Pagina's

vrijdag 29 maart 2024

Remon Veraart nieuwe CEO Big Ass Battery

Remon Veraart, de nieuwe CEO van Big Ass Battery, is gestart met een duidelijke opdracht: het opschalen van het bedrijf zodat voldaan kan worden aan de steeds groter wordende vraag naar batterijen.

Veraart, voorheen CEO bij een scale-up in zonnepanelen en managing director bij een toeleverancier voor windenergie, brengt een schat aan ervaring met zich mee naar zijn nieuwe rol.

Big Ass Battery, een bedrijf dat kobalt-vrije, industriële energieopslagsystemen produceert, heeft een snelle groei doorgemaakt sinds de start in 2021. De vraag naar hun batterijen, gebaseerd op de meest veilige lithium technologie is enorm gestegen, en met de nieuwe grotere productie capaciteit  in de nieuwe fabriek verwachten ze hun output dit jaar te verviervoudigen. Veraart geeft aan: 'Het is belangrijk dat we deze groei realiseren met behoud van de cultuur die Big Ass Battery uniek maakt, het succes van ons product komt uiteindelijk door onze mensen.'

Meerdere aanvragen voor grootste windparken op de Nederlandse Noordzee

In de grootste tenderronde voor wind op zee in Nederland tot nu toe zijn meerdere aanvragen ingediend. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft meerdere aanvragen gekregen voor beide vergunningen voor windenergiegebied IJmuiden Ver (kavels Alpha en Beta) op de Noordzee. IJmuiden Ver ligt ruim 60 kilometer voor de westkust van Nederland.

De twee windparken zullen hernieuwbare elektriciteit produceren en hebben elk een capaciteit van ten minste 2 gigawatt (GW). In totaal wordt in één ronde 4 GW vergund; goed voor ongeveer 14% van het totale huidige elektriciteitsverbruik in Nederland.

De windparken worden gerealiseerd zonder subsidie. De tenders bestaan uit een vergelijkende toets met een financieel bod. De overheid wil hiermee stimuleren dat de windparken ook een bijdrage leveren aan de natuur op de Noordzee en aan de inpassing in het energiesysteem op land. Daarnaast gelden voor beide kavels criteria over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen en circulariteit.

Verder worden aanvragen beoordeeld op onder meer de zekerheid dat het windpark wordt gerealiseerd. De meeste punten worden toegekend aan criteria met een maatschappelijk doel (85% van totaal aantal punten). Hiermee wil het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) oplossingsgerichte en innovatieve aanvragen stimuleren. Ook de hoogte van het bedrag dat een bedrijf wil betalen voor het mogen bouwen en exploiteren van het windpark levert punten op (15% van totaal aantal punten). Het is niet de verwachting dat partijen het maximaal gevraagde financieel bod bieden. Een financieel bod is in de tenders opgenomen om te zorgen voor voldoende variatie tussen aanvragen. De winnaar is de partij met de meeste punten.

Geïnteresseerde ondernemingen en consortia konden een aanvraag indienen tot en met donderdag 28 maart 17.00 uur. RVO beoordeelt de aanvragen in samenwerking met twee expertcommissies. De verwachting is dat in juni 2024 de winnaar(s) van de tenders IJmuiden Ver kavels Alpha en Beta bekend zijn. Het is de verwachting dat de windparken eind 2029 / begin 2030 stroom gaan leveren.

donderdag 28 maart 2024

Enexis en bouwbedrijf BAM Infra Nederland zijn een samenwerking aangegaan voor de bouw en uitbreiding van tien hoogspanningsstations

Enexis en bouwbedrijf BAM Infra Nederland zijn een samenwerking aangegaan voor de bouw en uitbreiding van tien hoogspanningsstations met de inzet van emissieloos of -arm materieel. Bij dergelijke werkzaamheden zijn zware machines en veel transportbewegingen nodig – die doorgaans voor stikstofuitstoot zorgen. BAM gaat tijdens de samenwerking werkzaamheden uitvoeren met de inzet van elektrisch materieel. Op die manier kan de bouw van de stations ook nabij Natura 2000-gebieden gewoon doorgaan, zonder dat stikstofregels voor vertraging zorgen.

Deze samenwerking is tot stand gekomen na het doorlopen van een aanbesteding onder de erkenningsregeling van Enexis. BAM start medio 2024 met de bouwwerkzaamheden voor de eerste stations en verwacht in 2026 alle stations op te leveren.

Het elektriciteitsnet zit in vrijwel heel Nederland vol. Voor nieuwe, grote afnemers of opwekkers van elektriciteit is op dit moment helaas geen ruimte meer. De belangrijkste oplossing voor deze problematiek is het bijbouwen van elektriciteitsinfrastructuur: meer stations, meer transformatoren, en meer kabels in de grond. Maar bij het uitbreiden van het net worden doorgaans machines gebruikt die stikstof uitstoten. En dat is op dit moment in veel gebieden niet toegestaan. Daarom zet BAM elektrisch materieel in  - zoals graafmachines, hoogwerkers en het (zware) transport van en naar de bouwplaats.  Daarnaast werkt BAM met standaardisatie, zoals het prefabriceren van de kelders. Hierdoor kan de bouw van de elektriciteitsstations toch doorgaan – ondanks de stikstofproblematiek.

De uitdaging zit enerzijds in de nu nog beperkte beschikbaarheid van elektrisch materieel, BAM zet hier op in door zelf en samen met partners te investeren in elektrisch materieel. Daarnaast is specifiek (zwaar) materieel nog niet elektrisch voorhanden. Daarop wordt geanticipeerd in het ontwerp en de werkmethoden.

Provincie Utrecht maakt als aandeelhouder Stedin werk van oplossen netcongestie

De aandeelhouders van Stedin Holding zijn op 27 maart akkoord gegaan met de toetreding van de provincie Utrecht als aandeelhouder van de netbeheerder. De provincie investeert 15 miljoen euro in Stedin om bij te dragen aan de oplossingen voor de problemen op het elektriciteitsnet. Met een zetel in de Aandeelhouderscommissie van Stedin kan de provincie Utrecht in een vroeg stadium meepraten met de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van Stedin over het versnellen van de energietransitie.

Aandeelhouderschap van Stedin is een ambitie uit het coalitieakkoord ‘Aan de slag voor Utrecht’. Bijdragen aan de financiering van de energietransitie is nodig om netbeheerders te helpen om de stroomvoorziening te verduurzamen en genoeg plek op het net te hebben voor bedrijven en nieuwe woonwijken. Provinciale Staten zien dat belang ook. Gedeputeerde Bakker: “Bij deze stap om aandeelhouder te worden voelen we ons als college ook gesteund door de Staten die zeer breed haar steun hiervoor uit heeft gesproken.”

De afgelopen jaren heeft Stedin geïnvesteerd in de netcapaciteit die nodig is om de energievoorziening te verduurzamen. Tot 2030 wordt nog ten minste 8 miljard euro aan verdere investeringen verwacht. Dat is nodig om de capaciteit van het elektriciteitsnet te vergroten en het probleem van de netcongestie op te lossen

Naast de provincie Utrecht zijn negen Utrechtse gemeenten in de gelegenheid gesteld om aandeelhouder van Stedin te worden. Meerdere Utrechtse gemeenten zijn ingestapt of bevinden zich in het proces van besluitvorming in de gemeenteraad.

Grote beursgenoteerde ondernemingen op goede weg met transparantie over klimaatdoelen

Grote beursgenoteerde ondernemingen zijn tot 2030 vrij transparant in het onderbouwen van hun klimaatdoelstellingen. Na 2030 is hun route naar klimaatneutraliteit (net zero) omgeven met onder meer technologische en financiële uitdagingen en risico’s door klimaatverandering. Ondernemingen zijn nog vaag over hoe ze net zero in 2050 gaan bereiken. Dit blijkt uit het rapport ‘Transparante netzerodoelstellingen vragen om lef' dat de AFM heeft gepubliceerd.

Per 1 januari 2024 is de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van kracht. Grote beursgenoteerde ondernemingen (OOB’s) moeten transparant zijn over netzerodoelstellingen en laten zien hoe ze klimaatneutraal worden. De AFM deed onderzoek naar hoe 27 geselecteerde beursgenoteerde ondernemingen over hun netzerodoelstellingen rapporteren.

AFM verwacht transparante toelichtingen over onzekerheden en uitdagingen. Er zijn veel uitdagingen en onzekerheden om de netzerodoelstellingen te halen, zoals technologische en financiële uitdagingen en ook fysieke en transitierisico’s door klimaatverandering. De AFM verwacht transparante toelichtingen over de onzekerheden en uitdagingen die de onderneming onderkent, dit vraag lef. De AFM ondersteunt hierbij in het rapport met aanbevelingen, goede voorbeelden en een self-assesment.

Naast emissiereducties gebruiken ondernemingen ook carbon capture en storage, offset-projecten en carbon credits om tot net zero te komen. Deze methodes worden gebruikt om emissies die niet gereduceerd (kunnen) worden op te vangen of te compenseren. Het is belangrijk om kritisch te zijn op het inzetten van vrijwillige carbon credits en carbon-offset-projecten. IOSCO en de AFM plaatsten eerder vraagtekens over de kwaliteit van vrijwillige carbon credits.

Het proces van verzamelen, verwerken en beheren van duurzaamheidsgegevens bevindt zich bij veel ondernemingen in een ontwikkelingsfase naar hogere volwassenheidsniveaus van datakwaliteit. Het transparant toelichten over datakwaliteit is een belangrijk aandachtspunt.

woensdag 27 maart 2024

35.000 nieuwe publieke laadpunten in Noord-Holland, Flevoland en Utrecht

De komende vier jaar komen er in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht maximaal 35.000 publieke laadpunten bij. Daarvoor heeft MRA-Elektrisch voor 74 gemeenten een aanbesteding gedaan. Shell ubitricity, Vattenfall InCharge en TotalEnergies gaan de laadpalen plaatsen, beheren en exploiteren. De eerste palen kunnen al vanaf medio 2024 op straat staan.

De drie winnaars van de concessie onderscheiden zich onder meer met hun ideeën voor de functionaliteit en het ontwerp van de laadpaal. Een nieuwe laadpaal die minder plek inneemt en in het straatbeeld past. Gemeenten hebben de mogelijkheid om te kiezen voor een specifieke kleur. Dankzij netbewust laden wordt rekening gehouden met netcongestie.

Bij deze nieuwe publieke laadpalen is slim laden standaard. Dat betekent dat er vooral wordt geladen als het rustiger is op het elektriciteitsnet, op momenten waarop er veel groene stroom (zonne- of windenergie) wordt opgewekt en de stroomprijs laag is. Dit gebeurt automatisch waardoor de e-rijder er niets van hoeft te merken. Dankzij slim laden wordt de laadsessie verschoven naar een gunstiger tijdstip: bijvoorbeeld van de avond naar midden in de nacht. Alle drie de laadpaalexploitanten laten de e-rijder hier via variabele laadtarieven van meeprofiteren, waardoor de e-rijder goedkoper uit is.

Met de aanbesteding is ook geanticipeerd op netcongestie. Net als bij snelladers (die om een zware netaansluiting vragen), speelt de drukte op het net ook bij de reguliere laadpalen een rol. De nieuwe laadpalen zijn geschikt voor ‘netbewust laden’. Samen met de netbeheerders werd eind 2023 de handreiking netbewust laden gepresenteerd om knelpunten op het net op te lossen. Op die plekken op het net waar de vraag naar elektriciteit even te groot is, kunnen de laadpaalexploitanten het vermogen van de laadpalen dan tijdelijk verminderen.

VEH: Voorkom lastenstijging als huizen van het gas af moeten

Vereniging Eigen Huis (VEH) roept de Tweede Kamer op om ervoor te zorgen dat de woonlasten niet stijgen wanneer bewoners verplicht worden om van aardgas over te stappen op alternatieve verwarmingsbronnen, zoals warmtenetten of warmtepompen. Deze oproep komt voorafgaand aan het debat op 27 maart over het wetsvoorstel dat gemeenten de bevoegdheid geeft om woningen van het aardgasnet af te sluiten.

Het wetsvoorstel houdt onvoldoende rekening met de financiële impact op huishoudens wanneer zij worden aangesloten op een alternatieve warmtebron. Woonlastenneutraliteit moet daarbij het uitgangspunt zijn, benadrukt de vereniging. De belofte van het Klimaatakkoord om de woonlasten gelijk te houden of te verlagen na de overstap van aardgas wordt met dit wetsvoorstel losgelaten, waardoor huishoudens mogelijk met hogere maandlasten te maken krijgen.

De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (WGIW) geeft gemeenten de mogelijkheid om woningen van het gas af te sluiten, ook als er bewoners zijn die daar niet mee instemmen. Hiermee wil de politiek voorkomen dat het gasnetwerk in een wijk voor een of enkele bewoners in stand moet worden gehouden.

In aanloop naar het Tweede Kamerdebat heeft VEH representatief onderzoek laten uitvoeren onder 1.000 woningeigenaren. Hieruit blijkt dat een meerderheid (58%) positief staat tegenover het streven om CO2-uitstoot te verminderen, en dat 42% positief is over de beslissing om van aardgas over te stappen. Twee derde van de respondenten benadrukt het belang van woonlastenneutraliteit bij verduurzamingsmaatregelen.

Volgens het wetsvoorstel dienen gemeenten bewoners een termijn van minimaal 8 jaar te geven om van het gas af te gaan. Bewoners die de noodzakelijke verduurzamingsmaatregelen vanwege bijvoorbeeld ziekte, ouderdom of persoonlijke omstandigheden niet tijdig kunnen treffen, mogen niet in de steek worden gelaten. Vereniging Eigen Huis pleit voor een oplossing waarbij bewoners praktisch en/of financieel ondersteund en in uitzonderlijke situaties uitstel krijgen, zodat ze zo snel mogelijk van het gas af kunnen.

Netbeheerders: Energiewet is van fundamenteel belang

Op 27 maart is in de Tweede Kamer het Rondetafelgesprek over de Energiewet. Netbeheer Nederland drukt de betrokken Kamerleden voorafgaand aan het gesprek op het hart dat ons land de nieuwe Energiewet hard nodig heeft. De wet biedt een robuust fundament voor het vervolg van de energietransitie en kan daarom geen vertraging gebruiken. De netbeheerders roepen op om de wet voortvarend te behandelen.

De nieuwe Energiewet vervangt de huidige Gaswet en Elektriciteitswet 1998 en bepaalt de regels voor de elektriciteits- en gasmarkt en het energiesysteem. Met de Energiewet worden de fundamenten van de Nederlandse energiewet- en regelgeving herzien en geüpdatet. Nationaal beleid en Europese regelgeving komen in de wet samen en er wordt gehoor gegeven aan onderdelen van het Klimaatakkoord.

De Energiewet vormt de kapstok waar een groot deel van de oplossingen voor de uitdagingen van vandaag en morgen aan opgehangen kan worden. Zo geeft de nieuwe wet de netbeheerders de mogelijkheid haar mensen effectiever in te zetten bij het verzorgen van aansluitingen, krijgen verbruikers meer mogelijkheden om de aansluiting op het net samen te gebruiken (cable pooling) en stelt het nieuwe kaders voor data- en gegevensuitwisseling. Deze elementen zijn essentieel voor ons energiesysteem en voor de versterking van de positie van bedrijven en burgers.

dinsdag 26 maart 2024

Stedin hijst kapotte transformator uit transformatorhuis

Netbeheerder Stedin heeft vorige week eindelijk de kapotte transformator uit het transformatorhuis aan de Amersfoortseweg in Doorn gehesen. Dat ging op spectaculaire wijze want het dak moest eraf om de transformator eruit te krijgen.

In november 2022 kwam Stedin er tijdens een inspectie achter dat één van de twee transformatoren defect was. Een urgente situatie, waarbij de netbeheerder direct in actie wil komen. De werkzaamheden liepen echter vertraging op omdat er een beschermde diersoort in het transformatorhuis bleek te zitten; de vleermuis – van twee verschillende soorten. En deze heeft conform de Omgevingswet voorrang, ook op noodzakelijke werkzaamheden van de netbeheerder.
 
Op dit moment is er één werkende transformator over in het transformatorhuis, waarmee een vrij groot gebied wordt voorzien van stroom; zo'n 12.000 klanten. Er is een hele kleine kans dat die tweede transformator ook uitvalt, dan is er langere tijd geen stroom in de omgeving. Dat wil Stedin uiteraard voorkomen.


Sportcampus Leidsche Rijn aardgasvrij en energieneutraal door waterbuffers

De Sportcampus in Leidsche Rijn is het eerste grote bestaande gebouw in Utrecht dat volledig aardgasvrij en energieneutraal is gemaakt, zonder dat het stroomnet overbelast kan raken. Het gebouw wordt het hele jaar door van warmte en energie voorzien door zonnepanelen en zonnecollectoren die de warmte afgeven aan drie waterbuffers, die werken als batterij. In de zomer wordt het water door de opgewekte energie verwarmd en ‘s winters wordt met dit warme water het gebouw verwarmd. Gisteren werd het energieconcept officieel in gebruik genomen tijdens een feestelijk moment met wethouder Dennis de Vries (Vastgoed).

De warmte die nodig is voor de Sportcampus wordt opgewekt via 300 zonnecollectoren en opgeslagen in waterbuffers. De twee buffers, zo groot als twee wedstrijdzwembaden, zijn gevuld met water. Een derde buffer werkt als noodbuffer. In de zomer wordt het water door de opgewekte energie verwarmd en ‘s winters verwarmt het warme water het gebouw. De energie die nodig is voor het gebouw wordt opgewekt door 700 zonnepanelen. Ook energie om het gebouw te koelen, komt van de zon. De energie die overblijft wordt niet teruggegeven aan het stroomnet, maar ook als warmte opgeslagen voor de winter. Een speciale App houdt bij hoeveel energie er iedere maand wordt opgewekt en verbruikt. Dit is voor alle gebruikers zichtbaar via speciale dashboards, wat goed is voor de bewustwording.

Naast dit energieconcept is in het gebouw ook een smart building systeem toegepast en zijn alle lampen vervangen voor nieuwe ledverlichting die werken op sensoren. Hierdoor reageren de lampen op beweging en de hoeveelheid daglicht en gaan pas aan wanneer dat nodig is. Ruimtes die niet in gebruik zijn worden niet verwarmd. De sensoren meten naast het licht ook het CO2-niveau in de lokalen. Om de lucht gezond te houden gaat bij een te hoog CO2-niveau automatisch de ventilatie aan. Dit zorgt voor een prettig binnenklimaat, zodat leerlingen zich optimaal kunnen concentreren. Alle systemen samen zorgen voor een energiebesparing van 20 procent, een warmtebesparing van 10 tot 20procent en voor minder CO2-uitstoot, wat goed is voor het milieu.

Energieopslag met waterbuffers is een goede manier om gebouwen van het gas af te krijgen. Het is efficiënter dan alleen gebruikmaken van zonnepanelen of windmolens. Wanneer opgewekte energie niet gelijk gebruikt kan worden, zorgt dit voor een tijdelijke piekbelasting op het stroomnet. En als de zon niet schijnt of het niet hard waait, is er een gebrek aan energie. Waterbuffers slaan de energie op, zodat die gebruikt kan worden op de momenten dat het nodig is. Het voordeel van waterbuffers ten opzichte van een traditioneel WKO-systeem is, dat de bodem minder beschadigd omdat ze minder diep de grond in hoeven.

'Elektrificatie industrie veelbelovend'

Zal de elektrificatie van de industrie haar belofte waarmaken? Deze vraag stelde The Economist een dezer dagen. Er is hoop voor de toekomst, volgens het Britse magazine. Elektriciteit is immers een veelzijdige manier om steeds meer dingen van energie te voorzien én er zijn vele technologieën die elektriciteit kunnen opwekken zonder de uitstoot van broeikasgassen.

Maar er zijn ook obstakels: zo is er krapte op ons elektriciteitsnet en een gebrek aan opslag om het fluctuerende aanbod te compenseren. Toch schrikken deze obstakels investeerders steeds minder af: vorig jaar heeft de wereld meer uitgegeven aan elektriciteitsopslag dan aan de bouw van kerncentrales.

De vergelijking tussen de opslag van duurzaam opgewekte elektriciteit en het bouwen van kerncentrales lijkt misschien vergezocht, volgens Jan Vos, voorzitter van NWEA, maar laat een wereldwijde kentering zien. ‘De enorme investeringen in opslag van elektriciteit zullen de komende jaren alleen maar verder toenemen.’ Vos benadrukt dat we binnen tien jaar in Nederland al meer duurzame elektriciteit opwekken dan we nu nodig hebben. ‘Het restant – de overproductie – kunnen we dan opslaan of omzetten in bijvoorbeeld waterstof.’

De aanname dat waterstof van groot belang wordt in ons toekomstige energiesysteem ligt volgens de The Economist onder vuur. Steeds vaker worden er innovatieve manieren gevonden om elektriciteit om te zetten in bruikbare vormen van warmte, zelfs op hoge temperaturen.Vos: ‘Waar tot voor kort de industrie veel belangstelling had voor het omzetten van bestaande verbrandingsprocessen in op waterstof gebaseerde productie blijkt het elektrificeren van productieprocessen steeds meer technisch haalbaar en economisch rendabel’.

maandag 25 maart 2024

Subsidie voor zonnepenalen op maatschappelijk vastgoed blijft mogelijk na kritiek Holland Solar

Demissionair Minister Hugo de Jonge heeft besloten dat zonnepanelen toch binnen de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) vallen.

In de conceptversie van de wijziging van de regeling waren zonnepanelen eerder verdwenen, waardoor het voor eigenaren van maatschappelijk vastgoed, bijvoorbeeld scholen en sportcentra, niet meer mogelijk was om subsidie aan te vragen voor de installatie van zonnepanelen. Holland Solar heeft hier kritisch op gereageerd. ‘'We zien dat  zonnepanelen een belangrijke rol spelen in de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. Met zonnepanelen kunnen bijvoorbeeld scholen besparen op hun energierekening, omdat ze de energie die ze opwekken met hun panelen direct zelf kunnen gebruiken. Het is essentieel dat ze daarom betaalbaar worden gemaakt via de DUMAVA'.

In tegenstelling tot eerdere jaren, is er een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet worden om in aanmerkingen te komen voor de DUMAVA. Zo moeten de zonnepanelen en PVT-panelen een vermogen tussen 15 en 55 KWp hebben en moet de installatie aangesloten op een kleinverbruiksaansluiting. Daarnaast is het maximumsubsidiebedrag verlaagd van 2,5 naar 1,5 miljoen euro. Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat er meer ruimte komt voor kleinschalige aanvragers, die nu vaak door snelle uitputting van het subsidiebudget zien dat hun aanvraag afgewezen wordt.

Aantal zonne-energiebedrijven door het dak: stijging van 19%

Wind- en zonne-energiebedrijven in Nederland schieten als paddenstoelen uit de grond. Dat blijkt uit cijfers van dataspecialist BoldData. Vooral bedrijven in zonne-energie gaan door het dak. Afgelopen jaar kwamen er 130 bij: een stijging van maar liefst 19 procent.

In 2022 steeg de energieproductie uit zonnestroom met 46 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Dit komt vooral door het gebruik van nieuwe zonnepanelen. Dit zien we terug in het aantal bedrijven in deze duurzame sector. Het aantal zonne-energiebedrijven is de afgelopen 10 jaar gestegen van 155 naar 855. In 2023 schreven 130 nieuwe bedrijven zich in bij de KvK. Het aantal windenergiebedrijven steeg met 11%: van 515 naar 570.

Zonne-energie streeft windenergie sinds een paar jaar voorbij. Tot 2020 waren er meer windenergie bedrijven. Maar zonne-energie is bezig aan een flinke inhaalslag. Op dit moment zijn er 855 zonne-energiebedrijven en 570 windenergiebedrijven.

Meer zonnepanelen op daken met subsidie ‘Zonnig Zuid-Holland’

De subsidieregeling ‘Zonnig Zuid-Holland’ heeft een uitbreiding van 500.000 euro gekregen. Met deze regeling draagt de provincie bij aan het vergroten van duurzame energieopwekking en een efficiënter gebruik van beschikbare ruimte.

Omdat de beschikbare ruimte in Zuid-Holland beperkt is, is er een grote behoefte om daken geschikt te krijgen voor zonnepanelen. Ook worden er steeds meer waterbassins en parkeerterreinen gebruikt voor energieopwekking door een zonne-installatie. In totaal heeft de provincie 3,5 miljoen beschikbaar gesteld.

De subsidieregeling biedt tot eind 2024 financiële ondersteuning voor diverse projecten. Hierbij ligt de focus op het combineren van zonnepanelen met nieuw te bouwen constructies op parkeerterreinen, waterbassins, het versterken van daken voor zonnepanelen, asbestverwijdering en de aanschaf van lichtgewicht zonnepanelen voor grote daken die niet geschikt zijn om conventionele zonnepanelen te kunnen dragen en het ter beschikking stellen van daken aan energiecoöperaties.

Voorheen was de subsidie alleen beschikbaar als een dak niet stevig genoeg was voor zonnepanelen. In de praktijk zien we dat daken niet benut worden voor een zonnepaneleninstallatie, als er isolatiemateriaal met een hoge brandklasse in het dak verwerkt is.

vrijdag 22 maart 2024

Minister Jetten komt met spoedwet voor kosten stadswarmte

Met een spoedwet wil demissionair minister Jetten voor Klimaat de vaste kosten voor stadswarmte inperken. Voor de afnemer mag de aansluiting en het verbruik in ieder geval niet duurder uitpakken dan aardgas en een cv-ketel. Maar die belofte is op een toenemend aantal plekken momenteel moeilijk waar te maken.

In onder meer Rotterdam en Amsterdam zijn de warmtenetten te duur geworden, omdat energiebedrijven de prijzen voor een aansluiting flink verhoogd hebben.

Een grote Rotterdamse corporatie, Havensteder, vindt dat overheid op korte termijn moet ingrijpen. 'Het doorberekenen van de kosten voor warmte, met de stijgende tarieven, aan huurders vinden wij onacceptabel.'

Eerder besloten Amsterdamse corporaties al onder de huidige voorwaarden geen sociale huurwoningen meer aan te sluiten. En in Utrecht is onvrede onder huurders.

Als de spoedwet aangenomen wordt, kunnen de nieuwe regels met lagere vaste kosten per 1 januari 2025 ingaan.

Han Slootweg Chief Operating Officer (COO) van Enexis Groep

De Raad van Commissarissen (RvC) heeft Han Slootweg (47) met ingang van 1 april benoemd tot  Chief Operating Officer (COO) van Enexis Groep. Slootweg neemt deze rol dan over van Liesbeth Kaashoek, COO ad interim tot 1 april 2024. In de rol van COO wordt Slootweg verantwoordelijk voor alle technische operaties en klantprocessen bij Enexis.

Han Slootweg begon zijn loopbaan als Senior Netstrateeg bij Essent, na zijn promotie aan de TU Delft. Sinds de vorming van Enexis in 2008 is hij werkzaam voor deze organisatie, waar hij de functies van Manager Innovatie en Manager Expertise Bedrijfsvoering en Stations heeft vervuld. De laatste 7 jaar was Slootweg als Directeur Assetmanagement verantwoordelijk voor de uitbreidings- en instandhoudingsstrategie van de gas- en elektriciteitsnetten van Enexis. In deze functie heeft hij ook een zeer actieve rol gespeeld in de sector en binnen de branchevereniging Netbeheer Nederland. Daarnaast is Slootweg deeltijdhoogleraar Smart Grids bij de Faculteit Electrical Engineering van de TU Eindhoven.

Benodigde ruimte voor het eerst in kaart gebracht voor toekomstig energiesysteem

In 2050 heeft Nederland een klimaatneutrale energievoorziening. Om die reden is het Programma Energiehoofdstructuur (PEH) gemaakt. Met dit programma is voor het eerst de totale benodigde ruimte en de effecten hiervan op de samenleving in kaart gebracht. Het richt zich op nationale infrastructuur, zoals hoogspanningslijnen en -stations, grootschalige elektriciteitsproductie, batterijen, waterstoffabrieken en ondergrondse waterstofopslag.

Een waterstoffabriek is een grote installatie, waaronder een zuurstoffabriek en een waterfabriek. Om 4 gigawatt capaciteit in 2030 te hebben, zijn zo’n 80 voetbalvelden nodig (40 hectaren). Er zijn scenario’s waar in 2050 50 gigawatt elektrolyse wordt voorspeld, dus 1000 voetbalvelden.

De komende tijd zal zo’n 350  kilometer aan hoogspanningsverbindingen 380/220KV. aangelegd worden, inclusief tientallen elektriciteitstations. Hierbij wordt steeds efficiënter met de ruimte gewerkt. Zo worden de hoogspanningsstations neergezet op locaties waar uitbreiding mogelijk is. Want waar nu 20 hectaren nodig is hiervoor, is er op sommige plekken na 2030 nog eens 15 hectaren extra nodig onder meer doordat door elektrificatie meer elektriciteit nodig is.

En door toenemende elektrificatie zijn meer elektriciteitscentrales nodig die je aan en uit kunt zetten voor die momenten dat er onvoldoende zon- of windenergie wordt opgewekt. Van ongeveer 20 gigawatt vermogen nu, naar scenario’s van mogelijk 33 tot 36 gigawatt vermogen in 2050. Per hectare kan 230 megawatt opgesteld worden, dus zo’n 150 hectaren kan in totaalnodig zijn, zo’n 300 voetbalvelden. Door de locaties van de conventionele energiecentrales te hergebruiken, wordt de benodigde ruimte beperkt.

Om dit allemaal zorgvuldig te plannen is een effectanalyse gedaan op basis van verschillende scenario’s die variëren in de vormen van energie die we gaan opwekken en gebruiken, en ook voor de ruimte die daar voor nodig is. Op basis van deze inzichten zijn de benodigde ruimte, kansen en knelpunten vroegtijdig in kaart gebracht. Ook is al bijeengebracht hoe die ruimte voor toekomstige projecten alvast kan worden voorbereid. Ruimte voor energie wordt sturend voor andere ruimtelijke ambities, niet meer als sluitstuk zoals nu vaak het geval is. Het Programma Energiehoofdstructuur zal vierjaarlijks worden geactualiseerd.

donderdag 21 maart 2024

Liander vraagt ondernemers elektriciteitsverbruik voor komende 10 jaar in te schatten

De industrie en grote bedrijven maken massaal plannen voor de verduurzaming van hun bedrijfsvoering. Dit blijkt uit de laatste jaarlijkse inventarisatie door netbeheerder Liander. De vraag naar vermogen stijgt exponentieel: werd in 2021 nog een groei van +800 Megawatt (MW) verwacht, in 2023 is dit verdubbeld naar 1600 MW. Ook dit jaar worden grootzakelijke klanten gevraagd om een schatting te geven van het vermogen dat zij in de komende 10 jaar nodig hebben. De jaarlijkse prognose neemt netbeheerder Liander mee in het maken van de plannen voor het uitbreiden en versterken van het elektriciteitsnet.

Met de te verwachten transportvermogens van klanten met een grootzakelijke aansluiting kan Liander een betere inschatting maken van de totale toekomstige belasting op het elektriciteitsnet in het verzorgingsgebied van Liander. Er ontstaat met deze informatie een scherper beeld over hoeveel extra capaciteit er op welke plaats op het elektriciteitsnet nodig is. Mede op basis hiervan maken we de plannen voor de uitbreiding van het regionale elektriciteitsnet, zodat in de toekomst ook daadwerkelijk de benodigde capaciteit voor ondernemers beschikbaar is. Daarnaast wordt het ook gebruikt als input voor de prognoses die met TenneT worden gedeeld, zodat zij weten wat er nodig is op het hoogspanningsnet. Het is daarom belangrijk dat grootzakelijke klanten ook deze nieuwe prognose vóór 1 april 2024 invullen. Bij het opgeven van de 10-jaarsprognose adviseert Liander deze klanten om rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen, zoals uitbreiding of verduurzaming van de bedrijfsvoering. De resultaten van de enquête worden verwacht in juni.

Ruim 30 procent meer groen gas bij Enexis

Groen Gas maakt een opmars in Nederland en ook in het Enexis verzorgingsgebied is de groei van het duurzame alternatief voor aardgas groot. Landelijke wordt er nu 280 miljoen kubieke meter (0,28 Billon Cubic Meters BCM) ingevoed. Ten opzichte van 2022 is dat 22 procent meer groen gas in het Nederlandse gasnetwerk.

Enexis neemt in 2023 bijna 100 miljoen m³ voor haar rekening. Dat is ruim 31% meer het jaar ervoor, toen er nog 76 miljoen m³ ingevoed werd. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door meer invoeding van bestaande groen gasproducenten en ook door een kleine toename in het aantal nieuwe producenten met een aansluiting op het net.

Groen gas wordt lokaal gemaakt door ondernemers. Ze vergisten of vergassen afval- en reststromen uit bijvoorbeeld de landbouw, voedingsindustrie en waterzuivering. Boeren kunnen mest omzetten in groen gas, daardoor vermindert de uitstoot van methaan, CO2 en stikstof.

Maar voor groen gas is er nog een lange weg te gaan. Volgens het klimaatakkoord moet er in 2030 twee miljard kuub zijn, zeven keer zo veel als de huidige groen gas productie. Om dit doel te bereiken, zijn verschillende stimuleringsmaatregelen nodig, zoals de introductie van een wettelijke bijmeng verplichting van groen gas in de gebouwde omgeving. Daarnaast zijn er ook aanpassingen nodig in het gasnetwerk om deze groei mogelijk te maken.

Vlaamse gezinnen gebruiken elektriciteitsnet 8,3 procent efficiënter dan een jaar geleden

Vlaamse gezinnen zijn in 2023 wel degelijk aan de slag gegaan met het verlagen van de verbruikspieken van hun elektriciteitsverbruik. Dat leidt netbeheerder Fluvius af uit een analyse van de anonieme digitale meterdata bij drie grote gebruikersgroepen, waarbij gezinnen werden geselecteerd die zowel in 2022 als 2023 over een digitale meter beschikten, en bij wie het elektriciteitsverbruik in kWh per jaar niet grondig wijzigde.

Vooral gezinnen met een groot verbruik wijzigen sterk hun gedrag: zij realiseerden een hogere netefficiëntie van gemiddeld 13,6 procent. Over alle gezinsgroepen heen werd het Vlaamse distributienet voor elektriciteit in 2023 8,3 procent efficiënter gebruikt dan een jaar eerder.

In een samenleving waarin elektrische wagens, warmtepompen, batterijen en zonnepanelen een steeds grotere rol spelen, neemt de druk op het elektriciteitsnet toe. Om dat net zo efficiënt mogelijk te blijven gebruiken – en daardoor in de verdere toekomst investeringen in extra kabels en cabines onder controle te houden – is het gespreid gebruiken van dat elektriciteitsnet een belangrijke factor, zeker voor grootverbruikers.

Fluvius heeft op basis van anonieme meterdata uit de digitale elektriciteitsmeters, een eerste analyse gemaakt van hoe de verbruikspieken bij Vlaamse gezinnen in 2023 zijn geëvolueerd, in vergelijking met een jaar eerder. Zo daalde de gemiddelde maandpiek in Vlaanderen van gemiddeld 4,26 kW naar 4,23 kW.

De resultaten van de analyse tonen ook een duidelijk verschil qua verbruikspieken in 2022 en 2023 bij verschillende klantengroepen.

De lagere piek bezorgt de klant op jaarbasis een besparing op het nettarief van ongeveer 5 tot 10 euro.


woensdag 20 maart 2024

Openbare verlichting Alblasserdam wordt LED

De gemeente Alblasserdam stapt versneld over op ledverlichting in de openbare ruimte. Woensdag 20 maart starten de werkzaamheden. Wethouder Marten Japenga zal de eerste ledlamp aanbrengen.

Het is niet letterlijk de eerste ledlamp in Alblasserdam. Langs veel straten zijn oude lampen, die aan het einde van hun levensduur waren, al geleidelijk vervangen door ledverlichting. Hierdoor is al ongeveer 60 procent van alle openbare verlichting led. De resterende 40 procent wordt de komende twee jaar vervangen. Zo bespaart de gemeente 235.000 kWh per jaar aan energie.

Met een rijdende hoogwerker worden de lampen en lampkappen een voor een vervangen. We verwachten dat bewoners en het verkeer weinig tot geen last hebben van de werkzaamheden.

PowerField neemt deel aan IMVO-convenant Hernieuwbare Energiesector

PowerField heeft het convenant voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) voor de Hernieuwbare Energiesector ondertekend. Hiermee zet PowerField zich in om de sector, de productieketens en de eigen werkwijze te verduurzamen.  

De IMVO-convenanten zijn in het leven geroepen na een advies van de Sociaal-Economische Raad (SER). Het convenant voor Hernieuwbare Energie is een samenwerking tussen zonne- en windenergiebedrijven, brancheorganisaties, kennisinstituten, NGO's, vakbonden en de Nederlandse overheid. In het convenant werken de partijen samen om de internationale productieketens voor zonne- en windenergie te verduurzamen en risico’s op het gebied van mensenrechtenschendingen en milieuschade te beperken. Zo wil PowerField in samenwerking met de betrokken partijen nog meer positieve impact maken op mens en milieu.  

De energietransitie op een verantwoorde en duurzame wijze realiseren is voor PowerField van groot belang. PowerField heeft dan ook ambitieuze doelen op het gebied van Environment, Sustainability and Governance (ESG). Jeroen Gjaltema, ESG Manager bij PowerField: “We zijn trots het IMVO-convenant voor Hernieuwbare Energie te hebben ondertekend. Door deel te nemen aan het convenant, bevestigen we onze commitment om hernieuwbare energie te leveren op een verantwoorde manier. We kijken uit naar onze samenwerking met de andere deelnemers in het convenant om onze waardeketen verder te verduurzamen.”

Sinds 2015 levert PowerField een aanzienlijke bijdrage aan de energietransitie via de ontwikkeling, realisatie en het beheer van zonneparken en energieopslagsystemen. PowerField heeft meer dan 400 MWp aan operationele en bouwklare zonprojecten in Nederland. Ook dochteronderneming PowerGo draagt bij aan de energietransitie door grote stappen te zetten in de Europese overgang naar duurzame mobiliteit. PowerGo realiseert in zeven Europese landen (snel)laadoplossingen voor elektrische voertuigen, waar met duurzame energie uit zonneparken van PowerField wordt opgeladen.

De deelname van PowerField aan het IMVO-convenant is een belangrijke stap in de ontwikkeling van een duurzame energiesector. PowerField hecht veel waarde aan het convenant en kijkt uit naar een productieve samenwerking met alle betrokkenen.
 

Vattenfall InCharge werkt samen om 35.000 nieuwe openbare oplaadpunten te realiseren

De Europese Commissie heeft een dezer dagen de Network Code for Cybersecurity (NCCS) aangenomen. De netwerkcode over cyberbeveiliging voor de elektriciteitssector regelt het proces van veiligheidsbeoordelingen op de grensoverschrijdende verbindingen.

De code hoort bij de komende Europese Cyberwet (NIS2) waarvoor Nederlandse wetgeving in voorbereiding is. De Europese transmissienetbeheerders zijn enthousiast over de netwerkcode maar zien de lange implementatietijd als een punt van zorg.

In maart en april 2022 kreeg de Europese windenergiesector te maken met een reeks digitale aanvallen. Hackers slaagden er in om IT-systemen onklaar te maken, waardoor windmolens niet meer op afstand bediend konden worden. Uiteindelijk bleken niet de windmolens zelf, maar drie toeleveranciers in Duitsland te zijn getroffen. De situatie heeft echter wel geleid tot Kamervragen over de digitale veiligheid van windmolens.

In antwoord daarop citeerde minister Jetten onder meer uit het rapport Cybersecuritybeeld Nederland 2022 van de Rijksoverheid. In dit rapport schrijven de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) dat de kans op maatschappelijke ontwrichting groot is.

Vervolgens stuurde de minister het Risicoparaatheidsplan Elektriciteit naar de Tweede Kamer. Hierin wordt gesteld dat een cyberaanval op een netbeheerder, grote elektriciteitsproducent of grote industriële stroomverbruiker het meest reële risico vormt op grootschalige stroomuitval in Nederland en de omringende landen. Andere scenario’s waar serieus rekening mee gehouden moet worden zijn extreem weer, een fysieke aanval op kritieke netwerkelementen en uitval van ICT-systemen. In het plan staat onder meer wie welke verantwoordelijkheid heeft op het moment dat een crisissituatie zich voordoet en welke procedures dan in werking treden.

Ten slotte verwees de minister in 2022 naar de ‘Netcode on Cybersecurity’ waaraan in Brussel gewerkt werd, bedoeld als aanvullend pakket aan maatregelen op de aankomende Network and Information Security directive (NIS2), de nieuwe Europese cyberwet.

De nieuwe cyberwet richt zich op het vergroten van de digitale weerbaarheid en het beperken van de gevolgen van cyberincidenten in de EU. De NIS2 is de opvolger van de NIS, die in Nederland in 2019 geïmplementeerd is als de Wbni (Wet Beveiliging Netwerk- en Informatiesystemen). De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) is op dit moment toezichthouder op de naleving van de Wbni voor de energiesector, de digitale infrastructuur en voor digitale dienstverleners.

Momenteel wordt de NIS2 door het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) omgezet naar Nederlandse wetgeving.

dinsdag 19 maart 2024

Vleermuizen vormen steeds vaker obstakel bij isolatie van huizen

Vleermuizen zorgen steeds vaker voor problemen bij het isoleren van woningen, merkt Homedeal. 'De wetgeving en richtlijnen zijn onduidelijk, waardoor het voor iedereen lastig is om te weten hoe verder te gaan met isolatieplannen', zegt Piet-Jan Dijkstra, voorzitter van Isolerend Nederland.

Oudere gebouwen, zoals woningen, zijn vaak leefgebieden voor vleermuizen. Isolatiewerkzaamheden in deze gebouwen kunnen storend zijn voor deze beschermde diersoort. De Wet Natuurbescherming verbiedt handelingen zoals het verstoren en beschadigen van rust- en verblijfplaatsen van beschermde soorten, zoals vleermuizen. Dijkstra ziet bij veel isolatiewerkzaamheden problemen ontstaan om deze reden. “Het is voor isolatiebedrijven ontzettend moeilijk om hun werkzaamheden te blijven uitvoeren, binnen de voorwaarden van de wet. De markt voor spouwmuurisolatie is het afgelopen halfjaar dan ook met tachtig procent gedaald.”

Maar mag je isoleren zonder voorafgaande controle op vleermuizen? De Raad van State stelt dat er eerst een ecologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Dit onderzoek kost al snel duizenden euro’s, vervolgt Dijkstra.

In afwachting van heldere wetgeving, richten isolatiebedrijven zich nu veelal op natuurvriendelijk isoleren. Het isolatiebedrijf sluit hierbij openingen, waardoor dieren naar buiten kunnen maar niet meer terug naar binnen. 'Maar dat is niet de oplossing voor de lange termijn. Er moet iets gebeuren. Dat is duidelijk. Dit heeft natuurlijk ook effect op de roep om Nederland snel te verduurzamen en de klimaatdoelen te halen. Daar is isolatie voor nodig. Dit zijn wel twee krachten die elkaar in de weg zitten.'

Onderzoek naar mogelijkheden ondergronds 380 kV kabeltracé Zuid-Beveland

TenneT gaat op verzoek van het ministerie van Economische Zaken & Klimaat (EZK) onderzoeken of een ondergrondse 380 kV-verbinding op Zuid-Beveland voor het project 380 kV Zeeuws-Vlaanderen nettechnisch mogelijk is. De Provincie Zeeland is tevreden met deze stap en kijkt uit naar de resultaten van het onderzoek.

In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) staat het principe van TenneT – bovengronds, tenzij –opgenomen. Dit principe heeft een technische reden. TenneT schrijft hierover: 'Alleen in gebieden met een bijzonder complexe omgeving, met name voor kortere trajecten waar inpassing bovengronds vrijwel onmogelijk is, kan ondergrondse aanleg worden overwogen. Ondergrondse 380 kV-kabels hebben veel nadelen die effect hebben op de leveringszekerheid. Daarom zijn we zeer terughoudend in het toepassen van ondergrondse wisselstroomkabels op 380 kV-spanningsniveau.'

De komende periode gaat TenneT de nettechnische berekeningen uitvoeren voor een kort landtracé van ongeveer 3 à 4 kilometer. Als het nettechnisch mogelijk is, moet er vervolgens nader onderzoek gedaan worden naar de uitvoerbaarheid en de impact op ruimte en leefomgeving.

14 miljard geïnvesteerd in verduurzaming woningen

 

Nederlanders investeerden afgelopen jaar 14 miljard euro in de verduurzaming van hun woningen. In totaal werden 4,5 miljoen woningen verduurzaamd. LED-lampen, zonnepanelen en waterbesparende douchekoppen zijn het populairst. Dit blijkt uit de vierde editie van Duurzaam Wonen, een grootschalig onderzoek van Multiscope onder bijna 6000 Nederlanders.

De consument voerde een klein deel van de aanpassingen zelf uit (12%). Het grootste deel besteedden zij uit (88%). Respectievelijk gaat het hierbij om €1,7 miljard en 12,3 miljard.

In de top vijf meest uitgevoerde aanpassingen staan LED-lampen, ondanks een kleine daling, nog steeds op nummer één (58%). Zonnepanelen (30%), waterbesparende douchekoppen (24%), spaarlampen (22%) en cv/HR(e)-ketels (21%) volgen op ruime afstand. Nederlanders besteden doorgaans de aanpassingen op het gebied van zonne-energie en verwarming uit.

In de afgelopen 12 maanden deed 54 procent van de Nederlandse huishoudens minimaal één aanpassing om hun woning te verduurzamen, wat neerkomt op 4,5 miljoen huishoudens. Dit aantal daalde ten opzichte van een jaar eerder (4,8 miljoen), maar blijft hoger dan in 2021 (4,2 miljoen). Gemiddeld deed men evenveel aanpassingen per woning als een jaar eerder (4,5). Nederlanders voerden in de afgelopen 12 maanden bijna 20,5 miljoen aanpassingen uit, wat 200.000 minder is dan het jaar ervoor.

maandag 18 maart 2024

Energieroute Noord-Holland: straks zonnepanelen bij rotonde Kooimeer

Het Rijk, de provincie Noord-Holland en gemeenten in Noord-Holland onderzochten de mogelijkheden voor zonne-energie langs snelwegen in Noord-Holland. Het resultaat is een plan (Energieroute Noord-Holland) met omschrijvingen van plekken waar zonne-energie kan worden opgewekt. Voor Alkmaar is dat de zuidelijke strook van de A9 bij rotonde Kooimeer.

De projectpartners starten nu officieel de planfase met het ondertekenen van het samenwerkingscontract. De planfase bestaat uit een provinciaal bestemmingsplan en het doen van uitgebreide onderzoeken, zoals natuur-, bodem-, en geluidsonderzoek. Tijdens de planfase kunnen geïnteresseerden ook reageren op de plannen. De planfase is waarschijnlijk halverwege 2025 afgerond.

In het plan komen in Alkmaar de zonnepanelen op de helling aan de zuidkant van de A9 bij rotonde Kooimeer, richting bedrijventerrein Boekelermeer. De panelen worden zo geplaatst dat autorijders vanaf de weg over de panelen heen kijken en dus niet afgeleid raken. De zonnepanelen komen op een slimme plek, zonder nadelige gevolgen voor de omgeving en het bedrijventerrein. Het open landschap van de Kooimeer blijft bewaard.

Vervanging van de damwanden langs de Eem in Eemdijk wordt dit voorjaar volledig elektrisch uitgevoerd

De vervanging van de damwanden langs de Eem in Eemdijk wordt dit voorjaar volledig elektrisch uitgevoerd. In de aanbesteding voor het werk heeft de provincie Utrecht ingezet op een zo duurzaam mogelijke manier van uitvoeren. De werkzaamheden zijn op 12 februari gestart.

De provincie Utrecht vervangt de komende jaren 5,5 kilometer oeverconstructie langs de Eem. De verouderde houten damwanden worden vervangen door stalen damwanden die toekomstbestendig zijn. Dit hele werk wordt zo duurzaam mogelijk uitgevoerd, waarbij de inzet is volledig elektrisch te werken. Dit in plaats van machines op diesel.

Naast het streven naar een duurzame uitvoering van het werk, wordt ook gekeken naar maatregelen die van belang zijn voor de watersport op de Eem. De provincie voert in overleg met de watersportverenigingen op de locatie boven Eemdijk een drietal pilots uit om de effecten te onderzoeken van het verlagen van de damwandhoogte. Dit om de effecten van reflectiegolven voor roeiers op de Eem te voorkomen. Hierbij wordt ook gekeken naar het effect van de maatregel op de achterliggende natuur. Dit houdt in dat er spoelgaten worden aangelegd voor bijvoorbeeld de vismigratie en een betere ontwikkeling van de natuurwaarden.

Holland Malt opent ‘s werelds eerste emissievrije mouterij

Holland Malt opende vorige week officieel ’s werelds eerste emissievrije mouterij. Met deze stap gaat de mouterij in de Eemshaven volledig van het gas af. Door het letterlijk overhalen van de hendel door CEO Jos Jennissen en Groningse Gedeputeerde Klimaat, Energie, Water & Mobiliteit Johan Hamster, werd de emissievrije mouterij een feit.

Met het volledig dichtdraaien van de gaskraan gaat Holland Malt van een gasverbruik van 18 miljoen m³ en een CO₂-uitstoot van circa 33.000 ton naar absoluut 0.  

Door een nieuw, innovatief warmtesysteem maakt Holland Malt voor haar moutproces niet langer gebruik van fossiele brandstoffen, biomassa of andere energiebronnen die voor schadelijke uitstoot zorgen.

vrijdag 15 maart 2024

Elektriciteitsnet in Nootdorp en het oostelijke deel van Ypenburg bereikt de maximale capaciteit

Het elektriciteitsnet in Nootdorp en het oostelijke deel van Ypenburg bereikt de maximale capaciteit. De huidige infrastructuur is niet opgewassen tegen het toenemend aantal terugleverpieken, die worden veroorzaakt door het gelijktijdig terugleveren door grootschalige zonnedaken en warmtekrachtkoppelingen van tuinders in het gebied.

Netbeheerder Stedin kondigt daarom op 1 maart congestie aan voor dit gebied bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en start een onderzoek naar congestiemanagement. Dit onderzoek duurt zo’n 6 tot 9 maanden.

Sinds 2023 neemt het aantal grootschalige zonnedaken in Nootdorp, inclusief het buitengebied, en het oostelijk deel van Ypenburg in hoog tempo toe. Deze grootschalige zonnedaken leveren steeds vaker gelijktijdig met zogenoemde warmtekrachtkoppelingen (WKK’s) elektriciteit terug aan het net. Een WKK is een kleine energiecentrale die van aardgas elektriciteit en warmte maakt om de kassen te verwarmen.

Glastuinbouwondernemers kunnen deze elektriciteit bijvoorbeeld gebruiken voor de verlichting van de kassen, maar kunnen deze ook verkopen aan anderen, door het terug te leveren aan het elektriciteitsnet. Met name op momenten dat er aantrekkelijke tarieven zijn op de energiemarkt, doen veel ondernemers met zo'n WKK dit tegelijkertijd. Deze momenten vallen regelmatig midden op de dag, terwijl de zon volop schijnt. Deze combinatie van de inzet van WKK’s en grootschalige opwek van zonne-energie leidt tot hoge terugleverpieken, waardoor de capaciteitsgrenzen van het net worden bereikt.

Praat mee over spelregels windenergie tijdens Dag van de Wind

Als er meer windturbines komen in het zuiden van Haarlemmermeer, wat vindt de omgeving dan belangrijk? Die vraag staat centraal in het participatietraject Wind op Land. Daarom organiseert de gemeente op zaterdag 16 maart de Dag van de Wind in Buitenkaag, waar iedereen welkom is om in gesprek te gaan, themasessies bij te wonen en vragen te stellen. Ook kan men nu alle informatie vinden op het online platform Wind op Land.

Op zaterdag 16 maart is er van 10.00 tot 16.30 uur een uitgebreid programma in Dorpshuis de Ontmoeting (Hoofdweg Oostzijde 2038, 2158 MC Buitenkaag) en basisschool St. Willibrordus in Buitenkaag. Er is een informatiemarkt met verschillende standhouders en gedurende de dag zijn er korte gesprekken met experts.

Er staan nu zeven windturbines in Haarlemmermeer-Zuid. Het is mogelijk dat hier meer windturbines bij komen. Als een initiatiefnemer een aanvraag doet voor een windpark, neemt de provincie Noord-Holland hierover een besluit. De gemeenteraad van Haarlemmermeer wil weten wat inwoners en andere betrokkenen belangrijk vinden als er een windpark komt. En hierover spelregels maken als aanvulling op de bestaande wetten en regels. Dit zijn dan de voorwaarden waarop betrokkenen vinden dat er een eventueel windpark kan komen. Deze spelregels worden vastgesteld door de gemeenteraad. En als een advies meegegeven aan de provincie. “We gaan met elkaar in gesprek en stellen samen spelregels op die later in een peiling worden voorgelegd” aldus wethouder Charlotte van der Meij. “De raad stelt de spelregels vast en verzoekt de provincie deze mee te nemen in hun beoordeling.”

Naast de informatiemarkt zijn er themasessies over natuur, gezondheid, impact op ruimte en lokaal eigenaarschap. Tijdens de themasessies legt een expert uit wat het thema inhoudt, welke regels er al zijn en welke ruimte er is voor spelregels. Daarna gaan we met elkaar in gesprek. Geïnteresseerden kunnen zich vanaf nu aanmelden voor de themasessies. De sessies worden ’s ochtends en ’s middags georganiseerd, waardoor je aan alle vier verschillende themasessies kunt deelnemen.

Via www.windoplandhaarlemmermeer.nl kunnen geïnteresseerden zich aanmelden voor de themasessies en meer informatie vinden over de Dag van de Wind. Bovendien is dit de plek waar men zich nu al kan inlezen over de vier thema’s. Veel gestelde vragen over de thema’s worden beantwoord en er is informatie over verschillende onderzoeken te vinden. Tijdens het hele participatietraject is deze website de plek waar betrokkenen op de hoogte gehouden worden over Wind op Land. 

PLUS en PowerGo voorzien supermarkten van snelladers

PowerGo en PLUS zijn een samenwerking aangegaan voor het realiseren van snellaadpalen bij supermarkten van PLUS. Hierdoor kunnen bestuurders van elektrische auto’s door het hele land snel en gemakkelijk laden met zonne-energie van Nederlandse bodem.

PowerGo plaatst snellaadpalen van 50 tot 320 kilowatt (kW). Hierdoor is de auto in de meeste gevallen weer volledig opgeladen na het supermarktbezoek. Bij iedere supermarkt zorgt PowerGo voor een laadoplossing op maat. PowerGo houdt hierbij rekening met factoren als het parkeergedrag van de klant, ruimte en omgeving.

Vanwege de overbelasting van het elektriciteitsnetwerk in Nederland plaatst PowerGo in gebieden met netcongestie laadpalen met een geïntegreerd batterijsysteem. Deze snellader slaat energie tijdelijk op, zodat deze op een later moment gebruikt kan worden voor de laadsessie. Zo wordt het elektriciteitsnetwerk op piekmomenten ontlast en kan het op overige momenten aan de laadbehoefte voldoen. Verder plaatst PowerGo snellaadpalen voorzien van touchscreen schermen, waarop de klant gemakkelijk toegang heeft tot informatie over laden en betalen. Daarbij bieden deze laadpalen extra communicatie- en advertentiemogelijkheden voor PLUS.   

Via dynamische laadtarieven krijgt de klant toegang tot eerlijke en transparante laadprijzen, gebaseerd op de elektriciteitsprijs per uur. Ook hierdoor wordt het elektriciteitsnet geholpen doordat klanten gestimuleerd worden om te laden wanneer veel en schonere energie beschikbaar is. Opladen is op die momenten goedkoper. De PowerGo Charge app geeft gebruikers toegang tot deze tarieven.

PowerGo plaatst de eerste snelladers bij circa 20 supermarkten van PLUS, verspreid over heel Nederland. Vanuit de samenwerking worden meer locaties onderzocht en kunnen ook PLUS ondernemers aansluiten. PLUS in Klazienaveen heeft de primeur: hier plaatst PowerGo een snellader van 320 kW met een batterijsysteem. Klanten kunnen naar verwachting voor de zomer hun auto opladen.

donderdag 14 maart 2024

Kwaliteit energielabel omhoog door inzet publieke toezichthouder

Minister Hugo de Jonge van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties introduceert een publieke toezichthouder om de kwaliteit van het energielabel van woningen te verbeteren. De toezichthouder gaat controleren of alle betrokken partijen zich aan de geldende voorschriften houden bij het opnemen, registreren en controleren van energielabels. Ook kan de toezichthouder energielabels controleren op basis van signalen.

De Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) is de beoogde organisatie om de rol van toezichthouder te gaan vervullen. Voor het instellen van deze toezichthouder is een wijziging in de Woningwet nodig. In 2025 zal hiertoe een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. Alle betrokken partijen krijgen zo de gelegenheid om zich voor te bereiden op het aangepaste stelsel.

In de tussentijd staat de kwaliteitsverbetering niet stil. Er zijn en worden tal van maatregelen ingevoerd om foutieve energielabels tegen te gaan. Dit gaat onder meer om:

▪ Per 1 juli wordt de controlesteekproef op energielabels door de certificerende instellingen vergroot van zo’n 3000 naar bijna 4400

▪ Per 1 juli extra controles bij alle certificaathouders, waardoor beter zicht komt op mogelijk slecht presterende adviseurs

▪ Per 1 juli extra vervolgcontroles bij adviseurs waar fouten zijn geconstateerd

▪ Mogelijkheid is verruimd tot intrekken van het bewijs van vakbekwaamheid van energieadviseurs

▪ Het kosteloos laten toetsen door de Huurcommissie van het energielabel bij twijfels

▪ Een uitgebreidere klachten- en geschillenprocedure, waarbij ook oudere foutieve energielabels (ouder dan een jaar) gecorrigeerd moeten gaan worden

▪ Waarborgen om te voorkomen dat adviseurs kunnen wisselen tussen certificerende instellingen om sancties kooi en inspectie te ontlopen

De betrouwbaarheid van het energielabel is extra belangrijk, omdat het label een steeds belangrijkere rol heeft bij de verkoop, verhuur en oplevering van woningen en gebouwen. Zo zijn de hypothecaire leennormen verruimd voor woningen met groene energielabels. Het huidige private kwaliteitsborgingssysteem zorgt in het overgrote deel voor energielabels van goede kwaliteit, maar in 8% van de gevallen komen nog kritieke afwijkingen voor. Dit leidt niet altijd tot een verkeerd label, maar in een aantal gevallen wel. Deze cijfers zijn uit 2022, die van 2023 volgen binnenkort.

Soms worden woningen als energiezuiniger aangeduid dan ze in werkelijkheid zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om een woning die volgens de normen het energielabel C zou moeten hebben, maar die toch het betere label A of B heeft gekregen. Wanneer verhuurders maximale huren vragen op basis van het puntenstelsel, kan dit leiden tot hogere huurprijzen.

Naast het instellen van een toezichthouder worden ook nieuwe technologieën verkend, die kunnen bijdragen aan een betrouwbaar en nauwkeurig energielabel. Het gaat hierbij om technologieën voor zowel de opname van het label zelf, als de verificatie van de opname. Dat gaat onder meer om meettechnieken als 3D scans van gebouwen, infraroodcamera’s, opname met behulp van geanalyseerde data en digital twins en een overheidsgebouwendossier. Zo’n systeem kan bijvoorbeeld het projectdossier van het energielabel opslaan en toegankelijk maken voor de adviseur en andere belanghebbenden.

Nieuw zonnepark levert groene stroom voor 3.800 huishoudens

Samen met Equans zet Twence een belangrijke nieuwe stap in de verduurzaming. Op de locatie Elhorst-Vloedbelt in Zenderen, waar al eens mestverwaardingsinstallatie is gevestigd, komt een een zonnepark van maar liefst 10 hectare.

Het contract met Equans voor de realisatie, het beheer en onderhoud is inmiddels getekend. In maart starten de bouwwerkzaamheden en in oktober verwachten we met circa 24.000 zonnepanelen elektriciteit te leveren aan ongeveer 3.800 huishoudens.

Met de bouw van het zonnepark Elhorst-Vloedbelt draagt Twence bij aan de regionale ambitie om 20% van het energieverbruik duurzaam op te wekken. Dit zonnepark sluit naadloos aan bij de bredere missie om een regionaal duurzaamheidsbedrijf te zijn.

Programma Verbindingen Aanlanding Wind op Zee: onderzoeksplan ter inzage

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (concept-NRD) gepubliceerd. Het onderzoeksplan voor het Programma Verbinding Aanlanding op Zee (VAWOZ) ligt ter inzage van vrijdag 23 februari tot en met donderdag 4 april 2024.

In het onderzoeksplan staat welke routes en aanlandlocaties het programma VAWOZ zal onderzoeken en hoe dit zal gebeuren. Het onderzoek richt zich op mogelijke gevolgen op onder andere milieu, omgeving, economie, systeemintegratie, toekomstvastheid, techniek, circulariteit, veiligheid en kosten. Deze effecten worden in kaart gebracht door middel van een Integrale Effectenanalyse (IEA), waar een milieueffectrapportage (Plan-MER) onderdeel van is. De resultaten neemt Programma VAWOZ mee in de verdere besluitvorming.

Tussen 2031 en 2040 wordt er, in lijn met het Klimaatakkoord, vanuit gegaan dat er maximaal 29 GW windenergie op zee gerealiseerd wordt bovenop de reeds geplande 21GW t/m 2031. Daarmee komt het totaal op ca. 50 GW wind op zee in 2040. Om dit te bereiken moet de grootschalige windenergie via kabels en leidingen aan land worden gebracht. De ruimtelijke inpassing van de tracés voor kabels en leidingen raakt aan veel andere (maatschappelijke) belangen zoals natuur, visserij, landbouw en scheepvaart.

Het Programma VAWOZ 2031 – 2040 onderzoekt – in nauwe samenspraak met de omgeving – hoe de energie van, nog te bouwen, windparken op zee het beste aan land kan worden gebracht voor de periode 2031-2040. De VAWOZ heeft een geschatte looptijd van ruim twee jaar.

Klantenkantoor Fluvius Gent verhuisd

Sinds 4 maart is het nieuwe regiogebouw van Fluvius in Gent geopend. Vanuit het nieuwe gebouw, gelegen aan ‘The Loop’ bedient Fluvius een groot deel van Oost-Vlaanderen, voornamelijk de regio Gent en de omliggende gemeenten. In een zelfde beweging verhuist ook het bestaande klantenkantoor van Fluvius naar de nieuwe locatie, het oude kantoor sluit definitief.

Het nieuwe klantenkantoor is gevestigd in de Paula Marckxstraat 5, 9051 Gent.

Bij het nieuwe regiogebouw komt ook een nieuw Prepaid-oplaadpunt. Die is beschikbaar op werkdagen van 6 tot 18 uur. Aan het OCMW in Gent, Offerlaan 264, kunnen Prepaid-klanten 24/7 opladen. Sinds kort kunnen Prepaid-klanten ook opladen via onze Prepaid-app of via Mijn Fluvius.

woensdag 13 maart 2024

Waterstof binnen handbereik voor bedrijven in Deventer

Samen met de partners van GROHW, Nefit Bosch, Nefit Industrial, Essent, Firan en Witteveen+Bos, zet het college van burgemeester en wethouders de schouders onder de ontwikkeling van een uniek groen waterstofnetwerk in Deventer.

Dat geldt in ieder geval voor bedrijven die gebruik moeten maken van hoge temperaturen, bedrijven die aanlopen tegen de netcongestie en transportbedrijven gericht op lange afstanden en zwaar transport. Allemaal hebben zij baat bij de grote kansen die waterstof biedt. Andere bedrijven zullen snel volgen.

GROHW (GReen Oxygen Hydrogen en WasteHeat) is het samenwerkingsverband van bedrijven dat vooral met behulp van waterstof de CO2 uitstoot terug wil dringen. GROHW werkt samen met de gemeente aan de Deventer ambitie. Bas van der Stelt van Essent, woordvoerder namens GROHW: 'We staan op het punt om met de samenwerkende partijen de volgende fase in te gaan waarin we grote stappen zetten richting de realisatie van het waterstofnetwerk. Alle partijen zien dit regionale waterstofnetwerk als een belangrijke stap voor de verduurzaming van de bedrijfsprocessen. Met dit project zal GROHW binnenkort als een van de 1e waterstofnetten in Nederland worden gerealiseerd. Alle partners stappen met veel energie en trots de komende fase in.'

ACM doet vervolgonderzoek naar kosten saldering

De ACM gaat een vervolgonderzoek instellen naar hogere kosten die leveranciers aan huishoudens met zonnepanelen hebben. Uit de Monitor Consumentenmarkt Energie van de ACM blijkt dat steeds meer leveranciers bij het aanbieden van contracten onderscheid maken tussen klanten met en zonder zonnepanelen.

De ACM heeft voor het onderzoek informatie opgevraagd bij leveranciers en op basis hiervan een globale raming gemaakt van de extra kosten. Hieruit blijkt dat leveranciers, afhankelijk van hun specifieke situatie, voor een gemiddelde klant tot enkele honderden euro’s aan extra kosten kunnen maken. De extra kosten worden veroorzaakt door hogere inkoopkosten, hogere onbalanskosten en kosten die veroorzaakt worden door de salderingsregeling.

De verkennende studie bevat een globale inschatting van de extra kosten die leveranciers maken. Omdat de ACM beter inzicht wil hebben in de daadwerkelijke kosten en de manier waarop deze door leveranciers doorberekend worden in hun tarieven doet de ACM vervolgonderzoek bij Budget Energie, Eneco, Engie en Vattenfall. De ACM heeft deze vier leveranciers niet geselecteerd omdat er een vermoeden is dat zij onredelijke tarieven in rekening brengen, maar omdat zij allemaal op een andere manier onderscheid maken tussen klanten met en zonder zonnepanelen. De ACM verwacht de resultaten van dit vervolgonderzoek in de eerste helft van april bekend te maken.

Uit de Monitor Consumentenmarkt Energie van de ACM blijkt dat leveranciers op verschillende manieren onderscheid maken tussen klanten met en klanten zonder zonnepanelen. Bij drie leveranciers betalen klanten met zonnepanelen een hoger tarief per kWh elektriciteit en bij twee  leveranciers een hoger tarief per m3 gas. Bij 3 andere leveranciers is het vastrecht hoger voor klanten met zonnepanelen. Zeven leveranciers laten huishoudens met zonnepanelen een extra toeslag betalen. De hoogte van deze toeslag is afhankelijk van de hoeveelheid energie die wordt ingevoed in het net.

Verschillende leveranciers kiezen er ook voor om geen (langjarige) vaste contracten aan te bieden aan huishoudens met zonnepanelen. Er zijn 18 leveranciers die langjarige vaste contracten aanbieden. Huishoudens met zonnepanelen kunnen bij zeven van deze 18 leveranciers terecht. Deze contracten zijn gemiddeld 5 procent duurder dan vaste contracten die alleen aan klanten zónder zonnepanelen aangeboden worden.

Leveranciers mogen onderscheid maken tussen klanten met en zonder zonnepanelen. Omdat steeds meer leveranciers dit op verschillende manieren doen ontstaat er een gevarieerd aanbod van contracten. Dit leidt tot meer keuze, maar maakt het voor consumenten ook lastiger om te vergelijken. De ACM heeft er bij de wetgever al eerder voor gepleit om maatregelen te nemen om de vergelijkbaarheid van contracten te verbeteren.

Rijkswaterstaat vervangt verlichting langs Rijkswegen Noord-Holland

Op dit moment vervangt Rijkswaterstaat de openbare verlichting langs de Rijkswegen in Noord-Holland om energiebesparing en een betere verkeersveiligheid te realiseren. In 2 jaar tijd worden ruim 12.000 lampen vervangen voor LED-verlichting.

De huidige verlichting is einde levensduur en moet vervangen worden. Op sommige delen wordt de volledige verlichtingsinstallatie vernieuwd. Het gaat om lichtmasten, bekabeling en de voedingskasten. Op andere plekken worden alleen de lichtarmaturen vervangen.

Tussen 2022 en 2024 worden ruim 12.000 lampen vervangen. De nieuwe verlichting verbruikt minder energie en de lampen gaan ook langer mee. De gemiddelde levensduur van de nieuwe lampen is 20 jaar.

Daarnaast zal de verlichting die op dit moment nachts 100% brand waar mogelijk gedimd worden naar 30% procent intensiteit in de rustige perioden tussen 23.00 en 05.00 uur. Dit levert een extra vermindering van het energieverbruik op.

De werkzaamheden zijn gestart in maart 2022 en zullen worden afgerond in 2024. De A9 tussen Amstelveen en Alkmaar was het 1e traject waar de verlichting is vervangen. Hierna volgden de A1, A2, A4, A5, A8, A9, A10, A200, A205, N9 en N99.

dinsdag 12 maart 2024

Pas op met auto laden: ene gemeente 2,5 keer duurder dan andere

Voor openbaar laden betaal je momenteel gemiddeld 36 cent per kWh, al verschillen de kosten hiervoor sterk per gemeente. In Súdwest-Fryslân is laden bijvoorbeeld ruim 2,5 keer duurder dan op Ameland. Dit blijkt uit onderzoek van Independer op basis van data van Eco-Movement.

Het scheelt flink in de portemonnee waar je je auto oplaadt: het verschil in oplaadtarieven is namelijk fors te noemen. In de provincie Zeeland ben je momenteel het slechtst af. Laden bij een publiek toegankelijk laadpunt kost je hier gemiddeld 47 cent per kWh. Dit bedrag ligt zo’n 30% hoger dan gemiddeld in Nederland. Daarna volgens de provincies: Friesland, Utrecht, Flevoland, Noord-Brabant en Zuid Holland. Met allemaal gemiddeld 38 cent per kWh. Dit zijn de tarieven zonder BTW en eventuele kortingen.

Op gemeenteniveau zijn er grotere uitschieters. In Súdwest-Fryslân ben je momenteel het duurst uit: automobilisten betalen hier zelfs 63 cent per kWh. Ook het Zeeuwse Sluis en Terneuzen zijn geen goedkope steden om je auto op te laden. De gemeenten met de duurste openbare laadpunten zijn als volgt:

Súdwest-Fryslân (Friesland): 63 cent per kWh
Sluis (Zeeland): 51 cent per kWh
Terneuzen (Zeeland): 51 cent per kWh
Alphen-Chaam (Noord-Brabant): 49 cent per kWh
Hulst (Zeeland): 49 cent per kWh
Albrandswaard (Zuid-Holland): 48 cent per kWh
Hoeksche Waard (Zuid-Holland): 48 cent per kWh
Zandvoort (Noord-Holland): 48 cent per kWh
Maassluis (Zuid-Holland): 48 cent per kWh
Schouwen-Duiveland (Zeeland): 48 cent per kWh

Het is momenteel het voordeligst om je auto openbaar op te laden in Noord-Holland. In deze provincie betaal je gemiddeld 33 cent per kWh. Ook in Limburg en Overijssel ben je naar verhouding iets goedkoper uit dan elders in het land (beide gemiddeld 34 cent per kWh).

Wel zijn er verspreid over het land grote verschillen. De voordeligste gemeente is momenteel Ameland. Op dit Waddeneiland kost je elektrische auto opladen bij een publiek toegankelijk laadpunt je 24 cent per kWh. Gemeenten waar het naar verhouding goedkoop is om je auto op te laden zijn:

Ameland (Friesland): 24 cent per kWh
Teylingen (Zuid-Holland): 27 cent per kWh
Opsterland (Friesland): 27 cent per kWh
Ooststellingwerf (Friesland): 27 cent per kWh
Amsterdam (Noord-Holland): 27 cent per kWh
Den Haag (Zuid-Holland): 27 cent per kWh
West Maas en Waal (Gelderland): 28 cent per kWh
Waadhoeke (Friesland): 29 cent per kWh
Beuningen (Gelderland): 29 cent per kWh
Bronckhorst (Gelderland): 30 cent per kWh