Pagina's

donderdag 30 juni 2016

Evaluatie Green Deals: succesvolle aanjager groei en vergroening economie

De Green Deal-aanpak van het kabinet is een succes. Green Deals jagen economische groei aan, leiden tot energiebesparing en tot een toename van het gebruik van hernieuwbare energie en dragen bij aan een schoner milieu. Dat blijkt uit de evaluatie die vandaag door minister Kamp van Economische Zaken (EZ) mede namens minister Blok voor Wonen en Rijksdienst (WR) en staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu (IenM) aan de Kamer is gestuurd. Hieruit blijkt dat dankzij meer dan tweehonderd Green Deals, duizenden woningen en bedrijven energiezuiniger zijn gemaakt, vervoer schoner is geworden en tienduizenden Nederlanders hernieuwbare energie vanuit restwarmtenetten of duurzaam opgewekte elektriciteit hebben gekregen.

Minister Kamp: “De Green Deal-aanpak brengt innovatieve bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden bij elkaar. De afspraken helpen partijen om obstakels voor duurzame plannen weg te nemen en deze initiatieven uit te voeren. Zo helpen de Green Deals bij de doelstellingen uit het Energieakkoord voor energiebesparing en vermindering van CO2- uitstoot. Ook dragen ze bij aan economische groei doordat innovatie sneller tot stand komt en producten sneller in de markt kunnen worden gezet.”

Green Deals zijn afspraken tussen de Rijksoverheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden. Deze werkwijze brengt de creativiteit, kennis en kunde van bedrijven, Rijksoverheid, medeoverheden en andere organisaties bijeen. Hierdoor krijgen innovatieve plannen vanuit de samenleving de ruimte en worden knelpunten in wet- en regelgeving weggenomen. De plannen worden gemaakt op het gebied van energie, mobiliteit, biodiversiteit, water, grondstoffen, klimaat, voedsel, bouw en biobased economy. Voorbeelden zijn nieuwe energiebesparingstechnieken, efficiënt watergebruik, duurzaam vervoer, alternatieve bouwmaterialen of bestendige productiesystemen in de landbouw.

Door Green Deals worden in onder meer Dordrecht, Nijmegen, Purmerend en Rotterdam restwarmtenetten gerealiseerd. Deze netten leveren energie voor het verwarmen van woningen of bedrijven en zorgen voor warm kraanwater.

In Purmerend produceert een biowarmtecentrale jaarlijks 936.000 gigajoule (GJ) duurzame warmte en warm kraanwater door het verbranden van houtsnippers uit regulier onderhoud van bossen en landschap. Dit komt neer op 80 procent van de warmtebehoefte van Purmerend waar zestigduizend inwoners en duizend bedrijven zijn gevestigd. In Nijmegen zijn door een Green Deal inmiddels vierduizend woningen rechtstreeks aangesloten op een restwarmtenet. De komende jaren volgen nog eens tienduizend huizen.

Op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving zijn ook verschillende Green Deals gesloten. In de provincie Overijssel zijn bijvoorbeeld 8.700 woningen verduurzaamd, zodat het energieverbruik door de huishoudens sinds 2010 met ruim drie petajoule (PJ) is verminderd. Ook zijn twintig Utrechtse schoolgebouwen energiezuiniger gemaakt, waardoor zij jaarlijks 72.500 m3 gas per jaar besparen.

Diverse Green Deals richten zich op het verduurzamen van mobiliteit zoals busvervoer en het stimuleren van het elektrisch autorijden. De provincie Utrecht heeft bijvoorbeeld afgesproken dat alle bussen voor stads- en streekvervoer en vuilnisvoertuigen in de provincie elektrisch aangedreven gaan worden de komende jaren. Ook is de concessiewetgeving voor busvervoer aangepast, zodat een concessie om het openbaar vervoer te mogen uitvoeren verlengd kan worden  van 8-10 naar 12-15 jaar. Op die wijze wordt het aantrekkelijker om te investeren in innovatieve infrastructuur.

De volledige evaluatie is te vinden in de bijgevoegde Kamerbrief ‘Aanbieden beleidsevaluatie Green Deals’. De evaluatie bestaat uit vier delen die zijn uitgevoerd door de Kwink Groep, het Planbureau voor de Leefomgeving, de Green Deal Board zelf en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Informatie over alle Green Deals staat op www.greendeals.nl.

De Green Deal aanpak heeft inmiddels navolging gekregen in de zorg (Health Deals), bij de versterking van de economische positie van steden (City Deals) en bij het ontwikkelen van winkelgebieden (Retail Deals). Ook vanuit Europa is volop interesse voor deze aanpak waarbij de Rijksoverheid duurzame initiatieven faciliteert en partijen actief bij elkaar brengt.

Groningen wil meer grote windmolens

De provincie Groningen overweegt veel meer grote windmolens. In de Voorjaarsnota staat dat grootschalige windparken nodig zijn om meer duurzame energie op te wekken.

De provincie heeft zich verplicht om in 855 megawatt windenergie te gaan leveren met molens die op het vasteland staan. Maar dat is niet voldoende.

De gedeputeerde Nienke Homan is in gesprek met gemeenten en organisaties om de bereidheid te peilen om meer windmolens te plaatsen, meldt RTV Noord.

Ex-NAM'ers met contra-expertisebureau

Drie voormalig NAM-freelancers hebben een contra-expertisebureau opgericht. Dat meldt RTV Noord.

Hun bedrijf ProContrast, gevestigd in Onderdendam, wil gedupeerde Groningers bijstaan in het proces van contra-expertise. Voor de NAM verhielpen ze complexe schades aan woningen en bedrijfspanden.

Hogeschool Rotterdam benoemt Haico van Nunen tot lector Duurzame renovatie

De bestaande bouw vormt de grootste uitdaging op het gebied van de bouw. De bestaande woningvoorraad is aan verduurzaming toe. 90% van de huidige woningen zal in 2050 nog steeds bestaan, ook in Rotterdam. De opgave is om te zorgen dat deze woningen aangepast worden aan de vraag van de toekomst. Met de benoeming van dr.ir. Haico van Nunen tot lector Duurzame Renovatie levert Kenniscentrum Duurzame HavenStad van Hogeschool Rotterdam een structurele bijdrage aan dit vraagstuk door samen met docenten en studenten onderzoek te doen en aanpakken te ontwikkelen.

Met de benoeming van Haico van Nunen tot lector Duurzame Renovatie levert Kenniscentrum Duurzame HavenStad van Hogeschool Rotterdam een structurele bijdrage aan dit vraagstuk door samen met docenten en studenten onderzoek te doen en aanpakken te ontwikkelen.

Met de aanscherping van politieke doelen (CO2 reductie in 2050) voor ogen, wordt de noodzaak tot verduurzaming onontkoombaar. Daarbij gaat duurzaamheid verder dan energie, het materiaalgebruik bepaalt in grote mate de duurzaamheid van een gebouw. Alle oplossingen die nu gerealiseerd worden moeten niet alleen bijdragen aan energiebesparing, maar ook op een efficiënte manier met materialen omgaan. Het waarderen van het bestaande is daarbij van belang.

Momenteel betreft 50% van de omzet in de woningbouw woningverbetering; dat gaat toenemen tot wel 70%. Rotterdam kan als voorbeeld dienen om tot opschaling van duurzame renovatie te komen. Met 300.000 woningen vormt de bestaande Rotterdamse woningvoorraad een belangrijk ingrediënt in die verduurzamingstransitie. De noodzakelijke opschaling gecombineerd met nieuwe vraagstukken rondom duurzaamheid, betaalbaarheid, en individualiteit zorgt ervoor dat veel van de op te leiden mensen in de bestaande bouw aan het werk zullen gaan.

Bij de opleidingen Bouwkunde en Academie van Bouwkunst aan Hogeschool Rotterdam is de bestaande bouw onderdeel van het curriculum. In het onderwijsprogramma komt de bestaande bouw meer naar voren en er gaat een minor renovatie van start. Met de juiste kennis over renoveren, vanuit product, proces, financiën, communicatie en samenwerking geeft het onderzoek van Van Nunen een impuls aan de duurzame havenstad. Het onderzoek, dat ondersteund wordt door BouwhulpGroep, vindt plaats binnen de kaders vanuit de ontwikkelende kant (product, proces en samenwerking) en vanuit de vraagzijde (duurzaamheid, betaalbaarheid en individuele kwaliteit) en valt onder de onderzoekslijn Opschaalbare energieneutrale renovatie.


Nieuwe voorzitter voor Windpark Oostermoer

Bert Kruit uit Gasselternijveenschemond wordt de nieuwe voorzitter van de Vereniging Windpark Oostermoer. Hij volgt Hans Mentink op, die vertrekt nadat het bestuur het vertrouwen in hem had opgezegd.

Mentink maakte zich de afgelopen vijf jaar sterk voor de komst van zestien windmolens bij Gieterveen. Dat plan ligt nu ter inzage bij het ministerie van Economische Zaken.

woensdag 29 juni 2016

Provincie wil meer waterstofbussen

Er moeten straks meer waterstofbussen rijden in de provincie. Daarvoor heeft de provincie Groningen samen met de provincie Zuid-Holland en vervoersautoriteit MRDH een intentieverklaring ondertekend, tijdens de TenT-dagen in Rotterdam. De ondertekening is een nieuwe stap in de verduurzaming van het busvervoer: van diesel naar nul uitstoot.

De samenwerking tussen de provincies en MRDH geeft mede invulling aan het bestuursakkoord van april dit jaar tussen het Rijk en 14 opdrachtgevers in het open vervoer, om vanaf 2026 alleen nog gebruik te maken van bussen die geen CO2 uitstoten. Waterstofbussen spelen hierbij een belangrijke rol, vooral in gebieden buiten de stad.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu ondersteunt de samenwerking van de drie provincies en de MRDH, als onderdeel van haar beleid zoals vastgelegd in de Brandstofvisie met Lef. Met de ondersteuning van het ministerie vraagt het samenwerkingsverband om financiële ondersteuning van de Europese Unie, die waterstof ziet als een geschikte brandstof om bussen duurzamer te maken. Hiervoor worden vanuit Brussel in 2017 enkele tientallen miljoenen beschikbaar gesteld. 

De bedoeling is om vanuit Europa voor 100 bussen financiële ondersteuning te bieden. Door in te zetten op een uitbreiding van het aantal waterstofbussen, verwachten de provincies en MRDH dat de aanschafkosten voor de bussen en kosten voor waterstof en de benodigde infrastructuur naar beneden gaan. Dit moet een belangrijk obstakel wegnemen in de verdere marktontwikkeling van dit type bussen dat geen CO2 uitstoot.

'Smart grid niet goed afgestemd op burgers'

Smart Grids (intelligente energienetten) in woonwijken kunnen nog succesvoller worden als de gebruikersinteractie sterk verbetert. Daarvan is prof. Angèle Reinders (Sustainable Energy & Design) van de Universiteit Twente overtuigd. Ze ontvangt voor haar project Co-Evolution of Smart Energy Products and Services (CESEPS) 1,7 miljoen om dit vraagstuk te onderzoeken. In de energietransitie kunnen slimme product-dienst combinaties, zoals het laden van elektrische voertuigen (e-bikes en auto’s) wanneer zonnestroom beschikbaar is, namelijk een belangrijke rol spelen. Uit evaluaties van smart grid proeftuinen (woonwijken) in Nederland en Oostenrijk bleek dat de focus nog te veel op technologie ligt. De gewone burger begrijpt er soms maar weinig van.

Het energiesysteem in Nederland verandert radicaal. De gebouwde omgeving speelt een belangrijke rol in de transitie naar een totale duurzame energievoorziening. In woonwijken wordt veel energie gebruikt én opgewekt en worden nieuwe technologieën aan elkaar gekoppeld. Bij deze decentrale energieopwekking worden met hulp van smart grids en ICT-voorzieningen vraag en aanbod lokaal op elkaar afgestemd.

Een smart grid is in feite een energienet waaraan een meet- en regelsysteem is toegevoegd. Hiermee kan de vraag van de consument afgestemd worden op het aanbod van diverse energiebronnen. Wanneer bijvoorbeeld een huis een energieoverschot produceert, kan de overgebleven energie doorgesluisd worden naar andere woningen in de buurt. Nederland kent diverse proeftuinen, zoals in Groningen (PowerMatching City), Heerhugowaard en een tiental andere gemeenten. “Een deel van deze pilots wordt geëvalueerd, evenals soortgelijke projecten in Oostenrijk”, vertelt Angèle Reinders.

Het onderzoek binnen CESEPS vindt plaats op het snijvlak van energiestudies en industrieel ontwerpen. Reinders: “We onderzoeken hoe eindgebruikers in de praktijk het ontwerp van energiesystemen en -producten ervaren. Het bleek dat veel energieprojecten vooral met een technische scope zijn opgezet. Mensen kunnen bijvoorbeeld hun vaatwasser of droger zo programmeren dat deze ingeschakeld worden bij aanbod van duurzame energie of als de prijs van elektriciteit op het net laag is. De interfaces zijn echter nog te vaak een ver-van-mijn-bed show. Mensen zien een mooi grafiekje, maar dan? In de proeftuinen hebben bewoners een soort schil om hun woning van allerlei energietechnologieën die automatisch functioneren, maar is er nauwelijks invloed op de eigen energie-efficiënte. In dit project ontwikkelen we een totaalplaatje dat goed past bij menselijk gedrag. We kijken naar gebruikerservaringen, energiemetingen en nieuwe energieproducten en -diensten.”

Reinders is zeker groot voorstander van de transitie naar Smart Grids en duurzame energie. “Want energieopwekking door zonne-energie en windenergie is onregelmatig en onvoorspelbaar. Maar oude netwerken zijn niet goed voorbereid op een groot aanbod van duurzame energie en kunnen de pieken niet goed verwerken. Je hebt dus een Smart Grid nodig om die pieken te spreiden en storingen op het netwerk te voorkomen.”

OVER CESEPS
CESEPS is één van de drie door wetenschapfinancierder NWO gefinancierde projecten in het Europese samenwerkingsprogramma ERA-Net Plus Smart Grids. In Nederland is in totaal ca. 2,7 miljoen euro beschikbaar voor het aanstellen van onderzoekers in transnationale projecten. Een derde hiervan gaat naar CESEPS. De verschillende onderzoeken zijn gericht op het ontwikkelen van Smart Grids in de context van stakeholders, technologie en markten.
Reinders leert veel van de samenwerking met Oostenrijkse collega’s. “Nederland is een van de hekkensluiters in Europa qua aandeel duurzame energie, slechts 5,5 %. Zon- en windenergie worden marginaal toegepast. In Oostenrijk is het liefst 75% procent, mede doordat er veel waterkracht, wind en zon is. In sommige gebieden in Oostenrijk wordt zelfs 100% duurzaam opgewekt. In Nederland willen we vooral meer verduurzamen, zij zijn juist bezig met het managen en stabiel maken van vraag een aanbod. Het zijn twee verschillende werelden. Om deze samen te brengen is een interessante, maar zeker niet onmogelijke uitdaging.”

Stedin test slim energiesysteem in proeftuin Hoog Dalem

In de all-electricwijk Hoog Dalem in Gorinchem doen bijna 50 huishoudens mee aan de test van een slim energiesysteem, waardoor ze zelf opgewekte energie gebruiken en tegelijkertijd een piek in hun energieverbruik voorkomen. Het systeem dat dit alles mogelijk maakt, USEF (Universal Smart Energy Framework), is onlangs aangesloten in deze wijk.

De 50 huishoudens in de Gorinchemse wijk kunnen zelf energie opwekken en opslaan, want ze hebben de beschikking over zonnepanelen en een accusysteem. Voor verwarming en warm water maken ze gebruik van een elektrische warmtepomp. In hun meterkast hangt hun ‘in-homeautomatisering’. Dit slimme energiesysteem geeft aan wanneer de accu’s moeten gaan opladen en ontladen, zodat het energienet minder belast wordt. David Peters, directeur Strategie van Stedin: ,,Er is nog weinig kennis over het gebruik van accu’s in combinatie met zonnepanelen in all-electric wijken. Wat levert het concreet op als de consument meer kan sturen met zijn eigen opwek, opslag en verbruik? De meetdata van deze wijk zijn daarom van grote waarde voor de toekomst van ons energiesysteem.”

Nederland wordt steeds duurzamer. Energiebronnen, zoals zon en wind, worden steeds belangrijker op de energiemarkt. Deze energiebronnen hebben we echter niet in de hand. Soms waait het niet of leveren zonnepanelen op een zonnige dag zoveel stroom dat het net het niet aankan. USEF, het systeem dat op de achtergrond ‘draait’ in Hoog Dalem, spreidt de lokale energievraag en –aanbod, in dit geval met het gebruik van accu’s. USEF maakt op basis van de weersverwachting een prognose voor het elektriciteitsbehoefte van de dag erna; bepaalt op basis daarvan wanneer de accu’s worden geladen en wanneer, bijvoorbeeld, welke wasmachine of vaatwasser aangaat. Zo kunnen de pieken en dalen worden afgezwakt en kan het netwerk worden ontzien, zonder inbreuk op het comfort van de bewoners. Zij hebben via een web-portal de randvoorwaarden van hun deelname kenbaar gemaakt, zoals hoe laat ze uiterlijk willen dat hun afwas klaar is.

Alle bewoners van Hoog Dalem zijn actieve deelnemers aan het project. Voorafgaand aan de test is er een nulmeting gedaan. Peters: “Deelnemers doen vooral mee om het pionieren en om inzicht te krijgen in hun energieverbruik en hun steentje bij te dragen aan een duurzamer Nederland. Ze willen graag duidelijke informatie over het project en inzicht in wat het hen oplevert.” Er zijn verschillende bijeenkomsten geweest en ook in september, na de eerste test met USEF, staat er een gepland. Onderwerp van gesprek is dan het gebruik van eigen zonne-energie tijdens de afgelopen zomer en de mogelijkheid dit met accu’s te verdelen over de dag.

dinsdag 28 juni 2016

'Rem op groei zonnepanelen in de stad'

Onzekerheid over de salderingsregeling remt de groei van het aantal zonnepanelen in Amsterdam. Die waarschuwing doet wethouder Abdeluheb Choho (Duurzaamheid) maandag in een brief aan minister Henk Kamp (Economische Zaken).

De salderingsregeling houdt in dat ongebruikte en aan het elektriciteitsbedrijf doorgeleverde zonne-energie afgetrokken wordt van de stroom die daar na het invallen van de duisternis wordt afgenomen. Daarover wordt dan geen energiebelasting gerekend. De regeling wordt mogelijk per 2020 versoberd.

Choho benadrukt dat salderen 'hét fundament' is onder de snelle stijging van het aantal zonnepanelen in de laatste jaren.

Technologie speelt grote rol bij veilige modernisering kerncentrales

Een Atos-team van experts in de nucleaire industrie is van 28 tot en met 30 juni aanwezig op de World Nuclear Exhibition (WNE) in Parijs. Hier gaan zij met bezoekers in gesprek over het thema ‘Kernenergie in het digitale tijdperk’. Deze experts, werkzaam voor Atos Worldgrid - een toonaangevende speler in de markt van smart energy - gaan in op de vraag hoe digitale oplossingen een industrie kunnen ondersteunen bij het vinden van een evenwicht tussen continuïteit en verandering, zonder hierbij afbreuk te doen aan de veiligheid. Een aantal onderwerpen komt aan bod: Instrumentation & Control, Asset Lifecycle Management, Cybersecurity en Bescherming tegen Radioactieve straling. Bezoekers krijgen hierover alles te horen bij Atos-stand M74.

Als het aankomt op veiligheid, is zorgvuldige voorbereiding en controle noodzakelijk en mag er geen sprake zijn van fouten. Nu de levensduur van kerncentrales wereldwijd toeneemt, betekent dit dat de juiste expertise nodig is om ervoor te zorgen dat modernisering en vervanging van verouderde systemen in goede banen wordt geleid en ook volgens de nieuwste regelgeving. Tijdens zo’n transitie moet zowel de productiviteit als de veiligheid van kerncentrales voor 100 procent zijn gewaarborgd. Atos heeft veel ervaring in de nucleaire industrie en is partner van vele toonaangevende partijen wereldwijd.

Eén van deze partijen is EDF Energy, de grootste producent in het Verenigd Koninkrijk van elektriciteit met een lage CO2-uitstoot. EDF Energy, eigendom van de EDF Group, heeft Atos ingeschakeld om leiding te geven aan de migratie en modernisering van al haar Data Processing en Control-systemen (DPCS)*. Atos was hierbij verantwoordelijk voor het volledige ontwerp en de selectie van vervangende technologieën. Zo tekende zij voor het implementatieprogramma en de oplevering van een vernieuwde infrastructuur bij kerncentrale Dungeness B in het Verenigd Koninkrijk. Deze migratie voerde zij uit terwijl de operationele activiteiten in de kerncentrale ongestoord konden doorgaan. Zowel bestaande als vervangende systemen draaiden parallel aan elkaar, waardoor het proces tijdens de omschakeling op de nieuwe infrastructuur niet verstoord hoefde te worden.

Als onderdeel van de overeenkomst tekende Atos voor de bouw, het testen en het in het gebruik nemen van het nieuwe systeem. Dit systeem is ontworpen om te voldoen aan de specificaties van EDF Energy en om de dagelijkse operatie van de kerncentrale te ondersteunen. Deze specificaties zorgen ervoor dat strikte nationale en internationale standaarden kunnen worden nageleefd. Atos werkte nauw samen met de ontwerpers van EDF Energy om de benodigde kwaliteit te realiseren. Hierbij speelden trainingen voor medewerkers in controlekamers een belangrijke rol. Atos zorgde ervoor dat de nieuwe systemen ruim voor de transitie volledig waren geïntegreerd met de simulator environment. Dit betekent dat iedereen die te maken kreeg met de veranderingen van tevoren volledig vertrouwd zou raken met de nieuwe systemen en interfaces.

Voor niets gaat de zon op

Op donderdag 23 juni stak Essent in het bijzijn van wethouder Eric van der Burg de spreekwoordelijke stekker in het stopcontact van de 250 zonnepanelen die het energiebedrijf in samenwerking met Energiewacht bij wijze van donatie op het dak van het Friendship Sports Centre heeft geplaatst.

Essent en het Friendship Sports Centre hebben beide een maatschappelijke voorbeeldfunctie. Het Centre als enige sportcentrum in Europa volledig ingericht voor kinderen en jongeren met een beperking en Essent als een van de grootste producenten van groene stroom. De 250 geplaatste zonnepanelen zijn een aanloop naar het doel een volledig op zonne-energie draaiend sportcomplex te worden. Maar daar stopt de ambitie niet.

Het Friendship Sports Centre wil een stimulerende factor zijn voor ondernemers die ook graag gebruik willen maken van duurzame energie, maar daar zelf geen ruimte voor hebben. Voor die ondernemers stelt het Centre haar dak ter beschikking.

Provincie doet aanbesteding voor 2.000 slimme laadpunten

De provincie Noord-Brabant doet een aanbesteding voor 2.000 slimme laadpunten, te realiseren vanaf begin 2017. Hiermee groeit het aantal publieke en semipublieke laadpunten in Noord-Brabant naar meer dan 4.340. Via de aanbesteding stimuleert de provincie ook de innovatie van het elektrisch laden.

De aanbesteding is een onderdeel van het stapsgewijs uitbreiden van de infrastructuur voor elektrisch rijden in Noord-Brabant. In 2020 moeten er in de provincie 12.000 publieke of semipublieke laadpunten zijn om een groei naar 100.000 elektrische voertuigen mogelijk te maken. Momenteel zijn er in de provincie ongeveer 18.500 elektrische voertuigen.

Deze nieuwste generatie aan laadpunten bouwt voort op succesvolle experimenten met een vrije keuze van energieleverancier. De nieuwe laadpunten zijn allemaal geschikt voor het laden van lokaal opgewekte duurzame energie. Dat betekent dat een automobilist zijn auto onderweg in Brabant kan opladen met energie van zijn eigen zonnepanelen. De provincie eist verder bij de aanbesteding dat de data en software openbaar zijn en dat de winnende marktpartij dienstverlening door andere bedrijven op zijn laadpunten toestaat. Zo zal de markt nieuwe service en dienstverlening blijven ontwikkelen. Het eigendom, de realisatie en de exploitatie van de laadpunten komen geheel bij de marktpartij te liggen.

De provincie stimuleert elektrisch rijden omdat dit de uitstoot van broeikasgassen vermindert en de economische ontwikkeling versterkt. De provincie werkt nauw samen met netbeheerder Enexis, vanwege de impact van het elektrisch rijden op het energienet. De langdurige inzet van Brabantse overheden, bedrijven en kennisinstellingen op slim laden hebben een innovatief klimaat gecreëerd. Die innovatiekracht maakt het mogelijk om de elektrische auto’s te laden met lokaal duurzaam opgewekte energie. Daarmee neemt de milieubelasting af.

De provincie start eind juli 2016 de aanbesteding en voert die ook voor de provincie Limburg uit. In Limburg worden 480 laadpunten gerealiseerd, verdeeld over 240 laadpalen.
 

Programma FLOW levert significante bijdrage aan 20% kostenreductie wind op zee

Far en Large Offshore Wind (FLOW) is een vijfjarig R&D innovatieprogramma dat in 2010 van start ging. Vandaag presenteert Peter Terium, voorzitter van FLOW en CEO van RWE International SE, de resultaten van dit innovatieprogramma op de Nationale Winddagen in Rotterdam. De resultaten van FLOW zijn aansprekend te noemen. De doelstelling van het programma, het leveren van een significante bijdrage aan 20 % kostenreductie voor wind op Zee in de periode 2010 - 2015, is ruimschoots gehaald. Wegens succes wordt er nu een vervolg programma opgestart, GROW genaamd. De missie van GROW is het verder naar beneden brengen van de kosten van offshore wind, tot zeven eurocent per kWh in 2030.

Voor een duurzame energievoorziening kan Nederland niet zonder wind op zee. Om de kosten van energie uit wind op zee concurrerend te maken met fossiele brandstoffen is het noodzakelijk deze jonge windenergietechnologie kosten-effectiever te maken. Peter Terium: “Het is goed om te zien dat er nu internationale afspraken gemaakt worden over planning en aanleg tussen de verschillende “Noordzee-landen” om windturbines op zee te bouwen. De drie pijlers voor een succesvolle en kosten efficiënte implementatie zijn wat ons betreft namelijk: investeringszekerheid, de zekerheid dat de windparken op zee aangesloten kunnen worden op het elektriciteitsnet en een duidelijke planning. Met deze voorwaarden kun je de markt zijn gang laten gaan.”

De doelstelling van FLOW sluit hier heel mooi op aan. Dit was het leveren van een significante bijdrage aan 20% kostenreductie voor wind op zee in de periode van 2010 tot 2015. Waarbij ook altijd gekeken werd naar het terugdringen van risico’s – waar bedrijven immers nerveus van worden - en versnelling in de bouw van wind op zee.

Hoewel FLOW een zuiver technologisch innovatieprogramma was, heeft het wel degelijk ook invloed gehad op beleid, op supply chain en financiering. Zo heeft het kostenmodel van FLOW een impuls gegeven aan de kwantificering en onderbouwing van voorgestelde beleidsaanpassingen. We konden als sector laten zien dat het kostenreductie oplevert als de voorbereidingen en studies in één hand gehouden worden. Bij de tender van Borssele 1 en 2 is dit al in de praktijk gebracht. De overheid voert nu alle studies uit voorafgaand aan een vergunning. En er is in de wet opgenomen dat er maar één netbeheerder op zee wordt aangewezen.

Elektriciteitsproductie uit steenkool opnieuw hoger

De productie van elektriciteit uit steenkool is vorig jaar opnieuw gestegen. In 2015 werd in ons land 39 miljard kWh aan elektriciteit opgewekt uit steenkool, 35 procent meer dan het jaar daarvoor. Het is het vierde jaar op rij dat de elektriciteitsproductie uit steenkool toenam. De productie van elektriciteit uit wind groeide ook. Dat meldt CBS.

De elektriciteitsproductie nam in 2015 met bijna 7 miljard kWh toe tot 110 miljard kWh. De productie van elektriciteit uit steenkool bereikte vorig jaar het hoogste niveau sinds 1990. De productie van elektriciteit uit aardgas daalde daarentegen met ruim 9 procent tot 46 miljard kWh, het laagste niveau sinds 1996. Het verbruik van elektriciteit bleef nagenoeg onveranderd op 118 miljard kWh.

Sinds 2013 zijn enkele nieuwe kolencentrales in gebruik genomen. Daarnaast zijn producentenprijzen voor steenkool gedaald, deze lagen in 2015 een kleine 40 procent onder het niveau van 2011. Ook de prijs van aardgas is gedaald, maar minder. Die was in 2015 iets meer dan 10 procent lager dan in 2011.

Ook is er sinds 2013 minder biomassa gestookt. In dat jaar liepen de MEP-subsidies (gedeeltelijk) af. In plaats van biomassa hebben de elektriciteitscentrales meer steenkool ingezet.

De totale elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen groeide met bijna 6 procent naar 89 miljard kWh. Het deel van elektriciteit dat uit fossiele brandstoffen wordt gemaakt, kwam daarmee in 2015 op 81 procent, een fractie lager dan in 2014.

De productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen als wind en zon steeg van 11,7 miljard kWh in 2014 naar 13,7 miljard kWh in 2015. Vooral de productie van elektriciteit uit wind droeg bij aan deze stijging. Voor het eerst sinds 2012 nam de bijdrage van hernieuwbare elektriciteit aan de totale elektriciteitsproductie in Nederland toe. Het aandeel van hernieuwbare elektriciteit in de totale elektriciteitsproductie bedroeg 12,4 procent in 2015. In 2014 was dat nog 11,3 procent.

De toename van de totale elektriciteitsproductie hangt samen met de groeiende vraag naar elektriciteit uit het buitenland. De export steeg met bijna 4 miljard kWh en was vooral bestemd voor België. Nederland exporteerde in 2015 ruim 13 miljard kWh naar België, 40 procent meer dan het jaar ervoor. De toegenomen vraag uit België komt mede door het stilleggen van kernreactoren. Verder werd er 2 miljard kWh minder elektriciteit geïmporteerd. 




 

maandag 27 juni 2016

Eerste electric-only vaarroute Noord-Nederland geopend

Elektrische sloepjes, SUPpers en kanoërs openden op vrijdag 24 juni de eerste electric-only route van Fryslân. De nieuwe vaarroute, gelegen tussen Heeg en Oudega is uitsluitend bedoeld voor elektrisch aangedreven of hybride sloepen. Gedeputeerde Michiel Schrier noemt de route een aanwinst voor de watersporter die houdt van fluisterstil varen. Hij hoopt dat het elektrisch varen in Fryslân daarmee een boost krijgt.

Bij de brug in Oudega onthulden gedeputeerde Michiel Schrier en wethouder Maarten Offinga het bord waarop de route staat aangeduid. De loopt vanaf Heeg over de Idsegeasterpoel naar Oudega en via de Ringwiel en de Sânmar weer terug naar Heeg. Het is de eerste route in Noord-Nederland waar uitsluitend elektrisch aangedreven of hybride sloepen en/of zeilboten mogen varen. Provincie Fryslân en gemeente Súdwest-Fryslân hebben bruggen en duikers verhoogd, vaarten gebaggerd en enkele nieuwe aanlegsteigers geplaatst.

De opening werd gecombineerd met de start van de SUP11merentocht. SUPpen staat voor Stand Up Paddling. Een populaire vorm van watersport waarbij je op een plank al peddelend door het water gaat. Dit weekend worden er vanuit Oudega allerlei wedstrijden en toertochten georganiseerd.

De electric-only routes zijn onderdeel van het voormalig Friese Merenproject. Vijftien jaar lang werkte de Provincie Fryslân met gemeenten en andere partijen aan het aantrekkelijker maken van de watersport in Fryslân. In 2016 en 2017 worden de laatste projecten opgeleverd.

Ondersteuning voor energie-initiatieven in Eindhoven

Steeds meer particuliere woningeigenaren treffen maatregelen om hun huis energiezuinig te maken. Partijen die woningeigenaren stimuleren om (samen) aan de slag te gaan, kunnen in Eindhoven ondersteuning krijgen bij het opzetten en uitvoeren van een project.

Denk daarbij aan onder andere wijkverenigingen, verenigingen van eigenaren, lokale energiecoöperaties en ketens van bedrijven. Zij kunnen een beroep doen op een regionale ondersteuningsregeling waarbij financiering mogelijk is voor de inzet van een of meerdere deskundigen.

Zij kunnen bijvoorbeeld een communicatiespecialist, een technisch deskundige of een financieel deskundige inhuren om een energiebesparingsproject voor bestaande koopwoningen in een buurt, wijk of gemeente van de grond te krijgen. Het gaat hierbij heel nadrukkelijk niet om budget voor het treffen van maatregelen.

Meer informatie over de regionale ondersteuningsregeling en over de actuele energiesubsidies is te vinden op www.hoebespaarikenergie.info onder het kopje Subsidies. 

Zon zoekt Drent

Op maandag 4 juli vanaf 19:30 uur organiseert de gemeente Assen samen met het Drents Energieloket de bijeenkomst Zon zoekt Drent in het stadhuis.

Tijdens deze avond is er aandacht voor de zonnekaart van Assen en financieringsmogelijkheden voor zonnepanelen en zonneboilers. Verder krijgt u tips hoe aan de slag te gaan met de aanschaf van zonnepanelen of een zonneboiler.

Op de bedrijvenmarkt kunnen bedrijven u adviseren over de aanschaf van zonnepanelen en zonneboilers. Ook kunt u rechtstreeks vragen voorleggen aan het Drents Energieloket, ervaringsdeskundigen, en eventueel een plaatselijk Buurkracht team of plaatselijke energie coöperatie.

zaterdag 25 juni 2016

'Verlaging gaswinning goede stap, maar nog veel onzekerheden'

Het besluit van minister Henk Kamp om de gaswinning in Groningen te verlagen van 27 naar 24 miljard kuub per jaar is een stap in de goede richting. Dat laat gedeputeerde Eelco Eikenaar weten in een eerste reactie. Hij wijst ook op de onzekerheden die er nog zijn. Het nieuwe niveau van gaswinning geldt voor de komende vijf jaar.

Gedeputeerde Eikenaar: "Ik ben blij dat de gaskraan een beetje verder dichtgaat. Wel vind ik het teleurstellend dat er een winningsperiode van vijf jaar wordt voorgesteld, zeker gezien de vele onzekerheden die er nog bestaan rondom de winning. Het risico op aardbevingen blijft. Er is echt meer nodig om rust te brengen in de Groninger samenleving en ondergrond."

vrijdag 24 juni 2016

Gaswinning Groningen verlaagd tot 24 miljard kubieke meter

De gaswinning uit het Groningenveld wordt de komende vijf jaar beperkt tot 24 miljard kubieke meter per jaar. Er wordt gestreefd naar een zo vlak mogelijke winning met zo min mogelijk fluctuaties. Enkel in koude winters en indien strikt noodzakelijk mag extra gas worden geproduceerd. Dit is de kern van het ontwerpbesluit gaswinning Groningen dat minister Henk Kamp van Economische Zaken vandaag presenteerde. Het kabinet volgt hiermee de adviezen van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), Gasunie Transport Services (GTS), Technische commissie bodembeweging (Tcbb), de Mijnraad, provincies, gemeenten en waterschappen.

Minister Kamp: ‘We hebben besloten de gaskraan verder dicht te draaien naar 24 miljard kubieke meter per jaar. Het vaststellen van dit nieuwe, lagere productieniveau sluit aan bij de aanpak van de afgelopen jaren om de veiligheidsrisico’s en de schade voor de Groningers zoveel mogelijk te beperken. Deze aanpak werkt: het aantal bevingen en de zwaarte ervan is significant gedaald. Met dit besluit is de gaswinning sinds het aantreden van het kabinet in 2012 gehalveerd. In combinatie met het uitvoeren van de benodigde versterking van gebouwen, hopen we zo bij te dragen aan het herstel van vertrouwen van Groningers en een verhoogd gevoel van veiligheid.”

SodM geeft in haar advies aan dat door eerdere ingrepen in de gaswinning, het aantal aardbevingen en de zwaarte ervan significant is afgenomen. SodM verwacht dat door het productieniveau te verlagen naar 24 miljard kubieke meter per jaar en het vermijden van schommelingen in de gaswinning, het aantal aardbevingen zal afnemen. Een verdere verlaging van het productieniveau acht SodM onverstandig, omdat dan in koude winters de kans op schommelingen en daarmee de kans op aardbevingen juist zou toenemen.

Landelijke netbeheerder GTS stelt dat bij een productieniveau van 24 miljard kubieke meter per jaar, de leveringszekerheid voor Nederland in een gemiddeld jaar is gedekt. In het geval van een koudere winter dient wel maximaal 6 miljard kubieke meter aan extra gas te worden geproduceerd bovenop de stabiele productie uit het Groningenveld. Additionele productie wordt alleen toegestaan in die mate dat het jaar kouder is dan een gemiddeld jaar. De kans dat deze extra capaciteit volledig in moet worden gezet zal gering zijn.

In lijn met het advies van de Mijnraad, kiest het kabinet voor een termijn van vijf jaar voor de looptijd van het instemmingsbesluit. Met deze termijn is het goed mogelijk de effecten van de voorgenomen vlakke winning op 24 miljard te meten. Wel wordt een ijkmoment na twee jaar ingebouwd waarop bekeken kan worden of ontwikkelingen zoals nieuwverworven kennis, aanleiding geven om het productieniveau aan te passen. De looptijd van vijf jaar betekent dat er vóór 1 oktober 2021 een nieuw gaswinningsbesluit moet liggen. Vanwege het zorgvuldige proces dat moet worden doorlopen om te komen tot een nieuw instemmingsbesluit, waaronder advisering door decentrale overheden op het winningsplan, verzoekt het kabinet NAM over vier jaar een nieuw winningsplan in te dienen.

Het daadkrachtig aanpakken van de problemen in het aardbevingsgebied in Groningen blijft voor het kabinet van het grootste belang. Het kabinet heeft dan ook besloten dat het inspectieprogramma van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) onverkort wordt voortgezet. Nadat op basis van dit programma duidelijk is geworden hoeveel huizen en gebouwen daadwerkelijk moeten worden versterkt, zullen deze aardbevingsbestendig én duurzamer worden gemaakt.

Het kabinet heeft de inspraak voor burgers en lokale overheden bij besluiten rondom gas- en oliewinning verbeterd en het onafhankelijke toezicht bij mijnbouwactiviteiten versterkt, in lijn met het advies van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Zodoende was de afgelopen weken de regio in de gelegenheid zich over het winningsplan van NAM uit te spreken. Nu het ontwerpbesluit van het kabinet bekend is gemaakt, kan vanaf begin juli voor een periode van zes weken iedereen door het indienen van een zienswijze op dit besluit en de onderliggende stukken reageren. De zienswijzen worden betrokken bij het definitieve gaswinningsbesluit dat vóór 1 oktober 2016 klaar moet zijn.

Ministerie IenM krijgt Lean and Green ster

Gisteren heeft de directeur-generaal Milieu Chris Kuijpers in Utrecht namens het ministerie van Infrastructuur en Milieu de Lean and Green ster in ontvangst genomen. Hiermee krijgt IenM de waardering voor het in vier jaar tijd realiseren van een CO2-reductie van 32%. Deze reductie is gehaald op het energieverbruik van de kantoren, uitstoot van woon-werk verkeer, dienstreizen, het eigen wagenpark en de schepen van de Rijksrederij. Met de gerealiseerde besparing voldeed IenM ruim aan de 20% CO2 reductie waaraan het ministerie zich in 2012 had gecommitteerd.

De ster wordt uitgereikt in het kader van het Lean and Green Personal Mobility Programma. Dit wordt georganiseerd door Connekt, een netwerk van bedrijven en overheden dat partijen verbindt om te werken aan duurzame verbetering van de mobiliteit in Nederland.

Meer dan 250 transportbedrijven hebben zich hierbij aangesloten en hebben een plan gemaakt om binnen vijf jaar 20% C02 te besparen in de logistieke keten. Na de eerste 20% besparing kunnen bedrijven verdergaande doelstellingen formuleren. Het effect van het programma wordt versterkt omdat er een community ontstaat waarin bedrijven van elkaar leren.

Een groot deel van de reductie bij IenM is gerealiseerd door een pilot met toepassing van biobrandstoffen bij de Rijksrederij. Ook is het afgelopen jaar het volledige elektriciteitsverbruik van de kantoren van IenM vergroend door de inkoop van Nederlandse windenergie. Verder wordt stapsgewijs het wagenpark vergroend. De deelname aan Lean and Green heeft voor IenM als effect gehad dat sinds die tijd structureel binnen IenM naar maatregelen op het vlak van klimaat, energie en duurzame mobiliteit wordt gekeken. Chris Kuijpers zei hierover bij de uitreiking:

Zonnepark XXL op TT Assen geopend

Op 22 juni 2016 is Zonnepark XXL op het TT Circuit in Assen officieel geopend. Dit zonnepark vormt een carport boven de grootste motorparkeerplaats ter wereld. Het is het op een na grootste zonnepark van Nederland. ABN AMRO is samen met de Drentse Energie Organisatie verantwoordelijk voor de financiering van het park.

Het zonnepark is een initiatief van GroenLeven, Bovemij, Tamoil Nederland, het TT Circuit Assen en de provincie Drenthe. De bouw is volledig verzorgd door bedrijven uit het Noorden van Nederland (Groenleven, Van der Wiel Infra & Milieu en Mannen van staal). Het parkeerterrein voor 14.000 motoren (ongeveer 6 hectare) op het TT Circuit is voorzien van een overkapping van ruim 21.000 zonnepanelen. De panelen kunnen per jaar net zoveel stroom opwekken als zo’n 2.000 gezinnen verbruiken (5,6 megawatt). De door het park opgewekte stroom zal gebruikt worden door Tamoil Nederland, TT Circuit Assen en geïnteresseerde bewoners.

Bio-energie en voedselzekerheid kunnen duurzame ontwikkeling ondersteunen

Voedselzekerheid en productie van bio-energie kunnen gezamenlijk het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen verbeteren. Dat stelt een internationaal, multidisciplinair team van experts van 10 instituten, waaronder onderzoekers van de Universiteit Twente. Het rapport, onlangs gepubliceerd in Global Change Biology – Bioenergy, laat zien dat biobrandstoffen niet noodzakelijkerwijs hoeven te leiden tot verdringing van voedselgewassen. 

Het rapport "Reconciling Food Security and Bioenergy: Priorities for Action" identificeert op wetenschappelijke basis de stappen die ervoor kunnen zorgen dat biobrandstoffen, voedselgewassen en natuurlijke bronnen gezamenlijk duurzaam beheerd en ingezet worden. Het onderzoek, dat gepubliceerd is in het tijdschrift Global Change Biology – Bioenergy, is gecoördineerd door het U.S. Department of Energy’s Oak Ridge National Laboratory (ORNL).

Aanbevelingen zijn onder andere het verhogen van de productie van “flexibele gewassen” die zowel brandstoffen, voedsel en andere materialen opbrengen; samenwerking met lokale populaties zodat de voordelen bij de juiste mensen terechtkomen; diversificatie van gewassen, land gebruik en product markten om de weerstand tegen machten van buitenaf (zoals extreme weersomstandigheden) te vergroten; en continue educatie, verbeterde communicatie en analyse.

Het rapport zet uiteen hoe de verschillende doelen bereikt kunnen worden door allereerst het stellen van de juiste vragen en vaststellen van de correcte verbanden. Vervolgens dat op de juiste wijze te monitoren met de relevante indicatoren. Daarbij weerlegt het rapport de juistheid van een aantal populaire aannames.

“Het is onjuist om de lokale kosten en voordelen van biobrandstoffen niet mee te nemen en de introductie van biobrandstoffen te baseren op gegeneraliseerde aannames of globale modellen. Betrouwbare informatie over de lokale effecten is essentieel, maar is vooralsnog afwezig in de food-biofuel-climate debatten”, zegt hoofd auteur Keith Kline van het ORNL Climate Change Science Institute.

Met het rapport hopen de onderzoekers beter richting te geven aan duurzame ontwikkelingen. Prof. Dr. Joy Clancy, hoogleraar in Development Studies bij IGS: “Het maatschappelijk debat en besluitvorming is gebaat bij een goed onderbouwde discussie over de mogelijkheden, kansen en bedreigingen van opkomende bio-energie. Biobrandstoffen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van agrarische gebieden over de hele wereld zonder dat het de voedselveiligheid in gevaar brengen. Begrip voor de motivatie om specifieke gewassen te groeien en de belemmeringen voor deelname in de productieketen voor bio-energie is noodzakelijk om biobrandstoffen ook daadwerkelijk duurzaam te laten zijn.”

Het rapport is geproduceerd dankzij een initiatief gecoördineerd door ORNL na een workshop georganiseerd door IFPRI in november 2014 in Washington, D.C. Co-auteurs naast ORNL in de voorbereiding van het rapport waren onderzoekers van het International Food Policy Research Institute (IFPRI), het Centre for Environmental Policy, Imperial College London, UK; University of Sao Paulo en de Sao Paulo Research Foundation Bioenergy Program BIOEN, Brazil; Universiteit Twente, Delft University of Technology en BE-Basic Foundation, Nederland; Institute of Rural Engineering, National Institute of Agricultural Technology, Argentina; Stockholm Environment Institute Africa Centre, Nairobi, Kenya; BEE Holdings, Tampico, Mexico; en de Wereldbank.

Duurzame rondvaartboot in gebruik genomen tijdens TransFuture Festival

De duurzame rondvaartboot van het Groninger bedrijf Progress Events heeft op 23 juni zijn eerste vaartocht gemaakt. De boot heeft een elektromotor, gecombineerd met lithium-batterijen en een waterstofcel. Hierdoor kan de boot ook op lange afstanden volledig duurzaam varen. Gedeputeerde Patrick Brouns nam de eerste duurzame rondvaartboot van het Noorden officieel in gebruik op het Reitdiep, tijdens het TransFuture Festival in Groningen. 

Door een combinatie van een elektromotor, batterijen en een waterstofcel kan de boot volledig duurzaam varen. De boot komt te liggen aan de Turfsingel in Groningen. Hier worden de batterijen met zonnepanelen op de historische Tjalk ‘De Rikste’ opgeladen. Tijdens het varen kan worden bijgeladen met de waterstofcel, waardoor de boot veel langere afstanden kan afleggen. De waterstofcel heeft een vervangbare cilinder, zodat niet aan boord getankt hoeft te worden. Daarnaast kan via een eenvoudige app op de smartphone worden bijgehouden hoe ver hij nog kan varen en welke route hij heeft afgelegd.

De rondvaartboot vaart mee tijdens Delfsail en is ook prominent aanwezig tijdens het duurzame Grachtenfestijn eind augustus in Groningen. De boot moet het boegbeeld worden voor de verduurzaming van de rondvaart in Noord-Nederland.

De boot is mede mogelijk gemaakt Energy Valley, de stichting die zich in het Noorden samen met overheden, bedrijven en kennisinstellingen inzet voor duurzame ontwikkelingen. Aan de boot hebben verschillende regionale midden- en kleinbedrijven (mkb) gewerkt, elk bedrijf vanuit zijn eigen expertise. Zo zijn de unieke lithium-accu en elektromotor afkomstig van het bedrijf De Stille Boot uit het Friese Heeg en de waterstofcel van Holthausen uit Hoogezand, die ook voor de ombouw heeft gezorgd. Het project is door de provincie Groningen ondersteund met een subsidie van 20.000 euro uit het programma ‘Innovatief en Duurzaam MKB Groningen’.

Het TransFutureFestival vindt op 23 en 24 juni plaats op de Zernike Campus Groningen bij EnTranCe, de proeftuin voor toegepast energieonderzoek van de Hanzehogeschool en de Energy Academy Europe. Op het festival staan duurzame energie, innovatie en mkb centraal. Twee dagen lang laten ondernemers, overheden en kennisinstellingen de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie zien.

donderdag 23 juni 2016

Ameland nog duurzamer met zonnepark

Donderdag 23 juni is de feestelijke opening van het zonnepark Ameland. Met de ingebruikname van het grootste zonnepark van Nederland is voor de inwoners van Ameland opnieuw een belangrijke mijlpaal op weg naar een CO2-neutrale energievoorziening bereikt. Eerder werden met steun van GasTerra 45 brandstofcellen op het eiland geïnstalleerd, die als achtervang dienen als de zon niet schijnt.

Een samenwerkingsverband tussen de Gemeente Ameland, de Amelander Energie Coöperatie en Eneco heeft ervoor gezorgd dat Ameland met 23.000 zonnepanelen in bijna heel zijn elektriciteitsbehoefte kan voorzien. Het 10 hectare grote park bij het vliegveld van Ballum heeft een vermogen van zes MW en kan aldus jaarlijks evenveel elektriciteit leveren als de Amelander huishoudens gebruiken.

Het zonnepark maakt deel uit van het project Duurzaam Ameland. Door het combineren van verschillende slimme toepassingen ontstaat hier een energiesysteem dat als voorbeeld en open laboratorium dient voor energietransitie op grotere schaal.

Nederland niet klaar voor slim en duurzaam energiesysteem

Nederland loopt hopeloos achter met de uitvoering van Europese verplichtingen voor een transitie naar slimme en duurzame energie. Dat stelt hoogleraar Saskia Lavrijssen in haar inaugurele rede aan Tilburg University.

In het energiesysteem van de toekomst wordt de consument een actieve speler. Zowel het markttoezicht als de rechtsbescherming van consumenten moet dringend worden aangepast.

Een groot probleem is volgens Lavrijssen dat de Europese en nationale wetten nog steeds zijn gebaseerd op het traditionele, verouderde marktmodel waarin centraal gestuurde, grootschalige kolen- en gascentrales energie produceren op vraag van de afnemers. De energieconsumenten worden beschouwd als passieve partijen.

Het energiesysteem van de toekomst is echter slim en duurzaam, waarbij met behulp van ICT-toepassingen aanbod en vraag naar duurzame energie op efficiënte wijze op elkaar worden afgestemd. Consumenten worden dan actieve spelers, die reageren op financiële prikkels om op een bepaald moment wel of geen energie te gebruiken of om door henzelf opgewekte energie te leveren aan het systeem. Het systeem wordt bijvoorbeeld zo georganiseerd dat iedereen zijn auto gaat opladen als de zon schijnt, of het gebruik van energie uitstelt bij gebrek aan zon en wind.

Lavrijssen stelt dat er nieuwe wetgeving nodig is om te zorgen dat innovaties voor de energietransitie kunnen plaatsvinden en dat markpartijen en consumenten nieuwe rollen kunnen spelen.

Ook de procedures voor de totstandkoming van belangrijke energiebesluiten en het vereiste niveau van rechtsbescherming moeten worden aangepast aan de nieuwe systemen en de actieve rol van de consument. Procedurele innovaties zijn nodig voor de verbetering van de inspraak, participatie en rechtsbescherming van de energieconsumenten ten aanzien van energiereguleringsbesluiten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) die hun belangen raken inzake een betaalbare, betrouwbare en duurzame energievoorziening.

Belangrijk is dat consumenten betere mogelijkheden krijgen om van tevoren invloed uit te oefenen op de voorwaarden en tarieven voor toegang tot het energiesysteem. Door het creëren van draagvlak voor de inhoud van de energiebesluiten, wordt voorkomen dat achteraf tijdrovende en kostbare rechtelijke procedures plaatsvinden.

Lavrijssen sluit aan bij eerdere pleidooien voor het benoemen van een onafhankelijke Klimaatcommissaris. De Klimaatcommissaris ziet toe op de realisatie van een duurzame energievoorziening en jaagt dit doel op onafhankelijke en consistente wijze aan.










Eindrapport onderzoek schade aardbeving Emmen klaar

Het onderzoek naar mogelijke schades als gevolg van de aardbeving in Emmen op 30 september 2015 door ingenieursbureau Witteveen+Bos is afgerond. In afwijking van de tot nog toe gebruikelijke praktijk is niet alleen naar de schades zelf gekeken maar is ook een analyse gemaakt op basis van beschikbare data. Uit het rapport blijkt dat geen van de onderzochte schademeldingen een relatie heeft met de beving.

Voor de data-analyse is alle informatie gebruikt die bij het onderzoek is verzameld, zoals bouwjaar woning, constructie, materiaalgebruik, bodemopbouw, omgeving, scheurwijdte en lengte, et cetera. Naast de gemelde schades zijn alle schades van de woningen geïnventariseerd en meegenomen in het onderzoek. Binnen het onderzoek is gezocht naar verbanden waarmee de relatie tussen de aardbeving en de schade kan worden aangetoond. Zo is bijvoorbeeld onderzocht of het aantal schades in een woning richting het epicentrum toeneemt. Dat blijkt niet het geval te zijn. Ook andere verbanden die zijn onderzocht tonen geen relatie aan tussen de aardbeving en de gerapporteerde schades.

Het eindrapport bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt verslag gedaan van de onderzoeksopzet en de algemene resultaten. Het tweede deel bestaat uit de individuele rapporten van de woningen van de schademelders.

In totaal zijn er 111 meldingen bij NAM binnengekomen. De laatste melding dateert van enkele weken geleden. Alle schademeldingen zijn individueel beoordeeld. Vandaag is het eerste deel van het rapport gepubliceerd. In de loop van deze week ontvangt iedere melder de resultaten van het specifieke onderzoek in zijn woning. Bij elke schademelding is aangegeven wat de oorzaak  van de schadevorming is. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende vormen van bouw- of constructiefouten ontdekt. De onderzoekers van Witteveen+ Bos zullen de individuele bewoners benaderen om desgewenst  mondeling een nadere toelichting op het hoofdrapport alsook het individuele rapport te geven.

Oxxio lanceert adviesbot

Oxxio lanceert, naar eigen zeggen als eerste energieleverancier ter wereld, een bot. Die voorziet gebruikers van de Oxxio App persoonlijke en relevante inzichten in hun energieverbruik. O is in samenwerking met TamTam en CX Company ontwikkeld en wordt aan de Oxxio App toegevoegd.

O analyseert het energieverbruik én geeft gebruikers extra uitleg over de Oxxio App en energiekosten. Hiervoor maakt O gebruik van de (slimme) meterstanden van de klant. Deze worden anoniem vergeleken met andere gebruikers. 'O is de persoonlijke Energiebuddy van de gebruiker', vertelt Joos Luteijn, Digital Lead Oxxio. 'Met O geeft Oxxio op een geheel nieuwe wijze invulling aan de relatie met onze gebruikers. Afhankelijk van het energieverbruik en app-gebruik, bieden we gebruikers interactie op maat.'

Op korte termijn zal het mogelijk zijn om het energieverbruik nog nauwkeuriger te analyseren, zodat de gebruiker nog beter grip heeft op de kosten. Tevens kunnen gebruikers in de nabije toekomst O vragen stellen. En als vervolgstap ziet Oxxio ook een stap naar platformen als Siri van Apple of Facebook Messenger.




'Winstgevendheid kleine velden verder onder druk'

De winstgevendheid van de zogeheten kleine gasvelden is het afgelopen jaar verder onder druk komen te staan, en gerelateerde infrastructuur wordt steeds meer bedreigd. Belangrijkste redenen hiervoor zijn de lage gasprijzen en het lage investeringsniveau. De productie uit de kleine velden was in 2015 22,4 miljard m3, een daling van 7 procent ten opzichte van 2014. Zo blijkt uit de publicatie Focus on Dutch Oil & Gas 2016, waarin EBN kijkt naar de status van de Nederlandse olie- en gasindustrie, ontwikkelingen signaleert en de lange termijn beziet. Kennis delen, samenwerken en innovatie zijn daarin dit jaar de belangrijkste items.

Ondanks de huidige nijpende situatie ziet EBN ook mogelijkheden. CEO Jan Willem van Hoogstraten: "Onmiskenbaar zitten we in een periode van stevige tegenwind. Daar zijn we ons terdege van bewust en worden we iedere dag weer mee geconfronteerd. Dat neemt niet weg dat er in onze optiek nog voldoende mogelijkheden zijn om kleine velden verantwoord op te sporen en te ontwikkelen. Meer dan ooit is daar echter creativiteit, innovatie en ondernemerschap voor nodig. Wordt hier aan voldaan dan heeft de Noordzee nog steeds voldoende ontwikkelpotentieel."

Het Nederlandse deel van het continentale plat heeft nog steeds veel potentie, zo valt in Focus te lezen. Het Noordelijk deel op zee wordt continu bestudeerd, en onderzoek heeft uitgewezen dat de potentie in dit deel van de Noordzee oploopt tot 150 miljard m3 aardgas. Voor deze afgelegen gebieden met weinig infrastructuur geldt, met name in het huidige tijdgewricht, dat kostenefficiency buitengewoon belangrijk is. Dat neemt niet weg dat zich ook hier voldoende mogelijkheden voordoen.

Een andere ontwikkeling die EBN ziet is dat decommissioning (ontmanteling en hergebruik) van bestaande infrastructuur, zowel op land als op zee, steeds actueler wordt. Om dit op een zo efficiënte en verantwoorde manier te doen is samenwerking tussen de betrokken partijen (overheid, toezichthouder, operators, NGO's, toeleverende industrie, EBN, etc) essentieel. Bestaande infrastructuur kan op diverse manieren worden hergebruikt, en daarmee een bijdrage leveren aan de verduurzaming.

De maatschappelijke discussie met betrekking tot gas gaat onverminderd door. Er is bezorgdheid in de samenleving over zowel de veiligheid rondom gaswinning als de klimaatverandering. De E&P industrie onderkent deze bezorgdheid. Meer dan ooit staat daarom het belang van een open en transparante dialoog met de omgeving en alle stakeholders centraal.

EBN werkt mee aan de uitvoering van het standpunt van de Nederlandse overheid om te streven naar een CO2-neutrale energievoorziening in 2050 die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is. Om dit te kunnen realiseren is een transitie van energie uit fossiele brandstof naar energie uit hernieuwbare bronnen noodzakelijk. Om deze transitie mogelijk te maken speelt gas de komende decennia waarschijnlijk een belangrijke rol. Tegelijkertijd hanteren we het credo 'gas op maat', waarbij het uitgangspunt is dat gas daar wordt ingezet waar het een bijdrage aan de transitie levert.

woensdag 22 juni 2016

Meer aardolie gelost en geladen in zeehavens

De Nederlandse zeehavens hebben in 2015 ruim 594 miljoen ton aan goederen overgeslagen, 4 procent meer dan het jaar ervoor. De overslag van aardolie en andere soorten natte bulkgoederen nam met 7 procent toe en vormt met ruim 278 miljoen ton bijna de helft van de overslag. De overslag van containers en droge bulkgoederen zoals ertsen en kolen nam af in 2015. Dit meldt CBS.

De overslag in zeehavens bestaat voor twee derde uit goederen die zijn aangevoerd en een derde uit goederen die (via de zee) worden afgevoerd. De aanvoer nam in 2015 met 2,5 procent toe. De hoeveelheid geloste natte bulkgoederen, vooral bestaand uit ruwe aardolie en aardolieproducten, nam met 6 procent toe tot 199 miljoen ton. De aanvoer van droge bulkgoederen zoals ertsen en kolen nam met 4,6 procent af. De aanvoer van goederen in containers was 0,3 procent lager dan in 2014.

Er werd bijna 188 miljoen ton aan goederen in de Nederlandse havens ingeladen voor overzeese afvoer. Dit is ruim 7 procent meer dan in 2014. Ook hier was voornamelijk de natte bulk, met een groei van ruim 8 procent, de drijvende kracht achter de groei. Ook werden er meer droge bulkgoederen geladen. De afvoer van containers nam ook hier iets af.

De overslag van goederen in containers is in 2015, na een flinke groei in 2014, licht gedaald. Een van de oorzaken is het feit dat er minder goederen vanuit China naar Europa zijn vervoerd. In totaal is 108 miljoen ton aan goederen in containers overgeslagen. Bijna alle containeroverslag vindt in de Rotterdamse haven plaats.

Gaswinning naar 24 miljard kuub

De aardgaswinning in Groningen mag de aankomende jaren niet hoger zijn dan 24 miljard kuub. Dat stelt het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) na extra onderzoek. Pas als blijkt dat er veilig meer kan worden gewonnen, kan de hoeveelheid eventueel weer omhoog.

Aardgasbedrijf NAM had juist voorgesteld om 27 miljard kuub gas te gaan winnen. In koude winters zou het zelfs moeten gaan om 33 miljard kuub.

SodM stelt vast dat het terugschroeven van de aardgaswinning zeer gunstige gevolgen heeft gehad voor de bevingen in Groningen. SodM vindt echter dat de risicoberekeningen van de NAM 'geen solide basis vormen” voor het vaststellen van een verantwoord winningsniveau'.

Het kabinet neemt vrijdag waarschijnlijk een besluit over de gaswinning in Groningen. Dat heeft minister Henk Kamp dinsdagavond gezegd in Groningen na overleg op het provinciehuis met bestuurders en maatschappelijke organisaties. 

Grote stroomstoring in Amsterdam en Diemen

Door een storing in een schakelstation zaten gisteravond 25.000 huishoudens en bedrijven in Amsterdam-Zuidoost en Diemen zonder stroom. Netbeheerder Liander kon het probleem niet meteen oplossen. De storing zal woensdag naar verwachting omstreeks 08.00 uur zijn verholpen.

Om 02.50 waren ongeveer 11.000 huishoudens in Diemen en Amsterdam-Zuidoost weer van stroom voorzien. Nog 14.000 huishoudens zaten zonder stroom. Een deel krijgt stroom via omleidingen in het elektriciteitsnet.

dinsdag 21 juni 2016

Minister Kamp opent Windpark Westermeerwind

Vandaag is Windpark Westermeerwind officieel geopend door Minister Kamp en beide initiatiefnemers van het windpark, Tjitte de Groot en Pieter Meulendijks. De 48 Siemens windturbines van het grootste nearshore windpark van Nederland wekken een hoeveelheid energie op die vergelijkbaar is met het verbruik van 160.000 huishoudens. Ruim 20 jaar geleden zijn de initiatiefnemers gestart met de ontwikkeling van Westermeerwind.

Hoofdaannemer Siemens heeft samen met haar onderaannemers en het projectteam van Westermeerwind in een jaar tijd 31.000 ton aan materiaal geïnstalleerd met 65 schepen en pontons in bijna één miljoen manuren. Verschillende Nederlandse bedrijven speelden een belangrijke rol in dit project, waaronder Van Oord en Mammoet voor logistiek rondom de fundaties en de turbines en VBMS voor de installatie van de elektriciteitskabels tussen de windturbines naar het transformatorstation op het vasteland.

De zeer windrijke locatie en de kwaliteit van de gekozen turbines zorgen voor een uitstekende opbrengst. Op dit moment is al zo’n 220 GWh aan groene stroom opgewekt. Siemens gaat het windpark onderhouden voor een periode van minimaal vijftien jaar.

ICT ondersteunt Keniaanse KenGen bij winnen geothermische industrie

Het ITC gaat KenGen, het grootste elektriciteitsbedrijf van Kenia, ondersteunen bij het winnen van geothermische energie. De geo-faculteit van de Universiteit Twente sloot daarvoor een overeenkomst met KenGen, dat zo’n 80 procent van Kenia voorziet van elektriciteit. De activiteiten van het ITC zijn gericht op het geven van educatie en doen van research in samenwerking met KenGen, dat uitbreidingsplannen heeft in Oost-Afrika.

In de samenwerkingsovereenkomst zijn een aantal activiteiten vastgelegd, waarbij de focus ligt op geothermische energiewinning. Het ITC gaat in opleidingsmogelijkheden voor de staf van KenGen en haar partners voorzien en voert met KenGen een gezamenlijke onderzoeksagenda uit. Daarnaast krijgen studenten van het ITC de mogelijkheid om onderzoeksopdrachten in Kenia en met KenGen uit te voeren.

Met een potentieel van 10.000 MW elektriciteit is geothermische energie een van de belangrijkste duurzame energiebronnen voor Kenia in de nabije toekomst. In het oostelijk deel van Afrika worden snel stappen gemaakt bij het verduurzamen van de energiewinning. KenGen wil in de komende drie jaar de hoeveelheid geothermische energie verdrievoudigen tot circa 5.000 MW.

ITC heeft recentelijk veel ervaring opgedaan met onderwijs en onderzoek op het gebied van geothermische energie. Zo werkt de faculteit in Tanzania in het NICHE project aan opleidingsmogelijkheden voor geothermie en gaswinning, en werken onderzoekers in Indonesië samen met bedrijven, onderzoeksinstellingen en de overheid aan het optimaliseren van geothermische energiewinning uit de vulkanische ondergrond.

Maastricht legt 10.000 m2 zonnepanelen op vijf gemeentelijke panden

De gemeente Maastricht plaatst 6.260 zonnepanelen met een oppervlakte van 10.000 m2 op vijf gemeentelijke panden. Het gaat om de panden Ankerkade 275 (Stadsbeheer), Mosae Forum 10 (GemeenteLoket), Randwycksingel 22 (Werkplein Maastricht), Herbenusstraat 89 (Kumulus) en Vrijthof 46-47 (Theater aan het Vrijthof). Deze maand start de aanbesteding om de vijf gemeentelijke gebouwen te voorzien van zonnepanelen.

De gemeente Maastricht heeft de ambitie uitgesproken om in 2030 als stad klimaatneutraal te zijn en als organisatie hier een voorbeeld in te spelen. In dit kader is ook het Maastricht Energie akkoord (MEA) opgesteld: samen werken aan Maastricht 100% klimaatneutraal in 2030. Het plaatsen van deze zonnepanelen is onderdeel van dit akkoord. Wethouder Gerdo van Grootheest: “Duurzame energie is een noodzaak. Als gemeente willen we het goede voorbeeld geven en ervoor zorgen dat onze gebouwen, installaties en voorzieningen geen netto CO2 -uitstoot veroorzaken als gevolg van het gebruik van elektriciteit en aardgas”.

Er wordt begonnen met een proef met deze vijf panden van de gemeente Maastricht. Deze gebouwen dienen als proef om met de opgedane kennis en ervaring meerdere gemeentelijke gebouwen van zonnepanelen te kunnen voorzien. In totaal worden er 6.260 panelen geplaatst met een totale oppervlakte van 10.000 m2. Naar schatting leveren deze panelen jaarlijks 35% op van het totale elektriciteitsverbruik voor de vijf panden. Wethouder Aarts: “De kosten van de zonnepanelen worden in 15 jaar terugverdiend. De energierekening gaat omlaag en daarmee financieren we de zonnepanelen en krijgen de huurders een jaarlijks voordeel op hun energierekening.”

Vrijthof 46-47 en de Herbenusstraat 89 zijn monumentale panden. Op alle gebouwen worden de panelen zo geplaatst dat ze vanaf de straat niet zichtbaar zijn.

De aanbesteding wordt deze maand gestart en verwacht wordt dat de gunning in augustus plaatsvindt. Plaatsing en ingebruikname van de zonnepanelen wordt eind 2016 voorzien. Jaarlijks wordt inzicht gegeven in de opbrengst van de panelen.

Akkoord Burenregeling Windpark Wieringermeer

De Initiatiefnemers van Windpark Wieringermeer en omwonenden van het windpark, verenigd in de Omgevingsraad, hebben overeenstemming bereikt over de hoogte en verdeling van de zogenaamde Burenregeling. De Burenregeling is onderdeel van het Polderprofijtplan van Windpark Wieringermeer en is in het leven geroepen om direct omwonenden mee te laten delen in de opbrengsten van het windpark.

Het te verdelen bedrag is tot stand gekomen na onderhandelingen tussen de initiatiefnemers en vertegenwoordigers van de omwonenden in de Omgevingsraad van Windpark Wieringermeer. De Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW) ondersteunde de omwonenden tijdens de gesprekken met de initiatiefnemers.

De uitkomst van de onderhandelingen is dat het budget met ruim 40 procent is verhoogd tot Euro 429.000 per jaar, te verdelen over ongeveer 330 huishoudens.

Via de Burenregeling ontvangen omwonenden binnen 1250 meter van een windmolen een jaarlijks bedrag, dat afhankelijk is van de afstand tot de dichtstbijzijnde molen én van het aantal molens in de buurt. Daarnaast is er een windafhankelijke bonus afgesproken: bij meer wind ontvangt men meer, maar bij minder wind niet minder. De omwonenden die in aanmerking komen voor de regeling, ontvangen binnen enkele weken een brief met daarin hun individuele bedrag. De Burenregeling is verbonden aan woningen: bij verhuizing gaat het recht op de regeling over op de nieuwe bewoners. De Burenregeling gaat van start zodra de eerste windmolens operationeel zijn.

De Burenregeling maakt onderdeel uit van het Polderprofijtplan van Windpark Wieringermeer, met daarin ook een Windfonds dat jaarlijks ongeveer Euro 100.000 beschikbaar stelt voor maatschappelijke initiatieven in en rond de Wieringermeerpolder. Het Polderprofijtplan en de bedragen daarin zijn tot stand gekomen op basis van de Gedragscode draagvlak en participatie wind op land. De Omgevingsraad is een overlegorgaan waarin omwonenden, lokale organisaties en initiatiefnemers met elkaar in gesprek zijn over het windpark en de inrichting van onder andere de Burenregeling.

In januari vond de zitting plaats bij de Raad van State over het Rijksinpassingsplan (RIP) en de benodigde vergunningen voor Windpark Wieringermeer. In mei 2016 zijn deze na een positieve uitspraak van de Raad van State onherroepelijk geworden. Hiermee start voor het windpark een nieuwe fase, waarin onder andere gewerkt wordt aan netinpassing, turbine-aankoop en stroomcontracten. De drie initiatiefnemers van Windpark Wieringermeer - Nuon en vennoten, ECN en Windcollectief Wieringermeer - volgen in deze fase elk hun eigen tijdpad.

LochemEnergie helpt bij isolatie

Woningeigenaren in de gemeente Lochem die hun woning zelf bewonen, kunnen vanaf 1 mei 2016 bij de gemeente subsidie aanvragen voor bepaalde isolatiemaatregelen aan hun woning. De provincie Gelderland en de gemeente Lochem hebben hiervoor beide € 100.000 beschikbaar gesteld. Hierdoor kunnen opnieuw circa 400 eigenaren hun woning isoleren met subsidie.

Vergoed wordt een derde van de investering met een maximum van 500 euro per woning voor het isoleren van dak, buitenmuur, HR++ glas en begane grond. De subsidie kan worden verhoogd tot maximaal 750 euro, als meerdere eigenaren gezamenlijk een aanvraag indienen. LochemEnergie kan helpen bij het bundelen van aanvragen, maar u kunt ook zelf 'buren' zoeken. Dit hoeven niet per se aanvragers uit dezelfde straat of kern te zijn.

De regeling geldt voor isolatiewerkzaamheden die in de periode 15 maart 2016 en 9 december 2016 uitgevoerd en afgerekend zijn. Wie in de periode 2011-2015 eerder subsidie voor woningisolatie heeft ontvangen, kan ook gebruikmaken van de regeling. Het eerder ontvangen bedrag wordt dan in mindering gebracht.

In het digitaal loket vindt u een aanvraagformulier en een uitkeringsverzoek. Na het invullen zet u op beide formulieren een handtekening en dient u de aanvraag in, samen met de overig gevraagde informatie. Vraag de subsidie snel aan, want op is op.

Klant begrijpt energierekening niet

Drie kwart van de Nederlanders raadt zijn of haar energieleverancier af bij familie of vrienden als zij de energierekening onbegrijpelijk vindt. Dat blijkt uit recent onderzoek van energievergelijker EasySwitch.nl.

EasySwitch.nl is onder Nederlandse consumenten een onderzoek gestart naar de energierekening. Uit eerder onderzoek van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) is gebleken dat de Nederlandse consument de energienota onleesbaar en onduidelijk vindt: maar liefst 87 procent van de consumenten laat weten de rekening niet te begrijpen. De gevolgen hiervan waren nog onduidelijk. Onderzoek van EasySwitch.nl laat nu zien dat 75 procent van de 1361 deelnemers de energieleverancier niet aanbeveelt aan familie of vrienden wanneer zij de energierekening onduidelijk vindt. Dat is slecht nieuws voor de energieleverancier, want een chaotische energierekening zorgt voor een lage klanttevredenheid en wellicht voor een overstap naar een andere energieleverancier.

De deelnemers van het onderzoek noemen de energierekening 'niet inzichtelijk', 'te ingewikkeld' en 'onbegrijpelijk waar de kosten vandaan komen'. Er wordt gepleit voor meer transparantie en controleerbaarheid. "Voor wie geen energie-expert is, is de nota onleesbaar en dat zorgt voor wantrouwen richting de energieleverancier. Uiteindelijk is de energieprijs het enige wat de consument zelf kan controleren, maar dat is slechts een klein onderdeel van hoe de kosten zijn opgebouwd," zegt Nick Castricum, energie-expert van EasySwitch.nl.

maandag 20 juni 2016

Breed verzet tegen gaswinning Groningen

Het verzet tegen de gaswinning in het Noorden bundelt de krachten in de Coalitie Gasverzet Groningen.

Morgen organiseren zijn een lawaaiprotest bij het provinciehuis. Daar maakt minister Henk Kamp van Economische Zaken zijn nieuwe gasbesluit bekend.

'De gaswinning zorgt voor veel angst en onrust in onze prachtige provincie', zeggen de organisaties. 'Tienduizenden panden, waar onder veel monumenten, zijn beschadigd. Huizen worden gesloopt, mensen raken dakloos. Dat moet stoppen en daarom moet de gaskraan dicht.'

De Coalitie Gasverzet wordt gevormd door onder meer de Groninger Bodem Beweging (GBB), Groningers in Opstand, Houd Groningen Overeind, GroenFront!, Onze Klei en Milieudefensie.