Pagina's

woensdag 30 november 2016

6 miljard euro voor hernieuwbare energieprojecten

Voor de stimulering van hernieuwbare energieprojecten stelt het kabinet voor 2017 zowel in het voor- als najaar 6 miljard euro beschikbaar via de regeling SDE+. Voortzetting van deze regeling draagt bij aan het streven van het kabinet om in 2050 een CO2-arme energievoorziening te realiseren. Met het energieakkoord heeft het kabinet een belangrijk stap gezet in de energietransitie. Met het energierapport, de energiedialoog en straks de energieagenda, laat het kabinet zien dat het ook voor de toekomst met verschillende partijen blijft werken aan vermindering van de uitstoot van CO2.

In het Energieakkoord is door overheid, werkgevers, vakbeweging en natuur- en milieuorganisaties afgesproken om in 2020 14% hernieuwbare energie te realiseren en in 2023 16%. De SDE+ draagt in belangrijke mate bij aan het behalen van deze doelstelling.

Minister Kamp: “Het aandeel hernieuwbare energie ontwikkelt zich positief. Dat blijkt uit het aantal aanvragen dat in 2016 is ingediend voor de stimuleringsregeling SDE+. Voor het beschikbare budget was de regeling tweemaal overtekend. Daarnaast zijn veel aanvragen ingediend tegen een lager subsidiebedrag dan aangevraagd kon worden. Dit toont aan dat de door de SDE-systematiek beoogde concurrentie ervoor zorgt dat de prijs voor hernieuwbare energie daalt. Het creëren van concurrentie tussen fossiele en duurzaam opgewekte energie is een belangrijke voorwaarde om te komen tot een CO2-arme energievoorziening in 2050.”

De SDE+ is zo ingericht dat zoveel mogelijk hernieuwbare energie wordt opgewekt tegen zo laag mogelijke kosten. De regeling prikkelt aanvragers om projecten voor een zo laag mogelijke subsidie in te dienen, waarbij er concurrentie is tussen de verschillende technologieën.  Dit betekent dat projecten die voor een lager subsidiebedrag inschrijven, meer kans hebben de subsidie te ontvangen. Dit is positief voor de energierekening van burgers en bedrijven en lokt innovatie uit. De SDE+ staat ook in 2017 open voor projecten die energie opwekken uit hernieuwbare bronnen zoals wind, biomassa, zon, geothermie en water. Zon- en windenergie laten sinds de start van de SDE+ regeling de grootste kostendaling zien.
Het maximale basisbedrag voor 2017 in de SDE+ wordt verlaagd van € 0,15/kWh naar € 0,13/kWh en past bij de kostenreductie van hernieuwbare energie.

Energieopwekking door wind op zee is niet opgenomen in de reguliere SDE+ openstelling maar wordt via aparte tenders uitgerold. In 2017 stelt het kabinet de tender open voor de eerste twee kavels van het windpark op zee Hollandse Kust (zuid). Deze maakt deel uit van het plan om in Nederland de vijf grootste windparken op zee ter wereld te bouwen.

Om de doelstelling van 16% hernieuwbare energie in 2023 te halen heeft het kabinet een routekaart opgesteld om in 2023 4.500 MW aan duurzame energie door windmolens op zee te realiseren. De eerste 2 kavels van het windpark op zee Hollandse Kust (zuid) hebben een capaciteit van circa 700 MW.  Bij wind op zee is de daling van de prijs het meest waarneembaar.  Een goed voorbeeld is de uitkomst van de tender voor de eerste kavels voor het windpark Borssele in juli van dit jaar. Daar is een kostendaling van 40 % in een jaar gerealiseerd, die doelstelling voor alle vijf tenders samen. 

Huishouden betaalt in 2017 13 euro meer voor transport energie

De tarieven die de regionale netbeheerders in rekening mogen brengen voor het transport van elektriciteit en gas stijgen in 2017 met gemiddeld 13 euro per jaar per huishouden. De transporttarieven voor elektriciteit dalen met 5 euro per jaar, voor gas stijgen ze met 18 euro per jaar. Dat blijkt uit de tarievenbesluiten voor 2017 die de Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft vastgesteld. Ongeveer een vijfde deel van de energierekening van huishoudens bestaat uit transportkosten.

De transportprijzen verschillen enigszins per regio. De stijging van de transporttarieven voor gas komt met name door de vervanging van oude gasaansluitingen. Deze investeringen zijn nodig voor de kwaliteit en de veiligheid van het gastransport.

De daling van de transporttarieven voor elektriciteit komt doordat regionale beheerders van elektriciteitsnetten over de afgelopen jaren zelf minder kosten hebben gemaakt dan was verwacht. Bovendien waren ze in 2015 minder kwijt dan werd gedacht aan transport op het landelijk hoogspanningsnet. Dat is verrekend in de tarieven voor 2017.

De tarievenbesluiten van de ACM volgen op de methodebesluiten die de ACM in september publiceerde. Voor de periode 2017 tot en met 2021 heeft de ACM de methode vastgesteld waarmee zij bepaalt hoe hoog de inkomsten van de energienetbeheerders mogen zijn. Op basis hiervan stelt de ACM ieder jaar de tarieven vast die netbeheerders mogen rekenen aan consumenten en bedrijven. Doel hiervan is om te komen tot redelijke transporttarieven voor gas en elektriciteit. Daarbij moeten netbeheerders hun investeringen – bijvoorbeeld in veiligheid en duurzaamheid - kunnen terugverdienen, voor zover deze efficiënt zijn. Zo betalen consumenten en bedrijven niet te veel, terwijl netbeheerders voldoende kunnen verdienen om te blijven investeren in een duurzame en betrouwbare energievoorziening.

         
       
   

Nederland neemt deel aan onderzoeksprogramma naar zonnestormen

Extreme activiteit van de zon vormt een potentiële bedreiging voor de Aarde. Nederland gaat daarom meedoen aan een onderzoeksprogramma van het European Space Agency (ESA) naar de gevolgen van zogenoemde zonnestormen en het beperken van het effect daarvan op energie- en telecommunicatie-infrastructuur. Dat staat in de nota ruimtevaartbeleid 2016 die minister Kamp van Economische Zaken mede namens de ministers van IenM, VenJ en staatssecretarissen van IenM en OCW naar de Kamer heeft gestuurd.

Minister Kamp: 'Uitval van vitale infrastructuren zoals elektriciteit en telecommunicatie, leidt tot maatschappelijke en economische schade. Daarom is het belangrijk dat Nederland en omringende landen gezamenlijk kennis ontwikkelen over risico’s vanuit de ruimte. Met die kennis kunnen de gevolgen van zonnestormen voor onze economie beperkt of voorkomen worden. De Nederlandse deelname past bovendien bij onze vooraanstaande positie in de Europese ruimtevaart. Een positie die ons bijvoorbeeld direct via onderzoekscentrum ESTEC in Noordwijk kennis, banen en inkomsten oplevert.'

Energienetten en satellieten kunnen door magnetische straling afkomstig van de zon hun functie voor korte of langere tijd gedeeltelijk of volledig verliezen. Extreme uitbarstingen op de zon, de zogenoemde zonnestormen, verstoren het gebruik van elektriciteit, mobiele communicatie en navigatiesystemen zoals GPS. Zo is een zonnestorm aangemerkt als veroorzaker van een grote stroomstoring in de Canadese provincie Quebec. Miljoenen mensen beschikten daardoor urenlang niet over elektriciteit.

Energiecampus Leeuwarden start kennisdeling met lancering website

De planontwikkeling voor Energiecampus Leeuwarden, een initiatief van Koninklijke Oosterhof Holman en Ekwadraat, staat niet stil. Sterker nog: de samenwerkingsovereenkomst met gemeente Leeuwarden is inmiddels getekend en het voorontwerp bestemmingsplan ligt tot 30 november ter inzage in het Stadskantoor. Medio mei 2017 zou het plan vastgesteld kunnen zijn door de raad.

Energiecampus Leeuwarden gaat zijn plek vinden op de voormalige vuilstort Schenkenschans en de direct aangrenzende terreinen tot aan de N31 in gemeente Leeuwarden. Het wordt een gebied waar kennis, experimenten, innovatie en productie op het gebied van duurzame energie samenkomen. Gerelateerde duurzame bedrijvigheid krijgt een plek op de Energiecampus, evenals onderwijs- en kennisinstellingen. Hiervoor wordt onder andere een kenniscentrum gebouwd en experimentlocaties ingericht. In de gebiedsontwikkeling staan drie doelen centraal.

De Energiecampus Leeuwarden richt zich in de eerste plaats op de productie van groene energie; voor eigen gebruik en voor minimaal 4000 huishoudens in de stad Leeuwarden. Met onder meer een zonnepark en een biovergister 3.0 die is ontwikkeld op de Dairy Campus. Daarnaast ligt de focus op duurzame innovaties en het vermarkten daarvan. Het 48 hectare groot corporate campusterrein biedt hier de ruimte voor. Tot slot is het versterken van de economische infrastructuur een doel. De ontwikkeling levert tussen de 70 en 240 arbeidsplaatsen op. Het geheel wordt goed landschappelijk ingepast met veel groen, water, recreatieve fietspaden en een omliggend dijklichaam.

Jonge landbouwers in Groningen investeren in duurzaamheid

74 jonge landbouwers in de provincie Groningen krijgen subsidie om hun bedrijf duurzamer te maken. Zij deden een beroep op de Jonge Landbouwersregeling. Deze regeling is bedoeld om jonge boeren tot 40 jaar een steuntje in de rug te geven om hun bedrijf door te ontwikkelen voor of na een bedrijfsovername. In totaal is voor 800.000 euro aan subsidie toegekend. Van 1 december 2016 tot 15 januari 2017 gaat de Jonge Landbouwersregeling opnieuw open.

In de provincie Groningen zijn er tijdens de openstelling 86 aanvragen binnen gekomen, waarvan 74 aanvragen zijn goedgekeurd. Voorbeelden van duurzame maatregelen waar subsidie voor aangevraagd is zijn: zonnepanelen,  kleine windmolens en precisiebemesting. Jonge boeren konden een bijdrage ontvangen van maximaal 20.000 euro per aanvraag.

Van 1 december 2016 tot 15 januari 2017 gaat de regeling voor de tweede keer open. De regeling blijft in hoofdlijnen gelijk. Het aantal categorieën waarvoor een aanvraag ingediend kan worden is uitgebreid. Mensen die nog geen bijdrage vanuit de regeling hebben ontvangen of hebben aangevraagd, kunnen een aanvraag indienen.

De provincie Groningen is blij dat jonge boeren goed gebruik hebben gemaakt van de regeling. Volgens het CBS stoppen in Nederland 15.000 boeren op termijn met hun bedrijf omdat ze geen opvolger hebben. In Groningen heeft ongeveer 50 procent van de akkerbouwbedrijven en 65 procent van de melkveebedrijven een opvolger. Met deze regeling hoopt de provincie deze opvolgers te kunnen helpen in de periode van bedrijfsovername.
Meer informatie

dinsdag 29 november 2016

Alle kantoren verplicht zuinig met energie

Vanaf 2023 is er in Nederland geen enkel kantoor meer met een energielabel slechter dan label C. Kantoren met een slechter label (D t/m G) mogen dan niet meer gebruikt worden. Eigenaren van energieslurpende kantoren moeten hun panden zuiniger maken. Dat is geen probleem, want de investering betaalt zich terug door besparing op energiekosten.

Dat staat in een brief van minister Blok (Wonen en Rijksdienst) aan de Tweede Kamer. Blok kondigt een wettelijke verplichting aan voor eigenaren van kantoren: hun panden moeten minstens label C hebben. Die eis geldt vanaf 2023. De eigenaren hebben dus nog de tijd hun kantoren zuiniger te maken. Voor heel kleine kantoren en monumentale panden geldt nog een uitzondering.

Kantoren met een label D, E of F kunnen zonder bouwkundige ingrepen aangepast worden om label C te halen. Aanpassingen aan installaties (bijv. verlichting) zijn al voldoende. Alleen bij kantoren die nu label G hebben, zijn maatregelen als glas- of dakisolatie nodig.

De maatregel levert vanaf 2023 ruim 8 petajoule energiebesparing per jaar op. De kantooreigenaren moeten hiervoor samen eenmalig 860 miljoen euro investeren in energiebesparende maatregelen. De terugverdientijd ligt gemiddeld tussen de 3 en 6,5 jaar, maar dat is sterk afhankelijk van het gebouw en de energieprijs.

De verplichting voor (minstens) label C geldt alleen voor kantoren. Wel komt er een onderzoek naar de mogelijkheden in andere gebouwen (winkels, bedrijfsgebouwen, scholen, zorginstellingen, sporthallen, musea etc.).

Alle bedrijven en instellingen die veel energie gebruiken (meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 m3 gas), zijn nu al verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen als de terugverdientijd onder de vijf jaar ligt. De controle daarop door gemeenten en omgevingsdiensten schiet tekort. Het kabinet stelt daarom twintig extra toezichthouders voor de omgevingsdiensten beschikbaar; die zijn sinds deze maand actief. Zij helpen ook bij regionale projecten voor energiebesparing. Betere controle levert in 2023 ruim 16 petajoule besparing op.

Voor energiebesparing in woonhuizen zijn verschillende subsidies en leningen beschikbaar.
  • Eigenaren van koopwoningen kunnen ongeveer 20 procent subsidie krijgen als zij twee of meer isolatiemaatregelen tegelijk nemen (dak, gevel, vloer of glas). Deze regeling is populair: sinds half september zijn al bijna 4.000 aanvragen binnengekomen, voor een totaalbedrag van ruim 11 miljoen euro. Het gemiddelde bedrag per aanvraag is ongeveer 3.000 euro.
  • Naast subsidie (een gift) is ook een lening mogelijk uit het Nationaal Energiebespaarfonds. Het fonds heeft tot nu toe ruim 53 miljoen aan leningen verstrekt aan ruim 4.200 huiseigenaren en tien verenigingen van eigenaren. In totaal zijn hiermee ruim 8.400 maatregelen genomen.
  • De subsidieregeling voor huurhuizen is halverwege dit jaar aantrekkelijker gemaakt. Aan 900 verhuurders is subsidie verstrekt voor in totaal 90 miljoen euro. De verwachting is dat het aantal aanvragen volgend jaar verder zal stijgen.

Aanbesteding voor inkoop groene stroom voor Rijksoverheid van start

De Rijksoverheid wil de komende jaren alle groene stroom die het rijk nodig heeft inkopen inclusief certificaten (garanties van oorsprong). De stroom moet uit wind- of zonne-energie uit Nederland komen of uit een aantal Europese landen. Vandaag is de Europese aanbesteding gestart. Elektriciteitsleveranciers kunnen tot begin februari inschrijven.

Het Rijk verbruikt ongeveer 1000 gigawattuur elektriciteit per jaar, verdeeld over bijna 6.500 aansluitingen. Namens alle ministeries organiseert het Rijksvastgoedbedrijf de inkoop van groene stroom.

Defensie gebruikt de meeste stroom (op kazernes, vliegbases en de haven in Den Helder, ruim 360 gigawattuur per jaar). Daarna volgen het Rijksvastgoedbedrijf (vooral kantoren, 315 GWh) en Rijkswaterstaat (snelwegverlichting, bruggen, gemalen, 180 GWh). Gevangenissen, rechtbanken en andere justitiële inrichtingen verbruiken 130 GWh per jaar.

Op de langere termijn wil het Rijk alleen elektriciteit kopen die in Nederland zelf duurzaam is opgewekt, zo veel mogelijk op rijksgrond. De eerstkomende  jaren is dat nog niet haalbaar. De jaren 2018-2022 zijn daarom een overgangsperiode. Een deel van de groene stroom mag uit Europese landen komen, ongeveer 30 procent moet uit Nederland komen.   Zo levert het Rijk ook een bijdrage aan het opwekken van duurzame energie in Nederland.

Slim energiegebruik vermindert aantal stroomstoringen

Het aantal toekomstige stroomstoringen daalt als huishoudens en bedrijven in de toekomst hun energie flexibel gaan gebruiken. Door apparaten in huis aan een slimme energiesysteem te koppelen, nemen pieken in energievraag en –aanbod, en daardoor stroomstoringen, af. Huishoudens bepalen in de toekomst altijd zelf of ze dat willen. In Heerhugowaard werkten ze hier graag aan mee, zolang het hen geen moeite kostte. Dat blijkt uit de slimme energieproeftuin ‘EnergieKoplopers’ van netwerkbedrijf Alliander en energiebedrijf Essent.

In Heerhugowaard waren 200 huishoudens een jaar lang aangesloten op een energiesysteem dat met een slim apparaat in huis, zoals een elektrische boiler, communiceerde. Het energiesysteem voorspelde de vraag en aanbod van elektriciteit en hoeveel flexibiliteit nodig was om die op elkaar af te stemmen. Huishoudens konden flexibiliteit met hun slimme apparaat aanbieden en kregen daar een vergoeding voor. Bijvoorbeeld door overdag zonne-energie te gebruiken om water in hun boiler te verwarmen en er ’s avonds mee te douchen. Daardoor raakte het elektriciteitsnet niet overbelast en werden vijftien, gesimuleerde, stroomstoringen voorkomen.

EnergieKoplopers toont aan dat netbeheerders met dit slimme systeem daadwerkelijk energiepieken kunnen reduceren als huishoudens hun vraag aanpassen aan het aanbod.  Slim energiegebruik is nodig omdat Nederland steeds meer gebruik maakt van wisselende energiebronnen zoals zonne- en windenergie. Daardoor is de vraag naar en het aanbod van elektriciteit minder goed te voorspellen. Bovendien gebruiken we steeds meer elektriciteit. Hierdoor kan er een tekort of overschot aan stroom ontstaan en kan het elektriciteitsnet overvol raken. Flexibel omgaan met energie is een efficiëntere oplossing dan het elektriciteitsnet verzwaren.

“Dankzij de automatische aansturing van het slimme systeem hoeven huishoudens hun gedrag niet aan te passen. Het energiesysteem is zo slim dat het samen met de apparaten de vraag en aanbod van energie regelde. Deelnemers waren hier erg tevreden over”, aldus Moniek Thissen, projectleider van EnergieKoplopers.

Nagenoeg alle huishoudens krijgen een goed gevoel door via hun slimme apparaat bij te dragen aan een duurzame energievoorziening. Driekwart van de deelnemers vindt het gemakkelijk dat hun slimme apparaat automatisch wordt aangestuurd, omdat zij er zo zelf geen moeite voor hoeft te doen, zoals dat wel nodig is bij het handmatig programmeren van huishoudelijke apparaten als de vaatwasmachine. Niet alleen het gemak van de automatische aansturing, ook de aansturing zelf valt in goede aarde. Ruim twee derde van de huishoudens is zeer positief over de aansturing. De overgrote meerderheid staat neutraal tot zeer positief tegenover het apparaat zelf. Men heeft geen last van het apparaat: het doet zijn werk.

Naast de 200 huishoudens namen Alliander, Essent, IBM, ICT Group,  NRG031 en de Gemeente Heerhugowaard deel aan de proeftuin. Het project is met subsidie van het Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN) van de overheid gerealiseerd. De uitkomsten van het onderzoek worden gebruikt om inzicht te krijgen hoe met flexibel energiegebruik duurzame energie kan groeien, het elektriciteitsnet tegen zo laag mogelijke kosten betrouwbaar kan blijven en hoeveel dit kan opleveren voor huishoudens. Het slimme energiesysteem, waarmee flexibel omgaan met energie geregeld wordt, is ingericht naar de marktprincipes van het Universal Smart Energy Framework (USEF).

maandag 28 november 2016

'ING investeert 248 miljoen in omstreden Dakota oliepijpleiding'


ING verstrekte een directe lening van 248 miljoen dollar aan de omstreden Dakota Pijpleiding die nu wordt aangelegd in de Amerikaanse staat Dakota. Daarnaast financierde ABN Amro één van de bedrijven betrokken bij de aanleg van de Dakota Pijpleiding met 45 miljoen dollar.

In de afgelopen maanden groeide het protest van Sioux indianen tegen de aanleg van deze oliepijpleiding op hun grondgebied, uit angst voor vervuiling van drinkwater en olielekkages. Vreedzaam protest wordt in toenemende mate hard neergeslagen door politie en bewapende particuliere veiligheidsdiensten die werken voor bedrijven die betrokken zijn bij de aanleg van deze oliepijpleiding. De Eerlijke Bankwijzer roept, na afstemming met de Sioux, ING en ABN Amro op om per direct naar de Standing Rock Sioux Tribe te luisteren en de investeringen in de Dakota Pijpleiding stop te zetten.

Peter Ras, projectleider Eerlijke Bankwijzer: "Oliemaatschappijen willen koste wat kost de Sioux een oliepijpleiding door de strot duwen. De Sioux indianen zijn hierbij niet gehoord en zijn terecht bang voor vervuiling van hun drinkwater en grond. Fatsoenlijke banken als ING en ABN Amro moeten dit ten harte nemen en luisteren naar de oproep van de Sioux: stop alle betalingen aan dit project en de bedrijven erachter, tot er een oplossing is gevonden waar de Sioux achter staan."

De kans op watervervuiling en olielekkages als gevolg van oliepijpleidingen in de VS zijn reëel. De Pipeline and Hazardous Materials Safety Administration heeft sinds 2010 3.300 meldingen gedaan van lekkages. In de afgelopen maanden is het vreedzame verzet van indianen en hun duizenden bondgenoten tegen de aanleg van deze oliepijpleiding langs het waterreservaat van de Sioux sterk toegenomen. In reactie hierop is fors geweld gebruikt door politie uit meerdere Amerikaanse staten, leden van de US National Guard en bewapende particuliere veiligheidsdiensten die werken voor bedrijven die betrokken zijn bij de aanleg van deze oliepijpleiding. Het willekeurige geweld, waarbij honden, rubber kogels en traangas werden ingezet, heeft al geleid tot honderden gewonden. Gearresteerde demonstranten zijn onderworpen aan een onmenselijke behandeling, zoals naakte opsluiting, zonder voedsel en in hondenkennels.

De Noorse bank DNB heeft aangegeven dat ze haar positie zal gebruiken om een oplossing te vinden voor het conflict. En als dit geen goede resultaten oplevert dan zal DNB verdere betrokkenheid bij de financiering van het project heroverwegen. DNB heeft haar aandelen in Dakota Pipeline inmiddels van de hand gedaan.

Op 7 november heeft de Eerlijke Bankwijzer contact gezocht met ING en ABN Amro over deze kwestie. ING heeft hier niet op gereageerd, maar heeft wel een verklaring op haar website gepubliceerd waaruit blijkt dat de bank haar 'bezorgdheid' heeft geuit en om 'aanvullend onderzoek' vraagt. ABN Amro heeft de Eerlijke Bankwijzer telefonisch laten weten dat men in dialoog wil gaan met het betrokken bedrijf waaraan de bank leningen verstrekt, Energy Transfer Equity, en dit in een verklaring op haar website op 25 november bevestigd. De Eerlijke Bankwijzer vindt dit positief, maar onvoldoende, gelet op de ernst van de situatie.

De Eerlijke Bankwijzer roept - in nauwe afstemming met de Sioux en betrokken organisaties in de VS- ING en ABN Amro op om alle verdere betalingen aan het project respectievelijk de bedrijven erachter per onmiddellijk stop te zetten en dit publiek te communiceren. Verder dienen de banken op zeer korte termijn een dringende oproep te doen aan de betrokken bedrijven bij dit project om alle activiteiten voor dit project per onmiddellijk stop te zetten en niet te hervatten totdat alle openstaande kwesties zijn opgelost tot volle tevredenheid van de Standing Rock Sioux. In het geval er geen overeenstemming komt tussen betrokken bedrijven en de Standing Rock Sioux, en de bedrijven de aanleg van de pijpleiding willen doorzetten, dient ING zich terug te trekken uit het project en ABN Amro de relatie met ETE te beëindigen.

Op 8 december zal er een 'ceremonie plus peaceful actie', op de wijze zoals dit in Standing Rock gebeurt, plaatsvinden bij het hoofdkantoor van ING in Amsterdam vanwege ING's financiering van de Dakota Access Pijpleiding.

Compensatie Warmtewet is sigaar uit eigen doos

Een schadevergoeding van 35 euro of meer als de verwarming uitvalt. Daar heb je recht op als jouw woning onder de Warmtewet valt. Gaat het om een storing van 4 uur of langer, dan moet je warmteleverancier 35 euro betalen en voor iedere volgende 4 uur nog eens 20 euro. Maar er is een flinke kans dat je betaalt voor je eigen schadevergoeding.

Dat merkte Hans van Londen uit Breda op. Hij huurt een appartement in een flat aan de Doenradestraat in Breda. Zijn verhuurder is Laurentius en die woningcorporatie is door de Warmtewet ook zijn warmteleverancier. Laurentius is dus verplicht om bij een storing een schadevergoeding te betalen. Daarom is de woningbouwvereniging dit jaar een compensatiefonds begonnen. Meer dan 1200 huurders die ook warmte afnemen bij Laurentius moeten 6 tientjes in het fonds storten. Met de ruim 72.000 euro die dat oplevert, wil de corporatie vergoedingen bij storingen betalen. ‘Een sigaar uit eigen doos,’ aldus Van Londen.

Maar Laurentius stelt in VARA's Kassa dat het mag en dat andere woningcorporaties ook een bedrag in rekening mogen brengen. Het compensatiefonds maakt het in ieder geval transparant. Als er geld overblijft aan het einde van het jaar krijgen mensen mogelijk geld terug. Verder wordt er geld gereserveerd voor 2017 zodat de bijdrage van huurders aan het fonds dat jaar lager kan zijn.

Recordkorting in veiling groepsaankoop zonnepanelen

De veiling van de groepsaankoop zonnepanelen van SamenZonneEnergie heeft een recordkorting opgeleverd voor alle deelnemers. Ruim 2.100 geïnteresseerden uit de provincie Utrecht schreven zich in voor deze actie, waarvan maar liefst 715 inwoners uit de gemeente Utrecht. Deze deelnemers ontvangen een aanbod op maat voor een compleet zonnepanelensysteem met de scherpe prijs uit de veiling. Als een deelnemer besluit het aanbod te accepteren, dan wordt het systeem binnen een half jaar geïnstalleerd.

Solar NRG heeft de veiling gewonnen. De uiteindelijke prijs van een zonnepanelensysteem is door de succesvolle veiling ruim 29% lager dan de indicatieprijs bij inschrijving. Dit is de hoogste korting ooit behaald in een veiling van SamenZonneEnergie.  Zo is er bijvoorbeeld een korting van €1333,- bedongen op een pakket met 10 zonnepanelen. Er zijn vooraf hoge kwaliteitseisen gesteld waaraan de leverancier en de producten moeten voldoen. Daarnaast zijn er goede garantievoorwaarden. Ook doet SamenZonneEnergie na de installatie steekproeven om de installaties te controleren op kwaliteit en veiligheid.

Wethouder Lot van Hooijdonk: “Zonne-energie draagt bij aan een gezonde stad én zorgt voor extra werkgelegenheid. Ik ben blij dat zoveel mensen zich hebben ingeschreven voor deze actie. Door de groepsaankoop ligt er een scherpe prijs en is het voor bewoners heel makkelijk om zonnepanelen aan te schaffen.  Wie weet inspireert het ook weer buren, vrienden en familie om met de actie mee te doen.”

Om zoveel mogelijk inwoners van de provincie Utrecht de mogelijkheid te bieden van dit aanbod te profiteren, blijft de inschrijving voorlopig open - totdat de maximale capaciteit is bereikt. Nieuwe deelnemers ontvangen direct na inschrijving een aanbod van SolarNRG met de scherpe prijs uit de veiling. Vrijblijvend inschrijven kan via www.SamenZonneEnergie.nl. Iedereen heeft tot en met 29 december de tijd om te beslissen of ze gebruik willen maken van het aanbod.

Energietransitie vraagt om sterk omgevingsmanagement

De energietransitie leidt tot veranderingen in het Nederlandse landschap. Windparken, zonnepanelen op daken en velden, maar ook infrastructuur - zowel boven- als ondergronds - voor het transport en de opslag van duurzame energie, zijn zichtbaar in de leefomgeving. Voor de maatschappelijke acceptatie van deze concrete, ruimtelijke gevolgen van de energietransitie, is zorgvuldig omgevingsmanagement een vereiste. De energiesector, maatschappelijke organisaties en het ministerie van Economische Zaken bundelen daarom hun kennis in het Lerend platform Energie en Omgeving (LEO).

Minister Kamp: "Het succes van de energietransitie is voor een belangrijk deel afhankelijk van de vraag of overheid en sector erin slagen belanghebbenden en omwonenden te betrekken bij de besluitvorming over energieprojecten. Het bijzondere van het Lerend Platform Energie en Omgeving is dat zowel coöperaties als grote energie- en netwerkbedrijven kennis gaan uitwisselen. We hebben zowel landelijke als lokale partijen nodig voor de transitie naar een CO2-neutrale energievoorziening die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is."

Het Lerend platform Energie en Omgeving (LEO) stimuleert de ontwikkeling en de toepassing van het vakgebied omgevingsmanagement voor de energiesector. LEO verbindt een breed netwerk van specialisten en ontsluit vaktechnische inzichten die direct toepasbaar zijn in projecten.
Kennisuitwisseling verbetert de kwaliteit van de planvorming, verhoogt de acceptatiegraad en verkort daarmee de doorlooptijd. Concrete voorbeelden van kennisdeling binnen LEO, zijn de ontwikkeling van het Windpark Zeewolde en de netaansluiting van het offshore windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) ), waar adviezen van de omgeving zijn betrokken bij het gekozen voorkeursalternatief.

Binnen het platform geven de partijen elkaar bovendien inzicht in de manier waarop omgevingsmanagement intern wordt ontwikkeld en wat daarvan de resultaten zijn. Het is voor het eerst dat zowel marktpartijen als overheden en belangenorganisaties in de energiemarkt op deze transparante wijze kennis delen over hun aanpak op dit terrein.

De deelnemers aan LEO maken concrete afspraken over de frequentie en manier waarop ze elkaar de komende 2 jaar informeren. Ook zullen ze jaarlijks een congres organiseren over de ontwikkelingen op het gebied van omgevingsmanagement.

Deelnemers aan het Lerend platform Energie en Omgeving (LEO) in alfabetische volgorde: Alliander, Delta, Eneco-group, Energie Nederland, Enexis, Engie NL, Gasunie,, Ministerie van Economische Zaken, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, NAM, Netbeheer Nederland, Nogepa, NVDE, Nuon Energy, NWEA, ODE Decentraal, Raedthuys/Pure Energie, RWE/Innogy, Shell Nederland, Stedin, TAQA Energy, TenneT TSO, Tulip Oil, Uniper, Vermilion, Visser & Smit Hanab, Warmtebedrijf Infra, Windunie, YARD Energy.

ACM experimenteert met hackathon voor transparantie in energie en zorg

Binnen 24 uur de toekomst van de energie- en zorgsector uitvinden? Te mooi om waar te zijn? Misschien niet. Op donderdag 1 en vrijdag 2 december geeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in ieder geval een aanzet met een ‘Open Market Hack’, oftewel een hackathon. Iedereen die geïnteresseerd is om hieraan mee te doen, kan zich aanmelden via www.openmarkethack.nl. Het team met het beste idee wordt beloond met de hoofdprijs van 2000 euro.

De bedoeling is dat enkele tientallen creatieve en innovatieve developers, designers, experts en studenten elkaar een etmaal lang uitdagen om de energie- en gezondheidssector zo transparant mogelijk te maken. Op die manier wil de ACM inzichten opdoen die de energie en de zorg transparanter maken voor consumenten en bedrijven. Deelnemers aan de hackathon bekijken bijvoorbeeld hoe openbare databestanden op een verantwoorde maar creatieve manier aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Ook wil de ACM nieuwe inzichten op doen over hoe anderen complexe vraagstukken benaderen en aanpakken.

Bart Broers, programmadirecteur Taskforce Zorg van ACM: “Wij hopen dat er uit de hackathon verrassende ideeën komen om de energie- en zorgsectoren nog transparanter en toegankelijker te maken”.

De deelnemers aan de hackathon kunnen kiezen uit een vraagstuk uit de zorg- of de energiesector. In de zorg is veel data openbaar beschikbaar maar consumenten zien vaak door de bomen het bos niet meer. Ze kunnen daardoor vaak geen goede keuzes maken tussen zorgverzekeraars of tussen zorgverleners. Wat betreft energie wil de ACM stimuleren dat consumenten optimaal hun weg vinden in de energietransitie. Ook in deze sector is veel data beschikbaar. Hoe zorgen we ervoor dat de energievoorziening duurzaam, betrouwbaar én betaalbaar is?

vrijdag 25 november 2016

Nieuwe strategie Greenchoice: duurzaam nog dichterbij brengen

'Hoe bewegen we Nederland naar 100% duurzame energie?' Dat was de centrale vraag van het symposium De #Energierevolutie. Sprekers uit de duurzame energiewereld bogen zich gisteren over de impact van innovatie en technologie, nieuwe vormen van samenwerking, de rol van kapitaal en de voorwaarden om de energietransitie te versnellen. Het symposium werd geïnitieerd door Greenchoice, ter gelegenheid van haar 15-jarig bestaan en ter introductie van haar nieuwe strategie: Duurzaam Dichtbij.
Pijlers van deze nieuwe strategie zijn: 100% lokale duurzame energie, inzet van slimme technologie en klantenservice van het allerhoogste niveau.

Keynote-spreker Marga Hoek van Business for Good vertelde tijdens het symposium hoe deze beweging vanuit de driehoek: bedrijfsleven-wetenschap, onderwijs-overheid en politiek kan worden gerealiseerd. Gasten uit diezelfde sectoren discussieerden over kernvragen zoals: het versnellen van de energietransitie, het schrappen van gas, het belang van decentrale opwek en het al dan niet belasten van duurzame energie. Drie groene startups pitchten hun eigen energierevoluties aan de aanwezigen: over isolatie, zonnepanelendelen en innovatieve windmolens.

Evert den Boer, CEO van Greenchoice: “Gelukkig gaat de hele energiewereld nu voor duurzaam. Wat ons onderscheidt is dat Greenchoice zich specifiek op lokale opwek richt. Met onze rotsvaste groene uitgangspunten en onze persoonlijke aanpak leggen we de verbinding met honderden lokale energie-initiatieven en coöperaties. Tegelijk zijn we zó groot dat we de financiële slagkracht en de mogelijkheid hebben om daar ook daadwerkelijk in te investeren. Greenchoice is verreweg de grootste van de echt groene leveranciers, en we zijn tegelijk de kleinste onder de echt groten.”

Assen sterk gekant tegen gaswinning

De meeste politieke partijen in de raad Assen willen geen gaswinning. Dat advies moet het college van B en W afgeven over het nieuwe winningsplan dat de NAM heeft voor elf velden in de regio rond Assen, meldt RTV Drenthe. 

Het college van Assen heeft adviesrecht in een nieuw winningsplan voor elf gasvelden in de regio rond Assen.

Burgemeester Marco Out weet echter niet of het advies kan worden afgedwongen. 'Ik snap dat u met dit advies komt. Geen gaswinning in Assen. En die boodschap kunnen we ook overbrengen, maar ik heb niet de illusie dat dit dan ook niet gebeurt.'

Eneco en Solar Team Eindhoven slaan handen ineen

Studenten van Solar Team Eindhoven verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven en deskundigen van duurzaam energiebedrijf Eneco slaan de handen ineen om de gezinsauto op zonne-energie voor het grote publiek toegankelijk te maken. Kennis en ambities over duurzaamheid, mobiliteit en innovatie worden uitgewisseld als onderdeel van de samenwerking. Dit moet ertoe leiden dat de elektrische auto een integraal onderdeel wordt van het energiesysteem en elektrisch rijden op duurzame energie uiteindelijk voor iedereen mogelijk en betaalbaar wordt.

Jeroen Overgoor, directeur Communicatie Eneco: ‘Elke dag met de auto naar werk, in het weekend boodschappen doen en met het hele gezin naar opa en oma. En je hebt er alleen duurzame energie voor nodig. Dat is de droom van studenten van Solar Team Eindhoven en sluit nauw aan bij onze kijk op de toekomst. Een toekomst waarin duurzame energieopwekking wordt gekoppeld aan elektrisch vervoer en daarbij significant bijdraagt aan een lagere CO2 uitstoot. Eneco investeert in de transitie naar elektrisch vervoer en heeft inmiddels veel kennis opgedaan over elektrisch rijden. Die kennis gaan we inzetten om deze studenten te helpen bij het bouwen en verder ontwikkelen van de ideale gezinsauto op zonne-energie.’

Wout Gubbels, team manager: 'Wij willen met Solar Team Eindhoven laten zien dat duurzame mobiliteit nu al mogelijk is. Eneco deelt deze visie voor een duurzame wereld en daarom zijn wij er trots op om met hen te gaan samenwerken. Door onze krachten te bundelen en slimme technieken toe te passen zetten we grote stappen in de goede richting. Zo wordt er bijvoorbeeld onderzocht hoe je de auto kan koppelen aan het huis en energie kan uitwisselen. Gewone gezinnen moeten de mogelijkheid hebben om enkel op energie van de zon hun dagelijkse ritten te voltooien. Met onze auto's laten wij zien dat dat nu al kan.'

Naast het uitwisselen van technische kennis adviseert Eneco de studenten van Solar Team Eindhoven verder op het gebied van agile werken, projectmanagement, marketing en teamontwikkeling.

Europese ELENA-subsidie maakt grootschalige investeringen in nieuwe energie mogelijk

De provincie Overijssel en de vijf grote steden hebben een Europese duurzaamheidssubsidie binnen gehaald van 2,6 miljoen euro. Het geld wordt gebruikt voor de voorbereiding en opstart van een groot investeringsprogramma voor de verduurzaming van gemeentelijke gebouwen, woningen, kantoren en de aanleg van drie warmtenetten. Het totale investeringsprogramma heeft een waarde van 72,2 miljoen euro, en wordt door de gemeenten, provincie en andere projectpartners gefinancierd.

Op vrijdag 18 november werd in het provinciehuis in Zwolle het subsidiecontract ondertekend door gedeputeerde Erik Lievers van de provincie Overijssel en vice-president Pim van Ballekom van de Europese Investeringsbank, in aanwezigheid van de wethouders van de deelnemende gemeenten.

Gedeputeerde Erik Lievers voor Energie, Milieu en Europa: “In Overijssel willen we naar twintig procent nieuwe energie in 2023. Dat willen we bereiken door energiebesparing en door de opwekking van nieuwe energie. Met deze investeringen kunnen we honderden bestaande gebouwen aanpakken, en creëren we daarnaast werkgelegenheid. Een mooi succes van onze samenwerking, regionaal en in Brussel!”

Voorbeelden van de projecten die dankzij de Europese ELENA-subsidie kunnen worden gerealiseerd zijn:
  • Verduurzaming van 175 gemeentelijke panden in verschillende gemeenten
  • Verduurzaming van 400 particuliere woningen (woningabonnement Deventer)
  • Aanleg warmtenetten in Deventer, Enschede en Zwolle


Groningen maakt werk van duurzame warmtevoorziening

Hoe kun je duurzaam omgaan met het gebruik van warmte? Dat staat in het nieuwe Warmteplan van de provincie. Hieruit blijkt dat er in Groningen tot 2020 al vier tot vijf petajoules duurzame warmte geproduceerd kan worden. Dat is vergelijkbaar met het aardgasverbruik van een kwart van alle huizen in onze provincie. Het warmteplan is opgesteld omdat het Rijk de provincies heeft gevraagd inzichtelijk te maken welke mogelijkheden er zijn om het warmtegebruik te verduurzamen.

In het warmteplan heeft de provincie de warmtevraag en het warmteoverschot in beeld gebracht, via een zogeheten warmtekansenkaart. In onze provincie is een aantal zeer grote duurzame warmteproducenten gevestigd. De grootste hoeveelheid duurzame warmte wordt geproduceerd door Eneco Energy from Waste, een afvalcentrale in Delfzijl. Een andere grote warmtebron, die ook in Delfzijl staat, wordt de biomassacentrale Eneco Bio Golden Raand, die van elektriciteitsproductie overschakelt naar warmteproductie.

Verder zijn er concrete plannen voor nieuwe warmtebronnen en -netten. Zo is de stad Groningen bezig met de ontwikkeling van een geothermieproject, waarbij gebruik wordt gemaakt van warmte uit diepe aardlagen, en heeft Hoogezand onlangs een warmtenet in gebruik genomen. Ook zijn er plannen om warmtenetten aan te leggen of uit te breiden in bijvoorbeeld Delfzijl en Veendam.

Warmte vormt de grootste energievraag, maar biedt ook de grootste mogelijkheden voor besparing. De bevindingen van alle provincies worden verwerkt in de plannen van het Rijk. "Ik ben blij dat we nu goed kunnen laten zien wat we op warmtegebied op korte termijn kunnen realiseren", aldus gedeputeerde Nienke Homan. "Op lange termijn willen we alle warmte in Groningen duurzaam opwekken, en ook daarvoor zijn volop mogelijkheden. Ik hoop dat het Rijk nu ook snel met een visie op warmte voor de lange termijn komt en middelen vrijmaakt om de warmtetransitie in Groningen mogelijk te maken."
Bij de plannen voor de ontwikkeling van duurzame warmte werkt de provincie Groningen nauw samen met Drenthe en Fryslân, het Rijk, gemeenten, de energiesector, netbeheerders en woningcorporaties.

donderdag 24 november 2016

ECN verstevigt banden China-Nederland op gebied van zonne-energie technologie

China heeft wereldwijd de grootste productie van zonnepanelen en het grootst opgestelde vermogen zonne-energie. Dit biedt exportmogelijkheden voor Nederlandse cleantech bedrijven.

Op 25 november organiseert ECN een workshop over zonne-energie technologie in China. De workshop “Incremental technology steps for the next generation solar cells and modules” maakt deel uit van de 12de Chinese CSPV conferentie. Op uitnodiging van de Shanghai Solar Energy Society geeft ECN acte de présence tijdens deze hoofdzakelijk binnenlandse conferentie.

Het evenement verschaft een 'uniek podium' waarop het Nederlands bedrijfsleven en ECN zich kunnen presenteren aan de alom aanwezige CEOs en CTOs van Chinese en Taiwanese zonne-energie bedrijven. Deelnemende Nederlandse bedrijven zijn Tempress, Levitech, DSM, Exasun en EternalSun/Spire. De workshop wordt geopend door de Officer voor Innovation, Technology & Science van het Nederlandse Consulaat Generaal, te Shanghai.

Eneco en ALD werken samen om wagenpark van klanten te verduurzamen

ALD Automotive en Eneco gaan samenwerken om klanten te helpen bij het verduurzamen van hun wagenpark. Hiervoor hebben beide bedrijven een meerjarige samenwerkingsovereenkomst getekend.
ALD Automotive en Eneco benaderen bedrijven met een duurzaamheidsstrategie met het aanbod om hun mobiliteit te verduurzamen.

Dat gaat zowel om de inzet van elektrische auto’s, mobiliteitspassen en andere innovatieve oplossingen die aan de duurzaamheid van de organisatie bijdragen. "Om sneller en beter innovatieve concepten op het gebied van duurzaamheid in relatie tot mobiliteit en energie van de grond te krijgen, moeten bedrijven de samenwerking op zoeken", zegt Carel Bal, regionaal directeur Benelux van ALD Automotive. "Duurzaamheid en innovatie gaan net als mobiliteit en energie, hand in hand. Als dan twee vernieuwers als Eneco en ALD Automotive samen aan de slag gaan, dan zijn de verwachtingen hoog”, aldus Bal.

“We starten de samenwerking met onze laaddienstverlening. Eneco plaatst laadpunten thuis en op zakelijke locaties bij ALD klanten”, zegt Bram Poeth, directeur Eneco Zakelijk. "Ook gaan we binnenkort ALD klanten de Slimladen app aanbieden. Deze zorgt ervoor dat de auto geladen wordt op het financieel meest gunstige moment. Dus als de prijs van stroom het laagst is. Daarnaast wordt een belangrijke pijler onder de samenwerking de ontwikkeling van een mobiliteitstool. Met deze tool kunnen klanten een betere keuze maken uit de verschillende vervoersvormen in combinatie met de daarbij behorende energiebehoefte.”

ALD Automotive was de eerste leasemaatschappij In Nederland met een uitgebreid testprogramma elektrisch rijden in 2010. Op dit moment heeft ALD een vloot van zo’n 4.000 elektrische voertuigen, meer dan 10 procent van hun totale leasevloot.

Eneco is al in 2010 begonnen met het verduurzamen van haar eigen wagenpark met elektrische voertuigen in de proeftuin Rotterdam Test Elektrisch Rijden. Ook is Eneco een voorloper met het ontwikkelen van diensten rondom elektrisch vervoer, zoals Auto op Toon. Hiermee krijgt de berijder op Toon, de slimme thermostaat van Eneco, inzicht in de energiekosten die hij voor zijn auto maakt.

Lokale energiebeweging in Groningen en Friesland groeit explosief

Het productievermogen van lokale energiecoöperaties is in het afgelopen jaar met 50% gestegen. Dat onderzocht kennisplatform lokale energie 'HIER opgewekt'. In Groningen groeide het aantal coöperaties het snelst en in Friesland steeg het productievermogen meer dan elders in het land.

Lokale energie-initiatieven, zoals Sunbrouck, wekken zelf duurzame energie op, de winst gaat naar een gezamenlijk gekozen doel. Met de opkomst van de lokale coöperaties is een energiemarkt van betekenis ontstaan. Met name in Groningen en Friesland zijn energiecoöperaties populair.

De groei in het noorden is mede toe te schrijven aan de ondersteuning van de koepelcoöperaties. Volgens Jan Hink, bestuursvoorzitter van de Groninger Energie Koepel, is de samenwerking met de Provincie en de Natuur en Milieufederatie Groningen een zeer belangrijke factor geweest: "Nu kunnen we de coöperaties professioneel ondersteunen. In 2016 hebben we alle initiatieven in kaart gebracht en er is een stappenplan ontwikkeld, zodat het proces op de meest efficiënte manier verloopt."

Uit het rapport van 'HIER opgewekt' blijkt verder dat vanzelfsprekende samenwerking met netwerkbedrijven belangrijk is. Opvallend is de opkomst van energieleveranciers die onderdeel zijn van de coöperaties. Zo hebben de coöperaties in het noorden gezamenlijk energieleverancier Noordelijk Lokaal Duurzaam in het leven geroepen. Doel is het sluiten van de energiekringloop: lokaal opwekken en afnemen, en winsten lokaal houden.

woensdag 23 november 2016

RDW naar energielabel A+

Vandaag opent de burgemeester van Veendam, de heer Sipke Swierstra, officieel het gemoderniseerde en duurzame pand van de RDW in Veendam

In de afgelopen twee jaar is het gebouw van de RDW in Veendam gestript en opnieuw opgebouwd, aardbevingsbestendig en duurzamer gemaakt. Het energielabel veranderde van G naar A+. Dit allemaal dankzij zo'n 400 zonnepanelen, isolatie van het kantoor onder meer met HR++ glas en een warmte/koude-opslag op 120 meter diepte.

Het energieverbruik van het pand verminderde met maar liefst 62,5 %. Dit resulteert in een besparing van 60.000 kubieke meter aan gas per jaar.

Al 42 jaar zit de RDW in het pand aan Skagerrak 10 in Veendam. Na al die jaren was het tijd voor een grondige renovatie. In december 2014 startte de verbouwing en in september 2016 is het laatste bouwdeel opgeleverd.

Amsterdam maakt plaatsen zonnepanelen goedkoper en makkelijker

Wie in Amsterdam zonnepanelen wil installeren, hoeft vanaf 1 januari 2017 geen leges meer te betalen. Dat maakt zonne-energie financieel aantrekkelijker. Wethouder Duurzaamheid Abdeluheb Choho wil hiermee zonne-energieprojecten in de stad een extra stimulans geven. Ook zijn de regels rondom plaatsing versoepeld en vereenvoudigd.

In de meeste gevallen is installatie van zonnepanelen vergunningsvrij. In een beschermd stadsgezicht, op monumenten of bij de aanleg van zonneweides moet echter wel een vergunning worden aangevraagd.
Meer zonneprojecten

Wethouder Choho: ‘De leges daarvan kunnen oplopen tot duizenden euro’s, afhankelijk van de bouwsom. Dat kan de financiële haalbaarheid van deze initiatieven in gevaar brengen. Ik denk daarom dat door het afschaffen van leges het aantal zonneprojecten toeneemt.’
Eenvoudiger

Ook van de versoepeling van de regels voor beschermd stadsgezicht en monumenten zal een stimulerende werking uitgaan. Onder meer is de regel geschrapt dat slechts 30% van het dak mag worden belegd met zonnepanelen. Verder is duidelijker en concreter aangegeven wat toegestaan is. Dat maakt toetsing eenvoudiger, waardoor de gemeente aanvragen sneller en soepeler kan afhandelen.

Overheden sturen minister boze brief over gaswinning Wapse

Bestuurders van de gemeente Westerveld en de provincie Drenthe zijn ontstemd over de gebrekkige en foutieve informatie rondom de verdrievoudiging van de voorgenomen gaswinning bij Wapse. Dat laten zij weten in een brief aan minister Kamp van Economische Zaken (EZ). Bovendien voelen de overheden zich weinig serieus genomen in hun rol als wettelijk adviseur.

Via de media moesten de lokale overheden vernemen dat Vermillion de gasproductie gaat ophogen van maximaal 480.000 Nm3 per dag naar maximaal 1.500.000 Nm3 per dag. Wethouder Van Schelven: Het ministerie van EZ heeft ons advies gevraagd op het oorspronkelijke winningsplan. Nu blijkt dat op het moment dat de adviesaanvraag naar ons gestuurd werd, al bekend was bij het ministerie, dat de aangevraagde productie aanzienlijk hoger is. Dat is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk.”

Het ministerie vraagt volgens de nieuwe mijnbouwwet advies aan gemeenten, provincie en waterschappen. "Voor dat wettelijke adviesrecht heeft de provincie jarenlang gestreden," zo zegt gedeputeerde Tjisse Stelpstra, "maar als dit de praktijk is, dan is de waarde van dat adviesrecht nog zwaar onder de maat," vervolgt hij. "Activiteiten in de ondergrond hebben vaak ingrijpende gevolgen. Het gaat om de belangen van onze mensen en onze omgeving. Daar willen wij de vinger aan de pols kunnen houden. Hoe kunnen wij adequaat advies uitbrengen als we niet te horen krijgen dat het plan al verouderd is? En erger nog, dat het ministerie het niet nodig acht om na zo'n wezenlijke verandering in de plannen de overheden opnieuw om advies te vragen. Als iemand je advies vraagt, wil je ook serieus genomen worden," aldus Stelpstra.

In de brief doen de overheden een dringend beroep op de Minister om de adviesprocedure rondom winningsplannen te verbeteren, transparanter te zijn en volledige openheid van zaken te geven.

Friezen investeren steeds meer in woningisolatie

Meer dan 4.500 woningeigenaren hebben dit jaar de Friese Energiepremie aangevraagd, voor in totaal 3,5 miljoen euro. Met de premie konden zij hun huis zuiniger maken door energiebesparende maatregelen. De meest voorkomende maatregelen zijn isolatie van dak, gevel en vloeren en isolatieglas. Per woning was maximaal 3.050,- euro subsidie mogelijk.

Duurzaamheidsgedeputeerde Michiel Schrier is blij met het resultaat. “Duurzaam wonen en leven is van groot belang voor de toekomst van onze provincie. Ik vind het mooi om te zien dat zoveel huiseigenaren investeren in een duurzaam en comfortabel huis met ook nog eens een lagere energierekening. Dat is ook nog eens goed voor het milieu en voor de provinciale economie. Want vaak schakelen ze een Friese aannemer in voor de klus”.

Met de 3,5 miljoen aan energiepremies is de pot nu leeg en stopt de regeling. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) komt evenwel met een nieuwe subsidieregeling, ‘energiebesparing eigen huis’. Huiseigenaren kunnen subsidie krijgen en goedkoop geld lenen om hun woning energiezuiniger te maken. Dit kan bijvoorbeeld door betere isolatie van dak, gevel, spouwmuur, vloer en ramen. Ook kunnen ze warmtepompen, zonneboilers, ventilatie met warmteterugwinning en zonnepanelen aanschaffen met de subsidie.

Met de campagne ‘Energie besparen doe je nu’ vestigt het Rijk de aandacht op de mogelijkheden om een huis energiezuiniger te maken. De campagne loopt drie jaar. Op www.duurzaambouwloket.nl staan allerlei tips en adviezen over energiebesparing.

dinsdag 22 november 2016

Zonnepanelen op gemeentehuis Bladel

Op het gemeentehuis van Bladel zijn 120 zonnepanelen in gebruik genomen, op sporthal Eureka in Hapert 55.

Daarmee heeft de gemeente Bladel een begin gemaakt met het verduurzamen van haar gebouwen, meldt het Eindhovens Dagblad.

De gemeente heeft als ambitie om in 2025 energieneutraal te zijn. De zonnepanelen op de daken van gemeentehuis en sporthal hebben een verwachte opbrengst per jaar van resp. 28.000 kWh en 13.500 kWh.

Energienota flink omhoog door precariolasten

Netbeheerders als Stedin, Alliander en Enexis willen hun tarieven komend jaar flink verhogen. Ze hebben toezichthouder ACM een toename van tenminste 15 euro per huishouden voorgesteld, de grootste verhoging in jaren. Dat meldt het AD vanochtend.

De reden is de precariobelasting op kabels en leidingen. In een poging hun inkomsten te vergroten, hebben tientallen gemeenten die de afgelopen jaren stilletjes ingevoerd.

Grote verbruikers in industrie en landbouw zijn volgens het AD woedend. Belangenclub VEMW overweegt de gang naar de rechter. De stijging is in strijd met de wet en Europese regels. Volgens de branche mogen netbeheerders de precario niet doorberekenen aan burgers en bedrijven.

De snel stijgende precariolasten zijn des te opmerkelijker aangezien minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) in juni net een wetsvoorstel heeft ingediend om de belasting af te schaffen. Maar daarvoor geldt een ruime overgangstermijn.

Huizen leveren energie op in Noord-Holland

Onlangs was de eerste dag van de Duurzame Huizen Route 2016. De route trok veel belangstellenden, ook bij woningen in Noord-Holland. De provincie ging op bezoek bij 2 huizen op de route in Noord-Holland.

Ruim 18 jaar geleden kocht Ferry van Peet zijn woning uit 1922 in Haarlem. Hij heeft de woning volledig gerenoveerd. Met zijn technische achtergrond wist hij hoe hij zijn woning kon ombouwen tot een energieleverend huis. Met het fotoboek erbij laat hij het verschil zien tussen de woning die hij kocht en de woning nu.

Comfort was een belangrijke motivatie om de woning mooier en duurzamer te maken. In de woonkamer brandt een houtpelletkachel. Hierin worden speciale houtpellets verbrand. Dit zijn kleine cilindervormige korreltjes gemaakt van zaagmeel en houtafvalsnippers. Deze verwarmingsbron is CO2-neutraal en zorgt voor prettige warme luchtstroom die comfortabel aanvoelt.

Een paar jaar geleden sloot van Peet de gaskraan definitief af toen de keuken werd voorzien van een inductiekookplaat. Het afsluiten van de gasaansluiting levert hem jaarlijks een behoorlijke besparing op. De elektriciteit wordt opgewekt door 12 zonnepanelen die jaarlijks 2.800 kWh opleveren (gemiddeld verbruikt een huishouden 3.300 kWh elektriciteit per jaar), met dank aan de gunstige zonpositie van Haarlem. Het huis is nu, met de bezetting van een gezin met 2 kinderen, energieleverend.

Na aankoop van zijn woning, 12 jaar geleden, heeft Otto van de Berg een bodemlus van zo’n 90 meter diep laten boren en daar een warmtepomp op aangesloten. De warmtepomp levert voldoende warmte op om de begane grond, voorzien van vloerverwarming, te verwarmen. De bovenverdieping is wel uitgerust met radiotoren en aangesloten op een aanvullende HR-Ketel.

Tweederde Stadjers is vóór windenergie

Ongeveer 61,5% van de Stadjers vindt dat de voordelen van windenergie zwaarder wegen dan de nadelen.

Dit blijkt uit een peiling die de gemeente Groningen onlangs heeft uitgevoerd. 95% van de respondenten vindt het belangrijk dat de gemeente Groningen werkt aan het opwekken van duurzame energie. Meer dan de helft van de respondenten vindt het zelfs heel belangrijk.

Wethouder Gijsbertsen zegt hierover: ‘Het blijkt dat voornamelijk inwoners tot 35 jaar vaker voordelen van windenergie zien. Windenergie raakt nooit op en daarom is het onmisbaar als energiebron om te komen tot een energieneutraal Groningen in 2035.’

Bijna alle respondenten vinden dat windmolens op zodanige afstand van woningen moeten worden geplaatst dat er zo min mogelijk overlast is. Toch staan er opmerkelijk veel Stadjers neutraal (29%) of zelfs positief (28%) tegenover windmolens in de eigen woonomgeving (zie grafiek).

Het meest genoemde voordeel (80%) van windenergie is dat het nooit op raakt. Als nadeel geeft ongeveer de helft van de respondenten aan dat ze windmolens niet mooi vinden en dat de molens (teveel) geluid produceren. Respondenten tot 35 jaar zien vaker de voordelen van windenergie, respondenten vanaf 50 jaar zien iets vaker de nadelen.

Ongeveer een derde van de respondenten zou willen investeren in windmolens in Groningen. Tweederde van de respondenten vindt dat de opbrengsten van windenergie moeten worden besteed aan het energiezuinig maken van woningen. Iets meer dan de helft vindt dat de opbrengsten moeten worden besteed aan het verminderen van woonlasten.

Een bedrijventerrein wordt door de meeste mensen gezien als een geschikte plek voor windmolens. Ook plaatsing langs een (snel)weg, rivier of kanaal wordt vaak genoemd. Een grote meerderheid ziet liever geen windmolens in natuurgebieden of in de omgeving van erfgoed. Driekwart vindt ook dat windmolens zoveel mogelijk bij elkaar op één locatie moeten worden geplaatst.

maandag 21 november 2016

Opladen Nederlandse elektrische auto’s in Duitsland wordt eenvoudiger

Automobilisten met een elektrisch voertuig kunnen met hun laadpas straks ook terecht bij laadpalen in Duitsland. De bedrijven e-Violin en E-Clearing.net gaan ervoor zorgen dat de oplaaddiensten in Nederland en Duitsland met elkaar kunnen communiceren. Hiermee wordt opnieuw een stap gezet in het stimuleren van elektrisch rijden. In aanwezigheid van minister Kamp van Economische Zaken werd de samenwerking tussen de beide bedrijven vandaag in het Duitse Neuss bekrachtigd. De ondertekening is onderdeel van de Energieconferentie die aldaar vandaag plaatsvindt.

Minister Kamp: “Het is de Nederlandse inzet om in Europa te werken met één ICT-systeem voor de oplaadpalen. Dit houdt de kosten voor de e-rijder laag en het maakt uitbreiding in andere landen eenvoudig. Met deze samenwerking kunnen Nederlandse automobilisten in Duitsland bij 12.000 laadpunten terecht.” De bewindsman legt uit: “Het is te vergelijken met geld pinnen, waarbij de pashouder van een bepaalde bank ook bij de pinautomaten van andere banken terecht kan. De aanwezigheid van voldoende oplaadinfrastructuur en een verplicht hoger aandeel schone auto’s in de Europese productie is volgens het kabinet van belang om toekomstige groei van elektrisch rijden te realiseren.”

De Energieconferentie, die nu voor de tweede keer plaatsvindt, richt zich op de mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van innovatie, handel en investeringen en de grensoverschrijdende samenwerking op gebied van energie en economie tussen Nederland en de Duitse regio Noordrijn-Westfalen. De samenwerking tussen e-Violin en E-Clearing.net zijn mooie voorbeelden van hoe de markt dit zelf oppakt.

Elektrisch rijden wordt steeds populairder in Nederland; afgelopen week is het 100.000ste voertuig verwelkomd. Om toekomstige groei te realiseren, is het volgens het kabinet van belang dat er vooral voldoende oplaadinfrastructuur aanwezig is, ook in de ons omringende landen. Uitbreiding van de huidige financiële ondersteuning aan consumenten is volgens het kabinet niet efficiënt, vanwege de hoge kosten en het naar verwachting beperkte effect op nieuwe kopers.

VEH: slimme meter data zetten niet aan tot energiebesparing

De uitrol van de slimme energie meter leidt niet tot de verwachte energiebesparing. Dat stelt Vereniging Eigen Huis.

Tot 2020 vervangen netbeheerders alle huidige gas en elektriciteitsmeters door een slimme meter. Inmiddels heeft ongeveer 30 procent van alle huishoudens al een slimme meter. Bij het begin van de uitrol is de verwachting uitgesproken dat dit voor consumenten zou leiden tot een besparing van 3,2 procent op elektriciteit en 3,7 procent op gas. Het grootste deel van deze besparing moet voortkomen uit gedragsveranderingen die in gang gezet worden door het verbruikskostenoverzicht dat alle consumenten met een slimme meter twee maandelijks van hun energieleverancier moeten ontvangen.

Uit het onderzoek onder 4.425 leden van Vereniging Eigen Huis blijkt echter dat maar 30 procent van de respondenten vindt dat het verbruikskostenoverzicht hen aanzet tot energiebesparing. Naast het ledenonderzoek heeft Vereniging Eigen Huis de overzichten ook aan wet- en regelgeving getoetst. Verreweg de meeste energieleveranciers lieten in meer of mindere mate steken vallen in hun overzichten. NLE, VandeBron en Budgetenergie vielen hierbij in negatieve zin op. Alleen het verbruikskostenoverzicht van Eneco voldoet volledig.

"De verbruikskostenoverzichten zijn moeilijk te doorgronden en leiden niet tot een gewenste verandering van het gedrag van consumenten" aldus directeur Kennis en Belangenbehartiging Rob Mulder. "Daarnaast zien we dat de meeste energieleveranciers zich niet eens houden aan de regelgeving waarin staat waar het overzicht aan moet voldoen. Niet verwonderlijk dat het voor de meeste consumenten geen stimulans is om energie te besparen. En een derde van de consumenten zegt geen verbruikskostenoverzicht te ontvangen. Als we zo door gaan, realiseren we de verwachte energiebesparing bij lange na niet. Dat is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook voor de portemonnee van de consument" aldus Mulder.

De vereniging roept minister Kamp dan ook op om een taskforce in stellen waarin de verantwoordelijke partijen zoals netbeheerders en energieleveranciers samen de problemen in kaart brengen en komen tot snelle oplossingen die aansluiten op het gedrag van consument. Hier kan bijvoorbeeld geleerd worden van Engeland waar consumenten bij de installatie van de slimme meter een eenvoudige display hebben gekregen die direct feedback geeft op het energieverbruik. De lijkt betere resultaten op te leveren. Daarnaast moet er gekeken worden hoe je consumenten beter kunt ontzorgen bij vragen als wat moet ik doen, wie kan dit doen en hoe financier ik de energiebesparende maatregelen.

De slimme energie meter alleen biedt consumenten geen directe verbruiksinformatie. Door koppeling van slimme tools en diensten heeft de gebruiker de mogelijkheid om de gegevens die de slimme meter meet zelf te analyseren. In Nederland is er voor gekozen om deze opties door de markt te laten aanbieden. Zonder deze tools en diensten is de consument aangewezen op het verbruikskostenoverzicht dat tweemaandelijks door de energieleverancier wordt toegezonden. Het overgrote deel van de huishoudens met een slimme meter gebruikt nog geen aanvullende verbruiksmanager. De huidige aanbiedingen sluiten onvoldoende aan op wensen en behoeften van de grote groep consumenten die niet bovenmatig geïnteresseerd is in besparing, milieu of techniek.

Europese droom van een elektriciteitssupersnelweg komt dichterbij

Wanneer binnen enkele decennia een Europees supersnelwegnet voor elektriciteit een feit is, zal ingenieur Jef Beerten zonder blozen kunnen zeggen dat hij een van de eerste bouwstenen heeft geleverd. Die verdienste is nu al officieel erkend, met de internationale ABB Research Award voor zijn doctoraatsonderzoek.

Een mooie en niet te onderschatten erkenning”, zegt Jef Beerten, postdoctoraal onderzoeker bij EnergyVille. “Zeker als je weet dat de prijs komt van het bedrijf ABB, een van de pioniers in de technologie die hoogspanningsgelijkstroomnetten mogelijk maakt.” Het proefschrift van Beerten focuste op de modellering en bediening van zulke gelijkstroomnetten. Zijn onderzoek startte in 2008, toen de droom van een Europees supersnelwegnet voor elektriciteit op gelijkstroom (DC) al wel bestond, maar de haalbaarheid ervan enkel door economen tegen het licht was gehouden. Jef Beerten stelde als eerste de vraag of zo’n Europese supergrid ook technisch kans op slagen had.

Bij wisselstroom (AC – voluit alternating current) veranderen de elektronen, die de stroom vervoeren, constant van richting. Ze gaan als het ware ritmisch heen en weer. Wisselstroom is wat uit onze stopcontacten komt. Bij gelijkstroom (DC – voluit direct current) gaat de elektrische stroom steeds dezelfde kant op. Batterijen wekken dit soort stroom op en vrijwel alle elektronica maakt er gebruik van. Daarom heb je een adapter nodig als je een laptop in het stopcontact wil steken.

Toen op het einde van de 19de eeuw de elektriciteit in opgang kwam, gingen de twee technologieën met elkaar in concurrentie. Thomas Edison promootte DC, terwijl de ingenieurs George Westinghouse en Nikola Tesla ambassadeurs waren van AC. Naarmate de elektriciteitssystemen groter werden, botste DC op zijn limieten. Met gelijkstroom was het aanvankelijk moeilijk verschillende spanningsniveaus te combineren, wat nochtans nodig is in een groter netwerk: van de hoge spanning van elektriciteitsmasten moet je naar de lage spanning voor thuisgebruik kunnen gaan. In AC had men toen transformatoren voor die omschakelingen en kon men redelijk eenvoudig robuuste motoren voor de industrie bouwen. Daarom werd honderd jaar geleden resoluut voor AC gekozen bij het uitbouwen van ons elektriciteitsnet.
 

Dat ons huidige elektriciteitsnet gebruik maakt van wisselstroom (AC), heeft historische gronden (zie kader). Met de jaren ging men evenwel inzien dat energiesystemen in gelijkstroom perspectieven bieden. Meer bepaald voor het bulktransport van energie over lange afstanden is DC efficiënter. “Het is veel makkelijker om in gelijkstroom kabels op zeer hoge spanning onder de grond te leggen. Voor overzeese verbindingen, tussen België en Groot-Brittannië bijvoorbeeld, is DC vaak zelfs de enige optie. Ook op het vasteland kan het de voorkeur genieten, onder meer omdat ondergrondse kabels maatschappelijk acceptabeler zijn dan hoogspanningsmasten, die voor velen het landschap verstoren”, meent Jef Beerten.

De toenemende vraag naar hernieuwbare energie en de opengegooide energiemarkt spelen ook hun rol. “Hoe dieper offshore windmolenparken in zee liggen, hoe groter de energieopbrengst is. Er zullen steeds meer lange kabelverbindingen nodig zijn voor het transport van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Het gevolg is dat we voor de aansluiting op het bestaande AC-net steeds meer verbindingen met DC-kabels moeten voorzien. Dat zal zodanig systematisch gebeuren dat je je kan afvragen of het niet logischer zou zijn om ineens een net in DC uit te bouwen: een ‘autosnelwegnet’ dat vlot verkeer over lange afstanden mogelijk maakt.”

Het ‘oude’ AC-elektriciteitsnet, grotendeels na de Tweede Wereldoorlog aangelegd, vertoont volgens de onderzoeker gebreken. “Omdat in het verleden elk land zijn eigen elektriciteitsnet ontwikkelde, zijn de connecties tussen landen zwak; het zijn flessenhalzen. Voor de broodnodige versterkingen van het net werd recent al naar DC gegrepen. Ik denk aan de verbinding tussen Frankrijk en Spanje, onder de Pyreneeën door. Dat soort ingrepen maakt de energievoorziening betrouwbaarder en legt de weg open naar een eengemaakte Europese energiemarkt.”

IT beveiliging olie en gas-industrie niet op orde

IT-beslissers in de olie- en gasindustrie nemen cyberbeveiliging nog niet serieus genoeg. Dat constateert Fox-IT op grond van onderzoek dat door de Oil & Gas IQ portal is uitgevoerd onder beslissers.

Zelfs na ernstige incidenten, zoals Stuxnet en Shamoon,  zijn er slechts lichte verbeteringen merkbaar in het beleid en de meerderheid van de IT-professionals heeft er nog steeds weinig vertrouwen in dat ze grote cyberaanvallen kunnen ontdekken, weerstaan of beantwoorden.    
     
Het jaarlijkse onderzoek vond voor de tweede keer plaats. Een panel van IT-managers uit de olie- en gasindustrie nam deel aan het onderzoek naar de veiligheid van hun eigen systemen, de trends en uitdagingen die ze zien in de cyberdreigingen en de kwetsbaarheid van hun eigen onderneming.

Slechts 9 procent heeft vertrouwen in hun eigen systemen. Daarnaast heeft meer dan een derde geen vertrouwen in de eigen verdedigingssystemen. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar.
    
65 procent van de respondenten is er niet gerust op dat ze een Advanced Persistent Threat kunnen detecteren of weerstaan. Dit is een stijging van bijna 38 procent in vergelijking met vorig jaar. De stijging is het gevolg van een toename van het bewustzijn en het toegeven van de zwakte, wat ook positief gezien kan worden.

Zelfs na ernstige incidenten zoals Stuxnet en Shamoon hebben de ondernemingen weinig maatregelen genomen. Slechts 52 procent heeft een Intrusion Detection System (IDS) in gebruik.
    

zaterdag 19 november 2016

Slimme meter: energiebesparing blijft achter bij verwachting

De Rijksoverheid maakt zich sterk voor energiebesparing in de bebouwde omgeving. Daarom vindt momenteel in Nederland een grootschalige installatie van slimme meters in woningen plaats. Nu meer dan 25 procent van deze slimme meters is geplaatst, blijkt dat de energiebesparing achterblijft bij de verwachting. Het Planbureau voor de Leefomgeving onderzocht hoe de potentie van de slimme meter beter kan worden benut.

In 2015 heeft het Rijk besloten dat in de woningen van alle 7 miljoen Nederlandse huishoudens een slimme meter wordt geïnstalleerd. In 2020 zouden alle huishoudens voorzien moeten zijn van zo’n  apparaat, met als effect een gemiddelde energiebesparing van 3,5 procent.

Uit de PBL-studie De slimme meter, uitgelezen energie(k) blijkt dat bij de huishoudens die een de slimme meter hebben, de energiebesparing achterblijft. Deze blijft steken op gemiddeld nog geen 1 procent . Dit terwijl de verwachting is dat huishoudens minder energie gaan gebruiken als ze inzicht krijgen in hun energieverbruik - en dan vooral in de kosten daarvan.

Met de invoering van de slimme meter wil de Rijksoverheid een aantal maatschappelijke doelen  dienen: bijdragen aan reductie van de uitstoot van broeikasgassen, de energielevering betaalbaar houden en de betrouwbaarheid van de energielevering borgen.

Het PBL onderstreept dat maatschappelijke belang maar pleit voor aanpassing van de koers van het huidige beleid. Een kansrijke optie is om, naast de uitrol van de slimme meter, te beginnen met een programma dat experimenteert met de inzet van energieverbruiksmanagers zoals in-home displays. Ook de wijze van aanbieden kan in experimenten systematisch worden getest op het effect op acceptatie en energiebesparing.

Het PBL ziet deze strategie als de beste keuze als de overheid enerzijds de energiebesparing zo groot mogelijk wil maken en anderzijds de markt de ruimte wil laten om te blijven innoveren.


Amsterdam wordt aardgasloze stad

Amsterdam moet in 2050 een aardgasloze stad zijn, zo maakt het college van Burgemeester en Wethouders bekend in haar strategie 'Naar een Stad zonder Aardgas'. Om snel ervaring op te doen met het op grote schaal aardgasloos maken van bestaande woningen, wijzen Amsterdamse woningcorporaties al in 2017 de eerste 10.000 woningen aan waar dit gaat gebeuren.

Wethouder Duurzaamheid Abdeluheb Choho: “We beginnen nu met een warmterevolutie, waar elke Amsterdammer bij betrokken wordt. Dit vraagt om lef bij alle partijen, en ik ben trots dat we juist in Amsterdam samen hard aan de slag gaan om bestaande buurten aardgasloos te maken. We gaan het gewoon doen.”

Het college kiest onomwonden voor een aardgasvrije stad. Dat brengt een enorme opgave met zich mee. In Amsterdamse nieuwbouwwijken zoals de Houthavens of het Amstelkwartier liggen al geen gasleidingen meer. In 2020 zullen 102.000 woningen zijn aangesloten op warmtenetten. De meest ingrijpende keuze is om nu bestaande gebouwen op grote schaal van het aardgas af te halen. Hiermee wordt ervaring opgedaan met welk alternatief op welke plek het beste past. Ook alternatieven als volledige elektrische warmtesystemen of geothermie komen daarbij in beeld.

Voor de overgang naar de aardgasloze stad gaat de gemeente intensief samenwerken met de vijf woningcorporaties Eigen Haard, De Alliantie, Rochdale, Stadgenoot en Ymere, warmtebedrijven Nuon en Westpoort Warmte, netbeheerder Alliander en de Huurdersvereniging Amsterdam. Het college wil bovendien bewoners een grotere rol gaan geven. Lokale huurders- en bewonersorganisaties, VvE ‘s, particuliere woningeigenaren en andere eigenaren van gebouwen zullen worden geraadpleegd. Belangrijk uitgangspunten zijn dat de kosten voor bewoners niet stijgen en Amsterdammers betrokken worden bij de keuzes die gemaakt gaan worden.

In 'Naar een Stad zonder Aardgas' wordt ook het Rijk een belangrijke rol toebedeeld, bijvoorbeeld in het aanpassen van belemmerende wet- en regelgeving. Veder moeten er meer bevoegdheden naar de gemeente gaan om lokaal de juiste keuzes te maken. Ook voor de financiering wordt naar het Rijk gekeken.

vrijdag 18 november 2016

Record aantal consumenten wisselt van energieleverancier

Nog nooit zijn er zoveel consumenten overgestapt van energieleverancier als in de afgelopen twaalf maanden. Tussen medio 2015 en medio 2016 stapte 17 procent van de energieconsumenten over. Consumenten die al eens zijn overgestapt, doen dit ook vaker. Ongeveer 64 procent van deze groep is twee keer of vaker overgestapt. Dat blijkt uit de Energiemonitor die de Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft gepubliceerd.

Door over te stappen dwingen consumenten de energiebedrijven om te concurreren. Dat leidt tot betere dienstverlening en lagere prijzen. Nederlandse consumenten kunnen tot ruim 300 euro per jaar op hun energiejaarrekening besparen. De hoogte van de besparing verschilt per looptijd van het contract. Consumenten die nog nooit zijn overgestapt, kunnen het meeste besparen.

Uit Europese publicaties van ACER (Agency for the cooperation of energy regulators) en CEER (Council of European energy regulators) blijkt verder dat Nederland voor zowel elektriciteit als gas een van de meest competitieve markten in Europa heeft. In Nederland stappen relatief veel consumenten over van energieleverancier. Zij kunnen daarbij kiezen uit een relatief groot aantal leveranciers en kunnen gemakkelijk prijzen vergelijken.

Essent kiest voor crowdfunding bij zonnestroomprojecten

Essent wil vaart maken met de energietransitie. Daarom wil Essent via crowdfunding ruim 1 miljoen euro ophalen om komend jaar twee zonnestroomprojecten te realiseren via haar dochterbedrijf Indi Energie: bij SnowWorld in Zoetermeer en Landgraaf. Door crowdfunding wil Essent consumenten betrekken bij de opwek van duurzame energie, projecten sneller vormgeven, en het aandeel duurzame energie in Nederland sneller vergroten.

Met crowdfunding geeft Essent consumenten de kans om duurzame energieprojecten mede te financieren. Zij worden op die manier betrokken bij de energietransitie en krijgen ook nog eens een interessant rendement uit hun inleg.

Daarnaast kan Essent meer autonoom werken en mooie initiatieven op het terrein van duurzame energie-opwek vormgeven, zodra die zich aandienen. Met alleen de traditionele manier van financiering door banken is dat lastiger.

Jasper Houthuijsen, directeur bij Indi Energie: “Crowdfunding is voor ons een geheel nieuwe manier om een bijdrage te leveren aan de energietransitie. We verwachten met crowdfunding sneller decentrale, duurzame-energie projecten van de grond te krijgen. Financierders werken op die manier mee aan de versnelling van de energietransitie in Nederland. Doordat in principe iedereen een financiële bijdrage kan leveren aan de totstandkoming van projecten, wordt duurzame energie-opwek van iedereen. Niet alleen van bedrijven of organisaties die vaak op basis van een businesscase bepalen of een project wordt ontwikkeld, waardoor veel kansen blijven liggen.”

De zonnestroomprojecten staan vanaf 17 november, 16.00 uur op www.duurzaaminvesteren.nl. De looptijd van de investering is 1 jaar en zal worden aangeboden via Indi Energie B.V. Het rendement is 5%