Pagina's

maandag 31 juli 2017

Rioolwater geeft energie voor heel dorp

Binnen enkele maanden kan de rioolwaterzuivering bij het Zeeuwse Ritthem een heel dorp van stroom voorzien. Een bijna tien miljoen euro kostende verbouwing maakt van de zuivering een energiefabriek, meldt PZC.

Waterschap Scheldestromen wil dat de zuivering vanaf begin volgend jaar meer stroom oplevert dan verbruikt. Komend voorjaar gaat de zuivering al 35 procent meer energie opleveren dan het kost. De netto opbrengst, die aan het net wordt geleverd, is voldoende om 380 huishoudens van stroom te voorzien.

Voor de ombouw van de zuivering is 9,7 miljoen euro uitgetrokken.


Verdere energiebesparing bij Drentse openbare zwembaden

De afgelopen vier jaar hebben zeven openbare zwembaden in Drenthe hun energieverbruik flink weten te verminderen. Dat deden ze door te investeren in energiebesparende maatregelen. De provincie Drenthe wil samen met de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) zorgen voor een verdere verlaging van dit energieverbruik.

Afgelopen maand bezocht de RUD met een energieadviseur de zwembaden.

Tijdens de bezoeken werd gekeken of het zwembad voldoet aan de geldende regels voor energiebesparing. Tegelijkertijd onderzocht de energieadviseur samen met de zwembadbeheerders wat er nog verbeterd kan worden. Denk hierbij aan maatregelen als ledverlichting, isolatie en energiezuinige waterverwarming. De zwembadbeheerders kregen ook advies over de manier om de energiebesparing te financieren. Hiermee gaan de kosten omlaag en wordt het zwembad duurzamer.

Barend Lukkien van het zwembad De Leemdobben in Vries en Lemferdinge in Eelde/Paterswolde vindt het heel belangrijk dat ook de zwembadmedewerkers bewust meewerken. Dit gaat dan over het gebruik van een afdekkleed als er niet gezwommen wordt of het uitzetten van de pomp als de glijbaan niet in gebruik is.

In het najaar 2017 nodigen de RUD Drenthe en de provincie Drenthe de zwembadbeheerders uit voor een werkbijeenkomst waar onder meer de energiescans en de plannen besproken worden om nog meer energie te gaan besparen. Deze stimuleringsmaatregel is onderdeel van de brede aanpak om energiebesparing te stimuleren bij sportaccommodaties, zorginstellingen, schoolgebouwen, MKB en industrie.

Steeds meer innovatieve bedrijven in Hotspot Energy Arnhem

Meer dan een verdubbeling van het aantal zonnepanelen op Arnhemse daken. Een uitbreiding van klanten op het warmtenet van zo'n 15 procent. En een toename van het aantal bedrijven in de duurzame energie- en milieutechnologie. Een greep uit de oogst van het programma New energy made in Arnhem, dat in het najaar van 2015 door de gemeenteraad is vastgesteld. Maar er liggen ook uitdagingen, zoals het realiseren van meer energiebesparing en het aardgasloos maken van bestaande woningen.

Het aantal zonnepanelen op daken groeide van 12.000 eind 2014 naar 34.000 panelen nu. Daar zit een klein zonneveld bij, op het terrein van stadsboerderij De Korenmaat. Het is de bedoeling dat er de komende jaren meer zonnepanelen op daken en zonnevelden bij komen. De gemeente heeft eerder al zes geschikte locaties voor zonnevelden gevonden. De uitbreiding van het warmtenet bestond voornamelijk uit extra aansluitingen rond het bestaande tracé. Ook nam ook het gebruik van geothermie toe. Daarnaast nam de gemeenteraad recent het besluit tot de bouw van vier windmolens langs de Pleyroute, die schone energie aan zo'n 8.000 huishoudens kunnen leveren.

Arnhem ontwikkelt zich steeds meer tot een Hotspot Energy, met een groeiend aantal bedrijven op het gebied van duurzame energie- en milieutechnologie. Eén op veertien banen in Arnhem is in deze sector, in totaal nu ruim 7.500. Een mooi voorbeeld is het in 2016 opgerichte Clean Mobility Center, dat zich bezighoudt met innovatieve oplossingen in de duurzame mobiliteit.

Op het gebied van duurzame mobiliteit loopt Arnhem voorop. De regio heeft de schoonste openbaar vervoerconcessie van Nederland. Het bestaande trolleynet wordt doorontwikkeld naar een smart trolley grid, waaraan elektrische auto's kunnen opladen met remenergie van trolleybussen. Ook worden de eerste trolleybussen die hele stukken zonder bovenleiding kunnen rijden in 2018 in de dienstregeling opgenomen. En werd In februari van dit jaar werd een waterstoftankstation geopend op Industriepark Kleefse Waard.

De transitie naar een duurzame samenleving is in Arnhem niet alleen een top-down proces. In de pilot Aardgasloze Wijken worden samen met wijkbewoners en de wijkteams Leefomgeving ideeën en mogelijkheden verkend. Op basis daarvan wordt in kaart gebracht welke alternatieve warmteoplossingen ten goede komen aan de wijk. Door lokale oplossingen te kiezen kan de omslag naar aardgasloos wonen voordelen bieden zoals lagere woonlasten, meer comfort of een impuls voor de lokale wijkeconomie.

Op het gebied van energiebesparing moeten nog stappen worden gezet, bij bewoners, bij bedrijven en ook bij het gemeentelijk vastgoed. Weliswaar daalt het energieverbruik licht, terwijl er landelijk een stijging is. Maar om de ambitie van 1,5 procent energiebesparing per jaar, tot 2020 te halen, zijn extra inspanningen nodig. De gemeente zet daarin in op een bewustwordingscampagne en op het adviseren van bewoners en ondernemers die zelf aan de slag willen met energiebesparing (met het Energieloket Midden Gelderland en aanjagers voor wijkinitiatieven voor energiebesparing). Ook zijn er afspraken gemaakt met woningbouwcorporaties over energiebesparing en gaat de gemeente verder met het verduurzamen van haar eigen panden.

Succesvolle inrichting van energielandschappen vereist nieuwe denkwijze

Hernieuwbare energie wordt in de toekomst overal een vanzelfsprekend onderdeel van onze leefomgeving. Dat is een enorme uitdaging voor ons land, want een grote hoeveelheid windturbines en zonneparken inpassen in het bestaande landschap zal niet zomaar gaan. We moeten daarom anders gaan denken over het inrichten van ons landschap zodat we straks een mooie én functionele leefomgeving hebben, betogen ECN en Wageningen University & Research (WUR) in het paper “De energietransitie: een nieuwe dimensie in ons landschap” dat zij vandaag publiceren.

In toenemende mate vindt de opwekking van energie bovengronds en dichter bij huis plaats. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor zowel onze leefomgeving als ons landschap. De toekomst ligt bij ‘energielandschappen’ en we moeten nu al nadenken over de ruimtelijke vormgeving daarvan en de manier waarop we die tot stand willen brengen. Daarom bundelen ECN en WUR hun kennis over energietechnologie en landschapsarchitectuur in een position paper, met als doel een bijdrage te leveren aan de discussie over wat wenselijk en noodzakelijk is om de energietransitie ruimtelijk in goede banen te leiden.

“Het ontwerpen van energielandschappen vergt een geheel nieuwe manier van denken. Hernieuwbare energietechnologieën kunnen niet helemaal worden ‘ingepast’ in het bestaande landschap, daarvoor is de opgave te groot. Alleen al voor de benodigde zonneparken hebben we ruimte nodig zo groot als de halve provincie Utrecht. Er moeten geheel nieuwe landschappen worden gecreëerd. Landschappen die door mensen worden gewaardeerd en economisch haalbaar zijn”, zeggen de experts van ECN en WUR.

Het feit dat de transitie naar een duurzame energiehuishouding grote kansen biedt voor het klimaat en de economie (ook van lokale gemeenschappen) blijkt in de praktijk vaak niet voldoende te zijn voor draagvlak: grootschalige windenergieprojecten worden vaak kritisch ontvangen en zonneparken kunnen niet automatisch op steun van omwonenden rekenen.

Energielandschappen gaan als het ware een nieuwe laag in het bestaande landschap vormen. “Het gaat erom dat die nieuwe laag kwaliteit toevoegt. Daarbij is het van belang dat projectontwikkelaars, technologie-ontwikkelaars, landschapsarchitecten en overheden met elkaar samenwerken en dat planprocessen zodanig worden ingericht dat bewoners en gebruikers daadwerkelijk betrokken worden bij de energietransitie en de gevolgen daarvan voor hun leefomgeving”, zegt het onderzoeksteam. “De technologie ontwikkelt zich razendsnel. Er zijn bijvoorbeeld zonnepanelen met kleuren en prints, geschikt als fraai stroomproducerend bouwelement. De ontwerpen moeten aansluiten bij wat bewoners van een streek in dialoog aan wensen hebben geformuleerd. Dit vraagt om plannen, ontwerpen en bouwen in een intensieve samenwerking tussen alle belanghebbenden.”

ECN en WUR zien de duurzame energietransitie als uitdaging én als kans voor het vormgeven van nieuwe landschappen. De kwaliteit van de leefomgeving en het landschap zien zij als één van de voorwaarden voor het welslagen van die vormgeving. “Afhankelijk van het type energielandschap is het mogelijk om hernieuwbare energietechnologieën onopvallend te realiseren, bijvoorbeeld verwerkt in geluidsschermen langs snelwegen of juist als ‘eyecatcher’ bijvoorbeeld in de vorm van een energieopwekkend kunstwerk”, aldus het onderzoeksteam.

vrijdag 28 juli 2017

Onderliggend bedrijfsresultaat (EBIT) TenneT gestegen naar 478 miljoen euro


De onderliggende omzet van netbeheerder TenneT is in het eerste halfjaar van 2017 gestegen naar 1,966 miljoen euro, voornamelijk als gevolg van vergoedingen die zijn betaald aan producenten van elektriciteit voor het aanpassen van hun elektriciteitsproductie om overbelasting op het net te voorkomen of het evenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van elektriciteit te handhaven. Omdat deze zogenoemde ‘kosten van systeemdiensten’ worden vergoed op basis van doorbelasting, hebben ze geen effect op het onderliggende bedrijfsresultaat (EBIT). De onderliggende EBIT is gestegen van 414 miljoen naar 478 miljoen euro, in lijn met de uitbreiding van onze activa in Nederland en Duitsland.

In het eerste halfjaar van 2017 werd er opnieuw flink geïnvesteerd in de verdere versterking van de elektriciteitsinfrastructuur in Nederland en Duitsland. De investeringen in materiële vaste activa bedroegen 750 miljoen euro in deze periode.

TenneT heeft in het eerste halfjaar van 2017 zijn inspanningen op het gebied van Europese energiesamenwerking naar eigen zeggen krachtig voortgezet. De netbeheerder is een samenwerkingsverband aangegaan met zijn Deense tegenhanger Energinet.dk voor de ontwikkeling op de langere termijn van een North Sea Wind Power Hub, die zal bijdragen aan de ontsluiting van betaalbare, grootschalige windenergie op zee. In Duitsland en Nederland werkt TenneT samen met IBM en start-ups sonnen en Vandebron aan de toepassing van blockchain-technologie om decentrale, flexibele elektriciteitsopwekking mogelijk te maken.

Verdere Noordwest-Europese marktintegratie is nodig om de duurzaamheidsdoelstellingen voor de langere termijn te kunnen behalen. Hiertoe is een consortium opgezet bestaande uit TenneT Nederland, TenneT Duitsland en Energinet, dat naar verwachting zal worden aangevuld met andere partners. 

Alliander: operationeel resultaat en investeringen stabiel

Het resultaat na belastingen van netbeheerder Alliander daalde van 232 miljoen euro over het eerste halfjaar van 2016 naar 93 miljoen in de eerste helft van 2017. Die daling is geheel toe te schrijven aan het wegvallen van de boekwinst van 176 miljoen in 2016 vanwege de verkoop van Endinet.

Exclusief bijzondere posten is het nettoresultaat in het eerste half jaar van 2017 30 miljoen hoger in vergelijking met dezelfde periode in 2016. Dit is met name het gevolg van een eenmalige vergoeding van precariokosten uit voorgaande jaren.

De bedrijfsopbrengsten over het eerste halfjaar van 2017 zijn ten opzichte van het eerste halfjaar van 2016 gestegen met 61 miljoen naar 909 miljoen euro.

Als gevolg van de aantrekkende economie, waardoor er weer volop gebouwd en ontwikkeld wordt, en door de versnelling van de energietransitie kreeg Alliander in de eerste helft van 2017 aanzienlijk meer verzoeken van klanten voor aansluitingen op het elektriciteitsnet.

Momenteel heeft Alliander ruim 150 extra vacatures voor technici. Verder lopen er al geruime tijd wervingscampagnes om technisch gekwalificeerde vrouwen en mannen te wijzen op de aantrekkelijke en uitdagende carrièrekansen die een netwerkbedrijf biedt. Ook zijn er initiatieven om nieuwe technici op een veilige manier versneld op te leiden of om te scholen.

Elektrische auto's geschikt voor balanceren elektriciteitsnet

In juli demonstreerden Jedlix en ElaadNL, onder toeziend oog van netbeheerder TenneT, dat elektrische auto's nu al technisch in staat zijn om ingezet te worden als regel- en reservevermogen om het elektriciteitsnet te balanceren. Dit regel- en reservevermogen wordt door TenneT ingeschakeld ten tijde van een balansverstoringen in het net. Omdat deze vaak onverwachts plaatsvinden, dient hier vrijwel direct op gereageerd te worden. Deze rol is doorgaans weggelegd voor (fossiele) elektriciteitscentrales. De proef liet zien dat elektrische auto's deze taak deels zouden kunnen vervullen, ten gunste van de autorijder.

Vijf Tesla bezitters hadden zich verzameld bij het Testcentrum van ElaadNL in Arnhem. Zij maakten deel uit van een primeur: hun auto's werden ingezet om op basis van real time signalen, het nationale elektriciteitsnet te balanceren. Via het smart charging platform van Jedlix werd het laadproces van de auto draadloos aangestuurd op basis van stuursignalen zoals die van TenneT.

Voorwaarde voor het inzetten van elektrische auto’s voor balans op het net is dat het laadproces snel genoeg kan worden beïnvloed. Om dit te testen is gebruik gemaakt van het testcentrum van ElaadNL in Arnhem. Daar waren de noodzakelijke meetinstrumenten aanwezig om te verifiëren dat de auto’s inderdaad snel genoeg reageren op signalen van TenneT. Het resultaat was positief, de metingen laten zien dat de auto's in staat zijn om binnen de vereiste 30 seconden te reageren.

Met deze demonstratie is aangetoond dat de meer dan 7.000 Tesla's die in Nederland rijden, nu al technisch in staat zijn om te kunnen worden ingezet als regel- reservevermogen indien deze zijn aangesloten bij het Jedlix platform. Voordat de autogebruiker hier ook daadwerkelijk van kan profiteren, dient de balanceringsmarkt daarvoor wel toegang te bieden aan decentrale vormen van flexibiliteit zoals de accu’s in elektrische auto’s. Jedlix is hiervoor in gesprek met TenneT, die ook middels andere trajecten onderzoekt op welke manier de huidige balanceringsmarkt aangepast kan worden om de nieuwe en toekomstige marktspelers te faciliteren. Daarnaast heeft TenneT als doel om een level-playingfield voor alle technologieën te creëren, onder andere voor decentrale bronnen zoals elektrische auto's.

Jedlix zal vanaf voorjaar 2018, de flexibiliteit in het laadproces van de aangesloten elektrische auto’s, bij TenneT aanbieden als regel- reservevermogen. Hiermee kan Jedlix extra waarde creëren met smart charging, bovenop wat nu al wordt behaald in samenwerking met energieleveranciers. Het voordeel voor de autobezitter kan daarmee oplopen tot enkele honderden euro’s per jaar.

Energiestraat-ambassadeurs gezocht

Tilburg heeft energiestraat-ambassadeurs. Zij proberen bewoners van wijken en straten ervan te overtuigen om energiebesparende maatregelen aan hun huizen te doen. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden.

De ambassadeurs adviseren bijvoorbeeld over isolatie of zonnepanelen. Ze organiseren daarover bijeenkomsten in wijken. Deze aanpak blijkt te werken en vaak 10 tot 20 procent energiebesparing op te leveren. Inwoners die energiestraat-ambassadeur willen worden, kunnen contact opnemen met Hans Jager via e-mail jager.hans@gmail.com of telefonisch op: 06-24810874.

Ambassadeurs krijgen een training van 5 avonden. Die start in september 2017. In de cursus komen aan bod: het organiseren van een buurtbijeenkomst, basiskennis krijgen over energiebesparende mogelijkheden en duurzame energieopwekking, en hoe kun je samen met jouw buurtbewoners  gerichte acties uitzetten.

Het project Energie straatambassadeurs is een van de projecten van de Hart van Brabant alliantie (een samenwerking tussen 10 gemeentes rondom Tilburg, 13 duurzame energiecoöperaties, Buurkracht comités en andere belanghebbende organisaties in Midden-Brabant). Binnen dit project gaan zogenaamde energie straatambassadeurs binnen hun wijk aan de slag om samen met buurtbewoners te bekijken hoe energie te besparen is door bijvoorbeeld isolatie, HR++ glas, zonnepanelen, ledverlichting etc.

Goedkeuring Europese Commissie voor joint venture van Gasunie, Oiltanking en Vopak

Gasunie LNG Holding B.V., Oiltanking GmbH en Vopak LNG Holding B.V. hebben van de Europese Commissie in het kader van de Europese mededingingsregels goedkeuring gekregen voor het vormen van een joint venture die een terminal voor vloeibaar aardgas (LNG) gaat opzetten en beheren.

De drie bedrijven onderzoeken gezamenlijk de mogelijkheden voor het aanleggen en bedrijven van een multi-service LNG terminal, waar zowel import als small-scale LNG diensten worden geleverd. Er wordt daarbij gekeken naar een locatie bij Brunsbüttel, aan de Elbe, niet ver van Hamburg. Het positieve besluit van de Commissie is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van een LNG faciliteit in Noord-Duitsland. In het kader van de haalbaarheidsstudie worden economische, technische en nautische aspecten onderzocht, als ook regelgeving en vergunningsprocedures. Nu de goedkeuring van de Europese Commissie een feit is, zijn de betrokken partijen er klaar voor om de vervolgstappen te zetten in de ontwikkeling van het project. Investeringsbeslissingen zijn nog niet genomen.

donderdag 27 juli 2017

Nederlandse bedrijven werken mee aan duurzaam Aruba

Zes Nederlandse bedrijven hebben getekend voor beoogde deelname aan de zogeheten Smart Community Aruba, een duurzame woonwijk die momenteel op het eiland wordt gebouwd. Hiermee zullen zij hun innovatieve oplossingen in deze woonwijk beschikbaar stellen.

Vertegenwoordigers van de bedrijven hebben een Memorandum of Understanding met TNO over de samenwerking getekend. Dat gebeurde in het Arubahuis in Den Haag in aanwezigheid van de Gevolmachtigde Minister van Aruba, Juan David Yrausquin.

De Smart Community Aruba is een experimentele woonwijk in aanbouw, waar bedrijven hun duurzame producten of diensten kunnen laten ontwikkelen, testen of demonstreren. Het voordeel is dat ze producten kunnen ontwikkelen en beproeven in een realistische omgeving en met ondersteuning van de kennis van TNO. Deelname aan de SCA is vooral interessant voor bedrijven in het mkb die niet over eigen testfaciliteiten beschikken. De wijk bestaat straks uit twintig woningen en een bezoekerscentrum. De oplevering van de eerste woningen is eind dit jaar voorzien.

De Smart Community Aruba wordt gecoördineerd door TNO en wordt gerealiseerd door een consortium bestaande uit het Land Aruba, de woningcorporatie FCCA, de Arubaanse elektrische- en waterbedrijven Utilities Aruba,  WEB en ELMAR en telecombedrijf SETAR.  De zes innovatieve bedrijven die donderdag de MoU tekenden zijn Accenda, AVZ, Dr. Ten, Flexsolsolutions, Maru-Systems en Netinium.

TNO is sinds 2011 met een vestiging actief op het eiland om binnen enkele jaren een duurzame energievoorziening te helpen realiseren. De regering van Aruba heeft namelijk de ambitie het eiland in 2020 duurzaam te maken. Met meer dan vijfduizend winduren en meer dan tweeduizend uur zonne-energie is de potentie voor duurzame energie op Aruba zeer groot.

Daarnaast is Aruba een belangrijke hub in de regio tussen Europa, de Verenigde Staten en Latijns-Amerika. Zo voert TNO inmiddels verschillende onderzoeksprojecten uit voor partijen in Zuid-Amerikaanse landen als Colombia, Brazilië, Peru en Mexico.

Groen Gas Gelderland heeft sinds april dit jaar 230.000 kubieke meter groen gas ingevoed in het gasnet van Huissen

Groen Gas Gelderland heeft sinds april dit jaar 230.000 kubieke meter groen gas ingevoed in het gasnet van Huissen. Dat is vergelijkbaar met het jaarverbruik van 153 huishoudens. Vanwege de toename van de invoeding van groen gas heeft Liander de druk in het Huissense gasnet verlaagd. Hierdoor kunnen groen gas overschotten ’s nachts in het net worden opgeslagen voor gebruik tijdens de volgende dag.

Groen gas is de duurzame variant van aardgas en wordt gemaakt door biogas op te waarderen tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Het gas wordt schoon geproduceerd en is hernieuwbaar. Op grote schaal wordt groen gas met name geproduceerd uit GFT-afval, rioolwater, mest en andere biomassastromen. Een nieuwe ontwikkeling is kleinschalige productie van groen gas uit mest bij de boer op het erf.

Groen Gas Gelderland produceert sinds begin 2017 groen gas uit vooral mest en gras. Het gas wordt ingevoed op het Huissense gasnet. De vergister gaat de productie de komende maanden vergroten. Liander heeft daarom de druk in het lokale net verlaagd van 8 bar naar 6 bar. Reden is dat tijdens enkele nachten al meer wordt ingevoed dan lokaal wordt verbruikt. Hierdoor kan invoeding ’s nachts gewoon doorgaan en zal de netdruk een klein beetje oplopen, zonder dat consumenten hier last van hebben. Het gasnet functioneert daardoor als tijdelijke opslag van groen gas voor de volgende dag. Zo sloeg Groen Gas Gelderland afgelopen zondagnacht ongeveer 557 kubieke meter gas op in het gasnet van Huissen. De verlaging van de netdruk in Huissen is een tijdelijke maatregel. Vanaf volgend jaar wordt een netkoppeling gemaakt met het Arnhemse gasnet, zodat het groene gas op dit grotere net kan worden ingevoed.

Grafeen als materiaal voor zonnezeilen

Lichtzeilen kunnen worden gebruikt om ruimtevaartuigen voort te stuwen met behulp van licht van de zon of van lasers op aarde. Wanneer licht wordt gereflecteerd door een oppervlak of erdoor wordt geabsorbeerd, oefent het een kracht uit die het oppervlak wegduwt van de lichtbron. Met deze stralingsdruk kunnen objecten in de ruimte worden voortgestuwd zonder dat er brandstof of gas aan te pas komt.

De van stralingsdruk afkomstige stuwkracht is echter erg zwak. Voor een effectieve voortstuwing moet het lichtzeil een groot oppervlak hebben en zo licht mogelijk zijn. Grafeen is heel licht en sterk, en zou een goede kandidaat voor zonnezeilen kunnen zijn. In een experiment waarin de geringe zwaartekracht en het bijna-vacuüm van de ruimte wordt gesimuleerd, wil het GrapheneX-team onderzoeken hoe grafeen als lichtzeil kan werken.

De testzeilen van het team zijn grafeenmembranen die worden geleverd door Graphene Flagship-partner Graphenea. De stralingsdruk van laserlicht dat met hoge energie op grafeenmembranen schijnt, zou de zeilen ongeveer 2 mm moeten verplaatsen. Deze verplaatsing zal met een eenvoudige microscoop worden gemeten, zodat het team de stuwkracht op de grafeenzeilen kan bepalen. Het team wil verschillende kleuren laserlicht gebruiken om het precieze mechanisme te onderzoeken waarmee de impuls van het licht op het grafeen wordt overgedragen.

Bij de valtoren van het ZARM wordt het experiment, dat wil zeggen de grafeenzeilen, de lasers en de camera’s, in een capsule geladen en met een katapult naar de top van de toren geschoten. Door het vacuüm in de toren kan de capsule omhoog en omlaag bewegen zonder wrijving of luchtweerstand, zodat de capsule zich praktisch in een toestand van gewichtsloosheid bevindt, met een zwaartekracht die een miljoenste is van de normale zwaartekracht op aarde. Wanneer de capsule versnelt, worden de grafeenzeilen losgelaten in een bijna gewichtloze vrije val. Op dat moment laat het team de laser op de grafeenchip schijnen en wordt de hierdoor gegenereerde druk op het grafeen gedetecteerd. Een belangrijke uitdaging van dit experiment is de automatisering van de procedures van het experiment, zodat de resultaten in de 9,3 seconden vrije val kunnen worden vastgelegd.

Al het voorbereidende werk voor het experiment wordt door het GrapheneX-team bij de TU Delft uitgevoerd, met ondersteuning van Herre van der Zant (TU Delft), Angelo Cervone (TU Delft) en Jian Rong Gao (TU Delft Space Institute). Als onderdeel van het programma Drop Your Thesis! wordt het team ook nog begeleid door Pekka Janhunen van het Fins Meteorologisch Instituut. Dit experiment wordt gesteund door ESA Education, het Graphene Flagship en het TU Delft Space Institute.






woensdag 26 juli 2017

Duurzame warmte voor Houthaven


Een dezer dagen is het warmtenet van de Amsterdamse nieuwbouwwijk Houthaven gekoppeld aan de nieuwe warmtetransportleiding. Deze leiding, afkomstig van het AEB Afvalenergiebedrijf, brengt milieuvriendelijke warmte de wijk in en realiseert daarmee een CO2-besparing van minimaal zeventig procent in vergelijking met HR-ketels per woning.

De Brede School Houthaven was in 2015 het eerste gebouw in de wijk dat op stadswarmte en comfortkoeling werd aangesloten. Nu, twee jaar later, is de buurt volop in bloei en schieten de woningen en appartementengebouwen als paddenstoelen uit de grond. Het prestigieuze Pontsteigergebouw is de onbetwiste eyecatcher van deze klimaatneutrale wijk.

Het warmte- en koelingsysteem van Westpoort Warmte - een joint venture van Nuon en AEB Amsterdam - staat aan de basis van de klimaatneutraliteit in deze wijk. De eerste jaren is een beperkt aantal woningen voorzien van warmte vanuit een tijdelijke warmtecentrale. De koeling is vanaf het begin lokaal en duurzaam opgewekt.

Nu Houthaven een aansluiting heeft op de nieuwe warmtetransportleiding, krijgt de wijk warmte die gemaakt wordt van onder meer Amsterdams huisafval. Maar ook een bedrijf als Orgaworld levert warmte aan het stadswarmtenet. Orgaworld verwerkt organisch afval dat bijvoorbeeld afkomstig is van Amsterdamse restaurants. Dit gebeurt door vergisting. Bij dit proces ontstaat warmte, dat Orgaworld levert aan het stadswarmtenetwerk van Westpoort Warmte.

De woningen in Houthaven zijn daarnaast aangesloten op het koudenet. Hiermee worden de woningen duurzaam gekoeld in de zomermaanden. De koude wordt gemaakt met koud IJ-water en gedeeltelijk ook in de bodem opgeslagen als buffer tijdens de warme zomerdagen. Het is voor het eerst dat stadswarmte en duurzame koeling op zo’n grote schaal in een wijk worden toegepast.
De aanleg van de warmtetransportleiding naar Houthaven is dit jaar uitgevoerd. “Het was een uitdaging om alles, vooral het verkeer, in goede banen te leiden,” zegt Gijs van der Zon, projectmanager bij Nuon Warmte, over de klus. “We moesten een aantal keren de weg kruisen, en dat op een drukke verkeersader richting het centrum. Ik ben trots op iedereen die in de voorbereiding en uitvoering heeft meegewerkt en vind het mooi dat we Amsterdam weer een beetje duurzamer maken.”

Komend jaar zullen circa 700 woningen opgeleverd worden. Uiteindelijk komen er 2.200 woningen in Houthaven.

Zomerkermis in Zwolle draait dit jaar al grotendeels op groene stroom

Deze zomer draaien de meeste attracties van de Zwolse kermis al op groene stroom. Onderzocht wordt of  het mogelijk is in de toekomst de hele kermis te laten draaien op deze duurzaam opgewekte energie. De verduurzaming van de kermis past in de ambitie om als stad in 2050 energieneutraal te zijn.

Tot nu toe maken de kermisattracties gebruik van stroom die opgewekt wordt in aggregaten met fossiele brandstoffen.  De gemeente Zwolle heeft samen met Enexis onderzocht of het mogelijk is de kermis zonder aggregaten en helemaal op groene stroom te laten draaien. Dat blijkt dit jaar nog niet haalbaar. Ongeveer tweederde van de kermis draait nu op duurzame stroom, de gemeente onderzoekt hoe ze dat de komende jaren naar 100 procent kan brengen.

Een volgende stap op weg naar verduurzaming is om te kijken of ook andere evenementen in de binnenstad, zoals de halve marathon, kunnen overgaan op gebruik van groene stroom.

Huidig ontwerp energiemarkt houdt vervuilende energiecentrales open

Als zonne- en windenergie een grotere rol gaan spelen in de elektriciteitsproductie, kan het financieel aantrekkelijker worden om vervuilende elektriciteitscentrales open te houden. Tenminste, als de energiemarkt in zijn huidige vorm blijft bestaan. Tot die paradoxale conclusie komen professor Wolf Ketter en Derck Koolen van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM).
De onderzoekers modelleerden hoe de energiemarkt zou reageren op een steeds groter aandeel elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Ze zagen allereerst dat de elektriciteitsprijs zou gaan dalen.

Het kost namelijk relatief weinig om zonnepanelen en windturbines draaiende te houden. Na een bepaald aandeel hernieuwbare energie zouden de prijzen juist weer kunnen stijgen vanwege toegenomen onvoorspelbaarheid in de markt, zo lieten de simulaties zien.

Ketter en Koolen verklaren dit effect uit de huidige opzet van de elektriciteitsmarkten. De meeste energie wordt vooraf verhandeld, door middel van termijncontracten. De onderzoekers zagen dat bij een toenemend marktaandeel energie uit duurzame bronnen, centrales die draaien op fossiele brandstoffen door de lage prijzen nog maar lastig kunnen concurreren op die markt.
Na een bepaald omslagpunt is het voor deze centrales interessanter hun elektriciteit niet meer via termijncontracten te verhandelen, maar op de zogenaamde spotmarkt. Op die markt wordt energie kort vooraf of zelfs in real-time verhandeld om tekorten en overschotten op te vangen.

En die spotmarkt zal steeds vaker bij moeten springen naarmate duurzame elektriciteitsproducenten meer marktaandeel veroveren. Omdat zij afhankelijk zijn van de wind en de zon, komt het namelijk regelmatig voor dat ze zich niet kunnen houden aan de leveringsafspraken die ze eerder deden via termijncontracten.

Traditionele, vervuilende centrales kunnen daar op de spotmarkt van profiteren. Heeft de zon te weinig geschenen of was er minder wind dan verwacht, dan kunnen traditionele kolen- en gascentrales relatief snel opschakelen om alsnog het elektriciteitsnet stabiel te houden.
Voor die flexibiliteit willen conventionele centrales uiteraard beloond worden. En dat houdt ze economisch levensvatbaar, vooral bij grote marktaandelen voor duurzame energie, concluderen Ketter en Koolen.

Andersom komt het ook voor dat er in een periode meer wind en zon dan was dan vooraf voorspeld. Dat betekent dat traditionele centrales gevraagd kunnen worden om ‘af te schakelen’, wederom tegen een financieel interessante vergoeding op de spotmarkt.

Dit onderzoek toont volgens professor Ketter aan dat een volledige energietransitie pas mogelijk wordt bij een flexibeler opzet van de energiemarkt. Betere opslagmogelijkheden voor energie uit duurzame bronnen kunnen hier aan bijdragen.

Maar er is ook behoefte aan betere bedrijfsmodellen voor duurzame energie. Zo zou het bijvoorbeeld consumenten makkelijker moeten worden gemaakt om de energie die ze opwekken met hun eigen zonnepanelen te verhandelen. Op die manier kunnen tekorten en overschotten, die altijd zullen blijven bestaan, beter worden opgevangen.

dinsdag 25 juli 2017

Gasloos verwarmen door benutten van omgevingswarmte en -koude

Het terugdringen van ons gasverbruik is noodzakelijk om het klimaat te beschermen en om aardbevingen zoals in Groningen te voorkomen. In 2050 moet onze gehele economie van de fossiele brandstoffen af zijn, wil het kabinet. Maar waar halen we de warmte vandaan als er straks geen fossiel gas meer is? Naast duurzame bronnen als zon en wind, bieden warmte en koude in onze directe omgeving talloze kansen.    

In onze omgeving zit veel meer warmte en koude dan we ons realiseren. We beseffen vaak niet hoeveel warmte we dagelijks vanuit onze huizen en kantoren door het riool spoelen. Hetzelfde geldt voor warmte die we via onze industriële processen via de schoorsteen of het afvalwater lozen. 

Om kansen op het gebied van omgevingswarmte en -koude in beeld te brengen, heeft Tauw een online kansenkaart ontwikkeld. Deze brengt niet alleen de warmtebehoefte in kaart, maar ook de hoeveelheid warmte die we in diezelfde omgeving met z’n allen wegspoelen en/of wegblazen. Ook kijkt men of bijvoorbeeld het oppervlaktewater warmte te bieden heeft. Of koude, want door klimaatveranderingen neemt juist de behoefte aan verkoeling steeds verder toe. De kansenkaart maakt vraag en aanbod op lokaal niveau snel inzichtelijk en vormt de basis om samen met de betrokken partijen aan de slag te gaan.

Energietransitie niet allemaal rozengeur en maneschijn?

Wie krijgt uiteindelijk de rekening van de energietransitie gepresenteerd? Hoe gaan we als samenleving om met veranderende investeringen in de energiestructuur? Waar komen er banen bij, waar verliezen we die? In hoeverre loopt de robotisering van de samenleving parallel met de energietransitie?

Deze en vele andere vragen wil een consortium van ECN, Tertium, Milieudefensie en Alliander voorleggen aan experts en lokale belanghebbenden. Hun studie ‘Winnaars en verliezers van de energietransitie in 2035 – een ethisch vraagstuk’ krijgt steun van RVO’s MVI-Energie-subsidie 2017.

Koen Straver, sociaal wetenschapper werkzaam bij ECN: “We willen niet alleen de sociaal-maatschappelijke impact van technologische ontwikkelingen zichtbaar maken, maar hierover ook een ethische en morele discussie beginnen. Doel is om bewustzijn te creëren over toekomstige gevolgen van keuzes die we nu maken. Vandaar dat we eerst de discussie aanjagen en faciliteren en niet meteen in oplossingen denken.”

Het consortium brengt het gesprek op gang door experts uit te nodigen uit diverse disciplines, waaronder de filosofie, politicologie, sociologie en antropologie. Zij denken toekomstscenario’s uit voor verschillende thema’s (mobiliteit, decentralisatie van energie, werk).

Daarna gaat een andere groep experts aan de slag om deze scenario’s terug te redeneren: Wat heeft ertoe geleid dat er bepaalde winnaars en verliezers zijn? Welke beleidskeuzes of sociaal-maatschappelijke trends hebben dat beïnvloed? De uitkomsten van deze beide exercities dienen als basis om op lokaal niveau concrete discussies te voeren en naar mogelijke oplossingen te zoeken.

Straver: “We zetten burgers, gemeenten, woningcorporaties, bedrijven en energie-initiatieven op diverse plaatsen in Nederland bij elkaar om mee te denken. Wie meer geld en macht heeft, kan investeren, en daarmee tijd en geld besparen. Duurzame investeringen als een elektrische auto, zonnepanelen en een biomassaketel leveren namelijk ook weer profijt op. Wat is de praktijk nu en wat betekent dat voor de toekomst? Zal ongelijkheid toenemen? Willen we dat? Wat zijn de dilemma’s? Kunnen we dit voorkomen?”

De studie moet aan het eind van 2017 concrete inzichten hebben opgeleverd die gemeenten, bedrijven, organisaties helpen bij het nemen van beslissingen. Straver: “De energietransitie gaat iedereen aan. Het is een technische én een sociaal-maatschappelijke uitdaging. Met de bijeenkomsten en workshops die we organiseren en met publicaties, essays en een documentaire willen we bijdragen aan het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn en een breed gedragen sociale verantwoordelijkheid.”

Duurzaam leven voor oude kolentunnel in Utrecht

Op het bedrijfsterrein Lage Weide in Utrecht is iets bijzonders gebeurd. Daar waar 50 jaar geleden nog tonnen kolen per dag getransporteerd werden om stroom mee te produceren wordt nu duurzame stroom opgewekt. De zogenoemde ‘kolentunnel’ is weer in gebruik, maar nu als duurzame basis voor 504 zonnepanelen. Niet alleen de kolentunnel is uitgerust met zonnepanelen. Op het terrein van Eneco zijn ook 3 kantoorpanden van nog eens 380 zonnepanelen voorzien. Samen goed voor een opwekking van 208.000 kWh per jaar, wat gelijk staat aan voldoende stroom voor 60 huishoudens.

De energiecentrale van Eneco op Lage Weide is al heel lang een gascentrale, maar het was ooit een kolencentrale. De kolen werden aangevoerd per schip en gelost in een centrale kolenbunker. Deze bunker van ca. 150 m2 werd doorsneden door het zogenaamde ‘middenrif’: een zware betonnen tunnel van 7 m hoog, waarop de loopkranen reden en waarin de kolen met lopende banden naar de centrale getransporteerd werden. De bunker en kranen zijn verdwenen maar het middenrif is altijd blijven staan. Na 50 jaar werkeloos te zijn geweest is de kolentunnel veranderd in een groene energie voorziening.
Dit project is een samenwerking van de partijen EnergieCollectief Utrechtse Bedrijven, ProfiNRG en Eneco. Het EnergieCollectief Utrechtse Bedrijven, dat door Eneco ondersteund wordt wil het grootste industriële zonnedak van Nederland creëren. Het project bij Eneco sluit hier mooi bij aan. De locatie van de kolentunnel bleek geschikt voor zonnepanelen en ProfiNRG ging ermee aan de slag. Eneco heeft geïnvesteerd in de panelen en zal de komende 15 jaar de locatie beheren en onderhouden met als doel zo veel mogelijk kWh te produceren.

Harold Koekkoek, Eneco locatiemanager warmteproductie Utrecht: “ We zijn altijd op zoek naar mogelijkheden om energievoorziening te verduurzamen. We wilden dan ook gelijk onze bijdrage leveren om samen tot het grootste industriële zonnedak van Nederland te komen. Net als ProfiNRG dacht ik hierbij direct aan de oude kolentunnel en een 3-tal andere locaties. We hebben we nu 884 zonnepanelen op ons terrein liggen waarvan meer dan de helft op de kolentunnel is geïnstalleerd.”
Kees Heijmerink van ProfiNRG verklaart: “Eneco was inderdaad direct zeer gecharmeerd van ons idee om de kolentunnel te gebruiken voor het plaatsen van de zonnepanelen. Dit is werkelijk een uniek project! Het mooiste vind ik de symboliek van zonnepanelen op oude vervuilende koleninfrastructuur!”

maandag 24 juli 2017

Alliander en Enexis Groep voornemens tot verkoop van Ziut

Netwerkbedrijven Alliander en Enexis Groep zijn voornemens om deelneming Ziut te verkopen aan SPIE Nederland. Deze week is daarvoor een overeenkomst op hoofdlijnen getekend.

Ziut is in 2009 gevormd uit een fusie tussen Liandyn (Alliander) en IP Lightning (Enexis). Na deze fusie is Ziut op afstand gezet van de aandeelhouders, Alliander Participaties B.V. (53%) en Fudura B.V. (47%), met als doel de onderneming te verzelfstandigen en concurrerend te laten worden in de markt.

Alliander en Enexis Groep richten zich voornamelijk op het beheer van elektriciteits- en gasnetten en focussen zich op een duurzame energievoorziening voor nu en in de toekomst. De diensten van Ziut passen niet bij de strategische kernactiviteiten van zowel Alliander als Enexis Groep. Daarom is besloten de deelneming te verkopen. Het innovatieve karakter en de ervaring van SPIE Nederland bieden een goede en stabiele basis. Ziut kan daardoor flexibel bewegen in een markt die sterk in beweging is en kansen nog beter realiseren en benutten.

Op grond van de overeenkomst op hoofdlijnen gaan partijen verder in gesprek. Afstemming met medezeggenschap, vakbonden en de toezichthouder moet leiden tot een definitieve overeenkomst.
Ziut is specialist in de slimme openbare ruimte en expert in openbare verlichting, verkeersregeling en camerabewaking. Ziut adviseert, legt aan, beheert en verzorgt onderhoud, met name in opdracht van gemeenten, maar ook voor civiele aannemers, Rijkswaterstaat, bedrijventerreinen en woningcorporaties.

CO₂-prestaties warmtenetten HVC 2016

HVC werkt hard aan het verduurzamen van de warmtevoorziening in de regio Alkmaar en de regio Dordrecht. Met warmte van HVC hebben inwoners en bedrijven in de regio Alkmaar en de regio Dordrecht  7.657 ton CO₂-uitstoot vermeden in 2016. Dit is vergelijkbaar met de uitstoot van ongeveer 2.500 auto’s die 20.000 km per jaar rijden.

Duizenden woningen in de regio Alkmaar en de regio Dordrecht worden de komende jaren voorzien van duurzame warmte. We gaan ‘van gas los’. De toepassing van restwarmte levert een grote bijdrage aan de transitie naar een Nederland, waarin we het gebruik van aardgas steeds meer afbouwen. Het aansluiten van woningen en gebouwen, zoals een zorgcentrum, stadion, zwembad of schouwburg, op het warmtenet van HVC betekent een forse verduurzaming. Samen met de gemeenten Dordrecht, Sliedrecht, Alkmaar, Heiloo, Heerhugowaard en Langedijk maakt HVC deze ambitie tastbaar.
Warmtenet Alkmaar meest duurzame warmtenet

HVC sluit het warmtenet in Alkmaar  eind dit jaar aan op de bio-energiecentrale. Dit betekent dat de geleverde warmte volledig groen wordt. Het warmtenet in Alkmaar wordt daarmee het meest duurzame warmtenet van Nederland. 

In 2016 is het warmtenet in Dordrecht verder uitgebreid naar de binnenstad met als doel bestaande woningen en gebouwen aan te sluiten. Het warmtenet wordt dit jaar aangesloten op de afvalenergiecentrale van HVC. De aansluiting betekent in eerste instantie een forse verduurzaming voor Dordrecht. Het komende jaar worden de mogelijkheden en de haalbaarheid voor een warmtenet in ook de andere Drechtsteden onderzocht en getoetst. Onderdeel van de studie is de inzet van duurzame bronnen, zoals geothermische warmte (aardwarmte) en het benutten van restwarmte. De regio Drechtsteden biedt veel potentie om koploper te worden in een meer duurzame warmtevoorziening.

Geen energiekosten voor bewoners appartementencomplex Ellen

Geen energierekening meer voor de bewoners van appartementencomplex aan de Ellen in de wijk Lariks in Assen. Dat is de inzet bij de renovatie van het appartementencomplex. Gedeputeerde Staten staan garant voor de borgstelling van 1,2 miljoen euro.

Het appartementencomplex aan de Ellen in Assen profiteert als eerste in Nederland van een nieuwe financieringsvorm die grootschalige energierenovatie door Verenigingen van Eigenaren mogelijk maakt. De financieringsvorm – het Asser Servicekostenmodel - is ontwikkeld door de provincie Drenthe, de gemeente Assen, de Triodosbank en adviesbureau Segon.
Pilot biedt kansen voor andere VvE’s

De verduurzaming van het appartementencomplex 'Ellen' betreft een pilotproject met een groot opschalingspotentieel voor de rest van Nederland. De gemeente Assen telt circa 600 VvE’s en in Drenthe zijn er totaal 4.500 VvE’s. Investeringen in al deze VvE’s vormen een flinke stimulans voor bouw- en installatiepartijen, financiers en gemeenten die de komende jaren óók werk willen maken van de energietransitie in de gebouwde omgeving.

In de wijk Lariks staan woningen en appartementen uit de jaren zestig en zeventig met vaak een hoge energierekening. Om te onderzoeken of het technisch, financieel, juridisch en qua draagvlak van de bewoners mogelijk is deze te verduurzamen, is samen met de gemeente Assen een pilot met het appartementencomplex aan de Ellen gestart.

In Nederland is het gebruikelijk dat bij aankoop of verbouwing van een woning de bewoner zelf de lening afsluit. De pilot richt zich op een gebouwgebonden lening, waardoor niet de bewoner, maar de Vereniging van Eigenaren (VvE) de lening aan gaat. Triodos Bank is de eerste bank in Nederland die zo’n lening verstrekt. Deze nieuwe vorm van lenen moet als voorbeeld dienen voor de andere circa 130.000 VvE’s in Nederland.

Energiegedeputeerde Tjisse Stelpstra: ‘Het beleid van de provincie Drenthe is er op gericht is dat het voor iedereen die in Drenthe woont mogelijk moet zijn om in energiebesparing en opwekken van duurzame energie te investeren. Door verschillende partijen met elkaar te verbinden en lef te tonen, komen we steeds een stapje dichterbij onze ambitie.’

Wethouder duurzaamheid Harmke Vlieg-Kempe: “Duurzaamheid begint bij jezelf, samen dragen we zorg voor de aarde. Duurzaamheid staat hoog op de agenda van de gemeente. Met dit project maken we het VvE’s mogelijk om op een betaalbare wijze een bijdrage te leveren aan duurzaamheid en de kwaliteit van de woningvoorraad in Assen.”

De provincie heeft als ambitie dat in 2040 iedereen in Drenthe energieneutraal woont. De “Expeditie energieneutraal wonen in Drenthe” zet zich, samen met meer dan tachtig partners, in om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen. Dit leidt uiteindelijk tot een energieneutrale woning voor iedere Drent. Meer informatie: www.energieexpeditiedrenthe.nl

vrijdag 21 juli 2017

Groningen blijft ook na SodM-rapport achter geothermie staan

De Groningse gemeenteraad blijft achter het geothermieproject Warmtestad staan. Ook nu toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) adviseert terughoudend te zijn met geothermie in gebieden waar aardbevingen voorkomen als gevolg van gaswinning.

De raad hield woensdag 19 juli voorafgaande aan het jaarlijkse Voorjaarsdebat een apart debat over geothermie. Dat was aangevraagd door een groot aantal fracties. Zo kreeg het college van burgemeester de kans nog eens uit te leggen hoe met de risico’s van geothermie bij het Groningse project is omgegaan. Volgens Herman Pieter Ubbens (CDA) kan door het SodM-rapport snel het beeld ontstaan dat het college en ook de gemeenteraad de risico’s van geothermie niet hebben meegewogen.

In juni 2016 ging de gemeenteraad in grote meerderheid akkoord met het geothermieproject. Geothermie moet één van de middelen zijn om Groningen in 2035 energieneutraal en gasloos te maken. Bij geothermie wordt warmte uit grondwater gehaald om huizen te verwarmen. Gas is dan niet meer nodig. Het is de bedoeling om met aardwarmte duizenden huishoudens in Paddepoel en Selwerd van warmte te voorzien. De eerste geothermiebuizen liggen al in de grond, het boren naar het warme water moet nog beginnen.

De raad vindt dat alles gedaan is om de risico’s bij het Groningse geothermieproject tot een minimum te beperken. Er is vertrouwen in het ‘stoplichtsysteem’ TLS. Dat maakt bij het boren ingrijpen mogelijk voordat er voelbare trillingen zijn. “Als er iets mis gaat, stoppen we met boren”, aldus fractievoorzitter Inge Jongman van de ChristenUnie. “Het stoplichtsysteem geeft vertrouwen in geothermie in Groningen”, zei fractievoorzitter Gerjan Kelder van de Partij voor de Dieren.

“Ik heb niet het gevoel dat een blinde vlek ons blind heeft gehouden”, zei Robbert Lammers (Student en Stad). De raad is tevreden hoe het college de gemeenteraad heeft betrokken. ”Er zijn weinig projecten waarbij de raad zo bij de hand is genomen”, constateerde VVD-fractievoorzitter Sabine Koebrugge. De gemeenteraad heeft zelf een zogeheten expertmeeting georganiseerd. Daarbij lieten raadsleden zich door deskundigen informeren over de risico’s van aardwarmteprojecten.

De raad is verbaasd over het moment van publicatie van het rapport omdat Warmtestad de afgelopen jaren veelvuldig met SodM heeft gesproken. “De handelwijze van SodM is niet netjes en niet gepast”, aldus Jan Pieter Loopstra van de PvdA. Volgens wethouder Mattias Gijsbertsen (GroenLinks) staat er inhoudelijk ook niets nieuws in het rapport. “In het rapport staan geen risico’s of zorgen in die wij niet hebben besproken of opgelost.” Fractievoorzitter Marjet Woldhuis van 100% Groningen, die vorig jaar als enige raadslid tegen het project stemde, vond dat het SodM-rapport wel degelijk reden voor ongerustheid is.

Een aantal fracties was kritisch over de communicatie over het geothermieproject met de inwoners in Paddepoel en Selwerd. “Na het besluit in juni 2016 voor geothermie bleef het stil”, aldus Wim Koks (SP). “Als je daaraan niet doet, wordt je kwetsbaar.” Maar volgens wethouder Gijsbertsen is er juist uitvoerig gecommuniceerd in de wijken. “Ik ben zelf ook de wijk in geweest.” Hij erkende dat de communicatie wel beter moet.

Gijsbertsen meldde in het debat dat het SodM-rapport vertraging oplevert voor het geothermieproject. “En daar zijn kosten mee gemoeid.” Hij gaat met SodM en de minister in gesprek. “Na de zomer maken we de balans op.” Voor dat moment komen er geen nieuwe, grote investeringen in het project. De gemeenteraad stemde unaniem voor een motie van SP en CDA die het college verzoekt de raad steeds te informeren na alle boormomenten die nog komen (motie 'Vinger aan de aardwarmtepols' van SP en CDA).

Na dit zogeheten interpellatiedebat over geothermie volgde het jaarlijkse Voorjaarsdebat van de gemeenteraad. Dat is een belangrijk debat voor de Gemeentebegroting van 2018. Die begroting wordt later dit jaar door de gemeenteraad vastgesteld. De basis voor het debat is de Voorjaarsbrief. Daarin vertelt het college van burgemeester en wethouders in hoeverre de ambities uit het coalitieakkoord zijn gerealiseerd en wat de plannen voor het volgende jaar zijn.

Delfzijl geeft groen licht voor bouw windpark

De gemeente Delfzijl gaat akkoord met de uitbreiding van windpark Delfzijl Zuid. Een meerderheid van de raad gaf hier donderdagavond groen licht voor.

Hierdoor kan het windpark worden uitgebreid met zestien turbines van ruim tweehonderd meter hoog.

Omwonenden hebben eerder al aangegeven naar de Raad van State te gaan als de politiek instemt met de windmolenplannen. De projectontwikkelaar heeft hier al rekening mee gehouden in de planning.

Lagere omzet Vattenfall na tegenwind Nuon

Lagere verkopen in Nederland en Duitsland hebben geleid tot een gedaalde omzet bij het Zweedse energieconcern Vattenfall, het moederbedrijf van Nuon.

Zowel de volumes als de prijzen daalden in Nederland, ondanks licht marktherstel.

Vattenfall-topman Magnus Hall laat weten dat verdere stappen zijn gezet voor een toekomst zonder gebruik van fossiele brandstoffen. Men wil daarvoor 3 miljard euro uittrekken.

300.000 extra huishoudens willen zonnepanelen, bij financieel voordeel ook 'zonder eigen dak'

Ruim 60 procent van de Nederlanders vindt dat iedereen hetzelfde financiële voordeel zou moeten hebben voor het bezit van zonnepanelen. Echter, slechts 30 procent van Nederland heeft een eigen dak dat geschikt is voor zonnepanelen. Dit blijkt uit onderzoek op initiatief van energiedeelplatform powerpeers.

Ruim 300.000 huishoudens zonder geschikt dak zouden zonnepanelen ‘op een ander dak’ aanschaffen als ze dezelfde voordelen zouden krijgen als bij zonnepanelen op het eigen dak. Nog eens 1,4 miljoen huishoudens zouden dit in overweging nemen. Dit blijkt uit onderzoek op initiatief van energiedeelplatform powerpeers.

De voornaamste reden om geen zonnepanelen aan te schaffen is ‘geen geschikt dak’. Op grote afstand gevolgd door de tweede motivatie om geen panelen aan te schaffen: ‘de prijs’ (27 procent). Daarnaast geeft 69 procent van de Nederlanders aan het belangrijk te vinden te weten waar en hoe hun groene stroom wordt opgewekt.

Groeipad naar 100% Europese elektrische automarkt in 2035 realistisch

Volledig elektrische auto’s zijn op weg naar een doorbraak. De belangrijkste barrières voor succes – laadinfrastructuur, actieradius en prijs – worden de komende jaren geslecht. De elektrische auto beweegt zich daarmee op een groeipad naar een 100% aandeel in de Europese autoverkopen, zo stelt het ING Economisch Bureau in het rapport “Breakthrough of electric vehicle threatens European car industry” (link). Voor de Europese auto-industrie vormt de transitie naar elektrisch rijden echter ook een bedreiging.

Europese autofabrikanten zijn toonaangevend op het gebied van brandstofmotoren. Zij zien dit concurrentievoordeel echter verdwijnen met de overgang naar elektrische aandrijving (elektromotoren en batterijen). Daarin liggen naar verwachting minder mogelijkheden zich te onderscheiden van de concurrentie. De druk op de waarde van aandrijflijnen zal toenemen, terwijl marges dalen. Ook zullen (batterij) leveranciers de ontwikkeling en productie van aandrijflijnen meer naar zich toetrekken. Dit segment van batterijen voor elektrische voertuigen is grotendeels in handen van Noord Amerika (10% van de productiecapaciteit) en vooral Azië (86%), terwijl Europa hierin slechts een geringe rol speelt (3%).

Over zeven jaar wordt de elektrische auto per kilometer goedkoper
Voordat elektrische auto’s de markt kunnen domineren liggen er wel een aantal uitdagingen. Volgens onderzoek van ING zijn er drie belangrijke redenen voor consumenten om nog niet over te stappen. Grenzen aan de laadinfrastructuur (20% van de consumenten), een te krappe actieradius (28%) en de hoge prijs van elektrische auto’s (40%) worden genoemd als belangrijkste redenen om nog geen elektrische auto te kopen.

Deze barrières worden de komende jaren allemaal geslecht. In 2024 zullen de kosten van eigendom en gebruik van een volledig elektrische auto met voldoende range (actieradius) in evenwicht zijn met die van een gelijkwaardige brandstof aangedreven auto in Europa’s grootste markt, Duitsland.

Naast uitdagingen voor autofabrikanten, biedt de elektrische auto daarom ook kansen. Toekomstige elektrische auto’s zullen, dankzij betere en goedkopere batterijen, voor steeds lagere autokosten zorgen. Diensten als (privé) autolease en autodelen kunnen hierdoor aantrekkelijker worden. Omgekeerd dragen dergelijke diensten ook bij aan de doorbraak van volledig elektrische auto’s. Bovendien kunnen Nederlandse toeleveranciers inspelen op de behoefte aan nieuwe technologie bij autofabrikanten.

De uitdaging voor de Europese auto industrie is uiteindelijk om van een traditioneel business model, waarin waarde wordt behaald uit productie en verkoop van auto’s, naar een nieuw business model te bewegen waarin waarde wordt gegenereerd uit het faciliteren van efficiënt en betaalbaar gebruik van auto’s.

Provincie start procedure inpassingsplan voor realisatie vier windturbines in gemeente Staphorst

Gedeputeerde Staten van Overijssel starten de ruimtelijke procedure voor de realisatie van vier nieuwe windturbines in de gemeente Staphorst. De turbines zijn de laatste vier exemplaren die nodig zijn om de provinciale taakstelling voor windenergie uit het Energieakkoord te halen. Tijdens de procedure zal veel aandacht worden besteed aan participatie van bewoners. Het voorkomen of beperken van overlast en compenseren en meeprofiteren van omwonenden speelt daarbij een belangrijke rol. De windturbines moeten uiterlijk in 2020 draaien.

Met de start van de inpassingsprocedure neemt de provincie de rol over van de gemeente Staphorst, die op 6 juni 2017 een besluit nam over windenergie. Hoewel het provinciebestuur waardering heeft voor de bereidheid van het gemeentebestuur om nieuwe windturbines in Staphorst mogelijk te maken, is de verwachting dat de gemeentelijke plannen niet realistisch en uitvoerbaar zijn binnen de gestelde termijn.

De gemeente gaat uit van géén overlast, en 100% profiteren van de lokale samenleving van de opbrengsten van de windturbines. Gedeputeerde Staten verwachten dat inwoners altijd iets zullen merken van de windturbines. Bovendien is het niet realistisch dat binnen de gestelde termijn een lokaal initiatief kan worden gerealiseerd met voldoende investeringskracht.

Bij het opstellen van het provinciale inrichtingsplan zal de provincie veel ruimte inbouwen voor participatie. Ook zal worden gekeken hoe de omgeving door de initiatiefnemers kan worden gecompenseerd voor eventuele overlast, en kan meeprofiteren van de opbrengst. De provincie verwacht daarmee tot voldoende acceptatie van de plannen te komen.

De gezamenlijke provincies hebben in 2013 met het Rijk afgesproken dat er uiterlijk in 2020 6000 Megawatt aan windenergie op land wordt gewonnen. De provincie Overijssel moet hiervan 85,5 Mw leveren. Ongeveer de helft daarvan (17 turbines, 43 Mw) is inmiddels gerealiseerd, en op korte termijn worden er nog windmolens gebouwd in onder meer Ommen en Hardenberg. Om aan de taakstelling te voldoen zijn er meerdere windmolens nodig, waaronder de vier windmolens in Staphorst.

De provincie kijkt naar Staphorst omdat daar verschillende initiatieven zijn ingediend, binnen de door de provincie gereserveerde gebieden voor windenergie (zogeheten kansrijke zoekgebieden). In de gemeente zijn meerdere aanvragen ingediend voor de plaatsing van windmolens. De gemeente had deze aanvragen tot voor kort niet in behandeling genomen. De provincie heeft hierover inmiddels verschillende gesprekken gevoerd met de gemeente.

donderdag 20 juli 2017

Schone waterstof uit aardgas kan energietransitie versnellen

Adviesbureau Berenschot en instituut TNO gaan bekijken wat de mogelijkheden zijn voor de winning van waterstof uit aardgas, met afvang van CO2. Deze afvang vindt al bij de bron plaats, zodat alleen de schone, klimaatneutrale waterstof in het energiesysteem in omloop wordt gebracht. De CO2 blijft als het ware achter in de zeebodem.

Met het ontwikkelen van waterstof uit aardgas zou relatief snel een infrastructuur voor waterstof op poten gezet kunnen worden, onder meer op de Noordzee, waar ook al veel bestaande gasinfrastructuur en opslagmogelijkheid aanwezig is. Met de winning van CO2-vrije waterstof uit aardgas voorzien de onderzoekers  een versnelde uitrol van opslag- en transportinfrastructuur voor waterstof. Dat maakt de weg vrij voor de introductie van waterstof die in de toekomst ook steeds meer uit duurzame bronnen zoals wind en zon kan worden gewonnen. Met behulp van deze infrastructuur (nieuw of ombouw van bestaand) kan waterstof uit zon en wind worden getransporteerd en, als er tijdelijk meer aanbod is dan vraag, ook worden opgeslagen. Met het toenemen van het aandeel duurzame energie in de mix zal opslag en flexibiliteit een steeds uitdagender thema worden. Waterstof zal bovendien een belangrijke rol kunnen gaan spelen in tal van duurzame toepassingen in industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving.

Wind op zee in 2030 gemiddeld drie keer goedkoper dan kolenstroom

Windstroom is in 2030 gemiddeld ruim drie keer goedkoper dan kolenstroom. Dit blijkt uit  onderzoek van Natuur & Milieu, uitgevoerd door SEO. De kostprijs voor wind op zee is in 2030 gemiddeld 3,5 cent per kilowattuur (kWh), voor kolen is dit in 2030 gemiddeld 12,3 cent. 

Aanleiding van dit onderzoek is het sluiten van de Uniper-kolencentrale (E.on) per 1 juli, conform de afspraak uit het SER Energieakkoord. Natuur & Milieu roept het nieuwe kabinet op om na dit Energieakkoord door te gaan op deze succesvolle route: kolen eruit, wind erbij. ‘Dit onderzoek wijst uit dat wind voordeliger wordt dan kolen, mits de huidige versnelling van het uitroltempo wordt aangehouden,’ stelt Geertje van Hooijdonk, directeur a.i. van Natuur & Milieu.

De komende jaren blijft subsidie voor windenergie nog wel nodig, stelt Natuur & Milieu. Van Hooijdonk: ‘Subsidie tot 2030 is een voorwaarde om de kostendaling tot dat jaar te kunnen garanderen. Na 2030 verwachten wij dat de markt op eigen benen kan staan en geen subsidie meer nodig heeft.’

Kolenstroom is passé voor een meerderheid van de Nederlandse bevolking, blijkt uit vorige week gepubliceerd onderzoek van Natuur & Milieu, uitgevoerd door Motivaction. Slechts 2% ziet kolen als de energiebron van de toekomst. Nederlanders zien zonne-energie (84%) en windenergie (79%) daarentegen als toekomstige energiebronnen.

‘Kolenbedrijven hebben hun geloofwaardigheid verloren. Ook CO2-opslag bleek de verkeerde route te zijn om kolencentrales te vergroenen, bleek deze week. Het vergroenen van de Nederlandse kolencentrales kost bovendien 8 miljard euro. Wij pleiten voor het zo snel mogelijk sluiten van alle kolencentrales: kolenstroom wordt duurder, wind goedkoper en de Nederlandse burger is allang klaar voor duurzame energie,’ aldus Van Hooijdonk.

RUG bouwt zonnepanelenveld op Zernike voor meer duurzame energie

De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) legt deze maand een groot veld van 1.700 zonnepanelen neer in het noorden van de Zernike Campus Groningen. De duurzame energieopbrengst gaat direct naar onderzoeksapparatuur in de buurt. Het veld ligt tussen het KVI-Center for Advanced Radiation Technology (Cart) en EnTranCe en zal zo’n 5.400 MWh genereren. Het verbruik van 1600 huishoudens per jaar. De panelen worden in juli 2017 in gebruik genomen.

De opgewekte energie wordt rechtstreeks geleverd aan onderzoeksapparatuur voor KVI-Cart. Daar staan grote apparaten, zoals laserinstallaties en de deeltjesversneller AGOR, waarmee atoomkernen versneld worden tot soms wel de helft van de lichtsnelheid. Dit soort onderzoeksapparatuur heeft doorgaans een hoog stroomverbruik en dit kan nu uit duurzame energie bestaan.

De Rijksuniversiteit Groningen zet zich al lange tijd in voor duurzaamheid binnen de universiteit. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en onderzoek, maar ook op het gebied van bedrijfsvoering, renovatie- en nieuwbouwprojecten. De RUG staat het wereldwijd op plek 15 in de Greenmetric Ranking of World Universities.

De opdracht tot plaatsing van de zonnepanelen is na een aanbestedingstraject gegund aan ITBB uit Groningen. Zij werken hierbij samen met ENIE, ook uit Groningen. Het Facilitair Bedrijf van de RUG, afdeling Gebouw en Terreinbeheer, heeft het voortraject samen met adviesbureau Deerns voorbereid. De zonnepanelen worden voor een deel gefinancierd uit een SDE+ subsidie van de overheid.

De RUG verwacht binnen 10 jaar de investering in het zonnepanelenveld te hebben terugverdiend. Daarnaast is er ruimte voor uitbreiding van het veld in de toekomst.

woensdag 19 juli 2017

WarmteStad verliest mogelijk vergunning

Een verlenging van de vergunning voor het aardwarmteproject van WarmteStad in Groningen is niet vanzelfsprekend. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) vindt het niet verstandig om aardwarmteprojecten in aardbevingsgebied te starten. Het staatstoezicht adviseert de minister van Economische Zaken over het verlenen een vergunning.

Woordvoerder Paul Trienekens zegt tegen RTV Noord: 'Om invulling te geven aan ons advies om terughoudend te zijn zal een verlenging van de vergunning tegen het licht worden gehouden. Wij laten experts nadrukkelijk kijken naar de mogelijke risico's en in welke mate die beheersbaar zouden zijn.'

WarmteStad is opgericht in 2014 door de gemeente Groningen en het Waterbedrijf Groningen. WarmteStad moet er mede voor zorgen dat Groningen in 2035 energieneutraal is.

Het staatstoezicht werkt tot eind augustus aan het advies.

Gesneuveld windmolenplan kost Zwolle anderhalve ton

Het afgeblazen van een plan voor windmolens op het Zwolse bedrijventerrein Voorst heeft de belastingbetaler 1,5 ton gekost. Dit blijkt uit een financieel overzicht dat de gemeente Zwolle op verzoek van De Stentor heeft opgesteld.

Drie initiatiefnemers (Scania, hogeschool Windesheim en burgerbeweging Blauwvinger Energie) hebben vorig jaar een plan ontwikkeld voor drie windmolens op het bedrijventerrein. Zwolle liet daarop onderzoek doen naar de mogelijkheden en het draagvlak.

De kosten voor het externe onderzoek van bureau Pondera vallen niet binnen deze eindafrekening. Die zijn in overleg met de drie initiatiefnemers gedragen door Scania.

150.000 euro voor zonnestroom

De provincie Noord Holland stelt 150.000 euro beschikbaar voor zonnestroominstallaties. De provincie verleende eerder al subsidies voor 156 zonnestroomprojecten.

Zonne-energie kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verhogen van het aandeel duurzame energie. Zeker in Noord-Holland. Noord-Holland heeft de meeste zonuren van Nederland en een relatief sterke zoninstraling.

De provincie stimuleert veel initiatieven om de zon als energiebron te benutten en heeft sinds 2015 de subsidieregeling Zonnestroom Maatschappelijk Vastgoed. De provincie stelde in 2015 een bedrag van  € 2.086.450,- aan subsidie beschikbaar voor zonnestroominstallaties op maatschappelijk vastgoed. Dit zijn gebouwen met een publieke functie op het gebied van onderwijs, sport, cultuur, welzijn, maatschappelijke opvang of zorg. Er was grote vraag naar deze subsidie waarmee zonnepanelen worden geplaatst en eind 2016 was het subsidiebedrag verdeeld onder 156 projecten. Gedeputeerde Staten (GS) hebben daarom besloten tot een eenmalige verhoging van €150.000.

Almere geeft energie!

Almere streeft ernaar in 2022 een energieneutrale stad te zijn. Dit houdt in dat de verbruikte energie in Almere afkomstig is van niet-fossiele ofwel onuitputtelijke, hernieuwbare energiebronnen. Een energieneutrale stad kunnen we alleen met elkaar bereiken.

Wonen en energie gaan hand in hand. De energierekening is vaak een grote kostenpost in het huishouden. Met energiebesparende maatregelen en het opwekken van duurzame energie valt veel te winnen, niet alleen in de portemonnee, maar ook qua comfort, veiligheid en gezondheid.
Intussen zijn veel Almeerders al bezig met energiebesparing en opwekken van duurzame energie. Een aantal van hen vormt een netwerk van energieambassadeurs, bewoners die hun ervaring en enthousiasme willen delen met medebewoners. En op die manier hun eigen straat en wijk helpen met energiebesparen.

Op de site almeregeeftenergie.almere.nl vindt u meer meer informatie over wat de gemeente doet om deze doelstelling te behalen en ook wat u zelf kunt doen om energie te besparen.

Martin Wiegertjes is energieambassadeur van de gemeente, is betrokken bij het bewonersplatform Filmwijk en wil als eerste bewoner in Filmwijk zijn woning Nul-Opde-Meter (NOM) maken: “Ik heb de aanvraag voor een duurzaamheidslening bij de gemeente ingediend. Ik ga mijn dak gebruiken om electriciteit en warm water op te wekken met zonnepanelen en zonnecollectoren. Met een warmtepomp erbij kan ik dan helemaal energieneutraal worden. Dus geen energierekening meer. Natuurlijk kost het wat, maar een energieinstallatie bespaart vanaf de eerste dag juist geld. Hiermee hoop ik bovendien andere bewoners te stimuleren om óók te investeren in duurzame energie.”
In Almere staan veel verschillende woningtypen. Welke mogelijke energiemaatregelen kunnen de bewoners zelf nemen om het energiegebruik te verminderen? En om zelf energie op te wekken? Martin Wiegertjes heeft met de werkgoep Energiek van het bewonersplatform Filmwijk een plan gemaakt waarmee de hele Filmwijk verduurzaamd kan worden: het 100Huizenplan. Hij wil van 100 verschillende woningtypen in kaart brengen hoe ze energieneutraal gemaakt kunnen worden. Bewoners die mee doen krijgen een gratis energiescan van hun woning aangeboden. 

“We krijgen voor het 100Huizenplan financiering van de gemeente uit het initiatievenbudget. Onze ambitie om Filmwijk in 2022 energieneutraal te maken sluit heel goed aan bij de ambitie van de gemeente. De gemeenteraad heeft daarom een motie aangenomen om van Filmwijk een proeftuin te maken. Om ons te helpen bij onze plannen hebben we tijdelijk ook een wijkaanjager gekregen”, legt Wiegertjes uit.

Wijkaanjager Roel van Rijnsoever is ook energieambassadeur: “De eerste energiescans worden nu uitgevoerd en bewoners kunnen met dat advies hun eigen woning verduurzamen. En als ambassadeurs van het 100Huizenplan buurtgenoten die in hetzelfde woningtype wonen informeren over energiemaatregelen voor hun woning. Zo spreiden we het over de hele wijk uit. Vier vrijwilligers hebben van het adviesburo dat de energiescans maakt een training gekregen om daarbij te helpen. We kijken wat aan energie wordt gebruikt, wat kan worden bespaard en hoe het resterende gebruik duurzaam opgewekt kan worden.”

“Het energieneutraal maken van mijn woning is een primeur voor het 100Huizenplan”, zegt Wiegertjes: “Als energieambassadeur van de gemeente heb ik een warmtecamera leren gebruiken om energielekken van een woning zichtbaar te maken. Afgelopen winter hebben we tientallen Almeerders geholpen om warmtelekken op te sporen. Ook bij het 100Huizenplan komt dat goed van pas. Ik heb van een woning een warmteopname vóór en een warmteopname ná het plaatsen van een nieuwe en goed geïsoleerde pui gemaakt. De verschillen zie je heel goed. De bewoners konden zo zien dat het een goede beslissing was om de pui te vervangen. En dat helpt hun weer om andere energiemaatregelen te nemen. Bovendien hebben ze minder last van kou in de winter, dús meer wooncomfort.”

De gemeente is samen met het bewonersplatform Filmwijk en TNO in juni een onderzoek gestart in Filmwijk. Alle bewoners van Filmwijk hebben een brief ontvangen met daarin een oproep om een enquête over hun energiegedrag en gebruik in te vullen.

Van Rijsoever: “Het doel van het  onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de factoren die het energiegebruik in huis bepalen. Hiermee wil de gemeente onderzoeken hoe bewoners nog beter te helpen met het verlagen van de energierekening en verduurzamen van energiegebruik.
Bewoners kunnen ook een energieverbuiksmonitor aanvragen. Daarmee kunnen ze dan zelf het energieverbruik eenvoudig bijhouden. Meten is weten, en door te weten hoeveel je verbruikt kun je al gauw tot 10% op het energieverbruik besparen. In ruil daarvoor wil de gemeente de energieverbruiksgegevens gebruiken voor verder onderzoek om bewoners nóg beter te kunnen helpen bij het verlagen van hun energierekening. En Almere energieneutraal te maken”.

Bouw groenste transferium van Nederland van start

In ’s-Hertogenbosch bouwt de gemeenre de komende maanden aan het groenste energieleverende transferium van Nederland. Op 7 juli 2017 gaven wethouder Jos van Son, COO Sander Dekker (Ballast Nedam) en Pieter van Noordenne (eigenaar Switch Energy) het startsein voor de bouw. Samen zetten zij hun handtekening onder de ambitie voor dit energieneutrale transferium.

1500 zonnepanelen op het dak van het gebouw leveren de energie. Deze energie slaan we op en gebruiken we straks op een slimme manier voor het opladen van fietsen, auto’s en transferiumbussen. Het transferium wordt daarmee een batterij voor de stad en op dit vlak een voorbeeld voor Nederland.

Het transferium is straks niet alleen energieleverend, maar ook groen ingepast in de omgeving. Groene gevels, klimaatbestendig waterbeheer, ecologisch beheer van de omgeving en hergebruik van materialen maken het transferium uniek. Het transferium Deutersestraat is bedoeld voor bezoekers van de binnenstad en het nabijgelegen Jeroen Bosch Ziekenhuis. Maar ook voor natuurliefhebbers is het transferium een mooi startpunt. Straks loop je als wandelaar via een natuurbelevingspad richting natuurgebied de Gement. Met de bouw van transferium Deutersestraat zetten we een belangrijke stap richting een smart-city op het gebied van duurzame mobiliteit.

dinsdag 18 juli 2017

Eerste chatbot (Facebook Messenger) in Nederland geeft consumenten energieadvies

Slimme contract assistent Roos start 'als eerste in Nederland' met een chatbot voor energieadvies via Facebook Messenger. Door antwoord te geven op een aantal vragen kunnen gebruikers van de Roos chatbot advies krijgen over de huidige contractsituatie.

De Roos chatbot geeft gebruikers de drie beste overstap aanbiedingen en het verlengaanbod bij je huidige energieleverancier.

In 2016 zijn 1,25 miljoen huishoudens overgestapt van energieleverancier. Prijs blijft de belangrijkste reden om over te stappen. Consumenten die een keer zijn overgestapt, stappen daarna vaker over.

Naast energieadvies en direct afsluiten via Roos op Facebook Messenger wordt het aanbod binnenkort uitgebreid met verzekeringen, mobiel, internet/tv/bellen en andere type contracten.

Grootste Gelders zonnepark op oude afvalstortplaats langs A15

Een zonnepark ter grootte van 18 voetbalvelden verrijst binnenkort op de oude afvalberg langs A15 in Geldermalsen. Dit grootste zonnepark van Gelderland produceert zonnestroom voor het jaarverbruik van 3.000 huishoudens. Het duurzaamheidsproject wordt uitgevoerd door Avri Solar en mogelijk gemaakt door een financiering van Topfonds Gelderland, waarvan Oost NL fondsmanager is, en de Triodos Bank. De 34.000 zonnepanelen, die vanaf eind augustus worden geplaatst, leveren per oktober 2017 energie.

Het zonnepark zorgt voor een CO2-reductie van 4.500 ton CO2 per jaar en produceert straks 32 terajoule. Dat is voldoende zonne-energie voor 70 procent van de elektriciteitsbehoefte van de inwoners van Geldermalsen. De energie wordt via energiebedrijf Vandebron geleverd aan particulieren en bedrijven. Avri is een samenwerkingsverband van de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neder-Betuwe, Lingewaal, Maasdriel, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel.

Jan Jacob van Dijk, gedeputeerde van de provincie Gelderland, is blij met dit project omdat het bijdraagt aan het realiseren van een energieneutraal Gelderland in 2050: “Via Topfonds Gelderland stellen we middelen beschikbaar om duurzaamheidsprojecten te versnellen. Ik ben blij met de rol die dit fonds kan spelen bij het bijzondere project met hernieuwbare energie van Avri Solar. Dit levert óók weer een bijdrage aan de energietransitie en leidt tot minder gebruik van fossiele brandstoffen en een lagere CO2-uitstoot.”

Topfonds Gelderland investeert vanuit het Innovatie- en Energiefonds Gelderland (IEG), waarvan Oost NL fondsmanager is. Pieter Rhemrev, manager business unit Capital van Oost NL, looft het initiatief van Avri Solar om een zonnepark op een vuilnisbelt te ontwikkelen. ‘’We hopen dat Avri Solar anderen stimuleert om innovatieve projecten voor zonne-energie in Gelderland te bedenken. We hebben die ondernemersgeest nodig als we het gebruik van fossiele brandstoffen daadwerkelijk willen terugdringen. Bij Oost NL hebben we de kennis, contacten en, via Topfonds Gelderland, de middelen om te investeren in kansrijke initiatieven”, aldus Rhemrev.

Triodos Bank, dat de lening verstrekt vanuit Triodos Groenfonds, ziet in Avri Solar veel potentie als voorbeeld voor de energietransitie. Willem Enklaar, Team Manager Energie & Klimaat bij Triodos Bank: “Dit project maakt op slimme en duurzame wijze gebruik van een locatie die op andere wijze niet gebruikt kan worden. Naast de duurzame-energieopwekking vervult het project daarmee ook een voorbeeldfunctie voor duurzaam gebruik van beschikbare vierkante meters. Dat is een van de redenen waarom wij dit project graag financieren.”

De bouw van het park start na de zomervakantie. Daarbij worden de zonnepanelen zo gelegd dat ze geen hinderlijke schittering veroorzaken voor de automobilisten op de A15. Directeur Erik de Vries van Avri is blij met de financiering: “Voor de realisatie van een groot duurzaamheidsproject als ons zonnepark zijn forse bedragen noodzakelijk. We zijn blij met het vertrouwen dat Triodos Bank en Oost NL, als fondsmanager van het Innovatie- en Energiefonds Gelderland, in ons hebben gesteld. We kijken uit naar de feestelijke opening in oktober.”