Pagina's

vrijdag 30 november 2018

CO2-uitstoot ProRail in 2017 gedaald

De CO2-uitstoot van ProRail door (in)direct energieverbruik is gedaald van 13,5 kiloton in 2016 naar 12 kiloton in 2017. De prognosecijfers voor 2018 zijn minder rooskleurig. Het gasverbruik steeg fors door de lange koudeperiode begin dit jaar.

Beeld van wisselverwarming gemaakt met warmtebeeldcamera aan vanuit helikopter
De daling in 2017 is onder andere te danken aan de inkoop van groen gas en wisselsanering. Ten opzichte van 2010 heeft ProRail inmiddels een CO2-reductie van 85 procent bereikt. ProRail ligt op koers om de doelstelling voor 2020 te halen: een maximale uitstoot van 10 kiloton CO2.

Ook in de materiaalketen werd winst behaald. Hiermee wordt de CO2-uitstoot door aanleg, onderhoud en sloop van het spoor bedoeld. Dit werd onder meer bereikt door de duurzame GWW-methodiek in projecten toe te passen. De prognosecijfers voor 2018 komen uit op een besparing van ruim 4 kiloton. Hiermee liggen we op koers om onze doelstelling van 5 kiloton besparing per jaar in 2020 te halen.

De prognosecijfers voor 2018 baren echter zorgen. Door de lange koudeperiode begin dit jaar is het gasverbruik fors gestegen. De wisselverwarming heeft voluit gedraaid en ook de wachtruimtes op stations hebben meer gas gebruikt. Verwacht wordt dat de totale uitstoot in 2018 op 13,4 kiloton uitkomt, bijna 1,5 kiloton meer dan in 2017. Deze cijfers zijn een signaal voor ProRail. Om de doelstelling van maximaal 10 kiloton in 2020 te halen, moeten we ons best doen om deze trend te keren.

De CO2-Prestatieladder is in 2009 bedacht door ProRail. De Prestatieladder helpt bedrijven bij het reduceren van hun CO2-uitstoot. Hoe meer een bedrijf doet om CO2-uitstoot tegen te gaan, hoe hoger zijn trede op de ladder. Bij elke trede omhoog krijgt een bedrijf een gunningsvoordeel bij aanbestedingen.
ProRail wil zelf ook het goede voorbeeld geven en certificeert zich jaarlijks voor de CO2-Prestatieladder.

Zwollenaren profiteren van drijvende zonneparken

Zwollenaren kunnen op verschillende manieren profiteren van de twee drijvende zonneparken die GroenLeven volgend jaar gaat aanleggen in de Bomhofsplas en de Sekdoornplas. Daarover hebben burgemeester en wethouders van Zwolle afspraken gemaakt met de initiatiefnemer van de twee zonneparken.

Alle inwoners van Zwolle kunnen mee investeren in de vorm van ZonneDelen, al vanaf 25 euro. Voor elk van de zonneparken kunnen Zwollenaren tot een totaalbedrag van 1 miljoen euro meedoen. Daarmee komt een deel van de opbrengst van de parken ten goede aan Zwolle.

Begin volgend jaar start Blauwvinger Energie samen met ZonnepanelenDelen.nl een campagne om belangstellenden te informeren. Geïnteresseerden kunnen zich nu al vrijblijvend melden op www.zonnepanelendelen.nl/zwolle
(externe link)

Zwollenaren kunnen naar verwachting straks ook stroom afnemen van de parken. Direct omwonenden van de plassen kunnen tegen kostprijs een zonneenergie-installatie aanschaffen via GroenLeven. Daarnaast zal de initiatiefnemer vanaf het moment dat de panelen in werking zijn een bedrag per opgewekte MWh afdragen aan een nog te vormen fonds voor de Zwolse energietransitie.
Lokale energiecoöperatie Blauwvinger Energie kan uit dit fonds een bijdrage tegemoet zien voor hun inspanningen om de Zwollenaren te betrekken bij deze zonneparken.

De afspraken met GroenLeven sluiten naadloos aan bij de eisen uit de Energiegids. In de gids heeft de gemeente vastgelegd dat plannen voor grootschalige opwekking van schone energie moeten bijdragen aan sociale en economische doelen van Zwolle.

GroenLeven wil in de beide zandwinplassen een drijvend zonnepark realiseren. De gemeenteraad besloot onlangs in beginsel in te stemmen met het voornemen van b en w om een tijdelijke vergunning van maximaal 25 jaar voor de drijvende zonnepanelen te verlenen. De vergunningaanvragen worden binnenkort zes weken ter inzage gelegd. Daarna verlenen b en w - als de gemeenteraad daartegen geen bedenkingen heeft – naar verwachting in februari de vergunningen.

Zorgen over komst biomassacentrale in Diemen

Energiebedrijf Nuon heeft bij de provincie een verzoek ingediend om een biomassacentrale te kunnen bouwen in Diemen. Het plan leidt niet alleen tot zorgen bij bewoners en milieuorganisaties, ook binnen de gemeenteraad is er commotie ontstaan, meldt NH Nieuws.

In een reactie vertelt wethouder Jorrit Nuijens (Duurzaamheid) dat het bestuur maar over een klein deel van de vergunning kan besluiten. Het college zoekt echter toch naar manieren om te zorgen dat Diemen op alle aspecten rondom biomassa invloed kan uitoefenen.

Het college verwacht de gesprekken in januari te hebben afgerond. Dan komt het bestuur met een voorstel.

Aankoop warmtekrachtcentrale mijlpaal voor natuur in Hattemerpoort

Gedeputeerde Staten van Gelderland en Boverhoff Sloopwerken B.V., eigenaar van de warmtekrachtcentrale op het terrein van de voormalige Berghuizer Papierfabriek in Wapenveld, hebben overeenstemming bereikt over de verkoop van de in onbruik geraakte warmtekrachtcentrale.

De sloop van de warmtekrachtcentrale zorgt voor een betere ecologische verbinding tussen de Veluwe en de IJsselvallei. De warmtekrachtcentrale ligt precies in het smalste deel van de Hattemerpoort, de groene verbinding tussen de Veluwe en de IJssel. Door de sloop van de gebouwen in dit gebied wordt de doorgang voor en het leefgebied van verschillende diersoorten veel groter.

De aankoop van de warmtekrachtcentrale vormt de kroon op de verwerving van het terrein van de Berghuizer Papierfabriek in 2011 en de inrichting tot natuurgebied. De oude warmtekrachtcentrale vormde nog een lelijke ‘puist’ in het landschap. Door de sloop ervan wordt het smalste deel van de Hattemerpoort ook landschappelijk gezien veel aantrekkelijker.

Door de extra ruimte wordt de ecologische verbindingszone aantrekkelijker voor verschillende diersoorten die vanaf de Veluwe naar de IJssel en verder willen trekken. Zo kunnen dieren zich makkelijker verplaatsen.

In 2019 wordt de warmtekrachtcentrale gesloopt. Na de sloop zal de natuur zich vanzelf herstellen. De inrichting en het beheer van de Hattemerpoort, gelegen in de gemeenten Hattem en Heerde, gebeurt onder regie van de Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF). De GNMF is door provincie Gelderland aangewezen als gebiedsregisseur.

donderdag 29 november 2018

LED verlichting voor veerhaven Texel

Rijkswaterstaat start begin 2019 met het verduurzamen van de openbare verlichting op de veerhaven van Texel. De openbare verlichting op de veerhaven (terrein en veerbrug) wordt vervangen door ledverlichting.

De totale vervanging van de openbare verlichting is naar verwachting eind juni 2019 gereed. Met de ledverlichting in de veerhaven zetten Texel en Rijkswaterstaat opnieuw een stap in de energietransitie.

Ledverlichting is energiezuiniger, gaat langer mee en geeft minder lichtvervuiling dan de huidige verlichting. Daarnaast wordt de verlichting op de veerhaven gedeeltelijk gedimd of gedoofd in de nachtelijke uren om de duisternis in het Waddengebied te versterken. Verder zal de nieuwe verlichting dezelfde kleur licht afgeven als de vernieuwde ledverlichting op het eiland, waardoor de nachtelijke oranje gloed boven de veerhaven tot het verleden behoort.

Sinds 2016 is de openbare verlichting op Texel al omgezet naar ledverlichting. Hiermee was Texel de eerste gemeente in Nederland met energieneutrale openbare verlichting. Tevens past het bij de ambitie van Rijkswaterstaat om het rijkswegennet te verduurzamen en energieneutraal te maken. Bij het ontwerp van de vernieuwde openbare verlichting houdt Rijkswaterstaat dan ook rekening met de uitgangspunten van het gemeentelijke beleid van Texel en de wensen van Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO).

Door een bestuurlijke overeenkomst tussen Rijkswaterstaat en de gemeente Texel, kan het werk worden gedaan binnen een bestaand contract tussen de gemeente Texel en Dynniq. Hierdoor is ook het onderhoud van de verlichting op de veerhaven tot 2031 gewaarborgd.

Nieuwe directeur voor NWEA

Per 1 november is Sascha van Rooijen (1970) gestart als nieuwe directeur van NWEA. Zij volgt daarmee Berend Potjer op, die anderhalf jaar lang de positie als interim-directeur vervulde, maar zich sinds kort richt op zijn lijsttrekkerschap van GroenLinks in Zuid-Holland, voor de provinciale verkiezingen komend voorjaar.

Van Rooijen studeerde Algemene Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Milieu-Economie aan de Landbouwuniversiteit Wageningen. Sinds 1995 is zij werkzaam op het gebied van klimaatverandering en duurzame energie, en heeft in diverse functies gewerkt bij onder meer ECN, Ecofys en het Radboud UMC.

Tegelijk met Van Rooijen is de nieuwe perswoordvoerder aangetreden bij de Nederlandse WindEnergie Associatie: Harald Wouters. Sinds 2012 richt Wouters zich op de energiesector, hij werkte onder meer bij Enexis, Tennet en Alliander.

TenneT opent informatiecentrum in Kruiningen

Iedereen die meer wil weten over de hoogspanningsverbinding tussen Borssele en Rilland en hoe deze hoogspanningsverbinding bijdraagt aan leveringszekerheid en duurzaamheid kan vanaf donderdag 29 november terecht in het informatiecentrum in Kruiningen. Het informatiecentrum is drie middagen per week geopend voor bezoekers. De officiële opening vindt op donderdag 29 november plaats.

TenneT is bezig met de aanleg van een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding tussen Borssele en Rilland. Deze nieuwe hoogspanningsverbinding is niet alleen belangrijk voor de leveringszekerheid van elektriciteit in de regio Zeeland, maar ook om de op te wekken duurzame energie van de nieuwe windparken voor de kust van Walcheren te transporteren.

Op dit moment is TenneT op zoek naar een nieuwe aannemer voor de Wintrack-masten van Zuid-West 380 kV West en weten wij dus nog niet precies hoe de planning van de bouw van deze hoogspanningsverbinding er uit gaat zien. Om de bouwfase goed te laten verlopen is het contact met de mensen in de omgeving essentieel. We willen alle betrokkenen en geïnteresseerden op de hoogte houden van de voortgang en in nauw contact blijven met onze stakeholders. Het nieuwe informatiecentrum gaat daar zeker aan bijdragen als de plek waar iedereen terecht kan voor informatie, vragen en eventuele zorgen kan uiten.

Het informatiecentrum bevindt zich in het voormalige stationsgebouw van Kruiningen (Stationsweg 23 in Kruiningen). Het informatiecentrum ligt midden in het projectgebied en kijkt zowel uit op de huidige hoogspanningsverbinding alsook op de toekomstige hoogspanningsverbinding. Met een maquette, filmmateriaal en een interactieve kaart van het tracé informeren we bezoekers over de komende werkzaamheden. De Virtual Reality experience geeft een unieke inkijk in de wereld achter het stopcontact; van de windmolen tot het gebruik van je waterkoker.

Het informatiecentrum is vanaf december elke dinsdag-, woensdag- en donderdagmiddag van 13.00 tot 17.00 uur geopend. Heb je interesse in een bezoek met een groep? Stuur dan een e-mail naar west(at)zuid-west380kv.nl. Er is een groot parkeerterrein tegenover het pand aanwezig. Het informatiecentrum bevindt zich nabij het treinstation in Kruiningen en is dus ook goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Kijk voor meer informatie over het project op www.zuid-west380kv.nl of de Facebookpagina www.facebook.com/zuidwest380kvwest.

woensdag 28 november 2018

Essent en XXImo stappen samen in duurzame mobiliteit

Om een duurzame leefomgeving zonder CO2-uitstoot te realiseren moeten miljoenen auto’s in Nederland en België overgaan van vervuilende fossiele brandstoffen naar schone elektriciteit. Daarom slaan Essent en XXImo de handen ineen om elektrisch rijden bij klanten en hun werknemers te stimuleren en te vergemakkelijken.

In het partnership levert Essent de energie en de expertise over de installatie van laadpalen. innogy, het bedrijf waar Essent deel van uitmaakt, heeft al meer dan 24.000 oplaadpunten in twintig landen geïnstalleerd. In België en Nederland wordt dit nu opgestart.

Klanten van XXImo kunnen voortaan laadpalen kopen, onderdeel maken van een mobiliteitsbudget of opnemen in een leasecontract, inclusief MobilityCard met laadfunctie in heel Europa. Werknemers kunnen bovendien thuisladen via XXImo verrekenen met de werkgever. Laadpaalonderhoud en de 24/7 servicedesk maken het aanbod compleet.

'ABN Amro en ING ondermijnen Klimaatakkoord Parijs met geld klanten'

ABN Amro Bank en ING Groep hebben de afgelopen twee jaar de financiering van olie-, kolen- en gasbedrijven niet verminderd. Van begin 2016 tot eind 2017 leenden de twee banken 11,4 miljard euro aan fossiele energiebedrijven en slechts 2,4 miljard euro aan duurzame energiebedrijven. Nog steeds gaat bij beide banken meer dan 80 procent van hun energieleningen naar fossiele energiebedrijven, bij ABN Amro is dat percentage zelfs duidelijk gestegen ten opzichte van vier jaar geleden. Zij ondermijnen daarmee het Klimaatakkoord van Parijs met het geld van de betaal- en spaarrekeningen van hun klanten, stelt Oxfam.

De zeven verzekeraars op de Nederlandse markt beleggen voor 12,4 miljard euro aan premies van verzekerden en beleggingen voor klanten in aandelen van fossiele energiebedrijven. Zij steken voor minder dan één tiende van dat bedrag in duurzame energiebedrijven. Dat blijkt uit het nieuwe, gezamenlijke, praktijkonderzoek  van de Eerlijke Bank- en Verzekeringswijzer dat vandaag wordt gepubliceerd.

Dit onderzoek verschijnt aan de vooravond van de internationale VN-Klimaatconferentie in het Poolse Katowice. Het onderzoek geeft de financiële relaties weer van zeven Nederlandse banken en zeven in Nederland actieve verzekeraars met olie-, kolen en gasbedrijven in de afgelopen 2 jaar. Ook is gekeken naar hoeveel geld deze bedrijven in dezelfde periode in zonne- en windenergiebedrijven hebben gestoken.

Evert Hassink, woordvoerder Eerlijke Bank- en Verzekeringswijzer: ‘Het is wrang en verontrustend om te moeten vaststellen dat bijna 3 jaar na het klimaatakkoord van Parijs, het geld van rekeninghouders nog altijd drie keer vaker naar fossiele dan naar echt groene energie gaat. Voor de verzekeringspremies is dat zelfs meer dan 10 keer zo veel. We horen de laatste tijd veel mooie verhalen over de groene voornemens van banken en verzekeraars maar als zij klimaatverandering echt serieus nemen moeten ze die verhouding snel drastisch omkeren.’

Bij ABN Amro verslechterde de verhouding tussen leningen voor fossiele energiebedrijven en duurzame energiebedrijven zelfs vergeleken met de resultaten van eerder onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer uit 2015 over de periode 2013 tot en met 2014. Toen stak de bank 68% van de totale financiering van de onderzochte energiebedrijven in fossiele energiebedrijven. Over de afgelopen twee jaar is dat percentage gestegen naar 82% in de periode 2016- 2017. In totaal stak de bank de afgelopen 2 jaar 3 miljard euro in fossiele energiebedrijven.

ING stak in 2016 en 2017 in totaal 7.1 miljard euro in olie-, kolen- en gasbedrijven. De financiering van duurzame energiebedrijven en projecten was 1,5 miljard euro in 2016-2017. Rabobank doet het beter dan de ING: ongeveer de helft van al het geld dat de bank in de energiesector steekt, gaat naar duurzame energiebedrijven. Maar de bank stak in de periode van begin 2016 tot eind 2017 altijd nog 1,4 miljard euro in fossiele energiebedrijven.

Voor het eerst is ook onderzocht hoeveel de 7 grootste verzekeraars in Nederland beleggen in fossiele en duurzame energiebedrijven. In totaal ging het de afgelopen 2 jaar om minimaal 12,4 miljard euro in fossiele energiebedrijven. Ze staken minder dan één tiende van dat bedrag in duurzame energiebedrijven. De beleggingen in de energiesector van Aegon, Achmea, Allianz, Nationale Nederlanden en APG (Loyalis) zaten voor ongeveer 95% in fossiele energiebedrijven. ASR en Vivat doen het met 89% en 84% aan fossiele beleggingen iets beter.

ABN Amro Bank, ING Groep en de Rabobank en sommige verzekeraars hebben in 2017 en 2018 nieuwe ambities en nieuw beleid aangekondigd. Zoals de ‘Spitsbergen Ambitie’ in juni 2018 waarin zij beloofden de klimaatimpact van hun financieringen te meten en te publiceren en nieuwe doelstellingen op te stellen om te voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs. Rabobank is al gestopt met de financiering van kolenbedrijven en kolencentrales. Ook ING en ABN Amro zetten stappen in die richting. ING wil in 2025 geen kolenbedrijven meer financieren. Volksbank (waaronder ASN Bank) en Triodos Bank financieren alleen duurzame energiebedrijven. NIBC financierde geen van de onderzochte energiebedrijven of – projecten.

‘Dit bewijst dat het kan maar ik mis bij de drie grote banken en verzekeraars de urgentie. Banken en verzekeraars moeten die mooie ambities ook waarmaken’, zegt Hassink. ‘Dit rapport van de Eerlijke Bank- en Verzekeringswijzer houdt hen een spiegel voor: klimaatverandering is niet vrijblijvend. Banken en verzekeraars moeten nu echte stappen gaan nemen.’

Waterstofleiding Gasunie van Dow naar Yara in gebruik genomen

De waterstofleiding van Gasunie tussen Dow Benelux en Yara is in gebruik genomen. Het is voor het eerst dat een bestaande hoofdgastransportleiding geschikt is gemaakt voor het vervoer van waterstof. Via de leiding wordt waterstof voor industriële toepassing uitgewisseld via een niet meer in gebruik zijnde gastransportleiding. Het ondergronds transport via het gasnetwerk zorgt voor een efficiënt en veilig vervoer van waterstof.

De 12 kilometer lange waterstofleiding, waarover in maart 2018 afspraken werden ondertekend tussen Dow, Yara, ICL-IP en Gasunie Waterstof Services, is in gebruik genomen. Afgelopen zomer zijn de aansluitingen bij Dow en Yara gemaakt en is de gastransportleiding op een paar punten aangepast zodat deze geschikt is voor het transport van waterstof. Daarna is de leiding gevuld met waterstof. De leiding wordt nu op commerciële basis gebruikt voor transport van meer dan vier kiloton waterstof per jaar. Het is de bedoeling dat op een later tijdstip ook waterstof naar ICL-IP wordt getransporteerd.

“Deze waterstofleiding markeert een belangrijk punt in onze geschiedenis. Het is voor het eerst dat een bestaande gastransportleiding geschikt is gemaakt voor het transport van een ander gas dan aardgas,” vult Gasunie CEO Han Fennema aan. “Gasinfrastructuur speelt een verbindende en faciliterende rol in de energietransitie. We zullen in de toekomst in toenemende mate andere energiedragers door onze leidingen transporteren, zoals waterstof en groen gas. Als onafhankelijk netbeheerder kunnen we waterstof van verschillende aanbieders aansluiten en transporteren naar de grote industriële clusters in Nederland. In 2030 kan dit netwerk een capaciteit hebben van 10 Gigawatt of meer.”

dinsdag 27 november 2018

Greenchoice plaatst megabatterij bij windmolenpark Hartelkanaal

Bij windmolenpark Hartelkanaal in Zuid-Holland plaatst Greenchoice een megabatterij voor de opslag van groene stroom. De duurzame energieleverancier wil hiermee verspilling van windenergie tegengaan en een bijdrage leveren aan een stabiel en duurzaam energiesysteem in Nederland. De batterij bestaat uit zes opslageenheden die elk een zeecontainer groot zijn. Samen kunnen ze 10 megawattuur (MWh) duurzaam opgewekte stroom opslaan. Daarmee is het de grootste batterijopslag bij een windmolenpark in Nederland.

In ons land wordt steeds meer duurzame stroom opgewekt. Om vraag en aanbod van stroom op ieder moment van de dag in evenwicht te houden, groeit de behoefte aan flexibiliteit. De batterij aan het Hartelkanaal moet in die flexibiliteit gaan voorzien.

Maurice Koenen, manager Inkoop- en Portfoliomanagement van Greenchoice: "Aan het Hartelkanaal hebben we 8 windmolens staan. Samen leveren ze per jaar gemiddeld 68 GWh groene stroom. Als het hard waait, is er veel aanbod. Als de vraag op dat moment echter laag is, kan het zijn dat de windmolens uit de wind gedraaid moeten worden. Zo gaat duurzame stroom verloren. Met de batterij kunnen de turbines blijven draaien. De opgewekte stroom wordt in de batterij opgeslagen en kunnen we op een later moment aan het energienet leveren. Ook gaat de batterij diensten leveren ter ondersteuning van 50hz frequentie op het energienetwerk."

Triodos Bank financiert het project.

Nieuwe naam voor Liandon en Alliander DGO

Qirion is de nieuwe naam voor Liandon. De dochteronderneming van netwerkbedrijf Alliander is expert in veranderende energienetten. Qirion onderhoudt het hoog- en middenspanningsnet in een deel van Nederland en creëert duurzame en innovatieve oplossingen voor nieuwe en bestaande energienetten.

De naam Qirion symboliseert de kern van het werk van het bedrijf. ‘Qi’ betekent ‘vitale energie’, ‘R’ staat voor relatie en ‘ion’ is een elektrisch geladen deeltje en staat in het Grieks voor ‘beweging’. De nieuwe naam is een optelsom van het specialisme in energienetten, de bijdrage aan een duurzame toekomst én de verbinding met de omgeving. Bij Qirion werken 1100 mensen.

De naam Liandon lijkt op de naam van netbeheerder Liander. Dat kan in de markt mogelijk tot verwarring leiden. Daarom heeft Alliander op aangeven van de Autoriteit Consument & Markt de naam en het logo veranderd.

Woning uit Heeze winnaar 'Duurzaamste huis van Nederland'

In de categorie ‘Vrijstaande woning tussen 1945 - 2000’ is de woning van Carlo en Marlies Zwartendijk uit Heeze gekozen. De jury vindt het bewonderenswaardig hoe de familie Zwartendijk een bestaande woning heeft gezocht om die volledig te verduurzamen. Er is een dikke laag buitengevelisolatie aangebracht en de vloeren en het dak zijn vervangen. Ook zijn er een warmtepomp en zonnepanelen geïnstalleerd. Het resulteerde in een Nul-op-de-Meter woning met een laag energieverbruik. Carlo en Marlies ontvingen een speciaal voor de gelegenheid ontworpen kunstwerk samen met een waardecheque van 1000 euro.

Naast het huis uit de gemeente Heeze-Leende zijn nog 3 woningen in andere categorieën gekozen. Het duurzame huis van Chantal de Schepper en Danny Floren uit Hank (winnaar van het duurzaamste huis van Noord-Brabant) is op de 2e plaats geëindigd bij de publieksprijs.

De jury bestond uit vijf deskundigen met een verscheidenheid aan expertise; Ad Straub (TU Delft), Leen van Dijke (Stroomversnelling), Fenneken Anneveld – van Wesel (Architecte), Frans van Dijk (GWBO) en Jan Tjemme van Wieringen (MilieuCentraal). De jury was blij verrast toen bleek dat een totaal van 110 woningen was aangemeld. Het leverde sprekende en enthousiasmerende verhalen op, waarvan er 40 werden genomineerd. Gezien de variatie aan woningen, genomen maatregelen en verhalen was het een uitdaging om een winnaar aan te wijzen. Toch was de jury unaniem in haar besluit en koos winnaars in 4 verschillende categorieën.

maandag 26 november 2018

Eco-movement ontvangt investering

Eco-movement ontvangt een investering van enkele honderd duizenden euro’s van de angel groep Arches Capital in ruil voor een minderheidsbelang. Eco-movement levert actuele inzichten over alle openbare laadpalen in de Benelux. De investering wordt gebruikt om het product te verdiepen en internationaal te groeien.

Omdat Nederland voorop loopt in de energietransitie, is Eco-movement naar eigen zeggen goed gepositioneerd om ook inzichten over laadpalen te verzorgen in andere landen in Europa. Op dit moment werken alle laadpalen fabrikanten en grote navigatiepartijen met Eco-movement. Voor de klanten van Eco-movement betekent dit dat ze één partij hebben waarbij ze terecht kunnen voor hun internationale behoeften op het gebied van laadpalen.

Supergeleiders zorgen voor lichtere windmolens

Een windmolen aan de Deense kust bij Thyborøn heeft een wereld-primeur: de conventionele generator, met permanente magneten, is daar vervangen door een exemplaar met supergeleiders. Die nieuwe turbine is half zo zwaar, veel compacter en toch in staat hetzelfde vermogen te leveren. Ook wordt er veel minder een beroep gedaan op zeldzame aardemetalen. Onderzoekers van de Universiteit Twente hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het ontwikkelen en testen van de supergeleidende generator, in het Europese project EcoSwing.

De supergeleiders vervangen de grote en zware magneten in een conventionele windmolen. Net als in een klassieke fietsdynamo draaien de magneten daar rond binnen spoelen die de magnetische energie omzetten in elektrische. Krachtige magneten kun je ook maken met spoelen van supergeleidende kabel: ze zijn lichter, compacter en maken in veel mindere mate gebruik van ‘zeldzame aard’-metalen zoals neodymium. De lichtere turbine maakt dat ook de torenconstructie lichter kan worden uitgevoerd, terwijl de kleinere doorsnee het vervoer over de weg minder complex maakt.

Supergeleiders geleiden stroom zonder weerstand. Dat maak grote stromen mogelijk en sterke magneetvelden. Daarvoor moeten ze wel worden gekoeld. De magneten in de nieuwe rotor zijn opgebouwd uit supergeleidende tape: op een flexibele stalen drager is een dunne laag supergeleidend materiaal aangebracht die de stroom geleidt. Begonnen met kleine stukjes tape op laboratoriumschaal, is dit inmiddels per kilometer te produceren. Compacte cryocoolers, dubbel uitgevoerd, draaien mee met de rotor, en zorgen voor een temperatuur van min 240 graden Celsius.

“Wij waren in dit project betrokken bij ‘alles wat koud is’ ”, aldus dr. Marc Dhallé. “Het testen van de tapes en de magneetspoelen, het vinden van optimale koeling, de assemblage van de hele rotor.” Hij is onderzoeker van de UT-onderzoeksgroep Energy, Materials and Systems. De groep heeft voor dit project ook samengewerkt met TNO, met machinefabriek Boessenkool in Almelo en met andere Nederlandse bedrijven. De Twentse bijdrage was goed voor twee miljoen euro binnen het Europese project EcoSwing.

Na twee jaar testen in het lab kwam in de nazomer alles samen: de generator met een doorsnee van vier meter – bijna anderhalve meter minder dan de conventionele versie – is, na grondtests bij het Fraunhofer Institut für Windenergie und Energiesysteme in Bremerhaven, verscheept naar  Thyborøn. Daar is hij geïnstalleerd in een GC1-type molen van fabrikant Envision: dit type levert 3,6 Megawatt, heeft twee rotorbladen met een totale diameter van 128 meter, de toren is 88 meter hoog. De komende tijd zal blijken of het nieuwe windmolenconcept voldoet aan de verwachtingen: zal de supergeleidende generator naar verwachting presteren, ook onder de sterk wisselende omstandigheden aan de Noordzeekust?

Weg vrij voor windpark Groote Haar

De omgevingsvergunning voor het plaatsen van twee windmolens bij bedrijventerrein Groote Haar is definitief. Dat is goed nieuws voor Energiecoöperatie De Knotwilg en Eneco die het windpark ter noorden van Gorinchem gaan realiseren en exploiteren onder de naam  ‘Energie Groote Haar BV’.

In opdracht van de gemeente Gorinchem geven Energiecoöperatie de Knotwilg en Eneco handen en voeten aan het windpark. Dat doen ze samen onder de naam: ‘Energie Groote Haar BV’. De groene energie die straks wordt opgewekt, is bestemd voor bedrijven op het toekomstige bedrijventerrein Groote Haar en voor de inwoners van Gorinchem, Arkel, Schelluinen en Hoogblokland. Alle partijen willen met de bouw van het windpark een boost geven aan de energietransitie en een groene omgeving.

Het duurt nog even voordat de bouw van het windpark daadwerkelijk start. De gemeente gaat de bouwlocaties eerst bereikbaar maken voor het werkverkeer. De lokale wegen en bruggetjes zijn ongeschikt om de zware en lange delen van de windmolens over te vervoeren. En de aanleg van het bedrijventerrein start pas later. De gemeente gaat daarom een tijdelijke op- en afrit aanleggen naar de A27.

Als de molens er staan, kunnen Inwoners in en rond Gorinchem straks hun eigen groene energie opwekken en gebruiken. Dat kan door een stukje van de windmolens te kopen en windenergie af te nemen. Het is ook mogelijk om in de windmolens te beleggen zonder dat je energie afneemt.  Investeren kan nu al door geld te lenen aan Energiecoöperatie de Knotwilg voor de realisatie van de molens. Kijk voor meer informatie hierover op www.energiecooperatiedeknotwilg.nl 

Vattenfall viert dat ze tien jaar actief is in het Verenigd Koninkrijk

Sinds de start in oktober 2008 heeft Vattenfall 3,5 miljard pond geïnvesteerd in het Verenigd Koninkrijk. Er is in het totaal meer dan één gigawatt windcapaciteit gebouwd bij elf windparken in het hele land. De activiteiten van Vattenfall blijven echter niet beperkt tot windenergie en de ambities voor de toekomst blijven onverminderd hoog.

"Ik ben erg trots op wat ons Britse team tot nu toe heeft bereikt. Vattenfall werkt momenteel hard om binnen één generatie fossielvrij te worden. In het Verenigd Koninkrijk betekent dat onze klanten helpen bij het verkleinen van hun CO2-voetafdruk en op betaalbare en steeds slimmere manieren hun huizen en bedrijven van energie en warmte voorzien. Het betekent hen helpen bij de overstap naar elektrische auto's, aangezien we investeren in een oplaadnetwerk voor elektrische voertuigen. Het betekent dat we onze wind-, zonne-energie- en accucapaciteit blijven uitbreiden. En het betekent de elektriciteitsnetten van morgen installeren", aldus Magnus Hall, voorzitter en CEO van Vattenfall.

Het verhaal begon in juli 2008, toen Vattenfall onderhandelingen op gang bracht om het windontwikkelingsbedrijf AMEC Wind Energy over te nemen. De overeenkomst werd op 6 oktober gesloten en daarna ging het snel, zo herinnert Guy Mortimer zich, die afkomstig is van AMEC en nog steeds bij Vattenfall werkt als manager voor onshore windontwikkeling in het Verenigd Koninkrijk.
"Alles veranderde onmiddellijk. Van een windenergie-ontwikkelaar en dienstverlener veranderde het bedrijfsmodel in een ontwikkelaar, bouwer en exploitant van onshore- en offshorewindparken in handen van een staatsenergiebedrijf. We zeiden gekscherend dat we in het Verenigd Koninkrijk gevestigde Zweedse ambtenaren waren geworden", vertelt hij.

Slechts een paar dagen nadat de AMEC-overeenkomst was getekend, moesten Mortimer en zijn collega's flink aan de slag met de procedure om een offshoreproject van 300 MW, Thanet, te verwerven van een hedgefonds.

vrijdag 23 november 2018

Klimaatakkoord kan eigenlijk niet zonder CO2-heffing voor industrie

Het vandaag gepubliceerde rapport van milieuorganisaties Greenpeace en WISE, wijst uit dat een CO2-heffing de meest kostenefficiënte maatregel is om de Nederlandse industrie te verduurzamen. Tevens blijkt dat een CO2-heffing geen substantiële negatieve gevolgen heeft voor de concurrentiepositie van de industrie in Nederland. Een nationale CO2-heffing bevordert juist op Europees niveau een gelijk speelveld blijkt uit het rapport. Omgekeerd heeft het ontzien van de Nederlandse industrie negatieve effecten, namelijk hogere kosten om tot de gewenste 49% CO2-reductie in 2030 te komen. Greenpeace en WISE roepen minister Wiebes op CO2-prijs te verankeren in het Klimaatakkoord.

Peer de Rijk, directeur van WISE: “Als we de klimaatdoelen serieus nemen en écht wat willen veranderen, kunnen we de industriële reuzen niet langer blijven ontzien. De schouders van de industrie zijn sterk genoeg om de kosten van een CO2-heffing te dragen. Het is daarom hoog tijd dat de grootste vervuilers een serieuze bijdrage gaan leveren aan de klimaattransitie.”

Het beprijzen van CO2 versnelt de terugverdientijd van investeringen en geeft zekerheid aan het bedrijfsleven over de kosten die gemaakt moeten worden om CO2-uitstoot te verminderen. Bovendien kan een deel van de opbrengsten van de heffing worden teruggesluisd als subsidie voor het nemen van CO2-besparende maatregelen of duurzame investeringen. Een dergelijke combinatie van beprijzing en subsidiëren kan heel doeltreffend werken. Op die manier worden bedrijven gesteund in hun omslag naar een schone toekomst blijkt uit de analyse van Greenpeace en WISE.

De grootste kostenstijging treedt op bij de energie-intensieve industrie: raffinaderijen, kunstmest, petrochemie en ijzer en staal. De energie-intensieve industrie betaalt minder voor energie dan dezelfde sectoren in de ons omringende landen. In Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk betalen industriële reuzen meer voor gas en elektriciteit dan in Nederland. De Nederlandse energie-intensieve industrie exporteert meer dan de helft van haar producten naar deze landen, waardoor bij een invoering van een CO2-heffing  een deel van die kosten kunnen worden doorberekend aan klanten en daarmee wordt de concurrentiepositie juist weer gelijkgetrokken.

Toezichthouder SodM: slimme gasmeters zijn veilig

De veiligheid rondom de slimme gasmeter wordt voldoende geborgd door de regionale netbeheerders. Dat concludeert toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) in een onderzoek, dat een dezer dagen is gepubliceerd.

De regionale netbeheerders bieden op verzoek van de overheid voor eind 2020 bij alle huishoudens een slimme gasmeter aan. Op 1 januari 2018 had ongeveer 3,3 miljoen huishoudens een slimme gasmeter. Toezichthouder SodM heeft afgelopen periode onderzoek gedaan naar de veiligheid van de slimme gasmeters. Aanleiding om dit onderzoek te doen waren uitzendingen van BNNVARA Kassa, dat in 2017 aandacht besteedde aan de veiligheid van de slimme gasmeter.

De toezichthouder concludeert: 'Uit het onderzoek blijkt dat op dit moment een aantal elementen van het veiligheidsmanagementsysteem van de regionale netbeheerders, de veiligheid van de slimme gasmeters voldoende borgen. Er is dan ook geen sprake van een acuut veiligheidsprobleem. Om dit in de toekomst zo te houden, is het wel van belang dat de regionale netbeheerders, en ook de toezichthouders, zich proactief opstellen, en zich bewust blijven van mogelijke risico’s. Veiligheid is namelijk geen vanzelfsprekendheid.'

De toezichthouder doet in het rapport een aantal aanbevelingen om de veiligheid van gasmeters ook in de toekomst te borgen. De netbeheerders nemen deze aanbevelingen ter harte en voeren continu verbeteringen door in alle processen van deze grote operatie. Zo zijn afgelopen periode extra audits ingericht op de productie bij leveranciers en zijn de eigen kwaliteitscontroles uitgebreid. Recent werd zo door netbeheerder Enexis een klein aantal ondeugdelijke gasmeters gevonden, die dan ook niet zijn geïnstalleerd. Enexis onderzoekt nu of dit een incident was of dat andere meters uit dezelfde productieserie moeten worden vervangen. Toezichthouder SodM is hierbij betrokken. Binnen een maand is hier duidelijkheid over. Mocht blijken dat vervanging noodzakelijk is, dan ontvangen klanten bericht.

De netbeheerders hebben afgelopen periode verschillende partijen slimme gasmeters vervangen, onder meer 40.000 slimme gasmeters die mogelijk een korter schroefdraad hadden. In circa één procent van de gevallen is het nog niet gelukt een afspraak voor vervanging in te plannen. Dit kan komen door bijvoorbeeld leegstand van een woning, maar er zijn ook consumenten die niet reageren. De netbeheerders vinden dit net als SodM geen wenselijke situatie en blijven actief proberen bij deze resterende consumenten een afspraak voor vervanging te maken.

Duurzame Blauwe Diesel beschikbaar in Alkmaar

Dankzij een overeenkomst tussen Stadswerk072 en Tamoil is het mogelijk om Blauwe Diesel te tanken in Alkmaar. Daarmee is Alkmaar de eerste gemeente in Noord Holland waar deze duurzame brandstof beschikbaar komt voor weggebruikers. Een belangrijke stap die bijdraagt aan de duurzaamheidsdoelstelling van de gemeente.

Om te beginnen doet Blauwe Diesel zijn naam eer aan, want het goedje is inderdaad blauw. Blauwe Diesel wordt volledig gemaakt uit hernieuwbare en duurzame grondstoffen, zoals plantaardige afvalolie. “Blauwe Diesel wordt gemaakt van afval. Het afvalproduct bestaat uit resten van plantaardige oliën die eerst een voedseldoel hebben gediend. De afvalproducten die vrijkomen zodra de grondstof is klaargemaakt voor menselijke consumptie, worden normaal gesproken gestort of verbrand. Nu gebruiken we deze afvalproducten om er Blauwe Diesel van te maken”, aldus Future Fuels uit Oudehaske, de leverancier van de nieuwe brandstof.

“Duurzame mobiliteit is één van de speerpunten van de gemeente Alkmaar binnen het duurzaamheidsprogramma. Het beschikbaar stellen van Blauwe Diesel levert daar een belangrijke bijdrage aan. Bewoners en bezoekers van Alkmaar kunnen bij Tamoil straks kiezen voor schone brandstof en daarmee zelf direct bijdragen aan een duurzame leefomgeving. Zo zetten we ons gezamenlijk in voor een schone gemeente.”, stelt wethouder Marcel van Zon.

De Blauwe Diesel is verkrijgbaar bij Tamoil tankstation Overdie aan de Bestevaerstraat. De Blauwe Diesel komt in Alkmaar beschikbaar dankzij een overeenkomst tussen Stadswerk072 en Tamoil. Stadswerk072 werkt op verschillende manieren aan de verduurzaming van het wagenpark. Als onderdeel hiervan is besloten de dieselvoertuigen voortaan op Blauwe Diesel te laten rijden. Doordat alle dieselvoertuigen van Stadswerk072 straks op Blauwe Diesel rijdt, is er voldoende afname om permanent een tank in te richten voor deze duurzame brandstof op het Tamoil tankstation. Minder CO2 Blauwe Diesel is fossielvrij en emissiearm. De CO2- uitstoot daalt drastisch bij het rijden op Blauwe Diesel. De CO2 reductie kan oplopen tot wel 90 %.

Is uw woning klaar voor de warmtepomp?

De komende 30 jaar moeten 6,5 miljoen woningen gasvrij worden gemaakt. Stappen we zo snel mogelijk over op een warmtepomp? Is afwachten een optie? Of kunt u de woning ook op andere manieren verduurzamen?

Uiterlijk 2050, maar liefst veel eerder, moeten alle woningen en bedrijfsgebouwen in Nederland van het gas af. Nieuwbouwwoningen waarvoor het bouwbesluit na 1 juli van dit jaar is aangevraagd, worden al zonder gasaansluiting opgeleverd. Maar hoe zit het met bestaande woningen? Als de gebouwde omgeving in 2050 CO2-vrij moet zijn, moeten die ook allemaal aardgasvrij zijn. In de whitepaper 'Lekker warm zonder aardgas' die TNO in september publiceerde, wordt de berekening gemaakt: de komende 30 jaar moeten 7 miljoen gebouwen – 6,5 miljoen woningen en 0,5 miljoen bedrijfsgebouwen – op een andere bron van verwarming overschakelen. Ofwel: 1000 gebouwen per dag.

Een deel van de bestaande woningen kan in de toekomst aangesloten worden op een warmtenet. Nu wordt slechts 5 procent van alle woningen in Nederland op deze wijze verwarmd, maar dit percentage zal snel groeien. ‘Naar verwachting ontstaat er een grote variëteit aan warmtenetten, variërend van zeer kleine warmtenetjes in een appartementencomplex of in een huizenblok, tot grote transportnetten die een streek bedienen’, volgens de whitepaper van TNO.
De warmtepomp wordt veelvuldig genoemd als alternatief voor de rest van de gebouwen. Een warmtepomp werkt eigenlijk als een omgekeerde koelkast. Met behulp van de warmte die het systeem uit de lucht, water of bodem haalt, wordt vloeistof in het apparaat verdampt tot gas. De pomp perst dit gas samen zodat de temperatuur stijgt. Zo ontstaat warmte om het huis of water te verwarmen. Afhankelijk van de bron- en afgiftetemperatuur kan een warmtepomp hiermee van 1 kWh elektriciteit meestal 3–5 kWh warmte maken.

Een warmtepomp kan als zelfstandig systeem worden ingezet of in combinatie met een hr-ketel worden gebruikt (een hybride systeem). Omdat beide soorten warmtepompen elektriciteit gebruiken, is de CO2-uitstoot lager dan die van een cv-systeem met hr-ketel. Deze reductie is alleen honderd procent groen wanneer de warmtepomp de enige bron van verwarming is en er gebruik wordt gemaakt van groene stroom.

Sommige systemen kunnen naast verwarmen ook koelen. Dat zorgt voor extra comfort tijdens warme zomers. En in het kader van de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) kunnen woningbezitters die dit jaar een warmtepomp aanschaffen, rekenen op een tegemoetkoming van 1000 tot 2500 euro, afhankelijk van het gekozen systeem.

donderdag 22 november 2018

VUB onderzoekt innovatieve ombouw van ENGIE-kolencentrale in Rotterdam naar biomassacentrale

VUB-prof. Julien Blondeau van de VUB-ULB onderzoeksgroep BURN (Combustion and Robust Optimisation - www.burn-research.be) is betrokken bij een onderzoeksproject dat met EU-geld ondersteund wordt. De ENGIE-centrale in Rotterdam, één van de modernste kolencentrales ter wereld, wordt omgebouwd tot een biomassacentrale. Het team van Blondeau zal instaan voor het wetenschappelijke luik: voor het eerst wordt de ombouw naar een biomassacentrale gemeten in functie van kostenefficiëntie en duurzaamheid. Zij zullen hiervoor innovatieve metingsmodellen bouwen en metingen doorvoeren. "De impact van dit project kan heel groot zijn, omdat het de ombouw van andere Europese centrales enorm zal vereenvoudigen."

Inwoners Groningen krijgen grotere rol bij windenergie

Inwoners en andere belanghebbenden krijgen een grotere rol bij windenergie in de provincie Groningen. Meedenken over mogelijke locaties, mede-eigenaar worden van windparken en delen van lusten en lasten zijn belangrijk in de nieuwe aanpak.

De provincie Groningen wil de overgang naar duurzame energiebronnen versnellen en koploper blijven op energiegebied in Nederland. Dat levert banen op, draagt bij aan de klimaatdoelstellingen en laat zien dat we van het gas af kunnen. Een belangrijk punt in een provincie met aardbevingen door de gaswinning. Provinciale Staten hebben als doel gesteld in 2035 zestig procent hernieuwbare energie op te wekken, en in 2050 zelfs honderd procent. Groningen wil en moet daarom de komende jaren grote stappen zetten in de overgang naar schone energie. Allereerst natuurlijk door energiebesparing: in de industrie, op scholen, kantoren en bij mensen thuis. 

Maar dat is niet genoeg. Onze energiebehoefte blijft na besparing nog zo groot, dat we alle vormen van duurzame energie nodig hebben en daar willen we in onze provincie de ruimte voor bieden. Voor windenergie heeft de provincie onlangs nieuw beleid op hoofdlijnen vastgesteld, waarbij de provincie Groningen kiest voor een nieuwe aanpak, de zogenaamde Maatschappelijke Tender. Het uitgangspunt van deze aanpak is 'eerlijk, efficiënt en eigen’, wat naar voren is gekomen uit de gesprekken met inwoners over duurzame energie. 

Deze aanpak is nu verder uitgewerkt. Omwonenden, corporaties en bedrijven hebben de mogelijkheid om in het begin van het proces aan te geven welke ruimtelijke en maatschappelijke voorwaarden ze belangrijk vinden. Denk daarbij aan de grootte van de windmolens of de opstelling daarvan, bijvoorbeeld langs wegen, kanalen of op bedrijventerreinen. Daarnaast kunnen omwonenden als voorwaarde stellen dat dat ze vroegtijdig betrokken worden en reële mogelijkheden krijgen om mede-eigenaar te worden van windmolens. Dit moet ervoor zorgen dat de omgeving zo veel mogelijk voordeel heeft van windenergie. 

‘Draagvlak voor windenergie is niet vanzelfsprekend. De impact op de omgeving en het landschap is groot. De provincie wil er daarom voor zorgen dat omwonenden vanaf het begin meedenken over de locaties en onder welke voorwaarden windmolens geplaatst kunnen worden. Door aan te geven waar je windenergie zou willen, hoe je het wilt organiseren en wat je er voor terug wil, maken we duurzame energie echt van onszelf’, zegt gedeputeerde Nienke Homan. 

Energietransitie: VBO Makelaar pleit voor duurzaamheidscollectief

Om de CO2-uitstoot te reduceren wordt in de (nog af te ronden) Klimaatakkoorden nadrukkelijk een bijdrage van de gebouwde omgeving gevraagd. Brancheorganisatie VBO Makelaar pleit voor duurzaamheidscollectieven om de energietransitie van en energiebesparing in woningen handen en voeten te geven. Zo wordt de individuele benadering per woning losgelaten en verduurzaming collectief in de breedte aangepakt. Om draagvlak bij woningeigenaren te creëren, moeten verduurzamingsmaatregelen financieel haalbaar en praktisch uitvoerbaar zijn. Een collectief biedt zowel praktische als prijstechnische voordelen en een transparante informatievoorziening. Dat waarborgt commitment in de wijk en een goede communicatie tussen partijen. Hierdoor worden aardgasloze en (bijna) energieneutrale woningen schaalbaar, betaalbaar en daardoor ook haalbaar.

Volgens VBO Makelaar zijn er voor succes echter twee voorwaarden. Ten eerste moet het energielabel worden vervangen door een informatief duurzaamheidslabel. Het nieuw in te voeren label moet een compleet statusoverzicht van de energiebesparing én energietransitie verstrekken. Een herijkt en uitgebreid duurzaamheidslabel kan de energetische prestaties van een woning inzichtelijker maken en informeren en aansporen tot nog te nemen energiebesparende maatregelen.

Een tweede voorwaarde is dat woningeigenaren gestimuleerd worden tot deelname aan een lokaal duurzaamheidscollectief via een financiële prikkel. Gemeenten en bewoners werken samen in een duurzaamheidscollectief waaraan subsidies en goedkope duurzaamheidsleningen worden gekoppeld. Gemeenten moeten de duurzaamheidscollectieven coördineren en aanjagen. Dat past ook bij de rol die gemeenten bij de verduurzaming hebben.

woensdag 21 november 2018

Vijf winnaars van energieneutrale sportprojecten kunnen aan de slag

Op 20 november zijn de vijf winnaars van de Innovation Challenge Energieneutrale Sportaccommodaties, vanuit het programma Sportinnovator, bekendgemaakt. De innovatieve ideeën voor energiebesparing bij sportaccommodaties hebben groen licht gekregen. Ze ontvangen hiervoor steun van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om innovatie in de sport te bevorderen. Onderstaande initiatieven krijgen 100.000 euro om het idee in de praktijk door te voeren.

Minister Bruno Bruins: 'Het is mooi dat het recent gesloten sportakkoord zo in de praktijk wordt gebracht door deze vijf initiatieven, op deze manier worden sportaccommodaties ook daadwerkelijk duurzamer en klaar gemaakt voor de energietransitie.'

De indieners van de ideeën zijn:

Jellarious (zonnetapijt, dit is een zonnepaneel dat over het kunstgrasveld rolt wanneer er niet gesport wordt).

Kuneverda (luchtdrukbatterij, opgewekte energie uit zonnepanelen kan worden opgeslagen).

HoCoSto (warmteopslag, in combinatie met zonnecollectoren kan een sportcomplex zelfstandig warmte opwekken).

Stored Energy (opslag van energie uit zonnepanelen op daken van sportverenigingen).

Techniek in Tuinbouw (energieopwekking vanuit tuinbouw naar het sportveld toe met een oprolbaar zonnepaneel over kunstgrasvelden).

De winnende innovaties richten zich op de uitdagingen voor sportaccommodaties met betrekking tot energiebesparing. Als voorbeeld kunnen kunstgrasvelden helpen bij het opwekken van energie en sportaccommodaties aardgasvrij gemaakt worden door energie- en warmteopslag.

Gasvraag Nederland nauwelijks gedekt door langetermijncontracten

Dit is de uitkomst van een internationale studie van IHS Markit dat is uitgevoerd in opdracht van GasTerra. Het internationale onderzoeksbureau vindt het riskant als Nederland zich volledig van de open gasmarkt afhankelijk maakt vanaf het moment dat de gaskraan in Groningen dicht gaat. IHS adviseert daarom de behoefte aan gas deels te dekken met langetermijncontracten. GasTerra vindt het belangrijk om mee te denken over de toekomst en ziet hier een uitdaging en wil die bespreekbaar maken. Het is experimenteel om het niet te regelen.

GasTerra-woordvoerder Anja Hulshof laat in een reactie op het rapport weten dat dit van belang is voor de leveringszekerheid. Als Nederland niet méér langlopende contracten afsluit voor de import van gas, bestaat in 2023 de kans dat tijdens een strenge winter er niet voldoende gas is of dat de prijs omhoog gaat. Het onderzoek laat zien dat de gasvraag in Nederland in 2023 voor minder dan 1% is vastgelegd in langetermijncontracten. De landen om Nederland heen hebben wel langetermijncontracten afgesloten om de gasvraag grotendeels of soms volledig af te dekken.

'Omdat Nederland altijd een exportland is geweest, hebben we als land nooit echt nagedacht hoe we beleid moeten voeren op het importeren van gas en wat voor contracten daarvoor moeten komen. Daarom hebben we IHS als onafhankelijk onderzoeksbureau gevraagd te onderzoeken hoe andere gasimporterende landen met lange termijncontracten omgaan en wat Nederland hiervan kan leren. Deze resultaten laten zien dat het huidige Nederlandse gasimportbeleid sterk afwijkt.'

Energieopslagsysteem Johan Cruijff ArenA wint internationale milieuprijs Green Apple Award

Het grootste Europese energieopslagsysteem dat tweedehands en nieuwe batterijen uit elektrische voertuigen toepast in een commercieel complex – de Amsterdamse Johan Cruijff ArenA - heeft de internationale Green Apple Award voor Environmental Best Practice gewonnen. Het project dat verkozen werd uit ruim 800 andere internationale nominaties, is tot stand gekomen dankzij de samenwerking van powermanagementbedrijf Eaton, Nissan, BAM, The Mobility House en de Johan Cruijff ArenA met ondersteuning van het Amsterdams Klimaat en Energiefonds (AKEF) en Interreg.

Het 3 megawatt opslagsysteem in het grootste multifunctionele stadion van Nederland zorgt voor een betrouwbaardere en efficiëntere energievoorziening en -gebruik voor het stadion, de bezoekers, de omgeving en het Nederlandse stroomnetwerk. De combinatie van de Eaton converters en de batterijen uit 148 Nissan LEAFs zorgt niet alleen voor een duurzamer energiesysteem, maar creëert ook een circulaire economie voor batterijen van elektrische voertuigen.

Het energieopslagsysteem speelt een belangrijke rol bij het in balans brengen van vraag en aanbod van energie in de Johan Cruijff ArenA. Met 3 megawatt heeft het systeem voldoende capaciteit om enkele duizenden huishoudens van elektriciteit te voorzien. Deze capaciteit betekent ook dat de energie van de 4.200 zonnepanelen op het ArenA-dak optimaal opgeslagen en gebruikt kan worden. Het energieopslagsysteem levert back-up energie en daardoor zijn er minder dieselgeneratoren nodig. Bovendien ontlast het systeem het energienet door de piekgebruiken tijdens concerten af te vlakken.

Het project in de Johan Cruijff ArenA, het grootste energieopslagsysteem dat momenteel bestaat, nam het op tegen ruim 800 andere nominaties voor de Green Apple Award voor Environmental Best Practice en won dus. De Green Apple Awards werden in 1994 in het leven geroepen en zijn inmiddels internationaal breed erkend als bekroning van duurzaamheidsinspanningen van bedrijven, besturen, gemeenschappen en landen. De awards zijn een initiatief van The Green Organisation – een internationale, onafhankelijke, niet-politieke en niet-commerciële milieugroep, die zich inspant om wereldwijd de best practices op milieugebied te signaleren, belonen en promoten. De Green Apple Awards worden ondersteund door onafhankelijke internationale instituten als de Britse Environment Agency, Chartered Institute of Environmental Health en Chartered Institution of Wastes Management.

Sweco en Rooftop Energy werken samen aan zonneweide van meer dan 80.000 zonnepanelen op Bavelse Berg

Sweco heeft Rooftop Energy geselecteerd als huurder van de Bavelse Berg, een gesloten afvalberging bij Breda. Rooftop Energy zal hier één van de grootste zonneweiden op een nazorglocatie realiseren.

Op de voormalige afvalberging in Breda komen ruim 80.000 zonnepanelen.  De verwachte productie is genoeg voor ruim 10.000 huishoudens.

Sweco is sinds 1970 eigenaar, vergunninghouder en voormalig exploitant van de Bavelse Berg en is verantwoordelijk voor de nazorg, zoals het verwerken van het gas en percolatiewater dat ontstaat in de afvalberg. Hierdoor heeft Sweco specifieke kennis van afvalbergingen. Het ingenieursadvies-bureau heeft de ambitie om de grond op de Bavelse Berg een nuttige tweede functie te geven.
Hanneke Dekkers, adviseur Duurzame Energie bij Sweco: “De afgelopen twee jaar zijn we met succes bezig geweest met het aanvragen van de vergunningen en het zoeken van een partij voor de verdere ontwikkeling, het zorgdragen voor financiering, het realiseren en exploiteren van de zonneweide. We zijn blij dat we een goede partij gevonden hebben in Rooftop Energy, zodat de realisatie van de zonneweide weer een stapje dichterbij komt. We zullen zelf ook als adviseur betrokken blijven bij de ontwikkeling, realisatie en exploitatie.”

Rooftop Energy is een ontwikkelaar en exploitant van zonnestroom installaties. Het bedrijf richt zich primair op volledige ontzorging van de grootzakelijke markt met een focus op grote daken (>3.000 m2) en het ontwikkelen van (ecologische) zonnevelden. In de periode vanaf 2012 zijn er door Rooftop Energy 150 zonnestroom projecten gerealiseerd en in exploitatie genomen.

Peter Vuijk van Rooftop Energy: “Wij zijn verheugd dat wij een dergelijk uitdagend project kunnen gaan realiseren. Na het bereiken van de mijlpaal van een tijdige vergunning is dit huurcontract een volgende belangrijke stap. We kijken uit naar de samenwerking met Sweco, die ons kan adviseren op velerlei onderwerpen.”

Partijen hebben de ambitie dat de zonneweide in 2020 operationeel is.

dinsdag 20 november 2018

Strengere isolatie eisen leiden tot flink hogere bouwkosten

Het Bouwbesluit heeft vanzelfsprekend impact op de sector. Sommige daarvan zijn heel zichtbaar, andere wat minder. De aanpassing van de minimale isolatiewaarden van daken en gevels is een van die minder zichtbare aanpassingen. Het gevolg is wel dat de aanscherping van de minimale isolatiewaarde in calculaties moet worden meegenomen. Calculeren en inschrijven op basis van de geldende wet en regelgeving en actuele prijzen, is tenslotte noodzaak. Het verschil in isolatie kan per woning duizenden euro’s verschil maken.

De maatschappelijke trend beweegt zich duidelijk richting meer duurzaamheid. Iets dat in de bouw op talloze manieren zichtbaar is. Omdat opdrachtgevers hierom vragen, maar ook omdat de overheid het steeds meer verplicht. Met name dat laatste is een blijvend punt van aandacht. Een organisatie in de bouw zal niet snel een specifieke eis van een opdrachtgever over het hoofd zien. Makkelijker is het om kleine veranderingen in regelgeving over het hoofd te zien.

Per 2015 is de minimale isolatiewaarde van daken fors aangescherpt. Deze was voor 2015 Rc 3,5 en bedraagt nu Rc 6. Voor gevels geldt dat de minimale waarde van Rc 3,5 is opgehoogd tot Rc 4,5. Vloeren zijn met een Rc van 3,5 gelijk gebleven qua minimale isolatiewaarde.

Het realiseren van bovengenoemde waardes vergt een aanpassing van het bouwproces en dus ook van de kostencalculatie die daaraan voorafgaat. Archidat Bouwformatie constateert dat de kosten van de buitenschil van woningen is toegenomen. Dat heeft enerzijds te maken met de aanscherping van de isolatiewaardes, maar anderzijds ook met een toename van de prijs van isolatiemateriaal tussen 2015 en nu. Het mes van de gestegen kosten van woningisolatie snijdt dus aan twee kanten.

Aan de wijze waarop woningen geïsoleerd worden, is in wezen weinig veranderd. Spouwmuren vormen nog steeds de voornaamste vorm van gevelisolatie. Evenals het vullen hiervan met materialen als steenwol, glaswol, kunststof en synthetische isolatiematerialen zoals PIR, EPS en PF hardschuim. De kostenstijging van deze materialen heeft zich niet in alle gevallen gelijk ontwikkeld. Zo namen de kosten van minerale wol in de afgelopen drie jaar met in totaal zo’n tien procent toe, terwijl de kosten van PIR isolatieplaten met maar liefst 50 procent zijn gestegen. Het leeuwendeel van die stijging vond plaats in 2017. De spouwisolatie van een referentie hoekwoning kost afhankelijk van het gekozen isolatiemateriaal tot wel €1.000,- meer dan drie jaar geleden.

Zoals gezegd is duurzaamheid een maatschappelijke trend. Kenmerk van een trend is dat deze zich niet beperkt tot een enkele gebeurtenis. Het is dan ook naïef om de stijging van de isolatiekosten van woningen louter te beschouwen in het licht van het Bouwbesluit 2015. Vooral ook omdat we weten wat er in het verschiet ligt. In 2020 wordt de sector geacht Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG) te realiseren. BENG 2020 heeft nog ingrijpendere gevolgen voor de kosten van woningen en de calculatie daarvan. En wel omdat dit niet alleen over isolatie gaat, maar ook over installaties binnen de woning.

Weten dat de kosten gaan stijgen en waar dat mee te maken heeft is één ding. Die kosten op voorhand nauwkeurig berekenen een tweede. Toch stelt Archidat Bouwformatie precies dat in het vooruitzicht. Het bieden van calculatietools en zeer actuele informatie om die calculaties op te baseren, is de kern van onze meerwaarde. Juist bij zo veel ontwikkelingen in de markt en veranderende eisen van zowel de overheid als opdrachtgevers, blijkt het belang daarvan.

Een tool als Bouwkosten Online biedt elke speler in de sector de mogelijkheid om in te schrijven voor actuele projecten, op basis van actuele cijfers. Met deze tool kunnen complete projectberekeningen worden gemaakt, inclusief bouwdelen en arbeidskosten. Eveneens kan de geboden informatie eenvoudig gekoppeld worden aan eigen calculatiesoftware.

Toegankelijkheid is een groot goed. Daarom is de bouwkosten database van Archidat binnen Bouwkosten Online gratis te raadplegen. Ook actuele richtprijzen van verschillende isolatiematerialen en isolatieplaten zijn hier dus voor iedereen beschikbaar. Via https://bouwkosten.bouwformatie.nl kan men de informatie kosteloos raadplegen na registratie.

Archidat Bouwformatie brengt being 2019 BouwdetailWijzer handboek BENG uit. Dit handboek zal een uitgebreid onderzoek bevatten, waarin de impact van BENG op de bouwkosten en detaillering in beeld wordt gebracht. De BouwdetailWijzer handboek BENG kan tijdens de BouwBeurs (4 t/m 8 februari) gratis opgehaald worden met een persoonlijke voucher. Meer informatie en inschrijven voor de BouwdetailWijzer kan via de website van Archidat Bouwformatie.

'Energieaanbod in Nederland verduurzaamt maar mondjesmaat'

Het energieaanbod in Nederland wordt slechts mondjesmaat groener. Dat blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond, Greenpeace, Natuur & Milieu en WISE. Hoewel het stroomaanbod voor consumenten langzaam duurzamer wordt, krijgen zakelijke afnemers volop grijze stroom geleverd. Buiten het zicht van consumenten.

De vier organisaties onderzochten voor het zesde jaar op rij de investeringen, inkoop en levering van stroomleveranciers in Nederland en beoordeelden die op duurzaamheid. Voor het eerst levert dat naast een consumentenranking ook een zakelijke ranking op, met een verschillende uitkomst.

Voor consumentenstroom krijgen de leveranciers gemiddeld een 6,3. Dat is hetzelfde cijfer als vorig jaar, maar dit scoren 2 grote energiebedrijven beter dan voorheen. Daardoor is het particuliere energieaanbod (iets) groener. Het gemiddelde cijfer op de zakelijke lijst is een bedroevende 4,5.

Consumenten worden verleid met reclamesportjes van energiemaatschappijen vol natuur, groene weiden, windmolens en zonnepanelen. Maar tegelijkertijd leveren sommige van diezelfde bedrijven vervuilende grijze stroom aan bedrijven, scholen en ziekenhuizen. Dit zorgt voor een misleidend beeld.

Energiereuzen Nuon en Essent scoren op de consumentenlijst dit jaar beter dan in 2017. Toen vielen zij nog in de categorie ‘vervuilers’, nu behoren ze tot de middenmoot. Met name Nuon maakt een grote sprong: van 4,7 naar 6,0. Die stijging is te danken aan grote investeringen in duurzame energieopwekking. Helaas blijft dat beeld niet overeind bij de zakelijke ranking. Onder meer door een ‘grijzer’ inkoopbeleid scoren de partijen daar slechts tussen de 4,8 (Essent) en 5,8 (Nuon).

In het onderzoek krijgen 11 consumentenleveranciers een 8 of meer voor duurzaamheid. Daarmee zijn zij ‘voorlopers’. Zij produceren zelf duurzaam opgewekte stroom of kopen deze direct in bij de bron. Drie van hen, Pure Energie, Greenchoice en Qwint, leveren ook aan de zakelijke markt. De duurzaamheidsscore daar is gelijk of een paar tienden lager. Het zijn de enige ‘voorlopers’ op de zakelijke markt. 

Het gemak waarmee energieleveranciers vervuilende stroom doorschuiven van de particuliere naar de zakelijke markt geeft volgens de organisaties te denken en legt een grote verantwoordelijkheid bij de zakelijke afnemers. Verduurzaming van energie kan alleen een vlucht nemen als ook zakelijke klanten, zoals scholen, eisen gaan stellen aan hun stroomleveranciers.

Gemeente in beroep tegen gaswinning

De gemeente Tilburg is tegen gaswinning uit een gasveld dat grotendeels onder Tilburg Noord ligt. Het ministerie van Economische Zaken heeft onlangs besloten tot uitbreiding en verlenging van de gaswinning.

Eind 2017 adviseerde de gemeente het ministerie negatief over de verlenging en uitbreiding van de gaswinning in het gebied Loon op Zand / Loon op Zand-Zuid. De gemeente heeft in de zomer van 20178 een zienswijze ingediend tegen het ontwerp-instemmingsbesluit van de minister. Op 9 november heeft de minister laten weten toch in te stemmen met de uitbreiding en verlenging van de huidige gaswinning tot 2026, ondanks bezwaren van onder andere de gemeenten Loon op Zand en Tilburg.

De gemeente Tilburg onderzoekt de mogelijkheden om samen met buurgemeente Loon op Zand en andere (semi-)overheden in Brabant die worden geconfronteerd met uitbreiding en verlenging van de gaswinning, een vuist te maken. "Het lijkt wel of wij in Brabant nu de dupe worden van het feit dat de gaskraan elders langzaam wordt dichtgedraaid. Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn", aldus wethouder Oscar Dusschooten, "Samen staan we in ieder geval sterker in de beroepsprocedure, maar we onderzoeken ook andere mogelijkheden om ons tegengeluid te laten klinken in Den Haag".

Het winnen van fossiele brandstoffen draagt niet bij aan de doelstelling van Tilburg om in 2045 klimaatneutraal te zijn. Bovendien draagt gaswinning niet bij aan de nationale en internationale afspraken op het gebied van CO2-reductie, zoals verwoord in het energieakkoord en het klimaatakkoord van Parijs. Het zorgt ook niet voor een gewenste impuls naar verduurzaming van de energievoorziening in onze gemeente. Verder vindt Tilburg dat voorkomen moet worden dat er schade ontstaat door bodemtrillingen of dat bodemdaling optreedt door de gaswinning.

Bouw energie neutrale wijk Slottuin in Heemstede begonnen

In Heemstede is dinsdagmiddag 6 november begonnen met de bouw van de energie neutrale wijk Slottuin op het terrein van het voormalige Nova College aan de Cruquiusweg in Heemstede. De Heemsteedse wethouder Annelies van der Have sloeg samen met vier toekomstige bewoners de eerste paal.  De bouwtijd bedraagt naar verwachting één jaar. 

Op het gebied van duurzaamheid gaat Slottuin verder dan de gemiddelde eisen in het landelijk bouwbesluit. De Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) geeft aan hoe efficiënt de energie wordt opgewekt en verbruikt. Voor de wijk Slottuin - die géén gasaansluiting krijgt – geldt een EPC van 0, dus energie neutraal. De 22 huurwoningen in het project vallen in de categorie Nul op de Meter en worden afgenomen door Elan Wonen..

De energie in Slottuin wordt grotendeels ter plekke opgewekt. De woningen krijgen het energielabel A++++ en zijn dankzij de toepassing van warmte en koudeopslag koel in de zomer en warm in de winter. Een warmtepomp brengt de warmte daar waar die in huis nodig is. Deze pomp werkt op door zonnecellen op het dak geleverde energie. Alle huizen krijgen vloerverwarming- en koeling. Daardoor zijn geen radiatoren en warme luchtstromen (minder ronddwarrelend stof) nodig. De per kamerthermostaat bedienbare warmtepomp zorgt ook voor het warme water.     

De 33 zorgappartementen worden door Elan Wonen verhuurd aan Zorgbalans, dat in deze appartementen zorg en ondersteuning biedt aan ouderen die niet langer zelfstandig kunnen wonen. In het door Mulleners en Mulleners architecten gemaakte plan wordt behalve aan de architectuur van de woningen ook veel aandacht besteed aan het groen in de wijk, de inpassing van Slottuin in de bestaande omgeving en de verkeersafwikkeling. Aannemer HBB Groep gaat Slottuin bouwen.

maandag 19 november 2018

NAM fakkelt op gasbehandelingsinstallatie Den Helder

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) voert momenteel groot onderhoud uit aan het offshore aardgasleidingnetwerk. Om veilig te kunnen werken wordt deze vooraf gasvrij gemaakt. Het aardgas dat nog in de leidingen aanwezig is, wordt daarvoor afgefakkeld.

Maandagochtend 19 november is daarom vanaf half 8 ‘s ochtends een grote vlam zichtbaar op de NAM-locatie. Het verbranden van het aardgas is een onafgebroken proces dat naar verwachting tot en met donderdag 22 november plaatsvindt.

Op de gasbehandelingsinstallatie in Den Helder komt ongeveer de helft van het Nederlandse aardgas dat op zee wordt gewonnen aan land. Na behandeling wordt het aardgas gebruikt om de industrie van energie te voorzien en onze huizen te verwarmen.

Voor een veilige en efficiënte aardgasproductie vinden voortdurend werkzaamheden aan de leidingen en installaties plaats. Voor het groot onderhoud is het noodzakelijk om het aardgas dat nog in de leidingen aanwezig is af te fakkelen. Dit aardgas kan niet worden verwerkt voor gebruik. Het fakkelen is de meest milieuvriendelijke wijze om dit aardgas te verwijderen. De productie van aardgas op de offshore platforms wordt tijdelijk stil gelegd.

Najaarsronde SDE+ stevent af op record

De ‘SDE+ najaarsronde 2018’ stevent af op meer duurzame energie op dan ooit. Momenteel beoordeelt RVO.nl de bijna zesduizend ingediende energieprojecten, die gezamenlijk goed zijn voor een jaarproductie van maar liefst 35,1 PJ. De verwachting is dat na beoordeling van de aanvragen de energieopbrengst van deze SDE+ ronde eerder rondes kan overtreffen. Dat betekent dat er voor hetzelfde budget steeds meer duurzame energie kan worden opgewekt.

In de najaarsronde zijn 5.907 subsidieaanvragen ingediend, met in totaal een budgetclaim van ruim € 7,7 miljard euro. Opvallend is het grote aandeel zonne-energie; met maar liefst 5.636 projecten. Ook het grote aantal projecten voor wind op land valt met 153 op. Dit schrijft minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Duurzame energieopwekking wordt door schaalvergroting en technische ontwikkelingen steeds efficiënter. In deze najaarsronde is dat goed te zien bij zonne-energie; de techniek wordt steeds goedkoper, waardoor er steeds minder subsidie nodig is. De SDE+ versnelt die ontwikkeling, wat past in de lijn van het Regeerakkoord, dat inzet op de meest kostenefficiënte oplossingen.

De SDE+-regeling werkt als een veiling en stimuleert aanvragers om projecten voor een zo laag mogelijke subsidie in te dienen, waarbij alle projecten en technologieën met elkaar concurreren. Dat lokt innovatie en kostenreductie uit; positief voor het klimaat én voor de energierekening van consumenten en bedrijven. Met name wind- en zonne-energie is de afgelopen jaren fors goedkoper geworden.

Met de SDE+ levert het kabinet een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen voor hernieuwbare energie. De SDE+ is bedoeld voor onder meer windparken, zonneparken, biomassa-installaties, waterkrachtcentrales en geothermieprojecten die voor het onrendabele deel nog subsidie nodig hebben. Dat is nodig, omdat hernieuwbare energieopwekking nu vaak nog duurder is dan energie uit fossiele bronnen. Met de SDE+ biedt het kabinet de zekerheid die nodig is om langjarige investeringen in hernieuwbare energieprojecten aan te gaan. Voor deze najaarsronde is 6 miljard euro beschikbaar. Aanvragers die in deze ronde geen subsidiebeschikking krijgen, kunnen in een volgende ronde opnieuw meedoen.

Kernenergie: een keuze tussen goed en kwaad

Sinds kort staat kernenergie weer op de agenda. Nadat Arjen Lubach in zijn programma een lans brak voor kernenergie, pleitte ook VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff voor meer kerncentrales in Nederland. Het zou volgens hem dé manier zijn om de klimaatdoelen te halen. Hij kreeg direct bijstand én kritiek.

Intussen wordt er veel gediscussieerd over de energiebron, in de Tweede Kamer, maar ook daarbuiten. Naast rationele overwegingen worden ook emotionele argumenten naar voren gebracht. Moeten we hier eveneens naar luisteren?

Een kleine meerderheid in de Tweede Kamer is voor kernenergie. De voorstanders verwijzen naar het VN-klimaatpanel IPCC, dat vorige maand stelde dat de klimaatdoelen zonder zware maatregelen niet gehaald worden. We ontkomen niet aan meer kernenergie als we de doelen willen halen, stelden de onderzoekers. Het broeikasgas CO2 moet drastisch worden verminderd, en kernenergie stoot geen CO2 uit. Bovendien raakt de voorraad fossiele brandstoffen uitgeput. Kernfusieonderzoeker Niek Lopes Cardozo is één van de vele experts die kernenergie ziet als een goed alternatief, naast zonne- en windenergie. Dat stelde hij tijdens zijn lezing ‘Energiecrisis: Binnenkort kernfusie?’.
Er zijn echter ook felle tegenstanders, zowel in de Tweede Kamer als onder de bevolking. Zij wijzen op de nadelen, zoals kernafval en het feit dat de bouw van een centrale lang duurt en het een dure energiebron is. Het is een lastige keuze: wanneer we kiezen voor kernenergie zal ons nageslacht de komende 25.000 jaar te maken hebben met afvalstoffen; zijn we tegen kernenergie dan zal het broeikaseffect deel uitmaken van het toekomstplaatje. Naast deze rationele afwegingen hebben mensen volgens Cardozo ook moeite met het accepteren van kernenergie, simpelweg omdat het niet goed te bevatten is wat het precies is. “Met zonne- en windenergie hebben de meeste mensen wel enige affiniteit. De zon is dagelijks te zien en de wind te voelen,” stelt hij. “Kernenergie is minder alledaags”. En vanwege onbekendheid met kernenergie twijfelen veel mensen aan de veiligheid ervan. Het is angst voor het onbekende. De rampen in de kerncentrales van Tsjernobyl en Fukushima helpen ook niet bij het zien van kernenergie als veilige energiebron; de angst voor nucleaire catestrofes is nog altijd springlevend, hoe onterecht ook.

'Steeds meer gevaarlijke slimme gasmeters in Nederland'

De overheid krijgt de problemen met gevaarlijke slimme gasmeters ondanks beloftes van beterschap niet onder controle. Minister Wiebes (Economische Zaken) liet het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) na onthullingen door Kassa orde op zaken stellen. Uit een rapport van dit overheidsorgaan blijken de problemen alleen maar groter te zijn geworden, meldt Kassa.

Netbeheer Nederland liet Wiebes in november 2017 schriftelijk weten dat het om 62.000 meters met een te kort schroefdraad gaat. Daardoor is er een verhoogde kans op gaslekken. Het aantal werd tot tweemaal naar boven bijgesteld. Het blijkt uiteindelijk te gaan om ruim 66.000 meters.

Netbeheerders waren niet in staat om die gevaarlijke meters op tijd te vervangen. Uit het rapport blijkt dat er nog steeds 1744 slimme gasmeters hangen die al voor april dit jaar vervangen hadden moeten worden. Vier van deze meters zijn zo gevaarlijk dat het SodM al december vorig jaar concludeerde dat ze onmiddellijk vervangen moesten worden. Deze meters zijn voorzien van een adapter, een door de netbeheerders bedachte oplossing om het probleem met de te korte schroefdraad op te lossen. Voor de montage is een kunststof lijm gebruikt die volstrekt onveilig is.

Uit onderzoek van het SodM blijkt bovendien dat er nog ruim 39.000 gebrekkige meters zijn bijgeplaatst deze zomer door netbeheerder Enexis. Dit keer hebben de meters geen te kort aangesneden schroefdraad, maar een schroefdraad dat niet diep genoeg is. Het is niet duidelijk of alle meters dit probleem hebben, daarom vindt de SodM dat ze voor de zekerheid allemaal vervangen moeten worden.

Foto: Remko van Dokkum (cc)

vrijdag 16 november 2018

Ook 100% groene stroomleverancier kan nog niet zonder conventionele energiecentrales

Ook 100% groene stroomleverancier kan nog niet zonder conventionele energiecentrales
De opslag van duurzame energie vormt een van de grootste hindernissen bij een overgang naar een 100% duurzaam energiesysteem. Zolang de elektriciteit uit wind en zon niet goed opgeslagen kan worden voor later gebruik, blijft er energieopwekking nodig die niet van de weersomstandigheden afhankelijk is: regelbaar vermogen. Hoewel sommige energieleveranciers, zoals Qurrent, in hun recente reclame uitingen willen doen geloven dat zij alleen echt groene energie leveren, is dit op dit moment niet mogelijk.

Vergroening van grijze stroom
Ieder jaar deelt de Consumentenbond in samenwerking met Greenpeace, Natuur & Milieu en WISE duurzaamheidscijfers uit aan energieleveranciers. Er zijn namelijk een aantal leveranciers die hun stroom als groen verkopen, maar deze in werkelijkheid laten opwekken door onder meer kolen- en gascentrales. Zo konden 69% van de Nederlandse huishoudens in 2017 groene stroomabonnementen afnemen, terwijl in dat jaar maar 13,9% van de elektriciteit in Nederland duurzaam werd opgewekt. Deze ‘sjoemelstroom’ kan worden aangeboden door het opkopen van groene stroomcertificaten uit het buitenland. Lees hier meer over deze methode om duurzame energie op te wekken.

Wel een prikkel voor ontwikkeling, niet 100% duurzaam
Een aantal Nederlandse energieleveranciers zetten zich openlijk af tegen deze handelswijze en werken uitsluitend met Nederlandse Garanties van Oorsprong. Zo ook Qurrent, dat vier jaar achter elkaar een 10 voor duurzaamheid heeft gekregen van de Consumentenbond. Doordat Qurrent alleen Nederlandse certificaten gebruikt kunnen afnemers van groene stroom bij Qurrent er vanuit gaan dat hun groene stroomabonnement wél voor een prikkel zorgt voor meer duurzame energie in Nederland. Echter, Qurrent wekt in hun reclame uitingen ten onrechte de illusie dat hun klanten het hele jaar door alleen maar wind- en zonne-energie ontvangen en er dus geen cent richting kolen- en gascentrales gaat.

Conventionele energiecentrales kunnen naargelang de vraag meer of minder stroom opwekken, maar bij windmolens of zonnepanelen bestaat deze mogelijkheid niet. Hoeveel er wordt opgewekt hangt af van het weer. Tot op heden is het niet mogelijk om voldoende energie uit wind en zon op te slaan om het landelijke elektriciteitsnet te voorzien wanneer het niet waait en/of de zon niet schijnt, zodat er moet worden uitgeweken naar conventioneel regelbaar vermogen (onder andere kolen- en gascentrales).

Dit is voor Qurrent niet anders, zij kunnen geen wind- en zonne-stroom leveren als de weersomstandigheden dit niet toestaan. Dankzij de levering door conventionele centrales valt bij hun klanten op die momenten het licht niet uit. Deze stroom dient Qurrent in te kopen op de groothandelsmarkt, waar op dat moment alleen stroom uit conventionele bronnen wordt verhandeld, er gaat dus toch geld van Qurrent richting deze traditionele centrales.

Nog sterker gesteld: zonder deze traditionele centrales zouden leveranciers als Qurrent niet kunnen bestaan, als alle leveranciers namelijk alleen groene stroom zouden produceren zou de benodigde back-up tijdens de momenten zonder wind en zon er niet zijn en het licht dus letterlijk uit gaan. 

Garanties van Oorsprong als opslagmiddel
Toch levert Qurrent 100% duurzame energie uit Nederland, hoe kan dit? Garanties van Oorsprong (GvO’s) zijn niet alleen los te verhandelen van hun bron, ze zijn ook nog een jaar lang houdbaar voor gebruik op een later moment. Zo kan Qurrent overschotten van GvO’s die het verkrijgt wanneer er meer wordt geproduceerd dan hun klanten afnemen, bewaren voor de momenten dat er te weinig wordt opgewekt. Een administratieve batterij voor duurzame energie dus. Over een heel jaar klopt de rekensom, maar het kan hun klanten ten onrechte de indruk geven dat het hele jaar op ieder moment evenveel groene stroom beschikbaar was als dat zij op dat moment gebruikten.

Het ontkennen van de noodzaak van regelbaar vermogen misleidt de Nederlandse energiegebruikers over de huidige stand van zaken. Een écht 100% groene leverancier van stroom bestaat in Nederland namelijk nog niet.