De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in 2013 terecht broeikasgasemissierechten toegewezen op basis van de correctiefactor die de Europese Commissie eerder had vastgesteld. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag. Daarmee blijft de toewijzing van broeikasgasemissierechten voor de periode 2012 tot 2020 aan bedrijven uit de zware industrie en andere sectoren in stand. Een aantal bedrijven was het niet eens met de correctiefactor, omdat die ongeldig zou zijn vastgesteld. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
De Afdeling bestuursrechtspraak stelde in juni 2014 zogenoemde prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in Luxemburg over de correctiefactor van de Europese Commissie. In april 2016 verklaarde het Europese Hof dat de correctiefactor ongeldig was vastgesteld. Wel bepaalde het Hof dat deze ongeldigverklaring geen gevolgen heeft voor de toewijzing van emissierechten tot tien maanden na zijn arrest, "teneinde ernstige gevolgen voor een groot aantal te goeder trouw tot stand gebrachte rechtsverhoudingen te voorkomen". Dit betekent dat de ongeldig vastgestelde correctiefactor toch moet worden toegepast. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak volgt uit het arrest dat de staatssecretaris de toewijzing van broeikasgasemissierechten terecht heeft gebaseerd op die correctiefactor.
De bedrijven vonden verder dat de staatssecretaris de toewijzing van de broeikasgasemissierechten zorgvuldiger had moeten voorbereiden en beter had moeten motiveren. Ook had de staatssecretaris volgens hen meer rekening moeten houden met hun belangen. Bovendien zou de toewijzing rechtsonzeker zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft al deze bezwaren ongegrond verklaard.
Pagina's
▼
woensdag 31 augustus 2016
GBB en Gasberaad praten niet meer met Alders
Nationaal Coördinator Hans Alders heeft te weinig overwicht op de NAM buiten bij de afhandeling van de gaswinningsschade. Dat vinden de Groninger Bodembeweging en het Groninger Gasberaad.
Hij moet vechten met zijn handen op de rug, zegt secretaris Dick Kleijer van de Bodembeweging tegen RTV Noord.
Beide groeperingen hebben daarom geen vertrouwen meer in Alders' rol als coördinator van die afwikkeling. 'Zolang de NAM dergelijke interventies in volledige vrijheid kan en mag doen heeft het voor ons geen enkele zin om de NCG te adviseren over een nieuw NAM-schadeprotocol! Immers, NAM doet toch wat zij zelf wil. Daaraan moet een einde komen!'
Hij moet vechten met zijn handen op de rug, zegt secretaris Dick Kleijer van de Bodembeweging tegen RTV Noord.
Beide groeperingen hebben daarom geen vertrouwen meer in Alders' rol als coördinator van die afwikkeling. 'Zolang de NAM dergelijke interventies in volledige vrijheid kan en mag doen heeft het voor ons geen enkele zin om de NCG te adviseren over een nieuw NAM-schadeprotocol! Immers, NAM doet toch wat zij zelf wil. Daaraan moet een einde komen!'
Procedure aardbevingsschade Groningengasveld en gasopslag Langelo
In opdracht van de NAM heeft Arcadis vorig jaar een onderzoek uitgevoerd naar schademeldingen buiten de randen van het Groninger gasveld. In elf gebieden aan de grens van dit gebied (de ‘schadecontourlijn’), heeft Arcadis een aantal gebouwen onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat schade door aardbevingen in het onderzochte gebied verwaarloosbaar klein is. De NAM heeft de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) gevraagd om het onderzoek en de uitkomsten te controleren. Deze controle is in opdracht van de NCG door de TU Delft uitgevoerd. Op basis van de conclusies uit het onderzoek van de TU Delft heeft de NCG vastgesteld dat de door de NAM vastgestelde schadecontourlijn niet houdbaar is en dat daarom iedere individuele schademelding geïnspecteerd dient te worden.
Dit geldt dus ook voor een aantal bewoners uit Noord-Drenthe dat de afgelopen jaren schade heeft gemeld die het gevolg zou zijn van aardbevingen onder het Groningengasveld. Deze schade werd meestal niet in behandeling genomen door de NAM, omdat zij buiten de schadecontourlijn viel.
Het CVW neemt vóór eind september contact op met de schademelders voor het maken van een afspraak voor inspectie. Het maakt niet uit of de schade gemeld is bij het CVW of de NAM. Schadegevallen die binnen de 11 onderzochte gebieden vallen moeten uiterlijk 1 januari 2017 opgenomen en gerapporteerd zijn; meldingen van buiten deze gebieden worden vanaf 1 januari 2017 in behandeling genomen. Alle schademelders zijn inmiddels over de voor hen van toepassing zijnde termijn en procedure schriftelijk geïnformeerd.
Dit geldt dus ook voor een aantal bewoners uit Noord-Drenthe dat de afgelopen jaren schade heeft gemeld die het gevolg zou zijn van aardbevingen onder het Groningengasveld. Deze schade werd meestal niet in behandeling genomen door de NAM, omdat zij buiten de schadecontourlijn viel.
Het CVW neemt vóór eind september contact op met de schademelders voor het maken van een afspraak voor inspectie. Het maakt niet uit of de schade gemeld is bij het CVW of de NAM. Schadegevallen die binnen de 11 onderzochte gebieden vallen moeten uiterlijk 1 januari 2017 opgenomen en gerapporteerd zijn; meldingen van buiten deze gebieden worden vanaf 1 januari 2017 in behandeling genomen. Alle schademelders zijn inmiddels over de voor hen van toepassing zijnde termijn en procedure schriftelijk geïnformeerd.
dinsdag 30 augustus 2016
Windmolens steeds vaker afgebroken en verkocht
Windmolens die technisch nog prima in orde zijn, worden in Nederland steeds vaker afgebroken. Honderden turbines worden tweedehands aan het buitenland verkocht. Dat meldt Trouw.
De komende jaren gaan honderden oudere turbines vroegtijdig tegen de vlakte. Energiebedrijven en boeren verdwijderen hun turbines omdat de subsidietermijn - tien tot vijftien jaar - afloopt.
De komende maand wordt een heuse webshop voor windturbines en onderdelen geopend. Met één muisklik kan een koper vanuit het buitenland een bestelling plaatsen.
De komende jaren gaan honderden oudere turbines vroegtijdig tegen de vlakte. Energiebedrijven en boeren verdwijderen hun turbines omdat de subsidietermijn - tien tot vijftien jaar - afloopt.
De komende maand wordt een heuse webshop voor windturbines en onderdelen geopend. Met één muisklik kan een koper vanuit het buitenland een bestelling plaatsen.
Protest tegen windmolens bij Apeldoorn
Zeven bewoners trekken door het gebied Beekbergsebroek om handtekeningen van bewoners te verzamelen tegen de komst van drie windmolens, zo meldt De Stentor.
Volgende maand zou de gemeente overleg hebben met de dorpsraden en klankbordgroep over het draagvlak in de buurt voor de windmolens.
De initiatiefnemers hopen een brief te kunnen sturen aan het gemeentebestuur, gemeenteraad, dorps- en wijkraden, energiecoöperatie deA en alle inwoners.
Volgende maand zou de gemeente overleg hebben met de dorpsraden en klankbordgroep over het draagvlak in de buurt voor de windmolens.
De initiatiefnemers hopen een brief te kunnen sturen aan het gemeentebestuur, gemeenteraad, dorps- en wijkraden, energiecoöperatie deA en alle inwoners.
Duitse GETEC koopt industriepark Emmtec van Nuon
De Duitse leverancier van energiediensten GETEC heat & power AG heeft via zijn dochteronderneming GETEC Infra NL B.V. het Emmtec Industry & Business Park in Emmen van energiebedrijf Nuon overgenomen. GETEC garandeert de banen van de circa 200 werknemers van Emmtec. Alle bestaande samenwerkings- en zakelijke overeenkomsten met derden op het industriepark worden voortgezet.
Emmtec Service B.V. is eigenaar van en exploiteert het Emmtec Industry & Business Park in Emmen. Dit industriepark is met zijn 115 hectare het op één na grootste in Nederland. Het is een van de grootste werkgevers in de regio. Op het industriepark zijn verschillende bedrijven gevestigd waar meer dan 1.300 mensen werken. Het industriepark heeft een speciale focus op (bio) polymeren en vezels en bekleedt daarmee een top positie in Europa. De circa 200 medewerkers van Emmtec Services B.V. gaan mee naar de nieuwe eigenaar.
Om de aankoop af te ronden moet nog aan bepaalde voorwaarden worden voldaan, waaronder goedkeuring door de mededingingsautoriteit. De verwachting is dat de verkoop eind van het jaar wordt afgerond . Beide partijen hebben afgesproken geen details over de aankoopprijs bekend te maken.
De aankoop past binnen de GETEC heat & power AG Infrastrategie. In het kader van deze strategie streeft GETEC ernaar om het huidige dienstenportfolio van het bedrijf te laten groeien en te verbreden. GETEC zal binnen het industriepark alle relevante diensten blijven aanbieden Met de aankoop worden competenties verworven die de dienstverlening aan industriële klanten verbetert.
Emmtec Service B.V. is eigenaar van en exploiteert het Emmtec Industry & Business Park in Emmen. Dit industriepark is met zijn 115 hectare het op één na grootste in Nederland. Het is een van de grootste werkgevers in de regio. Op het industriepark zijn verschillende bedrijven gevestigd waar meer dan 1.300 mensen werken. Het industriepark heeft een speciale focus op (bio) polymeren en vezels en bekleedt daarmee een top positie in Europa. De circa 200 medewerkers van Emmtec Services B.V. gaan mee naar de nieuwe eigenaar.
Om de aankoop af te ronden moet nog aan bepaalde voorwaarden worden voldaan, waaronder goedkeuring door de mededingingsautoriteit. De verwachting is dat de verkoop eind van het jaar wordt afgerond . Beide partijen hebben afgesproken geen details over de aankoopprijs bekend te maken.
De aankoop past binnen de GETEC heat & power AG Infrastrategie. In het kader van deze strategie streeft GETEC ernaar om het huidige dienstenportfolio van het bedrijf te laten groeien en te verbreden. GETEC zal binnen het industriepark alle relevante diensten blijven aanbieden Met de aankoop worden competenties verworven die de dienstverlening aan industriële klanten verbetert.
maandag 29 augustus 2016
Zonnepark A20 Tergbregseplein officieel in werking gesteld
Op 29 augustus zal wethouder Pex Langenberg van Mobiliteit, Duurzaamheid en Cultuur het collectieve zonnepark A20 Tergbregseplein officieel in werking stellen. Het collectieve zonnepark zal in totaal uit 2000 zonnepanelen bestaan en heeft een unieke locatie. De eerste zonnepanelen zijn inmiddels geïnstalleerd, zo’n 10 procent van het totale aantal.
Ze liggen op een kilometerslange groene geluidswal langs de snelweg A20 ter hoogte van Nieuw Terbregge. Deze locatie heeft een symbolische functie om zo te laten zien dat zonnestroom in Rotterdam voor iedereen mogelijk is. Zelfs voor de mensen zonder (geschikt) dak. Solar Green Point, Gemeente Rotterdam en Greenchoice vieren samen de feestelijke start op maandagmiddag 29 augustus.
Zonnepark A20 Terbregseplein is een goede oplossing voor de bewoners van Rotterdam die geen plaats hebben voor zonnepanelen, maar wel zelf energie willen opwekken. Het zonnepark is een zogenaamd postcoderoos (PCR) project. De PCR wordt bepaald door het postcodegebied waarin het zonnepark ligt en omhelst alle aangrenzende postcodegebieden. Leden die binnen de postcoderoos wonen, profiteren naast de prijs voor de door hun opgewekte stroom van een korting op de energiebelasting. Geïnteresseerde bewoners van onder meer de wijken Oud- en Nieuw-Terbregge, Hillegersberg-Centrum, Molenlaankwartier, Oosterflank, Zevenkamp en Ommoord kunnen door het kopen van één of meerdere zonnepanelen lid worden van een lokale coöperatie zonder winstoogmerk.
Na oplevering zijn de leden samen eigenaar van het park. In totaal zullen 2000 zonnepanelen geïnstalleerd worden en zij zijn samen goed voor zo’n 500 kWp aan zonne-energie vermogen. Een Zoncertificaat voor dit project kost 375 euro. Één Zoncertificaat staat gelijk aan één zonnepaneel. Een deelnemer met één of meer zonnepanelen ontvangt over een periode van maximaal 25 jaar een gemiddeld rendement van 4 procent.
Ze liggen op een kilometerslange groene geluidswal langs de snelweg A20 ter hoogte van Nieuw Terbregge. Deze locatie heeft een symbolische functie om zo te laten zien dat zonnestroom in Rotterdam voor iedereen mogelijk is. Zelfs voor de mensen zonder (geschikt) dak. Solar Green Point, Gemeente Rotterdam en Greenchoice vieren samen de feestelijke start op maandagmiddag 29 augustus.
Zonnepark A20 Terbregseplein is een goede oplossing voor de bewoners van Rotterdam die geen plaats hebben voor zonnepanelen, maar wel zelf energie willen opwekken. Het zonnepark is een zogenaamd postcoderoos (PCR) project. De PCR wordt bepaald door het postcodegebied waarin het zonnepark ligt en omhelst alle aangrenzende postcodegebieden. Leden die binnen de postcoderoos wonen, profiteren naast de prijs voor de door hun opgewekte stroom van een korting op de energiebelasting. Geïnteresseerde bewoners van onder meer de wijken Oud- en Nieuw-Terbregge, Hillegersberg-Centrum, Molenlaankwartier, Oosterflank, Zevenkamp en Ommoord kunnen door het kopen van één of meerdere zonnepanelen lid worden van een lokale coöperatie zonder winstoogmerk.
Na oplevering zijn de leden samen eigenaar van het park. In totaal zullen 2000 zonnepanelen geïnstalleerd worden en zij zijn samen goed voor zo’n 500 kWp aan zonne-energie vermogen. Een Zoncertificaat voor dit project kost 375 euro. Één Zoncertificaat staat gelijk aan één zonnepaneel. Een deelnemer met één of meer zonnepanelen ontvangt over een periode van maximaal 25 jaar een gemiddeld rendement van 4 procent.
Nog altijd veel verzet tegen proefboringen Schiermonnikoog
Er is nog altijd veel verzet tegen de voorgenomen proefboringen op Schiermonnikoog. Die mogen dan voorlopig uitgesteld zijn, de acties gaan door.
Bewoners van Schiermonnikoog proberen energieconcern ENGIE ervan te overtuigen dat een boorplatform niet gewenst is bij het eiland, weet RTV Noord.
'We proberen het bedrijf ervan te overtuigen. Dat ze dit beter niet kunnen doen en niet willen. Dat we dat gevaar niet willen, chemicaliën in de grond, bodemdaling, horizonvervuiling', vertelt Josje Kooistra.
Bewoners van Schiermonnikoog proberen energieconcern ENGIE ervan te overtuigen dat een boorplatform niet gewenst is bij het eiland, weet RTV Noord.
'We proberen het bedrijf ervan te overtuigen. Dat ze dit beter niet kunnen doen en niet willen. Dat we dat gevaar niet willen, chemicaliën in de grond, bodemdaling, horizonvervuiling', vertelt Josje Kooistra.
'Ombuigen naar een circulaire economie is noodzaak, ook voor de energietransitie'
De afgelopen eeuw is de vraag naar grondstoffen wereldwijd geëxplodeerd. De verwachting is dat deze ontwikkeling doorgaat en dat leidt tot de diagnose dat zonder trendbreuk de toekomstige vraag naar een groot aantal grondstoffen het aanbod ver zal gaan overtreffen. Dit gaat gepaard met risico’s van grondstofuitputting, een hoge milieudruk, geopolitieke spanningen en risico’s voor regionale en nationale economieën. Nederland is extra kwetsbaar door zijn energie- en materiaal-intensieve, op export gerichte economie die bovendien nog lange tijd sterk van primaire grondstoffen afhankelijk zal zijn.
Het is noodzaak om het karakter van de economie in een circulaire richting om te buigen, stelt onderzoeksinstituut ECN. In het kader van het containerbegrip ‘Circulaire Economie’ worden vele initiatieven ontplooid, zoals: ‘100% recycling’, ‘100% duurzaam’ of ‘volledig klimaatneutraal’. Dit zijn in veel gevallen initiatieven die zich slechts op een deel van de problematiek richten.
Recycling is niet per sé duurzaam en kan leiden tot een hoger energiegebruik, verschuiving van de problematiek naar een andere productketen of milieucompartiment of het betekent slechts dat de kritische grens van grondstofbeschikbaarheid later wordt bereikt.
Het gebruik van grondstoffen kan niet los worden gezien van de energietransitie. Het energiegebruik gerelateerd aan grondstoffen maakt een significant onderdeel uit van onze energiehuishouding en daarmee heeft ‘Circulaire Economie’ een groot potentieel voor de energietransitie. Dit wordt toegelicht in onze animatie:
Het is noodzaak om het karakter van de economie in een circulaire richting om te buigen, stelt onderzoeksinstituut ECN. In het kader van het containerbegrip ‘Circulaire Economie’ worden vele initiatieven ontplooid, zoals: ‘100% recycling’, ‘100% duurzaam’ of ‘volledig klimaatneutraal’. Dit zijn in veel gevallen initiatieven die zich slechts op een deel van de problematiek richten.
Recycling is niet per sé duurzaam en kan leiden tot een hoger energiegebruik, verschuiving van de problematiek naar een andere productketen of milieucompartiment of het betekent slechts dat de kritische grens van grondstofbeschikbaarheid later wordt bereikt.
Het gebruik van grondstoffen kan niet los worden gezien van de energietransitie. Het energiegebruik gerelateerd aan grondstoffen maakt een significant onderdeel uit van onze energiehuishouding en daarmee heeft ‘Circulaire Economie’ een groot potentieel voor de energietransitie. Dit wordt toegelicht in onze animatie:
Sportverenigingen in Fryslân moeten duurzamer
Duurzamere sportaccommodaties kunnen sportverenigingen meer financiële lucht geven. Door zelf energie op te wekken of te besparen, hoeven zij daar minder geld voor neer te leggen. Dat is gunstig voor hun financiële positie. Energieverbruik slokt namelijk al snel 15% van het totale budget op. Daarom geeft de provincie Fryslân een subsidie van € 120.000,- aan Sport Fryslân voor het project ‘de duurzame sportvereniging’. De subsidie is voor drie jaar (2016-2018).
Het duurzaamheidsproject richt zich op verenigingen met eigen accommodaties. Dat zijn er 425 in heel Fryslân. Zij kunnen hulp krijgen om duurzamer te worden door ofwel energie te besparen, ofwel zelf energie op te wekken. Ze kunnen bijvoorbeeld hulp krijgen om in aanmerking te komen voor de landelijke duurzaamheidssubsidie voor sportverenigingen. Dat is goed voor de Friese duurzaamheidsambities, maar vooral ook gunstig voor de portemonnee van de verenigingen.
Vorig jaar hield Sport Fryslân al een pilot in Noordoost Fryslân onder 106 verenigingen. Daar was de aanpak een succes. Een kwart van de verenigingen liet een energiescan uitvoeren. Zeven daarvan hebben al maatregelen uitgevoerd. De overige doen dat naar verwachting binnenkort.
Het duurzaamheidsproject richt zich op verenigingen met eigen accommodaties. Dat zijn er 425 in heel Fryslân. Zij kunnen hulp krijgen om duurzamer te worden door ofwel energie te besparen, ofwel zelf energie op te wekken. Ze kunnen bijvoorbeeld hulp krijgen om in aanmerking te komen voor de landelijke duurzaamheidssubsidie voor sportverenigingen. Dat is goed voor de Friese duurzaamheidsambities, maar vooral ook gunstig voor de portemonnee van de verenigingen.
Vorig jaar hield Sport Fryslân al een pilot in Noordoost Fryslân onder 106 verenigingen. Daar was de aanpak een succes. Een kwart van de verenigingen liet een energiescan uitvoeren. Zeven daarvan hebben al maatregelen uitgevoerd. De overige doen dat naar verwachting binnenkort.
vrijdag 26 augustus 2016
Windmolen Kralingseveer bereikt de top
36 heipalen van 30 meter lang, 75 ton wapeningsstaal en een diameter van 18 meter, 14 betonnen ringen, 45 meter staal, 3 wieken en een gondel van in totaal 15 meter lang. De opbouw van windmolen Kralingseveer is een spectaculair gezicht. Aan de voet van de Van Brienenoordbrug verrijst komende week windmolen Kralingseveer op het awzi terrein van hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
Met de windmolen leveren HVC en hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard een bijdrage aan de regionale en landelijke opgave voor productie van duurzame energie. In 2020 moet 14% van de energie in Nederland duurzaam zijn. De energie die de windmolen opwekt is jaarlijks goed voor 2.600 huishoudens. Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard faciliteert de bouw van de windturbine door grond op het terrein van awzi Kralingseveer ter beschikking te stellen.
In november 2015 is de vergunning door de provincie Zuid-Holland verleend en vervolgens is in maart 2016 de bouw gestart. De laatste delen van de windmolen worden momenteel gemonteerd. De toren bereikt komende week de top van 99 meter. De wieken worden volgende week aangevoerd via een speciaal transport en worden daarna met een kraan van 120 meter op de toren geplaatst. De planning is afhankelijk van het weer, wanneer het te hard waait kunnen de wieken niet omhoog worden gehesen. De molen gaat naar verwachting in november in productie. De molen heeft een productiecapaciteit van 3 megawatt en een levensduur van 20 jaar of langer en levert jaarlijks een CO2-reductie op van 5.050 ton, wat vergelijkbaar is met 1.350 auto’s die jaarlijks 25.000 km per jaar rijden.
Met de windmolen leveren HVC en hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard een bijdrage aan de regionale en landelijke opgave voor productie van duurzame energie. In 2020 moet 14% van de energie in Nederland duurzaam zijn. De energie die de windmolen opwekt is jaarlijks goed voor 2.600 huishoudens. Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard faciliteert de bouw van de windturbine door grond op het terrein van awzi Kralingseveer ter beschikking te stellen.
In november 2015 is de vergunning door de provincie Zuid-Holland verleend en vervolgens is in maart 2016 de bouw gestart. De laatste delen van de windmolen worden momenteel gemonteerd. De toren bereikt komende week de top van 99 meter. De wieken worden volgende week aangevoerd via een speciaal transport en worden daarna met een kraan van 120 meter op de toren geplaatst. De planning is afhankelijk van het weer, wanneer het te hard waait kunnen de wieken niet omhoog worden gehesen. De molen gaat naar verwachting in november in productie. De molen heeft een productiecapaciteit van 3 megawatt en een levensduur van 20 jaar of langer en levert jaarlijks een CO2-reductie op van 5.050 ton, wat vergelijkbaar is met 1.350 auto’s die jaarlijks 25.000 km per jaar rijden.
Vanaf vrijdag 26 augustus fakkelt NAM op locatie Grijpskerk
NAM voert momenteel groot onderhoud uit op de ondergrondse gasopslag bij Grijpskerk. Om leidingen en installaties gasvrij te maken voor de werkzaamheden wordt aardgas de komende dagen op de NAM-locatie afgefakkeld. Het fakkelen start op vrijdag 26 augustus en zal naar verwachting enkele dagen in beslag nemen.
Op de fakkel van de ondergrondse gasopslag is altijd een vlam aanwezig, meestal niet of nauwelijks zichtbaar. Ditmaal zal de vlam vanuit de wijde omgeving te zien zijn.
Aardgas bevat o.a. het broeikasgas methaan, door het aardgas te verbranden komt dit methaan niet in de atmosfeer terecht. Dit is beter voor het milieu.
Op de fakkel van de ondergrondse gasopslag is altijd een vlam aanwezig, meestal niet of nauwelijks zichtbaar. Ditmaal zal de vlam vanuit de wijde omgeving te zien zijn.
Aardgas bevat o.a. het broeikasgas methaan, door het aardgas te verbranden komt dit methaan niet in de atmosfeer terecht. Dit is beter voor het milieu.
donderdag 25 augustus 2016
Plaatsing windturbines Gemini Offshore Windpark voltooid
In de nacht van dinsdag op woensdag is de laatste van de 150 windturbines van het Gemini Offshore Windpark geplaatst. Met het bereiken van deze mijlpaal is het windpark weer een stap dichter bij het leveren van duurzame energie om 1,5 miljoen mensen in Nederland de komende decennia van groene stroom te voorzien.
Van Oords offshore installatieschepen Aeolus en de Pacific Osprey, hebben sinds februari alle 150 4.0MW-windturbines van Siemens geïnstalleerd. Na een succesvolle testfase leveren de Gemini - by Menno van Kruistumeerste turbines al stroom aan het energienet. De komende periode worden de overige turbines aangesloten en uitgebreid getest. Het windpark zal medio 2017 volledig operationeel zijn.
De Nederlandse CO2-uitstoot zal door het windpark naar verwachting met 1,25 miljoen ton per jaar afnemen. Daarmee draagt Gemini bij aan het behalen van de doelstellingen voor duurzame energie van Nederland en de Europese Unie.
Van Oord en Siemens waren verantwoordelijk voor de plaatsing van de windturbines. “De installatie liep geheel volgens schema,” vertelt Didi te Gussinklo Ohmann, Project Directeur van Van Oord. “We zijn uiterst tevreden over de samenwerking tussen Gemini, Siemens en Van Oord. We kijken terug op een zeer succesvolle uitvoering van een groot en complex project, wat een positieve bijdrage heeft in de ontwikkeling en het competitief maken van de offshore windindustrie.”
Van Oords offshore installatieschepen Aeolus en de Pacific Osprey, hebben sinds februari alle 150 4.0MW-windturbines van Siemens geïnstalleerd. Na een succesvolle testfase leveren de Gemini - by Menno van Kruistumeerste turbines al stroom aan het energienet. De komende periode worden de overige turbines aangesloten en uitgebreid getest. Het windpark zal medio 2017 volledig operationeel zijn.
De Nederlandse CO2-uitstoot zal door het windpark naar verwachting met 1,25 miljoen ton per jaar afnemen. Daarmee draagt Gemini bij aan het behalen van de doelstellingen voor duurzame energie van Nederland en de Europese Unie.
Van Oord en Siemens waren verantwoordelijk voor de plaatsing van de windturbines. “De installatie liep geheel volgens schema,” vertelt Didi te Gussinklo Ohmann, Project Directeur van Van Oord. “We zijn uiterst tevreden over de samenwerking tussen Gemini, Siemens en Van Oord. We kijken terug op een zeer succesvolle uitvoering van een groot en complex project, wat een positieve bijdrage heeft in de ontwikkeling en het competitief maken van de offshore windindustrie.”
Testcentrum voor zelfstandig werkend energiesysteem
Op de Afsluitdijk bij Den Oever komt een testcentrum voor het testen van zelfstandige, duurzame energienetwerken, genaamd Off Grid Energy Systems. Deze volledig zelfstandig werkende energiesystemen kunnen eigen elektriciteit opwekken, opslaan en 24 uur per dag, 365 dagen per jaar energie leveren.
Met behulp van wind, zon, water en opslag wordt een duurzaam en betaalbaar alternatief ontwikkeld voor gebieden en eilanden die geen aansluiting hebben op het centrale elektriciteitsnetwerk. Het testcentrum wordt gerealiseerd door het samenwerkingsverband MPower.
In het OGTC wordt gezamenlijk onderzoek uitgevoerd en worden verschillende systemen getest. Vier duurzame energietechnologieën, wind, zon, water en opslag vormen de bronnen waarmee het OGTC in wisselende samenstellingen testen kan uitvoeren. Het testcentrum brengt deze bronnen samen tot betrouwbare systemen voor afnemers. Het doel is duurzame, onafhankelijk werkende en betaalbare alternatieven te ontwikkelen voor de huidige energiesystemen op locaties die niet aangesloten zijn op het openbare stroomnet. De energiesystemen zijn alternatieven voor bijvoorbeeld dieselgeneratoren op eilanden en afgelegen locaties wereldwijd. Ook in Nederland wordt het systeem toegepast. Bijvoorbeeld op Texel en bij het nog te renoveren Monument op de Afsluitdijk.
Het (OGTC) wordt gerealiseerd door 103Renewables, sinds kort MPower geheten. MPower is een samenwerking van Wind Energy Solutions (WES), ZON Energie, Tocardo en batterijleveranciers.
Shell en BP belonen trouwe tankers het meest
Bij de meeste grote tankstations kunnen consumenten sparen voor producten of korting. Onderzoek van de Consumentenbond laat zien dat consumenten bij Shell en BP het meeste waar voor hun punten krijgen en bij Total het minst.
Consumenten die Air Miles (Shell) of FreeBees (BP) sparen, krijgen als ze €1000 besteden bij de tankstations, korting op uitjes of producten ter waarde van ruim €6. Consumenten die voor €1000 tanken bij Total, verdienen daarmee 633 punten, maar kunnen daarmee nog niets. Het goedkoopste artikel bij Total kost 720 punten. De waarde van spaarpunten varieert per brandstofketen maar één cent per punt is gangbaar. Avia heeft de Consumentenbond laten weten dat bij hun nieuwe spaarsysteem (dat waarschijnlijk eind september start) de spaarpunten €0,05 waard zijn. Bij Avia levert voor €1000 tanken dan €50 aan korting op producten of uitjes op.
De Consumentenbond vroeg ook ruim 6400 panelleden naar hun tankgewoontes. Ruim de helft van de ondervraagden tankt altijd bij hetzelfde tankstation (of dezelfde keten).
Omrijden om punten te sparen, gebeurt nauwelijks maar bijna een kwart stelt wel eens een tankbeurt uit om punten te bemachtigen. Bij de panelleden is de Air Miles-kaart veruit het populairste. Een groot deel van de consumenten heeft veel liever direct korting dan een spaarpuntensysteem, maar zegt dat niet meedoen voelt alsof ze geld laten liggen. Bijna de helft van de panelleden heeft dan ook minimaal één spaarkaart van een tankstation op zak.
Consumenten die Air Miles (Shell) of FreeBees (BP) sparen, krijgen als ze €1000 besteden bij de tankstations, korting op uitjes of producten ter waarde van ruim €6. Consumenten die voor €1000 tanken bij Total, verdienen daarmee 633 punten, maar kunnen daarmee nog niets. Het goedkoopste artikel bij Total kost 720 punten. De waarde van spaarpunten varieert per brandstofketen maar één cent per punt is gangbaar. Avia heeft de Consumentenbond laten weten dat bij hun nieuwe spaarsysteem (dat waarschijnlijk eind september start) de spaarpunten €0,05 waard zijn. Bij Avia levert voor €1000 tanken dan €50 aan korting op producten of uitjes op.
De Consumentenbond vroeg ook ruim 6400 panelleden naar hun tankgewoontes. Ruim de helft van de ondervraagden tankt altijd bij hetzelfde tankstation (of dezelfde keten).
Omrijden om punten te sparen, gebeurt nauwelijks maar bijna een kwart stelt wel eens een tankbeurt uit om punten te bemachtigen. Bij de panelleden is de Air Miles-kaart veruit het populairste. Een groot deel van de consumenten heeft veel liever direct korting dan een spaarpuntensysteem, maar zegt dat niet meedoen voelt alsof ze geld laten liggen. Bijna de helft van de panelleden heeft dan ook minimaal één spaarkaart van een tankstation op zak.
woensdag 24 augustus 2016
NAM zegt vertrouwen in Leekster contra-expertisebureau op
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wil niet verder met het contra-expertisebureau Vergnes Expertise uit Leek. Volgens de NAM zijn de rapporten van het bureau niet goed onderbouwd. Beloofde verbeteringen kwamen er volgens de NAM niet.
NAM wil ook geen schade meer vergoeden van Groningers met aardbevingsschade die het bureau toch nog willen inschakelen.
Een prijskaartje hangen aan schade door het werk van het bureau, vindt een woordvoerder van de NAM 'lastig'.
In EenVandaag uitte oordvoerder Dick Kleijer van de Groninger Bodem Beweging scherpe kritiek op de NAM. Volgens hen is het contra-expertisebureau Vergnes Expertise juist een betrouwbare partij als het gaat om het onderzoeken van aardbevingsschade in Groningen.
NAM wil ook geen schade meer vergoeden van Groningers met aardbevingsschade die het bureau toch nog willen inschakelen.
Een prijskaartje hangen aan schade door het werk van het bureau, vindt een woordvoerder van de NAM 'lastig'.
In EenVandaag uitte oordvoerder Dick Kleijer van de Groninger Bodem Beweging scherpe kritiek op de NAM. Volgens hen is het contra-expertisebureau Vergnes Expertise juist een betrouwbare partij als het gaat om het onderzoeken van aardbevingsschade in Groningen.
Windmolens aan de zuidkant van de Hoeksche Waard 'onaanvaardbaar'
Natuurmonumenten heeft grote bezwaren tegen het voorstel van de
Gemeente Korendijk om drie windmolens te plaatsen aan de Buitendijk in
Zuid Beijerland. Volgens Natuurmonumenten zorgen windmolens op deze
locatie voor schade aan natuur en landschap. De gemeente heeft de optie
voor locatie Buitendijk opgenomen in een alternatief plan voor de
realisatie van windturbines dat zij wil voorleggen aan de provincie. Het
plan wordt op dinsdag 23 augustus aan de gemeenteraad gepresenteerd.
“Natuurmonumenten is voorstander van duurzame energie maar we vinden het onaanvaardbaar als windmolens geplaatst worden ten koste van natuur en landschap”, zegt Astrid Withagen van Natuurmonumenten. “De locatie Buitendijk ligt aan de zuidkant van de Hoeksche waard; een gebied waar we ons, samen met andere partijen, al jaren inspannen om de kwaliteiten van natuur en landschap te behouden en te verbeteren. De huidige windmolens hebben een schaal die nauwelijks past bij die kwaliteiten en zijn zelfs een bedreiging. Daarnaast doen windmolens op deze locatie enorm afbreuk aan de beleving van het landschap, vanaf het land, maar ook vanaf het water en Tiengemeten.”
Lees hier het uitgebreide standpunt van Natuurmonumenten over windmolens >>
Negatieve invloed op natuurwaarden
Vlakbij de locatie Buitendijk in Zuid Beijerland ligt een aantal natuurgebieden waaronder de Oosterse Laagjes van Natuurmonumenten. Astrid Withagen: “De Laagjes is een buitendijks gebied met graslandpolders; ideaal als broedgebied voor weidevogels en aantrekkelijk voor watervogels om uit te rusten en te eten. Windmolens hebben een negatieve invloed op de natuurwaarden van zo’n gebied. Onder die natuurwaarden vallen niet alleen vogels, maar ook waarden als ongereptheid, stilte, weidsheid en duisternis.”
“Natuurmonumenten is voorstander van duurzame energie maar we vinden het onaanvaardbaar als windmolens geplaatst worden ten koste van natuur en landschap”, zegt Astrid Withagen van Natuurmonumenten. “De locatie Buitendijk ligt aan de zuidkant van de Hoeksche waard; een gebied waar we ons, samen met andere partijen, al jaren inspannen om de kwaliteiten van natuur en landschap te behouden en te verbeteren. De huidige windmolens hebben een schaal die nauwelijks past bij die kwaliteiten en zijn zelfs een bedreiging. Daarnaast doen windmolens op deze locatie enorm afbreuk aan de beleving van het landschap, vanaf het land, maar ook vanaf het water en Tiengemeten.”
Lees hier het uitgebreide standpunt van Natuurmonumenten over windmolens >>
Negatieve invloed op natuurwaarden
Vlakbij de locatie Buitendijk in Zuid Beijerland ligt een aantal natuurgebieden waaronder de Oosterse Laagjes van Natuurmonumenten. Astrid Withagen: “De Laagjes is een buitendijks gebied met graslandpolders; ideaal als broedgebied voor weidevogels en aantrekkelijk voor watervogels om uit te rusten en te eten. Windmolens hebben een negatieve invloed op de natuurwaarden van zo’n gebied. Onder die natuurwaarden vallen niet alleen vogels, maar ook waarden als ongereptheid, stilte, weidsheid en duisternis.”
Nieuwe campagne ENGIE focust op samenwerking met de klant
Zijn ze je al opgevallen in het straatbeeld: de reclameaffiches van ENGIE Electrabel? De nieuwe campagne kwam tot stand met medewerking van vier van onze grote Belgische klanten, namelijk Leonidas, Walibi, Materne en Liefmans. De campagne focust in eerste instantie op wat onze onderneming kan betekenen voor onze professionele klanten, maar straalt door zijn nabijheid, zomerse en frisse ENGIE-kleuren een positieve vibe uit op het grote publiek. De nieuwe campagne bouwt verder op de voorjaarscampagne 2016. Daarin maakten men de nieuwe merknaam ENGIE Electrabel bekend. '
dinsdag 23 augustus 2016
Dong bood via 21 bv's op tender windpark
Energiebedrijf Dong heeft voor de tender voor het windpark van 700 megawatt niet minder dan 21 bv's opgericht. Van de 38 verschillende biedingen blijkt de helft van één partij afkomstig te zijn, zo schrijft De Telegraaf.
Niet verwonderlijk won het bedrijf het recht op de exploitatie van het windpark en de bijbehorende subsidie met een bod van 7,27 cent per kilowattuur.
Niet verwonderlijk won het bedrijf het recht op de exploitatie van het windpark en de bijbehorende subsidie met een bod van 7,27 cent per kilowattuur.
'Grote 4' energieleveranciers verliezen steeds meer terrein
De traditionele energiereuzen Nuon, Essent, Eneco en DELTA verliezen de laatste jaren steeds meer klanten aan de ‘subtoppers’ en ‘nieuwkomers’ op de energiemarkt. De subtoppers zijn na het vrijgeven van de energiemarkt flink gegroeid ten koste van de vier maatschappijen van het eerste uur. Sinds 2010 dient zich een derde generatie leveranciers aan: de nieuwkomers. Zij profiteren van een volwassener overstapmarkt en groeien vooral ten koste van de subtop leveranciers. Dit heeft Pricewise.nl becijferd op basis van honderdduizenden overstappers.
Onder de subtoppers worden energiemaatschappijen gerekend die kort na de liberalisering van de energiemarkt in 2004 zijn opgericht en voet aan de grond wisten te krijgen. Dat zijn onder andere Oxxio, NLE, energiedirect.nl en Greenchoice. Een aantal van de destijds nieuwe leveranciers is zelfs zo fors gegroeid dat zij nu tot de subtop in de energiemarkt behoren. Zo staat energiedirect.nl naar eigen zeggen op de vierde plaats van grootste energieleveranciers. Ook Nederlandse Energie Maatschappij is enorm gegroeid en telt inmiddels ruim 800.000 aansluitingen.
Sinds een jaar of vijf valt er een derde, jongste generatie van leveranciers te onderscheiden. De energiemarkt is ruim tien jaar na liberalisering inmiddels een stuk volwassener en daardoor toegankelijker. Dit leidde tot een groot aantal nieuwe spelers zoals Vandebron, EnergieFlex, Pure Energie en Qurrent. Budget Energie, die zich vanaf 2010 begon te roeren, is met afstand de grootste nieuwkomer.
De suptoppers blijken voor de traditionele maatschappijen de grootste concurrent: sinds 2009 verwelkomen die leveranciers ieder jaar met afstand meer overstappers via Pricewise dan de traditionele top 4. Van alle overstappers in 2010 koos slechts één op de vier consumenten voor een traditionele leverancier. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat subtoppers als Oxxio en energiedirect.nl inmiddels in handen zijn van respectievelijk Eneco en Essent (RWE).
Sinds 2013 drukken ook de jongste leveranciers duidelijk hun stempel op de energiemarkt en wordt het aandeel overstappers naar de subtoppers geringer. In dat jaar koos 21 procent van de overstappers voor een van de nieuwelingen, terwijl slechts 31 procent een contract afsloot bij de ‘grote 4’. 48 procent van de consumenten koos voor een subtopper. Dat aandeel is fors, maar beduidend minder groot dan de jaren ervoor.
In januari van dit jaar werd bekend dat het aantal overstappers in 2015 wederom gestegen is: 2,3 miljoen gas- en stroomaansluitingen veranderden van leverancier. Een groei van 15 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Ten opzichte van 2010 is dat bijna een verdubbeling. Die sterk stijgende lijn in het aantal overstappers de laatste jaren is opvallend, omdat overstappen al sinds 2004 mogelijk is.
Hoewel de subtop nog steeds terreinwinst boekt, neemt die groei de laatste jaren gestaag af. Dat komt met name door de nieuwkomers, die ook willen meedelen in de “energietaart”. Daarnaast zijn de traditionele maatschappijen ook wakker geworden en doen zij actief mee met werving van nieuwe klanten, behoud van bestaande en zogenaamde “winbacks” op ex-klanten. Sinds 2013 kiest gemiddeld 18% van de overstappers voor een van de nieuwkomers op de markt.
In 2016 kiest een op de vijf overstappers voor een derde generatie energieleverancier. De helft van alle overstappers kiest nog voor een subtopper. 30 procent sluit een contract af bij de traditionele top 4. Dat is volgens de Kok niet gek: “Consumenten die afkomstig zijn van een van de subtopleveranciers, zijn vaak al een keer eerder over gestapt. Zij hebben een positieve ervaring met overstappen en kiezen sneller voor een nieuwe leverancier. Veel klanten die bij een van de ‘grote 4’ zijn blijven hangen, weten niet hoe gemakkelijk en lonend het tegenwoordig is om over te stappen.”
Onder de subtoppers worden energiemaatschappijen gerekend die kort na de liberalisering van de energiemarkt in 2004 zijn opgericht en voet aan de grond wisten te krijgen. Dat zijn onder andere Oxxio, NLE, energiedirect.nl en Greenchoice. Een aantal van de destijds nieuwe leveranciers is zelfs zo fors gegroeid dat zij nu tot de subtop in de energiemarkt behoren. Zo staat energiedirect.nl naar eigen zeggen op de vierde plaats van grootste energieleveranciers. Ook Nederlandse Energie Maatschappij is enorm gegroeid en telt inmiddels ruim 800.000 aansluitingen.
Sinds een jaar of vijf valt er een derde, jongste generatie van leveranciers te onderscheiden. De energiemarkt is ruim tien jaar na liberalisering inmiddels een stuk volwassener en daardoor toegankelijker. Dit leidde tot een groot aantal nieuwe spelers zoals Vandebron, EnergieFlex, Pure Energie en Qurrent. Budget Energie, die zich vanaf 2010 begon te roeren, is met afstand de grootste nieuwkomer.
De suptoppers blijken voor de traditionele maatschappijen de grootste concurrent: sinds 2009 verwelkomen die leveranciers ieder jaar met afstand meer overstappers via Pricewise dan de traditionele top 4. Van alle overstappers in 2010 koos slechts één op de vier consumenten voor een traditionele leverancier. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat subtoppers als Oxxio en energiedirect.nl inmiddels in handen zijn van respectievelijk Eneco en Essent (RWE).
Sinds 2013 drukken ook de jongste leveranciers duidelijk hun stempel op de energiemarkt en wordt het aandeel overstappers naar de subtoppers geringer. In dat jaar koos 21 procent van de overstappers voor een van de nieuwelingen, terwijl slechts 31 procent een contract afsloot bij de ‘grote 4’. 48 procent van de consumenten koos voor een subtopper. Dat aandeel is fors, maar beduidend minder groot dan de jaren ervoor.
In januari van dit jaar werd bekend dat het aantal overstappers in 2015 wederom gestegen is: 2,3 miljoen gas- en stroomaansluitingen veranderden van leverancier. Een groei van 15 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Ten opzichte van 2010 is dat bijna een verdubbeling. Die sterk stijgende lijn in het aantal overstappers de laatste jaren is opvallend, omdat overstappen al sinds 2004 mogelijk is.
Hoewel de subtop nog steeds terreinwinst boekt, neemt die groei de laatste jaren gestaag af. Dat komt met name door de nieuwkomers, die ook willen meedelen in de “energietaart”. Daarnaast zijn de traditionele maatschappijen ook wakker geworden en doen zij actief mee met werving van nieuwe klanten, behoud van bestaande en zogenaamde “winbacks” op ex-klanten. Sinds 2013 kiest gemiddeld 18% van de overstappers voor een van de nieuwkomers op de markt.
In 2016 kiest een op de vijf overstappers voor een derde generatie energieleverancier. De helft van alle overstappers kiest nog voor een subtopper. 30 procent sluit een contract af bij de traditionele top 4. Dat is volgens de Kok niet gek: “Consumenten die afkomstig zijn van een van de subtopleveranciers, zijn vaak al een keer eerder over gestapt. Zij hebben een positieve ervaring met overstappen en kiezen sneller voor een nieuwe leverancier. Veel klanten die bij een van de ‘grote 4’ zijn blijven hangen, weten niet hoe gemakkelijk en lonend het tegenwoordig is om over te stappen.”
Broeikasgas wordt bruikbare grondstof
De Gentse bio-ingenieur Frederiek-Maarten Kerckhof heeft een techniek ontwikkeld om het broeikasgas methaan efficiënter uit de lucht te verwijderen en mogelijk op te waarderen naar een bruikbare grondstof.
Methaan is naast CO2 het belangrijkste broeikasgas te wijten aan menselijke activiteit. Recente stijgingen van het schadelijke gas worden vooral door landbouw veroorzaakt, zoals door koeien, maar ook op rijstvelden.
Om het broeikaseffect te verkleinen, zoeken wetenschappers al een tijd naar hoe ze methaan uit de lucht kunnen houden. Met succes: vandaag bestaan er al verschillende technieken die methaan kunnen verwijderen. Die zijn echter niet erg efficiënt en dus vrij duur.
Bio-ingenieur Frederiek-Maarten Kerckhof (UGent) ontwikkelde een techniek die de investeringskost om methaan te verwijderen, terugwint. Hij ontdekte dat de bacteriële gemeenschappen die in de buurt van methaan voorkomen, van doorslaggevend belang zijn. Sommige bacteriën verwijderen immers methaan maar gaan bovendien op zoek naar een samenwerking met andere bacteriën die zelf geen methaan kunnen verwijderen. Wanneer die bacteriën samenwerken, kunnen de andere bacteriën ook methaan verwijderen. Daardoor kan methaan efficiënter verwijderd worden.
Methaan is naast CO2 het belangrijkste broeikasgas te wijten aan menselijke activiteit. Recente stijgingen van het schadelijke gas worden vooral door landbouw veroorzaakt, zoals door koeien, maar ook op rijstvelden.
Om het broeikaseffect te verkleinen, zoeken wetenschappers al een tijd naar hoe ze methaan uit de lucht kunnen houden. Met succes: vandaag bestaan er al verschillende technieken die methaan kunnen verwijderen. Die zijn echter niet erg efficiënt en dus vrij duur.
Bio-ingenieur Frederiek-Maarten Kerckhof (UGent) ontwikkelde een techniek die de investeringskost om methaan te verwijderen, terugwint. Hij ontdekte dat de bacteriële gemeenschappen die in de buurt van methaan voorkomen, van doorslaggevend belang zijn. Sommige bacteriën verwijderen immers methaan maar gaan bovendien op zoek naar een samenwerking met andere bacteriën die zelf geen methaan kunnen verwijderen. Wanneer die bacteriën samenwerken, kunnen de andere bacteriën ook methaan verwijderen. Daardoor kan methaan efficiënter verwijderd worden.
Zonnepanelen op mega-dak distributiecentrum Vomar in Alkmaar
In Alkmaar is begonnen met de plaatsing van ruim 4000 zonnepanelen op het dak van het distributiecentrum van Vomar Voordeelmarkt. Het betreft een oppervlakte van 18.000 vierkante meter (circa vier voetbalvelden). Het project wordt naar verwachting eind oktober afgerond. De kosten bedragen 1,3 miljoen euro. De panelen wekken jaarlijks 1 miljoen KWH stroom op. Dat is genoeg om meer dan 300 eengezinswoningen gedurende één jaar van energie te voorzien.
Vanuit het op bedrijventerrein De Boekelermeer in Alkmaar gelegen distributiecentrum worden in het werkgebied tussen Den Helder, Noordwijk, Almere en Utrecht 65 winkels bevoorraad. Het enorme gebouw (totaaloppervlakte 41.000 vierkante meter) vormt een essentiële schakel in de bedrijfsvoering van het bedrijf dat met 5500 medewerkers wekelijks 750.000 klanten bedient. Het complex omvat ook een bakkerij, retourcentrale en slagerij.
Dankzij zij het uiterst efficiënte distributiecentrum kan Vomar Voordeelmarkt op het gebied van logistiek en transport duurzaam opereren. Zo wordt gebruik gemaakt van vrachtwagens met drie temperatuurzones. Ze vervoeren in één rit vanuit Alkmaar diepgevroren, gekoelde en ongekoelde producten naar de winkels. Daardoor is het aantal transporten sterk verminderd en nam de uitstoot van CO2 met 73 procent af. Het distributiecentrum speelt ook een belangrijke rol bij het gescheiden inzamelen en verwerken van bedrijfsafval. Dat wordt verbrand in een nabijgelegen installatie die energie terug levert aan het distributiecentrum.
Een volgende stap in de duurzame aanpak is het benutten van het immense dak van het distributiecentrum. Toen duidelijk werd dat de dakbedekking aan vernieuwing toe is, besloot Vomar Voordeelmarkt zonnepanelen te plaatsen. Op piekmomenten gaan die rechtstreeks energie aan het distributiecentrum leveren. Het project wordt ontwikkeld door Hoorne Vastgoed (zusterbedrijf van Vomar Voordeelmarkt) en MEC uit Bodegraven. Geotherm Energy Systems uit Bunschoten is de uitvoerende partij.
Het betreft alleen al door de omvang een uitdagend project, zegt algemeen directeur Aart van Haren van Vomar Voordeelmarkt: "We gaan er met betrokken partijen op een duurzame manier het beste van maken. De plaatsing van zonnepanelen heeft een positieve invloed op onze prijsstelling en ook op het milieu, dat minder wordt belast."
Vanuit het op bedrijventerrein De Boekelermeer in Alkmaar gelegen distributiecentrum worden in het werkgebied tussen Den Helder, Noordwijk, Almere en Utrecht 65 winkels bevoorraad. Het enorme gebouw (totaaloppervlakte 41.000 vierkante meter) vormt een essentiële schakel in de bedrijfsvoering van het bedrijf dat met 5500 medewerkers wekelijks 750.000 klanten bedient. Het complex omvat ook een bakkerij, retourcentrale en slagerij.
Dankzij zij het uiterst efficiënte distributiecentrum kan Vomar Voordeelmarkt op het gebied van logistiek en transport duurzaam opereren. Zo wordt gebruik gemaakt van vrachtwagens met drie temperatuurzones. Ze vervoeren in één rit vanuit Alkmaar diepgevroren, gekoelde en ongekoelde producten naar de winkels. Daardoor is het aantal transporten sterk verminderd en nam de uitstoot van CO2 met 73 procent af. Het distributiecentrum speelt ook een belangrijke rol bij het gescheiden inzamelen en verwerken van bedrijfsafval. Dat wordt verbrand in een nabijgelegen installatie die energie terug levert aan het distributiecentrum.
Een volgende stap in de duurzame aanpak is het benutten van het immense dak van het distributiecentrum. Toen duidelijk werd dat de dakbedekking aan vernieuwing toe is, besloot Vomar Voordeelmarkt zonnepanelen te plaatsen. Op piekmomenten gaan die rechtstreeks energie aan het distributiecentrum leveren. Het project wordt ontwikkeld door Hoorne Vastgoed (zusterbedrijf van Vomar Voordeelmarkt) en MEC uit Bodegraven. Geotherm Energy Systems uit Bunschoten is de uitvoerende partij.
Het betreft alleen al door de omvang een uitdagend project, zegt algemeen directeur Aart van Haren van Vomar Voordeelmarkt: "We gaan er met betrokken partijen op een duurzame manier het beste van maken. De plaatsing van zonnepanelen heeft een positieve invloed op onze prijsstelling en ook op het milieu, dat minder wordt belast."
maandag 22 augustus 2016
Collectieve zonne-energie op zorgcentrum
Donderdag is op ZonnepanelenDelen.nl de crowdfunding gestart voor de 490 zonnepanelen op zorgcentrum ’t Kampje in Loenen aan de Vecht.
Samen met duurzaamheidsorganisatie Urgenda is woningcorporatie Habion, eigenaar van zorghuis ’t Kampje, het initiatief ZonOpZorg gestart om zoveel mogelijk zorghuizen in Nederland te voorzien van zonnepanelen.
Er kan in vele zonnepanelen worden geïnvesteerd, maar er kan ook al worden meegedaan met één ZonneDeel (25 euro).
Samen met duurzaamheidsorganisatie Urgenda is woningcorporatie Habion, eigenaar van zorghuis ’t Kampje, het initiatief ZonOpZorg gestart om zoveel mogelijk zorghuizen in Nederland te voorzien van zonnepanelen.
Er kan in vele zonnepanelen worden geïnvesteerd, maar er kan ook al worden meegedaan met één ZonneDeel (25 euro).
Stedin boort onder rijksweg A27 voor elektriciteitsvoeding Uithoflijn Utrecht
Netbeheerder Stedin voert vanaf dinsdag 16 augustus een gestuurde boring uit onder de A27 en de Kromme Rijn. Over een lengte van 358 meter wordt een sleuf geboord waarin elektriciteitskabels komen te liggen die een deel van de Utrechtse Uithoflijn gaan voeden.
De boring, die ongeveer drie dagen gaat duren, start ter hoogte van de Mytylweg. Van daaruit wordt er in totaal 358 meter geboord onder de A27, de Kromme Rijn en via de Weg naar Rijnauwen naar het ‘eindpunt’ De Boeijelaan. De lengte en diepte van het boortracé is bepaald door alle te kruisen wegen en objecten. Ook is de toekomstige verbreding van de A27 erin meegenomen. De elektriciteitskabels die in deze sleuf worden gelegd zijn een onderdeel van het tracé Sorbonnelaan-Koningsweg van de Uithoflijn.
Voor dit deeltracé van 2 kilometer legt Stedin in totaal 12 kilometer elektriciteitskabel en glasvezel in de grond. De sneltram van Utrecht Centraal naar het Utrecht Science Park moet medio 2018 gaan rijden. Nu reizen zo’n 25.000 mensen dagelijks met buslijn 12 daarnaar toe. In 2020 zullen dagelijks zo’n 45.000 mensen met de tram vervoerd worden.
Koen Verbogt, directeur Aanleg en Vervanging Stedin: “We zijn begin dit jaar begonnen met de aanleg van de elektriciteitskabels voor de Uithoflijn. In totaal leggen we 35 kilometer kabels in de grond voor het 8 kilometer lange tracé. We werken aan een zogenaamde redundante voeding. Mocht een aansluiting uitvallen, dan neemt een andere aansluiting de energievoorziening over. Zo garanderen we de bedrijfszekerheid van de Uithoflijn.”
De boring, die ongeveer drie dagen gaat duren, start ter hoogte van de Mytylweg. Van daaruit wordt er in totaal 358 meter geboord onder de A27, de Kromme Rijn en via de Weg naar Rijnauwen naar het ‘eindpunt’ De Boeijelaan. De lengte en diepte van het boortracé is bepaald door alle te kruisen wegen en objecten. Ook is de toekomstige verbreding van de A27 erin meegenomen. De elektriciteitskabels die in deze sleuf worden gelegd zijn een onderdeel van het tracé Sorbonnelaan-Koningsweg van de Uithoflijn.
Voor dit deeltracé van 2 kilometer legt Stedin in totaal 12 kilometer elektriciteitskabel en glasvezel in de grond. De sneltram van Utrecht Centraal naar het Utrecht Science Park moet medio 2018 gaan rijden. Nu reizen zo’n 25.000 mensen dagelijks met buslijn 12 daarnaar toe. In 2020 zullen dagelijks zo’n 45.000 mensen met de tram vervoerd worden.
Koen Verbogt, directeur Aanleg en Vervanging Stedin: “We zijn begin dit jaar begonnen met de aanleg van de elektriciteitskabels voor de Uithoflijn. In totaal leggen we 35 kilometer kabels in de grond voor het 8 kilometer lange tracé. We werken aan een zogenaamde redundante voeding. Mocht een aansluiting uitvallen, dan neemt een andere aansluiting de energievoorziening over. Zo garanderen we de bedrijfszekerheid van de Uithoflijn.”
zaterdag 20 augustus 2016
TU Delft kraakt onderzoeksrapport voor de Nederlandse Aardolie Maatschappij
De gebiedsgrens die de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) aanhoudt voor erkenning van aardbevingsschade in Groningen is te stellig. Dat concluderen onderzoekers van de TU Delft, waarover De Volkskracht vanochtend bericht.
Nu de NAM meer produceert in het zuidelijk deel van het Groningse gasreservoir, komen er meer meldingen uit Noord-Drentse plaatsen als De Groeve en Zuidlaren.
Voorheen meende de NAM geen schade te hoeven vergoeden in dit deel van Noord Nederland.
De NAM laat in een reactie weten dat het Centrum Veilig Wonen, dat namens de NAM schade afhandelt, schademeldingen aan de rand van het bevingsgebied per september alsnog gaat inspecteren.
Nu de NAM meer produceert in het zuidelijk deel van het Groningse gasreservoir, komen er meer meldingen uit Noord-Drentse plaatsen als De Groeve en Zuidlaren.
Voorheen meende de NAM geen schade te hoeven vergoeden in dit deel van Noord Nederland.
De NAM laat in een reactie weten dat het Centrum Veilig Wonen, dat namens de NAM schade afhandelt, schademeldingen aan de rand van het bevingsgebied per september alsnog gaat inspecteren.
vrijdag 19 augustus 2016
Start grootschalig zonnepanelenproject gemeente Utrechtse Heuvelrug
Gemeente Utrechtse Heuvelrug start samen met adviesbureau ECONNETIC uit Driebergen een project voor de realisatie van zonnepanelen op (bedrijfs)daken. Volgens een eerste schatting is er op de verschillende bedrijventerreinen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug ruimte voor ongeveer 50.000 zonnepanelen. Daarmee kan genoeg stroom opgewekt worden voor het verbruik van ruim 3.000 huishoudens. Het project is er op gericht een zo groot mogelijk deel van dit potentieel daadwerkelijk te realiseren. Hans Nijhof, wethouder milieu: “We hebben de lokale ondernemer ECONNETIC gevraagd om zonnepanelen op daken van bedrijven met bedrijven mogelijk te maken. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de klimaatneutrale ambitie van de gemeente en aan duurzaam ondernemen op de Heuvelrug. Ondernemers en gemeente zoeken samen de zon op!”.
Met de aanpak van ECONNETIC wordt zonne-energie aantrekkelijk gemaakt voor de dakeigenaren. Door verschillende daken te bundelen tot één grootschalig project kunnen dakeigenaren kiezen voor het beschikbaar stellen van het dak en het gebruiken van de opgewekte stroom, zonder dat zij een investering hoeven te doen. Ook kan de ondernemer ervoor kiezen om wél te investeren en daarmee een goed rendement behalen.
]
Het project wordt uitgevoerd door ECONNETIC, in opdracht van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. ECONNETIC is een full-service energie-adviesbureau dat gespecialiseerd is in het ontwikkelen en financieren van duurzame energie projecten. Als onafhankelijke regisseur begeleidt ECONNETIC het gehele proces, zodat de ondernemers ontzorgd worden. Heuvelrug Energie is positief over dit project. Pieter Ruigewaard, bestuurslid Heuvelrug Energie: “Om ervoor te zorgen dat we als gemeente in 2035 geheel energie neutraal zijn, hebben we dit soort projecten hard nodig. Het mooie is dat dit project ook bedrijfseconomisch rendabel is, zowel voor de bedrijven die met hun daken meedoen als voor de partijen die mee investeren. Wij gaan ervoor dat de opgewekte stroom wordt afgenomen door bewoners in onze gemeente. Lokaal opgewekte groene stroom.”
Met de aanpak van ECONNETIC wordt zonne-energie aantrekkelijk gemaakt voor de dakeigenaren. Door verschillende daken te bundelen tot één grootschalig project kunnen dakeigenaren kiezen voor het beschikbaar stellen van het dak en het gebruiken van de opgewekte stroom, zonder dat zij een investering hoeven te doen. Ook kan de ondernemer ervoor kiezen om wél te investeren en daarmee een goed rendement behalen.
]
Het project wordt uitgevoerd door ECONNETIC, in opdracht van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. ECONNETIC is een full-service energie-adviesbureau dat gespecialiseerd is in het ontwikkelen en financieren van duurzame energie projecten. Als onafhankelijke regisseur begeleidt ECONNETIC het gehele proces, zodat de ondernemers ontzorgd worden. Heuvelrug Energie is positief over dit project. Pieter Ruigewaard, bestuurslid Heuvelrug Energie: “Om ervoor te zorgen dat we als gemeente in 2035 geheel energie neutraal zijn, hebben we dit soort projecten hard nodig. Het mooie is dat dit project ook bedrijfseconomisch rendabel is, zowel voor de bedrijven die met hun daken meedoen als voor de partijen die mee investeren. Wij gaan ervoor dat de opgewekte stroom wordt afgenomen door bewoners in onze gemeente. Lokaal opgewekte groene stroom.”
Marktconsultatie over inkoop groene stroom voor Rijksoverheid
De Rijksoverheid wil de komende jaren 70 procent van haar groene stroom inkopen inclusief certificaten (garanties van oorsprong). De stroom moet komen uit wind- of zonne-energie uit een aantal Europese landen. De overige 30 procent wil het Rijk kopen via losse certificaten van nieuwe Nederlandse windparken of zonne-energieprojecten. Het Rijk verbruikt ongeveer 1000 gigawattuur elektriciteit per jaar. Sinds dit jaar maakt het Rijk al geen gebruik meer van certificaten van Scandinavische waterkrachtcentrales.
Namens alle ministeries organiseert het Rijksvastgoedbedrijf een marktconsultatie om de aanbesteding van de inkoop van groene stroom voor te bereiden. Die aanbesteding gaat over de inkoop van stroom van 2018 tot en met 2021. Uit de consultatie moet blijken of de markt de gevraagde hoeveelheid groene stroom kan leveren en wat de meerprijs is van het gevraagde type certificaten. De marktconsultatie vindt plaats in september, de aanbesteding start naar verwachting in november.
Op de langere termijn wil het Rijk alleen elektriciteit kopen die in Nederland zelf duurzaam is opgewekt, zo veel mogelijk op rijksgrond. De komende vier jaar is dat nog niet haalbaar. De jaren 2018-2021 zijn daarom een overgangsperiode. Door 30 procent van de groene stroom te kopen met Nederlandse certificaten, levert het Rijk ook een bijdrage aan het opwekken van duurzame energie in Nederland.
Namens alle ministeries organiseert het Rijksvastgoedbedrijf een marktconsultatie om de aanbesteding van de inkoop van groene stroom voor te bereiden. Die aanbesteding gaat over de inkoop van stroom van 2018 tot en met 2021. Uit de consultatie moet blijken of de markt de gevraagde hoeveelheid groene stroom kan leveren en wat de meerprijs is van het gevraagde type certificaten. De marktconsultatie vindt plaats in september, de aanbesteding start naar verwachting in november.
Op de langere termijn wil het Rijk alleen elektriciteit kopen die in Nederland zelf duurzaam is opgewekt, zo veel mogelijk op rijksgrond. De komende vier jaar is dat nog niet haalbaar. De jaren 2018-2021 zijn daarom een overgangsperiode. Door 30 procent van de groene stroom te kopen met Nederlandse certificaten, levert het Rijk ook een bijdrage aan het opwekken van duurzame energie in Nederland.
Drentse gemeentes tegen gasbesluit
De Drentse gemeentes Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo hebben bezwaar gemaakt tegen het gasbesluit van minister Henk Kamp. Dat meldt RTV Drenthe.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) moet de komende vijf jaar de gaswinning uit de Groningse bodem beperken tot hooguit 24 miljard kuub gas per jaar. Maar de gemeenten zijn er niet gerust op dat de overlast daarmee is verdwenen.
De gemeente Noordenveld wil dat de aardgaswinning direct verlaagd kan worden als daar aanleiding toe is. In het nieuwe gasbesluit is daar niets over geregeld.
Intussen wil de actiegroep Coalitie Gasverzet Groningen op zaterdag 24 september actie voeren bij het pand van de NAM in Assen. Men wil met de hulp van veel stampende mensen en trilplaten het gebouw aan de Schepersmaat aan het schudden te brengen.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) moet de komende vijf jaar de gaswinning uit de Groningse bodem beperken tot hooguit 24 miljard kuub gas per jaar. Maar de gemeenten zijn er niet gerust op dat de overlast daarmee is verdwenen.
De gemeente Noordenveld wil dat de aardgaswinning direct verlaagd kan worden als daar aanleiding toe is. In het nieuwe gasbesluit is daar niets over geregeld.
Intussen wil de actiegroep Coalitie Gasverzet Groningen op zaterdag 24 september actie voeren bij het pand van de NAM in Assen. Men wil met de hulp van veel stampende mensen en trilplaten het gebouw aan de Schepersmaat aan het schudden te brengen.
donderdag 18 augustus 2016
Prijs autogas op laagste niveau sinds 2010
Met 0,708 euro per liter wordt LPG momenteel voor de laagste prijs aan de pomp verhandeld sinds het najaar van 2010. Deze prijsdaling wordt veroorzaakt doordat steeds meer landen olie produceren, wat de grondstof voor LPG is. Bovendien blijven alle olieproducerende landen, ondanks de lage olieprijzen, doorproduceren. Dit om zo hun marktaandeel en opbrengsten uit olie op niveau te houden. De LPG-prijs is gezien het overaanbod van de grondstof al laag, maar daalt nog sterker doordat de vraag naar LPG als motorbrandstof met ruim 20 procent is afgenomen in Nederland. Bij het raffineren van ruwe olie tot benzine en diesel komt de veel schonere brandstof LPG vrij.
Sinds juli 2016 is de daling van de LPG-prijs ingetreden, met momenteel een laagterecord van 0,708 euro. “De prijs van LPG heeft sinds september 2010 niet meer zo laag gestaan”, meldt Paul van Selms van consumentencollectief UnitedConsumers.com. De grootste factor voor de prijsbepaling van LPG is de huidige olieprijs. Deze verkeert momenteel in zwaar weer door de verstoring tussen vraag en aanbod.
Ondanks het oplopende aanbod zien de olieproducerende landen tot nu toe geen andere optie dan juist extra te produceren. De OPEC probeert op deze manier haar marktaandeel te verdedigen, terwijl het overaanbod enkel toeneemt. Met het groeiende aantal zuinige auto’s wordt het haast onmogelijk om het tij te keren en de prijsdaling tegen te houden.
Naast de overproductie spelen wisselende koersen een belangrijke rol bij de prijsdaling. Met name de koers van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar heeft hier grote invloed op aangezien olie in dollars wordt verhandeld. Daarnaast was de verwachting dat de exit van Groot-Brittannië uit de Europese Unie invloed zou hebben op de wisselkoers van de euro. Door de Brexit zou de euro minder waard worden. “Tot dusver heeft de Brexit echter nog geen nadelige gevolgen voor de waarde van euro. De euro staat momenteel zelfs gunstig ten opzichte van de dollar, waardoor de prijzen aan de pomp juist kunnen dalen”, aldus van Selms.
Ook bij benzine en diesel is er een prijsdaling te zien. Echter zijn de dalingen hier een stuk lichter dan bij LPG. De reden dat de LPG-prijs sneller daalt dan de andere brandstoffen komt door de opbouw van de brandstofprijzen. Voor benzine en diesel geldt dat de pompprijs voor meer dan de helft bestaat uit belastingen en accijnzen. Voor LPG zijn de belastingen echter aanzienlijk lager en beslaat dit slechts een derde van de prijs.
Sinds juli 2016 is de daling van de LPG-prijs ingetreden, met momenteel een laagterecord van 0,708 euro. “De prijs van LPG heeft sinds september 2010 niet meer zo laag gestaan”, meldt Paul van Selms van consumentencollectief UnitedConsumers.com. De grootste factor voor de prijsbepaling van LPG is de huidige olieprijs. Deze verkeert momenteel in zwaar weer door de verstoring tussen vraag en aanbod.
Ondanks het oplopende aanbod zien de olieproducerende landen tot nu toe geen andere optie dan juist extra te produceren. De OPEC probeert op deze manier haar marktaandeel te verdedigen, terwijl het overaanbod enkel toeneemt. Met het groeiende aantal zuinige auto’s wordt het haast onmogelijk om het tij te keren en de prijsdaling tegen te houden.
Naast de overproductie spelen wisselende koersen een belangrijke rol bij de prijsdaling. Met name de koers van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar heeft hier grote invloed op aangezien olie in dollars wordt verhandeld. Daarnaast was de verwachting dat de exit van Groot-Brittannië uit de Europese Unie invloed zou hebben op de wisselkoers van de euro. Door de Brexit zou de euro minder waard worden. “Tot dusver heeft de Brexit echter nog geen nadelige gevolgen voor de waarde van euro. De euro staat momenteel zelfs gunstig ten opzichte van de dollar, waardoor de prijzen aan de pomp juist kunnen dalen”, aldus van Selms.
Ook bij benzine en diesel is er een prijsdaling te zien. Echter zijn de dalingen hier een stuk lichter dan bij LPG. De reden dat de LPG-prijs sneller daalt dan de andere brandstoffen komt door de opbouw van de brandstofprijzen. Voor benzine en diesel geldt dat de pompprijs voor meer dan de helft bestaat uit belastingen en accijnzen. Voor LPG zijn de belastingen echter aanzienlijk lager en beslaat dit slechts een derde van de prijs.
Bij laag energieverbruik geld toe
Huishoudens die weinig energie verbruiken kunnen bij veel leveranciers geld toe krijgen. Dat schrijft het ANP. Wie jaarlijks minder dan ongeveer 350 kubieke meter gas of 700 kilowattuur (kwh) elektriciteit verbruikt hoeft daarvoor bij veel energiemaatschappijen geen cent te betalen. Sterker nog: deze gebruikers krijgen geld toe.
Ter tegemoetkoming krijgt elk huishouden namelijk vermindering energiebelasting. Dit bedrag is voor alle aansluitingen gelijk en bedraagt 376,08 euro per jaar. Mensen met een laag energieverbruik krijgen dit bedrag dus terug.
Deze salderingsregeling voor zonne-energie is in elk geval nog geldig tot en met 2020.
Ter tegemoetkoming krijgt elk huishouden namelijk vermindering energiebelasting. Dit bedrag is voor alle aansluitingen gelijk en bedraagt 376,08 euro per jaar. Mensen met een laag energieverbruik krijgen dit bedrag dus terug.
Deze salderingsregeling voor zonne-energie is in elk geval nog geldig tot en met 2020.
Elektrische raceauto studententeam Inmotion maakt eerste meters
Studententeam InMotion gaat tijdens het Zandvoort Masters Weekend, komend weekeinde op Circuit Park Zandvoort, haar volledig zelf ontwikkelde elektrische raceauto voor het eerst tonen aan het publiek. De zogenoemde KP&T IM/e is op papier met een topsnelheid van 285 km/uur de snelste elektrische raceauto ter wereld. Deze auto is de eerste stap naar hun ultieme doel: in 2020 deelnemen aan de 24-uur van Le Mans.
Tijdens het aanstaande Zandvoort Masters Weekend (19 t/m 21 augustus), waarin onder meer races in de Formule 3 en Masters GT plaatsvinden, zal de KP&T IM/e voor het eerst zichtbaar zijn voor het grote publiek. De elektrische raceauto van het team InMotion, bestaande uit 50 studenten van de TU/e en Fontys Hogescholen, zal zijn eerste meters rijden in de middagpauzes van alle drie de dagen op Circuit Park Zandvoort.
Tijdens deze zogeheten ‘shakedown’ – een eerste test om te zien of alle systemen goed werken – zal de auto bestuurd worden door de bekende Nederlandse coureurs Jan Lammers en Xavier Maassen. Lammers (voormalig Formule 1-coureur en 22-voudig deelnemer en winnaar van de 24 uur van Le Mans) en Maassen (Winnaar 24 uur van Zolder, 4-voudig deelnemer 24 uur van Le Mans) zijn beiden ambassadeurs van het team met een schat aan ervaring. Naast Lammers en Maassen is ook Nick Catsburg ambassadeur van het team.
Tijdens het weekend is een speciale ‘InMotion’ app beschikbaar. Deze app, ontwikkeld door InMotion’s partners ICT Group, Tele2 IoT en tableaux mediamakers, zal real-time data uit de KP&T IM/e laten zien aan de bezoekers van het Zandvoort Masters Weekend. De ‘InMotion’ app toont onder andere de G-krachten die de coureur ondervindt, de temperatuur van verschillende onderdelen, de snelheid van de auto en waar deze zich op het circuit bevindt. De app is beschikbaar voor zowel iOS en Android gebruikers.
Het ultieme doel van InMotion is in 2020 deelnemen aan de meest prestigieuze endurance race ter wereld, de 24 uur van Le Mans. Het team mikt daarbij op de bijzondere klasse ‘Garage 56’, die open staat voor innovatie doordat de deelnemer op het veiligheidsreglement na wordt vrijgesteld van alle technische reglementen. Dit geeft InMotion de kans om een unieke auto te ontwikkelen. De KP&T IM/e is de eerste stap naar dit ultieme doel en in deze auto zullen een aantal technieken getest worden die in de toekomst op grote schaal in hun nog te bouwen Le Mans-auto moeten terugkomen.
Tijdens het aanstaande Zandvoort Masters Weekend (19 t/m 21 augustus), waarin onder meer races in de Formule 3 en Masters GT plaatsvinden, zal de KP&T IM/e voor het eerst zichtbaar zijn voor het grote publiek. De elektrische raceauto van het team InMotion, bestaande uit 50 studenten van de TU/e en Fontys Hogescholen, zal zijn eerste meters rijden in de middagpauzes van alle drie de dagen op Circuit Park Zandvoort.
Tijdens deze zogeheten ‘shakedown’ – een eerste test om te zien of alle systemen goed werken – zal de auto bestuurd worden door de bekende Nederlandse coureurs Jan Lammers en Xavier Maassen. Lammers (voormalig Formule 1-coureur en 22-voudig deelnemer en winnaar van de 24 uur van Le Mans) en Maassen (Winnaar 24 uur van Zolder, 4-voudig deelnemer 24 uur van Le Mans) zijn beiden ambassadeurs van het team met een schat aan ervaring. Naast Lammers en Maassen is ook Nick Catsburg ambassadeur van het team.
Tijdens het weekend is een speciale ‘InMotion’ app beschikbaar. Deze app, ontwikkeld door InMotion’s partners ICT Group, Tele2 IoT en tableaux mediamakers, zal real-time data uit de KP&T IM/e laten zien aan de bezoekers van het Zandvoort Masters Weekend. De ‘InMotion’ app toont onder andere de G-krachten die de coureur ondervindt, de temperatuur van verschillende onderdelen, de snelheid van de auto en waar deze zich op het circuit bevindt. De app is beschikbaar voor zowel iOS en Android gebruikers.
Het ultieme doel van InMotion is in 2020 deelnemen aan de meest prestigieuze endurance race ter wereld, de 24 uur van Le Mans. Het team mikt daarbij op de bijzondere klasse ‘Garage 56’, die open staat voor innovatie doordat de deelnemer op het veiligheidsreglement na wordt vrijgesteld van alle technische reglementen. Dit geeft InMotion de kans om een unieke auto te ontwikkelen. De KP&T IM/e is de eerste stap naar dit ultieme doel en in deze auto zullen een aantal technieken getest worden die in de toekomst op grote schaal in hun nog te bouwen Le Mans-auto moeten terugkomen.
woensdag 17 augustus 2016
Groen licht voor herstart oliewinning in Schoonebeek
NAM mag de gerepareerde injectiewatertransportleiding tussen De Hulte en Rossum weer in gebruik nemen. Hierdoor mag NAM de olieproductie in Schoonebeek, en daarmee samenhangend de waterinjectie in Twente weer hervatten onder de huidige geldende vergunningen.
Bij de oliewinning in Schoonebeek komt productiewater vrij dat met behulp van de gerepareerde injectiewatertransportleiding weer getransporteerd kan worden naar Twente om daar geïnjecteerd te worden in het lege gasveld Rossum-Weerselo.
De gekozen oplossing biedt volgens NAM een innovatieve en robuuste oplossing voor de komende jaren, die tegelijkertijd ruimte laat voor de verschillende verwerkingmethodes van productiewater die in het huidige evaluatieonderzoek naar de waterinjectie in Twente worden overwogen voor de langere termijn.
Of de pijpleiding ook op langere termijn in gebruik zal blijven hangt af van de uitkomst van dat lopende evaluatieonderzoek. Naar verwachting neemt minister Kamp hierover eind dit jaar een besluit.
.
Over dit onderwerp zijn ook vragen gesteld door de politiek. Om iedereen de gelegenheid te geven kennis te nemen van de stand van zaken, heeft NAM besloten de oliewinning in Schoonebeek niet nu al maar medio september te hervatten.
De oliewinning in Schoonebeek is een belangrijke pijler voor de werkgelegenheid in met name Zuid-Oost Drenthe. Op jaarbasis zijn er in totaal ongeveer 200 mensen dagelijks direct betrokken bij de oliewinning in Schoonebeek waaronder ongeveer 80 medewerkers van NAM. Tevens leveren ca. tien bedrijven in de regio Twente en enkele tientallen bedrijven in Drenthe hun diensten aan NAM om de oliewinning in Schoonebeek mogelijk te maken. Daarnaast zijn er nog eens 50- 75 mensen indirect betrokken bij de oliewinning in Schoonebeek.
Bij de oliewinning in Schoonebeek komt productiewater vrij dat met behulp van de gerepareerde injectiewatertransportleiding weer getransporteerd kan worden naar Twente om daar geïnjecteerd te worden in het lege gasveld Rossum-Weerselo.
De gekozen oplossing biedt volgens NAM een innovatieve en robuuste oplossing voor de komende jaren, die tegelijkertijd ruimte laat voor de verschillende verwerkingmethodes van productiewater die in het huidige evaluatieonderzoek naar de waterinjectie in Twente worden overwogen voor de langere termijn.
Of de pijpleiding ook op langere termijn in gebruik zal blijven hangt af van de uitkomst van dat lopende evaluatieonderzoek. Naar verwachting neemt minister Kamp hierover eind dit jaar een besluit.
.
Over dit onderwerp zijn ook vragen gesteld door de politiek. Om iedereen de gelegenheid te geven kennis te nemen van de stand van zaken, heeft NAM besloten de oliewinning in Schoonebeek niet nu al maar medio september te hervatten.
De oliewinning in Schoonebeek is een belangrijke pijler voor de werkgelegenheid in met name Zuid-Oost Drenthe. Op jaarbasis zijn er in totaal ongeveer 200 mensen dagelijks direct betrokken bij de oliewinning in Schoonebeek waaronder ongeveer 80 medewerkers van NAM. Tevens leveren ca. tien bedrijven in de regio Twente en enkele tientallen bedrijven in Drenthe hun diensten aan NAM om de oliewinning in Schoonebeek mogelijk te maken. Daarnaast zijn er nog eens 50- 75 mensen indirect betrokken bij de oliewinning in Schoonebeek.
Nieuwe zeeheld van NAM: compacte robotkraan RoBorg
Het onderhoudsschip De Kroonborg krijgt binnenkort een nieuw ‘bemanningslid’, de RoBorg. De RoBorg is een compacte robotkraan, die zal worden ingezet voor werkzaamheden aan productieputten op onbemande platforms in de Noordzee.
NAM produceert op de Noordzee vanaf 23 platforms aardgas uit 80 productieputten. Voor een veilige en optimale gaswinning voert NAM het hele jaar door inspecties en onderhoudswerkzaamheden uit. Deze werkzaamheden kunnen voortaan vanaf De Kroonborg met de RoBorg worden uitgevoerd. Aparte kranen op platforms, werkschepen en –platforms zijn hierdoor niet langer nodig.
In totaal beheert NAM 158 productieputten op de Noordzee, waarvan 80 actieve putten. NAM controleert alle putten met camera’s en drukmetingen en voert regelmatig inspecties en reparaties uit. Tot voor kort waren hiervoor grote kranen nodig, of werden tijdelijke, kostbare werkplatforms geïnstalleerd. Met de komst van RoBorg is dat grote materieel niet langer nodig. De Kroonborg vaart naar een platform waar werkzaamheden gepland staan, putspecialisten plaatsen de RoBorg op de platforms en dan kunnen de werkzaamheden van start.
NAM kan met RoBorg vrijwel alle benodigde liftwerkzaamheden aan de putten uitvoeren. RoBorg wordt op afstand bestuurd en voert vele werkzaamheden uit, rekening houdend met de veiligheidseisen. RoBorg maakt flexibel en efficiënt werken op zee mogelijk. Dure werkplatforms en –schepen zijn niet langer nodig. Dat betekent een besparing van operationele kosten.
Eerder introduceerde NAM met de inzet van de Kroonborg al een nieuwe, efficiënte manier van werken op onbemande platforms op zee. Medewerkers hoeven niet meer met helikopters naar het werk te gaan. Dit betekent minder reis- en wachttijd. Het terugbrengen van de helikoptervluchten met 30% betekent ook minder uitstoot van CO2.
NAM voerde de afgelopen maanden op de NAM-locatie in Zuidbroek testen uit met de RoBorg. Hiervoor werd de omgeving van een offshore platform nagebootst. In eerste instantie werd de compacte robotkraan ontwikkeld om te ondersteunen bij onderhoudswerkzaamheden op de Shell raffinaderijen in Pernis en Moerdijk. Het is voor het eerst dat dit type mini-kraan toegepast gaat worden voor putonderhoud in de offshore-industrie.
NAM produceert op de Noordzee vanaf 23 platforms aardgas uit 80 productieputten. Voor een veilige en optimale gaswinning voert NAM het hele jaar door inspecties en onderhoudswerkzaamheden uit. Deze werkzaamheden kunnen voortaan vanaf De Kroonborg met de RoBorg worden uitgevoerd. Aparte kranen op platforms, werkschepen en –platforms zijn hierdoor niet langer nodig.
In totaal beheert NAM 158 productieputten op de Noordzee, waarvan 80 actieve putten. NAM controleert alle putten met camera’s en drukmetingen en voert regelmatig inspecties en reparaties uit. Tot voor kort waren hiervoor grote kranen nodig, of werden tijdelijke, kostbare werkplatforms geïnstalleerd. Met de komst van RoBorg is dat grote materieel niet langer nodig. De Kroonborg vaart naar een platform waar werkzaamheden gepland staan, putspecialisten plaatsen de RoBorg op de platforms en dan kunnen de werkzaamheden van start.
NAM kan met RoBorg vrijwel alle benodigde liftwerkzaamheden aan de putten uitvoeren. RoBorg wordt op afstand bestuurd en voert vele werkzaamheden uit, rekening houdend met de veiligheidseisen. RoBorg maakt flexibel en efficiënt werken op zee mogelijk. Dure werkplatforms en –schepen zijn niet langer nodig. Dat betekent een besparing van operationele kosten.
Eerder introduceerde NAM met de inzet van de Kroonborg al een nieuwe, efficiënte manier van werken op onbemande platforms op zee. Medewerkers hoeven niet meer met helikopters naar het werk te gaan. Dit betekent minder reis- en wachttijd. Het terugbrengen van de helikoptervluchten met 30% betekent ook minder uitstoot van CO2.
NAM voerde de afgelopen maanden op de NAM-locatie in Zuidbroek testen uit met de RoBorg. Hiervoor werd de omgeving van een offshore platform nagebootst. In eerste instantie werd de compacte robotkraan ontwikkeld om te ondersteunen bij onderhoudswerkzaamheden op de Shell raffinaderijen in Pernis en Moerdijk. Het is voor het eerst dat dit type mini-kraan toegepast gaat worden voor putonderhoud in de offshore-industrie.
Negen sportclubs met origineel energiebespaaridee beloond met €10.000
Vanaf 8 september gaat de derde editie van de succesvolle Nuon Club Competitie van start. Negen amateursportverenigingen maken kans op €10.000 met hun originele idee voor energiebesparing.
De clubs investeren het gewonnen bedrag vervolgens in energiebesparende en duurzame maatregelen, met hulp van een energieadviseur. Sportclubs doen mee door hun idee in foto of video vast te leggen, met een korte motivatie erbij. Op nuon.nl/club staat alle informatie voor de deelnemers. De inzending sluit op maandag 24 oktober.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat veel sportclubs het financieel moeilijk hebben omdat hun inkomsten sterk dalen, sponsorgelden afnemen en kosten stijgen. De energiekosten bedragen gemiddeld 15 tot 20% van de begroting. Nuon biedt een helpende hand en stimuleert sportclubs na te denken over mogelijkheden om de energiekosten te verlagen.
Toine van Peperstraten is, net als voorgaande jaren, voorzitter van de jury: “De vorige edities van de Nuon Club Competitie leverden heel originele ideeën op voor energiebesparing. Hopelijk worden we dit jaar weer verrast!” Rugby Club Haarlem liet vorig jaar in een spectaculaire video zien dat ze door te trainen met de zogenoemde scrumbok energie opwekten voor de veldverlichting. Initiatiefnemer Wim Numan: “We hebben na de nominatie heel rugbyend Nederland gemobiliseerd om te stemmen. En we wonnen! Het prijzengeld investeren we in een nieuw clubhuis, met zonnepanelen en vloerverwarming.”
Roos ten Hove, Project Manager Sponsoring bij Nuon, legt uit: “We kiezen voor amateurclubs vanwege hun belangrijke rol in de samenleving. Sport brengt mensen samen, is goed voor de gezondheid en heeft een belangrijke opvoedkundige taak. Veel sportverenigingen hebben het financieel moeilijk. Wij dragen ons steentje bij door in te zetten op niet alleen een eenmalige prijs, maar ook op een structureel lagere energierekening. Daarmee spek je dus de clubkas én spaar je het milieu!”
De clubs investeren het gewonnen bedrag vervolgens in energiebesparende en duurzame maatregelen, met hulp van een energieadviseur. Sportclubs doen mee door hun idee in foto of video vast te leggen, met een korte motivatie erbij. Op nuon.nl/club staat alle informatie voor de deelnemers. De inzending sluit op maandag 24 oktober.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat veel sportclubs het financieel moeilijk hebben omdat hun inkomsten sterk dalen, sponsorgelden afnemen en kosten stijgen. De energiekosten bedragen gemiddeld 15 tot 20% van de begroting. Nuon biedt een helpende hand en stimuleert sportclubs na te denken over mogelijkheden om de energiekosten te verlagen.
Toine van Peperstraten is, net als voorgaande jaren, voorzitter van de jury: “De vorige edities van de Nuon Club Competitie leverden heel originele ideeën op voor energiebesparing. Hopelijk worden we dit jaar weer verrast!” Rugby Club Haarlem liet vorig jaar in een spectaculaire video zien dat ze door te trainen met de zogenoemde scrumbok energie opwekten voor de veldverlichting. Initiatiefnemer Wim Numan: “We hebben na de nominatie heel rugbyend Nederland gemobiliseerd om te stemmen. En we wonnen! Het prijzengeld investeren we in een nieuw clubhuis, met zonnepanelen en vloerverwarming.”
Roos ten Hove, Project Manager Sponsoring bij Nuon, legt uit: “We kiezen voor amateurclubs vanwege hun belangrijke rol in de samenleving. Sport brengt mensen samen, is goed voor de gezondheid en heeft een belangrijke opvoedkundige taak. Veel sportverenigingen hebben het financieel moeilijk. Wij dragen ons steentje bij door in te zetten op niet alleen een eenmalige prijs, maar ook op een structureel lagere energierekening. Daarmee spek je dus de clubkas én spaar je het milieu!”
dinsdag 16 augustus 2016
Eerste zonneveld van Annen langs de N34
Het eerste zonneveld van Annen is realiteit geworden. Het gaat om een proef waarbij de gemeente Aa en Hunze grond uitleent aan inwoners om groene energie op te wekken, zo meldt RTV Drenthe.
Aanvankelijk zouden zes huishoudens meedoen aan de proef. Uiteindelijk bleven twee inwoners over.
De energiemaatschappij wil dat iedereen die meedoet zijn zonnepanelen aansluit in zijn eigen meterkast en dat is niet haalbaar.
Aanvankelijk zouden zes huishoudens meedoen aan de proef. Uiteindelijk bleven twee inwoners over.
De energiemaatschappij wil dat iedereen die meedoet zijn zonnepanelen aansluit in zijn eigen meterkast en dat is niet haalbaar.
Windpark Kattenberg Reedijk aangesloten op elektriciteitsnetwerk
Het nieuwe Windpark Kattenberg Reedijk volledig aangesloten op het elektriciteitsnetwerk. De vier windturbines zijn operationeel en gereed om groene stroom te gaan maken.
De bouw van het RWE Windpark Kattenberg aan de A58 tussen Tilburg en Eindhoven is in september 2015 gestart met de aanleg van wegen, funderingen en elektrische infrastructuur. De bouw van de turbines begon in april van dit jaar. De vier windturbines met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 10 megawatt gaan 8500 Nederlandse huishoudens voorzien van groene stroom.
De Nordex117 windturbines hebben ieder een capaciteit van 2,4 megawatt. De stalen toren alleen al is meer dan 90 meter hoog en bestaat uit vier elementen. Het totale gewicht is meer dan 200 ton. Dat is ongeveer het gewicht van 170 auto's. De gondel, met de naaf, weegt ongeveer 100 ton. De drie rotorbladen van glasvezelversterkte kunststof zijn elk 58 meter lang en wegen 10 ton. Diverse nachtelijke transporten en het realiseren van twee tijdelijke afritten waren nodig om de onderdelen op de plek van bestemming te krijgen.
Vanaf deze week is het windpark volledig operationeel. Als de windturbines gaan draaien zal er ook een gedeelte van de opbrengst naar de gemeenten Oisterwijk en Oirschot gaan. Dit is bedoeld om de realisatie van lokale duurzame projecten te stimuleren.
De bouw van het RWE Windpark Kattenberg aan de A58 tussen Tilburg en Eindhoven is in september 2015 gestart met de aanleg van wegen, funderingen en elektrische infrastructuur. De bouw van de turbines begon in april van dit jaar. De vier windturbines met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 10 megawatt gaan 8500 Nederlandse huishoudens voorzien van groene stroom.
De Nordex117 windturbines hebben ieder een capaciteit van 2,4 megawatt. De stalen toren alleen al is meer dan 90 meter hoog en bestaat uit vier elementen. Het totale gewicht is meer dan 200 ton. Dat is ongeveer het gewicht van 170 auto's. De gondel, met de naaf, weegt ongeveer 100 ton. De drie rotorbladen van glasvezelversterkte kunststof zijn elk 58 meter lang en wegen 10 ton. Diverse nachtelijke transporten en het realiseren van twee tijdelijke afritten waren nodig om de onderdelen op de plek van bestemming te krijgen.
Vanaf deze week is het windpark volledig operationeel. Als de windturbines gaan draaien zal er ook een gedeelte van de opbrengst naar de gemeenten Oisterwijk en Oirschot gaan. Dit is bedoeld om de realisatie van lokale duurzame projecten te stimuleren.
Energieverbruik met 20 procent omlaag door online game
Sociale interactie, gamification en inzicht in energieverbruik kunnen het energiegebruik van consumenten blijvend veranderen. Door consumenten spelenderwijs te stimuleren hun energieverbruik aan te passen kan een forse besparing van 10 tot 20 procent in het eerste jaar worden gerealiseerd zonder kostbare investeringen als zonnepanelen of isolatie. Dat stelt EnergyZero, dat een online game is gestart.
Slimme meters geven inzicht in het energieverbruik, maar die kennis leidt niet automatisch tot een slimmer energiegebruik. Auke Ferwerda, oprichter van EnergyZero, zegt: 'Er is meer voor nodig om consumenten te bewegen duurzaam om te gaan met energie. Ons databedrijf Shifft werkt met Big Data van bijna alle energiebedrijven. Wij hebben geëxperimenteerd met allerlei slimme technologie om tot een toepassing voor het laagste energieverbruik te komen. Steeds weer was de conclusie dat pas echt gedragsverandering plaatsvindt als consumenten spelenderwijs gestimuleerd worden hun gedrag aan te passen, het liefst in competitie met familie of vrienden.'
Om mee te doen met het spel EnergyZero moet men beschikking over een slimme meter. De consument krijgt hiermee inzicht in zijn dagelijkse energiebehoefte en ziet op welke manier hij invloed heeft om dit aan te passen. Ferwerda: ”Met de online game ga je de strijd voor een zo laag mogelijke energierekening aan met jezelf of je vrienden, familie of collega’s. De game combineert realtime inzicht in energieverbruik met persoonlijke tips gericht op gedragsverandering. Door battles te winnen en achievements uit te voeren verzamel je experience punten. Door te besparen ontvang je energiepunten. Hoe meer experience punten, hoe hoger jouw level, hoe beter je bent. Met de verdiende energiepunten kun je nieuwe energie kopen, maar je kunt ook kleine besparingsmaatregelen kopen die nog meer helpen in het verlagen van het verbruik. Hoe meer je bespaart, hoe meer energiepunten. Uiteindelijk kan de energierekening naar nul.'
EnergyZero levert zelf geen energie. Deelnemers ontvangen hun benodigde elektriciteit en gas van energieleverancier Hezelaer. De energie wordt elke dag ingekocht op de grote energiebeurzen APX (elektriciteit) en EEX (gas). De energie wordt tegen kostprijs geleverd, zonder vaste leveringskosten en extra winstopslag.
Slimme meters geven inzicht in het energieverbruik, maar die kennis leidt niet automatisch tot een slimmer energiegebruik. Auke Ferwerda, oprichter van EnergyZero, zegt: 'Er is meer voor nodig om consumenten te bewegen duurzaam om te gaan met energie. Ons databedrijf Shifft werkt met Big Data van bijna alle energiebedrijven. Wij hebben geëxperimenteerd met allerlei slimme technologie om tot een toepassing voor het laagste energieverbruik te komen. Steeds weer was de conclusie dat pas echt gedragsverandering plaatsvindt als consumenten spelenderwijs gestimuleerd worden hun gedrag aan te passen, het liefst in competitie met familie of vrienden.'
Om mee te doen met het spel EnergyZero moet men beschikking over een slimme meter. De consument krijgt hiermee inzicht in zijn dagelijkse energiebehoefte en ziet op welke manier hij invloed heeft om dit aan te passen. Ferwerda: ”Met de online game ga je de strijd voor een zo laag mogelijke energierekening aan met jezelf of je vrienden, familie of collega’s. De game combineert realtime inzicht in energieverbruik met persoonlijke tips gericht op gedragsverandering. Door battles te winnen en achievements uit te voeren verzamel je experience punten. Door te besparen ontvang je energiepunten. Hoe meer experience punten, hoe hoger jouw level, hoe beter je bent. Met de verdiende energiepunten kun je nieuwe energie kopen, maar je kunt ook kleine besparingsmaatregelen kopen die nog meer helpen in het verlagen van het verbruik. Hoe meer je bespaart, hoe meer energiepunten. Uiteindelijk kan de energierekening naar nul.'
EnergyZero levert zelf geen energie. Deelnemers ontvangen hun benodigde elektriciteit en gas van energieleverancier Hezelaer. De energie wordt elke dag ingekocht op de grote energiebeurzen APX (elektriciteit) en EEX (gas). De energie wordt tegen kostprijs geleverd, zonder vaste leveringskosten en extra winstopslag.
maandag 15 augustus 2016
Fastned, Febo en Joosies samen in nieuwbouw Waarderpolder Haarlem
Op het Haarlemse bedrijventerrein de Waarderpolder begint de bouw van een gezamenlijk complex voor Fastned, Febo en Joosies. Op de hoek van de Oudeweg en Fustweg komen een Fastned-snellaadstation voor elektrische auto's, een vestiging van Febo en een koffie- en broodjeszaak van het Haarlemse bedrijf Joosies. Het geheel wordt op eigen grond ontwikkeld door de Martin Schilder Groep. De gemeente Haarlem is mede met het oog op de verduurzaming van de Waarderpolder blij met de komst van Fastned.
De Martin Schilder Groep is met de merken VW, Audi, Seat en Skoda een van de grootste dealerbedrijven van Noord-Holland. Het ruim tachtig jaar oude familiebedrijf signaleert een stijgende verkoop van (semi) elektrische auto's. De Martin Schilder Groep speelt in op die trend door in de Waarderpolder de komst van een snellaadstation met vier laadpalen mogelijk te maken.
Fastned bouwt langs snelwegen in Nederland een netwerk van snellaadstations voor elektrische auto's. Inmiddels staan er 51. Sinds kort richt Fastned zich ook op de bouw van stations in binnenstedelijk gebied. De vestiging in de Waarderpolder wordt wat dat betreft de primeur voor Noord-Holland. Niet alleen de gemeente Haarlem, maar ook de Industrie Kring Haarlem (spreekbuis van circa 150 bedrijven in de Waarderpolder) ziet de nieuwe voorziening als een aanwinst voor het gebied waar zo'n 15.000 mensen werken.
Tijdens het laden van elektrische auto's kunnen automobilisten terecht bij de Febo en/of Joosies. Het in 1941 opgerichte familiebedrijf Febo heeft landelijk 66 vestigingen waar hoofdzakelijk snacks worden verkocht.
Bij Joosies gaat de uit de horeca afkomstige Haarlemse onderneemster Josine van Teylingen zich primair richten op de verkoop van zaken als smoothies, broodjes en koffie. In Joosies komt plek voor circa 30 gasten en bij mooi weer kan ook een terras met 10 plaatsen worden benut. Josine van Teylingen is ervan overtuigd dat werknemers en bezoekers van bedrijven in de Waarderpolder haar zaak straks prima weten te vinden: "We gaan er iets moois van maken. Niet alleen voor automobilisten die bij Fastned komen laden, maar ook voor wie in het voorbijgaan zin heeft in lekkere koffie en vers eten."
Begint september gaat de Febo open en een maand later Joosies. Daarna volgt het snellaadstation van Fastned. Dat vergt mede vanwege het vele grondwerk en de benodigde aansluiting op het elektriciteitsnet de meeste tijd. Naar verwachting is het nieuwe complex begin 2017 gereed.
De Martin Schilder Groep is met de merken VW, Audi, Seat en Skoda een van de grootste dealerbedrijven van Noord-Holland. Het ruim tachtig jaar oude familiebedrijf signaleert een stijgende verkoop van (semi) elektrische auto's. De Martin Schilder Groep speelt in op die trend door in de Waarderpolder de komst van een snellaadstation met vier laadpalen mogelijk te maken.
Fastned bouwt langs snelwegen in Nederland een netwerk van snellaadstations voor elektrische auto's. Inmiddels staan er 51. Sinds kort richt Fastned zich ook op de bouw van stations in binnenstedelijk gebied. De vestiging in de Waarderpolder wordt wat dat betreft de primeur voor Noord-Holland. Niet alleen de gemeente Haarlem, maar ook de Industrie Kring Haarlem (spreekbuis van circa 150 bedrijven in de Waarderpolder) ziet de nieuwe voorziening als een aanwinst voor het gebied waar zo'n 15.000 mensen werken.
Tijdens het laden van elektrische auto's kunnen automobilisten terecht bij de Febo en/of Joosies. Het in 1941 opgerichte familiebedrijf Febo heeft landelijk 66 vestigingen waar hoofdzakelijk snacks worden verkocht.
Bij Joosies gaat de uit de horeca afkomstige Haarlemse onderneemster Josine van Teylingen zich primair richten op de verkoop van zaken als smoothies, broodjes en koffie. In Joosies komt plek voor circa 30 gasten en bij mooi weer kan ook een terras met 10 plaatsen worden benut. Josine van Teylingen is ervan overtuigd dat werknemers en bezoekers van bedrijven in de Waarderpolder haar zaak straks prima weten te vinden: "We gaan er iets moois van maken. Niet alleen voor automobilisten die bij Fastned komen laden, maar ook voor wie in het voorbijgaan zin heeft in lekkere koffie en vers eten."
Begint september gaat de Febo open en een maand later Joosies. Daarna volgt het snellaadstation van Fastned. Dat vergt mede vanwege het vele grondwerk en de benodigde aansluiting op het elektriciteitsnet de meeste tijd. Naar verwachting is het nieuwe complex begin 2017 gereed.
Realisatie eerste fase van warmtebedrijf Het Groene Net kan beginnen
Onlangs hebben wethouder Ruud Guyt van de gemeente Sittard-Geleen en Erik Stronk, Algemeen Directeur van Ennatuurlijk hun handtekeningen gezet onder het investeringsbesluit voor Het Groene Net. Met de ondertekening geven de aandeelhouders goedkeuring voor de realisatie van de eerste fase. Deze eerste fase maakt deel uit van het totale ontwikkelmodel van Het Groene Net. Het ontwikkelmodel bestaat vooralsnog uit zeven ontwikkelgebieden. Na de zomer wordt in samenwerking met de Provincie Limburg een start gemaakt met de overige deelgebieden
Naast Ennatuurlijk (50%) is ook de gemeente Sittard-Geleen (50%) aandeelhouder van Het Groene Net BV. De gemeente Beek en de gemeente Stein treden toe als de realisatie van het warmtenetwerk binnen hun gemeentegrenzen start. Samen met de gemeente Sittard-Geleen hebben zij daarvoor al Mijn Streekwarmte BV opgericht. Met de investering wordt een warmtenetwerk aangelegd waarop in eerste instantie 145 consumenten en negen zakelijke klanten worden aangesloten. Het gaat om de projecten De Spil, Spoorkolonie en Ligne. De warmte aan deze klanten wordt geleverd door de Biomassa Energiecentrale Sittard (BES) en het bestaande ketelhuis van Ennatuurlijk in de wijk Hoogveld.
In 2009 is het idee voor Het Groene Net opgepakt. Het project richt zich op de verduurzaming van de warmtevoorziening in de gemeenten Sittard-Geleen, Beek en Stein. De partners in Het Groene Net hebben de ambitie om een warmtenetwerk te realiseren dat warmte levert aan ruim 5.000 huishoudens en tientallen bedrijven in de gemeenten Sittard-Geleen, Beek en Stein. Deze warmte wordt geleverd op basis van duurzame bronnen, bijvoorbeeld hernieuwbare warmte van de Biomassa Energiecentrale Sittard (BES) en industriële restwarmte van het Chemelotterrein. Bij de voorbereidingen van Het Groene Net waren Provincie Limburg, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, de Europese Investeringsbank (EIB) en het adviesbureau Driven by Values betrokken.
Voor het milieu betekent Het Groene Net een enorme impuls. Met de totstandkoming van Het Groene Net ontstaat op termijn een van de grootste duurzame warmtenetwerken van Nederland. Er is voor de toekomst een besparing van ongeveer 26 miljoen m3 aardgas voorzien en een vermindering van de uitstoot van het broeikasgas CO2 met 47.000 ton. De gemeenten realiseren hun CO2-doelstellingen grotendeels met Het Groene Net en behoren hiermee tot de koplopers in Nederland.
Naast Ennatuurlijk (50%) is ook de gemeente Sittard-Geleen (50%) aandeelhouder van Het Groene Net BV. De gemeente Beek en de gemeente Stein treden toe als de realisatie van het warmtenetwerk binnen hun gemeentegrenzen start. Samen met de gemeente Sittard-Geleen hebben zij daarvoor al Mijn Streekwarmte BV opgericht. Met de investering wordt een warmtenetwerk aangelegd waarop in eerste instantie 145 consumenten en negen zakelijke klanten worden aangesloten. Het gaat om de projecten De Spil, Spoorkolonie en Ligne. De warmte aan deze klanten wordt geleverd door de Biomassa Energiecentrale Sittard (BES) en het bestaande ketelhuis van Ennatuurlijk in de wijk Hoogveld.
In 2009 is het idee voor Het Groene Net opgepakt. Het project richt zich op de verduurzaming van de warmtevoorziening in de gemeenten Sittard-Geleen, Beek en Stein. De partners in Het Groene Net hebben de ambitie om een warmtenetwerk te realiseren dat warmte levert aan ruim 5.000 huishoudens en tientallen bedrijven in de gemeenten Sittard-Geleen, Beek en Stein. Deze warmte wordt geleverd op basis van duurzame bronnen, bijvoorbeeld hernieuwbare warmte van de Biomassa Energiecentrale Sittard (BES) en industriële restwarmte van het Chemelotterrein. Bij de voorbereidingen van Het Groene Net waren Provincie Limburg, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, de Europese Investeringsbank (EIB) en het adviesbureau Driven by Values betrokken.
Voor het milieu betekent Het Groene Net een enorme impuls. Met de totstandkoming van Het Groene Net ontstaat op termijn een van de grootste duurzame warmtenetwerken van Nederland. Er is voor de toekomst een besparing van ongeveer 26 miljoen m3 aardgas voorzien en een vermindering van de uitstoot van het broeikasgas CO2 met 47.000 ton. De gemeenten realiseren hun CO2-doelstellingen grotendeels met Het Groene Net en behoren hiermee tot de koplopers in Nederland.
vrijdag 12 augustus 2016
Witteveen+Bos onderzoekt haalbaarheid waterkrachtenergie in Sierra Leone
Ingenieurs- en adviesbureau Witteveen+Bos is in opdracht van Riverblade Holding B.V. gestart met een haalbaarheidsstudie voor het op kleinschalige wijze opwekken van energie uit waterkracht in het Afrikaanse land Sierra Leone. In dit project wordt onderzocht of het mogelijk is om de waterkracht van stromende rivieren te gebruiken om energie op te wekken en te leveren aan het net.
De haalbaarheidsstudie is in juli 2016 van start gegaan en in februari 2017 wordt een besluit genomen over twee startlocaties. Het doel van het project is uiteindelijk op te schalen naar veel locaties om een belangrijk deel van de stroomvoorziening in Sierra Leone te gaan verzorgen.
Riverblade, opgezet door de Nederlandse ondernemers Donald Keus en Wouter Kreuwel, verleende deze opdracht aan Witteveen+Bos vanwege de voorgestelde gefaseerde aanpak van de haalbaarheidsstudie. In eerste instantie maakt Witteveen+Bos een longlist met ongeveer twaalf potentiële locaties in rivieren die het land doorkruisen, onder andere op basis van milieuomstandigheden en met behulp van een hydrologisch GIS-model. Dat model heeft Witteveen+Bos ontwikkeld voor het maken van een quick scan van de waterkrachtpotentie wereldwijd en wordt aangescherpt voor de specifieke situatie in Sierra Leone.
Vervolgens worden de potentiële locaties bezocht, waarna Witteveen+Bos de meest geschikte initiële locaties voorstelt. Deze locaties worden verder uitgewerkt: in samenwerking met lokale partijen in Sierra Leone wordt een milieueffectrapportage uitgevoerd, wat bijdraagt aan de selectie van de twee startlocaties. De resultaten van het initiële project dienen als voorbeeld voor het opwekken van energie met behulp van rivierstroming op andere locaties, zowel binnen als buiten Sierra Leone.
De keuze voor kleinschalige energieopwekking door waterkracht uit stroming is een bewuste keuze. Deze centrales zijn relatief gemakkelijk te plaatsen en lokale aannemers kunnen hieraan een bijdrage leveren. Alternatieven op grotere schaal, zoals een combinatie van stuwdam en stuwmeer, kennen vaak grote nadelen: deze zijn moeilijker te construeren en vereisen het onder water zetten van land, wat grote gevolgen kan hebben voor mens en milieu. Witteveen+Bos past bij het uitvoeren van deze haalbaarheidsstudie haar zes duurzame ontwerpprincipes toe. Het betrekken van de omgeving, de samenwerking met lokale bedrijven en het vertalen van de resultaten van de m.e.r.-studie naar afwegingscriteria voor de locatieselectie zijn daar goede voorbeelden van.
In Sierra Leone is een groot tekort aan elektriciteit: slechts 10 % van het land heeft toegang tot betrouwbare energievoorziening, terwijl energievoorziening van groot belang is voor zowel het realiseren van een gezonde thuisomgeving als voor de ontwikkeling van bedrijven. Dit pilotproject wordt gefinancierd door FMO (Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden) en EAIF (Emerging Africa Infrastructure Fund).
De haalbaarheidsstudie is in juli 2016 van start gegaan en in februari 2017 wordt een besluit genomen over twee startlocaties. Het doel van het project is uiteindelijk op te schalen naar veel locaties om een belangrijk deel van de stroomvoorziening in Sierra Leone te gaan verzorgen.
Riverblade, opgezet door de Nederlandse ondernemers Donald Keus en Wouter Kreuwel, verleende deze opdracht aan Witteveen+Bos vanwege de voorgestelde gefaseerde aanpak van de haalbaarheidsstudie. In eerste instantie maakt Witteveen+Bos een longlist met ongeveer twaalf potentiële locaties in rivieren die het land doorkruisen, onder andere op basis van milieuomstandigheden en met behulp van een hydrologisch GIS-model. Dat model heeft Witteveen+Bos ontwikkeld voor het maken van een quick scan van de waterkrachtpotentie wereldwijd en wordt aangescherpt voor de specifieke situatie in Sierra Leone.
Vervolgens worden de potentiële locaties bezocht, waarna Witteveen+Bos de meest geschikte initiële locaties voorstelt. Deze locaties worden verder uitgewerkt: in samenwerking met lokale partijen in Sierra Leone wordt een milieueffectrapportage uitgevoerd, wat bijdraagt aan de selectie van de twee startlocaties. De resultaten van het initiële project dienen als voorbeeld voor het opwekken van energie met behulp van rivierstroming op andere locaties, zowel binnen als buiten Sierra Leone.
De keuze voor kleinschalige energieopwekking door waterkracht uit stroming is een bewuste keuze. Deze centrales zijn relatief gemakkelijk te plaatsen en lokale aannemers kunnen hieraan een bijdrage leveren. Alternatieven op grotere schaal, zoals een combinatie van stuwdam en stuwmeer, kennen vaak grote nadelen: deze zijn moeilijker te construeren en vereisen het onder water zetten van land, wat grote gevolgen kan hebben voor mens en milieu. Witteveen+Bos past bij het uitvoeren van deze haalbaarheidsstudie haar zes duurzame ontwerpprincipes toe. Het betrekken van de omgeving, de samenwerking met lokale bedrijven en het vertalen van de resultaten van de m.e.r.-studie naar afwegingscriteria voor de locatieselectie zijn daar goede voorbeelden van.
In Sierra Leone is een groot tekort aan elektriciteit: slechts 10 % van het land heeft toegang tot betrouwbare energievoorziening, terwijl energievoorziening van groot belang is voor zowel het realiseren van een gezonde thuisomgeving als voor de ontwikkeling van bedrijven. Dit pilotproject wordt gefinancierd door FMO (Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden) en EAIF (Emerging Africa Infrastructure Fund).
ENGIE en Powerdale geselecteerd voor de levering van 800 publieke laadpalen in Luxemburg
Het consortium tussen ENGIE Cofely Luxemburg en Powerdale werd geselecteerd na een Europese openbare aanbesteding door de 5 distributienetbeheerders in het Groothertogdom Luxemburg (Creos, Sudstroum, Electris, Ville d’Ettelbruck en Ville de Diekirch) voor de levering van 800 publieke laadpalen die over een periode van 4 jaar geïnstalleerd zullen worden (2017-2020) evenals een servicecontract voor het beheer van het platform van de gemeenschappelijke operator voor een periode van twaalf jaar. Powerdale, een bedrijf dat totaaloplossingen ontwikkelt voor elektrische mobiliteit en energiebeheer, zal de elektrische laadpalen en de internetapplicatie om het platform te beheren, verzorgen. ENGIE Cofely Luxemburg, de diensten dochteronderneming voor de industrie en de entiteiten van de Groep ENGIE, zal instaan voor het beheer en het onderhoud van de infrastructuur.
200 publieke Nexxtender laadpalen van Powerdale zullen tussen 2017 en 2020 geïnstalleerd worden. Het informaticaplatform Nexxtmove van Powerdale, zal ter beschikking gesteld worden van bestuurders van elektrische voertuigen en van alle andere stakeholders van deze nieuwe mobiliteit: distributienetbeheerders, energieleveranciers en dienstenleveranciers (mobility service providers). Het zal de eindgebruiker toelaten om het herladen te betalen welke leverancier hij ook gekozen heeft voor zijn elektrische mobiliteit. Het systeem zal verbonden worden met het openbaar vervoer systeem in het Groothertogdom Luxemburg opdat de eindgebruiker gebruik kan maken van een multimodaal platform.
“Deze contracten zijn een belangrijke stap in de ontwikkeling van de elektrische mobiliteit op het Luxemburgse territorium. Het zal ons positioneren als een belangrijke speler inzake elektrische mobiliteit. Wij zullen met onze entiteit het “open operation model” ondersteunen dat wordt voorgesteld door de distributienetbeheerders, zodat de groene mobiliteit in Luxemburg ontwikkeld kan worden” kondigt Pierre Wolff, Directeur ENGIE Cofely Luxemburg, aan.
“De aanbesteding dat door de distributienetbeheerders werd opgemaakt lag volledig in lijn met onze langetermijnvisie inzake de noden rond elektrische mobiliteit: gebruiksvriendelijkheid, energiebeheer, flexibiliteit met betrekking tot de aanpassingen in de hard- en software in functie van de ontwikkelingen op de markt, smart grid georiënteerd dankzij de intelligente laadpalen. Wij bedanken de distributienetbeheerders voor het vertrouwen en de erkenning die ze hebben in onze expertise in elektrische mobiliteit en energiebeheer” zegt Olivier Piraux, CEO van Powerdale.
Het gaat om de eerste publieke laadpalen voor elektrische voertuigen die ENGIE Cofely Luxemburg en Powerdale in het Groothertogdom Luxemburg leveren. Het land telt vandaag al 200 elektrische laadpalen.
200 publieke Nexxtender laadpalen van Powerdale zullen tussen 2017 en 2020 geïnstalleerd worden. Het informaticaplatform Nexxtmove van Powerdale, zal ter beschikking gesteld worden van bestuurders van elektrische voertuigen en van alle andere stakeholders van deze nieuwe mobiliteit: distributienetbeheerders, energieleveranciers en dienstenleveranciers (mobility service providers). Het zal de eindgebruiker toelaten om het herladen te betalen welke leverancier hij ook gekozen heeft voor zijn elektrische mobiliteit. Het systeem zal verbonden worden met het openbaar vervoer systeem in het Groothertogdom Luxemburg opdat de eindgebruiker gebruik kan maken van een multimodaal platform.
“Deze contracten zijn een belangrijke stap in de ontwikkeling van de elektrische mobiliteit op het Luxemburgse territorium. Het zal ons positioneren als een belangrijke speler inzake elektrische mobiliteit. Wij zullen met onze entiteit het “open operation model” ondersteunen dat wordt voorgesteld door de distributienetbeheerders, zodat de groene mobiliteit in Luxemburg ontwikkeld kan worden” kondigt Pierre Wolff, Directeur ENGIE Cofely Luxemburg, aan.
“De aanbesteding dat door de distributienetbeheerders werd opgemaakt lag volledig in lijn met onze langetermijnvisie inzake de noden rond elektrische mobiliteit: gebruiksvriendelijkheid, energiebeheer, flexibiliteit met betrekking tot de aanpassingen in de hard- en software in functie van de ontwikkelingen op de markt, smart grid georiënteerd dankzij de intelligente laadpalen. Wij bedanken de distributienetbeheerders voor het vertrouwen en de erkenning die ze hebben in onze expertise in elektrische mobiliteit en energiebeheer” zegt Olivier Piraux, CEO van Powerdale.
Het gaat om de eerste publieke laadpalen voor elektrische voertuigen die ENGIE Cofely Luxemburg en Powerdale in het Groothertogdom Luxemburg leveren. Het land telt vandaag al 200 elektrische laadpalen.
donderdag 11 augustus 2016
Energiecoaches voor 10.000 huishoudens in Amsterdam
Amsterdam start vanaf oktober een project met energiecoaches die bij mensen thuis gratis advies kunnen geven over energiebesparing. Dit gebeurt in samenwerking met het Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW). De energiecoaches kunnen daarbij bespaarproducten op maat aanbieden. Het plan is om 10.000 Amsterdammers te bezoeken.
Wethouder Wonen Laurens Ivens: “Veel oudere woningen in Amsterdam zijn niet energiezuinig. Vaak kun je al veel bereiken met eenvoudige maatregelen. Niet alleen wordt zo de uitstoot van CO2 verminderd, maar ook op de woonlasten kan er flink worden bespaard. We verwachten dat de energielasten van de huishoudens met zo’n € 100 tot € 120 per jaar omlaag kunnen. Dus dat is dubbele winst: voor mens en milieu.”
De energiecoaches krijgen eerst een specifieke training voordat ze bij de bewoners langsgaan. Bij de Amsterdammers thuis vertellen zij hoe je energie kunt besparen door bijvoorbeeld anders om te gaan met verlichting en verwarming. Daarbij wordt er ook advies gegeven over eenvoudige toepassingen voor isolatie. De energiecoach besteedt bovendien aandacht aan veiligheid. Indien nodig wordt een koolmonoxidemelder en/of een rookmelder geplaatst.
Het advies en huisbezoek voor bewoners is gratis. In het bespaarpakket dat de energiecoach meeneemt naar de woning zitten o.a. radiatorfolie, tochtband, een brievenbusborstel, een waterbesparende douchekop en LED lampen. Uit het bespaarpakket mag de bewoner gratis een keuze maken uit producten ter waarde van € 15. Aanvullend kan de bewoner de andere producten kopen tegen 50% van de inkoopprijs.
Mensen die geïnteresseerd zijn om aan de slag te gaan als energiecoach kunnen zich aanmelden bij het ASW via het e-mailadres energiecoach@wswonen.nl.
Wethouder Wonen Laurens Ivens: “Veel oudere woningen in Amsterdam zijn niet energiezuinig. Vaak kun je al veel bereiken met eenvoudige maatregelen. Niet alleen wordt zo de uitstoot van CO2 verminderd, maar ook op de woonlasten kan er flink worden bespaard. We verwachten dat de energielasten van de huishoudens met zo’n € 100 tot € 120 per jaar omlaag kunnen. Dus dat is dubbele winst: voor mens en milieu.”
De energiecoaches krijgen eerst een specifieke training voordat ze bij de bewoners langsgaan. Bij de Amsterdammers thuis vertellen zij hoe je energie kunt besparen door bijvoorbeeld anders om te gaan met verlichting en verwarming. Daarbij wordt er ook advies gegeven over eenvoudige toepassingen voor isolatie. De energiecoach besteedt bovendien aandacht aan veiligheid. Indien nodig wordt een koolmonoxidemelder en/of een rookmelder geplaatst.
Het advies en huisbezoek voor bewoners is gratis. In het bespaarpakket dat de energiecoach meeneemt naar de woning zitten o.a. radiatorfolie, tochtband, een brievenbusborstel, een waterbesparende douchekop en LED lampen. Uit het bespaarpakket mag de bewoner gratis een keuze maken uit producten ter waarde van € 15. Aanvullend kan de bewoner de andere producten kopen tegen 50% van de inkoopprijs.
Mensen die geïnteresseerd zijn om aan de slag te gaan als energiecoach kunnen zich aanmelden bij het ASW via het e-mailadres energiecoach@wswonen.nl.
Duurzaam jaar voor Erasmus MC
Het Erasmus MC heeft het afgelopen jaar met succes energiebesparende maatregelen getroffen. Ook werden gedoneerde goederen en materialen elders hergebruikt.
De cijfers over het energieverbruik zijn afkomstig uit het onlangs verschenen MVO Jaarverslag 2015. MVO staat voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Twee duurzame paradepaardjes die daarin worden genoemd, zijn de beddenwasstraat, met 60 procent minder milieubelasting, en het afvalverwerkingssysteem Pharmafilter.
Het Erasmus MC heeft in 2015 zijn veertien acties ingezet die het energieverbruik moesten beteugelen. Die leidden opgeteld tot 24 terajoule besparing. Desondanks werd er toch meer energie verbruikt dan voorheen, als gevolg van het koude weer en de extra vierkante meters nieuwbouw.
De cijfers over het energieverbruik zijn afkomstig uit het onlangs verschenen MVO Jaarverslag 2015. MVO staat voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Twee duurzame paradepaardjes die daarin worden genoemd, zijn de beddenwasstraat, met 60 procent minder milieubelasting, en het afvalverwerkingssysteem Pharmafilter.
Het Erasmus MC heeft in 2015 zijn veertien acties ingezet die het energieverbruik moesten beteugelen. Die leidden opgeteld tot 24 terajoule besparing. Desondanks werd er toch meer energie verbruikt dan voorheen, als gevolg van het koude weer en de extra vierkante meters nieuwbouw.
Stormloop op subsidie voor woningisolatie in Apeldoorn
Er is zoveel interesse in de subsidie voor woningisolatie in Apeldoorn dat het aanvragen hiervan niet meer mogelijk is.
De aanvragen konden vanaf half juli worden ingediend, voor het eerst ook digitaal. In de eerste week waren er al 200 aanvragen binnen.
Het gaat om een regeling van de provincie Gelderland, die aanvankelijk al was afgeschaft, maar nieuw leven werd ingeblazen.
De aanvragen konden vanaf half juli worden ingediend, voor het eerst ook digitaal. In de eerste week waren er al 200 aanvragen binnen.
Het gaat om een regeling van de provincie Gelderland, die aanvankelijk al was afgeschaft, maar nieuw leven werd ingeblazen.
woensdag 10 augustus 2016
STORM Eindhoven vertrekt voor 80-daagse wereldreis
De wereld laten zien waartoe elektrisch vervoer in staat is. Met dat doel gaat STORM Eindhoven, een team van 23 studenten van de TU Eindhoven, de wereld rond in 80 dagen op hun zelfgebouwde elektrische motoren. Zondag 14 augustus vertrekt het team met een spectaculair evenement vanuit het centrum van Eindhoven voor hun STORM World Tour.
26.000 kilometer in 80 dagen. Na twee jaar voorbereiding beginnen de studenten van STORM Eindhoven aan deze ultieme uitdaging. De gehele route is tot op de dag precies uitgestippeld en verkend. De reis voert over het noordelijk halfrond, beginnend in Europa en via Centraal-Azië en Noord-Amerika weer eindigend in Eindhoven op 2 november.
Het team zal rijden op twee elektrische toermotoren die in hun ogen het toonbeeld zijn van hoe elektrisch vervoer zou moeten zijn: stil, efficiënt en met voldoende actieradius. De motoren hebben een topsnelheid van 160 km/uur en kunnen 380 kilometer rijden zonder opladen, dankzij het door de studenten zelf ontworpen batterijpakket. De batterijen – 24 losse cartridges en goed voor maximaal 28,5 kWh aan energie – kunnen bovendien binnen zeven minuten worden vervangen door een volgeladen batterijenpakket.
Elke dag worden de batterijen van de motoren opgeladen via het lokale elektriciteitsnet, bij bedrijven, universiteiten of mensen thuis. Ze vormen met elkaar het zogeheten ‘STORM Grid’. Ook neemt het team deel aan talloze lokale evenementen gedurende de reis. Zo hoopt het team de wereld te overtuigen van de potentie van elektrische mobiliteit.
De ‘kick-off’ van hun STORM World Tour staat gepland voor zondag 14 augustus. Vanaf het 18 septemberplein, middenin het centrum van Eindhoven, zal het team wegrijden tijdens een evenement met spektakel, muziek en presentaties van ambassadeurs Jan Peter Balkenende en tv-presentator Rick Nieman. Het programma vindt plaats van 11:30 tot 13:00 uur.
De STORM World Tour is gedurende de 80 dagen live te volgen via een dashboard op de website van het team, www.storm-eindhoven.nl en via social media (#storm80days). Het team doet verslag van hun reis in de vorm van blogs, vlogs, foto’s en bijna dagelijkse video-updates.
26.000 kilometer in 80 dagen. Na twee jaar voorbereiding beginnen de studenten van STORM Eindhoven aan deze ultieme uitdaging. De gehele route is tot op de dag precies uitgestippeld en verkend. De reis voert over het noordelijk halfrond, beginnend in Europa en via Centraal-Azië en Noord-Amerika weer eindigend in Eindhoven op 2 november.
Het team zal rijden op twee elektrische toermotoren die in hun ogen het toonbeeld zijn van hoe elektrisch vervoer zou moeten zijn: stil, efficiënt en met voldoende actieradius. De motoren hebben een topsnelheid van 160 km/uur en kunnen 380 kilometer rijden zonder opladen, dankzij het door de studenten zelf ontworpen batterijpakket. De batterijen – 24 losse cartridges en goed voor maximaal 28,5 kWh aan energie – kunnen bovendien binnen zeven minuten worden vervangen door een volgeladen batterijenpakket.
Elke dag worden de batterijen van de motoren opgeladen via het lokale elektriciteitsnet, bij bedrijven, universiteiten of mensen thuis. Ze vormen met elkaar het zogeheten ‘STORM Grid’. Ook neemt het team deel aan talloze lokale evenementen gedurende de reis. Zo hoopt het team de wereld te overtuigen van de potentie van elektrische mobiliteit.
De ‘kick-off’ van hun STORM World Tour staat gepland voor zondag 14 augustus. Vanaf het 18 septemberplein, middenin het centrum van Eindhoven, zal het team wegrijden tijdens een evenement met spektakel, muziek en presentaties van ambassadeurs Jan Peter Balkenende en tv-presentator Rick Nieman. Het programma vindt plaats van 11:30 tot 13:00 uur.
De STORM World Tour is gedurende de 80 dagen live te volgen via een dashboard op de website van het team, www.storm-eindhoven.nl en via social media (#storm80days). Het team doet verslag van hun reis in de vorm van blogs, vlogs, foto’s en bijna dagelijkse video-updates.