Pagina's

dinsdag 31 oktober 2023

Slimme camera’s moeten botsing zeearend met windmolens voorkomen

De Nederlandse zeearend doet het goed in Nederland. 2023 werd een recordjaar met 28 succesvolle nesten waaruit maar liefst 45 jongen uitvlogen.

Om de zeearend te beschermen tegen aanvaringen met een windturbine, investeert Windpark Zeewolde nu meerdere miljoenen euro’s in moderne camera’s die een zeearend kunnen herkennen. Als het camerasysteem een zeearend aan ziet komen, schakelen de windturbines in de buurt automatisch uit en krijgt de zeearend alle ruimte. Het systeem wordt medio 2024 geïnstalleerd.

Deze slimme camera’s kunnen op zo’n 1100 meter afstand herkennen dat er iets aan komt en het systeem gaat dan analyseren wat het is. Op zo’n 300 meter afstand wordt het besluit genomen of de windmolen stil moet staan of niet. De windmolen staat dan een paar minuten stil om vervolgens weer te gaan draaien.

Electriciteitsnet Noord Holland heeft de grenzen van zijn capaciteit bereikt

In Noord-Holland heeft nu ook het hoogspanningsnet van TenneT de grenzen van zijn capaciteit bereikt voor de levering van elektriciteit aan grootverbruikers.

TenneT gaat samen met regionale netbeheerder Liander onderzoek doen naar oplossingen die op korte termijn ruimte op het net maken, zoals spitsmijden door grootverbruikers. TenneT verwacht de uitkomsten van dit onderzoek rond de zomer van 2024 te kunnen presenteren.

De afgelopen jaren heeft het regionale elektriciteitsnet van Liander op veel plaatsen in Noord-Holland de maximale capaciteit bereikt. Daardoor is een wachtlijst ontstaan voor klanten die (extra) capaciteit willen.    

Nu heeft ook het hoogspanningsnet van TenneT in de provincie de grenzen van zijn capaciteit bereikt voor de levering van elektriciteit aan grootverbruikers. Dit betekent dat aanvragen voor capaciteit vanaf vandaag, 18 oktober, ook op de wachtlijst komen.

Grootverbruikers die vóór 18 oktober op de wachtlijst stonden, worden in principe geholpen wanneer het Liander-knelpunt is opgelost. TenneT gaat eerst samen met Liander onderzoek doen naar oplossingen die op korte termijn extra capaciteit mogelijk maken, zoals spitsmijden door grootverbruikers. TenneT verwacht de uitkomsten van dit onderzoek rond de zomer van 2024 te kunnen presenteren. Ondertussen werken de netbeheerders overal in de provincie aan verzwaring en uitbreiding van het elektriciteitsnet.

SDE++ 2023: mijlpalen op korte termijn, meer nodig voor lange termijn

Minister Jetten heeft de Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de SDE++ 2023. Van 5 september tot en met 5 oktober vond de openstelling van de SDE++ in 2023 plaats. Hiervoor was een openstellingsbudget van 8 miljard euro beschikbaar.

Gedurende de openstelling zijn er 1.970 subsidieaanvragen ingediend, met een budgetclaim van in totaal circa 16,3 miljard euro. Dat is een record. In de ronde van 2023 zien we mijlpalen voor de sector op korte termijn, maar er zijn ook zorgen op lange termijn.

Zonnestroom springt er op een opvallende manier uit. Projecten op daken en land zijn voor het eerst in de negatieve cijfers beland als het gaat om gemiddelde subsidie intensiteit. Dat betekent dat de overheid ervanuit gaat dat er geen subsidie uitgekeerd hoeft te worden aan deze projecten. De SDE++ werkt immers als garantiefonds, en keert alleen uit wanneer er subsidie gedurende de looptijd van de projecten nodig is. Concreet betekent dit resultaat dat de zonne-energie sector in staat is om 3,3 gigawatt aan projecten te realiseren, zonder dat daar naar de inschatting van de overheid belastinggeld voor nodig zal zijn. Een resultaat waar wij als branchevereniging trots op zijn.

Daarnaast zien we in de cijfers ook terug dat we voor hetzelfde budget vijftig procent meer duurzame energie zullen gaan realiseren ten opzichte van vorig jaar en het jaar daarvoor. Dit jaar realiseren we met gevraagd SDE++ budget van 1,1 miljard euro 3,3 gigawatt aan projecten. In 2022 deden we met een soortgelijk budget 2,2 gigawatt aan projecten.

De SDE++ loopt tot 2025 voor zon- en wind. De minister geeft aan graag met de energie producerende sectoren in gesprek te gaan om het over een opvolger van de SDE++ te hebben. Want zoals Trinomics aangeeft is er echt een opvolger nodig om de doelstellingen te gaan halen.

maandag 30 oktober 2023

Automerken tonen weinig interesse in bidirectioneel laden

In een tijd waarin duurzaamheid en de energietransitie centraal staan, blijkt uit recent onderzoek van jeroen.nl dat automerken aarzelen om de mogelijkheden van bidirectioneel laden volledig te omarmen. Bidirectioneel laden, het vermogen van elektrische auto's om niet alleen energie op te slaan, maar ook terug te leveren, kan een cruciale rol spelen in de overgang naar schone energie.

Het onderzoek, uitgevoerd tussen augustus tot oktober 2023, werpt een licht op de houding van 67 automerken ten opzichte van bidirectioneel laden. Opvallend genoeg gaf bijna de helft van deze merken geen enkele reactie op vragen over deze innovatieve technologie, wat suggereert dat er ofwel weinig interesse is of dat de klantenservice te wensen overlaat.

Van de merken die wel hebben gereageerd, blijkt dat slechts een handvol volledige ondersteuning biedt voor bidirectioneel laden, wat betekent dat hun elektrische voertuigen niet alleen kunnen opladen, maar ook energie kunnen terugleveren aan het elektriciteitsnet, thuis en zelfs aan apparaten. Enkele van deze vooruitstrevende merken zijn onder andere Volvo, Polestar, Kia en Lucid Motors.

Het onderzoek wijst ook op de verschillende aspecten van bidirectioneel laden, zoals V2G (vehicle to grid), V2L (vehicle to load) en V2H (vehicle to home). V2G stelt elektrische auto's in staat om overtollige energie terug te leveren aan het elektriciteitsnet, V2L maakt het mogelijk om apparaten van stroom te voorzien, terwijl V2H de energie teruglevert aan huizen of kantoren. Deze veelzijdige mogelijkheden kunnen een belangrijke rol spelen in het stabiliseren van het elektriciteitsnet en het opslaan van duurzaam opgewekte energie.

Met de groeiende urgentie van duurzaamheid en de behoefte aan oplossingen voor energieopslag, roept het gebrek aan enthousiasme van veel automerken ten aanzien van bidirectioneel laden belangrijke vragen op. Deze technologie heeft het potentieel om de energietransitie te versnellen en tegelijkertijd huishoudens te voorzien van de mogelijkheid om hun eigen duurzaam opgewekte energie op te slaan en te gebruiken wanneer dat het meest nodig is.

Het onderzoek benadrukt de noodzaak voor automerken om zich meer te richten op deze veelbelovende technologie en hun klanten de mogelijkheid te bieden om volledig te profiteren van bidirectioneel laden.

Winkelcentrum Sterrenburg aangesloten op warmtenet Dordrecht

Begin oktober draaiden Marcel van de Wetering (ontwikkeling en verkoop HVC) en Pieter Polman (directeur Wereldhave Nederland) samen symbolisch de gaskraan dicht: Winkel Sterrenburg in Dordrecht is daarmee definitief overgestapt op warmte van HVC.

De reden van de overstap lijkt voor de hand te liggen, maar toch vormt de energiecrisis voor Sterrenburg niet de belangrijkste aanleiding. 'Voor ons is duurzaamheid erg belangrijk, daar zijn we al jaren mee bezig. We namen in de afgelopen jaren al vele duurzaamheidsmaatregelen zoals zonnepanelen, ledverlichting en de toepassing van slimme installaties, maar de transformatie van ons centrum bleek een uitgelezen kans om ook direct van gas naar stadswarmte over te schakelen,' aldus Thari van Aalst, Asset Manager van Sterrenburg namens Wereldhave.
 

Bouw nieuw elektriciteitsstation Zuidplaspolder bij Zevenhuizen gestart


TenneT, Liander en Stedin zijn begonnen met de bouw van het nieuwe elektriciteitsstation in de Zuidplaspolder bij Zevenhuizen. Als de werkzaamheden eind 2025 zijn afgerond, zorgt dit voor een aanzienlijke vergroting van de transportcapaciteit van elektriciteit in de regio.

In Zevenhuizen, Waddinxveen, Boskoop, Moerkapelle en Hazerswoude-dorp kunnen bedrijven worden aangesloten die nu op de wachtlijst staan als gevolg van de congestie op het elektriciteitsnet en wordt ruimte gecreëerd voor meer nieuwbouw in de regio.

Door met een grote hamer symbolisch de eerste paal in de grond te slaan, gaven de netbeheerders en de gemeente Zuidplas officieel het startsein voor de bouw van het nieuwe elektriciteitsstation. Frank Wester (TenneT), Monique Hoogwijk (Liander) en Maarten Bijl (Stedin) vertegenwoordigden de netbeheerders. Namens de gemeente Zuidplas waren wethouders Wybe Zijlstra en Jan Willem Schuurman aanwezig.

Op het terrein van het elektriciteitsstation Zuidplaspolder komen meerdere transformatoren te staan. Voor Liander worden drie transformatoren van 80 megavoltampère (MVA) in bedrijf genomen en 1 als backup. Stedin neemt twee transformatoren van 90 MVA in bedrijf en een als backup. Zo blijft in geval van storing of onderhoud de levering van elektriciteit gegarandeerd.

TenneT bouwt op het terrein een zogeheten schakeltuin. Deze is nodig om hoogspanningslijnen en componenten op het station aan of af te schakelen. De totale oppervlakte van het terrein van het nieuwe station is ongeveer 7 hectare (67.000 m2).

Bij het ontwerp van het station is er veel aandacht besteed aan de landschappelijke inpassing en het vergroten van de biodiversiteit. Zo worden de gebouwen afgewerkt met groene stenen in vier verschillende tinten, aansluitend bij de landelijke omgeving. Na de bouwfase wordt het terrein ingericht met natuurlijke oevers en rietbeplanting en komt er een kruidenrijk grasveld, nestkasten voor torenvalken en uilen en een strook voor insecten. Dit om de biodiversiteit rond het station te versterken.

vrijdag 27 oktober 2023

Koning Willem-Alexander start aanleg landelijk waterstofnetwerk Gasunie

Koning Willem Alexander heeft vrijdagmiddag 27 oktober de starthandeling verricht voor de aanleg van het landelijke waterstofnetwerk in Nederland.

Koning Willem-Alexander deed dat op het bouwterrein van Gasuniedochter Hynetwork Services in de Rotterdamse haven, waar aannemer Visser & Smit Hanab het eerste deel van het landelijke netwerk aanlegt. Het landelijke waterstofnetwerk, dat ongeveer 1,5 miljard euro zal kosten, verbindt vanaf 2030 de grote industriële regio’s in Nederland met elkaar en met Duitsland en België. Vorig jaar kreeg Gasunie van het kabinet de opdracht het waterstofnetwerk te ontwikkelen.

Na de officiële start kreeg Koning Willem-Alexander een rondleiding over de bouwplaats door medewerkers van Gasunie en de aannemer. Bij de aanleg wordt gewerkt met duurzaam, emissieloos materieel en maakt Gasunie onder meer gebruik van HyTap, een unieke techniek om eindgebruikers veilig aan te kunnen sluiten op de waterstofleidingen. Aansluitend sprak de Koning met diverse betrokken organisaties uit binnen- en buitenland over de verduurzaming van het bedrijfsleven, de rol van waterstof binnen een duurzaam energiesysteem, het transport van waterstof en over importmogelijkheden.
 
Waterstof speelt een cruciale rol bij de verduurzaming van de energievoorziening. Bijvoorbeeld in de verduurzaming van industrie en zwaar transport. Eén van de randvoorwaarden voor de ontwikkeling van een waterstofmarkt is de infrastructuur voor transport en opslag. Door als eerste Europese land de infrastructuur voor waterstof op orde te hebben, kan Nederland een belangrijk knooppunt voor duurzame energie zijn.
 
Het eerste deel van het waterstofnetwerk, een traject van meer dan 30 kilometer, loopt in Rotterdam van de Tweede Maasvlakte naar Pernis, en kan naar verwachting in 2025 in gebruik genomen worden. Het landelijke netwerk krijgt uiteindelijk een lengte van 1.200 kilometer en bestaat grotendeels uit bestaande aardgasleidingen die zullen worden hergebruikt. Het netwerk zal verbindingen hebben met grootschalige waterstofproductiefaciliteiten, importterminals in de zeehavens en bedrijven in binnen- en buitenland die waterstof gaan gebruiken om te verduurzamen.

Stedin vernieuwt netwerk in Amersfoort

Stedin is gestart met de vernieuwing en verzwaring van het elektriciteitsnet in de gemeente Amersfoort. Dat is hard nodig om aan de grote vraag naar elektriciteit te kunnen voldoen.

Stedin ziet de afgelopen jaren een sterke groei in het elektriciteitsverbruik van consumenten en ondernemers door aanschaf van warmtepompen, elektrische auto’s, zonnepanelen en andere apparatuur. Hiervoor is veel meer capaciteit op het elektriciteitsnet nodig dan waarop het oorspronkelijke net is ingericht. Dit betekent dat er meer en dikkere kabels moeten worden aangelegd. Een klus die gefaseerd wordt uitgevoerd.

Stedin vernieuwt in de gemeente Amersfoort een flink aantal elektriciteitskabels, er komen vier nieuwe elektriciteitshuisjes (elektriciteitsstations) bij en 26 bestaande elektriciteitshuisjes worden omgebouwd naar nieuwe installaties. Deze verzwaring, het bouwen van extra elektriciteitshuisjes en het leggen van nieuwe kabels, is nodig omdat de vraag naar elektriciteit snel toeneemt.

Twee nieuwe hoogspanningsstations Amersfoort-Noord en Soest/ Baarn moeten zorgen voor meer capaciteit. Daarnaast bouwt Stedin vier verdeelstations en 400 middenspanningsruimten in de omgeving van Amersfoort. Het nieuwe station Amersfoort-Noord moet moet uiterlijk in 2030 klaar zijn. In Soest plaatst Stedin opnieuw transformatoren op station Soest 1 (Stadhouderlaan) om vanaf 2025 meer capaciteit te hebben in Baarn, Soest en Eemnes.

Voordat de werkzaamheden starten ontvangen de omwonenden een brief met meer informatie en licht Stedin ondernemers in. Gedurende de werkzaamheden blijven de winkels, de horeca en de woningen altijd (te voet) bereikbaar. Hulpdiensten kunnen altijd woningen bereiken.

Afspraken met LyondellBasell over versnelde vermindering van CO2-uitstoot

Overstappen naar groene elektriciteit, van aardgas naar waterstof als brandstof en de mogelijkheden verkennen van ondergrondse CO2-opslag. Dat zijn op hoofdlijnen de verduurzamingstappen die chemiebedrijf LyondellBasell in de komende zes jaar wil zetten.

Met deze stappen wil het bedrijf voor 2030 zijn CO2-uitstoot verminderen met 0,35 tot 0,55 megaton. Dit betekent een reductie van 35% tot 55% ten opzichte van de uitstoot in 2020. De plannen zijn opgenomen in een intentieverklaring tussen de overheid en het bedrijf. Namens de provincie Zuid-Holland zette gedeputeerde Jeannette Baljeu haar handtekening onder deze verklaring.

Jeannette Baljeu: “Deze intentieverklaring is een belangrijke stap om tot concrete en bindende maatwerkafspraken te komen tussen overheid en industriële bedrijven. De maatwerkafspraken zijn nodig om de verduurzaming van de industrie te versnellen en daarmee milieuwinst en stikstofreductie te behalen.”

LyondellBasell heeft in Nederland vijf productielocaties, het hoofdkantoor voor Europa en Azië en zorgt voor ongeveer 1.950 banen. In Nederland verwerkt LyondellBasell grondstoffen die nodig zijn voor onze dagelijkse producten zoals wasmiddelen, matrassen, sportschoenen en cosmetica, maar ook voor biobrandstoffen, isolatiematerialen en windmolenbladen. Om het productieproces in de fabrieken in het cluster Rotterdam-Moerdijk te verduurzamen worden drie routes onderzocht.

De eerste route is het gedeeltelijk overstappen naar groene elektriciteit. Hiervoor wil het bedrijf de mogelijkheden onderzoeken om installaties om te bouwen die nu nog gebruikmaken van fossiele brandstoffen. De tweede route is het gedeeltelijk overstappen van aardgas naar waterstof als brandstof. Als mogelijke derde route wordt gekeken of Carbon Capture and Storage (CCS) ingezet kan worden als tussenstap in de verduurzaming, met name als de randvoorwaarden voor de eerste 2 routes op korte termijn niet toereikend zijn.

Uiteindelijk wil het bedrijf volledig overstappen op het gebruik van groene elektriciteit en waterstof in productieprocessen, waardoor er dan helemaal geen CO2 meer wordt uitgestoten.

LyondellBasell is daarnaast met andere bedrijven van plan te investeren in een stoomnetwerk, waarbij de uitwisseling van restwarmte tussen industriële bedrijven mogelijk wordt. Hierdoor hoeven deze bedrijven in het cluster zelf geen of minder stoom op te wekken. Met dit project kan aardgas worden bespaard en daarmee CO2 en stikstof gereduceerd.

Westerscheldetunnel krijgt nog dit jaar LED

Aan het einde van dit jaar rijden automobilisten door een compleet nieuw verlichte Westerscheldetunnel. De huidige energieslurpende lampen worden vervangen door LED.

De bijna 7 kilometer lange tunnel wordt 24 uur per dag nog altijd verlicht met lampen die er twintig jaar geleden bij de oplevering zijn ingezet. Hoewel het huidige systeem in principe nóg vijf jaar mee zou moeten gaan, is daarom toch besloten om de verlichting te vervangen.

De huidige lampen moeten ongeveer elke 2,5 jaar worden vervangen, waar dat straks om de tien jaar zal zijn.

De Statenfractie van de Partij voor Zeeland (PvZ) vroeg zich af of de huidige ‘spaarzame’ verlichting in de tunnel geen ‘misplaatste Zeeuwse zuinigheid’ is die ten koste gaat van de veiligheid en het veiligheidsgevoel. Het antwoord van het dagelijks provinciebestuur: de Westerscheldetunnel is, gelet op zijn lengte, een nachttunnel. Die gaat uit van een minimale hoeveelheid licht die nodig is voor een veilige verkeerssituatie.

Rijk en medeoverheden: ‘Nee tenzij’ voor zonnepanelen op landbouw- en natuurgronden

Het Rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW) hebben afspraken gemaakt over het multifunctioneel gebruiken van locaties voor de opwekking van zonne-energie. Eerst wordt gekeken of plaatsing op daken en gevels mogelijk is, daarna komen andere locaties in beeld, zoals parkeerplaatsen, stortplaatsen en langs wegen in beeld. Gezien het grote beslag op de schaarse ruimte in Nederland zijn zonneweides en zonneparken op landbouw- en natuurgronden, met enkele uitzonderingen, niet langer toegestaan. De ‘voorkeursvolgorde zon’ wordt daar waar dat nog niet is gebeurd, door de provincies juridisch vastgelegd in de provinciale verordeningen. Tegelijkertijd blijven de afspraken in de RES (Regionale Energie Strategie) overeind staan, en onderschrijven Rijk en medeoverheden het belang van het halen van de doelstellingen.

Dat schrijft minister De Jonge (Binnenlandse Zaken, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) mede namens minister Jetten (Klimaat en Energie) in een brief aan de Tweede Kamer.

Nederland staat voor urgente opgaven op het gebied van landbouw, woningbouw, infrastructuur, natuur en economie, die allemaal om meer ruimte vragen. Ook is ruimte nodig voor de doelstellingen van de opwek van duurzame energie. Maar de hoeveelheid ruimte is schaars. In de contourennotitie Nota Ruimte is afgesproken dat multifunctioneel gebruik van de ruimte de norm is. Dat geldt dus ook voor het toepassen van zon-PV.

Uitgangspunt is dat zonnepanelen zoveel mogelijk op daken en gevels komen of in combinatie met ander functies worden toegepast. Rijk en mede-overheden stimuleren de plaatsing van zonnepanelen op daken van gebouwen, maar ook op bijvoorbeeld kassen, industrieterreinen, stortplaatsen en boven parkeerplaatsen. 

Belangrijke voorwaarde is dat multifunctionele combinaties landschappelijk goed inpasbaar zijn en passen op het elektriciteitsnet. Daarmee blijven de doelstellingen voor de RES-opgave onveranderd. Gebruik van landbouw- en natuurgronden voor zonne-energie is niet langer toegestaan, enkele uitzonderingen daargelaten.

donderdag 26 oktober 2023

Verwijdering van de assen uit de terril van Hénâ

Begin oktober werd in aanwezigheid van Sophie Thémont, burgemeester van Flémalle, een toelichting gegeven over de verwijdering van vijftig procent van de 2,3 miljoen ton vliegas uit de terril van Hénâ in Awirs (Flémalle). Het project heeft als doel de biodiversiteit op de site te herstellen tegen 2029.

Het project voor de verwijdering van vliegassen uit de terril van Hénâ in Flémalle in de regio Luik is halverwege. Het doel is om de site van Hénâ terug in zijn vroegere natuurlijke staat te herstellen door de assen, afkomstig van de verbranding van steenkool in de elektriciteitscentrale van Awirs van ENGIE tussen 1952 en 1972, op een veilige manier te verwijderen. Hiervoor deed ENGIE een beroep op RECYBEL. RECYBEL is een samenwerkingsverband tussen ENGIE en cementfabrikanten CCB en CBR.

RECYBEL is gestart met de werkzaamheden in 2016 en heeft inmiddels meer dan 1.200.000 ton verwijderd, wat neerkomt op de helft van de terril. Zijn prioriteiten zijn de veiligheid van de site, de beperking van de overlast, de naleving van het lastenboek van de cementfabrikanten en een goede communicatie met de omwonenden en de overheden.

De assen worden verwijderd via een gesloten en geluidsdichte transportband van 1,7 kilometer lang. Nadien worden ze op binnenschepen geladen, een bijzonder milieuvriendelijk transportmiddel, op weg naar de cementfabrikanten.

‘Transitie naar elektrisch rijden voor bedrijven zwaar vertraagd’

Vanaf 2025 zijn in tal van Nederlandse gemeenten uitstootvrije zones van kracht, maar dat is allerminst te merken aan het aantal aanvragen voor laadpalen en bijbehorende infrastructuur. De grote transitie naar elektrisch rijden vindt waarschijnlijker plaats in aanloop naar 2030, blijkt uit een marktverkenning van het Delftse elektriciteits-infrastructuurbedrijf Joulz. In de marktverkenning stuitte het op een opzienbarende reden daarvoor: landelijke wetgeving maakt het mogelijk dat bedrijven tot 2030 met de laatste generatie diesel- en benzineauto’s in die zero-emissiezones kunnen komen. Dus wordt elektrificatie door het gros van de bedrijven op de langere baan geschoven.

'Mijn verwachting is dat er voor 2025 nog een grote dieselhausse losbarst, ook omdat per 2025 de aankoopbelastingsvrijstelling voor ondernemers komt te vervallen', aldus Sytse Zuidema, CEO van Joulz. 'De meeste bedrijven zullen in de nabije toekomst slechts een klein deel van hun vloot elektrificeren om de komende vijf jaar nog te experimenteren.'

Joulz, een voormalig onderdeel van netbeheerder Stedin, specialiseert zich met name in oplossingen voor de energietransitie en op dit moment netcongestie, de overbelasting van het publieke elektriciteitsnet waardoor nieuwe en bestaande bedrijven en bedrijventerreinen in grote delen van Nederland geen toereikende elektriciteitsaansluiting meer kunnen krijgen. Joulz adviseert momenteel diverse klanten bij de overgang van hun “werkvloot” naar volledig elektrisch. De onderneming heeft zo’n 20.000 klanten in het Nederlandse mkb en het grootbedrijf.

Op dit moment blijkt slechts 2 à 3 procent van het wagenpark voor stadsvervoer geëlektrificeerd. Joulz-CEO Zuidema: 'Er is altijd een zekere weerstand tegen grote veranderingen. De overgangsregeling in kwestie maakt de urgentie voor bedrijven om over te stappen op emissievrij vervoer er niet groter op. Zeker niet als zij eind volgend jaar op de valreep nog voordelig diesel- of benzineauto’s kunnen aanschaffen.' Maar vergis je niet, waarschuwt Zuidema, “de bedrijven die wel grotendeels of volledig overstappen, de early adapters, hebben straks een voorsprong waarmee ze hun voordeel kunnen doen. Zij hebben het laden van hun vloot dan al geïntegreerd in hun logistieke planning en hun energie-infrastructuur op orde. Partijen die dit grootschalig aanpakken hebben juist daardoor een voordeel ten opzichte van partijen die hier kleinschalig mee hebben geëxperimenteerd.'

Bedrijven die besluiten pas in aanloop naar 2030 over te gaan op de aanschaf van elektrische voertuigen en de bijbehorende laadinfrastructuur lopen niet alleen die voorsprong mis maar maken het zichzelf ook op een andere manier moeilijk, stelt Zuidema. “Het netcongestieprobleem maakt het krijgen van een nieuwe netaansluiting nu al erg lastig. Het wordt over een paar jaar nog vele malen moeilijker als heel ondernemend Nederland over moet op emissievrij vervoer. Door nu al over te stappen voorkom je als ondernemer de nodige hoofdbrekens. De transitie is onvermijdelijk. Je kunt maar beter snel beginnen en overal zijn goede oplossingen voor.'

Op grote schaal overstappen op uitstootvrij vervoer wordt hoe dan ook een complexe operatie. Voor een totale elektrificatie van het Nederlandse bedrijfswagenpark in 2050 moet op jaarbasis worden voldaan aan een vraag van 17 terawattuur. Dat is een equivalent van het huidige jaargebruik van 6,8 miljoen gemiddelde huishoudens. Met het huidige ‘verstopte’ elektriciteitsnet kan dit niet geleverd worden. In plaats daarvan moet het voor een groot deel lokaal worden opgewekt. Zuidema: 'Daar komen wij om de hoek kijken. Door laadpalen te installeren in combinatie met lokale opwekking van zonne-energie, batterijen en software die de energie verdeelt afhankelijk van de capaciteit en de behoefte, zorgt Joulz ervoor dat bedrijven en bedrijventerreinen ondanks de netcongestieproblemen hun verduurzamingsplannen alsnog kunnen doorzetten.'

Solvabiliteitsonderzoek 2023: Energieleveranciers ongeschonden uit crisis

Hoewel de energiemarkt zich in 2022 in een diepe crisis bevond, zijn alle energieleveranciers goed uit de strijd gekomen. Alle achttien door de Vastelastenbond onderzochte energiebedrijven hebben een positieve solvabiliteit. Een aantal partijen is er zelfs in geslaagd om uit de rode cijfers te klimmen.

Op basis van de jaarcijfers van 2022 zijn er geen energiebedrijven met een negatieve solvabiliteit te noteren. Mega Energie stond er vorig jaar nog slecht voor, maar deze leverancier wist het tij te keren. De nieuwkomer, die sinds eind vorig jaar in Nederland actief is, levert ook energie in Frankrijk en België.

Bij het beoordelen van de solvabiliteit heeft de Vastelastenbond gekeken naar de jaarcijfers die energieleveranciers hebben gedeponeerd. Vattenfall en Engie hadden met een dalende solvabiliteit te maken. Bij het merendeel van deze bedrijven ging het om een lichte daling, maar Vattenfall zag de solvabiliteit bijna halveren.

Door geen contracten met vaste tarieven meer aan te bieden, konden de leveranciers de hoge inkoopkosten voor gas aan de klanten doorrekenen. Variabele tarieven pasten zich aan de markt aan en dat zorgde ervoor dat de energierekening per maand kon verschillen.

De Vastelastenbond helpt consumenten sinds 2004 om hun vaste lasten te verlagen. Zo beheren ervaren adviseurs van het bedrijf uit Eindhoven de energiezaken en schadeverzekeringen voor duizenden klanten. Omdat klanten via een abonnementsvorm betalen, is de Vastelastenbond volledig onafhankelijk.

woensdag 25 oktober 2023

Hergebruik van offshore leidingen voor waterstoftransport mogelijk voor 2030

Guidehouse en Enersea hebben een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor de inzet van deze bestaande offshore gasleidingen voor waterstoftransport. Het onderzoek wijst uit dat de bestaande leidingen NGT en NOGAT ingezet kunnen worden voor transport van waterstof voor 2030. Dit is mogelijk door sommige bestaande aardgasstromen te herrouteren om zo bestaande en toekomstige klanten te blijven bedienen.
 
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Noordgastransport (NGT) en NOGAT - exploitanten van twee van de drie grote transportpijpleidingen op de Nederlandse Noordzee. De twee pijpleidingen hebben elk een capaciteit van 10 tot 14 Gigawatt en zijn vorig jaar al gecertificeerd voor waterstoftransport door Bureau Veritas Inspectie en certificering.

De voordelen van hergebruik ten opzichte van het installeren van nieuwe pijpleidingen zijn evident: het is goedkoper en het kan veel sneller. Er zijn minder vergunningen nodig en de impact op het milieu is veel lager, omdat de pijpleidingen al aanwezig zijn en er geen nieuwe leidingen door kwetsbare kustgebieden aangelegd hoeven te worden. Daarnaast is er minder ruimtebeslag op de toch al zo drukke Noordzee. Tijdens het onderzoek is het transport van waterstof, dat op de Noordzee zal worden geproduceerd, naar land onderzocht. De onderzoeksvraag was of en binnen welk tijdsbestek de pijpleidingen geschikt gemaakt kunnen worden.

Voor dit onderzoek hebben Guidehouse en Enersea twee hoofdscenario’s ontwikkeld die al tegen 2030 gerealiseerd kunnen worden. Bij beide scenario’s komt één van de leidingen volledig beschikbaar komt voor waterstof; de andere pijplijn blijft het transport van de bestaande en toekomstige aardgasproductie faciliteren.

In deze scenario’s zou naast pure waterstof ook blending - het bijmengen van waterstof bij aardgas - mogelijk zijn. De voordelen van deze scenario’s zijn groot. Het betekent dat de weg voor de uitrol van grootschalige productie van waterstof op zee open ligt. Zo kent hergebruik significant lagere kosten ten opzichte van het aanleggen van een nieuwe pijpleiding met dezelfde capaciteit. Afhankelijk van de keuze kan hergebruik een kostenbesparing tot 90 procent opleveren in vergelijking met de installatie van een nieuwe pijplijn. Een ander voordeel is de beperkte milieu-impact. Aangezien er geen volledig nieuw leidingensysteem hoeft te worden aangelegd, worden de zeebodem en kwetsbare natuur, zoals de duinen en de Waddenzee, niet onnodig aangetast.

De NOGAT- en NGT-leidingen zijn goed gepositioneerd ten opzichte van de grote geplande windparken in het noorden en tevens voor de geplande pilot ‘Ten Noorden van de Wadden’. Om deze parken aan te sluiten, is alleen de aanleg van enkele korte nieuwe offshore-leidingen noodzakelijk, waardoor uiteindelijk een ringleiding op zee ontstaat. Als op termijn beide leidingen beschikbaar zijn, wordt de capaciteit per leiding 14GW opgewekte waterstof.

De bestaande ringleiding is al verbonden met Denemarken - via de bestaande NOGAT-TYRA-DENEMARKEN- verbinding - en biedt goede mogelijkheden voor verbinding met andere landen aan de Noordzee. Voorbeelden zijn het aansluitingen van de westelijke tak van de NGT met Engelse bestaande gasleidingen of een verbinding met het Duitse Aquaventus/ Aquaductus-project. Bestaande aangesloten gasvelden kunnen op termijn dienen als opslag, zowel om tijdelijke fluctuaties ten gevolge van de variabiliteit van wind op te vangen, als om strategische voorraden aan waterstof aan te houden.
 
De uitkomsten van het onderzoek worden beschouwd als belangrijke bouwstenen voor toekomstig beleid en worden aangeboden aan relevante (overheids)instanties.

Inloopbijeenkomst op 7 november over uitbreiding energienetwerk Diemen-Lelystad-Ens

Op dinsdag 7 november is van 19.00 en 21.00 in Bussum een informatiebijeenkomst over de uitbreiding van het energienet tussen Diemen, Lelystad en Ens (Noordoostpolder).

Geïnteresseerden kunnen dan meer informatie krijgen over waar en hoe de overheid van plan is om de hoogspanningskabels- en stations te plaatsen om deze uitbreiding mogelijk te maken.

Om knelpunten in het elektriciteitsnet te voorkomen en de energietransitie mogelijk te maken, is uitbreiding van het hoogspanningsnet nodig. Er is omstreeks 2030 een extra 380 kV hoogspanningsverbinding nodig tussen de hoogspanningsstations Diemen, Lelystad en Ens. In Diemen zou volgens dit plan een 380 kV hoogspanningsstation moeten komen.

Daarom starten het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en TenneT een ruimtelijke procedure voor de aanleg van de nieuwe hoogspanningsverbinding. De provincie Noord-Holland denkt mee over de  locatie van het hoogspanningsstation in Diemen en is verantwoordelijk voor het verlenen van de vergunning.  

Er vinden diverse inloopbijeenkomsten plaats, waarvan 1 in Noord-Holland. Op dinsdag 7 november kunt u tussen 19.00 en 21.00 vrij binnenlopen bij Hotel Jan Tabak in Bussum. Tijdens de inloopbijeenkomst krijgt u meer informatie over het aangevulde onderzoeksvoorstel (tweede concept-NRD), kunt u vragen stellen en reageren op de plannen door een zienswijze in te dienen.

Alle zienswijzen, reacties en adviezen worden verzameld en verwerkt bij het vaststellen van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Deze wordt, samen met een Nota van Antwoord en de inspraakbundel, rond februari 2024 gepubliceerd. Het Milieueffectrapport (MER) en de Integrale effectenanalyse (IEA) worden naar verwachting eind 2024 of begin 2025 gepubliceerd, samen met een voorstel voor een voorkeurstracé.

Op basis van de resultaten van de onderzoeken is een besluit over een voorkeurstracé voor de nieuwe hoogspanningsverbinding te verwachten in 2025. Ook dan worden er weer inloopbijeenkomsten georganiseerd waarvan 1 plaatsvindt in Noord-Holland.

Kitepower en Beyond the Sea bundelen krachten voor ontwerp van geautomatiseerd kite-systeem

De Delftse start-up Kitepower en het Franse bedrijf Beyond the Sea hebben een partnerschap aangekondigd. De bedrijven gaan samenwerken bij het ontwerpen van kites en de ontwikkeling van een geautomatiseerd kitebeheersysteem. Het systeem zal kites van 40 tot 60 vierkante meter lanceren, ophalen, opblazen, leeglopen en opslaan.

De samenwerking richt zich op duurzame energie en maritieme voortstuwing. Kitepower is een toonaangevende speler in de sector van de luchtgedragen windenergie, terwijl Beyond the Sea zich richt op de ontwikkeling van duurzame maritieme voortstuwingssystemen. De partners verkennen ook mogelijkheden om samen te werken op het gebied van fondsenwerving en fabricage van de systemen om daarmee productonbtwikkeling van beide bedrijven te kunnen versnellen.

Het geautomatiseerde kitebeheersysteem zal de veiligheid en efficiëntie van het gebruik van kites verbeteren. Het zal ook de kosten van deze technologie verder verlagen.

dinsdag 24 oktober 2023

Almere zet in op versnelling van plaatsing elektrische laadpalen

Om mee te kunnen groeien met de toename van de vraag naar elektrisch rijden zet gemeente Almere in op een versnelling. Waar prognoses in 2020 uitgingen van 2.500 laadpunten, laten nieuwe prognoses zien dat er de komende jaren tot 2030 ruim 5.500 laadpunten nodig zijn om alle elektrische auto's in Almere te kunnen laden. De laadvisie en plaatsingsregels worden aangepast om deze versnelling mogelijk te maken.

‘De Ladder van Laden' wordt voortgezet. Dit betekent dat een laadpaal in eerste plaats op eigen terrein moet worden neergezet. Lukt dit niet, dan wordt gekeken naar ruimte die in beheer of eigendom is van de gemeente. Uitzondering hierop is als de grond in eigendom of erfpacht is van een private partij (zoals bij brandstofverkooppunten). Voor elektrische rijders die niet op eigen terrein of bij gemeentelijke gebouwen kunnen laden, is er de mogelijkheid om te laden bij de laadpalen die door iedereen te gebruiken zijn in de openbare ruimte.

Plaatsen van de laadpalen op basis van vraag, data en verwachte laadvraag
Laadpalen worden geplaatst op basis van aanvragen van elektrische rijders (vraagvolgend). Op plaatsen waar laadpalen overbelast raken worden meer laadpalen geplaatst. Hierover houdt de gemeente data bij over het gebruik van de laadpalen in de stad. En er worden nu al laadpalen geplaatst waar bekend is dat er op korte termijn meer vraag gaat ontstaan, zoals bij nieuwbouwwijken.

Versnelling van plaatsen laadpalen door gebruik van plankaart
Om de aanleg van een dekkend laadnetwerk te versnellen werkt de gemeente aan een plankaart voor de periode 2023-2027. Op deze plankaart staan 900 potentiële locaties voor reguliere laadpalen ingetekend. Al deze locaties zijn getoetst op technische inpasbaarheid. Een nieuwe aanvraag voor een laadpaal wordt naast de plankaart gelegd. Het aanwijzen van een locatie kan daardoor sneller. In bijzondere gevallen vindt maatwerk plaats en kan worden afgeweken van de locaties. Dan gaat het bijvoorbeeld om plaatsen waar groot onderhoud plaatsvindt en bij bepaalde gebiedsontwikkelingen.  

Inwoners worden geïnformeerd over de plankaart
Inwoners worden geïnformeerd over de locaties. Meepraten over locaties is niet mogelijk vanwege de technische inpasbaarheid. Specifiek voor de plankaart wordt een online informatieplatform ingericht met een digitale kaart. Als  het online informatieplatform toegankelijk is, wordt dit bekendgemaakt via de gemeentelijke informatiekanalen. Tot de vaststelling van de locaties uit de plankaart worden besluiten over laadpalen bekendgemaakt op de gemeentelijke website.

Voor het aanwijzen van een laadplek is een verkeersbesluit nodig. Tot nu toe zijn de meeste bezwaren op verkeersbesluiten voor laadpalen ongegrond verklaard. Het veelvoorkomende bezwaar dat plaatsing van een laadpaal leidt tot een toename van parkeerdruk is bijvoorbeeld ongegrond. Er komt daarom betere informatie over bezwaargronden. Ook neemt het college voortaan collectieve verkeersbesluiten om locaties voor laadpalen aan te wijzen.

Voor 4 op de 10 kiezers speelt duurzaamheid grote rol bij keuze politieke partij

Over een maand zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Voor 4 op de 10 kiezers speelt duurzaamheid een grote rol bij de keuze voor een politieke partij, blijkt uit een flitspeiling van ASN Bank. Toch zegt slechts 1 op de 5 kiezers een goed beeld te hebben van de duurzaamheidsstandpunten van de partijen. Daarom publiceert ASN Bank de Duurzame Kieswijzer. Hierin staan de standpunten van 6 partijen op een rij over 16 belangrijke duurzaamheidsthema’s van deze verkiezingen.

Voor bijna de helft van de kiezers is stemmen een manier om invloed te hebben op een duurzamere wereld, blijkt uit de flitspeiling. De peiling laat zien dat ruim een kwart van de kiezers zich hiervoor verdiept in de duurzaamheidsstandpunten van een politieke partij. Bijvoorbeeld door naar de partijwebsite te gaan of het verkiezingsprogramma door te nemen. Omdat lang niet iedereen de tijd hiervoor neemt, heeft de bank het voorwerk gedaan.

Uit de flitspeiling blijkt verder dat kiezers onder de 30 jaar duurzaamheid nog belangrijker vinden dan de oudere kiezers. Ook vinden meer jongvolwassenen dat ze met hun stem invloed hebben op een duurzamere wereld (54%). Van de vijftigers vindt 42% dat. Jonge kiezers hebben ook meer behoefte aan inzicht in de duurzaamheidsstandpunten van de politieke partijen (47% t.o.v. 39% van alle kiezers).

Gasunie sluit meerjarig contract voor het inkopen van windenergie

Gasunie gaat vanaf 1 januari 2024 jaarlijks 250 GWh groene elektriciteit afnemen van windparken van de energieleverancier Greenchoice. Gasunie en Greenchoice zijn dit overeengekomen in een vijfjarig contract. Met de levering koppelt Gasunie ongeveer een kwart van haar verbruik op uurbasis aan groene én lokaal opgewekte elektriciteit.  

De vijfjarige afspraken zijn vastgelegd in een Power Purchase Agreement (PPA) met Greenchoice. Dit is een belangrijke vervolgstap in het reduceren van emissies afkomstig uit elektriciteitsproductie. Het levert daarnaast een bijdrage aan de transitie naar een duurzamer energiesysteem. 250 GWh komt overeen met het gemiddelde jaarverbruik van 100.000 Nederlandse huishoudens.

Gasunie is een grote zakelijke inkoper van elektriciteit in Nederland. De komende jaren wil Gasunie ook van andere nog te bouwen windparken stroom gaan inkopen. De meeste elektriciteit is nu nog nodig voor het hoofdtransportnet voor aardgas. Naarmate de energietransitie vordert, gaat Gasunie steeds meer van de elektriciteit inzetten voor het transporteren van waterstof, groen gas, CO2 en warmte.

Tot nu toe vergroent Gasunie in Nederland haar elektriciteitsinkoop volledig met groene- stroomcertificaten; de zogeheten Garanties van Oorsprong. Door nu rechtstreeks groene stroom in te kopen, ontstaat er een directe koppeling tussen het verbruik van Gasunie en de opwek van Nederlandse groene stroom. Gasunie heeft zichzelf ten doel gesteld om in 2030 60% van haar elektriciteitsverbruik op uurbasis te koppelen aan lokale, groene opwek. Dit concept is in de markt beter bekend als 24/7 Carbon Free Energy (CFE) en leidt tot een grotere emissiereductie en een verminderde afhankelijkheid van fossiele opwekking.

Integrale waterstofscholing in Noord-Nederland baant nieuwe wegen in onderwijs

Met de toekenning door SNN van 5 miljoen euro subsidie voor een 3-jarig ontwikkelprogramma voor waterstofscholing in Noord-Nederland slaan de regionale onderwijsinstellingen de handen ineen.

Het programma, onder de titel ‘H2 Train & Learn Hub’ (H2 is waterstof) is een niet eerder vertoonde integrale aanpak van thematisch onderwijs, onderzoek, training en (om)scholing op alle leerniveaus. Het moet gekwalificeerde mensen uit de regio -zowel studenten als professionals- voor de energie- en grondstoffentransitie beschikbaar krijgen voor de waterstof-economie die in Noord-Nederland wordt opgebouwd.

De ‘H2 Train & Learn Hub’ is een samenwerking tussen Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, Alfa-college, Noorderpoort, Drenthe College, NHL Stenden en New Energy Coalition.

Een van de aanleidingen van het ontwikkelprogramma is het feit dat Groningen na 60 jaar niet langer één van Europa’s belangrijkste centra van aardgas is. Vanuit het besef dat er daardoor een maatschappelijk en economisch gat dreigt te vallen is er in de regio een sterke beweging ontstaan om zichzelf opnieuw uit te vinden met gebruikmaking van de opgebouwde kennis en infrastructuur uit het gassysteem. Het breed gedragen plan is om een hoofdrol te spelen in de energietransitie. Specifiek gaat het dan om de waardeketen van de nieuwe, groene gassen die een centrale rol gaan spelen in ons toekomstige energiesysteem en als groene grondstoffen in de nieuwe circulaire productieprocessen. De basisvariant hiervan, schone waterstof, staat daarbij centraal.

De laatste jaren is er op het gebied van waterstof in de regio al veel gebeurd, zoveel dat de EU de regio officieel uitriep tot eerste Hydrogen Valley  (waterstof-hub) van Europa. Niet alleen vanwege de grote schaal van de nieuwe initiatieven rond groene gassen, maar ook omdat die de hele waardeketen beslaan: productie, transport, opslag en toepassingen in de industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving. Er is inmiddels een investeringsplan tot 2030 voor meer dan 50 projecten met een gezamenlijke financiële omvang van ca. € 10 miljard. Ook zijn er binnen de kennissector diverse initiatieven ontstaan om in onderwijs en onderzoek op het thema in te spelen.

De hele waterstofeconomie staat nog in de kinderschoenen. Echte doorbraken richting grootschalige investeringen en verdere uitrol via het mkb en startups worden de komende jaren verwacht, maar dat betekent wel dat het voorwerk nu moet worden verricht. Een cruciale component hiervan is om, in samenwerking met bedrijven, te zorgen voor voldoende geschoold personeel voor de nieuwe technologie en toepassingen. Dat proces kan nu dankzij de toekenning van SNN worden opgestart.

maandag 23 oktober 2023

Flexteam Warmtetransitie Drenthe van start

Het Flexteam Warmtetransitie Drenthe is officieel van start. Doordat gemeenten in de provincie Drenthe last hebben van arbeidstekort hebben de Drentse gemeenten de handen ineen geslagen en een gezamenlijk team opgezet. Dit team helpt de gemeenten bij het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen.

Het Flexteam, een idee van de Vereniging van Drentse gemeenten,  heeft drie kerntaken waar het zich de komende maanden op gaat richten. Het team ontwikkelt plannen om woonwijken aardgasvrij te maken, schrijft een plan van aanpak voor Verenigingen van Eigenaren en stelt een warmtebronnenatlas samen als referentie voor lokale overheden. Daarnaast worden ook nog enkele losstaande projecten opgepakt.  

De overgang van aardgas naar klimaatvriendelijke energie is ingewikkeld. Hier is specifieke kennis voor nodig, maar door de krappe arbeidsmarkt is gekwalificeerd personeel lastig te vinden. Om deze reden is het Flexteam in het leven geroepen. Gemeenten kunnen zodoende flexibel gebruik maken van een team dat klaar staat wanneer men ze nodig heeft.

Holland Solar niet blij met ban zonneweides Overijssel

Onlangs nam de provincie Overijssel het besluit om zonneweides op landbouwgrond voorlopig te verbieden. Op dit moment worden op landelijk niveau afspraken gemaakt over voorwaardes waaraan zonneweides moeten voldoen en daarom roept Holland Solar de provincie op om het landelijke overleg over verdere normering van zonneweides voort te zetten, de uitkomsten daarvan over te nemen en lopende projecten niet te frustreren. Samen met NVDE en Energie Nederland hebben ze deze boodschap in een brief aan de gedeputeerden toegestuurd.

Met de ban op zonneweides op landbouwgrond brengt de Provincie toekomstige RES-ambities in het gedrang. Zo lieten ook verschillende gemeenteambtenaren weten. In de Overijsselse RES regio’s zijn veel plannen gemaakt voor het ontwikkelen van zonneweides. En die staan met het besluit van de provincie op het spel. Ook voor projecten die zich al in de ontwikkelfase bevinden is nu veel onzekerheid ontstaan.  

Daarnaast laat Holland Solar weten dat de ban geen recht doet aan boeren die hun bedrijf met een zonneveld duurzaam willen veranderen, aan de kansen om met zonneparken ook natuur te ontwikkelen, aan de initiatieven van lokale burgercoöperaties en aan de noodzaak om veel meer hernieuwbare elektriciteit te produceren om zo klimaatverandering te stoppen.

In de maatschappelijke discussie worden zonne-energie en landbouw vaak lijnrecht tegenover elkaar gezet. Dit is onterecht. Zonne-energie biedt agrariërs een stabiele en voorspelbare inkomstenstroom. Met deze extra inkomstenbron ontstaat er financiële ruimte om te innoveren en te blijven boeren. Daarnaast, kan met innovatieve technieken zonne-energie intelligent in agrarische activiteiten worden geïntegreerd.

CrossWind installeert laatste windturbine van offshore windpark Hollandse Kust Noord

Vorige week is de 89e windturbine geïnstalleerd van Hollandse Kust Noord, wat een van Nederlands meest innovatieve offshore windparken zal worden. Met innovaties als drijvende zonnepanelen en een demonstratiefabriek voor waterstof op zee.

Windparkontwikkelaar CrossWind, aannemer Van Oord en windturbinefabrikant Siemens Gamesa Renewable Energy vieren hiermee de succesvolle installatie van de laatste windturbine, een belangrijke mijlpaal op weg naar de voltooiing van dit duurzame energieproject op de Noordzee.

Van Oord is in oktober 2022 begonnen met de installatie van de funderingen van het offshore windpark. Met de plaatsing van de laatste turbine binnen een jaar, ligt CrossWinds aannemer op koers om van Hollandse Kust Noord een van de snelst geïnstalleerde windparken in zijn soort te maken.

Het windpark ligt op schema voor voltooiing eind dit jaar; de laatste test- en inbedrijfstellingswerkzaamheden worden de komende weken uitgevoerd. Als het windpark klaar is, zullen de 69 turbines van CrossWind elk 11 MW vermogen opwekken, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 759 MW. Het windpark produceert dan minstens 3,3 TWh per jaar. Deze jaarlijkse productie van groene stroom komt overeen met 2,8% van de elektriciteitsvraag in Nederland en staat gelijk aan het energieverbruik van ongeveer 1 miljoen huishoudens.

vrijdag 20 oktober 2023

PowerGo breidt laadnetwerk in Denemarken snel uit

PowerGo installeert de komende twee jaar ongeveer 1600 openbare oplaadpunten voor elektrische voertuigen (EV's) in Denemarken. Hiermee levert PowerGo een belangrijke bijdrage aan de uitrol van het Europese laadnetwerk.

PowerGo heeft ondertussen zestien aanbestedingen gewonnen voor de installatie van openbare laadpunten in Denemarken. De meest recent gewonnen aanbestedingen bevinden zich in de gemeenten Glostrup, Haderslev, Næstved, Rudersdal, Varde, Ballerup, Hillerød, Thisted en Vallensbæk waarbij in totaal 832 laadpunten worden gerealiseerd. Daarbij realiseert PowerGo acht ultra-snellaadpunten in de plaats Haderup.

Glostrup: twintig AC- en twee DC-laadpunten;
Haderslev: 26 AC-laadpunten;
Næstved: 254 AC- en zestien DC-laadpunten;
Rudersdal: 162 AC- en tien DC-laadpunten;
Varde: 42 AC- en vier DC-laadpunten;
Ballerup: 54 AC-laadpunten;
Hillerød: 64 AC- en twintig DC-laadpunten;
Thisted: 110 AC- en 28 DC-laadpunten;
Vallensbæk: achttien AC- en twee DC-laadpunten;
Haderup: acht ultra-snellaadpunten.

PowerGo publiceerde eerder dit jaar het nieuws over de gewonnen aanbestedingen in de gemeenten Randers, Gentofte, Vejen, Vejle, Gladsaxe en Ikast-Brande. In de komende maanden worden meer projecten in Denemarken aangekondigd.
 
In mei opende PowerGo de eerste laadlocatie in Denemarken, in de parkeergarage Cronhammer in Vejle. Ook de installatie van laadpalen in de gemeente Gladsaxe, Vejen, Randers en Ikast-Brande is van start gegaan.

Bij PowerGo laden bestuurders van EV’s met 100% duurzame energie. PowerGo gebruikt het EV-platform van Deense partner Spirii om de laadpunten te realiseren, beheren en exploiteren.

Internationale R&D-centrum van ENGIE in België groeit verder

Laborelec, het R&D-centrum voor elektrische technologieën van de ENGIE Groep, rekruteerde het afgelopen 1,5 jaar niet minder dan 64 nieuwe wetenschappers en onderzoekers om te beantwoorden aan de groeiende vraag naar onderzoek en operationele ondersteuning rond de nieuwste energietechnologieën, vooral op het vlak van hernieuwbare energie. Daarmee tekent het expertisecentrum in Linkebeek al zijn zevende opeenvolgende jaar van forse groei op.

Op woensdag 18 oktober 2023 bracht minister van Energie Tinne Van der Straeten een werkbezoek aan Laborelec, het primaire onderzoeks- en innovatiecentrum van de ENGIE Groep voor alles wat met elektriciteit te maken heeft. Daar maakte ze kennis met de experts die via hun werk rond wind- en zonne-energie, batterijopslag, elektrisch rijden, flexibiliteit en balancering van het elektriciteitsnet, slimme algoritmen en recycleerbare materialen vorm geven aan de toekomst van de energietransitie in Europa en daarbuiten.

Laborelec werd opgericht in 1962 met als missie om onderzoek te doen naar innovatieve nieuwe technologieën voor de Belgische elektriciteitssector. Vandaag, 61 jaar later, is het centrum actief over de hele wereld en heeft het naast de hoofdzetel in Linkebeek ook vestigingen in Nederland, Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Arabische Emiraten, Saoedi-Arabië en Chili.

Deze internationale uitbreiding van Laborelec is hoofdzakelijk te danken aan de steeds grotere rol van hernieuwbare energiebronnen in de wereldwijde energievoorziening. Daardoor ontstaat er een groeiende internationale behoefte aan wetenschappelijke expertise en geavanceerde operationele ondersteuning rond investeringen in en de installatie, exploitatie en het onderhoud van o.a. wind-, zonne- en batterijparken en slimme energienetwerken. Dankzij zijn historische expertise en doelgericht rekruteringsbeleid kan Laborelec proactief inspelen op die behoefte.

Twence en Cogas ontvangen subsidie van 17 miljoen voor Regionaal Warmtenet Twente

Cogas en Twence werken aan de ontwikkeling van een warmtenet in het stedelijk gebied van Twente. Subsidie vanuit de rijksoverheid is noodzakelijk om het Regionaal Warmtenet Twente (RWT) mogelijk te maken.

Er is 17 miljoen subsidie toegekend door het Ministerie van Economische Zaken & Klimaat voor de eerste stap van het RWT; 2.800 huishoudens in Hengelo aardgasvrij verwarmen.

Alle warmtebronnen zijn nodig om de regio aardgasvrij te maken. Alleen zon- en windenergie zijn niet genoeg. Een alternatief voor aardgas in het stedelijk gebied is een warmtenet. De wijk Wilderinkshoek staat in het Warmteprogramma van de gemeente Hengelo benoemd als eerste wijk die een alternatief voor aardgas aangeboden krijgt. Daarvoor is het Regionaal Warmtenet Twente een kansrijke optie. Het hoog-temperatuur warmtenet biedt voor oudere en minder goed geïsoleerde woningen een goede, betaalbare en duurzame oplossing. Ook bedrijven kunnen vanzelfsprekend aansluiten.

De Hengelose gemeenteraad heeft in april dit jaar het Warmteprogramma vastgesteld. Hierin is voor iedere buurt aangegeven welke logische alternatieven er voor aardgas zijn. Hieruit blijkt dat een warmtenet voor een groot deel

donderdag 19 oktober 2023

ACM controleert of energieleveranciers klaar zijn voor de winter

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft bij alle energieleveranciers financiële cijfers opgevraagd om te controleren of de bedrijven goed voorbereid zijn op de winter. De ACM controleert of energieleveranciers voldoende elektriciteit en gas hebben ingekocht om hun lopende contracten met consumenten na te komen. Ook controleert de ACM of leveranciers voldoende geld hebben om de elektriciteit en gas die in de toekomst geleverd moeten worden te betalen.

De ACM heeft de eisen waar energieleveranciers aan moeten voldoen vorig jaar oktober aangescherpt om de kans dat leveranciers failliet gaan te verkleinen. Als blijkt dat een energieleverancier niet aan de extra eisen voldoet, moet het bedrijf met een herstelplan komen waarin dit zo snel mogelijk opgelost wordt. Ook kan de ACM aanvullende vergunningvoorschriften opleggen. Als een bedrijf niet meer kan zorgen voor betrouwbare levering van energie kan de ACM in het uiterste geval de vergunning intrekken.

De ACM heeft het afgelopen jaar intensief toezicht gehouden op naleving van de aangescherpte eisen ten aanzien van de financiële positie en het risicomanagement van leveranciers. De ACM verwacht wel dat verschillende energieleveranciers in het najaar nog verbeteringen doorvoeren om te zorgen dat ze aan alle eisen voldoen.

Er staan momenteel 10 energieleveranciers onder verscherpt toezicht. Van 4 van deze leveranciers (DVEP, Qwint, TotalEnergies en Shell) is bekend dat zij de Nederlandse markt willen verlaten. De ACM ziet er op toe dat die bedrijven dat volgens de regels doen. De overige 6 leveranciers staan onder verscherpt toezicht omdat zij bijvoorbeeld de financiële administratie moeten verbeteren.

Bij 1 van deze leveranciers heeft de ACM inmiddels geconstateerd dat het bedrijf na ingrijpen door de ACM belangrijke verbeteringen heeft doorgevoerd. Bij één andere leverancier binnen deze groep van 6 doet de ACM momenteel uitgebreid onderzoek naar de werving van klanten en naar de financiële kwaliteit. De ACM heeft een bedrijfsbezoek uitgevoerd bij dit bedrijf en heeft onlangs ook handhavend opgetreden tegen te hoge tarieven en tekortkomingen bij de facturatie en financiële kwaliteit van deze leverancier. De ACM maakt de naam van deze leverancier bekend zodra zij de besluiten daarover op de website mag publiceren, zodat klanten dan ook op de hoogte zijn.

Tot slot zijn er naast de 10 leveranciers onder verscherpt toezicht vijf leveranciers die een herstelplan hebben opgesteld om te zorgen dat hun financiële positie verbetert. De ACM beoordeelt deze plannen nu en zal waar nodig optreden als de financiële positie ontoereikend blijft. Bij 1 van deze leveranciers is de discussie over het herstelplan recent afgerond.
 
De ACM heeft deze zomer ongeveer eenderde van de energieleveranciers aangesproken op het feit dat zij jaar- of eindafrekeningen niet op tijd verstuurden. Deze leveranciers zijn met verbeterplannen gekomen om de achterstanden zo snel mogelijk weg te werken. Bij ongeveer de helft van de aangesproken energieleveranciers ziet de ACM na haar ingrijpen een duidelijke verbetering, bij de andere helft zijn de verbeteringen nog niet voldoende. De ACM voert dit najaar opnieuw controles uit om te kijken of leveranciers de eind- of jaarafrekeningen binnen de wettelijke termijn van zes weken toesturen. Als blijkt dat leveranciers dan nog niet aan de norm voldoen kan de ACM handhaven, bijvoorbeeld met een boete of een last onder dwangsom.

Provincie klaar voor gladheidsseizoen met eerste elektrische strooier

De provincie Utrecht gebruikt bij de gladheidsbestrijding dit jaar voor het eerst een volledig elektrische zoutstrooier. Sinds twee jaar zijn alle strooiwagens circulair, zonder nieuwe grondstoffen maar met hergebruikte machines. Dit jaar innoveren de provincie verder met een volledig elektrisch aangedreven zoutstrooier.

De dertien rijbaanstrooiers en twaalf fietspadstrooiers zijn 24 uur per dag inzetbaar bij winterse weersomstandigheden. Daarnaast heeft de provincie de beschikking over totaal 40 ploegen, die ingezet kunnen worden om een fietspad of weg snel sneeuwvrij te krijgen. Deze kunnen voorop de voertuigen worden gemonteerd.

In het gladheidsseizoen van 2022-2023 heeft de provincire totaal 23 strooiacties uitgevoerd. De eerste actie was op 8 december 2022 en de laatste op 10 maart 2023. In het vorige seizoen hebben onze strooiwagens ruim 24.000 kilometer in de provincie Utrecht gereden en 438 ton zout gestrooid.

Energiebesparingsacties Almere zorgen voor 1,5 miljoen kilo minder CO2-uitstoot per jaar

Gemeente Almere heeft meer dan 18.000 huishoudens bereikt met diverse acties om energiebesparing te stimuleren. Dit ondanks de uitdagingen van de coronaperiode. Met behulp van alle acties hebben huishoudens 6,5 miljoen euro geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen in huis. In totaal heeft dat gezorgd voor een vermindering van 1,5 miljoen kilo CO2-uitstoot per jaar. Dit is ongeveer evenveel als de jaarlijkse CO2-uitstoot van 370 woningen die op aardgas worden verwarmd. Het college is tevreden over het resultaat.  
 
Tussen 1 mei 2021 en 31 december 2022 werden verschillende acties uitgevoerd voor zowel huurders als woningeigenaren. Voor huurders waren er cadeaubonnen van 90 euro voor kleine energiebesparende maatregelen en  ondersteuning door lokale energiecoaches. Daarnaast zijn er online bijeenkomsten georganiseerd over energiebesparing voor huurders en konden zij een energieverbruiksmeter aanvragen. Daarmee kregen ze inzicht in hun verbruik.    

Voor woningeigenaren waren er collectieve inkoopacties voor isolatie, zonnepanelen en hybride warmtepompen. Ook konden zij advies krijgen over besparing en het opwekken van energie. En Verenigingen van Eigenaren konden ook advies krijgen over zonnepanelen en energiebesparing. En er zijn twee wijken gedigitaliseerd, zodat woningeigenaren digitale berekeningen konden maken voor het verduurzamen van hun huis.  

De acties vanuit de RREW hebben meer dan 18.000 huishoudens in Almere bereikt, waarvan minimaal 50 procent huurders zijn. Door de individuele energieadviezen investeerden woningeigenaren voor meer dan 2,5 miljoen euro in energiebesparende maatregelen. Dit zorgt voor meer dan 500.000 kg CO2-vermindering per jaar. Daarnaast hebben woningeigenaren met de verschillende collectieve inkoopacties in totaal 4 miljoen euro geïnvesteerd in isolatie, zonnepanelen, HR++glas en hybride warmtepompen. Dat zorgt voor een CO2-vermindering van ongeveer 1.000.000 kg CO2-uitstoot per jaar.  

Hoewel de RREW is afgerond en de middelen zijn besteed, blijft het college zich inzetten voor energiebesparing als voorbereiding op de warmte- en energietransitie. Het verminderen van energieverbruik blijft een belangrijk uitgangspunt en daarom zal de gemeente het Nationaal Isolatieprogramma uitvoeren, energiecoaches inzetten, collectieve inkoopacties blijven organiseren en energiebesparingsacties bij ondernemers en het MKB faciliteren.

Limburgse vloeibare brandstoffenverdeler Comfort Energy Group neemt meerderheidsbelang in Nederlandse Future Fuels

Comfort Energy Group, één van de grootste brandstoffenverdelers van België, neemt een meerderheidsbelang in het Nederlandse Future Fuels, producent en verdeler van zogenaamde Blauwe Diesel, een duurzame brandstof op basis van afval en restoliën, zoals frituurvet, die behandeld wordt met waterstof. Blauwe Diesel vermindert aanzienlijk de uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof ten opzichte van klassieke diesel. “Dit is voor ons en onze klanten een erg belangrijke stap”, zegt Tom Lambert, CEO van Comfort Energy Group. “Door dit partnership zijn we uitstekend gepositioneerd om tegemoet te komen aan de noodzakelijke en groeiende vraag naar duurzame, vloeibare brandstoffen. Blauwe Diesel biedt bedrijven nu al de mogelijkheid om stapsgewijs te verduurzamen, want het is meteen beschikbaar én betaalbaar.” Comfort Energy Group geeft geen financiële details vrij over de instap in Future Fuels.

Comfort Energy Group, een bedrijvengroep onder het Limburgse investeringsplatform Hasco Invest, schakelt een versnelling hoger in de energietransitie. In de ambitie om meer duurzamere vloeibare brandstoffen te verdelen, neemt het bedrijf een meerderheidsbelang in Future Fuels, met hoofdkantoor in het Nederlandse Friesland. Future Fuels heeft onder de merknaam ‘Blauwe Diesel’ een innovatieve duurzame vloeibare brandstof ontwikkeld.

Blauwe Diesel wordt samengesteld op basis van twee bestanddelen: een HVO (hydrotreated vegetable oil) en de meest hoogwaardige diesel. HVO is een met waterstof behandelde (plantaardige) afvalolie. Frituurvet is een voorbeeld van een afvalolie. Hoe hoger het percentage HVO in de Blauwe Diesel, hoe duurzamer de brandstof. Blauwe Diesel is EN590 genormeerd en Future Fuels is als bedrijf ISCC gecertificeerd (International Sustainability & Carbon Certification). Het beantwoordt dus aan de Europese criteria van duurzaamheid. Voor alle duidelijkheid: Blauwe Diesel is geen biodiesel en bevat ook geen biodiesel.

'Op dit moment is het voor heel veel bedrijven onmogelijk om meteen de omslag naar hernieuwbare energie te maken. Het is duur of de nieuwe technologieën staan nog niet op punt. Daarom geloven wij in Blauwe Diesel: het is een duurzame oplossing die nu meteen beschikbaar is. Bedrijven kunnen op een betaalbare en haalbare manier stapsgewijs hun CO2-emissies terugdringen. We gaan onze klanten nog beter kunnen helpen in het verantwoord verduurzamen van hun activiteiten,' zegt Tom Lambert, CEO Comfort Energy Group.

Dat Blauwe Diesel wel degelijk minder CO2 uitstoot, bewijzen de cijfers. In 2022 heeft Future Fuels met de totale verkoop HVO maar liefst 111 miljoen kilogram CO2 bespaard. Dat is vergelijkbaar met de jaarlijkse CO2-uitstoot van ruim 13.000 Nederlanders.

Blauwe Diesel en HVO zijn geschikt voor alle dieselmotoren. Motoren of ketels hoeven trouwens niet te worden aangepast. Ook voor de 1,5 miljoen Belgische gezinnen van Comfort Energy Group die hun huis verwarmen met vloeibare brandstof is dit een betaalbare en haalbare oplossing die op korte termijn kan worden ingezet.
 
Future Fuels is in Nederland geen onbekende speler in vloeibare brandstoffensector. De laatste jaren onderging het bedrijf een forse evolutie en ontpopte zich tot pionier in duurzame vloeibare brandstoffen. In 2015 introduceert het zijn duurzame dieselbrandstof, die sterk ingezet wordt in de transport- en landbouwsector tot de scheepvaart en de wegenbouw. Future Fuels stelt 32 mensen tewerk.

 

woensdag 18 oktober 2023

Overheid en netbeheerders nemen maatregelen tegen vol stroomnet

Nederlandse huishoudens en bedrijven verduurzamen in record tempo en fossiele brandstoffen maken plaats voor duurzame elektriciteit. Daarmee komen de Nederlandse klimaatdoelen voor het eerst binnen bereik, maar de uitbreiding van het elektriciteitsnet kan de snel stijgende vraag naar ruimte op het net niet bijhouden.

Daarom nemen het kabinet en de netbeheerders nieuwe maatregelen om te zorgen dat er in de toekomst voldoende ruimte blijft voor woningbouw, economische ontwikkeling en de verduurzaming van huishoudens, mobiliteit en bedrijven zoveel mogelijk door kan gaan. Deze maatregelen zijn gericht op het sneller uitbreiden van het stroomnet, beter benutten van de huidige ruimte op het net en het verplaatsen van de vraag naar elektriciteit buiten piekuren.

Het stroomnet zit alleen tijdens piekmomenten vol, als veel bedrijven en huishoudens tegelijk veel elektriciteit gebruiken. Bijvoorbeeld tussen 4 en 8 uur ’s avonds. Er is nog veel onbenutte potentie met het verminderen van de pieken met congestiemanagement. Daarbij sluiten netbeheerders contracten met grootverbruikers om op piekmomenten als dat nodig is tijdelijk minder elektriciteit te gebruiken. Daardoor kunnen er meer bedrijven worden aangesloten.

Deze aanpak wordt nu verbeterd door netbeheerders en toezichthouder ACM en aantrekkelijker voor bedrijven om aan deel te nemen. Daarnaast wordt een deelnameplicht verder uitgewerkt. Dat betekent dat grootverbruikers die veel elektriciteit gebruiken een bod doen aan de netbeheerder tegen welke prijs zij een bepaalde hoeveelheid stroom minder afnemen tijdens piekmomenten.

Het kabinet en de netbeheerders willen daarnaast vanaf komend jaar proactief veilingen (flexibiliteitstenders) starten waarmee bedrijven zoals een batterij-exploitant, voor een langere periode op strategische plekken ruimte op het stroomnet kunnen aanbieden tijdens piekomenten.

Het kabinet stelt 166 miljoen euro beschikbaar voor de stimulering van energiehubs. Daarbij stemmen bedrijven lokaal hun elektriciteitsvraag en -aanbod op elkaar af waardoor er minder ruimte op het stroomnet nodig is. Het wordt volgend jaar daarnaast mogelijk voor bedrijven om de beschikbare ruimte op het net te delen met elkaar via groepscontracten. Zo kan een bedrijf de ruimte op het stroomnet gebruiken die een ander bedrijf op dat moment niet nodig heeft.

Bij huishoudens worden slimme, aanstuurbare warmtepompen en laadpalen in de toekomst de norm. Daarmee wordt het stroomnet op piekmomenten minder belast en blijft er voldoende ruimte voor de verduurzaming van huizen. Het kabinet zet hiervoor in op de ontwikkeling van nieuwe standaarden en certificering. Voor openbare laadpalen wordt flexibel laden een standaardonderdeel van de contracten met gemeenten.

Oplossing voor continu knipperende rode lampen op windmolens

In het najaar komt er vanuit het Rijk een regeling die provincies kunnen gebruiken om windparken financieel te ondersteun bij het neerzetten van een naderingsdetectiesysteem. Dit schrijft demissionair minister Rob Jetten van Klimaat en Energie in antwoorden op Kamervragen van de leden Bontenbal en Krul (CDA). Zo’n naderingssysteem registreert of er vliegtuigen in de buurt zijn, zodat de rode knipperende lampen – die door de omgeving vaak als hinderlijk ervaren worden – uit kunnen als er geen vliegtuig in de buurt is.

De minister schrijft dat provincies niet verplicht mee hoeven te doen en dat er ook niet in alle provincies aandacht is voor dit onderwerp, vooral de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant, Noord-Holland, Gelderland en Flevoland zijn hier momenteel mee bezig. De provincie Groningen loopt al voor op de rest en subsidieert sinds eind juni al 40 procent van de aanschaf- en installatiekosten van een naderingsdetectiesysteem.

De rode knipperende lampen (ook wel obstakelverlichting) is verplicht bij windturbines van 150 meter en hoger. Al langere tijd zorgen deze knipperende lampen voor overlast bij omwonenden en daarom is de windsector samen met het Rijk en de provincies op zoek gegaan naar alternatieven.

Samenwerking HyGear en Rijngas voor productie en afzet groene waterstof

HyGear, waterstoftechnologiebedrijf in Arnhem, en Rijngas uit Dinxperlo hebben kortgeleden een samenwerkingscontract getekend. Deze samenwerking zorgt voor een grotere waterstofproductie bij HyGear in Arnhem. Rijngas gaat het door HyGear geproduceerde groen gecertificeerde waterstof vermarkten binnen allerlei industrieën voor diverse processen en op elke schaal.

HyGear bouwt en levert wereldwijd waterstoftechnologie en produceert daarnaast in Arnhem (groene) waterstof. Rijngas verkoopt waterstof en neemt in deze samenwerking de geproduceerde groene waterstof af van HyGear. HyGear gaat de fill-site in Arnhem uitbreiden, om aan de sterk toenemende vraag te kunnen voldoen.

Met de overname van de waterstoftubetrailers van HyGear door Rijngas, is Rijngas nu ook in staat om nog grotere volumes te leveren, of deze beschikbaar te stellen als opslag of, om te testen. Ook kunnen bundels, tube- of flessentrailers voor derden worden afgevuld in Arnhem. HyGear en Rijngas werkten al langer succesvol samen: deze vernieuwde intensivering van de samenwerking zorgt voor een belangrijke invulling van ontwikkeling van de waterstofmarkt.

Voor kleine volumes past Rijngas een wisselconcept toe. Hierbij wordt gebruikgemaakt van 300 bar wisseltanks met een inhoud van 0,55 kg. De volgende stap is dat Rijngas waterstof levert in flessenbundels. Deze bundels bevatten 16 flessen van 300 bar, wat overeenkomt met ongeveer 16 kg waterstof. Rijngas heeft een groot park van deze bundels beschikbaar, en een goed logistiek netwerk om een optimale dienstverlening te verzorgen. Daarnaast kunnen waterstofdrukhouders met het ‘Easy Fill’ vulsysteem op iedere locatie worden gevuld. Dit gaat op basis van drukvereffening, vanuit waterstof bundels, zonder dat hier verdere utiliteiten voor nodig zijn. Voor grotere volumes zijn leveringen middels tube trailers mogelijk. Bij nog grotere volumes bestaat de mogelijkheid om met een on-site unit van HyGear lokaal waterstof te produceren.

“Het is vooral deze flexibiliteit en de mogelijkheid tot opschalen, wat de grote toegevoegde waarde is voor de waterstofmarkt. Niet pas over langere tijd, maar de combinatie tussen HyGear en Rijngas, maakt het nu direct mogelijk om waterstof in kleine tot grote volumes te leveren of lokaal te produceren.”, zegt Norbert Romijn, directeur Rijngas.

dinsdag 17 oktober 2023

ACM vraagt alle geïnteresseerden mee te denken over nieuwe methode voor vaststellen nettarieven

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) nodigt alle geïnteresseerde partijen uit om mee te denken over de manier waarop de tarieven voor netbeheerders in de toekomst vastgesteld zullen worden. Vanwege de omschakeling van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie wordt er steeds minder aardgas gebruikt en moet er steeds meer (duurzame) elektriciteit getransporteerd worden. Om dat mogelijk te maken moeten netbeheerders de komende jaren vele miljarden euro’s investeren in de uitbreiding en aanpassing van netten.
 
De ACM stelt de tarieven voor netbeheerders vast. De tariefregulering door de ACM zorgt er voor dat netbeheerders voldoende inkomsten hebben om hun wettelijke taken uit te voeren. Tegelijkertijd zorgt de tariefregulering er voor dat afnemers niet te veel betalen. Huishoudens en bedrijven kunnen namelijk niet zelf kiezen van welke netbeheerder zij hun diensten afnemen. De ACM dient dus een balans te vinden tussen de drie belangen betaalbaarheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid, nu en in de toekomst.
 
De manier waarop de ACM de tarieven voor netbeheerders vaststelt staat beschreven in de methodebesluiten. De ACM stelt deze methodebesluiten voor een aantal jaar vast. Per 2027 gaat een nieuwe periode in. Omdat het verzwaren van de netten voor de energietransitie een grote uitdaging is voor netbeheerders doet de ACM voor het vaststellen van de methodebesluiten vanaf 2027 nu al breed onderzoek naar de vraag welke reguleringsmethode het meest passend is. De ACM heeft hierover eerder al 2 onderzoeken gepubliceerd en vraagt alle geïnteresseerden nu mee te denken in een consultatie over dit onderwerp.