Pagina's

zaterdag 30 september 2017

Transparante Laadpaal onthuld op Smart City congres

Op donderdag 28 september 2017 heeft burgemeester Jorritsma van de gemeente Eindhoven het prototype van de Transparante Laadpaal onthuld tijdens het Smart City jaarcongres. De transparante laadpaal is een antwoord op het groeiende belang van algoritmes in ons leven. Het maakt de onzichtbare logica zichtbaar door een display waarin te zien is hoe de stroom verdeeld wordt tussen de ladende elektrische auto’s. Initiatiefnemers ElaadNL en Alliander bekijken de mogelijkheid om de Transparante Laadpaal in een pilotproject te testen.

In de Smart City van morgen vertoont straatmeubilair adaptief gedrag: het past zich aan naar gelang de situatie, en naar gelang de persoon met wie het te maken heeft. Voortdurend worden vergaande keuzes gemaakt door middel van algoritmes. Hoe lang staat het stoplicht op rood? Dat gaat verschillen per gebruiker. Wanneer gaan waar de straatlichten aan? Wie kan als eerste de meeste kilometers laden voor zijn elektrische auto? Allemaal nuttige toepassingen. Want wat is er mis met een stoplicht dat langer groen is als iemand die slechter ter been is oversteekt? Of straatverlichting die uitgaat als er toch niemand is? En volledig elektrische auto’s die voorrang krijgen bij het laden op plug-in-hybrides? Maar als je niet kunt zien welke keuzes waarom gemaakt worden dan kan het gevoel ontstaan totaal overgeleverd te zijn aan techniek en algoritmes. Als gebruiker moet je dan maar hopen dat je eerlijk en netjes behandeld wordt. Daarmee wordt transparantie noodzakelijk bij  de slimme technieken die nu worden bedacht en de komende jaren uitgerold worden.

Vanuit die gedachte is het project Transparante Laadpaal ontstaan. In dit project hebben deskundigen en ontwerpers gewerkt om die transparantie in het geval van laadpalen vorm te geven. Resultaat is een prototype van de Transparante Laadpaal dat gebruikt kan worden voor demonstratiedoeleinden om de discussie rondom transparantie aan te jagen. Het laat op een display zien wat er gebeurt als prioriteiten verdeeld worden. Hoeveel stroom is beschikbaar? En hoe wordt deze verdeeld?
Momenteel wordt gekeken naar een pilotproject waarbij de Transparante Laadpaal in de praktijk getest kan worden.

Hoe zou het in de toekomst kunnen gaan? Als Bart na een afspraak terugkomt bij zijn auto, blijkt deze niet zoals verwacht volledig vol te zijn geladen. Hij vraagt zich af wat er gebeurd is en ziet op het display dat zijn auto in het begin wel op volle kracht geladen is maar dat dit veranderde toen er twee andere auto’s kwamen laden. Bij de komst van de tweede auto werd de beschikbare stroom verdeeld tussen de twee maar bij de derde gaat vrijwel alle stroom tijdelijk naar deze auto. Het algoritme heeft prioriteit gegeven aan die derde auto, een deelauto die op grond van gemeentelijk beleid priority krijgt. Bart maakt met zijn smartphone een filmpje van de laadsessie. Als dit vaker gebeurt heeft hij bewijs en kan hij dit aankaarten.

De Transparante Laadpaal is een project van ElaadNL (kennis- en innovatiecentrum op het gebied van Smart Charging), Alliander en is ontworpen door The Incredible Machine.

vrijdag 29 september 2017

Nuon doet overname en investeert 200 miljoen Windpark Wieringermeer

Vattenfall, het moederbedrijf van energiebedrijf Nuon, neemt de 32 windmolenposities over van de leden van Windcollectief Wieringermeer. Dit betekent dat Nuon eigenaar wordt van in totaal 82 windmolens van het toekomstige Windpark Wieringermeer, dat het grootste windpark op het Nederlandse vasteland moet worden.

Nuon is al eigenaar van vijftig windmolenposities, en krijgt met de overname een aanzienlijk groter deel in dit windpark. Tien jaar geleden is gestart met dit windpark en is de samenwerking ontstaan tussen ECN, Nuon en vennoten en Windcollectief Wieringermeer. ECN blijft eigenaar van de overige zeventien windmolens in het windpark. Daarnaast komt er één windmolen beschikbaar voor de omwonenden, de Poldermolen. Het nieuwe windpark telt daarmee straks honderd windmolens die gezamenlijk circa 1,3 miljard kWh stroom per jaar produceren, waarmee ongeveer 370.000 huishoudens van stroom kunnen worden voorzien.

Naast de overname van de 32 windmolenposities heeft Nuon het investeringsbesluit genomen voor de eerste bouwfase van Windpark Wieringermeer. Hiermee is een investering gemoeid van circa 200 miljoen euro. Dit betekent dat de bouw kan starten van de eerste vijftig windmolens. De eerste werkzaamheden beginnen in 2018 en de bouw van de turbines start in 2019. Vanaf 2020 zullen ze de eerste stroom produceren. Deze vijftig turbines hebben gezamenlijk een capaciteit van 180 MW.

Het moederbedrijf van Nuon, Vattenfall, heeft een grote duurzaamheidsambitie en wil binnen één generatie fossielvrij zijn. Windenergie is een van de bronnen om dit te bereiken. Zo zal het bedrijf de komende vijf jaar zo’n vijf miljard euro investeren in windontwikkeling in verschillende delen van Europa. Nederland is een belangrijke markt voor deze windplannen. “De overname van de 32 windmolenposities en het investeringsbesluit om de eerste vijftig turbines ook daadwerkelijk te gaan bouwen, zijn een belangrijke stap in onze strategie om steeds meer te investeren in duurzame energiebronnen”, zegt Peter Smink, CEO van Nuon. “Als Nuon zijn we al jarenlang een koploper op het gebied van windenergie. Door het opschalen produceert dit park drie keer zoveel groene stroom als in de oude situatie. We verstevigen hiermee onze positie en bovendien stellen we onze klanten zo in staat om steeds duurzamer te worden.”

“Het Windcollectief stond voor de keuze om het park in eigen beheer te blijven ontwikkelen, of haar aandeel nu te verkopen aan Nuon. We hebben voor het laatste gekozen. Ondernemen in windenergie brengt veel onzekerheid en ondernemersrisico’s met zich mee; denk aan lage stroomprijzen en de kans op weinig wind. Door het aandeel te verkopen kiest WCW voor zekerheid,” aldus Jaap van der Beek, voorzitter van Windcollectief Wieringermeer. WCW zal ook na de verkoop van de molens als partner van Nuon betrokken blijven bij de verdere ontwikkeling en zich maximaal inzetten om van Windpark Wieringermeer een succes te maken.

De voorbereidingen van de bouw van het windpark zijn inmiddels al gestart. Afgelopen jaar zijn de oude windmolens van Nuon die in de Wieringermeer stonden verkocht. Deze windmolens krijgen grotendeels een tweede leven. Dit jaar nog zullen de eerste grondwerkzaamheden opstarten om in 2018 ook echt te kunnen beginnen met de aanleg van dit grote windpark.

Gasunie en Enexis Groep werken samen aan het Energietransitieplan Loppersum

Negentien partijen hebben samen met de gemeente Loppersum een akkoord ondertekend om invulling te geven aan het ‘Energietransitieplan Loppersum’. Het plan heeft als doel om de plaats Loppersum per 2030 energieneutraal te maken.

Om hier invulling aan te geven starten zestien partijen pilotprojecten rondom duurzame energievoorziening. Twee van die partijen zijn Enexis Groep en Gasunie, die recent bekend maakten hun krachten te bundelen om de energietransitie te versnellen. Voor Loppersum gaan Gasunie en Enexis Groep onderzoeken of het mogelijk is een deel van de energievoorziening van Loppersum te laten overschakelen op groen gas. In de directe omgeving van Loppersum wordt momenteel geen groen gas geproduceerd.

Gasunie en Enexis Groep gaan onderzoeken of er in de directe omgeving potentie aanwezig is en of deze tot ontwikkeling kan komen. Daarbij wordt ook direct gekeken naar de mogelijke afzet en toepassing in Loppersum.

Vandebron zet met nieuwe diensten fors in op elektrisch rijden

Energieleverancier Vandebron lanceert diensten voor elektrisch rijden. Vanaf vandaag is de Vandebron laadpas beschikbaar, waarmee elektrische rijders toegang hebben tot alle openbare laadpunten in Nederland. De gloednieuwe app toont niet alleen beschikbare laadpalen, maar biedt ook inzicht in de veelal ondoorzichtige laadtarieven.

Aanvullend op de elektrisch rijden diensten werkt Vandebron in samenwerking met Tennet aan een andere dienst - Slim laden - die in oktober als pilot wordt gelanceerd. Een selectie Vandebron klanten vormt de spil in de proef, met als doel om schommelingen in het energienet beter op te vangen. Door slim gebruik te maken van de batterijcapaciteit van auto’s veranderen elektrische rijders in duurzame stroomhandelaren.

Essent laat medewerkers duurzamer reizen

Essent gaat haar medewerkers stimuleren om nog duurzamer te gaan reizen. Deze ambitie spreekt het energiebedrijf uit met de ondertekening van de Dutch Business Sustainable Mobility Pledge. Dit is een initiatief van Anders Reizen, een coalitie van 36 grote Nederlandse bedrijven om zakelijke en woon-werkkilometers te vergroenen. De deelname van Essent werd aangekondigd tijdens het duurzame evenement Springtij Forum op Terschelling.

Essent heeft al diverse stappen gezet in de verduurzaming van haar mobiliteit. Zo kunnen medewerkers thuiswerken en gebruikmaken van een mobiliteitskaart voor zakelijke reizen en woon-werkverkeer met het openbaar vervoer. Daarnaast voerde Essent eerder deze maand een duurzame leaseregeling in, waarin medewerkers alleen kunnen kiezen voor volledig elektrische of plug-in hybride auto’s. De komende tijd gaat Essent samen met de andere deelnemers stapsgewijs aan de slag met de verdere verlaging van de CO2-uitstoot van haar mobiliteit.

donderdag 28 september 2017

Online inzicht in verduurzamingskansen voor bedrijfspanden

Alle zakelijke klanten van ABN AMRO kunnen voortaan online bekijken welke kansen er zijn om hun bedrijfspand te verduurzamen. 

De ABN AMRO Duurzame Investeringstool is een initiatief van de bank en adviesbureau CFP Green Buildings. Het geeft inzicht in het energielabel en de mogelijke energielabelsprong. Daarnaast laat het eenvoudig zien welke maatregelen zoals isolatie, ledverlichting en zonnepanelen, mogelijk zijn en kun je daar direct een offerte voor aanvragen. Ook wordt integraal voorgerekend wat de investering kost, wat de terugverdientijd en de CO2-reductie is.

In 2030 alle panden in portefeuille gemiddeld energielabel A

De Duurzame Investeringstool werd in de adviesgesprekken van achter de laptop reeds gebruikt maar is vanaf vandaag dus ook online beschikbaar. De online tool wordt vandaag tijdens de Dutch Green Building Week gepresenteerd.

ABN AMRO streeft ernaar om in 2030 al het onroerend goed dat zij financiert alsmede haar eigen kantoren gemiddeld op energie A label te hebben. Zakelijke klanten kunnen nu via de Duurzame Investeringstool kosteloos inzicht en advies krijgen om hun onroerend goed te verduurzamen. Ook kunnen zakelijke klanten de verduurzamingsmaatregelen volledig laten financieren bij de bank.

Versnelling energietransitie vraagt om moderner toezicht op netbeheerders

In de regulering van netbeheerders speelt de energietransitie nog geen rol. Dat blijkt uit een rapport dat door onderzoeksbureau Ecorys is opgesteld in opdracht van een aantal energiebedrijven.

In het onderzoek van Ecorys lieten Nuon, Essent, Eneco, Fastned, ENGIE en BudgetEnergie in kaart brengen op welke terreinen betere prestaties van netbeheerders gewenst zijn en hoe dit in de praktijk gebracht kan worden.

Het helpt de energietransitie wanneer er eenduidige, transparante en afdwingbare prestatie-eisen komen voor netbeheerders. Bijvoorbeeld als het gaat om de snelheid van aansluiten van nieuwe wind- of zonneparken en laadpunten voor elektrische auto’s. Of het voorzien van ieder huishouden in Nederland van een goed werkende slimme meter, zodat consumenten inzicht hebben in hun energieverbruik en eigen opwek. Om wind en zonne-energie in te passen is voldoende capaciteit op het elektriciteitsnet nodig; inzicht in verwachte congestie op het net maakt het mogelijk  dat de markt dit kan voorkomen met opslagdiensten. En als duidelijk is waar aardgas vervangen gaat worden, kan de markt duurzame alternatieven aanbieden.

Het rapport gaat in op de manier waarop netbeheerders gestimuleerd kunnen worden, zodat marktpartijen de energietransitie kunnen versnellen. Wanneer de regulering van netbeheerders met heldere spelregels stuurt op prestaties die van belang zijn voor de energietransitie, zal deze ook sneller gaan.

Ecorys adviseert netbeheerders alvast aan de slag te gaan met het bieden van meer inzicht in prestaties. De Autoriteit Consument & Markt en het Ministerie van Economische Zaken kunnen dan aanvullend transparantie- en prestatie-eisen opnemen in bestaande regelgeving en codes.
Versnelling van de energietransitie is nodig om de duurzame doelstellingen van het Parijs-akkoord te halen. Daarvoor moet de hele keten, van consument tot energiebedrijf en netbeheerder, goed geregeld zijn. De energieleveranciers zien dit rapport als een belangrijke stap om samen met de netbeheerders tot een plan te komen hoe de taken te verdelen en hoe de transitie te versnellen.

Marike van Lier Lels herbenoemd als Commissaris van Eneco Groep


Marike van Lier Lels (1959) is door de algemene vergadering van aandeelhouders van Eneco Groep NV herbenoemd als lid van de Raad van Commissarissen. Mevrouw Van Lier Lels maakt sinds september 2013 deel uit van de Raad van Commissarissen, in eerste instantie van Eneco Holding, later Eneco Groep. Zij is lid van de begeleidingscommissie toekomstig aandeelhouderschap en de selectie-, benoemings-, en remuneratiecommissie.

Naast het commissariaat bij Eneco is Marike van Lier Lels onder andere commissaris van Nederlandse Spoorwegen, TKH Groep, RELX PLC en RELX Groep, bestuurslid van de Vereniging Aegon en voorzitter van de raad van toezicht van Stichting Natuur en Milieu.

Van Lier Lels was onder andere chief operating officer van Schiphol Groep NV en lid van de raad van bestuur van Deutsche Post Euro Express.

Paul De Bruycker nieuwe voorzitter CEWEP

Op 12 september is Paul de Bruycker (Indaver) benoemd tot nieuwe voorzitter van CEWEP, de Europese koepelorganisatie van de waste-to-energy-branche. Hij is opvolger van de oprichter van CEWEP, Ferdinand Kleppmann van de Duitse brancheorganisatie ITAD. Kleppmann is ruim 15 jaar voorzitter van CEWEP geweest. 

"Meer dan ooit, speelt waste-to-energy een belangrijke rol in het realiseren van duurzaam afvalmanagement. Waste-to-energy houdt zich niet alleen bezig met het omzetten van niet-recyclebaar afval in energie en waardevolle grondstoffen, het speelt ook een cruciale rol in de transitie naar de circulaire economie", zei De Bruycker tijdens de receptie waar het vijftienjarig bestaan van CEWEP werd gevierd.

Op hetzelfde moment werden twee plaatsvervangend voorzitters herbenoemd: Filippo Brandolini van de Italiaanse brancheorganisatie Utilitalia en Michiel Timmerije van de Vereniging Afvalbedrijven. Nieuwe plv voorzitters zijn Hubert de Chefdebien van de Franse SVDU, Jacob Simonsen van de Deense brancheorganisatie en Carsten Spohn van het Duitse ITAD.

Stedin en Eerdmans maken Rotterdam bestendig voor de energietoekomst

Maandag 25 september 2017 namen wethouder Joost Eerdmans (Wethouder Veiligheid, Handhaving en Buitenruimte) en Judith Koole (Chief Operational Officer Stedin) het eerste deel van het vernieuwde elektriciteitsnet van Stedin in gebruik in het centrum van Rotterdam. Het is een mijlpaal van het project Optimalisatie Elektriciteitsnet Rotterdam (OER), dat Stedin in 2017 en 2018 uitvoert in samenwerking met de Gemeente Rotterdam.

Bij het project OER wordt circa 30 km aan nieuwe elektriciteitskabels in Rotterdam Centrum en Delfshaven aangelegd. Het project is niet alleen vanwege de grootschaligheid uniek: Stedin, de Gemeente, RET en andere partijen hebben ver voor de uitvoering de koppen bijeen gestoken om de overlast voor Rotterdammers zoveel als mogelijk te beperken. ‘Ambitie, samenwerking en versterking van de stad komen bijeen in dit project’, aldus Joost Eerdmans, wethouder buitenruimte.

Rotterdam is een vitale stad. Dat betekent ook dat de stad zich blijft ontwikkelen en er constant aan gebouwd wordt. Om de energie-uitdagingen van de toekomst aan te kunnen is Stedin begonnen met het elektriciteitsnet te vervangen. De oude 10 kV kabels worden vervangen door 23 kV kabels. ‘Elektriciteit gaat in de toekomst een steeds grotere rol spelen’, aldus Judith Koole, COO van Stedin. ‘Met OER leggen we een net aan dat robuust genoeg is om de energietransitie in goede paden te geleiden’.

De afgelopen twee jaar is intensief met alle betrokkenen samengewerkt om de onvermijdelijke overlast voor de omgeving zo beperkt mogelijk te houden. ‘Gezamenlijk hebben we bekeken welke verkeersoverlast de afsluiting van de Maastunnel, de Rochussenstraat en andere werkzaamheden met zich meebrengt en waar de projecten elkaar ‘raken’, aldus Koole. ‘We hebben bijvoorbeeld werkzaamheden naar voren moeten halen vanwege de Maastunnel die dicht ging’.

Het nieuwe net is wel een zogeheten ‘slim net’ met storingsverklikkers waardoor Stedin direct weet waar de storing zich voordoet. Ook kan hierdoor het net op afstand weer worden ingeschakeld. ‘Dus mocht er toch een storing plaatsvinden dan is deze weer zeer snel verholpen’, aldus Koole. ‘Ons doel is uiteindelijk dat zo min mogelijk klanten van ons merken dat we deze enorme operatie aan het uitvoeren zijn’.





Deel dit artikel

woensdag 27 september 2017

ECN gaat samenwerken in vijf innovatieve TKI-projecten voor energie efficiency in de industrie

ECN gaat aan een vijftal nieuwe, innovatieve TKI onderzoeksprojecten meewerken die een bijdrage leveren aan het verduurzamen van industriële processen en aan de doelstellingen voor vermindering van CO2 emissies in Nederland, te weten: Industrial Drying Energy-efficiently using Absorption (IDEA), Thermoelectric conversion of waste heat to power and process heat, Cost reduction industrial PEM electrolysers (NEXTGENP2H2), Organic solvent nanofiltration membranes on low cost ceramic supports (COSMOS) en Heat-integrated Distillation enabling innovative ethylene crackers (HEADLINES).
  • Industrial Drying Energy-efficiently using Absorption (IDEA)
    In dit project gaat het om de efficiënte terugwinning van de warmte uit de uitgaande vochtige lucht van een sproeidroger door absorptie van het vocht in deze lucht. Het doel van het project is de technische en economische haalbaarheid aan te tonen van het sorptie droog concept voor toepassing op (sproei)drogers. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met Cargill en Bronswerk Heat Transfer.
  • Thermoelectric conversion of waste heat to power and process heat
    Het voornaamste doel van dit project is de ontwikkeling van economisch haalbare concepten die hoge-temperatuur restwarmte in de industrie kunnen omzetten in elektriciteit en nuttige warmte voor sectoren zoals staal, aluminium, glas, glaswol, steenwol, cement, keramiek en chemie. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met RGS Development, Tata en Ardagh.
  • Cost reduction industrial PEM electrolysers (NEXTGENP2H2)Samen met partners Hydron Energy en Frames wordt binnen dit project een 50kW PEM elektrolyser systeem uitvoerig getest voor de productie van waterstof uit duurzame elektriciteit om te kunnen komen tot verdere kostenreductie en opschaling van het systeem naar 1 MW.

  • Organic solvent nanofiltration membranes on low cost ceramic supports (COSMOS)De focus van dit project is de ontwikkeling van een 40% efficiëntere scheidingsproces door vervanging van verdamping met een drukgedreven nanofiltratieproces. Het doel is om samen met producent Coorstek, Universiteit Twente en ISPT nieuwe stabiele nanofiltratie membranen op te schalen naar pilot-schaal voor de scheiding van organische mengsels bij Shell.

  • Heat-integrated Distillation enabling innovative ethylene crackers (HEADLINES)De elektrisch-gedreven destillatie kolom (HIDiC) maakt het mogelijk de CO₂ emissies in het kraker-proces sterk terug te dringen. Na  succesvolle bench-schaal testen bij ECN, zal binnen dit project samen met Dow Benelux, Bronswerk Heat transfer, Technip Benelux en ISPT de kennis worden ontwikkeld die nodig is voor het ontwerp van een field unit.
Deze projecten zijn gehonoreerd in het kader van een tender van de TKI Energie & Industrie (E&I) waarbij een samenwerkingsverband van bedrijven en kennisinstellingen subsidie aanvraagt voor innovatieve R&D projecten die bijdragen aan de verduurzaming van de industrie. 

14.000 zonnepanelen op hoofdkantoor en distributiecentra Jumbo draaien op volle toeren

Jumbo heeft op haar hoofdkantoor en distributiecentra in Veghel 14.000 zonnepanelen in gebruik genomen. Deze hebben een jaarlijkse productiecapaciteit van 2.187.000 kWh. Met de energie die dit nu al heeft opgeleverd, kan Jumbo 840.866 smartphones een jaar lang opladen, 336.346 kilometer met de elektrische bezorgbus rijden en zo'n 560 huishoudens een jaar lang van energie voorzien. Het duurzame project is één van de vijf grootste projecten met zonne-energie in Nederland.

De ingebruikname van 14.000 zonnepanelen op het hoofdkantoor en de distributiecentra in Veghel is een belangrijke stap in het realiseren van Jumbo's Klimaatplan. Jumbo wil uiterlijk in 2020 een energiebesparing realiseren van 20 procent en een CO2-reductie van 50 procent ten opzichte van 2010.

Provincie Overijssel doet aanbesteding voor laadpalen

De provincie Overijssel doet mede namens de provincie Gelderland en voor een groot aantal gemeenten in beide provincies een aanbesteding voor laadpalen. Voldoende laadpalen in de openbare ruimte zijn een belangrijke voorwaarde voor de groei van elektrisch vervoer. De provincie ondersteunt daarom gemeenten bij de aanleg hiervan. Bovendien levert elektrisch vervoer een bijdrage aan de provinciale doelstelling om in 2023 20% van het energieverbruik duurzaam op te wekken.

Gedeputeerde Annemieke Traag voor energie, milieu en Europa: “Deze aanbesteding is een belangrijke impuls voor Overijssel. Een belangrijke voorwaarde voor mensen om elektrisch te rijden is voldoende mogelijkheid om de auto op te laden. We werken daarom aan een dekkend netwerk van laadmogelijkheden. Het effect dat we daarmee beogen is minder uitstoot van CO2 en fijnstof en minder geluidsoverlast van autoverkeer. Dat is belangrijk voor de aantrekkelijke leefomgeving in Overijssel. ”

In Overijssel staan op dit moment ongeveer 200 openbare laadpalen. Onderzocht is dat eind 2020 behoefte bestaat aan 1400 laadpalen. Door samen te werken verwachten provincies en gemeenten dat de laadpalen versneld geplaatst kunnen worden, en dat de kosten kunnen worden gedrukt. Gedeputeerde Traag:” Met deze aanpak nemen we de gemeenten werk uit handen, en kunnen de laadpalen versneld worden aangelegd. Dit levert meteen een belangrijke bijdrage aan onze ambitie om te komen tot duurzame mobiliteit; één van de vijf peilers in het Overijsselse energieplan.”

dinsdag 26 september 2017

Afnemers stadswarmte verzekerd van hogere energierekening

Uit eerder onderzoek van EasySwitch.nl naar de prijzen van stadswarmte in de regio Amsterdam bleek dat consumenten structureel te veel betalen. In samenwerking met consumentenprogramma Radar hebben zij nu geconstateerd dat dit in heel Nederland het geval is. Om de omvang van het probleem in kaart te brengen kunnen consumenten via een handige tool berekenen wat de impact is op hun energierekening.

EasySwitch.nl heeft het prijsverschil tussen stadswarmte en gas onderzocht aan de hand van jaarrekeningen van de belangrijkste stadswarmteleveranciers in Nederland: Ennatuurlijk, Nuon, Eneco, Stadsverwarming Purmerend, Het Groene Net en Warmtenet Hengelo. Ondanks het bestaan van de Warmtewet, waarin is vastgelegd dat stadswarmte niet duurder mag zijn dan gas, wijst het onderzoek een gemiddeld prijsverschil uit van €176 per jaar. Met de huidige wet betaalt de consument structureel te veel voor stadswarmte. “Het feit dat dit soort prijsverschillen kunnen voorkomen vraagt om een flinke wetsherziening”, stelt Willemijn Kuitenbrouwer van EasySwitch.nl.

Gemeenten kiezen in toenemende mate voor stadswarmte als warmtevoorziening in nieuwbouwwijken. Door het ontbreken van een gasaansluiting zijn toekomstige bewoners gedwongen om stadswarmte af te nemen van de desbetreffende stadswarmteleverancier. Deze verplichte afname gaat echter nog een stap verder. Mensen die ervoor kiezen om hun eigen warmtevoorziening te regelen, bijvoorbeeld middels een warmtepomp, krijgen alsnog een rekening op de mat met de aansluit- en vastrechtkosten voor stadswarmte. De Warmtewet moet consumenten beschermen tegen een monopolie, maar in deze situatie betaalt men zelfs voor een product dat niet wordt afgenomen.

De prijzen van stadswarmte verschillen per regio en per leverancier. EasySwitch.nl heeft een eenvoudige online rekentool ontwikkeld waarmee consumenten kunnen berekenen hoe groot het prijsverschil voor hen is. Door het verbruik en de totale kosten in te vullen wordt het prijsverschil automatisch berekend. “Met de rekentool willen we enerzijds consumenten inzicht geven wat de situatie voor hen betekent en anderzijds de landelijke misstand in kaart brengen zodat het thema op de politieke agenda komt”, aldus Willemijn Kuitenbrouwer.

Inloopavond zonne-energie bij monumenten

Op dinsdag 26 september organiseert de gemeente Den Bosch een inloopavond. Deze avond is van 19.00-21.00 uur in het Bestuurscentrum, Achter het Stadhuis 5-7. Belangstellenden kunnen hier terecht met vragen over de mogelijkheden voor zonne-energiemaatregelen bij monumenten en in beschermde stadsgezichten.

Van 25 september 2017 tot 6 november ligt het ontwerp van de nota ‘Zonne-energiemaatregelen bij monumenten en in beschermde gezichten’ ter inzage. ‘s-Hertogenbosch wil in 2050 klimaatneutraal zijn. De gemeente wil het verduurzamen van woningen, monumenten en gebouwen in beschermde stads- en dorpsgezichten stimuleren. Daarbij is wel oog voor de cultuurhistorische waarden van de gebouwen. Met deze nota komt er een duidelijk kader en wordt er meer ruimte gegeven aan maatwerk en vernieuwing.

Duurzaam woningproject Groene Mient geopend

Op dinsdag 12 september werd de ecologische wijk de Groene Mient geopend. Het is de eerste energieneutrale woonwijk in Nederland die door bewoners zelf is gemaakt. Zij hebben zelf de rol van projectontwikkelaar uitgevoerd.

Energieneutraal Groene Mient wordt gebouwd aan de Mient op de plek van het voormalige Maris College in de Vruchtenbuurt in Den Haag. In Groene Mient staan 33 huizen rondom een ecologische tuin. De woningen wekken jaarlijks evenveel stroom op als nodig is voor hun verwarming en warm water.

Er worden verschillende energiesystemen ingezet zoals warmtepompen, zonnecollectoren, slimme balansventilatie, warmwater terugwininstallaties en zonnepanelen. De woningen zijn daarnaast niet meer aangesloten op het gasnet.

De bewoners van Groene Mient noemen hun project een sociaal ecologisch project. De bewoners willen met elkaar samenleven, voor elkaar en de buurt zorgen. Ook gaan ze verantwoord om met energie, grondstoffen en voedsel. De bewoners delen een grote gemeenschappelijke tuin en een gemeenschappelijke ruimte.

maandag 25 september 2017

Waterstof-revolutie van Hymove en Syntus

Afgelopen week organiseerden de Europese Commissie, Syntus en het Arnhemse bedrijf HyMove een interactieve tour met een waterstofbus. Aanleiding is de Europese Week van de Mobiliteit. Tijdens deze week staan duurzame, alternatieve vormen van mobiliteit centraal. Eén van deze alternatieven is rijden op waterstof.

Het geloof in deze alternatieve brandstof groeit, vooral in Duitsland. Nederland blijkt maar langzaam op gang te komen. Waarom is dat zo? Wat zijn de belemmeringen op weg naar meer waterstof in het openbaar vervoer? Tijdens een media tour werd ingezoomd op het voorbeeld van het Gelderse bedrijf Hymove en OV-bedrijf Syntus, die in 2015 met een waterstofbussen-project begonnen. Inmiddels rijdt er een waterstofbus in de reguliere dienstregeling.

“In 2015 hebben wij een subsidie van de Europese Unie gekregen om ons brandstofcelsysteem voor OV-bussen te ontwikkelen. Het heeft onze innovatie een boost gegeven en versneld. Echter heeft ons waterstofproject niet het gewenste sneeuwbaleffect in Nederland veroorzaakt. Bijvoorbeeld een verdere uitbreiding van de infrastructuur en meer waterstoftankstations. Buiten Nederland is het een heel ander verhaal. De EU helpt ons met de deelname aan Europese tenders en wij gaan onze waterstoftechnologie aan de Chinese autofabrikant HPI leveren.”, aldus Jochem Huygen van HyMove.

René Nekkers, concessiemanager bij Syntus, bevestigde dat een goede infrastructuur noodzakelijk is voor het succes van deze alternatieve brandstof: "Zonder goede tankfaciliteiten komt waterstof in het OV niet van de grond. Met een blik op onze afspraak met de overheid dat vanaf 2025 alleen nog maar schone bussen rijden in het openbaar vervoer, speelt dit een belangrijke rol."

Jochem Huygen benadrukte ook dat zij afhankelijk zijn van de stimulans en een centraal gecoördineerde aanpak van de overheid, vooral als het gaat over infrastructuur: “Dit is cruciaal  als we willen overstappen naar meer waterstof in het openbaar vervoer. In Duitsland zien wij dit al sinds jaren gebeuren.”

Tijdens de discussie werd geconcludeerd dat een verdere uitrol dichtbij is mits alle partijen hieraan bijdragen. Echter ontbreekt het naast een proactieve en coördinerende rol vanuit de overheid ook aan financiële middelen uit Den Haag. “De Nederlandse politiek is te risico vermijdend. Niemand durft een beslissing te nemen omdat ze bang zijn dat dit ten koste gaat van hun electoraat. Ons politiek klimaat staat haaks op innovatie!”, aldus Jochem Huygen.

Eerste dorpsmolen van Groningen komt in Hellum

Op vrijdag 29 september wordt om 16.15 uur de eerste coöperatieve dorpsmolen van de provincie Groningen geopend door gedeputeerde Nienke Homan. De molen komt in Hellum bij familie Van Tilburg te staan, de opbrengst wordt geschat op 27.000 KWh. Een enorme stimulans was de subsidie die de energiecoöperatie mocht ontvangen van de provincie. Met de startsubsidie van de provincie heeft Duurzaam Duurswold de coöperatie opgezet en de crowdfunding campagne gefinancierd.

De initiatiefnemers zijn ondernemer Curtis Bänffer uit Schildwolde, huisarts Dirk Jan Rezelman uit Wagenborgen en tandarts Wilte Barels uit Hellum. ‘Het begon allemaal aan de keukentafel,’ zegt Barels desgevraagd. ‘Mijn dak is niet geschikt voor zonnepanelen. Dus toen de buurman vroeg of ik gezamenlijk energie wilde opwekken, schoof ik aan.’ De heren besloten om coöperatie Duurzaam Duurswold op te richten, deze rechtsvorm maakt het mogelijk om gezamenlijk een molen aan te schaffen.

In slechts negen dagen tijd waren er voldoende aanmeldingen voor de financiering van de eerste dorpsmolen. Nog niet eerder kwam een lokaal project zo snel van de grond, laat staan een dorpswindmolen. Om aan de vraag te kunnen voldoen stelt de boer uit Hellum nu ook zijn dak beschikbaar voor de coöperatieve exploitatie van zonnepanelen. Via de crowdfundingwebsite Noorderbron kunnen inwoners uit

Toch duurde het in totaal 1,5 jaar voordat de dorpsmolen energie produceert. Kan dat niet sneller? ‘Tja,’ zegt Barels, ‘een zwangerschap duurt ook 9 maanden. Misschien kunnen coöperaties tijd winnen door de gemeente bij het project te betrekken. Je mag namelijk niet zomaar een molen in een weiland neerzetten.’

Naast het boerenbedrijf van familie Van Tilburg zijn meer bedrijven uit het noorden betrokken bij het project. E.A.Z. Wind, het bedrijf dat de molen produceert, komt uit Hoogezand. De opgewekte stroom wordt geleverd aan energieleverancier Noordelijk Lokaal Duurzaam, dat in eigendom is van 75 energiecoöperaties uit het noorden en de opbrengst met hen deelt.

Duurzaam Duurswold gebruikt de opbrengst om het verenigingsleven een boost te geven. ‘Het principe is eenvoudig,’ zegt ondernemer Bänffer, ‘als leden van de coöperatie overstappen op stroom van Noordelijk Lokaal Duurzaam dan ontvangt de (dorps)vereniging 45 euro per huishouden per jaar. Zo levert de dorpsmolen een bijdrage aan de leefbaarheid op het platteland.’ ‘En we houden de ontwikkelingen op het gebied van energieopslag in de gaten,’ vult Barels aan. ‘Zodra er betaalbare opslagmethodes zijn, willen we daarop inspringen. Ik zeg wel eens, in Slochteren begon het met gas, en in Slochteren stopt het.’

Antargaz werkt samen met Proximus en SilentSoft voor de automatische uitlezing van gasmeters

Als innoverende gasleverancier in de Benelux onderneemt Antargaz verdere stappen richting digitalisering en automatisering. Dankzij het LoRa-netwerk van Proximus en de expertise van Silentsoft, een ervaren speler in datamonitoring, heeft Antargaz beslist om haar gasmeters te voorzien van automatische zenders. Concreet zal Antargaz de zenders vanaf september 2017 laten installeren bij alle klanten die aangesloten zijn op een propaangasnetwerk. Dit zal enkele maanden tot 1 jaar in beslag nemen.

Naast Wi-Fi, BlueTooth en 4G, positioneert het LoRa-newerk van Proximus zich op mobiel vlak op het zogenaamde long range, low power. Dit netwerk, dat onder de noemer van Internet of Things valt, faciliteert om kleine pakketjes data op automatische wijze nauwkeurig en correct door te sturen. Wanneer de LoRa-zender bevestigd wordt aan een gasmeter van een propaangasnetwerk van Antargaz, worden gasmeterstanden periodiek doorgestuurd. Deze informatie zal bovendien op elk moment raadpleegbaar zijn in het online platform van SilentSoft.

vrijdag 22 september 2017

Provincie Overijssel ondersteunt waterschappen bij ontwikkeling energiefabrieken

Op 22 september ondertekenen Provincie Overijssel, waterschap Vechtstromen en waterschap Drents Overijsselse Delta een overeenkomst om samen te investeren in projecten voor het opwekken van duurzame energie. De provincie stelt onder andere geld beschikbaar om de waterschappen te ondersteunen bij de ontwikkeling van Energiefabrieken op rioolwaterzuiveringen. Hierdoor produceren zij tijdens het zuiveringsproces zelf energie in de vorm van elektriciteit. Die energie wordt deels zelf gebruikt om het rioolwater te zuiveren en deels terug geleverd aan het elektriciteitsnet. Daarnaast worden daar waar mogelijk ook meerdere hectares aan zonnepanelen geplaatst op daken en terreinen.

De investeringen dragen bij aan de ambitie van Provincie Overijssel om in 2023 20% van de energie duurzaam op te wekken. Voor het bereiken van deze doelstelling is zowel energiebesparing als -opwekking van hernieuwbare energie van belang. De partijen zijn ervan overtuigd dat het gebruik van hernieuwbare energie een gezamenlijke maatschappelijke opgave is. Van zowel overheden, inwoners, bedrijven als organisaties in Overijssel. Met de ondertekening treden de twee waterschappen ook toe als kernpartner van het programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023, een platform dat sturing geeft aan de realisatie van de provinciale energiedoelen.

Bij de waterschappen zijn klimaatverandering en energie belangrijke thema’s. Zo hebben zij hierover afspraken gemaakt in de Meerjarenafspraak Energie-efficiency (MJA-3), het Klimaatakkoord tussen Rijk en Unie van Waterschappen, en de afspraken van het Nationale Energieakkoord. De waterschappen streven naar 2% energie-efficiënte per jaar, vooral door energiezuiniger te werken en te werken naar 40% eigen opwekking in 2020. Op de langere termijn hebben de waterschappen de ambitie helemaal energieneutraal te opereren.

Oplevering ZEN-woningen nieuwe stap naar energieneutraal Almere

Twaalf huurders hebben onlangs de sleutel gekregen van hun zeer energiezuinige sociale huurwoning in Nobelhorst in Almere. Wonen in een ZEN-woning is niet alleen goed voor het milieu, maar ook fijn voor de portemonnee.

ZEN staat voor Zeer Energiezuinige Nieuwbouw. In het kort komt het erop neer dat ZEN-huizen zelf energie opwekken voor het gebruik van de bewoners. Bij het ontwerp en de bouw van de ZEN-huizen heeft woningcorporatie Ymere gekeken hoe zoveel mogelijk energie kan worden bespaard en teruggewonnen. De huizen hebben zonnepanelen en zonnecollectoren, de warmte van het douchewater wordt hergebruikt en alle isolatie sluit naadloos op elkaar aan. Huurders van de ZEN-sociale-huurwoningen besparen, afhankelijk van verbruik en gezinsgrootte, flink op de energiekosten.

Warmte is een belangrijk onderwerp in het programma Energie Werkt! Via dit programma werkt de gemeente aan een energieneutraal Almere. Hiervoor zijn forse slagen nodig in het verduurzamen van bestaande woningbouw en leggen we voor nieuwbouw de lat nog hoger: geen energieneutrale maar energieleverende woonwijken. In de woningvoorraad zijn er volop kansen om te komen tot verduurzaming. Zowel met het reduceren van de energienota, het produceren van duurzame energie op of nabij het gebouw als door hergebruik van materialen.

Uit de monitor Energie Werkt! 2017 blijkt dat de interesse in hernieuwbare energie groeit in Almere. Er is veel animo onder Almeerders voor de duurzaamheidslening, en de plaatsing van zonnepanelen op daken van woningcorporatiewoningen verloopt naar wens. In 2017 worden 650 extra huurwoningen van de Alliantie voorzien van zonnepanelen en er zijn dit jaar tien extra gemeentelijke panden van zonnepanelen voorzien. Dat brengt het totaal op 71. Ook zijn er een aantal grootschalige duurzame energieprojecten mogelijk gemaakt (mede) door de gemeente: zonneveld De Vaart, opschaling van de windmolens langs de A27 en de vergunningaanvraag voor het windpark in Almere Pampus eind van dit jaar. Voor wat betreft de warmtetransitie heeft Almere een plan van aanpak dat bij veel andere gemeenten als voorbeeld wordt gebruikt.

Nog miljoenen subsidiegeld beschikbaar voor appartementseigenaren

De pot met subsidiegeld voor het nemen van energiebesparende maatregelen is vrijwel leeg voor de particuliere huiseigenaar, maar voor verenigingen van eigenaars (vve’s) en individuele appartementseigenaren is er nog volop geld beschikbaar. Zij kunnen aantrekkelijke bijdrages krijgen voor het aanbrengen van isolatie aan hun appartement(engebouw) maar ook voor energieadviezen, het maken van een groen meerjarenonderhoudsplan en voor begeleiding en ondersteuning bij de uitvoering van de energiebesparende maatregelen. VvE Belang, kenniscentrum en belangenorganisatie voor de vve en de appartementseigenaar, adviseert hun daarom om op korte termijn gebruik te maken van de subsidiemogelijkheden.

Tijdens de gratis informatiebijeenkomsten die dit najaar op 10 locaties in heel Nederland worden gehouden, kunnen vve-bestuurders en appartementseigenaren alle informatie krijgen over de mogelijkheden.

Vve’s en appartementseigenaren die isolatiemaatregelen treffen, kunnen daarvoor ca. 20 procent van de kosten terugkrijgen. Het gaat om isolatie van dak, gevel en vloer en om het aanbrengen van isolerend glas. Om voor de subsidie in aanmerking te komen, moeten ze twee maatregelen nemen, bijvoorbeeld spouwmuurisolatie en HR++-glas of vloer- en gevelisolatie etc.

Vve’s en individuele appartementseigenaren kunnen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl) subsidie aanvragen voor het aanbrengen van isolatie aan hun gebouw. De subsidie voor de isolatie en voor eventuele aanvullende maatregelen bedraagt ongeveer 20 procent van de kosten. Voorwaarde is dat minimaal twee energiebesparende maatregelen in de vereiste hoeveelheid worden genomen.

Het gaat in deze regeling nadrukkelijk om maatregelen aan de ‘schil’ van het gebouw: isolatie van dak, gevel en vloer/bodem en de vervanging van glas door hoogrendementsglas. Onder bepaalde voorwaarden komen zaken als isolerende deuren, CO2-gestuurde ventilatiesystemen en balansventilatie, douchesystemen met verwarming door afvalwater en waterzijdig inregelen van het verwarmingssysteem ook in aanmerking voor subsidie.

Voor vve-bestuurders is het niet eenvoudig om een voorstel voor energiebesparing op de agenda te krijgen. Een goede adviseur is daarbij onmisbaar. Voor die advieskosten kunnen vve’s een subsidie krijgen tot 75 procent van de kosten voor een uitgebreid energieadvies, een groen meerjarenonderhoudsplan  (waarbij onderhoud wordt gecombineerd met duurzaamheidsmaatregelen) en procesbegeleiding. Het maximale subsidiebedrag wordt bepaald op basis van het aantal koopwoningen. Het maximale bedrag is nooit hoger dan € 3.450.

De subsidieregeling is aantrekkelijk voor een groot aantal verenigingen van eigenaars. Nederland telt ca. 125.000 vve’s. In totaal gaat het om ca. 1,2 miljoen appartementseigenaren. Voor het verduurzamen van hun complexen is energiebesparing veelal de eerste stap. De subsidieregeling is daarbij een flinke steun in de rug. Niet alleen voor vve’s die al plannen hebben voor verduurzaming maar ook voor verenigingen die nog niet weten welke maatregelen nuttig en nodig zijn.

donderdag 21 september 2017

Kees van Zelderen wordt portefeuillehouder Klimaat en Duurzame Energie

Biologisch melkveehouder Kees van Zelderen (Westerbeek) is benoemd tot portefeuillehouder Klimaat en Duurzame Energie van LTO. ‘Klimaat en duurzame energie hebben al heel lang mijn grote belangstelling. Het is bij uitstek een onderwerp waar boeren en tuinders een oplossing hebben voor het klimaat. Met duurzaam bodembeheer en andere vormen van landgebruik kan onze sector veel Koolstof vastleggen en daarnaast kunnen we in potentie enorm veel duurzame energie produceren,’ reageert Kees van Zelderen. ‘Met mijn grote netwerk en inhoudelijke kennis op dit gebied denk ik voor LTO een belangrijke rol te kunnen vervullen binnen deze portefeuille.’

Als huidig voorzitter van de vakgroep Biologische Land- en Tuinbouw heeft Van Zelderen ervaring in het verbinden van verschillende vakgroepen en kent hij  de verschillende culturen binnen de EU . ‘In het huidige speelveld is samenwerking in de basis belangrijk om gezamenlijk moeilijke onderwerpen niet alleen voor de  korte termijn maar ook voor de  lange termijn aan te pakken,’ voegt Van Zelderen eraan toe.

Nationaal Energiebespaarfonds verstrekt meer dan 110 miljoen aan Energiebespaarleningen om woningmarkt te verduurzamen

Vorige maand heeft het Nationaal Energiebespaarfonds de grens van 00 miljoen aan uitstaande Energiebespaarleningen bereikt. En de groei zet stevig door. Steeds meer woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) weten het Nationaal Energiebespaarfonds te vinden. In de eerste 8 maanden van dit jaar heeft het Nationaal Energiebespaarfonds al voor € 52 miljoen aan Energiebespaarleningen verstrekt ten opzichte van 24 miljoen euro over dezelfde periode in 2016. Dat is een groei van 116 procent.

Al met al een mijlpaal om trots op te zijn aldus bestuursvoorzitter Ernst-Jan Boers. "De aanhoudende sterke groei van het aantal Energiebespaarleningen geeft aan dat het verduurzamen van woningen en appartementsgebouwen leeft bij steeds meer eigenaren. De voordelen zijn dan ook evident. Het energiezuiniger maken van woningen leidt tot meer wooncomfort, een lagere energierekening en het kan bijdragen aan het waardebehoud van de woning." Afhankelijk van het energieverbruik kunnen de kosten van de Energiebespaarlening vaak volledig worden betaald uit de opbrengst van de energiebesparing. De lage, meestal aftrekbare, rente en de aantrekkelijke voorwaarden zoals boetevrij vervroegd aflossen maken de Energiebespaarlening een slimme keuze. Met de Energiebespaarlening uit het Nationaal Energiebespaarfonds kunnen woningeigenaren energiebesparende maatregelen financieren. Denk hierbij aan isolatie, hoogrendementsglas, HR ketel, een warmtepomp of zonnepanelen.

Naast de Energiebespaarlening voor particulieren draagt ook de Energiebespaarlening voor VvE’s bij aan het succes van het Nationaal Energiebespaarfonds. Deze leningsvorm kwam medio 2015 beschikbaar. De VvE Energiebespaarlening biedt ook VvE’s een financieringsinstrument, waardoor zij appartementen versneld kunnen verduurzamen. Inmiddels zijn steeds meer VvE’s zich bewust van het belang van verduurzaming en bekend met het Nationaal Energiebespaarfonds. Er is inmiddels voor ruim € 15 miljoen aan VvE Energiebespaarleningen uitgezet en er zijn momenteel voor meer dan € 40 miljoen aanvragen in behandeling. Een mooi resultaat dat aangeeft dat de behoefte aan een goede financieringsvorm bij VvE’s groot is.

Ook de eerste financiering voor een nul op meter woning is verstrekt. Vanaf oktober vorig jaar is het Nationaal Energiebespaarfonds uitgebreid met extra financieringsruimte voor eigenaar-bewoners die hun woning vergaand willen verduurzamen. Woningeigenaren kunnen hiervoor een Energiebespaarlening tot maximaal € 50.000,- aanvragen. Met deze extra financieringsruimte van € 25.000,- hoopt het Nationaal Energiebespaarfonds dat woningeigenaren nog een extra stap maken om hun woning te verduurzamen.

Hoogrendementsbeglazing is de meest populaire maatregel waarvoor een Energiebespaarlening aangevraagd wordt. Op de tweede en derde plaats volgen gevelisolatie en zonnepanelen. Bij zonnepanelen geldt de voorwaarde dat er nog een extra maatregel nodig is. Maximaal 75% van het leenbedrag mag worden besteed aan zonnepanelen. De Energiebespaarleningen worden tegen een lage rente verstrekt en zijn boetevrij vervroegd af te lossen.

De Energiebespaarlening kan worden aangevraagd bij het Nationaal Energiebespaarfonds via de website www.energiebespaarlening.nl. Het Nationaal Energiebespaarfonds dat in 2014 is opgericht en voortvloeit uit het Woonakkoord 2013 is gefinancierd door de Rijksoverheid, de Rabobank en de ASN Bank. Rente en aflossing stromen terug in dit fonds, zodat opnieuw Energiebespaarleningen kunnen worden verstrekt.

woensdag 20 september 2017

Essent koppelt ondernemer aan wind- en zonneparken

Voor steeds meer bedrijven is het belangrijk om te kunnen laten zien dat zij gebruikmaken van duurzame energie. Essent is het eerste energiebedrijf in Nederland dat ondernemers met het nieuwe digitale platform Ellyn aantoonbaar en direct koppelt aan zonne- en windparken. Via Ellyn kunnen ondernemers ieder kwartier zien welk park de energie levert die zij gebruiken. Eigenaren van zonne- en windparken zien op hun beurt waar hun stroom naar toegaat. Met zulke digitale middelen wil Essent bijdragen aan een duurzamere wereld.

Nederland zal moeten overstappen op duurzame energie om haar klimaatdoelstellingen te halen. Het bedrijfsleven speelt een belangrijke rol bij het behalen van deze doelstellingen. Om ondernemers te helpen hun energieverbruik écht te verduurzamen, introduceert Essent het peer-to-peer platform Ellyn. Niet eerder kon een energiebedrijf in Nederland bedrijven op een dergelijke manier duidelijkheid bieden over de herkomst van de gebruikte duurzame energie.

Ellyn is een digitale oplossing die bedrijven en zonne- en windparken zichtbaar aan elkaar koppelt. Met dit platform geeft Essent ondernemers ieder kwartier inzicht welk door hun gekozen park de duurzame energie heeft opgewekt die zij hebben gebruikt. Eigenaren van die parken zien op hun beurt waar hun energie naar toegaat. Die directe link tussen producent en afnemer wordt steeds relevanter, omdat zon- en windenergie steeds meer lokaal wordt opgewekt en afgenomen en vraag- en aanbod van elektriciteit beter op elkaar moeten worden afgestemd.

Via Ellyn wordt energieverbruik niet achteraf vergroend, zoals nu normaal is in de energiemarkt. Dus geen zonnestroom meer in de nacht en geen windenergie wanneer het niet waait. Mocht er onvoldoende zonne- of windenergie zijn binnen het platform, dan levert Ellyn groene stroom uit Nederland die op een ander moment is opgewekt. Zo kan Ellyn nog steeds groene stroom aanbieden, alleen door middel van certificaten.

Hernieuwbare energie door monomestvergisters

Minister Kamp van Economische Zaken heeft 150 miljoen euro toegekend voor de realisatie van monomestvergisters op boerderijen. Met een monomestvergister is het mogelijk mest om te zetten in hernieuwbare energie zoals groen gas, elektriciteit of warmte. De vergisters, goed voor  het energieverbruik van in totaal 11.000 huishoudens, leveren een bijdrage aan de doelstelling van 14% hernieuwbare energie in 2020. Dit schrijft de minister vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Minister Kamp: ‘Het kabinet heeft aangegeven dat in 2050 de CO2-uitstoot tot bijna nul moet zijn gereduceerd. Met de realisatie van monomestvergisters slaan we meerdere vliegen in één klap. We voorkomen broeikasgasemissies uit mest, hetgeen bijdraagt aan het verminderen van de CO2 uitstoot. Daarnaast zijn we in staat mest in te zetten voor de productie van hernieuwbare energie wat bijdraagt aan het doel om in 2020 14% hernieuwbare energie te realiseren. Een gemiddelde vergister biedt voldoende gas en elektriciteit voor ongeveer 90 huishoudens.’

De Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) stimuleert bedrijven bij het produceren van duurzame energie tegen een zo laag mogelijke prijs. Minister Kamp heeft een aparte tender opengesteld voor monomestvergisters om een kostenreductie te bewerkstelligen. De tender, die eind 2016 is aangekondigd, laat zien dat de sector inderdaad verwacht dat de kostprijs kan dalen naar 12,5 cent per kWh, op dit moment is de kostprijs nog boven de 20 cent per kWh en daarmee duurder dan veel andere hernieuwbare energieopties.

Werkgevers energiesector verwachten explosieve groei

De werkgelegenheid groeit explosief in de energiesector (elektriciteit, gas en water). Waar deze sector in de afgelopen kwartalen nog respectievelijk +5%, +8% en +10% rapporteerde, neemt de verwachting voor het komende kwartaal een sprong naar +20%. Dit blijkt uit de ManpowerGroup Employment Outlook Survey (MEOS Q3), gehouden onder 59.000 werkgevers, waarvan 750 uit Nederland.

Het groeipatroon van de energiesector hangt mogelijk samen met de groei in de bouwsector die we de afgelopen maanden hebben gezien. Een toename in bouwprojecten heeft uiteraard invloed op de gevraagde energievoorzieningen. De energiebranche is bij uitstek een sector die gedijt bij een aanhoudend vertrouwen in de economie. Daarnaast is deze sector zichzelf aan het heruitvinden door verduurzaming en grote innovaties. Zo een tendens speelt altijd een rol in het aantrekken van meer en nieuw talent.”

De bouwsector blijft onverminderd positief. De vraag naar bouwpersoneel is groot, maar het aanbod blijft beperkt. Dat heeft mogelijk invloed op het vertrouwen van werkgevers in de sector.

Eoly steunt Leuvense studenten in de World Solar Challenge

Op 8 oktober start in Australië de World Solar Challenge, een tweejaarlijkse race met auto’s die op zonne-energie rijden. De internationale wedstrijd gaat dwars door Australië over een afstand van 3.000 km. Dit jaar is Eoly, de groene-energieproducent en -leverancier van Colruyt Group, een van de officiële partners van het Belgische Solar Team. En met reden, want de zonnewagen heeft dezelfde ambities als Eoly: duurzame energie stimuleren, promoten en gebruiken in concrete toepassingen.

België vaardigt al sinds 2005 een team ingenieursstudenten van de KU Leuven af. Dit jaar racen 21 studenten met de ‘Punch Two’. De zonnewagen is kleiner, lichter en sneller dan zijn voorganger ‘Punch One’. Joachim Verheyen, teammanager van het Solar Team legt uit: “Om te mogen deelnemen aan het wereldkampioenschap in Australië moet de wagen voldoen aan een aantal regels die elke editie veranderen. Dit jaar mochten we maar 4 m² zonnepanelen gebruiken. Daarom moesten we heel het ontwerp aanpassen en is de ‘Punch Two’ kleiner dan de ‘Punch One’.” Er liggen dan wel minder zonnepanelen op de wagen, maar toch boet hij niet in aan snelheid.

Als groene-energieproducent en pionier in nieuwe duurzame technologieën is Eoly bijzonder trots op deze samenwerking. Stephan Windels, business unit manager van Eoly, vertelt: “Vooral de ondernemingszin en de dynamiek van deze studenten heeft ons overtuigd. Wij steunen hen in dit grote avontuur, dat meteen ook toont hoeveel toekomstperspectieven hernieuwbare energie biedt. Bij Eoly duimen we allemaal voor een eerste Belgische overwinning in de Solar Challenge.” En daar eindigt het verhaal niet: voor de World Solar Challenge van 2019 wil Eoly samen met het Solar Team de koeling van de zonnepanelen verbeteren.

Voor zijn vertrek naar Australië werd de Punch Two nog uitvoerig getest op het circuit van Ford in Lommel. De zonnewagen haalde er onder optimale omstandigheden een topsnelheid van 120 km/u. “We werken al meer dan een jaar aan onze wagen en hebben gedroomd van zulke snelheden. De maximale snelheid op de openbare weg in Australië is 120 km/u. Sneller kunnen rijden heeft dus geen enkele zin”, zegt teamanager Joachim Verheyen. Tijdens de Solar Challenge zal de wagen gemiddeld 80 km/u rijden en versnellen bij het inhalen van andere zonnewagens. Met 1.500 km op de teller zijn de wagen en de Leuvense studenten klaar voor een plaats in de top drie. Dat is alvast de ambitie. De race winnen is bij de vorige zes deelnames niet gelukt, maar zou dit jaar in elk geval een enorme opsteker zijn. Eoly gelooft als trotse partner in een mooi resultaat en wenst het Punch Powertrain Solar Team veel succes.

dinsdag 19 september 2017

'Energietransitie moet topprioriteit zijn voor het nieuwe kabinet'

Bij het verschijnen van de Miljoenennota kijkt Doekle Terpstra vooral reikhalzend uit naar het volgende kabinet. Volgens de voorzitter van UNETO-VNI moet de nieuwe regering de financiële ruimte gebruiken voor de energietransitie. 'Ons land staat er prima voor, mede dankzij het huidige kabinet', zegt Terpstra in reactie op de laatste Miljoenennota van het demissionaire kabinet Rutte-II. 'Nu is het tijd om te investeren in onze toekomst. We kunnen honderdduizenden woningen en gebouwen energieneutraal maken. Dat moet topprioriteit zijn voor het nieuwe kabinet. Met gerichte investeringen en een consistent beleid kunnen we ons land kampioen maken op het gebied van verduurzaming.’

Terpstra verwacht van het nieuwe kabinet op korte termijn een klimaatwet. ‘Ik heb er vertrouwen in dat het nieuwe kabinet de urgentie inziet en snel aan de slag gaat. We kunnen de energiebesparingsdoelstellingen van Parijs halen, als we de juiste maatregelen nemen. We moeten investeringen in energiezuinige woningen en gebouwen stimuleren, niet blokkeren. Het gaat om de verduurzaming van grote aantallen gebouwen, daar kunnen we niet langer mee wachten. Dat levert ons grote milieuwinst op, we creëren tienduizenden banen in de installatiebranche én we bezorgen iedereen een lagere energierekening. Een klimaatwet zorgt voor duidelijkheid bij huishoudens en bedrijven en voorkomt zwabberbeleid.'

Terpstra pleit voor een verbod op aardgas in nieuwbouwwoningen. 'De technische installatiebranche is nu al in staat om nieuwbouwwoningen aardgasvrij te maken. Ook de bestaande bouw kunnen we met hybride warmtepompen en zonneboilers veel energiezuiniger maken.’ De voorman van de installateurskoepel wijst er op dat ook investeringen in de infrastructuur en industrie dringend nodig zijn om de CO2-uitstoot verder te verminderen.

Provincie verleent omgevingsvergunning aan vijf windparken

Voor vijf windparken is een omgevingsvergunning verleend door de provincie Groningen. Hiermee is de bouw van deze windparken weer een stap dichterbij. Het gaat om drie windparken rondom Delfzijl; Oosterhorn, Geefsweer, Delfzijl Uitbreiding Zuid, en om twee windparken rondom de Eemshaven; Oostpolder en Oostpolderdijk. Samen zijn de parken goed voor ongeveer 300 megawatt, waarmee we als provincie goed op weg zijn naar de 855,5 megawatt die nodig is in 2020, zoals afgesproken met het Rijk.

Voor alle windparken wordt een gebiedsfonds opgezet, een fonds waarin de ontwikkelaars geld storten voor de omgeving. Verder worden binnen het windpark Oostpolder twee dorpsmolens ontwikkeld, die deels worden gefinancierd vanuit het provinciaal Revolverend Fonds. Daardoor kunnen de direct omwonenden financieel participeren zonder er zelf in te investeren. Dat is uniek in Nederland. Voor Geefsweer verhoogt de organisatie die het windpark exploiteert, de bijdrage aan het gebiedsfonds. Daarnaast krijgen de direct omwonenden van windpark Delfzijl Uitbreiding Zuid een jaarlijkse bijdrage.

Zowel de Welstandscommissie als de Commissie Milieueffectrapportage (m.e.r.) heeft voor de komst van de genoemde windparken een positief advies afgegeven.

Gasunie en Enexis Groep bundelen krachten om energietransitie te versnellen

Enexis Groep en Gasunie gaan gezamenlijk optrekken om de energietransitie te versnellen. Zo willen de beide infrastructuurbedrijven samenwerken om snelle en betaalbare CO2-reductie te realiseren in de gebouwde omgeving. Dat willen zij onder meer doen door het verder ontwikkelen van energiebesparingsprogramma’s, zoals Groningen Woont Slim en Buurkracht. Denk hierbij aan het ondersteunen van de hybride warmtepomptechniek die de CO2-uitstoot voor woningverwarming substantieel vermindert. Daarnaast gaan beide bedrijven gezamenlijk gemeenten en provincies ondersteunen bij de verduurzamingsopgave van gemeenten en regio’s. Verder gaan zij bekijken hoe het groeiend potentieel van hernieuwbare gassen, zoals groen gas en waterstof, ingepast kan worden in de infrastructuur.

Om deze samenwerking te bekrachtigen hebben Ulco Vermeulen (lid Raad van Bestuur Gasunie) en Peter Vermaat (voorzitter Raad van Bestuur Enexis Groep) vandaag een samenwerkingsovereenkomst ondertekend in het Mauritshuis te Den Haag tijdens de terugkom-middag van de expeditieleden, die eerder dit jaar op klimaatexpeditie naar Spitsbergen zijn geweest.

Universiteiten Utrecht en Eindhoven brengen prestaties zonnepanelen Nederland in kaart

Ongeveer twee miljoen zonnepanelen werden in 2016 in Nederland geïnstalleerd, goed voor 525 megawattpiek aan vermogen. Leveren al die zonnepanelen wel op wat vooraf berekend is? De Universiteit Utrecht en de Technische Universiteit Eindhoven gaan hier samen met onderzoekscentrum SEAC en Autarco onderzoek naar doen.

“Onze huidige zonne-energiemodellen zijn gebaseerd op theoretische opbrengsten, maar data over de daadwerkelijke prestaties zijn beperkt beschikbaar”, legt TU/e-onderzoeker Roel Loonen uit: “Presteren de systemen wel zoals de installateurs verwachten dat ze doen?”

Eigenaren van een zonnestroomsysteem kunnen daarom op de website van het Nationaal Solar Onderzoek opgeven hoeveel kWh hun systeem tot de dag van invullen heeft opgewekt. Drie weken later worden ze opnieuw verzocht hun kWh-opbrengst door te geven. Deze opbrengst wordt vervolgens vergeleken met een berekende verwachte opbrengst op basis van de ligging, oriëntatie, hellingshoek en vermogen van het systeem. De deelnemers krijgen na afloop een rapport toegestuurd met daarin een analyse van de prestaties en de prestaties die ze hadden mogen verwachten op basis van de zoninstraling.

De onderzoekers maken voor hun theoretische berekeningen onder meer gebruik van onderzoeksopstellingen die op de daken van de universiteiten van Eindhoven en Utrecht staan en die informatie over zoninstraling leveren. Roland Valckenborg, Projectleider bij SEAC: “Het onderzoek gebruikt satellietgegevens ten aanzien van de zoninstraling, met de meetopstelling ijken we die data. Ook zijn we betrokken bij de data-analyse.”

Wilfried van Sark, onderzoeker zonne-energie aan de Universiteit Utrecht, deed in het verleden onderzoek naar de vraag hoeveel kWh zonnepanelen opleveren, met de actie Tel de Zon. Hij liet mensen hun opbrengst een week lang bijhouden en vergeleek dat met de verwachte opbrengst op basis van de instraling die in Nederland gemeten werd. “Met een rekenmodel berekenden we wat de opbrengst had moeten zijn op basis van de hoeveelheid panelen, hellingshoek en ligging. Factoren zoals schaduw van een boom of dakkapel werden niet meegenomen. Dat zal in de nieuwe opzet wel mogelijk zijn, omdat we ook luchtfoto’s gebruiken om de situatie te kunnen bekijken. Ook meten we nu over een langere periode.”

Uit vorige onderzoek is gebleken dat  sommige zonne-energiesystemen heel goed presteren, maar dat gemiddeld gezien de opbrengst aan de matige kant is, waarschijnlijk door schaduw. Tien procent van de systemen functioneerde duidelijk niet naar behoren.

Het Eindhovense bedrijf Autarco is verantwoordelijk voor de onderzoeksopzet van het nieuwe onderzoek. Ook heeft dit bedrijf software ontwikkeld, waarmee met behulp van satellietbeelden en hoogtedata heel nauwkeurig kan worden bekeken wat de oriëntatie en hellingshoek van de zonnepanelen op het dak is en wat voor effect schaduw heeft op de prestaties van de panelen.

Gebruikt toiletpapier omzetten in elektriciteit

Scheikundigen van het onderzoekszwaartepunt Sustainable Chemistry van de Universiteit van Amsterdam (UvA) hebben samen met collega's van het Copernicus Institute of Sustainable Development van de Universiteit Utrecht de eerste technisch-economische analyse gepubliceerd over de omzetting van gebruikt toiletpapier in elektriciteit. In het tijdschrift Energy Technology stellen zij een proces in twee stappen voor en maken zij een kostenberekening per kWh die vergelijkbaar is met de kosten van fotovoltaïsche installaties in woningen.

Gebruikt toiletpapier wordt niet vaak als iets waardevols gezien. De meeste mensen denken er liever helemaal niet aan. Toch is het rijk aan koolstof; het bevat namelijk 70-80 gewichtsprocent cellulose op droge basis. Gemiddeld produceren mensen in West-Europese landen 10-14 kg gebruikt toiletpapier per jaar. Het hoopt zich op in filters van gemeentelijke rioleringen en vormt een bescheiden maar significant aandeel van het gemeentelijke afval.

Tegelijkertijd is gebruikt toiletpapier de droom van elke zakenman omdat het een van de weinige grondstoffen met negatieve kosten is. Deze kosten kunnen per land en regio verschillen, maar in Nederland betalen afvalwaterzuiveringsinstallaties rond € 70 per ton om het toiletpapier kwijt te raken. Het is dus een uiterst aantrekkelijke grondstof omdat mensen geld betalen om ervan verlost te worden.

Gebruikt toiletpapier is 'echt afval' en biedt een geweldige mogelijkheid om kringlopen te sluiten, grondstoffen efficiënter toe te passen en een volwaardige circulaire economie tot stand te brengen. Voor de scheikundigen van de UvA is het gebruik van toiletpapier voor de opwekking van elektriciteit daarom 'het ultieme afvalhergebruikconcept'. Alleen de regio Amsterdam genereert al zo'n 10.000 ton gebruikt toiletpapier per jaar, genoeg om 6.400 huishoudens van stroom te voorzien.

Daarbij geldt ook nog eens dat de geproduceerde elektriciteit hernieuwbaar is, aangezien de cellulose in het toiletpapier afkomstig is van bomen. Dit biedt grote mogelijkheden om aan de vraag van de samenleving naar hernieuwbare energie te voldoen. Veel hernieuwbare grondstoffen kennen pieken in de beschikbaarheid. Stengels van planten kunnen worden hergebruikt, maar uitsluitend na de oogst; zonlicht is overdag beschikbaar (afhankelijk van het wolkendek); en de wind is net zo voorspelbaar als het weer. Gebruikt toiletpapier vormt echter een continu beschikbare grondstof.

Amsterdam en Utrecht hebben samen een onderzoeksproject opgezet, dat onder leiding stond van de UvA-hoogleraren Gadi Rothenberg en Bob van de Zwaan van het Van ‘t Hoff Institute for Molecular Sciences van de UvA. Zij stelden een eenvoudig proces in twee stappen voor om gebruikt toiletpapier in elektriciteit om te zetten, waarbij zij een directe route creëerden van ongewenst afval naar een nuttig product. Masterstudent Els van der Roest onderzocht de mogelijkheid om apparatuur voor de vergassing van gebruikt toiletpapier (stap 1) te combineren met vasteoxidebrandstofcellen (SOFC's; Solid Oxide Fuel Cells) met een hoge temperatuur die het ontstane gas rechtstreeks in elektriciteit kunnen omzetten (stap 2; zie figuur 1).

Gebruikt toiletpapier kan omgezet worden in elektriciteit door de vergassing van gebruikt toiletpapier, gevolgd door blootstelling aan lucht in een vasteoxidebrandstofcel met hoge temperatuur.

Het project had tot doel de haalbaarheid van een dergelijk systeem bij een volume van 10.000 ton toiletpapier per jaar te beoordelen, op basis van reële parameterwaarden. Met gebruik van technisch-economische analysemethoden presenteerde het team een elementair procesontwerp, een algehele energiebalans en een economische studie voor dit concept. Gegevens voor de experimenten en berekeningen werden verkregen in samenwerking met het afvalenergiebedrijf (AEB) van Amsterdam.

In een openbaar toegankelijk artikel in het internationale collegiaal getoetste tijdschrift Energy Technology presenteren de onderzoekers het elementaire systeemontwerp, evenals de elektriciteitsopbrengst en het algehele rendement, gebaseerd op gedetailleerde berekeningen van de massa- en energiebalans. Het algehele elektrische rendement bedraagt 57%, wat vergelijkbaar is met een gasgestookte warmtekrachtcentrale. De LCOE (Levelized Cost Of Electricity, een maat die gebruikt wordt voor de consistente vergelijking van methoden van elektriciteitsopwekking), is 20.3¢/kWh. Momenteel is dit vergelijkbaar met de kosten van fotovoltaïsche installaties in woningen.

De kapitaalkosten van het systeem zijn nog steeds relatief hoog, voornamelijk door de kosten van de investeringen in brandstofcellen. Deze zullen echter naar verwachting dalen naarmate de markt voor brandstofcellen zich verder ontwikkelt. De exploitatiekosten zijn relatief laag, deels dankzij het hoge thermodynamische rendement (ca. 70%). De onderzoekers verwachten dat door de leereffecten het systeem in de toekomst concurrerender kan worden, met een LCOE van ongeveer 11 ¢/kWh.

Het projectteam stelt vast dat het omzetten van gebruikt toiletpapier in elektriciteit toekomst heeft. 'Wanneer we deze resultaten met bedrijven bespreken, worden mensen erg enthousiast', zegt prof. Rothenberg. Tot op heden heeft zich echter nog geen enkele Nederlandse onderneming of gemeente bereid verklaard om geld te steken in de verdere ontwikkeling van deze techniek. Het team overweegt nu zijn concept in het buitenland aan de man te brengen: 'Wellicht zal de eerste centrale die deze techniek toepast, in China worden gebouwd', aldus Rothenberg.

maandag 18 september 2017

Sympower haalt 1 miljoen euro op

Sympower, een cleantech/smart energy startup uit Amsterdam, heeft 1 miljoen euro opgehaald bij particuliere investeerders en investeringsfonds Enfuro Ventures. De investering zal de internationale uitbreiding van geautomatiseerde netbalancering software financieren na succesvolle implementatie op de elektriciteitsmarkten in Noord-Europa.

Sympower biedt netbeheerders in Europa reserve stroomcapaciteit door middel van
vraagsturing. Sympower beheert het verbruik van industriële, commerciële en residentiële
systemen om primair reservevermogen te bieden. Een dienst waarmee rond de 10 procent extra jaaromzet voor de eigenaren van de systemen wordt gegenereerd.

Sympower, opgericht in 2015, is een demand response aggregator dat kostenefficiënte balans diensten aan het elektriciteitsnet levert. Het Sympower softwareplatform reageert binnen enkele seconden op storingen op het net door elektriciteitsverbruik van apparatuur en machines tijdelijk op of af te schakelen, zonder dat de klant er hinder van ondervindt.

Gasunie treedt toe tot North Sea Wind Power Hub

Het North Sea Wind Power Hub-consortium, dat tot nu toe bestond uit TenneT TSO B.V. (Nederland), Energinet.dk (Denemarken) en TenneT TSO GmbH (Duitsland), verwelkomt met de toetreding van Gasunie een belangrijke, innovatieve partner.

De vier bedrijven bundelen hun krachten voor de verdere studie en onderzoek naar de ontwikkeling van een grootschalig, duurzaam Europees energiesysteem op de Noordzee. Het samenwerkingsverband is een belangrijke volgende stap naar de uiteindelijke totstandkoming van een ‘North Sea Wind Power Hub’ in de periode 2030‑2050, die een belangrijke bijdrage moet leveren aan het realiseren van de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs (COP21). Om alleen al de EU-klimaatdoelstellingen te behalen, moet er ongeveer 230 gigawatt (GW) aan offshore-windenergievermogen worden ontwikkeld, waarvan 180 GW in de Noordzee.

De voor de energietransitie benodigde hoeveelheden offshore-windenergie zijn zo groot dat er naast stroomverbindingen ook oplossingen voor gasvormig(e) transport en opslag moeten worden ingezet. De kosten van energietransport en langetermijnopslag in gasvorm liggen per energie-eenheid aanzienlijk lager dan als de energie wordt getransporteerd en opgeslagen in de vorm van elektriciteit. Het combineren van de sterke punten van stroom- en gassystemen kan bovendien een belangrijke impuls geven aan de opkomst van waterstof als duurzame oplossing in tal van toepassingen in de industrie, de gebouwde omgeving en de transportsector.

Het consortium wil de Europese doelstellingen haalbaar én betaalbaar maken met de ontwikkeling van een North Sea Wind Power Hub waarop een vermogen van 100 GW aan offshore-windparken kan worden aangesloten. Het project zal een belangrijke rol vervullen in de toekomstige duurzame elektriciteitsvoorziening van Europa. Centraal in het plan staat de aanleg van één of meerdere zogeheten ‘Power Link Islands’ met verbindingen naar en tussen de Noordzeelanden. Deze kunstmatige eilanden moeten midden in de Noordzee worden gerealiseerd, op een locatie met optimale windomstandigheden, dus waar het hard en veel waait (mogelijk de Doggersbank). Er kan een groot aantal windturbines c.q. offshore-windparken worden aangesloten op een Power Link Island. Vanaf het eiland kan de windenergie verder worden gedistribueerd en getransporteerd via gelijkstroomverbindingen naar de Noordzeelanden (Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Duitsland en Denemarken). Deze zogenaamde ‘Wind Connectors’ maken niet alleen transport van de windstroom naar de verschillende aangesloten landen mogelijk, maar verbinden ook de energiemarkten van die landen met elkaar, zodat internationale elektriciteitshandel mogelijk wordt. Bovendien kunnen de verwachte overschotten aan windstroom worden omgezet naar gas (waterstof) voor grootschalig transport naar land, opslag of buffering.

Gasunie beschikt over deskundigheid op het gebied van gastransport en -opslag via internationaal verbonden netten, en de handhaving van de balans tussen vraag en aanbod van energie. Het bedrijf ontwikkelt tevens kennis over de inzet van hernieuwbare gassen zoals waterstof, en kijkt daarbij ook naar diverse omzettingsprocessen zoals ‘Power-to-Gas’. Hierbij wordt elektrolyse toegepast om grote hoeveelheden duurzame energie op te slaan in de vorm van waterstofgas, en vervolgens (internationaal) te transporteren. Power-to-Gas zal naar verwachting een belangrijke rol spelen in het North Sea Wind Power Hub-systeem. De windstroom kan dicht bij de bron (d.w.z. een locatie ver buiten de kust) worden opgeslagen in gasvorm, en bijvoorbeeld via bestaande offshore-gasinfrastructuur aan land worden gebracht.

Solar Global kiest voor mega-energieopslagsysteem van Alfen

Het Tsjechische Solar Global heeft Alfen geselecteerd voor de levering van een 1 MW energieopslagsysteem voor haar zonnepanelenpark Prakšice in Tsjechië. Dit systeem zal in het vierde kwartaal van 2017 worden geleverd en wordt hiermee het eerste grootschalige energieopslagsysteem in Tsjechië.

Solar Global ontwikkelt en onderhoudt zonneparken en zonnepaneleninstallaties op daken. Momenteel beheert de onderneming ruim 100 MW aan capaciteit. Omdat Solar Global een leidende rol wil spelen in de energietransitie, investeert de onderneming in een innovatieve energieopslagoplossing. Deze wordt initieel ingezet voor energiehandel, maar is ook geschikt voor andere toepassingen, zoals het leveren van netstabiliteit, wanneer de lokale markt dit toelaat. Dit project wordt ondersteund door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

De CEO van Solar Global, František Smolka, licht toe: “Energieopslag gaat een belangrijke rol spelen in de grootschalige uitrol van duurzame energie. Met dit project bereiden wij ons voor op de toekomst. Ik verwacht daarom nog veel van deze systemen in ons land te implementeren.”

Groene woningen verkopen sneller en brengen meer op

Gunstige A- en B-labels verhogen de verkoopopbrengst van koopwoningen met ruim 6.000 euro. Bovendien verkopen woningen voorzien van een gunstig energielabel ruim een maand sneller. Dit alles blijkt uit een grootschalige labelimpact analyse uitgevoerd door onderzoekers van Tilburg University. 

In deze studie bestudeerden de onderzoekers de ruim 62.000 woningen die in de eerste helft van 2017 werden verkocht met energielabel. Zo’n 32% van deze woningen was voorzien van een gunstig en groen A- of B-label, terwijl 15% werd verkocht met rode F- en G-labels. Kopers zijn dankzij dit energielabel vooraf op de hoogte van de thermische kwaliteit van de woningen. “Die thermische kwaliteit is een belangrijke factor bij toekomstig gasverbruik. De doorsnee maandelijkse gasrekening van een gemiddelde D-label woning in Nederland bedraagt 110 euro, terwijl dit kan variëren tussen 35 en 175 euro afhankelijk van de isolatiekwaliteit van het pand. Dit was altijd al zo, maar het energielabel helpt om deze variatie op voorhand bekender te maken onder kopers,” zegt prof. dr. Dirk Brounen, de onderzoeksleider in dit project.

In deze zogenoemde labelimpact analyse bestudeerden de onderzoekers de invloed van het energielabel op zowel de verkoopsnelheid als ook op de verkoopopbrengst. Door gebruik te maken van het fijnmazige cijfermateriaal van makelaarsvereniging NVM, kon daarbij rekening gehouden worden met specifieke kenmerken van een pand, zoals bijv. leeftijd, staat van onderhoud, locatie en woningtype. Een gunstig A-label versnelt de verkoop met ruim 52 dagen. Opvallend is dat de invloed van ongunstige G-labels sterker is. De verkoop van een G-label woning vergt ruim 66 dagen langer dan gemiddeld.

Eenzelfde verschil is ook te zien wanneer de verkoopprijs onder de loep wordt genomen. Ook hier is de invloed van ongunstige labels sterker dan die van de A- en B-labels. Ongunstige F- en G-labels gaan gepaard met een gemiddelde prijskorting van bijna 12.000 euro, terwijl gunstige A- en B-labels 6.000 euro extra opleveren. “Die groene premie staat ongeveer gelijk aan de helft van wat je mag verwachten wanneer de lagere gasrekening wordt gebruikt als basis. Ongeveer de helft van het geraamde voordeel in de maandlast wordt als het ware vooruit betaald in de hogere verkoopprijs. Het lijkt erop dat kopers heftiger reageren op de waarschuwingen van de rode labels, dan dat zij zich laten verleiden door het goede nieuws van de groene besparingen.” Aldus Dirk Brounen.