Pagina's

donderdag 31 december 2020

Elektrische deelauto’s kunnen congestie in het elektriciteitsnet met de helft verminderen

Elektrische deelauto’s zorgen voor de helft minder congestie in het elektriciteitsnet dan elektrische auto’s voor privégebruik. Deelautorijders laden namelijk anders en omzeilen de spitsuren op het elektriciteitsnet. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht.

De wetenschappers van het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling van de Universiteit Utrecht onderzochten of de overgang naar elektrische deelauto’s invloed heeft op de elektriciteitspieken die het opladen van de auto’s veroorzaakt. De onderzoekers gebruikten hierbij laaddata van de elektrische deelauto’s van We Drive Solar.

De huidige laadpieken vinden plaats op doordeweekse avonduren. Dit is het moment waarop elektrisch rijders hun auto na hun rit aan het laadstation koppelen en tegelijkertijd de huishoudens in de wijk veel elektriciteit gebruiken om bijvoorbeeld te gaan koken. Het onderzoek laat zien dat de elektriciteitspiek van het opladen van elektrische auto’s met meer dan de helft afneemt wanneer een groot deel van de bewoners overstapt op een deelauto. 

Mensen met een deelautoabonnement worden namelijk sneller gestimuleerd om andere manieren van transport te gebruiken en leggen minder kilometers af per auto. Bovendien worden deelauto’s minder snel voor woon-werkverkeer gebruikt, waardoor er minder auto’s tegelijkertijd opladen wanneer mensen thuiskomen van werk.

Het onderzoek pleit voor een verdere integratie van elektrische deelauto’s om netproblemen te voorkomen en om zelfs positief bij te dragen aan een stabieler elektriciteitsnetwerk. De tijd die een elektrische auto nodig heeft om op te laden is vaak veel korter dan de tijd dat deze auto aan een laadstation staat. Hierdoor wordt er veel onderzoek gedaan hoe de batterij van elektrische auto’s gebruikt kan worden door netbeheerders om het energiesysteem in balans te houden, bijvoorbeeld door de stroom uit de elektrische auto’s weer terug te geven aan de wijk op piekmomenten. Het onderzoek toont aan dat de mogelijkheden om het net in balans te houden groter zijn wanneer een groot deel van de bewoners overstapt naar elektrische deelauto’s.

woensdag 30 december 2020

Rotterdam financiert vijf slimme innovaties voor energietransitie

Rotterdam gaat investeren in vijf bedrijven die innovatieve duurzame oplossingen hebben. Met het zogenoemde programma Smart Energy Systems wil de Gemeente Rotterdam private initiatieven en innovaties op het gebied van slimme energiesystemen ondersteunen.

Uit vijftien inzendingen heeft de gemeente Rotterdam vijf bedrijven geselecteerd in een eerste subsidieronde van het programma. Zij krijgen maximaal 100.000 euro om hun innovatieve oplossingen om energie op te wekken en snel commercieel toepasbaar te maken.

De vijf geselecteerde bedrijven zetten in op hogere energieopbrengst van windmolens, scherper inzicht in het energienetwerk voor betere benutting van energiebronnen, brede inzet van kleine windturbines die goed in de omgeving passen en zonnestroominstallaties voor woningbouwcorporaties.

In 2021 wordt de regeling nog tweemaal opengesteld. In februari 2021 start de tweede subsidieronde waarvoor bedrijven zich kunnen aanmelden. De gemeente wil eind 2021 15 à 20 initiatieven ondersteunen. In 2021 wordt bekeken of de regeling ook in 2022 weer opengaat. Inschrijven voor de volgende ronde kan via ondernemen010.nl/SES.

Coöperatief warmtenet Warmte Verzilverd vordert vlot

Sinds het officiële startschot door gouverneur Cathy Berx begin juli, werd er al hard gewerkt aan het warmtenet in het Belgische Mortsel en Edegem.  

Graafwerken, boringen en een heleboel buizen moeten ervoor zorgen dat het warmtenet vanaf begin 2021 minstens twee gigawattuur aan restwarmte recupereert.

Warmte Verzilverd, een samenwerking tussen energiecoöperaties ZuidtrAnt-W en Ecopower aangevuld met de technisch experts van Kelvin Solutions, realiseert dit coöperatieve warmtenet.

dinsdag 29 december 2020

UvA publiceert over een bijzondere supergeleider

Soms zijn materialen in staat stroom te geleiden zonder enige weerstand: supergeleiding. Supergeleiders zouden in principe veel van de wereldwijde energieproblemen kunnen oplossen – maar helaas vertonen supergeleidende materialen hun bijzondere eigenschappen alleen onder speciale omstandigheden.

De temperatuur waarbij deze materialen werken ligt bijvoorbeeld ver beneden kamertemperatuur, of de druk waaronder het experiment plaatsvindt moet enorm zijn. Bovendien is het vaak zo dat onder externe invloeden, zoals van magnetische velden, het supergeleidende effect verdwijnt.

Recent is er echter een kleine groep materialen ontdekt die tegen deze trend ingaan: in plaats van verminderd wordt de supergeleiding juist bevorderd door het magnetische veld. De weerstandloze geleiding van elektriciteit kan zelfs de sterkste magneetvelden overleven die in het laboratorium gemaakt worden.

Deze ongeëvenaarde eigenschap, ook wel ‘magnetic field-boosted superconductivity’ genoemd, wordt aangetroffen in supergeleidende ferromagneten: materialen die hun supergeleidende eigenschappen combineren met de magnetische eigenschappen die ook voorkomen in de magneten uit ons dagelijks leven. In een artikel legt Anne De Visser van de Universiteit van Amsterdam – die zelf een van deze bijzondere supergeleidende materialen ontdekte – uit hoe het feit dat sommige supergeleiders juist beter worden in een magneetveld, vraagt om een onorthodoxe uitleg op basis van de bouwstenen die de elektrische stroom dragen.

Overijssel kijkt vooruit naar scenario’s voor het energiesysteem van de toekomst

In dertig zogeheten RES-regio’s, waaronder de regio’s Twente en West-Overijssel, wordt een Regionale Energiestrategie (RES) uitgewerkt. Met als doel om samen met inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden schaalbare en betaalbare RES'en op te stellen, die invulling geven aan de doelen uit het Nationaal Klimaatakkoord.

In opdracht van provincie Overijssel, de RES-regio’s Twente en West-Overijssel en Enexis Netbeheer is een studie uitgevoerd, die vier mogelijke (extreme) toekomstscenario’s in kaart brengt.

De scenario’s verschillen van elkaar rond het schaalniveau waarop de sturing van de energietransitie plaatsvindt: regionaal, nationaal, Europees of mondiaal en laat zien hoe inwoners en bedrijven daarop reageren. Deze scenario’s zijn niet opgesteld om tussen te kiezen, maar om vier hoeken van het speelveld te laten zien. 

Alle scenario’s laten zien dat men richting 2050 een sterke groei verwacht in de vraag naar elektriciteit en de lokale, duurzame productie hiervan. De huidige infrastructuur kan deze groei niet accommoderen, waarbij de studie laat zien dat de lokale opwek op termijn de grootste netverzwaringen vereist.

Deze inzichten onderstrepen dat richting 2050, naast netverzwaring, ook flex-oplossingen die lokaal de benodigde verzwaring kunnen beperken of voorkomen, van groot belang zijn.

maandag 28 december 2020

Maritieme waterstofdrone TU Delft vliegt groener

Er zijn al drones die op het ‘groene’ waterstof vliegen, maar die vliegen of heel langzaam, of kunnen niet verticaal landen.

Onderzoekers van de TU Delft hebben samen met de Koninklijke Marine en de Kustwacht Nederland een waterstofdrone ontwikkeld die verticaal kan opstijgen en landen, en urenlang horizontaal als een vliegtuig kan vliegen op waterstof.

De eerste succesvolle tests vonden plaats in een van de meest uitdagende scenario’s: vanaf een varend schip op volle zee. Hiermee komen ook maritieme toepassingen binnen handbereik, en wordt een nieuwe stap genomen in de verduurzaming van de luchtvaart.

De volledig elektrische drone weegt 13 kg en heeft een spanwijdte van 3 meter. Hij is ook heel veilig: hij vliegt met 12 motoren, en kan zelfs bij uitvallen van enkele motoren nog veilig landen op bijvoorbeeld het achterdek van een schip.

De drone is uitgerust met een 300 bar 6,8 liter carbon composiet waterstofcilinder. De cilinder levert de waterstof op lage druk aan de 800 watt brandstofcel, die de waterstof omzet in elektriciteit.

De enige uitstoot die daarbij vrijkomt is zuurstof en waterdamp. Naast de brandstofcel die elektriciteit levert aan de motoren is er ook een set batterijen die tijdens het verticaal opstijgen en landen samen met de brandstofcel de motoren van extra energie voorziet.

De kennis die is opgedaan bij de ontwikkeling van de drone kan worden gebruikt om de luchtvaart groener te maken.

Flevoland en Noord-Holland onderzoeken mogelijkheden aardwarmte

Om aardwarmte als energiebron op de kaart te zetten, slaan provincies Flevoland en Noord-Holland, samen met de gemeenten Amsterdam en Haarlem, EBN en zes marktpartijen (Vattenfall, Eneco, ENGIE, HVC, Shell en Eavor), de handen ineen.

Zij gaan samenwerken om in de regio van Zandvoort tot Lelystad natuurlijke warmte uit de grond in te zetten om woningen en andere gebouwen te verwarmen. Er is dan geen aardgas meer nodig om voor warmte in huis te zorgen.

Aardwarmte is een bron van duurzame warmte. In grote steden als Parijs en München wordt er al jaren gebruik van gemaakt. In plannen om woningen in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) aardgasvrij te maken, is er rekening mee gehouden dat in 2040 bijna een kwart van de gebouwen in het gebied met aardwarmte verwarmd kan worden.

De zes marktpartijen willen er samen met de provincies, gemeenten en EBN voor zorgen dat aardwarmte zo snel mogelijk en op een veilige en betrouwbare manier in te zetten is. Aardwarmte moet uiteraard betaalbaar zijn en er moet draagvlak zijn bij omwonenden. Daar zetten de provincies, gemeenten, warmtebedrijven en aardwarmteontwikkelaars nu op in. Er zijn afspraken gemaakt over het delen van kennis, het efficiënt benutten van de ondergrond en het afstemmen van plannen.

donderdag 24 december 2020

Liander ontvangt minder aanvragen voor transportindicatie

Producenten die grootschalig groene stroom produceren konden van 24 november tot en met 17 december SDE++-subsidie aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Om in aanmerking te komen voor subsidie hebben zij een transportindicatie van hun netbeheerder nodig. Liander ontving voor deze subsidieronde 2.411 aanvragen, waarvan ze er 1.877 goedkeurde.

Een transportindicatie geeft aan dat op het moment van aanvragen er transportcapaciteit beschikbaar is of komt binnen de realisatietermijn die daarvoor in de SDE++-regeling staat. Het document biedt echter geen garantie dat het gevraagde transportvermogen in de toekomst daadwerkelijk beschikbaar is.

Via het online loket van Liander kwamen de afgelopen periode 2.411 aanvragen voor een transportindicatie binnen. Dat is 31% minder dan bij de laatste subsidieronde. In totaal werd er voor 2.200 Megawatt aan vermogen aangevraagd.

Bestuurlijke rondetafel Waterstof en Groene Chemie zet de ambities op scherp

Om in 2050 CO2-neutraal te kunnen zijn, is voor de komende jaren aanzienlijke opschaling van technologie en intensivering van onderzoek en innovatie nodig op het gebied van waterstof en groene chemie.

TNO heeft om die reden onlangs deelgenomen aan een nationale rondetafel met bedrijven, kennisinstellingen en overheid. Tijdens het gesprek zijn de deelnemers gezamenlijke doelstellingen overeengekomen voor de kostenreductie van waterstof en elektrolysers, het circulair maken van CO2 en duurzame opwekking van elektriciteit. De deelnemers hebben in een verklaring afspraken gemaakt om de uitvoering van de doelstellingen te versnellen.

De uitgesproken ambitie vraagt om commitment van private en publieke partners. Daarom bracht het ministerie van Economische Zaken en Klimaat 17 december op initiatief van de adviescommissie ECCM (Electrochemische Conversie en Materialen) CEO’s uit bedrijfsleven en bestuurders uit de kenniswereld bij elkaar in een rondetafel Waterstof en Groene Chemie. Daar hebben zij gesproken over wat er nodig is voor de realisatie van de doelstellingen voor opschaling, kostenreductie en innovatie voor waterstof en groene chemie uit het eerder gesloten klimaatakkoord, de kennis- en innovatieagenda’s van het missiegedreven Topsectoren– en Innovatiebeleid en het ECCM-adviesrapport.

Zuid-Holland versterkt fieldlabs: 2 miljoen voor testen innovaties Energie & Klimaat

De provincie Zuid-Holland investeert 2 miljoen eurp in het vervolg van het Innovatieprogramma Energie en Klimaat, dat uitgevoerd wordt door InnovationQuarter.

Met haar grote steden, economische mainports en industrie staat de regio voor grote uitdagingen: hoe kunnen we straks duurzaam in de grote energievraag voorzien, welke infrastructuur is nodig, hoe gaan we alle bestaande wijken duurzaam verwarmen, hoe beperken we de CO2 uitstoot van de industrie?

Daarom ondersteunt het innovatieprogramma de komende periode toepassingsstudies en tests op deze vier gebieden: verduurzaming van de gebouwde omgeving, grootschalige opwek en opslag van duurzame energie, elektrificatie van de industrie, circulaire grondstoffen in de industrie.

Het Innovatieprogramma Energie & Klimaat is een initiatief van de provincie Zuid-Holland, de MRDH regio, TNO en InnovationQuarter. Het innovatieprogramma steunt MKB-bedrijven, fieldlabs en partners bij toepassingsstudies, fieldlab-tests en praktijktests.

woensdag 23 december 2020

Vattenfall en Gooyum-Houw BV geven groen licht voor bouw van Nij Hiddum-Houw

Vattenfall en Gooyum-Houw BV starten de bouw van Windpark Nij Hiddum-Houw in Friesland. Zestien windmolens die nu in het gebied staan worden vervangen door negen krachtiger exemplaren. Met het project is een investering gemoeid van 60 miljoen euro.

Het park van negen turbines wordt gezamenlijk ontwikkeld: Vattenfall wordt eigenaar van 4 van de 9 windmolens en Gooyum-Houw BV, een samenwerkingsverband van 45 particulieren en bedrijven uit de omgeving,  bezitten de overige 5. Daarmee komt de meerderheid van het park in lokaal eigendom.

Er zijn verschillende profijtregelingen afgesproken om de omgeving mee te laten profiteren van het windpark. Zo is er een omwonendenregeling voor bewoners in de nabijheid van de turbines, onder wie alle inwoners van Cornwerd, én een dorpsregeling voor Wons en Zurich. Daarnaast zijn er verschillende participatiemogelijkheden om mee te investeren in het park.

Inmiddels zijn ook contracten getekend voor de aanleg, levering en bouw van de windmolens. De combinatie Jansma Drachten BV en M. Westra BV uit respectievelijk Drachten en Franeker voeren de civiele werkzaamheden uit, zoals het aanleggen van wegen, kraanopstelplaatsen en parkbekabeling van het windpark.

Bestaande wijken energieneutraal dankzij zonnewarmtenet

Een zonnewarmtenet blijkt technisch en financieel haalbaar om bestaande wijken te verduurzamen en aardgasvrij te maken, zo heeft een consortium van wetenschappers en bedrijven onder leiding van de TU Delft aangetoond.

Het consortium heeft dit concept technisch uitgewerkt en voor de bestaande Haarlemse jarendertigwijk Ramplaankwartier technisch en financieel doorgerekend.

Daarnaast is in een proefopstelling in The Green Village in Delft aangetoond dat het systeem werkt. Hiermee ligt er een ontwerp klaar voor het duurzaam verwarmen van huizen van een hele wijk, zonder dat een externe warmtebron nodig is.

Het zonnewarmtenet bestaat uit PVT-panelen (zonnepanelen die zowel warmte als elektriciteit opwekken) op het dak, een zeer lage temperatuur warmtenet gekoppeld aan een warmte/koudeopslag onder de grond en een warmtepomp in iedere woning. Op deze manier worden de woningen op een energieneutrale manier voorzien van warm water, verwarming in de winter en verkoeling in de zomer.

dinsdag 22 december 2020

'Honderden euro’s besparen op energierekening met hybride warmtepomp'

Consumenten kunnen 200 tot ruim 600 euro per jaar besparen op hun energierekening met een hybride warmtepomp. Dat blijkt uit een test van de Consumentenbond en zes andere organisaties, waaronder Enpuls  en Gasunie.

De hybride warmtepomp is een combinatie van een elektrische warmtepomp en een HR-ketel. Het grootste deel van het jaar zorgt de elektrische pomp voor verwarming van de woning. Alleen als het echt koud wordt springt de cv-ketel bij.

Uit de test blijkt dat met alle onderzochte hybride warmtepompen flinke besparingen op de energierekening mogelijk zijn. Vooral vrijstaande woningen, gebouwd voor 1992, hebben er baat bij. Bij een standaardinstelling ‘verdient’ het systeem zichzelf terug in 7 tot 10 jaar. Eigenaren van rijtjeswoningen moeten meer geduld hebben. De verwachte terugverdientijd voor hen is 10 à 15 jaar. 

De Consumentenbond vindt de aanschafsprijs van hybride warmtepompen te hoog. De adviesprijzen variëren van 4.450 tot 7.575 euro inclusief installatie. Daar gaat dan nog een overheidssubsidie van 1600 tot 1800 euro vanaf.

Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘We begrijpen dat fabrikanten ontwikkelingskosten hebben, maar als je wilt dat meer mensen een hybride warmtesysteem nemen, dan moet die prijs echt zakken. Daarnaast is de fabrieksgarantie vaak maar 2 jaar. Dat staat niet in verhouding tot de aankoopprijs. Bij zonnepanelen is de gemiddelde fabrieksgarantie 10 jaar. Wij pleiten ervoor dat fabrikanten diezelfde garantietermijn voor hybride warmtepompen hanteren.’

Twee derde bedrijven in duurzame energiesector hebben hogere omzet dan verwacht

Ondernemers die huizen verduurzamen, hebben zich in november goed hersteld van de coronacrisis. Zo is de omzet van twee op drie bedrijven die actief zijn in de duurzame energiesector gelijk of zelfs hoger dan begin dit jaar werd verwacht, constateert de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) in een inventarisatie van de effecten van de coronacrisis op deze bedrijven.
 

Deze stijging is onder meer het gevolg van een groeiende groep huizenbezitters die bereid is in het eigen huis te investeren.
 
De NVDE verrichte het onderzoek in de periode tussen de tweede golf die in november begon en vóór de lockdown die sinds 15 december van kracht is. Uit haar onderzoek blijkt dat vooral bedrijven die zich focussen op verduurzaming van de gebouwde omgeving tot nu toe relatief ongeschonden uit de crisis zijn gekomen. Vlak na het uitbreken van de crisis overheerste echter een negatief sentiment en rekende toen slechts 16 procent op een gelijkblijvende of hogere omzet. Een half jaar later geldt dit voor maar liefst 66 procent. Ook is het aantal bedrijven dat een daling van minstens 20 procent verwachtte sterk gedaald. In maart ging bijna de helft van de bedrijven hiervan uit, terwijl dit in november nog maar voor iets meer dan één op de tien bedrijven gold.
 

Biogas verwarmt school en zwembad

De schoollocatie Canisius van Stichting Carmelcollege en sportcentrum de Vlaskoel in Tubbergen worden vanaf januari 2021 verwarmd met biogas van Mts. Elferink in Tubbergen. Het biogas komt in plaats van aardgas.

Biogas ontstaat door vergisting van organisch materiaal. In dit geval is dat mest van de koeien van maatschap Elferink. Met een mestvergister wordt biogas geproduceerd en via een ondergrondse leiding getransporteerd voor de verwarming van sportcentrum de Vlaskoel en de Tubbergse schoollocatie Canisius. Deze gebouwen gebruiken dan nagenoeg geen aardgas meer. Cogas zorgt voor het transport van het biogas.

Biogas is voor de energietransitie nagenoeg de enige bron die als aardgasvervanger ingezet kan worden voor hoge temperatuur verwarming. Doordat er nu nog slechts 5 procent van deze duurzame vorm van biomassa wordt benut voor de productie van biogas is de gemeente Tubbergen erg ingenomen met dit initiatief.

Biogas speelt naast andere hernieuwbare warmtebronnen een belangrijke rol als alternatief voor aardgas in veel Tubbergse wijken. Daarnaast wil de gemeente haar eigen maatschappelijke gebouwen graag verduurzamen.

De gemeente Tubbergen is eigenaar van sportcentrum de Vlaskoel en neemt hier de kosten voor de aanpassingen voor haar rekening. Schoollocatie Canisius krijgt een subsidie om deze kosten op te vangen.

Brummen Energie realiseert ‘Zonnepark Elzenbos’

 

Op een braakliggend terrein van 3 hectare in de bocht van de Elzenbosweg en de N348 bouwt Brummen Energie een zonnepark met 6.240 zonnepanelen, goed voor ongeveer 2.350.000 kWh, voldoende stroom voor ruim 750 huishoudens.

Dit zonnepark levert straks stroom voor lokale energiebehoefte. Het plan voor dit zonnepark is in nauwe samenwerking met de gemeente Brummen tot stand gekomen. Het is voor een belangrijk deel een initiatief vanuit de inwoners van Brummen zelf vertegenwoordigd.

De ontwikkeling komt mede tot stand door financiële participatie van bewoners uit de gemeente zelf, via de Coöperatie Vereniging Eerbeek-Brummense Energie Maatschappij (Brummen Energie). De financiering kwam verder rond door een samenwerking met Triodos Bank en Topfonds Gelderland. Topfonds Gelderland is een revolverend investeringsfonds van de provincie Gelderland, beheerd door fondsmanager Oost NL. Uiterlijk begin 2021 start de bouw van het zonnepark. Het zonnepark levert naar verwachting begin 2021 stroom op. 

maandag 21 december 2020

Eteck verwarmt woningen duurzaam met servers van Leafcloud

Datacentra in Nederland verbruiken veel energie. De elektriciteit die door deze ICT-apparatuur gebruikt wordt, genereert ook veel warmte. Warmte die zonder goede bestemming vervolgens verloren gaat.

Om die energieverspilling tegen te gaan werken Leafcloud, een leverancier van cloud hosting en Eteck, leverancier van duurzame warmte, sinds vandaag samen.

Het gebruik van clouddiensten is dit jaar in een stroomversnelling geraakt. Datacentra verbruiken 4 procent van alle elektriciteit in Nederland.

Eteck en Leafcloud werken nu samen om lokaal en duurzaam warmte te leveren aan een Amsterdams appartementencomplex. Om de warmtelevering verder te vergroenen plaatst Leafcloud een modulair serversysteem in de gezamenlijke techniekruimte onder de woningen.
De server met het formaat van een kleine koelkast wordt vervolgens aangesloten op het warmtesysteem van Eteck. Dit systeem zorgt dat de vrijgekomen warmte van de servers wordt omgezet in bruikbare warmte voor de woning, zoals ruimteverwarming en warm tapwater. De te plaatsen server levert jaarlijks ca. 42 GJ aan energie. Dat is vergelijkbaar met 1.300 m3 gas. En zo levert elke eenheid op de locatie al een reductie op van 2.300 kg CO2.

Noordzee Energie Outlook brengt randvoorwaarden voor toekomstige groei windenergie op zee in kaart

Windenergie op zee speelt een belangrijke rol in de verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening en het behalen van klimaatdoelstellingen. De routekaart windenergie op zee 2030 geeft een blauwdruk hoe en waar nieuwe windparken in de periode tot en met 2030 worden gebouwd.

In 2030 zal naar verwachting circa 70 procent van ons huidige elektriciteitsverbruik uit wind- en zonne-energie komen, waarvan meer dan de helft wordt geproduceerd door windparken op zee. De Noordzee Energie Outlook (NEO) concludeert dat de Noordzee vanwege haar potentieel voor windenergie en CO2-opslag ook onmisbaar is om de klimaatdoelstelling van 95 procent CO2-reductie in 2050 te halen. Windenergie zal na 2030 significant moeten doorgroeien. Voor een succesvolle doorgroei van windenergie op zee na 2030 moet dan wel aan de juiste randvoorwaarden worden voldaan.

De NEO stelt verder dat de markt alleen bereid zal zijn tot doorlopende en opgeschaalde investeringen als er sprake is van een gezonde en stabiele businesscase voor duurzame energieproducenten. Concreet betekent dit dat er meer zicht moet zijn op de ontwikkeling van de vraag naar hernieuwbare elektriciteit en groene waterstof en dat deze vraag tijdig moet toenemen. Een aanzienlijk deel van de verwachte vraag komt door de verduurzaming van de industrie. Het Europese emissiehandelssysteem (het ETS), de CO2-minimumprijs en het Nationaal Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI), zijn initiatieven die de industrie moeten aanzetten tot investeringen in verduurzaming.

zondag 20 december 2020

'Stop pas na 2030 met subsidies op stoken biomassa voor warmte'

Als al ruim vóór 2030 gestopt wordt met het toekennen van nieuwe subsidies voor houtige biogrondstoffen voor warmtenetten, is het naar de huidige inzichten niet aannemelijk dat alternatieve warmtebronnen  – zoals geothermie, industriële restwarmte en aquathermie – snel genoeg kunnen worden opgeschaald om de wegvallende biogrondstoffen te compenseren.

Dit concludeert het PBL in het Advies uitfasering houtige biogrondstoffen voor warmtetoepassingen. Het advies is geschreven op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, dat de ambitie heeft om op termijn de inzet van houtige biogrondstoffen voor lagetemperatuurwarmte af te bouwen.

Het verwarmen van woningen met behulp van elektrische warmtepompen kent vooral in de bestaande bouw hoge kosten, kan (te) veel vragen van de elektriciteitsnetwerken, en stelt eisen aan de beschikbare ruimte voor installaties en de isolatiegraad. Het alternatief, verwarming met behulp van duurzame gassen en eventueel hybride warmtepompen, verkeert nog in de beginfase. Ook bestaat er grote onzekerheid of er in 2030 voldoende groengas en – op de langere termijn – voldoende duurzame waterstof kan worden geproduceerd.

vrijdag 18 december 2020

Warme winter kan tot 25% lagere stookkosten leiden

Dit jaar telde 233 aaneengesloten dagen waarin de temperatuur niet onder de 10 graden kwam. Een witte kerst lijkt er ook niet te komen.

De winter van 2015-2016 was opvallend zacht, waardoor consumenten tot 25 procent bespaarden op hun gasverbruik in de wintermaanden. Dat kwam voor een gemiddeld gezin neer op 150 euro. Hoeveel gas consumenten normaal gesproken gebruiken om hun huis te verwarmen, hangt af van veel factoren. Zo is een moderne nieuwbouwwoning veel energiezuiniger dan een monumentaal pand. Om een idee te geven: een gemiddeld huishouden besteedt ongeveer 1000 euro per jaar aan aardgas. Hiervan gaat zo'n 60 procent, dus 600 euro, op aan gasverbruik in de winter.

De gasprijs bestaat uit een combinatie van het leveringstarief, de netbeheerkosten en een regiotoeslag. De hoogte van de regiotoeslag is afhankelijk van de afstand van uw woning tot Groningen (vanwege de aardgasvelden waar we ons gas vandaan haalden). De netbeheerkosten zijn voor het onderhoud en de instandhouding van het gasnetwerk, de gasaansluitingen en de gasmeters.

Er zijn doorgaans twee momenten in het jaar waarop energieleveranciers een nieuwe elektriciteits- en gasprijs bekendmaken. Dit gebeurt meestal op 1 januari en 1 juli. Consumenten met een variabel energiecontract ervaren dan direct de prijswijziging. Consumenten die een energiecontract voor een bepaalde periode vast hebben gezet (bijvoorbeeld 1, 3 of 5 jaar), merken niet direct dat de gasprijzen stijgen of dalen.

Startsignaal gegeven voor aanleg warmtenet Groenoord

Donderdag is het startschot gegeven voor de aanleg van een warmtenet in Groenoord met de ondertekening van de contracten tussen gemeente Schiedam, Woonplus en Eneco.

Hiermee starten in 2021 de verdere voorbereidingen voor de bouw van het benodigde warmtestation en de aanleg van het warmtenet.

De uitvoering van het project gaat ongeveer 10 jaar duren waarin gemeente Schiedam, Woonplus, Eneco en ook de provincie Zuid-Holland nauw blijven samenwerken. Er wordt zo’n 120 miljoen euro in de wijk geïnvesteerd in de vorm van de nieuwe energie-infrastructuur en woningverbetering.

Dit geeft ook ruimte voor het verzilveren van een aantal koppelkansen op sociaal-maatschappelijk gebied, zoals onderwijs en werkgelegenheid. Daarnaast kunnen bewoners meebeslissen over de herinrichting van de openbare ruimte.

Samenwerkingsprogramma van start om energietransitie te versnellen


Mensen Maken de Transitie. Dat is de naam van een leer- en innovatieprogramma dat van start gaat. Het programma moet de verduurzaming van bestaande woningen gaan versnellen.

Door een betere ketensamenwerking, slimmere productieprocessen en (bij)scholing van werknemers wordt het straks eenvoudiger om hele wijken in één keer aan te pakken.

Mensen Maken de Transitie is een initiatief van onder meer Techniek Nederland, Bouwend Nederland, Netbeheer Nederland, de MBO Raad, Vereniging Hogescholen, 4TU en FNV. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteunt het programma.

In 2030 moeten er volgens het Klimaatakkoord 1,5 miljoen woningen verduurzaamd zijn. Mensen Maken De Transitie gaat de kennis over verduurzaming van bestaande wijken bij elkaar brengen en toegankelijk maken. De ervaringen uit de aardgasvrije proefwijken en grote renovatieprojecten zijn daarvoor de basis. Het onderwijs neemt de nieuwe kennis over verduurzaming op in opleidingen.  Zo draagt het leer- en innovatieprogramma bij aan een haalbare en betaalbare energietransitie voor iedereen in ons land.

donderdag 17 december 2020

'Meer stroomverbruik door vroege kerstsfeer'

Essent verwacht dat we tijdens deze kerstperiode meer stroom verbruiken dan andere jaren. Doordat we vanwege corona eerder de kerstsfeer in huis halen, zal de verlichting naar verwachting langer branden waardoor de kosten kunnen oplopen tot wel 60 euro. Het gebruik van een timer en LED lampjes houdt het verbruik en dus de kosten in de hand.

In een normale kerstperiode brandt de verlichting zo’n vier weken. Doordat we dit jaar de boom eerder in huis halen, is dit in sommige huishoudens wel zes weken.

Om het energieverbruik van de kerstverlichting binnen de perken te houden, heeft Essent de volgende tips:

Laat kerstverlichting niet de hele dag branden. Gebruik een timer om de verlichting in en uit te schakelen. Zo voorkom je dat de lampjes al bij daglicht aangaan of dat ze de hele nacht onnodig branden. Dit scheelt tot wel tweederde in het verbruik.
Kies voor kerstverlichting met led-lampjes. Deze zijn ongeveer acht keer zuiniger dan ouderwetse gloeilampjes. LED-verlichting is iets duurder in aanschaf, maar gaat langer mee.
Haal transformatoren uit het stopcontact, daarmee voorkom je sluipverbruik. Kerstverlichting werkt vaak op lage spanning en heeft daarom een transformator. Zo´n transformator verbruikt stroom. Ook als het licht uitstaat.
Kies buiten voor kerstverlichting op zonnestroom. De accu laadt overdag op en de ingebouwde sensor zorgt ervoor dat de verlichting ’s avonds automatisch aangaat
Gebruik geen lichtslangen. Dit zijn namelijk enorme stroomslurpers. Gebruik liever snoerverlichting, die is veel zuiniger.

Variabele energietarieven dalen opnieuw

Per 1 januari 2021 dalen de variabele energietarieven voor de derde keer op rij. Hoewel de energiebelastingen op gas en de netbeheerkosten zullen stijgen (afhankelijk van de netbeheerder met 22 euro), ligt de energierekening van Nederlandse huishoudens met een variabel energiecontract per 1 januari 2021 zo’n 4 euro lager op jaarbasis. De variabele gastarieven hebben daarmee opnieuw een bodempunt bereikt.

Dit heeft prijsvergelijker Pricewise berekend op basis van de bij haar bekende nieuwe variabele tarieven van twee van de drie grootste energieleveranciers – Vattenfall en Eneco – voor een gemiddeld Nederlands huishouden.

Per 1 januari 2021 ziet Pricewise de laagste variabele gastarieven ooit. De variabele gastarieven liggen op dit moment lager dan het voormalige bodempunt in 2016. Volgens Hans de Kok, directeur van Pricewise, komen de variabele stroomtarieven nog niet in de buurt van het bodempunt van begin 2017.

Vanaf 1 januari ligt een energiecontract met variabele tarieven van Vattenfall en Eneco zelfs onder hun éénjarig contract met vaste tarieven. Een energiecontract met vaste tarieven is vaak nog steeds goedkoper in verband met eventuele eenmalige kortingen. Daarnaast zijn de nieuwe variabele tarieven van andere energieleveranciers per 1 januari nog niet bekend, waardoor het verschil tussen een energiecontract met vaste of variabele tarieven nog kan wijzigen.

Bij Vattenfall dalen de variabele leveringskosten voor gas en voor stroom het meest. Daar tegenover staat dat de vaste leveringskosten van Vattenfall wel flink stijgen. Hierdoor is de daling van de gemiddelde energierekening minder groot.

Bij Eneco dalen de variabele leveringskosten voor gas en stroom ook. De vaste leveringskosten blijven bij Eneco gelijk. De nieuwe tarieven van Essent zijn op publicatiedatum nog niet bekend bij Pricewise.

De rekening voor energie bestaat uit leveringskosten, netbeheerkosten en belastingen. Een gemiddeld Nederlands huishouden (op basis van het gemiddelde CBS energieverbruik van 2.730 kWh en 1.180 m³) betaalt in 2021 22 euro (incl. btw) meer aan netbeheerkosten dan in 2020 bij de grootste netbeheerder: Liander. Andere netbeheerders verhogen ook hun tarieven, variërend van 2 tot 39 euro afhankelijk van de netbeheerder.

Uit de miljoenennota die op Prinsjesdag werd aangeboden blijkt daarnaast dat de wijziging in de energiebelasting bijna geen effect heeft voor een gemiddeld huishouden in 2021. Door de hogere vermindering energiebelasting en lagere energiebelasting voor stroom, worden de verhoogde belasting voor gas en ODE-gecompenseerd.

woensdag 16 december 2020

Elia met visienota over e-mobiliteit

Onlangs publiceerde Elia Group haar visienota ‘Accelerating to net-zero: redefining energy and mobility’ (Versnellen naar klimaatneutraliteit: energie en mobiliteit opnieuw definiëren).

Hierin beschrijft Elia groep de maatschappelijke relevantie van een betere afstemming tussen de energie- en mobiliteitssector en het stimuleren van een wijdverbreide invoering van elektrische mobiliteit.

De transportsector is momenteel goed voor een kwart van de Europese CO2-uitstoot. Nu de technologie voor elektrische voertuigen (EV) matuur wordt, kan de mobiliteitssector in korte tijd een groot verschil maken. Een succesvolle samenwerking tussen de energie- en mobiliteitssector is echter alleen mogelijk als de huidige barrières worden weggenomen.

Elia groep heeft hiervoor drie hefbomen gedefinieerd. Die zorgen niet alleen voor een betere rijbeleving en bijkomende consumentenvoordelen, maar zorgen er tegelijk voor dat de energie- en mobiliteits-sector duurzamer worden.

Lessen uit veertien projecten met aquathermie

Aquathermie is er nog niet op grote schaal, maar heeft toekomst als duurzame manier om woningen te verwarmen is de conclusie uit een onderzoek van STOWA.

De voornaamste bevindingen uit de studie: aquathermie blijkt technisch betrouwbaar en gebruiksvriendelijk. Een project is wel altijd maatwerk, door kenmerken zoals de specifieke locatie en de warmtevraag. Het vergt samenwerking met veel (lokale) partijen. In projecten is er telkens de afweging: investeer je in materiaal dat langer meegaat of ga je uit van extra tussentijds onderhoud?
Installaties kunnen bijvoorbeeld gevoelig zijn voor vervuild water en dit is te ondervangen met betere, maar duurdere materialen. Zoals titanium in plaats van roestvrijstaal. Het is verder raadzaam om bij het ontwerp rekening te houden met de mogelijkheid van verdere uitbreiding van het aantal aansluitingen, zodat je de bron voor aquathermie optimaal kunt inzetten.

De veertien praktijkvoorbeelden uit het onderzoek maken helder waar je op moet letten bij aquathermie, wat betreft techniek en organisatie van projecten. Ervaringen met bestaande projecten kunnen helpen succesvolle toepassing te bespoedigen.

De resultaten van de studie vormen de bouwstenen van verder onderzoek in WarmingUP, waar 34 partijen samenwerken aan toepasbare kennis voor duurzame, collectieve warmtesystemen.

Klanten stadswarmte willen tweeduizend euro investeren om bron warmtenet te kiezen

Consumenten die gebruikmaken van stadswarmte hebben ook interesse om te investeren in duurzame warmte. Naast financieel rendement wil men zo een bijdrage leveren aan verduurzaming van stadswarmte. Dat blijkt uit onderzoek dat Vattenfall uitvoerde onder haar warmteklanten.

Bijna de helft van de Vattenfall-klanten met stadswarmte wil weten waar hun warmte vandaan komt. Een even groot percentage respondenten vindt het belangrijk om daadwerkelijk zeggenschap te hebben over welke bronnen worden gebruikt voor de stadswarmte die zij gebruiken. Dit kan bijvoorbeeld door lid te worden van een energiecoöperatie.

Het liefst zien consumenten dat stadsverwarming door een combinatie van duurzame bronnen wordt gevoed. Warmte uit zonnecollectoren is het meest populair, gevolgd door restwarmte uit datacenters. Restwarmte uit het verbranden van afval en het gebruik van geothermie eindigen op een derde plek.

dinsdag 15 december 2020

Invroheat start verkoop gepersonaliseerde posters die ruimtes verwarmen

Het Nederlandse Invroheat begint in januari met de online verkoop van gepersonaliseerde posters die warmte afgeven, zo meldt Emerce. Het gaat om verwarmingspanelen die een behaaglijke warmte uitstralen op basis van infrarood.

Invroheat levert al enige tijd oprolbare heaters. De capaciteit van 400 watt is voldoende om vijftien vierkante meter in korte tijd op te warmen.

De basistechniek bestaat op zich al vijftig jaar. Die is door de Russen ontwikkeld voor de Spoetnik. Warmte ontstaat doordat carbonkristallen met elkaar botsen als er elektriciteit op wordt gezet. Dat zorgt voor infraroodstraling.

Om de veiligheid van de verwarming te waarborgen is ruim twee jaar geïnvesteerd om alle benodigde certificaten van SGS (een specialist op het gebied van inspectie, controle en certificering) te verkrijgen. De verwarming is voorzien van overhittingsthermostaat en een timer.

Tot nu toe kon Invroheat alleen gepersonaliseerde heaters maken in grote oplages. Maar inmiddels het Nederlandse bedrijf vaste panelen ontwikkeld volgens hetzelfde principe. Consumenten kunnen eigengemaakte posters uploaden die in Duitsland bij Neschen Coating op een speciaal hittebestendig folie worden gedrukt en in Breda op het paneel kunnen worden aangebracht.

2,5 miljoen koopwoningen zonder energielabel

Ruim de helft van de Nederlandse koopwoningen heeft eind 2020 nog geen definitief energielabel (55%). Voornaamste reden hiervoor is dat men geen intentie heeft om de woning te verkopen. Dit blijkt uit het Duurzaam Wonen onderzoek, een grootschalige meting van Multiscope onder 4.000 Nederlanders.

Vanaf 1 januari 2021 wordt de aanvraag van een energielabel vele malen duurder. Een kwart van alle woningeigenaren weet niet of hun woning een definitief energielabel heeft (25%). Dit komt neer op meer dan 1,1 miljoen huizenbezitters. Bijna twee op de vijf geven aan dat de eigen woning geen definitief energielabel heeft (38%). Een nagenoeg even groot deel zegt dit wel te hebben (37%).

De voornaamste reden waarom woningeigenaren geen definitief energielabel aanvragen is omdat ze geen intentie hebben om de woning te verkopen (47%). Eén op de vijf ziet het nut van het label niet in (20%). 

Ook de bekendheid speelt een duidelijke rol. Eén op de vijf heeft dit nog niet gedaan, omdat ze het label niet kennen (18%). Nog eens 9% weet niet hoe ze het label moeten aanvragen. Eén op de acht (12%) wil het label nog wel gaan aanvragen in 2020.

Het merendeel van de huiseigenaren is ook niet bekend met alle regels en veranderingen omtrent het energielabel. Meer dan de helft weet niet dat men een boete van 170 euro krijgt bij verkoop of verhuur zonder definitief energielabel (53%). Meer dan zes op de tien (61%) weten niet dat de aanvraagprocedure verandert vanaf 2021. Een nagenoeg even groot deel (63%) weet dus ook niet dat de kosten van deze aanvraag volgend jaar zullen stijgen van enkele tientjes naar honderden euro’s. 

Foto Anefo archief

Energiepunt Apeldoorn: warmtebeeldcamera’s als warme broodjes

Het Energiepunt van de gemeente Apeldoorn is gestart met gratis uitleen van duurzame gadgets aan de Paslaan.

Onder de naam LEEN worden hier onder andere warmtebeeldcamera’s, luchtkwaliteitsmeters en endoscopen uitgeleend voor het huis.

“Vooral de warmtebeeldcamera’s gaan als warme broodjes over de toonbank, zegt Sander Lubberhuizen (bedrijfsleider van het Energiepunt): 'LEEN is ontstaan omdat we in deze coronatijd niet meer met onze coaches op pad kunnen. Ja, dan moeten we wat bedenken zodat bewoners zelf aan de slag kunnen. We draaien nu ruim een week proef met onze ‘webwinkel’, waar mensen zelf hun spullen kunnen reserveren.'

Kadernota transitievisie Warmte voor Lelystad

De provincie Flevoland vraagt aan de raad van Lelystad om kaders en spelregels vast te stellen voor de overgang naar nieuwe energiebronnen.

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat over 30 jaar in huizen en bedrijven geen aardgas meer wordt gebruikt. De Kadernota ‘Op weg naar nieuwe energie’ is de eerste stap waarmee Lelystad zich daar op voorbereidt.

In de eerste helft van 2021 wordt onderzocht  in welke wijken vóór 2030 gestart gaat worden met aardgasvrij maken en welke wijken later aan de beurt komen. Bij dit proces worden bewoners en bedrijven betrokken. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheid van aansluiting met andere gemeentelijke projecten zoals groot onderhoud en asbestsanering. Op die manier worden verschillende zaken in de wijk in één keer aangepakt.

Naar verwachting in de tweede helft van 2021 wordt vervolgens voor de eerste wijken samen met bewoners gestart met het maken van een plan voor hun wijk. Met de bewoners en bedrijven in die wijken wordt dan gekeken naar welke energietechniek het beste bij die wijken past. Daarbij blijven individuele keuzes mogelijk. De raad stelt de uitvoeringsplannen per wijk vast. Bewoners zullen ruim de tijd krijgen om zich voor te bereiden op het nieuwe energiesysteem. Er zit zeker acht jaar tussen de start van het project en het uiteindelijk daadwerkelijk overstappen op een nieuwe energiebron.

maandag 14 december 2020

Offshore kansen voor Noord-Holland

Met de bouw van de windparken Hollandse Kust Noord, Zuid, West en IJmuiden Ver voor de kust van Noord-Holland komt een enorme stroom aan offshore activiteit naar de provincie.

Dit blijkt uit onderzoek door de havens van IJmuiden, Den Helder en Amsterdam dat is beoordeeld door TNO.

Voor de energietransitie is wind op zee nodig, dit heeft een potentieel van 3 miljard euro aan bestedingen, aldus Peter van de Meerakker, directeur Zeehaven IJmuiden. 'De eerste investeringen in Noord-Holland zijn al zichtbaar. Voornamelijk vanwege de locatie kiezen veel bedrijven voor een onderhoud en installatiebasis in de Noord-Hollandse havens. De Noord-Hollandse havens bieden de kortste vaarafstand tot de windparken zowel voor als na 2030.'

Om bedrijven uit het cluster ‘Wind op zee’ te accommoderen houden de havens ruimte gereserveerd. Zo heeft Amsterdam 35 hectare beschikbaar voor de productie van offshore wind onderdelen.

Ook werken de havens van IJmuiden en Amsterdam samen aan de transformatie van een voormalig baggerdepot van het Rijk nabij IJmuiden. Een consortium bestaande uit Haven Amsterdam, Zeehaven IJmuiden, gemeente Velsen en Provincie Noord-Holland maken van deze 15 hectare een Energiehaven voor de installatie van de windparken op zee. 

98% van de huizenkopers wil verduurzamen, helft kent opties financiering niet

Nederland moet verduurzamen en een grote meerderheid in ons land wil dit ook. Maar consumenten zijn nog onvoldoende bekend met de mogelijkheden om de verduurzaming van hun huis te financieren. Dat blijkt uit recent onderzoek van Centraal Beheer en onderzoeksbureau Memo2 onder 944 respondenten.    

De wil om te verduurzamen is groot onder Nederlanders. 70 procent vindt het belangrijk en maar liefst 98 procent van de mensen die van plan is binnen 5 jaar een huis te kopen, staat er voor open een duurzame woning te realiseren.

De investering om te verduurzamen is echter een groot struikelblok, ondanks de flinke groei van het spaarsaldo in Nederland in coronatijd. Dat bleek al uit eerder onderzoek van Centraal Beheer, onderdeel van coöperatieve verzekeraar Achmea, en Memo2 onder 1876 huiseigenaren.

Bij gebrek aan eigen middelen, kan je in sommige gemeentes terecht voor een subsidie of lening. Wat blijkt: 53 procent van de potentiële huizenkopers is niet bekend met deze duurzaamheidsregelingen. Een andere optie is om de verduurzaming van je huis mee te financieren in je hypotheek. Maar ook hier kent bijna de helft (45%) deze mogelijkheid niet.

Gouda: ‘Praat mee over zonnepanelen en windmolens!’

De gemeente Gouda roept alle inwoners op om mee te doen aan een enquête over duurzame energie in de regio Midden-Holland. De vragen gaan bijvoorbeeld over de plekken waar windmolens en zonnepanelen moeten worden neergezet.

Nederland stapt over op duurzame energie. In het Klimaatakkoord staat dat vanaf 2030 in heel het land jaarlijks minstens 35 terawattuur (TWh) aan duurzame elektriciteit moet worden opgewekt. Bijvoorbeeld met windmolens of zonnepanelen. In 30 regio’s wordt hiervoor een plan gemaakt: een Regionale Energie Strategie (RES).

Ook Gouda werkt samen met de andere gemeenten in de regio Midden-Holland aan zo’n plan. Samen willen de gemeenten vanaf 2030 elk jaar 0,435 TWh aan duurzame elektriciteit opwekken in de regio. Dat kan bijvoorbeeld met 67 windmolens of met 544 hectare aan zonnepanelen - vergelijkbaar met 816 voetbalvelden. Of door te kiezen voor een combinatie van windenergie én zonne-energie.

zondag 13 december 2020

ACM informeert warmteleveranciers over voorwaarden transparantie warmtefacturen

Warmteleveranciers moeten transparante warmtefacturen aan de warmteverbruiker overleggen. Die warmtefacturen zijn nu echter niet altijd even begrijpelijk voor de consument, zo blijkt uit signalen die de Autoriteit Consument & Markt (ACM) ontvangen heeft.

Leveranciers kregen tijdens een sectorbijeenkomst toelichting op de vereisten waaraan warmtefacturen moeten voldoen. Ze hebben tot 12 maart 2021 de tijd om aanpassingen door te voeren. Daarna start de ACM met controles.

Meer informatie over de geldende wet- en regelgeving, de gestelde vereisten aan facturatie, voorbeelden van waaraan de facturen moeten voldoen en het vervolgtraject is terug te vinden in de presentatie van de sectorbijeenkomst.

vrijdag 11 december 2020

Klanten claimen miljoenen terug van energiebedrijf Vattenfall

Duizenden zakelijke klanten van energieleverancier Vattenfall betaalden mogelijk jarenlang veel te veel. Medewerkers van het bedrijf misleidden klanten, omdat hun bonus er vanaf hing. Dat beweren oud-werknemers. Het bedrijf wacht een miljoenenclaim, bij Een Vandaag.

In 2006 werd een wet aangenomen die de energiemarkt splitst in energieleveranciers en netbeheerders. Het netbeheerdeel van Nuon ging in 2008 zelfstandig verder onder de naam Liander.

Maar Vattenfall voert nog steeds een post 'gecontracteerd vermogen' op die hoort bij de netbeheerder.

Twee oud-werknemers van Vattenfall, met wie EenVandaag op voorwaarde van anonimiteit sprak, vertellen dat dit op de werkvloer ook bekend was. "Na een aantal jaar begon ik door te krijgen dat er iets niet klopte", vertelt een van hen.

"Er kwamen telefoontjes binnen van klanten met vragen. Als dat bij een simpele vraag om uitleg bleef, moest je er een verhaal omheen bedenken en het contract gewoon laten zoals het was. De instructie was: geen slapende honden wakker maken. Ik heb collega's huilend zien weglopen, omdat ze weer een klant hadden voorgelogen."

Vattenfall ontkent dubbele kosten in rekening te brengen. "Het is ons niet duidelijk waarom de Stichting Nuon-Claim een collectieve actie start. Een degelijke onderbouwing van hun standpunt heeft Vattenfall tot op heden ook nog niet ontvangen."

Woningen Uithoorn tijdelijk verwarmd met waterstof

In Uithoorn stroomt vanaf vandaag waterstof door het bestaande aardgasnet. Veertien sloopwoningen zijn gereed gemaakt voor tijdelijke verwarming met waterstof. Dit is een techniek die wereldwijd nog in de kinderschoenen staat en nu voor het eerst in Nederland door Stedin wordt toegepast.

Netbeheerder Stedin werkt hierbij samen met woningcorporatie Eigen Haard, de gemeente Uithoorn en energieconsultant DNV GL. Feenstra voert werkzaamheden aan de binneninstallatie uit en Nefit Bosch en Remeha leveren de waterstof cv-ketels. Dit project is voor alle partners een kans om te leren over de overgang van aardgas naar waterstof in bestaande gasnetten.

In 2050 wil de overheid geen aardgas meer gebruiken in woningen om de CO2-uitstoot te verminderen. Het verwarmen van woningen met waterstof kan in de toekomst een alternatief zijn naast volledig elektrisch en warmtenetten. In Uithoorn wordt dit nu in de praktijk onderzocht. D

Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een grote rol gaat spelen in de gebouwde omgeving, maar wel een belangrijke. Naast groen gas kunnen andere duurzame gassen op termijn wel een grote rol vervullen in de gebouwde omgeving. Waterstof kan daar zeker onderdeel van zijn.

Om na 2030 waterstof als volwaardig alternatief in te kunnen zetten is het daarom belangrijk om nu kennis en ervaring op te doen en te ontdekken welke rol waterstof kan krijgen.

Gedragscode bevestigt belangrijke rol van omgeving bij ontwikkeling windparken op land

Een brede coalitie van wind-, bewoners-, natuur- en milieuorganisaties heeft de richtlijnen vernieuwd voor het plaatsen van windmolens op land in de Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land.

Bestuurders en ontwikkelaars gebruiken de code in gesprek met direct omwonenden, (lokale) natuurverenigingen, (lokale) politici en landeigenaren. De ondertekenaars van de code zijn de brancheorganisatie NWEA, de belangenvereniging voor omwonenden windturbines (NLVOW), Greenpeace, Milieudefensie, Natuur & Milieu, de Natuur en Milieufederaties en de koepel van energiecoöperaties Energie Samen. Samen vertegenwoordigen deze organisaties een brede waaier van mensen en hun belangen.
 
Uitgangspunt van de gedragscode is om alle belanghebbenden in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken, zodat zij volwaardig kunnen meepraten over onder meer zichtbare veranderingen in het landschap en hun participatie. Door de vele, soms tegenstrijdige, belangen is het, net als bij andere ruimtelijk projecten, nooit mogelijk iedereen 100% tevreden te stellen. De hernieuwde gedragscode helpt om zorgvuldig iedereen te betrekken die belang heeft, alle belangen af te wegen en samen tot oplossingen te komen.
 

Lagere CO2-uitstoot in het derde kwartaal 2020

De CO2-uitstoot door Nederlandse economische activiteiten was in het derde kwartaal 4,5 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2019. Volgens de eerste berekening kromp het bruto binnenlands product (bbp) in dezelfde periode met 2,5 procent.  

Ook in de eerste twee kwartalen van 2020 lagen de emissies lager dan een jaar eerder. De impact van de coronacrisis op de CO2-uitstoot is ook in het derde kwartaal duidelijk zichtbaar. Zo was de CO2-uitstoot van de transportsector ruim 40 procent lager dan een jaar eerder.

De elektriciteitsbedrijven hebben echter, door een hogere elektriciteitsproductie, bijna 9 procent meer uitgestoten.

De netto elektriciteitsproductie was hoger dan vorig jaar, onder andere doordat de export van elektriciteit groeide en de import kromp. De energiebedrijven waren in het derde kwartaal goed voor ruim 37 procent van de totale uitstoot.

De transportsector heeft in het derde kwartaal ruim 40 procent minder CO2 uitgestoten dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Ook de toegevoegde waarde van de sector was fors lager. De CO2-uitstoot van de luchtvaart was in het derde kwartaal ruim 67 procent lager dan een jaar eerder. Het aantal luchtvaartpassagiers nam na de versoepeling van de maatregelen tegen het coronavirus in het derde kwartaal toe ten opzichte van eerdere maanden, maar was desalniettemin nog fors lager dan een jaar eerder. Ook het wegvervoer heeft minder CO2 uitgestoten door de coronacrisis. Het aandeel van de transportsector in de totale uitstoot was ruim 9 procent.

De CO2-uitstoot van huishoudens was 1,3 procent lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Vanwege de covid-19-uitbraak riep het kabinet op om zoveel mogelijk thuis te blijven en indien mogelijk thuis te werken. Hierdoor namen vooral de emissies door autogebruik af. Huishoudens verstookten wel meer aardgas voor verwarming van woningen. In het derde kwartaal bedroeg de CO2-uitstoot van huishoudens ruim 15 procent van het totaal.

donderdag 10 december 2020

Kabinet neemt extra maatregelen voor CO2-reductie

Het kabinet neemt extra maatregelen om de CO2-uitstoot in Nederland op korte termijn verder terug te dringen.

De ministerraad heeft afgelopen vrijdag ingestemd met de maatregelen die worden genomen om te voldoen aan het vonnis in de Urgenda-zaak. Nederland moet de CO2-uitstoot in 2020 en de jaren erna met ten minste 25 procent verminderen ten opzichte van 1990.

Ondanks het feit dat Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in zijn prognoses nog niet alle door het kabinet aangekondigde maatregelen in april om aan het vonnis te voldoen heeft kunnen meenemen, vindt het kabinet dat de onzekerheidsbandbreedte over de emissies fors is.

Een forse CO2-reductie wordt verwacht door de komende jaren de elektriciteitsproductie met kolen behoorlijk terug te brengen.

Als aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt er opnieuw een kolencentrale gesloten. De productie­ van kolencentrales wordt tot 35 procenyt beperkt; een nog lager percentage is in ieder geval bij één centrale technisch niet mogelijk.

Naast maatregelen gericht op de productiebeperking van de kolencentrales werkt het kabinet op dit moment verder aan verschillende maatregelen om de CO2-uitstoot nog verder terug te dringen. Zo is de uitvoering van de energiebesparingsverplichting met de invoering van de informatieplicht vergemakkelijkt voor bedrijven, met name mkb. In het kader van de uitvoering van het Urgendavonnis zijn al eerder middelen beschikbaar gesteld voor de handhaving hiervan. In aanvulling daarop wil het kabinet 9,5 miljoen euro extra in zetten voor meerjarige extra handhavingscapaciteit.

Ook wordt onderzocht wat het effect en de wenselijkheid is van het verbreden van de energiebesparings­verplichting naar ETS-bedrijven. Aanvullend hierop verkent het kabinet samen met de industrie de mogelijkheid voor een convenant voor CO₂-reductie voor de energie-intensieve bedrijven die niet onder de CO2-heffing vallen.

'Solar wordt de nieuwe olie'

Hoe ziet een economie zonder fossiele brandstoffen eruit? Duurzame oplossingen zijn essentieel om in onze energiebehoeftes te kunnen blijven voorzien. Energiebedrijf Ecorus verzorgt het gehele zonne-energietraject. Co-founder Raphael Janssens was al op jonge leeftijd gefascineerd door zonne-energie.

Janssens: ‘Bij Ecorus ontwikkelen we zonne-energieprojecten. Er zijn meerdere duurzame energiebronnen. Het is niet het ene tegen het andere, van de hernieuwbare energiebronnen is bijna alles gelinkt aan de zon. Zon is een enorme energiegenerator waaruit wind ontstaat en de getijden zich ontwikkelen. Ook andere vormen van duurzame energie hangen samen met de zon. De zon is een enorme krachtige bron die er voor iedereen is. Zon is niet de enige oplossing voor de energieopwekking. We hebben een energiemix nodig. Langzaamaan beginnen we fossiele energiebronnen te vervangen door nieuwere vormen. We zitten in een transitiefase. Uiteindelijk wordt solar de nieuwe olie of het nieuwe gas.’

Kamer wil meer transparantie op stroommarkt

Energieleveranciers moeten transparanter zijn over de herkomst van hun ingekochte stroom. Dat vindt de Tweede Kamer, die een motie van D66 en CU heeft aangenomen. De motie volgde op de Stroomranking van de Consumentenbond, Natuur & Milieu en WISE.

Bij veel leveranciers is er een groot verschil tussen de stroom die zij leveren aan klanten en de stroom die ze inkopen op de stroommarkt. De ingekochte elektriciteit is voornamelijk grijs en 'vergroenen' stroomleveranciers met los bijgekochte certificaten, zogenaamde Garanties van Oorsprong (GvO's). Deze vorm van inkoop draagt nauwelijks bij aan toename van duurzame energieopwekking in Nederland. Maar leveranciers lijken zo wél heel duurzaam, omdat op hun stroometiket dan ‘groene stroom’ staat.

Naar aanleiding van het onderzoek van de Consumentenbond, Natuur & Milieu en WISE, dienen Tweede Kamerleden Matthijs Sienot (D66) en Carla Dik-Faber (CU) een motie in, waarin ze oproepen tot meer transparantie. De regering moet nu onderzoeken hoe het GvO-systeem te verbeteren is. Zo kunnen consumenten als ze groene stroom kopen ook echt bijdragen aan een duurzamer stroomaanbod.

woensdag 9 december 2020

'Hier meegestookte biomassa uit Baltische staten voldoet aan strengste duurzaamheidseisen ter wereld'

Kolencentrales in Nederland zetten ook biomassa uit Estland en Letland in. Daarover hebben enkele milieuorganisaties recent hun zorgen geuit.

De betrokken energiebedrijven wijzen erop dat de Nederlandse overheid alleen subsidie verstrekt aan het meestoken van biomassa als zij de duurzame herkomst hiervan kunnen aantonen. Uit onafhankelijk toezicht blijkt dat de gebruikte biomassa voldoet aan de gestelde voorwaarden.

Er wordt dus geen biomassa afkomstig uit oerbossen ingezet. Bovendien is van belang dat energiebedrijven alleen rest- en afvalstromen gebruiken.

De oogst van hout uit bossen in Estland is de laatste jaren gegroeid na beperkte oogsten tussen 2000 en 2010 door onder andere slechte economische omstandigheden. De toegenomen vraag vanuit de houtverwerkende industrie is de drijvende kracht hierachter. Al het goede hout uit bossen gaat vanwege de hoge economische waarde naar deze industrie en wordt niet gebruikt als biomassa. Door de stijgende vraag naar houtproducten groeit ook de hoeveelheid reststromen. Hier gaat het om hout dat ongeschikt is om te verwerken in de houtindustrie en reststromen als zaagsel. Energiebedrijven gebruiken juist deze rest- en afvalstromen om als biomassa mee te stoken.

Extra hoogspanningsverbinding Rotterdam Centrum-Marconistraat in gebruik

TenneT heeft de nieuwe, extra hoogspanningsverbinding (150 kV) tussen Rotterdam Centrum en Rotterdam Marconistraat in gebruik genomen. Deze verbinding is nodig om de kans op langdurige stroomuitval te verminderen. Hiermee vergroot  TenneT de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnetwerk tussen deze twee hoogspanningsstations.

De verbinding is ongeveer drie kilometer lang en is met boringen en open sleuven aangelegd. Het tracé loopt door havens, een gemeentewerf en op een route met veel regulier vrachtverkeer.

De ingebruikname van de kabelverbinding was eerder dit jaar gepland. Een van de bestaande verbindingen van het elektriciteitsnet moest worden uitgeschakeld om de werkzaamheden te verrichten. Dit is op verzoek van de Veiligheidsregio uitgesteld tijdens de eerste coronagolf, in maart van dit jaar. Dit had te maken met de grote patiëntendruk op het Erasmus Medisch Centrum. Het buiten bedrijf stellen van een van de twee bestaande verbindingen vormde een te groot risico voor het ziekenhuis. Om de leveringszekerheid te garanderen, zijn de werkzaamheden daarom uitgesteld tot september.

Utrecht, Stedin en drie Utrechtse woningcorporaties vragen het Rijk om hulp

De gemeente Utrecht, netbeheerder Stedin en drie Utrechtse woningcorporaties vragen het Rijk om hulp.

Om in de wijk Overvecht-Noord de omslag te maken naar aardgasvrij is dringend steun nodig van het Rijk. Deze Utrechtse wijk is een van de koplopers uit het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). 8000 woningen worden hier vóór 2030 aardgasvrij gemaakt. Het gasnet in de wijk wordt voornamelijk gebruikt voor koken en moet binnenkort worden vervangen: een logisch moment om over te stappen op koken op inductie.

De samenwerkende partners in dit project ontwikkelden een goed aanbod voor de huishoudens die alleen de stap naar elektrisch koken nog moeten maken. Dat pakket bestaat uit de overstap naar een inductieplaat, een pannenset en de noodzakelijke onroerende aanpassingen in de woning, zoals het verzwaren van de  elektravoorzieningen en de verwijdering van de gasaansluiting. Een bewoner betaalt in ruil daarvoor een maandelijkse bijdrage die gelijk staat aan de huidige vastrechtkosten van de huidige gasaansluiting.

Het Rijk moet volgens Stedin op vier punten in actie komen om dit bereikbaar te maken voor meer bewoners:

1) Bied mogelijkheden aan woningbouwcorporaties om te investeren in inductiekoken in ruil voor een maandelijkse bijdrage van de huurder. De bijdrage is vergelijkbaar aan het huidige vastrecht voor gas.

2) Zorg net als bij de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH-subsidie) voor een subsidie voor particuliere huiseigenaren, aangevuld met een landelijke garantstelling die het mogelijk maakt om de kosten over een langere periode te financieren.  

3) Ga met de samenwerkende partners in gesprek over hoe maatschappelijke belangen, zoals het voorkomen van gasvervanging, mee kunnen wegen in het aanbod naar bewoners.
Wanneer bewoners in Overvecht voor 2023 hun gasfornuis inruilen voor een inductiekookplaat kan een ‘maatschappelijke desinvestering’ in het gasnet worden voorkomen. Deze vermeden investering kan niet gebruikt worden om het aanbod voor de woningeigenaren sluitend te maken.

4) Garantie van het Rijk nodig om gasnet te verwijderen en niet te vervangen. Kiest een handjevol bewoners niet voor het woonlastenneutrale inductiekoken, dan wordt alleen voor deze kleine groep het volledige gasnet vervangen. De samenwerkende partners willen dit voorkomen en vragen het Rijk om een stok achter de deur via de Crisis- en herstelwet.

dinsdag 8 december 2020

Warmte efficiënter omgezet in elektriciteit

In de industrie kan meer dan twee derde van de geproduceerde energie verloren gaan als hitte.

Materiaalwetenschappers uit Delft hebben ontdekt dat de energieopbrengst uit warmte efficiënter kan, door aanpassingen te doen in de nanostructuur van het thermo-elektrische materiaal.

Momenteel wordt thermo-elektriciteit niet op grote schaal ingezet, omdat de energieopbrengst niet opweegt tegen de kosten van de thermo-elektrische materialen.

Eerder toonden Zuid-Koreaanse onderzoekers aan dat er onder invloed van temperatuur bepaalde nanostructuren kunnen ontstaan in het materiaal. Deze uitkomst gebruikten Biswanath Dutta en Poulumi Dey (TU Delft) als startpunt voor hun onderzoek, waarbij ze het materiaal analyseren en er theoretische simulaties op loslaten.

In hun simulaties voegden Dutta en Dey op verschillende positie in de nanostructuur een of twee extra kobaltatomen toe. In de simulaties zagen ze dat de positie van die atomen erg belangrijk is voor de prestaties van het materiaal. Dit was nog niet eerder aangetoond in experimente.

Nu Dutta en Dey hebben aangetoond hoe de nanostructuur van invloed is op de productie van elektriciteit, kan dat worden toegepast in de ontwikkeling van nieuwe thermo-elektrische materialen.

NWEA heeft zich aangesloten bij de IRENA Coalition for Action

Vereniging NWEA heeft zich aangesloten bij de IRENA Coalition for Action.

Over de hele wereld wordt er hard gewerkt aan meer duurzame energie. Veel landen hebben inmiddels ervaring opgedaan met wat wel en niet werkt, en delen dit graag met andere landen. De missie van IRENA (International Renewable ENergy Agency) is het verbinden van de verschillende overheden om deze ervaringen uit te wisselen om zo alle vormen van duurzame energie zo snel mogelijk uit te rollen.

Om ook de kracht van deze groeiende groep bedrijven in te zetten heeft IRENA in 2014 de Coalition for Action opgericht. Een coalitie van inmiddels meer dan 100 bedrijven en organisaties die zich allen inzetten voor het zo snel mogelijk verduurzamen van de wereld.


Almelose scholieren bedenken plan om wijk te verduurzamen

Bij het Technasium in Almelo mocht Cogas een aantal 4-VWO-klassen begeleiden bij het maken van een projectplan voor Bouwend Nederland: Wijkgerichte en duurzame aanpak bestaande woningvoorraad.

De opdracht voor de leerlingen: Bouwend Nederland vraagt je een wijkgericht onderzoek te doen en een technisch én sociaal ontwerpvoorstel te maken om de woningen in een volledig bestaande woonwijk te verduurzamen.

Voor deze Almelose scholieren betekende het dat zij in groepsverband een plan mochten maken om een wijk in Almelo aardgasvrij te maken.

Leerlingen voeren de opdracht in teams uit en kunnen vragen stellen aan de experts. Het resultaat? Een eindpresentatie per groep waarin diverse mogelijke oplossingsrichtingen, zoals warmtenetten, waterstof voor energieopslag, een hightech vloer en wandfolie voor verwarming en warmte uit asfalt werden toegelicht.

maandag 7 december 2020

Slimme zonnecellen die met elkaar praten

Tot nu toe worden zonnecellen hoofdzakelijk gebruikt als energiebron. Volgens Delftse onderzoekers kan er echter nóg veel meer uit zonne-energie gehaald worden als zonnecellen op een andere manier worden ingezet.Normaal gesproken ontvangen zonnecellen licht en leveren ze elektriciteit. Zo’n lichtdeeltje heet een foton, en een elektrisch geladen deeltje een elektron. Zowel een foton als een elektron zijn dragers van energie. Maar naast energiedragers kunnen beide deeltjes ook informatiedragers zijn.

Het Delftse idee is dat je deze twee eigenschappen slim combineert en de functionaliteit van energie- en informatiedrager samenvoegt. Op deze manier kan je zonnecellen zo ontwerpen dat er sprake is van een nieuwe component die naast elektriciteitsopwekking ook informatie kan verwerken. Hierdoor kunnen zonnecellen met elkaar en met andere apparaten communiceren zodat alle opgewekte energie precies op de plek terecht komt waar het nodig is. Op die manier ontketenen wij een slimme zonne-revolutie.’

Een paper waarin het nieuwe onderzoeksdomein gepresenteerd wordt, verscheen onlangs in Energy & Environmental Science – een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift op het gebied van energietransitie.