Pagina's

donderdag 30 november 2017

Woonstad Rotterdam en Nuon sluiten 600 woningen in Rotterdam-Zuid aan

Woningcorporatie Woonstad Rotterdam en energieleverancier Nuon willen 600 woningen in Pendrecht van het aardgas afhalen, om ze daarna aan te sluiten op het Rotterdamse warmtenet. Het gaat om ruim 10 procent van alle woningen in deze wijk op Zuid. Als het aan betrokken partijen ligt, dan worden uiterlijk 2025 alle 600 woningen verwarmd met industriële restwarmte en koken de bewoners elektrisch. Uniek is dat het niet een enkel flatgebouw of rijtje eengezinswoningen betreft, maar een groter gebied, waarin bestaande woningen worden aangesloten op het warmtenet terwijl ze in veel gevallen nog bewoond zijn. Het is de eerste keer dat een dergelijke gebiedsgerichte aanpak wordt afgesproken.

Woonstad Rotterdam, Nuon en de gemeente Rotterdam hebben afspraken hierover vastgelegd in een intentieovereenkomst, die gisteren werd getekend. Het aardgasvrij maken van 600 woningen in Pendrecht is een eerste forse stap in het behalen van grotere duurzaamheidsdoelen. Woonstad Rotterdam wil voor 2050 al haar vastgoed in Rotterdam gasloos maken, zo’n 57.000 woningen. Aardgas is schadelijk voor het milieu door de CO2 die bij winning en verbranding wordt uitgestoten. Om die reden streeft ook de gemeente Rotterdam naar een aardgasvrije gebouwde omgeving in 2050. Door het leveren van industriële restwarmte draagt Nuon substantieel bij aan deze klimaatambities. Overschakelen op het warmtenet levert een CO2-reductie op van 75-80 procent ten opzichte van individuele cv-ketels.

Niet alleen het milieu, ook de bewoners van de woningen in Pendrecht profiteren van de omschakeling naar het warmtenet. Een gasloze woning is veiliger. Bovendien is er in complexen met voorheen gemeenschappelijke ketels geen gedoe meer met verdeelsleutels, omdat het verbruik van het warmtenet per individuele woning wordt gemeten.

Het is voor Nuon een belangrijke stap om bestaande bouw op Rotterdam Zuid aardgasloos te maken. Dat vraagt om een hele andere aanpak dan bij nieuwbouw, waar van te voren bijvoorbeeld al een plek is aangewezen waar een warmteset komt te hangen. In bestaande bouw moet per woning worden gekeken hoe dit het beste kan worden georganiseerd. Elk huis heeft een andere inrichting en bovendien luistert de afstemming met de zittende bewoners heel nauw.

De energietransitie, zoals de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen wordt genoemd, is een grote uitdaging voor de bestaande woningvoorraad. Nieuwbouwwoningen kunnen in de ontwerpfase geschikt worden gemaakt voor duurzame energie, maar bestaande woningen aanpassen is lastiger. De voorraad van woningcorporaties biedt een grote kans om op relatief korte termijn stappen te zetten in de richting van een aardgasvrije gebouwde omgeving. Corporatiewoningen staan vaak bij elkaar in buurten of wijken, waardoor een heel gebied met een paar honderd woningen in één keer kan worden overgezet van aardgas naar het warmtenet.

Maar meestal hebben corporaties niet alle woningen in een wijk in bezit. In Pendrecht is meer dan de helft van de 5.600 woningen van Woonstad. Het is daarom belangrijk dat ook andere vastgoedeigenaren besluiten hun woningen af te koppelen van het aardgas en aan te sluiten op het warmtenet. De gemeente Rotterdam onderzoekt in Pendrecht wat er nodig is om dit op gebiedsniveau voor elkaar te krijgen.

Grootste dak met zonnepanelen van Nederland opgeleverd op warehouse in Tilburg

SEGRO, belegger en ontwikkelaar van logistiek en industrieel vastgoed, heeft het dak van een van haar distributiecentra in SEGRO Logistics Centre Tilburg volledig gevuld met zonnepanelen. Het gaat om een dak van 43.900 m2, waarmee een record wordt gevestigd van grootste oppervlakte aan zonnepanelen op één dak. Voor SEGRO is dit een maatregel die in lijn ligt met de duurzaamheidsstrategie ‘SEGRO 2020’.

De bijna 11.000 zonnepanelen (modules) beslaan een oppervlakte die te vergelijken is met 7 voetbalvelden. Ze zorgen voor een energieopbrengst van 3,4 megawattpiek per jaar, wat gelijk staat aan het jaarlijks energiegebruik van ruim 850 huishoudens. De installatie zorgt daarbij voor een CO2-besparing van meer dan 1875 ton.

De opgewekte energie gaat direct naar de gebruiker van het pand. Op het moment dat er energie over is, wordt dat terug geleverd aan het energienet. Op die manier kan mogelijk ook de omgeving hiervan profiteren.

Als een van de grootste vastgoedontwikkelaars en -beleggers in Europa, ziet SEGRO een belangrijke verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan het verkleinen van de ecologische footprint. Daarom is in 2013 de duurzaamheidsstrategie SEGRO 2020 in werking getreden, waarin SEGRO zich committeert aan het verminderen van de impact op het milieu op belangrijke gebieden zoals energie- en waterverbruik en de recycling van afval. Daarbij is met name duurzame energie een essentieel onderdeel van de duurzaamheidsstrategie. Het doel is om in het hele bedrijf de capaciteit in het opwekken van duurzame energie te vergroten. De zonnepanelen in Tilburg zijn hier een belangrijke stap in.

Nieuw opslagsysteem helpt TenneT aan ultrasnelle frequentieregeling

Om beter voorbereid te zijn op de toename van zonne- en windenergie, wil netwerkbeheerder TenneT plotselinge frequentieschommelingen in het hoogspanningsnet veel sneller kunnen dempen. Een belangrijke stap is vandaag gezet, via de ingebruikname van een innovatief opslagsysteem. Daarmee levert opslagspecialist S4 Energy flexibel vermogen. Ook ontstaan mogelijkheden voor het realiseren van ‘virtuele energiecentrales’.

Het nieuwe opslagsysteem werd op 23 november officieel in gebruik genomen door Annemieke Traag, de Overijsselse gedeputeerde voor Energie, Milieu en Europa.

Voor TenneT wordt het steeds belangrijker om plotselinge frequentieschommelingen te kunnen gladstrijken, aldus Danny Klaar, manager System Operations International Development bij TenneT. “Wind- en zonne-energie zijn afhankelijk van het weer. Ook hebben we te maken met veel wisselingen in elektriciteitshandel over de landsgrenzen heen. Daardoor ontstaan vaker kortdurende frequentievariaties. Een belangrijk voordeel van deze installatie is de snelheid waarmee in zulke situaties energie opgeslagen en weer op het net gezet kan worden.”

Het belang van dit type opslag voor de verduurzaming van de energievoorziening wordt ook onderstreept door het Energiefonds Overijssel, dat de installatie mede heeft gefinancierd. Het Energiefonds Overijssel investeert in projecten die een substantiële bijdrage leveren aan de doelstelling van de provincie om in 2023 20% van de gebruikte energie duurzaam op te wekken.

woensdag 29 november 2017

Nuon tekent contracten voor windpark Wieringermeer

Nuon heeft contracten getekend met Nordex Group, BAM Infra Nederland en Van Gelder Groep voor het windmolenpark Wieringermeer. De contracten hebben betrekking op de levering en bouw van windturbines, de aanleg van de infrastructuur en de fundaties van het windpark.

De Nordex Group levert 50 N117 / 3600-turbines. De installatie van deze 50 turbines begint in 2019 en zal tegen het einde van dat jaar voltooid zijn. Daarna zal Nordex service verlenen aan het windpark en een lokaal service centrum voor dit doel oprichten.

BAM Infra is verantwoordelijk voor de fundaties van het windpark. Van Gelder Groep is verantwoordelijk voor de realisatie van de parkwegen, kraanopstelplaatsen en voor het leveren en aanleggen van de parkbekabeling inclusief schakelstations.

Windpark Wieringermeer is één van de grootste wind op land projecten van Vattenfall in Europa. De ontwikkeling van dit windmolenpark startte 10 jaar geleden via een samenwerking tussen ECN, Nuon en partners, en Windcollectief Wieringermeer. In september 2017 heeft Vattenfall 32 windturbines van Windcollectief Wieringermeer overgenomen en is daarmee eigenaar van 82 turbines. ECN blijft eigenaar van de resterende 17 windturbines in het windpark. Eén windturbine, de Poldermolen, wordt ter beschikking gesteld aan de omwonenden. Eind 2019 zal het nieuwe windpark 100 windturbines tellen en stroom opwekken voor 370.000 huishoudens.

Windmolens op de Spinder voor minder CO2-uitstoot

De gemeente Tilburg werkt met anderen samen om te zorgen voor minder uitstoot van CO2. Dit is beter voor het milieu. Daarom worden op de Spinder 4 windmolens gebouwd.

Die molens voorzien 7000 huishoudens van groene stroom. Spinderwind BV, een samenwerking tussen 10 energiecoöperaties uit de gemeente Tilburg en de regio Hart van Brabant en Energiefonds Brabant, zet het project voort. De gemeente en afvalverwerker Attero en stichting MOED sloten een tijd geleden een zogenoemde Green Deal Burgerwindpark om te zorgen dat er windmolens op de Spinder komen. Deze partners droegen het project vrijdag 17 november over aan Spinderwind BV. Die gaan kijken wat nodig is om het plan uit te voeren. Daarna worden burgers en bedrijven erbij betrokken. Zij worden mede-eigenaar van het burgerwindpark. 

Wethouder Berend de Vries: "De betrokken partijen hebben laten zien dat het mogelijk is om in een zeer kort tijdsbestek de afspraken uit de green deal uit te werken tot een uitvoerbaar plan. Het bijzondere aan dit project is dat het een windpark voor en door bewoners van onze regio wordt. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat Spinderwind er voor gaat zorgen dat er eind volgend jaar vier prachtige windturbines staan".

De gemeente voert al jaren actief beleid dat erop gericht is om het energieverbruik terug te dringen. Onder andere in woningen maar ook in de openbare ruimte. Het doel is om in 2045 een klimaatneutrale stad te zijn. Klimaatneutraal houdt in: geen effect hebben op het klimaat. Bijvoorbeeld doordat de hoeveelheid broeikasgassen die wordt uitgestoten wordt  gecompenseerd door het planten van bomen. Daarvoor zet Tilburg nu al grote stappen. Onder andere door woningen goed te isoleren en zoveel mogelijk energie zelf op te wekken.

Shell en bio-bean laten Londense bussen op brandstof uit koffiedik rijden

Shell en bio-bean gaan samen een aantal Londense bussen van biobrandstof voorzien die deels gemaakt is van koffiedik. De bussen hoeven hiervoor niet te worden aangepast. Biobrandstof levert schonere en duurzamere energie met een lagere uitstoot voor het openbaar vervoer in het Londense stadsnetwerk .

De samenwerking tussen Shell en bio-bean maakt deel uit van het energieconcept #makethefuture, waarmee Shell wereldwijd haar steun verleent aan ondernemers die slimme innovaties op het vlak van energie omzetten in een positieve impact op samenlevingen.

Inwoners van Londen drinken per persoon gemiddeld 2,3 koppen koffie per dag , wat goed is voor 200.000 ton  afval per jaar. Bio-bean haalt een deel van deze koffieprut op bij grote koffieketens en fabrieken. Het koffiedik wordt gedroogd en verwerkt, waarna de koffie-olie eruit gehaald kan worden. In samenwerking met brandstofpartner Argent Energy verwerkt bio-bean deze olie in een biobrandstof.

Deze biodiesel wordt nu dus voor het eerst ingezet als brandstof voor de Londense bussen. Arthur Kay, oprichter van bio-bean: “Het is een geweldig voorbeeld van wat er allemaal mogelijk wordt wanneer we op een andere manier over afval gaan denken, door het als een nieuwe grondstof te bekijken. We zijn van start gegaan in het Verenigd Koninkrijk, maar we zien ook heel wat mogelijkheden in een land zoals Nederland, waar per jaar meer dan 10 miljard kopjes koffie worden gedronken. Door op een nieuwe manier met afval om te gaan, kunnen we bouwen aan slimmere steden en een betere toekomst voor iedereen.”

Sinead Lynch, directeur van Shell UK: “Waar het gaat om schone energie, zijn we altijd op zoek naar de volgende inventieve oplossing. Een goed idee kan overal ontstaan, maar de impact en het engagement van Shell kunnen helpen om een echte doorbraak te creëren. We zijn blij dat we bio-bean kunnen helpen in de testfase van deze innovatieve energieoplossing, die kan helpen om de Londense bussen te laten rijden en de Londenaars vlot door hun stad te laten reizen – deels dankzij hun koffieafval.”

dinsdag 28 november 2017

'Online rekentools energieleveranciers beneden de maat'

Energieleveranciers gebruiken in hun online rekentools verschillende standaarden voor het verbruik van stroom en gas. Hierdoor is het voor consumenten onmogelijk om een eerlijk vergelijk te maken. Dat blijkt uit een onderzoek van Vereniging de Vastelastenbond.

De meeste consumenten weten het jaarverbruik voor stroom en gas niet en kunnen op basis van aantal personen en type woning een schatting maken van het jaarverbruik en de daar bijbehorende jaarkosten. ‘Het verschil tussen twee leveranciers kan oplopen tot ruim 1200 euro‘, benadrukt Dirk-Jan Wolfert. ‘Je denkt als consument dat je er warmpjes bij zit, maar in werkelijkheid kom je van een koude kermis thuis. Daarom pleiten wij voor het gebruik van standaard verbruiken voor alle leveranciers.’

Elk jaar stappen veel consumenten over naar een nieuwe energieleverancier. Voordat ze overstappen, willen ze graag het aanbod van verschillende energieleveranciers met elkaar vergelijken. De online rekentool lijkt uitkomst te brengen. ‘Als consumenten hun energieverbruik niet weten, dan maakt de tool een schatting’, vervolgt Dirk-Jan Wolfert zijn verhaal. ‘Bij deze schatting gaat het mis. Energieleveranciers gebruiken namelijk verschillende standaarden om een inschatting te maken. De ene leverancier schat te hoog, een andere schat te laag. Al met al is het onmogelijk om een eerlijke vergelijking te maken. Dat vind ik een kwalijke zaak.’

Het onderzoek van de Vastelastenbond richtte zich op tweepersoonshuishoudens met een tussenwoning. Energieflex gaat bij een tweepersoonshuishouden uit van een gemiddeld verbruik van 1440 kWh (elektriciteit) en 864 m3 (gas) op jaarbasis. Bij Qurrent gaat deze schatting uit van 3023 kWh en 2676 m3. ‘Deze verschillen zijn echt veel te groot’, concludeert Dirk-Jan Wolfert. ‘Kiest een consument per ongeluk een leverancier die te laag schat, dan is hij op jaarbasis fors duurder uit. De verschillen tussen de goedkoopste en de duurste aanbieder kunnen oplopen tot ruim €1.200 op jaarbasis.’

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) probeert al jaren grip te krijgen op wijze waarop energieleveranciers hun energiecontracten aanbieden aan consumenten. ‘De ACM heeft speciale richtlijnen in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat energieleveranciers op dezelfde manier een vergelijking maken’, geeft volgens Dirk-Jan Wolfert tekst en uitleg. ‘Op basis van het aanbod op maat is afgesproken om alle kosten mee te nemen in de berekening. Zo’n aanbod op maat helpt consumenten om een eerlijke vergelijking te maken. De praktijk is weerbarstig. Energieleveranciers weten daar slim omheen te manoeuvreren en hanteren andere gemiddelde verbruiken als uitgangspunt voor hun berekening.’

Vereniging de Vastelastenbond pleit voor een standaard verbruik dat elke energieleverancier verplicht moet gebruiken. ‘We beschikken over de nieuwste technologieën om energie duurzamer te maken’, gaat Dirk-Jan Wolfert verder. ‘En onderwijl lukt het niet om een duidelijke richtlijn op te stellen voor ongeveer 40 energieleveranciers. Zo’n standaard is hard nodig. Alleen zo geven we consumenten de mogelijkheid om een eerlijke vergelijking te maken.’

Eerste geothermiecentrale Nederland die stroom, warmte én koude opwekt

De Gemeente Soest en Larderel Energy, onderdeel van Ingenieursbureau Herman de Groot uit Amersfoort, hebben onlangs een Letter of Intent ( LOI ) getekend voor de realisatie van een Geothermische Energiecentrale. De centrale richt zich op ultra-diepe geothermie ( tot een diepte van ca. 7 kilometer ). Deze techniek kan ruim 50% van de duurzame energiebehoefte opwekken voor de 20.000 Soester-huishoudens.

Dit voornemen maakt onderdeel uit van het beleid van Soest om minimaal 20 procent van de duurzame energie binnen de gemeentelijke grenzen te realiseren. Het beoogde doel is dan ook een aanzienlijke verhoging van duurzame energieopwekking: elektriciteit, warmte en koude.

Larderel Energy en Herman de Groot Ingenieurs gaan samen met de Gemeente Soest verder onderzoek plegen naar de haalbaarheid van het voornemen en verwachten medio 2018 daarover verder uitsluitsel te kunnen geven.

Onderboring Leie verbindt verbrandingsoven Imog met warmtenet Kuurne-Harelbeke

Voor de aanleg van een warmtenet in Kuurne en Harelbeke is een onderboring van de Leie noodzakelijk. Dit huzarenstukje is een cruciaal onderdeel om met dit gloednieuwe warmtenet beide gemeenten van de restwarmte van de verbrandingsoven van IMOG te voorzien.

Via een netwerk van 14 kilometer buizen brengt men de anders onbenutte energie naar 700 woningen, een 10-tal appartementsgebouwen en meerdere stadsgebouwen langs het traject. In totaal kan het warmtenet jaarlijks bijna 10 000 ton CO2 besparen.

Een grote uitdaging hierbij: Harelbeke en Kuurne worden gescheiden door de Leie, een belangrijke verbindingsweg voor de binnenscheepvaart.

Afgelopen week startte men met de onderboring van de rivier om de ontwikkeling van dit project. Die onderboring is eigenlijk dubbel: één voor de aanvoerleiding van warmte, de andere voor de retourleiding. Deze twee boringen gebeuren over een traject van 150 meter en gaan tot 18 meter onder de Leie.

Haarlem krijgt er de komende jaren 300 laadpalen bij

Elektrisch rijden wordt steeds populairder. Zo is sinds 2014 het aantal elektrische voertuigen in Nederland meer dan verdubbeld. Voor 2025 wordt verwacht dat zo’n 1 miljoen elektrische auto’s op de Nederlandse wegen rijden. Om zowel bewoners als bezoekers van onze stad te stimuleren elektrisch te rijden zijn er meer laadpalen nodig in Haarlem.

Op dit moment zijn er 67 openbare laadpalen in Haarlem. Deze zijn in de afgelopen vijf jaar geplaatst. "Dit is een goed begin om bij te dragen aan een klimaat neutrale stad maar er moet een versnelling komen. Daarom komen er de komende jaren ongeveer 300 laadpalen bij", aldus wethouder duurzaamheid Cora-Yfke Sikkema. Deze 300 laadpalen zijn nodig om te voldoen aan de behoefte aan openbare laadpalen in de toekomst, die wordt geschat op circa 360 stuks. De 300 extra laadpalen worden vanaf nu tot eind 2021 gerealiseerd.

Gelderland gaat energiebesparing bedrijven versnellen

Om energiebesparing door bedrijven en instellingen te versnellen gaat de provincie Gelderland lokale ondernemersinitiatieven stimuleren. Vanaf 1 januari 2018 is een bijdrage beschikbaar voor ondernemersorganisaties van winkelcentra, bedrijventerreinen en branches die individuele bedrijven informatie geven over energiescans en begeleiding bij het uitvoeren van energiebesparende maatregelen.

Voorwaarde voor het ontvangen van de subsidie is dat de plannen ook gefinancierd worden door anderen. Meestal zijn dit gemeenten. Zij betrekken vaak ook scholen, sportverenigingen en zorginstellingen, zodat deze aanpak breder gaat. Ook moeten omgevingsdiensten een positief advies geven. De provincie heeft voor deze plannen in totaal 1 miljoen euro beschikbaar. De subsidie is niet bedoeld voor het financieren van energiebesparende maatregelen.

Een groot aantal bedrijven moet maatregelen nemen die energie besparen en zich binnen 5 jaar terugverdienen. Door nu de wortel (beloning) en stok (verplichting) samen in te zetten, willen we echt stappen zetten en zorgen voor versnelling. Want energie besparen levert bedrijven geld op. En het is goed voor de economie. Het draagt óók bij aan een energieneutraal Gelderland. En daarvoor moet iedereen aan de slag, aldus gedeputeerde Jan Jacob van Dijk voor energietransitie.

Inzicht in geschikte maatregelen per bedrijf, hulp bij keuze en advies over de financiering zijn van groot belang voor bedrijven die energie willen besparen. Een energiescan geeft inzicht in het energieverbruik en de besparingskansen. Bij een scan die voldoet aan de Energie Prestatie Keuring (EPK) is daar bovendien een lijst van erkende maatregelen aan gekoppeld. Deze lijst toont maatregelen die zich binnen 5 jaar terugverdienen. Uit projecten in de Achterhoek blijkt dat als bedrijven na ontvangst van het scanrapport actief begeleiding krijgen, zij de maatregelen ook invoeren.

maandag 27 november 2017

Eerste Duurzame Aanbieder label uitgereikt

Vanochtend werd Frans Zegwaart, directeur van Maas Warmtetechniek in Haarlem, door de voorzitters van Bouwend Nederland, Uneto-VNI en OnderhoudNL in het zonnetje gezet. Uit handen van de drie initiatiefnemers van de Duurzame Aanbieder ontving hij het eerste Duurzame Aanbieder label van Nederland.

De mogelijkheid om je als consortium te registreren als Duurzame Aanbieder ziet Zegwaart als een groot voordeel: "Het Duurzame Aanbieder label biedt ook kleine en middelgrote bedrijven de mogelijkheid zich te onderscheiden op het gebied van duurzaamheid.  Achter de schermen werken we met drie bedrijven, maar de klant heeft toch maar één aanspreekpunt".

Nu het kabinet in zijn akkoord volop inzet op de verduurzaming van woningen, bieden leveranciers allerlei duurzame oplossingen. Voor huiseigenaren wordt het hierdoor steeds lastiger om te bepalen welke oplossing in zijn situatie de beste is. Eerst vloerisolatie of eerst dubbelglas? Of toch maar zonnepanelen?

Voor Ruud Maas, voorzitter OnderhoudNL, was dit een belangrijke reden om samen met Bouwend Nederland en Uneto-VNI het initiatief te nemen: “De consument ziet door de bomen het bos niet meer. Het Duurzame Aanbieder label helpt de huiseigenaar bij het kiezen van de meest effectieve maatregelen in zijn situatie. Ook kan de Duurzame Aanbieder hen wijzen op mogelijkheden om de maatregelen te financieren. Zo kunnen we huiseigenaren ontzorgen bij het gehele traject van het verduurzamen van de woning”.

Om in aanmerking te komen voor het Duurzame Aanbieder label moet de aanbieder aan een aantal criteria voldoen. Naast advisering over de mogelijke maatregelen en financieringsmogelijkheden, onderhoudt de aanbieder ook alle contacten met (onder-)leveranciers en blijft hij ook na afronding van de werkzaamheden betrokken. Bij het volledig energieneutraal maken van de woning biedt de Duurzame Aanbieder een energieprestatiegarantie. Onafhankelijk instituut SKG-IKOB controleert of aanbieders voldoen aan de criteria en in aanmerking komen voor het label.

Energiescan aan huis voor verduurzamen woning

Het gemeentelijk Energieloket Verbeter en Bespaar van Zwolle bestaat 5 jaar. Daarom trakteert het loket en geeft 50 energiescans (ter waarde van 60 euro) weg aan huiseigenaren die een stap willen maken om hun huis energieneutraal te maken. Dit initiatief is een van de stappen in de energietransitie waarin heel Zwolle in 2050 energieneutraal wil zijn. Dit betekent dat de stad evenveel hernieuwbare energie uit wind, zon en water wil opwekken als we met elkaar verbruiken.

Zwolse bewoners, bedrijven, instellingen en overheid werken gezamenlijk aan de transitie naar schone energie. Al 7 procent van alle energie die Zwolle verbruikt wordt duurzaam opgewekt. Veel Zwollenaren zijn al begonnen: door hun woning te isoleren, zonnepanelen te plaatsen of een elektrische auto aan te schaffen. Overstappen op groene stroom en het gebruik van led-lampen zijn maatregelen die een eerste stap kunnen zijn.

De energiescan vindt plaats aan huis waarbij de coach de woning doorloopt en onafhankelijk advies geeft over mogelijkheden om energie te besparen, bijvoorbeeld over isolatiemogelijkheden. De coach kan bemiddelen in het aanvragen van offertes en na het aanbrengen van maatregelen helpen bij het aanvragen van een nieuw energielabel. Vanaf maandag 27 november kunnen geïnteresseerden zich op de nieuwe website www.energiekzwolle.nl  inschrijven om in aanmerking te komen voor de energiescan. De eerste 50 aanmeldingen krijgen de scan gratis aangeboden. Daarna is de energiescan tot het eind van het jaar voor 25 euro te bestellen, in plaats van 60 euro.

“Nieuwbouwhuizen worden opgeleverd met energielabel A of B. Veel woningen worden ook niet langer met gasaansluiting gebouwd. De techniek is zover dat alles elektrisch werkt en de energie bijvoorbeeld via zonnepanelen wordt opgewekt. In bestaande woningen is vaak nog veel winst te behalen door HR++ glas te plaatsen, spouwmuren te isoleren of de ketel te vervangen voor een warmtepomp. De kwaliteit van wonen wordt daarmee beter en de leefomgeving gezonder. Voor deze groep zal de energiescan het meest waardevol zijn”, aldus wethouder Michiel van Willigen.

Zwolse Energiegids biedt houvast bij energieprojecten

Met de vaststelling van de Zwolse Energiegids door burgemeester en wethouders is er een houvast om plannen voor grootschalige opwekking van duurzame energie in Zwolle zorgvuldig af te kunnen wegen. Bij de bespreking van de ambities voor een energieneutraal Zwolle deze zomer vroeg de gemeenteraad om zo´n houvast.

Uiterlijk in 2050 wil Zwolle volledig energieneutraal zijn en alle energie duurzaam opwekken. De gemeente wil vaart maken: al in 2025 moet de uitstoot van CO2 25% minder zijn dan in 1990 en wordt 25% van alle energie op duurzame wijze opgewekt.
In de Zwolse Energiegids is in kaart gebracht waar de kansrijke plekken zijn voor grootschalige opwekking van stroom uit zon, wind en waterkracht en aardwarmte (geothermie). De gids biedt een houvast om initiatieven af te kunnen wegen. Het lijkt in theorie - binnen de huidige regels en technieken - mogelijk om alle benodigde elektriciteit op Zwols grondgebied duurzaam te kunnen opwekken met zon, wind en waterkracht. Voor warmte is dat niet mogelijk.

Wethouder Michiel van Willigen is ervan overtuigd dat alle bronnen nodig zijn om de ambitie waar te maken: “We hebben nu gerekend met het stroomverbruik in Zwolle van 2015. We weten echter ook dat de elektriciteitsvraag de komende jaren flink zal stijgen, omdat we voor het verwarmen van onze huizen en gebouwen meer stroom gaan gebruiken in plaats van aardgas. Ook het elektrisch rijden leidt tot een groei van het stroomverbruik. Daarom is het belangrijk dat we met elkaar het verbruik verminderen. Om Zwollenaren daarbij te helpen zullen we binnenkort een campagne starten om mensen aan te sporen zelf verbeter- en bespaarmaatregelen te nemen. Daarvoor zijn tijdelijk energiecoaches beschikbaar voor een aantrekkelijk tarief.”

De Energiegids laat zien dat grote delen van het buitengebied geschikt zijn voor zonneparken, zowel op land als op water, naast de inzet van zonnepanelen op daken in de stad. Windmolens zijn binnen de huidige regels op een paar plekken in het buitengebied mogelijk. De wethouder: “Voor windenergie richten we ons in eerste instantie op kansrijke gebieden bij Tolhuislanden aan de noordoostkant van Zwolle en in het zuiden van Zwolle, bij Harculo en Hoog-Zuthem.”

De kansen voor opwekking van stroom uit waterkracht lijken beperkt en liggen met name bij de kribben in de IJssel. Voor het winnen van warmte uit de diepe ondergrond (geothermie) is er op dit moment één kansrijk gebied in beeld aan de noordzijde van de stad. Deze geothermiebron kan naar verwachting voor een beperkt deel voorzien in de warmtevraag.

De wethouder: “We hebben in de Energiegids aangegeven waar grootschalige energie kan worden opgewekt. Nu we weten waar het kan, zullen we in gesprek gaan met initiatiefnemers en afspraken maken hoe de omgeving vanaf het begin betrokken wordt bij initiatieven. Samen met omwonenden, ondernemers in de buurt, maar ook met de buurgemeenten. We vragen aan initiatiefnemers om daarvoor een participatie- en communicatieplan te maken.”  

Voor het opstellen van de Energiegids zijn diverse stadsgesprekken gevoerd en er is een enquete uitgezet onder het Zwolse burgerpanel. Daarnaast zijn wijkbewoners en jongeren bevraagd en is met de initiatiefnemers van het windmoleninitiatief op Voorst teruggeblikt. De opbrengst van al die gesprekken is gebruikt om de Zwolse aanpak te formuleren.

Michiel van Willigen: “We hebben geluisterd naar de stad. Zwollenaren willen dat de gemeente duidelijke keuzes maakt en projecten gaat stimuleren. Ze vinden het belangrijk dat de opbrengsten van energieopwekking in Zwolle blijven en bijvoorbeeld terugvloeien in een lokaal energiefonds.”
De komende maanden werken b en w uit welke rol de gemeente wil spelen bij de verschillende initiatieven en energiebronnen. Naast de grootschalige opwekking van duurzame energie gaat de gemeente zich ook richten op energiebesparing bij bedrijven en het verduurzamen van bestaande woningen. “We nemen ook zelf onze  verantwoordelijkheid en investeren fors in de verduurzaming van onze eigen energiebehoefte.”

B en w leggen de Zwolse Energiegids voor aan de gemeenteraad als kader voor de afweging van grootschalige duurzame energieprojecten. De raad zal de gids op 4 december bespreken in een debatronde. Daarbij is gelegenheid om in te spreken. Op 18 december neemt de gemeenteraad een besluit over de Zwolse Energiegids.

Zes keer meer vraag naar flexibiliteit in 2050; rol voor opslag kleiner dan gedacht

De vraag naar flexibiliteit van het elektriciteitssysteem zal verdubbelen tussen nu en 2030. In de jaren daarna - tussen 2030 en 2050 - verdrievoudigt de vraag. Deze toenemende vraag naar flexibiliteit wordt – naast een stijging in het verbruik van elektriciteit – vooral veroorzaakt door een snel groeiend aandeel van zon en wind in de productie van elektriciteit (tot zo’n 80 procent in 2050). De stijgende vraag naar flexibiliteit wordt overwegend opgevangen door buitenlandse handel en binnenlandse vraagsturing (‘demand response’). Energieopslag zal vanwege de hoge investeringskosten minder ingezet worden dan doorgaans wordt aangenomen. Het voordeel van flexibiliteitsoplossingen om de benodigde verzwaringen van de elektriciteitsnetten te beperken blijkt meer op tijdelijke inzet voor lokale knelpunten te liggen dan op de uit eerdere studies verwachte grote omvang van vermeden investeringen op lange termijn.

Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het FLEXNET project van ECN, Netbeheer Nederland en Alliander.  In dit project is voor het eerst vraag en aanbod van flexibiliteit van een duurzame, CO2-vrije elektriciteitsvoorziening in Nederland tot 2050 op een integrale wijze kwantitatief onderzocht, waarbij een breed scala aan flexibiliteitsopties is meegenomen. 

FLEXNET projectleider Jos Sijm: “Door de toename van onder meer warmtepompen, elektrisch vervoer en stroomopwekking  uit zon en wind wordt de vraag naar flexibiliteit tot 2050 zes keer zo groot. De traditionele bronnen van flexibiliteit zijn de gas- en kolencentrales, deze gaan verdwijnen en ze in stand houden alleen voor het leveren van flexibiliteit is een dure oplossing. Daarom moeten we ons energiesysteem flink aanpassen om te zorgen dat nieuwe bronnen van flexibiliteit beschikbaar komen. Het systeem moet zowel grote variaties per uur van vraag en aanbod als langdurige perioden met weinig opwek uit zon en wind op kunnen vangen.”

De toenemende fluctuaties in  vraag en aanbod van elektriciteit zullen volgens de onderzoekers voor een groot deel opgevangen worden door import en export van elektriciteit, en door verschuivingen in de vraag naar elektriciteit (‘demand response’), waardoor deze vraag beter verspreid kan worden over de dag en afgestemd op het wisselende aanbod van zon en wind. Daar liggen vooral kansen voor de industrie, bijvoorbeeld door de inzet van technieken als Power-to-Gas, Power-to-Heat of Power-to-Ammonia.

Daarnaast zullen er steeds meer mogelijkheden komen om energie op te slaan, zowel voor de korte termijn als seizoensopslag. Voorbeelden hiervan zijn de Tesla Powerwall, de elektrische auto, waterkracht of Power-to-Gas. Het belang hiervan wordt door de onderzoekers echter minder groot geschat dan meestal wordt gedacht.

“De investeringskosten voor opslagtechnieken zullen veelal zo hoog zijn, dat het moeilijk wordt om de business case voor deze oplossingen rond te krijgen. Opslag zal in specifieke situaties een oplossing zijn, maar het wordt niet het antwoord op de groter wordende fluctuaties in onze energievoorziening, tenzij deze opties tegen nog lagere kosten beschikbaar komen dan we hebben aangenomen, of vanuit andere behoeftes in het energiesysteem terecht komen en dan daarnaast alsnog als flexibiliteitsoptie beschikbaar zijn,” aldus Sijm.

De onderzoeksresultaten zijn van groot belang voor netbeheerders. Zij willen weten of hun netwerken de groeiende vraag en de wisselingen in het aanbod aankunnen. Daarnaast zijn ze geïnteresseerd in de vraag of de inzet van flexibiliteitsopties de kosten van benodigde verzwaringen van hun netten kan verlagen.

Sijm: “We laten zien dat er in de komende jaren nog geen grote toename van knelpunten in de huidige netwerken zal zijn. Na 2030 neemt het aantal gevallen van overbelasting echter aanzienlijk toe. De financiële omvang en het voordeel van flexibiliteitsopties om netverzwaringen te reduceren is over het algemeen echter beperkter dan we tot voor kort dachten. In specifieke, tijdelijke situaties kan het gebruik van flexibiliteit echter van groot belang zijn om overbelasting en kosten van netverzwaring te verlagen, dit biedt voor netbeheerders nu al mogelijkheden om tot efficiëntere oplossingen te komen voor knelpunten in hun netten”

Het onderzoek van ECN, Netbeheer Nederland en Alliander vond plaats in het kader van het thema Systeemintegratie van de Topsector Energie. Daarnaast is het project mede gefinancierd door Energie-Nederland en GasTerra.

vrijdag 24 november 2017

EXE lanceert onafhankelijk transactieplatform voor elektriciteit

Energy eXchange Enablers (EXE), een dochter van Alliander, heeft het eerste onafhankelijke transactieplatform voor rechtstreekse uitwisseling van elektriciteit tussen opwekkers en verbruikers gelanceerd. Het platform ENTRNCE brengt zo de toekomstige, decentrale energiemarkt een stap dichterbij.

In het nieuwe duurzame energie systeem willen opwekkers én afnemers van energie – zowel zakelijk als particulier – steeds vaker zelf de regie nemen over hun energiehuishouding. ‘Dit vraagt om een platform dat decentrale transacties kan verwerken. Met het platform ENTRNCE hebben we een laagdrempelig, volledig geautomatiseerd peer-2-peer platform ontwikkeld, waarmee zakelijke opwekkers en verbruikers, dienstverleners én energieleveranciers toegang krijgen tot de markt’, aldus Erica Blom, general manager bij EXE.

In het nieuwe duurzame energiesysteem willen steeds meer bedrijven en consumenten niet alleen stroom gebruiken, maar ook zelf opgewekte energie verkopen aan derden. Net zoals zij nu al kunnen kiezen van wie zij hun stroom afnemen, willen zij natuurlijk ook zelf kunnen bepalen aan wie ze hun energie verkopen en tegen welke prijs. Om dit mogelijk te maken is er een onafhankelijke administrateur nodig die zelf niet in energie handelt. In het huidige energiesysteem heeft de netbeheerder deze rol. Alliander-dochter EXE biedt daarom vanaf nu dit neutrale platform ook voor het nieuwe duurzame energiesysteem.

Onderzoek naar grootschalig open warmtenet in West-Brabant

Enexis Groep en provincie Noord-Brabant hebben samen met Berenschot onderzoek gedaan naar afwegingen en keuzes voor de ontwikkeling van EnergiewebXL. EnergywebXL staat voor de infrastructuur van warmte- en stoomnetten op en rondom het haven- en industriegebied Moerdijk (HIM). Deze netten vervoeren restwarmte en CO2.

Via EnergywebXL verwacht Enexis Groep en de provincie substantieel bij te dragen aan het besparen op het energieverbruik in Noord-Brabant. Bedrijven op haven- en industriegebied Moerdijk hebben veel restwarmte die zij nu nog afvoeren via de lucht of het oppervlaktewater. De provincie wil EnergywebXL fors uitbreiden en sloot eind 2016 een intentieovereenkomst met Enexis Groep om gezamenlijk onderzoek te doen naar de verschillende mogelijkheden.

Berenschot is begin dit jaar gevraagd om Enexis Groep en de provincie te ondersteunen in de mogelijke doorgroeipaden van zo’n regionaal warmtenet. Voor een warmtenet in westelijk Noord-Brabant zijn meerdere groei mogelijkheden geïdentificeerd:
Starten met een warmtenet voor glastuinbouwers op Nieuw Prinsenland
Verbinding tussen Nieuw Prinsenland en haven- en industrieterrein Moerdijk (HIM)
Verbinding vanaf HIM naar bestaande warmtenetten midden-Brabant
Verbinding vanaf HIM naar Dordrecht en bestaande warmtenetten c.q. uitbreidingen
Ook nieuwe verbindingen op HIM behoren tot de keuzemogelijkheden.

Uit het onderzoek blijkt dat één van de belangrijkste voorwaarden voor een financierbaar maar toch open warmtenet een goed systeem van warmtetransportrechten is. Belangrijk is steeds wie betaalt voor de aanleg de transportleidingen. Risico voor financiering door afnemers en producenten kan met lange-termijn leveringscontracten worden afgedekt, maar als daarmee alle capaciteit gereserveerd wordt is er geen open warmtenet met toegang voor derden.

De oplossing is de publieke financieringscomponent die vaak gewenst of zelfs nodig is voor warmtenetten. Dit kan vanuit het Rijk, de provincie of andere financiers. Deze kunnen dan wensen dat een gedeelte van de transportcapaciteit vrij blijft voor toekomstige deelnemers. Dit kan praktisch omdat veel warmteleidingen een ingroeimodel kennen.

Voor open warmtenetten moeten nog vele keuzes gemaakt worden: marktmodellen, de systeembeheerder, de market operator en technische aspecten zoals temperatuur niveaus. Daarbij is er niet één vast model, maar is de omvang van het net en het aantal warmtebronnen bepalend. De provincie en Enexis Groep werken momenteel samen met een aantal stakeholders verder aan de concrete invulling van een passend ingroeimodel.

Shell Ideas360 daagt studenten uit grensverleggend te denken

Onder de naam Shell Ideas360 daagt Shell studenten uit om mee te doen aan een wereldwijde competitie. Een challenge waarbij slimme oplossingen voor uitdagingen op het gebied van energie, water en voedsel centraal staan.

Naar schatting groeit de wereldbevolking tot zo’n 9 miljard mensen in 2050. Ook de vraag naar energie, water en voedsel zal de komende decennia toenemen. Enkel door samen te werken kunnen we deze uitdagingen aan. Daarom stimuleert Shell studenten om hun innovatieve ideeën door te ontwikkelen naar een investeringswaardig businessmodel, onder begeleiding van mentoren en experts.

Studenten krijgen de mogelijkheid specifieke vaardigheden te ontwikkelen die later kunnen helpen bij het vinden van een baan. Een aantrekkelijke challenge, want uit onderzoek blijkt dat er een grote behoefte is aan afgestudeerden met specifieke vaardigheden, zoals het beschikken over een probleemoplossend denkvermogen*. Bovendien ontvangt de winnaar een bijzondere Adventure Trip!

Jesse D’Heans, teamlid Fix&Fish van de TU Delft, deed vorig jaar mee en eindigde in de top 5: “Meedoen aan Shell Ideas360 was een leerzaam proces waarbij ik een innovatief idee naar een businessplan heb mogen vertalen. Het oefenen van presentaties voor de jury hebben ervoor gezorgd dat mijn presentatievaardigheden zijn verbeterd, waar ik iedere dag nog iets aan heb. Ik kan iedereen aanraden mee te doen aan de competitie. Het staat goed op je CV en bij mijn eerste sollicitatiegesprekken waren de interviewers duidelijk onder de indruk van mijn deelname.”

Tijdens de 2017-editie zijn meer dan 750 ideeën uit ruim 140 landen ingezonden, waarvan de vijf beste ideeën naar de finale in Londen mochten. Voorbeelden van eerdere concepten zijn onder andere het gebruik van plastic uit de oceaan voor visnetten, het gebruik van aangespoeld zeewier om ondervoeding tegen te gaan en zonnepanelen die zichzelf kunnen verplaatsen richting de zon.

donderdag 23 november 2017

Vandebron en ChargePoint starten samenwerking

Duurzame energiemarktplaats Vandebron start een samenwerking met ChargePoint, wereldwijd leider op het gebied van laadoplossingen voor elektrische mobiliteit. Vandebron levert als eerste Nederlandse energieleverancier ChargePoint’s geavanceerde hardware aan de Nederlandse markt. De samenwerking behelst aanvankelijk levering van thuisladers. Daarnaast bundelen de partijen hun innovatieve krachten om slimme producten te ontwikkelen, vanuit het gedeelde doel de energietransitie te versnellen.

Sinds september biedt de energiespeler elektrisch rijders toegang tot laadpalen via een Vandebron laadpas en app. De samenwerking met ChargePoint maakt het mogelijk om hun producten nu als eerste in Nederland aan te bieden. Om thuisladen voor iedereen toegankelijker te maken biedt Vandebron deze aan tegen inkoopprijs. Daarnaast zullen de partijen samenwerken op het gebied van flexibiliteit en overige mobiliteitsdiensten om het elektrisch rijden zo aantrekkelijk mogelijk te maken in Nederland.

Europees onderzoek gericht op reduceren kosten

Een consortium van tien Europese partners is gestart met een onderzoeksproject om zeven nieuwe technologieën te ontwikkelen voor offshore windturbinebladen. Doel is om de gemiddelde kosten voor het onderhoud over de totale levensduur van een turbine, te verlagen met zo’n vijf procent. Binnen dit Offshore Demonstration Blade (ODB) project zal TNO fiber-optische sensoren inzetten om falen en druppelslagerosie in de bladen te meten.

De kosten voor Operations & Maintenance van een offshore windturbine, beslaan een groot deel van de totale levelised cost of energy (LCOE), de gemiddelde kosten over de totale levensduur van een turbine voor het opwekken van energie per kilowattuur. Ook erosie, slijtage als gevolg van inslag van regendruppels bij steeds hogere snelheden en de aangroei van algen, vormen een grote kostenpost. Het verbeteren van de prestaties en operationele levensduur, hebben daarom een directe impact op het verlagen van de kosten van offshore windenergie.

TNO draagt bij aan een snelle vertaling van toegepaste kennis naar de praktijk in multidisciplinaire samenwerkingsprojecten. Maurits Huisman, TNO Maritiem & Offshore: “Door onze kennis van hightech systems, sensoren, nanotechnologie en smart coatings kunnen we helpen de kosten van onderhoud aan windturbines te verlagen. Het slimmer ontwerpen, onderhouden en het verlengen van de levensduur van constructies zijn belangrijke speerpunten van het maritieme offshore windprogramma van TNO. Binnen het ODB project zal TNO fiber-optische sensoren inzetten om falen en druppelslagerosie in de bladen te meten. De meetgegevens gebruiken we om een condition based maintenance (CBM) tool te ontwikkelen.” Het Europese project is onderdeel van TKI Wind op Zee programma van de Topsector Energie.

Het Offshore Demonstration Blade (ODB) project ondersteunt het onderzoek, de ontwikkeling en praktijktesten van innovaties van windturbinebladen waaronder verbeteringen in de aerodynamica en de constructie, monitoringsystemen voor de bladen en oplossingen om erosie te voorkomen. Het consortium demonstreert en beproeft de innovaties op een 7MW turbine in Schotland. Ze zullen uiteindelijk beschikbaar komen voor zowel bestaande als nieuw te plaatsen offshore windturbines. Het tweejarige project wordt via het Demowind programma met vier miljoen euro gefinancierd. Het project wordt gecoördineerd door het Engelse ORE Catapult Development Services Ltd (ODSL). Daarnaast doen verschillende toonaangevende organisaties voor windturbine innovaties mee, waaronder CENER, Bladena, Aerox, Siemens Gamesa Renewable Energy, Total Wind, Dansk IngeniørService A/S (DIS), Technical University of Denmark (DTU), Cardenal Herrera University (CEU) in Spanje en TNO.

Onderzoek naar energie-kringloop Museumplein

Het Van Gogh Museum, het Stedelijk Museum, het Concertgebouw, Albert Heijn, Q-Park en Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling (DGO) onderzoeken hoe ze onderling energie in de vorm van warmte en koude kunnen uitwisselen. De gebouwen op het zuidelijke deel van het Museumplein vormen een logisch cluster van vraag en aanbod van duurzame energie. Eerder tekenden de partijen een intentieovereenkomst om het Museumplein te verduurzamen met lokale warmte en koude. De Gemeente Amsterdam subsidieert het onderzoek dat de financiële, technische en juridische uitdagingen duidelijk moet maken.

De kunsttempels op het Amsterdamse Museumplein hebben naast hun culturele schatten een schat aan duurzame energie in de vorm van warmte of koude in huis. Ook andere gebouwen op het plein hebben energie over die de buren goed kunnen gebruiken. De partijen willen door vraag en aanbod van energie aan elkaar te koppelen zorgen dat het Museumplein  een prachtig voorbeeld van efficiënt energiegebruik en dus minder CO2-uitstoot wordt. Het is een bijzonder initiatief vanwege de vele bronnen en afnemers, de locatie in hartje Amsterdam en de monumentale panden waarvoor duurzaam energiegebruik een uitdaging is.

Alliander DGO, een dochteronderneming van Alliander, is bij het initiatief betrokken vanwege haar expertise in de ontwikkeling en aanleg van duurzame infrastructuren. Het bedrijf adviseert de gebouwen hoe ze een gezamenlijk energieplan kunnen realiseren met behoud van een betrouwbaar en betaalbare energievoorziening.

In het onderzoek worden  de technische mogelijkheden onderzocht om de diverse warmte- en koude-systemen op elkaar aan te sluiten. Wat is de warmte- en koude-vraag van de betrokken gebouwen en wat zijn de mogelijkheden om de installaties aan te passen? Welke uitbreidings- of renovatieplannen hebben de gebouwen? Welke mogelijkheden biedt het terrein van Q-Park voor de aanleg van een leiding om de duurzame energie uit te wisselen? De koppeling van meerdere bedrijven met ieder hun eigen energiebehoefte is innovatief en een grote opgave.

Het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum hebben vanwege de vele toeristen en klimaatbeheersing warmte over. De parkeergarage van Q-park pompt koud grondwater weg, waardoor hier een koude-overschot is. Het Concertgebouw wil zijn energiegebruik verduurzamen en zoekt alternatieven voor de gasgestookte installaties en koelmachines. Ook de eigenaar van de Albert Heijn-winkel op het plein staat open voor nieuwe en duurzame energieconcepten; zoals de warmte geproduceerd door de koel-/vriesinstallaties duurzaam inzetten en waar mogelijk de koude van Q-Park gebruiken voor koeling in de winkel.

Vrije Universiteit Brussel in hoofdrol miljoenenproject om afgelegen gemeenschappen energieonafhankelijk te maken

BURN (comBUstion and Robust optimizatioN) speelt een hoofdrol in het GenComm project, dat met 9.39 miljoen euro wordt gefinancierd door Interreg Noordwest-Europa. De VUB-groep heeft de leiding in het onderzoek naar de optimalisatie van de productie van hernieuwbare waterstof en diens integratie in de hedendaagse energiemix. De kennis en ervaring van BURN wordt gebruikt om van GenComm een pioniersproject te maken in slimme, hernieuwbare energieopslag.

GenComm (Generating energy secure Communities through smart renewable hydrogen) mikt op de uitdagingen omtrent duurzaamheid en energieonafhankelijkheid in afgelegen gemeenschappen in Noordwest-Europa. De idee is om hernieuwbare energiebronnen te gebruiken voor de productie en opslag van waterstof. Het project zal daarmee niet alleen de commerciële maturiteit aan van waterstoftechnologie aantonen, maar ook dat waterstof kan dienen als duurzame energieoplossing voor zowel elektriciteit, transport als verwarming. De focus op afgelegen gemeenschappen zal mee het evenwicht herstellen tussen stedelijke en landelijke gebieden, wat een belangrijke pijler is in het regionaal beleid van de EU.

Drie proefinstallaties zullen worden opgebouwd tijdens het project om waterstof te produceren. Ondanks de relatief lage efficiëntie van waterstofopslag, is de energiedichtheid zeer hoog. Zo bevat een kilogram waterstof ongeveer 200 keer de energie van een kilogram lithium-ion batterij. Daarnaast vervangt (overtollige) hernieuwbare energie de fossiele brandstof in de aanmaak van waterstof, en kunnen we spreken over hernieuwbare waterstof. Dit maakt hernieuwbare waterstof de geschikte kandidaat voor grootschalige energieopslag, en zal daarom worden geïntegreerd in de proefinstallaties.
De energie van biomassa, zon en wind, verdeeld over de drie proefinstallaties, zal worden gebruikt om waterstof aan te maken.
De proefinstallatie die biomassa zal verwerken komt in Stornoway, op de Westelijk gelegen eilanden van Schotland. Visafval zal worden verzameld en omgezet tot biogas. Hiermee wordt een warmtekrachtkoppeling aangedreven, die dan weer de elektriciteit levert om water op te splitsen in waterstof en zuurstof. De waterstof zal een andere warmtekrachtkoppeling aandrijven, terwijl de zuurstof wordt gebruikt in het behandelen van het visafval. Hiermee is de cirkel rond, en spreken we van een kringloopeconomie.

De zonnepanelen worden geïnstalleerd in Saarbrücken (Duitsland), waar de zonne-energie zal gebruikt worden om waterstof te produceren. De waterstof wordt daarna samengedrukt en verzonden naar het tankstation, klaar om de voertuigen aangedreven door waterstof van hun brandstof te voorzien.

Tot slot wordt de windenergie gebruikt uit County Antrim (Noord-Ierland). De geproduceerde waterstof wordt hier opgeslagen in vaten onder hoge druk. Dit staat toe de waterstof te gebruiken wanneer en zoveel je wilt.

De data komende van de drie proefinstallaties wordt verwerkt in een technisch en financieel model. Deze modellen vormen de basis voor een ondersteuningssoftware, die zijn gebruikers zal helpen bij het samenstellen van hun hernieuwbare energieproductie. Verschillende afgelegen gemeenschappen kunnen dan gebruik maken van de software, die hun zal begeleiden op hun pad naar duurzaamheid en energieonafhankelijkheid.

woensdag 22 november 2017

Rhenus stelt grootste single roof zonnestroomproject in bedrijf

Rhenus heeft op 20 november 2017 het grootste single roof zonnestroomproject in Nederland officieel en feestelijk in bedrijf gesteld. In totaal zijn er door KiesZon 15.318 zonnepanelen op het distributiecentrum van Rhenus Contract Logistics in Eindhoven geplaatst waarmee jaarlijks ruim 4.000.000 kWh wordt opgewekt. Daarmee is het systeem, op basis van de meest recente beschikbare informatie en kennis van Polder PV, het qua opwekvermogen grootste single roof zonnestroomproject van Nederland.

Begin 2017 heeft Rhenus haar 2e distributiecentrum (54.000 m2) geopend in Eindhoven. Bij de bouw van haar distributiecentra streeft Rhenus naar de meest duurzame faciliteiten met BREEAM Outstanding als uitgangspunt om zo aan haar duurzame doelstellingen te voldoen. Er wordt niet alleen gekeken naar het opwekken van energie, zoals in Eindhoven met de ruim 15.000 zonnepanelen, maar ook naar de materiaalkeuze en ecologische voorwaarden. Naast daglichttoetreding worden alle panden voorzien van LED verlichting en stelt een informatie- en communicatieplatform Rhenus in staat om pro actief te reageren op zaken zoals energie en onderhoud.

Het zonnestroomproject is door KiesZon gerealiseerd, binnen het eigen vier pijlers model. Ontwikkelen, financieren, realiseren en na oplevering exploiteren. Het reuzeproject werd geïnitieerd door de Stichting MOED, die een energieaanpak met Rhenus heeft afgestemd, waar het zonnestroomproject een gevolg van is en waarvoor MOED de SDE+ subsidie heeft geregeld.

Slim energienet houdt Roermond warm én klimaatneutraal

Roermond wil in 2050 klimaatneutraal zijn. Lokale en regionale partijen onderzoeken daarvoor de haalbaarheid van het ontwikkelen van een slim energienet in de gebouwde omgeving. Dit net moet gaan voorzien in de warmte- en koudebehoefte voor woningen, bedrijven en instellingen in de gemeente Roermond. Doordat alle betrokken partijen vorige week de intentieverklaring ondertekend hebben, is er in een vroegtijdig stadium draagvlak gecreëerd voor het realiseren van dit energienet tussen zowel de aanbieder van lage temperatuur restwarmte en de potentiële afnemers. Het haalbaarheidsonderzoek wordt op 1 maart 2018 afgerond.

Slim Energienet Roermond (SER) maakt gebruik van de restwarmte van Smurfit Kappa Roermond Papier, producent van papier voor de golfkartonindustrie. Hiermee kan zo’n 4,5 miljoen kilogram CO2 per jaar worden bespaard. Dat staat gelijk aan de CO2-uitstoot die vrijkomt bij het gasverbruik van ongeveer 1500 huishouders per jaar. Door deze besparing wordt 12,5% van de duurzaamheidsopgave van de gemeente Roermond ingevuld en levert SER een bijdrage aan het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Uiteindelijk moet dit energienet een open en flexibele structuur krijgen waardoor in de toekomst meerdere aanbieders en afnemers kunnen worden gekoppeld.

ABN: Benutten verduurzamingskansen levert bedrijven rendement op

ABN AMRO en EcoChain Technologies gaan samenwerken om zakelijke klanten van ABN AMRO inzicht te geven in de verduurzamingskansen van hun bedrijfsvoering. Een uitgewerkte business case, uitgedrukt in financieel en maatschappelijk rendement, laat zien welke kansen er liggen. 

Met de methode van EcoChain Technologies worden, naast de milieu footprint, onder andere ook alle grondstof- en energiestromen van de onderneming in kaart gebracht. Op basis hiervan wordt een analyse gemaakt die laat zien welke verduurzamingsopties er zijn, wat die opleveren, en hoe die kun-nen worden gefinancierd.

Sander van Wijk, Hoofd Sector Advisory ABN AMRO: “Het mes snijdt aan twee kanten. Een meer duurzame bedrijfsvoering is goed voor het klimaat en het leidt bijna altijd tot een betere bedrijfsvoering en een hoger financieel rendement. Benodigde investeringen kunnen bovendien aantrekkelijk worden gefinancierd. Dit initiatief sluit perfect aan bij de actieve rol die we als sector bank naar onze klanten willen vervullen.”

De nieuwe dienstverlening wordt vanaf november dit jaar in een pilot getest met tien bedrijven uit de agrarische en de industriële sector. Na de pilot wordt de aanpak daar waar nodig aangescherpt en breder aangeboden.

Boudewijn Mos, Directeur Business Development EcoChain Technologies: “Groene bedrijven gaan slimmer om met energie en grondstoffen, trekken vanwege hun imago gemakkelijker talent aan en kunnen vaak betere prijzen vragen voor hun duurzame producten. Hierdoor zijn ze in de regel suc-cesvoller dan concurrenten. In deze samenwerking maakt ABN AMRO het ook nog eens mogelijk eventueel benodigde investeringen gunstig te financieren. We zijn ervan overtuigd dat de bedrijven in deze pilot de vruchten zullen plukken van de verduurzaming.”

ABN AMRO wil een voortrekkersrol spelen in de transitie naar een meer circulaire economie. De bank heeft zich tot doel gesteld in 2020 minimaal EUR 1 miljard aan circulaire assets te hebben gefinan-cierd, vanuit minimaal 100 deals die gezamenlijk zorgen voor minimaal 1 miljoen ton CO2-reductie.

Gemeente Apeldoorn start met pilots zonnevelden

Het college van Apeldoorn heeft ingestemd met het starten van pilots zonnevelden in de periode november 2017 – mei 2018. Met dit besluit wordt invulling gegeven aan de ambities uit de uitvoeringsagenda energietransitie 2017 -2020, om 15 hectare zonneveld te realiseren in 2020.

De gemeente heeft 10 initiatieven van in totaal 7 initiatiefnemers benoemd als pilot. Tijdens de pilotfase van 1 november tot 1 mei 2018 worden de initiatiefnemers actief gefaciliteerd door de gemeente en tegelijkertijd wordt het interne proces geoptimaliseerd om verzoeken goed te kunnen beoordelen. Zo kan gebruik worden gemaakt van ondersteuning door de Taskforce Zonne-energie. De gemeente denkt mee met de initiatiefnemers en waar mogelijk wordt gekeken hoe belemmeringen kunnen worden opgelost.

De gemeente is zelf ook één van de initiatiefnemers met 2 locaties om een zonneveld te ontwikkelen.

Wethouder Mark Sandmann: “De transitie van fossiele naar duurzame energie is één van de grootste opgaven waar we voor staan. Niets doen is geen optie. Niet voor ons als gemeente Apeldoorn, niet voor het bedrijfsleven en niet voor andere betrokken partijen. Dit soort initiatieven leiden tot mooie samenwerkingen die de energietransitie weer een stapje dichterbij halen”.

Realisatie en beleid op lange termijn
Dit maakt het makkelijker om in de toekomst initiatieven te toetsen op haalbaarheid waardoor projecten sneller en makkelijker gerealiseerd kunnen worden. Op deze manier worden zonnevelden gerealiseerd én wordt tegelijkertijd voor de lange termijn structureel beleid ontwikkeld.

dinsdag 21 november 2017

Warmtebedrijf Westland en Alliander DGO bundelen krachten

Warmtebedrijf Westland en Alliander DGO bundelen de krachten om te zorgen voor meer warmte, CO2 en gietwater voor de Westlandse kassen. Warmte omdat de ondernemers behoefte hebben aan stabiele energieprijzen en duurzamer willen telen, CO2 en gietwater omdat deze schaars zijn in het Westland. Eerder tekenden de partijen een samenwerkingsovereenkomst om telers over vier jaar toegang te geven tot een totaalpakket aan grondstoffen.

Warmtebedrijf Westland en Alliander DGO gaan samen de infrastructuur ontwikkelen om warmte en CO2 beschikbaar te maken voor de Westlandse glastuinbouw. Warmtebedrijf Westland breidt hiermee zijn focus op havenwarmte en geothermie uit en zal tevens gietwater aan tuinders aanbieden. Alliander DGO levert de kennis, ervaring en investeringskracht om infrastructuur te ontwikkelen, aan te leggen en te beheren. De ambitie is telers vanaf 21 oktober 2021 toegang te geven tot 300 MW warmte, CO2 en gietwater.

Stabiele energieprijzen en duurzaam geteelde producten zijn voor glastuinbouwbedrijven - en daarmee de Westlandse economie - van groot belang. De sector wil daarom omschakelen van fossiele naar duurzame brandstoffen. Het verwarmen van de kassen gebeurt voornamelijk met gasgestookte ketels en warmtekrachtkoppeling (WKK), waarbij ook de vrijgekomen CO2 wordt gebruikt om de planten te laten groeien. Bij de overschakeling op warmte uit de haven of geothermie moeten ondernemers elders CO2 vandaan halen. Een andere uitdaging betreft het gietwater. Omdat de bodem in Westland verzilt en gietwater in de toekomst schaarser wordt, wil Warmtebedrijf Westland ook hierin voorzien. Samen met ondernemers gaan deze partijen werken aan een gezonde, duurzame bedrijfsvoering en een bloeiende greenport.

Stoomturbinegenerator AEC Moerdijk van start

Deze maand wordt de nieuwe stoomturbinegenerator van de afvalenergiecentrale in Moerdijk in werking gesteld. Daarmee gaat Attero nog meer duurzame elektriciteit leveren aan het 150 kV elektriciteitsnet. Hiermee komt dit project, dat op 7 januari 2016 startte met het slaan van de eerste paal, tot een afronding.

In de resterende periode van dit jaar worden er nog diverse optimalisaties doorgevoerd, waaronder het afregelen en finetunen van diverse installatie-onderdelen. Met ingang van 1 januari 2018 zet Attero volgens plan al zijn geproduceerde energie op het 150 kV elektriciteitsnet en levert het bedrijf geen stoom meer aan de naastgelegen warmtekrachtcentrale.

Ook gaat Attero In 2018 op basis van een eerder gemaakte langjarige overeenkomst stoom leveren aan Shell Moerdijk. Het precieze moment waarop dat gaat gebeuren, stellen beide partijen op korte termijn in onderling overleg vast. De stoom die Attero dan gaat leveren vervangt de stoom die eerder werd geleverd door de naastgelegen warmtekrachtcentrale.

De nieuwe stoomturbinegenerator van de AEC Moerdijk onderscheidt zich door een innovatief ontwerp. Zo is er een maximaal hergebruik van de aanwezige restwarmte. Dat resulteert in een zeer hoog energetisch rendement van netto 36,5 procent. De elektriciteitsproductie komt overeen met het elektriciteitsgebruik van 400.000 huishoudens, dat zijn 150.000 huishoudens meer dan in de oude situatie. Voor de toegepaste innovaties bij de uitvoering van deze turbine heeft Attero een Europese subsidie ontvangen.

Op deze manier geeft Attero invulling aan de energietransitie in Nederland en leveren wij een extra aanvulling op het zeer grote aandeel duurzame energie, dat de afvalenergiecentrales in ons land al leveren.

De verwerkingscapaciteit van de installatie is meer dan één miljoen ton afval op jaarbasis. De AEC Moerdijk behoort tot de meest energie-efficiënte afvalenergiecentrales van ons land. De installatie beschikt over vier verwerkingslijnen. De investering in de nieuwe stoomturbinegenerator bedraagt ruim 100 miljoen euro en heeft een vermogen van 123 MW.

Doe jij mee met de Data Science Hackathon?

BigData Republic en Alliander organiseren op 29 november de Data Science Hackathon. Klinkt het bedenken van creatieve oplossingen om energieonderbrekingen te voorspellen, voorkomen en zo snel mogelijk op te lossen jou als muziek in de oren? Schrijf je dan in!

Een kundige jury, bestaande uit vertegenwoordigers van Alliander en BigData Republic, beoordelen de oplossingen en kiezen een winnaar.

Vooraf aan de hackathon krijg je een deel van de set aan data, zoals storingsdata, netwerkbelasting, assetdata, grondwaterstanden, weerdata en graafwerkzaamheden mee. Zo heb je voldoende tijd om na te denken over de oplossing en tijdens de hackathon genoeg tijd om met de data aan de slag te gaan. De data van Alliander is bedrijfsvertrouwelijk, daarom teken je een geheimhoudingsverklaring.

maandag 20 november 2017

Geen toezicht op veiligheid slimme gasmeter

Sinds de introductie van de slimme gasmeter in 2012 is er geen toezicht op de veiligheid van deze meter geweest. Wie toezicht moet houden staat niet duidelijk omschreven in de Gaswet. Dit blijkt uit een rondgang van Kassa langs toezichthoudende instanties.

Tijdens eerdere uitzendingen van Kassa werd duidelijk dat er grote twijfels zijn over de veiligheid van tienduizenden nieuwe gasmeters. Volgens Emeritus hoogleraar Veiligheid en Rampenbestrijding Ben Ale en onderzoekers Peter Coppes en Piet Maas moeten deze meters onmiddellijk worden vervangen. Toezicht hierop is volgens hen essentieel.

Zowel de Inspectie Leefomgeving en Transport, het Agentschap Telecom, de Autoriteit Consument en Markt, de Voedsel- en Waren Autoriteit als het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) geven aan geen toezicht te houden op de productveiligheid van slimme gasmeters.

Vanwege de onrust die is ontstaan door uitzendingen van Kassa over onveilige gasmeters van het merk Landis en Gyr (de G4 en G6 van de 4.2 generatie) heeft het SodM uiteindelijk gisteren besloten om de regie te nemen in het onderzoek hiernaar.

AEB en Havenbedrijf leveren schepen duurzame walstroom

AEB Amsterdam levert samen met Havenbedrijf Amsterdam, Senfal en Energy eXchange Enablers walstroom aan riviercruise- en binnenvaartschepen. Het pilotproject moet zorgen voor meer gebruik van duurzame, lokaal opgewekte elektriciteit in de haven.

De deelname van AEB Amsterdam is een belangrijke stap voor het walstroomproject, omdat hiermee een producent van duurzame energie direct betrokken is bij de pilot. Dit sluit ook aan bij de ambities van de haven: lokaal opgewekte duurzame stroom leveren aan afnemers in de haven.

Informatie van Havenbedrijf Amsterdam over het gebruik van ligplaatsen en aankomsttijden van schepen door middel van zelflerende software, ontwikkeld door het bedrijf Senfal, wordt gekoppeld aan een digitale marktplaats voor elektriciteit. Entrnce, zoals dit handelsplatform van Energy eXchange Enablers (EXE) heet, zorgt voor een directe koppeling van stroomproducent en afnemer.

Walstroomstations maken het voor riviercruise- en binnenvaartschepen mogelijk om hun dieselgeneratoren uit te schakelen, wanneer ze aan de kade liggen. Ze gebruiken dan duurzame netstroom waardoor ter plaatse geen emissies vrijkomen. Met de pilot wordt er meer duurzame stroom in de haven gebruikt en kunnen de kosten worden verlaagd. Bovendien kunnen fluctuaties in de vraag en het aanbod van duurzame energie beter of elkaar worden afgestemd.

AEB Amsterdam is de grootste leverancier van duurzame energie in de regio Amsterdam. ‘Doordat we elektriciteit én warmte produceren kunnen wij de levering optimaliseren’, vertelt strategisch adviseur Peter Simoës. ‘Met deze pilot kunnen we vraag en aanbod nog beter op elkaar afstemmen.’

Robin Schipper, commercieel manager Circular & Renewable Industry bij Havenbedrijf Amsterdam: ‘Deze pilot geeft ons heel veel inzicht om ons als haven voor te bereiden op de energiemarkt van de toekomst. Als straks de wind niet waait, of de zon niet schijnt wil je toch lokale duurzame energie af kunnen nemen. Er worden in deze pilot een aantal slimme toepassingen gebruikt die de kosten voor de bedrijven in het havengebied naar beneden zullen brengen. We streven naar groen voor de prijs van grijs!

De transitie naar meer duurzame en decentrale bronnen vraagt om nieuwe marktmodellen. Deze pilot, die is gestart vanuit het samenwerkingsverband Clean Capital en mede gefinancierd wordt door het Europese demonstratieproject City-zen, is een goed voorbeeld van zo’n marktmodel; lokaal opgewekte energie wordt lokaal gebruikt zonder tussenkomst van een traditionele energieleverancier. Met innovatieve partijen als Senfal en EXE is het mogelijk om de transitie te maken naar het slimme en duurzame energienetwerk van de toekomst.

Havenbedrijf Amsterdam wil op korte termijn ook een windpark en zonnepanelen direct aan gebruikers koppelen. Het handelsplatform van EXE biedt ook kleine producenten de mogelijkheid om tot de markt toe te treden en onderlinge handel te optimaliseren. De software van Senfal kan vraag en aanbod van elektriciteit aan elkaar koppelen, zodat er één systeem ontstaat. Zo wordt de pilot nog verder vernieuwd en verduurzaamd tot een echt voorbeeld van een lokaal duurzaam energienetwerk.

Duurzame Energie uit de Berkel

Coöperatie Berkelland Energie, Deepwater Energy en AGEM slaan de handen ineen bij de realisatie van drie waterkrachtinstallaties in de Berkel. Een dezer dagen tekenden zij een overeenkomst die de samenwerking bekrachtigt. Afgelopen zomer kreeg Dolf Pasman van Deepwater Energy, van het Waterschap Rijn en IJssel toestemming om een plan uit te werken. Deepwater Energy otwikkelt de techniek achter de Oryon Watermill. Bedoeling is dat deze wordt toegepast bij de stuwen bij Haarlo, Mallum en Rekken.

Voor de ontwikkeling hebben Dolf Pasman en Arjan Woestenenk (Anacon-infra, Borculo) contact gezocht met AGEM en de Coöperatie Berkelland Energie. Deze partijen zorgen dat de lokaal opgewekte duurzame energie binnen de Achterhoek blijft en dat Achterhoekers profiteren van de opgewekte stroom. Coöperatie Berkelland Energie en AGEM onderzoeken nu of de waterkrachtcentrales geëxploiteerd kunnen worden op basis van de postcoderoosregeling. Voorzitter Paul Knuvers van Berkelland Energie: “Wij hebben al twee zonne-energieprojecten gerealiseerd in Borculo en Eibergen op basis van deze regeling. Het is nu een uitdaging om dat ook met energie uit water te doen, maar samen met AGEM en de techniek van Deepwater Energy heb ik er het volste vertrouwen in dat het gaat lukken.” Thijs Huls van AGEM: “Duurzame energie uit water is nieuw binnen de Achterhoek. Persoonlijk vind ik het een erg mooie manier van duurzame energie-opwekking, omdat je de energie in het stromende water gewoon kan zien”.

De partijen zijn op dit moment de haalbaarheid van de projecten aan het toetsen. “Het zou heel mooi zijn als we de drie waterkrachtinstallaties in de Achterhoek mogen realiseren en ze in 2018 in bedrijf kunnen stellen”, aldus Dolf Pasman. Arjan Woestenenk vult daarop aan dat daar begin 2018 meer duidelijkheid over is en de ledenwerving door Coöperatie Berkelland Energie en AGEM dan van start kan gaan. Indien u interesse heeft, meld u dan vast aan via Berkelland Energie: info@berkellandenergie.nl. 

Invloed van schermkieren boven het middenpad bij een kas met ventilation Jets

De toepassing van Het Nieuwe Telen (HNT), zoals de laatste jaren in opmars, resulteert in energiebesparing. In plaats van schermkieren kan men het scherm volledig gesloten houden mits er een ontvochtigingssysteem is zoals ventilation jets om de temperatuur en/of de vochtigheid op een controleerbare manier in de hand te houden.

Een ventilation jet blaast koude maar droge lucht van boven het schermdoek naar het teeltcompartiment en verlaagt daarmee de luchtvochtigheid. Door boven het middenpad een schermkier aan te brengen kan daar de warme en vochtige kaslucht naar het boven compartiment ontsnappen. De efficiency van dit systeem is op een tomatenbedrijf nader onderzocht door de luchtstroom door de ventilation jet en de schermkier, als ook de horizontale temperatuurverdeling in het voorjaar van 2017 te meten.

Invloed van schermkieren boven het middenpad bij een kas met ventilation Jets
De metingen lieten zien dat nog geen 3% van de door de ventilation jets ingeblazen lucht via de schermkier boven het middenpad weer vanuit het onder compartiment werd afgevoerd. Vrijwel alle lucht ontsnapt dus via het scherm naar het top compartiment. Er kan dus worden geconcludeerd dat de schermkier boven het middenpad niet hoeft te worden toegepast in deze kas. Horizontale temperatuur verschillen (2.0 °C - 2.7 °C per 100m) zijn gemeten toen twee schermen gesloten waren en de belichting aan was. Het sluiten van de kier boven het middenpad en deze vervangen door gelijkmatig verdeelde kieren kan de temperatuurverdeling wellicht verbeteren. Bij uitgeschakelde belichting waren er geen horizontale temperatuurverschillen.

vrijdag 17 november 2017

'Uitspraak Raad van State over gaswinning goed voor Groningen'

Minister Eric Wiebes van Economische Zaken moet snel zorgen dat er een nieuw gasbesluit komt waarbij de veiligheid van de Groningers het uitgangspunt is. Dat zegt commissaris van de Koning René Paas in reactie op het besluit van de Raad van State om het gasbesluit om 21,6 miljard kuub gas per jaar te winnen te vernietigen.

René Paas noemt de uitspraak een ernstig signaal: "Ik vind het bizar dat we als overheden tegen elkaar moeten procederen om basale grondrechten. Ik hoop dat Wiebes nu heel goed gaat nadenken over een nieuw gasbesluit." De minister krijgt nu van de Raad van State een jaar de tijd om met een nieuw gaswinningsbesluit te komen.

Volgens René Paas en gedeputeerde Eelco Eikenaar kan de uitspraak van de Raad van State maar één conclusie opleveren, namelijk dat er minder gas gewonnen kan worden. En er moet een zorgvuldig onderzoek komen naar de risico’s. "De uitspraak is een gewéldige stimulans om ons verder in te blijven zetten voor aan afbouw van de gaswinning. Dat is wat de inwoners van Groningen nodig hebben", aldus commissaris René Paas.

De Raad van State vernietigt het gaswinningsbesluit omdat ze het winningsplan onvoldoende onderbouwd vindt. Ook heeft het kabinet te weinig gekeken naar de risico's voor de inwoners van Groningen. Niet helder is waarom de leveringszekerheid bepalend is voor de minimale hoeveelheid gas die in Groningen mag worden gewonnen. Bovendien is onduidelijk met welke maatregelen de vraag naar gas kan worden verminderd, aldus de Raad van State.

Europese windindustrie in zwaar weer

De windindustrie heeft het lastig. Na het Deense Vestas ging ook het Nederlandse Sif Group een dezer dagen hard onderuit na tegenvallende cijfers. Sif kampt met een leeg orderboek en prijsdruk.

De bouwer van funderingspalen liet weten dat een deel van de productie naar 2018 verschuift. Hierdoor komt het operationeel resultaat voor dit jaar 8 procent lager uit dan eerder voorspeld, wat neerkomt op een winstwaarschuwing.

Belangrijker lijkt echter dat vooruitzichten voor de langere termijn matig zijn, zegt beleggersvereniging VEB. Voor 2018 heeft Sif Group nog maar 122 kiloton staal aan productie in het orderboek staan. Afgelopen kwartaal kwam er zelfs maar voor 13 kiloton aan orders binnen.

Eneco test ‘uurprijzen’ via app

Energiebedrijf Eneco experimenteert met uurprijzen. Een honderdtal Eneco klanten krijgt via een app variabele leveringskosten stroom te zien, waarop ze met hun gebruik kunnen anticiperen. Bij overcapaciteit uit bijvoorbeeld windenergie krijgen klanten de stroom zelfs gratis.

Eneco demonstreerde de app donderdag op zijn Innovation Day in het atrium van Eneco World aan de rand van Rotterdam.

Eneco koopt dagelijks stroom in op de APX-markt. De APX-markt is een beurs waar aanbieders stroom verkopen (zoals eigenaren van windparken) en waar vragers stroom kunnen inkopen (zoals Eneco). De prijzen op de APX-markt zijn continu in beweging en dat krijgen klanten dan ook te zien. Zij kunnen dan bijvoorbeeld een was draaien in speciale ‘daluren’.
Afhankelijk van het resultaat van de pilot zal Eneco bepalen wat er met het Eneco Uurprijzen gaat gebeuren. Wel is het plan om abonnementskosten in rekening te brengen, maar die zullen niet erg hoog zijn.

Asperitas wint TNO Piet de Jong innovatie prijs

Asperitas, een innovatief cleantech bedrijf uit Haarlem, ontving deze week de TNO Piet de Jong innovatie prijs. Diens dochter Maria de Jong reikte de prijs uit aan Maikel Bouricius van Asperitas tijdens de Maritiem & Offshore Innovatiedag van TNO in Rotterdam.

De prijs is een eerbetoon aan oud-onderzeebootcommandant en -premier Piet de Jong.

Energieverbruik binnen datacenters is een grote uitdaging en er is een wereldwijde behoefte aan geavanceerde digitale infrastructuur en datacenters. Immersed Computing is een nieuwe technologie ontwikkeld door Asperitas waarmee de energie voetafdruk van datacenters met 50 procent kan worden verlaagd, warmte hergebruik realistisch is en efficiënte datacenters overal en binnen beperkte ruimte operationeel kunnen zijn.

Minimaal 98 procent van de IT energie kan worden hergebruikt in de vorm van warm water met de innovatie van Asperitas. De Immersed Computing systemen kunnen gekoeld worden met 'warm' water en uiteindelijk kunnen datacenters tot 65 graden warm water gaan leveren.