren, waardoor flexibiliteit in accu-implementatie cruciaal wordt. Het belang van een oplossing is groot, zowel voor de burger als voor de economie.
Voor bedrijven met zonnepanelen bieden accu's aantrekkelijke mogelijkheden voor het opslaan van zelf geproduceerde energie. Toch blijven er onzekerheden bestaan over de gebruiksefficiëntie en levensduur van accu's. Het is essentieel dat de technologie zich eerst bewijst en dat er meer duidelijkheid komt over de financiële aspecten van accu-implementatie.
De terugverdientijd van accu's wordt beïnvloed door het aantal laadcycli en het gebruikspatroon. De kosten variëren tussen €0,15 en €0,20 per kWh, inclusief verliezen. Financiële zekerheid en flexibiliteit in wet- en regelgeving zijn noodzakelijk om grootschalige accu-implementatie te stimuleren.
Het oplossen van netwerkcongestie en het voorkomen van black-outs vereisen meer dan alleen technologische vooruitgang. Flexibele regelgeving en investeringen in accu-infrastructuur zijn cruciaal. Accu's kunnen een belangrijke rol spelen in het stabiliseren van het netwerk door energie op piekmomenten op te slaan en later terug te leveren, mits ze op de juiste manier worden ingezet.
Het is duidelijk dat accu's een veelbelovende oplossing bieden voor de uitdagingen van de energietransitie, maar een diepgaand begrip van hun toepassingen en een stabiel investeringsklimaat zijn nodig om hun volledige potentieel te benutten.
woensdag 29 mei 2024
Companion.energy haalt 2,1 miljoen euro op
De investeringsronde wordt geleid door Übermorgen Ventures en Cavalry Ventures, venture capital-fonds die respectievelijk investeren in klimaat start-ups en innovatieve softwareproducten. Aan Belgische zijde investeren Entourage van Pieterjan Bouten en Imec.istart Future fund mee.
Industriële bedrijven ondervinden dat het steeds moeilijker wordt om de prijsschommelingen voor energie te beheren. Hernieuwbare energie (voornamelijk zon en wind in België) zit in de lift, wat leidt tot deze schommelingen. Tegelijkertijd schakelen steeds meer bedrijven hun processen met fossiel energieverbruik om naar elektrische alternatieven, gedreven door duurzaamheidsambities in combinatie met een strengere wetgeving. Bedrijven die er niet in slagen om hun verbruik pro-actief af te stemmen op deze prijsschommelingen, lopen financiële risico’s.
Companion.energy heeft een platform ontwikkeld waarmee industriële bedrijven hun eigen energievraag in realtime kunnen sturen. Het platform van Companion.energy, gebaseerd op machine learning, houdt rekening met de verschillende energiecontracten die een bedrijf heeft lopen, en combineert deze met operationele data en voorspelt de energiebehoeften en -kosten van het bedrijf voor de volgende uren en dagen.
‘Importkloof’ centraal tijdens het Europese energie-verkiezingsdebat
Europa heeft zich ten doel gesteld om zelf meer energie op te wekken dan dat er gebruikt wordt, en om daarmee niet meer afhankelijk te zijn van landen van buiten Europa. Op dit moment hebben Nederland én de EU nog te maken met een zogeheten ‘importkloof’: we zijn zeer afhankelijk van de import van fossiele energie. Dit heeft niet alleen grote gevolgen voor de hoogte en de onvoorspelbaarheid van de energierekening van mensen en bedrijven, maar het maakt Europa ook geopolitiek kwetsbaar.
Op woensdag 29 mei gaat het debat daarom over het Europese energiebeleid, en in het bijzonder over de uitdaging om onze afhankelijkheid van de import van fossiele energie te verminderen en onze strategische autonomie te versterken. Daarnaast komen Europees industriebeleid en een rechtvaardige energietransitie voor iedereen aan de orde. (Kandidaat-)Europarlementariërs voeren het inhoudelijk debat over de toekomst van het Europese energiebeleid.
Aan het debat doen mee:
Mohammed Chahim (GroenLinks-PvdA)
Robbert van Eerd (CDA)
Gerben-Jan Gerbrandy (D66)
Bart Groothuis (VVD)
Eveline Herben (BBB)
Veerle Smit (Volt Europa)
Jamilja van der Meulen (Nieuw Sociaal Contract)
Nieuw regiokantoor voor Alliander in Alkmaar
Het bestaande kantoorgebouw aan de Jan Ligthartstraat wordt duurzaam verbouwd. Daarnaast wordt er naast het pand een magazijn gerealiseerd. De nieuwe locatie biedt straks huisvesting aan de regioteams van netbeheerder Liander en hoogspanningsspecialist Qirion, beiden onderdeel van Alliander. Door de energietransitie groeit Alliander snel. Het behouden van een locatie in Alkmaar is belangrijk zodat medewerkers dicht op het werk in de regio zitten. Met een functionele en prettige werkomgeving wil Alliander met de nieuwe locatie bijdragen aan het werkplezier van haar medewerkers.
Dit jaar staat in het teken van de voorbereiding en aanbesteding van de verbouwing en de nieuwbouw. Naar verwachting start de realisatie hiervan begin 2025 en kan Alliander de locatie medio 2026 in gebruik nemen.
dinsdag 28 mei 2024
Snellere aanleg stroomnet door versnelde procedure
Eén van de maatregelen tegen het volle stroomnet is het zo snel mogelijk uitbreiden van het net. Vertraging in de vergunningverlening door juridische procedures is, naast schaarste aan personeel en materiaal, één van de belangrijkste redenen waardoor netbeheerders de netten niet sneller kunnen uitbreiden.
Door elektriciteitsprojecten vanaf 25 kilovolt (denk bijvoorbeeld aan een regionaal verdeelstation) aan te merken als ‘zwaarwegend maatschappelijk belang’, kunnen projecten een snellere beroepsprocedure doorlopen. Dat wil het ministerie regelen door middel van aangepaste regelgeving in de vorm van een AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur). Deze maatregel is tot stand gekomen in overleg met onder andere netbeheerders en vertegenwoordigers van gemeenten en provincies.
Met deze stap kan er een belangrijke versnelling worden aangebracht in de uitbreiding van het stroomnet. Deze wettelijke maatregel is een tastbaar resultaat van een breder pakket aan versnellingsmaatregelen die voor energieprojecten wordt uitgevoerd. Het voorstel ligt vanaf vandaag ter consultatie; geïnteresseerden kunnen de komende zes weken online een reactie indienen. Het voorstel voor de versnelde procedure treedt naar verwachting in 2025 in werking.
Els de Groot naar Enexis
Met de toetreding van De Groot bestaat de Raad van Commissarissen nu uit drie vrouwen en twee mannen, een samenstelling die bijdraagt aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid en diversiteit binnen de organisatie.
Naast haar nieuwe rol bij Enexis is De Groot actief als gastdeskundige bij de Adviesraad Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie (AMVI), die adviezen geeft aan de minister van Economische Zaken en Klimaat over de ondersteuning van grote industriële bedrijven bij hun verduurzaming. Ze is eveneens Lid van de Adviesraad van het Agentschap van de Generale Thesaurie. Sedert 1 april jongstleden is zij Financieel Directeur ad interim bij GVB in Amsterdam.
Els de Groot is de opvolger van Carmen Velthuis. Velthuis treedt af vanwege de afloop van haar zittingstermijn van acht jaar. Zij was al die tijd voorzitter van de Auditcommissie en in die hoedanigheid nauw betrokken bij de verkoop van Fudura en het afsprakenkader met het Rijk.
Essent verlaagt stroomtarief door terugleverkosten
Klanten zonder zonnepanelen gaan er het meest op vooruit, ruim 250 euro per jaar bij een gemiddeld verbruik van 2900 kWh en 1200 m3.
Deze significante tariefsverlaging is volgens het bedrijf mede mogelijk door de invoering van terugleverkosten op de overproductie van opgewekte zonnestroom.
Door de overproductie van zonnestroom – stroom dat door een huishouden wordt opgewekt bij zonnig weer maar niet direct wordt verbruikt – heeft Essent te maken met meerkosten. Deze kosten lopen op tot honderden euro's per jaar per zonnepaneelklant, stelde de ACM in een onlangs verschenen rapport.
Essent benadrukt dat het plaatsen van zonnepanelen nog steeds rendeert. Ook met terugleverkosten. Het is volgens het bedrijf een misvatting dat je geen geld meer bespaart door terugleverkosten op overgebleven zonnestroom. Ook nu nog zijn zonnepanelen in gemiddeld 8 jaar tijd terugverdiend. Daarna heb je er nog zo'n 17 jaar plezier van en levert het je een jaarlijkse besparing op van gemiddeld 600 euro.
maandag 27 mei 2024
Geld voor regio’s met aansluitingen windparken op zee
De regio’s waarin geïnvesteerd wordt zijn Noord-Nederland (Eemshaven), Zeeland (Borsele), Rotterdam (Maasvlakte), het Noordzeekanaalgebied en omgeving Moerdijk en Geertruidenberg. Als startsein van deze gebiedsinvesteringen heeft minister Jetten (Klimaat en Energie) vandaag de eerste bestuursovereenkomst getekend in Zeeland.
De regio’s werken samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan een ‘Regioplan gebiedsinvesteringen netten op zee’. In deze plannen staat welke projecten worden uitgevoerd om de leefbaarheid te versterken. De projecten moeten passen binnen één van de volgende thema’s: behoud & versterken natuur, verbeteren fysieke leefomgeving, versterken regionale economie en versnellen energietransitie. Bij de voorbereiding en uitvoering van de verschillende projecten worden inwoners actief betrokken. In 2022 heeft het kabinet in totaal 500 miljoen euro uit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld voor deze investeringen. De eerste 210 miljoen euro hiervan wordt nu besteed. Een nieuw kabinet zal dit najaar de verdeling van het resterende geld voor de tweede ronde uitwerken.
Voor investeringen in de leefomgeving in Zeeland stelt de Rijksoverheid 50 miljoen euro beschikbaar. De aanlanding van wind op zee heeft hier impact op Zuid-Beveland, Noord-Beveland en Walcheren, bijvoorbeeld door de bouw van nieuwe infrastructuur en hoogspanningsstations. Minister Jetten heeft hiervoor vandaag samen met de Provincie Zeeland en verschillende Zeeuwse gemeenten een handtekening onder een bestuursakkoord gezet dat het startsein vormt van deze investeringen. De investeringen worden bijvoorbeeld gebruikt voor versterking van de sportfaciliteiten in Borsele en investeringen in het Veerse Meer. De bestuursovereenkomsten met de andere regio’s worden uiterlijk in 30 juni 2024 getekend.
Energy Board gaat stroomproblemen in Overijssel aanpakken
Dat het elektriciteitsnet kraakt komt doordat de overgang naar duurzame elektriciteit de afgelopen jaren steeds sneller is gegaan. Veel mensen nemen een warmtepomp en gaan elektrisch rijden. Bedrijven schakelen af van gas en over naar elektriciteit. Dat is goed nieuws voor het klimaat, maar brengt de komende jaren nog veel uitdagingen met zich mee. Zo moet het elektriciteitssysteem in Overijssel de komende jaren minimaal verdubbelen in capaciteit, en mogelijk zelfs verviervoudigen.
De Energy Board richt zich op coördinatie, afstemming en samenwerking. Het programma kent drie focusgebieden: het sneller realiseren van benodigde energie-infrastructuur, het slimmer benutten van nieuwe en bestaande energie-infrastructuur en het programmeren en prioriteren van investeringen van het energiesysteem.
Zeven landen met 100% hernieuwbare elektriciteit
Meer dan 99,7 procent van de elektriciteit in Albanië, Bhutan, Ethiopië, IJsland, Nepal, Paraguay en de Democratische Republiek Congo is afkomstig van geothermische energie, waterkracht, zonne- of windenergie.
Noorwegen kwam in de buurt met 98,38 procent van zijn energie uit wind, water of zon, volgens de gegevens die zijn verzameld door professor Mark Jacobson van Stanford University.
40 landen haalden in 2021 en 2022 ten minste de helft van hun elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, waarvan 11 in Europa. Sommige landen, zoals Duitsland en Portugal, zijn in staat om korte tijd op 100% wind, water en zon te draaien.
De wereld heeft in 2023 116 gigawatt aan nieuwe windenergiecapaciteit geïnstalleerd, volgens het laatste Global Wind Report van brancheorganisatie Global Wind Energy Council (GWEC). Dat is een stijging van 50 procent ten opzichte van 2022, en daarmee het beste jaar ooit.
Het rapport merkt op dat, terwijl de groei van windenergie sterk geconcentreerd is in een paar grote landen, sommige andere regio's en landen een recordgroei zagen. Afrika en het Midden-Oosten hebben in 2023 bijna 1 gigawatt aan windenergiecapaciteit geïnstalleerd, bijna het drievoudige van het voorgaande jaar.
China leidde voor zowel offshore als onshore windinstallatie, gevolgd door de VS, Brazilië en Duitsland. Dankzij de sterke groei in Nederland kende Europa ook in 2023 een recordjaar met 3,8 gigawatt aan nieuwe offshore windcapaciteit.
Volgens WindEurope zal de EU haar doelstelling voor 2030 niet halen. Om de EU-doelen te bereiken, moeten landen tot 2030 elk jaar meer dan 30 GW inzetten. In 2022 kwam 16 GW online en de verwachting is dat landen tekort zullen blijven schieten.
vrijdag 24 mei 2024
Windmolens Wieringermeer tijdelijk uit
Het elektriciteitsnet in Noord-Holland staat onder druk en de hoeveelheid elektriciteit die dagelijks over het net wordt getransporteerd, neemt de komende jaren alleen maar toe. Daarom werkt TenneT deze zomer op verschillende plekken in Noord-Holland aan het vernieuwen en versterken van het net. Tijdens die werkzaamheden wordt de stroom van de kabels gehaald en wordt de hoeveelheid stroom die over de nog actieve verbindingen loopt beperkt. Aan Vattenfall is daarom gevraagd om op die momenten de turbines van het prinses Ariane windpark stil te zetten. Omdat het een groot windpark is, scheelt dat een flinke hoeveelheid elektriciteit en kunnen andere activiteiten in de omgeving veilig uitgevoerd blijven worden.
In de praktijk betekent dit dat tijdens de werkzaamheden alle turbines van het windpark soms dagen aaneen stil zullen staan, terwijl andere windparken in de omgeving wel gewoon draaien. Dat zal voor de omgeving misschien vragen oproepen, denkt André van der Ploeg, manager van het windpark. Maar hij heeft er geen moeite mee om de turbines stil te zetten. “We gaan allemaal van het gas af, dus de vraag naar elektriciteit neemt de komende jaren alleen maar toe. Dan moeten we wel in staat zijn om iedereen van voldoende stroom te voorzien. Door de turbines nu een aantal dagen stil te laten staan, kan straks heel Noord-Holland weer vooruit.”
De werkzaamheden beginnen in mei en zullen zeker tot en met september duren.
Ook Delta Energie gaat terugleverkosten bij zonnepaneeleigenaren in rekening brengen
De terugleverkosten kent een schalensysteem. De eerste 100kWh, ofwel schaal 1, kost niets extra. Bij een teruglevering van 100 tot 200kWh op jaarbasis, betaalt een klant 11,60 euro inclusief btw.
De nieuwe regeling gaat voor nieuwe klanten vanaf het moment van schrijven in. Voor bestaande klanten met een contract met vaste prijzen verandert er gedurende de contractperiode niets.
Energiebedrijven mogen voorlopig terugleverkosten blijven rekenen aan huishoudens die zonnestroom opwekken. NSC-Kamerlid Wytske Postma leek donderdag te suggereren dat de nieuwe coalitie dat wilde verbieden, maar tijdens een debat in de Tweede Kamer bleek dat dat niet het geval. Postma wil alleen voorkomen dat consumenten na de afschaffing van de salderingsregeling geld moeten bijpassen als zij stroom terugleveren.
ChristenUnie, SGP en GroenLinks/PvdA komen met voorstel voor een maximumprijs voor elektriciteit en gas voor kwetsbare klanten
De indieners willen op deze manier gas en stroomafnemers met een kleine beurs tegemoet komen ten tijde van een crisis. Zij vinden het van belang dat er snel gehandeld kan worden bij onverwachte prijsstijgingen op de energiemarkt, zoals tijdens de energiecrisis van 2021/2022 aan de orde was.
Burgers zijn niet altijd in staat hun verbruik ineens drastisch te verminderen, waardoor de kosten in rap tempo kunnen oplopen. Door de minister de bevoegdheid te geven om een sociaal tarief in te stellen kunnen deze mensen veel gerichter dan nu en direct geholpen worden, zoals ook in België gebeurt.
Onderstel ‘stopcontact’ TenneT voor windpark west Beta voor kust Egmond aan Zee geïnstalleerd
Vorige week donderdag werd de jacket op een drijvend ponton vanuit de haven van Vlissingen naar de eindbestemming gevaren op zo’n 53 kilometer voor de kust van Egmond aan Zee. Daar is de staalconstructie van 49 meter hoog met een gewicht van ruim 2.100 ton afgelopen weekend door het hijsschip Sleipnir (Heerema Marine Contractors) van het drijvende ponton getild en op de zeebodem geplaatst.
Met behulp van heipalen, die tot meer dan 50 meter in de zeebodem zijn geheid, is het onderstel op de vier hoekpunten stevig verankerd. Deze heipalen zitten in grote buizen van 10 meter die vast gelast zijn aan de voeten van het onderstel. Door de ruimte tussen de palen en de buizen te vullen met cement (grout) krijg je een verbinding die ervoor zorgt dat het platform straks zelfs de zwaarste storm op de Noordzee kan doorstaan.
Voorafgaand aan de plaatsing is de bodemgesteldheid ter plekke nauwkeurig onderzocht. Ook is goed gekeken of er zich geen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bevinden. Vervolgens is een groot bed van stenen gestort voor een stevig en vlak fundament. De stenen zorgen ook dat de bodem onder de jacket niet wegspoelt door stroming van het zeewater. Met regulier onderhoud heeft de constructie een minimale levensduur van wel 40 jaar.
donderdag 23 mei 2024
Tweede Kamer wil verbod op terugleverkosten voor zonnestroom
Dat staat in een voorstel van NSC-Kamerlid Wytske Postma, dat volgens haar ook steun heeft van de andere coalitiepartijen PVV, VVD en BBB.
Veel energieleveranciers rekenen inmiddels terugleverkosten voor zonnestroom, waardoor er nog een kostenpost bijkomt voor de teruggeleverde stroom.
Energiebedrijven blijven zitten met het probleem dat het terugleveren van zonnestroom in de zomer als er weinig vraag is op de markt, relatief onaantrekkelijk is. De kans is dan ook groot dat bedrijven de kale terugleververgoeding van 0,12 euro per kWh in het bovenstaande voorbeeld fors verlagen.
HCSS: ‘Versnelling energietransitie noodzakelijk; niet alleen voor klimaat’
Dat schrijven onderzoekers Jilles van den Beukel en Lucia van Geuns van het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS) in aanloop naar een Kamerdebat over de industrie op 15 mei in een recent gepubliceerd rapport in opdracht van Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), VNO-NCW, Gasunie en Koninklijke Vereniging Nederlandse Chemische Industrie (VNCI).
‘Om onze kwetsbaarheden te verminderen is het zaak het nieuwe duurzame energiesysteem snel op te bouwen’, aldus de onderzoekers. Daarvoor is het volgens hen nodig de huidige langdurige procedures voor vergunningen op het gebied van infrastructuur te versnellen, om zo met name netcongestie sneller op te lossen en bestaande industrie beter te kunnen inschakelen bij de energietransitie. De huidige (versplinterde) Europese manier van werken leidt volgens het rapport verder tot een langzamere energietransitie en het verplaatsen van industrie naar bijvoorbeeld de VS, waar de Inflation Reduction Act (IRA) door de industrie gezien wordt als een aantrekkelijke propositie. ‘Er moet gewerkt worden aan een herstel van de relatie tussen bedrijfsleven, overheid en samenleving. Het bedrijfsleven kijkt uit naar een duidelijke overheid, met efficiënte regelgeving en snelle procedures voor vergunningen, die keuzes durft te maken op het gebied van groene energiepolitiek, en naar die keuzes handelt voor de lange termijn.’
Het rapport laat volgens VNCI, NVDE, VNO-NCW en Gasunie goed zien dat we om meerdere redenen de energietransitie versneld in uitvoering moeten brengen. We moeten focussen op de uitvoering en stoppen met het beleid steeds wijzigen, zorgen dat we vergunningen sneller gaan verlenen en zorgen voor voldoende aanbod van elektriciteit en waterstof. Zo kunnen we de Europese industrie op een duurzame voorsprong zetten en slaan we een drieslag voor zowel duurzaamheid, betaalbaarheid als leveringszekerheid. Snelheid is geboden.
Park&Charge wint aanbesteding overname 191 laadpalen
Het is voor de eerste keer in Nederland dat op deze schaal laadpalen opnieuw worden gebruikt. In plaats van de bestaande laadpaal te verwijderen en te vervangen voor een nieuwe laadpaal, vervangt Park&Charge alleen de onderdelen van de laadpaal waarvoor dat nodig is. Volgens Jeroen Roeloffzen, CEO bij Park&Charge moeten er in Nederland tot 500 laadpalen per dag bijgeplaatst worden om alle elektrische auto’s in 2030 te kunnen laden. Dat halen we alleen als we de bestaande palen blijven gebruiken en ondersteunen.
Ook nieuw voor de gemeenten is het toepassen van slim, netbewust laden op de laadpalen. Binnen de landelijke samenwerking van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur ontwikkelden overheden, marktpartijen en netbeheerders een landelijke aanpak die op deze laadpalen wordt toegepast.
Met netbewust laden kan de hoeveelheid stroom die naar de laadpalen gaat worden aangepast als dat nodig is. Als er te weinig ruimte is op het stroomnet, leveren de laadpalen tijdelijk minder stroom of even helemaal geen stroom.
Door netbewust laden maken we ruimte op het zeer volle stroomnet in Gelderland.
Die ruimte hebben we nodig voor het groeiende aantal elektrische auto’s maar ook voor de bouw van nieuwe woningen en het verduurzamen van huidige woningen en bedrijven. Elektrische auto’s kan je ook goed op andere momenten laden, als er wel ruimte beschikbaar is. Zo benutten we het stroomnet beter en helpen we voorkomen dat de stroom uitvalt, nu en in de toekomst.
woensdag 22 mei 2024
Elektrische bussen opladen met remenergie van Noord/Zuidlijn
De eerste resultaten van het onderzoek zijn veelbelovend. Het scheelt nieuwe aansluitingen én bespaart een hoop energie.
De onderzoekers concluderen dat het grote voordeel ligt in het feit dat er gebruik kan worden gemaakt van al bestaande infrastructuur van de Noord/Zuidlijn. De zogenoemde derde rail – een rail die naast het metrospoor loopt en de metro van stroom voorziet – kan de vrijkomende energie opvangen en naar een transformatorstation geleiden. Het onderzoek laat zien dat station Noord ongeveer 57% van de energievraag van bussen levert, station Noorderpark 22% en Amsterdam Centraal 6%. De resterende 15% is afkomstig van de anders verspilde remenergie van de metro. Hiermee kunnen twee busladers met ‘stroom’ worden gevoed. De volgende stap is nu om de busladers te koppelen aan de transformatorstations. De werkzaamheden daarvoor starten in de loop van dit jaar.
Ondanks deze slimme benutting van 15% remenergie blijft nog 75 procent van de vrijkomende remenergie onbenut. De moeilijkheid ligt in de kortstondige vrijgave van de energie. Dit potentieel samen met de mogelijkheden van energieopslagsystemen en integratie van zonnepanelen, maken dat AMS Institute, TU Delft en GVB de komende jaren samen blijven werken aan een innovatieprogramma voor het Amsterdamse openbaar vervoer.
Duurzame bloem voor koekjesfabrieken en bakkerijen dankzij zonnepanelenpark op site van familiebedrijf Molens Geyskens in Beringen
De grondinstallatie van 2.434 zonnepanelen heeft een totaal vermogen van 1.704 kWp en zal ieder jaar 1.450 MWh groene energie produceren. Dit komt overeen met het gemiddeld verbruik van ruim 400 gezinnen. Insaver - dat deel uitmaakt van de Groep Luminus en gespecialiseerd is in zonnepanelen, batterijsystemen en laadoplossingen - stond in voor de plaatsing van de panelen waarmee ieder jaar 147 ton CO2 wordt vermeden.
Molens Geyskens maakt zich klaar voor de toekomst en investeerde daarom in een nieuwe maalderij, nieuwe magazijnen en een heus zonnepanelenpark. Op die manier kan het bedrijf nog vele jaren graan verwerken tot bloem. Die bloem van Molens Geyskens wordt voor vele (industriële) bakkerijen en producenten van koekjes en wafels nog duurzamer.
Belangrijke stap in realisatie waterstofnetwerk Noordzeekanaalgebied
Op donderdag 16 mei zetten de vier bedrijven hun handtekeningen nog eens symbolisch op een waterstofleiding in de Amsterdamse haven. Gasunie-dochter Hynetwork, Port of Amsterdam en Programmabureau Noordzeekanaalgebied tekenden mee, om de samenwerking te bekrachtigen. De bedrijven willen met hun initiatief de opschaling van de waterstofeconomie versnellen. Ze roepen andere bedrijven op om hun voorbeeld van ‘samenwerking in de keten’ te volgen. Het Noordzeekanaalgebied biedt hier als Hydrogen Valley Regio volop mogelijkheden voor.
Het Noordzeekanaalgebied is één van de grote industrieclusters en energieknooppunten in Nederland. Het is samen met Schiphol een belangrijk gebied voor de haven, de logistiek en de industrie. De industrie in deze regio heeft een CO2-uitstoot van circa 18 megaton. Het is belangrijk dat deze uitstoot drastisch vermindert. Dat kan onder andere door de inzet van CO2-vrije waterstof. Als grote energiehaven en brandstoffencluster, richt het gebied zich daarnaast op de import van waterstof en productie van groene brandstoffen. Een waterstofnetwerk is daarbij cruciaal.
Gasunie-dochter Hynetwork realiseert een landelijk waterstofnetwerk. Dit netwerk van buisleidingen verbindt de grote industriële regio’s in Nederland met elkaar, met waterstofopslag- en importlocaties en met het buitenland. Het waterstofnetwerk in het Noordzeekanaalgebied, dat hier onderdeel van is, zal volgens de huidige planning vanaf eind 2027 operationeel zijn.
dinsdag 21 mei 2024
Start onderzoeksboringen aardwarmte in Brabant
EBN en TNO zijn de uitvoerende partijen van het onderzoek SCAN. Zij hebben voor het onderzoek een subsidie ontvangen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Diep in de aarde is het warm. En hoe dieper je gaat, hoe warmer het is. Op een diepte van 2 tot 3 kilometer is warm water met temperaturen tussen de 70 en 100 °C te vinden. Als water in doorlatende aardlagen (lagen waar water gemakkelijker doorheen kan stromen) zit, kan het omhoog worden gepompt. De warmte van het water kunnen we dan gebruiken om huizen en gebouwen te verwarmen. Het afgekoelde water wordt daarna teruggebracht in de ondergrond, waar het op een natuurlijke manier weer opwarmt. Zo vormt aardwarmte een duurzame energiebron zonder de invloed van wind en zon. In Nederland wordt aardwarmte al gebruikt om kassen te verwarmen. Aardwarmte wordt ook wel ‘geothermie’ genoemd.
De aanwezigheid van aardwarmte is belangrijk in de Brabantse warmtetransitie. Als we in Brabant in 2050 klimaatneutraal willen zijn, dan is er duurzame warmte nodig om woningen en bedrijven te verwarmen. Eén geothermiebron kan 4.000 tot 10.000 woningen verwarmen.
Tijdens de onderzoeksboring wordt gekeken naar de temperatuur van het water in de aardlagen. En of de aardlagen de goede doorlatendheid hebben. Doordat de onderzochte lagen ver doorlopen, zijn de resultaten nuttig voor een groot gebied. De informatie uit het onderzoek maakt het mogelijk om vast te stellen welke plekken geschikt zouden zijn voor aardwarmte.
In Heijningen is een boortoren met een hoogte van 41 meter geplaatst, waarmee een gat met een diepte van 850 meter wordt geboord. De diepte van het boorgat verschilt op iedere locatie, afhankelijk van de ondergrond. Een gemiddeld onderzoek duurt ongeveer 4 tot 10 weken. De boringen veroorzaken geen trillingen, maar wel minimaal geluid. Als er voldoende gegevens zijn verzameld, wordt het boorgat dichtgemaakt en is er niets meer te zien. Met opbouw en afbouw duurt het proces zo’n 6 maanden.
De provincie ziet de onderzoeksboring als een belangrijke stap om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden om aardwarmte uit de grond te halen. Samen met EBN heeft de provincie gekeken in welke Brabantse gemeenten een onderzoeksboring kan plaatsvinden. Deze eerste boring is nuttig voor de regio West-Brabant en de geplande boringen in de regio Oss (Heesch) en Eindhoven (Nuenen of Eindhoven) zijn van waarde voor Noordoost- en Zuidoost-Brabant. Om de onderzoeksboringen mogelijk te maken, heeft de provincie geadviseerd op de benodigde mijnbouw- en omgevingsvergunningen. Daarnaast is de provincie dit jaar het actieplan versnelling geothermie gestart.
Ierland investeert in grootschalig windplan
Belangrijk onderdeel van de plannen wordt gevormd door ‘Het Future Framework Policy Statement for Offshore Renewable Energy’, gepubliceerd door de Ierse minister van Milieu, Klimaat en Communicatie, Eamon Ryan. Dit grootschalige windplan omvat 29 belangrijke acties om een plangestuurde aanpak van Ierland voor offshore windenergie te kunnen ontwikkelen.
Het beleid vormt de basis voor de ambitieuze offshore-doelstellingen van Ierland en beschrijft de weg die Ierland zal volgen om tegen 2040 20 GW aan offshore windenergie, en tegen 2050 ten minste 37 GW te kunnen opwekken.
De plannen omvatten een analyse van economische kansen om investeringen aan te moedigen en het financiële en economische rendement van hernieuwbare offshore-energie voor de staat en lokale gemeenschappen te maximaliseren. Het onderzoekt ook de mogelijkheden om overtollige hernieuwbare energie te exporteren via interconnectie, en om overtollige hernieuwbare energie in te zetten voor alternatieve energieproducten en -diensten voor internationale markten.
TenneT verwacht lichte daling transportkosten in 2025
Voor een klein mkb-bedrijf daalt het TenneT aandeel van EUR 776 in 2024 naar EUR 742 in 2025. Deze kosten worden indirect via de regionale netbeheerder aan TenneT betaald.
In 2023 en 2024 stegen de transporttarieven van TenneT sterk. Deze stijgingen werden voor een significant deel (90%) veroorzaakt door de invloed van de hoge elektriciteitsprijzen op de kosten van TenneT. Nu de prijzen op de elektriciteitsmarkt weer dalen, nemen deze kosten ook af. Deze daling wordt echter gedeeltelijk gecompenseerd door onder andere de verwerking van de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven over de methodebesluiten en de gestegen kosten van het Net op Zee. De methodebesluiten (ACM) zijn de basis voor de tariefregulering van TenneT.
Op basis van het gecombineerde effect van bovenstaande verwacht TenneT een daling van de transportkosten in 2025. TenneT moet via zijn nettarieven de kosten terugverdienen die het maakt voor de uitvoering van zijn wettelijke taken. Onder deze kosten vallen onder meer de investeringen in het landelijk hoogspanningsnet op land en op zee, plus onderhoud. Ook de zogenoemde inkoopkosten voor energie en vermogen (E&V) moeten met de tarieven worden gedekt. Hieronder vallen de kosten voor het oplossen van transportbeperkingen (o.a. redispatch), de inkoop van netverliezen, blindvermogen, het contracteren van balansvermogen en herstelvoorziening (nodig in het geval van een black-out). De Autoriteit Consument & Markt (ACM) toetst of de kosten die TenneT maakt efficiënt en doelmatig zijn en stelt de tarieven uiteindelijk vast.
Over de periode 2018 tot en met 2020 bedroegen de totale inkoopkosten voor energie en vermogen (E&V) gemiddeld ongeveer 280 miljoen euro per jaar. In 2022 stegen deze kosten tot circa 1,7 miljard. In 2023 zijn deze kosten weer gedaald tot ongeveer 1,1 miljard.
vrijdag 17 mei 2024
MAN breidt emissievrij aanbod uit met waterstoftruck
De ‘MAN hTGX’, zoals het model gaat heten, vormt een emissievrije aandrijfvariant voor speciale toepassingen, bijvoorbeeld voor het vervoer van zware goederen – zoals in de bouw/infra, tank/silo en ADR.
De hTGX kan ook een milieuvriendelijk alternatief vormen voor batterij-elektrische trucks voor gebruik in gebieden waar de laadinfrastructuur niet toereikend is en voor regio’s waar al voldoende waterstof beschikbaar is. MAN levert de hTGX in 2024 voor het eerst af aan klanten en gaat de productie vanaf 2025 opschalen.
De waterstofaandrijving is bijzonder geschikt voor speciale transporttaken die een specifieke asconfiguratie vereisen of waarbij er geen ruimte is voor de batterij op het chassis omdat de carrosserie van de vrachtwagen moet worden aangepast. De MAN hTGX biedt een hoog laadvermogen en een maximale actieradius van 600 kilometer in de varianten die in eerste instantie worden aangeboden, de 6x2 en 6x4 met gestuurde naloopas. De gebruikte H45 waterstofverbrandingsmotor heeft een vermogen van 383 kW (520 pk) en een koppel van 2.500 Nm tussen 900-1.300 tpm. De directe inspuiting van waterstof in de motor zorgt voor een bijzonder snelle vermogensafgifte. Met waterstof dat is gecomprimeerd onder een druk van 700 bar (CG H2) en een tankinhoud van 56 kg kan de truck in minder dan 15 minuten worden getankt.
Met een uitstoot van minder dan 1 gram CO2/tkm voldoet de MAN hTGX aan de criteria voor een ‘zero-emission vehicle’ volgens de nieuwe geplande CO2-wetgeving van de EU. Begin 2024 beschikte Nederland reeds over 19 heavy duty openbare waterstof tankstations (bron: waterstofnet.eu) en er wordt hard aan uitbreiding gewerkt.
Elektriciteitsnet Stedin in deel havengebied Vlissingen-Oost vol
Netbeheerder Stedin kondigt daarom op 15 mei congestie aan voor dit gebied bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en start een onderzoek naar congestiemanagement. Dit betekent dat het voor grote bedrijven niet meer mogelijk is om een nieuwe aanvraag te doen voor het afnemen van elektriciteit of een uitbreiding van de bestaande aansluiting. Aanvragen voor het terugleveren van elektriciteit zijn nog wel mogelijk.
Sinds 19 juli 2023 is in dit gebied al congestie voor het afnemen van elektriciteit op het landelijke hoogspanningsnet van landelijke netbeheerder TenneT. Het onderzoek naar congestiemanagement door TenneT loopt nog en naar verwachting zijn de uitkomsten in juni gereed. Dankzij dit onderzoek hebben zowel TenneT als Stedin meer inzicht in de stroomvraag van bedrijven op de wachtlijst en daarmee in de toekomstige vraag naar transportcapaciteit in het havengebied van Vlissingen-Oost. Als uit het congestiemanagementonderzoek van TenneT zou blijken dat er ruimte is gevonden voor bepaalde delen van Zeeland, dan geldt dat niet voor klanten in Vlissingen-Oost Havens 9350-9990. Omdat er ook congestie is op het regionale net van Stedin.
In het congestiemanagementonderzoek gaat Stedin na of het regionale net beter benut kan worden door het flexibel omgaan met energieverbruik door de bedrijven in dit deel van de haven. Eind 2024 verwacht Stedin de resultaten van dit onderzoek. Stedin roept bedrijven in dit gebied op om, tegen een vergoeding, flexibiliteit aan te bieden via: Stedin.net/flexibelvermogen.
VEH ongerust over toekomst zonnepanelen
De salderingsregeling voor zonnepanelen zal per 1 januari 2027 abrupt komen te vervallen. Van geleidelijke afbouw of alternatieve stimulerende maatregelen is geen sprake. Vereniging Eigen Huis betreurt dit omdat het een rem zet op het stimuleren van duurzame zonne-energie. Ook zet het een streep door de rekening voor mensen die hebben geïnvesteerd in zonnepanelen, of die overwegen dat te gaan doen. Bovendien biedt het geen garantie dat energieleveranciers stoppen met het doorberekenen van terugleverkosten aan huishoudens met zonnepanelen.
Vereniging Eigen huis is blij dat er geen verplichtingen komen voor huiseigenaren en kopers om hun woning te verduurzamen met een (hybride) warmtepomp, of om het energielabel van woningen binnen een bepaalde tijd te verbeteren (verplichte labelsprong). VEH hecht aan het stimuleren om te verduurzamen in plaats van verplichtingen op te leggen. Mensen houden dan zelf regie over de verduurzaming van hun woning.
De energiebelasting op aardgas wordt stapsgewijs aangepast, wat huishoudens met een gemiddeld verbruik in 2030 een oplopend belastingvoordeel tot 50 euro oplevert. Voor veel huishoudens kan dit de hoge energielasten enigszins verlichten. De vereniging is tevreden dat er speciale aandacht is voor de hogere energielasten die huishoudens ervaren als zij worden aangesloten op een warmtenet.
De vereniging benadrukt de urgentie om het groeiende probleem van funderingsschade aan te pakken. Hiervoor worden nog geen financiële- of beleidsmaatregelen aangekondigd.
donderdag 16 mei 2024
Nieuw kabinet: salderen en verplichte warmtepomp afschaffen, kernenergie stimuleren
Het komende kabinet schaft de salderingsregeling voor Nederlandse kleinverbruikers af per 2027. Dat valt te lezen in het coalitieakkoord dat de PVV, NSC, VVD en BBB hebben gepresenteerd. De stimulering van elektrisch rijden blijft wel gehandhaafd.
Voor energie en leveringszekerheid is Nederland nu te afhankelijk van onbetrouwbare landen. De
energietransitie moet gericht zijn op het verminderen van bestaande en het voorkomen van nieuwe
afhankelijkheid. Daarbij is het cruciaal dat dit niet ten koste gaat van mensen met een kleine beurs en kleine bedrijven, zoals de bakker op de hoek en het klusbedrijf.
Een deel van de nu beschikbare middelen voor de energietransitie zal specifiek voor deze mensen worden ingezet. Om goed voorbereid te zijn op de toekomst wordt stevig ingezet op klimaatadaptatie. Het klimaatbeleid moet draagbaar, haalbaar en uitvoerbaar zijn; handelingsperspectief voor burgers en bedrijven is cruciaal.
De financiële middelen voor klimaat worden voor een deel gebruikt om mensen met een laag of middeninkomen en ondernemers te helpen in de energietransitie. Het helpen van mensen en kleine ondernemers bij het verduurzamen van hun woningen en bedrijfspanden.
Er komen geen verplichte labelsprongen voor koopwoningen en de verplichting om vanaf 2026, bij het vervangen van de verwarmingsketel, een warmtepomp te moeten installeren, wordt geschrapt.
De aanschaf van elektrische voertuigen blijft ondersteund worden, waarbij ook oog gehouden wordt voor de ‘fossiele rijders’ en een eerlijke verdeling van de kosten tussen beide groepen. De subsidies stoppen allemaal per 2025, de MRB gewichtscorrectie (fiscaal) blijft bestaan. Bezien wordt op welke manier het instellen van zero-emissiezones kan worden uitgesteld, onder andere om uitzonderingen voor bijvoorbeeld ondernemers landelijk te kunnen regelen (standaardiseren). De instelling van zero-emissiezones blijft een gemeentelijk besluit.
Daarnaast wordt het Klimaatfonds gebruikt voor investeringen in innovaties en technologie zoals ‘CCS’ en groene waterstof. Indien nodig kan blauwe waterstof worden ingezet als tussenstap. Er wordt zo snel mogelijk gestopt met het subsidiëren van bio-energie gecombineerd met CO2-opvang en opslag (BECCS) en biomassacentrales, conform het eerder afgesproken afbouwpad.
De kerncentrale in Borssele blijft open; de bouw van twee kerncentrales wordt doorgezet. Daarnaast komen er twee extra kerncentrales, waarbij ook de mogelijkheden voor meerdere kleine centrales worden betrokken. Een goede ruimtelijke inpassing van de centrales is cruciaal, ook voor het draagvlak. De overheid draagt met publiek-private samenwerking en kennisontwikkeling bij aan de bouw.
Het oplossen van netcongestie krijgt voorrang, waarbij de regie bij het kabinet ligt, onder andere als het gaat om (her-)prioritering van wie wanneer op het net wordt aangesloten.
De leveringszekerheid wordt veiliggesteld. Er worden langetermijncontracten afgesloten voor gas en eworden reserves aangelegd voor gas en kritieke grondstoffen. Geen Gronings gas meer, gaswinning op de Noordzee wordt opgeschaald. Windmolens komen zoveel mogelijk op zee, in plaats van op land, waarbij eerst gekeken wordt naar ruimte voor de visserij. Hier wordt een zorgvuldige balans gezocht.
NVDE over hoofdlijnenakkoord: energietransitie gaat door, belangrijke klus nieuwe ministers om de uitvoering te versnellen
Door het wettelijk doel van 55 procent CO2-reductie in 2030 te herbevestigen, het klimaatfonds te behouden en de wens voor meer energieonafhankelijkheid te benadrukken, blijft de inzet van het klimaatbeleid nagenoeg hetzelfde. Om dit waar te maken moeten de nieuwe bewindspersonen vol aan de bak met de uitvoering: het sneller realiseren van duurzame energieprojecten en energie-infrastructuur.
De NVDE heeft wel zorgen over extra hobbels die worden opgeworpen in de route naar energieonafhankelijkheid, zoals de belastingkorting op fossiele energie (aardgas, benzine en diesel) en het schrappen van de normering van warmtepompen. Om het tempo in de energietransitie te houden en de afhankelijkheid van fossiele energie af te bouwen zijn onder meer in de gebouwde omgeving alternatieve maatregelen nodig. Hier ligt een belangrijke klus voor de nieuwe ministers. De NVDE werkt graag samen om tot praktische en uitvoerbare oplossingen te komen.
Energie-Nederland ziet in het hoofdlijnenakkoord een goede basis om de energietransitie voort te zetten. 'Het uitvoeren van de bestaande plannen is al een hele opgave', aldus voorzitter Cora van Nieuwenhuizen.
De plannen zien er op het eerste gezicht goed uit: groene groei wordt bevorderd, uitstoot verminderd, er is aandacht voor de productie van eigen energie, zoals het winnen van gas op de Noordzee, zodat we minder afhankelijk zijn van andere landen. Ook het blijvend subsidiëren van CO2 opslag en waterstof is goed nieuws. Ook het bevorderen van windenergie moet prioriteit blijven. Maar de energietransitie moet wel betaalbaar blijven; het Rijk heeft hierin een belangrijke stimulerende rol. Bestaande budgetten zijn hard nodig.
Het besluit om de salderingsregeling in een keer af te schaffen, wordt breed gesteund. Een concrete datum in de nabije toekomst biedt zekerheid voor consumenten met zonnepanelen en ook voor degenen die ze nog willen aanschaffen. De terugleverkosten kunnen daarna substantieel verlaagd worden, mits ook het salderen van de leveringskosten wordt afgeschaft en afhankelijk van eventuele eisen aan de terugleververgoeding.
KPN gaat stroom afnemen van Eneco’s nieuw te bouwen zonnepark Kabeljauwbeek
Eneco is begin dit jaar in Woensdrecht van start gegaan met de bouw van zijn grootste zonnepark op land. Dit park wordt gebouwd onder de vijf windturbines van windpark Kabeljauwbeek en is naar verwachting begin 2025 volledig in gebruik. KPN gaat op jaarbasis ruim 47 GWh (gigawattuur) aan stroom afnemen. Daar komt in 2027 nog eens ruim 200 GWh (gigawattuur) aan stroom bij van het nieuwe windpark Ecowende dat ruim 50 km uit de Nederlandse kust wordt gebouwd ter hoogte van IJmuiden. Bovendien zijn de afgelopen jaren zonnepanelen geplaatst op 40 technische KPN-panden. Daarmee komt circa tweederde van de stroom die KPN vanaf 2027 verbruikt uit duurzame bronnen.
Op dit moment heeft KPN al verschillende groene stroom contracten met een korte termijn. Dit wordt de komende jaren verder uitgebouwd met lange termijn verbintenissen. Voor beide nieuwe contracten geldt dat Eneco de groene stroom ‘as nominated’ aan KPN levert. Dit betekent dat KPN de stroom van het zonnepark en windpark zo dicht mogelijk afneemt op de momenten dat de zon schijnt en het waait. Hierdoor kan KPN optimaal gebruik maken van de beschikbare groene stroom. Wanneer het hard waait is dat bijvoorbeeld via stroom uit wind, en wanneer er minder wind is, is er vaak meer zon. Bovendien zijn in de zomermaanden de meeste zonuren en in de winter juist de meeste winduren.
Dit geldt overigens ook voor dag en nacht, overdag schijnt de zon en 's nachts waait het harder. Door beide energiebronnen te combineren zorgt KPN ervoor dat opwek en afname van stroom zoveel mogelijk gelijklopen en steeds minder vaak andere energiebronnen nodig zijn om tijdelijk in de energiebehoefte te voorzien. Zo draagt KPN bij aan de verduurzaming van de stroomproductie in Nederland.
Dankzij 1,5 MWp aan zonnepanelen van ENGIE wordt Gosselin een duurzamere logistieke speler
De zonnepaneleninstallatie bij Gosselin is eind februari afgewerkt en sinds maart operationeel. De 3056 panelen werden geplaatst op het dak van het Gosselin Crown I magazijn in Deurne. Met een vermogen van 1528 kWp produceert ze gemiddeld 1373 MWh per jaar aan groene en lokale elektriciteit, wat overeenkomt met het jaarlijkse verbruik van 446 gezinnen. Gosselin gebruikt 25% van de geproduceerde elektriciteit zelf en dekt daarmee 52% van de lokale energiebehoefte van de ganse site in Deurne en vermijd zo een uitstoot van 535 ton CO2 per jaar.
Gosselin zet met deze installatie verder in op de vergroening van zijn sites. Naast zonnepanelen pleit het bedrijf al jaren voor multimodaal transport via het binnenwater en zijn ze hevig aanhanger van woon-werkverkeer met de fiets.
NIO gaat met CATL samenwerken aan ontwikkeling van innovatieve long-life batterijen
Voor batterijen van elektrische voertuigen geldt normaal gesproken een garantie van acht jaar. Tussen 2016 en 2032 verliepen, dan wel verlopen de batterijgaranties van bijna 20 miljoen voertuigen. Dit kan voor de eigenaren van deze voertuigen resulteren in problemen, waaronder het verschil in levensduur tussen het voertuig en de batterij en relatief hoge kosten voor het vervangen van de batterij. Het is daarom een urgente taak om de uitdagingen op het gebied van de levensduur van batterijen aan te pakken.
NIO heeft met zijn vatterijwisseltechnologie het eerste operationele systeem in de sector opgezet dat zich richt op de drie belangrijkste elementen die de levensduur van batterijen beïnvloeden: temperatuur, intensiteit en frequentie. In de tussentijd heeft het merk de levensduur van verwisselbare batterijen verder verlengd door middel van R&D op basis van big data, met als resultaat het behoud van 80% van de capaciteit na 12 jaar gebruik. NIO heeft bovendien met eigen R&D de kalenderlevensduur en de cycluslevensduur van batterijen aanzienlijk verbeterd door zich te focussen op de intrinsieke eigenschappen van anode- en kathodematerialen en elektrolyt.
NIO heeft daartoe full-stack R&D-activiteiten uitgevoerd, waaronder materiaalsynthese, proefproductie van cellen, systeemassemblage, validatie en testen. NIO heeft hierbij in totaal 1.435 technologiepatenten verkregen, waarvan 104 betrekking hebben op de levensduur van batterijen.
CATL heeft innovatieve technologieën ontwikkeld, zoals langzame capaciteitsvermindering, zelfherstellende Solid Electrolyte Interphase (SEI)-film en lithiumsupplement, om de levensduur van voertuigbatterijen te verlengen. In deze nieuwe samenwerking gaan NIO en CATL, met de long-life technologie voor verwisselbare batterijen als basis, niet alleen gezamenlijk onderzoek doen, maar ook technologische doorbraken en innovaties realiseren. CATL gaat zich ook richten op de ontwikkeling van batterijsystemen met een langere levensduur voor toekomstige NIO-modellen. De twee bedrijven streven naar een langdurig win-win-partnership op het gebied van long-life batterijen. NIO en CATL zijn voornemens om de ontwikkeling en adoptie van dergelijke technologieën te versnellen, zodat meer EV-rijders kunnen profiteren van batterijdiensten van hogere kwaliteit zonder zich zorgen te hoeven maken over hoge vervangingskosten of een lagere restwaarde van voertuigen als gevolg van een verminderde capaciteit van de batterij. Batterijen met een langere levensduur dragen ook bij aan een duurzamere samenleving.