De aardbevingen in Groningen zijn bijzonder: aardbevingen als gevolg van gaswinning, zogenaamde ‘geïnduceerde aardbevingen’, veroorzaakt een reeks problemen waarmee wereldwijd weinig ervaring is.
De TU Delft is daarom samen met ingenieursbureau Arup, TNO en de TU Eindhoven de OpenCourseWare (OCW) serie ‘Seismic Essentials’ gestart. De collegereeks is vanaf vandaag online beschikbaar en bedoeld om ingenieurs die werken aan het herstel of bescherming van huizen en infrastructuur van een integrale basiskennis over dit complexe en brede veld te voorzien, zodat ze makkelijker over het onderwerp kunnen communiceren. De universiteit overhandigde de online colleges vandaag symbolisch aan Hans Alders, Nationaal Coördinator Groningen.
De serie online colleges behandelt verschillende aspecten van de problematiek, zoals hoe deze vorm van geïnduceerde aardbevingen ontstaat en wat de consequenties zijn voor veiligheid, constructies en architectuur. ‘Seismic Essentials’ bestaat uit een reeks van 30 online colleges, en begint met de basisprincipes van aardbevingen en de bijzondere omstandigheden in Groningen, en behandeld daarna hoe deze mechanische belastingen werken op constructies en met name de specifieke soorten huizen in de Groningse regio’s. In deze serie online colleges wordt ook gekeken naar procedures en wet- en regelgeving. De collegereeks ‘Seismic Essentials’ is bedoeld voor studenten en wetenschappers, alsmede ingenieurs, projectmanagers en architecten werkzaam in dit domein.
De colleges zijn vanaf vandaag online te vinden op de OCW-website van de TU Delft. De universiteit overhandigde ze vandaag symbolisch aan Hans Alders, als Nationaal Coördinator Groningen belast met de regie op het schadeherstel en het aardbevingsbestendig maken van de huizen en gebouwen en infrastructuur in het aardbevingsgebied in de provincie. “Deze OpenCourseWare biedt waardevolle kennis over aardbevingen, constructies en de wisselwerking tussen die twee. Tal van betrokkenen uit bijvoorbeeld de bouwsector en de wetenschap kunnen hier hun voordeel mee doen bij de grote opgave in het aardbevingsgebied”, aldus Alders.
Met de Green Deal spreken de ondertekenaars af langdurig samen te werken aan duurzaamheid en mede daardoor meer circulair te zijn en de klimaatdoelstellingen van Nederland te behalen. De sector wil in 2030 50% minder gebruik maken van primaire grondstoffen en een CO2 reductie bewerkstelligen in 2020 van 20% ten opzichte van 1990.
De acties uit de eerste Green Deal hebben inmiddels geleid tot toepassing van de Aanpak Duurzaam GWW bij spoorprojecten van ProRail. Het eerste duurzame project was Bunnik. We hebben daar onder andere duurzaam beton toegepast en een CO2 reductie behaald. Groningen was een groter project. Daar zijn we samen met partners - met ieder weer eigen duurzaamheidsdoelstellingen - tot een groot aantal duurzaamheidsmaatregelen zijn gekomen. ProRail hergebruikt in Groningen onder andere materialen voor het opstelterrein. Daardoor realiseren we ook nog eens een kostenbesparing en dat geld kunnen we weer inzetten om andere duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren.
Er wordt overigens vaak onterecht gedacht dat duurzaamheid extra geld kost, dat hoeft niet het geval te zijn. Bovendien kijken we ook naar de maatschappelijke waarde: wat levert het op, op verschillende vlakken van people, planet en profit. Zo kun je denken aan energie en klimaat, materiaalgebruik, maar ook iets als hinder op het vlak van people en ecologie en natuur op het vlak van planet.