Pagina's
dinsdag 30 april 2024
Ecologische inrichting van zonneparken kan natuur helpen, maar niet alle soorten profiteren
Het onderzoek startte in 2022. Het afgelopen jaar brachten de onderzoekers bij drie grote zonneparken in de provincies Groningen en Drenthe de bodem, begroeiing, insecten, zoogdieren en vogels in kaart. Deze parken verschillen in afstanden tussen zonnepanelen en in de aankleding van de rand van het park met struiken of bloemenstroken. De eindresultaten van het onderzoek zijn naar verwachting eind 2027 bekend.
Uit de eerste onderzoeksresultaten blijkt dat er veel te winnen valt in het (ecologisch) beheer van zonneparken. Zo blijken een grotere afstand tussen de zonnepanelen, één of twee keer maaien van het gras tussen de rijen panelen en ook stukjes laten verruigen goed voor de biodiversiteit. Voor sommige akkervogels is het nodig om de afstand tussen de zonnepanelen nog groter te maken, of het naastgelegen gebied moet aantrekkelijker worden. Verder is het bij de aanleg van een zonnepark belangrijk om verdichting van de bodem te voorkomen, bijvoorbeeld door het gebruik van lichtere machines.
Het onderzoek is vooral gericht op vogels, muizen, vlinders en planten. In de drie onderzochte zonneparken werden hogere dichtheden muizen en vlinders waargenomen dan in nabijgelegen agrarische gebieden. Ook sommige vogelsoorten deden het beter. Deze bevindingen laten zien dat zonneparken niet alleen duurzame energie, maar ook een plus voor de natuur kunnen opleveren. ‘De voorlopige resultaten van ons onderzoek zijn veelbelovend,’ zegt onderzoeker dr. Raymond Klaassen, projectleider van de studie. ‘Ze dagen de gangbare opvatting uit dat zonneparken schadelijk zijn voor de natuur. Met zorgvuldige planning en beheer kunnen we zowel groene energie produceren als de natuur ondersteunen. Dat de biodiversiteit profiteert van zonneparken komt ook omdat de uitgangssituatie - grootschalige akkers – weinig ruimte voor natuur biedt.’
Eneco introduceert terugleverkosten voor klanten met variabel contract en zonnepanelen
Aangezien de terugleverkosten geen onderdeel meer uitmaken van het stroomtarief, is straks ruim driekwart van de Eneco klanten financieel voordeliger uit. Voor klanten die terugleverkosten gaan betalen, geldt dat zij dit alleen doen voor de daadwerkelijk teruggeleverde kWh. Hoe meer zelfopgewekte stroom klanten direct verbruiken, hoe minder terugleverkosten worden berekend.
Voor de stroom die klanten met zonnepanelen meer terugleveren dan verbruiken op jaarbasis, blijven zij natuurlijk een terugleververgoeding ontvangen. Deze bedraagt 14,5 cent per kWh voor klanten die vanaf juni te maken krijgen met een tariefswijziging.
Eneco maakte in maart bekend dat de kosten die verbonden zijn aan het terugleveren van stroom voortaan worden doorberekend aan klanten die daadwerkelijk terugleveren met bijvoorbeeld zonnepanelen. Op dat moment betrof het alleen nieuwe klanten die een vast contract afsloten. Zij betalen sindsdien een verhoogd vastrecht. Vanaf de zomer gaan consumenten die een nieuw vast contract afsluiten een tarief betalen per teruggeleverde kWh aan stroom.
Klanten met een variabel contract krijgen gefaseerd, vanaf juni tot en met augustus, te maken met de doorberekening van terugleverkosten met een tarief per teruggeleverde kWh. Zij worden hierover minimaal 30 dagen van tevoren geïnformeerd met een persoonlijk bericht wat dit voor hun situatie betekent.
maandag 29 april 2024
Klanten energieleverancier HEM mogen gratis weg of kunnen kiezen voor lagere tarieven
De ACM zal strak monitoren of HEM zich aan de afspraken houdt. Daarnaast wordt er een externe toezichthouder bij het bedrijf benoemd die rechtstreeks aan de ACM rapporteert. Als HEM de afspraken niet nakomt kan dit gevolgen hebben voor de vergunning van HEM.
.
HEM zegt dat het bedrijf inmiddels is gestopt met de telefonische verkoop van energiecontracten en zegt toe de komende 3 jaar ook niet meer telefonisch te werven.
De ACM heeft het afgelopen jaar verschillende keren gewaarschuwd voor de hoge tarieven van HEM en heeft in september 2023 opgetreden omdat uit onderzoek was gebleken dat de tarieven van HEM onredelijk hoog waren. De ACM heeft HEM ook opgedragen de administratie en financiën op orde te brengen en heeft het bedrijf een boete van 1,1 miljoen euro opgelegd voor misleiding bij de telefonische verkoop van energiecontracten. Omdat er bij de ACM sinds 1 januari 2024 ruim 1.000 klachten over HEM zijn binnengekomen heeft de ACM verdere maatregelen tegen het bedrijf aangekondigd.
De tariefverlagingen gelden met terugwerkende kracht voor alle klanten van HEM die in 2023 of tot en met 29 april 2024 een vast contract hebben afgesloten. HEM houdt zich aan een maximumtariefbesluit van de ACM. Met dit besluit heeft de ACM met terugwerkende kracht lagere tarieven vastgesteld voor een aantal vaste contracten en variabele contracten die startten in de eerste helft van 2023. Klanten die in de eerste helft van 2023 een vast of variabel contract hebben afgesloten die onder het bereik van het maximumtariefbesluit vallen ontvangen dus met terugwerkende kracht compensatie voor de te hoge tarieven.
Alle andere klanten die in 2023 tot en met 29 april 2024 een vast contract hebben afgesloten betalen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2024 een lager tarief. Klanten die tussen 1 januari en 29 april 2024 een vast contract hebben afgesloten en klant blijven bij HEM betalen het lagere tarief vanaf de maand dat ze klant zijn geworden.
HEM heeft ook toegezegd dat oud-klanten die in 2023 of in 2024 een contract met vaste looptijd hebben afgesloten en al een opzegvergoeding hebben betaald hun geld terugkrijgen.
HEM laat alle betrokken klanten binnen twee weken weten wat hun nieuwe tarieven worden. Deze klanten kunnen kiezen of ze voor dit nieuwe tarief klant willen blijven. Zij kunnen er ook voor kiezen om direct zonder opzegvergoeding over te stappen naar een andere leverancier. Klanten die willen overstappen moeten daarvoor zelf actie ondernemen en een contract afsluiten met een andere leverancier. Dat kan rechtstreeks bij de leverancier met wie zij een contract willen sluiten, of via een prijsvergelijkingswebsite. Klanten die overstappen houden hun recht op de compensatie voor de te hoge tarieven die ze hebben betaald als hun contract valt onder de reikwijdte van het maximumtariefbesluit. Klanten en voormalige klanten van HEM kunnen voor meer informatie ook terecht op de website van HEM.
Shells bevoorradingsvloot overgestapt naar hernieuwbare brandstof
Van de Shell-tankwagenvloot rijden er nu 46 wagens op bio-LNG, de rest op hernieuwbare diesel (HVO). Hernieuwbare diesel tanken de trucks vooral op het depot in Arnhem, met Tessenderlo in België als alternatief. Verder zijn er steunpunten in Oosterhout en Kampen. Shell Energy en Chemicals Park Rotterdam in Pernis heeft haar eigen brandstofdepot. Daar nemen 24 tankwagens voor Shell de bevoorrading van de Nederlandse tankstations, en gedeeltelijk die in België, Duitsland en Frankrijk voor hun rekening.
Nederlandse Shell BioLNG komt van de in 2021 met partners Renewi en Nordsol geopende productie-installatie bij Amsterdam en is - aangevuld met buitenlandse productie - ook verkrijgbaar bij alle 14 Shell-trucklocaties in Nederland en België.
De verduurzaming van de vloot tankwagens is al even op gang. In 2020 reden 19 trucks op gewone LNG – dat later bio-LNG werd, een jaar later al 37 trucks. Net als hernieuwbare diesel in gewone dieseltrucks, kan bio-LNG in gewone LNG-trucks worden getankt. Er zijn dus geen motoraanpassingen of nieuwe vrachtwagens voor nodig.
Startschot voor bouw distributiecentrum voor Stedin
Vanwege de verbouwing van het elektriciteitsnet heeft de netbeheerder veel meer materiaal nodig en dus ook ruimte nodig om het op te slaan. Met dit nieuwe distributiecentrum verdubbelt Stedin haar opslag ruimte in één klap naar 60.000 vierkante meter. Stedin neemt naar verwachting het pand halverwege 2025 in gebruik.
Het nieuwe distributiecentrum komt op bedrijventerrein De Biezen in Vianen waar Stedin het pand langjarig huurt van HVBM Vastgoed. Het bedrijventerrein ligt op steenworpafstand van de plek waar de snelwegen A2 en A27 elkaar kruisen en op een paar minuten van de A12 en de A28. Het distributiecentrum heeft straks een oppervlakte van 34.000 vierkante meter voor de opslag van zo’n 4.000 verschillende soorten materialen. HVBM Vastgoed ontwikkelt het nieuwe distributiecentrum voor Stedin op basis van BREEAM-NL Nieuwbouw ‘Excellent’ richtlijnen. Stedin trekt voor haar nieuwe distributiecentrum € 50 miljoen uit.
vrijdag 26 april 2024
Ook Oxxio gaat terugleverkosten berekenen aan zonnepaneeleigenaren
Oxxio stelt op een speciale pagina op zijn website dat de kosten voor het terugleveren van stroom nu onderdeel zijn van het variabele stroomtarief en verdeeld worden over alle klanten van het bedrijf.
In een mail die door Tweakers is gedeeld, valt te lezen dat de wijziging op 31 juli ingaat, maar het is onduidelijk of dat voor iedereen geldt.
Maatregelen tegen vol stroomnet in Flevopolder, Gelderland en Utrecht versneld en uitgebreid
De netbeheerders onderzoeken per regio welke (extra) maatregelen nodig zijn om te zorgen dat het elektriciteitsnet betrouwbaar blijft, er voldoende ruimte blijft voor huishoudens en woningbouw en waar mogelijk ruimte wordt gecreëerd voor bedrijven. Daaruit blijkt dat in de regio Flevopolder-Gelderland-Utrecht de vraag naar ruimte op het stroomnet, ondanks de forse investeringen van de netbeheerders, sneller groeit dan de netbeheerders het net kunnen uitbreiden. Een deel van de maatregelen wordt in eerste instantie in Utrecht toegepast.
Sommige knelpunten op het stroomnet kunnen worden opgelost door, naast batterijen, tijdelijk extra elektriciteitsproductie neer te zetten. Deze kunnen bijspringen op momenten dat er regionaal meer vraag is naar elektriciteit dan op het hoogspanningsnet past. Omdat de pieken in de stroomvraag te lang duren om met batterijen alleen op te vangen, worden hiervoor ook tijdelijk gasgeneratoren voor ingezet. Het tijdelijk en alleen tijdens piekmoment inzetten hiervan zorgt ervoor dat de structurele verduurzaming zoveel mogelijk kan doorgaan. Op de lange termijn leidt dit tot een daling van de CO2-uitstoot. Hiervoor kijken de netbeheerders zowel naar bestaande als nieuwe installaties.
De netbeheerders nemen (technische) maatregelen om meer ruimte op het stroomnet te creëren. Zo worden vier belangrijke hoogspanningsstations in de regio zo snel mogelijk verzwaard. TenneT, Stedin en Liander onderzoeken daarnaast de mogelijkheid om het bestaande stroomnet tijdelijk zwaarder te gebruiken. Hierdoor ontstaat er meer ruimte tot het stroomnet is uitgebreid. Het onderzoek kijkt ook expliciet naar de risico’s van het zwaarder gebruiken van het stroomnet. In Utrecht wordt een “tijdelijke schakelstand” ingebouwd waardoor het stroomnet langere pieken aan kan.
Het wordt financieel aantrekkelijker voor bedrijven (grootverbruikers) om hun stroomverbruik (deels) buiten de spits te verplaatsen. Daarnaast wordt het mogelijk voor grootverbruikers om contracten af te sluiten met maximaal 50% korting op de nettarieven als zij minder of geen elektriciteit gebruiken tijdens de spits. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft hiervoor verschillende (ontwerp)besluiten genomen. Met deze maatregelen ontstaat er meer ruimte voor bedrijven die een nieuwe of zwaardere aansluiting willen, verduurzaming van woningen en woningbouw.
De overheid en netbeheerders nemen maatregelen zodat de verduurzaming van woningen zoveel mogelijk door kan gaan. Slimme oplossingen kunnen daarnaast ook helpen om de pieken op het laagspanningsnet te verminderen, bijvoorbeeld tussen 16 en 21 uur ’s avonds. Zo kan een deel van de publieke laadpalen de laadsnelheid aanpassen aan de beschikbare ruimte op het stroomnet en kunnen accu’s van elektrische auto’s worden ingezet voor tijdelijke opslag. Zo kunnen er meer laadpalen aangesloten worden. Het ministerie van I&W onderzoekt samen met de netbeheerders en marktpartijen de optie om meer publieke laadpalen, als dat nodig is tijdens piekmomenten, te laten terugschakelen. Hierbij moet altijd een uitzonderingsoptie blijven voor eigenaren van elektrische auto’s om altijd te kunnen laden als dat direct nodig is. Hier wordt komende maand een besluit over verwacht.
Een hybride warmtepomp werkt samen met een cv-ketel en kan gemiddeld zo’n 60% van het gasverbruik schelen bij het verwarmen van de woning. De keuze voor een hybride warmtepomp in plaats van een volledig elektrische warmtepomp kan helpen om de druk op het stroomnet te verminderen, omdat deze minder stroom gebruikt.
De overheid, netbeheerders en branchevereniging Techniek Nederland werken daarnaast aan een protocol om warmtepompen bij grootschalige renovaties en nieuwbouwprojecten efficiënt in te stellen zodat deze niet allemaal op hetzelfde moment veel elektriciteit gebruiken. Ook wordt de handhaving van het verbod op de elektrische cv-ketel, niet te verwarren met de volledig elektrische warmtepomp, als hoofdverwarming aangescherpt. Deze zijn relatief inefficiënt en gebruiken veel stroom.
Canopus ontvangt 3 miljoen eurovervolginvestering voor baanbrekende geothermische boortechnologie
Canopus heeft de Directional Steel Shot Drilling technologie ontwikkeld - een technologie met baanbrekend potentieel voor geothermische boringen. Deze investering is een mijlpaal in de vooruitgang van geothermische oplossingen om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen.
Geothermische energie is een schone, betrouwbare en hernieuwbare energiebron die de warmte van de aardkern direct gebruikt voor verwarming en het opwekken van elektrische energie. Het is overal ter wereld beschikbaar en de wereldwijde energievraag is slechts een fractie van de toegankelijke hoeveelheid warmte die aanwezig is.
In tegenstelling tot fossiele brandstoffen produceert geothermische energie minimale broeikasgasemissies en in tegenstelling tot andere hernieuwbare energiebronnen is het altijd beschikbaar. Desondanks levert geothermische energie momenteel slechts 1% van de wereldwijde energiebehoefte. Geothermische energie wordt gezien als een veel grotere en belangrijke speler in de energietransitie als de kosten voor de ondergrondse installatie - inclusief het boren van de boorgaten - kunnen worden verlaagd. Geothermische energie wordt ook wel eens de slapende energiereus genoemd.
Canopus heeft een technologie uitgevonden die het immense potentieel van geothermische energie kan ontsluiten. "We noemen onze innovatie 'Directional Steel Shot Drilling' (DSSD) en het combineert conventionele diamantboortechnologie met erosie van stalen deeltjes kleiner dan 1 mm. De combinatie van mechanisch boren en steel shot erosie zorgt ervoor dat er veel sneller geboord kan worden en dat er gemakkelijker kan worden gestuurd. DSSD verkort de boortijd en kan vertakte boorgatstructuren boren die zeer goed thermisch contact hebben met de hete lagen van de aarde", zegt Jan Jette Blangé, CEO van Canopus.
Underground Ventures, een nieuw fonds uit Denemarken dat zich toelegt op en gespecialiseerd is in investeringen in geothermische energie, is de hoofdinvesteerder in deze ronde. "Deze investering onderstreept onze toewijding om deze sector te willen laten groeien die wij als essentieel beschouwen om de energiecrisis op te lossen," zegt Torsten Kolind, de fondsmanager. Bestaande investeerders SHIFT en ENERGIIQ zijn blij om hiermee hun blijvende steun aan Canopus te geven, en zo hun ambitie uit te dragen als impactinvesteerders om bij te dragen aan het laten groeien van geothermische energie.
Geothermische energie biedt grote kansen voor de regio en de wereld als geheel. In Zuid-Holland, waar Canopus gevestigd is, biedt de overvloed aan geothermische hulpbronnen een unieke kans om de energiemix te diversifiëren en de economische groei te stimuleren. De regio Den Haag transformeert tot het mondiale centrum voor geothermische energie, waarbij wereldwijde energieonderzoeksinstituten, industrie en financiering worden gecombineerd. Zo is bijvoorbeeld TNO's Rijswijk Centre for Sustainable Geo-energy (RCSG) hier gevestigd. RCSG is een open innovatielab, waar bedrijven hun nieuwe boortechnieken, materialen en andere innovaties kunnen testen en demonstreren. Een ander voorbeeld is de International Geothermal Association (IGA) zich in 2021 in Den Haag gevestigd heeft. IGA vertegenwoordigt de mondiale geothermische industrie bij internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, de Wereldbank, het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie en het Internationaal Energieagentschap.
donderdag 25 april 2024
'Vertraging verduurzaming bedrijven door verminderd ondernemersklimaat'
Ook andere factoren helpen de verduurzaming niet, zoals de capaciteitsproblemen op het stroomnetwerk en de impact van geopolitieke ontwikkelingen, zo blijkt uit het verduurzamingsonderzoek van ING onder ondernemingen met een bedrijfsgrootte van max 1000 medewerkers. Een signaal voor een nieuw te vormen regering is dat 77 procent van de ondernemers aangeeft behoefte te hebben aan een betrouwbare overheid die een consistent beleid voert op het gebied van verduurzaming. Vooral mkb-ondernemers ervaren de regeldruk als complex.
De bedrijfsmanagers zijn duidelijk pessimistischer over het huidige ondernemersklimaat: 37 procent zegt dit goed tot uitstekend te vinden terwijl dit percentage vorig jaar nog op 51% stond. Uit het ING-onderzoek van 2022 bleek ook duidelijk een stagnatie, toen door de stijgende inflatie en de impact van de pandemie. In 2023 was er weer een versnelling en zei twee derde van de bedrijven te verwachten dat de eigen verduurzaming zou accelereren. Wat dat betreft lijkt er sprake te zijn van een ‘double dip’ die nu veroorzaakt wordt door onder andere de verhoogde personeelskosten, regeldruk en onzeker overheidsbeleid.
Hoewel verduurzaming nog steeds gezien wordt als hoogste strategische prioriteit, gevolgd door kosten besparen en omzet vasthouden en bevorderen, is het gevoel van urgentie en positieve animo afgenomen. Van de bedrijven zegt 76% dat de houding ten opzichte van verduurzaming binnen de onderneming positief tot zeer positief is, het laagste percentage sinds ING begon met het onderzoek. Gemiddeld lag dit de afgelopen 5 jaar op 83%. Gevraagd naar de noodzaak tot verduurzaming, zegt 65% dat dit (heel erg) noodzakelijk is, vergeleken met 82% begin 2023. Tegelijkertijd zijn bedrijven daarbij nog steeds vooral gericht op energiebesparing, afvalscheiding en -reductie en recyclen. Het werken aan meer fundamentele verduurzaming van de bedrijfsvoering is juist afgenomen. Zo nam het ontwikkelen van duurzame producten en diensten af naar 11% (komend van 22% in 2023).
“Ondernemers zijn noodgedwongen bezig met andere zaken: wat moet mijn volgende stap zijn? Welke activiteiten passen nog in de toegenomen regeldruk van Nederland? Hoe kan ik de toegenomen personeelskosten opvangen? Ga ik een bedrijfsactiviteit niet meer doen omdat het niet meer mogelijk is? Het is ook te begrijpen. Als er aan je kernactiviteit, het fundament van je bedrijfsvoering, wordt gezaagd, dan heb je helaas andere prioriteiten dan intensief verduurzamen,” aldus De Vos.
Ondernemingen hebben er bovendien minder vertrouwen in dat verduurzaming een positieve invloed kan hebben op het bedrijf (47% in vergelijking met 62% vorig jaar). Als er een positieve invloed is, zegt 44% dat dit zich uit via tevreden klanten en 41% omdat men dan voldoet aan wet- en regelgeving. Wat sterk is afgenomen is dat in de ogen van ondernemers verduurzaming ook (groei)kansen biedt.
Verduurzaming wordt ook minder vaak gekoppeld aan managementbeloningen Nu zegt 25% van de bedrijven dat te doen, in 2023 was dat 35%. Ook is verduurzaming bij minder bedrijven een onderdeel van de bedrijfsstrategie (nu 41% van de bedrijven, komend van 54% in 2023). Het verduurzamingsbudget voor 2 jaar als percentage van de omzet daalde van 26,7 % naar 17,3%.
Invloed geopolitieke ontwikkelingen
Ook andere factoren helpen de verduurzaming niet. Investeren in duurzaamheid is ook ondergeschikt geraakt door politiek-economische ontwikkelingen. De onzekerheid rondom de geopolitieke ontwikkelingen heeft volgens 21% (zeer) ingrijpende impact op de bedrijfsvoering, waarbij de oorlog in Oekraïne door 37% wordt genoemd als belangrijkste factor en opvallend genoeg de uitslag van de Nederlandse verkiezingen door 33%. Meer nog dan de presidentsverkiezingen in de VS, de oorlog in Gaza of de ontwikkelingen rond China. 65% van de bedrijven stelt dat verduurzaming beter gaat als de Nederlandse overheid voor een gelijk speelveld zorgt met het buitenland en 77% wil een consistent overheidsbeleid met weinig veranderingen in uitgezet verduurzamingsbeleid en regelgeving.
Opvallend is dat 6% van de bevraagde bedrijven zegt in 2024 volledig van het gas af te gaan en 17 procent wil dit in 2025 bereiken. Vorig jaar - toen er sprake was van een energiecrisis - gaf 45 procent aan voor eind 2024 van het gas af te willen. Nu zegt nog eens 28 procent van de bedrijven dit te willen doen zodra er weer voldoende capaciteit is op het elektriciteitsnetwerk. En waar 4 procent inmiddels werknemers verplicht om zakelijk autorijden elektrisch te doen, zegt 30 procent dat de komende 24 maanden verplicht te gaan stellen.
Energieleveranciers misleiden klanten met CO2-gecompenseerd gas
Maar onderzoek van journalistiek onderzoeksplatform Pointer (KRO-NCRV) toont aan dat deze projecten in werkelijkheid gemiddeld tien keer slechter presteren dan beloofd en in sommige gevallen zelfs helemaal geen compensatie-effect hebben. De Consumentenbond 'pleit voor een verbod' op CO2-gecompenseerd gas en vindt een aantal voorbeelden schandelijke greenwashing.
Van de twintig energieleveranciers die het meest genoemd worden bij prijsvergelijkers, bieden er vijftien 'CO2-gecompenseerd gas' aan. Drie suggereren daarnaast dat hun gecompenseerde gas (door investeringen in compensatieprojecten) CO2-neutraal is. Vattenfall en Essent stopten een paar jaar geleden met de verkoop van CO2-gecompenseerd gas, maar compenseren lopende contracten nog wel. Drie leveranciers, Energiedirect, Clean Energie en Mega, bieden helemaal geen CO2-gecompenseerd gas aan.
De onderbouwing van de compensatieclaims rammelt. Zo investeren de meeste leveranciers in duurzame projecten die helemaal geen extra financiering nodig hebben, zoals oudere windparken of nieuwere zonne-energie-projecten. Die investeringen leveren in deze gevallen dus geen extra emissiereducties op. Het gaat hierbij veelal om de goedkoopste compensatieprojecten. Al voor één euro kan je één CO2-certificaat kopen dat ‘gelijkstaat’ aan een ton uitgestoten CO2.
De energie-afdeling van Coolblue bevestigt na vragen van Pointer de aankoop van certificaten van het problematische Braziliaanse project Pacajai, dat aangeklaagd wordt wegens landroof en geen echte milieubescherming biedt. Dit project, ontwikkeld door zonen van een Britse veroordeelde moordenaar en bankovervaller, blijkt vooral op papier te bestaan zonder werkelijke CO2-reducties.
Grote energiebedrijven Eneco en Engie kopen CO2-certificaten van projecten die efficiënte barbecues uitdelen in Afrika en Azië om zo houtkap te verminderen. Recent onthulde een uitgebreide studie dat deze projecten vaak 10 keer minder CO2-uitstoot verminderen dan de projectontwikkelaars beweren. Tegelijkertijd investeren andere leveranciers in bosbeschermingsprojecten in Zuid-Amerika. Ook deze projecten voorkomen maar een fractie van de CO2-uitstoot die ze beloven. DELTA Energie zegt één boom te planten voor ieder nieuw contract, maar dat is dan weer niet ter compensatie van CO2-uitstoot. Daarvoor investeert DELTA Energie alleen in oude wind- en zonne-energieprojecten.
Ook Shell verkocht in het verleden ‘CO2-gecompenseerd gas’. Daarover oordeelde de Reclame Code Commissie vorig jaar dat Shell klanten misleidde met milieuvoordelen die er niet of nauwelijks zijn. De zaak was aangespannen door universitair hoofddocent en jurist Clemens Kaupa aan de VU. Kaupa is helder in zijn oordeel over de energieleveranciers die nu dezelfde claim doen: “Dit is greenwashing. Wat bedrijven heel vaak doen is zeggen dat het oké is om gewoon met fossiele brandstoffen door te gaan, omdat de klimaatschade kan worden gecompenseerd. Ze suggereren daarmee dat je gewoon kunt doorgaan met wat je nu doet.”
Ook de Consumentenbond vindt claims als CO2-neutraal en CO2-gecompenseerd gas misleidend. Gevraagd om een reactie op het onderzoek van Pointer stelt de bond: "We zien in de voorbeelden schandelijke greenwashing en pleiten ook voor een verbod op dergelijke vage claims.
Toch heeft de Autoriteit Consumenten en Markt (ACM) al die tijd de teugels laten vieren bij het gebruik van de term 'compensatie'. Maar ACM-directeur Edwin van Houten geeft in een interview aan KRO-NCRV’s Pointer te kennen de regels “misschien wat aan te moeten scherpen”. Volgens Van Houten is volledige compensatie per definitie misleidend. “Je kunt niet de indruk wekken dat je product duurzaam is of duurzamer wordt omdat je iets compenseert. Bedrijven, wees duidelijk over wat een claim die je doet precies inhoudt. Wat betekent CO2-gecompenseerd? Wat betekent 100% gecompenseerd?”.
Geen enkele energieleverancier die Pointer gevraagd heeft te reageren wil in de uitzending van het KRO-NCRV-programma een interview geven, maar ondertussen passen ze wel hun websites aan. Pure Energie, die op hun pagina over gecompenseerd gas sprak over ‘100% CO2-gecompenseerd’ verwijdert de ‘100%’, maar beweert ergens anders op de website nog steeds dat hun uitstoot wordt ‘geneutraliseerd’. Engie laat in reactie op de bevindingen van Pointer weten “alle opties kritisch te overwegen, bijvoorbeeld door [‘CO2-gecompenseerd gas’ red.] niet langer aan te bieden bij nieuwe contracten.” Eneco zegt dat zij “overwegen hoe we verder gaan met het aanbieden van en informeren over CO2-gecompenseerd gas”. DELTA Energie geeft aan een hele webpagina te willen verwijderen waar CO2-neutraliteit genoemd wordt. Coolblue zegt dat ze gestopt zijn met de aankoop van nieuwe certificaten van het controversiële Pacajai project. Pure Energie wilde als enige niet officieel reageren op de vragen van Pointer.
Pointer, donderdagavond om 20:25 uur bij KRO-NCRV op NPO 2.
Euroheat & Power congres ‘SCALE UP, CO₂ DOWN!’
Daarnaast beoogt het congres zowel innovatie als het CO2-arm maken van Europa’s grootste energieverbruikende sector te stimuleren.
De eerste sprekers zijn bekend. Met een scala aan verschillende achtergronden is het programma opgezet om het delen van ideeën, ervaringen en innovatieve ideeën te bevorderen.
woensdag 24 april 2024
Stedin investeert in ‘cable pooling’
Dat levert veel voordelen op: de beschikbare capaciteit op het net wordt beter benut, het bespaart klanten kosten voor een extra aansluiting, de doorlooptijd is korter omdat klanten niet los hoeven te worden aangesloten en het bespaart menskracht want er hoeft maar één aansluiting te worden aangelegd in plaats van twee tot vier.
Bij cable pooling combineren klanten meerdere installaties op één grote aansluiting; groter dan 2 MVA. Dit is alleen mogelijk bij een bestaande aansluiting, mits die het gecontracteerde transportvermogen niet verhoogt in congestiegebied. In de Koegorspolder gaat het om een windpark – de oorspronkelijke gebruiker van de aansluiting –, een batterij en een zonnepark. Binnen de bestaande transportcapaciteit kan via cable pooling toch extra vermogen worden aangesloten want als het hard waait, schijnt de zon meestal niet en andersom. De klanten moeten daarvoor wel dichtbij elkaar staan en de mogelijkheden zijn afhankelijk van het (congestie)gebied.
Het scheelt de netbeheerder volgens de meest voorzichtige berekeningen al gauw een jaar aan graafwerkzaamheden als cable pooling bij slechts één procent van de grootverbruik klanten wordt toegepast. Wat Stedin betreft wordt het dan ook gauw op veel meer plekken ingezet. David Peters, CTO bij Stedin: “We zijn heel blij met deze succesvolle pilot die we zeker gaan voortzetten. We willen deze vorm van samenwerking graag op grotere schaal inzetten. Het biedt veel perspectief nu het zo knelt op het elektriciteitsnet in Nederland. ”
Realisatie zonnepark in gemeente Zoetermeer
Met de toevoeging van het zonnepark wordt een bijdrage aan de energietransitie geleverd. Daarbij biedt de tijdelijke invulling van zonne-energie op locatie voor de duur 25 jaar de mogelijkheid om tot een uiteindelijk ontwikkeling van recreatie, natuur en landschap ter plaatse te komen. Bij de aanleg van het tijdelijke park zijn dan ook natuur en recreatie elementen voorzien.
Een initiatiefnemer voor een zonneveld neemt in eerste instantie contact op met de gemeente. De gemeente bepaalt wat zij van het initiatief vindt en betrekt daarbij het provinciale beleid. Voor een zonneveld is het daarbij van belang dat de gemeente nagaat in hoeverre het initiatief past binnen het ruimtelijke beleid voor zonne-energie en de overige provinciale (ruimtelijke) kaders. Dit is vergelijkbaar met elke ontwikkeling buiten bestaand stads- en dorpsgebied.
De provincie wil het opwekken van zonne-energie ondersteunen, maar ook het landschap en de onbebouwde ruimte in Zuid-Holland beschermen. Daarom kijken we vooral naar de mogelijkheden om zonne-energie op te wekken binnen de bebouwde omgeving, bij voorkeur op het dak. Toch zijn er ook initiatieven om zonnevelden buiten bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) aan te leggen. Hoe zorg je ervoor dat die passen in de omgeving? De kaders hiervoor heeft de provincie opgenomen in de omgevingsvisie.
dinsdag 23 april 2024
Eerste energieopwekkende carport
Volgens Gerard de Ruiter, directeur van Zonnegilde, is dit een goed voorbeeld van creatief op zoek naar meer oppervlakte om zelf energie op te wekken. 'Veel mensen pleiten voor het volleggen van daken met zonnepanelen. Maar in meer dan de helft van de gevallen blijkt dat daken constructief niet sterk genoeg zijn voor zonnepanelen. We moeten daarom uitwijken naar creatieve en slimme oplossingen. Bij dit project hebben we dat toegepast in de vorm van een carport met zonnepanelen'.
Wel was er een voorbehoud: de parkeerplaats moest intact blijven, waardoor traditionele funderingstechnieken (graven/heien/beton storten) afvielen. Uiteindelijk is er gekozen voor het gebruik van stalen profielen die de grond worden ingebracht met een hoogfrequent trilblok. Op deze profielen is de carport constructie inclusief zonnepanelen, gerealiseerd. Dit project markeert de eerste succesvolle afronding van de samenwerking met SCC, de partner van Zonnegilde in bouw- en PV techniekprojecten.
Het eindresultaat is een volledig waterdichte carport die ook nog eens vandalismebestendig is, want vanaf de grond liggen de 170 Jinko 570Wp glas-glas panelen en de bekabeling buiten bereik. Door de toepassing van een damwandplaat zijn de panelen niet zichtbaar van onderaf. Door te kiezen voor deze verduurzamingsoplossing kan Data B. Mailservice rekenen op een eigen opwek van ca. 87.000 kWh op jaarbasis.
Stroomprijs daalt in half jaar tijd met bijna de helft
De stroomprijs neemt sinds de winter van 2023 een flinke vlucht naar beneden. In november betaalde je 35 cent per kWh stroom. Vandaag betaal je 21 cent per kWh. Een daling van 40 procent. Hiermee zijn we terug op het niveau voor de crisis.
Belangrijke vraag voor de consument is natuurlijk: daalt de prijs verder? Als we een warme lente hebben, is de kans realistisch dat de prijzen nog wat verder dalen richting de zomer. Maar de oorlogen in Oekraïne en Israël maken voorspellingen helaas lastig.
De overheid stimuleert de opwekking van hernieuwbare energie uit bronnen zoals wind en zon. Het gebruik van gas wordt ontmoedigd. Daarom is de belasting op de grondstof verhoogd. Voor de energiecrisis betaalde je 52 cent belasting over een kuub gas. Nu is dat 71 cent. Een stijging van bijna 40 procent.
Volgens Independer-expert Joris Kerkhof kan de hogere belasting op gas een vertekend beeld geven. 'Gas is nog altijd iets duurder dan voor de energiecrisis. Maar veel scheelt het niet. Gebruik je hetzelfde belastingtarief als in april 2021, dan is het slechts 9 cent per kuub duurder dan voor de crisis. Door het nieuwe belastingtarief is het verschil 30 cent. Goed om te weten wanneer je van plan bent om over te stappen. Daarom kan het lonen om een langer contract af te sluiten of om over te stappen naar een leverancier met een scherper tarief.'
Fluvius maakt jaarfacturatie op basis van reële maandverbruiken mogelijk
Je gebruikt niet elke dag en elke maand dezelfde hoeveelheid energie. Daarom kan je voor de berekening van je energieverbruik niet zomaar het verschil nemen van twee meterstanden en dat gelijk verdelen over het aantal dagen van de verbruiksperiode. Om een realistisch beeld te krijgen, maken netbeheerders sinds jaar en dag gebruik van een zogenaamd ‘synthetisch lastprofiel’. Dat is een virtuele, maar zeer accurate verdeling van het verbruik over het hele jaar op basis van vergelijkbare klantenprofielen. Zo kunnen leveranciers de nodige energie aankopen en klanten nauwkeurig factureren.
Die traditionele werking heeft zijn voor- en nadelen. Zo kan het bijvoorbeeld dat het lastprofiel een deel van het verbruik in een duurdere of goedkopere periode legt dan werkelijk verbruikt, waardoor een klant met een variabel contract meer of minder betaalt voor een stuk van zijn verbruik. Om dit te vermijden, zijn sommige klanten met een digitale meter intussen al overgestapt op maandelijkse facturatie. Daarbij betalen ze, in plaats van maandelijkse voorschotten, enkel het werkelijke verbruik van die maand. Het gaat ondertussen om ongeveer 100.000 elektriciteits- en 50.000 gascontracten.
Hetzelfde is nu mogelijk bij jaarfacturatie. Door gebruik te maken van de reële maandverbruiken uit de digitale meter, betaalt elke digitalemeterklant nu ook exact wat hij of zij verbruikt aan het tarief van die maand. Het biedt klanten meer grip op hun afrekening door bijvoorbeeld te besparen in periodes van hogere energieprijzen. En anders dan bij maandfacturatie betaalt de klant nog altijd via voorschotten.
De voorbije maanden heeft Fluvius de maandverbruiken van alle geactiveerde klanten stapsgewijs beschikbaar gemaakt voor de energieleveranciers. Deze maand is dat proces afgerond. Vanaf juli 2024 zijn de leveranciers verplicht om bij de facturatie rekening te houden met deze reële maandverbruiken.
'Overheid moet batterijen subsidiëren om net te ontlasten'
De oorzaak daarvan is dat de overheid de opwek van energie wel subsidieert, maar de opslag niet. In Duitsland wordt er standaard een thuisbatterij geleverd bij de installatie van zonnepanelen. Het aantal thuisbatterijen is er de afgelopen vier jaar vervijfvoudigd. Door de overtollige energie op te slaan dicht bij de plek waar het is opgewekt, wordt het elektriciteitsnetwerk minimaal belast.
In Nederland verbruiken we ongeveer 20 procent van het totale verbruik in Duitsland, maar beschikken we over nog geen 5 procent van de opslagcapaciteit die Duitsland op dit moment heeft in de vorm van thuisbatterijen.
Het aanhouden van de salderingsregeling in Nederland, in combinatie met het uitblijven van goede subsidies voor thuisbatterijen, houdt de zo noodzakelijke ontwikkeling van kleinschalige lokale opslag in een houdgreep. Enexis maakt nu kosten voor relatief dure batterijen op een heel specifieke plek in het elektriciteitsnet, maar wie dat gaat betalen is nog onduidelijk.
maandag 22 april 2024
PostNL voegt 4 miljoen liter biobrandstof (HVO100) toe aan Europees dieselnetwerk
Brieven en pakketten bezorgen doen de bezorgers van PostNL al zoveel mogelijk lopend, op de fiets of met elektrische voertuigen. Ook maakt PostNL veel gebruik van de hernieuwbare brandstof HVO100 in de bezorging en groot transport, bijvoorbeeld daar waar elektrisch rijden nog niet mogelijk is. HVO100 produceert minder uitstoot van schadelijke stoffen, zoals stikstofoxiden (NOx) en fijnstof en vermindert de CO2 uitstoot met 90% in vergelijking met reguliere diesel.
Voor de internationale lange afstanden over de weg is verduurzamen nog uitdagender: de actieradius en infrastructuur voor elektrische vrachtwagens is nog onvoldoende ontwikkeld en de beschikbaarheid van HVO100 buiten Nederland is zeer beperkt. Wel kan HVO100 worden toegevoegd aan het huidige Europese dieselnetwerk. Dat is wat PostNL nu gaat doen: samen met partners is er een manier gevonden om voor het internationale wegtransport binnen Europa toch HVO100 in te zetten. Hiermee zet PostNL een unieke en flinke stap voorwaarts in de logistieke sector.
Subsidieregeling voor duurzame energie en verlagen CO2-uitstoot vanaf september geopend
Zowel bedrijven, lokale overheden als non-profit organisaties kunnen een aanvraag doen. Er is een openstellingsbudget van € 11,5 miljard beschikbaar voor 2024. Als het volledige budget wordt aangevraagd en gerealiseerd levert dit naar verwachting een CO2-besparing van circa 4,7 megaton op in 2030. Dit is een grotere verwachte CO2-besparing dan vorig jaar, doordat er dit jaar een hoger openstellingsbudget beschikbaar is.
Sinds vorig jaar zijn er ‘hekjes’ geïntroduceerd in de SDE-regeling. Met een hekje rond een deel van het budget wordt een minimum bedrag voor een specifiek domein gereserveerd. Daardoor komen technieken die op de korte termijn minder kosteneffectief zijn, maar op de langere termijn noodzakelijk zijn voor de energietransitie, vaker aan bod. De hekjes bestaan uit drie domeinen: Lagetemperatuurwarmte (zoals geo- en aquathermie), Hogetemperatuurwarmte (zoals open industriële warmtepompen en elektrische boilers) en Moleculen (zoals groen gas en hernieuwbare brandstoffen). Voor de drie domeinen is ieder € 1 miljard gereserveerd. Binnen (en buiten) de hekjes blijft het concurrerende principe gelden waarbij kosteneffectieve projecten eerder aan bod komen.
De SDE++ staat in 2024 voor de meeste categorieën opnieuw open die in 2023 ook in aanmerking kwamen. Waaronder zon, wind, geo- en aquathermie, elektrische boilers, waterstof en CCS. Dit jaar worden er op advies van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een aantal nieuwe categorieën toegevoegd, waaronder: zonne-energie waar een kleine dak aanpassing voor nodig is, een nieuwe categorie warmtepomp voor de glastuinbouw. Ook voor technieken met een lagere netimpact worden twee nieuwe categorieën opengesteld: de procesgeïntegreerde warmtepomp en thermische opslag voor hogetemperatuurwarmte.
Het kabinet is voornemens om overwinsten bij de productie van duurzame elektriciteit uit zon en wind vanaf dit jaar te verrekenen. Voor deze categorieën zullen inkomsten boven een bepaald niveau als overwinst worden aangemerkt. Deze overwinst wordt vervolgens gedurende de subsidieperiode verrekend met reeds uitgekeerde of nog uit te keren subsidie. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er door hoge energieprijzen sprake is van hoge winsten, en in een latere periode bij lagere energieprijzen sprake zou zijn van subsidie. De Raad van State zal hier nog een advies over uitbrengen.
De openstellingsronde heeft vijf fasen, waarin de maximale subsidie oploopt. Projecten met een lagere subsidie per ton vermeden CO2 kunnen zo eerder indienen en dus eerder aan bod komen.
Wallbox lanceert de eM4 EV-lader voor publieke ruimtes
De eM4 is ontwikkeld met toekomstbestendige hardware en bevat zowel een IP55/IK10 als ISO151881 certificatie. Hierdoor kan de lader zowel binnen als buiten veilig worden gebruikt en wordt de levensduur verlengd, wat resulteert in lagere kosten voor eigenaren. Er kan gekozen worden voor één of twee oplaadpunten, met een laadvermogen van tot wel 22 kW. Daarnaast bevatten de laders standaard een permanent slot voor de laadkabel(s).
De installatie kan in minder dan tien minuten worden voltooid. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van twee laadpunten per lader betekent dit dat er in één uur twaalf punten kunnen worden geïnstalleerd. Daarnaast kan het aantal laders gemakkelijk worden opgeschaald bij toenemende vraag.
Dankzij het laadgroep systeem kunnen meerdere laders, zowel bedraad als daadloos, worden gecombineerd in een laadgroep. Dit maakt het mogelijk om alle laders in één keer in te stellen via de ontwikkelde configuratiewizard in de inbedrijfstellingsapp.
De eM4 bevat daarnaast uitgebreide connectiviteits- en beheermogelijkheden. Naast beheer via ethernet, wifi en 4G/LTE, biedt de eM4 onder andere statisch belastingsbeheer van maximaal 100 laders, of dynamisch belastingsbeheer van maximaal 30 laders. Beide opties werken zowel bekabeld als via draadloze LAN.
Ten slotte is de eM4 ontworpen voor gemak bij meerdere eindgebruikers van commerciële ruimtes, waarbij activatie plaatsvindt via RFID. Waar de lader Plug&Charge hardware bevat kunnen nieuwe EV’s die op de markt worden gebracht en compatibel zijn met de aansluiting, gemakkelijk worden toegevoegd en vindt authenticatie en facturatie voor nieuwe gebruikers automatisch plaats. Het heldere LED-interface geeft hun daarnaast inzicht in de laadstatus, evenals intuïtieve audiofeedback. Zo zijn zij zeker van een succesvolle RFID-activatie. De standaard ingebouwde MID or Eichrecht meter garandeert gebruikers daarnaast dat zij alleen betalen voor de energie die zij gebruiken.
vrijdag 19 april 2024
Nieuw standaard ontwerp voor elektriciteitstations Tennet en Enexis
Het is het eerste 380 kV-hoogspanningsstation dat gebouwd wordt volgens een nieuw, standaard ontwerp. De komende jaren bouwen we meerdere nieuwe 380.000 volt-stations, ruim duizend hoogspanningsmasten en legt zij duizenden kilometers elektriciteitskabel aan. Om dit snel, efficiënt en duurzaam te kunnen doen is een standaard werkwijze nodig. Overal in Nederland worden elektriciteitsstations en hoogspanningsmasten gebouwd op basis van standaard modules. Dit geldt voor TenneT en Enexis.
De technische standaard is nodig om de enorme opgave waar wij en Enexis voor staan om de uitbreiding van het hoogspanningsnet te realiseren. Ook voor het onderhoud is het belangrijk dat er met standaard ontwerpen wordt gebouwd. Dan maakt het niet meer uit of je in noord, oost, zuid of west Nederland het onderhoud moet plegen. De afgelopen jaren hebben engineers, samen met marktpartijen, een standaard ontwerp ontwikkeld voor de 380 kV-stations. We moderniseren ook 140 110 kV- en 150 kV-stations volgens het nieuwe gestandaardiseerde modulaire concept.
Het nieuwe hoog- en middenspanningsstation in Zuidoost Groningen is nodig om aan de snelle groei van het elektriciteitsaanbod via wind- en zonne-energie, de verduurzaming en de verwachte toename van de vraag te voldoen. TenneT en Enexis verwachten station Zuid Groningen in 2026 in gebruik te nemen. Het station bij Ter Apelkanaal is onderdeel van een grootschalige versterking van het hoogspanningsnet in Noordoost Nederland, die in 2030 gereed is.
ACM: met flexibel gebruik meer mogelijk op vol stroomnet
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) presenteert een breed pakket maatregelen dat de problematiek van netcongestie vermindert. De maatregelen moeten flexibel gebruik van het elektriciteitsnet aantrekkelijk maken. De ACM zorgt dat grootverbruikers goedkoper uit zijn als zij het stroomnet op piekmomenten minder gebruiken. Hierdoor maken zij ruimte voor andere verbruikers en voor producenten van duurzame elektriciteit. Dankzij een voorrangsregeling voor projecten met een maatschappelijk belang kunnen netbeheerders de ruimte die zo ontstaat gebruiken om bijvoorbeeld scholen of ziekenhuizen sneller aan te sluiten.
Het probleem van netcongestie komt vooral voor op piekmomenten: de spits van 6.00 uur tot 9.00 uur en tussen 16.00 en 20.00 uur. Dan is er te veel aanbod of vraag naar stroom. Buiten de spits is er nog ruimte. Dankzij de maatregelen van de ACM kunnen grootverbruikers een vergoeding krijgen tot wel 50% van hun netkosten als ze het net minder gebruiken tijdens de spits. Zo ontstaat er ruimte voor andere bedrijven die anders lang moeten wachten op capaciteit.
Om te zorgen dat er in gebieden met teveel productie toch zon- en windparken aangesloten kunnen worden scherpt de ACM de regels voor congestiemanagement aan. Congestiemanagement houdt in dat de netbeheerder grote bedrijven kan verplichten om – tegen vergoeding – flexibiliteit aan te bieden. Met de introductie van een deelnameplicht komt er meer flexibiliteit beschikbaar en komt er meer ruimte voor nieuwe aansluitingen.
De wachtrij voor toegang tot het net neemt almaar toe. Met het prioriteringskader dat is vastgesteld door de ACM kunnen netbeheerders voortaan voorrang geven aan projecten die van maatschappelijke waarde zijn. Zogenoemde congestie-verzachters, zoals batterijsystemen die zorgen dat er meer capaciteit bij komt voor andere gebruikers, krijgen als eerste voorrang. De tweede categorie betreft veiligheid met als voorbeelden defensie, politie en acute gezondheidszorg. De derde categorie ziet op meerdere basisbehoeften zoals drinkwater en onderwijs. De ACM heeft het prioriteringskader opgesteld omdat de huidige praktijk dat netbeheerders projecten altijd op volgorde van aanmelding toegang geven tot het net (first come, first served) niet altijd goed uitpakt. Het prioriteringskader is tot stand gekomen na intensief overleg met Netbeheer Nederland, VNG, IPO, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en andere belanghebbenden. Het prioriteringskader is opgesteld op basis van objectieve en transparante criteria en sluit daarmee aan bij het Europese wettelijk vereiste van non-discriminatie. De netbeheerders zijn vanaf 1 oktober 2024 verplicht het prioriteringskader te gebruiken. Aanvragers moeten dan wel aantonen dat zij voorrang moeten krijgen.
Het pakket aan maatregelen bestaat verder uit afspraken tussen netbeheerders en netgebruikers over de aansluittermijnen voor grote bedrijven. In de meeste gevallen geldt voor deze afnemers een termijn tot 52 weken om een aansluiting te realiseren, afhankelijk van de omstandigheden.
Verder gaan netbeheerders strenger controleren of bedrijven alle capaciteit die zij hebben gecontracteerd wel gebruiken. Is dat niet het geval of hebben bedrijven de capaciteit niet langer nodig, dan kan de netbeheerder het contract inperken. Zo komt er weer capaciteit vrij voor anderen.
Wet sluiting Groningenveld gaat per 19 april 2024 in
Staatssecretaris Hans Vijlbrief staat hier vrijdag 19 april 2024 met Groningers bij stil op de plek waar zo’n 65 jaar geleden voor het eerst Gronings gas werd gevonden.
Staatssecretaris Vijlbrief: 'Na jarenlange inzet van vele Groningers is de sluiting een feit. Eindelijk is er zekerheid. We hebben woord gehouden aan Groningers. De gaskraan in Groningen is dicht en blijft dicht. Dat betekent niet dat alle ellende is opgelost, maar wel dat de bron van ellende stopt.'
In een weiland in Kolham werd halverwege vorige eeuw het Gronings gas gevonden. Op die plek ondertekent staatssecretaris vrijdag symbolisch de wet en overhandigt deze aan regionale bestuurders en maatschappelijke organisaties als vertegenwoordigers van Groningen.
Foto Anefo
donderdag 18 april 2024
Fluvius versterkt actieplan voor uitvallende zonnepanelen
Omdat de zon voor iedereen in de straat op hetzelfde moment schijnt, en omdat niet alle zonnepaneeleigenaars hun opgewekte stroom direct zelf verbruiken, kan het elektriciteitsnet tijdelijk en zeer lokaal overbelast raken. Vooral in landelijke gebieden bestaat het fenomeen. Daardoor wekken de zonnepanelen even geen energie meer op.
Fluvius ontving het afgelopen jaar 5042 klachten over uitvallende omvormers. Hoewel 5042 klachten op 925 000 zonnepaneelinstallaties slechts een aandeel van 0,55 procent vertegenwoordigt, en de uitval niet overal even lang duurt, neemt Fluvius iedere klacht over een uitvallende omvormer zeer ernstig.
Het netbedrijf werkt verder aan een goed onderbouwd actieplan om de klachten in de toekomst tot een minimum te beperken, maar beseft ook dat de problemen morgen nog niet van de baan zullen zijn. Dat zal helaas nog wat geduld vergen. Het door Fluvius beheerde elektriciteitsnet in Vlaanderen behoort vandaag tot de top van Europa, maar in de komende jaren zijn grote investeringen nodig om het net klaar te maken voor de snel toenemende elektrificatie, met veel meer elektrische wagens, massaal veel warmtepompen en zonnepanelen en een stijgend verbruik in de industrie.
Indien het probleem niet binnen de 90 dagen opgelost kan worden, ontvangt de zonnepaneeleigenaar (<= 10kVa) een compensatie. De uitbetaling van de compensatie gebeurt jaarlijks via Fluvius, ten laatste tegen 30 november en tot het probleem opgelost is. Klanten die nog recht hebben op groenestroomcertificaten krijgen een bijkomende compensatie.
Centrales Diemen gaan van het Groningen-gas af
Nu het Groningen-veld sluit moeten sommige grootverbruikers over op een ander soort aardgas met minder stikstof en meer energie: het hoogcalorisch gas. De Vattenfall-elektriciteitscentrales en warmte-installaties in Diemen stappen over op dit aardgas.
De overstap vergt de nodige aanpassingen. Zo updatet Vattenfall de software van de centrales. De installaties voor stadswarmte op het terrein kregen al nieuwe branders. Gasunie legde voor de levering van het andere soort gas de afgelopen tijd extra leidingen in en om Amsterdam aan.
Bij Vattenfall hoeft alleen de locatie Diemen over op het hoogcalorisch gas. De overige centrales van het bedrijf draaien al op hoogcalorisch gas, of op een combinatie van dit gas en de restgassen van de hoogovens in IJmuiden.
woensdag 17 april 2024
Stedin publiceert investeringsplan
In het investeringsplan staan de uitbreidings- en vervangingsinvesteringen die tussen 2024 en 2033 in de elektriciteits- en gasnetten gedaan worden. Het toetsen van de investeringsplannen van netbeheerders door de ACM is oorspronkelijk ingevoerd om de noodzakelijkheid van investeringen te controleren. Inmiddels is de congestieproblematiek – de filevorming op het net – zo groot geworden dat er meer zorgen zijn over de vraag of netbeheerders investeringen tijdig kunnen doen. Omdat netbeheerders niet alles tegelijk kunnen doen, is het vooral belangrijk dat zij duidelijkheid geven over hun planning en eventuele redenen van vertraging.
In dat kader heeft de ACM met de grootste netbeheerders Enexis, Liander, Stedin en TenneT afspraken gemaakt over een verbetertraject voor het concretiseren van hun investeringsplannen. De toezichthouder en netbeheerders hebben afgesproken dat er uiterlijk 1 september 2024 een verbeterplan ligt met concrete mijlpalen. Hierin werken de netbeheerders uit hoe ze de navolgbaarheid van prioritering inzichtelijker maken. De ACM zal de voortgang van de verbeterplannen monitoren. Daarbij heeft de ACM een brief over de toetsing van de investeringsplannen, de melding van onderinvesteringen en het verbetertraject naar de (demissionair) minister van Economische Zaken en Klimaat gestuurd.
De focus van Stedin blijft in deze energietransitie gericht op zoveel mogelijk energie-infrastructuur bijbouwen. Zo bouwt Stedin in 2024 bijna 400 megawatt aan nieuw vermogen, dat is genoeg elektriciteit om twee keer de stad Utrecht van stroom te voorzien. Daarnaast wordt 700 kilometer aan nieuwe kabels in de grond gelegd en worden zo’n 400 transformatorhuisjes geplaatst om de omgeving van stroom te kunnen voorzien. In totaal investeert Stedin dit jaar 924 miljoen euro in de uitbreiding van haar netten. Om het verschil tussen wat moet en wat kan te verkleinen, wordt maximaal opgeschaald wat betreft het werven van vakbekwaam personeel en het verkrijgen van voldoende materiaal. Tegelijkertijd voert Stedin intensieve gesprekken met (lokale) overheden, grondeigenaren, aannemers, bedrijven en energiegebruikers om te bepalen hoe verder versneld kan worden. Dat kan namelijk alleen door anders én intensief samen te werken.
Gorinchem zet volgende stap naar warmtenet
Gorinchem laat zien dat het mogelijk is om een lokaal warmtenet te bouwen compleet met een lokale warmtebron. Bijzonder aan de situatie in Gorinchem is dat de warmte niet afkomstig is uit diepere aardlagen (geothermie) of uit de industrie (restwarmte), maar dat de warmte straks gewonnen wordt uit een waterzuiveringsinstallatie. De woningen in Gildenwijk zijn nu al aangesloten op het warmtenet maar ontvangen hun warmte momenteel uit een tijdelijke warmtecentrale.
De provincie Zuid-Holland heeft via het Europese Elena-programma en Kansen voor West een groot aantal gemeenten geholpen om de eerste processtappen richting warmtenetten te zetten. In de publicatie Leerpunten uit het programma Duurzame Wijkwarmte Zuid-Holland worden de belangrijkste ‘lessons learned’ gedeeld. Meer informatie over het warmtestation en het warmtenet in de Gildenwijk is te lezen op www.warmtenetgorinchem.nl.
Groninger gasveld gaat definitief dicht
Begin deze maand leek het er nog op dat de senaat de behandeling van de wet zou uitstellen vanwege vragen over de leveringszekerheid.
De zorgen om de leveringszekerheid zijn bij de politici niet weg, meldt de NOS, maar een meerderheid van de partijen wil het vertrouwen van de Groningers niet opnieuw schaden.
JA21, 50Plus en Forum voor Democratie stemden onder meer om die reden tegen de sluiting. Ze vinden het definitief sluiten van de putten te riskant.
Zonder gas uit Groningen is Nederland voor zo'n 75 procent afhankelijk van Noors gas via een pijpleiding en lng (vloeibaar gas) dat wordt aangevoerd via schepen. Die komen uit onder meer de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Rusland en Qatar.
NVDE: goede voorstellen voor elektrische auto’s en warmtenetten
Het kabinet stelt in de Voorjaarsnota voor dat de korting op de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor emissievrije auto’s langer blijft bestaan en geleidelijk wordt afgebouwd.
De NVDE is hier blij mee. Veel mensen die de overstap naar elektrisch rijden overwegen, hebben behoefte aan deze duidelijkheid. Hiermee zal de ingroei van emissieloze personenauto’s in het wagenpark, die de laatste tijd afremt, weer toenemen. Het is goed dat het demissionair kabinet de tariefkorting wil verlengen en geleidelijk afbouwen. Zonder deze ingreep zou elektrisch rijden fiscaal zwaarder belast worden dan rijden op benzine of diesel. Kanttekening is wel dat de subsidie voor tweedehands elektrische auto’s vanaf 2025 vervalt. Dat is jammer. Elektrische auto’s zouden ook op langere termijn fiscaal niet duurder mogen zijn dan auto’s met een verbrandingsmotor.
Het kabinet trekt cumulatief 500 miljoen uit voor Netten op Zee, cumulatief 973 miljoen voor subsidie voor warmtenetten, 215 voor het waarborgfonds voor warmtenetten en 500 miljoen voor vergassingsprojecten.
Het aanleggen van netten op zee moet voortvarend doorgaan. Door het extra budget voor Netten op Zee, hoeven de nettarieven minder omhoog, waardoor elektrificatie van de industrie en mobiliteit aanlokkelijker wordt. Warmtenetten zijn in veel, met name dichtbevolkte wijken een goede oplossing voor de duurzame warmtevoorziening. De subsidie en het waarborgfonds zijn nodig om de warmtenetten van de grond te krijgen.
Het kabinet stelt verschillende maatregelen voor om de industrie te verduurzamen. Om invulling te geven aan het voornemen om aanvullend 4 Mton uitstoot te reduceren, is het voorstel om vanaf 2028 de CO2-heffing te differentiëren en boven 50 kton de heffing verder op te hogen. Het kabinet stelt ook voor om de vrijstelling voor duaal en non-energetisch verbruik van kolen per 2027 af te schaffen en de 3e, 4e en 5e schijf in de energiebelasting op gas te verhogen. Tegelijkertijd wordt voorgesteld om de subsidieregeling voor compensatie van bedrijven voor hun indirecte ETS kosten (IKC-ETS) met één jaar te verlengen (186 miljoen euro in 2024), gezien de gestegen energiekosten en het gelijke speelveld voor bedrijven.
De NVDE vindt het belangrijk dat het industriebeleid leidt tot een prikkel voor bedrijven om in Nederland ambitieus te verduurzamen. Bovendien is oog nodig voor bedrijven die al passen in het nieuwe energiesysteem, maar op dit moment in de problemen komen in concurrentie met bedrijven in andere landen. Wij vinden daarom dat een goede balans nodig is tussen de wortel en de stok voor de industrie: er is handelingsperspectief nodig om de hogere uitstootheffing voor te zijn. Daarom moeten bedrijven de juiste randvoorwaarden hebben om te kunnen verduurzamen, zoals snelle concretisering van de maatwerkafspraken, snelle doorlooptijden bij vergunningtrajecten voor duurzame projecten en energie-infrastructuur en een stikstofvrijstelling voor beide. De verlenging van de IKC-ETS maatregel is begrijpelijk maar moet vooral tijdelijk zijn totdat hier in Europees verband afspraken over zijn.
Doordat energieprijzen meerjarig hoger uitvallen is er in 2026-2029 minder budget benodigd voor de subsidieregelingen Stimulering Duurzame Energieproductie en klimaattransitie (SDE), schrijft het kabinet in de voorjaarsnota. Deze ruimte komt ten goede van het rijksbrede beeld. In 2026 gaat het om 1,7 miljard euro.
De NVDE ziet tot haar spijt dat er wederom een greep is gedaan in de pot waaruit de SDE wordt betaald. Zij ziet liever dat de meevallers in de SDE direct weer ingezet worden voor gerichte opschaling van duurzame energie en in het bijzonder duurzame warmte, zie dit onderzoek. Het aandeel hernieuwbare energie in Nederland is de afgelopen jaren gegroeid naar 17 procent. Er is nog veel support nodig om door te groeien voor met name duurzame warmte en gassen. Dat duurzame energieprojecten minder subsidie nodig hebben dan vooraf geraamd, zit in het karakter van de SDE++: er wordt een vorm van ‘overprogrammering’ toegepast bij het openstellingsbudget.
Het kabinet start een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) over de bekostiging van de elektriciteitsinfrastructuur, dat in februari 2025 afgerond moet worden.
De NVDE is blij dat deze interdepartementale werkgroep van start gaat. Elektrificatie is onmisbaar in de verduurzaming van onze economie richting 2040. Tegelijkertijd lopen we tegen problemen van netcongestie, lange vergunningprocedures en betaalbaarheid aan. De urgentie is groot om elektrificatie in onder meer de industrie en mobiliteit mogelijk te maken. Zo zijn er grote uitdagingen om de concurrentiepositie van onze industrie te waarborgen.
dinsdag 16 april 2024
Provinciebestuur stippelt pad uit voor duurzame elektriciteit
De provincie Zuid-Holland heeft 7 energieregio’s. Binnen een energieregio werken gemeenten, provincies en waterschappen samen aan een Regionale Energiestrategie (RES). Deze regio’s worden dan ook RES-regio’s genoemd. In de regio’s en in de provincie is afgesproken om in 2030 6,3 tot 6,8 TWh duurzame elektriciteit op te wekken.
De RES Voortgangsdocumenten laten zien dat niet alle regio’s op schema liggen om duurzame elektriciteit te produceren. Het Planbureau voor de Leefomgeving constateert in de RES Monitor 2023 ook dat sommige Zuid-Hollandse regio’s achterlopen.
Soms ligt het aan de provincie dat de RES-regio’s niet verder kunnen. In de Routekaart spreekt de provincie af dat ze meer op de voorgrond gaat treden om de eindstreep in 2030 te halen. Daarom gaat ze de regio’s helpen om zo snel mogelijk van zoekgebieden naar concrete zoeklocaties voor windenergie te komen.
Groen licht voor nieuw elektriciteitsstation Lelystad Larserringweg
Op dit moment gelden er in de Flevopolder (gemeenten Almere, Lelystad, Dronten en Zeewolde) beperkingen voor de levering van elektriciteit aan nieuwe bedrijven en grootverbruikers die extra vermogen willen, omdat het elektriciteitsnetwerk daar vol zit. Na de ingebruikname van het nieuwe elektriciteitsstation Larserringweg, komt er extra elektrische capaciteit beschikbaar in de regio. Voor het definitief oplossen van het volle elektriciteitsnet (ook wel congestie genoemd), is verdere uitbreiding van het hoogspanningsnet nodig. Landelijk netbeheerder TenneT werkt hier de komende jaren hard aan. Naar verwachting zijn de congestieproblemen rond 2029 opgelost.
TenneT en Liander hebben in overleg met gemeente Lelystad en provincie Flevoland een landschapsinpassingsplan opgesteld. Uitgangspunt is dat het nieuwe elektriciteitsstation zo goed mogelijk moet aansluiten bij de omgeving. Daarbij is rekening gehouden met onder andere Natuurpark Lelystad en het open polderlandschap.
Het definitieve bestemmingsplan wordt circa twee weken na het raadsbesluit gepubliceerd en ligt dan zes weken ter inzage voor het indienen van beroep. In september 2024 start de bouw van het nieuwe elektriciteitsstation. In aanloop daar naartoe worden alvast voorbereidende werkzaamheden getroffen.
Enexis plaatst tussenbooster groen gas
Met deze booster kunnen groen gasproducenten ieder jaar zo’n twee miljoen m³ groen gas extra invoeden. Dit staat gelijk aan het gebruik van zo'n 1600 Drentse woningen.
Het regionale gasnet blijft naar verwachting tot minimaal 2050 nodig voor de distributie van groen gas en is hiermee een belangrijk onderdeel van de energietransitie. Enexis ondersteunt daarom de ambitie in het klimaatakkoord om in 2030 landelijk 2 miljard m3 groen gas te transporteren. Enexis distribueerde in 2023 al zo’n 100 miljoen m³ groen gas en is verheugd te zien dat landelijk 22% meer groen gas is geproduceerd dan het jaar ervoor.