Pagina's

donderdag 30 november 2023

Subsidie voor booteigenaar die elektrisch gaat varen

Particuliere booteigenaren die hun boot ombouwen naar een volledig elektrische motor, kunnen in Zuid Holland tot maximaal 4.000 euro subsidie ontvangen.

Deze regeling, beschikbaar vanaf 16 november, moet eraan bijdragen dat de recreatievaart sneller verduurzaamt.

Recreanten genieten volop van de Zuid-Hollandse wateren. Een belangrijke vorm van waterrecreatie is de pleziervaart. Veel van deze bootjes zijn nog voorzien van een fossiele verbrandingsmotor. Dit gaat ten koste van de lucht- en waterkwaliteit. Door over te stappen naar elektrisch varen vermindert de CO2-uitstoot. Dit komt de lucht- en waterkwaliteit ten goede en zorgt bovendien voor minder geluidshinder op het water.

De provincie Zuid-Holland werkt ook aan de randvoorwaarden om elektrisch varen mogelijk en toegankelijk te maken. Een dekkend laadpalen netwerk is daarvoor een vereiste. Daarom investeren we samen met onze partners in laadpunten voor de recreatievaart. Ook hiervoor stelt de provincie subsidies beschikbaar. Zo worden er de komende tijd onder andere in Alphen aan den Rijn en Nieuwkoop meerdere laadpalen geplaatst.

Efficiëntere elektrodes om CO2 te recyclen


CO2-elektrolyse is een veelbelovende manier om energie op te slaan en tegelijkertijd koolstofdioxide te recyclen. Door elektriciteit toe te passen, reageren CO2 en water met elkaar en maken ze complexere moleculen. Een onderzoek gepubliceerd in Nature Communications onder leiding van Hugo van Montfort van de TU Delft presenteert een nieuw ontwerp van elektrodes dat de efficiëntie van CO2-elektrolyse verbetert.

De veelgebruikte expanded Teflon elektrodes (ePTFE) zijn poreus, wat betekent dat er kleine gaatjes in de structuur zitten. Deze zorgen ervoor dat het gasvormige CO2 zich gemakkelijk kan verplaatsen naar de plek waar de reactie plaatsvindt. Zo kan het product van de reactie zich snel vormen in de flowcel; het apparaat waarin de elektrolyse plaatsvindt.

 Met behulp van een infraroodcamera kan het onderzoeksteam de verdeling van elektronen op de elektrode waarnemen. Met deze inzichten ontwierpen ze vervolgens een nieuwe manier om deze elektronen gelijkmatiger over het oppervlak te verspreiden.

Het onderzoek biedt letterlijk een nieuwe manier om naar deze elektrodes te kijken: Door ze te bestuderen met infrarood licht kan men zien hoe warm de elektrodes worden. Warmere onderdelen ondervinden een grotere stroom, wat een snellere reactie op die plek betekent.

woensdag 29 november 2023

Jasper van den Driest nieuwe CEO groene energiepionier Vandebron

Jasper van den Driest (49) is gestart als nieuwe CEO bij groene energiepionier Vandebron. Van den Driest werkte eerder bij PON en was CEO bij onder andere Guidion en Ancra Systems. Hij studeerde internationale betrekkingen in Groningen en heeft als leider en ondernemer een bewezen track record bij pionierende bedrijven met een maatschappelijke missie.
 
In zijn nieuwe rol zet Van den Driest zijn kennis en ervaring bij start- en scale-ups in om, met behulp van nieuwe toepassingen en slimme technologie, impact te kunnen maken in de energiesector.

De huidige CEO, Paul de Raad (1978) maakte in juli van dit jaar bekend te gaan stoppen, om na deze leiderschapsperiode meer tijd door te brengen met zijn gezin. De Raad werkte zes jaar bij Vandebron, waarvan drie als commercieel directeur (CCO) en drie als CEO.

Meer zekerheid met Eneco Dynamisch & Vast

Eneco biedt nu ook het Eneco Dynamisch & Vast contract aan voor iets meer zekerheid in de energierekening. Hiermee staat de gasprijs voor een jaar vast en heb je wel de voordelen van de per uur wisselende stroomtarieven.

Het dynamisch energiecontract is vooral interessant voor consumenten die bereidt zijn hun energieverbruik aan te passen aan de momenten waarop de prijzen lager zijn. Dit is met het stroomverbruik eenvoudiger dan met gas.

De stroomtarieven wisselen per uur en zijn het laagst wanneer er veel stroom beschikbaar is; door de opwek van duurzame zon- en windenergie vaak tijdens de daguren. Daar kun je rekening mee houden. Voor gas kennen we dagprijzen. Hierop is het verbruik lastiger aan te passen, want consumenten willen iedere dag een warme woning en warm water wil je direct gebruiken wanneer je het nodig hebt.

Voor consumenten die meer zekerheid willen op de gasrekening is het daarom nu ook mogelijk om het gastarief vast te leggen. Klanten sluiten een dynamisch contract af met een vast gastarief voor de periode van een jaar. Het stroomtarief blijft wel volledig dynamisch, zodat klanten voordeel behalen wanneer zij hun stroomverbruik plannen op de momenten van de dag dat de prijzen laag zijn.

Autarco betreedt Duitse markt

Autarco, de Nederlandse producent van totaaloplossingen voor zonne-energiesystemen, betreedt de Duitse markt. Daarnaast lanceert het bedrijf in de loop van 2024 drie nieuwe producten, waaronder Autarco’s eerste opslagsysteem voor zonne-energie.

Tijdens Solar Solutions op 29 en 30 november in Düsseldorf kunnen PV-dealers en -installateurs kennismaken met deze nieuwe producten en werkwijze van Autarco.

Met meer dan 10 jaar ervaring in Nederland, heeft Autarco een reputatie opgebouwd in het leveren van geïntegreerde zonnesystemen, van hardware tot software, onder één Nederlands merk. Deze systemen zijn bewezen 5% efficiënter dan systemen op de markt die bestaan uit componenten van verschillende merken. Als enige bedrijf ter wereld zorgt Autarco dat investering in duurzame energie verzekerd is, via kWh-garantie met cashback.

De Duitse markt, met zijn groeiende vraag naar duurzame energieoplossingen en de ambitieuze klimaatdoelstellingen van de overheid, biedt een vruchtbare grond voor Autarco's innovatieve aanpak. In Duitsland ligt een grote opgave voor het opwekken van zonne-energie. De Duitse overheid schrijft in haar PV-strategie voor dat de installatiesnelheid van zonne-energie vanaf 2026 aanzienlijk moet toenemen om klimaatdoelstellingen te behalen. Autarco is in staat om de benodigde snelheid en flexibiliteit te bieden door direct samen te werken met PV-dealers en -installateurs, zonder tussenkomst van groothandels of distributeurs.

Spectral ontvangt investering van ABN AMRO Sustainable Impact Fund

Spectral, een pionier op het gebied van de integratie van energie- en informatietechnologie en een invloedrijke scale-up in de energiesector, heeft een investering veiliggesteld van ABN AMRO’s Sustainable Impact Fund (SIF).

Het fonds investeert in impactgedreven bedrijven die zowel maatschappelijk als financieel rendement nastreven. De investering zal voornamelijk gebruikt worden om de operatie op te schalen en te professionaliseren.

De missie van Spectral is om schone energieoplossingen en state-of-the-art IT-infrastructuur te gebruiken om de overgang naar een 100% hernieuwbaar energiesysteem te versnellen. Spectral biedt SaaS-oplossingen: STELLAR integreert en optimaliseert hernieuwbare energysystemen en BRIGHTER optimaliseert energieverbuik in vastgoed. Met deze strategische investering van SIF is Spectral in staat om haar inspanningen in het creëren van een duurzame en verbonden toekomst te versnellen en een tijdperk van ongekende groei en impact te ontsluiten. Clairfield adviseerde en ondersteunde Spectral bij het ophalen van de financiering.

Eerder heeft Spectral een significante impact gehad op het gebied van hernieuwbare energie. Mijlpalen zijn onder meer de implementatie van de eerste Nederlandse oplossing voor netcongestie op Schiphol Trade Park, het worden van de Nederlandse marktleider in de aansturing van energieopslag en het succesvol helpen van vastgoedinvesteerders als Bouwinvest, Merin en NSI bij het beheren van hun ESG-gegevens en het optimaliseren van hun portefeuilles.

Aangepaste conceptregelingen IJmuiden Ver Alpha & Beta gepubliceerd

Het windenergiegebied IJmuiden Ver (IJV) ligt 33,4 zeemijl (62 km) uit de westkust van Nederland. De totale oppervlakte van de kavels binnen het windenergiegebied (inclusief de onderhouds- en veiligheidszones) is ongeveer 650 km². Het windenergiegebied gaat ongeveer 6 GW aan stroom leveren aan het Nederlandse elektriciteitsnet. Dat is 2 GW per kavel.

Netbeheerder TenneT gaat in het gebied drie platforms met drie netaansluitingen plaatsen. De platforms van TenneT hebben allemaal een gelijkstroomverbinding van 2 GW naar een landstation. Bij gelijkstroom blijft de spanning op het elektriciteitsnet constant. Bij wisselstroom wisselt de spanning 50 keer per seconde tussen positieve spanning en negatieve spanning. Dit zijn de eerste windparken op zee in Nederland die worden aangesloten met een gelijkstroomverbinding.

Op 8 juni 2023 stuurde minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten een brief naar de Tweede Kamer waarin hij de herziene planning voor IJmuiden Ver kavels Alpha en Beta toelicht. De definitieve planning en bijbehorende mijlpalen voor het net op zee vindt u in het najaar van 2023 in de nog te updaten versie van het ontwikkelkader windenergie op zee.

dinsdag 28 november 2023

Tijdelijke subsidieregeling hernieuwbare warmteprojecten (HEHW)

Voor ondernemers van hernieuwbare warmteproject die last hebben gehad van de verstoorde energiemarkt als gevolg van de oorlog in Oekraïne, heeft de overheid een tijdelijke regeling gemaakt. Via deze tijdelijke regeling kan er in totaal € 59,4 miljoen worden uitgekeerd. Deze regeling gaat open op 20 november.

De regeling is bedoeld voor ondernemers die in 2021 en 2022 voor ten minste 400 megawattuur (MWh) hernieuwbare warmte produceerden met een productie-installatie waarvan het maximaal thermische vermogen minimaal 1 megawatt bedroeg. En voor het produceren van hernieuwbare warmte gebruik werd gemaakt van geothermie, zonthermie of ketels gestookt met vaste biomassa.

Ook ondernemers die in een groep ondernemen kunnen gebruik maken van de regeling. Een belangrijke voorwaarde is dan dat er op 24 februari een vaste prijsafspraak gold voor minimaal 50% van de warmtelevering, tot ten minste 1 januari 2023.

De hoogte van de subsidie hangt af van het nominaal thermisch vermogen van de productie-installatie en in welke categorie deze valt.

Gaan zonne-energie en grasproductie samen?

Dit najaar start er een project dat de kansen onderzoekt van het opwekken van zonne-energie op grasland van de melkveehouderij. Het combineren van landbouw en stroomproductie zou een oplossing kunnen bieden voor de uitdagingen waar de samenleving voor staat als het gaat om klimaatverandering.

SolarMilk is het eerste Nederlandse project dat zich volledig richt op de integratie van grondgebonden zonnesystemen in de melkveehouderij, waarbij het in stand houden van de landbouwactiviteit het uitgangspunt is.

Het hoofddoel van SolarMilk is het ontwikkelen van een praktisch inzetbaar ontwerpmethodiek voor het combineren van gras- en stroomproductie binnen sociale en maatschappelijke kaders. Deze methodiek moet op uiteenlopende gebieden toepasbaar zijn en de economische impact op het melkveebedrijf weerspiegelen. Om tot een betrouwbare ontwerpmethodiek te komen worden vier testvelden, ieder ter grootte van 1.3 ha, opgezet op zand en kleigrond, waarin diverse metingen worden gedaan over meerdere groeiseizoenen. Bij deze testvelden wordt ingezet op nog weinig toegepaste verticale en zonvolgsystemen met ruimte voor grasproductie en machinale bewerking.

De impact op grasopbrengst, voederkwaliteit en stroomproductie worden gemonitord. De metingen worden gekoppeld en aangevuld met financiële informatie en economische data van melkveehouderijen. Dit zijn de bouwstenen om tot een ontwerpmethodiek te komen voor combinaties van melkveehouderij en zonne-energie binnen maatschappelijk gewenste kaders. Direct na afloop van het project komt de ontwerpmethodiek beschikbaar voor de landbouw- en energiesector.

HYDELTA 3 vervolgt waterstofonderzoek

Deze maand gaat de derde editie van het publiek-private onderzoeksprogramma HyDelta van start. Het onderzoek gaat in op de economische en technische inpassing van waterstofgas in het nationale aardgastransport- en distributiesysteem. HyDelta 3 heeft een looptijd van een jaar. De uitkomsten van het HyDelta-programma zijn openbaar en gratis beschikbaar en trekken wereldwijde belangstelling. Het HyDelta-consortium wordt gevormd door Gasunie, Netbeheer Nederland, TKI Nieuw Gas, DNV, Kiwa, TNO en New Energy Coalition (coördinator).

Op initiatief van Gasunie en Netbeheer Nederland vormde zich in 2020 het HyDelta-consortium, bestaande uit partijen met ruime ervaring in het onderzoeken en testen van transport en toepassing van waterstof. Het onderzoeksprogramma richt zich op een geïntegreerde aanpak van oplossingen voor het transport en gebruik van waterstof. Direct toepasbaar onderzoek staat centraal. In januari 2021 ging de eerste fase van het onderzoeksprogramma, HyDelta 1 van start, gevolgd door HyDelta 2.

Tijdens het afgeronde werk in HyDelta 1 en 2  ontstonden op vijf thema’s nieuwe vraagstukken die beantwoord moeten worden om nú de juiste keuzes te kunnen maken bij investeringen in infrastructuur en om veilig te kunnen werken met waterstof:

1.           Asset management - over de gaskwaliteit van waterstof en het hergebruik van offshore infrastructuur

2.           Economie en maatschappij - over de uitrol van (tijdelijk) zelfvoorzienende waterstofregio’s, om bijvoorbeeld netcongestie te verlichten en hoe opbrengsten en risico’s gedeeld kunnen worden

3.           Emissies - over de broeikaseffecten van waterstof en de rol van ammoniak

4.           Randvoorwaarden - over de standaardisatie van eenheden, digitalisatie, de maakindustrie voor waterstofinfrastructuur en ruimtelijke indeling

5.           Technologie en veiligheid - over aanbevelingen voor het veilig omgaan met waterstof in het energienetwerk

Internationaal groeit de laatste jaren het besef dat de productie en toepassing van CO2-neutrale waterstof een onmisbaar onderdeel van de energietransitie zal zijn. Ook in Nederland zijn initiatieven genomen, zowel vanuit het bedrijfsleven als beleidsmatig, om te komen tot de opstart van een waterstofmarkt. Ondanks alle initiatieven bevindt de ontwikkeling van een waterstofmarkt zich nog in een beginfase. Zo staan nog talloze vragen open, variërend van technische vragen rond de productie en de inpasbaarheid van waterstof in het transport- en opslagsysteem, tot vragen rond de economische en juridische aspecten ervan.

De resultaten uit het onderzoeksprogramma worden gepubliceerd en zijn openbaar beschikbaar. Actuele informatie is steeds te vinden via www.hydelta.nl

HyDelta is een publiek-privaat nationaal samenwerkingsprogramma gericht op onderzoek naar het op korte termijn wegnemen van barrières voor grootschalige groene waterstofprojecten zodat innovaties en toepassingen kunnen doorgaan naar de markt. Het programma brengt lopende en voorgenomen Nederlandse plannen in kaart.

maandag 27 november 2023

Eerste woningen Wagenborgen op waterstofnetwerk

De eerste woningen in het Groningse dorp Wagenborgen zijn aangesloten op het nieuw ontwikkelde waterstofnetwerk van pilot WaterstofWijk Wagenborgen. De huizen in deze jaren 70 wijk worden voortaan verwarmd door een hybride warmtepomp op waterstof en met waterstof voorzien van warm tapwater.

Deze unieke combinatie wordt voor het eerst toegepast. De komende weken gaan er 33 woningen van het aardgas af en over op groene waterstof. Vanaf het Waterstof Ontvangst Station (WOS) bij Eelshuis Energie in Siddeburen krijgen deze huizen waterstof via het net geleverd.

Enexis gebruikt zijn gasnetten in de toekomst niet meer voor aardgas. Maar er liggen in Nederland wel vele kilometers gasnet die kunnen worden hergebruikt. Waterstof is een veelgenoemd alternatief voor aardgas en zou via het bestaande gasnet getransporteerd kunnen worden. Waterstof heeft daarmee de potentie het gasnet een nieuw leven te geven.

Naast vele theoretische onderzoeken laat Enexis met de pilot in Wagenborgen ook zien dat het kán. De afgelopen jaren is hard gewerkt om dit mogelijk te maken. De benodigde infrastructuur is aangelegd en de sociale huurwoningen van woonstichting Groninger Huis zijn naar label B verduurzaamd door middel van isolatie, zonnepanelen en een hybride warmtepomp. De woningen zijn voorzien van een speciale waterstofketel van Intergas.

Vervanging openbare verlichting in Noordoost Friesland

Op veel plekken in de gemeenten Dantumadiel en Noardeast-Fryslân komt nieuwe verlichting in de lichtmasten. Op de grens van beide gemeenten gaven wethouders Pieter Braaksma (Noardeast-Fryslân) en Kees Wielstra (Dantumadiel) maandag het startsein voor deze operatie.

De nieuwe armaturen verbruiken zestig procent minder energie dan de oude lampen. En het licht is te dimmen. In de vroege ochtend gaat het lichtniveau weer omhoog naar 100 procent.

Ba een Europese aanbesteding is SWARCO Nederland B.V. gekozen als aannemer. Het bedrijf vervangt binnen twee jaar ruim zesduizend lampen in Dantumadiel en Noardeast-Fryslân.

Vooral huishoudens met hoog inkomen hebben een stekkerauto

Begin 2023 waren er ruim 511.000 stekkerauto’s (volledig elektrische personenauto’s en plug-in hybride personenauto’s) in Nederland. Dat is 3,7 keer zoveel als begin 2019. Bijna de helft van de stekkerauto’s was begin 2023 van een particuliere eigenaar. Dit zijn vaak mannen, 40- tot 60- jarigen en in verhouding veel huishoudens met een hoog inkomen.

De meeste stekkerauto’s (54 procent) waren eigendom van zakelijke rijders. Begin 2023 stonden bijna 275 duizend stekkerauto’s geregistreerd op naam van een bedrijf (rechtspersonen): 2,6 keer zoveel als in 2019. Particulieren (natuurlijke personen) zijn echter bezig met een inhaalslag. Begin 2023 waren er 7,3 keer zoveel stekkerauto’s op naam van een particulier als begin 2019.

Mensen van 40 tot 60 jaar hebben het vaakst een eigen auto. Ruim 55 procent van hen bezat een auto. Ook het bezit van een stekkerauto was het hoogst in deze leeftijdsgroep (1,9 procent van de autobezitters). Onder 60-plussers was het autobezit en het stekkerautobezit lager dan bij 40- tot 60-jarigen, 1,1 procent van de 60-plussers met een auto had een stekkerauto. Onder 40-minners was het autobezit het laagst (36,5 procent). Van de autobezitters jonger dan 40 jaar had 1,1 procent een stekkerauto.

Begin 2021 was in 68,0 procent van de huishoudens minimaal één auto aanwezig; 1,7 procent van deze huishoudens had een auto met een stekker. Van de huishoudens met een stekkerauto bezat meer dan de helft daarnaast ook nog een auto die rijdt op fossiele brandstof.

Het autobezit was in 2021 het hoogst (77,6 procent) onder huishoudens met als inkomensbron voornamelijk inkomen als zelfstandige. Van deze huishoudens met een auto had 5,4 procent een stekkerauto. Dit was in verhouding meer dan bij huishoudens met een auto en vooral inkomen als werknemer. Van hen had 1,4 procent een stekkerauto. Onder huishoudens die vooral leven van een uitkering of studiefinanciering was het autobezit en het stekkerautobezit het laagst.

De hoogte van het huishoudinkomen speelde ook een rol bij het (stekker)autobezit. Van de 25 procent huishoudens met de laagste inkomens had 41,7 procent een auto, en daarvan had 0,6 procent een stekkerauto. Van de 25 procent huishoudens met de hoogste inkomens had 85,1 procent een auto, daarvan had 3,5 procent een oplaadbare auto.

vrijdag 24 november 2023

Bouwen in de winter op zonne-energie, zo werkt het!

De bouwsector staat op een tweesprong: gaan we roeien met de riemen die we hebben of kiezen we voor een meer innovatie en duurzamere toekomst, waarin zonne-energie een groeiende rol speelt?

Hoewel de sector de voordelen erkent, hebben velen bouwbedrijven nog niet de stap gezet. Factoren zoals investeringskosten en terugverdientijd spelen hierbij een rol.

1. Bescherm tegen schaduw
Bij de installatie van zonnepanelen op de bouwplaats is het van belang om verduistering te voorkomen. Zorg ervoor dat er geen schaduw op de zonnepanelen valt, aangezien dit de prestaties kan verminderen. Snoei overhangende takken of verplaats obstakels op locatie die mogelijk schaduw kunnen veroorzaken om een maximale hoeveelheid elektriciteit te generen.

2. Optimale invalshoek
Pas de invalshoek van de zonnepalen aan op basis van de seizoenen. Waar mogelijk kun je de hoek van de zonnepanelen aanpassen, rekening houdend met de lagere stand van de zon tijdens de wintermaanden. Het finetunen van de invalshoek op basis van seizoensveranderingen is een goede manier om gedurende het hele jaar een consistent hoge energieopbrengst te realiseren.

3. Regelmatig onderhoud
Het regelmatig onderhouden van zonnepanelen is noodzakelijk. Periodiek de panelen controleren op eventuele ophoping van vuil, sneeuw, ijs of bladeren die het oppervlak kunnen bedekken, is belangrijk. Het is algemeen bekend dat schone zonnepanelen meer zonlicht kunnen opvangen en constanter blijven presteren. Zelf kun je voorzichtig vuil verwijderen, waardoor de efficiëntie van de panelen behouden blijft.

4. Investeer in energieopslag
Overweeg het gebruik van energieopslagsysteem, zoals innovatieve batterijtechnologieën. Dergelijke systemen stellen je in staat om overtollig opgewerkte energie op zonnige dagen te bewaren en op een later moment te gebruiken. Dit biedt de mogelijkheid om zelfvoorzienend te blijven, ongeacht de weersomstandigheden. Wat resulteert in een continue stroomvoorziening op de bouwplaats.

5. Slim energieverbruik
Probeer, wanneer mogelijk, het energieverbruik op de bouwplaats af te stemmen op de beschikbare zonne-energie. Plan activiteiten die meer stroom vereisen, zoals het gebruik van elektrische graafmachines en bouwkranen, tijdens de helderste momenten van de dag. Doorgaans is dit ongeveer tot 15:00 uur. Juist in de winter, waarin er minder zonuren zijn, is het belangrijk om rekening te houden met de aanwezigheid en de sterkte van het daglicht. Slim beheer van energie, ook in de winter, leidt niet alleen tot kostenbesparing maar draagt ook bij aan een duurzamere en milieuvriendelijkere bouwplaatsinrichting.

Waterstofketen van turbine naar truck onderzocht

Van wind naar wiel: elektrisch of liever met waterstof? Dat is de vraag die TNO met HYGRO Technology gaat onderzoeken.

Op dit moment zijn de kosten van de elektrische infrastructuur en de kenmerken van de elektriciteitsmarkt bepalend voor het ontwerp van windparken en daarmee de hoeveelheid wind die omgezet wordt naar bruikbare energie. De vraag is hoe het ontwerp van turbines en parken, en daarmee economisch winbare windenergie, verandert door over te stappen naar waterstof als primaire energiedrager tussen turbine en afname in de transportsector. Het onderzoek wordt ondersteund door het Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) Offshore Energy.

Het ontwerp van windparken en windturbines, en daarmee de kosten van de elektriciteit, worden sterk beïnvloed door de infrastructuurkosten. Het kabelnetwerk moet zwaar genoeg uitgelegd zijn om de piekproductie bij harde wind te transporteren. De hoeveelheid winbare energie neemt exponentieel toe bij hogere windsnelheden. Wanneer een windturbine dus wordt ontworpen om bij toenemende windsnelheid meer energie op te wekken, moet het kabelnet zwaarder worden aangelegd om die energie af te voeren. Maar een windturbine kan ook dusdanig ontworpen worden dat een windturbine reeds bij windkracht 5 haar maximale vermogen bereikt en dan zoveel mogelijk uur op die vaste piekproductie draait, waardoor het kabelnet niet zwaarder maar wel optimaal belast wordt.

Nog meer energie produceren boven die windsnelheid kan wel, maar is minder rendabel door de hogere aanlegkosten van het kabelnet. Daarbij is de marktwaarde van die elektriciteit bij hoge windsnelheden juist erg laag door een optredend overschot aan productie op de markt, opgewekt door windenergie.

Bij een optimaal ontwerp van de windturbine om meer waterstof op te wekken bij hogere windsnelheid, wordt wel significant meer energie uit de wind gehaald. Transport van energie via waterstofleidingen is veel goedkoper en kan veel gemakkelijker de piekproductie aan. Ander zeer belangrijk voordeel daarnaast is, dat de energie in die leiding kan worden opgeslagen. De economie van winbare energie, door die slimme omzetting naar waterstof in de windturbine, zal daardoor sterk veranderen en daarmee het ontwerp van windpark en turbine. Eerste berekeningen doen vermoeden dat er mogelijk tot wel twee keer meer energieopbrengst kan worden gehaald uit de wind met het beschikbare zeeoppervlak waar Nederland turbines wil bouwen, tegen lagere kosten dan met elektriciteit.

Voor het onderzoek wordt er van uit gegaan dat de waterstof gebruikt gaat worden voor vrachtwagens. Ook bij het laden van elektrisch aangedreven vrachtwagens, speelt de kostprijs van elektrische infrastructuur een grote rol en kan waterstof mogelijk kansen bieden. Daarbij wordt ook nog gekeken naar het verschil in efficiency tussen batterij elektrisch en waterstofelektrisch.

TNO Wind Energie, ondersteund door HYGRO en de afdeling TNO voertuigtechniek, onderzoekt wat kosteneffectiever is: het transporteren van windenergie naar het land en leveren aan elektrische vrachtwagens, of de route via waterstof-infrastructuur. TNO gaat hierbij onderzoeken hoe de beide gecombineerde volledige ketens van energieopwekking en het gebruik in diverse modaliteiten van transport zich ten opzichte van elkaar verhouden.

Mobiliteit is op dit moment verantwoordelijk voor 19 procent van het totale energieverbruik. Circa 50 procent van het totale brandstofverbruik is toe te schrijven aan zwaar vrachtvervoer. Gegeven de kostenontwikkelingen binnen de transportsector, voorspellen diverse rapporten dat al in 2035 het overgrote deel van het vrachtvervoer zonder CO2-uitstoot mogelijk is.

Gamma breidt dienstenaanbod uit met zonnepanelen in samenwerking met Zonduurzaam

Gamma en haar zusterbedrijf Karwei gaan samen met Zonduurzaam zonnepanelen aanbieden. De samenwerking zorgt ervoor dat klanten van de bouwmarkten volledig ontzorgt een zonnepaneelinstallatie met montage kunnen aanschaffen. Dit kan door zonnepanelen te kopen, financieren of te huren.

Duurzaamheid speelt een steeds grotere rol in de aankoopbeslissing die klanten maken. Zes op de tien klanten kiest bij de doe-het-zelf klus met duurzaamheid in gedachten. De huidige energiecrisis maakt dit extra zichtbaar. Enerzijds willen klanten hun woning verduurzamen en energiezuiniger maken, anderzijds denken de klanten van onze Gamma en Karwei bouwmarkten wel degelijk na over de impact die doe-het-zelf producten hebben op het milieu en de sociale leefomgeving.

donderdag 23 november 2023

Netbeheerders en Havenbedrijf Rotterdam roepen op tot gezamenlijke aanpak netcongestie

Alleen als netbeheerders en alle betrokken partijen in de regio samenwerken aan het bestrijden van netcongestie, ontstaat er de komende jaren ruimte op het elektriciteitsnet voor nieuwe aansluitingen. Dat is een van de conclusies uit het congestieonderzoek in de Rotterdamse haven, dat netbeheerder TenneT afgelopen jaar heeft uitgevoerd. De samenwerking zal zich richten op sneller bouwen, programmeren en vergroten van het flexibel vermogen.

TenneT kondigde op 17 november 2022 transportschaarste aan in de haven. Ze startte daarop een congestieonderzoek om in kaart te brengen wanneer en waar zich knelpunten in het elektriciteitsnet voordoen. De belangrijkste vraag is: zijn er partijen die op piekmomenten minder elektriciteit kunnen afnemen, zodat we in totaal meer klanten op het net kunnen aansluiten. Tot nu toe bleef het aantal bedrijven dat flexibiliteit kan leveren beperkt tot 23 – 19 aansluitingen bij Stedin en 4 aansluitingen bij TenneT. Deze bedrijven zijn goed voor 185 MW flexibiliteit., maar daarvan is 150 MW ongeschikt om de knelpunten in het net weg te nemen, omdat ze op verkeerde locaties liggen. De overblijvende 35 MW gaat richting contracten die voor 17 november 2022 werden gesloten.
 
TenneT en Stedin zien dat de industrie in de Rotterdamse haven sneller elektrificeert. De benodigde netcapaciteit die gepand was voor 2030, werd in 2022 al volledig gebruikt. Dat hadden de netbeheerders niet voorzien.

Netbeheerders zijn volop in de weer om netcapaciteit bij de bouwen. Stedin en TenneT investeren in de Rotterdams haven samen zeker 1 miljard euro. Voor elektriciteit moet het net naar 2030 in capaciteit verdubbelen.

Dichter bij huis zet ook de Energy Board Haven Industrieel Complex Rotterdam stappen om de situatie te verbeteren. Dat doet de Board door middel van drie sporen: sneller bouwen, programmeren en het vergroten van flexibel vermogen. Bij programmeren gaat het om het delen van plannen voor de toekomst, zodat ook na 2030 de groei van het net blijft aansluiten bij de ambities van bedrijven.

Voor het vergroten van de flexibele capaciteit heeft de Energy Board een ‘New Energy Taskforce’ ingericht, een team mensen van het Havenbedrijf Rotterdam en van de netbeheerders, die gericht per knelpunt onderzoeken welke aanpak kan helpen.

Lintbebouwingen in Krimpenerwaard krijgen LED-verlichting

De gemeente Krimpenerwaard gaat de openbare verlichting in de lintbebouwingen versneld vervangen door ledverlichting. Het collegebesluit betekent dat komende jaren ruim 1500 ‘gewone’ verlichting vervangen wordt door led. Dit levert een belangrijke bijdrage aan het uiteindelijke doel: alle openbare verlichting in Krimpenerwaard bestaat uit led-verlichting.

Led-verlichting kost minder energie en is minder storingsgevoelig. En de energie- en beheerkosten gaan omlaag. Led-verlichting in de lintbebouwingen betekent een toename van 11 procent meer verlichting door led. De gehele openbare verlichting bestaat daardoor straks voor 45 procent uit led.

In 2024 gaat de gemeente aan de slag met de voorbereiding van dit project. In 2025 start de uitvoering door Heijmans. Dit bedrijf voert ook het onderhoud uit aan de openbare verlichting in de gemeente.

FNV: Zorgen over faciliteren fossiele industrie door ABN AMRO en ING

FNV Finance heeft een open brief verstuurd aan de directies van ABN AMRO en ING. De vakbond uit hierin haar zorgen over de recente onthullingen van Follow The Money, waaruit blijkt dat ABN AMRO en ING de fossiele industrie ondersteunde door het uitgeven van obligaties ter waarde van 42,4 miljard euro. Dit beleid staat volgens de vakbond haaks op de integriteitseisen waaraan het de eigen medewerkers houdt.

In de open brief benadrukt FNV Finance dat veel werknemers in de financiële sector betrokken zijn bij initiatieven om hun bedrijven te verduurzamen. De vakbond uit echter ernstige kritiek na aanleiding van de recente onthullingen van Follow The Money, die aantonen dat de genoemde banken aanzienlijke bedragen hebben gefaciliteerd voor de fossiele industrie, wat in strijd is met zowel internationale klimaatdoelen als de duurzaamheidsambities van de betrokken banken zelf.

Volgens het onderzoek van Follow The Money/Investico hebben de fossiele obligaties sinds het Parijs-akkoord de financiële sector minimaal enkele miljarden euro's opgeleverd. De vakbond wijst erop dat dit beleid niet te rijmen is met de integriteitseisen die ABN AMRO en ING stellen aan haar medewerkers, die dagelijks hard werken aan het vertrouwen van klanten en de samenleving in de bank. En dit roept vragen op over de oprechtheid van de duurzaamheidsinitiatieven van ABN AMRO en ING, met name gezien hun ondertekening van de UN Principles for Responsible Banking in 2019 en de belofte om hun strategie in lijn te brengen met het Klimaatakkoord van Parijs.

woensdag 22 november 2023

Marleen Prins nieuwe COO Essent

Op 15 november 2023 is Marleen Prins gestart als nieuwe COO (Chief Operating Officer). Ze gaat onderdeel uitmaken van de Raad van Bestuur van Essent N.V. en volgt daarmee Stephan Segbers op.

Prins zal zich focussen op de versnelling van de ontwikkeling van onze E-mobility en Future Energy Home (FEH) business in nauwe samenwerking met al onze servicepartners en andere bedrijfsonderdelen, waaronder E.ON.

Prins begon haar carrière in de financiële sector (Postbank/ING) in diverse Operations en IT functies, en werkte uiteindelijk als HR Directeur in het bestuur van ING Nederland. Verschillende andere bestuurs- en directiefuncties volgden, waarna ze startte als CHRO bij ENGIE Nederland (de voorloper van Equans).

De afgelopen drie jaar werkte ze als COO voor Equans Nederland, waarbij ze verantwoordelijk was voor de projecten en contracten op gebied van design, build, maintenance en operations van technische installaties voor klanten in de industriële sector, infrastructuur, buildings en cooling sector. Marleen studeerde onder andere Technische Bedrijfskunde in Amsterdam en Marketing aan INSEAD.

Jetten wil maximale elektriciteitsprijs instellen voor schadevergoeding aan windparken op zee

Demissionair minister van Klimaat en Energie, Rob Jetten, wil een maximale elektriciteitsprijs vaststellen om de vergoeding te bepalen die Tennet moet uitkeren in geval van vertraging bij het aansluiten van offshore windparken of langdurige uitval van transportkabels.Het vastgestelde prijsplafond zal van toepassing zijn op zowel nieuwe als bestaande windparken op zee. Dit staat in de wijziging van het Besluit schadevergoeding net op zee.

NWEA vindt het instellen van een dergelijk prijsplafond geen goed idee. Er moet geen maximumbedrag zijn, omdat het risico zo op de ontwikkelaars van het windpark wordt afgeschoven, terwijl zij er niets aan kunnen doen. De ontwikkelaars lijden schade en de eindverbruiker indirect ook. Het risico hoort bij Tennet te liggen, vindt de vereniging.

Windparkproducenten kunnen op dit moment onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op een schadevergoeding als ze hun windpark al hebben gebouwd, maar nog niet kunnen exploiteren vanwege vertraging in de aansluiting op het net door Tennet. Wanneer er zich langdurig onderhoud voordoet aan zeekabels of stations, dat langer duurt dan afgesproken, is er eveneens ruimte voor compensatie. Ontwikkelaars kunnen dan een vergoeding ontvangen voor gederfde inkomsten uit de elektriciteitsproductie en voor de ‘gevolgschade’, waaronder kosten voor materieel en personeel.

Tynaarlo duurzaamste gemeente van Nederland

Het Drentse Tynaarlo is de duurzaamste gemeente van Nederland. Op veel daken in de gemeente liggen zonnepanelen, veel inwoners hebben een duurzaamheidssubsidie (ISDE) aangevraagd en de tuinen zijn er vaak groen in plaats van betegeld. Ook het Zeeuwse Borsele en het Limburgse Mook en Middelaar scoren goed. Dit en meer blijkt uit de Duurzaamheidsindex van energieleverancier Vattenfall, die alle Nederlandse gemeenten onder de loep nam. Hiervoor werd data gebruikt van het CBS, de RVO en Cobra Groeninzicht.

Bij het bepalen van de scores in de Duurzaamheidsindex is gekeken naar de hoeveelheid versteende tuinen, het aantal zonnepanelen en ISDE-aanvragen in de gemeente. Iedere gemeente en provincie is gescoord ten opzichte van het landelijk gemiddelde: een negatief percentage betekent een ondergemiddelde prestatie, terwijl een positief percentage een bovengemiddelde duurzaamheidsscore inhoudt.
 
De top 5 duurzaamste Nederlandse gemeenten is als volgt:

1. Tynaarlo (Drenthe) - duurzaamheidsscore: 71,2%
2. Borsele (Zeeland) - duurzaamheidsscore: 60,2%
3. Mook en Middelaar (Limburg) - duurzaamheidsscore: 58,9%
4. Aa en Hunze (Drenthe) - duurzaamheidsscore: 50%
5. Weststellingwerf (Friesland) - duurzaamheidsscore: 49,9%

De vijf minst duurzame gemeenten van ons land bevinden zich allemaal in Zuid-Holland: Leiden (-44,5%), Capelle aan den IJssel (-44,7%), Maassluis (-46%), Den Haag (-46,7%) en Schiedam (-55,1%). Verrassend is dan ook niet dat Zuid-Holland de minst duurzame provincie is van Nederland. Drenthe is juist de duurzaamste provincie.

Maar liefst 40% van de tuinen in ons land is betegeld en heeft dus geen gras, struiken of bomen. Zuid-Holland is koploper, want hier ligt ruim de helft van het tuinoppervlak vol met stenen. Gelderland heeft juist de meeste groene tuinen: 36,4% is hier versteend. Op gemeenteniveau zijn de verschillen veel groter. Zo is in het Zuid-Hollandse Maassluis maar liefst 78,1% van het totale oppervlak aan tuinen versteend. Het Noord-Hollandse Bloemendaal is juist de groenste gemeente van Nederland: slechts 17,3% van de tuinen in de provincie is hier bestraat.
 
Ook op het gebied van zonnepanelen scoort Tynaarlo goed: ze liggen op bijna de helft van alle daken (49,8%). De gemeente Amsterdam heeft het minste aantal zonnepanelen (6,3%). Ook in andere grote steden zoals Rotterdam (6,8%) en Den Haag (8,2%) ligt dit percentage relatief laag. Dit komt mede door de vele hoogbouw in de grote steden.
 

dinsdag 21 november 2023

Vattenfall en TKF sluiten meerjarige raamovereenkomst voor levering van 66 kV inter-array kabelsystemen

Vattenfall en de Twentsche Kabelfabriek (TKF) hebben een meerjarig raamcontract getekend voor de levering van inter-array kabels voor offshore windparken in Europa. Deze overeenkomst heeft betrekking op de levering van 66 kV inter-arraykabels en zal de komende jaren van toepassing zijn op alle Europese windparken die Vattenfall ontwikkelt.

Het raamcontract betreft een meerjarige single source agreement en gaat per direct in. Het eerste project dat valt onder de nieuwe samenwerking is het Duitse Nordlicht-cluster. Het contract wordt in eerste instantie getekend voor drie jaar en kan met nog eens vijf jaar worden verlengd  

Tijdens het inkoopproces werd veel aandacht besteed aan duurzaamheidsmaatregelen. TKF heeft specifieke toezeggingen gedaan die gaan helpen om de uitstoot van CO2 te verminderen en de circulariteit van onze kabels te vergroten, zoals het gebruik van koolstofarm aluminium en gerecycled koper voor het geleidemateriaal van de kabels.

'Wie te snel van het gas af wil, kan wel eens van een koude kermis thuiskomen'

’Nieuw soort warmtepomp maakt gasaansluiting helemaal overbodig’’ kopte RTL Nieuws een dezer dagen. De hybride warmtepomp wordt in het artikel afgedaan als een ‘onnodige tussenstap’. Zeker, met de nieuwe generatie volledig elektrische warmtepompen kunnen veel woningen van het gas af en dat is waar we in Nederland naar streven. Maar het is te kort door de bocht om hybride als tussenstap te zien, stelt  Martine Straver, Marketing Director, Bosch Thermotechniek B.V.

Voor een aanzienlijk deel van de Nederlandse huiseigenaren is een hybride warmtepomp juist de beste oplossing. Daar zijn een paar simpele redenen voor.

Ten eerste de kosten: met volledig gasloos verwarmen is een hogere investering gemoeid dan met hybride verwarmen. Niet alleen de warmtepomp zelf is duurder dan een hybride variant, er zijn vaak nogal wat bijkomende kosten. Veel woningen moeten eerst grondig worden aangepakt met extra isolatie en het aanleggen van vloerverwarming of een vergelijkbaar systeem. Doe je dat niet, dan gaat je rendement ook met de nieuwe warmtepompen flink omlaag.

Bovendien heb je voor gasloos verwarmen altijd een grotere warmtepomp nodig. Een hybride warmtepomp kan het af met minder vermogen. De cv-ketel zorgt immers voor warm water en fungeert als back-up op hele koude dagen. Eigenaren van oudere woningen kunnen dus direct gas besparen met een goedkopere hybride warmtepomp en zonder investeringen in isolatie, vloerverwarming en andere maatregelen. Een hybride warmtepomp bespaart gemiddeld wel 70 procent gas, blijkt uit onafhankelijk onderzoek. Ga je later alsnog investeren in isolatie of vloerverwarming, dan kan de temperatuur van de warmtepomp omlaag en levert hij een optimaal rendement.

Bijkomend voordeel van hybride verwarmen is dat je niet afhankelijk bent van een energiebron. Het systeem kiest automatisch de meest economische manier van verwarmen op basis van de geldende energietarieven.

Kortom: Volledig gasloos verwarmen is niet voor elke woning de beste oplossing. Door te snel all-electric te willen verwarmen, kun je wel eens van een koude kermis thuiskomen. Een hybride warmtepomp kan in veel gevallen ook voor de lange termijn de juiste keuze zijn.

Noordzeeconferentie gezamenlijke actie voor windenergie op zee

Maandag zetten de Noordzeelanden in Den Haag een grote stap vooruit om de plannen voor windenergie op zee te bevorderen. Een gezamenlijke Actie Agenda werkt toe naar een geïntegreerd energiesysteem in 2050, een duurzame en sterke toeleveringsketen in Europa en een beter evenwicht tussen energie en natuur op de Noordzee.

Eerder dit jaar spraken de Noordzeelanden en de Europese Commissie gezamenlijke ambities uit voor windenergie op de Noordzee. De Noordzee zal de grootste bron van duurzame energie in Europa worden. Voor deze gedeelde ambities is internationale samenwerking essentieel, daarom komen de Noordzeelanden dit jaar voor de tweede keer bijeen.

Deelnemers aan deze jaarlijkse ministeriële bijeenkomst zijn: België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Zweden en de Europese Commissie. Het Verenigd Koninkrijk was aanwezig als gast. In het afgelopen jaar was Nederland, samen met de Europese Commissie, voorzitter van de North Seas Energy Cooperation (NSEC).

Als covoorzitter was Nederland erop gebrand nationale ambities te vertalen naar Europese acties. De afspraken die zijn vastgelegd in de Actie Agenda brengen het European Wind Power Package (onlangs gepresenteerd door de Europese Commissie) naar de volgende fase. Tijdens de conferentie in Den Haag overhandigde minister Jetten de Actieagenda aan de nieuwe NSEC-voorzitter Denemarken.

Als onderdeel van deze ambitie lanceren de NSEC landen een gezamenlijke tenderplanning. De tenderplanning vertaalt de brede ambities van de NSEC-landen naar concrete vooruitgang, met elk jaar ongeveer 15 GW aan veilingen en tegen 2030 bijna 100 GW aan toekenningen. Dit zal de voorspelbaarheid in de windenergiesector vergroten en zorgen voor betere samenwerking. Het faciliteert bijvoorbeeld betere samenwerking en coördinatie op het gebied van kabels, leidingen, haveninfrastructuur en toegang tot grondstoffen. Dit helpt de Europese windenergiesector met hun middellange- en lange termijn (financiële) planning. Ook gaan de landen de infrastructuurplanning op zee beter coördineren. In januari 2024 zal het European Network of Transmission System Operators for Electricity (ENTSO-E) een gezamenlijk plan publiceren voor infrastructuur in de Noordzee, met input van NSEC-landen. Dit is een belangrijke stap op weg naar een Europees geïntegreerd energiesysteem in 2050. Dit plan houdt rekening met de noodzaak van een eerlijke balans met andere sectoren en gebruikers in de Noordzee, zoals de visserij- en transportindustrie.

De ontwikkeling van windenergie op zee moet in evenwicht plaatsvinden met andere Noordzeegebruikers en moet negatieve ecologische impact minimaliseren. Bovendien heeft de sector te maken met uitdagingen zoals hoge inflatie en stijgende grondstofprijzen, beperkte beschikbaarheid van arbeidskrachten en complexe vergunningverlening. Voor een gezonde windsector en een energieonafhankelijk Europa is onderlinge samenwerking tussen de lidstaten en de industrie vereist.

Dit laat ook een nieuwe studie uitgevoerd door Royal HaskoningDHV (in opdracht van NSEC) zien, die de cruciale rol van havens benadrukt in de ontwikkeling, het onderhoud en de systeemintegratie van offshore windenergie. De studie wijst erop dat zonder aanvullende gezamenlijke actie, de huidige en geplande capaciteit van havens rond de Noordzee onvoldoende is om de doelstellingen van 2030 te bereiken. Het toont de knelpunten voor havenontwikkeling en doet verschillende concrete aanbevelingen. Eén van deze aanbevelingen is het werken aan een gezamenlijke Europese tenderplanning, zoals voorzien onder het Europese Windenergie Actieplan.

maandag 20 november 2023

Omgevingsvergunning verleend voor bouw van subsidievrij Zonnepark Trekweg A6 bij Almere Buiten

Vattenfall mag een zonnepark bouwen naast de A6 bij Almere Buiten. Het college van B&W heeft de omgevingsvergunning verleend voor de bouw van het Zonnepark Trekweg A6.

Het gaat om een zonnepark van 25 hectare, waaronder 5 hectare groenzone. Het zonnepark met ongeveer 27.000 zonnepanelen komt te liggen op terrein van het Rijksvastgoedbedrijf tussen de Trekweg, de A6, de Buitenring en het Ibispad. De zonnepanelen zijn samen goed voor een verwachte opwek per jaar van 16,8 MWp.

Het plangebied ligt tussen de A6 en de Trekweg. De west- en oostzijde van het plangebied worden begrensd door bestaande bospercelen. Ten noorden van de Trekweg loopt parallel de Lage Vaart. Op dit moment heeft het plangebied een lage ecologische waarde omdat het lange tijd deels in gebruik is geweest als gronddepot. De komst van het zonnepark biedt kansen. Centraal in het ontwerp staan het versterken van de ecologische verbindingszone aan de Trekweg, borgen en bevorderen van de biodiversiteit en het zonnepark toegankelijk maken voor bezoekers.    

Het park wordt niet alleen zonder subsidies gebouwd, maar heeft nog een ander opvallend kenmerk: een biologische boer uit de omgeving zal tussen de panelen het gras maaien en bewerken en de ambitie is om dat te gebruiken als voer voor zijn vee. Het zogeheten meervoudig ruimtegebruik wordt mogelijk gemaakt dankzij de panelen die met de zon meedraaien. Verwacht wordt dat het gras beter groeit door de betere verdeling van licht en water in vergelijking met een niet-zonvolgend systeem. 

HVC stopt met het leveren van stroom en gas aan particulieren

HVC stopt per 1 januari 2024 met het leveren van stroom en gas aan huishoudens. Als publiek bedrijf wil HVC zich helemaal richten op het helpen verduurzamen van onze aandeelhoudende gemeenten en waterschappen, onder andere door het aanleggen van warmtenetten en het produceren van zonne- en windenergie.

In 2016 startte HVC met het leveren van stroom en gas aan particulieren. De zelf opgewekte stroom en groen gas leverde men toen al aan aandeelhoudende gemeenten en waterschappen voor verwarming en verlichting van gemeentehuizen, openbare gebouwen en diverse voorzieningen in de openbare ruimte, zoals lantaarnpalen en rioolgemalen.

HVC draagt haar stroom- en gasklanten over aan ‘om | nieuwe energie’. Om  is een energiecollectief dat groene energie levert en, net als HVC, gericht is op het realiseren van zoveel mogelijk milieuwinst. HVC blijft wel groene stroom en gas aan haar aandeelhouders leveren en warmte ten behoeve van aardgasvrije woningen en bedrijven.

Tennet lanceert 'Modulair Bouwen Large Projects' voor versnelde uitbreiding elektriciteitsnet

Tennet heeft de aftrap gegeven voor het programma 'Modulair Bouwen Large Projects'. De kick-off vond plaats in een bruisende Rijtuigenloods, samen met 300 gasten.

Het programma richt zich specifiek op de bouw van 380 kV-stations en hoogspanningsmasten voor de 380 kV-verbindingen. Door gebruik te maken van standaard ontwerpen en vaste modules wordt niet alleen technische duidelijkheid geboden, maar biedt ook voordelen voor inkoopprocessen, aankoop van percelen en omgevingsgesprekken.

Bovendien wordt herhalingswerk vermeden, waardoor ruimte ontstaat voor uitdagender en interessanter werk.

Sector slaat handen ineen voor prestatieborging van warmtepompen

Installateurs, fabrikanten en de overheid hebben afgesproken om samen te werken aan de prestatieborging van (hybride) warmtepompen. Hiermee krijgen kopers van een warmtepomp de zekerheid dat een warmtepomp een bepaalde warmtevoorziening en energiebesparing realiseert. Die zekerheid maakt de aanschaf van een warmtepomp aantrekkelijker.

De afspraken zijn onderdeel van het eerder aangekondigde plan om een (hybride) warmtepomp vanaf 2026 verplicht te stellen voor huishoudens van grondgebonden woningen die de aanschaf binnen zeven jaar kunnen terugverdienen.

Onderdeel van de prestatieborging is dat een bewoner vooraf duidelijk en gedegen advies krijgt over de geschiktheid en mogelijke prestaties van een (hybride) warmtepomp voor de eigen woning en advies hoe je deze het beste gebruikt. Ook krijgt een bewoner door monitoring inzage in het functioneren van de installatie in de praktijk en feedback/tips voor optimalisatie van gebruik. Op deze manier weet de bewoner zeker dat de prestatie van de warmtepomp overeenkomt met het advies. Door het verbruik te monitoren kunnen de instellingen van de warmtepomp verder geoptimaliseerd worden, waardoor extra besparingen mogelijk zijn.

De prestatieborging gaat over het samenspel tussen de (hybride) warmtepomp en het afgiftesysteem (radiatoren, convectoren, vloerverwarming), rekening houdend met de isolatiegraad van de woning en het gebruik. De borging is dus altijd woning-specifiek. Prestatieborging draait om diverse factoren waarover installateurs, fabrikanten en overheid samen afspraken maken in een zogeheten roadmap. Onderdeel van de roadmap zijn onderzoeken en pilots.  

Op basis daarvan worden afspraken gemaakt over de manier waarop de prestatieborging daadwerkelijk kan worden ingevoerd, inclusief afspraken over welke stappen gezet worden als de prestatie toch niet gehaald wordt. Inzet is om de prestatieborging te kunnen aanbieden vanaf ingang van de normering van verwarmingsinstallaties in 2026. De borging is gericht op (hybride) warmtepompen in woningen met een individuele verwarmingsinstallatie.

Vanaf 2026 gelden strengere eisen voor de efficiëntie van verwarmingsinstallaties, mits de woning of het gebouw daartoe geschikt is. Daarbij wordt de (hybride) warmtepomp de norm voor het verwarmen van onze woningen, winkels, scholen en kantoren. De normering stimuleert bovendien de innovatie van de warmtepomp. Momenteel verdient de investering in een (hybride) warmtepomp zich in veel gevallen binnen zeven jaar terug, gevolgd door een structureel lagere energierekening voor de gehele levensduur van de (hybride) warmtepomp. Met een hybride warmtepomp daalt het aardgasverbruik voor verwarming met gemiddeld 60% en de CO2-uitstoot met 25%. Doordat de stroom de komende jaren groener wordt, daalt de CO2-uitstoot nog verder.

De roadmap prestatieborging is een samenwerking tussen installateurs, fabrikanten, en de overheid. Bij de installateurs gaat het om Techniek Nederland en de installateurs die deel uitmaken van stichting TDI500. De fabrikanten zijn vertegenwoordigd door de NVI-GO en de Vereniging Warmtepompen. Daarnaast doen de Vereniging Distributie en Afgifte Industrie en TNO mee, net als het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

vrijdag 17 november 2023

Rotterdam The Hague Airport versnelt bijmengen duurzame vliegtuigbrandstof

Gisteren hebben Shell en RTHA een lange termijn overeenkomst getekend om met ingang van 2024 in alle vliegtuigen die tanken op RTHA duurzame vliegtuigbrandstof bij te gaan mengen.

Op de luchthaven wordt er bovenop de Europese bijmengverplichting van 6 tot minimaal 8 procent extra duurzame vliegtuigbrandstof bijgemengd. Zo kan er versneld doorgegroeid worden om de 14 procent doelstelling van de Nederlandse luchtvaartsector in 2030 te behalen. Duurzame vliegtuigbrandstof, ook wel Sustainable Aviation Fuel (SAF), behoort tot de weinige maatregelen die nu beschikbaar zijn om de uitstoot van de internationale luchtvaart terug te dringen.

Het toegevoegde deel duurzame brandstof kan leiden tot een CO2-reductie van 80 procent gemiddeld over de hele keten. Daarnaast zorgen deze brandstoffen tot minder uitstoot van roet en ultrafijnstof, dat bij hogere percentages bijmenging beter is voor de luchtkwaliteit.

Shell bouwt op het Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam een ​​fabriek voor biobrandstoffen met een capaciteit van 820.000 ton per jaar, die uit afvaloliën en -vetten SAF en hernieuwbare diesel zal produceren.

De prijs van SAF is nu nog veel hoger ten opzichte van fossiele kerosine. Daarnaast moet de productie van SAF op grote schaal nog op gang komen. Daarom is het belangrijk de extra bijmenging gefaseerd in te voeren. RTHA heeft ervoor gekozen om een lange termijn afspraak te maken met Shell zodat voor alle gebruikers het ingroeipad en de kosten duidelijk zijn.

Vanwege de Europese bijmengverplichting moet de luchtvaart in 2025 verplicht 2 procent SAF bijmengen. Dit neemt toe tot 6 procent in 2030. Echter, dit is niet genoeg om de ambitieuze doelen van de Nederlandse luchtvaartsector, zoals vastgelegd in het Akkoord Duurzame Luchtvaart, van 14 procent SAF in 2030 te kunnen behalen. RTHA wil daarom dat er extra bijgemengd wordt en start vervroegd met een ingroeipad van 2 procent in 2024. Hier komt tot 2030 elk jaar minimaal één procent bij. Op deze manier zal er minimaal 8 procent extra SAF in 2030 bijgemengd worden, bovenop de wettelijke 6 procent. Dankzij deze extra bijmenging wordt de doelstelling van 14 procent SAF op deze luchthaven in ieder geval behaald.

Delftse Startup Tarnoc ontvangt financiering voor ontwikkeling Turbineketel

Tarnoc, een techbedrijf gevestigd in Delft, heeft 800.000 euro opgehaald in de eerste fase van de ontwikkeling van de Turbineketel, een innovatieve duurzame verwarmingstechnologie.

Tarnoc is gespecialiseerd in de ontwikkeling van de Turbineketel, met als doel het vervangen van traditionele gasboilers door een volledig elektrisch alternatief dat binnen een dag kan worden geïnstalleerd. De gepatenteerde technologie achter de Turbineketel is schaalbaar en heeft het potentieel om het energieverbruik met 50 procent en CO2-uitstoot met 80 procent te verminderen. Het bedrijf zet zich in voor het bieden van schone en betaalbare verwarmingsoplossingen voor iedereen.

Na eerder meer dan 1,5 miljoen euro aan subsidies en pre-seed investeringen te hebben veiliggesteld en meerdere prijzen te hebben ontvangen, nodigt Tarnoc potentiële investeerders uit om deel te nemen aan de tweede fase van hun financieringsronde.

Boskalis neemt walstroomvoorziening in gebruik in Rotterdam

Boskalis heeft een grootschalige walstroomvoorziening in gebruik genomen op zijn locatie in de Waalhaven in Rotterdam. Bij dit servicecenter beschikt Boskalis over ligplaatsen waar schepen worden ge(de)mobiliseerd voor een variëteit aan eigen projecten.

Vanaf nu zullen de afgemeerde schepen hun diesel-aangedreven generatoren uitschakelen en gebruikmaken van groene walstroom. Daarnaast zal de walstroominstallatie van Rotterdam Shore Power, een joint venture van Eneco en Havenbedrijf Rotterdam, worden ingezet voor een variëteit aan elektrisch materieel dat Boskalis inzet voor de uitvoering van projecten in de regio.

De walstroominstallatie levert naar verwachting 2 GWh groene stroom per jaar, wat resulteert in een jaarlijkse CO2-reductie van 1.600 ton. Daarnaast draagt walstroom aanzienlijk bij aan een verbetering van de luchtkwaliteit door een vermindering van fijnstof- en stikstofuitstoot en draagt het positief bij aan de leefomgeving door een daling van het geluidsniveau.

De nieuwe walstroominstallatie is de tweede die is aangelegd door Rotterdam Shore Power. Eneco en Havenbedrijf Rotterdam willen de haven snel vergroenen. Jaarlijks doen tienduizenden schepen de Rotterdamse haven aan. Door walstroom kunnen zij hun dieselmotoren uit laten als ze aan de kade liggen. In 2030 moet minstens 90 procent van de offshoreschepen, veerboten, cruiseschepen, roll-on-roll-offschepen en containerschepen in Rotterdam gebruik maken van walstroom, wat zo’n 200.000 ton CO2 en 2500 ton stikstof scheelt. De nieuwe walstroominstallatie bij Boskalis is daarmee een nieuwe stap naar een schonere haven.

Afspraken met bp over versnelde vermindering van CO2-uitstoot

bp wil via de maatwerkaanpak de komende zes jaar versneld in Nederland, bij de bp Rotterdam Refinery, verduurzamen. Voor 2030 wil het bedrijf de CO2-uitstoot verminderen met 1,2 megaton. Dit betekent een reductie van 60 procent ten opzichte van 2020 en 0,2 megaton meer dan waar het bedrijf in 2030 wettelijk aan moet voldoen volgens het Klimaatakkoord. Daarnaast zet bp in op schonere lucht.

De intentieverklaring tussen het Rijk, de provincie en bp is vandaag op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in Den Haag getekend. Het is de tiende afgeronde Expression of Principles (EoP) binnen de Nederlandse maatwerkaanpak tot nu toe.

De intentieverklaring is een belangrijke stap om tot concrete en bindende maatwerkafspraken te komen tussen het Rijk en bp Rotterdam Refinery om sneller minder CO2 uit te stoten en bij te dragen aan een duurzame economie en een gezonde leefomgeving.

De raffinaderij van bp in Rotterdam is een van de grootste in West-Europa en zorgt voor ongeveer 2000 banen in de regio en indirect nog eens 12.000. Op deze locatie produceert het bedrijf brandstoffen voor het wegverkeer, de luchtvaart en scheepvaart en daarnaast smeermiddelen voor de industrie. Om de beoogde CO2-reductie te behalen wordt een aantal routes onderzocht.

Bp Rotterdam Refinery gaat een waterstoffabriek bouwen waar het bedrijf blauwe waterstof zal produceren om als duurzame brandstof te gebruiken. De waterstof wordt voornamelijk gemaakt uit restgassen van het raffinageproces. Bp gaat zowel de eigen restgassen opvangen als deze inzamelen bij andere bedrijven. Naast het eigen brandstofgebruik, levert het bedrijf straks dat deel van de blauwe waterstof dat met restgassen van anderen is geproduceerd, weer terug aan die bedrijven. Om waterstof te kunnen inzetten worden de huidige branders vernieuwd. Dit zal de stikstofuitstoot van dit gedeelte van het bedrijf met 20-30% verminderen in 2030, wat bijdraagt aan een schone lucht en een gezonde natuur.

De CO2 die bij de productie van deze waterstof vrijkomt, wordt afgevangen en opgeslagen in lege gasvelden in de Noordzee. Bp Rotterdam Refinery ziet Carbon Capture and Storage (CCS) als een tussenstap in de versnelde verduurzaming van de raffinaderij in 2030. Uiteindelijk wil het bedrijf groene, hernieuwbare waterstof gaan produceren om in te zetten in de raffinageprocessen in Rotterdam. Voor de productie van deze groene, hernieuwbare waterstof wordt dan groene elektriciteit gebruikt, bijvoorbeeld van wind op zee.

Naast de toepassing van waterstof in het productieproces onderzoekt het bedrijf een aantal andere opties om versneld te verduurzamen. Zo gaat het bedrijf steeds meer duurzame waterstof en biobrandstoffen bijmengen in alle benzine en diesel die het bedrijf produceert, waardoor het bedrijf ook een bijdrage levert aan de vermindering van de CO2-uitstoot van het wegverkeer en de (binnen)scheepvaart. Deze CO2-reductie kan oplopen tot 0,27 Mton in Nederland en daarbuiten.

Ook onderzoekt bp Rotterdam Refinery hoe ze een verdere bijdrage aan de verduurzaming van het wegverkeer kan leveren, bijvoorbeeld door ongeveer 200 elektrische snellaadpunten uit te rollen bij eigen tankstations en door biodiesel en waterstof aan te bieden voor het vrachtverkeer.

Bp Rotterdam Refinery erkent de potentie van de circulaire economie. In dit licht zal het bedrijf in de volgende fase daarom onderzoeken hoe de productie van ‘lower carbon’ producten kan toenemen.

Tot slot kijk het bedrijf of het mogelijk is om duurzame biobrandstof voor de luchtvaart te gaan produceren in Rotterdam, bijvoorbeeld uit plantaardige oliën en vetten

donderdag 16 november 2023

Minister Adriaansens bezoekt eerste virtuele stroomnetwerk van NL in Haarlemmermeer

Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) bracht vandaag een bezoek aan Schiphol Trade Park in gemeente Haarlemmermeer. Zij was daar op uitnodiging van wethouder Marja Ruigrok (EZ) om meer te horen over het eerste collectieve en duurzame energiesysteem van Nederland. Tijdens het bezoek werd ook stilgestaan bij Olifantsgras. Een bijzonder gewas wat rondom Schiphol groeit en voor vele doeleinden kan worden gebruikt.

In het hele land, dus ook in Haarlemmermeer, hebben ondernemers te maken met een tekort aan elektriciteit. Ook de ondernemers op Schiphol Trade Park (STP) werden met een beperkte stroomcapaciteit geconfronteerd toen zij daar twee jaar geleden op het businesspark arriveerden. Daarom zette de eigenaar van STP, SADC, samen met 15 aanwezige bedrijven, een energiecollectief op. Binnen dit virtuele netwerk, ook wel Energy Hub, delen de bedrijven de capaciteit op het bestaande net.

De bedrijven binnen het energiecollectief delen hun gereserveerde gecontracteerde stroomcapaciteit met elkaar om zo de drukte op het net te omzeilen. Dat gebeurt door middel van een lokaal, virtueel stroomnetwerk dat de gezamenlijke belasting op het stroomnet bewaakt door constant het stroomverbruik te meten. Op die manier kunnen bedrijven die geen of te weinig capaciteit hebben de ongebruikte capaciteit van bedrijven gebruiken die nog wel capaciteit hebben. Dat is slimmer, goedkoper en duurzamer want niet alleen krijgen alle bedrijven de elektriciteit die ze nodig hebben maar door te delen bespaart iedereen geld. Een bijkomend voordeel is dat onnodige CO2-uitstoot wordt vermeden.

Rijkswaterstaat start onderzoek naar laadpleinen voor elektrische vrachtwagens

In 2025 voeren veel steden zero-emissiezones in. Dit betekent dat de bevoorrading in principe plaatsvindt via elektrisch aangedreven transport, uitzonderingen middels overgangsregelingen, vrijstellingen en ontheffingen daargelaten. Mede door die ontwikkeling is de verwachting dat in 2030 10% van de vrachtwagens in Nederland elektrisch rijdt.

Om deze vrachtwagens te laten rijden is een landelijk dekkend netwerk van publieke en private laadpleinen cruciaal, zegt staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Vivianne Heijnen (Duurzame Mobiliteit). Zij heeft daarom Rijkswaterstaat opdracht gegeven een kennisprogramma naar laadpleinen voor elektrische vrachtwagens te bouwen. In het project verzamelt Rijkswaterstaat samen met marktpartijen en kennisinstellingen data, kennis en ervaringen over laadvoorzieningen voor elektrisch aangedreven vrachtwagens.

Staatssecretaris Heijnen heeft op 23 oktober 2023 het Living Lab Heavy Duty Laadpleinen officieel gestart in Rotterdam: ‘Toegang tot laadinfrastructuur is van groot belang om de transportsector draaiende te houden. We moeten leren van deze ervaringen zodat we de kennis van de koplopers naar de hele sector kunnen brengen.’

De uitkomsten van het onderzoek worden gebruikt om de inrichting en het gebruik van laadvoorzieningen voor elektrische vrachtwagens te verbeteren. Ook is het de bedoeling dat er meer duidelijkheid komt over investeringen in apparatuur, zoals een batterijsysteem.

In het living lab verzamelen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat met behulp van experimenten data op bestaande laadpleinen. Ze doen onderzoek naar onder andere de techniek van het laadplein, de verbinding met het bestaande energienet, de integratie in het logistieke proces, de ruimtelijke inrichting van een laadplein en de businesscase.

Port of Amsterdam versterkt Europese waterstofpositie

Samen met diverse partners, heeft Port of Amsterdam deze week drie overeenkomsten ondertekend die de positie van de haven als belangrijke leverancier van groene waterstof aan de Duitse markt versterken. De ondertekening vond plaats op dinsdag 14 november tijdens het H2 Connecting event in Duisburg, in het bijzijn van Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander. Het doel van dit evenement is het versterken van de samenwerking tussen Nederland en Duitsland op het gebied van duurzame waterstof en het leggen van de basis voor intra-Europese corridors. De drie getekende overeenkomsten dragen bij aan deze doelen.

De eerste overeenkomst is een Memorandum of Understanding (MoU), getekend met Port of Bilbao, Petronor, EVE, Zenith Energy Terminals, Evos Amsterdam en duisport. Het MoU bouwt voort op een samenwerkingsovereenkomst die eerder dit jaar is getekend met de havens Bilbao en Amsterdam, met als doel een corridor te ontwikkelen waarmee groene waterstof vanuit Baskenland kan worden geëxporteerd naar de Amsterdamse haven. Met de toevoeging van duisport wordt deze corridor uitgebreid, om zo de Baskische waterstof ook aan grote industriële afnemers in het Rijn-Ruhrgebied te leveren. De overeenkomst volgt hiermee de ambities van de Europese Unie om dergelijke intra-Europese corridors op te zetten.

Een belangrijk onderdeel van deze Spaans-Nederlands-Duitse groene waterstofcorridor is de verbinding tussen de havens van Amsterdam en Duisburg. Om te beoordelen welke technische en financiële vereisten, transportmodaliteiten en infrastructuur nodig zijn om een toeleveringsketen te realiseren, ondertekenden Port of Amsterdam en duisport een Joint Study Agreement (JSA).

Duisport is de grootste binnenhaven van Europa en wil een Europese waterstofhub worden.

Marktplaats voor de installatie van zonnepanelen Otovo haalt 40 miljoen euro op

Otovo, de grootste Europese marktplaats voor de installatie van zonnepanelen en thuisbatterijen, heeft voor 450 miljoen Noorse kronen (40 miljoen euro) aan kapitaal opgehaald. De financieringsronde werd geleid door de bestaande investeerders Å Energy, de Axel Johnson Group en Nysnø, het Noorse staatsfonds voor klimaatinvesteringen.

Aan de financieringsronde namen uitsluitend bestaande aandeelhouders deel. De Axel Johnson Group, de grootste investeerder die eerder 44 procent van Otovo’s aandelen in handen had via zijn dochteronderneming AxSol, ontving aandelen voor een bedrag van 104 miljoen Noorse kronen (ca. €9 miljoen). Nysnø ontving aandelen voor 29,4 miljoen Noorse kronen (2 miljoen euro) en Obos voor 5 miljoen Noorse kronen (400.000). Å Energi, het grote Scandinavische energiebedrijf dat in 2022 uit een fusie ontstond, was goed voor ruim de helft van de kapitaalinjectie. Het ontving voor 268 miljoen Noorse kronen (23 miljoen) aan aandelen.

De netto-opbrengst van de onderhandse aandelenplaatsing zal worden aangewend als groeikapitaal voor het opbouwen van posities in de Europese markt en algemene zakelijke doeleinden. Otovo wil winstgevend worden door een combinatie van omzetgroei, reducties van de operationele kosten en het te gelde maken van zijn abonnementen portefeuille.

Otovo haalde eerder in 2023 voor 1.100 miljoen Noorse kronen (100 miljoen) aan kapitaal op met de uitgifte van obligaties en voor nog eens 700 miljoen (ca. €60 miljoen) met twee aandelenuitgiften.