Vereniging Eigen Huis constateert dat de verbruikskostenoverzichten die huishoudens met een slimme energiemeter tweemaandelijks ontvangen, ondermaats zijn. De overzichten geven onvoldoende inzicht in het energieverbruik, zetten niet aan tot besparing en veel mensen zeggen ze niet eens te ontvangen. Energieleveranciers voldoen hiermee niet aan de regelgeving uit 2015. De vereniging roept de ACM in een brief op om de kwalitatieve eisen aan het verbruikskostenoverzicht aan te scherpen en toe te zien op betere naleving van de afspraken.
Een belangrijk doel van de slimme meter is om huishoudens te helpen energie te besparen. Overzichten van verbruikskosten en energieverbruiksmanagers kunnen daar bij helpen. Uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis naar de tevredenheid van ruim 4.400 consumenten met een slimme energiemeter blijkt dat de helft van hen door de verbruikskostenoverzichten niet gestimuleerd wordt om zelf energie te besparen. Vooral EnergieDirect en E.ON doen het op dit punt slecht, vindt de consument. Qurrent, NLEnergie, Greenchoice en Eneco doen het beter en zetten hun klanten wel aan tot besparing.
Maar liefst een derde van de ondervraagden zegt de verplichte tweemaandelijkse verbruikskostenoverzichten niet eens te ontvangen. Energieleverancier Vandebron haalt hier de slechtste score: maar 19 procent van de respondenten die klant zijn bij deze leverancier zegt zo'n overzicht te krijgen, waar ze dan overigens wel tevreden over zijn. Het beste scoort Electrabel/Engie; hier zegt 82 procent van de klanten de beloofde verbruikscijfers te ontvangen.
Het grootste voordeel van de slimme meter is volgens de ondervraagden dat ze de meterstanden niet meer door hoeven te geven aan de energieleverancier. Gebruikers zijn kritisch over het gebruiksgemak. Veel mensen begrijpen niet welke gegevens op het scherm van de meter worden getoond. Omdat een goede handleiding ontbreekt wordt er al snel niet meer naar het apparaat omgekeken.
Vereniging Eigen Huis vindt het belangrijk dat de slimme meter de consument daadwerkelijk helpt om energie te besparen. Daarmee kunnen huishoudens bijdragen aan de doelen van het Energieakkoord. De vereniging drong in 2014 aan op begrijpelijke, vergelijkbare en controleerbare energieoverzichten, waaronder ook verbruikskostenoverzichten. In 2015 voerde minister Kamp het 'Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht' in. Vereniging Eigen Huis vindt dit een goede stap maar constateert dat leveranciers nog niet voldoen aan de regelgeving. De kwaliteit van de verbruikskostenoverzichten moet aanzienlijk verbeteren om de consument te helpen energie te besparen. Vereniging Eigen Huis doet dit jaar grootschalig onderzoek naar energiebesparing in de eigen woning.
Pagina's
▼
vrijdag 29 juli 2016
Hoger bedrijfsresultaat Alliander
Het resultaat na belastingen van Alliander steeg van 161 miljoen euro over het eerste halfjaar van 2015 naar 232 miljoen in 2016. Die stijging is met name het gevolg van een boekwinst op de verkoop van netwerkbedrijf Endinet aan Enexis. Verder gaf Alliander in 2016 voor het eerst een groene obligatielening uit, die is ingezet voor de financiering van duurzame investeringen.
De uitruil van regionale netwerken in Friesland, Noordoostpolder en de regio Eindhoven en zuidoost-Brabant (Endinet) vond plaats op 1 januari 2016 en is verwerkt in de cijfers over het eerste halfjaar van 2016. De toevoeging van het nieuw verworven gebied in Friesland en de Noordoostpolder aan de cijfers zorgt ervoor dat de omzet per saldo steeg tot 783 miljoen (2015: 777 miljoen), ondanks lagere gereguleerde tarieven.
Alliander maakt op de verkoop van netbeheerder Endinet een boekwinst van 176 miljoen euro, waarvan voor een bedrag van Euro 115 miljoen aan synergie en waardegroei van de activa is gerealiseerd. Die boekwinst zorgt in de eerste helft van 2016 voor een stijging van het resultaat.
In april 2016 gaf Alliander een groene obligatielening voor een bedrag van 300 miljoen uit. De opbrengst is gebruikt voor de financiering van onder meer de investeringen in slimme netten, met als hoofdcomponenten de slimme meters en het duurzaam gerenoveerde kantoor in Duiven.
De kosten voor precario - de gemeentelijke heffing die Alliander moet betalen voor het gebruik van openbare grond - blijven hoog: in de eerste helft van 2016 bedroegen de kosten 65 miljoen (tegenover 46 miljoen in de eerste helft van 2015). Deze lokale heffingen leiden tot een verhoging van de tarieven voor alle klanten (ongeveer Euro 44 per klant per jaar), terwijl precario door slechts een aantal gemeentes wordt geheven. Alliander ondersteunt daarom het initiatief van Minister Plasterk om precarioheffing te begrenzen en af te bouwen, ook al is de voorziene overgangsperiode erg lang.
Van de totale investeringen werd 53 miljoen geïnvesteerd in de grootschalige aanbieding van de slimme meter, die in de eerste helft van 2016 werd aangeboden aan 201.000 klanten. Eind 2020 wil Liander conform de wettelijke verplichting de slimme meter aan alle klanten hebben aangeboden. Een omvangrijke operatie, die nodig is omdat de energievoorziening snel en ingrijpend verandert. De slimme meter vormt een cruciale schakel in het toekomstige energiesysteem. In combinatie met onder andere apps van derden kunnen data uit de slimme meter klanten helpen de juiste keuzes te maken, bijvoorbeeld door inzicht te geven in het energiegebruik en in mogelijkheden voor energiebesparing.
De uitruil van regionale netwerken in Friesland, Noordoostpolder en de regio Eindhoven en zuidoost-Brabant (Endinet) vond plaats op 1 januari 2016 en is verwerkt in de cijfers over het eerste halfjaar van 2016. De toevoeging van het nieuw verworven gebied in Friesland en de Noordoostpolder aan de cijfers zorgt ervoor dat de omzet per saldo steeg tot 783 miljoen (2015: 777 miljoen), ondanks lagere gereguleerde tarieven.
Alliander maakt op de verkoop van netbeheerder Endinet een boekwinst van 176 miljoen euro, waarvan voor een bedrag van Euro 115 miljoen aan synergie en waardegroei van de activa is gerealiseerd. Die boekwinst zorgt in de eerste helft van 2016 voor een stijging van het resultaat.
In april 2016 gaf Alliander een groene obligatielening voor een bedrag van 300 miljoen uit. De opbrengst is gebruikt voor de financiering van onder meer de investeringen in slimme netten, met als hoofdcomponenten de slimme meters en het duurzaam gerenoveerde kantoor in Duiven.
De kosten voor precario - de gemeentelijke heffing die Alliander moet betalen voor het gebruik van openbare grond - blijven hoog: in de eerste helft van 2016 bedroegen de kosten 65 miljoen (tegenover 46 miljoen in de eerste helft van 2015). Deze lokale heffingen leiden tot een verhoging van de tarieven voor alle klanten (ongeveer Euro 44 per klant per jaar), terwijl precario door slechts een aantal gemeentes wordt geheven. Alliander ondersteunt daarom het initiatief van Minister Plasterk om precarioheffing te begrenzen en af te bouwen, ook al is de voorziene overgangsperiode erg lang.
Van de totale investeringen werd 53 miljoen geïnvesteerd in de grootschalige aanbieding van de slimme meter, die in de eerste helft van 2016 werd aangeboden aan 201.000 klanten. Eind 2020 wil Liander conform de wettelijke verplichting de slimme meter aan alle klanten hebben aangeboden. Een omvangrijke operatie, die nodig is omdat de energievoorziening snel en ingrijpend verandert. De slimme meter vormt een cruciale schakel in het toekomstige energiesysteem. In combinatie met onder andere apps van derden kunnen data uit de slimme meter klanten helpen de juiste keuzes te maken, bijvoorbeeld door inzicht te geven in het energiegebruik en in mogelijkheden voor energiebesparing.
Nieuwe designstrategie voor waterstof producerende fotokatalysatoren
Een internationale samenwerking, gecoördineerd door wetenschappers aan de Universiteit Twente (TNW/MESA+), heeft geleid tot een nieuwe designstrategie voor waterstof producerende fotokatalysatoren. De auteurs zagen dat het omzeilen van de huidige algemeen geaccepteerde design strategie de waterstofconversie-efficiëntie sterk verbetert. De nieuwe benadering is veelbelovend voor efficiënte directe omzetting van zonlicht in groene brandstof. De resultaten zijn gepubliceerd in het gerenommeerde tijdschrift Chemical Communications.
Directe omzetting van zonlicht in groene brandstof zoals waterstof of methanol is een veelbelovend alternatief voor het gebruik van fossiele brandstoffen en wordt intensief bestudeerd. De efficiëntie waarmee de huidige generatie fotokatalysatoren zonlicht in brandstof wordt omgezet is echter laag. Om deze efficiëntie te verbeteren, is het essentieel om de keten van ultrasnelle processen, geïnitieerd door absorptie van zonlicht, te beheersen. Deze processen kunnen in real-time gevolgd worden door gebruik te maken van geavanceerde optische technieken, gebaseerd op femtoseconde-laserpulsen.
Wat er precies gebeurt in de fotokatalysator-nanostructuur direct na lichtabsorptie is heel belangrijk voor de efficiëntie waarmee zonlicht in brandstof wordt omgezet. De fotokatalysator bestaat uit een aantal units, waaronder een licht absorberend deel via een brug is verbonden met een katalysator die de brandstof produceert uit water. De huidige fotokatalysatoren zijn zodanig ontworpen dat lichtabsorptie leidt tot een verschuiving van elektrondichtheid van het licht absorberende deel naar de brug, die fungeert als elektronopslagreservoir en zorgt voor toevoer van elektronen naar de naburige katalysator voor waterstofvorming. Deze studie laat zien dat het omzeilen van deze designbenadering de omzetting van zonlicht in waterstof sterk verbetert. De nieuw ontwikkelde strategie is gebaseerd op een elektronopslagreservoir elders in de fotokatalysator; hierdoor worden verliezen die kunnen optreden voordat waterstofvorming plaatsvindt gereduceerd. De sterke verbetering die in waterstofoutput gerealiseerd is, illustreert de mogelijkheden van deze nieuwe benadering.
Dit onderzoek is uitgevoerd in de Optical Sciences group (TNW/MESA+) door PhD student Qing Pan en assistant professor dr. ir. Annemarie Huijser. Het is het resultaat van een zeer internationale samenwerking met groepen in Wenen, Ulm, Giessen, Groningen en Dublin, en is financieel ondersteund door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de EU-COST Action PERSPECT-H2O.
Directe omzetting van zonlicht in groene brandstof zoals waterstof of methanol is een veelbelovend alternatief voor het gebruik van fossiele brandstoffen en wordt intensief bestudeerd. De efficiëntie waarmee de huidige generatie fotokatalysatoren zonlicht in brandstof wordt omgezet is echter laag. Om deze efficiëntie te verbeteren, is het essentieel om de keten van ultrasnelle processen, geïnitieerd door absorptie van zonlicht, te beheersen. Deze processen kunnen in real-time gevolgd worden door gebruik te maken van geavanceerde optische technieken, gebaseerd op femtoseconde-laserpulsen.
Wat er precies gebeurt in de fotokatalysator-nanostructuur direct na lichtabsorptie is heel belangrijk voor de efficiëntie waarmee zonlicht in brandstof wordt omgezet. De fotokatalysator bestaat uit een aantal units, waaronder een licht absorberend deel via een brug is verbonden met een katalysator die de brandstof produceert uit water. De huidige fotokatalysatoren zijn zodanig ontworpen dat lichtabsorptie leidt tot een verschuiving van elektrondichtheid van het licht absorberende deel naar de brug, die fungeert als elektronopslagreservoir en zorgt voor toevoer van elektronen naar de naburige katalysator voor waterstofvorming. Deze studie laat zien dat het omzeilen van deze designbenadering de omzetting van zonlicht in waterstof sterk verbetert. De nieuw ontwikkelde strategie is gebaseerd op een elektronopslagreservoir elders in de fotokatalysator; hierdoor worden verliezen die kunnen optreden voordat waterstofvorming plaatsvindt gereduceerd. De sterke verbetering die in waterstofoutput gerealiseerd is, illustreert de mogelijkheden van deze nieuwe benadering.
Dit onderzoek is uitgevoerd in de Optical Sciences group (TNW/MESA+) door PhD student Qing Pan en assistant professor dr. ir. Annemarie Huijser. Het is het resultaat van een zeer internationale samenwerking met groepen in Wenen, Ulm, Giessen, Groningen en Dublin, en is financieel ondersteund door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de EU-COST Action PERSPECT-H2O.
Half miljoen besparing bij ProRail door duurzame maatregelen
Zonnepanelen op hoofdkantoor de Inktpot, dwarsliggers op het spoor van gerecycled kunststof en een spoor dat zélf energie opwekt. Dat is een greep uit de duurzame oplossingen die te lezen zijn in het eindrapport van The Green Quest aan ProRail.
Vijf weken werkten de technische experts van SUEZ en ENGIE, de experts van het Green Team én het publiek samen aan duurzame oplossingen voor de spoorbeheerder. Het resultaat: 21 adviezen die kunnen leiden tot een jaarlijkse besparing van € 450.000 op de energie- en afvalrekening.
De effectieve uitvoering van de adviezen leidt tot een CO2-neutraal hoofdkantoor (De Inktpot) en verkeersleidingspost (Amersfoort). Ook dragen de adviezen bij aan de doelstelling van ProRail voor nul-op-de-meter voor energie en materialen. De terugverdientijd van de investering die hiermee gemoeid gaat bedraagt minder dan 6 jaar.
De meeste adviezen hebben betrekking op hoofdkantoor De Inktpot. Zo kan door energiebesparing en met zonnepanelen de Inktpot volledig CO2-neutraal worden. Een CO2-positief pand ligt zelfs binnen handbereik.
The Green Quest is een initiatief van Het Financieele Dagblad en BNR Nieuwsradio in samenwerking met ENGIE Nederland en SUEZ Recycling and Recovery Netherlands . Het Green Team van duurzaamheidsexperts dat het eindrapport heeft opgesteld bestaat uit duurzaam ondernemer Ruud Koornstra, WakaWaka CEO Maurits Groen, duurzaam ondernemer Jan Paul van Soest, duurzaam ondernemer Talitha Muusse, energiedeskundige Marieke van der Werf en projectleider Mark Beumer.
Vijf weken werkten de technische experts van SUEZ en ENGIE, de experts van het Green Team én het publiek samen aan duurzame oplossingen voor de spoorbeheerder. Het resultaat: 21 adviezen die kunnen leiden tot een jaarlijkse besparing van € 450.000 op de energie- en afvalrekening.
De effectieve uitvoering van de adviezen leidt tot een CO2-neutraal hoofdkantoor (De Inktpot) en verkeersleidingspost (Amersfoort). Ook dragen de adviezen bij aan de doelstelling van ProRail voor nul-op-de-meter voor energie en materialen. De terugverdientijd van de investering die hiermee gemoeid gaat bedraagt minder dan 6 jaar.
De meeste adviezen hebben betrekking op hoofdkantoor De Inktpot. Zo kan door energiebesparing en met zonnepanelen de Inktpot volledig CO2-neutraal worden. Een CO2-positief pand ligt zelfs binnen handbereik.
The Green Quest is een initiatief van Het Financieele Dagblad en BNR Nieuwsradio in samenwerking met ENGIE Nederland en SUEZ Recycling and Recovery Netherlands . Het Green Team van duurzaamheidsexperts dat het eindrapport heeft opgesteld bestaat uit duurzaam ondernemer Ruud Koornstra, WakaWaka CEO Maurits Groen, duurzaam ondernemer Jan Paul van Soest, duurzaam ondernemer Talitha Muusse, energiedeskundige Marieke van der Werf en projectleider Mark Beumer.
donderdag 28 juli 2016
Notitie Reikwijdte en Detailniveau Windenergie Noord Brabant ter inzage
Van 25 juli tot 19 september 2016 ligt de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) voor het project Windenergie A16 ter inzage. Belangstellenden kunnen tot 19 september een zienswijze indienen. Begin september zijn er inloopavonden voor bewoners en andere betrokkenen.
De provincie onderzoekt samen met de gemeenten Breda, Drimmelen, Moerdijk en Zundert welke plekken in het gebied aan weerszijden van de A16 het meest geschikt zijn voor de plaatsing van dertig tot veertig windmolens.
De Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) is de eerste stap in het onderzoek naar de milieueffecten van de windmolens op de leefomgeving. In de NRD worden 6 varianten met verschillende opstellingen van windmolens langs de A16 benoemd ((zie bijgevoegde kaartjes). Deze varianten worden tijdens het onderzoek voor het Milieu Effect Rapport (MER) onderzocht. De uitkomsten van dit rapport worden verwerkt in een Inpassingsplan. Dat plan bepaalt uiteindelijk waar de windmolens precies komen te staan. Als Provinciale Staten in de loop van 2017 het inpassingsplan, de vergunningen en eventuele ontheffingen hebben vastgesteld, is er nog een inspraakmogelijkheid.
De Notitie Reikwijdte en Detailniveau ligt vanwege de vakantieperiode geen 6, maar 8 weken ter inzage, tot 19 september 2016. U kunt deze downloaden en/of tijdens reguliere openingstijden inzien op de volgende locaties:
•het Dienstenplein van het provinciehuis, Brabantlaan 1 te ’s-Hertogenbosch
•de gemeentekantoren te Breda, Drimmelen, Moerdijk enZundert
Informatiebijeenkomsten Windenergie A16
Begin september worden bij windpark Hazeldonk informatiebijeenkomsten gehouden over deze Notitie Reikwijdte en Detailniveau. De bijeenkomsten worden per gemeente georganiseerd, maar mocht u verhinderd zijn dan kunt u ook op een avond van een andere gemeente komen. De bijeenkomsten duren van 19.00 tot 21.30 uur:
•6 september (Drimmelen)
•7 september (Moerdijk)
•8 september (Breda en Zundert)
De provincie onderzoekt samen met de gemeenten Breda, Drimmelen, Moerdijk en Zundert welke plekken in het gebied aan weerszijden van de A16 het meest geschikt zijn voor de plaatsing van dertig tot veertig windmolens.
De Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) is de eerste stap in het onderzoek naar de milieueffecten van de windmolens op de leefomgeving. In de NRD worden 6 varianten met verschillende opstellingen van windmolens langs de A16 benoemd ((zie bijgevoegde kaartjes). Deze varianten worden tijdens het onderzoek voor het Milieu Effect Rapport (MER) onderzocht. De uitkomsten van dit rapport worden verwerkt in een Inpassingsplan. Dat plan bepaalt uiteindelijk waar de windmolens precies komen te staan. Als Provinciale Staten in de loop van 2017 het inpassingsplan, de vergunningen en eventuele ontheffingen hebben vastgesteld, is er nog een inspraakmogelijkheid.
De Notitie Reikwijdte en Detailniveau ligt vanwege de vakantieperiode geen 6, maar 8 weken ter inzage, tot 19 september 2016. U kunt deze downloaden en/of tijdens reguliere openingstijden inzien op de volgende locaties:
•het Dienstenplein van het provinciehuis, Brabantlaan 1 te ’s-Hertogenbosch
•de gemeentekantoren te Breda, Drimmelen, Moerdijk enZundert
Informatiebijeenkomsten Windenergie A16
Begin september worden bij windpark Hazeldonk informatiebijeenkomsten gehouden over deze Notitie Reikwijdte en Detailniveau. De bijeenkomsten worden per gemeente georganiseerd, maar mocht u verhinderd zijn dan kunt u ook op een avond van een andere gemeente komen. De bijeenkomsten duren van 19.00 tot 21.30 uur:
•6 september (Drimmelen)
•7 september (Moerdijk)
•8 september (Breda en Zundert)
Bijna 1 miljoen euro beschikbaar voor zonneleningen
Met ingang van 1 augustus 2016 stellen de gemeente Assen en de provincie Drenthe een bedrag van € 937.408,- beschikbaar voor het verstrekken van zonneleningen. Met de zonnelening is het mogelijk om tegen een lage rente geld te lenen voor zonnepanelen of een zonneboiler.
De belangstelling voor de zonnelening was vorig jaar zo groot dat het beschikbare bedrag binnen twee weken al op was. Reden voor de gemeente en de provincie om wederom een bedrag beschikbaar te stellen.
Bij het afsluiten van een zonnelening kan tegen een vaste, lage rente een bedrag van maximaal € 7.500,- worden geleend. Dit bedrag is enkel beschikbaar voor het opwekken van zonne-energie, bijvoorbeeld door middel van zonnepanelen of een zonneboiler.
Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) en het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) voeren de subsidieregeling uit. Het SVn bepaalt of mensen in aanmerking komen voor de lening. Zij toetsen daarbij of de gegadigde in staat is om de lening terug te betalen. Op www.svn.nl/rentetarieven
Deze actie maakt deel uit van het duurzaamheidsprogramma waarmee de gemeente Assen onder andere duurzaam wonen stimuleert. Verbeter met zonne-energie uw energielabel. Dit is beter voor het milieu zorgt voor meer comfort en lagere energielasten.
De belangstelling voor de zonnelening was vorig jaar zo groot dat het beschikbare bedrag binnen twee weken al op was. Reden voor de gemeente en de provincie om wederom een bedrag beschikbaar te stellen.
Bij het afsluiten van een zonnelening kan tegen een vaste, lage rente een bedrag van maximaal € 7.500,- worden geleend. Dit bedrag is enkel beschikbaar voor het opwekken van zonne-energie, bijvoorbeeld door middel van zonnepanelen of een zonneboiler.
Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) en het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) voeren de subsidieregeling uit. Het SVn bepaalt of mensen in aanmerking komen voor de lening. Zij toetsen daarbij of de gegadigde in staat is om de lening terug te betalen. Op www.svn.nl/rentetarieven
Deze actie maakt deel uit van het duurzaamheidsprogramma waarmee de gemeente Assen onder andere duurzaam wonen stimuleert. Verbeter met zonne-energie uw energielabel. Dit is beter voor het milieu zorgt voor meer comfort en lagere energielasten.
AFM legt Millbond Wind Energy last onder dwangsom op
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt op 20 april 2016 een last onder dwangsom te hebben opgelegd aan Millbond Wind Energy (Millbond). Millbond heeft mogelijk effecten aangeboden zonder een prospectus dat door de AFM is goedgekeurd. De AFM heeft Millbond in onderzoek en heeft in dat kader informatieverzoeken gedaan. Daaraan heeft deze partij echter niet voldaan.
Millbond bood het publiek de mogelijkheid om deel te nemen aan een 6% obligatielening van Millbond Wind Energy. Op de website www.millbond.nl stond onder meer vermeld:
De AFM heeft onder meer gevraagd om een gedetailleerde beschrijving van de modaliteiten van de aanbieding van Millbond en een lijst van alle Nederlandse houders van de obligaties. Ook wil de toezichthouder afschriften ontvangen van de standaardovereenkomsten die houders sluiten met Millbond in verband met de koop van de obligaties. De AFM heeft deze informatie nodig om vast te kunnen stellen of de wet wordt overtreden.
Millbond is wettelijk verplicht medewerking aan het onderzoek van de AFM te verlenen, maar heeft dat tot nu toe niet gedaan. Sinds 9 mei 2016 is Millbond daarom verplicht de dwangsom te betalen. Iedere dag dat ze niet aan de opgelegde last voldoet, loopt de dwangsom op met €5.000,- tot een maximum van €50.000. De AFM moet de informatie nog steeds ontvangen.
Millbond bood het publiek de mogelijkheid om deel te nemen aan een 6% obligatielening van Millbond Wind Energy. Op de website www.millbond.nl stond onder meer vermeld:
De AFM heeft onder meer gevraagd om een gedetailleerde beschrijving van de modaliteiten van de aanbieding van Millbond en een lijst van alle Nederlandse houders van de obligaties. Ook wil de toezichthouder afschriften ontvangen van de standaardovereenkomsten die houders sluiten met Millbond in verband met de koop van de obligaties. De AFM heeft deze informatie nodig om vast te kunnen stellen of de wet wordt overtreden.
Millbond is wettelijk verplicht medewerking aan het onderzoek van de AFM te verlenen, maar heeft dat tot nu toe niet gedaan. Sinds 9 mei 2016 is Millbond daarom verplicht de dwangsom te betalen. Iedere dag dat ze niet aan de opgelegde last voldoet, loopt de dwangsom op met €5.000,- tot een maximum van €50.000. De AFM moet de informatie nog steeds ontvangen.
woensdag 27 juli 2016
Marktpartij gezocht voor ontwikkeling zonneparken
Vrijdag 22 juli 2016 is de aanbesteding zonneparken Leeuwarden Vrij-Baan gepubliceerd. Met deze aanbesteding wordt een marktpartij gezocht die drie zonneparken gaat realiseren en exploiteren. Samen gaan deze parken 4 Megawatt aan zonne-energie opwekken. Dat is meer dan de Haak om Leeuwarden en de invalswegen nodig hebben aan elektriciteit voor de verlichting, pompen en andere installaties. Zo worden de Haak om Leeuwarden en haar invalswegen energieneutraal.
Met de aanbesteding worden de locaties De Zwette, Hemriksein en Drachtsterweg op de markt gebracht. Er wordt één marktpartij geselecteerd, die alle drie parken gaat ontwikkelen. De marktpartij moet ervaring hebben met zonneparken en aandacht hebben voor landschappelijke inpassing en participatie van omwonenden en bedrijven. De verwachting is dat eind dit jaar bekend is welke partij de zonneparken gaat realiseren en exploiteren. De parken zijn eind 2017 klaar om energie op te wekken.
Voor de totstandkoming van de zonneparken werken Rijkswaterstaat, provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden nauw samen. Provincie Fryslân is de aanbestedende dienst en de locaties zijn in eigendom van het Rijk en de gemeente. Ook hebben provincie en gemeente subsidie verkregen voor de parken. Door drie zonneparken tegelijkertijd op de markt te brengen draagt Leeuwarden Vrij-Baan stevig bij aan de duurzame energie ambities.
Provincie Fryslân is in gesprek met de Energie Coöperatie Westeinde (ECW) om de locatie bij de wijk Westeinde te verhuren aan de ECW. De ECW gaat zelf op zoek naar een marktpartij die het zonnepark gaat realiseren en exploiteren. Voor dit park wordt nog subsidie aangevraagd.
Het project Zonneparken maakt onderdeel uit van het programma Leeuwarden Vrij-Baan. Een infrastructuurprogramma met circa 40 projecten waarbij de gemeente Leeuwarden, provincie Fryslân en Rijkswaterstaat zich gezamenlijk inzetten. Zij investeren 750 miljoen euro om Leeuwarden ook in de toekomst bereikbaar te houden.
Met de aanbesteding worden de locaties De Zwette, Hemriksein en Drachtsterweg op de markt gebracht. Er wordt één marktpartij geselecteerd, die alle drie parken gaat ontwikkelen. De marktpartij moet ervaring hebben met zonneparken en aandacht hebben voor landschappelijke inpassing en participatie van omwonenden en bedrijven. De verwachting is dat eind dit jaar bekend is welke partij de zonneparken gaat realiseren en exploiteren. De parken zijn eind 2017 klaar om energie op te wekken.
Voor de totstandkoming van de zonneparken werken Rijkswaterstaat, provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden nauw samen. Provincie Fryslân is de aanbestedende dienst en de locaties zijn in eigendom van het Rijk en de gemeente. Ook hebben provincie en gemeente subsidie verkregen voor de parken. Door drie zonneparken tegelijkertijd op de markt te brengen draagt Leeuwarden Vrij-Baan stevig bij aan de duurzame energie ambities.
Provincie Fryslân is in gesprek met de Energie Coöperatie Westeinde (ECW) om de locatie bij de wijk Westeinde te verhuren aan de ECW. De ECW gaat zelf op zoek naar een marktpartij die het zonnepark gaat realiseren en exploiteren. Voor dit park wordt nog subsidie aangevraagd.
Het project Zonneparken maakt onderdeel uit van het programma Leeuwarden Vrij-Baan. Een infrastructuurprogramma met circa 40 projecten waarbij de gemeente Leeuwarden, provincie Fryslân en Rijkswaterstaat zich gezamenlijk inzetten. Zij investeren 750 miljoen euro om Leeuwarden ook in de toekomst bereikbaar te houden.
Samenleving meer dan ooit aan zet bij totstandkoming nieuw energiebeleid Overijssel
De Overijsselse samenleving is meer dan ooit aan zet bij de totstandkoming van het nieuwe provinciale energiebeleid. De doelstelling “20% nieuwe energie in 2023” wordt breed gedeeld, en in de plannen is veel aandacht voor draagvlak voor de benodigde (ruimtelijke) ingrepen en initiatieven van onderop. Gedeputeerde Erik Lievers: “Meer dan ooit maken we ons programma samen met de samenleving, zodat de keuzes kunnen rekenen op meer steun in de samenleving en zodat de inwoners en bedrijven in Overijssel ook maximaal profiteren.”
Onlangs werden de eerste contouren van het nieuwe energieprogramma gepresenteerd, aan de hand van vijf deelthema’s. Dat gebeurde niet door de provincie zelf, maar door de partners die deze deelthema’s invullen. De partners organiseren interactieve processen waar iedereen die dat wil kan meedenken en meedoen.
René Venendaal, bestuurslid van het Bio-Energiecluster Oost Nederland (BEON) en trekker van de themagroep Hernieuwbare Opwekking: “Er lijkt meer draagvlak voor windenergie te ontstaan. In Overijssel zou net zo veel windenergie opgewekt kunnen worden als in Drenthe, 285 megawatt. Maar hiervoor is meer beleidsruimte nodig en de medewerking van de politiek.”
Ook wordt er een groei van bio-energie in Overijssel verwacht, mogelijk zelf een verdubbeling: meer houtgestookte ketels en kleine mestvergisters op agrarische bedrijven.
Naast opwekking wordt ook gekeken hoe de energie kan worden getransporteerd. “Bedrijven kunnen warmte en stoom halen uit biomassa. Met de uitbreiding van warmtenetten kunnen kilometers worden gemaakt”, aldus René Venendaal. De energieopgave gaat alle inwoners in Overijssel iets aan. Venendaal: “Alle scholen zouden het goede voorbeeld moeten geven en zonnepanelen moeten plaatsen, in combinatie met een educatief programma.”
René Venendaal vindt Ron van Gent, directeur van VNO-NCW Midden en MKB Nederland-Midden aan zijn zijde. Ron van Gent durft als trekker voor de themagroep Bedrijven zijn nek uit te steken als het om energiebesparing en energieopwekking bij bedrijven gaat: “We denken dat bedrijven gebaat zijn met zon-PV-installaties op bedrijventerreinen in een soort leaseconstructie. Grote industriebedrijven kunnen warmte uitwisselen met behulp van een kaart; dat is een aanvulling op de Energieatlas waarop te zien is waar en op welk moment energie gebruikt wordt en waar restwarmte ontstaat. Dus maak zo’n Warmtekaart.”
Het energiezuinig maken van woningen en andere gebouwen als scholen en kantoren, is een grote opgave. Dat beaamt wethouder Filip van As van de gemeente Zwolle. Hij trekt samen met wethouder Marcel Elferink van de gemeente Hengelo de themagroep Gebouwde omgeving. “Om in 2050 energieneutraal te zijn, moet de nieuwbouw van woningen nu al energieneutraal en gasloos zijn. Deze grote opgave moet op lokaal niveau concreet gemaakt worden. Hier staan vooral gemeenten en woningbouwcorporaties voor aan de lat.”
Voor duurzame mobiliteit is de provincie Overijssel de trekker. “Verkeer en vervoer is in Overijssel goed voor een derde van het totale energiegebruik in de provincie. In 2035 ziet de mobiliteit er waarschijnlijk heel anders uit dan nu”, aldus Bert Boerman, gedeputeerde van Overijssel. Er zijn al een aantal Koersdocumenten opgesteld, voor het Openbaar vervoer en voor het fietsgebruik in Overijssel. Dat betekent echter niet dat de provincie alles zelf gaat realiseren. Ook hier geldt dat samen met bedrijven, overheden, kennisinstellingen en de samenleving aan een verduurzaming gewerkt wordt.
Nieuw als thema, maar niet geheel nieuw in het energieprogramma, zijn lokale initiatieven. Matthijs Nijboer, directeur van de stichting Natuur en Milieu Overijssel is de trekker van dit thema. “Bestaande en nieuwe lokale initiatieven moeten we helpen in het versnellen van hun ontwikkeling en het vergroten van hun realisatiekracht om hiermee hun positie in de energietransitie te verbeteren”, vindt Matthijs Nijboer.
Gedeputeerde Erik Lievers heeft Energie in zijn portefeuille en is evenals de kernpartners blij met de contouren van het nieuwe programma: “We zijn trots op dit eerste tussenresultaat. Het is een belangrijke stap om te komen tot ons nieuwe programma. We hebben samen de handen ineengeslagen en in korte tijd veel bereikt. Er is niet allen gewerkt aan de vijf inhoudelijke thema’s, maar er zijn ook al verbindingen gelegd tussen de thema’s. Ook houden we zoveel mogelijk rekening met nieuwe inzichten die de komende jaren kunnen ontstaan, en waarop we willen kunnen inspelen.”
Onlangs werden de eerste contouren van het nieuwe energieprogramma gepresenteerd, aan de hand van vijf deelthema’s. Dat gebeurde niet door de provincie zelf, maar door de partners die deze deelthema’s invullen. De partners organiseren interactieve processen waar iedereen die dat wil kan meedenken en meedoen.
René Venendaal, bestuurslid van het Bio-Energiecluster Oost Nederland (BEON) en trekker van de themagroep Hernieuwbare Opwekking: “Er lijkt meer draagvlak voor windenergie te ontstaan. In Overijssel zou net zo veel windenergie opgewekt kunnen worden als in Drenthe, 285 megawatt. Maar hiervoor is meer beleidsruimte nodig en de medewerking van de politiek.”
Ook wordt er een groei van bio-energie in Overijssel verwacht, mogelijk zelf een verdubbeling: meer houtgestookte ketels en kleine mestvergisters op agrarische bedrijven.
Naast opwekking wordt ook gekeken hoe de energie kan worden getransporteerd. “Bedrijven kunnen warmte en stoom halen uit biomassa. Met de uitbreiding van warmtenetten kunnen kilometers worden gemaakt”, aldus René Venendaal. De energieopgave gaat alle inwoners in Overijssel iets aan. Venendaal: “Alle scholen zouden het goede voorbeeld moeten geven en zonnepanelen moeten plaatsen, in combinatie met een educatief programma.”
René Venendaal vindt Ron van Gent, directeur van VNO-NCW Midden en MKB Nederland-Midden aan zijn zijde. Ron van Gent durft als trekker voor de themagroep Bedrijven zijn nek uit te steken als het om energiebesparing en energieopwekking bij bedrijven gaat: “We denken dat bedrijven gebaat zijn met zon-PV-installaties op bedrijventerreinen in een soort leaseconstructie. Grote industriebedrijven kunnen warmte uitwisselen met behulp van een kaart; dat is een aanvulling op de Energieatlas waarop te zien is waar en op welk moment energie gebruikt wordt en waar restwarmte ontstaat. Dus maak zo’n Warmtekaart.”
Het energiezuinig maken van woningen en andere gebouwen als scholen en kantoren, is een grote opgave. Dat beaamt wethouder Filip van As van de gemeente Zwolle. Hij trekt samen met wethouder Marcel Elferink van de gemeente Hengelo de themagroep Gebouwde omgeving. “Om in 2050 energieneutraal te zijn, moet de nieuwbouw van woningen nu al energieneutraal en gasloos zijn. Deze grote opgave moet op lokaal niveau concreet gemaakt worden. Hier staan vooral gemeenten en woningbouwcorporaties voor aan de lat.”
Voor duurzame mobiliteit is de provincie Overijssel de trekker. “Verkeer en vervoer is in Overijssel goed voor een derde van het totale energiegebruik in de provincie. In 2035 ziet de mobiliteit er waarschijnlijk heel anders uit dan nu”, aldus Bert Boerman, gedeputeerde van Overijssel. Er zijn al een aantal Koersdocumenten opgesteld, voor het Openbaar vervoer en voor het fietsgebruik in Overijssel. Dat betekent echter niet dat de provincie alles zelf gaat realiseren. Ook hier geldt dat samen met bedrijven, overheden, kennisinstellingen en de samenleving aan een verduurzaming gewerkt wordt.
Nieuw als thema, maar niet geheel nieuw in het energieprogramma, zijn lokale initiatieven. Matthijs Nijboer, directeur van de stichting Natuur en Milieu Overijssel is de trekker van dit thema. “Bestaande en nieuwe lokale initiatieven moeten we helpen in het versnellen van hun ontwikkeling en het vergroten van hun realisatiekracht om hiermee hun positie in de energietransitie te verbeteren”, vindt Matthijs Nijboer.
Gedeputeerde Erik Lievers heeft Energie in zijn portefeuille en is evenals de kernpartners blij met de contouren van het nieuwe programma: “We zijn trots op dit eerste tussenresultaat. Het is een belangrijke stap om te komen tot ons nieuwe programma. We hebben samen de handen ineengeslagen en in korte tijd veel bereikt. Er is niet allen gewerkt aan de vijf inhoudelijke thema’s, maar er zijn ook al verbindingen gelegd tussen de thema’s. Ook houden we zoveel mogelijk rekening met nieuwe inzichten die de komende jaren kunnen ontstaan, en waarop we willen kunnen inspelen.”
VDL met Scholt in energieopslag
VDL Groep en het Valkenswaardse bedrijf Scholt Energy Control gaan samenwerken op het gebied van energieopslag. Dat meldt het Eindhovens Dagblad.
Men wil daarbij gebruikmaken van oude batterijen van bussen. Die opgeslagen energie kan dan worden gebruikt op momenten dat er minder aanbod is.
De partners hebben samen het bedrijf V-Storage opgericht. De eerste batterij van V-Storage wordt dit jaar geplaatst op het terrein van VDL ETG in Eindhoven.
Men wil daarbij gebruikmaken van oude batterijen van bussen. Die opgeslagen energie kan dan worden gebruikt op momenten dat er minder aanbod is.
De partners hebben samen het bedrijf V-Storage opgericht. De eerste batterij van V-Storage wordt dit jaar geplaatst op het terrein van VDL ETG in Eindhoven.
dinsdag 26 juli 2016
Nog honderden banen weg bij NAM
De NAM is ongeveer halverwege met het afslanken van het bedrijf. Dat zegt directeur Gerald Schotman tegen RTV Drenthe. Bij het bedrijf moeten honderden medewerkers vertrekken omdat de gasprijs laag is en ook de volumes vanuit Groningen lager zijn.
Mogelijk moeten nog honderden werknemers vertrekken. Ook bij toeleveranciers zullen banen sneuvelen. 'Als de gasmaatschappij hoest, dan worden de bedrijven er omheen verkouden.
Mogelijk moeten nog honderden werknemers vertrekken. Ook bij toeleveranciers zullen banen sneuvelen. 'Als de gasmaatschappij hoest, dan worden de bedrijven er omheen verkouden.
Werkzaamheden op NAM-locatie Tjuchem
Op de NAM-locatie Tjuchem aan de Oosterzandenweg tussen Siddeburen en Tjuchem (gemeente Slochteren) wordt in de maanden augustus tot en met november groot onderhoud uitgevoerd. In juli worden op en bij de locatie voorbereidende werkzaamheden voor dit onderhoud uitgevoerd.
De locatie Tjuchem wordt begin augustus volledig stilgelegd om de werkzaamheden veilig uit te kunnen voeren. Er wordt in de onderhoudsperiode op deze locatie geen aardgas geproduceerd.
Nadat de locatie uit bedrijf is genomen wordt deze drukvrij gemaakt via de fakkel. Als de locatie eenmaal drukvrij is wordt deze geïnspecteerd en worden de werkzaamheden aan de installaties verricht.
Het werk dat uitgevoerd gaat worden betreft groot onderhoud, een zogeheten ‘turn-around’. Er staan verschillende werkzaamheden gepland: het aanpassen en vervangen van onderdelen van installaties, leidingen en elektronische systemen en het vervangen van de compressor. Nadat het onderhoud is afgerond wordt de locatie eind november weer in bedrijf genomen.
De locatie Tjuchem wordt begin augustus volledig stilgelegd om de werkzaamheden veilig uit te kunnen voeren. Er wordt in de onderhoudsperiode op deze locatie geen aardgas geproduceerd.
Nadat de locatie uit bedrijf is genomen wordt deze drukvrij gemaakt via de fakkel. Als de locatie eenmaal drukvrij is wordt deze geïnspecteerd en worden de werkzaamheden aan de installaties verricht.
Het werk dat uitgevoerd gaat worden betreft groot onderhoud, een zogeheten ‘turn-around’. Er staan verschillende werkzaamheden gepland: het aanpassen en vervangen van onderdelen van installaties, leidingen en elektronische systemen en het vervangen van de compressor. Nadat het onderhoud is afgerond wordt de locatie eind november weer in bedrijf genomen.
Stedin gaat vier jaar rijden in nieuwe waterstofauto's van Toyota
Een dezer dagen nam Baerte de Brey namens Stedin twee Toyota Mirai’s in ontvangst. Deze waterstofauto’s worden de komende vier jaar door alle werknemers van het bedrijf gebruikt, van directie tot monteurs. Stedin wil met de twee Toyota’s Mirai aantonen dat rijden op waterstof nu al zeer effectief is.
Waterstof is een duurzame brandstof voor het opwekken van ultra schone elektrische energie en niet alleen geschikt voor het aandrijven van auto’s zoals de Toyota Mirai. Stedin doet daarom onderzoek naar mogelijkheden om waterstof ook te gebruiken om pieken in het stroomnetwerk op te vangen. Frans van de Noort, directeur Operations Stedin: “Netbeheerder Stedin wil haar wagenpark verduurzamen; we willen een groot deel van ons wagenpark zero-emission gemaakt hebben in 2020. Dat is een enorme uitdaging, want we hebben met 1.700 bestelauto’s, 900 personenauto’s 600 private leaseauto’s een van de grootste bedrijfswagenparken van Nederland. Natuurlijk zetten we in op elektrisch vervoer. En tegelijkertijd is waterstof een interessant alternatief. Op dit moment onderzoekt Stedin in de Utrechtse wijk Lombok al hoe het technisch werkt om pieken in het stroomnetwerk op te vangen door gebruik te maken van Vehicle2Grid. Ook willen wij kijken of er binnen onze organisatie draagvlak is om op deze manier zero-emission te realiseren.”
De Toyota Mirai is ’s werelds eerste in serieproductie genomen brandstofcelauto die te koop is voor het publiek. Waterstof wordt in de ‘Fuel Cell Stack’ omgezet in elektriciteit die vervolgens de 114 kW/155 pk sterke elektromotor aandrijft. Daarmee is de Toyota Mirai een ‘zero emission’-auto; uit de uitlaat komt slechts waterdamp. De actieradius van de Toyota Mirai is vergelijkbaar met die van een benzineauto. Voor de opslag van waterstof heeft Toyota extreem sterke, lichtgewicht tanks ontwikkeld. Elke Mirai heeft twee van deze tanks aan boord. Op dit moment zijn er 2 waterstoftankstations waar getankt kan worden; in Rhoon en Helmond.
Waterstof is een duurzame brandstof voor het opwekken van ultra schone elektrische energie en niet alleen geschikt voor het aandrijven van auto’s zoals de Toyota Mirai. Stedin doet daarom onderzoek naar mogelijkheden om waterstof ook te gebruiken om pieken in het stroomnetwerk op te vangen. Frans van de Noort, directeur Operations Stedin: “Netbeheerder Stedin wil haar wagenpark verduurzamen; we willen een groot deel van ons wagenpark zero-emission gemaakt hebben in 2020. Dat is een enorme uitdaging, want we hebben met 1.700 bestelauto’s, 900 personenauto’s 600 private leaseauto’s een van de grootste bedrijfswagenparken van Nederland. Natuurlijk zetten we in op elektrisch vervoer. En tegelijkertijd is waterstof een interessant alternatief. Op dit moment onderzoekt Stedin in de Utrechtse wijk Lombok al hoe het technisch werkt om pieken in het stroomnetwerk op te vangen door gebruik te maken van Vehicle2Grid. Ook willen wij kijken of er binnen onze organisatie draagvlak is om op deze manier zero-emission te realiseren.”
De Toyota Mirai is ’s werelds eerste in serieproductie genomen brandstofcelauto die te koop is voor het publiek. Waterstof wordt in de ‘Fuel Cell Stack’ omgezet in elektriciteit die vervolgens de 114 kW/155 pk sterke elektromotor aandrijft. Daarmee is de Toyota Mirai een ‘zero emission’-auto; uit de uitlaat komt slechts waterdamp. De actieradius van de Toyota Mirai is vergelijkbaar met die van een benzineauto. Voor de opslag van waterstof heeft Toyota extreem sterke, lichtgewicht tanks ontwikkeld. Elke Mirai heeft twee van deze tanks aan boord. Op dit moment zijn er 2 waterstoftankstations waar getankt kan worden; in Rhoon en Helmond.
Vattenfall bouwt windpark voor kust van Aberdeen
Vattenfall heeft besloten meer dan 3 miljard Zweedse kronen (bijna 36 miljoen euro) te investeren in een gecombineerd windpark en technologieontwikkelingscentrum voor de kust van Schotland.
Het windpark heeft de naam European Offshore Wind Deployment Centre (EOWDC) en omvat elf turbines, goed voor 92,4 MW. Behalve dat er elektriciteit wordt opgewekt, wordt het ook een centrum om nieuwe technologie voor offshore windenergie te testen en te ontwikkelen.
"We willen onze windenergiecapaciteit in 2020 verdubbelen van 2 naar 4 GW, en onze kosten voor offshore windenergie verlagen en stroomlijnen. Onze investering in het European Offshore Wind Deployment Centre voor de kust van Aberdeen is een belangrijk onderdeel van dit proces", aldus Magnus Hall, CEO van Vattenfall.
De Schotse regering heeft in 2013 al toestemming gegeven voor de bouw van het windpark bij Aberdeen. Na een juridische beroepsprocedure kreeg het project in december 2015 eindelijk groen licht.
De bouw van het windpark start naar verwachting in de tweede helft van volgend jaar, zodat er in het voorjaar van 2018 begonnen kan worden met het opwekken van elektriciteit.
Het project voor de bouw van het EOWDC werd gepland met een lokale partner, de Aberdeen Renewable Energy Group. Overeenkomstig eerdere afspraken neemt Vattenfall de aandelen van de Aberdeen Renewable Energy Group over en verwerft het zo de volle eigendom van het windpark.
Het besluit om in het EOWDC te investeren komt een paar weken na de beslissing van Groot-Brittannië om de EU te verlaten en toont Vattenfalls duurzame betrokkenheid bij windenergie in Groot-Brittannië.
"Dit project onderstreept onze langetermijndoelstelling om onze windenergiecapaciteit in Groot-Brittannië uit te breiden. De Britse regering wil dat windenergie een belangrijk deel blijft uitmaken van de klimaatneutrale elektriciteitsopwekking in het land. Wij willen deel uitmaken van deze ontwikkeling en onze productie in Groot-Brittannië vergroten", vertelt Magnus Hall.
Het windpark heeft de naam European Offshore Wind Deployment Centre (EOWDC) en omvat elf turbines, goed voor 92,4 MW. Behalve dat er elektriciteit wordt opgewekt, wordt het ook een centrum om nieuwe technologie voor offshore windenergie te testen en te ontwikkelen.
"We willen onze windenergiecapaciteit in 2020 verdubbelen van 2 naar 4 GW, en onze kosten voor offshore windenergie verlagen en stroomlijnen. Onze investering in het European Offshore Wind Deployment Centre voor de kust van Aberdeen is een belangrijk onderdeel van dit proces", aldus Magnus Hall, CEO van Vattenfall.
De Schotse regering heeft in 2013 al toestemming gegeven voor de bouw van het windpark bij Aberdeen. Na een juridische beroepsprocedure kreeg het project in december 2015 eindelijk groen licht.
De bouw van het windpark start naar verwachting in de tweede helft van volgend jaar, zodat er in het voorjaar van 2018 begonnen kan worden met het opwekken van elektriciteit.
Het project voor de bouw van het EOWDC werd gepland met een lokale partner, de Aberdeen Renewable Energy Group. Overeenkomstig eerdere afspraken neemt Vattenfall de aandelen van de Aberdeen Renewable Energy Group over en verwerft het zo de volle eigendom van het windpark.
Het besluit om in het EOWDC te investeren komt een paar weken na de beslissing van Groot-Brittannië om de EU te verlaten en toont Vattenfalls duurzame betrokkenheid bij windenergie in Groot-Brittannië.
"Dit project onderstreept onze langetermijndoelstelling om onze windenergiecapaciteit in Groot-Brittannië uit te breiden. De Britse regering wil dat windenergie een belangrijk deel blijft uitmaken van de klimaatneutrale elektriciteitsopwekking in het land. Wij willen deel uitmaken van deze ontwikkeling en onze productie in Groot-Brittannië vergroten", vertelt Magnus Hall.
maandag 25 juli 2016
'Verzakkingen landbouwgrond niet veroorzaakt door gaswinning'
Ongelijkmatige bodemdaling in landbouwpercelen in Groningen wordt niet door gaswinning veroorzaakt. Dat zegt onderzoeksbureau Sweco; de vroegere Grontmij.
RTV Noord heeft de hand weten te leggen op het nog geheime onderzoek. Daarin staat dat de bodemdaling door de zogenoemde compactie van het gasreservoir traag verloopt en niet met het oog waarneembaar is. De plaatselijke dalingen van het maaiveld worden veroorzaakt door andere factoren.
Landbouworganisatie LTO Nederland had op zo'n onderzoek aangedrongen, na klachten van boeren over verzakkingen op delen van hun grond.
RTV Noord heeft de hand weten te leggen op het nog geheime onderzoek. Daarin staat dat de bodemdaling door de zogenoemde compactie van het gasreservoir traag verloopt en niet met het oog waarneembaar is. De plaatselijke dalingen van het maaiveld worden veroorzaakt door andere factoren.
Landbouworganisatie LTO Nederland had op zo'n onderzoek aangedrongen, na klachten van boeren over verzakkingen op delen van hun grond.
Grootste groen gas producent Benelux vindt de weg bij Liander
Omrin was al biogasproducent, maar de afgelopen jaren hebben de aandeelhoudende gemeenten 5 miljoen euro geïnvesteerd in een gasopwerkingsinstallatie die het biogas nu omzet naar groen gas. Met die nieuwe installatie, de grootste in de Benelux, zal 14 miljoen m³ groen gas per jaar geproduceerd worden. Hiervan wordt 1 miljoen m³ gebruikt voor het Omrin groengastankstation, waar hun eigen vuilnisophaalwagens (ca. 60) op rijden.
Het overige deel wordt in het Liander-netwerk gevoed. Met deze productie verduurzaamt Omrin 20 procent van het jaarlijks gasverbruik in het gebied rondom Joure en Heerenveen en wordt een hoeveelheid duurzame energie geproduceerd gelijk aan 100.000 woningen met zonnepanelen.
Omrin ervaart de voordelen van de recente uitwisseling met Enexis: de hogedruk gasnetwerken van Oudehaske (oud Enexis-gebied) en Heerenveen worden namelijk met elkaar verbonden. Met een drukopwaardering van 4 naar 8 bar in het netwerk van Heerenveen, zorgt dit ervoor dat het groene gas van Omrin het hele jaar naar voldoende gasafnemers getransporteerd kan worden. Daarnaast zijn er nieuwe gasonderstation-instellingen nodig om ervoor te zorgen dat het duurzame gas voorrang krijgt op het ‘grijze’ gas. De kwaliteit van het gas wordt continue gemonitord in het bedrijfsvoeringcentrum in Haarlem.
Het overige deel wordt in het Liander-netwerk gevoed. Met deze productie verduurzaamt Omrin 20 procent van het jaarlijks gasverbruik in het gebied rondom Joure en Heerenveen en wordt een hoeveelheid duurzame energie geproduceerd gelijk aan 100.000 woningen met zonnepanelen.
Omrin ervaart de voordelen van de recente uitwisseling met Enexis: de hogedruk gasnetwerken van Oudehaske (oud Enexis-gebied) en Heerenveen worden namelijk met elkaar verbonden. Met een drukopwaardering van 4 naar 8 bar in het netwerk van Heerenveen, zorgt dit ervoor dat het groene gas van Omrin het hele jaar naar voldoende gasafnemers getransporteerd kan worden. Daarnaast zijn er nieuwe gasonderstation-instellingen nodig om ervoor te zorgen dat het duurzame gas voorrang krijgt op het ‘grijze’ gas. De kwaliteit van het gas wordt continue gemonitord in het bedrijfsvoeringcentrum in Haarlem.
Ook MKB’er kan nu asbest vervangen door zonnepanelen
De succesvolle regeling ‘asbest eraf, zonnepanelen erop’ krijgt een vervolg. Nadat de regeling vanaf 2013 tot juni 2016 openstond voor agrarische gebouwen, kunnen in de vervolgregeling ook andere eigenaren van gebouwen met asbestdaken profiteren. Doel ervan is hen te stimuleren het asbest te verwijderen en zonnepanelen op het dak te leggen. In totaal is er € 500.000,- voor beschikbaar.
In de nieuwe subsidieregeling is € 4,50 per vierkante meter dak beschikbaar. Voorwaarde is wel dat er minimaal 10kW-piek aan zonnepanelen voor komt. Dat geldt nu niet meer alleen voor agrarische gebouwen, maar ook voor andere asbestdaken. Die moeten wel minimaal 250 vierkante meter groot zijn. Een aanvrager kan maximaal € 15.000,- aan subsidie krijgen. Wie subsidie krijgt, heeft negen maanden de tijd om het asbest van het dak te halen en de zonnepanelen te installeren.
In de eerste periode profiteerden 289 eigenaren van agrarische gebouwen van de regeling. Bijna 329.000 vierkante meter asbest verdween van de daken, daarvoor kwam bijna 3,6 mW-piek aan zonnepanelen terug. Die opbrengt is goed voor 1000 huishoudens. Dat kostte in totaal € 1.478.699,- aan subsidie.
Het saneren van de asbestdaken en de plaatsing van zonnepanelen is een mooie bijdrage aan de duurzame energiedoelstellingen van Fryslân. "In de provincie staan veel gebouwen – agrarische en niet-agrarische – waar nog asbest op het dak ligt. Dat betekent dat er nog veel winst te behalen is”, aldus duurzaamheidsgedeputeerde Michiel Schrier. “Daarom ben ik erg blij met deze regeling, want zonne-energie is een belangrijke poot in onze energiemix voor de toekomst. Bovendien is het voor de gezondheid en het milieu ook een mooie regeling. Twee vliegen in één klap!”
In de nieuwe subsidieregeling is € 4,50 per vierkante meter dak beschikbaar. Voorwaarde is wel dat er minimaal 10kW-piek aan zonnepanelen voor komt. Dat geldt nu niet meer alleen voor agrarische gebouwen, maar ook voor andere asbestdaken. Die moeten wel minimaal 250 vierkante meter groot zijn. Een aanvrager kan maximaal € 15.000,- aan subsidie krijgen. Wie subsidie krijgt, heeft negen maanden de tijd om het asbest van het dak te halen en de zonnepanelen te installeren.
In de eerste periode profiteerden 289 eigenaren van agrarische gebouwen van de regeling. Bijna 329.000 vierkante meter asbest verdween van de daken, daarvoor kwam bijna 3,6 mW-piek aan zonnepanelen terug. Die opbrengt is goed voor 1000 huishoudens. Dat kostte in totaal € 1.478.699,- aan subsidie.
Het saneren van de asbestdaken en de plaatsing van zonnepanelen is een mooie bijdrage aan de duurzame energiedoelstellingen van Fryslân. "In de provincie staan veel gebouwen – agrarische en niet-agrarische – waar nog asbest op het dak ligt. Dat betekent dat er nog veel winst te behalen is”, aldus duurzaamheidsgedeputeerde Michiel Schrier. “Daarom ben ik erg blij met deze regeling, want zonne-energie is een belangrijke poot in onze energiemix voor de toekomst. Bovendien is het voor de gezondheid en het milieu ook een mooie regeling. Twee vliegen in één klap!”
vrijdag 22 juli 2016
'Niet-isoleren maatschappelijk onverantwoord'
"Is het maatschappelijk verantwoord elk jaar 31 petajoule te verspillen, dat wil zeggen 500.000 auto's nutteloos te laten rondrijden?" Met deze retorische vraag zwengelt VIB-voorzitter Hans Koole in Isolatie Magazine de discussie aan over de tegelijkertijd ethische en economische aspecten van technische isolatie. Koole houdt het pragmatisch: "Energieakkoord en Klimaatconvenant dwingen tot optimale technische isolatie, waar ook de koopman blij van wordt".
De nieuwste uitgave van Isolatie Magazine - juli 2016 - belicht van verschillende actuele kanten de grote bijdragen die technische isolatie in industrie en utiliteit levert aan energie- en klimaatdoelen.
Zo licht VIB-voorzitter Hans Koole uitgebreid toe waarom de sector pleit voor verplichte optimalisatie van technische isolatie, waarmee economisch rendabel 31 PJ energiebesparing op jaarbasis haalbaar is. De sector haakt daarmee in op het Intensiveringspakket waarmee de Nederlandse overheid dit najaar het Energieakkoord in een hogere versnelling brengt. Hoewel investeringen in technische isolatie gemiddeld in een tot twee jaar zijn terugverdiend, pleit de sector voor financiële stimulansen. Duitsland heeft dit reeds ingevoerd. Per mei 2016 heeft de gehele Duitse industrie toegang verkregen tot verruimde isolatiesubsidies.
In Nederland gaat de VIB de komende tijd technische isolatie intensief naar voren brengen, onder meer begin oktober op de beurzen Industrial Processing (Utrecht) en Vakbeurs Energie ('s-Hertogenbosch). Ook in gesprekken met overheden en andere bij het Energieakkoord betrokken partijen zwengelt VIB de discussie aan over noodzaak tot en opbrengst van technische isolatie.
Vakblad Isolatie Magazine gaat verder in op de recente evaluatie van vijf jaar industriële isolatieoptimalisatie in Europa en de achtergronden daarvan. Een uitgebreide projectreportage bij Tata Steel te IJmuiden illustreert de praktische en economische haalbaarheid. Het staalconcern heeft in twee isolatieprojecten een besparing van 0,45 PJ gerealiseerd, anderhalf procent van het totale Nederlandse potentieel dat met technische isolatie kan worden geoogst. Tweederde is te danken aan grote warmhoudkamers die staalplakken op temperatuur houden, voorafgaand aan verwerking in de warmbandwalserij. Het tweede deel is gerealiseerd door isolatie van de torpedowagons die vloeibaar staal van hoogovens naar staalfabriek transporteren.
Met de uitgave van de 64-pagina's tellende "Staalkaart van de Nederlandse Isolatiesector" rekent VIB in een rijk geschakeerd en aantrekkelijk gepresenteerd boekje af met de relatieve onbekendheid van technische isolatie. Onder meer sectoren, functies, materialen en systemen alsmede maatschappelijke en economische aspecten komen kort en krachtig in beeld. Direct na verschijning - begin juni 2016 - blijkt de Staalkaart gezien de belangstelling en de reacties in een behoefte te voorzien.
De Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf VIB te Nieuwegein behartigt de belangen van de isolatiebranche. De ondernemersvereniging bestaat uit leden (isolatiebedrijven) en buitengewone leden (leveranciers en producenten van isolatiematerialen). In overeenstemming met de kernactiviteiten schenkt de VIB veel aandacht aan de maatschappelijke aspecten van goede isolatiesystemen. Belangrijke elementen zijn energiebesparing, reductie van de uitstoot van broeikasgassen, veiligheid en welzijn. Duurzaamheid is een kernwaarde in de beleidsvorming.
De nieuwste uitgave van Isolatie Magazine - juli 2016 - belicht van verschillende actuele kanten de grote bijdragen die technische isolatie in industrie en utiliteit levert aan energie- en klimaatdoelen.
Zo licht VIB-voorzitter Hans Koole uitgebreid toe waarom de sector pleit voor verplichte optimalisatie van technische isolatie, waarmee economisch rendabel 31 PJ energiebesparing op jaarbasis haalbaar is. De sector haakt daarmee in op het Intensiveringspakket waarmee de Nederlandse overheid dit najaar het Energieakkoord in een hogere versnelling brengt. Hoewel investeringen in technische isolatie gemiddeld in een tot twee jaar zijn terugverdiend, pleit de sector voor financiële stimulansen. Duitsland heeft dit reeds ingevoerd. Per mei 2016 heeft de gehele Duitse industrie toegang verkregen tot verruimde isolatiesubsidies.
In Nederland gaat de VIB de komende tijd technische isolatie intensief naar voren brengen, onder meer begin oktober op de beurzen Industrial Processing (Utrecht) en Vakbeurs Energie ('s-Hertogenbosch). Ook in gesprekken met overheden en andere bij het Energieakkoord betrokken partijen zwengelt VIB de discussie aan over noodzaak tot en opbrengst van technische isolatie.
Vakblad Isolatie Magazine gaat verder in op de recente evaluatie van vijf jaar industriële isolatieoptimalisatie in Europa en de achtergronden daarvan. Een uitgebreide projectreportage bij Tata Steel te IJmuiden illustreert de praktische en economische haalbaarheid. Het staalconcern heeft in twee isolatieprojecten een besparing van 0,45 PJ gerealiseerd, anderhalf procent van het totale Nederlandse potentieel dat met technische isolatie kan worden geoogst. Tweederde is te danken aan grote warmhoudkamers die staalplakken op temperatuur houden, voorafgaand aan verwerking in de warmbandwalserij. Het tweede deel is gerealiseerd door isolatie van de torpedowagons die vloeibaar staal van hoogovens naar staalfabriek transporteren.
Met de uitgave van de 64-pagina's tellende "Staalkaart van de Nederlandse Isolatiesector" rekent VIB in een rijk geschakeerd en aantrekkelijk gepresenteerd boekje af met de relatieve onbekendheid van technische isolatie. Onder meer sectoren, functies, materialen en systemen alsmede maatschappelijke en economische aspecten komen kort en krachtig in beeld. Direct na verschijning - begin juni 2016 - blijkt de Staalkaart gezien de belangstelling en de reacties in een behoefte te voorzien.
De Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf VIB te Nieuwegein behartigt de belangen van de isolatiebranche. De ondernemersvereniging bestaat uit leden (isolatiebedrijven) en buitengewone leden (leveranciers en producenten van isolatiematerialen). In overeenstemming met de kernactiviteiten schenkt de VIB veel aandacht aan de maatschappelijke aspecten van goede isolatiesystemen. Belangrijke elementen zijn energiebesparing, reductie van de uitstoot van broeikasgassen, veiligheid en welzijn. Duurzaamheid is een kernwaarde in de beleidsvorming.
Zonnepalen op maaivelden in Putten
Er komen geen echte zonneakkers in Putten. Maar meer mogelijkheden om zonnepanelen op het maaiveld te plaatsen komen er wel, meldt De Stentor.
Particulieren kunnen met de nieuwe regels zonnepanelen met oppervlaktes tussen de 50 en 100 vierkante meter neerzetten. Bedrijven en recreatieve bestemmingen krijgen nog meer ruimte.
Zonnepanelen die op de grond worden geplaatst, vallen binnen de categorie 'bouwwerken, geen gebouw zijnde'. Daarvoor wordt binnen de huidige regelgeving al ruimte geboden, maar er gelden dan wel beperkingen.
Particulieren kunnen met de nieuwe regels zonnepanelen met oppervlaktes tussen de 50 en 100 vierkante meter neerzetten. Bedrijven en recreatieve bestemmingen krijgen nog meer ruimte.
Zonnepanelen die op de grond worden geplaatst, vallen binnen de categorie 'bouwwerken, geen gebouw zijnde'. Daarvoor wordt binnen de huidige regelgeving al ruimte geboden, maar er gelden dan wel beperkingen.
donderdag 21 juli 2016
GasTerra start arbitrage tegen Eni om 1 miljard euro te innen
De Groningse gastransporteur GasTerra heeft flinke ruzie met Eni, een Italiaanse afnemer. GasTerra krijgt bijna 1 miljard euro van de Italianen.
Eni werd door het tribunaal in het ongelijk gesteld en moet volgens GasTerra gewoon betalen. Daarom wordt beslag gelegd op de bezittingen van de Italianen.
Eni werd door het tribunaal in het ongelijk gesteld en moet volgens GasTerra gewoon betalen. Daarom wordt beslag gelegd op de bezittingen van de Italianen.
Weer rode cijfers voor Vattenfall
Energieconcern Vattenfall, het moederbedrijf van Nuon, heeft over de eerste zes maanden van 2016 weer rode cijfers geschreven. En wederom zijn de lage stroomprijzen de belangrijkste oorzaak.
Vattenfall schreef 3,2 miljard euro af op zijn bezittingen, vooral op fossiele activa. Het bedrijf heeft verder 170 miljoen afgeboekt op activiteiten in Nederland.
Topman Magnus Hall spreekt van een onveranderde moeizamen markt.
Vattenfall schreef 3,2 miljard euro af op zijn bezittingen, vooral op fossiele activa. Het bedrijf heeft verder 170 miljoen afgeboekt op activiteiten in Nederland.
Topman Magnus Hall spreekt van een onveranderde moeizamen markt.
Elektriciteit uit langzaam stromend water
Woensdag 20 juli 2016 ondertekende gedeputeerde Tjisse Stelpstra de Drentse Green Deal met Machinefabriek Emmen B.V. voor het plaatsen van een flow convertor in de wateraflaat nabij de Ossesluis in Hoogeveen. Het college van Gedeputeerde Staten stelt € 60.000,- beschikbaar voor een pilot om elektriciteit te winnen uit langzaam stromend water. Deze proef levert bij een succesvolle uitkomst voor 10 fte werk. Ook kan de installatie op veel andere plaatsen worden toegepast.
De flow convertor is ontwikkeld en gepatenteerd door het Duitse ingenieursbureau Environeers Energy GmbH, in samenwerking met de universiteit van Bremen. De bijzondere vorm van de flow converter zorgt ervoor dat het water in de turbine sneller stroomt dan daarbuiten, waardoor er efficiënt energie opgewekt worden met langzaam stromend water.
De flow converter is eenvoudig in te passen en modulair uit te breiden op plekken waar stromend water is. Daardoor blijven de totale kosten beheersbaar en ontstaat er een gunstige terugverdientijd. Bovendien is de flow convertor goed voor de natuur, omdat hij geen bedreiging vormt voor vissen. Als de flow converter een succes blijkt, kan deze innovatieve techniek breed toegepast worden. Dat is goed voor de werkgelegenheid in Drenthe en daarbuiten.
De flow convertor is ontwikkeld en gepatenteerd door het Duitse ingenieursbureau Environeers Energy GmbH, in samenwerking met de universiteit van Bremen. De bijzondere vorm van de flow converter zorgt ervoor dat het water in de turbine sneller stroomt dan daarbuiten, waardoor er efficiënt energie opgewekt worden met langzaam stromend water.
De flow converter is eenvoudig in te passen en modulair uit te breiden op plekken waar stromend water is. Daardoor blijven de totale kosten beheersbaar en ontstaat er een gunstige terugverdientijd. Bovendien is de flow convertor goed voor de natuur, omdat hij geen bedreiging vormt voor vissen. Als de flow converter een succes blijkt, kan deze innovatieve techniek breed toegepast worden. Dat is goed voor de werkgelegenheid in Drenthe en daarbuiten.
Aansluiting extra windpark op zee van 700 MW in 2023 haalbaar
Natuur&Milieu en Eneco hebben op basis van een onderzoek door CE Delft een persbericht uitgegeven, waarin men oproept tot de bouw van een extra windpark op zee van 700 megawatt ter vervanging van het meestoken van biomassa in kolencentrales. Is een extra windpark van deze omvang in te passen in het lopende ontwikkelingsprogramma voor wind op de Nederlandse Noordzee? TenneT, dat de al geplande 3.450 MW aan windparken gaat aansluiten, geeft op basis van een aantal voorwaarden aan dat dit mogelijk is:
Indien de regering voor eind dit jaar zou besluiten tot de bouw van een extra windpark op zee als alternatief voor biomassa bijstook in kolencentrales, zou TenneT met additionele inspanning aansluiting hiervan kunnen realiseren in 2023. Daarmee zou de al ambitieuze doelstelling voor 3.450 MW aan nieuwe windparken op zee in 2023, zoals dat in het Energie-akkoord is vastgelegd, verhoogd worden met 700 MW. Aansluiting van een extra windpark in is alleen mogelijk als daartoe nog dit jaar (2016) een besluit valt door het ministerie van Economische Zaken en ook dit jaar de locatie bekend wordt. Verder moet de locatie van het windpark te verbinden zijn door middel van het gestandaardiseerde aansluitconcept op basis van 700MW wisselstroomtechniek (AC) dat TenneT - in nauwe samenspraak met de windparkontwikkelaars - ontworpen heeft voor de huidige geplande windparken.
Indien de regering voor eind dit jaar zou besluiten tot de bouw van een extra windpark op zee als alternatief voor biomassa bijstook in kolencentrales, zou TenneT met additionele inspanning aansluiting hiervan kunnen realiseren in 2023. Daarmee zou de al ambitieuze doelstelling voor 3.450 MW aan nieuwe windparken op zee in 2023, zoals dat in het Energie-akkoord is vastgelegd, verhoogd worden met 700 MW. Aansluiting van een extra windpark in is alleen mogelijk als daartoe nog dit jaar (2016) een besluit valt door het ministerie van Economische Zaken en ook dit jaar de locatie bekend wordt. Verder moet de locatie van het windpark te verbinden zijn door middel van het gestandaardiseerde aansluitconcept op basis van 700MW wisselstroomtechniek (AC) dat TenneT - in nauwe samenspraak met de windparkontwikkelaars - ontworpen heeft voor de huidige geplande windparken.
Rotterdams consortium wint EU tender van € 17,7 miljoen voor Smart City toepassingen
De Europese Commissie heeft op 4 juli 2016 het voorstel van een door Rotterdam geleid internationaal consortium goedgekeurd voor een subsidiebedrag van bijna 18 miljoen euro. Hiervan is 5,4 miljoen bestemd voor projecten in Hart van Zuid. Het geld wordt gebruikt om innovatieve en duurzame toepassingen mogelijk te maken. De rest van het subsidiebedrag wordt verdeeld over projecten in andere steden binnen het consortium: Glasgow in Schotland, Umeå in Zweden, Brno in Tsjechië, Parma in Italië en Gdansk in Polen.
“Rotterdam - en in het bijzonder het Hart van Zuid-project - krijgt met de subsidie een stevige extra impuls. Het gebied wordt op een slimme manier verduurzaamd en hiermee nog toekomstbestendiger. De investeringen creëren aanvullende werkgelegenheid, maar dragen vooral bij aan het nog aantrekkelijker maken van het gebied, mede doordat de luchtkwaliteit verder verbetert. Met de officiële erkenning wordt Rotterdam nu ook echt als een ‘Smart City’ gezien. Rotterdam wordt hiermee samen met Eindhoven -die eveneens een EU-Smart City is- voortrekker in Nederland en daarbuiten” aldus burgemeester Aboutaleb.
Voor Hart van Zuid heeft de gemeente samen met Uniresearch, Ballast Nedam, RET, KPN, ENECO, Futureinsight, Erasmus Universiteit en TNO een pakket aan innovatieve duurzaamheidsmaatregelen bedacht. Zo komen er intelligente energiemanagementsystemen, die de uitwisseling van energie tussen de diverse gebouwen zoals Ahoy, het zwembad, het kunstenpand en het metro- en busstation mogelijk maken. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van duurzame energiebronnen zoals zonnepanelen, urban windmolens, warmte koude opslag-installaties en energieterugwinning uit het riool en vanuit het wegdek. Niet alleen gebouwen worden aangesloten, maar ook het OV. Hiermee wordt een grote stap gezet naar nul-emissie van C02. Bijzonder aan het project is ook dat de data worden ontsloten. Door gebruik te maken van een 3D-model die onder andere het energiegebruik in het gebied visualiseert, ontstaat er beter inzicht in de mogelijkheden om het energiemanagement te optimaliseren.
De subsidie is onderdeel van het EU Horizon2020-programma en bedoeld voor demonstratieprojecten waar ICT, Energie en Mobiliteit op innovatieve manier worden toegepast en waarbij publieke partijen samenwerken met marktpartijen en kennisinstellingen in internationaal verband. De EU heeft voor Horizon 2020 een omvangrijke, innovatieve investeringsagenda opgesteld voor de jaren 2015-2020 waar zo’n 80 miljard euro mee gemoeid is.
Met het winnen van de tender wordt een concrete stap gezet in het vernieuwen en het verduurzamen van de economie. Het sluit hiermee nauw aan met de recent gepresenteerde investeringsagenda: ‘Investeren in vernieuwing’ van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
“Rotterdam - en in het bijzonder het Hart van Zuid-project - krijgt met de subsidie een stevige extra impuls. Het gebied wordt op een slimme manier verduurzaamd en hiermee nog toekomstbestendiger. De investeringen creëren aanvullende werkgelegenheid, maar dragen vooral bij aan het nog aantrekkelijker maken van het gebied, mede doordat de luchtkwaliteit verder verbetert. Met de officiële erkenning wordt Rotterdam nu ook echt als een ‘Smart City’ gezien. Rotterdam wordt hiermee samen met Eindhoven -die eveneens een EU-Smart City is- voortrekker in Nederland en daarbuiten” aldus burgemeester Aboutaleb.
Voor Hart van Zuid heeft de gemeente samen met Uniresearch, Ballast Nedam, RET, KPN, ENECO, Futureinsight, Erasmus Universiteit en TNO een pakket aan innovatieve duurzaamheidsmaatregelen bedacht. Zo komen er intelligente energiemanagementsystemen, die de uitwisseling van energie tussen de diverse gebouwen zoals Ahoy, het zwembad, het kunstenpand en het metro- en busstation mogelijk maken. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van duurzame energiebronnen zoals zonnepanelen, urban windmolens, warmte koude opslag-installaties en energieterugwinning uit het riool en vanuit het wegdek. Niet alleen gebouwen worden aangesloten, maar ook het OV. Hiermee wordt een grote stap gezet naar nul-emissie van C02. Bijzonder aan het project is ook dat de data worden ontsloten. Door gebruik te maken van een 3D-model die onder andere het energiegebruik in het gebied visualiseert, ontstaat er beter inzicht in de mogelijkheden om het energiemanagement te optimaliseren.
De subsidie is onderdeel van het EU Horizon2020-programma en bedoeld voor demonstratieprojecten waar ICT, Energie en Mobiliteit op innovatieve manier worden toegepast en waarbij publieke partijen samenwerken met marktpartijen en kennisinstellingen in internationaal verband. De EU heeft voor Horizon 2020 een omvangrijke, innovatieve investeringsagenda opgesteld voor de jaren 2015-2020 waar zo’n 80 miljard euro mee gemoeid is.
Met het winnen van de tender wordt een concrete stap gezet in het vernieuwen en het verduurzamen van de economie. Het sluit hiermee nauw aan met de recent gepresenteerde investeringsagenda: ‘Investeren in vernieuwing’ van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
woensdag 20 juli 2016
Woningcorporatie Samenwerking realiseert 960 zonnepanelen
De Amsterdamsche Coöperatieve Woningvereeniging Samenwerking BA zet een grote stap in het verduurzamen van haar woningbestand. Met het plaatsen van 960 zonnepanelen sluit het in één klap een derde van haar woningbestand aan op groene stroom. Het project, dat uitgevoerd wordt door LENS, is extra bijzonder omdat de zonnesystemen op monumentale wooncomplexen worden geplaatst.
Samenwerking geeft hiermee een vervolg aan de pilot die het sinds 2015 met LENS uitvoert. Destijds ging het om 34 zonnepanelen die via Herman de Zonnestroomverdeler invoeden op de huurwoningen. Die ervaringen waren zo positief dat besloten is om grootschalig uit te rollen over de monumentale wooncomplexen van de coöperatie. De gemeente Amsterdam speelde een proactieve rol in het vergunningentraject.
Het project wordt uitgevoerd in fasen, waarvan de eerste eind juli gereed is. In totaal worden 320 woningen aangesloten op zonnepanelen. Alle huurders zijn vrij om te kiezen of ze gebruik willen maken van de zonnestroom van eigen dak. Bij deelname van 30% van de huurders is het project al rendabel. Dankzij Herman de Zonnestroomverdeler kunnen huurders ook op een later tijdstip instappen.
Er wordt bovendien een doorontwikkelde versie van Herman de Zonnestroomverdeler ingezet om te testen met peak shaving technology. Deze techniek verbetert de business case in de gestapelde bouw nu al sterk maar moet ook een oplossing bieden voor het politieke risico op wijzigende regelgeving. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kende het project daarom subsidie toe uit haar programma Demonstratie Energie-Innovatie (DEI).
Samenwerking geeft hiermee een vervolg aan de pilot die het sinds 2015 met LENS uitvoert. Destijds ging het om 34 zonnepanelen die via Herman de Zonnestroomverdeler invoeden op de huurwoningen. Die ervaringen waren zo positief dat besloten is om grootschalig uit te rollen over de monumentale wooncomplexen van de coöperatie. De gemeente Amsterdam speelde een proactieve rol in het vergunningentraject.
Het project wordt uitgevoerd in fasen, waarvan de eerste eind juli gereed is. In totaal worden 320 woningen aangesloten op zonnepanelen. Alle huurders zijn vrij om te kiezen of ze gebruik willen maken van de zonnestroom van eigen dak. Bij deelname van 30% van de huurders is het project al rendabel. Dankzij Herman de Zonnestroomverdeler kunnen huurders ook op een later tijdstip instappen.
Er wordt bovendien een doorontwikkelde versie van Herman de Zonnestroomverdeler ingezet om te testen met peak shaving technology. Deze techniek verbetert de business case in de gestapelde bouw nu al sterk maar moet ook een oplossing bieden voor het politieke risico op wijzigende regelgeving. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kende het project daarom subsidie toe uit haar programma Demonstratie Energie-Innovatie (DEI).
Slimmer gebruik elektrische laadpalen levert meer banen op
Een parkeerservice voor elektrische auto’s is de ideale oplossing voor het tekort aan elektrische laadpalen. Duurzaam is het idee in alle opzichten: kostbare laadpalen worden effectief benut, auto’s zijn volledig opgeladen, en het creëert banen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit een proef en onderzoek van Hidde van Heijst die in juni 2016, onder leiding van netbeheerder Stedin, afstudeerde aan de Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM). De bij de proef betrokken maatschappelijk investeerder Start Foundation en chauffeursdienst Jeeves zien kansen voor werkloze 50-plussers. Het concept wordt op termijn landelijk uitgerold.
De afgelopen jaren is het aantal volledig en semi-elektrische auto’s in Nederland explosief gegroeid. Er wordt volop geïnvesteerd in nieuwe laadpalen. Desondanks zijn er te weinig laadpalen op parkeerterreinen van bedrijven en in openbare garages. Het bijplaatsen van laadpalen op deze locaties is een flinke investering. In 2015 concludeerden drie studenten van de RSM dat het inhuren van een parkeerservice of ‘Valet Charging’ de meest betaalbare en duurzame oplossing is. Voor een consortium van Stedin, Start Foundation en dienstverlener Jeeves was dit aanleiding de effecten van een parkeerservice verder te onderzoeken.
,,Ik heb onder meer gekeken naar de gebruikerstevredenheid van de parkeerders en de efficiëntie van het opladen’’, zegt masterstudent Hidde van Heijst. ,,Voor de valet van de parkeerservice is software gemaakt waarmee hij het opladen van de auto’s makkelijk kan indelen. Uiteraard moest hierbij rekening gehouden worden met het aantal auto’s, beschikbare laadpalen en het tijdstip waarop de eigenaar de auto weer nodig had. Op deze manier stonden auto’s minder lang aan de stekker en hebben we de traditionele ochtendpiek van het opladen van de auto’s meer over de dag kunnen verdelen. Dat betekent minder piekbelasting van het elektriciteitsnet, en efficiënter gebruik van energie.’’
Valet charging bewijst zich als innovatief concept om 50-plussers aan werk te helpen. “Een unieke service”, vindt Floris Vervat, directeur van chauffeursdienst Jeeves. “Juist 50-plussers zijn geschikt voor zulk werk. Dat zijn over het algemeen mensen die, laten we zeggen, nog weten hoe het hoort. We hebben gezocht naar mensen met een goede rijvaardigheid, die bekend zijn met automerken, goed gekleed gaan en gastvrij zijn.”
Start Foundation haakte aan en zorgde dat chauffeurs werden aangetrokken, die hierdoor uit de WW kwamen. Hierdoor werd naast het milieuvriendelijk rijden ook een maatschappelijk doel gediend. Op deze manier kan deze baan bij bedrijven een bijdrage leveren om aan hun ‘social return’ te voldoen. De pilot wordt als een succes gezien en verder uitgerold.
De afgelopen jaren is het aantal volledig en semi-elektrische auto’s in Nederland explosief gegroeid. Er wordt volop geïnvesteerd in nieuwe laadpalen. Desondanks zijn er te weinig laadpalen op parkeerterreinen van bedrijven en in openbare garages. Het bijplaatsen van laadpalen op deze locaties is een flinke investering. In 2015 concludeerden drie studenten van de RSM dat het inhuren van een parkeerservice of ‘Valet Charging’ de meest betaalbare en duurzame oplossing is. Voor een consortium van Stedin, Start Foundation en dienstverlener Jeeves was dit aanleiding de effecten van een parkeerservice verder te onderzoeken.
,,Ik heb onder meer gekeken naar de gebruikerstevredenheid van de parkeerders en de efficiëntie van het opladen’’, zegt masterstudent Hidde van Heijst. ,,Voor de valet van de parkeerservice is software gemaakt waarmee hij het opladen van de auto’s makkelijk kan indelen. Uiteraard moest hierbij rekening gehouden worden met het aantal auto’s, beschikbare laadpalen en het tijdstip waarop de eigenaar de auto weer nodig had. Op deze manier stonden auto’s minder lang aan de stekker en hebben we de traditionele ochtendpiek van het opladen van de auto’s meer over de dag kunnen verdelen. Dat betekent minder piekbelasting van het elektriciteitsnet, en efficiënter gebruik van energie.’’
Valet charging bewijst zich als innovatief concept om 50-plussers aan werk te helpen. “Een unieke service”, vindt Floris Vervat, directeur van chauffeursdienst Jeeves. “Juist 50-plussers zijn geschikt voor zulk werk. Dat zijn over het algemeen mensen die, laten we zeggen, nog weten hoe het hoort. We hebben gezocht naar mensen met een goede rijvaardigheid, die bekend zijn met automerken, goed gekleed gaan en gastvrij zijn.”
Start Foundation haakte aan en zorgde dat chauffeurs werden aangetrokken, die hierdoor uit de WW kwamen. Hierdoor werd naast het milieuvriendelijk rijden ook een maatschappelijk doel gediend. Op deze manier kan deze baan bij bedrijven een bijdrage leveren om aan hun ‘social return’ te voldoen. De pilot wordt als een succes gezien en verder uitgerold.
Hulp bij ontwikkeling grootschalige collectieve zonneparken
Het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe stelt € 100.000,- beschikbaar voor nieuwe zonne-coöperaties. Zonne-coöperaties kunnen met dat geld voor maximaal € 5.000,- per initiatief kennis inhuren en noodzakelijke opstartkosten betalen. Coördinatie en begeleiding van deze initiatieven vindt plaats via de nieuw op te richten Werkplaats Zon. Initiatiefnemers kunnen via de coördinator van de werkplaats, de Natuur en Milieufederatie Drenthe, de ondersteuning aanvragen.
Dit jaar is de landelijke Regeling “Verlaagd Tarief’ aangepast, waardoor het financieel aantrekkelijker is geworden om grootschalige zonneparken te ontwikkelen. In de praktijk blijkt dat er onvoldoende kennis is om hiervoor een goede business-case op te stellen. De Werkplaats Zon gaat initiatiefnemers begeleiden en/of helpen met (betaalde) deskundigen. Naast het begeleiden van de business-case door Werkplaats Zon wordt ook een Drentse community-of-practice (COP) opgericht. Deze community is bedoeld om met elkaar kennis en ervaringen uit te wisselen om zo de slagingskans te vergroten. Hiervoor stelt het college
€ 12.000,- beschikbaar.
Energiegedeputeerde Tjisse Stelpstra: ‘In Drenthe zijn al veel initiatieven o.a. de zonnelening Drenthe, de subsidieregeling ‘Asbest eraf, zonnepanelen erop’ en de campagne ‘Zon zoekt Drent’. Niet alle woningen en bedrijfspanden zijn geschikt voor zonnepanelen. Door initiatiefnemers te begeleiden bij het opstellen van een business-case voor collectieve zonneparken, kunnen ook deze huishoudens straks profiteren van duurzame energie. Hiermee wordt een goede stap gezet naar een energieneutraal Drenthe’.
De op te richten Werkplaats Zon is een samenwerking tussen de Natuur en Milieufederatie Drenthe, het Drents Energieloket, de Drentse Kei en de Drentse Energie Organisatie.
Dit jaar is de landelijke Regeling “Verlaagd Tarief’ aangepast, waardoor het financieel aantrekkelijker is geworden om grootschalige zonneparken te ontwikkelen. In de praktijk blijkt dat er onvoldoende kennis is om hiervoor een goede business-case op te stellen. De Werkplaats Zon gaat initiatiefnemers begeleiden en/of helpen met (betaalde) deskundigen. Naast het begeleiden van de business-case door Werkplaats Zon wordt ook een Drentse community-of-practice (COP) opgericht. Deze community is bedoeld om met elkaar kennis en ervaringen uit te wisselen om zo de slagingskans te vergroten. Hiervoor stelt het college
€ 12.000,- beschikbaar.
Energiegedeputeerde Tjisse Stelpstra: ‘In Drenthe zijn al veel initiatieven o.a. de zonnelening Drenthe, de subsidieregeling ‘Asbest eraf, zonnepanelen erop’ en de campagne ‘Zon zoekt Drent’. Niet alle woningen en bedrijfspanden zijn geschikt voor zonnepanelen. Door initiatiefnemers te begeleiden bij het opstellen van een business-case voor collectieve zonneparken, kunnen ook deze huishoudens straks profiteren van duurzame energie. Hiermee wordt een goede stap gezet naar een energieneutraal Drenthe’.
De op te richten Werkplaats Zon is een samenwerking tussen de Natuur en Milieufederatie Drenthe, het Drents Energieloket, de Drentse Kei en de Drentse Energie Organisatie.
dinsdag 19 juli 2016
Overbelasting zonnepanelen in Groningen
Netbeheerder Enexis zegt vorig jaar enkele tientallen klachten te hebben gekregen over overbelasting van zonnepanelen in Groningen en ook nu komt het probleem aan het licht.
De energie kan op zeer zonnige dagen nergens heen. Op het moment van een zonnepiek, is er meer aanbod dan vraag. Omdat de stroom niet kan worden opgeslagen, hebben de meters problemen.
Op huisniveau zou een batterij niet rendabel, maar opslaan op wijk- of zelfs buurtniveau kan wel interessant zijn, zegt Frank Pierie van het Groningse duurzame energietraject EnTranCe.
De energie kan op zeer zonnige dagen nergens heen. Op het moment van een zonnepiek, is er meer aanbod dan vraag. Omdat de stroom niet kan worden opgeslagen, hebben de meters problemen.
Op huisniveau zou een batterij niet rendabel, maar opslaan op wijk- of zelfs buurtniveau kan wel interessant zijn, zegt Frank Pierie van het Groningse duurzame energietraject EnTranCe.
Fastned start uitrol snellaadstations in de stad
Fastned, bekend van een Europees netwerk van snellaadstations, is in nauwe samenwerking met en steun van de gemeente Den Haag gestart met de bouw van haar eerste snellaadstations in de stad. Hierdoor heeft Den Haag de primeur met het eerste stedelijke station. Door de ontwikkeling van snelle laadstations in de stad spelen Fastned en de gemeente Den Haag in op de behoefte van de elektrische rijder om overal zo snel mogelijk te kunnen laden.
Eind 2015 maakte Fastned bekend een samenwerking aan te gaan met de gemeente Den Haag. De benodigde vergunningen zijn inmiddels rond en het eerste stedelijke snellaadstation, gelegen aan de Laan van Meerdervoort is nu operationeel. Fastned gaat de komende tijd nog vier stedelijke stations in Den Haag bouwen en heeft vergevorderde plannen om ook in andere steden snellaadstations te realiseren. Bij alle Fastned stations kunnen alle typen volledig elektrische auto’s (inclusief Tesla’s) de accu super snel opladen.
Eind 2015 maakte Fastned bekend een samenwerking aan te gaan met de gemeente Den Haag. De benodigde vergunningen zijn inmiddels rond en het eerste stedelijke snellaadstation, gelegen aan de Laan van Meerdervoort is nu operationeel. Fastned gaat de komende tijd nog vier stedelijke stations in Den Haag bouwen en heeft vergevorderde plannen om ook in andere steden snellaadstations te realiseren. Bij alle Fastned stations kunnen alle typen volledig elektrische auto’s (inclusief Tesla’s) de accu super snel opladen.
Omwonenden halen winst uit hun investering in hun windturbines
Omdat ze wilden participeren in een duurzaam project in eigen streek en hun investeringen wilden diversifiëren, investeerde een duizendtal omwonenden van windmolenparken van ENGIE Electrabel in de coöperatieve Electrabel CoGreen. Dit jaar brengen hun aandelen een dividend op van 6 procent. Vorig jaar was dat 4 tot 5 procent
Op het gebied van hernieuwbare energie is de ambitie van ENGIE Electrabel, de grootste speler in de energietransitie, duidelijk: de onderneming wil de geïnstalleerde capaciteit aan onshore windenergie verdubbelen tegen 2020. Dit jaar alleen al bouwen we 32 nieuwe turbines.
Sinds 1 januari 2014 konden bijna 1.000 omwonenden kiezen om maximaal 20 aandelen te kopen in een tiental windmolenparken van de coöperatieve Electrabel CoGreen.
Enkele dagen geleden kregen de coöperanten van Electrabel CoGreen goed nieuws: de Algemene Vergadering besliste om hen een dividend uit te keren van in totaal iets meer dan 55.000 euro. Een mooi bedrag dat te danken is aan een productieverhoging met 7,6% van de parken in Zwevegem-Harelbeke, Frasnes-les-Anvaing, Sint-Gillis-Waas, Lochristi-Zele en Poperinge. Concreet brengt elk aandeel, dat aan 125 euro gekocht werd, dit jaar 7,5 euro op. Een opbrengst van 6% dus. Niet vanzelfsprekend in deze tijden...
Tijdens de tweede helft van 2016 organiseert Electrabel CoGreen opnieuw een inschrijvingsperiode voor nieuwe coöperanten.
Op het gebied van hernieuwbare energie is de ambitie van ENGIE Electrabel, de grootste speler in de energietransitie, duidelijk: de onderneming wil de geïnstalleerde capaciteit aan onshore windenergie verdubbelen tegen 2020. Dit jaar alleen al bouwen we 32 nieuwe turbines.
Sinds 1 januari 2014 konden bijna 1.000 omwonenden kiezen om maximaal 20 aandelen te kopen in een tiental windmolenparken van de coöperatieve Electrabel CoGreen.
Enkele dagen geleden kregen de coöperanten van Electrabel CoGreen goed nieuws: de Algemene Vergadering besliste om hen een dividend uit te keren van in totaal iets meer dan 55.000 euro. Een mooi bedrag dat te danken is aan een productieverhoging met 7,6% van de parken in Zwevegem-Harelbeke, Frasnes-les-Anvaing, Sint-Gillis-Waas, Lochristi-Zele en Poperinge. Concreet brengt elk aandeel, dat aan 125 euro gekocht werd, dit jaar 7,5 euro op. Een opbrengst van 6% dus. Niet vanzelfsprekend in deze tijden...
Tijdens de tweede helft van 2016 organiseert Electrabel CoGreen opnieuw een inschrijvingsperiode voor nieuwe coöperanten.
Vergunning voor energiepark Heeten
Het is de Energiecoöperatie Endona uit Heeten gelukt om als éérste (en momenteel enige) in Nederland de fel begeerde ontheffing voor de Elektriciteitswet te bemachtigen van de Overheid.
Extra bijzonder, omdat Endona pas in April dit voorjaar is opgericht. In eerste instantie als rechtspersoon voor het al in ver gevorderde procedure zijnde Energiepark binnen de rondweg in Heeten. De ambities van Endona gaan verder. De energiecoöperatie wil graag uitgroeien tot Sallandse speler, zoals voorheen de gemeentelijke energiebedrijven, maar nu georganiseerd van onderop, door burgers.
Het bestuur van Endona bestaat uit vijf door enthousiasme gedreven mannen die zich ten doel hebben gesteld om de lokale energiewereld ten goede te keren. Niet meer afhankelijk van buitenlandse machtspartijen, los van grote energiereuzen en geen vervuilende energie meer. De benodigde energie in Salland duurzaam en lokaal produceren en energie besparen daar waar mogelijk. Het gasverbruik moet omlaag en daarmee gaat het elektraverbruik omhoog. Dat is een reden om hier stevig op in te zetten. Het Energiepark Heeten is de eerste ontwikkeling van Endona, maar er liggen meer ijzers in het vuur. Daarover later meer.
De energiewereld is zeer strak geregisseerd door de Overheid en vastgelegd in de Elektriciteitswet 1998. De verkregen ontheffing geeft Endona een instrument in handen om zelf aan de touwtjes te mogen trekken. Zelf energieleverancier zijn voor de leden van Endona, zonder tussenkomst van energiereuzen. Daarmee gunstige afspraken kunnen maken over de leveringstarieven en transportkosten voor elektriciteit aan de leden. Een sterk eigen gezicht naar de klant zijn en niet als wederverkoper, maar als volwaardige energieleverancier. Vele voordelen ten gunste van de leden van Endona. De komende maanden worden de contouren uitgewerkt. Als dat gereed is kan Endona met een uniek concept, dankzij deze ontheffing, zeer interessante energietarieven bieden aan de leden.
Extra bijzonder, omdat Endona pas in April dit voorjaar is opgericht. In eerste instantie als rechtspersoon voor het al in ver gevorderde procedure zijnde Energiepark binnen de rondweg in Heeten. De ambities van Endona gaan verder. De energiecoöperatie wil graag uitgroeien tot Sallandse speler, zoals voorheen de gemeentelijke energiebedrijven, maar nu georganiseerd van onderop, door burgers.
Het bestuur van Endona bestaat uit vijf door enthousiasme gedreven mannen die zich ten doel hebben gesteld om de lokale energiewereld ten goede te keren. Niet meer afhankelijk van buitenlandse machtspartijen, los van grote energiereuzen en geen vervuilende energie meer. De benodigde energie in Salland duurzaam en lokaal produceren en energie besparen daar waar mogelijk. Het gasverbruik moet omlaag en daarmee gaat het elektraverbruik omhoog. Dat is een reden om hier stevig op in te zetten. Het Energiepark Heeten is de eerste ontwikkeling van Endona, maar er liggen meer ijzers in het vuur. Daarover later meer.
De energiewereld is zeer strak geregisseerd door de Overheid en vastgelegd in de Elektriciteitswet 1998. De verkregen ontheffing geeft Endona een instrument in handen om zelf aan de touwtjes te mogen trekken. Zelf energieleverancier zijn voor de leden van Endona, zonder tussenkomst van energiereuzen. Daarmee gunstige afspraken kunnen maken over de leveringstarieven en transportkosten voor elektriciteit aan de leden. Een sterk eigen gezicht naar de klant zijn en niet als wederverkoper, maar als volwaardige energieleverancier. Vele voordelen ten gunste van de leden van Endona. De komende maanden worden de contouren uitgewerkt. Als dat gereed is kan Endona met een uniek concept, dankzij deze ontheffing, zeer interessante energietarieven bieden aan de leden.
Waardevermindering gasreserve maakt overheid armer
De waarde van olie- en gasreserves in Nederlandse bodem kwam in 2015 uit op 105 miljard euro. Dat meldt CBS. Dit is met inbegrip van de gas- en olievoorraden die al uit de grond zijn gehaald, maar nog niet verkocht. Het gaat daarbij vooral om gas. De waardevermindering van 19 miljard euro heeft te maken met de lagere prijzen van deze fossiele brandstoffen.
Verder speelt een rol dat de winning van aardgas is verminderd met het oog op het aardbevingsgevaar in Groningen. Hierdoor wordt dezelfde hoeveelheid gas over een langere periode gewonnen. Toekomstige aardgasbaten worden lager gewaardeerd dan huidige. Doordat de waarde van de olie- en gasreserves een aanzienlijk deel uitmaakt van de totale overheidsbezittingen, heeft deze ontwikkeling ook een groot effect op het vermogen van de overheid
Verder speelt een rol dat de winning van aardgas is verminderd met het oog op het aardbevingsgevaar in Groningen. Hierdoor wordt dezelfde hoeveelheid gas over een langere periode gewonnen. Toekomstige aardgasbaten worden lager gewaardeerd dan huidige. Doordat de waarde van de olie- en gasreserves een aanzienlijk deel uitmaakt van de totale overheidsbezittingen, heeft deze ontwikkeling ook een groot effect op het vermogen van de overheid
maandag 18 juli 2016
Groen-krijgt-Poen-Bonus voor wie weg gaat bij grijs energiebedrijf
Mensen die weggaan bij een fossiel energiebedrijf en kiezen voor echt groen worden beloond met een extra bonus van 50 euro.
Met de lancering van een nieuwe energievergelijker opent milieuorganisatie WISE de aanval op de 'grote fossiele energiebedrijven met veel slapende klanten'.
De energiebedrijven die verantwoordelijk zijn voor steeds meer CO2, luchtvervuiling en de groeiende hoeveelheden gevaarlijk kernafval zijn volgens WISE op één hand te tellen: het zijn voornamelijk de grote energiebedrijven Essent (RWE), Delta, Engie, Eon en Nuon (Vattenfall) (1)
Essent heeft twee kolencentrales en is daarnaast aandeelhouder (30 procent) van de kerncentrale in Borssele. De andere aandeelhouder is het Zeeuwse energiebedrijf Delta.
Het Franse energieconcern Engie heeft twee kolencentrales in Nederland. Eon is eigenaar van een grote kolencentrale op de Maasvlakte en Nuon exploiteert de kolencentrale bij Amsterdam. Ze scoren allemaal een dikke onvoldoende in het jaarlijkse grote milieuonderzoek naar de energiebedrijven.
Peer de Rijk, directeur WISE: 'Deze energieleveranciers doen zich in reclames graag voor als groen. Een mooi groen product in de etalage, de rest van de winkel vol met kolen en uranium. En dat terwijl er een enorme uitdaging ligt om het aandeel duurzaam opgewekte energie in Nederland snel te laten groeien'.
WISE roept klanten van de grote grijze energieleveranciers op om weg te gaan en over te stappen naar echt groene stroom bij een echt groen energiebedrijf. Om dit te faciliteren heeft WISE nu een groene energievergelijker gelanceerd.
De vergelijker laat ook de grijze energieleveranciers zien, maar overstappen kan alleen naar de echt groene. Er doen al drie van de zes meest duurzame energiebedrijven mee aan de vergelijker. WISE voert gesprekken met de andere drie en hoopt die binnenkort ook te kunnen verwelkomen als deelnemer.
Met de lancering van een nieuwe energievergelijker opent milieuorganisatie WISE de aanval op de 'grote fossiele energiebedrijven met veel slapende klanten'.
De energiebedrijven die verantwoordelijk zijn voor steeds meer CO2, luchtvervuiling en de groeiende hoeveelheden gevaarlijk kernafval zijn volgens WISE op één hand te tellen: het zijn voornamelijk de grote energiebedrijven Essent (RWE), Delta, Engie, Eon en Nuon (Vattenfall) (1)
Essent heeft twee kolencentrales en is daarnaast aandeelhouder (30 procent) van de kerncentrale in Borssele. De andere aandeelhouder is het Zeeuwse energiebedrijf Delta.
Het Franse energieconcern Engie heeft twee kolencentrales in Nederland. Eon is eigenaar van een grote kolencentrale op de Maasvlakte en Nuon exploiteert de kolencentrale bij Amsterdam. Ze scoren allemaal een dikke onvoldoende in het jaarlijkse grote milieuonderzoek naar de energiebedrijven.
Peer de Rijk, directeur WISE: 'Deze energieleveranciers doen zich in reclames graag voor als groen. Een mooi groen product in de etalage, de rest van de winkel vol met kolen en uranium. En dat terwijl er een enorme uitdaging ligt om het aandeel duurzaam opgewekte energie in Nederland snel te laten groeien'.
WISE roept klanten van de grote grijze energieleveranciers op om weg te gaan en over te stappen naar echt groene stroom bij een echt groen energiebedrijf. Om dit te faciliteren heeft WISE nu een groene energievergelijker gelanceerd.
De vergelijker laat ook de grijze energieleveranciers zien, maar overstappen kan alleen naar de echt groene. Er doen al drie van de zes meest duurzame energiebedrijven mee aan de vergelijker. WISE voert gesprekken met de andere drie en hoopt die binnenkort ook te kunnen verwelkomen als deelnemer.
ACM certificeert TenneT als netbeheerder van het net op zee
ACM certificeert TenneT als netbeheerder van het net op zee. De toezichthouder heeft dit in korte tijd gedaan, zodat de minister van Economische Zaken TenneT nu officieel kan aanwijzen als netbeheerder van het net op zee. Daarna kan TenneT beginnen met de aanleg van dat net.
ACM heeft bepaald dat TenneT voldoet aan de zogenaamde ontvlechtingsvereisten. Dat betekent dat TenneT geen activiteiten voor de productie van energie verricht, maar alleen transporteert. Het net op zee wordt aangelegd om de toekomstige windparken in de Noordzee aan te sluiten op het landelijk hoogspanningsnet.
Eerder heeft ACM regels in ontwerp opgesteld om te bepalen hoe de inkomsten tot stand komen van de netbeheerder van het net op zee. Daarmee geeft de toezichthouder duidelijkheid en zekerheid aan deze beheerder. ACM neemt eind 2016 een besluit over de toegestane inkomsten van deze beheerder. Voor zover de subsidie van de minister van Economische Zaken niet toereikend is, worden deze inkomsten verkregen via de transporttarieven van het landelijk hoogspanningsnet.
ACM heeft bepaald dat TenneT voldoet aan de zogenaamde ontvlechtingsvereisten. Dat betekent dat TenneT geen activiteiten voor de productie van energie verricht, maar alleen transporteert. Het net op zee wordt aangelegd om de toekomstige windparken in de Noordzee aan te sluiten op het landelijk hoogspanningsnet.
Eerder heeft ACM regels in ontwerp opgesteld om te bepalen hoe de inkomsten tot stand komen van de netbeheerder van het net op zee. Daarmee geeft de toezichthouder duidelijkheid en zekerheid aan deze beheerder. ACM neemt eind 2016 een besluit over de toegestane inkomsten van deze beheerder. Voor zover de subsidie van de minister van Economische Zaken niet toereikend is, worden deze inkomsten verkregen via de transporttarieven van het landelijk hoogspanningsnet.
Boerencoöperatie begint windpark in Oostpolder
In de Oostpolder ten zuidoosten van de Eemshaven komt vermoedelijk een nieuw windmolenpark. De twintig molens zullen gezamenlijk zo'n 60 megawatt opwekken.
Opvallend is dat het om een initiatief gaat van tien boeren uit de omgeving. Die hebben direct contact is gezocht met omwonenden.
De opbrengst van één van de molens, de 'dorpsmolen', komt ten goede van de omwonenden.
Opvallend is dat het om een initiatief gaat van tien boeren uit de omgeving. Die hebben direct contact is gezocht met omwonenden.
De opbrengst van één van de molens, de 'dorpsmolen', komt ten goede van de omwonenden.
Europees Parlement stemt voor vereenvoudiging energie-etiket op huishoudelijke apparaten
Het Europees Parlement heeft nieuwe regels over de herziening van de energie-etiketten op apparaten goedgekeurd. De nieuwe regels moeten de etiketten met de A-G schaal weer in ere herstellen, zonder alle plusjes. Detailhandel Nederland is blij met de goedkeuring. Het Europees Parlement heeft belangrijke punten van Detailhandel Nederland meegenomen om ervoor te zorgen dat de regels goed uitvoerbaar zijn.
Door het voorstel verdwijnen de klassen A+, A++, A+++ etc. en wordt alleen de A-G schaal gebruikt. Het Europees Parlement (EP) stelt voor om bij invoering van de nieuwe schaal de klasse A of in sommige gevallen zelfs A en B leeg te laten. Dat moet voorkomen dat producten snel weer grotendeels in de hoogste klasse vallen. Het kan door de nieuwe regels wel gebeuren dat een A+++ model nu een B-, of zelfs een C-waardering krijgt. Om de energieschaal begrijpelijk te maken voor consumenten dringt het EP aan op goede informatiecampagnes vanuit de overheid, en moet het duidelijk zijn dat het om een nieuw etiket gaat.
Voor winkeliers betekent de herschaling dat showroomproducten van een nieuw etiket zullen moeten worden voorzien. Als het aan het EP ligt, krijgen winkeliers hier drie weken de tijd voor. De Europese Commissie stelde eerder nog slechts een week voor. Leveranciers blijven verplicht, in ieder geval drie maanden voor ingang van de heretiketteringstermijn, de etiketten in geprinte vorm mee te leveren. Winkeliers hoeven ze dus niet zelf te downloaden. De etiketten zullen voor elke productgroep afzonderlijk worden herzien binnen zes jaar na inwerkingtreding van de nieuwe regels. Ook de heretikettering zal dus plaatsvinden per productgroep en niet voor alle producten tegelijk.
Detailhandel Nederland had ook zorgen geuit rond het verkopen van oude voorraden. Het EP is hierin tegemoet gekomen, door onder andere te stellen dat producten mogen worden blijven verkocht als de leverancier niet meer op de markt aanwezig is en geen nieuw etiket kan worden verkregen. Ook oude producten die door een herschaling buiten de regels voor ecologisch ontwerp vallen, mogen worden blijven verkocht. Tot slot stelt het EP dat de plaatsing van het etiket geen schade aan het product mag opleveren.
De wetgeving is pas definitief als de lidstaten zich er ook over uitgesproken hebben. Detailhandel Nederland blijft zich inzetten op dit onderwerp. Zo kan het voorstel nog worden verbeterd door een oplossing te vinden voor producten waarbij het etiket direct op de verpakking is geprint (denk aan lampen).
Door het voorstel verdwijnen de klassen A+, A++, A+++ etc. en wordt alleen de A-G schaal gebruikt. Het Europees Parlement (EP) stelt voor om bij invoering van de nieuwe schaal de klasse A of in sommige gevallen zelfs A en B leeg te laten. Dat moet voorkomen dat producten snel weer grotendeels in de hoogste klasse vallen. Het kan door de nieuwe regels wel gebeuren dat een A+++ model nu een B-, of zelfs een C-waardering krijgt. Om de energieschaal begrijpelijk te maken voor consumenten dringt het EP aan op goede informatiecampagnes vanuit de overheid, en moet het duidelijk zijn dat het om een nieuw etiket gaat.
Voor winkeliers betekent de herschaling dat showroomproducten van een nieuw etiket zullen moeten worden voorzien. Als het aan het EP ligt, krijgen winkeliers hier drie weken de tijd voor. De Europese Commissie stelde eerder nog slechts een week voor. Leveranciers blijven verplicht, in ieder geval drie maanden voor ingang van de heretiketteringstermijn, de etiketten in geprinte vorm mee te leveren. Winkeliers hoeven ze dus niet zelf te downloaden. De etiketten zullen voor elke productgroep afzonderlijk worden herzien binnen zes jaar na inwerkingtreding van de nieuwe regels. Ook de heretikettering zal dus plaatsvinden per productgroep en niet voor alle producten tegelijk.
Detailhandel Nederland had ook zorgen geuit rond het verkopen van oude voorraden. Het EP is hierin tegemoet gekomen, door onder andere te stellen dat producten mogen worden blijven verkocht als de leverancier niet meer op de markt aanwezig is en geen nieuw etiket kan worden verkregen. Ook oude producten die door een herschaling buiten de regels voor ecologisch ontwerp vallen, mogen worden blijven verkocht. Tot slot stelt het EP dat de plaatsing van het etiket geen schade aan het product mag opleveren.
De wetgeving is pas definitief als de lidstaten zich er ook over uitgesproken hebben. Detailhandel Nederland blijft zich inzetten op dit onderwerp. Zo kan het voorstel nog worden verbeterd door een oplossing te vinden voor producten waarbij het etiket direct op de verpakking is geprint (denk aan lampen).
zaterdag 16 juli 2016
Toekomstvisie Amercentrale blijft op de plank liggen
De toekomstvisie voor de Amercentrale, wordt een jaar opgeschort. Dat heeft de gemeenteraad van Geertruidenberg besloten.
Het college had een ton willen uittrekken om in 2017 een toekomstvisie op te laten stellen, ook al omdat eigenaar RWE duidelijkheid wil.
Het kabinet wil de Amercentrale voor 2020 sluiten. Toch geeft het rijk het Duitse RWE de komende acht jaar 1,2 miljard euro subsidie voor de bijstook van biomassa in de centrale.
Het college had een ton willen uittrekken om in 2017 een toekomstvisie op te laten stellen, ook al omdat eigenaar RWE duidelijkheid wil.
Het kabinet wil de Amercentrale voor 2020 sluiten. Toch geeft het rijk het Duitse RWE de komende acht jaar 1,2 miljard euro subsidie voor de bijstook van biomassa in de centrale.
vrijdag 15 juli 2016
Prinses Alexia Windpark start met opslag van windenergie
Het Prinses Alexia Windpark van Nuon in Zeewolde wordt voorzien van ‘batterijen’ die energie uit windmolens opslaan. Op die manier kan het windpark ook bij relatieve windstilte – en als er zeer veel vraag is naar elektriciteit – windenergie leveren. Dit is een primeur voor windmolens want nog nergens is er sprake van batterijen gekoppeld aan windmolens.
Use it or lose it. Het is een duivels dilemma voor duurzame energiebronnen zoals zon en wind. Als de elektriciteit die windmolens opwekken niet direct kan worden gebruikt, gaat de groene stroom verloren. Tegelijkertijd kan met windenergie bij relatieve windstilte niet altijd aan de energievraag worden voldaan.
Om dit probleem op te lossen, plaatst Nuon binnenkort bij het transformatorstation in het Prinses Alexia Windpark in Zeewolde twee ‘batterijen’. De accu’s in groene zeecontainers zorgen ervoor dat energie die is geproduceerd tijdens ‘windpieken’ aan het stroomnet geleverd worden als er juist weinig wind waait. Met de introductie van batterijen in het windmolenpark in Zeewolde, geeft Nuon een nieuwe impuls aan de opslag van windenergie.
De batterijen in het Prinses Alexiapark hebben een totale capaciteit van drie megawatt en zijn auto accu’s. Dat is voldoende om 1.800 tot 2.200 huishoudens van stroom te voorzien. Op termijn breidt Nuon de capaciteit uit naar twaalf megawatt in 8 batterijen. “Het Prinses Alexia Windpark is hiervoor de ideale locatie: het park is al sinds de opening in 2011 het nationale windenergielaboratorium en experimenteert voortdurend met nieuwe vindingen”, zegt Gerben Epema, operationeel wind manager bij Nuon. “We kijken daarmee ook naar de toekomst. Want er komt nog veel meer windenergie in Nederland. Door nu al te experimenteren met deze vorm van opslag, kan later een groot deel van de stroomvraag met windenergie worden geleverd. Ook als het even minder hard waait.”
De batterijen zullen rond maart 2017 worden geplaatst. De bedoeling is dat de accu’s vijftien tot twintig jaar mee kunnen. Epema: “We investeren in technologie die op korte termijn het rendement van windenergie vergroot én bijdraagt aan een lange termijn oplossing voor de transitie naar duurzame energie in Nederland.” Boudewijn Tjeertes, projectmanager voor dit project, vult aan: “vergelijk een auto die voortdurend gas geeft, remt, snel optrekt en weer afremt met een auto die constant tachtig kilometer per uur rijdt. Iedereen weet dat de laatste minder brandstof verbruikt en dus efficiënter is. Door een batterij bij het windpark te plaatsen zorgen we voor een optimale levering van duurzame stroom aan het stroomnet.”
Use it or lose it. Het is een duivels dilemma voor duurzame energiebronnen zoals zon en wind. Als de elektriciteit die windmolens opwekken niet direct kan worden gebruikt, gaat de groene stroom verloren. Tegelijkertijd kan met windenergie bij relatieve windstilte niet altijd aan de energievraag worden voldaan.
Om dit probleem op te lossen, plaatst Nuon binnenkort bij het transformatorstation in het Prinses Alexia Windpark in Zeewolde twee ‘batterijen’. De accu’s in groene zeecontainers zorgen ervoor dat energie die is geproduceerd tijdens ‘windpieken’ aan het stroomnet geleverd worden als er juist weinig wind waait. Met de introductie van batterijen in het windmolenpark in Zeewolde, geeft Nuon een nieuwe impuls aan de opslag van windenergie.
De batterijen in het Prinses Alexiapark hebben een totale capaciteit van drie megawatt en zijn auto accu’s. Dat is voldoende om 1.800 tot 2.200 huishoudens van stroom te voorzien. Op termijn breidt Nuon de capaciteit uit naar twaalf megawatt in 8 batterijen. “Het Prinses Alexia Windpark is hiervoor de ideale locatie: het park is al sinds de opening in 2011 het nationale windenergielaboratorium en experimenteert voortdurend met nieuwe vindingen”, zegt Gerben Epema, operationeel wind manager bij Nuon. “We kijken daarmee ook naar de toekomst. Want er komt nog veel meer windenergie in Nederland. Door nu al te experimenteren met deze vorm van opslag, kan later een groot deel van de stroomvraag met windenergie worden geleverd. Ook als het even minder hard waait.”
De batterijen zullen rond maart 2017 worden geplaatst. De bedoeling is dat de accu’s vijftien tot twintig jaar mee kunnen. Epema: “We investeren in technologie die op korte termijn het rendement van windenergie vergroot én bijdraagt aan een lange termijn oplossing voor de transitie naar duurzame energie in Nederland.” Boudewijn Tjeertes, projectmanager voor dit project, vult aan: “vergelijk een auto die voortdurend gas geeft, remt, snel optrekt en weer afremt met een auto die constant tachtig kilometer per uur rijdt. Iedereen weet dat de laatste minder brandstof verbruikt en dus efficiënter is. Door een batterij bij het windpark te plaatsen zorgen we voor een optimale levering van duurzame stroom aan het stroomnet.”
Zeewier: grondstof voor de toekomst
Zeewier kan een oplossing bieden voor de behoefte aan voeding en energie van de groeiende wereldbevolking. Dit is de visie van vijf Toegepaste Onderzoek Organisaties (zgn. TO2-instituten: Deltares, DLO, ECN, MARIN en TNO) deze week gepresenteerd in een uitgebreide studie. Het rapport beschrijft het onderzoek en de resultaten van een samenwerkingsproject waarin gehele zeewier-waarde-ketens zijn doorgerekend ten aanzien van kosten en baten van zeewierteelt op zee.
”Zeewier kan in grote hoeveelheden geproduceerd worden. Oogsten tot 35 miljoen ton droge stof per hectares zijn mogelijk en, in combinatie met het grote oppervlakte aan zee dat onze planeet heeft, geeft dit de mogelijkheid dat zeewier een essentiële bijdrage kan leveren aan toekomstige voedsel en energie behoefte” is de conclusie van deze onderzoekinstellingen. Om de combinatie met windmolenparken te benutten zou nu de planvorming voor zeewierteelt in windparken moeten starten.
Zeewier is er in vele soorten en maten, zeewier bevat vele bestanddelen die benut kunnen worden voor voeding, veevoer, biodiesel en bioplastic. De uiteindelijke samenstelling van zeewier hangt sterk af van de wijze waarop het geteeld wordt. Zeewier dat opgroeit in een ruige omgeving met veel stroming en hoge golven zal meer eiwitten bevatten dan dezelfde soort die in rustig water groeit. Zeewier bevat naast eiwitten ook belangrijke suikers, zowel qua aard als qua omvang. In het TO2-onderzoek is een extractie methode ontwikkeld om mannitol, een laagcalorische suiker, uit zeewier te destilleren.
De kennis die in dit project ontwikkeld is brengt de commerciële toepassingen van zeewier een stap dichterbij. We zijn er echter nog niet. Op dit moment is de teelt van zeewier in West-Europa nog niet concurrerend met de productie in Azië; er zit nog een factor 5 à 6 tussen. Ervaring leert dat een dergelijke kloof overbrugd kan worden door middel van wetenschappelijk en toegepast onderzoek en innovatieve ontwikkelingen.
Daarvoor is het echter wel noodzakelijk dat de procestechnologie om zeewier te verwerken tot de gewenste bestanddelen snel verder ontwikkeld wordt. De uitdaging is om meer euro’s uit een kilo zeewier te krijgen. Daarna pas is opschaling aan de orde. Uiteindelijk zien de onderzoekers van de TO2 instituten kansrijke mogelijkheden voor grootschalige zeewierteelt in de offshore windparken.
De groeiende vraag naar grondstoffen (en de daarmee gepaard gaande prijsstijgingen van b.v., eiwitproducten) gaat samen met een groeiende roep om duurzame biologische producten. Dit rechtvaardigt investeringen in zeewieronderzoek. Zeewier gooit hoge ogen op het gebied van duurzaamheid; het legt geen beslag op ruimte op het land, er is geen zoet water voor nodig, en er hoeft niet bemest te worden. Daarbij is zeewier de laagste trofische niveau; vergelijkbaar met gras. Om zeewierteelt op te schalen met behoud van dit duurzaamheidsimago is nog wel aanvullende onderzoek nodig. Download hier het rapport.
”Zeewier kan in grote hoeveelheden geproduceerd worden. Oogsten tot 35 miljoen ton droge stof per hectares zijn mogelijk en, in combinatie met het grote oppervlakte aan zee dat onze planeet heeft, geeft dit de mogelijkheid dat zeewier een essentiële bijdrage kan leveren aan toekomstige voedsel en energie behoefte” is de conclusie van deze onderzoekinstellingen. Om de combinatie met windmolenparken te benutten zou nu de planvorming voor zeewierteelt in windparken moeten starten.
Zeewier is er in vele soorten en maten, zeewier bevat vele bestanddelen die benut kunnen worden voor voeding, veevoer, biodiesel en bioplastic. De uiteindelijke samenstelling van zeewier hangt sterk af van de wijze waarop het geteeld wordt. Zeewier dat opgroeit in een ruige omgeving met veel stroming en hoge golven zal meer eiwitten bevatten dan dezelfde soort die in rustig water groeit. Zeewier bevat naast eiwitten ook belangrijke suikers, zowel qua aard als qua omvang. In het TO2-onderzoek is een extractie methode ontwikkeld om mannitol, een laagcalorische suiker, uit zeewier te destilleren.
De kennis die in dit project ontwikkeld is brengt de commerciële toepassingen van zeewier een stap dichterbij. We zijn er echter nog niet. Op dit moment is de teelt van zeewier in West-Europa nog niet concurrerend met de productie in Azië; er zit nog een factor 5 à 6 tussen. Ervaring leert dat een dergelijke kloof overbrugd kan worden door middel van wetenschappelijk en toegepast onderzoek en innovatieve ontwikkelingen.
Daarvoor is het echter wel noodzakelijk dat de procestechnologie om zeewier te verwerken tot de gewenste bestanddelen snel verder ontwikkeld wordt. De uitdaging is om meer euro’s uit een kilo zeewier te krijgen. Daarna pas is opschaling aan de orde. Uiteindelijk zien de onderzoekers van de TO2 instituten kansrijke mogelijkheden voor grootschalige zeewierteelt in de offshore windparken.
De groeiende vraag naar grondstoffen (en de daarmee gepaard gaande prijsstijgingen van b.v., eiwitproducten) gaat samen met een groeiende roep om duurzame biologische producten. Dit rechtvaardigt investeringen in zeewieronderzoek. Zeewier gooit hoge ogen op het gebied van duurzaamheid; het legt geen beslag op ruimte op het land, er is geen zoet water voor nodig, en er hoeft niet bemest te worden. Daarbij is zeewier de laagste trofische niveau; vergelijkbaar met gras. Om zeewierteelt op te schalen met behoud van dit duurzaamheidsimago is nog wel aanvullende onderzoek nodig. Download hier het rapport.
2,4 miljoen euro subsidie voor verwerking verbrandingsassen tot grondstoffen
Het Duitse bedrijf Mitteldeutsche Schlacken Union (MDSU) krijgt een subsidie van 2,4 miljoen euro van de provincie Groningen. De subsidie is bedoeld voor de bouw van een installatie voor de verwerking van verbrandingsassen van afvalenergiecentrales, zogenaamde slakken. Met de fabriek kan MDSU metalen en schone bouwstoffen terugwinnen uit slakken. Het bedrijf levert in eerste instantie tien banen op. Op termijn moet het doorgroeien naar twintig tot vijfentwintig arbeidsplaatsen.
Het project sluit goed aan op het beleid van de provincie Groningen op het gebied van de circulaire economie, waarbij afvalstoffen worden omgezet in grondstoffen. Ook geeft het project invulling aan de green deal rond bodemassen. Green deals zijn afspraken van het Rijk en het bedrijfsleven om duurzame energie te stimuleren en energie te besparen. In 2012 spraken de afvalenergiecentrales in Nederland met het ministerie van Economische Zaken af dat vanaf 2017 verbrandingsassen verwerkt worden tot nuttig toepasbare grondstoffen. In 2017 moet 50 procent van de bodemassen gebruikt worden als grondstof en in 2020 100 procent. MDSU is het eerste bedrijf dat met deze afspraak aan de slag gaat. De fabriek komt in Delfzijl te staan, naast de 'energy from waste-centrale' van EEW.
De subsidie komt uit de Regionale Investeringssteun Groningen (RIG 2015). De RIG wordt mogelijk gemaakt door het Ministerie van Economische Zaken, de provincie Groningen, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, Ruimtelijke Economisch Programma en Economic Board Groningen, een organisatie die zich inzet om de economie in het aardbevingsgebied te versterken. De RIG werd in 2014 in het leven geroepen naar aanleiding van het faillissement van een aantal bedrijven in de Eemsdelta. De subsidie is bedoeld om het gebied verder te ontwikkelen en de werkgelegenheid te behouden en vergroten. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland beoordeelt de subsidieaanvragen.
Het project sluit goed aan op het beleid van de provincie Groningen op het gebied van de circulaire economie, waarbij afvalstoffen worden omgezet in grondstoffen. Ook geeft het project invulling aan de green deal rond bodemassen. Green deals zijn afspraken van het Rijk en het bedrijfsleven om duurzame energie te stimuleren en energie te besparen. In 2012 spraken de afvalenergiecentrales in Nederland met het ministerie van Economische Zaken af dat vanaf 2017 verbrandingsassen verwerkt worden tot nuttig toepasbare grondstoffen. In 2017 moet 50 procent van de bodemassen gebruikt worden als grondstof en in 2020 100 procent. MDSU is het eerste bedrijf dat met deze afspraak aan de slag gaat. De fabriek komt in Delfzijl te staan, naast de 'energy from waste-centrale' van EEW.
De subsidie komt uit de Regionale Investeringssteun Groningen (RIG 2015). De RIG wordt mogelijk gemaakt door het Ministerie van Economische Zaken, de provincie Groningen, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, Ruimtelijke Economisch Programma en Economic Board Groningen, een organisatie die zich inzet om de economie in het aardbevingsgebied te versterken. De RIG werd in 2014 in het leven geroepen naar aanleiding van het faillissement van een aantal bedrijven in de Eemsdelta. De subsidie is bedoeld om het gebied verder te ontwikkelen en de werkgelegenheid te behouden en vergroten. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland beoordeelt de subsidieaanvragen.
donderdag 14 juli 2016
Geen windturbine Zenkeldamshoek
Er komt niets meer terecht van het project windturbine op Zenkeldamshoek (Goor). Een meerderheid van de gemeenteraad stemde woensdagavond tegen een motie van PvdA en D66 om het project weer in de benen te helpen.
PvdA en D66 zijn bang dat door het afblazen van de molen de weg wordt geblokkeerd voor andere initiatieven met betrekking tot windenergie.
'Want als we op Zenkeldamshoek geen draagvlak kunnen krijgen, dan kunnen we dat zeker niet op meer kwetsbare gebieden in de gemeente. En daarmee kunnen we een streep zetten door duurzaamheidsplannen', zegt Fred Rijkens van de PvdA tegen Tubantia.
PvdA en D66 zijn bang dat door het afblazen van de molen de weg wordt geblokkeerd voor andere initiatieven met betrekking tot windenergie.
'Want als we op Zenkeldamshoek geen draagvlak kunnen krijgen, dan kunnen we dat zeker niet op meer kwetsbare gebieden in de gemeente. En daarmee kunnen we een streep zetten door duurzaamheidsplannen', zegt Fred Rijkens van de PvdA tegen Tubantia.
Meer laadpalen in Apeldoorn
In Apeldoorn kunnen met extra geld van het Rijk nog eens zestien laadpalen voor elektrische auto's worden geplaatst. Dat meldt De Stentor.
Daartoe sluit de gemeente een overeenkomst met de landelijke overheid. Apeldoorn krijgt dan 48.000 euro van het Rijk.
Inwoners van Apeldoorn met een elektrische auto kunnen vervolgens een verzoek om een laadpaal indienen.
Daartoe sluit de gemeente een overeenkomst met de landelijke overheid. Apeldoorn krijgt dan 48.000 euro van het Rijk.
Inwoners van Apeldoorn met een elektrische auto kunnen vervolgens een verzoek om een laadpaal indienen.
Bijna helft van zonnepark Apeldoorn verkocht
Van de 2100 zonnepanelen die er in totaal beschikbaar zijn op het zonnepark op bedrijventerrein Ecofactorij in Apeldoorn, zijn er inmiddels 931 verkocht. Gemiddeld hebben consumenten elf panelen per persoon gekocht.
Het gaat om het grootste zonnepark van Apeldoorn, die komt te liggen op het dak van het bedrijf Oosterberg aan de IJsseldijk.
Een ZonDeel, zoals de panelen worden genoemd, kost 335 euro.
Het gaat om het grootste zonnepark van Apeldoorn, die komt te liggen op het dak van het bedrijf Oosterberg aan de IJsseldijk.
Een ZonDeel, zoals de panelen worden genoemd, kost 335 euro.