Pagina's

dinsdag 31 mei 2016

Beoogd directeur Delta trekt zich terug

Erwin van Laethem wil geen directeur meer worden van Delta. De 52-jarige Vlaming heeft bedankt voor de eer, meldt Omroep Zeeland.

Van Leathem, afkomstig van Essent, was door de Raad van Commissarissen voorgedragen als opvolger van Arnoud Kamerbeek, die begin dit jaar moest vertrekken.

De Centrale Ondernemingsraad wilde  voorlopig liever interim-directeur Frank Verhagen houden als baas.

Verkoop warmtenet kost Hengelo 8,5 miljoen euro

De overdracht van het stadsverwarmingsproject in Hengelo gaat de gemeente 8,5 miljoen euro kosten.

Alliander en Ennatuurlijk nemen de infrastructuur en klanten over voor 1 euro en worden voor 95 procent eigenaar, meldt RTV Oost. De overige 5 procent blijft bij de gemeente.

Het dossier 'warmtenet' is al jaren een molensteen voor de gemeente Hengelo. Het project werd begin deze eeuw opgezet om de restwarmte die Akzo over houdt bij het indampen van het zout te gebruiken voor warmte in kantoren, fabrieken en woonhuizen. Er is intussen al ruim tien miljoen geïnvesteerd in kleine deelprojecten.

Overijsselse duurzaamheidslening krijgt een opvolger

Goed nieuws voor Overijsselaars die hun woning willen verduurzamen. Met ingang van 1 juni 2016 kunnen zij een beroep doen op de Energiebespaarlening Overijssel om hun investering in bijvoorbeeld isolatie of zonnepanelen te financieren. De Energiebespaarlening wordt aangeboden door het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) en de provincie Overijssel. De lening biedt gebruikers een flink rentevoordeel ten opzichte van een lening bij een commerciële bankinstelling. De energiebespaarlening is de opvolger van de succesvolle duurzaamheidslening van de provincie Overijssel, die afgelopen zomer uitgeput raakte. De regeling is ook beschikbaar voor mensen van 75 jaar en ouder.

Het Nationaal Energiebespaarfonds kent een totaalbudget van 300 miljoen euro voor heel Nederland. Het fonds is gevuld door de Rijksoverheid, de Rabobank en de ASN Bank. Rente en aflossing stromen terug in dit fonds, zodat in de toekomst nieuwe leningen kunnen worden verstrekt aan woningeigenaren. Met een eenmalige subsidie aan het fonds van 1,7 miljoen euro heeft de provincie Overijssel voor haar inwoners een rentekorting van tussen de 0,5 en 0,9 procent afgesproken. De hoogte van de korting is afhankelijk van het individuele leenbedrag.

Met de Energiebespaarlening kunnen energiebesparende maatregelen worden gefinancierd. Denk aan isolatie, hoogrendementsglas of een warmtepomp. Bij zonnepanelen geldt de voorwaarde dat er nog een extra maatregel nodig is. Maximaal 75% van het leenbedrag mag worden besteedt aan zonnepanelen.
Het aantal aanvragen voor de oude duurzaamheidslening nam in 2015 een enorme vlucht, waardoor het budget van 40 miljoen euro plotseling uitgeput raakte. Meer dan 4.000 huishoudens hebben met zo’n lening duurzame investeringen in hun woning gedaan. De regeling heeft ongeveer 5,5 jaar gedraaid, en heeft naast een energiebesparing van ruim 61 Terajoule/jaar, naar schatting 250 banen opgeleverd. De regeling heeft onder meer geresulteerd in de aanleg van zo’n 20 hectare zonnepanelen op particuliere woningen, ongeveer een vijfde van het totaal aantal zonnepanelen in Overijssel.

Stedin nodigt marktpartijen uit om variabel leveringstarief versneld te testen

Variabele leveringstarieven van energie helpen om vraag en aanbod op de energiemarkt goed te kunnen verdelen. Netbeheerders kunnen dit mogelijk maken en bereiden zich voor op 1 januari 2017,  als variabele tarieven mogelijk moeten zijn. Stedin wil al dit jaar versneld ervaring opdoen en nodigt daarom marktpartijen uit om gezamenlijk de toepassing van variabele leveringstarieven te testen.

Stroom zou goedkoop of gratis moeten zijn als er veel wind of zon is, en duurder als die bronnen veel minder stroom leveren; variabele leveringstarieven dus. Recent bevestigde minister Kamp, in reactie op CDA-Kamervragen, dat vanaf 1 januari 2017 variabele leveringstarieven voor een eerste groep klanten mogelijk moet zijn. Om goed voorbereid te zijn voor die datum, wil Stedin versneld meer ervaring opdoen met initiatieven op dit gebied, en leren wat de gevolgen zijn voor het elektriciteitsnet. Uit het in mei 2016 verschenen eindrapport van de proeftuin Couperus, een appartementencomplex in Den Haag gekoppeld aan een ‘smart grid’, blijkt dat energieverbruik- en besparing via variabele tarieven positief beïnvloed kan worden.

David Peters, directeur strategie Stedin: ,,We zien het belang van het variabel leveringstarief in de verduurzaming van onze samenleving en willen partijen die graag dit jaar kleinschalig al aan de slag willen, hiertoe in de gelegenheid stellen. Hiermee kunnen zowel klanten, marktpartijen als Stedin eerste ervaringen opdoen, zodat begin volgend jaar een snelle succesvolle toepassing van het variabel leveringstarief plaats kan vinden.’’

Stedin ziet zichzelf als facilitator van de markt, door al het benodigde dataverkeer voor een variabel leveringstarief in goede banen te leiden. Peters: ,,Bovendien is Stedin, als netbeheerder van een omvangrijk elektriciteitsnet met twee miljoen aangesloten klanten, zeer benieuwd naar de effecten van het variabel leveringstarief op het energiegedrag van klanten en de impact daarvan op onze netten. Zo krijgen we inzicht hoe de klant zich gaat gedragen en hoe we onze infrastructuur efficiënter kunnen inrichten. Dit is bepalend voor hoe onze netten er uit moeten gaan zien.’’ Stedin wil graag in contact komen met marktpartijen die kleinschalige pilots willen opstarten rondom variabele leveringstarieven. Na een eerste intake en afweging kunnen deze pilots mogelijk al snel van start gaan.

Provincie West-Vlaanderen wil meer 'kleine windmolens'

Op donderdag 19 mei stelde de Provincie West-Vlaanderen als eerste Belgische provinciebestuur een afwegingskader specifiek voor ‘kleine windmolens’ voor. Dit afwegingskader is bedoeld als leidraad voor gemeentebesturen als ze vergunningsaanvragen ontvangen voor kleine windmolens (tot 15 meter masthoogte) op hun grondgebied. Hiermee wil de Provincie ervoor zorgen dat meer kleine windturbines mogelijk worden. Tot op heden worden er door de West-Vlaamse gemeentebesturen nauwelijks aanvragen goedgekeurd.

Eind 2014 ging de Provincie West-Vlaanderen van start met een pilootproject in samenwerking met 6 gemeenten: Alveringem, Anzegem, De Haan, Diksmuide, Roeselare en Wingene. Op basis van die bevindingen, werd, in samenwerking met een wetenschappelijke werkgroep met experten van onder andere de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de Universiteit Gent, een gemeentelijk beleidskader met bijhorend stappenplan opgesteld.

maandag 30 mei 2016

Ga mee met de thematour ‘Duurzame jaren ’60 woning’

In juni stellen verschillende huiseigenaren in het land hun duurzame woning open voor een thematour. In Zwolle kunt u de thematour ‘Duurzame jaren ’60 woning’ bezoeken. Op zaterdag 4 juni om 15.00 uur is in Zwolle de thematour ‘Duurzame jaren ’60 woning’. Familie Schilder woont in een jaren ’60 woning welke zij verduurzaamd hebben. Bezoekers kunnen tijdens de thematour leren van de ervaringen van deze huiseigenaren met het duurzaam maken van hun woning. Tijdens een thematour krijgt u samen met een groep van 15 personen een rondleiding in een duurzame woning. Zo’n tour heeft een specifiek thema rondom duurzaam bouwen en wonen. Bent u geïnteresseerd in het verduurzamen van uw woning? Schrijf u in voor de thematour op www.duurzamehuizenroute.nl/overzicht-thematours.

50 procent CO2 reductie als hoofddoel voor de energietransitie

Energie-Nederland stelt CO2 reductie als hoofddoel van de energietransitie. Dat staat in het Kompas voor de energiemarkt van de toekomst dat Energie-Nederland publiceert. “Om de afspraken in Parijs waar te maken, hebben we een stevige ambitie nodig. Daarom gaan we voor 50% CO2 reductie in Europa in 2030.”, aldus Medy van der Laan, voorzitter van Energie-Nederland.

De energiesector wil voorop lopen in de transitie naar een duurzame en CO2-arme energievoorziening. Onze leden ontwikkelen nieuwe duurzame, betrouwbare en betaalbare producten en helpen de consument besparen. Maar wij kunnen het niet alleen. We roepen ook andere sectoren op voor 50% CO2 reductie te gaan.

Medy van der Laan: “In dit Kompas kiezen we nadrukkelijk voor samenwerking met andere marktpartijen, netbeheerders, samenleving, NGO's en overheden. Om de energietransitie te laten slagen hebben we twee dingen nodig: ambitie en samenwerking”.

Het draagvlak voor het gebruik van fossiele energiebronnen neemt af maar ook de aanleg van grootschalige windparken op land en op zee kan niet automatisch op draagvlak kan rekenen.. Energie Nederland zet in op vergroting van het draagvlak voor duurzame projecten. Medy van der Laan: “Iedereen is voor groene energie, maar niet iedereen wil windmolens als uitzicht Daarom willen leden van Energie-Nederland vroegtijdig om tafel met alle betrokkenen. Participatie is in de energietransitie voor ons heel belangrijk”.

Groenen eisen inspraak kerncentrales bij de grens

Geef buurlanden inspraak in besluitvorming over veiligheidseisen voor kerncentrales die dicht bij de grens liggen (tot 100 kilometer). Dat voorstel doen politici van GroenLinks, Bündnis 90/Die Grünen (Duitsland), Europe Écologie Les Verts (Frankrijk) en Groen en Ecolo (België). Op die manier kan de veiligheid in de grensstreken vergroot worden.

De kerncentrales van Doel en Tihange zijn de laatste tijd veelvuldig in het nieuws geweest. Door aanhoudende problemen en scheurtjes in de reactorvaten zijn de zorgen over de veiligheid flink toegenomen. GroenLinks pleit al jaren voor het sluiten van kerncentrales en wil volle inzet op energiebesparing en schone energie. Tot die tijd moet de veiligheid optimaal geregeld zijn.

Primeur zonne-energie: Platform Buurtstroom

Utrecht introduceert Platform Buurtstroom. Met Buurtstroom investeren buurtgenoten samen in zonnepanelen en profiteren van de opgewekte stroom via een belastingkorting op de eigen energierekening. Met behulp van een interactieve kaart kunnen zowel groot-dak-eigenaren als mensen die willen investeren in zonnestroom, makkelijk deelnemen aan een project.

De lancering van Buurtstroom vindt plaats op 1 juni tijdens de inloopavond zonne-energie op het stadskantoor van Utrecht, als onderdeel van de Utrechtse Zon-10-Daagse. Wethouder Lot Van Hooijdonk: “Utrecht wil graag de zonne-energie stad van Nederland blijven en werkt er hard aan om iedereen in de stad toegang te bieden tot een zonne-energiesysteem. Ik ben er trots op dat wij hier met het Platform Buurtstroom hier weer een stap dichterbij zijn en tijdens onze Zon-10-daagse deze primeur hebben.”

Het Utrechtse Platform Buurtstroom, gebaseerd op een interactieve kaart, vormt een ontmoetingsplaats voor aanbieders van en deelnemers aan lokale collectieve zonne-energieprojecten. Hierdoor wordt het deelnemen aan een zonne-energieproject gemakkelijker. Vanuit de gemeente wordt er een dak per wijk beschikbaar gesteld voor lokale projecten. Ook initiatiefnemers, zoals energiecoöperaties en ontwikkelaars, die deelnemers voor een project willen werven of hun diensten willen aanbieden, kunnen kosteloos gebruik maken van het platform.

De lancering van Platform Buurtstroom op 1 juni vindt plaats tijdens de Utrechtse Zon-10-daagse (zondag 22 mei t/m donderdag 2 juni). Deze tien dagen staan de schijnwerpers gericht op de vele initiatieven in de stad en het creëren van ontmoetingen om tot nieuwe initiatieven te komen. Op de Inloopavond Zonne-Energie op 1 juni in het Stadskantoor kunnen geïnteresseerden advies krijgen en horen wat zonne-energie nou eigenlijk oplevert, hoe het werkt en welke subsidieregelingen er zijn. Wees welkom! Op 2 juni is er een Solar Tour Utrecht op de fiets langs de zonnige successen van Utrecht. Fiets mee!

Het platform Buurtstroom komt voort uit een samenwerkingsverband tussen de gemeente Utrecht, de Natuur- en Milieufederatie Utrecht, Energie U en de Utrechtse ontwikkelaar Map in Mind. Het platform is volledig onafhankelijk en gratis beschikbaar voor deelnemers en dak-eigenaren. Het platform komt in eerste instantie voor de gemeente Utrecht beschikbaar en de intentie is om het in de komende maanden landelijk uit te rollen. www.buurtstroom.nl

TenneT maakt van Nuon Magnum de startmotor van het noorden

TenneT en Nuon hebben een overeenkomst gesloten voor het realiseren van een ‘black-start’ faciliteit bij de Magnum-centrale van Nuon in Eemshaven. De faciliteit zorgt ervoor dat het hoogspanningsnet weer snel onder spanning komt na een eventuele black-out situatie waarbij Nederland tijdelijk geen elektriciteit heeft.

Hoewel zo’n black-out situatie zeer onwaarschijnlijk is, moet TenneT conform Europese afspraken voorbereid zijn op een dergelijke situatie. Nuon zal deze zogenaamde herstelvoorziening per 1 januari 2018 beschikbaar stellen op het terrein van haar Magnum-centrale in Eemshaven. De herstelvoorziening zal zo snel mogelijk na afroep door TenneT moeten kunnen draaien, om vervolgens minimaal 24 uur beschikbaar te blijven.

In een black-out situatie is een herstelvoorziening nodig om het net weer onder spanning te brengen. De elektriciteitscentrales in Nederland zullen opnieuw moeten worden opgestart. Hierbij zorgt een black-start generator voor elektriciteit om één van de eenheden van de Magnum-centrale op te starten, waarmee vervolgens weer andere centrales kunnen worden gestart. De black-start generator zwengelt zo als het ware als een startmotor de centrale weer aan en daarmee de rest van het elektriciteitsnet. TenneT heeft verdeeld over het noorden, midden en zuiden van Nederland drie soortgelijke faciliteiten gecontracteerd.

De herstelvoorziening bestaat straks uit een dieselnoodstroomaggregaat, een gasturbinegenerator en één van de drie eenheden van de Magnum-centrale. Opvallend is dat er niet een volledig nieuwe installatie zal worden gebouwd, maar dat Nuon een bestaande gasturbine zal verhuizen naar het terrein van de Magnum-centrale in Eemshaven. Begin 2017 wordt gestart met de realisatie van de blackstart-faciliteit.

zondag 29 mei 2016

NLE zet met eerste laadstation vol in op elektrisch rijden

De Nederlandse Energie Maatschappij (NLE) opent langs de A13 bij Delft het eerste NLE-snellaadstation voor elektrische auto's om zo elektrisch rijden in een stroomversnelling te brengen. Het bedrijf is de eerste en enige energieleverancier die eigen laadstations opent langs de Nederlandse snelwegen. De recordwinst die in 2015 werd gemaakt, wordt deels geherinvesteerd in elektrisch rijden.

Het station is vanaf volgende maand operationeel en is ontwikkeld samen met MisterGreen Electric Lease, waar NLE al eerder mee samenwerkte. In maart maakte het bedrijf bekend samen met MisterGreen duizend exemplaren van de nieuwe Tesla Model 3 naar Nederland te halen en haar dienstverlening uit te breiden door onder ander leaseproposities aan te bieden aan haar klanten.

Op het laadstation bij Delft kunnen twee auto's tegelijk laden. In 30 minuten wordt de accu voor 80 procent opgeladen, maar in de praktijk leggen automobilisten hun wagen zo'n 15 minuten aan de lader en laden ze de accu 's nachts thuis volledig op. Op het dak van het snellaadstation zijn 39 zonnepanelen aangebracht die duurzame energie leveren.

vrijdag 27 mei 2016

GS Gelderland: Gericht bijdragen aan duurzame energie

Met gerichte acties willen Gedeputeerde Staten (GS) eraan bijdragen om in 2050 in Gelderland net zoveel duurzame energie op te wekken als we verbruiken. GS zien mogelijkheden voor extra energiebesparing in 2020 en extra hernieuwbare energie ten opzichte van 2014. Alleen als partners samenwerken zijn deze kansen te benutten. In de vastgestelde beleidsnotitie 'Samen in versnelling' staan deze gerichte voorstellen beschreven.

Zo willen GS samenwerken om woningen, ook particuliere, energiezuiniger te maken en te voorzien van zonnepanelen. Bijvoorbeeld via het project 'de Wijk van de toekomst'. Daarin werken woonwijken samen aan energiebesparing en het opwekken van wind en/of zonne-energie. Die wijken hebben dan mogelijk geen gasaansluitingen meer. Ook gaan GS aan de slag om bedrijven energie te laten besparen via goede voorbeelden en controles en samenwerken zodat op gemeentelijk niveau het gesprek plaatsvindt hoe gemeentelijke doelen voor energiebesparing en duurzame energie worden gerealiseerd.

Jan Jacob van Dijk, gedeputeerde voor energietransitie: 'We willen en moeten versnellen om in 2050 net zoveel duurzame energie op te wekken als we verbruiken.' Dat kan alleen als er ook flink energie wordt bespaard. Hiervoor willen GS financiële ruimte bieden, partijen ondersteunen en verbinden en zelf het goede voorbeeld geven. 'Dat doen we in het vertrouwen dat andere partners ook hun rol pakken.'
 

Utrecht zonnigste grote stad

Utrecht laat de andere drie grote steden ver achter zich als het gaat om zonne-energie. Momenteel is 3 procent van de Utrechtse daken belegd met panelen: dat is twee tot drie keer zoveel als in Amsterdam, Rotterdam of Den Haag. In 2030 is dat 10% van de Utrechtse daken. Dat is het streven. En de cijfers over 2015 laten zien dat het een haalbaar streven is. Met de Zon-10-daagse vragen de gemeente en haar samenwerkingspartners opnieuw om aandacht voor zonne-energie.

'We zien dat het aandeel zonne-energie in Utrecht blijft stijgen', zegt wethouder mobiliteit en milieu, duurzaamheid Lot Van Hooijdonk. 'In totaal is er in Utrecht op dit moment zonne-energie om 3.500 woningen van stroom te voorzien. De doelstelling in Utrecht is om 15.000 daken te beleggen met panelen. Met de huidige groei ligt de doelstelling binnen bereik, maar mogelijk kunnen we er overheen. Utrecht is de hardst groeiende stad, steeds meer mensen willen profiteren van zonne-energie, je kunt het ook samen doen, we hebben oplossingen voor monumenten, scholen, bedrijven. Er is geen reden om het niet te doen en dat ontdekken steeds meer mensen. Dat willen we vieren, samen met al onze Utrechtse partners en dat doen we met deze eerste Zon-10-daagse.'

Tijdens de Utrechtse Zon-10-daagse (zondag 22 mei t/m donderdag 2 juni) staan de schijnwerpers gericht op de vele initiatieven in de stad en creëren we ontmoetingen om tot nieuwe initiatieven te komen. Zo start de tien dagen met de opening van zonnepanelen op Sportpark de Vrijheid van Desto. Hier hebben tien sportclubs zich verenigd om energie via de zon op te wekken.

Verder vindt op 28 mei in het Stadskantoor een stadsgesprek plaats om het Energieplan verder uit te werken. Op dezelfde locatie op 1 juni een informatieavond waar geïnteresseerden advies kunnen krijgen en kunnen horen wat zonne-energie nou eigenlijk oplevert, hoe het werkt en welke subsidieregelingen er zijn. Op 2 juni wordt ontbeten bij Lage Weide waar Energie Collectief Lage Weide (ECLW) het grootste ‘industriële zonnedak’ van Nederland wil realiseren op het bedrijventerrein. Is er een Solar Tour langs de zonnige successen van Utrecht en draagt Utrecht de titel Solar City over aan een volgende stad.

D66: Eén minister voor Klimaat & Energie

Tweede Kamerlid Stientje van Veldhoven wil dat er in het volgende kabinet één minister komt die verantwoordelijk is voor Klimaat & Energie. Klimaatverandering is de grootste uitdaging van deze eeuw, maar het beleid om klimaatverandering tegen te gaan is in Nederland versnipperd over vele ministeries.

Van Veldhoven: “Nu is het zo dat staatssecretaris Dijksma en minister Kamp apart van elkaar beleid maken als het gaat om klimaat en energie. Staatssecretaris Dijksma maakt bijvoorbeeld internationale afspraken in Parijs, maar voor het halen van de doelen is zij afhankelijk van de bereidheid van minister Kamp om de kolencentrales te sluiten, windmolens te plaatsen of energie te besparen. Dat werkt niet goed. Zeker omdat we afgelopen jaren hebben gezien dat in het Energieakkoord van minister Kamp telkens onvoldoende maatregelen zaten voor het halen van die doelen.” Van Veldhoven doet dit voorstel in het debat in de Tweede Kamer over de uitkomsten van de klimaattop in Parijs.

Van Veldhoven pleit voor een Deltaplan Klimaat. Er zijn de afgelopen tijd onder andere afspraken gemaakt naar aanleiding van het klimaatakkoord in Parijs die vertaald gaan worden naar nationaal beleid, we hebben het Energieakkoord dat verlengd en versterkt moet worden, er zijn plannen voor het sluiten van kolencentrales en de uitkomsten van de klimaatzaak van Urgenda levert ook weer nieuwe lijstjes met ideeën op. Dat staat nog los van de energievisie, de autobrief, het beter isoleren van woningen, mogelijke wettelijke verankering van doelstellingen en de investeringen in innovatie via het Topsectorenbeleid. D66 wil daarom dat het kabinet één ‘Deltaplan Klimaat opstelt waar al deze verschillende instrumenten in samenhang worden opgenomen. Van Veldhoven: “Nu is het bijvoorbeeld zo dat in de ene week na een debat met minister Kamp een voorstel wordt aangenomen om de aankoop van elektrische auto’s te stimuleren. De week erop wordt na een debat met staatssecretaris Wiebes een belastingvoorstel aangenomen dat ertoe leidt dat er juist weer minder elektrische auto’s worden verkocht. Met zulk tegenstrijdig beleid creëer je onduidelijkheid voor bedrijven en voor mensen die een nieuwe auto willen kopen. Zo halen we de klimaatdoelen nooit.”


D66 wil dat er voor het Deltaplan Klimaat een apart fonds komt om de productie van duurzame energie te stimuleren. Net zoals bij het Deltaplan voor onze Deltawerken en onze waterveiligheid moet duidelijk zijn dat het geld dat Nederlanders beschikbaar stellen voor duurzame energie, ook altijd daaraan besteed wordt. Veldhoven: “Met een Deltaplan Klimaat, een fonds en een minister Klimaat & Energie laat je zien dat je serieus werk maakt van ons klimaatbeleid. Als we daar nu mee starten, kan een volgend kabinet wél snel grote stappen zetten.”

Gas duurder, elektriciteit goedkoper dan EU-gemiddelde

Nederlandse huishoudens betalen meer voor hun aardgas dan gemiddeld in de Europese Unie. In het laatste halfjaar van 2015 betaalde de Nederlandse consument ruim 75 eurocent voor een kubieke meter aardgas. In slechts vier EU-landen waren huishoudens duurder uit. De Nederlandse gasprijs ligt al jaren relatief hoog. De elektriciteitsprijs is in Nederland juist lager dan het EU-gemiddelde. Dat meldt CBS.

De gasprijs per kubieke meter steeg in vijf jaar tijd van 65 eurocent naar 75,4 eurocent in 2015. Dat komt vooral door de gestegen belastingen op aardgas: de basisprijs (de consumentenprijs exclusief belastingen) steeg in deze periode met 0,9 eurocent per kubieke meter, de belastingen (btw en heffingen) zijn met 9,5 eurocent gestegen.

In de 28 EU-landen was de gasprijs in 2010 gemiddeld 55,3 eurocent en in 2015 gemiddeld 69,1 eurocent. Eind 2015 waren er slechts vier EU-landen waar huishoudens meer betaalden voor een kubieke meter aardgas dan in Nederland. Dat was in Zweden, Portugal, Spanje en Italië. Huishoudens in Zweden betaalden met 1,14 euro per kubieke meter het meest van alle EU-inwoners. Alleen huishoudens in Denemarken en Zweden betaalden in 2015 hogere belastingen op gas dan huishoudens in Nederland. In Roemenië was gas het goedkoopst.

De gasprijs in Nederland ligt al jaren boven het gemiddelde in de EU. De heffing in Nederland is harder gestegen dan gemiddeld. Eind 2010 was de gasprijs in Nederland bijna 10 eurocent per kubieke meter hoger dan het EU-gemiddelde, en twee jaar later zelfs ruim 14 eurocent. Eind 2015 lag de gasprijs in Nederland dus nog ruim 6 cent boven de gemiddelde gasprijs.

In Spanje is de aardgasprijs van alle EU-landen sinds 2010 het hardst gestegen. Door stijgingen van de basisprijs met ruim 30 eurocent en belastingen met 10 eurocent per kubieke meter is daar de totale aardgasprijs toegenomen van bijna 53 eurocent naar bijna 91 eurocent.

In Nederland zijn overigens nagenoeg alle huishoudens op het gasnetwerk aangesloten. Dat is in andere landen niet altijd het geval.

De Nederlandse gasprijzen mogen dan relatief hoog zijn, wat elektriciteitsprijzen betreft is Nederland een middenmoter in de EU. Van alle 28 lidstaten stond Nederland vorig jaar op een twaalfde plaats, met een prijs van 18,33 eurocent per kWh, iets onder het EU-gemiddelde. Vijf jaar eerder behoorde Nederland nog bij tien duurste landen en in 2007 zelfs bij de top drie. De basisprijs voor elektriciteit is in Nederland de afgelopen vijf jaar gedaald, terwijl die prijs in de EU gemiddeld is gestegen. 

donderdag 26 mei 2016

Stroometiket legt bloot wat energiebedrijven leveren

Elk jaar in mei maken de Nederlandse energieleveranciers bekend hoe hun stroommix in het voorgaande jaar eruit zag. De werkelijkheid strookt vaak niet met de glimmende reclames vol windmolens en zonnepanelen. Stroomleveranciers zijn wettelijk verplicht om via het stroometiket te laten zien hoe groot het aandeel kolen, gas, kernenergie, wind, biomassa en zon in hun leveringsmix van het voorgaande jaar werkelijk was. Milieuorganisatie WISE heeft de etiketten van 40 energiebedrijven weer in kaart gebracht en geanalyseerd. De drie belangrijkste trends op een rij:

1.Kolen, kolen, kolen
Het aandeel kolen in het stroometiket van de grote energiebedrijven neemt toe. Essent (aandeel kolen: 33 %) en E.ON (29 %) hebben in 2014 nieuwe kolencentrales geopend, dus dat verbaast niet. E.ON heeft de fossiele bedrijfsonderdelen afgelopen januari afgesplitst en ondergebracht in een nieuw bedrijf (Uniper), maar dat heeft nog geen effect op het stroometiket over 2015. Nuon heeft een kolenaandeel van 29 %. De vierde grote kolenproducent van Nederland is Engie. Dat bedrijf maakt volop reclame met duurzame energie, maar het stroometiket laat zien dat 33 % van de stroom die Engie verkoopt uit kolencentrales komt. Slechts 23 % van het stroometiket bevat duurzame energiebronnen, waarvan het leeuwendeel ook nog sjoemelstroom is.

2.Sjoemelstroom
Een groot deel van de groene stroom die we in Nederland gebruiken wordt in landen als Noorwegen, Frankrijk en Zweden opgewekt met decennia oude waterkrachtcentrales. Maar de fysieke elektriciteit uit die waterkrachtcentrales komt nauwelijks in Nederland aan, we krijgen hier alleen de certificaten. Van deze spotgoedkope manier om groene stroom te creëren gaat geen prikkel uit voor de broodnodige vergroening van het Nederlandse energielandschap. Daarom noemt WISE dit sjoemelstroom. Omdat de hoeveelheid waterkracht die we in de Nederlandse rivieren opwekken verwaarloosbaar klein is kunnen we ervan uitgaan dat nagenoeg alle waterkracht in de stroometiketten sjoemelstroom betreft.

Top 3 sjoemelstroom leveranciers 2015:

1.Oxxio & Woonenergie (allebei onderdeel van Eneco): 100 % waterkracht
2.Main Energie: 98 % waterkracht
3.NLE (Nederlandse Energie Maatschappij): 93 % waterkracht

Mede dankzij de jarenlange anti-sjoemelstroom-campagnes van WISE heeft Eneco sjoemelstroom recent in de ban gedaan. Dat geldt ook voor de dochterondernemingen Oxxio en Woonenergie. In het stroometiket over 2016 (dat pas in 2017 gepubliceerd zal worden) zal dat zichtbaar moeten worden.

3.Lichtpuntje: windenergie steeds populairder
Het aantal stroomaanbieders met veel windenergie in de leveringsmix is sinds 2012 spectaculair gestegen: ook in 2015 zijn er weer meer windenergieleveranciers dan in het jaar daarvoor. Inmiddels zijn er negen energiebedrijven die meer dan 50% windenergie in de mix hebben. Bij de absolute toppers horen Pure Energie en Qurrent, allebei met 99% Nederlandse wind en 1 % zon. Greenchoice, de grootste van de groene leveranciers, heeft het aandeel wind in het recente stroometiket verder opgeschroefd naar 47 %.

Omdat het door alle misleidende reclames best moeilijk is geworden om tussen alle energiebedrijven het kaf van het koren te scheiden onderhoudt WISE een online energievergelijker. Daarin zijn alleen de écht groene bedrijven te vinden.

Verbruik hernieuwbare energie toegenomen naar 5,8%

Het verbruik van hernieuwbare energie is in 2015 gestegen naar 5,8 procent. Het jaar daarvoor kwam 5,5 procent van het totale energieverbruik in Nederland uit hernieuwbare bronnen. De stijging is vooral te danken aan de toename van het energieverbruik uit wind, zon en aarde. De groei van het verbruik uit biomassa bleef achter. Dit had een drukkend effect op de totale toename van het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen. Dit maakt CBS bekend.

Het verbruik van hernieuwbare energie in Nederland bedroeg in 2015 in totaal 118 petajoule, dit is ruim 7 procent meer dan het jaar daarvoor.

Biomassa is met bijna 70 procent van het totaal verreweg de grootste bron van hernieuwbare energie. Het energieverbruik uit deze bron is met 2 procent toegenomen, terwijl het energieverbruik uit zon, wind en aarde gemiddeld met 21 procent is gestegen.

Het totale finale energieverbruik in Nederland is vergeleken met 2014 gestegen met bijna 2 procent. Ook hierdoor valt de groei van het aandeel hernieuwbare energie lager uit.

Het verbruik van hernieuwbare energie uit biomassa voor de productie van warmte is vorig jaar met 7 procent toegenomen. De stijging was vooral te zien bij warmteketels van bedrijven en bij afvalverbrandingsinstallaties. De uitbreiding van de leveringen aan stedelijke warmtenetten leverde bij afvalverbrandingsinstallaties een belangrijke bijdrage aan de toename.

Het verbruik van biobrandstoffen voor vervoer is in 2015 ongeveer 10 procent gedaald ten opzichte van 2014, ondanks een toename van de verplichting voor leveranciers van benzine en diesel om hernieuwbare energie te leveren.

Sinds 2015 is het voor brandstofleveranciers mogelijk om biobrandstoffen mee te laten tellen voor de verplichting op een moment dat nog niet zeker is dat deze biobrandstoffen op de Nederlandse markt komen. CBS gaat uit van de daadwerkelijke leveringen op de Nederlandse markt.

Created with Highcharts 4.2.1

Provincie verwerpt gaswinningsplan NAM

De provincie Groningen gaat niet akkoord met het gaswinningsplan van de NAM, dat op 1 april 2016 werd gepresenteerd. In het plan is nauwelijks aandacht voor de veiligheid, schadebeperking en het welzijn van de Groningers, zo schrijft de provincie in een advies aan minister Henk Kamp van Economische zaken. Als het aan de provincie ligt stemt de minister dan ook niet in met het plan van de NAM.

In het advies aan de minister staat dat de veiligheid van inwoners en het voorkomen van schade voor alles gaat en dat de economische uitgangspunten daaraan ondergeschikt moeten zijn. Het begrip schade houdt bovendien meer in dan alleen schade aan gebouwen, volgens de provincie. In het advies wordt ook gewezen op psychosociale schade bij inwoners, economische schade van de regio en reputatieschade.

Wie de veiligheid écht vooropstelt, streeft naar een vermindering van de gasproductie, is in het advies te lezen. De provincie vindt dat in het plan van de NAM de mogelijkheden voor minder gaswinning onvoldoende zijn onderzocht. 

De provincie is een van de betrokken partijen waaraan minister Kamp het winningsplan heeft voorgelegd. Het advies wordt op 25 mei besproken door de Statencommissie Bestuur, Financiën en Veiligheid en vóór 1 juni opgestuurd naar het Ministerie van Economische Zaken. Daarna komt de minister met een ontwerp- en instemmingsbesluit, dat nog voor iedereen ter inzage komt te liggen. Het is de bedoeling dat het kabinet vóór 1 oktober een definitief besluit neemt over de gaswinning.

Eneco stapt in slimme verduurzaming van gebouwen

Eneco neemt een minderheidsbelang in het softwarebedrijf Simaxx. Daartoe ondertekenden Eneco en Simaxx een dezer dagen een overeenkomst. Met de investering in het jonge bedrijf richt Eneco zich nadrukkelijker op de markt van energiebesparing in en slimme aansturing van gebouwen.

Simaxx heeft een platform ontwikkeld dat gebouweigenaren inzicht geeft in de prestaties van hun gebouw. Het platform kan data van allerlei verschillende bronnen in een gebouw – zoals klimaatbeheersing, zonnepanelen of een slimme meter – uitlezen en analyseren. Daarmee kan de exploitant of eigenaar zijn gebouw 'sturen' op bijvoorbeeld energieverbruik, luchtkwaliteit en verlichting. De software, die het gebouw 24 uur per dag in de gaten houdt, wordt inmiddels in meer dan 200 Nederlandse gebouwen gebruikt. Simaxx wist in deze gebouwen het energieverbruik met gemiddeld 20 procent naar beneden te krijgen, terwijl het binnenklimaat voor de ‘bewoners’ aantoonbaar comfortabeler én gezonder is.

Eneco verwacht veel van de ontwikkelingen op het gebied van zogenaamde 'smart buildings'. Hans Valk, directeur Innovation & Ventures: ‘Met Toon hebben we een platform dat consumenten inzicht geeft en steeds meer slimme mogelijkheden in huis biedt. Kantoorgebouwen hebben nog veel meer potentie, vanwege de schaal en omdat er steeds meer slimme en duurzame techniek in een gebouw te vinden is. We hebben de ambitie om van Simaxx het leidende platform te maken in de opmars van slimme gebouwen, waarmee we tegelijkertijd een grote bijdrage leveren aan het verduurzamen van de vastgoedvoorraad.'

woensdag 25 mei 2016

TenneT publiceert eerste Kwaliteits- en Capaciteitsdocument voor het net op zee

Een dezer dagen heeft TenneT haar eerste Kwaliteits- en Capaciteitsdocument voor het net op zee aangeboden aan haar toezichthouder: de Autoriteit Consument & Markt.  Het document geeft een beschrijving van het net op zee en de voorgenomen investeringen die TenneT hiervoor zal doen.

Deze investeringen volgen uit het ontwikkelkader van de minister van Economische Zaken en maken het mogelijk om de komende jaren 3500 megawatt aan vermogen van windparken op zee aan te kunnen sluiten. Dit zal een belangrijke bijdrage leveren aan de realisatie van de afspraken uit het Energieakkoord om in 2023 16 procent van de energie uit hernieuwbare bronnen op te wekken.

De recente wijziging van de Elektriciteitswet regelt het netbeheer op zee. Op grond van deze wet zal TenneT tweejaarlijks een Kwaliteits- en Capaciteitsdocument ontwikkelen.

Onderzoek naar grootschalig zonnepark bij Assen-Zuid

De gemeente wil de mogelijkheden onderzoeken om een grootschalig zonnepark aan te leggen op bedrijvenlandschap Assen-Zuid. Het college vraagt de gemeenteraad hiermee in te stemmen.

Bedrijven hebben inmiddels al belangstelling getoond om te investeren in een zonnepark bij Assen Zuid. Uit onderzoek blijkt dat op het bedrijvenland in ieder geval tot 2030 zo’n 40 hectare beschikbaar is voor het opwekken van energie met behulp van zonnepanelen. Iedere hectare levert tussen de 0,5 en 0,65 megawatt aan elektriciteit op. Dit is genoeg om tussen de 6.000 en 8.400 huishoudens van stroom te voorzien. Bij de aanleg van een zonnepark wil de gemeente dat het bestaande landschap behouden blijft.

De gemeente wil de plannen verder uitwerken in nauw overleg met omwonenden. Zij kunnen met ideeën komen over de inpassing van het zonnepark in het landschap. Ook kunnen zij mee-investeren in het park.

Tango en IDS tankstations gaan over op 100% windkracht

De tankstations van Tango draaien vanaf begin 2016 op groene stroom. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van 100 procent Europese windkracht. Hiervoor is moederbedrijf Kuwait Petroleum Belgium een partnership aangegaan met energiebedrijf Essent. Naast de 190 tanklocaties van Tango worden ook het hoofdkantoor in Den Haag en de tankstations van International Diesel Services (IDS), gespecialiseerd in de brandstofbehoeften van internationale transportbedrijven, voorzien van groene stroom. Deze overschakeling past in het Energy Efficiency Program van Kuwait Petroleum.

Tango is aanbieder van een landelijk netwerk van onbemande tankstations. IDS heeft zich toegelegd op de behoeften van internationale ondernemingen voor lange-afstandstransport over de weg. Beide bedrijven hebben bij hun tankstations diverse oplossingen geïmplementeerd om efficiënter met energiebronnen en elektriciteit om te gaan. Zo beschikt een groot deel van de tankstations bijvoorbeeld over zonnepanelen en LED-verlichting. Daarnaast zijn er locaties waarbij de daken beplant zijn voor een isolerend effect. De overschakeling op groene stroom was dan ook een logische volgende stap. Hierbij viel de keuze al snel op Essent als partner gezien de sterk competitieve prijzen die het bedrijf voor groene stroom aanbiedt.

dinsdag 24 mei 2016

Over vijf jaar produceert elke wijk zijn eigen zonne-energie

De zonne-energie van de toekomst wordt niet alleen opgewekt in grootschalige zonnecentrales of met baanbrekende nieuwe technieken, maar ook door lokale initiatieven. Wijken en buurten waar mensen op hun dak of op een zonneweide duurzame energie opwekken en die zelf gebruiken zullen zich als een lappendeken over de wereld verspreiden. Voor opslag van overtollige stroom gebruiken ze nieuwe type batterijen of - heel slim - die van de groeiende vloot elektrische auto's.

Dat voorspellen deskundigen op het gebied van zonne-energie (PV). Ze zullen hun visie op de toekomst en hun ervaringen uit de praktijk delen tijdens de achtste editie van 'The Solar Future NL- Prepare for change' conferentie op 26 mei in de Jaarbeurs in Utrecht.

 De komende jaren zal het rendement van zonnecellen verder toenemen, zullen de prijzen van installaties verder dalen en komen er nieuwe oplossingen om overtollige zonne-energie thuis op te slaan. Maar revolutionaire technologische uitvindingen worden niet verwacht. ,,De grote doorbraak zit vooral in de algemene acceptatie van zonne-energie en het meervoudig ruimtegebruik," denkt directeur Frans Latjes van Ecorus Nederland, een specialist op het gebied van grootschalige zonne-energie. ,,Als je vijf jaar vooruit kijkt zullen veel meer mensen zonnepanelen op hun dak hebben. Nu vinden mensen het nog lelijk, maar straks zitten zonnepanelen overal in verwerkt om energie op te wekken. Als de buurman dan overstag gaat, krijg je kuddegedrag en wil ineens iedereen het."
 Ecorus bouwt, financiert en beheert diverse projecten. Bijvoorbeeld de 'Solar Campus Purmerend', met 22.000 zonnepanelen die jaarlijks 5,5 megawatt groene stroom opwekken een van de grootste solarparken in de Benelux. Ecorus faciliteert dit project aan lokale initiatiefnemers. Volgens Latjes zullen vooral dit soort lokale initiatieven de toekomstige PV markt gaan bepalen. ,,Mensen willen op het gebied van energie onafhankelijk worden. Ze willen op hun eigen dak of op een zonneweide in de buurt stroom opwekken en afnemen. Hoe dichterbij je het opwekt, hoe lager de transportkosten. Net als bij de stadslandbouw, die de moestuintjes heeft teruggebracht en waar je op de fiets heen kunt. Zo gaat het ook met duurzame energie," voorspelt hij.

 Een goed voorbeeld van zo'n lokaal initiatief is de Utrechts wijk Lombok. Daar gebruikt een netwerk van bewoners de batterijen van elektrische auto's om overtollige energie van hun zonnepanelen in op te slaan en terug te leveren. Een Europese primeur. Een hele 'lean' manier om duurzame energieopwekking en -opslag en de opkomst van elektrisch rijden aan elkaar te koppelen. ,,De actieradius van elektrische auto's loopt de komende jaren op tot 300 of 400 kilometer per dag, terwijl ze gemiddeld 70 of 80 kilometer rijden. Dat restant kun je gebruiken voor opslag en ontladen voor huishoudelijk gebruik als er weinig zonne-energie is. Daardoor hoeven mensen met zonnepanelen geen dure batterijen meer te kopen. Die staan al op straat," zegt Robin Berg, oprichter en directeur van LomboXnet.

LomboXnet biedt elektrische deelauto's op zonnestroom, plaatst zonnecentrales op scholen, ontwikkelt laadpalen op zonne-energie die kunnen laden én ontladen (V2G) en biedt zelfs snel internet op zonnestroom aan. Berg is ervan overtuigd dat dit soort wijkinitiatieven, die zelf hun energie opwekken, de toekomst hebben. ,,Wereldwijd zullen complete steden en landen op deze manier gaan werken. Ook grote zonnecentrales hebben opslag nodig en ook daarvoor kun je elektrische auto's gebruiken," stelt hij. Het systeem gaat beter werken als het in meer wijken wordt uitgerold. Berg verwijst in dat verband naar de plannen van de naastgelegen Utrechtse Jaarbeurs, dat 12.000 vierkante meter aan zonnepanelen op het dak gaat leggen en 3000 parkeerplaatsen met laadpalen. Dat kan als back-up dienen en zo kan er een stedelijk energiesysteem ontstaan, oppert hij.

Primagaz en PitPoint LNG vormen nieuwe joint-venture

Primagaz Nederland BV en PitPoint Clean Fuels hebben een overeenkomst getekend voor de overname van 50 procent van de aandelen van PitPoint LNG door Primagaz. De hiermee gevormde nieuwe joint venture zal zich volledig richten op de exploitatie van LNG voor de transport en marine markt. Beide bedrijven brengen hun eigen expertise in om zo een nieuw, toekomst-zeker en betrouwbaar bedrijf te vormen dat zich specialiseert in de uitbouw van de huidige LNG activiteiten van beide spelers.

De joint venture zal de markt bedienen initieel onder de naam PitPoint LNG en heeft als ambitie op korte termijn het bouwen van vijf LNG truckstations in de Benelux en 2 bunkerstations voor de binnenvaartsector. Op de middellange termijn is het doel minimaal 10 truckstations samen te ontwikkelen.

De inbreng van PitPoint zal zich vooral focussen op de bouw, het onderhoud en de exploitatie van de LNG stations, zoals het LNG station in Zwolle dat recent al in een nieuw jasje gestoken werd.

Windpark op Noordzee goedkoper dan verwacht

Het eerste windpark op de Noordzee, voor de kust van Zeeland, wordt goedkoper dan begroot. Dat zegt minister Kamp van Economische Zaken naar aanleiding van de inschrijfprocedure voor windpark Borssele. De exacte besparing wordt later bekend gemaakt.

Het Rijk reserveerde aanvankelijk 18 miljard euro voor vijftien jaar stroomproductie op zee. Het consortium dat het windpark gaat bouwen, krijgt subsidie voor het verschil tussen de marktprijs voor grijze stroom en het bedrag van de eigen offerte.

Er is veel belangstelling voor het windpark. Onder de bieders bevinden zich energiebedrijf Eneco, Shell, projectontwikkelaar Van Oord en windmolenbouwer Vestas. Andere bieders zijn NUON-eigenaar Vattenfall en RWE, de eigenaar van Essent.

Gemeente maakt gymzalen energiezuiniger

Gemeentelijke gebouwen worden steeds duurzamer. Na onder meer het Raadhuis en Omnizorg pakt de gemeente in de zomer 20 gemeentelijke gymzalen aan. Na 45 jaar zijn deze gymzalen toe aan een stevige renovatie. Met de renovatie wordt ingezet op meer gebruiksgemak en energiezuinige oplossingen.

Wethouder Duurzaamheid Mark Sandmann juicht deze ontwikkeling toe: “De gemeente Apeldoorn is dit jaar volop bezig om eigen gebouwen te verduurzamen en energie te besparen. Met deze aanpassingen besparen we zowel geld als het milieu. Het is jammer dat we de gymzalen even moeten sluiten hiervoor maar na de zomer hebben schoolkinderen en verenigingen weer een heerlijke plek om te sporten en bewegen. En die is dan ook nog duurzamer.”

De gemeente Apeldoorn en beheerder Accres hebben ervoor gekozen om van juni tot en met augustus aan de slag te gaan met de gymzalen. Hierdoor vindt een groot deel van de werkzaamheden plaats in de zomervakantie. De gymzalen worden zowel van binnen als van buiten gerenoveerd. Een nieuwe technische installatie, moderne douche- en kleedruimtes en tal van energiezuinige oplossingen, zoals zonnepanelen maken deel uit van de renovatie. Na de zomer kunnen scholen en verenigingen weer sporten in de vernieuwde zalen

maandag 23 mei 2016

TenneT als netbeheerder van het net op zee

In de Elektriciteitswet is vastgelegd dat de windparken die in de komende jaren in de Noordzee worden gebouwd via een net op zee worden verbonden met het landelijk net. De netbeheerder van het net op zee is hiervoor verantwoordelijk. TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) wil netbeheerder worden voor het net op zee.

Voordat de Minister van Economische Zaken TenneT als netbeheerder van het net op zee kan aanwijzen moet TenneT door ACM gecertificeerd worden. Hierbij toetst ACM of het bedrijf voldoet aan de ontvlechtingseisen uit de Europese richtlijn 2009/72/EG.

In 2013 heeft ACM een dergelijk besluit ook al genomen voor TenneT. Door een recente wijziging van de Elektriciteitswet wordt van TenneT verwacht dat zij opnieuw een aanvraag voor certificering moet doen, waarna ACM de toets opnieuw uitvoert.  

ACM heeft nu het voorlopige besluit genomen dat TenneT voldoet aan de gestelde eisen. Voordat  het besluit definitief kan worden vastgesteld, zal de Europese Commissie haar advies geven. Het conceptbesluit is daarom op 28 april 2016 conform procedure toegezonden aan de Europese Commissie.

4 miljard euro besparing mogelijk door woningisolatie

Nederland isoleert te langzaam. In het huidige tempo duurt het nog minstens 31 jaar voor alle huizen in Nederland zijn geïsoleerd. Dit blijkt uit berekeningen van Natuur & Milieu. Als alle huizen zijn geïsoleerd, daalt het totale gasverbruik in Nederland met 50 procent. Per huishouden scheelt volledige isolatie bijna 550 euro per jaar op de energierekening. Voor heel Nederland is dit jaarlijks 4 miljard euro.

Voor de Nederlandse bevolking mag het veel sneller: 78% wil dat over 10 jaar alle huizen in Nederland volledig zijn geïsoleerd. Dit toont vandaag gepubliceerd onderzoek van Natuur & Milieu aan, in samenwerking met Greenchoice, SNS, ASN Bank, BLG Wonen, Hoom en Nederland Isoleert, uitgevoerd door Panelwizard.

Zelf isoleren gebeurt echter mondjesmaat: slechts 1 op de 9 Nederlanders zegt alle energiebesparende maatregelen te hebben genomen die mogelijk zijn. De belangrijkste besparingsstappen die Nederlanders tot nu toe zetten, zijn het vervangen van gloeilampen (74 procent), dubbel glas (57 procent) en apparaten op standby (57 procent). Isolatie zit nog niet in de top 3.

“Mooi om te zien dat een meerderheid van 78% veel sneller wil isoleren dan nu gebeurt. Nederlanders kunnen dit proces zelf versnellen door hun eigen huis zo goed mogelijk te isoleren,” aldus Talitha Koek, woordvoerder Campagnes bij Natuur & Milieu. “Veel mensen missen de grote klappers: spouw-, dak- en bodemisolatie. Met deze maatregelen spaar je honderden euro’s per jaar uit.”

“Op de Klimaattop in Parijs vorig jaar is afgesproken dat we in 2050 niet meer dan 2 graden temperatuurstijging in de wereld toestaan. Als de Nederlandse overheid deze doelstelling serieus neemt, moeten in Nederland vrijwel alle woningen voor 2035 van het gas af. Als we niet snel starten met isoleren, halen we dit niet,” aldus Koek. “Bovendien is isoleren drie keer goed: voor je portemonnee, voor je wooncomfort en voor het milieu.”

Het opinieonderzoek is uitgevoerd door Panelwizard, in opdracht van Natuur & Milieu, i.s.m. Greenchoice, SNS, ASN Bank, BLG Wonen, Hoom en Nederland Isoleert in het kader van de gezamenlijke energiebesparingscampagne Slimwoner. Het is uitgevoerd onder 837 Nederlanders van 18 jaar en ouder, representatief voor Nederland op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinssituatie en arbeidsparticipatie. Klik hier voor de onderzoeksverantwoording. De berekeningen over het isolatietempo in Nederland zijn in deze factsheet te vinden.

Energie uit komkommerloof en Olifantsgras

Het college van Drenthe stelt €110.000, - beschikbaar voor een Green Deal met Mycelco en Drenthe Growers uit Erica. De ondernemers gaan een innovatief compostsysteem ontwikkelen waarbij gebruik wordt gemaakt van komkommerloof en speciaal hiervoor gekweekt olifantsgras. De energie die hierbij vrijkomt, gaat terug naar kassen en de omliggende woningen. Het restmateriaal dat na dit proces overblijft, wordt gebruikt als grondverbeteraar en groene bestrijdingsmiddelingen. Daarnaast wordt het geteelde olifantsgras ook benut als een biobased grondstof voor nieuwe duurzame materialen, waaronder bio-composieten.

Energiegedeputeerde Tjisse Stelpstra is lovend over het initiatief. ‘Vanuit de markt merken we dat bedrijven steeds meer zelf op zoek gaan naar nieuwe mogelijkheden om het restmateriaal her te gebruiken. Bijvoorbeeld voor duurzame energieproductie of als grondstof voor andere processen. Hiermee weet ook de glastuinbouw de energie-cyclus beter te sluiten. Het levert bovendien nog energiebesparing op door minder inzet van fossiele warmte en minder vervoersbewegingen’.

Initiatiefnemer Mycelco wil samen met Drenthe Growers uit Erica onderzoeken of het restmateriaal dat vrijkomt uit de glastuinbouw gebruikt kan worden om energie op te wekken. Het komkommerloof en het hiervoor gekweekte olifantsgras (miscanthus) worden samengevoegd in een grote korf waarin bacteriën en schimmels in combinatie met water en zuurstof het omzettingsproces opgang brengen. Door de omzetting (fermentatie) van beide producten komt energie vrij die terugvloeit naar de kassen en de omliggende woningen. Nadat het omzettingsproces is beëindigd kan het overgebleven materiaal (compost) worden gebruikt als grondverbeteraar en groene bestrijdingsmiddelen. Stenden University Emmen doet onderzoek of olifantsgras toe te passen is als grondstof voor het maken van bio-composiet. Olifantsgras is een snel groeiend gewas dat gekweekt wordt op het terrein van de kweker. Daarnaast heeft de gemeente Emmen voor het verbouwen van dit gewas, braakliggende grond beschikbaar gesteld. Hierdoor krijgt deze grond een nieuwe functie als biobased energielandschap.

Het Recyclingcentrum Zuid-oost Drenthe begeleidt het proces met hun kennis en know-how over composteren. In Emmen is er veel glastuinbouw. Het systeem kan ook andere tuinbouwers stimuleren om met het restmateriaal dat vrijkomt de kringloop verder te sluiten. Hiermee worden de grondstoffen die uit de grond zijn gehaald ook weer teruggegeven. ‘Vanuit de Agribusiness is het interessant om te zien dat marktpartijen hier steeds bewuster mee bezig zijn’, aldus landbouwgedeputeerde Henk Jumelet.

zondag 22 mei 2016

Oud-directeur: 'Kernreactor Petten onveilig'

De kernreactor in Petten is niet veilig, dat stelt oud-directeur Frans Saris tegenover Een Vandaag. Hij vindt dat het Energieonderzoek Centrum Nederland op die lokatie geen nucleair afval moet opslaan. Saris zegt dat zijn oude werkgever sjoemelt met het afval en dat het toezicht ernstig tekort schiet.

Hij heeft bezwaar gemaakt tegen een vergunning die het mogelijk maakt dat nucleair afval tijdelijk in Noord-Holland wordt opgeslagen, terwijl dat eigenlijk in Borselle zou moeten gebeuren. ‘Ik heb veertien jaar mijn mond gehouden nadat ik vertrok, maar deze situatie is ontoelaatbaar. Oud en nieuw afval opslaan in een loods is gevaarlijk’, stelt Saris in EenVandaag. ‘Zeker als je bedenkt dat terroristen daar zomaar een drone met explosieven boven kunnen laten hangen’.

Volgens de huidige ECN directievoorzitter Paul Korting is er niets mis met de veiligheid in Petten. Hij reageert in de uitzending.

zaterdag 21 mei 2016

'Kies klimaatinnovatie als overkoepelend doel bij innovatiebeleid'

Klimaatinnovatie moet als overkoepelend doel specifiek aandacht krijgen in het innovatiebeleid. Die oproep aan het kabinet deed CDA woordvoerder milieubeleid Agnes Mulder tijdens een overleg over het klimaatakkoord van Parijs.

Mulder: “Om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te halen, zijn innovaties om de uitstoot van broeikasgassen te voorkomen en te reduceren hard nodig. Dat is ook wat de Nederlandse Bank en het Interdepartementaal onderzoek kostenefficiëntie CO2-reductiemaatregelen adviseren.”

Wat het CDA betreft moet de uitwerking van het klimaatakkoord concreet worden vertaald naar het hier en nu, naar de zaken die inwoners, bedrijven en gemeenten zelf kunnen doen. Mulder: “Een van de manieren om dat te doen is via het Energieakkoord. Begin 2020 gaat de opslag duurzame energie op al onze energierekeningen enorm oplopen. Het CDA wil graag dat het kabinet voor die tijd een duidelijke aanpak laat zien hoe onze inwoners en ondernemers daar ook zelf rechtstreeks wat voor terug gaan krijgen. Zonne-energie kan daarbij een belangrijke aanjager zijn. Zodra mensen investeren in zonne-energie wordt ook vaak zichtbaar wat ze nog meer kunnen doen in hun eigen huis aan energiebesparing. Dan kunnen er echt stappen worden gezet. Mijn hoop is dat vanuit de energiedialoog er hier ook echt werk van gemaakt wordt in de nationale strategie 2021-2030.”

vrijdag 20 mei 2016

'Over vijf jaar is energie gratis óf heel duur'

De massale opwekking van duurzame energie leidt er over vijf jaar toe dat energie gratis is óf heel duur. Dat zeggen Simon Bos, Barry Meddeler en Eric Versteeg van Tauw in een artikel dat op 20 mei 2016 gepubliceerd werd in het Reformatorisch Dagblad.

Olie en gas raken op. Aantrekkelijke alternatieven ontwikkelen zich in een rap tempo. We gaan naar een situatie toe waarin we als consument zelf kunnen kiezen hoe onze energie wordt opgewekt en door wie. Daarnaast krijgen we meer controle over de kosten, mits we bereid zijn onze energie¬consumptie aan te passen aan het energieaanbod. Dát bepaalt of je straks een torenhoge energie¬rekening hebt of vrijwel niets meer betaalt voor energie.

TNO: Dieselauto's grote vervuilers

Euro 5 dieselbestelauto’s stoten in de praktijk veel meer NOx uit dan tijdens de typekeuringstest op een rollenbank. Gemiddeld stoten de geteste zwaardere bestelvoertuigen onder praktijkomstandigheden een factor 6 meer NOx uit dan de typekeuringsnorm. De gemiddelde NOx-praktijkemissies van zwaardere bestelauto’s liggen rond de 1600 mg/km. Lichtere bestelauto’s stoten een factor 3,5 meer NOx uit dan typekeuringsnorm.

Het rapport presenteert gedetailleerde resultaten van metingen op de weg en op de rollenbank van de emissies van stikstofoxiden (NOx) door dertien Euro 5 dieselbestelvoertuigen en één zwaardere bestelauto met een motorkeuring volgens Euro VI. Deze metingen zijn verricht in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Begin 2015 zijn de meeste resultaten al zonder vermelding van merk en model gerapporteerd (TNO 2015 R10192 - On-road NOx and CO2 investigations of Euro 5 Light Commercial Vehicles), en zijn de nieuwe emissiegegevens verwerkt in de luchtkwaliteitsmodellen.

Dit rapport over bestelauto’s heeft dezelfde structuur als het in maart 2016 gepubliceerde rapport over de praktijk NOx-emissies van personenauto’s (TNO 2016 R10083 - "NOx emissions of Euro 5 and Euro 6 diesel passenger cars – test results in the lab and on the road"). Beide rapporten bevatten resultaten onder vermelding van merk en model. Verder worden de gebruikte testprocedures uitgebreid toegelicht en zijn resultaten voorzien van algemene en specifieke commentaren ten behoeve van de interpretatie van de resultaten. De rapporten zijn volledig consistent met eerdere publicaties. De testresultaten van een zwaardere bestelauto met een motorkeuring volgens Euro VI zijn nog niet eerder gepubliceerd.

Uit de detailgegevens per voertuig mogen en kunnen geen conclusies worden getrokken die verder gaan dan een indicatie van de praktijkemissies van dat specifieke voertuig onder die specifieke omstandigheden. De huidige tests van TNO zijn niet geschikt en niet bedoeld om uitspraken te doen over de precieze oorzaak van de verschillen in uitstoot zoals gemeten op de officiële typegoedkeuringstest en in de praktijk. Met de uitkomsten van de test kan daarom niet worden vastgesteld of er sprake is van zogenoemde ‘sjoemelsoftware’ of van een wel binnen de typekeuringswetgeving toegestane regelstrategie van het motormanagementsysteem.

Reductie van NOx-uitstoot in de praktijk is realistisch haalbaar met bestaande technieken, zoals EGR, LNT en SCR. Dit wordt bevestigd door de lage emissies die gemeten zijn aan het voertuig met een motorkeuring volgens de Euro VI norm voor zware voertuigen. Dat voertuig was voorzien van EGR en SCR. Wel dient de beschikbare technologie beter te worden ingepast in de ontwikkeling van nieuwe of aanpassing van bestaande modellen en dieselmotoren.

Vanaf 1 september 2016 moeten alle zwaardere bestelauto’s voldoen aan de normen volgens Euroklasse 6/VI. Medio dit jaar worden meer auto’s uit deze euroklasse gemeten.



Europees project See2Do! goedgekeurd

Het grensoverschrijdend Interreg VA programma Vlaanderen-Nederland heeft het See2Do!-project goedgekeurd. In See2Do! werken Vlaamse en Nederlandse partners samen om na te gaan hoe burgers kunnen aangezet worden tot de energetische renovatie van hun woning.

Vlaamse en Nederlandse partners werken een energierenovatiebegeleidingstraject uit om de burger zo goed mogelijk te informeren en bij te staan in de energetische renovatie van hun woning. Informeren gebeurt via thermografie waarbij lucht-, straat- en woningscans genomen worden en via een digitaal platform ontsloten worden. De begeleiding van de burger gebeurt via energieloketten (digitaal en/of fysiek), energiecoaches, train-the-traineropleidingen, begeleiding bij het zoeken en vinden van de juiste aannemers (= ketenorganisatie) enz.

Het partnerschap telt 17 organisaties uit Nederland en Vlaanderen. In Provincie Antwerpen zijn de partners Kamp C, Provincie Antwerpen, IGEMO, Stad Mechelen en Thomas More.

Windstudie ECN versterkt business case windpark Borssele

Een tiental projectontwikkelaars is in de running voor een concessie voor de ontwikkeling van een windpark voor de kust van Zeeland. Twee ontwikkelaars lieten hun ontwerp vooraf doorrekenen door ECN. Ons windrapport maakt hun business case meer solide en biedt vertrouwen aan kapitaalverstrekkers.

De overheid is een openbaar aanbestedingstraject gestart voor twee van de vier kavels van de Borssele windenergiezone. Diverse projectontwikkelaars werken sindsdien aan een voorstel voor deze offshore windparken. Eén van de vereisten van de tender is dat er een windstudie door een onafhankelijke, deskundige derde, zoals ECN, wordt bijgevoegd. 

“Het gaat om grote projecten met een hoge financiële impact. Per kavel gaat het om een investering van meer dan 1 miljard euro. Valt de windopbrengst één procent lager uit, dan kan dit over de totale looptijd tientallen miljoenen euro’s schelen. Daarom is een nauwkeurige berekening essentieel”, vertelt Bernard Bulder, coördinator van windstudies bij ECN. 

Veel factoren spelen een rol bij het bepalen van de opbrengst: Hoe wordt het park ingericht, met welke turbines en hoe staan ze ten opzichte van elkaar? En in meer detail: wat is het nominale vermogen, de ashoogte, de rotordiameter en de waterdiepte? Bulder: “Wij gaan uit van het ontwerp van de opdrachtgever. Daar voegen we door ons bepaalde windcondities aan toe, die zijn gebaseerd op gevalideerde data van ECN én langetermijn voorspellingen van het KNMI. Vervolgens berekent een geavanceerd computermodel, dat wij hebben ontwikkeld en uitgebreid gevalideerd, de verwachte windopbrengst. Ook de invloed van al gebouwde windparken aan de Belgische kust wordt gemodelleerd. Groot voordeel van ons model is dat het een bewezen hogere nauwkeurigheid heeft en afwijkt van tools die ontwikkelaars zelf gebruiken. Hiermee is het echt een second opinion.” 

Volgens business developer Piet Warnaar zijn voor ontwikkelaars drie factoren van het hoogste belang: de hoogte van de investering, de kosten van operatie en beheer gedurende de levensduur van het windpark en vooral de windopbrengst. ”Die drie factoren bepalen in hoge mate de uitkomst van de business case en de bieding die onze opdrachtgever zal doen in deze tender. Onze kennis over deelname en de inhoud van resultaten van de studies zijn uiteraard zeer vertrouwelijk, omdat het gaat om commerciële biedingen. Bij ECN gaat de vertrouwelijkheid zo ver dat we voor verschillende opdrachtgevers aparte teams hebben en dat we fysieke werkzaamheden gescheiden houden.”
\
De tender voor de eerste twee kavels van elk 350 MegaWatt bij Borssele is nu in volle gang. In augustus 2016 volgt ook de tender voor Borssele 3 en 4. Piet: “Wij staan klaar om ook dan onafhankelijke windstudies voor projectontwikkelaars uit te voeren. Doordat we alle kennis in huis hebben, kunnen we binnen drie weken al een volledige windstudie verzorgen. Bovendien zijn we direct betrokken bij alle windmetingen in het gebied en hebben we betrouwbare, langjarige historische winddata van het hele Nederlandse deel van de Noordzee. Met onze gevalideerde tools kunnen we ontwikkelaars en investeerders een hoge mate van nauwkeurigheid garanderen.”

Energieopslag en elektrisch rijden komen samen in snellaadstation A2 Haarrijn

Altijd elektrisch snelladen zonder grote netinvesteringen. Dat is de uitdaging die exploitant MisterGreen, netbeheerder Stedin en energiedienstverlener Alfen aangaan met het snellaadstation Haarrijn aan de A2 tussen Amsterdam en Utrecht. Het snellaadstation is deze maand uitgebreid met een groot batterij opslagsysteem. Hiermee kan duurzaam opgewekte energie uit de zonnepanelen opgeslagen worden voor later gebruik. Bijvoorbeeld als de zon niet schijnt.

Elektrisch rijden heeft de toekomst en daarom groeit het wagenpark snel in Nederland. Meestal worden elektrische auto’s tijdens de nachturen of op het werk opgeladen. Snelladen is echter een must als tijdens een lange rit de accu’s leeg raken. Hiervoor zijn krachtige laadpunten nodig bij tankstations langs de snelweg. MisterGreen heeft onder de naam Fast Charging Network langs de A-wegen vijftien snellaadstations. Daarmee kunnen de meeste elektrische auto's in tien minuten weer circa vijftig kilometer rijbereik bijladen.

In Nederland rijden nu al circa 100.000 (semi-)elektrische auto’s, een aantal dat in hoog tempo verder gaat toenemen. Het opladen van deze auto’s vergt veel van het elektriciteitsnet. Om het elektriciteitsnet betrouwbaar te houden, zijn nieuwe energiesystemen nodig. Zoals Vehicle-to-Grid waarbij de auto zélf als opslag fungeert, maar ook batterijsystemen. Die kunnen pieken en dalen in vraag en aanbod van energie opvangen nabij oplaadpunten.

Om minder energie van het net te vragen, heeft ook duurzaam opgewekte energie uit zon een belangrijke rol bij snellaadstation Haarrijn. Naast een aansluiting op het energienet wekt het station langs de A2 ook zelf elektriciteit op. Boven de laadpunten staat een grote overkapping met daarop zonnepanelen. Deze voeden een grote batterij waaruit de elektrische rijder kan putten. Als deze centrale buffer onvoldoende voorraad heeft, wordt overgeschakeld op levering via het reguliere energienet van Stedin.

Initiatiefnemer en directeur Mark Schreurs van MisterGreen: ,,Het is belangrijk dat er altijd energie is om op te laden. Ook als de zon niet schijnt, als er in de toekomst veel tegelijk geladen wordt of als er beperkte capaciteit op het huidige energienet is. Met de inzet van zowel de zonnepanelen als batterij is de beschikbaarheid van onze snellaadpunten optimaal.’’

Voor het elektrisch snellaadstation Haarrijn levert Alfen een Energy Storage System. Voor het project is een ‘superbatterij’ van in totaal 51 batterijen (90kWh) gebouwd.  Deze batterijen zijn zogenoemde ‘second life batterijen’: stroombronnen die al in eerdere projecten zijn gebruikt. ,,Wij zijn continu bezig met energieoplossingen van de toekomst. We beschouwen het dan ook als onze verantwoordelijkheid om onze kennis en innovatieve kracht te delen met partners,  zoals nu met dit snellaadstation’’, zegt Marco Roeleveld, directeur van Alfen.

Door voortdurende monitoring van pieken en dalen, de inzet van opslag en het zelf opwekken van elektriciteit uit zon, voorkomt het energiesysteem hoge investeringen door Stedin in het net. ,,De snelladers vragen een dusdanig vermogen dat Stedin hier goed naar moet kijken. En omdat dit om afgelegen locaties gaat, vergt dit soms een forse investering van onze kant en een grote belasting van het net. Met flexibiliteit door opslag in batterijen of Vehicle-to-Grid kan dit worden voorkomen”, aldus David Peters, directeur strategie van Stedin.

Groen licht voor aanleg COBRA kabel

Alle Nederlandse vergunningen die nodig zijn voor de aanleg van de COBRA kabel tussen Nederland en Denemarken zijn onherroepelijk verklaard. Dat betekent dat TenneT en haar Deense tegenhanger Energinet.dk kunnen starten met de aanleg van de onderzeese gelijkstroomverbinding die het Nederlandse en Deense elektriciteitsnet rechtstreeks met elkaar verbindt.

De kabelverbinding met een capaciteit van circa 700 MW wordt ongeveer 325 kilometer lang en loopt vanaf Eemshaven (Nederland) via Duitsland naar Endrup (Denemarken). De verbinding wordt uitgevoerd als een hoogspanningsgelijkstroomkabel (High Voltage Direct Current, HVDC) omdat er dankzij deze gelijkstroomtechniek weinig verliezen optreden bij elektriciteitstransport over lange afstanden en er dus vrijwel geen (duurzame) stroom verloren gaat. Twee converterstations op land, een in Nederland en een in Denemarken, zijn nodig om de kabel aan te sluiten op de bestaande netten.

Voor de aanleg van COBRA zijn diverse vergunningen nodig in zowel Nederland als Denemarken, maar ook in Duitsland omdat de verbinding deels over Duitse zeebodem zal worden aangelegd. De kabel doorkruist natuurbeschermingsgebieden zoals de Waddenzee en riff gebieden, doorkruist mijngebieden en is gepland in de nabijheid van andere kabels en offshore windmolenparken. Bijzonder is dat er tegen de verleende Nederlandse vergunningen voor de aanleg van COBRA geen enkel beroep is aangetekend. Een gang naar de Raad van State is voor dit project dus niet nodig en TenneT en Energinet.dk kunnen zich nu vol richten op de voorbereidingen voor de aanleg.

De aanleg van de COBRAcable levert voor beide landen voordelen op. Er wordt meer duurzame energie geïmporteerd, vooral wind uit Denemarken. Voor Denemarken is het waarborgen van de leveringszekerheid van groot belang. De kabel maakt structureel Nederlandse capaciteit beschikbaar voor het Deense elektriciteitsnet en omgekeerd. Verder wordt de kabelverbinding zo ontworpen dat het in een later stadium mogelijk is om een windpark op zee aan te kunnen sluiten. Hierdoor draagt de kabel bij aan de verwezenlijking van een duurzaam internationaal energielandschap, een streven van de Europese Unie.

De COBRA-kabel is niet de eerste onderzeese elektriciteitsverbinding die TenneT aanlegt. In 2008 realiseerde TenneT de NorNed-kabel tussen Nederland en Noorwegen (capaciteit: 700 MW, lengte: 580 km) en in 2011 de BritNed-kabel tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk (capaciteit: 1.000 MW, lengte: 260 km). Naast de nieuwe COBRA-kabel is TenneT momenteel bezig met de aanleg van NordLink. Deze onderzeese kabel krijgt tussen Duitsland en Noorwegen krijgt een capaciteit van 1.400 MW en zal in 2020 gereed zijn.

Energinet.dk beschikt al over onderzeese kabels naar Noorwegen, Zweden en Duitsland. Een nieuwe kabel tussen Denemarken en Duitsland (die zal dienen als netaansluiting voor het Krigers Flag-windpark) wordt volgens planning in 2020 in gebruik genomen. Energinet.dk en de Britse netbeheerder National Grid onderzoeken momenteel de mogelijkheden voor een kabel tussen Denemarken en Groot-Brittannië.

donderdag 19 mei 2016

Aruba breidt solarprojecten uit

Het Water- en Energiebedrijf Aruba NV (WEB) nodigt via een zogeheten 'request for information' ondernemingen uit hun belangstelling kenbaar te maken. Het eerste project betreft een solarpark met een capaciteit van 5 megawatt waarmee het een van de grotere zal zijn in het Caribisch gebied. WEB heeft hiervoor een terrein van 34.000 vierkante meter gereserveerd. Het tweede project bestaat uit het voorzien van 20 school- en andere openbare gebouwen van zonnepanelen die in totaal 2,5 megawatt moeten gaan leveren.

Afhankelijk van de respons worden de projecten in hun geheel gegund of per onderdeel, van ontwerp, productie, installatie, onderhoud tot exploitatie). Belangstellenden hebben tot 20 mei de tijd zich bij WEB te melden. Het request for information is te raad-plegen via www.webaruba.com.

De projecten maken deel uit van de ambitieuze duurzaamheidsagenda van de Aru-baanse regering om de energievoorziening uiterlijk in 2020 volledig onafhankelijk te maken van fossiele brandstoffen door toepassing van een mix van hernieuwbare bronnen. Het land wordt hierin bijgestaan door o.a. TNO en de Carbon War Room

TNO: De tijd is rijp voor diepe geothermie

De snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën op het gebied van geothermie biedt kansen aan installateurs, architecten, bouwers van installaties, projectontwikkelaars en zelfs gemeenten: ‘De eerste grote projecten zijn gestart. Het is het tijd om aan te haken.’

TNO heeft onlangs een Technologiecluster (TC) op het gebied van geothermie afgerond, vertelt TNO’er Ronald den Boogert: "In een TC zoeken we samen met partners uit het MKB en andere geïnteresseerden naar commerciële toepassingen van innovatieve technologieën. In dit TC ging het om radiaal boren, een techniek waarbij je met een systeem van extra boorgaten loodrecht op het oorspronkelijke boorgat, de opbrengst van een geothermische put aanzienlijk verhoogt. Samen met onze partners uit het bedrijfsleven hebben we aangetoond, dat je een capaciteitsverbetering van vijftien tot dertig procent kunt bereiken bij een kostenstijging van vijf procent."

Radiaal boren is niet de enige innovatie, zegt Den Boogert, er zijn meer interessante ontwikkelingen: "Geothermie, ook bekend als aardwarmte, wordt daardoor commercieel steeds aantrekkelijker. Er ligt nu een serieuze businesscase voor toepassingen op grote schaal. Om te beginnen voor grootverbruikers van energie, bijvoorbeeld kassencomplexen. Je kunt ook denken aan grote koelhuizen, die gebruik maken van aardwarmte als duurzame energiebron. Als bedrijven gaan samenwerken dan kunnen ze aardwarmte nog efficiënter inzetten, met name als ze niet ver van de warmtebron afliggen. Daarna kun je met de restwarmte woonwijken verwarmen."

Maar eerst is er nog werk aan de winkel. Den Boogert: "We gaan de systemen die we inzetten voor het toepassen van deze duurzame vorm van energie verder integreren. Daarvoor heb je hele keten nodig: van bedrijven die aardwarmte oppompen via de ontwerpers en bouwers van installaties tot architecten, installateurs en projectontwikkelaars. Gemeenten kunnen ook geïnteresseerd zijn en zelfs het voortouw nemen. Dat gebeurt al in de stad Groningen, waar een groot project op stapel staat."


De kansen liggen er en het is tijd om aan te haken, zegt Den Boogert: "De ontwikkelingen gaan razendsnel en je moet bijblijven als ondernemer. Een TC is de ideale manier om kennis op te doen en te delen. We denken daarom na over een nieuw TC, waarin we bedrijven en instellingen uit de hele keten samenbrengen om te werken aan verbeteringen in de integratie van de systemen. Dat is waar het eerst behoefte aan is. Ik nodig ondernemers die belangstelling hebben uit om contact op te nemen."