Pagina's

donderdag 31 januari 2019

Voorlopig geen verdere beperking gaswinning Groningen

De gaswinning uit het Groningenveld hoeft voorlopig niet verder te worden teruggebracht dan staat in het nieuwe instemmingsbesluit van de minister voor Economische Zaken en Klimaat voor het gasjaar 2018-2019. Dat betekent dat de NAM voor dit gasjaar een hoeveelheid gas mag winnen die nodig is om de gaslevering te kunnen garanderen. Dit komt in een gemiddeld jaar neer op 19,4 miljard Nm3.

Dit staat in een voorlopige uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (31 januari 2019). In afwachting van de definitieve uitspraak in de bodemprocedure ziet hij geen aanleiding om de gaswinning voorlopig helemaal stil te leggen of sterk in omvang terug te brengen, zoals door twee verzoekers was gevraagd.

Het gaat hier om een complexe zaak. Een spoedprocedure eist dat de voorzieningenrechter snel een voorlopige uitspraak doet. Voor een grondige inhoudelijke beoordeling van alle bezwaren moet de rechter nader onderzoek doen. Dat kan niet in deze spoedprocedure. Daarom geeft de voorzieningenrechter in zijn uitspraak een voorlopig oordeel. Dat oordeel baseert hij op een afweging van alle betrokken belangen.

De belangen in deze zaak zijn groot en tegengesteld. Aan de ene kant staat het belang van de gasconsumenten, die met Gronings gas hun bedrijven gaande houden of hun huizen verwarmen. Aan de andere kant staat het belang van de inwoners van Groningen, die willen dat de gaswinning zo snel mogelijk stopt vanwege de aardbevingen die dat veroorzaakt. De voorzieningenrechter heeft die belangen afgewogen en ziet geen aanleiding de gaswinning op dit moment helemaal stop te zetten of verder terug te brengen. Daarbij weegt zwaar dat de minister heeft gesteld dat er “onacceptabele risico’s” zullen ontstaan als dat gebeurt. Bedrijven kunnen failliet gaan en mensen kunnen hun huizen mogelijk niet meer verwarmen. Daarnaast zou stopzetting of een sterke vermindering van de gaswinning risico’s met zich brengen voor het gasnet en zou het ernstige problemen kunnen veroorzaken voor instellingen als ziekenhuizen en verpleeghuizen. Bovendien zou de winst voor de veiligheid gering zijn als de gaswinning nu sterk wordt beperkt, omdat dit niet direct leidt tot een lager risico op aardbevingen. Ook betrekt de voorzieningenrechter in zijn belangenafweging dat het kabinet besloten heeft om de gaswinning in Groningen op termijn verder af te bouwen en in 2030 geheel te beëindigen.

Naar verwachting zal de Afdeling bestuursrechtspraak in de tweede helft van april een rechtszitting houden waarop zij de bezwaren van 26 personen en organisaties tegen de gaswinning uitgebreid zal behandelen. Daarna zal zij een definitieve uitspraak doen.

Onderzoek naar aardgasvrije basisscholen

Schoolbesturen SPO Utrecht, KSU, PCOU Willibrord en de gemeente Utrecht willen alle schoolgebouwen aardgasvrij maken. De besturen en de gemeente onderzoeken hiervoor bij twintig scholen hoe de gebouwen aardgasvrij kunnen worden. De selectie is representatief voor alle Utrechtse basisscholen en gemaakt op basis van onder meer bouwjaar, oppervlakte en type gebouw. Het onderzoek duurt van januari tot april, de resultaten worden in de zomer verwacht. "Dit onderzoek levert een schat aan informatie over hoe wij ons hele scholenbestand aardgasvrij kunnen maken", zegt wethouder Anke Klein (onderwijs).

In het onderzoek staan de vragen centraal welke maatregelen en oplossingen geschikt zijn voor scholen die bijvoorbeeld 20 jaar of 50 jaar oud zijn, welke duurzame energiebronnen gebruikt kunnen worden en welke investeringen en welke financiële afwegingen gemaakt moeten worden. Het onderzoek wordt gefinancierd door RVO Topsector Energie en de gemeente Utrecht.

SPO Utrecht is aanjager van het onderzoek. "Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, van overheid, maar óók van schoolbesturen, om te zorgen dat scholen op verantwoorde wijze van het gas worden afgekoppeld en daarna op efficiënte en effectieve wijze kunnen voorzien in hun energiebehoeftes. Scholen kunnen daarbij, als instituten in de wijken, een voorbeeldfunctie vervullen", zegt SPO Utrecht-bestuurder Eric van Dorp.

Samen met de schoolbesturen werkt de gemeente Utrecht hard aan het realiseren van goede, gezonde en duurzame scholen voor alle leerlingen. Dit doet de gemeente vanuit het Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting 2016-2025. Eén van de speerpunten hierin is 'Bouwen aan een Gezonde toekomst'.

Groningen start project voor vervanging asbestdaken door collectieve zonnedaken

Eigenaren van asbestdaken kunnen samen met energiecoöperaties in de provincie Groningen deelnemen aan de pilot 'SamenZONderAsbest'. De pilot test een nieuwe stimuleringsregeling waarbij eigenaren van asbestdaken en omwonenden samenwerken om asbestdaken te saneren en te vervangen door zonnepanelen. Dit helpt de asbestsanering te versnellen en tegelijkertijd meer duurzame energie op te wekken. De provincie stelt in totaal € 100.000 beschikbaar voor de pilot. Geïnteresseerden kunnen tot 24 april 2019 een aanvraag indienen via samenzonderasbest.nl.

Binnen de Groninger pilot is ruimte om twintig asbestdaken in te ruilen voor collectieve zonnedaken. Met de zonne-energie die een dak oplevert kunnen ongeveer twintig huishoudens van duurzame elektriciteit worden voorzien. Op deze manier profiteren zowel dak-eigenaren als dorpsgenoten die deelnemen aan de coöperatie.

Eigenaren van asbestdaken met saneringsplannen kunnen zich tot 24 april aanmelden via het vragenformulier op de website. Uiteindelijke deelname aan het project hangt af van de geschiktheid van het dak en de volgorde van aanmelding. De dak-eigenaar kan een 'dak-check' krijgen, waarbij onder meer de dakconstructie en de aansluiting op het elektriciteitsnet onderzocht wordt. De energiecoöperatie kan een voucher krijgen als bijdrage in de ontwikkelkosten van het postcoderoosproject. In totaal zijn er binnen deze pilot 20 dak-checks voor dak-eigenaren en 20 vouchers voor energiecoöperaties beschikbaar.

De pilot wordt uitgevoerd door bureau ECoop in samenwerking met LTO Noord. Inmiddels zijn de eerste gesprekken gevoerd met geïnteresseerde dak-eigenaren en lokale energiecoöperaties. Op donderdag 24 januari werd het startsein gegeven voor de pilot, op boerderij Huninga in Eenrum. Daar werd de eerste dak-check door gedeputeerden Nienke Homan en Henk Staghouwer aangeboden aan Remt Meijer, voorzitter van de Stichting R.J. Clevering en eigenaar van de monumentale boerderij met asbestdak.

Meer woningeigenaren investeren in energiezuinig maken van huis

Steeds meer inwoners die hun huidige woning energiezuiniger willen maken, kloppen voor advies en begeleiding aan bij een energieloket.

In 2018 hebben de activiteiten van alle energieloketten in Noord-Holland geleid tot 11.010 offerteverzoeken aan bouw- en installatiebedrijven. Daarvan hebben 5460 offertes geleid tot een opdracht, met een totale investeringsomvang van ongeveer 9,2 miljoen euro. De provincie Noord-Holland ondersteunt de energieloketten financieel via de gemeenten.

Gedeputeerde Joke Geldhof (Wonen): “Ik ben blij dat zoveel inwoners de weg naar de energieloketten hebben gevonden en aan de slag gaan met het energiezuinig maken van hun woning. Je huis isoleren of zelf duurzame energie opwekken is sowieso goed voor het klimaat. Maar omdat je bespaart op je energiekosten is dat ook goed voor je portemonnee.”

In Noord-Holland hebben alle gemeenten een energieloket waar particuliere woningeigenaren terecht kunnen voor onafhankelijk advies over duurzame maatregelen, inzicht in financieringsmogelijkheden en hulp bij het aanvragen en beoordelen van offertes van bouwbedrijven. De energieloketten in de regio’s Amstelland-Meerlanden en Amsterdam worden beheerd door Green Home en in de overige regio’s door Duurzaam Bouwloket. De loketten organiseren ook voorlichtingsbijeenkomsten en collectieve inkoopacties. Bijna de helft van de gemeenten in Noord-Holland heeft het afgelopen jaar bij de provincie subsidie aangevraagd voor het instandhouden van de energieloketten. De overige gemeenten zullen dit naar verwachting in 2019 doen.

Naast het steunen van de energieloketten via de gemeenten, geeft de provincie ook subsidie aan lokale energiecoöperaties. Deze coöperaties worden opgezet door inwoners van een stad of dorp om gezamenlijk te werken aan energiebesparing en het opwekken van duurzame energie.

In 2018 heeft de provincie al 25 subsidies verleend deze vrijwillige burgercollectieven. Een voorbeeld van een succesvol project is van coöperatie Ecostroom uit Amsterdam, waarbij 105 zonnepanelen zijn geplaatst op het dak van een gebouw in de Theophilusstraat. In het afgelopen jaar zijn er in Noord-Holland 15 energiecoöperaties bijgekomen. Met een totaal van 77 burgercollectieven is Noord-Hollander koploper van de provincies, zowel in aantal als in groei.

Verder investeert de provincie in de ontwikkeling van een nieuwe energieadvies-app en innovatieve financieringsvormen voor woningeigenaren die energiebesparende maatregelen niet zelf kunnen betalen. De provincie steunt ook de woningcorporaties bij het verduurzamen van hun bestaande woningvoorraad.

woensdag 30 januari 2019

4,6 miljoen nieuwe zonnepanelen in Nederland

Vorig jaar zijn 4,6 miljoen nieuwe zonnepanelen in Nederland geïnstalleerd. Het totale opgestelde vermogen steeg van 2,9 gigawatt naar 4,2 gigawatt, meldt onderzoeksbureau Dutch New Energy Research.

Ter vergelijking: In 2017 ging het om 3,1 miljoen zonnepanelen met een opgeteld vermogen van 853 megawatt. In dat jaar kwam bijna 2 procent van het totale stroomverbruik uit zonnepanelen.

De groei is te danken aan de flinke kostendaling. Ook werd een groter deel van de beschikbare subsidie voor duurzame energie toegekend aan zonne-energieprojecten.

De stimuleringsregeling voor zonnepanelen voor kleine verbruikers, de zogeheten salderingsregeling, blijft nog een jaar langer van kracht.

Nieuw tussenonderzoek verwerking productiewater Schoonebeek

Het adviesbureau Royal HaskoningDHV heeft onderzocht welke ontwikkelingen er zijn op het gebied van waterzuiveringstechnieken. Dit is belang voor de verwerking van productiewater van het olieveld Schoonebeek. Het onderzoek heeft uitgewezen dat op dit moment nog geen zuiveringstechniek voorhanden is die meer milieuvriendelijk is dan de huidige manier van waterverwerking.

Twee jaar geleden heeft het adviesbureau Royal HaskoningDHV (RHDHV) de wettelijke zesjaarlijkse herevaluatie uitgevoerd van de waterinjectie in Twente. Bij de afronding van dit evaluatieproces heeft NAM aangegeven om ook in de tussentijd de ontwikkelingen in de gaten te blijven houden op het gebied van waterzuivering. In de afgelopen maanden heeft RHDHV voor NAM deze ontwikkelingen onderzocht.

Op dit moment wordt het productiewater dat meekomt uit de diepe ondergrond van Schoonebeek, via een pijpleiding van 70 kilometer teruggebracht in de ondergrond van Twente. Dat gebeurt in een leeg gasveld in Rossum. De NAM heeft beloofd de alternatieven voor deze waterinjectie om de zes jaar te bekijken, maar ook tussendoor op eigen verantwoordelijkheid de alternatieven in de waterzuivering te bestuderen. RHDHV heeft daarom in opdracht van NAM opnieuw gekeken naar de laatste stand van zaken. De resultaten van dat onderzoek zijn opgenomen in bijgevoegd rapport. Hoofdconclusie is dat er vooralsnog nog geen techniek beschikbaar is die tot een andere afweging leidt voor de verwerkingswijze van het productiewater. De ontwikkelingen in de waterzuivering blijven echter interessant voor NAM om ook op korte termijn te blijven volgen. Op lange termijn staat de volgende herevaluatie gepland in 2022.

Onderdeel daarvan is dat NAM op dit moment kijkt naar welke NAM-locatie in of rondom Schoonebeek het meest geschikt is om een testfaciliteit aan te leggen. Met deze testfaciliteit kunnen geïnteresseerde ondernemingen hun waterzuiveringstechnieken testen met het echte productiewater. Daarbij wordt ook gekeken welke wettelijke vereisten -die gelden in de mijnbouwsector- van toepassing zijn en wordt er uiteraard vooraf overlegd met toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen en de betreffende gemeente.

Groot­scha­li­ge bi­o­gas­in­stal­la­tie op Che­me­lot draagt bij aan kli­maat­doel­stel­lin­gen

Onder de naam Zitta®Biogas wordt een grootschalige biogasinstallatie op het Limburgse industriepark Chemelot gebouwd. Met die installatie kunnen veehouders in Limburg en daarbuiten hun mestoverschotten op een verantwoorde wijze laten opwerken tot brandstof voor de nabijgelegen industrie. Het biogas wordt ingezet ter vervanging van aardgas voor de kunstmestproductie op Chemelot.

Dat wordt duidelijk na de toekenning van een aangevraagde SDE+ duurzaamheidssubsidie, waarmee de financiering van het project rond is. Deze ontwikkeling betekent een grote bijdrage aan de verdere verduurzaming van Limburg. Zitta®Biogas Chemelot lost het mestoverschot op van de veehouderij en zorgt voor verdere verduurzaming van de processen op Chemelot.

De biogasinstallatie gaat ruim 700.000 ton mest per jaar verwerken, waarmee 60 miljoen kubieke meter biogas kan worden opgewekt.  Een groot voordeel van de locatie Chemelot is de beschikbaarheid van restwarmte. Het overige biogas en restwarmte van fabrieken op Chemelot wordt gebruikt voor het drogen van digestaat tot organische mestkorrel. Hiermee wordt de efficiency van de installatie aanzienlijk verbeterd ten opzichte van conventionele biogasinstallaties. Gedeputeerde Hubert Mackus (Landbouw): “Het is een enorme opsteker dat mest nu duurzaam verwerkt kan worden. Dat is goed voor de sector en eveneens goed voor de omgeving.”

Zitta®Biogas Chemelot BV is opgericht door Re-N Technology BV, ten behoeve van de realisatie van een grootschalige biogasinstallatie op industrieterrein Chemelot. De geplande installatie verwerkt voornamelijk mest tot biogas. Reststromen worden verwerkt tot organische mestkorrels. Daarmee worden alle nutriënten uit de mest in geconcentreerde vorm beschikbaar gemaakt voor de landbouw. Vanwege de schaalgrootte en de integrale aanpak biedt deze oplossing duurzame mogelijkheden voor veehouders en de kunstmestindustrie.

De varkensmest wordt zo vers mogelijk verwerkt, waardoor de milieubelasting - door uitstoot van methaan en ammoniak in de omgeving van boerenbedrijven - geminimaliseerd wordt. De biogasproductie wordt daardoor juist gemaximaliseerd.
Gedeputeerde Joost van den Akker (Economie): “Weer een mooi voorbeeld dat Chemelot zich ontwikkelt tot een site waar schone energie en materialen centraal staan."

Zitta®Biogas Chemelot zal het project gedurende 2019 verder ontwikkelen. Veehouders die zich willen inschrijven voor het leveren van de mest kunnen dit naar verwachting later in 2019 doen. Zij worden hierover later dit jaar geïnformeerd.

Energietransitie Experience voor scholieren in Ede

Scholengemeenschap Het Streek in Ede gaat scholieren les geven in energietransitie en duurzame vernieuwing. De Kenniscampus Energietransitie Experience wil scholieren bewust maken van de waarde van schone energie. Ook wil de Kenniscampus interesse kweken bij scholieren om in deze sector te gaan werken. De provincie steunt het project met een bijdrage van 200.000 euro.

De overgang van fossiele brandstoffen naar volledig duurzame energiebronnen gaat steeds sneller. De grote technologische stappen in zonnepanelen, windenergie en biomassa gaan samen met een groeiend besef dat de energietransitie nodig, belangrijk én haalbaar is. Met de Kenniscampus Energietransitie Experience slaan onderwijs en ondernemers in Ede de handen in elkaar. Om zo de kansen die de energietransitie scholieren biedt te benutten.

De Kenniscampus maakt energietransitie zichtbaar voor jongeren in de regio, van het basis- tot het hoger onderwijs. De lessen vinden plaats bij energiebedrijf MPD Groene Energie in Ede en bij projecten, zoals het verwarmde fietspad en bio-energie installatie(s). De Kenniscampus gaat in het voorjaar van 2019 van start. In 3 jaar tijd moeten meer dan 100 klassen de Energietransitie Experience hebben meegemaakt en lessen hebben gevolgd. Daarnaast geeft de Kenniscampus 20 docenten les over de nieuwste ontwikkelingen rond energietransitie.

Provincie Gelderland wil in 2050 energieneutraal zijn. Er dreigt een tekort aan technisch personeel te ontstaan, waardoor de klimaatdoelen in gevaar komen. Door scholieren bewust te maken van de noodzaak van energietransitie hoopt de scholengemeenschap dat meer jongeren kiezen voor een baan in de energiesector.

dinsdag 29 januari 2019

Slimme oplossing om congestie in het elektriciteitsnet te verminderen

Netbeheerders TenneT, Stedin, Liander, Enexis Groep en Westland Infra werken samen aan GOPACS. Dit nieuwe platform is een belangrijke stap om tekorten aan capaciteit in het elektriciteitsnet (congestie) te verminderen en zo bij te dragen aan het betrouwbaar en betaalbaar houden van het Nederlandse elektriciteitsnet. GOPACS is ontstaan uit een actieve samenwerking tussen de Nederlandse landelijke netbeheerder TenneT en regionale netbeheerders.

De energietransitie en de economische groei vragen steeds meer capaciteit van het elektriciteitsnet. De netbeheerders werken hard aan het verzwaren van het elektriciteitsnetwerk om aan die groeiende vraag te kunnen voldoen. Maar dat is niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Het inkopen van flexibel vermogen uit de markt kan bijdragen aan het oplossen van (verwachte) congestie in het elektriciteitsnet. Het nieuwe GOPACS platform kan daarbij helpen.

Stel dat er ergens in het elektriciteitsnet congestie dreigt. Om deze congestie op te lossen, willen de netbeheerders dan bijvoorbeeld graag minder elektriciteitsproductie of -afname in dit deel van het net. Vanuit GOPACS wordt een verzoek om biedingen aan marktpartijen gestuurd. Marktpartijen met een aansluiting in dit gebied kunnen vervolgens een buy order plaatsen op een aangesloten energiemarktplatform.

De balans van het elektriciteitsnet op nationaal niveau mag echter niet worden verstoord door deze actie om congestie op te lossen. Daarom wordt de verlaging van de elektriciteitsproductie binnen het congestiegebied gecombineerd met een sell order van een marktpartij buiten het congestiegebied.

Via GOPACS wordt razendsnel gecontroleerd of er door deze order geen problemen ontstaan op een andere plaats in het elektriciteitsnet van de deelnemende netbeheerders. Staan alle seinen op groen dan betalen de netbeheerders het prijsverschil tussen de twee orders, zodat deze gematcht kunnen worden op de marktplatforms en de congestie wordt opgelost.

GOPACS past goed bij de Europese richtlijnen voor het door de markt oplossen van congestiesituaties en biedt grote en kleine marktpartijen op een laagdrempelige manier de mogelijkheid om op eenvoudige wijze hun beschikbare flexibiliteit te gelde te maken en mee te helpen congestiesituaties op te lossen. Ook zorgt de samenwerking van de netbeheerders ervoor dat het oplossen van congestie in een deel van het elektriciteitsnet geen probleem veroorzaakt in een ander deel van het net bij een van de andere netbeheerders.
V
oor GOPACS zijn de netbeheerders een samenwerking aangegaan met het intraday marktplatform van ETPA. Ze zijn momenteel in gesprek met andere marktplatforms om deze ook op GOPACS aan te sluiten. Ook de regionale netbeheerders Enduris, Coteq en Rendo steunen dit initiatief en onderzoeken hoe zij kunnen meedoen aan GOPACS.

Friese net slimmer benutten voor zonnestroom

Netbeheerder Liander investeert in Friesland in 2019 circa 85 miljoen euro in de energienetten. Met name de forse toename van het aantal zonneweiden in de provincie vraagt om zwaardere kabels en bijbehorende installaties. Daarnaast werkt de netbeheerder aan slimme oplossingen om de groeiende vraag naar capaciteit te kunnen faciliteren.

In Friesland is de afgelopen periode een hausse aan plannen ontstaan voor nieuwe zonneweides. Dit komt onder meer door de relatief lage grondprijs, de prijsdaling van zonnepanelen en het gunstige subsidieklimaat. In 2018 is het opgestelde vermogen duurzame zonne-energie in één jaar verdubbeld naar 247 megawatt (2018: 147 MW). In 2019 sluit Alliander naar verwachting opnieuw 100 megawatt aan nieuwe zonneparken op het elektriciteitsnet aan. Volgens prognoses van netbeheerder Liander zal de productie van zonnestroom in Friesland tot 2050 vertwintigvoudigen.

Het terugleveren van energie is een goede ontwikkeling, maar dit vraagt wél extra capaciteit van het elektriciteitsnet. Dit net is honderd jaar geleden ontworpen om stroom van gas- en kolencentrales naar de verbruikers te transporteren. En niet op grootschalige levering én teruglevering van energie in landelijke gebieden waar de kabel doorgaans 'dun' is, zoals in een groot deel van Friesland.

Soms wordt Liander verrast en raakt het elektriciteitsnet lokaal ‘uitverkocht’.  In de gebieden rond de elektriciteitsverdeelstations in Buitenpost, Oosterwolde en Holwerd / Ameland is dit nu het geval. Hier overstijgt de vraag om duurzaam geproduceerde stroom terug te leveren momenteel de beschikbare capaciteit en moeten de netten en de bijbehorende installaties eerst worden uitgebreid.

Veel klachten over E-thermostaat Essent

Over een paar dagen moet er ineens betaald worden voor de app van de Essent E-thermostaat. Veel klanten van de energieleverancier klagen erover. Essent zou zich niet aan haar beloftes houden dat de app gratis zou zijn, meldt VARA Kassa.

De E-thermostaat is door zo’n 50.000 mensen gekocht, Essent verkocht het apparaat van 2011 tot in 2017. Veel mensen die nu klagen geven aan de slimme thermostaat te hebben aangeschaft vanwege de app. Ze vinden het makkelijk om buitenshuis met de smartphone de temperatuur te kunnen aanpassen.

Maar halverwege december ontvingen de gebruikers een bericht dat Essent met de ondersteuning van de app zou stoppen. Als er genoeg animo was wilde I.C.Y., de fabrikant van de E-thermostaat, de service wel doorzetten tegen 1,95 per maand.

Nadat Kassa belde met Essent heeft de energieleverancier besloten klanten iets ruimer tegemoet te komen. Klanten die na 1 februari 2017 de thermostaat hebben aangeschaft krijgen gratis een nieuwe slimme thermostaat van Honeywell. Mensen die de thermostaat 2 tot 5 jaar geleden hebben gekocht kunnen de Honeywell met 100 euro korting kopen. Aanvankelijk was Essent alleen van plan om mensen die korting te geven als ze ook een energiecontract hadden bij de energieleverancier. Een deel van de mensen die de E-thermostaat kochten is echter al overgestapt naar een nieuwe leverancier.

Gasleiding Soestduinen verlegd

Deze week wordt een gedeelte van de gasleiding in de Van Weerden Poelmanweg (N413) in Soestduinen verlegd en vernieuwd, als voorbereiding op de aanleg van een kleine faunapassage onder de weg. De werkzaamheden vinden plaats tussen het kantoor van Vitens en de spoorbaan en geven weinig hinder voor het verkeer.

De werkzaamheden in en om de rijbaan worden buiten de spits uitgevoerd waarbij het verkeer altijd via één rijstrook kan passeren. De werkzaamheden in de spits vinden plaats buiten de rijbaan: in de berm en op het fiets- en voetpad. Fietsers en voetgangers worden omgeleid via het westelijke fietspad, dat dan tijdelijk voor twee richtingen is opengesteld.

De faunapassage onder de Van Weerden Poelmanweg wordt aangelegd in het voorjaar van 2019, in opdracht van de provincie Utrecht. Het aanleggen duurt ongeveer een week, waarbij het verkeer gedurende één weekend niet kan passeren.

maandag 28 januari 2019

Handen ineen in de windsector voor krachtig Nederlands exportbeleid

Sinds de zomer van 2018 werken brancheverenigingen NWEA (Nederlandse WindEnergie Associatie) en HHWE (Holland Home of Wind Energy) intensief samen om de exportactiviteiten van de Nederlandse windsector steviger op de kaart te zetten. Deze samenwerking werd tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst Wind in Nederland nu ook formeel bekrachtigd door het ondertekenen van een intentieverklaring voor een fusie in 2020.

De samenwerking is opgezet om daadkrachtiger op te kunnen treden als één centraal aanspreekpunt voor nationale en internationale overheden en bedrijfsleven. Ook het aanbrengen van meer samenhang tussen technologie en kennis, beleid en export in de windsector staat hoog op de agenda.

Internationale zichtbaarheid, economische diplomatie en het faciliteren van het netwerk zijn de belangrijkste pijlers van de exportstrategie die in 2019 verder vormgegeven wordt. Dit gebeurt samen met een tiental bedrijven die zitting hebben in de gezamenlijke exportcommissie die eind 2018 is opgericht. In een aantal doellanden waar kansen liggen voor de Nederlandse windsector wordt de markt structureel bewerkt, bijvoorbeeld door de inzet van Partners for International Business (PIB) programma’s waaraan een agenda met beurzen, handelsmissies, marktverkenningsrapportages en gerelateerde activiteiten is gekoppeld.

In de exportcommissie is ook plaats voor de brancheverenigingen IRO, NMT en FME, alsmede voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Op deze wijze wordt gewaarborgd dat alle belanghebbenden in de windsector zijn aangehaakt en is het exportbeleid daadwerkelijk gestoeld op een publiek-private samenwerking.

HHWE, dat haar oorsprong kent als vereniging die zich uitsluitend richt op internationale markten, ziet in de samenwerking een kans om meer bedrijven te kunnen ondersteunen met een breder scala aan activiteiten.

NWEA en HHWE richten zich in 2019 op de uitwerking van het exportplan voor verschillende zuid-oost Aziatische landen, de Verenigde Staten en India. Binnen Europa worden de ontwikkelingen in Frankrijk en de Baltische Staten nauwlettend gevolgd. Daarnaast wordt samen met de overheid de branding van het merk “wind & water works” verder uitgerold om internationale stakeholders beter te bereiken en informeren. Dit merk zal ook tijdens de Offshore Wind beurs in Kopenhagen (november 2019) binnen het Holland paviljoen (Dutch Village) goed zichtbaar zijn. Een concreet voorbeeld om betere aansluiting te vinden bij de strategische internationale reisagenda’s van bewindslieden, doet zich al voor in maart 2019 met een handelsmissie naar de deelstaat Bremen onder leiding van minister Sigrid Kaag. Tijdens deze missie vindt een intensief 2-daags programma plaats dat zich uitsluitend richt op bilaterale betrekkingen binnen de offshore windsector. Deze missie loopt parallel aan het werkbezoek dat Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima aan Bremen en Bremerhaven brengen. De Koning en de Koningin zijn aanwezig bij enkele programmaonderdelen van de missie.

VvE’s Alkmaar krijgen hulp bij verduurzamen

Er zijn weinig appartementsgebouwen in Alkmaar waar al zonnepanelen op het dak liggen. Terwijl bijna 40 procent van de woningen in Alkmaar een meergezinswoning oftewel appartementencomplex betreft. Veel VvE’s en appartementseigenaren hebben wel de wens om te verduurzamen maar de financiering en uitvoering vormen een struikelblok. Daarom organiseren overheden en partners op maandag 28 januari aanstaande een informatiebijeenkomst in Wijkcentrum Mare Nostrum.  

De informatiebijeenkomst wordt georganiseerd door AE Duurzaam, Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Centraal staan alle nieuwe (financiële) mogelijkheden en kansen op het gebied van verduurzaming van appartementencomplexen. Tijdens het programma krijgen bezoekers te horen welke acties zij kunnen ondernemen en, nog belangrijker, in welke volgorde. VvE’s, woningcorporaties, beheerders, beleggers en verhuurders worden geholpen met de financiering, subsidies en de uitvoering bij het verduurzamen van woningen.

Het programma van de informatiebijeenkomst bestaat uit een middagsessie (van 15.00-17.00u), een VvE-beurs (van 17.00-19.00u) en een avondsessie (van 19.00-21.00u). Tijdens deze sessies krijgen de bezoekers antwoorden en tips over maatregelen, financiering en subsidies. De beurs geeft inzicht in de nieuwste technieken op het gebied van zonnepanelen, isolatie, verwarming en meer.

Twaalfhonderd kilometer op één acculading in Australië

Foto: Bart van Overbeeke
Twaalfhonderd kilometer moeten zonnewagens in de Cruiser-klasse van de Bridgestone World Solar Challenge komend najaar in één ruk zien af te leggen. Deze nieuwe regel, waardoor teams tussen de start in Darwin en de finish Adelaide nog maar twee keer mogen opladen, heeft volgens Solar Team Eindhoven een grote impact op het ontwerp van zijn nieuwe zonnegezinsauto.

Een gezinsauto maken waarmee een grote stap wordt gezet naar schonere mobiliteit, dat is en blijft het doel van Solar Team Eindhoven (STE), formuleert PR-manager Marije Sesink, studente Sustainable Innovation. “We zien de auto echt als een powerbank op wielen, met een grotere batterij en steeds meer energie om te delen. Wat kunnen we met dat overschot doen, hoe kunnen we die energie nuttig gebruiken?”

Hoe het team die vraag uitwerkt, blijft vooralsnog geheim. Het complete design, inclusief de nodige nieuwe features waaraan de ploeg volgens Sesink werkt, wordt traditiegetrouw binnenskamers gehouden tot de autopresentatie (naar verwachting begin juli). Wel kan het publiek de komende maanden wat sneak peeks verwachten van het exterieur van de auto, belooft de woordvoerster.

Geen geheim is dat STE opnieuw een gezinsauto op zonne-energie bouwt, met wederom een aerodynamische druppelvorm als basis voor het design. Qua uiterlijk wordt de nieuwe vierwieler volgens Sesink dan ook geen heel vreemde eend in de bijt in het Eindhovense zonnewagenpark, “maar er zit wel een aantal grote veranderingen in”.

Of de opvolger van Stella Vie opnieuw vijf zitplaatsen telt, blijft voor de buitenwacht wel nog even de vraag. Vaststaat dat het team in Australië in elk geval maar met maximaal vier personen mag rijden - een van de andere nieuwe regels in de Cruiser-klasse van de World Solar Challenge van dit jaar. Sesink lacht mysterieus: “Maar dat wil nog niet zeggen dat we geen vijfpersoons auto zouden kunnen maken”.

Meest opvallende verandering in het reglement is echter genoemde beperking in oplaadmomenten voor de Cruiser-teams. Deelnemers starten in Darwin met een volle batterij en mogen daarna, op weg naar Adelaide, tussentijds nog maar twee keer opladen. Voorgaande editie mocht het team onderweg nog elke nacht opladen. “Het grootste stuk dat we straks moeten kunnen rijden, is daarmee twaalfhonderd kilometer - zelfs bij slecht weer”, schetst Sesink.

n dat brengt serieuze uitdagingen - en afwegingen - met zich mee. Ter illustratie: Stella Vie kan 650 kilometer op één batterij rijden, “op een zonnige dag komt daar 350 kilometer bij via het zonnepaneel op het dak. Dan kom je op duizend kilometer”. De deelnemende cruisers zullen dus onherroepelijk moeten worden uitgerust met een forsere batterij om de eindstreep in Adelaide te kunnen halen, “dat heeft een grote impact op hoe je auto eruit gaat zien. Maar het biedt ook kansen, zeker in onze visie van de auto als powerbank op wielen”.

Een andere grote verandering is dat de zogenoemde practicality-score (oftewel: hoe praktisch is een auto?) opnieuw zwaarder gaat meetellen en dit jaar zelfs voor de helft het eindklassement bepaalt. Het Eindhovense team mag daar tijdens eerdere edities steeds de nodige punten op hebben gepakt, “je weet gewoon nooit precies hoe de jury van dit jaar gaat beoordelen”.

vrijdag 25 januari 2019

Plannen voor drie windmolenparken aan Duitse grens

Er zijn plannen voor de komst van windmolens aan de Duitse grens bij Sellingen en Veelerveen. 'In het gebied bij Sellingen tussen de Burgemeester Buiskoolweg, de Zuidveldweg en de Duitse grens zien wij mogelijkheden om duurzame windenergie te realiseren', schrijft Prowind in een brief aan verschillende grondeigenaren in het gebied.

Volgens Prowind is het gebied met een omvang van 255 hectare groot genoeg voor circa tien turbines, meldt RTV Noord.

Ook voor het grensgebied van Veelervee bestaan plannen. Wat voor windmolens er eventueel komen is niet duidelijk, al werkt het bedrijf normaal gesproken met molens van ongeveer 200 meter hoog.

Vanaf 2020: windstroom van eigen terrein voor treinreizigers

Vanuit de ambitie om de energietransitie in Nederland mede mogelijk te maken, zijn NS en Vattenfall voornemens in samenwerking een nieuw windpark in Amsterdam te realiseren. Onderdeel van deze samenwerking zijn zes nieuwe windturbines die groene stroom gaan leveren voor circa 10.000 huishoudens. Na gunning kan de bouw van de windturbines dit jaar starten. In 2020 zal het windpark in gebruik worden genomen.

Gezamenlijk is tot een ontwerp gekomen om op het huidige opstelterrein voor treinen aan de Nieuwe Hemweg in Amsterdam, een nieuw windpark te kunnen realiseren. Vattenfall zal hier nieuwe windmolens plaatsen. Hiertoe heeft NS met Vattenfall een opstalovereenkomst gesloten. De groene stroom die het windpark oplevert, wordt via Powerpeers aan reizigers, lokale bedrijven en omwonenden aangeboden. Powerpeers is een van meest groene energiebedrijven van ons land en als voorloper benoemd in meerdere duurzaamheidsonderzoeken.

NS en Vattenfall hebben een grote duurzaamheidsambitie voor Nederland. Zo rijden de treinen van NS al volledig op groene stroom en wekken sommige stations al zelf hun warmte op. Stations worden verwarmd met groene stroom, groen gas of via een WKO-installatie. Nu wordt door NS voor het eerst eigen grond ingezet voor het opwekken van energie. Vattenfall heeft als doelstelling om binnen één generatie een fossielvrije energievoorziening te realiseren.

'Doelen Urgenda-zaak en Energieakkoord voor 2020 niet in zicht'

Drie Nederlandse klimaat- en energiedoelen voor 2020 zijn niet in zicht. Dat zegt het Planbureau voor de Leefomgeving. In 2020 komt de reductie van de uitstoot van broeikasgassen naar verwachting uit op 21 procent ten opzichte van 1990, met een bandbreedte van 17 tot 24 procent. Het doel van 25 procent reductie, uit het vonnis in de Urgenda-rechtszaak, wordt daarmee niet gehaald.

Het aandeel hernieuwbare energie in 2020 komt naar verwachting uit op 12,2 procent. Daarmee is het EU-doel van 14 procent niet binnen bereik. De energiebesparing in 2020 komt uit op 81 petajoule.

Het PBL komt tot de conclusies in de notitie ‘Kortetermijnraming voor emissies en energie in 2020’. Deze raming is opgesteld op verzoek van het Kabinet en de Borgingscommissie van het Energieakkoord. Deze raming spitst zich toe op de drie belangrijkste klimaat- en energiedoelen voor Nederland in 2020 en kan worden gezien als een gedeeltelijke actualisatie van de Nationale Energieverkenning (NEV) 2017. Het concrete klimaat- en energiebeleid tot 1 mei 2018 is onderdeel van deze raming. Het Ontwerp van het Klimaatakkoord (gericht op 2030) uit december 2018 is niet beschouwd.

De geraamde uitstoot van broeikasgassen in 2020 ligt naar verwachting 21 procent lager dan in 1990. Die reductie valt lager uit dan het doel van 25 procent, een doel dat door de rechter in de Urgenda-zaak is afgeleid uit een door Nederland ondertekend internationaal verdrag. De absolute uitstoot komt in 2020 uit op 175 [168-183] megaton CO2-equivalenten. Dit is 9 [2-17] megaton CO2-equivalenten boven het emissieplafond van 166 megaton in 2020 dat uit het vonnis in de Urgenda-zaak volgt.

De uitstoot van broeikasgassen bedroeg in 2017 circa 193 megaton CO2-equivalenten en daalt tot circa 175 megaton in 2020. Circa 70 procent van deze emissiedaling is toe te schrijven aan een afname in de Nederlandse elektriciteitsproductie door kolen- en gascentrales in Nederland. Deze verwachte daling in de elektriciteitsproductie kent echter wel een grote mate van onzekerheid. De overige 30 procent van de verwachte emissiedaling tussen 2017 en 2020 komt door reducties in de landbouw, de industrie, de gebouwde omgeving en verkeer en vervoer.
Het aandeel hernieuwbare energie groeit naar verwachting van 6,6 procent in 2017 naar 12,2 procent in 2020, met een bandbreedte van 11 tot 13 procent. Het Europese doel voor Nederland van 14 procent in 2020 is daarmee niet binnen bereik. Het grootste deel van de groei tot en met 2020 wordt veroorzaakt door een groei in de bijmenging van biobrandstoffen, het meestoken van biomassa in kolencentrales, zon-PV, en windenergie op land en zee.

De finale energiebesparing als gevolg van de maatregelen uit het Energieakkoord komt in deze raming uit op 81 [52-108] petajoule in 2020. Hieruit volgt dat met het huidige beleidspakket het doel van 100 petajoule in 2020 waarschijnlijk niet wordt gehaald. Wel omvat de bovenkant van de bandbreedte (zie de toelichting onderaan) het doel van 100 petajoule.

Deze kortetermijnraming gaat ook in op nieuwe inzichten ten opzichte van de NEV 2017. Zo komt de verwachte uitstoot van broeikasgassen in 2020 nu uit op 175 megaton. Dat is 5 megaton hoger dan de raming uit de NEV 2017 (met 170 megaton). Onder meer de hogere economische groei zorgt ervoor dat de emissiestatistieken over de afgelopen jaren anders zijn uitgepakt dan eerder verwacht. Dit leidt tot een toename van de emissieramingen met circa 3 megaton (van de totale toename van per saldo 5 megaton).

Van deze 3 megaton is ruim de helft toe te rekenen aan de bijgestelde raming voor verkeer en vervoer. Die raming valt hoger uit dan in de NEV 2017 door de hogere economische groei, de import van onzuinige auto’s en doordat we minder over de grens tanken. De raming voor de gebouwde omgeving en de industrie valt nu ook hoger uit in 2020 omdat het energieverbruik daar minder daalt dan eerder verwacht in de NEV 2017. Circa 2,4 megaton van de per saldo 5 megaton wordt verklaard door twee noodzakelijke correcties op eerdere statistieken van het CBS en ramingen van ECN en PBL. Tegenover de hogere uitstoot staat dat beleidswijzigingen tussen mei 2017 en mei 2018 per saldo tot een extra emissiereductie van circa 0,3 megaton in 2020 hebben geleid.

Staal gebruikt als warmteopslag in Berlijn

Opslag maakt het mogelijk om duurzame energie effectief in de energievoorziening te integreren. Terwijl opslag in batterijen alleen een oplossing is voor de elektriciteitssector, ondersteunt warmteopslag het gebruik van duurzame energie in alle sectoren. Met staal als opslagmedium is het zelfs mogelijk om elektriciteit via warmteopslag te recyclen.

Klassieke power-to-heatsystemen werken als dompelverwarming en gebruiken elektriciteit om water te verwarmen dat kan worden opgeslagen, of direct voor verwarming en als warm water kan worden gebruikt. Een nieuw alternatief is het gebruik van staal als warmteaccumulator. Dankzij de hoge warmtedichtheid en hoge opslagtemperaturen kan staal de energie niet alleen in warmtenetwerken afgeven, maar die ook weer als elektriciteit beschikbaar maken door middel van een stoomturbine.

Samen met de start-up op het gebied van energieopslag Lumenion en het Berlijnse Gewobag Energie- und Dienstleistungsgesellschaft, test Vattenfall deze innovatieve opslagtechniek voor gebruik in de huisvestingssector. In Berlijn-Tegel wordt een opslagblok met een capaciteit van 2,4 megawattuur in een proefproject getest voor commercieel gebruik en in reguliere werking gesteld.

Alexander Voigt, oprichter en algemeen directeur van Lumenion, zet uiteen wat de eigenheden van staal als opslagmedium zijn, en hoe we deze technologie in de praktijk kunnen toepassen.

Zuid-Hollands energie-innovatiefonds ENERGIIQ investeert in Europees energietransitiefonds SET Ventures

Veranderen doe je als provincie nooit alleen. De energietransitie is een opgave die een Europese aanpak verdient. Zuid-Hollands energie-innovatiefonds ENERGIIQ investeert daarom in het Europese energietransitiefonds SET Fund III.

SET Fund III investeert durfkapitaal in startups en scale-ups die bepalend zijn voor het toekomstige energiesysteem. Met deze fonds-in-fondsinvestering versnelt ENERGIIQ de energietransitie, zet het Zuid-Holland op de kaart bij Europese investeerders en ondernemingen, en verbindt ENERGIIQ zich actief aan de Europese ontwikkelingen op energie-innovatiegebied.

ENERGIIQ is één van de investeerders in dit derde fonds van fondsmanager SET Ventures, en heeft gezamenlijk met European Investment Fund, Korys, PTT Group Thailand, Shell Ventures, BNP Paribas, Sitra en BOM Brabant Ventures SET Fund III mogelijk gemaakt. SET Fund III gaat zich primair richten op ondernemingen die werken aan het balanceren van het elektriciteitsnet, energiedistributie- en opslag of energiebesparing.


TNO: Beoordeel energie- en materiaalprestatie gebouwen niet apart

Nederland streeft naar een zo groot mogelijke bijdrage van de gebouwde omgeving aan de milieu- en met name klimaatdoelstellingen. In een vandaag verschenen paper concludeert TNO dat niet alleen de energieprestatie, noch de milieuprestatie afzonderlijk de optimale klimaat- en milieuprestatie van een gebouw bepaalt. Die optimale prestatie ligt in een integrale benadering van de milieuprestatie van een gebouw over zijn totale levensduur.

De bouw is jaarlijks verantwoordelijk voor een groot deel van het nieuw materiaalgebruik in ons land. Daarnaast stoot de gebouwde omgeving jaarlijks een aanzienlijk deel van de Nederlandse broeikasgassen uit, onder meer vanwege het verwarmen van gebouwen. Het Bouwbesluit poogt door twee maatregelen enerzijds een lagere milieu-impact van materialen te stimuleren en anderzijds de energieprestaties van gebouwen te verbeteren. TNO concludeert dat deze twee maatregelen onderling het effect van de andere maatregel kunnen beïnvloeden.

De twee maatregelen zijn illustratief voor een denken waarbij de circulaire transitie en de energietransitie als gescheiden ontwikkelingen worden beschouwd. TNO stelt dat het van belang is om op zoek te gaan naar een optimale duurzaamheid vanuit beide transities. Sanne van Leeuwen van TNO: “Ons advies is om de milieu-impact en broeikasgasemissies van de gebouwde omgeving te minimaliseren door in samenhang naar de energieprestatie en de materiaalprestatie te kijken. Dat kan bijvoorbeeld door de impact van energie uit te drukken in de milieukostenindicatie (MKI) die in de MPG-methodiek wordt gehanteerd.” MPG staat hierbij voor MilieuPrestatie Gebouwen.

Naast een aanpak waarin de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) en MPG van een gebouw in samenhang worden bekeken, pleit Van Leeuwen er verder voor om de beoordeling van duurzaamheid niet te beperken tot die van alleen een individueel gebouw. “Je moet durven te kijken naar oplossingen die op een grotere ruimtelijke schaal optimaal zijn. Kijk naar integrale oplossingen op wijkniveau. Daarbij is het waardevol om zowel voor nieuwbouw als voor renovatie meer kennis op te doen hoe energiemaatregelen geoptimaliseerd rekening houdend met integrale duurzaamheid.”

donderdag 24 januari 2019

Nieuwe windatlas voor offshore windenergiesector

Het KNMI brengt samen met 'ECN part of TNO' en Whiffle een nieuwe en verbeterde windatlas uit. De Dutch Offshore Wind Atlas (DOWA) - vanaf 17 januari 2019 gratis beschikbaar - geeft informatie die de offshore windenergiesector helpt om de wind op de Noordzee beter te begrijpen.

Met deze informatie kunnen de Nederlandse overheid en windturbineontwikkelaars offshore windparken efficiënter plannen, bouwen en exploiteren

De oude KNMI-windatlas uit 2013 (KNW) is uitgebreid van 35 naar 40 jaar (1979-2019). Daarnaast is ook een nieuwe 10-jarige windatlas gemaakt voor de Noordzee (DOWA). De nieuwe atlas bevat windinformatie tot grotere hoogte en voor een groter domein, de mogelijkheid om lokaal verder in te zoomen en een betere representatie van de werkelijkheid van uur tot uur (dagelijkse gang). Met deze informatie kunnen de Nederlandse overheid en windturbineontwikkelaars offshore windparken nog efficiënter plannen, bouwen en exploiteren.

Omdat windturbines steeds hoger worden en geëxperimenteerd wordt met technieken als energieopwekking met vliegers (kite-power) was het belangrijk windinformatie te hebben op hoogten tot 600 meter. De klimatologie in de KNW-atlas was beperkt tot 200 meter en eerdere atlassen gingen niet hoger dan 100 meter.

Ook omvat de windatlas een groter domein inclusief een deel van de Noordzee waar de Duitse offshore windparken worden gebouwd en gepland. Daarnaast bevat de DOWA informatie waarmee lokaal nog verder ingezoomd kan worden van uurlijks en 2,5 bij 2,5 kilometer gridafstand naar 10 seconde en 100 meter. Dit soort informatie is onder andere nuttig voor het berekenen van belasting op windturbines.

In het DOWA-project werken KNMI, ‘ECN part of TNO’ en Whiffle (een spin-off van de TU Delft) niet alleen samen aan het maken van windatlassen met informatie over 'ongestoorde wind', dat wil zeggen zonder invloed van de windparken op de wind (KNW en DOWA), maar ook aan onderzoek om zogeffecten (windschaduw) van windturbines en windparken te modelleren. Verder werkt het KNMI samen met Whiffle aan het combineren van hun weermodel en Whiffle’s Large Eddie Simulatie model (LES) om lokaal zeer gedetailleerde windinformatie te kunnen leveren.

Waterstof uit stopcontact

De Rheinland-raffinaderij van Shell heeft een Europese primeur. Op deze Duitse raffinaderij is de bouw gestart van de grootste elektrolyse­fabriek ter wereld. De installatie gaat met groene stroom waterstof maken voor eigen gebruik en mogelijk ook voor klanten buiten de raffinaderij.

Raffinaderijen verbruiken grote hoeveelheden waterstof, die ze maken uit aardgas. Daarbij komt veel CO2 vrij. Waterstof maken uit water met behulp van groene stroom heeft dan ook de toekomst. Al in 1832 ontdekte Michael Faraday het principe van elektrolyse: met behulp van elektriciteit water splitsen in waterstof en zuurstof. Er zijn nu kleine, zogenoemde electrolyzers op de markt, die volgens dit principe zo’n honderd ton waterstof per jaar produceren. Grootschalige toepassing in de industrie vraagt echter om elektrolyzers die honderd tot duizend keer zoveel waterstof kunnen produceren tegen een vier keer zo lage prijs per kilogram.

Shell neemt deel aan een Europees programma voor het ontwikkelen en testen van electrolyzers. Als onderdeel daarvan gaat de Rheinland-raffinaderij van Shell aan de Rijn bij Wesseling (ten zuiden van Keulen) in de loop van 2020 proefdraaien met de productie van waterstof uit water, met behulp van elektriciteit. Samen met ITM Power, een Britse fabrikant van elektrolyse-installaties, bouwt het bedrijf daar de vooralsnog grootste elektrolysefabriek ter wereld met een piekvermogen van tien megawatt.

Subsidie voor uniek waterstofproject in Hoogeveen

Een aantal partijen in Hoogeveen werkt aan een pilot om 80 nieuwbouwwoningen in Nijstad-Oost (naast de NAM locatie Ten Arlo) te voorzien van energie met duurzame waterstof. De partijen doen komend jaar onderzoek om zo een technologie te ontwikkelen om de warmtevoorziening van deze  nieuwbouwwoningen te laten werken op waterstof. De start van de bouw van deze woningen staat begin 2020 gepland. De pilot is een initiatief van de Hanzehogeschool Groningen, provincie Drenthe en de gemeente Hoogeveen.

De warmtevoorziening in de wijk wordt ingericht op basis van een waterstof cv ketel. De blauwdruk voor technologie die op deze wijze wordt verkregen, moet vertaalbaar zijn naar bestaande woonwijken in de rest van Nederland. Het project levert zo een belangrijke bijdrage aan de energietransitie in Nederland als het gaat om aardgasloos bouwen. In de wijk Erflanden wordt bijvoorbeeld gekeken of via het bestaande aardgasnetwerk de 1.100 woningen gefaseerd op waterstof kunnen gaan draaien.

De subsidieregeling Waterstof is onderdeel van de Topsector Energiesubsidie van het ministerie van Economische Zaken. Jaarlijks wordt € 100 miljoen subsidie verleend aan projecten en onderzoek op het gebied van projecten die de CO2-uitstoot terugdringen. De subsidie voor het waterstofproject in Hoogeveen bedraagt ruim 4 ton.

woensdag 23 januari 2019

Geen afsluitingen bij vorst

Vanwege de vrieskou sluiten de regionale netbeheerders geen elektriciteit en gas af vanaf maandag 21 januari. Consumenten die bijvoorbeeld door wanbetaling geen energieleverancier meer hebben, moeten volgens de wet worden afgesloten.

In de winter zijn de netbeheerders altijd terughoudend met het afsluiten van klanten. Bij minimaal twee aaneengesloten dagen met vorst sluit de netbeheerder niet af totdat de vorstperiode voorbij is. Voor situaties waarbij sprake is van illegaal energie aftappen of op andere wijze frauderen, geldt de regeling niet.

Afgesloten worden is een ingrijpende gebeurtenis, die de situatie van een gezin alleen maar verergert. Toch komt met regelmaat voor dat een huishouden door het herhaaldelijk niet betalen van de energierekening worden afgesloten van gas en elektriciteit. Jaarlijks komt dit zo’n 10.000 keer bij woningen voor.

Weten hoe afsluiting is te voorkomen? Kijk op de website van uw netbeheerder. Op www.eancodeboek.nl kunt u opzoeken wie uw netbeheerder is.

Bezorgde Euregio eist opheldering van Merkel over Doel en Tihange

Bezorgde burgers uit de omgeving van de Belgische kerncentrales Doel en Tihange hebben in een brief aan Bondskanselier Merkel en Minister Schulze van milieu om opheldering gevraagd inzake de scheurtjesreactoren Doel3 en Tihange2. Tot aan de zomer van 2018 bestempelde de Duitse regering deze kernreactoren als de gevaarlijkste van Europa en eiste ze onmiddellijke stillegging. Na advies van de Duitse toezichthouder op de nucleaire veiligheid, de RSK, trok de Duitse regering de eis tot sluiting in. Nu blijkt dat het advies, waarop de Duitse regering haar verzoek tot stillegging introk, verkeerd geïnterpreteerd is.

Het hoofd van de Duitse nucleaire waakhond bekritiseerde onlangs de beslissing van de Duitse regering in een televisie-interview. Kim van Sparrentak, campaigner Doel en Tihange bij WISE Nederland: “Het getouwtrek en de onzorgvuldige informatievoorziening rondom de problemen in Doel en Tihange zorgen voor veel bezorgdheid in de omgeving van de kerncentrales. Burgers verdienen duidelijkheid over hun veiligheid. Dit gaat enkel om de belangen van de grote energie-industrie. Meerdere onderzoeken tonen aan dat de scheurtjesreactoren morgen al met pensioen kunnen.”

In 2012 werden in de kernreactoren Tihange2 en Doel3 scheurtjes ontdekt in de reactorvaten. Ondanks goedkeuring van de Belgische nucleaire waakhond, het FANC, om de kernreactoren weer in bedrijf te laten gaan zijn veel experts niet overtuigd dat het veilig genoeg is om ze te laten draaien. Ook Duitsland was niet overtuigd en eiste dat de reactoren gesloten zouden worden totdat alle onzekerheden over de veiligheid waren uitgezocht. Na contact tussen de Duitse nucleaire waakhond RSK en het FANC publiceerde de Duitse regering een nieuw RSK-advies en schortte het verzoek van stillegging op.

De voorzitter van de Reaktor-Sicherheits-Kommission (RSK) Rudolf Wieland, sprak zich onlangs op de Duitse televisie uit over deze beslissing van de Duitse regering. "We hebben een paper afgegeven dat duidelijk alleen een technische beoordeling maakt. Als iemand hieruit iets interpreteert, dan is het de verantwoordelijkheid van degene die het interpreteert, niet van mij.” De verslaggever vroeg hierop: "U hebt geen veiligheid afgeleid uit uw paper?" Waarop Wieland bevestigt:" Nee, dat zullen we ook niet doen." De actiegroepen en NGO’s uit de EUREGIO willen duidelijkheid van de Duitse regering. “Het gaat om de veiligheid van heel veel mensen. Het zou Merkel en Schulze sieren als ze naar hun nucleaire experts luisteren en de Belgische regering op hun verantwoordelijkheid aanspreekt.” Aldus van Sparrentak.

Een kernreactor met scheurtjes in het reactorvat in je achtertuin. Dit is de realiteit voor meer dan 15 miljoen mensen in Zuid Nederland, België en West Duitsland. De onzekerheid over de veiligheid van deze scheurtjesreactoren bracht in 2017 50.000 mensen op de been voor een 90 kilometer lange mensenketting van Tihange tot Aken.

TU Delft Solar Boat Team presenteert ontwerp van de eerste Nederlandse zonneboot voor op open zee

Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis neemt het TU Delft Solar Boat Team de stap om een zonneboot te ontwikkelen voor op zee. Het wordt een trimaran, een boot met drie rompen, die de oceaan volledig op zonne-energie gaat bedwingen. Dinsdagavond 15 januari presenteerde het team het nieuwe ontwerp van de boot. Met deze boot zijn ze van plan komende zomer het wereldkampioenschap voor zonneboten in Monaco te winnen én een wereldrecord te verbreken door als snelste zonneboot ter wereld Het Kanaal over te steken.

Nog nooit eerder heeft het TU Delft Solar Boat Team een zonneboot gebouwd die de open zee zal gaan trotseren. Naast het eerste Nederlandse team, zal het ook het eerste studententeam zijn dat deze uitdaging aangaat. Het ontwerp is dan ook compleet anders dan de voorgaande jaren, toen er boten werden gebouwd voor de binnenwateren. De afgelopen vijf maanden zijn de 26 studenten van het TU Delft Solar Boat Team fulltime bezig geweest om het meest optimale ontwerp te creëren. Om de hoge golven en hevige windvlagen op open zee aan te kunnen, zal de boot van dit jaar de vorm van een trimaran krijgen. Dit is een boot met drie rompen, zo kan de boot breed gebouwd worden om de stabiliteit te leveren die nodig is. Met een grotere zonneboot komt er ook een aanzienlijk groter zonnedek. Het zonnedek zal maar liefst 28 vierkante meter groot zijn, wat even groot is als negen tweepersoonsbedden bij elkaar.

Nu het ontwerp van de trimaran is afgerond, gaat het team vol energie van start met de productie. “Na vijf maanden is ons ontwerp af: Alle deelsystemen zijn geperfectioneerd en we hebben elk detail aandachtig afgewogen. De volgende uitdaging is de productie, het daadwerkelijk realiseren van dit ontwerp.”, vertelt de team manager Kristian. In slechts drie maanden wordt de zonneboot volledig geproduceerd en geassembleerd zodat de boot in het voorjaar voor het eerst het water kan trotseren. De opvolgende maanden zal het team de boot gaan testen en perfectioneren, zodat het begin juli klaar is om de strijd aan te gaan tegen boten van wereldklasse tijdens The Offshore Challenge, de wereldkampioenschappen voor zonneboten, in Monaco. Naast het strijden om de wereldtitel, zullen de studenten eind juli ook een wereldrecordpoging doen door als snelste zonneboot ooit Het Kanaal over te steken. Het team hoopt hiermee te laten zien hoe krachtig duurzame energie kan zijn op zee.

Met zo’n groot oppervlak is de energie die uit het zonlicht kan worden verkregen maximaal. Dankzij het gebruik van draagvleugels zal de trimaran niet alleen kunnen varen maar ook kunnen vliegen boven de golven op hoge snelheid. Deze draagvleugels tillen de gehele romp uit het water, waardoor de waterweerstand drastisch wordt verlaagd. Hierdoor kan de zonneboot een hoge snelheid behalen op de energie die enkel uit het zonlicht wordt verkregen.

‘CO2-heffing: niet polariseren en bij de feiten blijven’

‘We moeten niet polariseren, maar bij de feiten blijven in de klimaatdiscussie en het debat op de inhoud voeren.’ Dat zei Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW op Radio 1 over de door Groen Links voorgestelde CO2-heffing. ‘VNO-NCW is niet tegen een CO2-heffing, maar zoiets kan alleen effectief zijn op Europees niveau.’ 

De Boer: ‘We lijken in de klimaatdiscussie van een middel, namelijk een CO2-heffing, het doel te maken. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Laten we het doel voor ogen houden en recht doen aan de feiten. De industrie veroorzaakt een kwart van de Nederlandse CO2-uitstoot, neemt zelfs een derde van de reductieopgave voor z’n rekening en krijgt straks een zesde van de middelen om onrendabele investeringen te overbruggen. Nergens in Europa bestaat verder een aparte CO2-heffing voor de industrie. Ook niet in Zweden. We moeten dus niet doen alsof dat wel zo is en de juiste feiten blijven gebruiken in het debat,’ aldus De Boer.

‘Burgers en bedrijven worden op een valse manier tegenover elkaar gezet in het klimaatdebat. We moeten niet polariseren, maar gezamenlijk werken aan constructieve oplossingen waar iedereen beter af mee is; burgers én bedrijven én het klimaat.’ 

Een extra heffing op CO2 alleen in Nederland zal volgens de VNO-NCW voorzitter hier de kostprijzen voor de industrie laten stijgen waardoor de efficiëntste bedrijven van de wereld hier minder gaan produceren en de productie in viezere landen wordt opgevoerd. ‘Ook betaalt iedereen de rekening in de vorm van minder bedrijvigheid, banen en groei’, aldus De Boer. Studies van onder meer CE-Delft en DNB laten zien dat effecten van een nationale heffing op microniveau in kwetsbare regio’s desastreus zijn met tienduizenden banen die verloren gaan. ‘Dat dreigen klimaatwerklozen te worden, terwijl de CO2-uitsoot en de banen zich gewoon verplaatsen naar het buitenland.’  
In het ontwerp klimaatakkoord is volgens De Boer een veel effectiever en slimmer systeem uitgewerkt met concrete plannen per bedrijf (competitive climate deals) dat zorgt voor echte innovatie en waarin een goede prikkel met boetes zit als bedrijven hun afspraken niet halen. ‘Als we meer willen kunnen we dat alleen Europees doen.’

dinsdag 22 januari 2019

Alliander: 2019 in teken van investeringen en slimme oplossingen

Netwerkbedrijf Alliander investeert in 2019 ruim 844 miljoen euro om de energievoorziening van miljoenen consumenten en bedrijven betrouwbaar, betaalbaar en voor iedereen bereikbaar te houden. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde Jaarplan 2019, waarin Alliander de geplande activiteiten in de verschillende regio’s uitgebreid beschrijft.

De vraag naar nieuwe aansluitingen op het elektriciteitsnet is de afgelopen jaren fors gestegen, onder meer door de toename van woningen en bedrijven. Daarnaast brengt de energietransitie steeds meer werk met zich mee, onder meer door de ontwikkeling van elektrisch vervoer en duurzaam geproduceerde energie. Ten opzichte van het voorgaande jaar was er in 2018 een flinke toename van het aantal publieke laadpalen (van 3.570 naar 4.350) en het opgesteld vermogen van duurzame energie geproduceerd uit zon (+76 procent) in de verzorgingsgebieden van Alliander. Zonnepanelen en windmolens leverden in 2018 in totaal voor ruim 1 miljoen huishoudens elektriciteit terug aan het net in het Alliander-gebied.

Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat er ook in 2019 volop gewerkt wordt om de elektriciteitsnetten in het verzorgingsgebied uit te breiden of te verzwaren. Naast investeringen in de netten kijkt Alliander daarbij ook naar slimme oplossingen om aan de sterk stijgende vraag naar capaciteit te kunnen voldoen. De onderneming werkt onder meer aan de organisatie van lokale energieveilingen om vraag en aanbod beter op elkaar aan te laten sluiten. Ook zet Alliander in op flexibel laden van elektrisch vervoer, waarmee onnodige netinvesteringen worden voorkomen en de bestaande netten beter benut worden.

2019 wordt bovendien het jaar waarin Alliander zich voorbereidt op de implementatie van het aanstaande Klimaatakkoord. In 2020 moeten alle provincies en gemeenten hun Regionale Energiestrategie klaar hebben.waar moet gebeuren.

Vattenfall en TenneT ondertekenen overeenkomsten voor offshore netaansluiting Hollandse Kust Zuid

Netbeheerder TenneT en windparkontwikkelaar Vattenfall hebben overeenkomsten gesloten voor de offshore-netaansluiting voor het windpark Hollandse Kust Zuid I en II. De afspraken gaan over de realisatie van de aansluiting en het elektriciteitstransport tussen het 700 MW windpark van Vattenfall en het Hollandse Kust Zuid Alpha offshore platform van TenneT. 

In maart 2018 won Vattenfall deze eerste subsidievrije openbare aanbesteding die door de Nederlandse overheid was uitgeschreven.

Marco Kuijpers, senior manager Offshore Nederland bij TenneT: "Deze overeenkomst is weer een mooie stap in de verduurzaming van het Nederlandse elektriciteitssysteem. Het net op zee gaat nu écht vorm krijgen met eerst 1.400 MW in windgebied Borssele, daarna Hollandse Kust Zuid en uiteindelijk Hollandse Kust Noord in 2023. En intussen bereiden wij ons, in goed overleg met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, al voor op de volgende projecten op de Noordzee."

"Dit is een grote mijlpaal voor het project en we zijn blij met deze ontwikkeling", zegt Gunnar Groebler, hoofd van BU Wind en lid van de Europese Raad van Bestuur van Vattenfall. Het mooie is dat de contracten al zo snel getekend zijn. Nog voor de deadline van maart dit jaar. We kijken er naar uit om onze samenwerking met TenneT voort te zetten en dit project te realiseren. Het betekent immers ook een grote bijdrage aan de Nederlandse energietransitie."

Net op zee Hollandse Kust Zuid bestaat uit twee transformatorplatformen op zee met elk een capaciteit van 700 MW, twee 220 kV wisselstroom kabels per platform, een nieuw te bouwen transformatorstation op land en uitbreiding van het bestaande hoogspanningsstation 'Maasvlakte' op land waar de windenergie van zee wordt aangesloten op de Randstad 380 kV-Zuidring van TenneT. Via het landelijk hoogspanningsnet gaat de windenergie dan naar de stroomgebruikers in het land.

TenneT is door de Nederlandse overheid officieel aangewezen als netbeheerder op zee. TenneT realiseert netverbindingen op zee met een capaciteit van in totaal minstens 3.500 MW, volgens een gestandaardiseerd concept van 700 MW per netverbinding. De twee verbindingen van het net op zee Hollandse Kust Zuid met een gezamenlijke capaciteit van 1.400 MW, zullen een jaar na elkaar in bedrijf gaan, in 2021 en 2022, conform de afspraken in het Energieakkoord.

Groen gas gaat aardgas vervangen

In Ansen komt een proefinstallatie die uit menselijke poep hoogwaardig gas maakt. Ingenieur Kirsten Zagt bedacht en bouwde samen met de universiteit van Wageningen en TU Delft de proefinstallatie, zo meldt RTV Drenthe.

Er gaat menselijke mest in of varkensmest, maar ook organisch afval is mogelijk.

Volgend jaar komt er voor de 300 inwoners van Ansen een drie keer zo grote installatie als de proefinstallatie nu is.

Jaarlijks wordt in Ansen 400.000 kuub aardgas verstookt. Het dorp van wil van het aardgas af. Hiervoor wil men de inwoners proberen te bewegen warmtepompen te installeren zodat 50 procent van het aardgasverbruik kan worden bespaard. De overige 50 procent ontstaat door met het eigen afval groen gas te maken.

Jan de Wit Group realiseert met nieuwe brandstof 90 procent CO2-reductie

Jan de Wit Group rijdt als eerste touringcarbedrijf in Nederland klimaatneutraal. De circa 100 bussen tellende touringcarvloot van het bedrijf rijdt niet meer op conventionele diesel, maar op de geavanceerde brandstof HVO 100 (Hydrotreated Vegetable Oil). Deze wordt geproduceerd uit plantaardige oliën en/of vetten die behandeld zijn met waterstof. Bij de productie wordt uitsluitend gebruik gemaakt van afvalstromen uit de landbouw- en voedingsindustrie. HVO 100 leidt niet tot ontbossing of het gebruik van voedsel als grondstof. HVO 100 is gecertificeerd op basis van de ISCC EU-norm en voldoet aan de hoge eisen die de EU stelt aan duurzame brandstoffen. Door te kiezen voor HVO 100 realiseert Jan de Wit Group een CO2-reductie van circa 90% van ‘well to wheel’.

Aan de keuze voor HVO 100 ging een twee jaar durende proef vooraf. Nadat er gedurende die periode zonder operationele nadelen vele kilometers met de nieuwe brandstof werd gereden, was de keuze volgens directeur Walter de Wit snel gemaakt: ‘We besloten  om als eerste touringcarbedrijf in Nederland deze stap op het gebied van duurzaamheid te zetten. Bij de winning van grondstoffen voor HVO 100 en bij de daadwerkelijke productie wordt geen schade berokkend aan het milieu of aan ecosystemen. Onze bussen verstookten in 2018 miljoenen liters diesel. We vinden het mooi dat we als één van de grotere touringcarbedrijven in Nederland dankzij HVO 100 de CO2-reductie van Jan de Wit Group nu sinds januari met 90% reduceren.’

De keuze voor HVO 100 vloeit voort uit de wens van Jan de Wit Group om haar opdrachtgevers   een zo duurzaam mogelijke personenvervoeroplossing aan te kunnen bieden. Na het afsluiten van de succesvolle proefperiode,  achtte Jan de Wit Group een investering in onder meer nieuwe HVO 100 opslagtanks bij de vestigingen in Haarlem en Hippolytushoef verantwoord. 

Overigens ziet Walter de Wit op dit moment de brandstof HVO 100 als de beste tussenoplossing in de transitiefase naar het gebruik van waterstof: ‘We denken dat waterstof aangedreven touringcars met de benodigde infrastructuur binnen vijf tot tien jaar realiteit kunnen zijn en verwachten daar méér van dan van elektrisch rijden. Dat is in onze branche alleen al vanwege de veel te beperkte actieradius niet realistisch. Bovendien is elektrisch rijden voor het touringcarvervoer nog steeds een vervuilende optie. Dat komt onder meer omdat de productie van de elektriciteit, accu’s en de voor busmotoren benodigde magneten in veel gevallen verre van duurzaam is.’

maandag 21 januari 2019

Kans voor ondernemers bij het realiseren van zonne-energie op hun bedrijfsdaken

Ondernemers in de regio Alkmaar die hun bedrijfspand willen verduurzamen, kunnen meedoen met ‘Zon op bedrijfsdaken’. Duurzame Energie Coöperatie Regio Alkmaar(DECRA)  – een samenwerking van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heiloo, Heerhugowaard en Uitgeest en HVC – heeft dit collectief in het leven geroepen om het ondernemers zo makkelijk mogelijk te maken om hun daken te voorzien van zonnepanelen.

Veel bedrijfspanden op bedrijventerreinen in de DECRA-gemeenten zijn geschikt voor het plaatsen van zonnepanelen. Het werk dat dit zich meebrengt en de investering die erbij komt kijken, weerhouden ondernemers er veelal van om hier aan te beginnen. “En dat is jammer”, aldus Rob Opdam, wethouder Heiloo en voorzitter van DECRA. “Vooral omdat hier goede kansen liggen om zonne-energie te realiseren. De grote bedrijfsdaken zijn zeer geschikt voor het plaatsen van zonnepanelen. Ondernemers wekken hiermee niet alleen hun eigen groene stroom op, maar dragen ook bij aan de verduurzaming van de regio. Hoe mooi is dat?”

Om drempels bij ondernemers weg te nemen, zet DECRA in samenwerking met onafhankelijk energieadviesbureau ECONNETIC het collectief ‘Zon op bedrijfsdaken’ in. Daken van verschillende eigenaren worden hierbij in één project(-organisatie) gebundeld. Door dit schaalvoordeel dalen de kosten en is het project aantrekkelijk voor investeerders. Eigenaren hebben de keuze om al dan niet zelf te investeren.

Deelnemende ondernemers worden volledig ondersteund bij het regelen van onder andere subsidieaanvragen, technisch onderzoek, financiering, ontwikkeling en het beheer. Ondernemers met een dak vanaf circa 1.000 m² en een grootverbruikaansluiting (> 3x 100A), komen in aanmerking voor deelname aan het collectief.  ‘Zon op bedrijfsdaken’ wordt ingezet op bedrijventerreinen in de DECRA-gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heiloo, Heerhugowaard en Uitgeest waar nog geen andere collectieve zon-initiatieven lopen. Ook ondernemers in de gemeente Langedijk kunnen meedoen in het project.

Op woensdag 23 januari a.s. organiseren DECRA en ECONNETIC een informatiebijeenkomst in Alkmaar voor geïnteresseerde ondernemers. Meer informatie over het project is te vinden op  http://decra.zonopbedrijfsdaken.nl/.

'Zonneparken noodzakelijk voor duurzaam Nederland'

De Nederlandse poldercultuur belemmert de transitie naar duurzame energie. Dat kunnen we ons niet permitteren. Nederland moet alles uit de kast halen – inclusief zonneparken op land, stelt Margit Deimel van Vattenfall.

In het klimaatakkoord lezen we dat de Nederlandse energiemix straks bestaat uit wind en zon voor elektriciteit, warmtepompen, industriële restwarmte en geothermie als alternatief voor aardgas en misschien ook nog waterstof. Om deze transitie voor elkaar te krijgen, is een enorme versnelling nodig. Tegelijkertijd is ‘draagvlak in de samenleving’ een belangrijk onderwerp in het klimaatakkoord. Draagvlak gaat echter veel verder dan alleen ‘rekening houden met’. Het betekent dat de weerstand goeddeels is weggenomen. Dit is een vrijwel onmogelijke opgave in de energietransitie, vindt Deimel.

'In de vijftien jaar dat ik betrokken was bij de ontwikkeling van windenergie was er vaak een ‘gebrek aan draagvlak’. Ik heb alle tegenargumenten wel gehoord. Van slagschaduw tot geluidsoverlast en van vogelonvriendelijk tot horizonvervuiling. En ondanks aanpassingen van ontwerpen, financiële participatie van omwonenden en stilstandvoorzieningen: de tegenargumenten bleven. Een van de meest genoemde alternatieven was zonne-energie. Op menig informatieavond ging ik naar huis met de suggestie dat hiervoor veel meer draagvlak zou zijn. Ik ben nu enkele jaren actief in de ontwikkeling van zonneparken. En de realiteit is dat ook hiervoor maar beperkt draagvlak is.'

Te veel zonneparken gaan niet door vanwege gebrek aan draagvlak. 'Ik ken menig boer die al een windmolen op zijn grond heeft en een zonnepark wil realiseren. Zo ontstaat een mooi energielandschap met minimale investeringen voor de maatschappij en maximale opbrengst voor de samenleving en het bedrijf. Alle plannen netjes afgestemd met de omgeving. Chapeau, zegt de provincie, zo willen wij het vaker zien. Prima plan, zeggen de gemeenteambtenaren, als bevoegd gezag voor de vergunningverlening. Maar het gaat vaak mis met de stemming in de gemeenteraad. Veel zonneparken komen hierdoor niet van de grond en gaan tot nader orde de wachtkamer in. De noodzakelijke versnelling van de energietransitie heeft het nakijken.

Dit staat niet op zichzelf. Zo heeft de Tweede Kamer in oktober 2018 een motie aangenomen die nota bene een rem zet op grootschalige inzet van zonne-energie. Onder het mom van ‘integraal afwegingskader’ moet er voor gemeenten een soort ‘keuzehulp’ komen voor het toelaten van zonneparken binnen gemeentegrenzen. Volgens deze ‘zonneladder’ zouden zonnepanelen eerst op daken moeten komen. Pas als alle daken vol liggen, gaan we kijken of er ook zonneparken op de grond nodig zijn.
.

Plannen voor windmolenpark bij Bellingwolde

Er zijn plannen voor de bouw van een windmolenpark aan de Duitse grens bij Bellingwolde. De windmolens moeten aan de Nederlandse kant van de grens komen, weet RTV Noord. Aan de Duitse kant staan op meerdere plekken al molens.

Ontwikkelaar Solarfields is net als vier landeigenaren betrokken bij de plannen.

De gemeente Westerwolde geeft aan dat ze op dit moment nog niet meewerkt aan het plaatsen van grote windmolens. 'Maar we zijn bekend met het initiatief om de molens langs de grens bij Rhederbrug en De Lethe te plaatsen', zegt Bart Huizing (PvdA).

Een geplande informatieavond in Bellingwolde wordt 'redelijk voorbarig' genoemd. De avond wordt op 29 januari door Solarfields georganiseerd, en is bedoeld voor direct omwonenden.

vrijdag 18 januari 2019

Kippenboer in Assen over op zonne-energie

Er komt een zonnepark aan de Asserwijk in Assen. Deze wordt gevestigd op het terrein van scharrelkippenboer Henk Heukers, die na dertig jaar stopt met zijn agrarische bedrijf. Achter zijn boerderij wordt drie hectare weiland vol gelegd met bijna 14.000 zonnepanelen.

De naam wordt Zonnepark De Lichtkiem, meldt RTV Drenthe. Het vermogen wordt zo'n 4 Megawatt.

In maart hoopt Heukers de vergunning binnen te hebben, zodat hij net op tijd is voor de eerste ronde dit jaar voor de SDE-subsidieregeling voor zonneparken. Hij hoopt dat Zonnepark De Lichtkiem voorjaar 2020 klaar is.

Eneco en Energie in Huis bundelen krachten voor snellere verduurzaming bestaande woningbouw

Eneco neemt een minderheidsbelang in Energie in Huis, een Amsterdams bedrijf dat bestaande woningen verduurzaamt. Ook gaan de bedrijven een samenwerking aan waarbij klanten van Eneco toegang krijgen tot de producten en diensten van Energie in Huis, zoals warmtepompen, zonnepanelen, zonneboilers, isolatie en financieel advies.

Energie in Huis heeft een breed assortiment aan duurzame producten en diensten om energie te besparen, op te wekken of te verduurzamen, zoals alternatieven voor een cv-ketel. Daarnaast geeft Energie in Huis advies over de financiering van de producten. Voor de installatie van bijvoorbeeld warmtepompen werkt Energie in Huis samen met Eneco Installatiebedrijven en installatiepartners uit haar eigen netwerk.

Hans Peters, Chief Customer Officer bij Eneco: “Eneco wil heel Nederland helpen om te schakelen naar een duurzame, slimme en schone energievoorziening. Energie in Huis is een koploper op de markt van duurzame oplossingen voor de bestaande woningbouw. Ze blinken uit in een persoonlijke aanpak en weten hoe je de voornaamste drempels voor consumenten weg kunt halen. Samen hebben we alles in huis om energiezuinig wonen makkelijk en met name ook betaalbaar te maken voor onze klanten.”