Pagina's

vrijdag 28 juni 2019

Natuur & Milieu en de Natuur en Milieufederaties: wezenlijke stap vooruit

Met het vandaag door het kabinet gepresenteerde Klimaatakkoord zet Nederland een 'wezenlijke stap vooruit' in het aanpakken van klimaatverandering en het halen van de Parijs-doelen. Nederland kan hiermee aan de slag. Dat laten Natuur & Milieu en de Natuur en Milieufederaties weten in een eerste reactie.

Zo komt er een CO2-heffing voor de industrie, is 70 procent van onze elektriciteit in 2030 afkomstig van hernieuwbare bronnen als zon en wind, gaat de landbouwsector fors CO2 verminderen en zijn er concrete afspraken voor het verduurzamen van woningen en gebouwen.

In het akkoord zitten ook nog een flink aantal punten die  Natuur & Milieu en de Natuur en Milieufederaties onvoldoende en teleurstellend vinden. De organisaties gaan zich volop inzetten om deze tekortkomingen te verbeteren.

Annie van de Pas van de Natuur en Milieufederaties: 'Het is een akkoord met plussen en minnen. We willen geen tijd meer verliezen en gaan lokaal aan de slag om de klimaatdoelen te helpen realiseren en versnellen. We zijn blij dat er goede afspraken over participatie en lokaal eigendom van wind en zon voor burgers in het akkoord staan en gaan daarmee aan lokaal draagvlak werken.'

Op een aantal punten maakt het kabinet echter keuzes die niet consistent zijn of de energietransitie in de weg staan. Zo kiest zij voor een aanzienlijke hoeveelheid CO2 die met subsidie onder de zee mag worden opgeslagen. De bedragen die naar deze dure ‘tijdelijke’ oplossing gaan, kunnen beter worden besteed aan het voorkomen van CO2-uitstoot. De inzet op het stimuleren van elektrisch rijden is te mager en het terugdraaien van bestaand stimuleringsbeleid is ronduit schokkend. Ook serieuze investeringen in fiets en openbaar vervoer ontbreken. Voor effectief klimaatbeleid is het belangrijk dat de overheid betrouwbaar is en kiest voor een echte omslag naar een duurzame samenleving. Dit betekent dat het kabinet alles uit de kast moet halen om aan de rechterlijke Urgenda-uitspraak te voldoen: geen futiliteiten als het aanmoedigen van radiatorfolie, maar doeltreffende en serieuze maatregelen.

De organisaties willen Nederland in beweging krijgen om samen de CO2-uitstoot verder omlaag te brengen. “Met dit Klimaatakkoord hebben we concrete handvaten om aan de slag te gaan. Dat is positief. Tegelijkertijd zullen we druk blijven zetten en oplossingen blijven aandragen, om de plannen van dit kabinet te verbeteren.”.

Techniek Nederland: Kabinet legt stevige basis voor verduurzaming

Nu het kabinet vandaag het Klimaatakkoord heeft vastgesteld, is de weg vrij om anderhalf miljoen bestaande woningen vóór 2030 duurzaam en energiezuinig te maken. Ondernemersorganisatie Techniek Nederland is positief over die ambitieuze aanpak. Voorzitter Doekle Terpstra: ‘Verduurzaming wordt haalbaar en betaalbaar voor iedereen in Nederland. De partijen aan de klimaattafels én het kabinet verdienen daar een compliment voor. Er ligt nu een stevig fundament voor het behalen van 49% CO2-reductie in 2030. En in 2050 kunnen we een gebouwde omgeving hebben die volledig CO2-neutraal is.’

Het Klimaatakkoord maakt het versnellen van de verduurzaming onder meer mogelijk met gunstige financieringsmogelijkheden en subsidies. Verder komen er maatregelen op het gebied van de energiebelasting. Aardgas wordt daardoor duurder en elektriciteit juist goedkoper. Het akkoord voorziet verder in een aanpak om wijken collectief aardgasvrij te maken of voor te bereiden op aardgasvrije verwarming. Wie al eerder wil en kan verduurzamen (bijvoorbeeld bij het vervangen van de cv-ketel, een verbouwing of een verhuizing) kan gebruik maken van standaardpakketten per woningtype en van subsidies. Terpstra: ‘Daarmee bereid je als eigenaar je woning voor op de wijkaanpak. Het gaat om maatregelen waar je nooit spijt van krijgt en die je al snel een lagere energierekening opleveren.’

Arbeidsmarkt en scholing vormen een belangrijk aspect van het Klimaatakkoord. Aantrekkelijk werk, interessante ontwikkelingskansen en een goed loopbaanperspectief moeten zorgen voor een grotere instroom. Terpstra: ‘Er komen honderd proeftuinen voor aardgasvrije wijken. Wij betrekken het beroepsonderwijs erbij, zodat jonge technici in opleiding straks over de vaardigheden beschikken die nodig zijn om warmtepompen te installeren, zonnepanelen te plaatsen en warmtenetten aan te sluiten. De huidige werknemers bieden we om- en bijscholing aan.’   

Doekle Terpstra is blij dat het kabinet maatregelen tegen de klimaatverandering topprioriteit geeft: ‘De installatiebranche heeft zich ingezet voor dit ambitieuze akkoord. Installateurs en technisch dienstverleners willen er nu ook een groot succes van maken.' Binnen Techniek Nederland beoordeelt de Commissie Klimaatberaad de gemaakte afspraken. Daarna heeft het bestuur het laatste woord.

Terpstra benadrukt dat het akkoord voor de gebouwde omgeving onderdeel is van een totaalakkoord dat alle maatschappelijke sectoren raakt. ‘Niet iedereen zal positief zijn. Maar ik ben ervan overtuigd dat we in samenspraak met het kabinet uiteindelijk tot een breed gedragen klimaatakkoord kunnen komen waarmee Nederland verder kan.’

Ondernemers: ‘Politieke klimaatplannen grondig toetsen op uitwerking in praktijk’

‘Een politiek akkoord, maar nog geen breed maatschappelijk gedragen akkoord’. Zo typeren de ondernemersorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland de vandaag gepresenteerde klimaatvoorstellen van het kabinet. Bij de organisaties leven zorgen voor de internationale positie van bedrijven in de landbouw en de industrie. 'We moeten ervoor waken dat het speelveld in de sectoren waarmee Nederland op de internationale markten zijn geld verdient, verstoord raakt; daarmee zijn het klimaat noch alle andere sectoren en de werkgelegenheid gediend.' 

Ook de optelsom van extra lasten voor mkb-ondernemers is nog niet helder. Voor de mobiliteit, de gebouwde omgeving en de elektriciteitsopwekking is het eerste beeld gunstiger. Zo gaat eindelijk serieus onderzoek plaatsvinden naar ‘anders betalen voor mobiliteit’ en kunnen de elektriciteitssector en de gebouwde omgeving waarschijnlijk door met de reeds ontwikkelde plannen voor verdere verduurzaming.

Na bijna een jaar van intensieve besprekingen aan de Klimaattafels hebben de coalitiepartijen uiteindelijk het afgelopen half jaar een eigen klimaatplan opgesteld. ‘Wij zijn met onze leden bereid om hier verder aan mee te werken. Maar dan moeten we wel bereiken dat de zorgen die er zijn goed worden ondervangen’, aldus de ondernemersorganisaties. ‘Wij gaan nu met de achterban de mogelijke effecten in kaart brengen, want dit is allemaal nog heel erg macro. Daarna gaan we met het kabinet in gesprek of we tot een maatschappelijk akkoord kunnen komen. Voor een akkoord dat 30 jaar mee moet, is draagvlak - voorbij de politieke tekentafel-  essentieel voor zowel klimaat als economie.’

‘Het is nog volstrekt onduidelijk wat de optelsom van alle maatregelen gaat betekenen voor het mkb. Het kabinet geeft hierover geen inzicht en dat is teleurstellend’, zegt Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland. ‘Het mkb is 98 procent van alle bedrijven. Die ondernemers moet je er bij houden om de klimaatdoelstellingen te kunnen realiseren, niet afstoten met dreigende hoge lasten en veel onzekerheid. En die moeten net als burgers goed worden ontzorgd. Het is cruciaal dat we helder in beeld krijgen wat de effecten voor die ondernemers zijn en we verwachten daarbij alle medewerking van het kabinet.’

Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW: ‘Het is goed dat het kabinet het recente SER-advies -gericht op sterke industriële regio’s- heeft benut, maar de verdere uitwerking moet niet leiden tot weglek van CO2 en banen. Nederland loopt binnen de EU immers nu al uit de pas. Het SER-voorstel van mondiale koplopersprogramma’s voor de vijf regio’s moet vorm en inhoud krijgen, inclusief de daarvoor door de overheid te leveren voorwaarden zoals infrastructuur, subsidies, etc. Bij de aangekondigde CO2-heffing over vermijdbare uitstoot is essentieel dat toch niet onbedoeld onvermijdbare uitstoot van bedrijven wordt belast. Daarvoor geven de huidige hoofdlijnen nog geen zekerheid. Heffen over onvermijdbare uitstoot is een enorm risico voor de miljarden aan benodigde investeringen en de banen in de regio’s. Er moet tijd zijn om technologie van de laboratoriumfase naar de praktijk te brengen. Infrastructuur moet op tijd zijn aangelegd.  Subsidies om onrendabele investeringen mogelijk te maken moeten goed toegankelijk zijn. Onduidelijk is hoe wordt voorkomen dat de heffing onvermijdelijke uitstoot belast wanneer deze zaken niet goed zijn geregeld.

Deze onduidelijkheid moet snel worden weggenomen voor tal van sectoren; van afvalverwerking tot de productie van voedingsmiddelen. Een goede praktijktoets bij de internationale investeerders is verder cruciaal. De onzekerheid maakt dat de industrie nu al terughoudend wordt met nieuwe duurzame investeringen. Daarmee is niemand gediend, als we juist willen uitgroeien tot een groene koploper.’

De organisaties pleiten er al langer voor dat de alsmaar oplopende ETS-veilingopbrengsten, die tot 2030 met vele miljarden toenemen, volledig worden ingezet om de energietransitie te faciliteren voor burgers en bedrijven. ‘Het kabinet maakt daar nu gelukkig voor het eerst een begin mee, maar er is geen enkele reden voor terughoudendheid, ook niet om hiermee de concurrentiepositie van bedrijven te beschermen. De overheid verkoopt straks immers uitstootrechten aan buitenlandse bedrijven met nog vermijdbare uitstoot. Dit plaatst de Nederlandse koplopers in een ongunstige positie.’

Marc Calon, voorzitter van LTO Nederland: ‘De landbouw concurreert uiteindelijk op internationale markten. Hoewel er toch het nodige is verbeterd ten opzichte van eerdere berichten hebben wij zorgen over alle regels die wederom op onze ondernemers afkomen en het gebrek aan voldoende financiering en adequate beleidsruimte. Hier moeten we nog wel aan sleutelen wil het in de praktijk allemaal kunnen vliegen.’

Te spreken zijn de ondernemingsorganisaties over de contouren van de plannen voor de mobiliteit, waar nu eindelijk de stap wordt gemaakt naar het slimmere en efficiëntere ‘anders betalen’. Wel betreuren de organisaties het jojo-beleid rond elektrisch rijden, wat gevolgen kan hebben voor de import van deze auto’s.

In de gebouwde omgeving en in de elektriciteitssector lijken de grootste zorgen te zijn weggenomen door het kabinet. Toch zijn allerlei details nog onduidelijk. Zo is de vraag of de burgers en mkb-ondernemers wel echt worden ontzorgd en of ze ook daadwerkelijk gaan verduurzamen met behulp van het nieuwe Warmtefonds. Daarnaast kunnen ontwikkelingen in de industrie, het bredere mkb en de landbouw ook effect hebben op  de binnenlandse sectoren als de gebouwde omgeving en de mobiliteit.

VEH: Wijkaanpak uur van de waarheid voor klimaatakkoord

Gemeenten moeten in 2021 aangeven welke wijken op termijn van het aardgas worden afgesloten. Pas bij deze wijkaanpak zal duidelijk worden of de intenties van het vandaag gepresenteerde klimaatakkoord leiden tot een voor iedereen haalbare en betaalbare energietransitie. “De wijkaanpak wordt voor huiseigenaren het uur van de waarheid” zegt Cindy van de Velde, algemeen directeur van Vereniging Eigen Huis. “Pas dan wordt duidelijk wat alle plannen in de praktijk gaan betekenen voor individuele huiseigenaren. Daarom gaan wij het kabinet houden aan hun beloftes over forse beperking van de kosten, voordelige financiële regelingen en een lagere energiebelasting. Belangrijk is dat de ruim vier miljoen huiseigenaren serieus worden betrokken bij de verduurzamingsoperatie. Dit betekent dat niet over hun rug, maar samen met hen wordt besloten”.

Na de recente sterke verhoging van de energiebelasting voelt de aangekondigde belastingverlaging voor veel huishoudens als een ‘sigaar uit eigen doos’. Daarom is cruciaal dat het kabinet de garantie geeft dat de belastingmaatregelen op de energienota de komende jaren niet leiden tot een lastenstijging. Dit moet ook gelden voor het groeiend aantal huishoudens dat wordt aangesloten op stadsverwarming. Het warmtetarief daarvan is gekoppeld aan de ontwikkeling van de gasbelasting.

Vooruitlopend op de wijkaanpak kondigt het kabinet een isolatiestandaard aan die huiseigenaren duidelijkheid moet geven tot welk niveau hun huis geïsoleerd moet worden om van het aardgas te kunnen. “Het is goed dat hier aandacht voor is. De beste energiebesparing is immers de energie die je niet verbruikt. Maar belangrijk is dat de isolatiestandaard bouwkundig en kostentechnisch haalbaar is. We willen geen onrealistische eisen waar veel mensen met de beste wil van de wereld niet aan kunnen voldoen en die veel meer kosten dan nodig is.”

Het Klimaatakkoord spreekt van ‘een uiterst ingrijpende, complexe en omvangrijke opgave die iedereen raakt en waarvoor betrokkenheid, bereidheid en draagvlak onmisbaar is.’ “Daarom is het zo belangrijk dat het kabinet niet vlucht in boetes, verboden en extra heffingen maar dat huiseigenaren worden verleid om ze te realiseren”, zegt Cindy van de Velde.

Netbeheer Nederland: nu aan de slag!

Netbeheer Nederland nam namens de netbeheerders deel aan de klimaattafels Elektriciteit en Gebouwde Omgeving. Doel is dat deze sectoren in 2030 samen ongeveer 24 megaton minder CO2 uitstoten. Voornamelijk de maatregelen aan de Elektriciteitstafel hebben een grote impact op het net. Daarom zijn de netbeheerders hard aan het werk om onze netten tegen zo laag mogelijke kosten futureproof te maken.

De komende jaren worden er veel zonnepanelen en windmolens aangesloten op het net. Soms moet hierdoor het elektriciteitsnet worden uitgebreid, wat veel geld kan kosten. In het Klimaatakkoord zijn daarom op voorstel van de netbeheerders afspraken opgenomen over anticiperende netuitbreidingen, de hervorming van het aansluitkader en het tijdig betrekken van de netbeheerders in de vergunningverlening van duurzame opwek.

Ook het voorkomen van overbelasting en het stellen van eisen aan de sturingsmogelijkheden van apparaten blijven aandachtspunten voor de netbeheerders. Het is van belang dat deze voorstellen worden overgenomen in wet- en regelgeving om de kosten voor de energietransitie minimaal te houden. Het beter voorspellen van ontwikkelingen en het slimmer gebruiken van het bestaande energienet kan onnodige netinvesteringen voorkomen. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar het verzwaren van het elektriciteitsnet, maar ook naar de manier waarop we in de toekomst elektriciteit willen combineren met duurzame gassen, zoals biogas en waterstof.

Van de wijkgerichte aanpak in de gebouwde omgeving verwachten de netbeheerders eveneens veel, onder meer omdat dit de beheersbaarheid en voorspelbaarheid van de werkzaamheden verhoogt.
Het is belangrijk dat de netbeheerders voldoende technische mensen hebben om de beoogde netrealisatie te kunnen doen. Dit voorkomt dat het aansluiten van duurzame energie langer duurt dan nodig is. De netbeheerders zetten de komende jaren daarom extra in op het werven van nieuwe technici.

Klimaatakkoord maakt halvering CO2-uitstoot haalbaar en betaalbaar

Nederland stoot in 2030 de helft minder broeikasgassen uit ten opzichte van 1990. De maatregelen die Nederland neemt om de CO2-uitstoot te halveren, staan in het Klimaatakkoord dat minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat vandaag namens het kabinet aan de Tweede Kamer heeft gezonden. Uitgangspunt van het Klimaatakkoord is dat de stap naar minder CO2-uitstoot voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. Daarom ontziet het kabinet de huishoudportemonnee zoveel mogelijk en zorgt het kabinet voor een eerlijke verdeling van lasten tussen burgers en bedrijven. Daarnaast neemt Nederland de tijd: maatregelen worden stap voor stap genomen.

Meer dan 100 partijen hebben het afgelopen jaar gewerkt aan een pakket maatregelen waarmee Nederland zijn CO2-uitstoot halveert. Het kabinet neemt aanvullend een aantal maatregelen om zeker te stellen dat de opgave én de rekening eerlijk wordt verdeeld.

Het kabinet verschuift de rekening van huishoudens naar bedrijven. De belasting op de energienota van huishoudens met een gemiddeld verbruik gaat volgend jaar met 100 euro omlaag. In de jaren daarna wordt de stijging van de energiebelasting beperkt. De industrie draagt tot en met 2030 meer aan de zogeheten Opslag Duurzame Energie (ODE) bij dan zij aan subsidies krijgt voor het Klimaatakkoord. Verder zorgt het kabinet ervoor dat het stimuleren van elektrisch rijden niet ten koste gaat van mensen die zich nog geen elektrische auto kunnen veroorloven.

Het kabinet neemt ook maatregelen die de industrie schoner maakt en tegelijkertijd de banen in Nederland houdt. Daarvoor introduceert het kabinet een verstandige CO2-heffing voor de industrie. Dit stimuleert bedrijven om stappen te zetten in verduurzaming, waardoor de Nederlandse concurrentiepositie sterker wordt.

Iedereen krijgt met het Klimaatakkoord te maken, maar lang niet allemaal van vandaag-op-morgen. Nederland maakt gebruik van de 31 jaar die er is voor de transitie richting 2050. Het kabinet zal mensen de komende jaren ontzorgen met een wijkgerichte aanpak en stimuleert mensen om op een natuurlijk moment te investeren in duurzamer rijden en isolatie van hun woning. Huizenbezitters die investeren in verduurzaming kunnen daarvoor een beroep doen op een

Met het pakket aan maatregelen dat het kabinet vandaag presenteert, komt Nederland de afspraken na die zijn gemaakt in de Klimaatovereenkomst van Parijs. Het kabinet vertrouwt erop dat het Klimaatakkoord Nederland voor iedereen economisch sterker en duurzamer maakt.

Debat over Lithium Werks opnieuw uitgesteld

Een spoeddebat in de Provinciale Staten over batterijproducent Lithium Werks is uitgesteld omdat een belangrijk accountantsrapport pas halverwege juli klaar is.

Het debat, dat door de PVV is aangevraagd, gaat over de vraag of er wél of géén een degelijk bedrijfsplan was bij Lithium Werks.

Lithium Werks kreeg vorig jaar een lening van 7,5 miljoen euro van de Provincie Overijssel en de regio Twente via investeringsmaatschappij Oost NL.

Liander: Wees alert op babbeltrucs aan de deur

Liander waarschuwt voor oplichters, die zich uitgeven als monteurs van de netbeheerder. Afgelopen periode zijn er diverse meldingen binnengekomen van oplichting door onder meer babbeltrucs. De netbeheerder roept op om extra alert te zijn op bedriegers.

Op diverse plekken in de verzorgingsgebieden van Liander kwamen afgelopen periode meldingen binnen van zogenaamde babbeltrucs. Daarbij bellen onbekenden ergens aan en gebruiken de naam van Liander als smoes om binnen te komen. Vervolgens stelen zij geld en andere waardevolle bezittingen. Recent is een bejaarde vrouw beroofd van waardevolle bezittingen. Ook zijn er meldingen binnengekomen van zogenaamde monteurs van Liander die commerciële producten en diensten aanbieden.

TenneT in actie voor biodiversiteit op al haar 462 hoogspanningsstations

Op al haar 462 hoogspanningsstations van TenneT in Nederland en Duitsland gaat de netbeheerder de biodiversiteit helpen. TenneT gaat dit doen op basis van spectaculaire resultaten van een pilot op drie hoogspanningsstations in Nederland. Daaruit bleek dat natuurvriendelijk onderhoud van het terrein van deze stations leidt tot een instandhouding van de insectenpopulatie tot wel 72 procent. Het programma dat TenneT nu begint, moet er toe leiden dat biodiversiteit-vriendelijk beheer in 2025 de standaard is.

Ben Voorhorst (Raad van Bestuur van TenneT): 'Wij beheren het elektriciteitsnet in Nederland en grote delen van Duitsland en zorgen ervoor dat groene stroom bij 41 miljoen consumenten en bedrijven terecht komt. Tegelijkertijd staat wereldwijd ook de biodiversiteit onder druk, zo bleek deze week in een rapport van Ipbes (Verenigde Naties). Met onze hoogspanningsverbindingen- en stations kunnen we behalve met transport van groene stroom ook op een andere manier bijdragen aan behoud van de natuur'.

TenneT's assets staan door heel Nederland en Duitsland en bieden daarmee unieke verbindingspunten voor de lokale biodiversiteit. TenneT heeft daarom het afgelopen jaar een biodiversiteitspilot gedaan op drie hoogspanningsstations in Nederland. Hierbij zijn de volgende maatregelen genomen om de biodiversiteit te verhogen: inheemse mengsels zaaien om lokale biodiversiteit te versterken en sinus maaien (slingerend maaien). De pilot toonde aan dat sinus maaien leidt tot een instandhouding van insectenfauna van 58 – 72 procent. Bij 'normaal' maaien zouden deze insecten het niet overleven.

Deze pilot is uitgevoerd in samenwerking met de Vlinderstichting. Albert Vliegenthart van Vlinderstichting: "TenneT laat zien dat er met relatief kleine maatregelen op honderden stations een groot effect bereikt kan worden. Een dergelijke instandhouding van de insectenpopulatie is indrukwekkend en tegelijkertijd cruciaal in de huidige uitdagingen die we hebben met betrekking tot behoud van biodiversiteit".

De bijdrage van TenneT aan de bevordering van biodiversiteit is onderdeel van haar MVO ambitie voor 2025. Ook draagt dit bij aan TenneT's doelstelling om – als groene netbeheerder - een leidende rol te spelen in de energietransitie.

donderdag 27 juni 2019

Overstap naar een aardgasvrij Woon- en Zorgcentrum De Merwelanden

In stappen over op groene warmte door aansluiting op het warmtenet Dordrecht. Een grote verandering voor Woon- en Zorgcentrum De Merwelanden en toch ook weer niet. Want hoewel de bewoners straks net als anders kunnen genieten van een verwarmde woning en een warme douche, is het complex ondertussen wel volledig aardgasvrij. Door vermindering van de CO2-uitstoot zorgt De Merwelanden vanaf half juli voor duurzaam wooncomfort voor de ca. 500 senioren in het woon- en zorgcomplex.

De overstap op het warmtenet van HVC in Dordrecht werd gevierd met een symbolische sleuteloverdracht van het warmtestation. Wethouder Rik van der Linden reikte de sleutel uit aan Corrie van Randwijk, bestuurder van De Merwelanden. “Het hoofdgebouw wordt als eerste aangesloten op het warmtenet Dordrecht. De aanleunwoningen volgen daarna. We verwachten dat we medio juli volledig aardgasvrij zijn. De overstap op warmte betekent voor ons een belangrijke stap voorwaarts bij het verduurzamen van ons woon- en zorgcentrum. En daar zijn we best trots op!”, aldus Corrie van Randwijk.

“Het aantal aansluitingen op het warmtenet groeit met de dag”, aldus wethouder Van der Linden. “Dat komt vooral omdat we in de stad grote gebouwen kunnen aansluiten. De Merwelanden is daar een goed voorbeeld van, naast onder andere het Albert Schweitzer ziekenhuis, Zorggroep Crabbehoff en flats van Trivire en Woonbron. We zijn er trots op dat deze instellingen kiezen voor groene warmte. Dat levert een belangrijke bijdrage aan het verduurzamen van Dordrecht.” Arjan ten Elshof, directeur Duurzame Energie van HVC, vult aan: “Eind 2019 zullen er ongeveer 6.000 woningequivalenten aangesloten zijn op het warmtenet. Daarmee wordt er 6.000 ton CO2 minder uitgestoten. Dat is te vergelijken met de CO2 reductie van ruim 35.000 zonnepanelen.”

Zonnepark op oude vuilstort Braambergen

Afvalzorg heeft het plan om de voormalige vuilstortlocatie Braambergen in Almere te ontwikkelen tot zonnepark en een recreatiepark. Dat meldt Omroep Flevoland.

Op twee voormalige stortheuvels kunnen zo'n 25.000 tot 35.000 zonnepanelen worden neergezet, goed voor de opwekking van stroom voor ongeveer 1500 huishoudens. Dit plan draagt volgens het college van burgemeester en wethouders bij in het gasloos worden van Almere.

De locatie Braambergen ligt aan de Kemphaanweg vlakbij stadslandgoed De Kemphaan en is elf jaar geleden gesloten voor het storten van afval. Er is door de drie oude stortheuvels een heuvelachtig landschap ontstaan.

RWE en innogy onderzoeken productie groene waterstof

Energieconcerns RWE en innogy onderzoeken samen de grootschalige productie van groene waterstof in de provincie Groningen. Als eerste stap starten de bedrijven met een haalbaarheidsstudie voor de bouw van een waterstoffabriek tot 100 MW op het terrein van de Eemshavencentrale van RWE. Dit ligt dichtbij windpark Westereems van innogy, dat de groene stroom gaat leveren. Op deze manier zou met windenergie op een kosteneffectieve manier aanzienlijke volumes groene waterstof kunnen worden geproduceerd.

Waterstof kan een belangrijke rol spelen in de energietransitie. Om het groen te produceren is elektrolyse op basis van hernieuwbare energie onmisbaar. Groene waterstof kan bijdragen aan een vermindering van de CO2-uitstoot die veel verder gaat dan de elektriciteitssector. Voor energie-intensieve industrieën zoals de staal-, chemische of cementindustrie zal groene waterstof een belangrijke stap zijn om te verduurzamen. Naast de vermindering van de CO2-uitstoot in industriële processen kan waterstof een duurzame brandstof worden voor de transportsector of voor de verwarming van huizen.

"RWE en innogy willen graag invulling geven aan de klimaatdoelstellingen. CO2-reductiedoelstellingen in transport, verwarming en industrie zijn alleen haalbaar door een combinatie van elektrificatie en een energiedrager zonder uitstoot. Wij zijn ervan overtuigd dat groene waterstof een belangrijke component zal zijn van een gegarandeerde en duurzame energievoorziening voor deze sectoren. Daarom starten we dit project in lijn met soortgelijke projecten in Duitsland zoals GET H2 in Lingen", aldus Roger Miesen, CEO van RWE Generation SE.

RWE en innogy werken de komende maanden eerst de haalbaarheid van de waterstoffabriek zelf uit, in samenwerking met andere partners in de keten en met de regionale en nationale overheden. Om van waterstof een succes te maken is meer onderzoek, ontwikkeling en een regelgevend kader nodig dat de technologie concurrerend maakt.

De bedrijfsstrategie van RWE richt zich in de toekomst duidelijker op hernieuwbare energiebronnen en opslagtechnologieën. RWE geeft met onderzoek en ontwikkeling van dit  project en het project GET H2 in Lingen concreet invulling aan deze strategie.

Windpark Westereems, dat naast de Eemshaven centrale ligt, is met 52 turbines momenteel een van de grootste windparken op het land (> 100 MW) van Nederland. "Met de huidige Nederlandse ambities voor windenergie op zee kan het omzetten van grote hoeveelheden overtollige windenergie in een opslagproduct als groene waterstof een kosteneffectieve oplossing zijn voor de samenleving en grootverbruikers van energie, zoals de industrie. Als grote speler op het gebied van offshore en onshore windenergie vinden we het belangrijk om nu al te starten met onderzoek naar het omzetten van elektriciteit naar waterstof. Ons windpark is perfect geschikt voor een grootschalig demonstratieproject", aldus Hans Bünting, COO innogy Renewables.

De Eemshavencentrale produceert gedemineraliseerd water dat geschikt is om te ontleden tot groene waterstof. Daarnaast kan elektriciteit uit biomassa ook bijdragen aan de productie van groene waterstof als er geen wind is. De combinatie maakt dit een interessante locatie voor een waterstofcentrale. De eerste bevindingen van het onderzoek worden in het najaar verwacht.

woensdag 26 juni 2019

Koning Willem-Alexander opent duurzame waterstofinstallatie HyStock

Koning Willem-Alexander heeft in het Groningse Veendam de groene waterstofinstallatie HyStock van Gasunie geopend. Deze installatie vormt de start van een toekomstige waterstofketen, waarin groene energie wordt geconverteerd, opgeslagen en getransporteerd naar afnemers.

Tijdens het bezoek kreeg de Koning verschillende waterstoftoepassingen te zien op het gebied van de industrie en de mobiliteitssector.

De waterstofinstallatie van HyStock zet 1 Megawatt duurzame stroom om in groene waterstof en is daarmee de eerste die dit proces op serieuze schaal toepast. Doelstelling van Gasunie is waterstof in de nabije toekomst grootschalig en economisch rendabel op te slaan in ondergrondse gasopslagen van Gasunie’s EnergyStock. Zo kan het gebruikt worden als duurzame energiebron, ook op momenten dat zonne- en windenergie niet voorradig zijn.

Omdat waterstof naar verwachting gemakkelijk, betrouwbaar en betaalbaar in grote hoeveelheden getransporteerd en opgeslagen kan worden, kan het een grote rol spelen als schone energiedrager voor de industrie, mobiliteit en de gebouwde omgeving. Het omzetten van stroom naar waterstof is een manier om verwachte overschotten in duurzame stroom in de toekomst op de vangen. HyStock vormt het begin van een toekomstige waterstofmarkt en levert daarmee een bijdrage aan de doelstelling Nederland en Europa CO2-neutraal te maken.


Nieuwe voorzitter Holland Solar

Vanaf 1 juli treedt Peter Molengraaf toe als voorzitter van Holland Solar. Hij neemt daarmee het stokje over van Jaap Baarsma, die 3 jaar het voorzitterschap op zich heeft genomen. Molengraaf: “Ik verwacht dat Holland Solar heel belangrijk gaat worden als vertegenwoordiger van deze snel groeiende sector. Met haar toenemende omvang zal de solar sector ook verantwoordelijkheid moeten nemen voor haar impact op het grotere energiesysteem. Ik hoop dat nog meer partijen in de branche lid worden en dat we zodoende met met meer mensen en partijen aan de oplossingen voor de snelle groene groei kunnen werken zodat deze ook de komende jaren door kan gaan.”

Naast zijn voorzitterschap bij Holland Solar is Peter ondermeer voorzitter van de RvC van Greenflux en Ecovat, voorzitter van de Raad van Toezicht van Natuur en Milieu, en investeerder groene energie start-ups and scale-ups. De afgelopen jaren was Peter CEO van Alliander, en voorzitter van branchevereniging Netbeheer Nederland. Daarvoor werkte hij in directiefuncties bij Nuon en Shell.

Vattenfall en CFP Green Buildings breiden samenwerking uit

Vattenfall en CFP Green Buildings breiden de bestaande samenwerking verder uit. Samen willen beide partijen ervoor zorgen dat zakelijke klanten van Vattenfall eenvoudiger kunnen voldoen aan de informatieplicht energiebesparing.

Beide partijen werken sinds 2017 al samen om zakelijke klanten van Vattenfall beter inzicht te geven in energiebesparingsmogelijkheden voor hun gebouwen. Zo ontwikkelde CFP voor Vattenfall de DuurzaamheidsScan, waarmee energielabels en energiebesparingsmogelijkheden inzichtelijk gemaakt worden. Ook is het nu mogelijk om rapportages in het kader van de informatieplicht op te stellen en te beheren. Dit helpt bedrijven eenvoudig te voldoen aan de verplichting die vanaf dit jaar geldt.

Alle grootzakelijke klanten van Vattenfall krijgen toegang tot de DuurzaamheidsScan, een aanvulling op het continue inzicht in het werkelijke energieverbruik voor elk gebouw. Zo kunnen klanten eenvoudig zien welke maatregelen zij kunnen treffen om te verduurzamen, welke impact dat heeft en hoe de businesscase eruitziet. Consultants van CFP gaan klanten van Vattenfall advies geven over verdere verduurzaming van gebouwen en het treffen van energiebesparende maatregelen.

Remeha claimt wereldprimeur met eerste HR-ketel op waterstof

Dinsdag is in Rozenburg de eerste pilot begonnen waarin een waterstof gestookte HR-ketel van Remeha een appartementencomplex duurzaam verwarmr. Met deze pilot wil Remeha kennis en ervaring opdoen waarmee ze straks een substantiële bijdrage kan leveren aan de energietransitie en het terugdringen van CO₂-uitstoot in woningen en kantoren. Remeha ziet waterstof als dé oplossing voor de langdurige opslag van duurzame energie en een vergaand hergebruik van ons bestaande gasnetwerk.

Het project in Rozenburg beslaat de gehele waterstofketen; van duurzame opwekking, transport, de efficiënte omzetting van pure waterstof, tot het schoon verwarmen van de woningen via een waterstofketel waarbij geen CO₂ vrijkomt. De waterstofketel is ontwikkeld door een van de Europese R&D-competence centra van BDR Thermea Group. Na de eerste pilot in Nederland volgt later dit jaar een grootschalige praktijkproef in Groot-Brittannië. Nieuwe mogelijkheden voor projecten in andere Europese landen worden inmiddels onderzocht als onderdeel van de brede, pan-Europese ontwikkeling van deze technologie.

Direct naast het appartementencomplex van Ressort Wonen in Rozenburg, onderdeel van de gemeente Rotterdam, ligt de proeftuin Power-to-Gas (P2G). Diverse partners binnen deze pilot werken al geruime tijd aan deze nieuwe technologie. De komende jaren willen zij schoon opgewekte elektriciteit op grotere schaal omzetten in duurzame waterstof. Samen met onder andere netbeheerder Stedin en Woningstichting Ressort Wonen wil Remeha meer kennis opbouwen om de energietransitie met behulp van waterstof vooruit te helpen.

De elektriciteit waarmee op locatie de waterstof wordt gemaakt, komt van een nabijgelegen windmolen. Via een normale gasleiding wordt de 100% duurzame waterstof getransporteerd naar het nabijgelegen ketelhuis van het appartementencomplex. Daar wordt de waterstof in de waterstofketel verbrandt, om vervolgens de woningen te kunnen verwarmen.

dinsdag 25 juni 2019

Defensie investeert in zonneauto Lightyear One

Het is 05.23 uur als vanochtend de zon opkomt boven Katwijk. Op dat vroege uur is het prototype van de revolutionaire ‘zonneauto’ Lightyear One onthuld. Even later tekende Defensie het koopcontract voor dit voertuig van de firma Lightyear dat in 2020 wordt afgeleverd.
Dit gebeurde op het terrein van het voormalig marinevliegkamp Valkenburg door commandant Defensie Ondersteuningscommando luitenant-generaal Mario Verbeek. Ook Commandant der Strijdkrachten luitenant-admiraal Rob Bauer was erbij.

De investering is geboren vanuit de Defensiebrede ambitie om aan te sluiten bij het Rijksbeleid te streven naar meer duurzaamheid. Defensie is daarom zeer geïnteresseerd in een wagenpark dat zich door waterstof, elektriciteit of zonne-energie kan verplaatsen. Het prototype, de LightyearOne, heeft geïntegreerde zonnecellen en is volledig ontworpen op energie-efficiëntie. Bauer: “Door de aankoop van dit voertuig verkrijgt Defensie kennis en ervaring uit de eerste hand, over het autonoom realiseren (zonne-energie) van de benodigde energie om te verplaatsen.”

In de toekomst kan de zonneauto Defensie operationele voordelen bieden. De LightyearOne wordt met een regulier stopcontact bijvoorbeeld vrijwel net zo snel opgeladen als andere elektrische auto's via een speciaal oplaadpunt. Ook wordt de behoefte aan verzwaarde infrastructuur veel minder.

Behouden betrouwbaarheid elektriciteit in Nederland na 2030 een grote uitdaging


Op zondag 16 juni vond een historisch grote stroomstoring plaats in vijf Zuid-Amerikaanse landen tegelijk. Op het hoogtepunt zaten 48 miljoen mensen in Argentinië en Uruguay zonder stroom. Een stroomuitval van dergelijke omvang is voor de meeste Nederlanders moeilijk voor te stellen. Juist omdat ons land over een van de meest betrouwbare elektriciteitsvoorzieningen ter wereld beschikt, zijn we in grote mate afhankelijk geworden van elektriciteit. Alternatieven zijn in de meeste gevallen niet (meer) beschikbaar. Het waarborgen van die betrouwbaarheid wordt de komende jaren een steeds grotere uitdaging door de overgang naar energiebronnen die afhankelijk zijn van het weer, terwijl ook de vraag naar elektriciteit, onder andere voor elektrische auto’s en warmtepompen, blijft toenemen.

Langdurige stroomstoringen ontwrichten de samenleving
Of het nu gaat om het vervoer, communicatiemiddelen, het bereiden en bewaren van voedsel, betalingsverkeer, verlichting of de toe- en afvoer van water; de lijst met vanzelfsprekendheden die bij stroomuitval in Nederland worden geraakt is enorm. Zaken als (stop)lichten, pinautomaten, en tv’s/computers vallen meteen uit, terwijl ook treinen en metro’s stilvallen. Toepassingen die zijn voorzien van noodaccu’s (zoals mobiele netwerken) blijven vaak nog enkele uren werken, voordat ook deze diensten uitvallen. Alleen de meest cruciale diensten hebben vaak een nood-backup die meerdere dagen elektriciteit kan leveren, zoals ziekenhuizen. Ook hier zit echter een grens aan.
Veel van het verloop zal ook afhangen van de context: is er sprake van extreme hitte, koude of wateroverlast? Dit laatste was het geval bij de stroomuitval in Argentinië eerder deze maand. Omdat het op een zondag plaatsvond waren de maatschappelijke gevolgen uiteindelijk beperkter dan wanneer dit een werkdag was geweest. Wel duurde het tot de volgende dag voordat de stroomstoring geheel was verholpen, langer dan waarop de noodplannen in Nederland voor stroomuitval zijn ingesteld. Deze hebben een maximale horizon van 8 uur, maar reeds na 4 uur moet er geïmproviseerd worden. Gijs Kruijff, hoofd van het Nationaal Crisiscentrum, stelt tegenover de NOS dat men bij grootschalige stroomuitval uiteindelijk vooral “een beroep moet doen op de zelfredzame samenleving.”

Een beroep doen op de zelfredzame samenleving is niet altijd een succes gebleken. Tijdens de black-out van New York in 1977 vonden er op grote schaal plunderingen en brandstichting in de stad plaats, duizenden inwoners werden gearresteerd. In maart 2019 gebeurde hetzelfde in Venezuela, toen het land meerdere dagen zonder stroom zat. Vergeleken met het New York van 1977 en het huidige Venezuela is Nederland veel afhankelijker van een stabiele elektriciteitsvoorziening. En hoewel in beide gevallen ook andere maatschappelijke problemen meespeelden, zorgde de stroomuitval wel voor het laatste zetje. Wanneer een black-out lang genoeg aanhoudt en belangrijke voorzieningen afwezig blijven, zal de kans op ongeregeldheden groter worden.

Geen wind en zon, geen elektriciteit
Intussen is men in Nederland bezig met een grote transitie op het gebied van energie. In 2030 moet 70% van de elektriciteit door windmolens en zonnepanelen worden opgewekt. Tegelijkertijd neemt ook de vraag sterk toe door elektrisch koken en verwarmen, elektrische auto’s en steeds meer datacenters. Op een elektriciteitsnet moet de hoeveelheid opgewekte stroom op ieder ogenblik gelijk zijn aan de hoeveelheid verbruikte stroom. Zowel een tekort als een overschot zorgt voor problemen. Conventionele elektriciteitscentrales die gebruik maken van een brandstof kunnen naar wens meer of minder produceren en vangen de fluctuaties tot op heden op, maar op hoe hard het waait of sterk de zon schijnt, heeft men geen invloed.
“Vijftien jaar geleden kon de controlekamer op maandagochtend al voorspellen hoe de weekcurve eruit zou zien. Nu vliegt het alle kanten op”, stelt Ben Voorhorst in De Telegraaf. Voorhorst is operationeel directeur bij TenneT, netbeheerder van het landelijke stroomnetwerk. “Straks moet het verbruik reageren op zon en wind en dat is best spannend. Niemand wil dat de leveringszekerheid afneemt. Maar dat levert grote uitdagingen op.” Het uitschakelen van windmolens bij overschotten is bijvoorbeeld niet eenvoudig, omdat wegens de subsidies niemand degene wil zijn die uit moet. Tegelijkertijd bestaat er met name in de winter veel gevaar voor tekorten door Dunkelflaute. “Bij elfstedentocht-weer bijvoorbeeld. Een hogedrukgebied in de winter betekent kou en weinig wind. Ook de zon is dan zwak.”

COO TenneT: na sluiten kolen- en gascentrales wordt het spannend
Als er te weinig elektriciteit wordt opgewekt in Nederland moet er elektriciteit uit het buitenland komen, om die reden breidt men de internationale verbindingen uit. De buurlanden stappen echter ook grotendeels over op wind- en zonne-energie, en zeker in onze buurlanden is het weer vaak grotendeels gelijk aan het weer in Nederland. Bovendien heeft men in België de afgelopen jaren reeds meerdere malen een ‘afschakelplan’ moeten instellen, omdat er door problemen met de kerncentrales stroomtekorten dreigden, kerncentrales die volgens de huidige plannen in 2025 zullen sluiten. België importeerde eind 2018 bijna de helft van het totale stroomverbruik. De mogelijkheid tot zelf ook importeren is dus niet altijd verzekerd. Dit blijkt ook uit simulaties van TenneT: “We streven naar maximaal vier uur per jaar dat het systeem niet in staat is de vraag te dekken. We hebben onderzocht hoe dat zou uitpakken als we met het weer van de afgelopen 30 jaar een klimaatneutraal elektriciteitssysteem zouden hebben gehad. In acht jaren hadden we die norm niet gehaald”, aldus Voorhorst.

Voor een totale black-out dreigt bij tekorten, zal men overgaan tot ‘brown-outs’, dit zijn lokale geplande afsluitingen van het stroomnet om het net in balans te houden, zoals men ook in België onder het afschakelplan instelde. Dan worden er in beurten hele steden of gebieden voor een aantal uur van stroom afgesloten. Omdat dit een laatste redmiddel is, zullen er ook andere oplossingen voor een weersafhankelijk elektriciteitssysteem moeten komen. Energieopslag op de benodigde schaal bestaat nog niet, men kijkt nu daarom vooral naar flexibilisering (afschakelbaar maken) van de vraag.
Of volledige afhankelijkheid van wind en zon verstandig is, weet Voorhorst niet. Voor 2030 wil men de kolencentrales sluiten, daarna ook het meeste overige regelbaar vermogen zoals de gascentrales: “Als we echt totale decarbonisatie willen, met 90% of meer CO2-vrije opwek, dan wordt het spannend.”

'Energienota fors omlaag'

Het belastingdeel van de energierekening moet volgend jaar voor een huishouden met een gemiddeld verbruik met honderd euro dalen. Na 2020 komt er weer een lichte stijging.

Dat gaat het kabinet vrijdag bekendmaken. Gas moet in stappen duurder worden, maar elektriciteit juist goedkoper. Daarnaast gaan bedrijven meer klimaattaks betalen en huishoudens minder.

De coalitiepartijen zijn het dinsdag eens geworden over een definitief klimaatakkoord. Woensdag komen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie nog een keer bij elkaar om de puntjes op de i te zetten in de teksten, weet De Telegraaf.

Het kabinet wil in 2030 minstens 49 procent minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990.

IO.Energy: 60 projectpartners starten acht proefprojecten

Een 60-tal bedrijven, overheidsorganisaties en academische instellingen hebben de voorbije maanden samen nieuwe ideeën en hypothesen uitgewerkt om de verbruiker een centrale rol te geven in het energielandschap van morgen. Het project kadert binnen IO.Energy, een gezamenlijk project van de Belgische netbeheerders Elia, Fluvius, ORES, RESA en Sibelga. In de komende maanden worden de 8 geselecteerde proefprojecten voort ontwikkeld en uitgeprobeerd. Op termijn kunnen één of meerdere hiervan uitgroeien tot commerciële producten of diensten die het energielandschap grondig kunnen veranderen.

Maandag waren een 150-tal personen aanwezig in het Flageygebouw voor de tweede grote bijeenkomst van het IO.Energy-project. Daarmee is de eerste fase van ideevorming of ‘ideation’ afgesloten. IO.Energy wil via data-uitwisseling tussen alle spelers van de energiemarkt, nieuwe diensten ontwikkelen die de consument centraal zet in het energiesysteem.  Via een digitaal communicatieplatform kan de eindgebruiker zowel zijn productie als zijn verbruik aanpassen aan de noden van het net. IO.Energy helpt zo om meer flexibiliteit te vinden in het energiesysteem en vangt daarmee de grotere variabiliteit van hernieuwbare energieproductie op.

Het project is een gezamenlijk initiatief van de Belgische netbeheerders. Samen willen zij de uitdagingen van de energietransitie ombuigen naar opportuniteiten. Om dat te kunnen realiseren, rekenen de netbeheerders op heel wat bedrijven en organisaties die aan het project meewerken om nieuwe diensten uit te werken die aan de verwachtingen van de consument tegemoetkomen.  De fase waarin de ideeën werden uitgedacht, kende een ongezien succes en het grote aantal deelnemers in deze eerste fase is een belangrijke stimulans voor het vervolg van het project.

NPM Capital neemt meerderheidsbelang in Rooftop Energy

Investeringsmaatschappij NPM Capital neemt een meerderheidsbelang in Rooftop Energy (RTE). RTE ontwikkelt en exploiteert zonnecentrales op met name bedrijfsdaken in Nederland. De in Rotterdam gevestigde onderneming, opgericht in 2011, heeft inmiddels circa 175 projecten gerealiseerd.

De oprichters van RTE, Leendert Florusse en Raymond Steenvoorden, blijven aandeelhouder en actief in de onderneming. De Raad van Commissarissen zal worden uitgebreid met Stephan van Dongen, investment director bij NPM Capital en Jeroen de Haas, oud-topman van Eneco. Naast zijn rol van toezichthouder, zal De Haas de onderneming actief gaan adviseren en begeleiden bij de beoogde expansie. RTE behoort inmiddels tot een van de grootste ontwikkelaars en exploitanten van zonnecentrales in Nederland.

Per eind 2019 zullen de geïnstalleerde zonnecentrales naar verwachting, verdeeld over 200 projecten, een gecombineerd vermogen hebben van ruim 100 MWp (Megawattpiek). Dit is goed voor de energievoorziening van 30.000 huishoudens. Bij de onderneming werken nu 25 medewerkers. Dat aantal zal naar verwachting de komende jaren aanzienlijk groeien.

Vijf mogelijk geschikte locaties voor windmolens in Apeldoorn

Het college van Apeldoorn heeft van de gemeenteraad opdracht gekregen onderzoek te doen naar alternatieven, voorwaarden en mogelijk geschikte locaties voor windmolens. Uit dat onderzoek zijn vijf locaties gekomen. Of er daadwerkelijk windmolens komen moet verder uitgezocht worden. Het college wil wel dat er voldoende garanties komen voor bewoners ten aanzien van leefbaarheid en aanvullend onderzoek naar de effecten op de omgeving. Ook stelt het college als eis dat bewoners financieel mee kunnen profiteren van windenergie.

Het college wil onderzoek naar de effecten van windmolens op gezondheid, landschap, cultuurhistorie en archeologie verplicht stellen. Ook onderzoek naar economische effecten en een draagvlakpeiling onder omwonenden zijn nodig. Deze extra onderzoeken moeten ervoor zorgen dat zo veel mogelijk  effecten in beeld zijn voordat een concrete windmolen gebouwd gaat worden.  

Daarnaast wil het college dat omwonenden de mogelijkheid krijgen om financieel mee te profiteren van windenergie. Een ontwikkelaar moet daarover in gesprek gaan met omwonenden en een concreet aanbod doen. Het college wil eisen opstellen waar dat proces aan moet voldoen.   
Mogelijke locaties

De extra eisen voor onderzoek en participatie komen bovenop bestaande wettelijke normen voor windmolens. Zoals geluidsnormen, normen voor minimale afstanden tot bebouwing etcetera. Als aan die technische normen wordt voldaan, blijven er vijf locaties in de gemeente over waar in totaal tien windmolens geplaatst zouden kunnen worden. Dat blijkt uit het onderzoek dat adviesbureau Pondera in opdracht van de gemeente uitvoerde. Het gaat om 3 locaties in het gebied ten zuiden van Uddel, ten noorden van de A1. En om 2 locaties in het gebied tussen Lieren, Klarenbeek en Loenen. Dit zijn de gebieden die mogelijk geschikt zijn voor windmolens.

Omdat er mogelijk veel vragen leven in de vijf gebieden wil wethouder Mark Sandmann de komende tijd in gesprek met belanghebbenden in het gebied. Te beginnen met de dorpsraden van de vijf locaties.
Bewoners in de nabijheid van de vijf wind-locaties krijgen een persoonlijke brief met informatie over de ontwikkelingen en een uitnodiging voor twee bijeenkomsten.