Pagina's

vrijdag 28 april 2017

Enexis Huis Limburg: nieuwe energie voor thuis

Met steun van de provincie Limburg en gemeente Maastricht opent Enexis op 20 juni de deuren van het Enexis Huis Limburg. Dit pand is volledig duurzaam verbouwd en heeft de ambitie uit te groeien tot dé ontmoetingsplaats voor iedereen die zijn huis wil verduurzamen.

Het Enexis Huis Limburg staat midden in het ‘groene-loper-gebied’ langs de A2. In deze bestaande jaren-dertigwoning krijgen bezoekers tips over laagdrempelige energiebesparende maatregelen, zoals gevel-, vloer- en dakisolatie, zonnepanelen, tripple glas, tochtstrips en ledlampen.

Naast het Enexis Huis Limburg is er ook een volledig duurzaam huis in Zwolle. Hier ervaar je hoe een slim energienetwerk (of ‘smart grid’) in een gewoon huishouden werkt. Het huis voorziet volledig in zijn eigen energie dankzij tal van duurzame technieken.

Ontdek 12 mei hoe Lombok de zon gebruikt

Afhaalchinees
Verschillende projecten die geld ontvangen uit Europese fondsen openen tijdens de Europa om de hoek Kijkdagen hun deuren om te laten zien wat ze doen. In Utrecht kun je op 12 mei kennismaken met het project Smart Solar Charging in Lombok. Dit is de eerste woonwijk waar zonne-energie van lokale zonnepanelen wordt opgeslagen in de accu van elektrische deelauto’s.

Bewoners kunnen de opgeslagen energie gebruiken voor elektrisch rijden en op een later moment terugleveren aan hun eigen huishouden. Bijvoorbeeld ’s avond als de zon niet schijnt en de elektriciteitsprijs en het verbruik hoog zijn. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een slim en dynamisch snellaad- en opslagsysteem ‘Vehicle2Grid’.

De ervaringen in Lombok worden de komende vier jaar doorontwikkeld in vijf verschillende type wijken in de regio Utrecht binnen het project ‘Smart Solar Charging’. Het doel van het project is om een duurzaam wijkenergiesysteem te realiseren dat voor woonwijken, zakelijke gebieden en gebieden met gemengd gebruik geschikt is zodat een duurzaam energiesysteem op regionaal, nationaal en zelfs internationaal niveau mogelijk wordt. Het project wordt ondersteund door een subsidie van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) – Kansen voor West II.

Op vrijdag 12 mei ben je tussen 13.00-16.00 uur van harte welkom in Parkhuis Lombok (J.P. Coenstraat 5, Utrecht). Er zijn 3 rondes van een uur (om 13.00, 14.00 en15.00 uur) waarin we  je graag meer vertellen in combinatie met een rondleiding door de wijk.

Minder winning, meer verbruik aardgas in 2016

Het energieverbruik is in 2016 met 2 procent gestegen tot 3131 petajoule. Vooral het aardgasverbruik steeg, met 80 petajoule. De winning van aardgas daalde juist met 120 petajoule. Het olieverbruik steeg met 20 petajoule en het verbruik van kolen daalde met 30 petajoule. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Aardgas, aardolie en steenkool zijn nog steeds verreweg de belangrijkste energiebronnen. Samen waren ze goed voor ruim 90 procent van het energieverbruik. Het resterende deel wordt opgewekt uit hernieuwbare energie, kernenergie, afval en elektriciteit uit het buitenland.

In 2016 werd meer gas gestookt omdat het kouder was dan in 2015. Daarnaast werd aardgas vaker ingezet om elektriciteit te produceren. De afname van de elektriciteitsproductie uit steenkool werd zo gecompenseerd. Ook verbeterde de concurrentiepositie van de Nederlandse gascentrales op de Noordwest Europese elektriciteitsmarkt. Het aardgasverbruik was in 2016 nog relatief laag in vergelijking met de periode tussen 2000 en 2010, toen gemiddeld een zesde meer aardgas werd verbruikt. In deze periode werd meer gas gebruikt voor verwarming en om elektriciteit te produceren.

In 2016 werd meer aardgas verbruikt en daalde de winning. Om aan de hogere vraag te voldoen, werd 6,3 miljard m3 aan eerder gewonnen aardgas uit ondergrondse opslagen gehaald en is meer aardgas ingevoerd. Daardoor kon er ook meer aardgas uit Nederland worden geëxporteerd. Dit gebeurde vooral in de laatste twee maanden van 2016, toen het in Nederland en omringende landen veel kouder was dan in dezelfde periode een jaar eerder.

In 2016 werd ongeveer een tiende minder steenkool gebruikt voor de elektriciteitsproductie dan het jaar daarvoor. Het steenkoolverbruik van pas geopende centrales steeg, omdat deze aan het einde van de opstartfase kwamen. Maar dit woog niet op tegen de daling van het verbruik door de sluiting van drie oude kolencentrales. Het verbruik van steenkool voor de productie van ijzer en staal bleef nagenoeg gelijk.

woensdag 26 april 2017

Nederlanders willen best extra betalen voor ‘oranje’ stroom

Veertig procent van alle Nederlanders is bereid meer te betalen voor groene stroom. De helft van deze groep is tevens bereid extra geld neer te tellen voor groene stroom die opgewekt is in Nederland, ook wel ‘oranje’ stroom genoemd. Dat blijkt uit landelijk onderzoek van de onafhankelijke vergelijkingssite Pricewise onder ruim duizend respondenten in samenwerking met onderzoeksbureau CG selecties.

Dat het hier niet enkel sociaal wenselijke antwoorden betreft, is terug te zien in het aantal afgesloten ‘oranje’ energiecontracten. Het aantal consumenten dat voor zogenoemde ‘oranje’ stroom kiest, neemt in rap tempo toe. In het eerste kwartaal van dit jaar koos 27,5 procent in de energievergelijker van Pricewise voor duurzame stroom van eigen bodem. In het eerste kwartaal van 2016 was dat nog maar 4,9 procent en in 2015 koos een schamele 1,5 procent hiervoor. Dat is een groei van factor twintig.

Groene stroom uit Europa behoudt het grootste aandeel. In het eerste kwartaal van 2015 koos 57,5 procent hiervoor. Het aandeel stijgt in het eerste kwartaal van 2016 naar 65,4 procent, maar daalt tot 40,6 procent in het eerste kwartaal van 2017. Grijze stroom wordt door ongeveer een derde gekozen. Het aandeel hiervan is de afgelopen twee jaar overall iets gedaald van 41 procent in het eerste kwartaal van 2015 naar 31,9 in het eerste kwartaal van 2017.

Windpark Wieringermeer vertraagd door netaansluiting

De 50 windmolens van Nuon van het Windpark Wieringermeer lopen een vertraging op van zo’n acht maanden. De oorzaak van de vertraging is dat het windpark niet op tijd aangesloten kan worden op het elektriciteitsnet. Netwerkbedrijf Liander heeft aangegeven dat aansluiting in juli 2018 bij nader inzien niet haalbaar is. De verwachting is dat het windpark rond het tweede kwartaal van 2019 aangesloten kan worden.

Windpark Wieringermeer is een samenwerkingsverband tussen Nuon en vennoten, ECN en Windcollectief Wieringermeer. Sinds 2009 werken deze partijen  in het Wieringermeer-gebied aan een nieuw windpark. Dat betekent dat oude windmolens worden verwijderd en vervangen door gloednieuwe en efficiëntere windmolens die drie keer zoveel stroom kunnen leveren.

“Voor Nuon betekent deze vertraging een vervelende kink in de kabel. We zijn al jaren bezig met de voorbereidingen en hebben dit voorjaar helaas te horen gekregen dat de netaansluiting vertraagd is. Afgelopen jaar zijn we zelf al begonnen in het gebied met diverse voorbereidingen. Een groot aantal van de oude windmolens die verdeeld waren over verschillende windparken zijn verkocht aan andere partijen. Deze windmolens zijn al verwijderd. Bovendien waren we al met een aanbesteding gestart voor nieuwe windmolens.  Dit betekent dat onze eigen planning ook flink gaat opschuiven en dat de bouw van het windpark later start, “ vertelt projectleider Gerard van Oostveen.

 De aanbesteding voor de aanschaf van nieuwe windmolens is inmiddels stil gelegd. Het wachten is op een nieuwe datum voor de aanleg van een netwerkaansluiting door Liander. Nuon bekijkt de komende periode wat de consequentie van dit nieuws is voor de projectplanning. Alle betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld

Onderzoekers UvA introduceren katalysator voor omzetten koolstofdioxide

Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) hebben een nieuwe katalysator uitgevonden die koolstofdioxide (CO2) doeltreffend kan omzetten in koolstofmonoxide (CO). Deze uitvinding, waarvoor binnenkort octrooi wordt aangevraagd, maakt een duurzame toepassing mogelijk van CO2, een actief broeikasgas dat in verband wordt gebracht met de klimaatverandering. Mocht de katalysator ook op grotere schaal succesvol blijken, dan zou CO2 hiermee op een praktische manier kunnen worden omgezet in bruikbare chemische stoffen.

De onderzoekers achter de katalysator, UvA-scheikundigen Edwin Gnanakumar en Shiju Raveendran, zijn bezig om van de katalysator een commercieel succes te maken. Daarbij worden ze ondersteund door Amsterdam Innovation Exchange (IXA), het instituut voor technologieoverdracht van de universiteit.

Koolstofdioxide (CO2) is een spoorgas in de aardatmosfeer dat een belangrijke rol speelt bij het reguleren van de oppervlaktetemperatuur van de aarde doordat het warmte vasthoudt. Hoewel het een belangrijk onderdeel vormt van de koolstofkringloop staat CO2 ook bekend als een actief broeikasgas. Als gevolg van menselijk handelen neemt de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer al sinds de industriële revolutie gestaag toe. Op dit moment wordt deze toename gezien als een van de oorzaken van de opwarming van de aarde.

De scheikunde zoekt momenteel naar praktische oplossingen voor het terugdringen van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer door het gas niet als afvalproduct te beschouwen, maar te gebruiken als grondstof. Het gebruik van koolstofdioxide als grondstof en het omzetten ervan in bruikbare chemische stoffen of brandstoffen staat overigens bekend als lastig, vanwege de moleculaire stabiliteit van de verbinding. De activering of reactivering van CO2 vormt vanwege deze stabiliteit een enorme uitdaging.

Gnanakumar en Raveendran, beide werkzaam binnen het UvA-brede onderzoekszwaartepunt Sustainable Chemistry, zijn erin geslaagd dit activeringsprobleem op te lossen met een katalysator die CO2 op een efficiënte manier en onder relatief gematigde omstandigheden kan omzetten in CO. De CO kan vervolgens met behulp van bestaande technologie worden omgevormd tot een aantal gangbare koolwaterstoffen. Zo ontstaat een efficiënte manier om CO2 te verwerken. “Het was een ontdekking bij toeval”, aldus Raveendran. “We waren bezig met proeven voor een ander product, maar de katalysator bleek uiterst gevoelig voor CO2, beter dan tot dusver bekend was.”
De nieuwe katalysator kan gemakkelijk en tegen lage kosten worden geproduceerd. Hij kan CO2 omzetten onder omgevingsdruk en bij lage temperaturen. Langetermijntests in een stroomreactor wezen uit dat de katalysator actief blijft, en dat biedt mogelijkheden voor het op grotere schaal inzetten van andere toepassingen, zoals de omzetting van industriële rookgassen. Volgens de onderzoekers kan de omzetting eenvoudig worden aangepast voor het verwerken van grote hoeveelheden gas.

De activiteiten rond de CO2-katalysator vinden plaats in het kader van het Europese onderzoeksproject CAPITA (Catalytic Processes for Innovative Technology Application), dat medegefinancierd wordt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Overige deelnemers aan het consortium zijn de universiteit van Castilië-La Mancha (Spanje), het Technological Educational Institute Sterea Ellada [Technisch Onderwijsinstituut (TEI) Midden-Griekenland] en het Griekse Chemical Process Engineering Research Institute [Onderzoeksinstituut voor Chemische Procestechniek (CPERI)] plus drie bedrijven: Hellenic Petroleum Renewables (Griekenland), GRAPHENANO (Spanje) en Delft Solid Solutions (Nederland).

10 miljoen euro voor energiebesparing historische woningen

Bezitters van een woning dat de status van rijksmonument heeft, kunnen een tegemoetkoming krijgen voor energiebesparende maatregelen. Minister Bussemaker heeft hiervoor €10 miljoen vrijgemaakt.
Het geld is bedoeld om energiebesparende maatregelen te treffen tijdens de restauratie van een rijksmonumentale woning. Nu is er alleen budget beschikbaar voor de restauratie van deze monumenten.

Het is vaak ingewikkeld om historische woningen energiezuiniger te maken. Voor de hand liggende ingrepen zoals dubbelglas of isolatie zijn daar geen optie. Monumenten hebben vaak een eigen, creatieve aanpak nodig. Uit ervaring blijkt dat een restauratie het beste moment is om energiebesparende maatregelen in monumenten aan te brengen. Dan ligt het dak eraf, wordt de fundering blootgelegd of zijn de muren gestript.

'Met deze investering maken we het voor bezitters van monumentale woningen ook aantrekkelijk om energie te besparen en zodoende het klimaat te ontzien. Restauratie van een monument draagt dan niet alleen bij aan behoud van het erfgoed maar ook aan behoud van de leefbaarheid van ons land ', aldus minister Bussemaker.

De regeling wordt ondergebracht bij het Nationaal Restauratiefonds. Jaarlijks is circa €30 miljoen beschikbaar voor bezitters van monumentale woningen. Daar komt nu eenmalig €10 miljoen bij voor energiebesparing. Monumentenbezitters kunnen uit het fonds een lening met lage rente krijgen, waarvan de opbrengsten weer terugvloeien in het fonds. Vanaf 1 juni kunnen eigenaren van woonhuizen één gecombineerde lening aanvragen voor de restauratie en de energiebesparende maatregelen.

Aardgasbaten op laagste niveau in ruim 40 jaar

De overheid verdiende in 2016 2,4 miljard euro aan de winning van aardgas. Dit is bijna 3 miljard euro minder dan in 2015 en de laagste opbrengst sinds 1975. In 2013 ontving de overheid met 15,4 miljard euro nog de hoogste opbrengst ooit aan aardgasbaten. In de drie jaren daarna namen de aardgasbaten met circa 85 procent af. Ondanks de lagere aardgasbaten sloot de overheid 2016 af met een overschot op de begroting van 2,9 miljard euro. Dit blijkt uit een nieuwe statistische analyse van het CBS op basis van de laatste cijfers over het jaar 2016, gecombineerd met historische data. De daling van de aardgasbaten van de afgelopen jaren kwam enerzijds door lagere winning van aardgas.

Vanwege de negatieve gevolgen van de gaswinning in Groningen heeft de overheid het winningsplafond naar beneden bijgesteld. Werd in 2013 nog 54 miljard m3 aardgas uit het Groningenveld gewonnen, in 2016 werd het plafond voor de toegestane winning verlaagd tot 24 miljard m3 aardgas. Ook de overige winning op land neemt af. Tenslotte neemt de jaarlijkse gaswinning uit de velden in het Nederlandse deel van de Noordzee, sinds de piek in de productie rond 2000, gestaag af en is sindsdien gehalveerd. De totale winning van aardgas daalde van bijna 85 miljard m3 in 2013 naar ongeveer 48,5 miljard m3 in 2016. Daarnaast droegen ook lagere prijzen sterk bij aan de dalende inkomsten uit aardgas. De producentenprijzen voor aardgas zijn in 2016 bijna gehalveerd ten opzichte van 2013.

In 2016 waren de aardgasbaten met 2,4 miljard euro goed voor 0,8 procent van de totale overheidsinkomsten, het laagste aandeel sinds 1968. De eerste aardgaswinning in Nederland vond plaats in de jaren vijftig, maar kwam aan het eind van de jaren zestig serieus op gang. De daarop volgende jaren nam de winning van aardgas een enorme vlucht en piekte midden jaren zeventig met een jaarlijkse winning van rond de 100 miljard m3. Tussen begin jaren tachtig en 2013 schommelde de winning rond de 70 – 80 miljard m3 per jaar. Daarna daalde de winning sterk. Gecombineerd met stijgende prijzen drukten de aardgasbaten in de jaren zeventig en de eerst helft van de jaren tachtig een steeds grotere stempel op de overheidsinkomsten. Op het hoogtepunt in 1985 bedroegen de inkomsten uit aardgas meer dan 10 procent van de overheidsinkomsten. Door halvering van de prijs in 1986 lagen de aardgasbaten in daaropvolgende jaren op een lager niveau. Pas aan het begin van de 21ste eeuw begonnen de aardgasbaten weer te stijgen. Als aandeel van de overheidsinkomsten kwamen de aardgasbaten niet meer boven de 6 procent uit.

dinsdag 25 april 2017

Pilot met zonnepanelen en energieopslag bij snellaadstation Haarrijn succes

Een jaar geleden startten Stedin, MisterGreen Electric Lease en Alfen BV een pilot waarin een snellaadstation voor elektrische auto’s werd uitgerust met zonnepanelen en een batterij.

De pilot wordt nu geëvalueerd als succes: pieken op het energienet werden kleiner, er ontstond maximale flexibiliteit in het hanteren van variabele tarieven. Hierdoor vond een vergroening van het laadstation plaats.

Door de groei van elektrische auto’s is er ook steeds meer vraag naar laadstations die snel auto’s kunnen opladen. In 2013 bouwde MisterGreen het snellaadstation Haarrijn aan de A2 tussen Amsterdam en Utrecht. In 2016 begon hier een pilot met zonnepanelen en energieopslag door middel van een batterij. Naast een normale elektriciteitsaansluiting voorzien  zonnepanelen het laadstation van energie. Wanneer er geen auto wordt opgeladen, dan stroomt de energie naar de batterij, zodat de energie bij een later laadmoment alsnog gebruikt wordt. Hierdoor wordt de zelf opgewekte duurzame energie maximaal benut. Waar de zonnepanelen niet aan de behoefte kunnen voorzien, is er altijd nog het normale energienet om op terug te vallen.

Doordat de laadsessies niet constant uit ons net getrokken hoeven te worden, worden onze kabels minder belast.

De volgende stap die drie partijen nu willen nemen is het 100% vergroenen van het laadstation. Dit betekent dat men op zoek gaat naar een groene energieleverancier, zodat de energie die niet zelf wordt opgewekt ook duurzaam is.

Bouwbedrijf Lont verbindt zich aan Nul op de Meter concept Friesland

Bouwbedrijf Lont heeft zich gecommitteerd aan het Nul op de Meter-concept ontwikkeld door Ekwadraat. Dit concept biedt huiseigenaren de mogelijkheid om tegen marktconforme kosten energiebesparende en duurzame maatregelen in hun woningen te verwezenlijken.

Vanuit een lokale stichting Nul op de Meter trekken bewoners als energiecoach de wijk in. Door een professionele partij worden de bewoners opgeleid om als energiecoach buurtbewoners te adviseren over energiebesparende maatregelen. Uniek aan het concept is dat het beoogt de lokale economie te stimuleren, door te werken met lokale uitvoeringspartijen en een deel van het geïnvesteerde geld weer terug te laten vloeien in de wijk. In het concept staat centraal dat bewoners lagere woonlasten krijgen en een hoger comfort en in de toekomst een meer leefbare omgeving.

Bouwbedrijf Lont heeft zich als bouwpartner gecommitteerd aan de stichting Nul op de Meter voor de wijken in Friesland. "We zien een grote opgaaf in het verduurzamen van de bestaande woningbouw, door deze samenwerking met Ekwadraat kunnen we aan de voorzijde en tijdens de uitvoering slagvaardig de bewoners helpen bij hun ambities.", zegt directeur Jetze Lont. Bouwbedrijf Lont werkt binnen het project samen met Koninklijke Damstra Installatietechniek. Binnenkort gaat de eerste wijk in Friesland van start met het Nul op de Meter-concept. De ambitie binnen deze wijk is om in vijf jaar vierhonderd woningen in de wijk te verduurzamen.

maandag 24 april 2017

Stedin effectief in terugdringen van storingen door graafschade

Het aantal grote stroomstoringen en gaslekkages in de Randstad veroorzaakt door graafwerkzaamheden van andere partijen daalt. Dat terwijl het onder de grond steeds drukker wordt. Netbeheerder Stedin blijkt effectief in het voorkomen van graafschades. Hierdoor hebben klanten minder last van storingen, worden gevaarlijke situaties voorkomen en heeft Stedin minder kosten om de schade te repareren en getroffen klanten te compenseren.

Stedin is het meest effectief in het voorkomen van graafschade op het ‘middenspanningsnet’,dat wijken van stroom voorziet. Bij schade aan dit net zitten vaak honderden huishoudens tegelijk zonderstroom. In 2016 was landelijk 22% van de storingen op het middenspanningsnet te wijten aan graafwerkzaamheden. In Stedin-gebied was dit slechts 9%. Op het gebied van laagspanning (elektriciteit op straatniveau) werd in Stedin-gebied 22% van de stroomstoringen veroorzaakt door graafwerk (landelijk 27%). Bij gaslekkages lag dit percentage in 2016 op 20%, tegenover 24% landelijk. Graafschade behoort nog niet geheel tot verleden, daarom blijft Stedin volop inzetten om schade en storingen te voorkomen.

Stedin heeft sinds 2015 een speciaal team graafschadepreventie, dat onder andere de meldingen bekijkt met aangekondigde graafwerkzaamheden. Op basis hiervan beoordeelt het team het risico op eventuele graafschade en bespreekt dit proactief met de aanvrager de geplande werkzaamheden. Daarnaast bezoekt de netbeheerder regelmatig aannemers die veel in de grond werken. ,,De kunst is geen politieagentje te spelen, maar juist als netbeheerder de samenwerking met aannemers aan te gaan’’, zegt Judith Koole, Chief Operating Officer bij Stedin. ,,Niet alleen de klant of netbeheerder, maar ook aannemers, hebben baat bij zo min mogelijk graafschade en vertraging van de werkzaamheden. Daarom gaan we regelmatig met hen in overleg en ondersteunen we hen bij het veilig uitvoeren van het graafwerk.’’

Blue Energy Deal verlengd

De provincie Zuid-Holland, het hoogheemraadschap Rijnland, de gemeenten Katwijk en Noordwijk en REDstack BV gaan de mogelijkheden voor de bouw van een Blue Energy demo-pilot bij het uitwateringskanaal in Katwijk onderzoeken. Binnenkort ondertekenen zij hiervoor een verlengde Blue Energy Deal.

Een demo-pilot van het Nationaal Icoon Blue Energy in Katwijk versterkt de duurzaamheidsdoelen van alle partijen. Het voegt een waardevolle dimensie toe aan de technische ontwikkelingen van Blue Energy in de reeds bestaande proefinstallatie op de Afsluitdijk in Friesland.

Blue Energy is energie die overal ter wereld kan worden gewonnen uit het verschil in zoutgehalte tussen 2 waterstromen. Bijvoorbeeld met zoet water dat in de zoute zee uitstroomt, maar ook uit waterstromen met verschillend zoutgehalte in industrieën. Het bedrijf REDstack past dit concept samen met FujiFilm al toe op de Afsluitdijk. Recent heeft het Nederlandse kabinet Blue Energy met de trefwoorden “grote bijdrage aan transitie naar duurzame energievoorziening” alsook “groot export – en werkgelegenheidspotentieel” tot Nationaal Icoon benoemd.

“De ligging van Katwijk aan de uitwatering van de Oude Rijn is een gunstige plaats voor een demo centrale”, zo geeft Rik Siebers, directeur van REDstack, aan. “Bij het gemaal wordt het zoete boezemwater, de zoute Noordzee in gepompt. Dit maakt deze plek erg geschikt voor een demo-pilot van Blue Energy”.

De provincie steunt dit project omdat het een mogelijk nieuwe vorm is van duurzame energie. Dit past in de Energieagenda van de provincie die transitie van fossiele naar schone bronnen bevordert. Zuid-Holland stimuleert energiebesparing en het gebruik van schone energiebronnen zoals Blue Energy. Overschakelen op hernieuwbare energie is hard nodig. Verbranding van olie, gas en steenkool brengt te veel CO2 in de atmosfeer. Dat heeft vergaande gevolgen voor het klimaat. De Energieagenda laat zien wat er nodig is om de transitie van fossiele naar schone bronnen te bevorderen.

Ook Rijnland is op zoek naar manieren om energie te besparen, terug te winnen en op een duurzame manier te produceren. De ambitie op een duurzaam energiebeleid is groot; de waterschappen willen in 2025 minstens 40% van het eigen energieverbruik zelf produceren. Hoewel Blue Energy nog niet uitontwikkeld is, is dit project een unieke kans voor een grotere energietransitie. “Wanneer deze technologie zich verder ontwikkelt, zijn alle delta’s waar zoet- en zout water elkaar ontmoeten plaatsen waar je energie kunt opwekken. Deze innovatie biedt wereldwijd kansen om energie te winnen uit water. Niet alleen hier bij Katwijk, maar ook elders”, zo geeft hoogheemraad Jeroen Haan aan. “Als het goed gaat werken, hebben we een prachtige duurzame en innovatieve energiebron uit water!”

Blue Energy is ook iets wat goed past in het beleid van de medeondertekenaars van deze deal, de gemeenten Katwijk, Noordwijk en de Provincie Zuid-Holland. Wethouder Jacco Knape van de gemeente Katwijk: “Een Blue Energy centrale kan door het innovatieve en duurzame karakter in combinatie met de bijzondere locatie een uitgelezen kans zijn om bij te dragen aan de toeristische recreatieve aantrekkelijkheid van dit gebied”.

“Het komende jaar nemen we de haalbaarheid van een mogelijke demo-pilot in Katwijk verder onder de loep. Dat doen we door het uitwerken van een business case waarbij we kijken naar kosten en baten. Daarbij wordt gezocht naar financieringsmogelijkheden. De RED-techniek wordt verder ontwikkeld en tot slot zoeken we de optimale plek”, aldus gedeputeerde Han Weber.

Nuon gaat grootschalig betaalbare warmtepompen aanbieden

Vanaf september gaat Nuon grootschalig betaalbare warmtepompen aanbieden. Hieraan gaat een pilot vooraf die in april start, samen met partners Feenstra en NIBE. Met de warmtepomp daalt het gasverbruik per woning naar verwachting met 30-50%. Voorinschrijven voor de uitrol vanaf september is vanaf vandaag mogelijk via nuon.nl/warmtepomp.

De warmtepomp die Nuon dit najaar grootschalig aanbiedt, koppelt de mechanische ventilatie in de woning aan de CV-ketel. Deze warmtepomp haalt warmte uit de lucht die normaal de woning, via het ventilatiesysteem, zou verlaten. Deze warmte gaat vervolgens naar de CV-installatie voor het verwarmen van de woning. Omdat de CV-installatie wordt ‘voorverwarmd’ door de warmtepomp, is er veel minder aardgas nodig.

De warmtepomp van Nuon is een ventilatieluchtwarmtepomp. Hij is geschikt voor de meeste woningen met een CV-ketel en mechanische ventilatie. Dit geldt voor ongeveer één op de drie huizen. Bij aanschaf ontvangt de koper een subsidie van € 1.300. Hierdoor zal de investering naar verwachting rond de € 1.000 bedragen, inclusief installatie en na aftrek van subsidie. De terugverdientijd bedraagt ongeveer vijf à zes jaar. Daarnaast gaat de CV-ketel langer mee. Die hoeft namelijk minder hard te werken dankzij de warmtepomp.

“Met deze warmtepomp is de woning duurzamer en zuiniger, met behoud van het comfort”, zegt  Cindy Kroon, directeur consumentenmarkt van Nuon. “Onze warmtepomp is de meest compacte en betaalbare onder de warmtepompen. Hij biedt een eenvoudige oplossing om minder aardgas te gebruiken. Een klein kastje – zo groot als een koffer - dat een grote besparing oplevert. Het rendement is veel hoger dan de rente die je nu op je spaargeld krijgt.”

Vanaf vandaag kunnen mensen zich op nuon.nl/warmtepomp voorinschrijven voor de aanschaf van de warmtepomp. De officiële verkoop start in september. Tot die tijd vindt een pilot plaats onder vijftig klanten. Met de pilot brengt Nuon in kaart hoe bewoners de warmtepomp ervaren. Ook zullen Nuon en haar gecertificeerde partners in deze pilot het proces van plaatsing en inregeling optimaliseren. Nuon wil kunnen garanderen dat iedere klant die de warmtepomp bestelt, deze ook daadwerkelijk snel in zijn huis geïnstalleerd kan hebben.

Nuon werkt samen met installatiebedrijf Feenstra en warmtepompproducent NIBE. Feenstra verzorgt plaatsing en zorgt ervoor dat de warmtepomp en de CV-ketel  optimaal op elkaar afgestemd zijn. Feenstra biedt landelijke dekking. Het Zweedse bedrijf NIBE is de producent. Hiervoor heeft Nuon gekozen omdat de warmtepomp van NIBE compact is, stiller dan het ventilatiesysteem in de woning én betaalbaar. NIBE is Europees marktleider op het gebied van warmtepompen en heeft ruim zestig jaar ervaring op dit terrein.

vrijdag 21 april 2017

BioMCN Delfzijl investeert in verdere vergroening productieproces

Het bedrijf BioMCN in Delfzijl investeert in een nieuwe methode voor de productie van bio-methanol, een belangrijk ingrediënt van biobrandstof. Daardoor is het mogelijk om groene CO2, die vrijkomt bij biogasproductie, te injecteren in de reactor bij BioMCN. Het project leidt tot een productiecapaciteit van 15.000 ton bio-methanol en extra banen. De provincie, de Economic Board Groningen en het Rijk dragen gezamenlijk 110.000 euro bij, vanuit de Regionale Investeringssteun Groningen (RIG 2017).

Het injecteren van (groene) CO2 is een nieuwe aanpak om te komen tot verdere vergroening van de producten. In de aanloop naar het uiteindelijke besluit om te investeren heeft BioMCN het nodige onderzoek gedaan samen met diverse kennisinstellingen. BioMCN investeert een bedrag van circa 1,2 miljoen euro in de fabriek in Delfzijl. Het bedrijf ziet deze investering als eerste stap op weg naar de volledige vergroening van het productieproces. Het project sluit goed aan op de Regionale Innovatie Strategie en de Noordelijke Innovatie Agenda 2014 -2020, waarmee het Noorden een leidende en toonaangevende positie in Europa wil vervullen als het gaat om duurzaam (her)gebruik van groene grondstoffen.

Al meer dan tien jaar is (bio-)methanolproducent BioMCN gevestigd in Farmsum, op het Chemiepark Delfzijl. In Farmsum beschikt BioMCN over een productiecapaciteit waarmee jaarlijks ongeveer 450 kiloton (bio-)methanol gemaakt kan worden. Bio-methanol is een groene transportbrandstof die uitstekend geschikt is als vervanging van benzine. Het bedrijf biedt werk aan bijna 65 medewerkers.

De RIG2017 maakt deel uit van het provinciale programma Groningen@Work 2016-2019, dat als doel heeft zoveel mogelijk Groningers aan het werk te krijgen. De RIG is bestemd voor industriële bedrijven in de Eemsdelta en op het Zernike Science Park in Groningen en moet het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid stimuleren.

Nuon neemt maatregelen tegen onterecht hoge waarborgsommen

Energieleverancier Nuon komt met oplossingen voor de onterecht hoge waarborgsommen die ze soms rekenen. De Consumentenbond sprak Nuon en andere energieleveranciers aan na klachten hierover op het meldpunt ‘De dupe van je data’.

Energieleveranciers kijken voor nieuwe klanten naar de kredietscore die kredietinformatiebureaus zoals EDM, Experian en Focum leveren. Bij een negatieve kredietscore betalen toekomstige klanten een hoge waarborgsom, die soms oploopt tot honderden euro’s. Nuon heeft de Consumentenbond laten weten de regioscore - een score die kredietinformatiebureaus aan consumenten toekennen op basis van waar ze wonen - niet meer mee te nemen in de beoordeling van nieuwe klanten. Daarnaast gaat Nuon nieuwe klanten uitleg geven over de gehanteerde kredietscore via de klantenservice, de verkopers, de website en de brief die zij consumenten sturen die een waarborgsom moeten betalen.

De Consumentenbond lanceerde in november 2016 het meldpunt ‘De dupe van je data’ en kreeg daarop bijna 50 meldingen over energieleveranciers die hoge waarborgsommen vragen en daarover slechte uitleg geven. Nuon en Vandebron werden daarbij meerdere malen genoemd. De Consumentenbond riep de energieleveranciers in februari 2017 op om hier zorgvuldiger mee om te gaan. Vandebron kwam het eerste met aanpassingen. De Consumentenbond heeft de overige energieleveranciers via de branchevereniging Energie Nederland aangesproken.

Consumenten die ook de dupe zijn geworden van hun gegevens, bijvoorbeeld omdat ze een waarborgsom moesten betalen voor energie of omdat ze geen klant konden worden bij een telecomaanbieder vanwege onterechte ‘kredietonwaardigheid’, kunnen dit melden op www.consumentenbond.nl/dupevanjedata.

Alliander geeft inzicht in actuele prestaties

Alliander is begonnen met het maandelijks publiceren van actuele prestaties over onder meer veiligheid, klanttevredenheid, CO2-uitstoot en uitvalduur op de website. Ook zijn de actuele ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie in te zien.

Op de website wordt inzicht gegeven in de actuele en maandelijks bijgewerkte prestaties van Alliander op het gebied van veiligheid, klanttevredenheid, CO2-uitstoot en storingen. Ook is terug te vinden hoe het gaat met de aanbiedingsplanning van de slimme meter.

Verder is een aantal ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie inzichtelijk gemaakt, bijvoorbeeld  hoe het gaat met de ontwikkeling van het  geïnstalleerd vermogen zonne-energie, windenergie en warmtekrachtkoppeling in de verzorgingsgebieden van Liander maar ook  het aantal publieke laadpalen. De informatie wordt ieder kwartaal geactualiseerd.


donderdag 20 april 2017

Samenwerkingsovereenkomst windenergie Limburg

De gemeenten Leudal, Peel en Maas, Nederweert en Weert hebben samen met de Provincie Limburg een samenwerkingsovereenkomst getekend om de ontwikkeling van windenergie in hun gebied mogelijk te maken. De gemeenten spreken in deze overeenkomst hun intentie uit om samen invulling te geven aan de opgave om een energievoorziening te creëren waarmee minder broeikasgassen worden uitgestoten. Een opgave die wordt opgepakt door overheden en maatschappelijke organisaties in heel Nederland, voortkomend uit het Nationaal Energieakkoord.

De vier gemeenten en de Provincie Limburg werken samen om windenergie te stimuleren en faciliteren. Hiervoor hebben de partijen, nadat eerder al uitgangspunten op papier werden gezet, verdere afspraken gemaakt. De gemeenten stimuleren de ontwikkeling van tenminste één windenergieproject per gemeente. Dit moet leiden tot in totaal ca. 16 windturbines met een gezamenlijk vermogen van 48 MW. Voorwaarde in deze ontwikkeling is dat de opbrengsten zoveel mogelijk naar de lokale omgeving gaan en burgercoöperaties worden aangemoedigd. Bij de ontwikkeling werken de gemeenten samen, wordt kennis uitgewisseld en ondersteunt de provincie. Met de provincie is afgesproken dat in de  deelnemende gemeenten geen inpassingsplan wordt toepast.

Bij de gemeenten zijn reeds verschillende initiatieven ingediend. Gedeputeerde Daan Prevoo: ”aan interesse voor de ontwikkeling van windenergie is geen gebrek. Het gaat er nu om dat we de kwalitatief goede projecten eruit pikken.” Een onafhankelijk deskundig windpanel bestaande uit deskundigen op het gebied van omgevingsparticipatie, landschapsinpassing en financiën, heeft de ingediende initiatieven van bevindingen voorzien. Deze worden teruggekoppeld aan de ontwikkelaars. Het is vervolgens aan deze initiatiefnemers om een principeverzoek in te dienen bij de betreffende gemeenten. Vervolgens adviseert het windpanel aan Burgemeester en wethouders (B&W) welke plannen het best aansluiten bij de uitgangspunten van de gemeenten. Daarna is het aan B&W en de raad van de gemeente(n) om keuzen te maken welke plannen gerealiseerd kunnen worden.

Het doel is om in 2020 de eerste windmolens te realiseren. Bij  voorkeur in coöperatief verband.

Rapport met trends in warmtenetten

Eneco, Ennatuurlijk, Eteck, HVC, NUON en Stadsverwarming Purmerend hebben het initiatief genomen om een Nationaal Warmtenet Trendrapport op te stellen. Het is dinsdag aangeboden aan Ed Nijpels, voorzitter van de SER Borgingscommissie Energieakkoord. Met het rapport willen de initiatiefnemers politici, beleidsmakers en marktpartijen infomeren over de mogelijkheden van verduurzaming van bestaande- en nieuwbouw, utiliteit en industrie. De kansen van kleine- en grote warmtenetten voor de verduurzaming zijn bij veel stakeholders nog relatief onbekend.

Het trendrapport maakt bekend dat Nederland meer dan 230 warmtenetten heeft, in nagenoeg alle 35 grootste gemeenten. Deze warmtenetten bedienen 317.000 huishoudelijke klanten (bijna 5% van het aantal woningen) en leveren daarnaast warmte aan kantoren, winkels, industrie en glastuinbouw. De sector heeft op dit moment een omzet van meer dan 600 miljoen euro. De sector verwacht als gevolg van het klimaatbeleid en de uitfasering van aardgas een sterke groei.

Het trendrapport laat zien dat de potentie duurzame warmte ruim voldoende is om de totale Nederlandse warmtevraag te verduurzamen met warmtenetten. Warmtenetten worden een integraal onderdeel van het energiesysteem, waarbij overtollige elektriciteit wordt omgezet in warmte. De sector verwacht een groei van het aantal warmtenetten en aansluitingen, met name in stedelijk gebied, en de verduurzaming van de bronnen van de warmtenetten.

Zeebodemonderzoek voor Zuid-Hollandse Kust

In opdracht van TenneT, onderzoekt de bemanning van vier surveyschepen de zeebodem voor de Zuid-Hollandse kust. De schepen zijn uitgerust met speciale apparatuur om de optimale plaats te bepalen voor de aanleg van zeekabels tussen het windenergiegebied op zee ‘Hollandse Kust (zuid)’ en het hoogspanningsstation op de Maasvlakte. Het onderzoek loopt tot eind april 2017 en de aanleg van het net start in 2019. Een belangrijk doel bij de juiste plaatsbepaling is het minimaliseren van de onderhoudskosten in de toekomst. 

De kabels worden in de zeebodem ingegraven om zodoende optimale isolatiewaarde en bescherming te garanderen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Fugro, met schepen uitgerust met radar, sonar en bodembemonsteringsapparatuur.

TenneT heeft vooral belang bij gegevens over de gesteldheid van de bodem en mogelijke obstakels, zoals scheepswrakken of vliegtuigbommen. Het onderzoek vindt plaats langs het complete zeetracé van de kabels, een strook van circa 43 kilometer lang en 1600 meter breed. Ook de aanlandingszone in de Maasmond wordt gesurveyd, in goede samenwerking en afstemming met het Havenbedrijf en de Havenmeester. 

woensdag 19 april 2017

Energieproject ‘Bult Zon’ succes, extra informatieavond op 18 mei

Tien Urker bedrijven hebben onlangs de handen ineen geslagen met het grootschalige energieproject ‘Bult Zon’. Dit is een gezamenlijk initiatief dat zonne-energie aantrekkelijk maakt voor bedrijfsdaken op het Urker industrieterrein. Het gaat hierbij in totaal om 6000 zonnepanelen en 1623 kilowattpiek vermogen. Dit project levert de deelnemers schaalvoordeel, financierbaarheid en veel gemak op. Investeren is zelfs niet noodzakelijk, je dak beschikbaar stellen is voldoende. De eerste stap in dit project was het aanvragen van SDE-subsidie, waarmee het project financieel aantrekkelijk wordt gemaakt. Onlangs zijn alle subsidieaanvragen ingediend, nu is het afwachten tot de uitslag. Daarna zal het project verder worden ontwikkeld. De initiatiefnemers van ‘Bult Zon’ zijn DE-on, Gemeente Urk, Brands Fundraising & Consultancy en Bedrijvenkring Urk.

Binnenkort start een tweede bedrijvenproject voor zonnepanelen met SDE+ subsidie. Wilt u ook profiteren van de voordelen van zonnepanelen op uw dak, zónder dat u zelf hoeft te investeren? Kom dan op donderdagavond 18 mei naar de informatiebijeenkomst van ‘Bult Zon’. Het project richt zich op (bedrijfs)daken met een oppervlak van 150 m2 of groter, bij voorkeur met een grootverbruik-aansluiting.

Correcte aanmelding zonnepanelen bij je netbeheerder is belangrijk

Bart Tommelein, Vlaams minister van Energie, heeft Johan en An Bogaert uit Aalst in de bloemetjes gezet. Zij zijn de trotse eigenaars van de 275.000ste geregistreerde zonnepaneleninstallatie in Vlaanderen.

Al die installaties produceren lokaal groene stroom en plaatsen het teveel aan geproduceerde elektriciteit op het net. Niet alleen is het verplicht je zonnepanelen aan te melden, het is ook belangrijk om veiligheidsproblemen bij werken aan het net te voorkomen en op elk moment de stabiliteit van de energielevering te kunnen garanderen.

Het Vlaamse elektriciteitsnet is vol in verandering. Dat heeft ook gevolgen voor het beheer ervan. Waar technici van Infrax of Eandis vroeger altijd perfect wisten waar precies stroom op het net werd geplaatst, is dat met de vele aangesloten zonnepanelen niet altijd meer het geval. Niet alle installaties worden immers door de eigenaars bij de netbeheerders aangemeld. Dat kan voor veiligheidsproblemen zorgen bij onverwachte werken aan het distributienet. Een hoge concentratie aan zonnepanelen in één buurt heeft ook een invloed op de spanningskwaliteit in dat gebied. Daarom is het cruciaal dat de netbeheerder weet waar er overal zonnepanelen worden aangesloten op het net. Aanmelden is dus niet alleen verplicht omwille van de prosumentenvergoeding, het is ook echt belangrijk voor de goede werking van het distributienet.

Vanaf 1 juni gelden een aantal strengere regels voor het aanmelden van zonnepanelen. Vanaf dan worden de netbeheerders decretaal verplicht niet-aangemelde installaties in hun werkgebied actief op te sporen. Installateurs van zonnepanelen zullen lijsten van de door hen geplaatste installaties aan de netbeheerders moeten overmaken. En eigenaars die hun panelen niet binnen een redelijke termijn bij hun netbeheerder aanmelden kunnen een boete worden opgelegd.

Minister Tommelein, Eandis en Infrax roepen alle eigenaars daarom op voor 1 juni de status van hun bestaande installatie te checken. Wie zijn zonnepanelen installeerde voor juni 2015 en dus nog groenestroomcertificaten ontvangt is sowieso in orde. Wie die niet heeft en zijn zonnepanelen nergens op de energiefactuur vermeld ziet, voert best een extra controle uit. 

RENDO uitgeroepen tot meest klantgerichte netbeheerder van Nederland

RENDO is aan de hand van 13.000 klantevaluaties uitgeroepen tot meest klantgerichte netbeheerder van Nederland. Voor de vijfde keer op rij, heeft consultancybureau BearingPoint een grootschalig onderzoek uitgevoerd om erachter te komen welke bedrijven hun klanten de beste ervaringen bieden.
Onderzoekers hebben in kaart gebracht welke bedrijven uitblinken in klantgerichtheid.

Twaalf bedrijven, verdeeld over evenveel sectoren, steken met kop en schouders boven hun branchegenoten uit. Met een analyse van de resultaten per bedrijf kon vervolgens het kaf van het koren worden gescheiden.

Het Zweedse automerk wist de hoogste score te behalen dit jaar. Naast Volvo wonnen in hun respectievelijke branches de volgende organisaties: RegioBank, Univé, DSW, Simyo, XS4ALL, HEMA, Coolblue, Greenchoice, RENDO Netwerken, D-reizen en KLM.

dinsdag 18 april 2017

Gaswinning Groningen verder omlaag

Minister Kamp van Economische zaken heeft vandaag aangekondigd de gaswinning in Groningen verder te verlagen. Hij zet de voorbereidingen in gang om per eerstvolgende gasjaar, dat start op 1 oktober 2017, het productieplafond met 10 procent te verlagen. De bewindsman heeft hiertoe besloten na ontvangst van advies van de onafhankelijke toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) over de ontwikkeling van de seismiciteit in het Groningse gasveld.

Minister Kamp: “Voor het kabinet is de veiligheid van de inwoners van Groningen leidend bij het nemen van besluiten over de gaswinning. De aanpak van het kabinet is er de afgelopen jaren op gericht om de veiligheidsrisico’s en de schade voor de Groningers zoveel mogelijk te beperken. Daarom heb ik besloten per direct voorbereidingen te treffen die ertoe leiden dat in het eerstvolgende gasjaar, het productieplafond 10 procent lager komt te liggen. De verwachting is dat hiermee de seismiciteit zal afnemen en de veiligheid van de Groningers zal toenemen.”

In het Groningenveld als geheel is het aantal bevingen meer dan gehalveerd en ook de zwaarte ervan is significant gedaald. Rond Loppersum zien we echter de seismiciteit recent – vanuit de verbeterde situatie – weer toenemen. Als de seismiciteit rond Loppersum in de toekomst nog verder toeneemt, dan adviseert SodM om de gaswinning stapsgewijs terug te brengen, te beginnen met een reductiestap van 10 procent. De bewindsman geeft vandaag aan niet te wachten met het zetten van deze stappen, maar per direct te starten met de voorbereiding om het productieplafond met 10 procent te verlagen.

Het kabinet besloot vorig jaar de gaswinning uit het Groningenveld voor de komende vijf jaar te maximeren op 24 miljard m3 per jaar. Er wordt gestreefd naar een zo vlak mogelijke winning met zo min mogelijk fluctuaties. Bij een jaarlijks ijkmoment kan blijken dat nieuw verworven kennis of verandering van feiten en omstandigheden, aanleiding geven om aanpassing van het instemmingsbesluit te overwegen. In het instemmingsbesluit van het winningsplan zijn grenswaarden ten aanzien van de seismiciteit vastgesteld om tijdig te kunnen anticiperen op trends in het aardbevingsgebied. De seismiciteit in het Groningenveld wordt daartoe nauwlettend in de gaten gehouden. Het advies dat SodM heeft gepubliceerd vloeit daar uit voort. Minister Kamp wacht het ijkmoment niet af, en neemt op basis van het tussentijdse SodM-advies maatregelen.

Groot waterstofproject met duizenden zonnepanelen

Gasunie-dochters EnergyStock en New Energy willen bij Aardgasbuffer Zuidwending met zo’n vijfduizend zonnepanelen duurzame elektriciteit omzetten in waterstof. Hiervoor starten zij een pilotproject (HyStock) dat tot doel heeft om een power-to-gas installatie bouwen; de eerste in Nederland met een capaciteit van 1 Megawatt of meer.

De locatie is ideaal omdat het de mogelijkheid biedt om in de toekomst waterstof grootschalig op te slaan in de speciaal voor gasopslag gemaakte zoutcavernes. Hiermee willen de Gasunie-dochters de markt voor groene waterstof verder ontwikkelen. De definitieve besluitvorming over de power-to-gas installatie valt deze zomer.

EnergyStock en Gasunie New Energy voorzien voor de aardgasbuffer bij Zuidwending (provincie Groningen) een grote rol in een duurzame energievoorziening. Duurzame elektriciteit is moeilijk op te slaan in grote hoeveelheden. Er is nog geen betaalbare accu uitgevonden die dat op grote schaal betrouwbaar kan. Met waterstof kan dat wel. In de vorm van waterstof kun je duurzame energie bewaren. Het is samen met zuurstof het hoofdbestanddeel van water.

De zonnepanelen worden geplaatst op de aarden wallen rondom de installatie. Ook worden de parkeerplaatsen van de installatie voorzien van een zonnedak. Eén megawatt van het opgewekte vermogen wordt omgezet in waterstof. Daarvoor worden drie containers binnen de hekken van de installatie geplaatst: één bevat de elektrolyse-unit, de tweede de benodigde elektronica en de derde een compressor die vervolgens de opslagcilinders vult met waterstof. De opslagcilinders zijn mobiel en kunnen vervoerd worden naar afnemers in de mobiliteit en industrie. De definitieve besluitvorming over de power-to-gas installatie valt deze zomer.

4 miljoen voor duurzame innovaties Noord-Hollands midden- en kleinbedrijf

Om duurzame innovaties te stimuleren, komt 4 miljoen euro beschikbaar voor Noord-Hollandse ondernemers op het gebied van energie en chemie, agri en food, tuinbouw, water en logistiek.

Zij kunnen subsidie vragen voor innovatie-advies, haalbaarheidsstudies en Research & Development (R&D). Noord-Holland sluit hiermee aan bij de Uitvoeringsregeling voor MKB Innovatiestimulering Regio’s en Topsectoren (MIT) van het Rijk.

Vanaf 11 april 2017 kan subsidie worden aangevraagd voor innovatie-adviesprojecten (50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000) en voor haalbaarheidsprojecten (40% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 25.000). Vanaf 3 juli 2017 kan ook subsidie worden aangevraagd voor R&D-samenwerkingsprojecten (35% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 200.000).

Projecten krijgen 1,6 miljoen uit Revolverend Fonds Groningen

Zes projecten krijgen in totaal een bijdrage van 1,6 miljoen euro uit het Revolverend Fonds Groningen. Het totaal aan investeringen van alle projecten is zo'n 8 miljoen euro. Het betreft de aanvraag voor ledverlichting, zonnepanelen, driedubbel glas, twee keer maatregelen voor energiebesparing en de aankoop van een dorpswinkel.

Ook de Hogelander Energie Coöperatie die, samen met de Groninger Energie Koepel en projectbureau Ecoop, een zonnedak van ruim zeshonderd zonnepanelen realiseert in Wehe den Hoorn krijgt een lening van het fonds. Raymond Kruyer van projectbureau Ecoop: 'De lening van 15.000 euro is voor ons een mooie start om ook andere partijen mee te krijgen in de financiering.' Door subsidies en andere vormen van financiering is het ook voor mensen met een kleine beurs mogelijk om mee te doen.

Duurzaam VONK-systeem succesvol geïnstalleerd op platform Leman Echo

NAM en Shell UK hebben het duurzame zonne-energiesysteem van technologiebedrijf VONK uit Coevorden succesvol geïnstalleerd op het platform Leman Echo op het Engelse deel van de Noordzee.

Het hybride powersysteem, dat Vonk uit Coevorden in 2016 voor NAM ontwikkelde, bestaat uit 152 zonnepanelen en drie containers met daarin geavanceerde technologie. In de containers is onder meer een accu-unit aanwezig voor opslag van energie. Het Leman Echo-platform kan naar verwachting 95 procent van de tijd op zonne-energie functioneren.

De eerste ervaringen met het VONK-systeem laten zien dat het VONK-systeem aan alle verwachtingen voldoet. De energie-opbrengst is hoog en het systeem is bedrijfszeker. NAM and Shell UK gaan nu na of dit systeem op andere platforms op zee toegepast kan worden.

Het Vonk-systeem levert een forse CO2-reductie op: het platform draait immers voornamelijk op zonne-energie in plaats van dieselgeneratoren, ook vliegen er geen helikopters meer naar dit platform voor het onderhoud en service. Slechts eenmaal per jaar vaart het onderhoudsschip de Kroonborg hiervoor langs, dit schip vaart op de duurzame brandstof GTL.

VONK en NAM/Shell UK zijn beiden trots op de samenwerking die in zeer korte tijd tot deze innovatie heeft geleid. In een korte video laten beide bedrijven dit zien. Projectmanagers en technici vertellen hoe er nu tegen lagere kosten én met minder CO2-uitstoot meer aardgas worden geproduceerd. In de video is het VONK-systeem werkend te zien op Leman Echo.

vrijdag 14 april 2017

Vestia moet jaarlijks een rekening voor warmte- en koudeopslag sturen

Vestia moet dertig bewoners in Naaldwijk met warmte- en koudeopslag vanaf 2014 minimaal één keer per jaar een rekening sturen waarop precies staat aangegeven hoeveel zij per huishouden hebben verbruikt. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) geeft Vestia hiervoor zes weken de tijd. Daarna gaat een dwangsom lopen van 10.000 euro per week, met een maximum van 150.000 euro.

De bewoners hadden er bij de ACM onder andere een klacht over ingediend dat zij van Vestia onvoldoende gegevens krijgen over de warmte die zij gebruiken.

Vernieuwd handboek voor startende lokale energie-initiatieven

De provincie Groningen helpt lokale energie-initiatieven op weg bij de ontwikkeling van projecten via onder andere de postcoderoosregeling (Regeling verlaagd tarief). Het speciaal hiervoor vernieuwde Handboek postcoderoosprojecten in de (Groningse) praktijk biedt lokale energie-initiatieven alle benodigde informatie om succesvol een postcoderoosproject te kunnen starten.

Het vernieuwde Handboek postcoderoosprojecten is een hulpmiddel voor initiatiefnemers waardoor ze gelijk kunnen starten. Naast praktijkervaringen en tips bevat het handboek ook informatie over het nieuwe belastingstelsel Energie voor 2017 en informatie over de exploitatie van kleine windmolens die kleiner zijn dan vijftien meter. Het handboek is opgesteld in nauwe samenwerking met Greenspread, de Groninger Energiekoepel (GrEK), Grunneger Power en de Natuur- en Milieufederatie Groningen.

De provincie Groningen ziet bij de overstap naar duurzame energie een belangrijke rol weggelegd voor lokale energie-initiatieven. Een van de manieren waarop de provincie lokale initiatieven stimuleert is door ze op weg te helpen met de postcoderoosregeling (Regeling verlaagd tarief). Dit is een landelijke regeling waarbij inwoners van een stad, dorp of wijk die samen energie opwekken, volledige vrijstelling krijgen op de energiebelasting. Bijvoorbeeld door zonnepanelen te leggen op het dak van een boerderij, bedrijf of maatschappelijke instelling of door gezamenlijk een kleine windmolen te kopen. Inmiddels zijn er in de provincie Groningen diverse succesvolle postcoderoosprojecten gestart.

ECN onderzoekt en geeft oplossingen voor beperken emissies houtkachels

Er is in onze maatschappij steeds meer aandacht voor de (geur)hinder en emissie-effecten die optreden bij het stoken van hout in houtkachels. Daarom heeft ECN onlangs in opdracht van Ministerie van Infrastructuur en Milieu een overzicht opgesteld van de mogelijkheden voor emissiereductie bij deze vorm van stoken.

Het meest recente onderzoek over houtstook bij particulieren is het WoON-onderzoek van het CBS in 2012 (CBS, 2012). Uit deze inventarisatie blijkt dat er nog zeer veel open haarden aanwezig zijn. Open haarden kennen relatief hoge emissies en een slecht energetisch rendement. Ook de leeftijd van kachels en haarden varieert sterk, maar ten tijde van het onderzoek bleek dat circa 35% van de kachels en haarden een leeftijd heeft van 15 jaar of ouder of zelfs een onbekende leeftijd. 
 In het nieuwste onderzoeksrapport van ECN is informatie opgenomen die beleidsmakers inzicht geeft in de mogelijkheden voor het beperken van de emissies van houtkachels. Er worden drie technische opties gegeven:
  • Kachel uitrusten met een katalysator
    Een katalysator vermindert de uitstoot van schadelijke stoffen uit houtkachels door naverbranding in de kachel. Door een katalysator worden met name koolwaterstoffen, koolmonoxide en fijne deeltjes, zoals roet en teer, verwijderd. Ook vermindert het gebruik van een katalysator de overlast van geur door houtstook.

  • Kachel uitrusten met een elektrostatisch filter
    Met een elektrostatisch filter (meestal afgekort als ESP) kunnen vaste deeltjes, dat wil zeggen roet, organisch - en mineraal fijnstof, uit houtrook worden afgescheiden. Dat gebeurt door deze deeltjes een elektrostatische lading te geven en af te vangen voordat de rookgassen de schoorsteen verlaten.

  • Secundaire verbranding in houtkachels / aanschaf nieuwe kachels
    Het is mogelijk om kachels te ontwerpen met een naverbrandingsruimte, de zogeheten secundaire verbranding. In deze naverbrandingsruimte worden deeltjes, die vrijkomen ten gevolge van onvolledige verbranding, alsnog verbrand. Het gaat hier vooral om koolwaterstoffen, koolmonoxide, roet en teer. Het thermisch rendement van de kachel verbetert ook, zodat er efficiënter met de brandstof wordt omgegaan.
ECN adviseert particulieren om bij voorkeur open haarden, ongekeurde kachels of verouderde kachels te vervangen. Deze kunnen het beste vervangen worden door (vrijstaande) kachels die al voldoen aan de Ecodesign-normen of anders aan de DINplus-normen. Vooral de aanschaf van kachels die al een ingebouwde katalysator hebben verdient aanbeveling. Het inbouwen van een katalysator bij een bestaande kachel kan ook helpen om emissies te reduceren. Elektrostatische filters laten vooralsnog wel erg wisselende resultaten zien. 

Tenslotte kan met goed stookgedrag rookoverlast en emissies ook verminderd worden. Ook daarvoor zijn aanbevelingen in het ECN rapport opgenomen.

Werken aan volgende generaties batterijen in nieuw batterijenlab

Het Reactor Instituut Delft (RID) is met het ‘Battery Lab van Radiation, Science & Technology’ vanaf 6 april een nieuw laboratorium rijker. Het bijzondere lab vormt een geavanceerde faciliteit voor het onderzoek naar en testen van huidige en toekomstige batterijen en daaraan gerelateerde elektrochemische apparaten. TU Delft wetenschappers Erik Kelder en Marnix Wagemaker gaan daar met hun onderzoekteams aan alle volgende generaties nieuwe batterijen werken: van goedkope statische opslag van duurzame energie tot hoge energiedichte batterijen voor elektrisch vervoer en elektronica.

Erik Kelder licht de noodzaak van het nieuwe lab toe: “Het batterijonderzoek is de afgelopen jaren enorm gegroeid. Batterijen zijn en worden belangrijke hulpmiddelen voor toepassingen als mobiele elektronica, elektrische voertuigen, menselijke implantaten en systemen voor duurzame energie-opslag. We hadden dan ook een nieuw lab nodig vanwege de toenemende vraag naar de ontwikkeling van allerlei soorten nieuwe batterijen.”

Volgens Marnix Wagemaker is het nieuwe lab uniek in Nederland: “Het lab is groter geworden met meer mogelijkheden voor onderzoek. Nu zitten alle faciliteiten in de labs centraal bij elkaar op een plek. En kan de combinatie gemaakt worden met de unieke infrastructuur van het RID, inclusief de technieken ‘operando XRD’ en neutronendiepteprofilering, neutronendiffractie en vaste stof NMR. Hiermee zijn we in staat de complexe processen in batterijen beter te begrijpen, zodat we betere batterijen kunnen ontwikkelen.”

donderdag 13 april 2017

3D tekening energienet te zien op station Nijmegen

Liander werkt samen met zes andere netbeheerders aan de campagne Onsenergie.net. Vanuit deze campagne kunnen je op Centraal Station Nijmegen onder de grond kijken.

Ook in Almelo (Koornmarkt) en Rotterdam zijn 3D-tekeningen te zien. Afgelopen zondag zijn de tekenaars begonnen om de lijnen uit te zetten voor de tekeningen, waar ze deze week nog aan werken.

Ook benieuwd hoe ons energienet onder de grond eruit ziet? Ga dan op locatie een kijkje nemen of volg de Facebookpagina van Liander en OnsEnergie.net. Daar kun je de ontwikkeling van de tekeningen volgen.

Den Bosch bouwt groen transferium

Op de voormalige gemeentewerf aan de Deutersestraat wordt de komende maanden een nieuw, groen transferium gebouwd. Ballast Nedam bouwt het transferium in opdracht van de gemeente. De architect van het nieuwe transferium is JHK architecten. In het ontwerp houdt men rekening met duurzaamheid, ecologie en beleving van de omgeving.

De ambitie is groot: energieneutraal en groen ingepast. Het transferium krijgt bijvoorbeeld een ‘groene’ gevel en een zonnepanelendak.

Het transferium biedt straks plaats aan 1100 auto’s en 260 fietsen. De gemeente, omgeving en betrokken (natuur)organisaties hebben de wens om het ‘groenste’ transferium te maken. De bouw van het nieuwe transferium start dit jaar. In 2018 wordt het geopend.

Het werk is als ‘Design & Construct’ contract aanbesteed. Dit betekent dat de aannemer het project met vooraf gestelde eisen ontwerpt en uitvoert. Vertegenwoordigers van belangengroepen en bewoners uit de omgeving dachten vóór de aanbesteding mee over deze eisen. Ook gaven zij aan wat ze belangrijk vinden tijdens de bouw als het gaat om communicatie, hinder en overlast.
Met natuurorganisaties en omwonenden is de afgelopen maanden ook nagedacht over hoe we het ‘groenste’ transferium maken. We verzamelden allerlei ideeën. Bijvoorbeeld over de opvang van regenwater en vermindering van het energieverbruik. En ook over maatregelen voor vogels en insecten (zoals bijenhotels) en het plaatsen van zonnepanelen op het dak. Veel ideeën, zoals de zonnepanelen en ‘groene’ gevel, namen we al in de aanbestedingseisen mee. Deze worden dus in de bouw opgenomen.

Een duurzamere wereld dankzij poreuze rietjes

Als we de aarde gezond willen krijgen, ondanks een bevolking van meer dan 7 miljard, dan moeten we veel meer gaan hergebruiken. Membranen zijn daarbij onmisbaar, onder meer doordat ze gassen en vloeistoffen milieuvriendelijk kunnen scheiden en zuiveren – denk aan schoon drinkwater. Membraanhoogleraar Kitty Nijmeijer (1972) verhuisde naar de TU/e om met haar onderzoek bij te kunnen dragen aan de duurzaamheid van onze wereld. Op 7 april spreekt ze haar intreerede uit, na de opening van haar nieuwe membraanlaboratoria.

Al Gore, met zijn boek An Inconvenient Truth, was een belangrijke inspirator voor de chemisch technoloog Nijmeijer, en Trump’s opvattingen over klimaatverandering vindt ze “schokkend”, net als het ondermijnen van klimaatwetenschap door bedrijven als Exxon Mobil. Het tekent de hoogleraar Membrane Materials and Processes Kitty Nijmeijer, bij wie het onderzoek in het teken staat van één ding: werken aan de duurzame toekomst van de aarde. Ze wil met haar werk een bijdrage leveren aan een circulaire economie waarbij “zoveel mogelijk kringlopen gesloten worden”. Door bijvoorbeeld van afval weer grondstof te maken, want “ik vind dat wij verantwoordelijk zijn voor een schone en duurzame wereld. We hebben maar 1 aarde tot onze beschikking, maar in de westerse wereld gebruiken we met onze huidige levensstijl drie tot vijf aardes. Hergebruik van materialen is dus pure noodzaak om uitputting van de aarde te voorkomen.”

Dat ze werkt aan membraantechnologie voor de benodigde scheidingsprocessen, sluit daar naadloos bij aan. “Vrijwel alles wat wij eten en drinken, alle producten die wij gebruiken, hebben een of meerdere scheidingsstappen ondergaan”, legt Nijmeijer uit. “Scheidingen nemen het grootste deel van het energieverbruik van de chemische industrie voor hun rekening. Membraantechnologie is een milde scheidingstechnologie die weinig energie kost.”

Haar groep werkt aan de ontwikkeling van nieuwe membranen, het verbeteren van de scheidende eigenschappen, een langere levensduur, en aan hogere opbrengsten van die membranen voor duurzame toepassingen. Het doel is daarbij altijd ‘upcyclen’; van een reststroom een hoogwaardigere grondstof maken. Want ‘downcyclen’, een laagwaardiger product maken (zoals karton van oud papier), leidt uiteindelijk toch tot afval. Nijmeijer ziet bijvoorbeeld kansen in de voedingsmiddelenindustrie, waar veel verdunde reststromen voorkomen die door concentratie en het selectief terugwinnen van waardevolle componenten – via membranen – economisch weer interessant kunnen worden.

Een relatief nieuw en groeiend probleem waar Nijmeijer aan werkt, zijn de zogenaamde microverontreinigingen zoals medicijnen, hormonen, drugs en pesticiden, in drinkwater. Op dit moment zijn deze stoffen nog slechts in zeer lage concentraties aanwezig in ons water, maar als we niets doen zijn deze uiteindelijk wel bedreigend voor de gezondheid. Deze stoffen zijn er nu nog niet uit te krijgen, maar Nijmeijer hoopt dat dit met de nieuwe membranen die door haar groep ontwikkeld worden binnen vijf jaar wel lukt.

Ook op veel andere fronten van duurzaamheid kunnen membranen een sleutelrol spelen. Denk aan het afvangen van CO2 en het terugwinnen van waterdamp bij elektriciteitscentrales, het opwekken van elektriciteit uit het verschil in zoutconcentratie tussen zee- en rivierwater (‘blauwe energie’), het opwerken en zuiveren van biogas zodat het bruikbaar is in het gasnet, en het maken van basischemicaliën of brandstoffen uit CO2 met hulp van zonne-energie. Het zijn allemaal terreinen waar Nijmeijer met haar groep aan werkt

Nijmeijer stapte begin 2016 over van de Universiteit Twente naar de TU/e. “Omdat Eindhoven sterker is in zowel polymeren als procestechnologie, beide belangrijke pijlers om de membraantechnologie van de toekomst te ontwikkelen.”, licht ze toe. Samen met haar collega dr. Zandrie Borneman bouwde ze in Eindhoven een nieuwe groep op – inmiddels 15 leden sterk – en richtte ze voor 1,7 miljoen euro een geheel nieuw laboratorium in, dat op 7 april wordt geopend. Daarin kunnen Nijmeijer en haar onderzoekers heel nauwkeurig de eigenschappen van polymeermembranen variëren en beïnvloeden, de membranen precies die eigenschappen geven die nodig zijn voor nieuwe, duurzame toepassingen en testen of de membranen inderdaad doen wat ze moeten doen. De gemaakte membranen hebben de vorm van lange, dunne rietjes, met microscopisch kleine gaatjes. Deze gaatjes laten alleen schoon water door, terwijl bacteriën en het vuil worden tegengehouden. Vuil water dat door zo’n rietje stroomt, komt er aan de buitenzijde gezuiverd uit. In het lab kunnen de onderzoekers op moleculair niveau sleutelen aan het membraanmateriaal en daarmee heel nauwkeurig de grootte van die gaatjes bepalen, wat bepaalt welke stoffen het membraan kunnen passeren. Nijmeijer: “Dat is een van de leuke dingen van mijn vakgebied; het ontwikkelen van membranen vraagt inzicht en begrip en tegelijkertijd maakt de toepassing het zeer concreet.”

woensdag 12 april 2017

Hanzestudenten ontwikkelen meetapparatuur voor huishoudens zonder gasaansluiting

​Studenten van de minor Smart Energy van de Hanzehogeschool Groningen zijn erin geslaagd een slimme webapplicatie te ontwikkelen om het gebruik van elektriciteit van huishoudens zonder gasaansluiting te meten. De studenten kregen de vraag om in tien huizen zonder gasaansluiting in de wijk Meerstad een vervangend apparaat te ontwerpen voor de zogenaamde 'data collection devices'; kleine computers die de slimme meters uitlezen en data hiervan verwerken.

Weken van onderzoek waren het gevolg. Hoe kun je de data van de slimme meters in deze huizen het beste verwerken? Welke software is hiervoor nodig en hoe kun je die software het beste installeren op de nieuwe apparaten? De windmolens op de Zernike Campus werden gebruikt om de werking te testen.

Uiteindelijk konden de studenten hun apparatuur installeren in de huizen in Meerstad. En met resultaat, want negen van de tien huishoudens verzamelde direct data en ruim 99% hiervan werd correct opgeslagen. In aanvulling hierop ontwikkelden de studenten een webapplicatie voor de bewoners zodat zij hun gebruik gemakkelijk kunnen inzien. Inmiddels is alweer een volgende groep studenten aan de slag met doorontwikkeling van de webapplicatie.

Universiteit Twente onderzoekt solar powered e-bikes

De Universiteit Twente onderzoekt de efficiency en gebruikstevredenheid van solar powered e-bikes. Het onderzoeksproject is onderdeel van het Living Smart Campus programma, waarbij de campus wordt ingezet voor wetenschappelijke experimenten. UT medewerkers worden uitgenodigd deel te nemen in het ‘Solar powered e-bike’ project.

Professor Karst Geurs over het project: “In Nederland is de e-bike al enorm populair. Het is ook een veelbelovend duurzaam vervoersalternatief. Tot op heden is er weinig bekend over het gebruik van verschillende types van e-bikes, de effecten op de gezondheid en op gemotoriseerd vervoer en het fietsgebruik. Ook over de technische prestaties en de effecten van het opladen van e-bikes via zonne-energie op mobiliteitspatronen en het ‘oplaad’ gedrag van mensen is nog weinig bekend. Dit gaan we onderzoeken. Ook willen we weten wat gebruikers vinden van de solar bike.”

Deelnemers gezocht voor testfase solar bikes en voor living smart campus programma

Voor de testfase zoekt professor Geurs nog voor de komende maanden tachtig UT medewerkers die één van de vijf solar bikes gedurende een week willen gebruiken om naar het werk te fietsen.

Voor het Living Smart Campus programma worden vanaf mei dit jaar nog zo’n 20 medewerkers gezocht om met hun eigen e-bike of met de solar bike gedurende enkele weken mee te doen aan het opladen van de fietsen via zonne-energie. In het Living Smart Campus programma komen naast de solar bikes nog twee andere oplaadtechnieken bij. Naast het opladen tijdens het fietsen kan door reguliere e-bike gebruikers gekozen worden uit het gebruiken van een solar-oplaadsysteem thuis en een solar-oplaadsysteem op de campus. Bij alle drie de varianten blijft het mogelijk om, indien nodig, op de traditionele manier, via elektriciteit, op te laden.

Slim elektriciteitsnet in Rotterdam getest in de praktijk

De Gemeente Rotterdam, netbeheerder Stedin, Siemens Nederland, Lyv Smart Living en Omnetric gaan een slim elektriciteitsnet aanleggen in Rotterdam. Het slimme elektriciteitsnet – het ‘smart grid’ – helpt om vraag en aanbod van stroom beter op elkaar af te stemmen. Het project is uniek door de betrokken partijen, de schaalgrootte (20.000 aansluitingen) die hiermee mogelijk wordt en de nieuwe energiemarkt die zo kan ontstaan.

Daarmee wordt ons elektriciteitsverbruik minder grillig, het energienet minder belast en kunnen we besparen op energiekosten en transport. Tegelijk maakt het slimme net investeringen in duurzame opwekking van energie aantrekkelijker dan investeringen in verzwaring van het net.

Dit is een belangrijke ontwikkeling, omdat de vraag naar elektriciteit gestaag toeneemt. Om het aanbod op peil te houden zijn steeds grotere investeringen nodig in het elektriciteitsnet en voor het opwekken van stroom. Tegelijkertijd worden zonne-energie en windenergie steeds belangrijker, met oog op onze energietransitie. Maar het aanbod uit die bronnen varieert met het aantal zonuren en het waaien van de wind. Met een smart grid kan de vraag naar stroom beter worden afgestemd op het aanbod, en zo vormt een smart grid dus een ondersteunende stap in de energietransitie.

Een smart grid geeft aan slimme meters door of er een hoog of laag tarief geldt, net als de ‘ouderwetse’ dag- en nachtmeters, maar dan per kwartier. Apparaten met slimme technologie aan boord kunnen met die informatie beslissen om in te schakelen bij veel aanbod (en dus een laag tarief). Denk aan slimme koelcellen, die wachten met koelen tot zij tegen lagere kosten kunnen werken. Het principe van slimmer omgaan met aanbod en prijs wordt al toegepast bij industriële grootverbruikers, en met the internet of things kan bij grootverbruikers, kleinere bedrijven en particuliere woningen de vraag naar elektriciteit daadwerkelijk op het aanbod worden aangepast.

Gelijktijdig wordt het ook voor bedrijven en particulieren die zelf energie opwekken zeer aantrekkelijk om hun overtollige energie terug te leveren aan het net: zo veranderen ‘consumers’ in ‘prosumers’. Hierdoor stimuleren we de lokale economie en ontstaan er mogelijkheden voor nieuwe innovaties met nieuwe verdienmodellen.

De Gemeente Rotterdam, Stedin, Siemens, Lyv Smart Living en Omnetric verwachten na de uitrol van het slimme netwerk in Merwe-Vierhavens stapsgewijs de andere wijken van Rotterdam en de verdere regio van een smart grid te kunnen voorzien. Te denken valt aan circa één miljoen aansluitingen. Daarbij wordt ook een directe koppeling gemaakt tussen in de wijk opgewekte zonne-energie en in de regio gegenereerde windenergie. De stad wordt aantrekkelijker voor bewoners en ondernemers dankzij de moderne energie-infrastructuur en het stimuleren van innovatieve technologie.

dinsdag 11 april 2017

Ampyx Power en E.ON bundelen de krachten om Airborne Wind Energy naar de markt te brengen

Ampyx Power, ontwikkelaar van Airborne Wind Energy systemen, een goedkoop, duurzaam en efficiënt alternatief voor traditionele windturbines, kondigt vandaag een samenwerking aan met het Duitse energiebedrijf E.ON. Ampyx Power lanceert tevens een crowdfunding campagne om een bedrag van € 2,5 miljoen aan nieuwe investeringen op te halen.


Ampyx Power en E.ON hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend om Ampyx Power's Airborne Wind Energy technologie naar de markt te brengen. E.ON draagt de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en, indien succesvol, de bouw en exploitatie van een testlocatie voor Airborne Wind Energy in County Mayo, Ierland. De site zal worden gebruikt voor het testen, verifiëren en demonstreren van Ampyx Power’s laatste prototype en het daaropvolgende 2 MW Airborne Wind Energy Systeem (AWES).


Ampyx Power's 2 MW AWES worden ontwikkeld om de eerste generatie offshore windparken te vervangen wanneer deze aan het einde van hun levensduur zijn. Het testen op de testlocatie van E.ON is een belangrijke opstap naar offshore demonstratie en naar het commercieel inzetten van Ampyx Power’s AWES en opvolgende producten. 


Ampyx Power is eind 2016 gestart met de bouw van het laatste prototype. Om dit traject te financieren wil het bedrijf zijn huidige basis van informele investeerders vergroten middels een nieuwe crowdfunding campagne. De investeringen kunnen worden gedaan op de website van Ampyx Power via een eigen investeerdersportal. Sinds Ampyx Power's eerste crowdfunding campagne in 2013, investeerden zo’n 400 informele investeerders ruim 4 miljoen euro. De bestaande basis van aandeelhouders hebben in deze ronde reeds 2 miljoen euro toegezegd, waardoor een solide basis voor de crowdfunding campagne is gelegd. De toegezegde investeringen zullen in de komende weken worden afgerond.


E.ON is koploper en ‘early adopter’ op het gebied van Airborne Wind Energy. Frank Meyer, SVP B2C Solution Management and Innvation bij E.ON zegt:  “E.ON heeft in de afgelopen vijf jaar onderzoek gedaan naar Airborne Wind Energy technologieën. AWE voldoet aan onze doelstelling om de kosten voor duurzame energie te verlagen, bovendien kan met AWE groene stroom worden opgewekt op locaties waar, om economische en technische redenen, geen conventionele windturbines geplaatst kunnen worden. De samenwerking met Ampyx Power onderstreept dat wij het belangrijk vinden om een leidende rol te nemen in het vooruitbrengen van de veelbelovende opkomende Airborne Wind Energy sector.”



Meer groen gas en compost in groene energiefabriek Middenmeer

Ruim 115.000 ton aan appelklokhuizen, koffieprut, bananenschillen, tuinafval en ook etensresten die overblijven na een maaltijd worden jaarlijks verwerkt in de groene energiefabriek Middenmeer. Het gft-afval wordt in de groene energiefabriek ‘omgetoverd’ in groen gas en compost. In de groene energiefabriek doen de bacteriën het werk. Zij zetten groente-, fruit- , tuinafval en etensresten om in biogas, 24 uur per dag. Ook draaien 8 roerwerken het gft-afval gedurende drie weken in een afgesloten bak rond met als resultaat biogas. Het biogas is de basis voor groen gas en wordt ingevoed in het openbare gasnet.

Het overgebleven materiaal wordt omgezet tot compost. 137.000 volle bakken gft-afval meer De hoeveelheid ingezameld groente-,fruit- en tuinafval is met ruim 9% flink gestegen. Dat is vergelijkbaar met ruim 137.000 volle bakken gft-afval van elk 140 liter. “Om het aanbod optimaal te kunnen verwerken wordt de groene energiefabriek in Middenmeer 25% uitgebreid. Het is onze ambitie zoveel mogelijk gft-afval gescheiden in te zamelen, om te zetten in groen gas en via HVC Kringloopenergie te leveren aan consumenten ”, aldus Chris Kuijten (directeur HVC).

Eén volle groene container van 140 liter levert genoeg groen gas op om 21 dagen van te koken en bijna een dag je huis mee te verwarmen. Daarnaast levert het vijftien tot twintig kilo compost op. Momenteel wordt er jaarlijks 3 miljoen m³ groen gas geproduceerd in Middenmeer. HVC onderzoekt de mogelijkheid om dit groene gas direct te leveren aan consumenten via HVC Kringloopenergie. De uitbreiding van de groene energiefabriek is naar verwachting in de zomer van 2018 afgerond. Om eventuele overlast naar de omgeving te voorkomen worden de komende maanden elektronische neuzen geplaatst op en rondom het terrein in Middenmeer met als doel mogelijke geurbronnen te achterhalen en deze te minimaliseren. Kom een kijkje nemen Wilt u met eigen ogen zien hoe we van het ingezamelde gft en etensresten groen gas en compost maken?

Op zaterdag 22 april, zaterdag 20 mei en zaterdag 24 juni organiseert HVC bij de groene energiefabriek in Middenmeer kijkdagen. Na een presentatie krijgt u een rondleiding over het terrein waarbij wij laten zien hoe van gft en etensresten groen gas en compost wordt gemaakt. Meer weten kijk dan op: https://www.hvcgroep.nl/gftkijkdagen.