Pagina's

donderdag 31 augustus 2017

Peter Molengraaf vertrekt bij Alliander, Ingrid Thijssen nieuwe CEO

Peter Molengraaf vertrekt na ruim acht jaar als CEO van energienetwerkbedrijf Alliander. In goed overleg met de Raad van Commissarissen is besloten dat Molengraaf het bedrijf per 1 september verlaat.

De Raad van Commissarissen van Alliander heeft Ingrid Thijssen benoemd tot opvolger. Thijssen is ruim drie jaar lid van de Raad van Bestuur van Alliander en treedt op 1 september aan als CEO. Aandeelhouders en de Ondernemingsraad hebben met haar benoeming ingestemd.

Molengraaf nam begin dit jaar een sabbatical mede om zich te bezinnen op zijn toekomst en zijn rol binnen Alliander. Ingrid Thijssen nam zijn taken als CEO binnen de Raad van Bestuur waar. Molengraaf: “Ik ben tot het inzicht gekomen dat ik toe ben aan een nieuwe stap in mijn loopbaan. Het is niet gemakkelijk Alliander achter me te laten. We hebben met alle medewerkers een mooi en toekomstgericht bedrijf opgezet waar ik met veel plezier leiding aan heb gegeven. Ik heb volledig vertrouwen in mijn opvolger Ingrid, met wie ik de afgelopen jaren intensief en goed heb samengewerkt. Alliander is bij haar in goede handen.”

Ingrid Thijssen was de afgelopen drie jaar als Chief Operating Officer werkzaam binnen de Raad van Bestuur van Alliander.

TNO: Nederland sneller van exporteur naar importeur van gas

Afhankelijk van beslissingen door het komende kabinet over de aardgaswinning kan ons land de komende periode veel sneller dan gedacht veranderen van exporteur in netto-importeur van aardgas. In een van de scenario’s is dat al in 2021 het geval, waar voorspellingen van anderen uitgaan van 2030-2035. Dat blijkt uit onderzoek door TNO, waarvan de conclusies zijn gepubliceerd in de whitepaper ‘van exporteur naar importeur – de verander(en)de rol van aardgas in Nederland’.

Het is aan de Nederlandse overheid deze overgang vorm te geven en te bepalen wie de regie voert over de binnenlandse energievoorziening. Gezien deze jongste inschatting van TNO kan dat wel eens sneller nodig zijn dan vaak gedacht.

Nederland is sinds het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw zelfvoorzienend geweest met aardgas als energiebron. Tussen 1965 tot 2016 leverde de export van aardgas de Nederlandse economie bijna € 300 miljard aan aardgasbaten op. Maar na de aardbeving in Huizinge in de provincie Groningen in augustus 2012 is de jaarlijkse gemiddelde productie teruggebracht van 53 tot 21,6 miljard miljard kubieke meter (bcm) en afhankelijk gemaakt van de seismische stabiliteit van het Groninger veld . Als de productie in Groningen verder wordt beperkt tot onder dit niveau en de exploratieactiviteiten worden gestaakt, zal Nederland al binnen vier tot zes jaar importafhankelijk zijn.

Experts van TNO hebben in de whitepaper vier scenario’s uitgewerkt op basis van de toekomstige productie in Groningen, het aanbod uit de kleine velden en de te verwachten afname van de vraag naar aardgas. Daarbij is eigen onderzoek en dat van partijen als ECN en Gasunie Transport Services betrokken.

Hoewel TNO in de analyse benadrukt dat de aannames voor vraag en aanbod omgeven zijn door een hoge mate van onzekerheid, is de voorspelling dat Nederland over vier of zes jaar al netto-importeur van aardgas kan zijn. Andere scenario’s komen uit op acht of twaalf jaar. Deze bevindingen contrasteren met de vooruitzichten zoals geschetst in de Nationale Energieverkenning 2016 van ECN, PBL, CBS en RVO, die uitgaat van importafhankelijkheid tussen 2030 en 2035.

De Nederlandse huishoudens gebruiken laagcalorisch aardgas uit het Groningen veld, terwijl de industrie en energiecentrales op hoogcalorisch gas draaien. De internationale markt biedt uitsluitend hoogcalorisch aardgas aan. Dat betekent op termijn de keuze om alle huishoudelijke installaties versneld om te bouwen naar hoogcalorisch gas, of om in nog te bouwen conversiefaciliteiten hoogcalorisch gas te mengen met stikstof. Dat resulteert in het zogeheten pseudo-G-gas dat kwalitatief gelijkwaardig is aan Groningengas. De keuze voor een van deze scenario’s is nog niet gemaakt.

Importafhankelijkheid op zich is volgens TNO niet het grootste probleem. Er zijn voldoende mogelijkheden om aardgas te importeren, zowel via pijpleidingen als per schip in de vorm van vloeibaar gas (LNG). De echte uitdaging zit in het vraagstuk van de flexibiliteit tijdens de periode dat aardgas van een leidende rol overgaat naar een volgende rol in dienst van de energietransitie. Het is aan de Nederlandse overheid hoe dit vorm krijgt en wie de regie voert over de binnenlandse energievoorziening op het moment dat hernieuwbare energie een groter deel uitmaakt in de nationale energiemix. De overheid zal de omschakeling van exporteur naar importeur moeten faciliteren en er adaptief beleid voor voeren zodat de markt duidelijkheid heeft voor de langere termijn.

Meerlanden en HVC slaan handen ineen

Het gaat goed met het scheiden van groente-, fruit- en tuinafval en etensresten (gft). In 2016 is substantieel meer gft ingezameld, bij HVC 9 procent en bij Meerlanden 8 procent. Het aanbod groeit in belangrijke mate dankzij de inzet van inwoners in de inzamelgebieden van Meerlanden en HVC. HVC en Meerlanden investeren daarom in een capaciteitsuitbreiding van de groene energiefabriek in Middenmeer met een extra verwerkingscapaciteit van 28.000 ton. Beide partijen hebben hiervoor een intentieovereenkomst gesloten.

De installatie in Middenmeer beschikt straks na uitbreiding over vier vergistingslijnen in plaats van drie en over een gasfabriek die het biogas, dat wordt gemaakt uit het gft en etensresten, opwerkt. Het biogas wordt daarna omgezet in groen gas en ingevoerd op het openbare Nederlandse gasnet voor gebruik door huishoudens en gastankstations in het hele land. Zo kunnen door gft woningen worden verwarmd, kan op gas worden gekookt en rijden (vracht)auto’s op biogas, waaronder inzamelvoertuigen van Meerlanden.

Gft en etensresten zijn de moeite waard om goed te scheiden. Eén volle groene container van 140 liter levert genoeg groen gas op om 21 dagen van te koken en bijna een dag je huis mee te verwarmen. Daarnaast levert het vijftien tot twintig kilo compost op. Als groene grondstof kan gft de basis zijn voor meer producten. Meerlanden en HVC gaan gezamenlijk onderzoek doen naar de technologie van morgen, biobased economy. Meerlanden en HVC gaan gezamenlijk onderzoek doen naar de technologie van morgen, de biobased economy, en bundelen hun kennis op weg naar innovaties in gft-verwerking.

woensdag 30 augustus 2017

Provincie mocht nieuwe windturbines in Amsterdams havengebied weigeren

Het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland hoefde geen vergunning te verlenen voor 23 nieuwe windturbines in het havengebied van Amsterdam. Dat blijkt uit vijf uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (30 augustus 2017). De vergunningen waren aangevraagd door het Havenbedrijf Amsterdam en de coöperatie NDSM energie. Zij zijn samen met de gemeente Amsterdam tegen de afwijzing van hun aanvragen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Volgens het Havenbedrijf, NDSM energie en het gemeentebestuur is de komst van de windturbines in het havengebied geen zaak van de provincie, maar van de gemeente. Ook zouden de voorwaarden die de provincie in de Provinciale Ruimtelijke Verordening aan nieuwe windturbines stelt strenger zijn dan landelijke regels voor nieuwe windturbines en internationale regels, en daarmee dus in strijd zijn. Maar naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de provincie de komst van de windturbines als haar eigen – provinciale – belang kunnen aanmerken, omdat die 'door hun afmetingen en zichtbaarheid over grote afstand een impact op de ruimte in het landelijk gebied hebben'. Ook zijn de voorwaarden in de provinciale verordening niet in strijd met hogere regels, aldus de hoogste bestuursrechter. Het provinciebestuur mag deze voorwaarden dan ook aan de komst van nieuwe windturbines stellen. De Afdeling bestuursrechtspraak concludeert dat het provinciebestuur de vergunningen heeft mogen weigeren.

Het provinciebestuur weigerde de vergunningen in november 2016 te verlenen, omdat de aanvragen niet voldeden aan de voorwaarden voor nieuwe windturbines in de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2016. Daarin is uitbreiding van windturbines in een zogenoemd herstructureringsgebied als het havengebied van Amsterdam alleen onder strikte voorwaarden mogelijk. Er mag alleen een nieuwe windturbine komen als er ten minste twee andere op het grondgebied van de provincie zijn verwijderd. Ook moet er een overeenkomst worden overgelegd tussen de aanvrager van de nieuwe windturbine en de eigenaar van de 'oude' windturbines, zodat deze op tijd worden gesaneerd. De provincie voert dit restrictieve beleid, omdat door de toename van het aantal nieuwe windturbines het maatschappelijk draagvlak voor windenergie op land volgens haar onder druk is komen te staan.

Het Havenbedrijf en NDSM energie hebben in 2016 in totaal vijf aanvragen ingediend voor vergunningen voor windturbines op vijf verschillende locaties in het Westelijk havengebied, het Oostelijk havengebied en bij knooppunt Coenplein. De afmetingen voor de windturbines verschillen per aanvraag. De aanvraag voor de hoogste windturbines, die in het Oostelijk havengebied en bij knooppunt Coenplein, voorzag in windturbines met een masthoogte van 110 meter en een productiecapaciteit van 3 MW.

Duurzame warmte voor bewoners De Nieuwe Wipwei in Roosendaal

De bewoners van de Nieuwe Wipwei in Roosendaal zitten er straks warmpjes bij. Restwarmte van de afvalenergiecentrale van SUEZ wordt benut om de wijk Stadsoevers te voorzien van betrouwbare, betaalbare en duurzame warmte . Duurzaam Energiebedrijf Roosendaal (DER) heeft in samenwerking met BAM en Thermaflex het innovatieve, lage temperatuur warmtenet uitgebreid met de aansluiting van de Nieuwe Wipwei. Hiermee zet Roosendaal een volgende, grote stap in het realiseren van haar duurzaamheidsambities.

Met het oog op de toekomst nam DER (opgericht door de gemeente Roosendaal) in 2012 het initiatief om het Smart Climate Grid aan te leggen voor het verwarmen van het Kellebeek college in de wijk Stadsoevers. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van pure restwarmte van 42°C uit de nabij gelegen SUEZ afvalenergiecentrale die anders verloren zou gaan. Nu al bespaart dit meer dan 50 procent op de energierekening van het Kellebeek college. Met de aansluiting van De Nieuwe Wipwei op dit unieke warmtenet is een volgende mijlpaal bereikt, namelijk het verwarmen van individuele woningen door middel van het enige lage temperatuur warmtenet van Nederland. Door gebruik te maken van lage temperatuur (LT) restwarmte is het warmteverlies kleiner en het thermische rendement hoger. Zo gaan duurzaamheid en comfort hand in hand.

Om de omwonenden zo min mogelijk overlast te bezorgen, gingen de partners de uitdaging aan om het volledige warmtenetwerk binnen 3 weken te realiseren en tegelijkertijd een uiterst toekomstbestendige oplossing te verzekeren. Hiertoe werd een samenwerking aangegaan met Thermaflex (kennispartner en specialist in de ontwikkeling en fabricage van prefab warmtenetwerken) en BAM Infra (expert in de aanleg van infrastructuur en warmtenetten). Het Cradle to Cradle Certified™ Silver Flexalen leidingsysteem geleverd met plug-and-play Flexalink huisaansluitingen bleek de ideale oplossing voor dit project. De expertise en planmatige aanpak van BAM bleek hoogst doeltreffend in de razendsnelle aanleg van een betrouwbaar LT-netwerk, waarbij overlast tot een minimum beperkt bleef.

Alliander gelooft in een wijkgerichte aanpak bij afscheid aardgas

De warmtetransitie leeft. Terwijl in politiek en media steeds vaker gediscussieerd wordt over hoe deze transitie vorm moet krijgen, ruilen huishoudens zelf of op wijkniveau het aardgas in voor duurzame alternatieven. Pallas Agterberg, directeur Strategie, vertelt hoe Alliander de grootste energieomschakeling sinds het afscheid van steenkool, faciliteert.

De tweeënhalf miljoen klanten van Liander moeten per 2050 van het aardgas af zijn. Hoe pakken jullie deze omschakeling aan?

Pallas Agterberg: “We geloven in een wijkgerichte aanpak, waarbij wij vanuit onze expertise gemeenten, woningcoöperaties en wijkbewoners aan de hand van de locatie en het type woningen en de aanwezigheid van bijvoorbeeld een warmtenet adviseren welke oplossingen voor de betreffende wijk het meest geschikt zijn. Wat kan technisch en wat zijn de kosten? Woningisolatie is vrijwel altijd onderdeel van de oplossing. Voor aardgas zijn meerdere duurzame alternatieven, zoals aansluiting op een warmte- of biogasnet of de ‘all electric’ oplossing: een koude- en warmteopslag (KWO), gecombineerd met zonnepanelen. Deze aanpak is het uitgangspunt van onze strategie: we zorgen dat onze klanten goed geïnformeerd en onderbouwd alternatieven voor aardgas kunnen kiezen. Zodat iedereen onder gelijke condities toegang heeft tot betrouwbare, betaalbare en duurzame energie.”

Hoe gaat de omschakeling in de praktijk?
“We beginnen altijd met het verzamelen van gegevens over de huidige situatie: het soort woningen, de datum waarop het gasnet vervangen moeten worden en geplande projecten voor renovatie, riolering of andere publieke voorzieningen. Samen met de gemeenten en woningcorporaties maken we dan een planning met alle mogelijkheden. Dit leidt tot een soort ‘energiebestemmingsplan’ dat iedere gemeente zal moeten vaststellen. Vervolgens gaan we samen met de wijk aan de slag. We zijn in tien wijken begonnen, onder meer in Arnhem, Apeldoorn en Nijmegen. We hebben daar veel ervaring opgedaan met de besluitvorming. Dat is volkomen nieuw voor ons. Vroeger sloten we woningen zonder discussie standaard aan op het aardgasnet, nu gaan we met de betrokkenen in dialoog over welke duurzame energievormen voor hen geschikt zijn. We zijn met ruim veertig gemeenten in gesprek over aardgasloze wijken. De enthousiaste voorhoede die wil overschakelen, beseft dat het voordeliger is om met de hele wijk over te stappen in plaats van alleen. Maar er zijn ook bewoners die zich zorgen maken over hun portemonnee."

Wie betaalt de woningaanpassingen?
"Aan Alliander de taak de betaalbaarheid en andere zaken bij beleidsmakers in Den Haag en Brussel onder de aandacht te brengen. De huidige wet- en regelgeving staat bijvoorbeeld in de weg dat Liander lage temperatuur warmtenetten mag aanbieden. Gelukkig kunnen we daarvoor een beroep doen op Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling.”

Hoe blijft de warmtevoorziening voor iedereen betaalbaar?
“Wij pleiten voor het duurzaam isoleren van huizen. Die kosten verdien je terug met een lagere energierekening. Daarmee houd je de warmtetransitie ook betaalbaar voor mensen met een laag inkomen. Het is daarom belangrijk met woningcorporaties en bouwondernemingen te zorgen voor meer betaalbare oplossingen.”

Ligt de warmtetransitie op koers?
"De meeste woningen die worden gebouwd, kunnen nog zuiniger omspringen met warmte. De bouwsector leunt nog te veel op oude technologie. Ook mis ik in nieuwbouwplannen de integrale gedachte. Het gaat niet om ‘bouwen’ maar om ‘bouwen inclusief energie’. De bouwsector moet in dat opzicht nog een inhaalslag maken. Als ik kijk naar Alliander hebben wij de ontwikkelingen rondom de warmtetransitie goed ingeschat. Onze strategie ‘Samen kiezen voor onze energievoorziening’ uit 2015 sluit precies aan bij de huidige ontwikkelingen. De uitvoering van deze strategie begint aan te slaan. We doen in wijken die omschakelen, veel kennis en ervaring op met nieuwe netten. Die expertise kunnen we benutten in andere wijken. Ik ben ook trots als ik zie hoe Alliander op nieuwe manieren samenwerkt met gemeenten en wijkbewoners, hoe we omgaan met initiatieven vanuit wijkbewoners zelf. Daar hebben we in denken en handelen de omslag gemaakt van een traditionele netbeheerder naar het netwerkbedrijf van de toekomst."

Offshore platform L13C voortaan ‘onbemand’

Platform L13C is het eerste platform aan de Nederlandse zijde van de Zuidelijke Noordzee dat werd omgebouwd in het Decomplexing project. NAM produceert al bijna veertig jaar aardgas in de zuidelijke Noordzee. De gasproductie neemt af door de verminderde gasdruk in deze oudere gasvelden.

Om winstgevend te kunnen blijven produceren, is NAM gestart met het decomplexen van offshore platforms: het verlagen van operationele kosten door het vereenvoudigen van platforms, het ombouwen van bemande platforms naar een onbemande situatie en het centraal behandelen van gewonnen aardgas.

Er werd met man en macht gewerkt aan het zogenoemde ‘decomplexen’ van dit platform. Het was een klus vol uitdagingen, vertelt Nick Spiertz. “Tijdens de eerste fase van het ombouwen, bleven we normaal produceren. Dat zorgt voor een verhoogd risico, maar door innovatieve oplossingen, vooraf goed nadenken en een strakke planning, slaagden we er in alle risico’s te minimaliseren.”
 “De grootste uitdaging was alles op tijd rond te krijgen”, vervolgt Spiertz. Bij het decomplexen was een groot aantal partijen betrokken. “Het was de kunst iedereen op tijd z’n ‘truukje’ te laten doen, de werkzaamheden goed op elkaar te laten aansluiten.”

Alle overbodige apparatuur, zoals gasbehandelingsinstallaties, is inmiddels van het platform verwijderd. Voortaan wordt het aardgas vanaf het onbemande platform direct getransporteerd naar een centraal gelegen platform, waar het wordt behandeld. Voor het verwijderen van de apparatuur was gekozen voor de zogenoemde watersnijtechniek. Dankzij deze innovatieve oplossing kon de gasproductie normaal worden voortgezet tijdens de werkzaamheden.

De onbemande status van het platform werd overigens echt zichtbaar toen ook alle huisraad, zoals
bedden, vloerbedekking en het keukeninterieur werd verwijderd. Het NUI-team, verantwoordelijk voor alle onbemande platforms, zal L13C voortaan van afstand besturen en monitoren. Eens in de drie maanden vaart het onderhoudsschip de Kroonborg langs voor onderhoud van het platform.

“In de fase, waarbij het platform volledig werd ontmanteld en omgebouwd tot onbemand platform, lag er een pittige uitdaging in het veilig blijven bemannen van het platform, tot het einde toe”, vult Jan Gooitzen Kampen aan. Hij onderhield als Turn Around Coördinator vanuit Assen dagelijks contact met het platform. “NUI houdt in principe in dat je onbemand bent, maar om deze transitie te realiseren moet je nog even bemand blijven. Hiervoor waren tijdelijke veiligheidsvoorzieningen nodig.”

Maar het lukte: dinsdag 22 augustus verlieten de laatste bemanningsleden het platform en werd L13C overgedragen aan het NUI-team. Een mijlpaal, stellen Spiertz en Kampen trots vast. “Met een klein team slaagden we er in het project nagenoeg volgens planning af te ronden, zonder ongevallen of incidenten. Dat is wel een vermelding waard.”

dinsdag 29 augustus 2017

B en W Amstelveen willen aandelen Eneco houden

Het college van B en W stelt de gemeenteraad voor om de Amstelveense aandelen in energiebedrijf Eneco te behouden. Vóór 31 oktober moeten de huidige aandeelhouders beslissen of ze hun aandelen behouden, afbouwen of willen verkopen. De Amstelveense gemeenteraad beslist op 27 september.

Colleges van grote gemeenten als Rotterdam, Den Haag en Dordrecht met een gezamenlijk meerderheidsbelang willen verkopen. Het dagelijks bestuur van Amstelveen wil de Eneco-aandelen in handen van de lokale overheid houden.

De mening van het Amstelveense college wordt ook onderschreven door prof. dr. ir. Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit. In AD De Dordtenaar en AD Haagsche Courant van 26 augustus 2017 adviseert Rotmans gemeenten nog eens goed na te denken voordat ze hun aandelen in Eneco gaan cashen. Eneco verkopen aan de hoogste bieder helpt de energietransitie in Nederland niet. Die enorme opgave voor de komende decennia ligt voor een belangrijk deel in handen van gemeenten. Aandeelhoudende gemeenten kunnen nu nog invloed uitoefenen op Eneco om gezamenlijk de energietransitie te versnellen.

BBA-wethouder Peter Bot (duurzaamheid): “Eneco voert sinds 2007 een succesvolle duurzame strategie voor het opwekken, opslaan en leveren van warmte, (groen)gas, elektriciteit en energie gerelateerde diensten en producten. Zo levert deze marktleider een belangrijke bijdrage aan duurzame ambities uit het Energieakkoord. Eneco is een belangrijke speler bij de energietransitie. Bij verkoop aan een private partij hebben wij geen invloed meer op deze duurzame strategische koers”.

Wethouder Herbert Raat (VVD, financiën): “We doen een dringend beroep op de gemeenteraden van Rotterdam, Den Haag en Dordrecht om niet de lijn van hun colleges te volgen. We hebben een publiek belang om de Eneco-aandelen te houden. Eneco is één van de weinige bedrijven die een echt duurzame visie heeft. Bij verkoop kunnen de aandelen in handen komen van een partij die het bedrijf gaat gebruiken om hun grijze energie meer te laten renderen. Ik hoop dat andere gemeenteraden net zoals het Amstelveense college van B en W ervoor kiezen om hun aandelen en daarmee een duurzame toekomst niet in de uitverkoop te doen. Kortom: kiezen voor de duurzame lange termijn in plaats van een eenmalige zak met geld.”

Wanneer een ruime meerderheid van gemeenten toch tot verkoop besluit en dus een private partij het meerderheidsbelang in het energiebedrijf krijgt, zal Amstelveen de verkoop van de aandelen heroverwegen.

VEH: Makelaars wijzen kopers maar zelden op energiepotentie huis

Slechts een op de twaalf huizenkopers wordt actief door de makelaar gewezen op de mogelijkheden om het huis energiezuiniger te maken. Ook andere professionals die de koper in het traject tegenkomt beginnen er veelal niet uit zichzelf over. Zonder spontaan advies verduurzaamt 35% van de kopers, na advies is dat 55%. Dat blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis. De vereniging vindt dat hier een grote kans ligt nu we voor de enorme uitdaging staan om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen. Vereniging Eigen Huis doet een oproep aan alle bij de koop betrokken professionals om de koper hierbij te helpen.

Tijdens het aankoopproces van een woning komt de aanstaande huiseigenaar in gesprek met makelaar, hypotheekadviseur, bouwkundige of aannemer. De aankoop van een huis is een natuurlijk moment om de energiezuinigheid van het huis aan te pakken. Eventueel ongemak van bouwkundige ingrepen is het geringst als het huis nog niet bewoond is. Bovendien liggen financieringsmogelijkheden, zoals meefinancieren in de hypotheek, nog open. Professionals die kopers toch al tegenkomen kunnen de koper helpen door te wijzen op mogelijkheden en kansen.

Als huizenkopers door een bij de koop betrokken professional op de energiebesparingsmogelijkheden van een huis zijn gewezen, maken zij hier ook vaker werk van, zo blijkt. Een derde van de kopers neemt uit zichzelf maatregelen, na een ongevraagd advies door een professional is dat ruim de helft. Rob Mulder, directeur Belangenbehartiging Vereniging Eigen Huis: “We staan voor de enorme opgave om alle koopwoningen te verduurzamen. Het is onvermijdelijk dat iedereen zijn steentje hieraan bijdraagt. Kopers hebben soms een duwtje in de rug nodig. Uit ons onderzoek blijkt dat dit effect heeft. Wij roepen iedereen die bij de aankoop van een huis betrokken is om hier werk van te maken. Juist het aankoopmoment moet optimaal benut worden om de verduurzaming van de woningvoorraad echt te versnellen.”

Bijna iedereen heeft bij de aankoop van een huis met een makelaar te maken. Dat maakt hem dé aangewezen professional om over energiebesparende maatregelen te beginnen, 78% van de respondenten verwacht dat ook. Eén op de vijf kopers heeft met de makelaar gesproken over hoe de energiezuinigheid van het huis kan worden verbeterd, maar moet daar in de meeste gevallen zelf over beginnen. Slechts bij 8% van alle kopers heeft de makelaar het initiatief genomen om energiebesparende maatregelen te bespreken. De rol van de makelaar is cruciaal. Hij kent het huis en spreekt de koper als eerste. Makelaarsorganisatie NVM heeft eerder laten weten hier een “prachtige rol” te zien voor de makelaar.

Wanneer de makelaar niet over verduurzaming begint, zullen huizenkopers ook minder snel met een bouwkundige of hypotheekadviseur de technische en financiële mogelijkheden daarvan bespreken. Kopers zien ook voor deze beroepsgroepen een rol weggelegd om over energiebesparende maatregelen te informeren. Vereniging Eigen Huis gaat het onderzoek naar de mate waarin professionals de koper over verduurzaming adviseren jaarlijks herhalen.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder 790 respondenten door Marlyse-Research in opdracht van Vereniging Eigen Huis.

Noordelijk deel Randstad 380 kV Noordring in bedrijf

Na bijna drie jaar bouwen, nam TenneT maandag de nieuwe hoogspanningsverbinding Beverwijk-Vijfhuizen in bedrijf. Hiermee is de eerste stap gezet in het sluiten van de Randstad 380 kV Noordring. Vanaf het recent uitgebreide hoogspanningsstation Beverwijk loopt de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding naar het nieuwe hoogspanningsstation Vijfhuizen. Randstad 380 kV Noordring is met een hoogspanningsverbinding van 65 kilometer het grootste project van TenneT in Nederland op land.

Op 38 mastlocaties staan nu 76 Wintrackmasten over een lengte van ruim 12 kilometer in het Noord-Hollandse landschap. Van de in totaal tien kilometer 380 kV-kabel die ondergronds in de Randstad 380kV Noordring (Beverwijk-Bleiswijk) wordt aangelegd, ligt bijna één kilometer in het gedeelte tussen Beverwijk en Vijfhuizen. Op 30 meter diepte onder het Noordzeekanaal ligt in totaal circa 12.000 meter hoogspanningskabel verdeeld over 12 kabels in twee mantelbuizen.

Zowel de bestaande als de tijdelijke 150 kV-verbindingen Velsen-Vijfhuizen blijven voorlopig nog in bedrijf tot 1 april 2018. Dit heeft te maken met resterende werkzaamheden en testprocedures op het nieuwe 150 kV-hoogspanningsstation Vijfhuizen. Vanaf april 2018 start de aannemer met het verwijderen van de traditionele vakwerkmasten en de werkwegen en –terreinen. Daarna worden de betrokken percelen hersteld. De bestaande 150 kV-verbinding tussen Velsen en Vijfhuizen zal in zijn geheel worden verwijderd. 

maandag 28 augustus 2017

Groei zonnestroom breekt records: 1000 nieuwe zonnedaken per maand

In de eerste helft van 2017 is het vermogen van daken met zonnepanelen in de Randstad met 25 procent gegroeid in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Per maand komen er 1000 nieuwe geregistreerde zonnedaken bij. Netbeheerder Stedin ziet al jaren de groei stevig doorzetten, maar nog nooit groeide het zo hard. De zonnepanelen in de Randstad hebben samen een vermogen van 295 MegaWatt (MW). Dit vermogen kan voldoende duurzame stroom opwekken om 87.000 huishoudens een jaar lang te voorzien.

De ranglijst van gemeenten met het meeste geregistreerde vermogen zonne-energie wordt aangevoerd door Utrecht. Andere jaren was dat Den Haag die nu de tweede plek deelt met Amersfoort. Opvallend is de vijfde plaats voor Goeree-Overflakkee. Het Zuid-Hollandse eiland heeft aanzienlijk minder huishoudens dan de andere gemeenten in de top 5, maar wekt per huishouden wel meer op. Een zonnepaneel heeft ongeveer een vermogen van 250 Wattpiek (Wp). Uit de cijfers van Stedin blijkt dat een huishouden op Goeree-Overflakkee gemiddeld 400 Wp vermogen aan zonnepanelen heeft, dus bijna net zoveel als twee panelen. In steden ligt het gemiddelde vermogen zonne-energie per huishouden veel lager, omdat er minder dakoppervlak per huishouden beschikbaar is voor zonnepanelen. 

Doordat zonnepanelen steeds beter en goedkoper worden en het economisch goed gaat in Nederland, groeit het aantal daken met zonnepanelen ieder jaar weer harder’’, zegt Joep Weerts, directeur Klant & Markt bij Stedin. ,,Dat is goed nieuws, want het brengt de uitstoot van CO2 omlaag en draagt bij aan een duurzamer Nederland. We weten ook dat het grootste deel van de duurzaam opgewekte energie niet direct wordt gebruikt, maar wordt teruggeleverd aan onze elektriciteitsnetten. Wanneer we niets doen kan dit problemen opleveren. Je kunt nu eenmaal niet steeds meer stroom op dezelfde kabels kwijt. Daarom houden we de effecten van het opwekken van duurzame stroom goed in de gaten en nemen we waar nodig maatregelen. Zo houden we ons energienetwerk betrouwbaar.’’

Bij Stedin is van ruim 78.000 huishoudens in Zuid-Holland en Utrecht bekend dat zij zonnepanelen hebben. Daarnaast hebben ook 450 grote installaties zich geregistreerd. Dit zijn vaak ondernemers die soms wel honderden zonnepanelen hebben geïnstalleerd op daken van bijvoorbeeld stallen of loodsen. Het vermogen van deze grote installaties in het gebied van Stedin is nu 52 MW en verdubbelt per jaar. Dit vermogen is nu goed voor 18% van het totaal geregistreerde vermogen van zonne-energie in de Randstad. Dit percentage zal verder oplopen, omdat de grote installaties harder groeien dan zonnedaken op huishoudens (grafieken).

Gasunie wil pijpleiding voor import Brits aardgas

​Gasunie wil grootschalige import van Brits aardgas mogelijk maken vanwege de teruglopende productie in eigen land, zegt de eigenaar van het landelijke gasnet tegen Trouw.

Jaarlijks kan de gaspijp, die van het Noord-Hollandse Balgzand naar Bacton in Engeland voert, 16 miljard kubieke meter aardgas vervoeren, meer dan Nederland nodig heeft.

Milieuorganisaties zijn fel tegen. 'Nederland moet vol inzetten op schone energie, niet op versterking van de positie als gasland', zegt Milieudefensie.

Het is overigens niet de bedoeling dat het Britse gas de afname van de winning in Nederland volledig compenseert.

Amelanders blij met hybride warmtepomp

Recent is de eerste fase van het project hybride warmtepompen in gemeentelijke huurwoningen op Ameland afgerond. Uiteindelijk zijn er 33 geïnstalleerd. Een hybride warmtepomp combineert een elektrische warmtepomp met een CV-ketel. Als de warmtevraag te hoog is voor de warmtepomp kan de ketel bijspringen.

Doel van het project was om de gemeente (als eigenaar van 260 huurwoningen) en installateurs kennis te laten nemen van hybride warmtepompen. Het vervolg van deze eerste aanzet is een verdere uitrol van deze innovatieve gastoepassing. Hiervoor heeft GasTerra een tweede project opgezet waarbij 100 hybride warmtepompen bij particuliere woningeigenaren worden geïnstalleerd.

In de tweede fase van het project wordt in kaart gebracht wat de besparingen van de hybride warmtepomp zijn (op financieel, energie- en CO2-gebied) met als referentie de HR-combiketel. Na de zomer en voor het komend stookseizoen zullen de metingen starten.



Oproep aan restaurants om de lichten te doven in Nacht van de Nacht

Lichten uit en kaarsen aan tijdens de Nacht van de Nacht, dat is de oproep die de Natuur- en Milieufederaties (NMF) samen met Koninklijke Horeca Nederland (KHN) doen aan alle restaurants in Nederland. Op zaterdag 28 oktober a.s. wordt voor de 13e keer de Nacht van de Nacht georganiseerd om aandacht te vragen voor energiebesparing en de schoonheid van de nacht. Honderden gemeenten en bedrijven doven de verlichting en ruim 400 maatschappelijke organisaties, clubs en bedrijven organiseren dan evenementen in het duister. Vorig jaar deden al enkele restaurants mee en het is de wens van Koninklijke Horeca Nederland en de Natuur- en Milieufederaties dat dit jaar in heel Nederland gedineerd kan worden in één van de “Nacht restaurants”.

Afgelopen jaar werden er door het hele land een recordaantal van 470 activiteiten georganiseerd in het duister. Zo’n 15 restaurants deden toen al mee aan de Nacht van de Nacht met een romantisch diner bij kaarslicht. Studenten van de Hogeschool Utrecht kwamen op het idee om dit jaar alle restaurants in Nederland op te roepen om de lichten te doven tijdens de Nacht van de Nacht 2017.

Robèr Willemsen, voorzitter van KHN: “Wij vinden de Nacht van de Nacht een sympathiek initiatief dat we als horecabranche graag ondersteunen. Als restaurant kan je op een eenvoudige manier meedoen: door je lichten uit te doen en de kaarsen aan. Dat levert je twee dingen op: een romantische sfeer en een bijdrage aan een duurzamere maatschappij waarin we bewuster omgaan met verlichting. Ik hoop dan ook dat veel restaurants meedoen!”

De Nacht van de Nacht is een van de grootste maatschappelijke campagnes in Nederland waar ruim 600 maatschappelijke- en culturele organisaties, gemeenten en bedrijven in samenwerken. Afgelopen jaar bezocht een recordaantal van 45.000 mensen één van de activiteiten door het hele land. Samen met 10 ambassadeurs, waaronder Vincent Bijlo, André Kuipers, Govert Schilling en Anita Witzier vraagt de Nacht van de Nacht aandacht voor energiebesparing op verlichting en het voorkomen van lichthinder. Nederland is een van de meest verlichte landen ter wereld. Dat kan veel spaarzamer en duurzamer. Door bijvoorbeeld minder te verlichten en gewone verlichting te vervangen door dimbare ledverlichting.

vrijdag 25 augustus 2017

Opbrengst van veelbelovende 'superzonnecel' valt nog tegen

Perovskiet, een veelbelovend materiaal dat het rendement van zonnecellen kan helpen te verhogen, blijkt in de Nederlandse praktijk tegenvallende resultaten te leveren. Dat schrijft de Volkskrant.

In regio's waar veel bewolking is en de zon in de winter laag staat, presteert perovskiet in combinatie met silicium soms minder goed dan zonnecellen die alleen uit silicium bestaan.

In het testlab worden makkelijk rendementen van 39 procent gehaald. Silicium alleen komt tot ongeveer 27 procent, persovskiet tot maximaal 22 procent.

Amolf-onderzoeker Bruno Ehrler zegt dat daarom nog veel energie gestoken moet worden in optimalisatie.

Website Klimaattop Noord NL open voor aanmeldingen

Noord-Nederland werkt hard aan een beter klimaat. Dat is de boodschap van de Klimaattop Noord NL. Vanaf nu is de website www.klimaattopnoord2017.nl online en elk bedrijf of organisatie met een plan, project, product of dienst dat bijdraagt aan een beter klimaat kan zich hier aanmelden om mee te doen aan de top. Het evenement vindt plaats op 9 november a.s. in het Energy Academy Europe gebouw in Groningen en is een initiatief van de drie Noordelijke provincies. Aanmeldingen  moeten uiterlijk 11 september binnen zijn.

Klimaatverandering en energietransitie bieden naast dreigingen ook kansen. Nergens wordt dat zo sterk gevoeld als in het Noorden van het land. Immers, hier verzamelt zich al van oudsher de kennis en kunde op het gebied van energie en is alle ruimte om te pionieren. Bovendien wordt het economische perspectief dat de transitie biedt nergens zo sterk gevoeld en aangegrepen als juist in deze regio. De Klimaattop Noord NL brengt vertegenwoordigers van overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en wetenschap samen om tot nog meer -gezamenlijke- actie te komen. In afspraaksessies op de dag zelf worden nieuwe acties in gang gezet en bestaande versneld of verbreed.


Aanmeldingen voor de top moeten zo concreet mogelijk laten zien hoe hun initiatief bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen om in 2050 energieneutraal te zijn. Deelnemers kunnen hun plan, project of initiatief op verschillende manieren presenteren tijdens de top: een interactieve workshop, een inspirerende lezing over een uitgevoerd project, demonstratie van een innovatief product, een proefopstelling van een technische toepassing. Groots en out of the box, het kan allemaal. De aanmelding is nu gestart, midden september wordt de definitieve selectie van deelnemers bekend gemaakt.


De Klimaattop Noord NL 2017 vindt plaats in het Energy Academy Europe-gebouw op Zernike Campus Groningen, het veelbekroonde, duurzaamste educatiegebouw van Nederland. Hier wordt elke dag gewerkt aan de energietransitie. Ook wordt het op de campus gevestigde  EnTranCe (Energy Transition Centre), de proeftuin voor  productonderzoek en -ontwikkeling ingezet als bij-locatie voor de top.

Eneco Groep en Zonneplan gaan samen groei in zonnepanelen en batterijen versnellen

Eneco Groep heeft een overeenkomst gesloten met Zonneplan, één van de leidende zonnepanelenleveranciers voor huishoudens in Nederland. Met deze samenwerking verwacht Eneco Groep de groei van zonnepanelen en batterijen in Nederland te versnellen. 

Zonneplan is een ambitieuze, leidende partij in zonnepanelen met een aantal winkels in Nederland. Innovatie en persoonlijk advies staan centraal bij Zonneplan. Dit uit zich onder andere in een gemiddelde van 9,2 aan klanttevredenheid en 2 gewonnen Gazelles; een onderscheiding van het Financieel Dagblad voor snelst groeiende onderneming. Eneco Groep en Zonneplan hebben gezamenlijke ambities op het gebied van verduurzaming en verwachten elkaar hierin te versterken door initiatieven zoals Eneco CrowdNett.

Dankzij de introductie van CrowdNett eind 2016 maakt Eneco Groep thuisbatterijen in Nederland steeds aantrekkelijker en helpt het huishoudens mee verduurzamen buiten het eigen huis. Met CrowdNett gebruik je een thuisbatterij om je eigen opgewekte zonne-energie op te slaan, die wordt aangesloten op een netwerk van thuisbatterijen. Het netwerk kan met de gezamenlijk opgeslagen zonne-energie de fluctuaties van het landelijke elektriciteitsnet opvangen. Hierdoor kan bij storingen worden teruggevallen op de gezamenlijk ingewonnen zonne-energie in plaats van op kolencentrales.

Eneco Groep kan via de samenwerking met Zonneplan nu ook een CrowdNett-pakket met zonnepanelen en een thuisbatterij van LG Chem aanbieden. LG Chem is de grootste producent van lithium-ion thuisbatterijen ter wereld en daarmee een voorloper in de markt. Dankzij Zonneplan breidt Eneco Groep haar assortiment CrowdNett batterijen uit met twee typen LG Chem-batterijen: de LG 7 en de LG 10 thuisbatterij. Eneco bood de Tesla Powerwall al aan om gebruik te maken van CrowdNett. Inmiddels is de Tesla Powerwall 1 uitverkocht. De nieuwe generatie, Powerwall 2, met een verhoogde energie dichtheid, wordt eind 2017 door Eneco aangeboden als onderdeel van CrowdNett.

donderdag 24 augustus 2017

Bedrijfsresultaat Eneco groeit naar 135 miljoen euro

Energiebedrijf Eneco Groep heeft het bedrijfsresultaat in het eerste halfjaar van 2017 zien groeien met 34 procent naar 135 miljoen euro. Dat kwam grotendeels door autonome groei in België en de overname van LichtBlick in Duitsland. Het nettoresultaat steeg met 25 procent naar 96 miljoen euro.

Afgelopen half jaar werd een mijlpaal bereikt met de opwekcapaciteit van zonnepanelen. De capaciteit steeg toen naar 100 megawatt.

Energiemaatschappij Eneco staat sinds kort te koop. Dordrecht wil het pakket van 9 procent van de aandelen verkopen. Eerder al besloten Rotterdam en Den Haag dat te gaan doen.

Analisten achten de huidige waardering van 2,5 to 2,9 miljard euro die de aandeelhouderscommissie noemt, als te conservatief. Een bedrag van 3,5 miljard tot 4 miljard lijkt hen reëler.

Partyboerderij in Westhem slaat energie op

Zo'n tachtig accu's in feest- en vergaderboerderij Pollepleats in het Friese Westhem zorgen ervoor dat het gebouw in de eigen energiebehoefte voorziet.

De boerderij was al voorzien van 180 zonnepanelen, meldt de Leeuwarder Courant, maar Met de komst van een wellness was verhoging van de netaansluiting noodzakelijk. Nu draait de boederij op accu's van het bedrijf MG Energy Systems BV uit Leeuwarden.

Energie thema werkbezoek Annemieke Traag aan Haaksbergen

Woensdag 16 augustus bracht gedeputeerde Annemieke Traag een bezoek aan de gemeente Haaksbergen. Wethouder Ellen Prent ontving de gedeputeerde namens de gemeente in het bedrijfspand van Texperium. Doel van het werkbezoek was kennismaking en bekijken hoe de provincie Overijssel en gemeente Haaksbergen kunnen samenwerken bij de realisatie van de ambities op gebied van nieuwe energie.

Tijdens het bezoek gaf gedeputeerde Traag een toelichting op het programma Nieuwe Energie Overijssel en liet ze zich door de wethouder informeren over het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid. Na het gesprek kregen de bestuurders een rondleiding van directeur Peter Bos door het bedrijf Texperium, gespecialiseerd in textielrecycling, op bedrijventerrein Stepelo. Texperium heeft vorig jaar een grote hoeveelheid zonnepanelen op het dak van het pand aangebracht.

Het duurzaamheidsbeleid van de gemeente Haaksbergen richt zich vooral op energiebesparing en duurzame energie, met een focus op woningen, bedrijven en de gemeentelijke gebouwen. Ook heeft de gemeente, samen met ondernemers en de provincie, een stevige duurzaamheidsambitie voor bedrijventerreinen. Stepelerveld moet het meest duurzame bedrijventerrein van Twente worden, met duurzame bedrijven, smart roads, energievriendelijke verlichting en zonnepanelen. Ook de overige Haaksbergse bedrijventerreinen worden steeds meer duurzaam.

De provincie Overijssel heeft in het programma Nieuwe Energie Overijssel weergegeven dat in 2023 20 procent van de energieconsumptie duurzaam moet worden opgewekt. De Twentse gemeenten pakken ook de handschoen op. De nog op te stellen Twentse Energie Strategie, met als vertrekpunt het programma van de provincie, brengt in beeld hoe Twente in 2050 energieneutraal kan worden. De hoeveelheid energie die verbruikt wordt mag dan niet groter zijn dan de energie die geproduceerd wordt. Bij de totstandkoming van deze strategie werkt Haaksbergen samen met andere Twentse gemeenten. Ellen Prent is binnen de regio Twente bestuurlijk trekker voor de Twentse Energie Strategie en voor de energiepijler grootschalige duurzame opwekking. Belangrijk hierbij is het stimuleren en enthousiasmeren van lokale initiatieven op het gebied van duurzaamheid.

Nieuwe 10 ampère aansluiting bespaart klanten met laag verbruik 150 euro per jaar

Voor aansluitingen met een laag verbruik als garageboxen, portiekverlichting, abri’s bij bushaltes, slagbomen of vuilcontainers introduceert Liander een nieuw type aansluiting: de 10 ampère aansluiting. Met de nieuwe aansluiting kunnen klanten zo’n 150 euro per jaar besparen.

Tot op heden is de 3*25 ampère aansluiting de kleinste aansluiting voor klanten. Dit voldoet voor bijvoorbeeld huishoudens. Voor aansluitingen met een laag verbruik is deze aansluiting relatief duur, omdat zij slechts een beperkt deel van de capaciteit gebruiken. Om deze klanten tegemoet te komen, biedt Liander nu de 10 ampère aansluiting aan.

Met de 10A aansluiting is relatief veel mogelijk. Voor openbare infrastructuur als abri’s, vuilcontainers en flitspalen is een aansluiting van 10 ampère dan ook voldoende. Ook voor bijvoorbeeld garageboxen zou, afhankelijk van het gebruik, de aansluiting een goedkope oplossing kunnen zijn. Voor huishoudens is een 10 ampère aansluiting geen optie: een huishouden zou bij deze aansluiting slechts een apparaat tegelijkertijd kunnen gebruiken.

Liander verwacht dat potentieel 30.000 klanten gebruik kunnen maken van de nieuwe aansluiting.

woensdag 23 augustus 2017

Nanodeeltjes kleuren zonnepanelen groen

Onderzoekers van AMOLF, de Universiteit van Amsterdam en ECN hebben een technologie ontwikkeld waarmee een zonnepaneel van een heldere groene kleur kan worden voorzien en het rendement grotendeels intact blijft. Door silicium nanodeeltjes die een deel van het zonlicht verstrooien toe te passen in het glas van een zonnepaneel, ontstaat een groene kleur die zichtbaar is over een breed hoekbereik. De stroom in de zonnecel wordt slechts met 10% verlaagd. Het realiseren van gekleurde zonnepanelen is een belangrijke stap naar de integratie van zonnepanelen in de gebouwde omgeving en het landschap.

De ontwikkeling van zonnepanelen heeft zich de afgelopen jaren vooral gericht op het maximaliseren van het rendement: commerciële panelen zetten zo’n 22% van de energie van zonlicht om naar elektriciteit. Om dat te bereiken worden de silicium zonnecellen voorzien van een gestructureerd oppervlak met een antireflectiecoating zodat het zonlicht zo efficiënt mogelijk wordt ingevangen. Die structuur geeft de panelen een donkerblauw of zwart aanzien.

Om gekleurde panelen te maken, gebruikten de onderzoekers het effect van Mie verstrooiing: de resonante terugkaatsing van licht van een bepaalde kleur door nanodeeltjes. Ze integreerden daarvoor een netwerk van hele kleine silicium deeltjes - met een diameter van 100 nanometer - op een hoogrendements-siliciumheterojunctiezonnecel. Als gevolg van het resonante verstrooiingseffect wordt alleen het groene deel van het zonnespectrum terug gekaatst; de overige kleuren worden volledig in de zonnecel gekoppeld. De stroom die het mini-paneel (0,7 x 0,7 cm²) genereert is slechts 10% lager. De groene kleur is zichtbaar over een groot hoekbereik, tot 75 graden. De nanodeeltjes worden aangebracht met behulp van een soft-imprint techniek die kan worden opgeschaald naar zeer grote oppervlakken. 

Het lichtverstrooingseffect door Mie resonanties kan goed worden gecontroleerd: door de grootte van de nanodeeltjes aan te passen kunnen in principe alle kleuren worden gemaakt. De onderzoekers gebruiken dit principe ook om zonnepanelen te ontwikkelen met andere kleuren. en door het combineren van deeltjes van verschillende diameters, zelfs een wit zonnepaneel te maken. Idealiter worden zonnepanelen zo een bouwmateriaal; rode panelen kunnen dakpannen vervangen, witte panelen kunnen als wandplaten worden gebruikt. En groene zonnepanelen in de natuur geplaatst vallen dan niet meer op in hun omgeving.

Biofuels en Big Data ingezet om CO2 te besparen bij schepen van A2B-online Container

A2B-online Container, GoodFuels Marine en We4Sea starten een samenwerkingstraject met als doel om het verbruik van fossiele brandstof en CO2-emissies van twee schepen van A2B-online Container te verlagen. Big Data technologie wordt ingezet om de mogelijkheden om zuiniger te varen in kaart te brengen. De behaalde kostenefficiëntie door brandstofbesparing wordt vervolgens aangewend om geavanceerde biobrandstoffen in te zetten, waardoor de CO2-emissies verder zullen afnemen.

A2B-online Container B.V. biedt betrouwbare short-sea diensten aan vanaf de haven van Moerdijk naar verschillende havens in de UK. De samenwerking past in de wens van A2B-online Container om de emissieprestatie van haar schepen te verbeteren. We4Sea brengt eerst het besparingspotentieel in kaart, waarna GoodFuels Marine dit potentieel kostenneutraal zal invullen met biobrandstoffen.

Het Nederlandse bedrijf We4Sea zal de schepen ‘MS A2B Future’ en ‘MS A2B Comfort’ over een vastgestelde periode gaan monitoren. Data over positie en vaarsnelheid worden gecombineerd met technisch-operationele meetgegevens verzameld aan boord van de schepen alsook met de weersomstandigheden, golven, wind en stroming. Deze data wordt gepresenteerd op een webplatform, waardoor A2B-online Container een goed beeld krijgt van het werkelijke brandstofverbruik van hun schepen en de mogelijkheden om zuiniger te varen.  Het traject wordt periodiek geëvalueerd om het optimale besparingspotentieel te realiseren.

GoodFuels Marine is leverancier van duurzame biobrandstoffen voor onder andere de maritieme industrie. Dit hoogwaardige alternatief voor fossiele scheepsbrandstof wordt geproduceerd uit gecertificeerde afvalstromen, die niet ingezet kunnen worden in andere industrieën of voor andere doeleinden. De biobrandstoffen zijn direct mengbaar met fossiele gasolie (‘drop-in’) en vereisen geen aanpassing aan motor of infrastructuur. Bij inzet in pure vorm kan een CO2-reductie tot 90% worden behaald. Welk aandeel biobrandstof krijgt binnen de brandstofmix van A2B-online Container, is afhankelijk van de brandstofbesparing gerealiseerd met hulp van We4Sea.

Bestaande flats kunnen energieneutraal gemaakt worden

Hoe kun je bestaande huizen op zo’n manier renoveren dat ze energieneutraal worden? Met die vraag houden verschillende partijen binnen de bouwwereld zich bezig. Maar hoe je bestaande Nederlandse hoogbouwflats volgens dit principe kunt renoveren, is nog niet eerder onderzocht. Terwijl juist in de verduurzaming van hoogbouwflats veel winst te behalen valt.

Barkmeijer heeft van bestaande flats uit de periode 1945-1975 in kaart gebracht hoe ze gebouwd zijn. “Er blijken elf dominante bouwsystemen voor hoogbouw te bestaan. Deze bouwstenen hebben een marktaandeel van 88% in de hoogbouwsysteembouw, dat zijn ongeveer 211.000 woningen. Meer dan helft hiervan staat in Noord- en Zuid-Holland. Hier zijn de opschaalmogelijkheden dus het grootst.” Bij alle systemen is binnen- en buitenisolatie nodig en moeten de voor- en achtergevel vervangen worden. Barkemeijer heeft zijn kennis toegankelijk gemaakt met een tool, waarmee op basis van negen vragen de renovatiemogelijkheden bepaald worden. “We zijn de tool aan het testen bij corporaties en gebouweigenaren, zo kunnen we zien of alles er inzit. Daarna komen we met een betere versie.” Barkmeijer gaat de tool doorontwikkelen bij EnergyGo. Ook houdt hij zich bezig met een gevelelement dat energie kan opwekken.

Barkmeijer deed zijn onderzoek voor Stroomversnelling, een netwerk dat maatschappelijke innovatie uitvoert die nodig is voor de energietransitie van gebouwen.

Utrecht heeft hoge ambities op het gebied van energiebesparing in de bestaande bouw. Om hieraan bij te dragen werkt Hogeschool Utrecht samen met Economic Board Utrecht; Utrecht Sustainability Institute; provincie Utrecht; gemeente Utrecht; partners vanuit het bedrijfsleven, waaronder bouwbedrijf BJW en Solease samen in het project Nul op de meter.

dinsdag 22 augustus 2017

Veel animo voor crowdfundingactie om energiebedrijf Eneco in publieke handen te houden

De crowdfundingactie om energiebedrijf Eneco in publieke handen te houden, gaat goed. Na enkele dagen stond de teller al bijna op negen miljoen euro.

Nu nog is Eneco in handen van 53 gemeenten. Maar Rotterdam, Den Haag, Dordrecht en Leidschendam-Voorburg hebben aangegeven dat zij van het belang afwillen.

Volgens energiespecialist Jan Willem Zwang is het echter van groot belang dat het grootste groene energiebedrijf van Nederland in publieke handen blijft.

De crowdfunder is bang dat een commerciële partij of private investeerder de duurzame focus uit het oog verliest. 'Ze knijpen rendementen uit en zijn vooral geïnteresseerd in het klantenbestand.'

Dansende studenten wekken energie op tijdens Eurekaweek

Tijdens Eurekaweek! in Rotterdam was er de gelegenheid om te dansen op de Sustainable Dancefloor. Daarmee wordt energie opgewekt. De Eurekaweek is deze editie veel bezig met duurzaamheid. Dinsdag bijvoorbeeld in het teken van afvalscheiding. De slogan dit jaar is : ‘You’ve got watt it takes’.

Zuid-Holland luidt de gong voor energie-innovaties

De provincie Zuid-Holland stelt de komende jaren 35 miljoen euro beschikbaar voor bedrijven die actief zijn op het gebied van energie-innovaties.

De oprichting van ENERGIIQ maakt onderdeel uit van de Provinciale energieagenda ‘Watt anders’, gericht op een versnelling van de energietransitie. ENERGIIQ richt zich op ondernemers die bezig zijn met het ontwikkelen van nieuwe technologieën die (op termijn) bijdragen aan de verduurzaming van energie. Het fonds richt zich daarbij specifiek op het financieren van de commercialisatie van innovatieve, maar bewezen technologieën.

De hoofddoelstelling van het fonds is om een bijdrage te leveren aan de energietransitie middels investeringen in energie-innovaties. De energie-innovaties dienen te leiden tot CO2-reductie, die toewijsbaar is aan de provincie Zuid-Holland. Wanneer de CO2-reductie niet toewijsbaar is aan de provincie Zuid-Holland, dient er sprake te zijn van een hoofdvestiging, R&D- of productielocatie in Zuid-Holland.

InnovationQuarter, de regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland, doet het fondsmanagement voor ENERGIIQ. Met haar fondsen IQCapital en UNIIQ heeft InnovationQuarter de afgelopen jaren al een uitgebreide trackrecord opgebouwd als investeerder in vernieuwende en snelgroeiende bedrijven.


Zonnestroom voor zuivelverwerking FrieslandCampina

De minister van Economische zaken Henk Kamp heeft in maart 2017 ruim 200 miljoen euro SDE+-subsidie toegekend voor de installatie van zonnepanelen bij leden-melkveebedrijven van FrieslandCampina. Hiermee zullen meer dan 416.000 zonnepanelen op daken van 310 melkveebedrijven geïnstalleerd worden. Deze panelen, gezamenlijk goed voor een oppervlak van ruim 100 voetbalvelden, wekken samen meer dan 20 procent van de stroom voor de Nederlandse productielocaties en kantoren van de zuiveldonderneming op. Dit staat gelijk aan 33.000 huishoudens. Installatie van de panelen zal worden uitgevoerd door GroenLeven Heerenveen.

De toekenning is een belangrijke stap in het FrieslandCampina Solar-programma, dat zich richt op versnelling van installatie van zonnepanelen op daken van melkveebedrijven. Een belangrijk resultaat van het Solar-programma is de ‘dakhuuroplossing’ die is ontwikkeld met GroenLeven. FrieslandCampina heeft de ambitie om het elektriciteitsverbruik in de keten volledig te dekken met de productie van groene stroom op het boerenerf en daarmee bij te dragen aan het bereiken van de doelstelling voor klimaatneutrale groei in 2020. Daarom stimuleert FrieslandCampina de productie van groene stroom door leden-melkveehouders met een bonus van 10 euro per ton verminderde CO2-uitstoot.

De ‘dakhuuroplossing’ van GroenLeven richt zich op melkveebedrijven met daken met een oppervlak van meer dan 1.000 m2. GroenLeven voorziet het dak van de melkveehouder van zonnepanelen en zorgt voor aansluiting, monitoring, financiering, garanties en onderhoud. De melkveehouder krijgt een jaarlijkse vergoeding van 3 tot 4 euro per paneel voor het beschikbaar stellen van het dak en kan de groene stroom gebruiken zonder zelf meteen te hoeven investeren in zonnepanelen. De melkveehouder kan jaarlijks besluiten de installatie en de bijbehorende SDE-subsidiegelden over te nemen. Naast het eigen gebruik op het melkveebedrijf zal een deel van de zonnestroom gebruikt worden om te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van de productielocaties en kantoren van FrieslandCampina in Nederland.

Het produceren van groene stroom met zonnepanelen is een betrouwbare methode en in principe geschikt voor elke boerderij. Op een gemiddeld dak van een melkveebedrijf (meestal stallen) passen meer dan voldoende zonnepanelen om voor het totale elektriciteitsverbruik van de boerderij te compenseren. Met zonnepanelen levert een melkveehouder op een zichtbare manier een bijdrage aan de verduurzaming van de keten. In totaal hebben al meer dan 1.600 melkveebedrijven van FrieslandCampina zonnepanelen.

Met het Solar-programma versnelt FrieslandCampina de installatie van zonnepanelen op daken van leden-melkveebedrijven. Dit gebeurt door het ontwikkelen van aantrekkelijke voorstellen voor de leden-melkveehouders, in samenwerking met ervaren partijen uit de zonne-energiesector. De belangstelling voor de ‘dakhuuroplossing’ met GroenLeven was boven verwachting groot. In het najaar van 2017 volgt een tweede intekenronde voor leden-melkveebedrijven van FrieslandCampina, waarvoor zich al honderden melkveehouders met belangstelling hebben gemeld. Naast de ‘dakhuuroplossing’ wordt er binnen het Solar-programma van FrieslandCampina ook gewerkt aan oplossingen voor daken die kleiner zijn dan 1.000m2. Op die manier leveren FrieslandCampina en zijn leden-melkveehouders een bijdrage om het elektriciteitsverbruik in de zuivelketen volledig te dekken met de productie van groene stroom op daken van de eigen melkveebedrijven.

maandag 21 augustus 2017

Brugse start-up helpt Afrika aan goedkope zonne-energie

De Brugse start-up Energie Kiosks heeft een businessmodel ontwikkeld om Afrika aan zonne-energie te helpen. Een proefproject met acht energiekiosken in Togo bleek een succes, en Energy Kiosks staat klaar voor de volgende stap.

Twee zonnepanelen, aangesloten op die energiekiosk, kunnen tot acht mensen aan goedkope energie helpen, waardoor ze een lamp of een tv kunnen aandrijven.

Binnen zes jaar wil het bedrijf 2500 kiosken hebben uitgezet, zegt initiatiefnemer Bert Bernolet. 'We hebben ook al geïnteresseerden in Benin, dus ook daar willen we op termijn een zusterbedrijf van Solergie opzetten. Vandaar dat we ook op zoek gaan naar bijkomend kapitaal.'

Na het initiële idee vond Bernolet al snel een zestal investeerders bereid om mee in zijn project te stappen.

Van Oord’s Aeolus en Svanen klaren klus Walney Extension offshore windpark

In opdracht van DONG Energy heeft Van Oord het transport en de installatie van 87 funderingen voltooid voor het Walney Extension offshore windpark. Van Oord’s installatieschepen Aeolus en Svanen hebben deze klus in 4,5 maand geklaard.

Bij oplevering van het project in 2019 zal het offshore windpark energie leveren aan 500.000 huishoudens in het Verenigd Koninkrijk. Het draagt bij aan de overheidsdoelstellingen van het land om in 2020 vijftien procent van de energieproductie te winnen uit duurzame energie. Het Walney Extension offshore windpark ligt in de Ierse zee op ongeveer 19 km uit de kust van Walney Island, Cumbria, Verenigd Koninkrijk. Het park bestaat uit 87 windturbines met een totale capaciteit van 659 MW.

Tijdens het project heeft Van Oord zijn achtduizend ton hefschip Svanen ingezet voor de installatie van 56 monopalen. De overige 31 monopalen evenals de transitiestukken zijn geïnstalleerd door offshore installatieschip Aeolus. Walney Extension is het eerste project waarbij de Aeolus succesvol de transitiestukken drijvend installeerde.

Van Oord heeft ook de opdracht gekregen voor de aanleg van een windmolenpark in de Duitse Bocht. De werkzaamheden van Van Oord bestaan uit het ontwerp, de engineering, inkoop, bouw en installatie van de funderingen, de verbindingskabels en het offshore-hoogspanningsstation.

Elia gunt onderzeese kabelinstallatie voor het Modulair Offshore Grid (MOG) aan DEME groep

Een dezer dagen tekenden Dredging International, onderdeel van de DEME groep, en Elia Asset het contract voor de installatie van een onderzeese kabel voor het Modulaire Offshore Grid (MOG) in de Noordzee.

Dit contract, met een waarde van circa 130 miljoen euro, omvat één van de grootste opdrachten voor de bouw van het offshore schakelplatform. Volgens de planning zal het MOG op het einde van het derde kwartaal van 2019 in gebruik worden genomen.

De aan DEME groep toegewezen opdracht omvat de levering, de installatie én het onderhoud van ca. 85 km onderzeese kabel. Deze wordt geproduceerd door de Griekse fabrikant Hellenic Cables, in onderaanneming voor DEME groep.

DEME groep zal één kabel van 220 kV leggen langs een traject van 4,5 km tussen het offshore schakelplatform en het Rentel-platform, het eerste windpark dat op het offshore grid zal worden aangesloten. Twee andere onderzeese kabels van 220 kV, met elk een lengte van ongeveer 40 km, zullen het offshore schakelplatform verbinden met het onshore hoogspanningsstation Stevin aan de Belgische kust in Zeebrugge.

Lagere CO2-uitstoot in het tweede kwartaal 2017

Het cluster landbouw, delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid heeft bijna evenveel CO2 uitgestoten als in hetzelfde kwartaal een jaar eerder, terwijl de toegevoegde waarde met 3 procent is gestegen. Dit cluster is goed voor bijna 23 procent van de totale uitstoot.

Wel hebben de chemische en basismetaalindustrie meer CO2 uitgestoten. Deze toename komt vooral door de gestegen productie.

De CO2-emissies van de transportsector stegen in het tweede kwartaal met bijna 5 procent. De transportsector is goed voor bijna 16 procent van de totale uitstoot. De uitstoot nam het meest toe bij het goederenvervoer over de weg en de luchtvaart. De toename in deze sectoren komt vooral door meer vervoersbewegingen.

De CO2-uitstoot van de overige dienstverlening, goed voor bijna 11 procent van de CO2-uitstoot, was bijna 1 procent hoger dan in het tweede kwartaal van 2016. Er werd minder aardgas verstookt voor het verwarmen van bedrijfspanden, maar meer motorbrandstoffen verbruikt voor transport.

 De CO2-uitstoot van huishoudens ten slotte is in het tweede kwartaal per saldo gelijk gebleven. Ook bij huishoudens daalde het gasverbruik voor verwarming, maar nam daarentegen het verbruik van motorbrandstoffen toe. De CO2-uitstoot van huishoudens bedraagt bijna 16 procent van het totaal.

vrijdag 18 augustus 2017

Solarus haalt 6,7 miljoen euro investeringen binnen

Solarus, de in Venlo gevestigde ontwikkelaar en producent van hybride solar systemen, rondde onlangs een investeringsronde van 6,7 miljoen euro af. Met deze kapitaalinjectie kan het bedrijf dat hoogst efficiënte energiesystemen levert (tot 4x de opbrengst van standaard PV-panelen), zijn vleugels verder uitslaan. Tot de investeerders die in deze ronde instapten behoort het ForestEffect Fund, een impact fonds dat is gelieerd aan het Dutch Good Growth Fund van de Rijksoverheid. Met recente orders van een grote internationale hotelketen, grote wooncomplexen en diverse productiebedrijven in binnen- en buitenland is Solarus bezig internationaal op te schalen.

CEO van Solarus, de Nederlander Leen Zevenbergen, verwacht dat het bedrijf binnen 5-7 jaar tijd een internationale omzet van 1 miljard euro of meer kan bereiken. "We hebben veel tijd en energie gestoken in R&D, marktontwikkeling en de bouw van onze productiefaciliteiten. Dit jaar zijn we pas echt begonnen met verkoop en dat gaat goed. De hoge energieopbrengst per m2 biedt veel voordeel, zeker wanneer je bedenkt dat een fors deel ervan in de vorm van warmte beschikbaar is. Dat is bruikbaar voor verwarming én koeling. In situaties met weinig (dak)ruimte zijn onze systemen een uitkomst om toch de benodigde zonne-energie te leveren. Doordat we ook een business model hebben waarin lokale partners Solarus systemen in licentie gaan produceren kunnen we snel opschalen en grote volumes produceren. Voor de komende twee jaar staan vijf assemblage fabrieken buiten Europa in de planning."

Investeringsfonds ForestEffect Fund stapte onlangs in als investeerder. Het fonds investeert in bedrijven die bepalend zijn voor de duurzame verandering in de agri-commodity sector. "Solarus past uitstekend bij de doelstelling van het fonds: Solarus leidt de energie transitie door lokale renewable energy oplossingen te bieden voor productieprocessen en opslag."

Ook praktijkgerichte partijen zoals NASACA Smart Energy (een samenwerking tussen NASA Holding BV, een internationale investeerder in de productie van vers fruit, logistiek vastgoed en renewable energy en Catena Investments, een Nederlands investeringsbedrijf actief in de CleanTech, FinTech en vastgoedsector) en Ponzio Solar Facilities S.A. (een van grootste spelers in de solar sector in Zwitserland) stapten in als partners. In een succesvolle crowd funding werd eind december € 800.000 aangetrokken en ook het management van Solarus investeerde zelf substantieel in deze ronde. In de zomer van 2016 werd bovendien een Eureka-subsidie van 2,7 miljoen euro toegekend aan een door Solarus geleid internationaal consortium om de geautomatiseerde productiefaciliteiten in Venlo en productontwikkeling verder te financieren.

donderdag 17 augustus 2017

Eerste 3.000 zonnepanelen op dak SnowWorld in Zoetermeer

Op 12 april plaatste Charlie Aptroot, burgemeester van Zoetermeer, symbolisch het eerste zonnepaneel op het schuine dak van SnowWorld Zoetermeer. Hiermee werd de start van het grootste zonnestroomproject van de Nederlandse vrijetijdsindustrie een feit. Inmiddels liggen de eerste 3.000 zonnepanelen op het dak.

Eind augustus start Indi Energie met de installatie van een kleine 10.000 zonnepanelen bij SnowWorld in Landgraaf. Het vermogen van de panelen is 2,7 MW. Dat is genoeg voor de jaarlijkse energiebehoefte van circa 800 huishoudens.

Powerhouse, dochtermaatschappij van Essent en energieleverancier van SnowWorld, adviseerde SnowWorld in het traject om energieverbruik te verduurzamen en te besparen op energiekosten.

Indi Energie verzorgt het gehele projectmanagement en regelt de financiering van de zonnepanelen. Het zonnestroombedrijf KiesZon ontwierp het systeem, neemt de installatie van de zonnepanelen voor haar rekening en zal het onderhoud verzorgen.

SnowWorld zal de komende vijftien jaar de opgewekte zonnestroom afnemen.

'Weinig oog van ACM voor modelcontract'

Het modelcontract, dat alle energieleveranciers verplicht zijn aan te bieden, speelt op de energiemarkt geen rol van betekenis. Voor consumenten leidt het modelcontract daardoor vooral tot verwarring over de energieprijzen. Toezichthouder ACM lijkt zich daarvan niet bewust te zijn. Dat constateert energieprijsvergelijker Energieleveranciers.nl op basis van eigen onderzoek naar het modelcontract.

Energieleveranciers.nl liet het onderzoek uitvoeren nadat medewerkers constateerden dat een voor consumenten zeer aantrekkelijk modelcontract in de online energieprijsvergelijker, in de praktijk niet afgesloten kon worden. Dat riep bij Energieleveranciers.nl twijfel op bij het verder opnemen van modelcontracten in de prijsvergelijker.

Het modelcontract is een standaard energiecontract. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft in 2012 de voorwaarden daarvan opgesteld en het contract verplicht gesteld voor alle energieleveranciers in Nederland. Zo dienen onder meer alle energieleveranciers op 1 juli hun nieuwe tarieven voor het modelcontract bekend te maken.

Het idee daarachter was dat consumenten aan de hand van het modelcontract objectief alle energieaanbieders zouden kunnen vergelijken. “Maar dat werkt natuurlijk niet als de prijzen in het modelcontract niet representatief zijn en leveranciers verschillend met het modelcontract omgaan”, zegt Freek van den Berg, oprichter en directeur van Energieleveranciers.nl. ‘’Dan schiet het modelcontract zijn doel voorbij en heeft het een averechts effect. Er is onduidelijkheid en verwarring over de functie van het modelcontract en de toezichthouder heeft dit waarschijnlijk niet in de gaten.’’

Zo bleek uit het onderzoek van Energieleveranciers.nl dat bij meerdere energieleveranciers de aangeboden modelcontracten voor consumenten in de praktijk onbereikbaar zijn. Er zijn geen mogelijkheden het modelcontract ook aan te vragen, en de contracten die leveranciers consumenten in plaats ervan aanbieden, vallen duurder uit. In één geval was – voor een huishouden met een gemiddeld energieverbruik – het verschil tussen het gepresenteerde modelcontract en het daadwerkelijk afsluitbare contract jaarlijks bijna 300 euro. Dat zou erop kunnen duiden dat sommige leveranciers het modelcontract alleen zien als een middel om goed te scoren op vergelijkingssites, concludeert het onderzoek.

Om te onderzoeken of de modelcontracten die energieleveranciers niet online aanbieden wel op andere manieren af te sluiten zijn, zette Energieleveranciers.nl voor het onderzoek onder meer een zogenoemde ‘mysterie guest’ in. Die deed zich voor als klant die telefonisch een modelcontract wilde afsluiten. In totaal onderzocht Energieleveranciers.nl de modelcontracten van 26 energieleveranciers.
 Over de bevindingen met het modelcontract legde Energieleveranciers.nl een vragenlijst voor aan toezichthouder ACM. Uit de beantwoording daarvan kwam naar voren dat het enige vereiste van de ACM aan energieleveranciers is, dat die op hun website een modelcontract als zodanig vermelden. Het lijkt erop dat het bij de toezichthouder niet bekend is dat vier energieleveranciers helemaal geen modelcontract presenteren.

Energieleveranciers.nl is van plan de ACM voorstellen te gaan doen over hoe het modelcontract, of een alternatief daarvoor, in de toekomst wel kan zorgen voor transparantie op de energiemarkt. “Wij pleiten voor duidelijkheid en eenduidigheid”, stelt Van den Berg.

woensdag 16 augustus 2017

Explosieve groei elektrische auto's in de Randstad verwacht

In de Randstad is de komende jaren een explosieve groei van volledig elektrische auto’s te verwachten. In Den Haag, Dordrecht en Rotterdam verdubbelt het aantal auto’s met een stekker binnen twee jaar en in Amersfoort en Utrecht binnen vier jaar. Belangrijke factor: betere betaalbaarheid maakt elektrische auto’s ongekend populair. Dat blijkt uit onderzoek van Stedin, Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) en kennis- en innovatiecentrum ElaadNL. Met de komst van steeds meer elektrische auto’s vraagt dit van netbeheerders slimme keuzes te maken om het elektriciteitsnet betrouwbaar en betaalbaar te houden.
Tesla Model 3 in Utrecht en Amersfoort in trek

Eerder onderzoek van Stedin en RSM toonde aan dat een hoog inkomen de belangrijkste voorwaarde is om een volledig elektrische auto aan te schaffen. Nu ook populaire automerken steeds betaalbaardere auto’s op de markt brengen, is een hoog inkomen minder belangrijk en ontstaat een explosieve groei. Na de introductie van de Tesla Model 3 bijvoorbeeld, ontstond een ware run op dit model. Dagelijks worden zo’n 1800 modellen van dit type wereldwijd verkocht. Reden voor RSM om te onderzoeken of deze populariteit ook terug te zien is in de verwachting.

Uit het onderzoek blijkt dat in Den Haag, Rotterdam en Dordrecht binnen twee jaar minimaal een verdubbeling is te verwachten van het totaal aantal volledige elektrische auto’s (zie tabel). Opvallend: in de steden Utrecht en Amersfoort gaat de groei van volledig elektrische auto’s minder hard, maar wordt verwacht dat de komende vier jaar bijna de helft van het aantal nieuwe volledige elektrische auto’s een Tesla Model 3 is. Het modalere inkomen, relatief veel lease-rijders en een lagere leeftijd maken dat in Utrecht en Amersfoort meer potentiële Tesla Model 3-rijders wonen.

De markt voor elektrisch vervoer is enorm in ontwikkeling. In het eerste halfjaar van 2017 werden volgens belangenvereniging RAI 80% meer volledig elektrische auto’s verkocht dan het jaar daarvoor. Autofabrikanten zitten niet stil. Zo kondigde Volvo aan vanaf 2019 alleen nog maar modellen te verkopen met een elektrische (hulp)motor. Ook overheden spreken hun ambities uit om het autovervoer te verduurzamen. De Rijksoverheid wil dat er in 2025 een miljoen elektrische auto’s in Nederland rondrijden en Engeland en Frankrijk hebben uitgesproken in 2040 te stoppen met de verkoop van diesel- en benzineauto's.

Elektrische auto’s gebruiken bij het opladen relatief veel stroom, soms wel met een vergelijkbaar energieverbruik van tien huishoudens tegelijk. Meer elektrische auto’s in het straatbeeld leidt tot meer vraag naar laadpalen. Dit betekent dat de capaciteit van het lokale elektriciteitsnet voldoende moet zijn om dit op te vangen. Voor netbeheerders is het daarom goed te weten waar potentiele e-rijders wonen en waar laadpalen in de toekomst nodig zijn. Auto’s opladen kan het beste met ‘Smart Charging’. Via deze methode wordt er efficiënt geladen, bijvoorbeeld op tijden waarop  veel zonne-energie beschikbaar is. Hiermee worden dure investeringen voorlopig voorkomen zodat de energierekening betaalbaar blijft.

Groene warmte HVC voor flat en kantoor

Flatgebouw De Zonkant en het kantoor van woningcorporatie Woonwaard zijn eind juni aangesloten op het duurzame warmtenet van Alkmaar. Hiermee gebruiken zij voortaan groene warmte in plaats van gas, wat een flinke CO2-besparing oplevert. Bewoners en wijkwethouder Anjo van de Ven gaven de officiële aftrap met het plaatsen van een kleurrijke stoeptegel, die toont dat er onder de stoep een groene warmtebron verborgen ligt.

“Duurzame energie is een belangrijke ontwikkeling. Veel van de bewoners in onze flat denken er net zo over”, zegt een enthousiaste Lydia Schaddelee, voorzitter van de bewonerscommissie van Zonkant. “Het is goed voor het milieu, want we gebruiken geen fossiele brandstoffen meer en dat is de toekomst. Ik juich het toe dat wij aan het warmtenet meedoen. Daarmee zijn we een goed voorbeeld. We moeten deze duurzame uitdaging samen aangaan.” Met de aansluiting op het warmtenet besparen de 86 gezinnen in de Zonkant aan de Melis Stokelaan in de wijk Overdie omgerekend jaarlijks zo’n 75 ton CO2. Het kantoor van Woonwaard aan de Hertog Aalbrechtweg bespaart  nog eens 53 ton CO2. In totaal staat dit gelijk aan de uitstoot van veertig auto’s die gemiddeld elk 25.000 km per jaar rijden.

Voor Woonwaard is het de eerste keer dat de woningcorporatie bestaande bouw laat aansluiten op het warmtenet. “Met nieuwbouw heeft Woonwaard hier al goede ervaringen mee opgedaan”, vertelt directeur-bestuurder Pierre Sponselee. “Voor ons als corporatie betekent onze betrokkenheid echter niet alleen dat we volop investeren in duurzaamheid, maar ook in het betaalbaar houden van woningen. We bekijken per locatie en woning welke maatregel daar het beste bij aansluit. Bij de hoogbouw van De Zonkant is het warmtenet een hele goede oplossing voor verduurzaming.”

De overheid heeft bepaald dat onze energievoorziening in 2050 volledig duurzaam moet zijn. Er ligt een grote opgave. In 2050 moeten ruim 7 miljoen huishoudens van het gas af. Woningcorporaties, HVC en de gemeente Alkmaar zetten zich daarom samen in voor een collectief warmtenet in de regio Alkmaar. Het warmtenet is een ondergronds leidingnet, dat warmte verspreidt om huizen, bedrijven en instellingen te verwarmen. Het warmtenet in Alkmaar wordt gevoed met restwarmte van de afvalenergiecentrale van HVC. Restwarmte die anders verloren zou gaan, dus dat is pure milieuwinst. Vanaf januari 2018 komt er warmte van de bio-energiecentrale van HVC, waardoor 100% duurzame warmte wordt geleverd. Het warmtenet in de regio is nu zo’n 20 kilometer lang en zal uiteindelijk zo’n 10 duizend woningen en bedrijven in Alkmaar, Heiloo, Heerhugowaard en Langedijk van duurzame warmte voorzien. Met de levering van groene warmte draagt HVC bij aan de transitie naar een duurzame energievoorziening.