Pagina's

dinsdag 31 januari 2017

OpenCourseWare ‘Seismic Essentials’ van start

De aardbevingen in Groningen zijn bijzonder: aardbevingen als gevolg van gaswinning, zogenaamde ‘geïnduceerde aardbevingen’, veroorzaakt een reeks problemen waarmee wereldwijd weinig ervaring is.

De TU Delft is daarom samen met ingenieursbureau Arup, TNO en de TU Eindhoven de OpenCourseWare (OCW) serie ‘Seismic Essentials’ gestart. De collegereeks is vanaf vandaag online beschikbaar en bedoeld om ingenieurs die werken aan het herstel of bescherming van huizen en infrastructuur van een integrale basiskennis over dit complexe en brede veld te voorzien, zodat ze makkelijker over het onderwerp kunnen communiceren. De universiteit overhandigde de online colleges vandaag symbolisch aan Hans Alders, Nationaal Coördinator Groningen.

De serie online colleges behandelt verschillende aspecten van de problematiek, zoals hoe deze vorm van geïnduceerde aardbevingen ontstaat en wat de consequenties zijn voor veiligheid, constructies en architectuur. ‘Seismic Essentials’ bestaat uit een reeks van 30 online colleges, en begint met de basisprincipes van aardbevingen en de bijzondere omstandigheden in Groningen, en behandeld daarna hoe deze mechanische belastingen werken op constructies en met name de specifieke soorten huizen in de Groningse regio’s. In deze serie online colleges wordt ook gekeken naar procedures en wet- en regelgeving. De collegereeks ‘Seismic Essentials’ is bedoeld voor studenten en wetenschappers, alsmede ingenieurs, projectmanagers en architecten werkzaam in dit domein.

De colleges zijn vanaf vandaag online te vinden op de OCW-website van de TU Delft. De universiteit overhandigde ze vandaag symbolisch aan Hans Alders, als Nationaal Coördinator Groningen belast met de regie op het schadeherstel en het aardbevingsbestendig maken van de huizen en gebouwen en infrastructuur in het aardbevingsgebied in de provincie. “Deze OpenCourseWare biedt  waardevolle kennis  over aardbevingen, constructies en de wisselwerking tussen die twee. Tal van betrokkenen uit bijvoorbeeld de bouwsector en de wetenschap kunnen hier hun voordeel mee doen bij de grote opgave in het aardbevingsgebied”, aldus Alders.

Water in plaats van diesel

Deep Water Energy (DWE), het Oost-Gelderse bedrijf achter de revolutionaire Oryon Watermill, zet een volgende belangrijke stap in zijn ontwikkeling. Ondersteund door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) plaatst DWE binnenkort een eerste waterkrachtinstallatie in Suriname.

De zogeheten off-grid Oryon Watermill opstelling komt te liggen in de Surinamerivier bij het dorpje Duwatra. De 30 kW waterkrachtinstallatie wekt straks voldoende energie op voor de stroomvoorziening van in totaal drie dorpen. Dolf Pasman, International Sales Manager van DWE, licht toe: “Als de installatie straks volledig operationeel is, dragen we hem over aan de lokale bevolking. Nu zijn de inwoners nog afhankelijk van dure, vervuilende dieselgeneratoren. Straks krijgen ze hun stroom 24 uur per dag, zeven dagen per week van de stille, schone en uiterst efficiënte Oryon Watermill.”

Dolf Pasman en DWE-vennoot Jaap Ory raakten al begin januari 2012 in gesprek met de betrokken Surinaamse ministeries en met het Surinaamse energiebedrijf. Uiteindelijk vonden de samenwerkende partijen de juiste off-grid locatie en onlangs besloot RVO tot ondersteuning van het project. Dolf Pasman: “RVO biedt Nederlandse MKB-bedrijven financiële hulp bij de realisering van projecten in het buitenland. Met die steun kunnen bedrijven, zoals DWE, wereldwijd hun innovatieve producten demonstreren. Ook daarom is de locatie zo belangrijk; die moet voor andere geïnteresseerde partijen in de regio goed bereikbaar zijn.”

Onder DWE-management worden op dit moment in Suriname de civieltechnische werkzaamheden uitgevoerd. Tegelijkertijd berekenen de engineers in Nederland de juiste capaciteit en wordt de bouw van de installatie voorbereid. De plaatsing staat gepland voor juni/juli 2017.

DWE voerde eerdere test- en demoprojecten uit, onder meer in de Oude IJssel in het Achterhoekse Ulft. Daarnaast is DWE betrokken bij het Tidal Technology Center in de Grevelingendam. Samen met Waterschap Rijn en IJssel en de gemeente Doesburg bereidt DWE de bouw van een waterkrachtcentrale in de sluis bij Doesburg voor. Ook wereldwijd groeit de belangstelling voor de Oryon Watermill onstuimig, constateren Dolf Pasman en Jaap Ory: “Vrijwel dagelijks komen er nu aanvragen voor technische informatie en concrete offertes binnen. Die zullen niet direct allemaal vallen, want het zijn lange trajecten. Maar we voorzien voor 2017 eerste substantiële orders.”

Een op maat gemaakt zonnesysteem voor elk Nederlands dak

61 procent van alle huiseigenaren heeft interesse in zonne-energie, maar slechts 4% bezit ook daadwerkelijk zonnepanelen. Veel mensen blijven zitten met vragen over de opbrengsten en besparingen. Voor aanbieders van zonnepanelen is het vaak tijdrovend om deze opbrengsten exact te berekenen. Solar Monkey en Readaar bundelen krachten met de TU Delft en Universiteit Utrecht om een einde te maken aan alle onzekerheid. Onder de naam PVision ontwikkelen zij software die automatisch een perfect zonnesysteem ontwerpt voor elk dak in Nederland. Dankzij de nauwkeurige berekeningen kunnen de opbrengsten bovendien gegarandeerd worden. Topsector Energie ondersteunt PVision met een TKI-subsidie van 470.000 euro.

Er komt ontzettend veel kijken bij de aanschaf van zonnepanelen, wat leidt tot veel onzekerheid. Welke panelen zijn er? Hoeveel energie brengen ze op? Hoeveel geld levert dat op? Doel van het PVision project is om zekerheid te geven, het optimale ontwerp te creëren, en de energieopbrengst van de geïnstalleerde systemen te garanderen en te monitoren. En dat proces wordt via geavanceerde software volledig geautomatiseerd.

Er ligt een specifiek zonnesysteem-ontwerp klaar, speciaal ontworpen voor het dak van een klant. Niet zomaar een schatting, maar het ideale zonnesysteem dat aansluit op díe situatie. Klaar om geïnstalleerd te worden, met een gegarandeerde opbrengst. En nadat het systeem is geïnstalleerd, wordt het dagelijks gemonitord om er zeker van te zijn dat het goed werkt. Mogelijke problemen worden direct opgemerkt en snel opgelost, vaak nog voordat de klant zelf doorheeft dat er iets aan de hand is.
Dr. Olindo Isabella van de TU Delft:“ Dit is een geweldige kans om fundamenteel onderzoek direct te implementeren in de markt. Ik ben ontzettend enthousiast over de uitwerking van dit project op de verdere ontwikkeling van de zonne-energie markt!”

“Dit is een grote stap voorwaarts in de manier waarop we zonnesystemen wegzetten in de markt”, aldus Jan Pieter Versluijs, CEO van Solar Monkey. “Het ontwerpen en aanbieden van zonnesystemen is nog nooit zo eenvoudig geweest. Door deze ontwikkelingen kunnen wij direct samenwerken met overheden en installateurs om voor gehele steden en provincies zonnesystemen te ontwerpen. Op voorhand weten wij de veelbelovende gebieden gemakkelijk te kwalificeren. Miljoenen zonnepanelen kunnen op deze manier worden aangeboden en geïnstalleerd. Dit zorgt voor een enorme impact.”

maandag 30 januari 2017

Eneco: Strategie op koers, winst op peil

Het duurzame energie- en netwerkbedrijf Eneco Groep behaalde over 2016 een nettowinst van 199 miljoen euro, licht onder het resultaat van een jaar eerder (208 miljoen). De gecombineerde omzet daalde naar3,9 miljard (2015: € 4,3 miljard).

Bij het Netwerkbedrijf (Stedin) daalde het bedrijfsresultaat met 23% naar € 214 miljoen en steeg de omzet naar € 1,2 miljard, terwijl bij het Energiebedrijf (Eneco) het bedrijfsresultaat toenam met 93% tot € 106 miljoen en de omzet daalde naar € 2,7 miljard. Eneco Groep spreekt van een tevredenstellend resultaat, in weerwil van lastige marktomstandigheden.

Guido Dubbeld, CFO Eneco Groep: “We zijn onverminderd doorgegaan met de uitvoering van onze strategie waarbij we inzetten op verduurzaming van de energievoorziening voor en met onze klanten. Meer dan ooit tevoren kunnen we onze klanten duurzame energie van eigen bodem bieden. Dit jaar steeg onze beschikbare duurzame productiecapaciteit naar 2.054 MW, met name doordat we een aantal windparken in productie namen of konden overnemen. Tegen deze achtergrond ben ik erg blij dat Eneco deel uitmaakt van twee consortia die aangewezen zijn voor de bouw van grote windparken op zee: Norther voor de Belgische kust en Borssele III & IV voor de kust van Zeeland. Beide projecten gaan een enorme boost geven aan de verduurzaming van de Nederlandse en Belgische energievoorziening. Onze klanten hebben we bovendien lagere tarieven kunnen bieden voor elektriciteit en gas doordat we scherpere inkoopprijzen konden bedingen. Wel kregen we in het afgelopen jaar te maken met hogere kosten. Bij Stedin stegen de kosten voor de gemeentelijke precariobelasting fors. Ook de kosten voor het doorvoeren van de gedwongen splitsing van ons bedrijf per 31 januari 2017 namen toe. De hogere kosten hebben we met gerichte efficiëntiemaatregelen goed kunnen opvangen.”

Op het vlak van innovatie zijn in het afgelopen jaar forse stappen gezet. Guido Dubbeld: “Als voorhoedespeler in de energiesector hebben we een aanjagende rol in de transitie naar een duurzame samenleving. Innovatie is daarin de sleutel, zowel bij het Energiebedrijf als bij het Netwerkbedrijf. Stedin installeerde het afgelopen jaar 271.000 slimme meters bij klanten en werkt aan slimme oplossingen voor flexdiensten en de opslag van elektriciteit in batterijen. Eneco breidt de mogelijkheden van het Toon-platform uit, ontwikkelt apps voor het slim laden van elektrische auto’s en introduceerde de WarmteWinner.”

Investeringen hadden onder andere betrekking op het aanbieden en installeren van slimme meters bij onze netwerkklanten, uitbreiding van de engineeringsactiviteiten voor derden en uitbreiding van de duurzame productiemiddelen, met name windparken. Eneco Groep investeert in de nieuwe energiewereld door nu kosten te maken voor onderzoek en ontwikkeling in nieuwe producten en door het plegen van overnames.

In 2016 namen de rentedragende schulden toe, hoofdzakelijk vanwege een overeenkomst met een bankenconsortium voor de herfinanciering van Eneco Luchterduinen, het windpark op zee dat sinds 2015 operationeel is. Daarnaast zijn er gedurende 2015 en 2016 veel investeringsprojecten in productie genomen, waardoor de activering van rente voor projecten in aanbouw fors is afgenomen en verwerking van rentekosten in het resultaat is toegenomen.

Shell rolt oplaadstations uit

Energiebedrijf Shell begint oplaadstations voor batterijauto's in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Dat bevestigt het energieconcern vandaag na een interview met zijn topman John Abbott.

Shell verwacht dat de energieopladers bij bestaande pompstations ook commercieel interessant kunnen worden.

Concurrent Total werkt ook aan de uitrol van oplaadstations.

Emmapolder krijgt maximaal drie rijen windmolens

In de Emmapolder ten noorden van Uithuizen komen maximaal drie rijen windmolens te staan, meldt RTV Noord. Er isd nog onderzoek gedaan naar de optie voor een vierde en vijfde rij, maar dat bleek niet te kunnen.

In de Emmapolder staan nu al twee rijen van dertien windmolens.

Vlakbij het datacenter van Google in de Eemshaven komt ook een nieuwe windmolen. Die krijgt een maximale tiphoogte van tweehonderd meter.

Stedin start nieuwe projecten flexibel energie leveren

Afgelopen week ging Stedin van start met haar FLEX Versnellingsprogramma. Hierbij werkt Stedin samen met bedrijven die zich richten op meer flexibiliteit van vraag en aanbod in het energiesysteem. Partners zijn Sympower, Qurrent, BAM en Enervalis.

De energiewereld verandert. We gaan steeds meer gebruik maken van duurzame energie, zoals zon en wind, maar deze energiebronnen zijn onvoorspelbaar en niet op afroep beschikbaar. Soms is er meer aanbod dan vraag, bijvoorbeeld op een zonnige zomerdag, en soms is er meer vraag dan aanbod, bijvoorbeeld op een windstille en grijze winterdag, als iedereen om 17.30 zijn verwarming en lampen aandoet.

Vraag en aanbod van energie sluiten dus niet automatisch op elkaar aan, waardoor dit tot knelpunten in het energienet kan leiden. Daarom is Stedin in de markt op zoek gegaan naar bedrijven die hiervoor een oplossing bieden, zodat onze klanten ook in de toekomst zeker zijn van betrouwbare energielevering. “Voor Stedin is het belangrijk om samen met marktpartijen te leren om de flexibiliteitsmarkt verder te ontwikkelen”, aldus Marjolein Hulsebosch, Strategie & Innovatie Stedin. “We laten met dit initiatief zien dat we de markt optimaal willen faciliteren om de energietransitie te versnellen”.

De komende twee jaar brengt Stedin met drie innovatieve bedrijven de mogelijkheden van flexibiliteit van energie in de praktijk. Sympower gaat door het sturen van warmtepompen en elektrische boilers in huishoudens, onderzoeken of ze de piekbelasting op het net van Stedin kunnen verminderen. Qurrent onderzoekt het effect van variabele energieprijzen op de netbelasting. BAM gaat in samenwerking met Enervalis, in de zogeheten nul-op-de-meter woningen de energiemodules besturen om zo te onderzoeken of ze de piekbelasting kunnen beïnvloeden. 

Duurzaam opgewekte energie groeit, aandeel zon steeds groter

In de najaarsronde voor de Stimuleringsregeling Duurzame Energie 2016 (SDE+) hebben in totaal 2.197 projecten een subsidiebeschikking ontvangen. Een groot deel van het budget  is naar aanvragen gegaan in de categorieën bij- en meestook van biomassa, zon en wind op land. Opvallend is het grote aantal projecten voor zonne-energie, met maar liefst 2047 het hoogste aantal ooit.

Minister Kamp: “Om de transitie van fossiele energie naar duurzame energie te ondersteunen is de Stimuleringsregeling Duurzame Energie een van de belangrijkste instrumenten. Ik ben blij te zien dat nu ook zonne-energie een steeds groter deel van de beschikte projecten uitmaakt. De meest geproduceerde en voordeligste vormen van duurzaam opgewekte energie zijn nu nog verschillende toepassingen van biomassa en windenergie. Omdat steeds meer verschillende technologieën voordelig beschikbaar komen, zoals zonne-energie, zal dat veranderen. Het hoge aantal projecten aan zonne-energie dat nu een positieve beschikking heeft ontvangen, is illustratief voor deze ontwikkeling.”

De SDE+ is zo ingericht dat zoveel mogelijk hernieuwbare energie wordt opgewekt tegen zo laag mogelijke kosten. De regeling prikkelt aanvragers om projecten voor een zo laag mogelijke subsidie in te dienen. Zo is met de tenders wind op zee voor de windparken Borssele, de kostenreductie van 40% die in het Energieakkoord was voorzien voor 2023, al in 2016 gehaald.

Er worden vooraf geen budgetten per techniek bepaald, maar alle toegestane technologieën dingen op basis van kostprijs mee naar een deel van het budget. Dit betekent dat projecten die voor een goedkoper subsidiebedrag inschrijven, meer kans hebben de subsidie te ontvangen. Dit is positief voor de energierekening van burgers en bedrijven en lokt innovatie uit. Overigens is het moment dat de projecten in productie zijn,  pas het moment waarop ze SDE+-subsidie ontvangen.

In totaal is er met de SDE+ rondes, inclusief wind op zee vanaf 2008 tot en met de najaarsronde 2016 in totaal voor 25.314 projecten subsidie toegekend. Ongeveer 28% van deze projecten, is inmiddels gerealiseerd. 55% van de projecten is in de ontwikkelings- of bouwfase. Bij 17% van de projecten waarvoor een subsidiebeschikking is afgegeven is geconcludeerd dat realisatie niet mogelijk bleek. Deze beschikkingen zijn vervolgens ingetrokken. Sommige van deze projecten hebben in latere rondes opnieuw een subsidiebeschikking aangevraagd en gekregen. Dit betreft veelal projecten in de categorieën geothermie, biomassa en zonnepanelen.

Green Deal voor duurzame (water)wegen en spoor

Onlangs heeft de provincie Overijssel samen met vertegenwoordigers van ruim 80 partijen de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 ondertekend. Deze Green Deal heeft als ambitie om duurzaamheid in 2020 een integraal onderdeel te laten zijn van spoor- , grond-, water- en wegenbouwprojecten.

Hiermee dragen de partijen (overheid, markt, kennisinstellingen) bij aan het tegengaan van schaarste van grondstoffen, de opwarming van de aarde en verdere klimaatverandering.
Grasbeton zonder cement

De provincie heeft de Aanpak Duurzaam GWW onder andere toegepast in diverse projectfasen van provinciale wegen. Een concreet resultaat is bijvoorbeeld dat langs een gedeelte van de parallelweg van de N331 (Zwartsluis-Vollenhove) grasbetonstenen zonder cement zijn aangelegd . Dit betekent een CO2 reductie van 80% ten opzichte van traditionele bermverharding.

vrijdag 27 januari 2017

Klimaatwet voor duurzame toekomst

D66 werkt samen met PvdA, GroenLinks, SP en de ChristenUnie met de Klimaatwet aan een duurzame toekomst voor volgende generaties.

Tweede Kamerlid Stientje van Veldhoven: “De klimaatwet is belangrijk voor hoe we de wereld doorgeven aan onze kinderen. Hiermee zetten we een flinke stap om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Het betekent dat Nederlandse bedrijven zekerheid hebben en daardoor investeren in innovatieve technieken en banen voor een schone en duurzame toekomst.”

De Klimaatwet wordt deze week voor behandeling bij de Tweede Kamer aangemeld. De wet legt klimaatdoelen juridisch vast en verplicht de regering om eens in de vijf jaar een klimaatplan te maken waarin wordt opgenomen hoe de doelstellingen gehaald worden. In een jaarlijkse klimaatbegroting krijgt dit nader invulling. De Klimaatwet legt vast dat in 2030 de uitstoot  van broeikasgassen verminderd moet zijn met ten minste 55 procent ten opzichte van 1990. In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen verminderd zijn met ten minste 95 procent ten opzichte van 1990. En in 2050 moet het aandeel duurzame energie honderd procent zijn.

Naar aanleiding van een maatschappelijke consultatie en advies van de Raad van State is de Klimaatwet op enkele punten bijgesteld ten opzichte van het voorontwerp. Zo voorziet de wet in de instelling van een onafhankelijke Klimaatcommissie, die de regering zwaarwegend advies gaat geven over de benodigde CO2-reductie, over de uitvoer van de Klimaatwet en over het effect op werkgelegenheid inclusief scholing en opleiding van werknemers, de ontwikkeling van de economie en het tot stand komen van een eerlijke transitie. De Klimaatwet is nu klaar voor behandeling in de Tweede Kamer.

PV OpMaat: integratie van zonnepanelen in gebouwen efficiënter, mooier én goedkoper

Het Interreg project PV OpMaat is een internationaal consortium van acht kennispartners en een tiental bedrijven die samen werken aan de ontwikkeling en demonstratie van bouwelementen die elektriciteit opwekken uit zonlicht.

PV OpMaat, dat loopt tot en met 2018, heeft een budget van 7 miljoen euro en wordt uitgevoerd in het kader van het Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen–Nederland, met financiële ondersteuning vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de provincies Noord-Brabant, Vlaams Brabant, Vlaams en Nederlands Limburg, het Nederlands ministerie van Economische Zaken, en het ministerie van Noordrijn-Westfalen.

Er wordt onderzocht hoe op maat gemaakte, gekleurde of doorzichtige zonnepaneel elementen reeds in productie volledig geïntegreerd kunnen worden in bouwdelen. Naast projectcoördinator TNO zijn ECN, IMEC, Holst Centre, ForschungsZentrum Jülich, de universiteiten van Eindhoven, Hasselt en Leuven, en ZUYD Hogeschool hierbinnen deelnemers.

De huidige zonnepanelen worden in massa geproduceerd in de vorm van rechthoekige panelen met een door de producent gekozen standaard maatvoering. Voor toepassing op daken en gevels worden deze standaard panelen op de bouwlocatie in een later stadium aan het gebouw toegevoegd.

Doel van het project is om, op basis van nieuw ontwikkelde methoden, de produceerbaarheid van stroom-producerende zonnecelmaterialen van dunne film PV aan te tonen en deze zodanig op maat te produceren dat ze optimaal geïntegreerd kunnen worden in bouwelementen zoals daken, ramen, serres en gevelpanelen. Vooral dunne film zonnecel materialen kunnen rechtstreeks op bouwmaterialen (glas, metaal, kunststof) worden vervaardigd, en binnen Solliance wordt nieuwe technologie ontwikkeld om in massa geproduceerde dunne film zonnecelmaterialen op klantvraag tot op maat gesneden modules te vormen. Deze zonnecelmaterialen kunnen bovendien in uiteenlopende kleuren of translucent gemaakt worden.

Hiertoe zullen in samenwerking met bedrijven demonstratoren worden vervaardigd die binnen het project op testgebouwen beproefd zullen worden, en vergeleken met de huidige standaard technologie. Deze ontwikkeling vormt de opmaat naar steeds grootschaliger toepassing van esthetisch verantwoorde PV voor stroomopwekking in de gebouwde omgeving.

Voorbeelden van dergelijke producten zijn al in de markt, maar de ambitie om de productie afstembaar te maken op specifiek gewenste maatvoering in de bouw is nieuw en speelt in op de groeiende markt voor het renoveren en energiezuinig maken van woningen en gebouwen in antwoord op publiek beleid.

Voertuigen en machines Midden-Drenthe op duurzame brandstof

De dieselvoertuigen en machines, zoals strooiwagens, tractoren en houtversnipperaars. van de gemeente Midden-Drenthe rijden niet langer op diesel maar op Gas to Liquid (GTL). Deze brandstof is veel milieuvriendelijker dan diesel, onder meer omdat  GTL  minder schadelijke stoffen uitstoot en biologisch afbreekbaar is.

“Wij vinden dat wij als gemeente een voorbeeldfunctie moeten vervullen als het gaat om duurzaamheid”, aldus wethouder openbare werken Gerard Lohuis. We zijn dan ook voortdurend op zoek naar mogelijkheden om invulling aan die voorbeeldfunctie te geven. Dat kan op veel manieren: zoals zonnepanelen voor de energievoorziening van het gemeentehuis en een andere manier van afvalverwerking. Maar ook bij de inzet van ons materieel kijken we naar manieren om het milieu minder te belasten. Zo rijden onze kleinere auto’s  al elektrisch of op duurzame brandstof. Met de overgang naar schonere brandstof van onze grotere voertuigen en machines, maken we weer een grote stap.”

Voor de overgang van diesel naar GTL zijn geen aanpassingen aan de voertuigen en machines nodig. Tanken gebeurt op werkplaatsen in Beilen, Smilde en Westerbork, waar de gemeente in totaal 15.000 liter in opslag kan houden.

Oplevering Biogas Netwerk Twente brengt duurzame energievoorziening dichterbij

Met de opening van het Biogas Netwerk Twente is opnieuw een stap gezet om de rol van groen gas in de duurzame energievoorziening te versterken. Het Biogas Netwerk Twente voegt 4 miljoen m3 groen gas aan de bestaande productie van 81 miljoen m3 toe.

De eerste producent die is aangesloten op het nieuwe biogasnetwerk is Gebroeders Oude Lenferink uit Fleringen. Zij kunnen op termijn 6 miljoen m3 biogas produceren. Dit biogas gaat via de transportleiding van Biogas Netwerk Twente naar een centrale opwerkinstallatie in Almelo waar het wordt opgewerkt naar groen gas. Groen gas heeft dezelfde kwaliteit als aardgas zodat het vervolgens ingevoed kan worden in het bestaande gastransportnetwerk van Cogas.  Na opwerking blijft er 4 miljoen m3 groen gas over, genoeg voor een jaar lang comfortabel en duurzaam wonen voor 2.500 huishoudens  in Twente.

Uit de routekaart hernieuwbaar gas uit 2014 blijkt dat er in Nederland in 2030 3,7 miljard m3 biogas kan worden geproduceerd, goed voor 2,2, miljard m3 groen gas. Ulco Vermeulen, lid van de raad van bestuur van Gasunie zegt erover: “Een toename van 4 miljoen m3 groen gas lijkt misschien weinig op de schaal waarin we nu energie voor warmte en industrieën gebruiken. Maar duurzame energie wordt voor een belangrijk deel  bepaald door lokale omstandigheden en lokale initiatieven. Gaandeweg zullen mede op basis van dit soort nieuwe samenwerkingsinitiatieven grotere, onderling verbonden netwerken ontstaan. Daarom zijn stappen als deze zo belangrijk. Tegelijk werken we ook aan innovatieve technologieën die voor de benodigde opschaling van de productie van hernieuwbaar gas kunnen zorgen. Zo kunnen we op termijn fossiel aardgas zoveel mogelijk gaan vervangen door hernieuwbaar gas. Groen gas is een onmisbare component in het verduurzamen van de energievoorziening, met name voor sectoren die moeilijker te verduurzamen zijn, zoals de industrie waarvoor gas een belangrijke grondstof is.

Cogas en Gasunie willen het netwerk op termijn graag uitbreiden met eigen bestaande leidingen. Gerald de Haan, directeur van Cogas zegt hierover: “Er zijn diverse initiatieven in de regio die potentie hebben om in een volgende fase aangesloten te worden op het verder te ontwikkelen biogasnetwerk. Hierdoor ontstaat een ring in Twente waarop meerdere producenten en gebruikers van biogas kunnen worden aangesloten.

Met de centrale opwerkinstallatie is het voor toekomstige producenten een makkelijke stap om zich ook aan te sluiten. De opwerking van het biogas hoeven ze dan niet zelf uit te voeren.

Provincie geeft impuls aan verdere verduurzaming Noord-Hollandse zeehavens

Dankzij een subsidie van de provincie Noord-Holland gaan dit jaar 12 projecten gericht op de verduurzaming van de Noord-Hollandse zeehavens van start.

De projecten leveren een bijdrage aan de verbetering van de luchtkwaliteit, een efficiënter gebruik van de schaarse ruimte in de zeehavens en het stimuleren van de circulaire economie.

De initiatiefnemers gaven op 23 januari jl. samen met de provincie Noord-Holland het startsein voor de uitvoering van deze projecten. Voorbeelden van deze verduurzamingsprojecten zijn een installatie voor het terugwinnen van fosfaat, een installatie voor de verwerking van restladingen van tankschepen en de aanleg van een tankponton voor de alternatieve brandstof LNG.

Gedeputeerde Elisabeth Post: “Investeren in duurzaamheid betekent investeren in toekomstbestendigheid. Dat is van belang voor onze Noord-Hollandse zeehavens, als belangrijke pijlers voor onze economie. Ik ben daarom blij met deze initiatieven en de bijdrage die wij vanuit de provincie kunnen bieden.”

Gezamenlijk ontvangen de initiatiefnemers een bijdrage van de provincie van €3,3 miljoen. Zelf investeren de initiatiefnemers ruim €14,5 miljoen. Door de uitvoering van deze projecten worden de havens van Den Helder en het Noordzeekanaalgebied verder verduurzaamd en meer toekomstbestendig. Tevens kunnen de projecten als inspiratiebron dienen voor andere havens en ondernemers.

donderdag 26 januari 2017

SodM legt gaswinning Vermilion in Wapse stil

Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft afgelopen maandag 23 januari Vermilion gesommeerd diezelfde dag de gaswinning in Wapse te stoppen.

Vermilion heeft niet langer een omgevingsvergunning voor deze gaswinningslocatie nadat deze vergunning op 17 januari 2017 door de rechter is vernietigd. Zonder omgevingsvergunning mag Vermilion hier geen gas winnen. Vermilion heeft bij SodM aangegeven niet voornemens te zijn om, lopende de bezwaar en beroepsperiode, de productie stil te leggen waarop SodM afgelopen maandag heeft ingegrepen. Vermilion heeft diezelfde dag bevestigd dat zij de productie heeft beëindigd.

Om te voorkomen dat Vermilion de productie toch weer opstart heeft SodM een Last onder dwangsom opgelegd. Indien Vermilion toch gas wint vanuit de locatie Wapse, zal Vermilion een dwangsom verbeuren van € 1,= per gewonnen m3 aardgas (bij 1 bar en 273 K), met een maximum van € 10.000.000,=. Daarnaast kan in dat geval tegen Vermilion proces verbaal worden opgemaakt en strafrechtelijke vervolging worden ingesteld.

Apeldoorn opent energieloket ‘Energiek Wonen’

Wethouder Mark Sandmann heeft gisteren het nieuwe energieloket van de gemeente Apeldoorn ‘Energiek Wonen’ geopend. Apeldoorn heeft al lang de wens om een energieneutrale gemeente te worden. Dat betekent besparen op het verbruik en meer duurzame energie opwekken.

Bij Energiek Wonen kunnen woningeigenaren die in de gemeente Apeldoorn wonen kosteloos terecht met hun vragen over energie. De adviseurs van Energiek Wonen hebben veel kennis van het zelf opwekken van energie, energiebesparende maatregelen in huis en van subsidies en leningen. Samen met de woningeigenaar maken de adviseurs een plan voor de woning, compleet met mogelijkheden voor financiering.

De adviseurs van Energiek Wonen werken intensief samen met de energiecoaches. Deze vrijwilligers gaan bij de mensen thuis in gesprek over de woning en het energiegebruik. Zij geven informatie over besparingsmogelijkheden en kunnen bijvoorbeeld met een warmtecamera laten zien waar de woning warmte verliest.

Energiek Wonen is gevestigd in de Kavels+Panden winkel, Marktplein 33. Wilt u meer informatie over Energiek Wonen en de energiecoaches? Kijk op www.apeldoorn.nl/energie.

ProRail ondertekent Green Deal

Dinsdag 17 januari heeft Pier Eringa namens ProRail als een van de ruim tachtig partijen uit grond- weg- en waterbouwsector de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 ondertekend. De ambitie hierbij is dat duurzaamheid in 2020 een volledig geïntegreerd is in de werkwijze bij spoor- , grond-, water- en wegenbouwprojecten.

Met de Green Deal spreken de ondertekenaars af langdurig samen te werken aan duurzaamheid en mede daardoor meer circulair te zijn en de klimaatdoelstellingen van Nederland te behalen. De sector wil in 2030 50% minder gebruik maken van primaire grondstoffen en een CO2 reductie bewerkstelligen in 2020 van 20% ten opzichte van 1990.

De acties uit de eerste Green Deal hebben inmiddels geleid tot toepassing van de Aanpak Duurzaam GWW bij spoorprojecten van ProRail. Het eerste duurzame project was Bunnik. We hebben daar onder andere duurzaam beton toegepast en een CO2 reductie behaald. Groningen was een groter project. Daar zijn we samen met partners - met ieder weer eigen duurzaamheidsdoelstellingen - tot een groot aantal duurzaamheidsmaatregelen zijn gekomen. ProRail hergebruikt in Groningen onder andere materialen voor het opstelterrein. Daardoor realiseren we ook nog eens een kostenbesparing en dat geld kunnen we weer inzetten om andere duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren.

Er wordt overigens vaak onterecht gedacht dat duurzaamheid extra geld kost, dat hoeft niet het geval te zijn. Bovendien kijken we ook naar de maatschappelijke waarde: wat levert het op, op verschillende vlakken van people, planet en profit. Zo kun je denken aan energie en klimaat, materiaalgebruik, maar ook iets als hinder op het vlak van people en ecologie en natuur op het vlak van planet.

ENGIE en EnergyVille werken aan de slimme energiesystemen van de toekomst

ENGIE Benelux, het ENGIE Labs netwerk en de onderzoekspartners van EnergyVille, KU Leuven, VITO en imec hebben vandaag in het gebouw van EnergyVille in Genk (België) een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. De overeenkomst houdt een innovatieve samenwerking in op het gebied van slimme energiesystemen voor de toekomst.

ENGIE Benelux, via ENGIE Electrabel, en de ENGIE Labs, via ENGIE Lab Laborelec (het belangrijkste R&D-centrum van ENGIE, gevestigd in België), werken al lang succesvol samen met de EnergyVille onderzoekspartners: De afgelopen jaren werd vooral gezamenlijk onderzoek gedaan naar netbalancering, in het bijzonder in het kader van het Linear-project (algemeen gecoördineerd door VITO en samen met KU Leuven uitgevoerd), waarbij werd bestudeerd hoe nieuwe, hernieuwbare en fluctuerende energiebronnen kunnen worden afgestemd op de vraag van de eindgebruikers.

Recentere samenwerking leidde tot de oprichting van een gezamenlijk KU Leuven / ENGIE 3D Printing Lab en Fab Lab (met focus op het printen van metalen onderdelen) en tot de technische ondersteuning van ENGIE Labs aan het Belgische Solar Car team dat geleid wordt door studenten van KU Leuven.

Het onderzoek richt zich op de toekomstige energie-ontwikkelingen binnen de residentiële woningen, gebouwen, industrie en slimme netten, evenals op de verdere integratie van hernieuwbare energie en de samenwerking tussen verschillende energievectoren.

TenneT versterkt elektriciteitsnet Zeeuws-Vlaanderen

In Zeeland wordt gewerkt aan de versterking van het elektriciteitsnet om de leveringszekerheid voor Zeeuws-Vlaanderen te vergroten. Hiervoor worden nieuwe 150 kV-kabels aangelegd tussen het 150 kV-station Goes de Poel en Ellewoutsdijk en tussen de Willemskerkeweg in te Terneuzen en 150 kV-station Westdorpe.

Het 150 kV-net in Zeeuws-Vlaanderen is verbonden met de rest van het 150 kV-net van Zeeland via twee 150 kV-verbindingen tussen de 150 kV-stations Borssele en Terneuzen. Onderdeel van deze 150 kV-verbindingen zijn twee 150 kV-kabels door de Westerschelde.

De bestaande 150 kV kabels door de Westerschelde worden op een andere manier aangesloten. Hierdoor is het niet nodig om nieuwe kabels aan te leggen door de Westerschelde.

Met deze oplossing wordt het 150 kV-net toekomstbestendig gemaakt en de leveringszekerheid voor Zeeuws-Vlaanderen vergroot.

Voor de nieuwe ondergrondse 150 kV-verbinding is een voorkeurstracé uitgewerkt. Dit tracé is zorgvuldig gekozen op basis van een aantal criteria. Zo wordt onder andere gekeken naar de veiligheid, de leveringszekerheid, het milieu, de toekomstvastheid en de kosten en de relatie tot de omgeving.

woensdag 25 januari 2017

'Gasbaten naar windmolens en zonne-energie'

Het Kabinet moet de gasbaten in een speciaal fonds stoppen en daaruit windmolens en zonneparken betalen. Dat zegt NAM-directeur Gerald Schotman in een interview met het AD.

Nu lopen de gasbaten nog in de miljarden en kunnen we investeren in de energiewinning van de toekomst, zegt Schotman. 'Laten we het gas linksom én rechtsom gebruiken. Linksom als transitiebrandstof en rechtsom door de opbrengsten voor het versnellen van onze verduurzaming te gebruiken. Het is een idee, besluiten hierover zijn uiteraard aan de politiek'.

Volgens Schotman moet het Kabinet meer haast maken met verduurzaming. Zo moeten ook de vijf resterende kolencentrales zo spoedig mogelijk dicht. Het Kabinet wil die voorlopig open laten, ook al omdat sluiting miljarden kost.

Inwoners omgeving Emmen willen 'periode van bezinning' over windmolens

Leden van de dorps- en wijkbelangenverenigingen in Barger-Compascuum, Noordbarge, Erm, Sleen en Delftlanden vragen de gemeente Emmen om nog iets langer na te denken over het bouwen van windmolens in de gemeente.

De groep wil dat in Zuidoost-Drenthe wordt gekeken naar alternatieven voor windmolens. Ook in de gemeente Emmen bestaat er grote weerstand tegen de plaatsing en bouw van windparken, schrijft de groep in de brief aan het college en de gemeenteraad, waaruit RTV Drenthe citeert.

De groep roept de gemeente daarnaast op de zoektocht naar duurzame energie op regionaal en grensoverschrijdend niveau op te pakken.

Provincie trekt beroep tegen aanleg zonnepark Marum in

De provincie trekt het beroep in dat zij had ingesteld tegen de aanleg van zonnepark Alberdaheerd in Marum. Het beroep was aangetekend omdat het zonnepark niet voldeed aan de regels zoals die in de Omgevingsverordening staan. De provincie wil echter ook de overgang naar het gebruik van duurzame energie versnellen en heeft daarom in goed overleg met de gemeente Marum een aantal voorwaarden afgesproken, waaronder het zonnepark toch gerealiseerd kan worden. Beide overheden zijn blij gezamenlijk een werkwijze te hebben gevonden, zodat het zonnepark er alsnog kan komen.
Ruimte voor gemeenten

Het bedrijf Solarfields wil op de locatie grenzend aan de geplande nieuwbouwwijk Alberdaheerd, ten zuidoosten van Marum, een zonnepark aanleggen van bijna 8 hectare. Het zonnepark kan ongeveer een op de drie inwoners van Marum van stroom voorzien. De provincie wil de komende jaren werk maken van de overgang naar duurzame energie (de energietransitie) en heeft daarom in de Omgevingsverordening ruimte gegeven aan gemeenten om gemakkelijker en sneller zonne-energie te realiseren.


Om het park toch te realiseren heeft de provincie met de gemeente Marum een aantal afspraken gemaakt. Een van de voorwaarden is dat de gemeente binnen afzienbare tijd de woningbouwplannen aan de noordzijde van de Alberdaheerd, vastlegt in het bestemmingsplan. Zo sluit het zonnepark in de toekomst in ieder geval aan op het stedelijk gebied, waarmee het voldoet aan de regels van de Omgevingsverordening. Een andere voorwaarde is dat de gemeente Marum samen met Solarfields en de provincie een plan uitwerkt om het zonnepark zo goed mogelijk in te passen in de omgeving. Hierbij moet rekening worden gehouden met het kenmerkende coulisselandschap, met de heggen en houtwallen.

'Nieuw wetsvoorstel leidt tot 3x meer schadelijke biobrandstoffen'

Nederland telt in 2020 bijna drie keer meer schadelijke biobrandstoffen dan nu als het kabinet haar nieuwe biobrandstoffenbeleid doorvoert. Dat blijkt uit berekeningen van Natuur & Milieu. Met name biodiesel uit voedselgewassen is zeer schadelijk: 80% meer klimaatschade dan fossiele diesel.

“Een vreemd wetsvoorstel dat meteen van tafel moet,” aldus Maarten van Biezen, hoofd Mobiliteit bij Natuur & Milieu. “Biobrandstoffen zijn bedoeld om klimaatschade van fossiele brandstoffen te beperken. Dit voorstel veroorzaakt juist extra schade aan natuur en klimaat.” Natuur & Milieu vraagt samen met andere maatschappelijke organisaties om aanpassing van dit voorstel: voorkom groei van biobrandstoffen uit voedsel en stimuleer vooral biobrandstoffen uit afval en reststromen. Vandaag vergadert de Tweede Kamer over dit onderwerp.

Twee maatregelen uit het wetsvoorstel leiden tot de stijging van biobrandstoffen uit voedselgewassen: als eerste verdwijnt de dubbeltelling voor (milieuvriendelijke) brandstoffen uit afval. Momenteel telt afval dubbel ten opzichte van voedsel, waardoor het een hogere marktwaarde krijgt. Zonder deze dubbeltelling is er meer biobrandstof nodig én verliest biobrandstof uit afval zijn hogere marktwaarde.

De tweede maatregel uit het voorstel is dat het verplichte bijmengpercentage biobrandstoffen stijgt naar 8,4%. Om aan deze eis te voldoen, mag het aandeel (goedkope) voedselgewassen stijgen naar 5%. Nu is het aandeel biobrandstoffen uit voedselgewassen ‘slechts’ 1,8%. Van Biezen: “Twee foute maatregelen dus. Voedsel hoort niet thuis in een tank.”

Biodiesel uit voedsel levert gemiddeld 80% meer klimaatschade op dan fossiele diesel. Het meest schadelijk is biodiesel uit palmolie: dat is drie keer schadelijker voor het klimaat dan fossiele diesel, blijkt uit eerder onderzoek. Hierdoor leidt de huidige bijmengverplichting juist tot extra klimaatemissies voor de transportsector dan nu gerapporteerd wordt.

Ook levert de productie uit voedselgewassen serieuze sociale- en milieuproblemen op, zoals concurrentie met voedsel, schade aan biodiversiteit, ontbossing, landroof en afname van de bodemvruchtbaarheid, zo blijkt uit rapportages van Oxfam Novib en Action Aid.

Biobrandstoffen uit afval en reststromen leveren echter flinke klimaatwinst op. Van Biezen: “Biobrandstoffen blijven van cruciaal belang om onze transportsector te verduurzamen. Maar dan wel op de goede manier. Hoog tijd dus dat de overheid inzet op een snelle uitfasering van schadelijke biobrandstoffen en inzet op geavanceerde biobrandstoffen uit afval en biomassa uit de zee.”

Peter Molengraaf enkele maanden afwezig voor sabbatical

Vanaf 13 maart tot eind augustus zal Peter Molengraaf, voorzitter van de Raad van Bestuur van Alliander, afwezig zijn voor een sabbatical. Hij is nu bijna acht jaar voorzitter van de Raad van Bestuur. Peter Molengraaf: "Ik ben het bedrijf, en in het bijzonder de Raad van Commissarissen en mijn collega’s in de Raad van Bestuur dankbaar dat ze mij hier toe de gelegenheid geven."

"Ik ben van plan veel nieuwe kennis op te doen. Veel tijd en rust te nemen voor reflectie. Maar ook veel te genieten van mijn gezin." Begin september komt Peter Molengraaf weer terug.

Tijdens de afwezigheid van Peter Molengraaf vormen Ingrid Thijssen en Mark van Lieshout de Raad van Bestuur. Ingrid Thijssen neemt ad interim het voorzitterschap op zich.

dinsdag 24 januari 2017

Nieuw plan voor zonnepark in Veenkoloniën

Er is een nieuw plan voor een zonnepark in de Drentse Veenkoloniën. Het plan komt van het Friese bedrijf Groen Leven dat zonne-energiesystemen maakt, meldt RTV Drenthe.

Het plan is dat de zonnepanelen vooral op akkers komen, maar ook op grote daken van akkerbouwers. Die krijgen daarvoor een vergoeding. Het plan omvat in eerste instantie een oppervlakte van 340 hectare aan zonnepanelen.

Volgens Groen Leven staat de vergunningsaanvraag al klaar.

Inwoners van Zwaagdijk woest over windmolens

Inwoners van Zwaagdijk hebben bij een commissievergadering van Provinciale Staten geprobeerd opnieuw te voorkomen dat windmolenpark Westfrisia wordt gebouwd.

Volgens hen zouden de initiatiefnemers zelfs handtekeningen hebben afgedwongen door te dreigen met miljoenenclaims, meldt RTV Noord Holland.

Op grond van de kerk moeten twee van de vijf windmolens verrijzen. Een afspraak waar het kerkbestuur eind vorig jaar graag van af wilde. Onder de druk zou het bestuur zijn gezwicht en een contract hebben ondertekend. Dit tot woede van de tegenstanders van het windmolenpark. 'Ik vind dit soort mafiapraktijken passen binnen een bananenrepubliek, maar niet binnen onze democratie.'

De windmolenbouwers ontkennen de beschuldigingen.

Energielabel A-kantoren verbruiken 50 procent minder gas

Er is veel spreiding in gasverbruik door leegstand en het verkeerd inregelen van klimaatinstallaties. Zo verbruiken kantoren met een energielabel A tot 50 procent minder gas dan kantoren met een G-label. Wel blijkt het elektriciteitsverbruik van label A-kantoren hoger te liggen. Dat blijkt uit grootschalig onderzoek van ECN in opdracht van RVO.

Het verband tussen het energielabel en het wérkelijk gemeten energieverbruik van kantoren is niet eerder op deze grootschalige manier onderzocht. ECN heeft samen met CBS de gegevens van de energielabeldatabase van ca. 1.000 kantoren gekoppeld aan het werkelijke gas - en elektriciteitsverbruik van dezelfde kantoren. Hierbij is in de analyse rekening gehouden met de kantoorgrootte. 

In onderstaande figuur wordt de gas-intensiteit gegeven voor de gelabelde kantorenvoorraad tot en met 1975. Hieruit volgt duidelijk de afname van het gasverbruik richting een verbeterd label.

De voornaamste conclusie: in een A-label kantoor wordt gemiddeld 50 procent minder gas verbruikt dan in een G-label kantoor. Per vierkante meter gebruiksoppervlakte kantoor is het verschil in verbruik 7,5 m3 gas. Dit terwijl het energielabel uitgaat van een theoretisch verschil van 27 m3 per vierkante meter.
ECN is initiatiefnemer en hoofdopsteller van het rapport. Jeffrey Sipma, onderzoeker bij ECN, geeft uitleg: ‘Dat het werkelijke verbruik afwijkt van het theoretische label, wisten we al. Nieuw is dat we de verschillen beter kunnen verklaren. Zo is een belangrijke oorzaak de gedeeltelijke leegstand van met name oudere kantoren. Sommige kantoren zijn maar voor de helft of tweederde bezet. Een tweede verklaring voor de grote spreiding in gasverbruik zijn verkeerd ingeregelde klimaatinstallaties. Kantoren worden tegelijkertijd gekoeld en verwarmd of de klimaatinstallaties draaien in de avond of het weekend gewoon door. Daar houdt sofware geen rekening mee’, besluit Sipma. 

Uit eerder onderzoek van ECN blijkt dat het goed inregelen van klimaatinstallaties in kantoren Nederland 20 tot 30 petajoule kan besparen.  Eerder onderzoek door derden wees al uit: een energielabel A-kantoor verbruikt meer elektriciteit dan een label G-kantoor per m2 gebruiksoppervlakte. Dit onderzoek bevestigt nogmaals: modernere A-label kantoren verbruiken gemiddeld 15 kilowattuur meer per vierkante meter dan oude, label G-kantoren. 

Sipma ziet een logische verklaring: ‘De betere kantoren behoren efficiënter te zijn ingericht, met gemiddeld minder vierkante meter per werknemer. Dat leidt in de regel tot een hogere bezettingsgraad en intensiever gebruik van de kantoorruimte, dus meer laptops, PC’s, kopieerapparaten en een uitgebreidere ICT-serverruimte. Organisaties met vierkante meters aan serverruimte in eigen beheer, verbruiken met die vierkante meter tot een factor dertig meer elektriciteit dan organisaties die hun serverdiensten hebben uitbesteed aan een datacentrum’. Daarnaast gebruiken nieuwere kantoren waarschijnlijk meer elektriciteit voor ruimtekoeling en ventilatie. 

Sipma ziet zeker het belang van een energielabel voor de kantorenmarkt. ‘Het energielabel ligt onterecht vaak onder vuur. Dit onderzoek bewijst juist de waarde van het energielabel. Dat het label niet het daadwerkelijk verbruik precies kan voorspellen, wisten we al. Maar het label bevestigt een waarneembare verbruikstrend in de uitkomsten. Naarmate de gelabelde voorraad toeneemt, worden de verbruiksgegevens nog betrouwbaarder, zo verwachten we’, aldus Sipma.

Onderzoek naar gebruik ‘groene waterstof’ in raffinageproces

TNO, Stedin, Smartport, Uniper, BP Refinery Rotterdam en Port of Rotterdam gaan de technische en economische haalbaarheid van een power-to-gas fabriek op de BP Rotterdam raffinaderij onderzoeken en de noodzakelijke aanpassing in de regelgeving. Hiervoor ondertekenen de genoemde partners op 18 januari 2017 een samenwerkingsovereenkomst. De zes partijen partijen gaan onderzoeken hoe duurzaam opgewekte elektriciteit, omgezet in waterstof, kan worden toegepast bij de productie van brandstoffen.

Met name door de realisatie van windparken op de Noordzee komt de komende decennia veel ‘groene stroom’ beschikbaar die via het netwerk van Tennet onder andere op de Maasvlakte aan land komt. Door elektrolyse kun je met deze stroom watermoleculen splitsen in zuurstof en waterstof. Dat laatste is op verschillende manieren toepasbaar. Het kan worden gebruikt als transportbrandstof en het kan worden bijgemengd in het gasnetwerk. Een voordeel van waterstof is dat het makkelijker kan worden opgeslagen dan elektriciteit waardoor pieken in de productie van wind- en zonne-energie opvangen kunnen worden. Daarnaast is waterstof toepasbaar in industriële processen zoals waar dit onderzoek zich op richt.

Het onderzoek moet medio 2017 zijn afgerond.

maandag 23 januari 2017

Nieuwe drie-in-een-regeling ‘Duurzaam Thuis’ van start

Eigenaar-bewoners of huurders van een bestaande koop- of huurwoning kunnen voor maatregelen ten behoeve van energiebesparing, duurzame energieopwekking en het verbeteren van de levensloopbestendigheid van hun woning de nieuwe stimuleringslening Duurzaam Thuis aanvragen. Ook de kosten voor het verwijderen van asbest mogen meegefinancierd worden als het gaat om voorbereidende maatregelen om levensloop- en/of duurzame maatregelen te treffen.

Duurzaamheidsmaatregelen zijn bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen, een warmtepomp of het aanbrengen van gevel- of dakisolatie. Levensloopbestendigheid betreft  woningaanpassingen om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen, zoals het vergroten van de deurbreedte, verwijderen van drempels  of zelfs het realiseren van een mantelzorgwoning op het eigen perceel.

Deze lening is een samenvoeging van de stimuleringsregeling levensloopbestendigheid en de succesvolle duurzaamheidslening, waarvan er inmiddels bijna 5.000 zijn verstrekt. Daan Prevoo, gedeputeerde voor Energie: “Dat komt neer op een bedrag van ongeveer € 40 miljoen aan verstrekte leningen. Hiermee is bijna 120.000 gigajoule energie opgewekt, ruim 10.000 ton CO2 bespaard en circa 190 werkplekken aan werkgelegenheid gecreëerd. Een enorme versnelling ten opzichte van de afgelopen jaren. Langer zelfstandig thuis wonen én minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen zijn maatschappelijke ambities die investeringen vergen. Daarbij kunnen Limburgers vanaf heden nóg meer ondersteuning krijgen.’’

Voor de regeling Duurzaam Thuis is ruim 70 miljoen euro beschikbaar.

Goed advies helpt huishoudens geld besparen op energie

Met een advies op maat kunnen huishoudens geld besparen op hun energierekening en bijdragen aan klimaatdoelen. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van ECN naar ‘energiearmoede’: huishoudens die een energierekening hebben die eigenlijk te hoog is voor hun inkomen. Ruim 750.000 huishoudens in Nederland hebben moeite om maandelijks de energierekening te betalen.

Steeds meer gemeenten, (energie)bedrijven en NGO’s ontwikkelen projecten op het gebied van energiearmoede. Zij willen op die manier huishoudens met een laag inkomen helpen efficiënter met energie om te gaan, bijvoorbeeld door het geven van voorlichting of het aanbieden van energiebesparende materialen. Het afgelopen jaar deed ECN samen met een aantal andere partijen onderzoek naar de effectiviteit van projecten gericht op het bestrijden van energiearmoede.

Uit het onderzoek blijkt dat er door middel van een goed advies winst te behalen valt. “Huishoudens met lage inkomens blijken gemiddeld honderd euro per jaar te kunnen besparen op de energierekening”, zegt Koen Straver, projectleider van ECN. "Dat is goed voor de portemonnee én het milieu."  Daarnaast is gebleken dat het kan bijdragen aan de werkgelegenheid, door het opleiden van werkzoekenden tot energieadviseurs. “Hiermee snijdt het mes aan drie kanten.”

Al in 1973 deed toenmalig minister van Economische Zaken Ruud Lubbers tijdens de oliecrisis de oproep aan alle Nederlanders om hun gordijnen 's avonds dicht te doen. Hij had gelijk: deze eenvoudige maatregel staat in de top vijf van tips om je energierekening te verlagen. Ook met andere simpele maatregelen, zoals tochtstrips plakken of ‘s nachts de verwarming lager zetten kunnen huishoudens veel geld besparen. Hoewel deze maatregelen op het eerste gezicht voor de hand liggen, is de praktijk weerbarstiger: alleen maar opsommen wat men kan besparen is niet voldoende. Het blijkt dat bijvoorbeeld door rekenvoorbeelden, herhaling en de koppeling te maken met motivaties van niet-energie gerelateerde onderwerpen huishoudens sneller tot actie overgaan.

Om gemeenten, woningbouwverenigingen en energiemaatschappijen te helpen om energiearmoede effectief aan te pakken is een online toolkit ontwikkeld. Deze wordt samen met de Rapportage Energiearmoede op 18 januari aangeboden aan wethouder duurzaamheid Lot van Hooijdonk van de gemeente Utrecht tijdens een symposium over energiearmoede waar de resultaten worden besproken. 

Het onderzoek naar energiearmoede werd uitgevoerd onder leiding van ECN in samenwerking met Alliander, Eneco, EnergieFlex, Wijksteunpunt Wonen, Gemeente Utrecht en Tertium. Het werd mede gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken vanuit de Topsector Energie.

Lancering energieplatform ARISE

Met een interactief symposium in het DesignLab van de Universiteit Twente werd donderdag 19 januari het duurzaamheids- en energienetwerk ARISE (Advanced Research on Innovations in Sustainability and Energy) gelanceerd.

ARISE is een Twents getint kennisplatform voor de ontwikkeling van duurzame innovaties voor energie-efficiënte slimme steden. Het onderzoek binnen ARISE moet leiden tot de optimale integratie van duurzame, energie-efficiënte oplossingen in productontwikkeling, gebouwen en lokale infrastructuur.
ARISE is in het leven geroepen door een team van UT-onderzoekers van de faculteit Engineering Technology (ET) en het programma Science Based Engineering (SBE) van de UT. Inmiddels zijn ook andere faculteiten, het DesignLab en externe organisaties aangehaakt. Het team werkt samen met instellingen en bedrijven uit Europa, Noord- en Zuid-Amerika en Azië. Samen met die partners wordt gefocust op de vertaling van fundamentele, wetenschappelijke uitkomsten naar toepassingen in de maatschappij.

Wetenschappers van de Universiteit Twente, studenten, bedrijven, Kennispark Twente en Oost NV brainstormden tijdens het symposium over de thema’s duurzame energie en circulaire economie.
Prominente sprekers als UT-alumnus Daniël Poolen (tv-presentator en oprichter The Plastic Soup Enteprise), Albert Molderink (UT/Ipsum Energy), Joost Kuijper (Province Overijssel) en Gerrit Bruggeman (RTB, The Valley) inspireerden de deelnemers.

“Er heerste een goede sfeer en er was veel enthousiasme”, zegt ARISE-coördinator prof. Angele Reinders. “De workshops waren enerzijds vrij inhoudelijk met stevige engineering-onderwerpen, maar de creatieve denkwijze zoals we die veel meemaken in het DesignLab, maakte het voor iedereen inzichtelijk. Er zijn al veel goede ideeën ontstaan. We verwachten een mooie toekomst voor ARISE.”

vrijdag 20 januari 2017

Windenergie grote winnaar in groeiende groene stroommarkt

De totale vraag naar groene elektriciteit blijft groeien. Dat blijkt uit de door CertiQ gepubliceerde jaarstatistieken over 2016. Er zijn in 2016 voor meer dan 48 TWh aan certificaten afgeboekt. Dit is een groei van 10% ten opzichte van het vorige recordjaar 2015 (42,7 TWh).

De vraag naar windenergie is enorm gegroeid met 9 TWh: een toename van ruim 70% t.o.v. 2015. De import van elektriciteit-GvO's uit wind volgde dit patroon, en kwam uit op 15,8 TWh. Dit ten koste van energie opgewekt met buitenlandse waterkrachtcentrales.

De totale import van garanties van oorsprong groeide ook en kwam uit op 37,5 TWh in 2016 t.o.v. 34,3 TWh in 2015. Daarbij valt vooral de toename van import van certificaten uit Italië en Denemarken op. Ook de uitgifte van garanties van oorsprong is in 2016 gegroeid: van 13,1 TWh in 2015 naar 14,4 TWh. Er werd vooral meer elektriciteit geproduceerd uit wind. In 2016 is het geregistreerde vermogen voor wind op land en op zee in Nederland gegroeid tot boven de 4 GW.

Grootste zonnepark van Nederland in gebruik genomen in Delfzijl

In Delfzijl is het grootste zonne-energiepark van Nederland ingewijd. Het park ligt in het havengebied Oosterhorn en is 30 hectare groot. Er staan zo'n 120.000 zonnepanelen, waarmee ongeveer 7.500 huishoudens van groene energie kunnen worden voorzien. In het park, dat ontwikkeld is door het Duitse bedrijf Wirsol, is in totaal 40 miljoen euro geïnvesteerd. De feestelijke opening op 19 januari werd onder meer bijgewoond door bestuurders van de provincie, gemeente Delfzijl en Groningen Seaports. 
Energietransitie

De opening van het park geldt voor de provincie als een belangrijke stap in de energietransitie, de overgang naar het gebruik van duurzame brandstoffen. "We willen in 2035 21 procent duurzame energie gebruiken en in 2035 60 procent", aldus gedeputeerde Fleur Gräper-van Koolwijk. "En dat moeten we zo zien in te passen in ons landschap dat het leefbaar en herkenbaar blijft. We juichen de opening van dit grootste zonnepark van Nederland dan ook van harte toe".

donderdag 19 januari 2017

'Kolenbesluit Kamp en Dijksma is ramp voor het klimaat'

Het kabinet laat het besluit over de toekomst van de Nederlandse kolencentrales over aan een volgende regering. Dat blijkt uit een brief die minister Henk Kamp (Economische Zaken) donderdag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Alle kolencentrales in Nederland sluiten is te duur en levert te weinig milieuwinst op. De vijf resterende kolencentrales blijven zeker tot 2030 elektriciteit produceren, al dan niet met biomassa. Grenpeace vindt het besluit een ramp.

De rechtbank bepaalde vorig jaar in een zaak aangespannen door Urgenda dat Nederland op dat moment te weinig deed om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan.

'Minister Kamp en staatssecretaris Dijksma gaan met dit besluit volkomen voorbij aan het Urgenda-vonnis, de klimaatafspraken van Parijs en het brede politieke én maatschappelijke draagvlak voor het sluiten van deze CO2-kanonnen', aldus Willem Wiskerke, campagneleider klimaat en energie bij Greenpeace. De milieuorganisatie wil dat alle kolencentrales voor 1 januari 2020 sluiten.

Het is nu aan de Tweede Kamer om in te grijpen. Een meerderheid in de Tweede Kamer is voor een kolenexit, zegt Wiskerke. De maatschappelijke druk om de centrales te sluiten zal blijven toenemen. De hete aardappel doorschuiven naar een volgend kabinet verandert daar niets aan.

Zonder het sluiten van alle kolencentrales in 2020 gaat Nederland de afgesproken klimaatdoelstellingen niet halen, zo concluderen de klimaatwetenschappers van het NewClimate Institute. Staatssecretaris Dijksma zette dit jaar haar handtekening onder het klimaatakkoord van Parijs, maar zelfs de eerdere toezegging dat de oudere kolencentrales van NUON en RWE gesloten zouden worden, wordt nu niet meer nagekomen.

Opvallend is dat uit het rapport over de gevolgen van het sluiten van kolencentrales, kan worden geconcludeerd dat Nederland het Urgenda-doel van 25 procent minder CO2 in 2020 niet gaat halen. Nederland gaat volgens het rapport in 2020 veel meer stroom exporteren, waardoor de CO2-uitstoot veel hoger blijft dan het kabinet verwacht. Het rapport concludeert ook dat de stijging van de energiekosten bij het sluiten van alle kolencentrales beperkt blijft tot slechts 14 euro per huishouden per jaar en dat de leveringszekerheid geen gevaar loopt.

PvdA-Kamerlid Jan Vos wil overigens dat de eisen voor kolencentrales de komende jaren worden aangescherpt, zodat er in 2020 twee centrales dicht moeten en in 2030 de laatste drie.

Eneco krijgt belang in LichtBlick

Eneco heeft een belang van 50 procent genomen in LichtBlick. Dit Duitse energiebedrijf handelt in groene stroom en software en ontwikkelt duurzame energieoplossingen.

De bedrijven willen met groene en digitale diensten verder groeien in Duitsland, Nederland en andere landen in Europa.

LichtBlick levert groene stroom aan meer dan 645.000 klanten.

Eneco maakte niet bekend hoeveel er voor het belang in LichtBlick wordt betaald.

Gezamenlijk plan van 50 miljoen voor economie regio Arnhem-Nijmegen

Samen met de provincie investeren de gemeenten Arnhem en Nijmegen de komende twee jaar bijna €50 miljoen in de economie van de regio Arnhem-Nijmegen. De drie overheden zien vooral kansen op het gebied van gezondheidstechnologie en energie, twee sectoren waar de regio sterk in is. Ook krijgen beide binnensteden een impuls.

Bea Schouten, gedeputeerde gebiedsopgaven: 'We bundelen onze krachten voor hetzelfde doel: banen creëren door de sterke kanten van de regio verder te versterken. Een mooie stap.'

De investeringen in de sectoren gezondheidstechnologie en energie richten zich vooral op de locaties waar dit type bedrijvigheid plaatsvindt. In Arnhem is dat Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in combinatie met de hogescholen HAN en Van Hall Larenstein. In Nijmegen gaat het om Campus Heijendaal en de Novio Tech Campus.

Levendige binnensteden zijn belangrijk voor de economie. Daarom investeren we samen bijna €25 miljoen in beide binnensteden, bovenop wat beide gemeenten al deden. Voor beide binnensteden gaan we de verbinding met het station en de verbinding met de groene omgeving verbeteren.

De binnensteden van Arnhem en Nijmegen verschillen van elkaar in karakter en aanbod. Dat willen we versterken. In Nijmegen gaat daarom geld naar onder meer het stationsgebied en het Valkhofkwartier. In Arnhem investeren we onder meer in de ontwikkeling van het Bestuurskwartier en een Creatieve Corridor.

Waarnemend burgemeester Boele Staal van Arnhem, de Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls en commissaris van de Koning Clemens Cornielje ondertekenden op 12 januari 2017 een akkoord. Daarin spraken ze af om minstens 10 jaar vast te houden aan de ingezette koers om de economie van de regio te versterken.

Avri-contract voor zonnepark 9,3 megawatt

Met het tekenen van een contract voor de aanleg van 34.000 zonnepanelen, nam Avri onlangs de laatste grote stap in het realiseren van een zonnepark bij Geldermalsen. Het park wordt aangelegd door de bouwcombinatie Solarfields / IB Vogt, in opdracht van Avri-realisatie BV. Het heeft een vermogen van 9,3 megawatt, wat gelijk staat aan het elektriciteitsverbruik van 2.700 huishoudens. Hiermee wordt het een van de grotere zonneparken in Nederland, met een oppervlakte van 12 hectare, oftewel 18 voetbalvelden. Met het park wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de productie van schone en hernieuwbare energie in Rivierenland en het terugdringen van de uitstoot van CO2.

De laatste stap die nog genomen moet worden is de financiering van de aanleg van het park. Op hoofdlijnen is hier al overeenstemming over met de banken. Definitieve overeenstemming wordt waarschijnlijk in februari 2017 bereikt.

De bouw van het park start in het voorjaar van 2017. De panelen worden zo aangelegd dat ze geen hinderlijke schittering veroorzaken voor automobilisten op de A15. Omdat de stortplaats door inklinking plaatselijk nog kan verzakken zijn de panelen verstelbaar. Mochten verzakkingen plaatsvinden, dan kunnen de panelen beter op de zon gericht worden. In augustus 2017 wordt het park opgeleverd.

Met de bouw van het zonnepark krijgt de oude afvalstortplaats een nieuwe en waardevolle bestemming voor de toekomst. Er wordt nog onderzocht of er mogelijkheden er zijn om inwoners van Rivierenland financieel te laten participeren in de aanleg van het park, waarmee ze mede-eigenaar kunnen worden tegen een aantrekkelijk rendement.

woensdag 18 januari 2017

'Vertrouwen in toekomst Groningen dramatisch gedaald'

Inwoners van het Groninger aardbevingsgebied verloren afgelopen jaar massaal het vertrouwen in de toekomst van het gebied. Zag in september 2015 nog 38 procent de toekomst negatief of zeer negatief in, in het najaar van 2016 lag dat percentage op 76. Slechts 7 procent is nog positief. Dat blijkt uit vandaag gepubliceerd ledenonderzoek van Vereniging Eigen Huis. De vereniging vindt deze ontwikkeling zeer zorgelijk. Cindy van de Velde, algemeen directeur Vereniging Eigen Huis: "Een radicale trendbreuk met de huidige aanpak is geboden. De Groningers merken in de praktijk nog veel te weinig van alle plannen en beloftes. Het moet anders, met meer mededogen en vooral sneller. Gedupeerden moeten eerst worden geholpen, welke instantie wat betaalt is van later zorg."

Recent is de omgekeerde bewijslast bij aardbevingsschades ook door de Eerste Kamer aangenomen. Dit principe moet de basis zijn voor een nieuwe schaderegeling, opgezet door onafhankelijke deskundigen en met invloed van bewoners. NAM directeur Schotman zei bovendien in zijn nieuwjaarstoespraak bereid te zijn "uit de bovengrondse aspecten met betrekking tot de schadeafhandeling en het versterken" te stappen. Vereniging Eigen Huis roept de politiek op om dit momentum aan te grijpen voor een fundamenteel andere aanpak van de schadeafwikkeling die de mensen voorop stelt.

De komst van de Nationaal Coördinator Alders heeft allerminst tot herstel van vertrouwen geleid. In september 2015 zag nog 41 procent de toekomst 'niet positief, niet negatief' in. Onder meer Alders kon juist bij deze groep het verschil maken. Ruim een jaar later is de desillusie groot. Slechts 16 procent oordeelt neutraal. De bevolking is murw geslagen en is het geloof in een rechtvaardige aanpak volledig kwijt. Tekenend is de reactie van een respondent, van wie het huis waarschijnlijk wordt opgekocht: "...Mijn huis had beter kunnen afbranden, dan had ik de keus gehad uit een gelijkwaardige woning of herbouw ...". Het is van groot belang dat haast wordt gemaakt met een goede regeling en dat het proces sneller verloopt. Procedures duren nog steeds eindeloos en zorgen voor veel frustratie. Iemand anders geeft aan: "We zijn een jaar geleden begonnen met een procedure ....Hoewel het om een relatief kleine schade (circa 1000 euro) ging, zijn twee schade-experts en uiteindelijk ook een arbiter langs geweest ... een proces dat veel meer moet hebben gekost dan de schade zelf ook in het ergste geval zou zijn." Van de Velde: "Het roer moet om. Het jarenlange pappen en nathouden heeft gezorgd voor diep wantrouwen. Het wordt hoog tijd dat de Groningers resultaten zien en echt geholpen worden."

Omkering bewijslast en arbiters

De omkering van de bewijslast bij aardbevingsschades wordt door ruim driekwart van de inwoners (zeer)positief ontvangen. Maar liefst 47 procent van alle respondenten oordeelt zelfs zeer positief. 16 procent neemt een afwachtende houding aan. In de praktijk passen de door de overheid ingestelde arbiters de omkering van de bewijslast al een tijdje toe. Dat levert uitspraken op die gedupeerden ten goede komen. De komst van de kosteloze arbitrage is echter nog niet alom bekend in het Groningse gebied. Kosteloze arbitrage door oud-rechters wordt door iets meer de helft (55 procent) van de respondenten als een goed idee gezien, hoewel slechts 50 procent aangeeft hiervan op de hoogte te zijn.

Nuon zorgt voor 'prijsdoorbraak publieke laadpunten'

De combinatie Nuon-Heijmans gaat in opdracht van de provincie Noord-Brabant 2.480 publieke laadpunten realiseren in verschillende gemeenten in Noord-Brabant en Limburg. Dit doet het energiebedrijf tegen de laagste kosten voor de consument tot nu toe: euro 0,22 per kWh inclusief BTW.

Omdat de provincie een langdurig contract met Nuon-Heijmans aangaat voor 10 jaar kunnen de laadpalen zonder subsidie van de overheid geplaatst worden. Daarnaast draagt het verlaagde belastingtarief voor publieke laadpunten per 1 januari 2017 bij aan een lagere kWh-prijs voor consumenten.

Bij de nieuwe publieke laadpalen in Noord-Brabant en Limburg zal Nuon starten met een proef om zogeheten 'laadpaalklevers' tegen te gaan. Zo'n 10% van de laadpaalsessies bij publieke laadpunten duurt langer dan 24 uur. Hiermee zijn veel palen onnodig lang bezet, wat leidt tot frustratie bij elektrische rijders én inefficiënt gebruik van de laadpunten. Nuon introduceert daarom, in overeenstemming met de provincies, de minimale afnameverplichting van 1 kWh per uur, overdag. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat als een accu voor 4 kWh opgeladen wordt, de laadpaal maximaal 4 uur bezet mag zijn. Per uur dat de gebruiker langer aan het laadpunt blijft staan wordt aanvullend 1 kWh in rekening gebracht.

Nuon en moederbedrijf Vattenfall hebben sinds 2009 al meer dan 125 miljoen euro geïnvesteerd in elektrisch vervoer. Nuon biedt laadoplossingen voor thuis, op het werk en in de stad en is marktleider op het gebied van publieke laadpunten en - diensten. Maandelijks maken zo'n 11.000 elektrische rijders gebruik van de ruim 2.700 laadpunten die Nuon samen met Heijmans beheert. Er worden per maand 3,2 miljoen emissievrije kilometers 'getankt' bij deze laadpunten.

Heijmans is sinds 2011 betrokken bij elektrisch vervoer en heeft uiteenlopende projecten gerealiseerd. Heijmans kijkt daarbij niet alleen naar oplaadinfrastructuur, maar ook naar activiteiten die aansluiten op infra- en woningbouw en vastgoedactiviteiten.

D66 organiseert Duurzaamheidscongres

Het Regiobestuur van D66 Noord-Holland organiseert samen met de lokale afdeling Zaanstad-Wormerland het Tweede Regiocongres van D66 Noord-Holland. Het dagprogramma start met de Algemene Regiovergadering (ARV) voor leden van D66. Daarna is het Duurzaamheidscongres voor geïnteresseerde leden, niet-leden en media. Het congres wordt afgesloten met de nieuwjaarsreceptie waar iedereen welkom is. 

Het D66 Tweede Kamer verkiezingsprogramma 2017 zet steviger dan ooit in op duurzaamheid. D66 Noord-Holland wil in de Strategische Duurzaamheidsagenda 2020 de verbinding leggen tussen de gemeentelijke opgaven: Hoe vertalen wij samen deze opgaven naar onze provincie Noord-Holland? Op dit Duurzaamheidscongres zoeken wij de uitdagingen, kansen én oplossingen op lokale en regionale schaal in actiegerichte workshops met duurzame specialisten en experts. Hoe geven wij 'top-down' uitdagingen 'bottom-up' vorm? Wat past bij uw gemeente, wijk, straat, specifieke lokale activiteit en/of regionaal specialisme? Laat de beste oplossingen en innovaties op de juiste plaats en het passende schaalniveau hun plek vinden!

dinsdag 17 januari 2017

Grote stroomstoring in Amsterdam en Zaandam

Delen van Amsterdam en Zaandam zitten vanochtend zonder stroom. Netbeheerder Liander kampt met een storing bij een hoogspanningsverdeelstation, aldus een woordvoerder.

In Amsterdam gaat het om het centrum en delen van West en Noord. Daarnaast zijn ook de oostelijke delen van Zaandam en Landsmeer getroffen. In totaal 360.000 klanten.

Ook het treinverkeer in de getroffen gebieden ligt stil. Tussen de stations Sloterdijk en Amsterdam CS/Halfweg-Zwanenb./Lelylaan/Zaandam rijden geen treinen.

Kick-off actie Check je warmtelek

Donderdag 12 januari heeft gedeputeerde Tjisse Stelpstra het startsein gegeven voor de Actie Check je warmtelek voor medewerkers en statenleden van de provincie Drenthe. Met deze actie worden met een warmtebeeldcamera warmtelekken in de woning gemeten en resultaten uitgewisseld. Zo wil de provincie ook zelf in actie komen voor een energieneutraal Drenthe.

DIT (Drenthe In Transitie, samenwerking van de 12 Drentse gemeenten en de provincie Drenthe) heeft samen met de Hanzehogeschool, Gas Unie en Buurkracht de actie “Check je warmtelek” opgezet om het energiebewustzijn van bewoners te vergroten. Dit door zelf met een warmtebeeldcamera foto’s te maken van hun eigen woning (en van de buren), de resultaten onderling te bespreken en feedback te krijgen van de onderzoekers. Deze actie is vorig jaar als experiment bij de GasUnie getest. Dit was zo’n succes, dat honderdvijfentwintig deelnemers waaronder statenleden en medewerkers meedoen aan de actie om te speuren naar de warmtelekken in hun eigen woning.

Gedeputeerde Tjisse Stelpstra: ‘Als organisatie gaan wij ons energiebeleid niet alleen uitdragen. We gaan zelf ook aan de slag. Vorig jaar hebben wij de actie Speur de Energieslurper gehad. Daarbij hebben medewerkers inzicht gekregen in het energieverbruik van apparaten. Met deze actie krijgen mensen inzicht of hun woning goed geïsoleerd is, want goede isolatie draagt bij aan een lager energiegebruik. Hiermee zetten we weer een goede stap richting Nul op de meter’.