Pagina's

donderdag 31 oktober 2019

Van mijngas tot groene stroom: Luminus, energiepartner van Gazonor Benelux

Dankzij zijn expertise op het vlak van energie-efficiëntie staat Luminus in voor het onderhoud van de twee warmtekrachtkoppelingseenheden op de site van Gazonor in Anderlues om zo de continue beschikbaarheid ervan te verzekeren. Luminus koopt daarnaast ook de groene stroom van deze installaties terug van Gazonor Benelux. Een partnership gebaseerd op innovatie en energieperformantie.

Gazonor Benelux produceert elektriciteit op basis van mijngas uit de voormalige mijnbekkens. Gedreven door dezelfde dynamiek en innovatiegeest besloten Gazonor en Luminus samen te werken om mogelijke synergiën te identificeren. Verschillende ideeën zagen het daglicht en worden momenteel verder uitgewerkt. Twee ervan zijn al geconcretiseerd.

In april 2019 heeft Gazonor Benelux, een filiaal van de groep La Française de l'Énergie, in Anderlues de eerste site voor de productie van groene elektriciteit uit mijngas in België ingehuldigd. Naast de valorisatie van een lokale energiebron vermindert de ontginning van mijngas de koolstofvoetafdruk van de steenkoolbekkens en voorkomt men dat methaan, een broeikasgas met een impact die 25 keer groter is dan CO2, naar de oppervlakte stijgt. De omzetting van mijngas in groene stroom en warmte wordt mogelijk gemaakt door twee warmtekrachtkoppelingsinstallaties met elk een vermogen van 1,5 MW.

Warmtekrachtkoppeling is een technologie waarbij tegelijkertijd warmte en elektriciteit worden opgewekt, en dit met een erg grote energie-efficiëntie. Deze techniek zorgt voor een permanente beschikbaarheid van groene stroom en maakt het gebruik van lokale bronnen mogelijk, zoals het geval is in Anderlues.

Luminus heeft een contract afgesloten met Gazonor Benelux voor de terugkoop van de elektriciteit die afkomstig is van deze twee warmtekrachtkoppelingsinstallaties met een totaal vermogen van 3 MW. "Genoeg om de elektriciteitsbehoeften van een stad met 14.000 inwoners te dekken en de Waalse burgers te voorzien van lokaal geproduceerde energie", aldus Julien Moulin, Voorzitter van Gazonor Benelux, tijdens de inhuldiging van de site.

VEH: makelaars blijven achter met energieadviezen aan kopers

Slechts een kwart van de huizenkopers krijgt van de makelaar informatie over het verbeteren van de energiezuinigheid van de woning. In veruit de meeste gevallen vindt een gesprek over verduurzaming pas plaats nadat de koper er zelf over begint. Aan- en verkoopmakelaars maken op dit gebied hun rol als professioneel adviseur nog niet waar.

Ruim 80 procen van de kopers vindt het een taak van de makelaar om informatie en tips te geven over energiebesparing in hun nieuwe woning. Zij zijn immers de eersten die kopers bij het bezichtigen kunnen informeren over de aanwezige isolatie en mogelijkheden om de woning energiezuiniger te maken. In de praktijk wordt hier in driekwart van de gevallen niet eens over gesproken.

In bijna de helft van de gevallen komt de energiezuinigheid van een te koop staande woning aan de orde door het verplichte energielabel dat de verkoper moet overleggen. Helaas blijft het daar vaak bij. Vooral bij woningen met een slecht energielabel staan de nieuwe eigenaren voor een grote en kostbare opgaaf om de woning te verduurzamen.

Vereniging Eigen Huis is van mening dat makelaars zich veel meer zouden moeten gedragen als de huis-specialist. Zij zijn immers de eersten die kopers bij het bezichtigen kunnen informeren over de aanwezige isolatie en mogelijkheden om de woning energiezuiniger te maken.

Vereniging Eigen Huis deed onderzoek naar energieadviezen die huizenkopers kregen van makelaars, aannemers, bouwkundigen en hypotheekadviseurs. Aan het onderzoek deden 615 consumenten mee die vanaf 2017 een woning hebben gekocht. Opvallend is dat slechts 8 procent van de makelaars uit eigen beweging informatie gaf over de energieprestatie van de woning en advies over verbetermogelijkheden.

In de meerderheid van de gesprekken tussen huizenkopers en dienstverleners (60-75%) komen energiebesparende maatregelen nog steeds niet aan de orde. In vergelijking met het vorige onderzoek uit 2017 is wel enige verbetering zichtbaar. De beroepsgroep die de grootste stijging laat zien zijn de bouwkundigen. In 40% van de gevallen bespreken zij met hun klanten over verduurzamingsmaatregelen. Twee jaar geleden was dit nog 27%.

woensdag 30 oktober 2019

Primeur voor HVC: elektrische zijlader gepresenteerd

HVC wil de afvalinzameling zo duurzaam mogelijk organiseren. Afval elektrisch inzamelen maakt hier deel van uit. Elektrisch vervoer is minder belastend voor het milieu en het is een stillere manier van inzamelen. VDL Translift in Dronten presenteerde gisteren de eerste twee elektrische zijladers in Nederland. HVC neemt er één in gebruik en het tweede voertuig gaat rijden bij collega-inzamelaar Rova. De komende weken leidt HVC haar chauffeurs op. Vanaf begin 2020 zamelt HVC het afval van een deel van de inwoners van gemeente Velsen elektrisch in.

De elektrische zijladers hebben een actieradius van ongeveer 100 kilometer. Het grote voordeel van een elektrische inzamelwagen is dat het geen schadelijke stoffen uitstoot en dat het voertuig geen geluidsoverlast veroorzaakt. Dit is grote winst, omdat de inzameling van afval gaat gepaard met veel vervoersbewegingen. Er worden relatief korte afstanden gereden, in combinatie met veel momenten waarop het voertuig stil staat en vervolgens weer in beweging komt.

Op de locatie in Velsen neemt HVC een snellaadstation in bedrijf. Om inzamelroutes optimaal te rijden, zijn de elektrische inzamelvoertuigen straks binnen een half uur bijgeladen.
Directeur Inzameling Gertjan de Waard van HVC: “Inwoners verwachten van ons dat wij hun afval zo duurzaam mogelijk inzamelen. Zelf vinden we het ook belangrijk om het hele proces van afval scheiden zo duurzaam mogelijk te maken. HVC maakt dan ook bewuste keuzes;  we kiezen voor schoon en zuinig vervoer. De keuze voor de elektrische zijlader sluit daar goed op aan. Ik ben trots dat het nu zo ver is; als grootste publieke inzamelaar van Nederland zijn we het aan onze stand verplicht om toonaangevend te zijn in duurzame ontwikkelingen. Elektrisch vervoer is voor HVC een logische stap. Ik kijk uit naar de komende periode waarin we onze eerste ervaringen opdoen met het nieuwe voertuig.”

Trend: huishoudens verzwaren elektriciteitsaansluiting

Steeds meer consumenten laten hun elektriciteitsaansluiting in huis laten verzwaren. Cijfers van netbeheerders Liander, Enexis Netbeheer en Stedin laten zien dat het aantal aanvragen binnen enkele jaren gaat verdubbelen.

Verzwaringen worden over het algemeen aangevraagd als consumenten meer elektriciteit gaan gebruiken. Hiervoor is een aanpassing in de meterkast door een monteur noodzakelijk. Bij circa 50 procent van de bestaande woningen is de huidige elektriciteitsaansluiting niet geschikt voor bijvoorbeeld warmtepompen, elektrisch koken of laadpalen. De stijging van het aantal aanvragen toont aan dat steeds meer consumenten gebruik gaan maken van zwaardere elektrische toepassingen.

Bij veel nieuwbouwwoningen zijn elektriciteitsaansluitingen al ontworpen voor een hoger  elektriciteitsgebruik. In veel bestaande bouw is dit nog niet het geval. De verwachting is dat het aantal aanvragen voor een verzwaring flink gaat toenemen. Consumenten doen er goed aan om zo vroegtijdig mogelijk hun aanvraag in te dienen, onder meer vanwege de schaarse hoeveelheid technici om het werk uit te voeren. Netbeheerders pakken de werkzaamheden al efficiënt aan door bijvoorbeeld het verzwaren te combineren met het vervangen van de traditionele energiemeter door een slimme meter.

Naast verzwaringen in de meterkast moeten ook de publieke elektriciteitsnetten op veel plaatsen worden aangepast als gevolg van de veranderende vraag. Hiervoor werken netbeheerders met gemeenten aan langjarige transitieplannen om dit te realiseren.




Stroomnetwerk van de toekomst bij de UU

Het Science Park van de Universiteit Utrecht is de eerste campus ter wereld waar bidirectioneel laden – het opladen en ontladen – van elektrische auto’s vanaf nu mogelijk is. Dit kan een van de meest belangrijke stroomnetwerken van de toekomst worden, waarbij auto’s niet alleen stroom gebruiken maar ook teruggeven aan het elektriciteitsnetwerk. Denk aan een woonwijk waar elektrische auto’s ’s avonds bijspringen als er een piek in het gebruik van energie is, onder andere door het gebruik van verlichting en verwarming. Zo staat het elektriteitsnetwerk minder onder druk en kan duurzame energie optimaal worden benut.

Het universiteitsterrein vormt één van de zes onderzoekslocaties die voor het project zijn opgezet. Op de campus staan 32 laadpunten van het Smart Solar Charging project, die worden gecombineerd met de achtduizend zonnepanelen die al op de campus aanwezig zijn. Medewerkers van de Universiteit Utrecht kunnen, voor werkgerelateerde reizen, elektrische auto’s gebruiken die aan de palen gekoppeld zijn. Tijdens het project wordt data verzameld die door onderzoekers van de Hogeschool Utrecht, de UU en partners wordt gebruikt. De campus is dus een levend lab.

“Het doel is om te ontdekken, door wetenschappelijk onderzoek en het gebruik van de auto’s, hoeveel energie een auto precies verbruikt en hoeveel het weer terug kan geven”, zegt Wilfried van Sark, hoogleraar zonne-energie van de Universiteit Utrecht. In maart 2019 werd het laadsysteem, in bijzijn van Koning Willem-Alexander, al in gebruik genomen in de Utrechtse wijk Lombok. In de toekomst kan bidirectionaal laden volgens de projectleiders op grote schaal worden ingevoerd.

Subsidie voor verduurzaming kerk Overschild

De Stichting Oude Groningen Kerken krijgt een subsidie van 260.000 euro voor het verduurzamen van de kerk van Overschild. Deze kerk is een rijksmonument. Het gebouw wordt gerestaureerd en bouwkundig versterkt en de aardbevingsschade wordt hersteld. Tegelijkertijd krijgt de kerk een nieuwe bestemming en wordt het gebouw duurzaam gemaakt. Voor dit project werkt de Stichting Oude Groninger Kerken onder meer samen met de Hanzehogeschool.

Bij het verduurzamen van de kerk wordt gebruik gemaakt van het concept 'WarmBouwen'. Daarbij worden de binnenmuren met behulp van warmtepompen op een constante temperatuur gehouden. Ook krijgt het gebouw een dak van zonnewarmtecollectoren. Dit is nog nooit toegepast bij een rijksmonumentale kerk. Deze pilot sluit ook goed aan bij de eerste versterking van het dorp Overschild.

dinsdag 29 oktober 2019

Armstrong International in Herstal gaat samen met Luminus resoluut voor zonne-energie

Luminus installeerde onlangs 909 fotovoltaïsche panelen op de site van Armstrong International in het industriepark Hauts-Sarts te Herstal. Een eco-logische investering.

Armstrong International, opgericht in 1900, is een familiebedrijf dat vandaag door de vijfde generatie geleid wordt. De onderneming telt wereldwijd meer dan 3000 werknemers en vertegenwoordigers. Armstrong International is een betrouwbare leverancier van efficiënte oplossingen voor stoom, lucht en warm water (stoomafscheiders, condensaatrecuperatieapparatuur, druk- en temperatuurregelaars enz.) die zijn klanten in meer dan 100 landen toelaten veel tijd, geld en energie te besparen.

Milieu en energiebeheer zijn twee belangrijke pijlers van het MVO-beleid van Armstrong International. Het bedrijf engageert zich om minder energie te verbruiken, minder afval te produceren, minder uitstoot te genereren en bij te dragen aan een gezonder milieu. Vóór dit project bedroeg het elektriciteitsverbruik van de site van Herstal 600.000 kWh/jaar; de keuze voor de installatie van zonnepanelen lag dan ook voor de hand.

Voor de installatie van de zonnepanelen koos Armstrong International voor Luminus en bij uitbreiding voor zijn filiaal Dauvister. Op de daken van de site van Herstal werden 909 panelen met een vermogen van 250 kWc en een totale oppervlakte van 2500 m² geïnstalleerd. De productie van de installatie, gefinancierd met eigen middelen van Armstrong, wordt geschat op 235.000 kWh/jaar, wat toelaat om bijna 40% van het verbruik van de site te dekken. Stéphane Dauvister, CEO van Dauvister, vertelt ons wat de grote voordelen van deze installatie zijn: “Armstrong zal 75 tot 80% van de geproduceerde groene stroom zelf verbruiken en zal de rest (geproduceerd tijdens het weekend en vakantieperioden) in het elektriciteitsnet injecteren. Dankzij deze installatie zal de energiefactuur van Armstrong met 30% dalen en zal 51 ton CO2 minder worden uitgestoten.”

Koolen Industries neemt Energy Experience Group over

Het Nederlandse groene energie conglomeraat Koolen Industries heeft het zonnepanelenbedrijf Energy Experience Group overgenomen. Energy Experience Group bestaat uit BonGo Solar en andere bedrijven.

Bongo Solar realiseert meer dan 100 zonnepaneel installaties per week. Nu Energy Experience Group onderdeel is van Koolen Industries is het doel om ook buiten de Benelux uit te rollen.

Alfred Breggeman en Kees Koolen kennen elkaar al enige tijd: Breggeman was sinds 1999 een informele investeerder in Booking.com. Hij nam met Kees Koolen en enkele andere aandeelhouders Booking.com over in 2003, waar Koolen op dat moment Chief Operating Officer was. Later werd hij Chief Executing Officer bij Booking.com.

Bongo Solar is een ISO en TüV gecertificeerd bedrijf en heeft de afgelopen jaren duizenden zonnestroominstallaties naar tevredenheid geïnstalleerd bij particulieren en bedrijven.

November 2018 hebben zij onder andere verwarming fabrikant Remeha in Apeldoorn voorzien van 1750 zonnepanelen. Naast het installeren van zonnepanelen kan BonGo Solar ook een gedegen en passend advies uitbrengen. BonGo Solar werkt uitsluitend met A-merk panelen, omvormer en onderbouw.

Als huismerk hanteren zij AEG-panelen en SolarEdge omvormers.

Zes nieuwe windturbines in Ciney en Hamois

Netbeheerder Luminus stelde een dezer dagen zijn nieuwe windproject voor aan de inwoners en het gemeentebestuur van Ciney en Hamois. Het bedrijf plant er de bouw van 6 nieuwe windturbines. Deze zouden elk jaar 36.000.000 kWh groene energie produceren, wat overeenkomt met het jaarlijkse verbruik van ongeveer 9.000 gezinnen.

Eens volledig operationeel zouden de zes nieuwe turbines in Ciney en Hamois, met een maximale capaciteit van 4,5 MW, elk jaar 36.000.000 kWh groene energie produceren, wat overeenkomt met het jaarlijkse verbruik van ongeveer 9.000 gezinnen. Hierdoor wordt elk jaar 16.000 ton CO2 vermeden in vergelijking met een thermische centrale op gas. Dit is vergelijkbaar met een uitstoot van ongeveer 9.000 wagens. In een periode zonder wind sturen de piekcentrales bij om te voldoen aan de vraag naar elektriciteit.

maandag 28 oktober 2019

Minister Wiebes bekritiseert enig beschikbaar onderzoek naar ombouw kolencentrales


Het kabinet is het niet eens met de conclusies van een recent onderzoek naar de ombouw van de MPP3-kolencentrale naar een biomassacentrale. Uit dit onderzoek, uitgevoerd door Frontier Economics, bleek dat sluiting in 2030 een financieel logischere keuze is dan een ombouw. De mogelijkheid om over te stappen op een alternatieve brandstof is juist een belangrijk argument van de minister om geen nadeelcompensatie te hoeven verstrekken bij een verbod op kolen, omdat er zo, juridisch gezien, geen sprake is van onteigening maar van regulering van eigendom.

De Eerste Kamercommissie die momenteel het wetsvoorstel verbod op kolen behandelt, vroeg eerder deze maand om een reactie over dit onderzoek aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (EZK). De minister reageert in zijn memorie van antwoord van 17 oktober opvallend kritisch: het onderzoek van Frontier Economics beschouwt alleen biomassa als optie voor de MPP3-centrale, en niet andere alternatieven en andere kolencentrales. Bovendien zou de keuze voor bepaalde aannames tot onjuiste conclusies leiden. Is deze kritiek, ondanks het feit dat het ministerie zelf geen onderzoek naar dit onderwerp heeft laten uitvoeren, terecht?

Sluiting blijkt enige logische gevolg van kolenwetgeving
Het verbod op kolen bij elektriciteitsproductie treft met name de drie onlangs in gebruik genomen kolencentrales. Als deze centrales noodgedwongen moeten sluiten als gevolg van de wet, levert dit de exploitanten veel schade op. In de toelichting van het wetsvoorstel wordt uiteengezet dat financiële compensatie door de overheid desondanks niet nodig is, onder andere omdat deze centrales nog tot 2030 de tijd krijgen om over te stappen naar het gebruik van een andere brandstof.

Deze veronderstelde mogelijkheid wordt echter niet met onderzoek onderbouwd. Volgens de minister is dit niet mogelijk zonder over de bedrijfsspecifieke gegevens van de verschillende kolencentrales te beschikken. Het kabinet baseert de haalbaarheid van omschakeling naar een andere brandstof dan ook op voorbeelden uit het buitenland waarbij kolencentrales volledig zijn omgebouwd tot biomassacentrales. In die gevallen werd bij de ombouw naar biomassa overigens subsidie verstrekt, waar voor de Nederlandse kolencentrales geen sprake van is.

Uniper, eigenaar van de MPP3-kolencentrale in Rotterdam, liet wel een onderzoek naar de economische haalbaarheid van een volledige ombouw naar biomassa uitvoeren door Frontier Economics, op basis van onder andere de eigen bedrijfsgegevens. Dit onderzoeksbureau wordt ook regelmatig ingeschakeld door de overheid, waaronder in de context van het kolenverbod. De conclusie van het onderzoek luidde dat sluiting van de centrale in 2030 economisch gezien het enige logische besluit zou zijn.

Minister: onderzoek heeft een te beperkte omvang
De minister vindt dat op basis van dit onderzoek nog steeds niet op voorhand kan worden uitgesloten dat een ombouw naar een biomassacentrale onrendabel is. Er zijn volgens hem ook andere alternatieve brandstoffen mogelijk, waaronder waterstof en ijzerpoeder, die in het onderzoek niet zijn meegenomen. In tegenstelling tot biomassa, zijn er echter wereldwijd nog geen voorbeelden van kolencentrales die volledig zijn overgeschakeld op een van de overige genoemde opties. Uniper stelt in Energeia dat dit komt omdat er nog geen manier is gevonden om die brandstoffen op een efficiënte, veilige en rendabele manier op dergelijke schaal in te zetten. Ook om die reden wordt in de memorie van toelichting van de wet vooral gesproken over biomassa, terwijl overige brandstoffen slechts sporadisch worden genoemd. Recent breidde Frontier Economics hun onderzoek uit met een analyse van waterstof. Ook in dit geval is de conclusie dat dit geen reëel alternatief is voor de periode na 2030. 

De minister stelt ook dat het onderzoek zich alleen richt op de MPP3-centrale, zodat de conclusies niet automatisch toepasbaar zijn op de overige kolencentrales in Nederland. Terwijl dit niet af doet aan de gevolgen voor de MPP3-centrale, ligt het ook niet voor de hand dat de uitkomsten van een dergelijk onderzoek bij de twee andere nieuwe centrales sterk zouden afwijken. De drie centrales zijn vrijwel gelijktijdig gebouwd en hebben veel overeenkomsten, en zijn aan dezelfde marktomstandigheden onderhevig.

Kostprijs biomassa, niet ombouwkosten, is voornaamste hindernis
De minister heeft ook inhoudelijke aanmerkingen op enkele van de gebruikte gegevens voor het onderzoek. Een deel hiervan is gericht op de ombouwkosten, maar los van de juistheid van deze kritiek is volgens het onderzoek de (hoge) marginale kostprijs van biomassa als brandstof het grootste probleem. Het argument van de minister dat ook kolen mogelijk duurder worden na 2030 door stijgende CO2-prijzen, verandert niets aan het feit dat biomassa ook na 2030 lange tijd onrendabel is. Ook het advies van de minister om voor goedkopere biomassa-soorten te kiezen dan de houtpellets waar in het onderzoek vanuit wordt gegaan, wordt verder niet onderbouwd. Er wordt dankzij subsidies de komende jaren al een klein deel houtpellets bijgestookt; als hier goedkopere en efficiëntere biomassa-soorten voldoende voor beschikbaar waren geweest, zou het niet logisch zijn dat nu voor houtpellets is gekozen.

Daarnaast vindt de minister de lagere energie-efficiëntie (van 46% naar 44%) die het gevolg is van de overstap naar biomassa ‘pessimistisch’ ingeschat, zonder ook dit verder te onderbouwen. Het gebruikte verschil van 2% werd echter eerder ook door ECN vastgesteld bij hun berekeningen voor de te verstrekken biomassa-subsidies in opdracht van de overheid.

Conclusies lijken onvoldoende weerlegd
Het onderzoek van Frontier Economics is tot nu toe de enige door een derde partij uitgevoerde analyse naar de mogelijkheid van een kolencentrale om over te stappen naar biomassa. Dit terwijl dit een zeer belangrijke rol speelt binnen het compensatievraagstuk, waarover enkele exploitanten naar de rechter dreigen te stappen. De kritiek van de minister lijkt de conclusies van het onderzoek onvoldoende te weerleggen, en hij beschikt bovendien niet over ander onderzoek waarmee het tegendeel kan worden aangetoond. Bovendien heeft Frontier Economics in een geactualiseerde versie van het rapport o.a. recentere ETS-prijzen en ook een scenario van de ombouw naar waterstof toegevoegd, waarmee enkele kritiekpunten nog verder worden afgezwakt. Wanneer de Eerste Kamercommissie op 29 oktober de reactie van de minister bespreekt, zal moeten blijken of zij dit onderzoek desondanks toch naast zich neer willen leggen.


Liander sluit 37 voetbalvelden zonnepanelen aan in Amsterdam

De energietransitie zorgt voor steeds meer duurzame energie in de elektriciteits- en gasnetten van Liander. Zo steeg in Amsterdam het opgestelde vermogen aan zonnepanelen het afgelopen jaar met 61%. Dat is vergelijkbaar met 37 voetbalvelden vol zonnepanelen. In het gehele verzorgingsgebied van Liander groeide het aantal windmolens met 5 procent, nam Liander 39 procent meer groen gas op in zijn gasnet en steeg het aantal laadpalen met 34 procent. Alliander, het moederbedrijf van de netbeheerder, houdt op zijn website de cijfers per provincie bij.

Netbeheerder Liander sluit in een toenemend tempo laadpalen, windmolen- en zonneparken aan op zijn elektriciteitsnetten in Flevoland, Friesland, Gelderland, Noord-Holland en een deel van Zuid-Holland. Ook producenten van groen gas kloppen steeds vaker aan bij Liander om een aansluiting, zodat ze hun duurzame gas kunnen invoeden op het aardgasnet. Voor Liander betekent dit een enorme groei van het werkpakket, ook omdat de achterliggende netten en installaties uitgebreid moeten worden vanwege al die nieuwe aansluitingen.

Liander houdt de capaciteit bij van de zonnepanelen die worden aangesloten op zijn elektriciteitsnetten. Het gaat hierbij om zonnepanelen op daken van consumenten en bedrijven en zonneparken.

Het totaal opgestelde vermogen aan zonnepanelen in het verzorgingsgebied van Liander bedroeg 2.079 megawatt (MW) in het derde kwartaal van 2019. Dit komt overeen met 2967 voetbalvelden met zonnepanelen. Een jaar eerder was er voor 1.314 MW (1.877 voetbalvelden met zonnepanelen) aangesloten op het net van Liander. Dit is een stijging van 58% in een jaar tijd.

Zwolle wil stroomvoorziening in Prinses Margriethaven duurzamer maken

De gemeente Zwolle wil de stroomvoorziening, de plekken waar je stroom kunt afnemen in de Prinses Margriethaven duurzamer maken en verbeteren. Dit stelt het college van B en W stelt aan de gemeenteraad voor. Hierdoor hoeven scheepvaarders geen gebruik meer te maken van generatoren voor hun stroomvoorziening. Dat levert niet alleen minder geluid op, ook de CO2-uitstoot verlaagt en het gebruik van fossiele brandstoffen zoals diesel vermindert.

De stroomvoorziening van nu voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Vroeger was een aansluiting van 220 volt genoeg. Nu hebben schepen krachtstroom nodig. Ook zijn er te weinig stroompunten in vergelijking tot het aantal schepen die in de haven kunnen liggen.
Verbetering leefbaarheid omgeving

Door scheepsvaarders te verplichten om gebruik te maken van groene stroom wordt de leefbaarheid in de omgeving verbeterd. Generatoren zijn door deze verbeterde voorziening niet meer nodig voor het opwekken van stroom. Hierdoor verdwijnen de geluidsoverlast en de CO2- uitstoot door verbrandingsproducten, wat de leefbaarheid verbetert.

De gemeente gaat ook een betaalsysteem invoeren dat makkelijker is voor de scheepsvaarders. Momenteel betalen zij met muntgeld. In de toekomst kan dit via een app.

'Misbruik van verbruiksregisters door energieverkopers'

Energieverkopers blijken in officiële verbruiksregisters te kunnen kijken, zo blijkt uit onderzoek van VARA Kassa. Het C-AR (Centraal Aansluitenregister) en CER (Contracteinde register) zijn in het leven geroepen om de consument te beschermen tegen overlappende energiecontracten en overstapboetes.

De registers zijn eigendom van alle netbeheerders en energieleveranciers mogen erin kijken om bij een overstap het nieuwe contract goed aan te laten sluiten en het verbruik te kunnen inzien voor het nieuwe contract.

Echter blijkt dat verkopende tussenpartijen die geen leverancier zijn, ook in die registers kunnen om de verbruiksgegevens van een consument in te zien. Hiervoor hebben zij wel toestemming nodig, die bestaat uit de dag en maand van de geboortedatum, of de laatste vier cijfers van het IBAN-nummer.

Volgens Matthieu Paapst, privacy deskundige en jurist, worden de privacyrechten van consumenten geschonden als andere partijen dan energieleveranciers ook in deze registers kunnen. Volgens Paapst is er dan sprake van een overtreding van de privacywet, en hij roept de Autoriteit Persoonsgegevens op daar verder onderzoek naar te doen. Er is hier volgens Paapst een rare situatie gecreëerd, omdat normaal gesproken de eigenaar van een register de enige partij is waar je terecht kunt om informatie over het gebruik van je gegevens op te vragen. In dit geval is het echter zo geregeld dat het register van de netbeheerders is, maar de energieleveranciers ook een deel van de informatie over de verkregen toestemming beheren. Je loopt als consument dus het risico om van het kastje naar de muur te worden gestuurd, als je inzicht wil in wie jouw gegevens precies heeft geraadpleegd.

Volgens Energie Nederland kunnen leveranciers wederverkopers via hun eigen systemen toegang laten krijgen tot de registers. Bij grotere partners (distributieplatforms) kunnen directe koppelingen worden gemaakt, mits de partner voldoet aan de maatregelen die zij hiervoor moeten treffen en onder de verantwoordelijkheid  van de leverancier. Leveranciers zullen met wederverkopers afspraken maken over het inzichtelijk maken van hoe vaak het register wordt geraadpleegd. De complete reactie van Energie Nederland vind je hieronder.

vrijdag 25 oktober 2019

Marc van der Linden (Stedin) treedt toe tot de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie

Stedin-CEO Marc van der Linden is door minister Eric Wiebes (EZK) aangesteld als lid in de adviesraad van de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie. De taskforce onderzoekt en adviseert wat er in de industrie nodig is aan energie-infrastructuur om het klimaatakkoord te laten slagen. Carolien Gehrels (Arcadis) is voorzitter van de taskforce. Naast Van der Linden die de Nederlandse netbeheerders in Netbeheer Nederland vertegenwoordigt, is VEMW-voorzitter Hans Grünfeld lid van de adviesraad.

Marc van der Linden: ,,De verduurzamingsopgave voor de industrie is enorm. Een goede infrastructuur hiervoor is van levensbelang. Het aanleggen van nieuwe infrastructuren is erg tijdrovend en kan soms jaren duren. De industrie moet ervan op aan kunnen dat die infrastructuren tijdig worden aangelegd. Daarom moeten we nu plannen maken hoe we dit het beste aanpakken. Anders lopen we in de toekomst tegen de problemen aan.’’

De transitie van de industrie mag niet stuklopen op een gebrek aan infrastructuur, zo staat in het klimaatakkoord. Er is nog te weinig zicht op welke infrastructuren hiervoor nodig zijn. De taskforce inventariseert bij de industrie welke behoeftes er zijn en geeft advies over de realisatie hiervan. In het advies wordt niet alleen gekeken naar de gas- en elektriciteitsnetten, maar ook naar warmte, waterstof, CO2 en andere vloeistoffen of gassen. Ook ICT-infrastructuur wordt in het onderzoek meegenomen.

Nog dit jaar wil het adviescollege de inventarisatie naar de problemen op het gebied van infrastructuur klaar hebben. In het voorjaar presenteert het college de oplossingen aan minister Wiebes.

Consumentenbond pakt naamsmisbruik door energieverkopers aan

Bij de Consumentenbond komen veel klachten binnen over bedrijven die als tussenpersoon voor energiebedrijven contracten verkopen en daarbij ten onrechte met de naam van de Consumentenbond schermen. De Consumentenbond waarschuwt consumenten hiervoor en treedt hier ferm tegen op.

De genoemde bedrijven bellen consumenten met een aanbod om over te stappen naar een andere energieleverancier. Daarbij wekken de bellers de suggestie dat ze op enige manier samenwerken met de Consumentenbond. Dat is echter nooit het geval. De Consumentenbond krijgt klachten over onder meer MKB Consument Advies, Landelijk Energie Collectief, Gericht Adviesgroep en Nuts Advies Groep. Deze laatste toont op zijn site zelfs een filmpje en het logo van de Consumentenbond..

Schaamteloos noemt Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond het: ‘Deze bedrijven misbruiken willens en wetens onze goede naam en schenden daarmee het vertrouwen dat consumenten in onze vereniging hebben. Zodra mensen onze naam zien denken ze immers ‘dat zit wel goed’, terwijl wij niets met deze partijen te maken hebben. Wij willen onze naam van die sites af en gaan alle publicitaire en juridische middelen inzetten om dat voor elkaar te krijgen.’

Klagers melden ook dat dergelijke tussenpartijen het telefoongesprek beginnen met een verhaal dat consumenten kunnen besparen op hun energierekening. Vervolgens blijkt het om een aanbod tot overstappen te gaan. De bedrijven doen geregeld alsof zij voor de klant op zoek gaan naar de goedkoopste aanbieder, terwijl ze in werkelijkheid vaak maar voor één of twee aanbieders werven. Dat is misleidend.

Eneco eMobility neemt Duitse laaddienstverlener chargeIT mobility over

Eneco eMobility B.V en de Duitse leverancier van laaddiensten chargeIT mobility GmbH uit Kitzingen (Beieren) bundelen hun krachten op de groeiende markt voor e-mobility.

Met de overname van 100% van de aandelen van het Duitse chargeIT mobility GmbH breidt Eneco zich verder uit in Europa. Eneco verwelkomt dankzij de overname een team van bijna 40 werknemers en de klanten van chargeIT, waaronder verschillende gemeentelijke nutsbedrijven (Stadtwerke). Als gevolg van de overname voegt Eneco ongeveer 3.000 oplaadpunten toe aan haar portefeuille. De financiële details van de transactie worden door beide partijen niet bekendgemaakt.

Eneco en chargeIT mobility bundelen hun krachten door de ervaring van chargeIT mobility, die al is opgedaan in de Duitse markt, te combineren met de jarenlange ervaring van Eneco in de Benelux-markt.

Het managementteam van chargeIT mobility zal zijn opdracht in het bedrijf voortzetten om een succesvolle integratie met Eneco te verzekeren en het bedrijf in de toekomst verder uit te breiden. Sebastian Bachmann, CEO van chargeIT mobility: “Met Eneco hebben we de juiste partner gevonden om een nog sterkere positie te verkrijgen in de komende groeifase van e-mobiliteit in Duitsland en Europa. Op deze manier kunnen we onze innovatieve kracht succesvol op de weg blijven zetten”.

Het is de tweede overname van Eneco eMobility in 2019. De laaddienstverlener nam in maart dit jaar 100% van de aandelen van Flow Nederland B.V. over.


donderdag 24 oktober 2019

Elektrische trucks vanaf 2028 financieel aantrekkelijker dan diesels

Het Nederlandse wegvervoer staat voor een ingrijpende transitie. Vanaf 2025 worden 30 tot 40 stedelijke zones emissievrij en het voorsorteren daarop gaat beginnen. Batterij-elektrische trucks zijn hiervoor het meest geschikt. Hoewel deze trucks in prijs gaan dalen, worden ze voor veel bedrijven financieel pas vanaf 2028 aantrekkelijk. Hierdoor bestaat de kans dat vervoerders in de overgangsfase na 2025 nog met diesels blijven doorrijden. Dankzij de emissievrije zones breekt de elektrische truck wel door. De verwachting is dat in 2030 één op de vier nieuwe trucks elektrisch is. Dit blijkt uit onderzoek van ING Economisch Bureau. 

Na personenauto’s en bussen staan nu ook trucks aan de vooravond van elektrificatie. Zware Batterij-elektrische trucks worden in de praktijk getest en vanaf 2021 brengen meerdere Europese fabrikanten modellen in grotere aantallen op de markt. Elektrische trucks zijn goed inzetbaar binnen een straal van 100 km van de basis en hebben een hoge motorefficiëntie. Daarmee zijn ze het meest geschikt om aan de doelstelling van emissievrije stedelijke distributie vanaf 2025 uit het klimaatakkoord te voldoen.

Met de kleine marges in het wegtransport ligt de focus in de op kostenefficiëntie. Elektrische trucks zijn nu nog 3,5 keer duurder dan diesels en daarnaast zijn er voor transporteurs eigen snel-laders nodig. Daar staat tegenover dat de energie- onderhoudskosten veel lager zijn. Hoewel elektrische trucks op weg naar 2030 aanzienlijk goedkoper zullen worden, duurt het ook met subsidie naar verwachting nog tot 2028 voor een truck bij 60.000 kilometer per jaar financieel aantrekkelijk wordt.

Energietransitie versnelt, Friesland koploper groei zonnepanelen

De energietransitie zorgt voor steeds meer duurzame energie in de elektriciteits- en gasnetten van Liander. Zo nam het aantal zonnepanelen in Friesland in het derde kwartaal van 2019 met 70 procent toe ten opzichte van vorig jaar. Het totale vermogen aan zonnepanelen in Friesland groeide omgerekend met 240 voetbalvelden vol zonnepanelen tot een totaal van 582.

In het gehele verzorgingsgebied van Liander groeide het aantal windmolens met 5 procent, nam Liander 39 procent meer groen gas op in zijn gasnet en steeg het aantal laadpalen met 34 procent. Alliander, het moederbedrijf van de netbeheerder, houdt op zijn website de cijfers per provincie bij.

Netbeheerder Liander sluit in een toenemend tempo laadpalen, windmolen- en zonneparken aan op de elektriciteitsnetten van Flevoland, Friesland, Gelderland, Noord-Holland en een deel van Zuid-Holland. Ook producenten van groen gas kloppen steeds vaker aan bij Liander om een aansluiting, zodat ze hun duurzame gas kunnen invoeden op het aardgasnet. Voor Liander betekent dit een enorme groei van het werkpakket, ook omdat de achterliggende netten en installaties uitgebreid moeten worden vanwege al die nieuwe aansluitingen.

Liander houdt de capaciteit bij van de zonnepanelen die worden aangesloten op zijn elektriciteitsnetten in Flevoland, Friesland, Gelderland, Noord-Holland en een deel van Zuid-Holland. In bijvoegde figuur is te zien hoe zonne-energie zich ontwikkelt in het verzorgingsgebied van Liander. Het gaat hierbij om zonnepanelen op daken van consumenten en bedrijven en zonneparken.

Het totaal opgestelde vermogen aan zonnepanelen in het verzorgingsgebied van Liander bedroeg 2.079 megawatt (MW) in het derde kwartaal van 2019. Dit komt overeen met 2967 voetbalvelden met zonnepanelen. Een jaar eerder was er voor 1.314 MW (1.877 voetbalvelden met zonnepanelen) aangesloten op het net van Liander. Dit is een stijging van 58% in een jaar tijd.

Nederland telde volgens het CBS op 1 januari 2019 bijna 45.000 volledig elektrische personenauto’s, tweemaal zoveel als een jaar eerder. Het totale aantal stekkerauto’s – volledig elektrische personenauto’s én plug-in hybrides –  nam in 2018 met 16 procent toe. De vraag naar laadpalen stijgt navenant mee. In het Liander-verzorgingsgebied groeide het aantal publieke laadpalen dat is aangesloten op het elektriciteitsnet met 34 procent naar 5.463 exemplaren (4.085 laadpalen in het derde kwartaal van 2018).

Het vermogen dat windmolens kunnen opwekken in het Liander-verzorgingsgebied liet het afgelopen jaar een kleine stijging zien. Ten opzichte van het derde kwartaal van vorig jaar steeg het opgesteld vermogen aan windenergie met 5% van 1.255 MW naar 1.320 MW.

Groen gas wordt geproduceerd uit onder meer slib, afval van stortplaatsen, tuinafval, resten groente en fruit, en dierlijke restproducten zoals koeienmest. Groen gas kan dienen als alternatief voor aardgas en worden bijgemengd in het aardgasnet. De hoeveelheid groen gas die Liander opneemt in zijn gasnet steeg afgelopen jaar met 39% van 7,9 miljoen m3 naar 11 miljoen m3 in het derde kwartaal van 2019.

Door de snel groeiende vraag van onder meer zonneparken raakt het elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol. Het Nederlandse systeem is niet op deze snelle en impactvolle ontwikkelingen ingericht. Om aan de vraag te kunnen blijven voldoen, breiden netbeheerders het elektriciteitsnet op veel plaatsen fors uit met elektriciteitskabels en installaties zoals transformatoren en verdeelstations. Dit kost veel tijd, onder meer vanwege lange vergunningstrajecten en procedures. Daarnaast staat de uitvoering van het werk onder druk door een chronisch tekort aan technici. Liander onderzoekt de mogelijkheden om de huidige kabels en installaties beter te benutten met slimme oplossingen. Om deze innovaties breed in te zetten zijn wijzigingen van wet- en regelgeving nodig.

Cv-ketel huren met gas-los-garantie

Consumenten die een nieuwe cv-ketel willen, maar niet zeker weten of hun woning in de nabije toekomst van het gas af gaat, kunnen terecht bij het nieuwe Cv-ketel collectief van de Consumentenbond met een zogenaamde gas-los-garantie.

Nieuw in het Cv-ketel collectief van de Consumentenbond is de optie tot het huren van een ketel. Daarmee biedt het een alternatief voor consumenten die tegen de hoge aanschafprijs van een cv-ketel aanhikken of onzeker zijn over nu al investeren in alternatieve warmteoplossingen, zoals een warmtepomp.

Huren kan met een flexibel jaarcontract. Dat houdt in dat als een woning van het gas wordt afgekoppeld, ketelhuurders hun contract boetevrij mogen opzeggen. De ketel wordt dan kosteloos verwijderd. Een ketel huren kan vanaf €24 per maand inclusief garanties, onderhoud en het verhelpen van eventuele storingen.

Een ketel kopen via het Cv-ketel collectief kan ook, al vanaf €690. Ook hier wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat de woning later alsnog van het gas af gaat. Als dat gebeurt, kan hij de ketel retourneren en krijgt hij een tegoedbon voor de aanschaf van bijvoorbeeld een warmtepompinstallatie. Na het eerste jaar is dat tegoed €1000, daarna neemt het bedrag jaarlijks met 10% af tot een minimumbedrag van €250.

Het collectief biedt het beste aanbod in de markt op dit moment, tegen door de Consumentenbond opgestelde, consumentvriendelijke, voorwaarden. De ketels die worden aangeboden in het collectief zijn van de merken Intergas, ATAG en Remeha. Alle zijn als (zeer) goed beoordeeld in tests van de Consumentenbond.

woensdag 23 oktober 2019

Niet-verduurzamen woning doet energiekosten 13 procent stijgen

Tussen nu en 2030 stijgen de energiekosten met 13 procent als een woningeigenaar niets doet om zijn woning te verduurzamen. Dit blijkt uit onderzoek van het ING Economisch Bureau. Voor vijf verduurzamingsmaatregelen is onderzocht of ze zich nu of in de toekomst uitbetalen. Investeren in goede woningisolatie en zonnepanelen levert nu vaak per saldo al geld op. De daling van de energiekosten is hier voldoende om de investering te dekken. Door hun woning te verduurzamen, kunnen woningeigenaren ervoor zorgen dat de stijging van de energiekosten lager uitvalt dan 13%.

De energiekosten van een gemiddelde woningeigenaar stijgen tot 2030 met 13 procent als hij zijn woning in de tussentijd niet verduurzaamt, zo blijkt uit de berekeningen van het ING Economisch Bureau. Van de totale stijging komt 7 procent door hogere marktprijzen voor energie en 6% door veranderingen in de energiebelastingen. De overheid verhoogt deze belastingen om woningeigenaren te stimuleren via verduurzaming hun energieverbruik te verlagen. Verduurzaming van de woning zorgt veelal voor een lager energieverbruik. Zonder verduurzaming blijft het energieverbruik hetzelfde en stijgen de energiekosten. Verduurzaming is zo een manier om de stijging van de energiekosten te beperken.

Van alle woningtypen stijgen de doorsnee aardgaskosten tot aan 2030 doorgaans het minst in appartementen. De aardgaskosten voor een eigenaar van een appartement stijgen in deze periode met ongeveer 200 euro bij gelijk verbruik. Voor een eigenaar van een vrijstaande woning is de stijging met zo’n 500 euro het grootst. Daarnaast geldt dat huishoudens in oudere woningen harder geraakt worden door de stijgende aardgasprijzen. Zo stijgen de doorsnee aardgaskosten in een koopwoning gebouwd voor 1975 met bijna 320 euro, tegenover 240 euro in een koopwoning gebouwd na 1991. Oudere woningen zijn vaak minder goed geïsoleerd, waardoor meer aardgas nodig is om de woning te verwarmen.

De hogere energieprijzen zullen het voor huiseigenaren steeds aantrekkelijker maken om zuiniger om te gaan met energie. Tegelijkertijd zullen de investeringskosten van verduurzamingsmaatregelen dalen. Daardoor neemt de aantrekkelijkheid van verduurzaming van de eigen woning toe. Investeren is financieel gezien alleen verstandig als een maatregel zich uitbetaalt. Voor vijf concrete maatregelen (zonnepanelen, goede woningisolatie, hybride warmtepomp, elektrische warmtepomp en een aansluiting op een warmtenet) heeft het ING Economisch Bureau berekend of de investering zich nu al uitbetaalt1. Daarnaast is de verwachte winstgevendheid voor alle vijf berekend als een woningeigenaar wacht en ‘pas’ in 2030 investeert.

Goede woningisolatie en zonnepanelen leveren woningeigenaren nu vaak al geld op. De investeringen kunnen met een netto contante waarde1 van 4.100 euro, respectievelijk 5900 euro nu al uit. De elektrische en hybride warmtepomp, een aansluiting op een warmtenet verdienen zichzelf nu nog niet terug. De energiebesparingen zijn hier niet voldoende om de investeringskosten te dekken. De hybride warmtepomp kan in 2030 naar verwachting wel ruimschoots uit.

87 miljoen euro voor energieadvies en kleine besparende maatregelen

Om eigenaren van koopwoningen te helpen minder energie te gebruiken, stelt het ministerie van Binnenlandse Zaken 87 miljoen euro beschikbaar aan gemeenten. Met dit geld kunnen zij projecten opzetten om huiseigenaren te stimuleren om kleine energiebesparende maatregelen in huis te nemen.

Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties: “Met kleine maatregelen kun je al veel energie besparen. Het scheelt in de energiekosten en draagt bij aan het wooncomfort. Bovendien is het een belangrijke stap naar meer duurzaam wonen.”

Met de regeling kunnen gemeenten zelf projecten opzetten die huiseigenaren helpen bij het verminderen van hun energiegebruik. Een voorbeeld zijn vouchers die huiseigenaren kunnen inzetten voor kleine energiebesparende maatregelen, zoals het inregelen van de cv-installatie en het aanbrengen van radiatorfolie en tochtstrips. Of het geven van advies aan huiseigenaren over verdergaande energiebesparende maatregelen, zoals dak-, raam- of gevelisolatie. Het doel is om met de regeling 1 miljoen huizen te bereiken.

Gemeenten hebben tot en met 14 november 2019 om voorstellen voor projecten in te dienen op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Daar staat meer informatie over de regeling, de voorwaarden en het aanvraagproces. Gemeenten hebben tot eind 2020 om de projecten uit te voeren.


Jan De Nul’s Voltaire haalt Dogger Bank Wind Farms binnen

Dogger Bank Wind Farms, het grootste offshore windturbinepark ter wereld, wordt gebouwd door Jan De Nul’s Voltaire.

De Voltaire, het nieuwe offshore jack-up installatieschip van Jan De Nul Group met een hefvermogen van meer dan 3.000 ton en hoger dan de Eiffeltoren, is het grootste in zijn soort.

De Voltaire zal de grootste offshore windturbines, de GE’s Haliade-X, voor de Dogger Bank-windturbineparken transporteren en installeren. Dogger Bank, dat op zo’n 130 km voor de kust van Yorkshire ligt, zal jaarlijks voldoende energie genereren voor 4,5 miljoen gezinnen – ongeveer 5 procent van de elektriciteitsbehoeften van het Verenigd Koninkrijk.

De aankondiging markeert het eerste contract voor de Voltaire, dat in 2022 in de vaart komt. Het schip, genoemd naar de Europese verlichtingsfilosoof, wordt uitgerust met een uiterst geavanceerd filtersysteem voor uitlaatgassen bestaande uit een selectief katalytisch reductiesysteem (SCR) en een dieselpartikelfilter (DPF), en zal daarmee het eerste offshore installatieschip met extreem lage emissies zijn.

Toekomstig energiesysteem in Bosatlas

Op donderdag 17 oktober is de Bosatlas van de Duurzaamheid verschenen. De nieuwe uitgave van de bekende atlas toont aan de hand van kaarten, infographics en foto’s hoe groot de invloed van de mens op de aarde altijd al was en hoe snel die verder toeneemt. Ook Netbeheer Nederland leverde een bijdrage aan de atlas. In het hoofdstuk Energie is een verbeelding opgenomen van het energiesysteem van de toekomst. Daarnaast behandelt de atlas thema’s als de verandering van het klimaat, het opraken van grondstoffen, maar ook lichtpuntjes als de Klimaatwet, woningisolatie en de aanleg van een waterstofnetwerk.

De Bosatlas van de duurzaamheid brengt een complex en actueel fenomeen in kaart. Daarbij is er aandacht voor het verleden, het heden en de toekomst. Ook komen talloze ontwikkelingen binnen de landsgrenzen en erbuiten aan de orde: van het Klimaatakkoord van Parijs tot kringlooplandbouw, van wateroverlast tot urban mining. Uiteraard staat de atlas ook stil bij concrete maatregelen die burgers, bedrijven en overheden zelf kunnen nemen om hun voetafdruk te verkleinen. Al deze informatie wordt weergegeven op kaarten met de karakteristieke Bosatlasstijl, aangevuld met aantrekkelijke infographics, heldere diagrammen en veel foto's.