De Zeeuwse overheden werken aan een reddingsplan voor het noodlijdende Zeeuwse energiebedrijf Delta. Dat meldt de Volkskrant vandaag. Grootaandeelhouder provincie Zeeland wil een lening van 150 miljoen euro verstrekken, waarvoor het winstgevende waterbedrijf Evides als onderpand dient.
Het plan, in handen van de Volkskrant, is voor de provincie opgesteld door strategisch adviesbureau Emendo Captial en werd op 19 januari gepresenteerd aan de overige 21 aandeelhouders - voornamelijk Zeeuwse gemeenten.
Delta lijdt onder de lage elektriciteitsprijs, daarnaast moet in 2033 moet een half miljard euro beschikbaar zijn om de kerncentrale te ontmantelen. De teller staat nog maar op 175 miljoen euro.
Pagina's
▼
zaterdag 30 januari 2016
vrijdag 29 januari 2016
Provincie trekt geld uit voor projecten energieonderwijs
Drie projecten van de onderwijsinstituten Energy Academy Europe (EAE) en Energy College krijgen in totaal 410.000 euro subsidie van de provincie Groningen. In de projecten is aandacht voor de verdere ontwikkeling van energieonderzoek en -onderwijs. Met de bijdrage wil de provincie de energietransitie, die de komende jaren moet plaatsvinden, verder stimuleren.
Het project Energysense van de Energy Academy Europe krijgt 135.000 euro en richt zich op huishoudelijk gebruik van energie en de manieren om gedrag te beïnvloeden. In het project wordt een hoogwaardige en veilige ICT-infrastructuur gebouwd, die grootschalige data over energiegebruik en gedrag van de 10.000 deelnemende huishoudens breed beschikbaar maakt voor onderzoek en innovatie.
Om in 2022 3.000 studenten op te kunnen leiden met een certificaat van Energy Academy Europe moeten zij naast het reguliere onderwijs een interdisciplinaire specialisatie energie hebben gevolgd. Dit wordt een T-shaped-model genoemd. De Hanzehogeschool en Rijksuniversiteit Groningen werken dit model verder uit in een project voor verschillende studies en vakgebieden.
Het project Energysense van de Energy Academy Europe krijgt 135.000 euro en richt zich op huishoudelijk gebruik van energie en de manieren om gedrag te beïnvloeden. In het project wordt een hoogwaardige en veilige ICT-infrastructuur gebouwd, die grootschalige data over energiegebruik en gedrag van de 10.000 deelnemende huishoudens breed beschikbaar maakt voor onderzoek en innovatie.
Om in 2022 3.000 studenten op te kunnen leiden met een certificaat van Energy Academy Europe moeten zij naast het reguliere onderwijs een interdisciplinaire specialisatie energie hebben gevolgd. Dit wordt een T-shaped-model genoemd. De Hanzehogeschool en Rijksuniversiteit Groningen werken dit model verder uit in een project voor verschillende studies en vakgebieden.
Gemeenten en bedrijven regio Alkmaar kiezen voor duurzame energie
De gemeenten Alkmaar, Bergen, Heiloo, Langedijk en Heerhugowaard hebben in samenwerking met verschillende bedrijven in de regio Alkmaar nieuwe overeenkomsten gesloten voor de levering van energie. In een gezamenlijke Europese aanbesteding is de opdracht definitief gegund. De levering van elektriciteit en garanties is gegund aan HVC Energie, de levering van gas aan Greenchoice en de levering van CO2-emissierechten ten behoeve van de klimaatcompensatie van het totale aardgasverbruik aan Climate Neutral Group.
Deelnemers uit de regio Alkmaar zijn Alkmaar Sport, Stadswerk072, TAQA Theater de Vest, Stichting Sportservicepunt Langedijk, Stichting SAKS, Stichting Ronduit en Woonwaard.
Duurzaamheid is belangrijk voor de regio Alkmaar en daarom is dit ook meegenomen in deze aanbesteding. Wethouder duurzaamheid van de gemeente Alkmaar, Jan Nagengast (CDA): “Als gemeente moet je het goede voorbeeld geven. Ook als het gaat om het duurzaam inkopen van eigen energie. Ook is het stimuleren van duurzame energie een van onze drie pijlers in ons duurzaamheidsbeleid. Door het met de gemeenten en partners in de regio in te kopen sparen we bovendien geld uit. Een duurzame oplossing dus voor iedereen!”
Evert den Boer, CEO Greenchoice: ”Als 100% groene energieleverancier hebben wij als doel om het hele energielandschap in Nederland te verduurzamen. Daar horen grote klanten als de regio Alkmaar ook bij. We zijn dus erg trots deze overeenkomst gegund te hebben gekregen.”
ECN werkt samen met consortium aan innovatieprogramma Dutch Windwheel
Elf bedrijven en kennisinstituten gaan samen een innovatieprogramma opzetten gekoppeld aan de ontwikkeling van de Dutch Windwheel, het 174 meter hoge icoon dat in Rotterdam moet verrijzen. AM en Koninklijke BAM Groep, Deltares, Dura Vermeer, ECN, Eneco, InnovationQuarter, Mammoet, SPIE, TNO en de Windwheel Corporation hebben dat op donderdag 14 januari met elkaar afgesproken. Onder het motto ‘building the next economy today’ willen de organisaties samen werken aan de transitie naar een schone, digitale economie met gebruikmaking van technologische innovaties.
Doel van het innovatieprogramma is om kansrijke technische en technologische innovaties te ontwikkelen en te combineren. Het gaat daarbij om innovaties op het snijvlak van water, energie, technologie en bouwtechniek. Zo worden de mogelijkheden onderzocht voor de ontwikkeling van lokale energieopwekking (onder meer EWICON, zon- en restwarmte, warmte-koude uitwisseling), het watersysteem, de ontwikkeling van een smart grid, het materiaalgebruik en de technologieën die de beleving en gebruiks- en attractiewaarde van de Dutch Windwheel en de omgeving versterken.
De samenwerkende organisaties willen de innovaties benutten in de Dutch Windwheel en daarop vooruitlopend al testen en toepassen. Het testen willen ze onder meer in The Green Village doen, de proeftuin voor duurzame innovatie in Delft. Voor het toepassen kijken ze in het bijzonder naar de Merwe Vierhavens in Rotterdam, een gebied dat de komende jaren ontwikkeld gaat worden. De bedrijven en kennisinstellingen willen daarbij graag samenwerken met de overheden: de gemeente Rotterdam, de provincie Zuid-Holland, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en het Rijk. Ze hebben de overheden uitgenodigd met hen te werken aan een roadmap waarmee in het eerste kwartaal van 2016 de basis moet worden gelegd voor het innovatieprogramma.
ECN speelt een belangrijke rol in het innovatie programma als onafhankelijk kennis en technologie partner. Vanwege de rijke historie in ontwikkeling en opschaling van duurzame energie biedt ECN oplossingen om kansrijke technologische innovaties versneld te implementeren. Daarnaast heeft ECN de kennis op het gebied van circulair denken en benaderen, slimme integratie van diverse technieken en succesvolle samenwerking van partijen over de gehele keten.
Doel van het innovatieprogramma is om kansrijke technische en technologische innovaties te ontwikkelen en te combineren. Het gaat daarbij om innovaties op het snijvlak van water, energie, technologie en bouwtechniek. Zo worden de mogelijkheden onderzocht voor de ontwikkeling van lokale energieopwekking (onder meer EWICON, zon- en restwarmte, warmte-koude uitwisseling), het watersysteem, de ontwikkeling van een smart grid, het materiaalgebruik en de technologieën die de beleving en gebruiks- en attractiewaarde van de Dutch Windwheel en de omgeving versterken.
De samenwerkende organisaties willen de innovaties benutten in de Dutch Windwheel en daarop vooruitlopend al testen en toepassen. Het testen willen ze onder meer in The Green Village doen, de proeftuin voor duurzame innovatie in Delft. Voor het toepassen kijken ze in het bijzonder naar de Merwe Vierhavens in Rotterdam, een gebied dat de komende jaren ontwikkeld gaat worden. De bedrijven en kennisinstellingen willen daarbij graag samenwerken met de overheden: de gemeente Rotterdam, de provincie Zuid-Holland, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en het Rijk. Ze hebben de overheden uitgenodigd met hen te werken aan een roadmap waarmee in het eerste kwartaal van 2016 de basis moet worden gelegd voor het innovatieprogramma.
ECN speelt een belangrijke rol in het innovatie programma als onafhankelijk kennis en technologie partner. Vanwege de rijke historie in ontwikkeling en opschaling van duurzame energie biedt ECN oplossingen om kansrijke technologische innovaties versneld te implementeren. Daarnaast heeft ECN de kennis op het gebied van circulair denken en benaderen, slimme integratie van diverse technieken en succesvolle samenwerking van partijen over de gehele keten.
donderdag 28 januari 2016
'Tot 60 procent minder gasverbruik dankzij innovatieve oplossing Eneco'
Vandaag introduceert Eneco de innovatieve WarmteWinner, waarmee een gemiddeld huishouden met een cv-ketel tot 60 procent op het gasverbruik kan besparen. Een besparing die consumenten jaarlijks een voordeel tot 250 euro op de energierekening kan opleveren, zegt het energiebedrijf.
De WarmteWinner is een compacte warmtepomp, die het huis verwarmt met warmte uit de ventilatielucht. De installatie is ongeveer zo groot als een verhuisdoos en wordt naast een bestaande cv-ketel geplaatst. De WarmteWinner neemt vervolgens het grootste deel van de warmtelevering van de ketel over, waardoor deze gemiddeld tussen de 40 en 60 procent minder gas verbruikt. De cv-ketel springt dan alleen bij in pieksituaties, bijvoorbeeld op de koudste winterdagen. De forse besparing op het gasverbruik compenseert het stroomverbruik van de WarmteWinner ruimschoots. Daardoor kan een gemiddeld huishouden naar verwachting jaarlijks ongeveer 250 euro op haar energierekening besparen. Dat is extra inzichtelijk met Eneco’s intelligente thermostaat Toon, die de prestaties van de WarmteWinner kan uitlezen.
Eneco introduceert de innovatieve warmtepomp om Nederlandse huishoudens minder afhankelijk te maken van gas. Jeroen de Haas, bestuursvoorzitter Eneco Groep: ‘De warmtevraag van consumenten is een van de grootste uitdagingen in de overgang naar duurzame energie. Een uitdaging die we niet op korte termijn en op grote schaal met zonne- en windenergie of restwarmte kunnen oplossen.
Miljoenen Nederlandse huishoudens hebben een cv-ketel, per huishouden wordt gemiddeld zo’n 1400 kubieke meter gas per jaar verbruikt om te koken, te stoken of te douchen. Met deze innovatie kunnen zij hun gasverbruik halveren. Dat past in onze doelstelling om het energiesysteem te verduurzamen en onze inzet op besparing.’
Eneco ontwikkelde de WarmteWinner samen met Inventum, een bedrijf dat al ruim 100 jaar actief is op het gebied van huishoudelijke apparatuur, waaronder warmtepompen. De WarmteWinner kan eenvoudig geïnstalleerd worden in vrijwel alle huizen met een cv-ketel. Afgelopen december zijn de eerste twee WarmteWinners bij consumenten in Zwijndrecht en Zoetermeer geplaatst. De eerste serie wordt in de komende maanden geproduceerd. Eneco verwacht het product vanaf komende zomer te kunnen leveren.
De WarmteWinner is een compacte warmtepomp, die het huis verwarmt met warmte uit de ventilatielucht. De installatie is ongeveer zo groot als een verhuisdoos en wordt naast een bestaande cv-ketel geplaatst. De WarmteWinner neemt vervolgens het grootste deel van de warmtelevering van de ketel over, waardoor deze gemiddeld tussen de 40 en 60 procent minder gas verbruikt. De cv-ketel springt dan alleen bij in pieksituaties, bijvoorbeeld op de koudste winterdagen. De forse besparing op het gasverbruik compenseert het stroomverbruik van de WarmteWinner ruimschoots. Daardoor kan een gemiddeld huishouden naar verwachting jaarlijks ongeveer 250 euro op haar energierekening besparen. Dat is extra inzichtelijk met Eneco’s intelligente thermostaat Toon, die de prestaties van de WarmteWinner kan uitlezen.
Eneco introduceert de innovatieve warmtepomp om Nederlandse huishoudens minder afhankelijk te maken van gas. Jeroen de Haas, bestuursvoorzitter Eneco Groep: ‘De warmtevraag van consumenten is een van de grootste uitdagingen in de overgang naar duurzame energie. Een uitdaging die we niet op korte termijn en op grote schaal met zonne- en windenergie of restwarmte kunnen oplossen.
Miljoenen Nederlandse huishoudens hebben een cv-ketel, per huishouden wordt gemiddeld zo’n 1400 kubieke meter gas per jaar verbruikt om te koken, te stoken of te douchen. Met deze innovatie kunnen zij hun gasverbruik halveren. Dat past in onze doelstelling om het energiesysteem te verduurzamen en onze inzet op besparing.’
Eneco ontwikkelde de WarmteWinner samen met Inventum, een bedrijf dat al ruim 100 jaar actief is op het gebied van huishoudelijke apparatuur, waaronder warmtepompen. De WarmteWinner kan eenvoudig geïnstalleerd worden in vrijwel alle huizen met een cv-ketel. Afgelopen december zijn de eerste twee WarmteWinners bij consumenten in Zwijndrecht en Zoetermeer geplaatst. De eerste serie wordt in de komende maanden geproduceerd. Eneco verwacht het product vanaf komende zomer te kunnen leveren.
Nederlandse petitie tegen 'gevaarlijke Belgische kerncentrales'
Vandaag is WISE een petitie gestart waarin de Nederlandse regering wordt opgeroepen meer te doen om er voor te zorgen dat de 'gevaarlijke' Belgische kerncentrales (met name Doel 3 en Tihange 2) worden gesloten. Minister Schultz van Haegen wordt opgeroepen het voorbeeld van haar Duitse en Luxemburgse collega's te volgen en de Belgen onomwonden te vragen de centrales te sluiten.
Peer de Rijk, WISE; "na haar bezoek aan Doel gaf Minister Schultz van Haegen - na een vraag van ons - aan dat de gevolgen van een ongeluk in een kerncentrale onvergelijkbaar zijn met die van bijvoorbeeld een dijkdoorbraak of een ongeval met een vliegtuig. Tegelijkertijd blijft ze de conclusies van de Belgische autoriteiten volgen. Die zeggen - ondanks alle incidenten en ongelukken - dat de centrales veilig zijn.
Die zekerheid bestaat niet. Bij Doel 3 en Tihange 2 zijn duizenden haarscheuren geconstateerd in het reactorvat. Als die reactoren - al is het maar door een probleem in het niet-nucleaire deel - weer een noodstop moet maken bestaat het risico dat de reactorvaten de dan plotseling optredende temperatuurwisseling niet meer aankunnen. Je kunt niet voorspellen hoeveel noodstops er nog komen en je kunt niet voorspellen hoe vaak een reactorvat een dergelijke noodstop nog aankan.
WISE organiseert de komende weken informatiebijeenkomsten in Zeeland, Brabant en Limburg om bewoners en bestuurders op te roepen te protesteren tegen het besluit van de Belgische regering om de kerncentrales open te houden.
Peer de Rijk, WISE; "na haar bezoek aan Doel gaf Minister Schultz van Haegen - na een vraag van ons - aan dat de gevolgen van een ongeluk in een kerncentrale onvergelijkbaar zijn met die van bijvoorbeeld een dijkdoorbraak of een ongeval met een vliegtuig. Tegelijkertijd blijft ze de conclusies van de Belgische autoriteiten volgen. Die zeggen - ondanks alle incidenten en ongelukken - dat de centrales veilig zijn.
Die zekerheid bestaat niet. Bij Doel 3 en Tihange 2 zijn duizenden haarscheuren geconstateerd in het reactorvat. Als die reactoren - al is het maar door een probleem in het niet-nucleaire deel - weer een noodstop moet maken bestaat het risico dat de reactorvaten de dan plotseling optredende temperatuurwisseling niet meer aankunnen. Je kunt niet voorspellen hoeveel noodstops er nog komen en je kunt niet voorspellen hoe vaak een reactorvat een dergelijke noodstop nog aankan.
WISE organiseert de komende weken informatiebijeenkomsten in Zeeland, Brabant en Limburg om bewoners en bestuurders op te roepen te protesteren tegen het besluit van de Belgische regering om de kerncentrales open te houden.
'Kolenbedrijven boeken Pyrrusoverwinning'
Greenpeace, Natuur & Milieu en de Vereniging Verontruste Burgers van Voorne zijn zeer verbaasd over de uitspraak van de Raad van State woensdag. Die keurde de natuurvergunningen voor de kolencentrales op de Maasvlakte van E.On en Engie goed. Dit betekent dat de kolencentrales gewoon mogen blijven draaien en schadelijke stoffen kunnen blijven uitstoten.
“Maar deze uitspraak van de Raad van State zal een Pyrrusoverwinning voor E.ON en Engie zijn. Als het kabinet haar eigen doel van 25 procent minder CO2 in 2020 wil halen, moeten deze vervuilende kolencentrales alsnog dicht,” aldus Geertje van Hooijdonk, hoofd Energie bij Natuur & Milieu. De organisaties roepen minister Kamp op om voor de zomer met een plan te komen om de kolencentrales uit te faseren. In dat plan moeten de kolencentrales uiterlijk in 2020 dichtgaan.
Alle seinen staan op rood voor kolen: de Tweede Kamer wil een kolen-exit, het kabinet erkent dat een kolenloze elektriciteitsvoorziening nodig is en in Parijs tekenden 195 landen voor een klimaatakkoord dat kolen voorgoed buitenspel zet. “Kolencentrales zijn niet meer acceptabel. Het kolentijdperk is voorbij,” aldus Willem Wiskerke, campagneleider klimaat & energie bij Greenpeace.
“Maar deze uitspraak van de Raad van State zal een Pyrrusoverwinning voor E.ON en Engie zijn. Als het kabinet haar eigen doel van 25 procent minder CO2 in 2020 wil halen, moeten deze vervuilende kolencentrales alsnog dicht,” aldus Geertje van Hooijdonk, hoofd Energie bij Natuur & Milieu. De organisaties roepen minister Kamp op om voor de zomer met een plan te komen om de kolencentrales uit te faseren. In dat plan moeten de kolencentrales uiterlijk in 2020 dichtgaan.
Alle seinen staan op rood voor kolen: de Tweede Kamer wil een kolen-exit, het kabinet erkent dat een kolenloze elektriciteitsvoorziening nodig is en in Parijs tekenden 195 landen voor een klimaatakkoord dat kolen voorgoed buitenspel zet. “Kolencentrales zijn niet meer acceptabel. Het kolentijdperk is voorbij,” aldus Willem Wiskerke, campagneleider klimaat & energie bij Greenpeace.
Pallas Agterberg wint Cruquius Penning
Pallas kreeg de Cruquius Penning onder andere vanwege haar innovatieve denkwijze, omdat ze een rol oppakt die binnen haar functie niet vanzelfsprekend is en omdat ze anderen weet te inspireren om mee te doen. Burgemeester Theo Weterings en juryvoorzitter Thomas Rau reikten de Penning uit tijdens de 1852 Lezing.
Uit het juryrapport: "Ze pakt een rol op die vanuit haar functie niet vanzelfsprekend is en ze durft echt vooruit te blikken op de toekomst. Ze inspireert anderen om mee te doen. Haar organisatie heeft een grote impact op de energievoorziening in Nederland: het gaat om 6 miljoen mensen die op het energienetwerk van Alliander zijn aangesloten. Pallas stelt als directeur Strategie haar idealen, het maatschappelijk belang en de lange termijn strategie voorop."
Pallas Agterberg is sinds het begin van deze eeuw actief in de energiesector. In 2008 werd ze directeur Strategie bij Alliander. De energievoorziening is in deze eeuw sterk veranderd. Pallas: "De lastig voorspelbare energietransitie is onze grootste uitdaging. We staan voor twee grote vraagstukken. Ten eerste: hoe zorgen we ervoor dat de betrouwbaarheid van de energienetten hoog blijft en tegelijkertijd betaalbaar? Ten tweede: hoe zorgen we ervoor dat iedereen onder gelijke condities toegang krijgt tot duurzame energie?"
De gemeente Haarlemmermeer heeft met de 1852 Lezing en het uitreiken van de Cruquius Penning een nieuwe, jaarlijks terugkerende traditie in het leven geroepen. John Nederstigt, wethouder duurzame economische ontwikkeling en energie: "Innoveren en pionieren zitten in de genen van deze polder. Juist nu hebben we pioniers, dwarsdenkers en innovators nodig om tot een circulaire samenleving te komen. Daarom staan we met de 1852 Lezing stil bij behaalde successen, delen we kennis en bieden we een podium aan de nieuwe generatie pioniers en visionairs."
'Besparing met dubbele meter valt tegen'
De besparing die consumenten denken te halen met een dubbele energiemeter valt vaak tegen. In het gunstigste geval is het voordeel enkele tientjes, maar velen zijn juist duurder uit dan consumenten met een enkele meter, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond.
Hoewel het nachttarief lager ligt dan het enkel tarief, betalen eigenaren met een dubbele meter overdag méér dan het enkel tarief. De Nederlandse Energie Maatschappij (NLE) bijvoorbeeld, rekent 's nachts €0,043 per kilowattuur (kWh) stroom en overdag €0,052*. Bij diezelfde maatschappij betaalt een enkele meter-eigenaar €0,047 per kWh. Consumenten met een dubbele meter moeten ten minste 55% van hun energie in de daluren gebruiken om voordelig uit te zijn. Het omslagpunt verschilt per energieleverancier: klanten van Huismerk Energie bijvoorbeeld, zijn al voordeliger uit met een dubbele meter als zij 27% van hun stroom 's nachts of in het weekend gebruiken. In theorie kunnen consumenten met een jaarlijks verbruik van 3500 kWh gemiddeld €31 besparen, maar dan moeten ze alleen in de daluren stroom verbruiken. Dat is onrealistisch.
In het grootste deel van Nederland vallen de daluren doordeweeks tussen 23:00 en 07:00 uur en in het weekend de hele dag. In Limburg en Noord-Brabant gaat het dalurentarief doordeweeks om 21.00 uur in. Consumenten kunnen hun dubbele meter kosteloos om laten zetten naar een enkele meter. Biedt de leverancier die mogelijkheid niet, dan kunnen consumenten overstappen naar een leverancier die dat wel doet.
* tarief 1 jarig contract december 2015
Hoewel het nachttarief lager ligt dan het enkel tarief, betalen eigenaren met een dubbele meter overdag méér dan het enkel tarief. De Nederlandse Energie Maatschappij (NLE) bijvoorbeeld, rekent 's nachts €0,043 per kilowattuur (kWh) stroom en overdag €0,052*. Bij diezelfde maatschappij betaalt een enkele meter-eigenaar €0,047 per kWh. Consumenten met een dubbele meter moeten ten minste 55% van hun energie in de daluren gebruiken om voordelig uit te zijn. Het omslagpunt verschilt per energieleverancier: klanten van Huismerk Energie bijvoorbeeld, zijn al voordeliger uit met een dubbele meter als zij 27% van hun stroom 's nachts of in het weekend gebruiken. In theorie kunnen consumenten met een jaarlijks verbruik van 3500 kWh gemiddeld €31 besparen, maar dan moeten ze alleen in de daluren stroom verbruiken. Dat is onrealistisch.
In het grootste deel van Nederland vallen de daluren doordeweeks tussen 23:00 en 07:00 uur en in het weekend de hele dag. In Limburg en Noord-Brabant gaat het dalurentarief doordeweeks om 21.00 uur in. Consumenten kunnen hun dubbele meter kosteloos om laten zetten naar een enkele meter. Biedt de leverancier die mogelijkheid niet, dan kunnen consumenten overstappen naar een leverancier die dat wel doet.
* tarief 1 jarig contract december 2015
Unilever stimuleert opschalen schonere brandstoffen
Unilever en het Innovation & Network Executive Agency (INEA) hebben namens de Europese Commissie een driejarig contract ondertekend voor het verder ontwikkelen van een Europese infrastructuur voor LNG als schonere brandstof voor zwaar internationaal wegvervoer. LNG staat voor Liquefied Natural Gas en wordt op dit moment gezien als het meest geschikte, duurzame alternatief voor diesel.
Het Connect2LNG-consortium onder leiding van Unilever vertegenwoordigt zowel de vraag- als aanbodzijde van LNG. Een groot struikelblok voor investeringen in nieuwe LNG-vrachtwagens is het gebrek aan LNG-tankstations. Door de realisatie van vijf LNG-tankstations langs de belangrijkste Europese transportroutes (Core Network Corridors) in Frankrijk en Duitsland zullen Noordwest- en Zuid-Europa met elkaar verbonden worden. De Europese Commissie steunt het project met een bedrag van 4,5 miljoen euro vanuit de Connecting Europe Facility (CEF).
Het Connect2LNG-consortium onder leiding van Unilever vertegenwoordigt zowel de vraag- als aanbodzijde van LNG. Een groot struikelblok voor investeringen in nieuwe LNG-vrachtwagens is het gebrek aan LNG-tankstations. Door de realisatie van vijf LNG-tankstations langs de belangrijkste Europese transportroutes (Core Network Corridors) in Frankrijk en Duitsland zullen Noordwest- en Zuid-Europa met elkaar verbonden worden. De Europese Commissie steunt het project met een bedrag van 4,5 miljoen euro vanuit de Connecting Europe Facility (CEF).
Alliander: Slim de toekomst in
De komende vijf jaar krijgen alle Alliander klanten een digitale meter aangeboden. Dit tempo is nodig, omdat de energievoorziening snel en ingrijpend aan het veranderen is. Klanten nemen steeds vaker zelf beslissingen over energie. De slimme meter vormt een cruciale schakel in het toekomstige energiesysteem. Het helpt bijvoorbeeld klanten om energie te gebruiken als het goedkoop is. Of terug te leveren als de elektriciteitsprijs hoog is.
Eind 2015 is de eerste pilot met een variabel uurtarief van start gegaan. Met de opkomst van duurzame energie uit zon en wind worden de dagelijkse prijsverschillen van energie groter. Daar moeten consumenten van kunnen profiteren vinden Vereniging Eigen Huis, energieleverancier Qurrent en Liander. Samen doen zij een proef waarbij een kleine groep consumenten door een slim energiecontract gebruik kan maken van uurprijzen voor stroom en dagprijzen voor gas. Deelnemers aan de proef kunnen via een app van leverancier Qurrent de tarieven van de volgende dag per uur zien en hun verbruik hierop afstemmen.
Eind 2015 is de eerste pilot met een variabel uurtarief van start gegaan. Met de opkomst van duurzame energie uit zon en wind worden de dagelijkse prijsverschillen van energie groter. Daar moeten consumenten van kunnen profiteren vinden Vereniging Eigen Huis, energieleverancier Qurrent en Liander. Samen doen zij een proef waarbij een kleine groep consumenten door een slim energiecontract gebruik kan maken van uurprijzen voor stroom en dagprijzen voor gas. Deelnemers aan de proef kunnen via een app van leverancier Qurrent de tarieven van de volgende dag per uur zien en hun verbruik hierop afstemmen.
Biogas uit mest Drentse koeien
Het college van gedeputeerde staten is voornemens een Drentse Green Deal af te sluiten met Stichting Het Hooge Wold voor een co-vergistings- annex mestverwerkingsinstallatie. Het college stelt hiervoor € 95.050,- beschikbaar. Er zijn gesprekken gaande met het Drentse DOC Kaas over de mogelijkheid om de 5 miljoen kuub biogas dat hiermee vrijkomt aan de kaasproducent te leveren. Dit levert een flinke reductie op van het verbruik van fossiele brandstoffen.
Voor de veehouderij geldt een verplichting om een deel van de vrijkomende mest te verwerken. Voor Stichting Het Hooge Wold was dit de aanleiding om een co-vergistings- annex mestverwerkings-installatie te willen bouwen op het industrieterrein De Wieken te Hoogeveen. De benodigde grondstoffen zullen door een nog op te richten coöperatie van boeren uit de regio en de deelnemende bedrijven worden geleverd. DOC Kaas heeft in gesprekken de intentie uitgesproken dat zij het opgewekte biogas onder een aantal voorwaarden via een nog aan te leggen transportleiding willen afnemen.
Gedeputeerde Tjisse Stelpstra: ‘Het verwerken van mest tot brandstoffen wordt steeds meer toegepast. Hiermee snijdt het mes aan twee kanten. Enerzijds wordt de mestproblematiek deels opgelost. Anderzijds kan het vrijgekomen biogas weer ingezet worden als brandstof voor onder andere grote bedrijven. Omdat de toepassing van biogas een forse reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen oplevert is besloten het project financieel te ondersteunen met deze Green Deal.‘
Voor de veehouderij geldt een verplichting om een deel van de vrijkomende mest te verwerken. Voor Stichting Het Hooge Wold was dit de aanleiding om een co-vergistings- annex mestverwerkings-installatie te willen bouwen op het industrieterrein De Wieken te Hoogeveen. De benodigde grondstoffen zullen door een nog op te richten coöperatie van boeren uit de regio en de deelnemende bedrijven worden geleverd. DOC Kaas heeft in gesprekken de intentie uitgesproken dat zij het opgewekte biogas onder een aantal voorwaarden via een nog aan te leggen transportleiding willen afnemen.
Gedeputeerde Tjisse Stelpstra: ‘Het verwerken van mest tot brandstoffen wordt steeds meer toegepast. Hiermee snijdt het mes aan twee kanten. Enerzijds wordt de mestproblematiek deels opgelost. Anderzijds kan het vrijgekomen biogas weer ingezet worden als brandstof voor onder andere grote bedrijven. Omdat de toepassing van biogas een forse reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen oplevert is besloten het project financieel te ondersteunen met deze Green Deal.‘
woensdag 27 januari 2016
Nog 65 miljoen gloeilampen in Nederlandse huizen
Ondanks het verbod op de handel in gloeilampen branden er in Nederlandse huizen nog 65 miljoen ouderwetse peertjes. Dit blijkt uit een analyse van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal van het nieuwe HOME onderzoek. 20 Procent van de huishoudens heeft helemaal geen gloeilampen meer. De rest heeft gemiddeld nog 11 gloeilampen in gebruik en 4 als reserve. Milieu Centraal adviseert om per direct over te gaan op ledverlichting.
“Het blijven gebruiken van gloeilampen is een gemiste kans voor het milieu en de eigen portemonnee”, zegt Kirsten Palland van Milieu Centraal. “Alle 65 miljoen vervangen door zuinige led- of spaarlampen scheelt per jaar 970 miljoen kWh, evenveel als het elektriciteitsverbruik van alle huishoudens in gemeente Rotterdam. Het vervangen van de resterende 11 gloeilampen door ledlampen bespaart een huishouden 30 euro per jaar aan stroom.”
Het in de handel brengen van gloeilampen voor huishoudens is sinds 2012 in Europa verboden, omdat ze onnodig veel energie verbruiken. Een ledlamp is 80 procent zuiniger dan een gloeilamp. Producenten weten dit verbod nu nog te omzeilen door op de verpakking een symbool met een hamertje te zetten, wat betekent dat de lamp niet bedoeld is voor huishoudens maar voor professionele toepassingen, zoals de verlichting op een bouwplaats. Vanaf 27 februari is ook dit verboden en zal er definitief afscheid genomen moeten worden van de gloeilamp.
Warm licht
Veel mensen houden vast aan de gloeilamp, omdat ze denken dat er geen zuinig alternatief is voor hun specifieke lamp of armatuur. Ze zien op tegen de hogere aanschafprijs of denken dat ledlampen alleen te verkrijgen zijn in koude lichttonen. Dat was in de beginjaren het geval, maar tegenwoordig is er een keur aan ledlampen beschikbaar. Geschikte alternatieven voor specifieke armaturen zijn te vinden bij lichtspeciaalzaken of op internet. Voor wie denkt dat er niets boven het ouderwetse peertje gaat, zijn er zelfs retro ledlampen met een gloeidraad op de markt.
Milieu Centraal adviseert mensen om direct de gloeilampen te vervangen, en niet te wachten totdat ze stuk zijn. Zeker de lampen in de woonkamer en de keuken, die branden de meeste uren per dag. Lang met spullen doen is meestal goed voor het milieu, maar dat geldt niet voor de energieverslindende gloeilampen. “Ledlampen zijn goedkoper in de aanschaf, omdat ze veel langer meegaan. Zo vervangt een ledlamp van 25.000 branduren maar liefst 25 gloeilampen die elk duizend uren branden”, aldus Palland.
“Het blijven gebruiken van gloeilampen is een gemiste kans voor het milieu en de eigen portemonnee”, zegt Kirsten Palland van Milieu Centraal. “Alle 65 miljoen vervangen door zuinige led- of spaarlampen scheelt per jaar 970 miljoen kWh, evenveel als het elektriciteitsverbruik van alle huishoudens in gemeente Rotterdam. Het vervangen van de resterende 11 gloeilampen door ledlampen bespaart een huishouden 30 euro per jaar aan stroom.”
Het in de handel brengen van gloeilampen voor huishoudens is sinds 2012 in Europa verboden, omdat ze onnodig veel energie verbruiken. Een ledlamp is 80 procent zuiniger dan een gloeilamp. Producenten weten dit verbod nu nog te omzeilen door op de verpakking een symbool met een hamertje te zetten, wat betekent dat de lamp niet bedoeld is voor huishoudens maar voor professionele toepassingen, zoals de verlichting op een bouwplaats. Vanaf 27 februari is ook dit verboden en zal er definitief afscheid genomen moeten worden van de gloeilamp.
Warm licht
Veel mensen houden vast aan de gloeilamp, omdat ze denken dat er geen zuinig alternatief is voor hun specifieke lamp of armatuur. Ze zien op tegen de hogere aanschafprijs of denken dat ledlampen alleen te verkrijgen zijn in koude lichttonen. Dat was in de beginjaren het geval, maar tegenwoordig is er een keur aan ledlampen beschikbaar. Geschikte alternatieven voor specifieke armaturen zijn te vinden bij lichtspeciaalzaken of op internet. Voor wie denkt dat er niets boven het ouderwetse peertje gaat, zijn er zelfs retro ledlampen met een gloeidraad op de markt.
Milieu Centraal adviseert mensen om direct de gloeilampen te vervangen, en niet te wachten totdat ze stuk zijn. Zeker de lampen in de woonkamer en de keuken, die branden de meeste uren per dag. Lang met spullen doen is meestal goed voor het milieu, maar dat geldt niet voor de energieverslindende gloeilampen. “Ledlampen zijn goedkoper in de aanschaf, omdat ze veel langer meegaan. Zo vervangt een ledlamp van 25.000 branduren maar liefst 25 gloeilampen die elk duizend uren branden”, aldus Palland.
€ 100 miljoen voor energiebesparing in koopwoningen
Het kabinet stelt € 100 miljoen beschikbaar om energiebesparing in de koopsector te versnellen. Hiervan wordt € 80 miljoen besteed aan een subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen in koopwoningen en een voorlichtingscampagne. Voorwaarde is dat een particuliere woningeigenaar of Verenigingen van Eigenaren (VvE) een omvangrijke combinatie van energiebesparende maatregelen neemt in een bestaande woning. De details van de subsidieregeling worden uiterlijk in de zomer bekend gemaakt, zo schrijft minister Blok (Wonen en Rijksdienst) vandaag aan de Tweede Kamer.
Het resterende bedrag wordt gebruikt om het Nationaal Energiebespaarfonds te verbeteren en voor innovatie bij bedrijven, gemeenten en andere (markt)partijen. Ook komt het Rijk samen met partijen van het Energieakkoord met een voorlichtingscampagne om energiebesparing te stimuleren.
De subsidie kan niet gebruikt worden voor een enkelvoudige energiebesparende maatregel of energieopwekking door bijvoorbeeld zonnepanelen. Voor duurzame energieopwekking via zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels of pelletkachels heeft het ministerie van EZ wel subsidie beschikbaar. Beide subsidies mogen gecombineerd worden met een lening uit het Nationaal Energiebespaarfonds, zodat woningeigenaren desgewenst de hele investering op deze manier kunnen betalen.
Energiebesparing in de gebouwde omgeving is een belangrijk onderdeel uit het Energieakkoord uit 2013. Eerder maakte minister Blok verschillende afspraken om energiebesparing te stimuleren in zowel de koop- als huursector. Voorbeelden hiervan zijn de stimuleringsregeling energieprestatie huursector, fonds energiebesparing huursector, het energielabel en het Nationaal Energiebespaarfonds.
De afspraak over de € 100 miljoen is gemaakt bij de onderhandelingen over het Belastingplan 2016.
MKB-loket voor innovaties in energie en chemie in Noord-Nederland geopend
Noord-Nederlandse ondernemers met vragen over innoveren in energie en chemie kunnen vanaf nu terecht bij één centraal loket. In dit kader zal InnovatieLink iedere woensdag op EnTranCe een speciaal mkb-innovatiespreekuur houden en zal een adviseur regionale energie-ondernemers verbinden met de nationale topsectoren energie en chemie.
De overgang naar duurzame energie en chemie vraagt om nieuwe producten, diensten en technieken. Dit biedt goede kansen voor het mkb. Ondernemers krijgen daarbij wel te maken met talrijke vragen over financiering, techniek, huisvesting, apparatuur, bedrijfsvoering e.d.InnovatieLink biedt hierbij praktische ondersteuning voor het leggen van de juiste contacten. Hiervoor zijn landelijk innovatiemanagers actief, die zelf ondernemer zijn en gespecialiseerd zijn in één of meer vakgebieden. Om energie-ondernemerschap verder te stimuleren heeft de Hanzehogeschool op de Zernike Campus Groningen de energie-proeftuin EnTranCe opgezet, als praktijkcentrum van de Energy Academy Europe. Hier kunnen ondernemers en studenten terecht om duurzame kennis en innovaties naar de markt te brengen.
"Het Noorden beschikt over veel kennis en innovatievermogen in de energie- en chemiesector", aldus Chris Bruijnes, directeur van InnovatieLink. "Om de partijen bij elkaar te brengen en het innovatieproces te versnellen is het goed in deze regio een vast aanspreekpunt te hebben. Daarom is het een logische keuze om met EnTranCe samen te werken en ons daarmee regionaal te vestigen."
De betrokken organisaties zullen naast een regulier mkb-spreekuur en onderlinge afstemming, ook een gezamenlijk programma opzetten om het mkb actief te informeren en te betrekken bij regionale en nationale innovatiekansen.
"Met de samenwerking tussen InnovatieLink en EnTranCe kunnen onderzoekers en studenten met bedrijfsplannen, start-ups en mkb'ers laagdrempelig worden ondersteund met hun innovatievraagstukken. Ook cross-overs tussen energie en chemie bieden hierbij interessante kansen", aldus Jeroen van den Berg, managing director EnTranCe.
De overgang naar duurzame energie en chemie vraagt om nieuwe producten, diensten en technieken. Dit biedt goede kansen voor het mkb. Ondernemers krijgen daarbij wel te maken met talrijke vragen over financiering, techniek, huisvesting, apparatuur, bedrijfsvoering e.d.InnovatieLink biedt hierbij praktische ondersteuning voor het leggen van de juiste contacten. Hiervoor zijn landelijk innovatiemanagers actief, die zelf ondernemer zijn en gespecialiseerd zijn in één of meer vakgebieden. Om energie-ondernemerschap verder te stimuleren heeft de Hanzehogeschool op de Zernike Campus Groningen de energie-proeftuin EnTranCe opgezet, als praktijkcentrum van de Energy Academy Europe. Hier kunnen ondernemers en studenten terecht om duurzame kennis en innovaties naar de markt te brengen.
"Het Noorden beschikt over veel kennis en innovatievermogen in de energie- en chemiesector", aldus Chris Bruijnes, directeur van InnovatieLink. "Om de partijen bij elkaar te brengen en het innovatieproces te versnellen is het goed in deze regio een vast aanspreekpunt te hebben. Daarom is het een logische keuze om met EnTranCe samen te werken en ons daarmee regionaal te vestigen."
De betrokken organisaties zullen naast een regulier mkb-spreekuur en onderlinge afstemming, ook een gezamenlijk programma opzetten om het mkb actief te informeren en te betrekken bij regionale en nationale innovatiekansen.
"Met de samenwerking tussen InnovatieLink en EnTranCe kunnen onderzoekers en studenten met bedrijfsplannen, start-ups en mkb'ers laagdrempelig worden ondersteund met hun innovatievraagstukken. Ook cross-overs tussen energie en chemie bieden hierbij interessante kansen", aldus Jeroen van den Berg, managing director EnTranCe.
Ruimte voor molenpark Kop Afsluitdijk
De provincie Friesland maakt definitief ruimte voor een windmolenpark bij de Kop van de Afsluitdijk. Gedeputeerde Staten voeren het besluit uit dat Provinciale Staten namen op 17 december 2014. Dit betekent dat bij Hiddum-Hou 36 MegaWatt extra aan windenergie opgewekt kan worden.
Deze 36 MegaWatt is onderdeel van de 530,5 MegaWatt die PS voor heel Fryslân gerealiseerd willen zien in 2020. In het coalitieakkoord 2015-2019 is deze wens bevestigd.
Ervan uitgaande dat het Rijk in het IJsselmeer ruimte maakt voor een windpark van 316 MegaWatt, resteert netto 36 MegaWatt bij de Kop van de Afsluitdijk om de provinciale taakstelling te halen. De rest van het vermogen wordt opgewekt door bestaande molens.
Provincies zijn wettelijk verantwoordelijk voor windmolenparken groter dan 5 MegaWatt en kleiner dan 100 MegaWatt. Met het definitieve besluit maken Gedeputeerde Staten mogelijke initiatiefnemers duidelijk dat de planvoorbereiding kan beginnen. Initiatiefnemers moeten eerst nog wel een formeel verzoek indienen.
Deze 36 MegaWatt is onderdeel van de 530,5 MegaWatt die PS voor heel Fryslân gerealiseerd willen zien in 2020. In het coalitieakkoord 2015-2019 is deze wens bevestigd.
Ervan uitgaande dat het Rijk in het IJsselmeer ruimte maakt voor een windpark van 316 MegaWatt, resteert netto 36 MegaWatt bij de Kop van de Afsluitdijk om de provinciale taakstelling te halen. De rest van het vermogen wordt opgewekt door bestaande molens.
Provincies zijn wettelijk verantwoordelijk voor windmolenparken groter dan 5 MegaWatt en kleiner dan 100 MegaWatt. Met het definitieve besluit maken Gedeputeerde Staten mogelijke initiatiefnemers duidelijk dat de planvoorbereiding kan beginnen. Initiatiefnemers moeten eerst nog wel een formeel verzoek indienen.
dinsdag 26 januari 2016
Record hoeveelheid groene stroom geconsumeerd
Het afgelopen jaar heeft Nederland een record hoeveelheid groene stroom geconsumeerd. Dat blijkt uit cijfers van Certiq, de dochteronderneming van elektriciteitstransporteur Tennet die certificaten uitgeeft voor energie die is opgewekt uit zon, wind, water en biomassa. Daarbij valt op dat consumenten – zowel particulier als industrieel – willen weten waar hun energie vandaan komt en welke impact deze energieconsumptie heeft op onze leefomgeving.
De hoeveelheid groene stroom waarvoor certificaten zijn afgeboekt in 2015 is toegenomen met 12,5%. Nog niet eerder zijn er in een jaar zoveel GvO's afgeboekt, namelijk 42,6 terrawattuur (TWh). In 2014 was dat nog 38 TWh. Daarbij is de vraag naar certificaten voor stroom uit wind in twee jaar met 66% fors gestegen en uitgegroeid tot meer dan 12 TWh per jaar (zie onderstaande tabel). Ook het afboeken van GvO's voor zon is in 2015 relatief sterk toegenomen. Ondertussen doen Nederlandse GvO's het onverminderd goed: de GvO's die CertiQ uitgeeft worden zelden geëxporteerd maar vrijwel allemaal in Nederland afgeboekt.
Consumenten vragen de afgelopen twee jaar steeds vaker naar groene stroom die in Nederland wordt opgewekt. Ondanks de stijging van de uitgifte van Nederlandse GvO's is het aanbod echter niet groot genoeg om aan de volledige vraag te voldoen. Het grootste deel van de gebruikte GvO's komt daarom uit het buitenland. Hierbij is een verschuiving te zien in de herkomst van geïmporteerde Garanties van Oorsprong; grote leverancier Noorwegen verliest terrein ten opzichte van met name Zweden, Italië en Frankrijk. De export van GvO's halveerde, een logisch gevolg van de grote vraag naar GvO's in Nederland.
De hoeveelheid groene stroom waarvoor certificaten zijn afgeboekt in 2015 is toegenomen met 12,5%. Nog niet eerder zijn er in een jaar zoveel GvO's afgeboekt, namelijk 42,6 terrawattuur (TWh). In 2014 was dat nog 38 TWh. Daarbij is de vraag naar certificaten voor stroom uit wind in twee jaar met 66% fors gestegen en uitgegroeid tot meer dan 12 TWh per jaar (zie onderstaande tabel). Ook het afboeken van GvO's voor zon is in 2015 relatief sterk toegenomen. Ondertussen doen Nederlandse GvO's het onverminderd goed: de GvO's die CertiQ uitgeeft worden zelden geëxporteerd maar vrijwel allemaal in Nederland afgeboekt.
Consumenten vragen de afgelopen twee jaar steeds vaker naar groene stroom die in Nederland wordt opgewekt. Ondanks de stijging van de uitgifte van Nederlandse GvO's is het aanbod echter niet groot genoeg om aan de volledige vraag te voldoen. Het grootste deel van de gebruikte GvO's komt daarom uit het buitenland. Hierbij is een verschuiving te zien in de herkomst van geïmporteerde Garanties van Oorsprong; grote leverancier Noorwegen verliest terrein ten opzichte van met name Zweden, Italië en Frankrijk. De export van GvO's halveerde, een logisch gevolg van de grote vraag naar GvO's in Nederland.
Nederlands bedrijf dat testapparatuur voor zonnepanelen ontwikkelt neemt branchegenoot over
Eternal Sun uit Delft heeft branchegenoot Spire Solar overgenomen. Het Delftse bedrijf is wereldwijd actief in het ontwikkelen en fabriceren van een soort ovens waarin zonnepanelen blootgesteld worden aan uiteenlopende klimaatomstandigheden.
Eternal Sun test voor TU Delft, ECN en TU Eindhoven en andere onderzoeksinstellingen wereldwijd. Op termijn wil men echter meer naar de manufacturing markt groeien.
Eternal Sun test voor TU Delft, ECN en TU Eindhoven en andere onderzoeksinstellingen wereldwijd. Op termijn wil men echter meer naar de manufacturing markt groeien.
ThuisBaas kiest voor energiebesparende muurverf
ThuisBaas, het platform van stichting Urgenda dat mensen helpt hun bestaande woning energieneutraal te maken, is een samenwerking aangegaan met ThermoShield.
ThermoShield is een milieuvriendelijke muurverf die bewoners gemiddeld 10 procent energiebesparing oplevert. ThermoShield is gebaseerd op de technologie die NASA succesvol toepaste op het hitteschild van de Space Shuttle en zorgt voor een directe warmtestraling vanuit de muren en een gelijkmatige warmteverdeling.
ThuisBaas is onafhankelijk, werkt zonder winstoogmerk en selecteert hoogwaardige producten voor duurzaam verwarmen.
ThermoShield is een milieuvriendelijke muurverf die bewoners gemiddeld 10 procent energiebesparing oplevert. ThermoShield is gebaseerd op de technologie die NASA succesvol toepaste op het hitteschild van de Space Shuttle en zorgt voor een directe warmtestraling vanuit de muren en een gelijkmatige warmteverdeling.
ThuisBaas is onafhankelijk, werkt zonder winstoogmerk en selecteert hoogwaardige producten voor duurzaam verwarmen.
LTO Noord tegen zonneparken op boerenland
Landbouworganisatie LTO Noord is tegen de vestiging van grote zonneparken op agrarische grond in de drie noordelijke provincies. Voorzitter Alma den Hertog van LTO Noord-afdeling Groningen vindt dat die panelen niet thuishoren op gronden die een agrarische bestemming hebben. 'Boerenland is heel erg nodig voor duurzame voedselproductie, het is belangrijk dat die grond voor de toekomst behouden blijft.'
Den Hertog roept bij RTV Noord op om eerst naar andere mogelijkheden te kijken, zoals het plaatsen van zonnepanelen op stallen of andere gebouwen.
Den Hertog roept bij RTV Noord op om eerst naar andere mogelijkheden te kijken, zoals het plaatsen van zonnepanelen op stallen of andere gebouwen.
Veel animo voor Subsidieregeling energiebesparing sportaccomodaties
Er is grote belangstelling voor de Subsidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS). Binnen drie weken na openstelling zijn er al ongeveer 600 aanvragen ingediend en is het subsidieplafond bereikt. De regeling heeft als doel energiebesparende maatregelen en duurzame energie te stimuleren bij sportaccommodaties. Voor sportverenigingen is de energierekening zo’n 10-20% van de begroting. Hier is vaak veel winst op te behalen. De subsidie is beschikbaar voor tal van maatregelen zoals LED verlichting, isolatie, zonnepanelen en zonneboilers.
De som van de aanvragen heeft het subsidieplafond van 6 miljoen euro inmiddels bereikt. De ingediende aanvragen worden op dit moment beoordeeld. De beoordeling van de aanvragen kan leiden tot een toekenning of een (gedeeltelijke) afwijzing. Aanvragen kunnen daarom nog steeds ingediend worden, maar het is niet op voorhand zeker of deze nog toegekend kunnen worden.
De som van de aanvragen heeft het subsidieplafond van 6 miljoen euro inmiddels bereikt. De ingediende aanvragen worden op dit moment beoordeeld. De beoordeling van de aanvragen kan leiden tot een toekenning of een (gedeeltelijke) afwijzing. Aanvragen kunnen daarom nog steeds ingediend worden, maar het is niet op voorhand zeker of deze nog toegekend kunnen worden.
Hogeschool en Rabobank hernieuwen sponsorcontract team Shell Ecomarathon
Phidippides is een multidisciplinair team van studenten dat jaarlijks meedoet aan de Shell Ecomarathon Europe, een wedstrijd voor studententeams die gaat om wie het zuinigste voertuig kan bouwen.
In deze wedstrijd, die altijd in het voorjaar plaatsvindt (dit jaar in Londen) doet team Phidippides mee met twee voertuigen: de Triga (een gestroomlijnd futuristisch ontwerp) en de Quadriga (die lijkt op een 'gewone' auto). De beide voertuigen zijn inmiddels aan hun tweede model toe, al vindt jaarlijks een innovatieslag plaats.
Rabobank is al vele jaren de hoofdsponsor van Phidippides en heeft op woensdag 13 januari zijn sponsorcontract met Hogeschool Rotterdam opnieuw vastgesteld.
Namens Rabobank tekende Leo Peeters Weem, directievoorzitter Rabobank Rotterdam en namens de hogeschool tekende Collegelid Angelien Sanderman.
In deze wedstrijd, die altijd in het voorjaar plaatsvindt (dit jaar in Londen) doet team Phidippides mee met twee voertuigen: de Triga (een gestroomlijnd futuristisch ontwerp) en de Quadriga (die lijkt op een 'gewone' auto). De beide voertuigen zijn inmiddels aan hun tweede model toe, al vindt jaarlijks een innovatieslag plaats.
Rabobank is al vele jaren de hoofdsponsor van Phidippides en heeft op woensdag 13 januari zijn sponsorcontract met Hogeschool Rotterdam opnieuw vastgesteld.
Namens Rabobank tekende Leo Peeters Weem, directievoorzitter Rabobank Rotterdam en namens de hogeschool tekende Collegelid Angelien Sanderman.
maandag 25 januari 2016
IF Technology BV winnaar 2015 in Bodemenergiebranche
IF Technology BV is door de Nationale Business Succes Award uitgeroepen tot branchewinnaar 2015 in de Bodemenergiebranche. Bodemenergie is naast biomassa zonne- en windenergie een belangrijke vierde pijler voor een duurzame toekomstige energievoorziening. IF heeft zich volgens de Nominatiecommissie ontwikkeld tot een vooraanstaande onderneming, met een zeer sterke positionering en een excellente reputatie. ‘IF Technology BV geldt als leidend in haar branche en weet haar uitgebreide vakkennis op het gebied van aardwarmte en bodemenergie uitstekend te combineren met een klant- en servicegerichte aanpak, waardoor zij zeer hoog scoort op klanttevredenheid.’
Fossiele brandstoffen raken uitgeput. Het klimaat verandert. Blijven we CO2 uitstoten of zoeken we naar alternatieven? Vanuit die gedachte is IF Technology BV ontstaan. Zij stond aan de wieg van de bodemenergie, een vernieuwende techniek die een grote bijdrage kan leveren aan de duurzame doelstellingen van Nederlandse en Europese bedrijven en overheid. De onderneming onttrekt energie uit de ondergrond en oppervlaktewater ten behoeve van verwarming en verkoeling van gebouwen. Bodemenergie is naast biomassa zonne- en windenergie een belangrijke vierde pijler voor een duurzame toekomst. IF is gespecialiseerd in het ontwerpen, toepassen, realiseren en beheren van hernieuwbare oplossingen voor warmte en koude als onderdeel van onze energievoorzieningen. Opdrachtgevers zijn onder andere ziekenhuizen, woningcorporaties, bouwbedrijven, installatiebedrijven en onderzoeksinstituten, in binnen- en buitenland. IF Technology BV is gevestigd in Arnhem en telt circa 65 medewerkers.
De Nominatiecommissie van het Nationale Business Succes Award Instituut ziet in IF Technology BV een stabiele, vooruitstrevende onderneming die naar verwachting in de toekomst nog veel successen kan behalen binnen de markt. ‘Innovatie is het sleutelwoord bij IF Technology BV, want zij is continu bezig haar producten en diensten te verbeteren en optimaal af te stemmen op de wensen van haar klanten.’
Hoog kennisniveau
De jury prijst met name haar hoge kennisniveau, nodig om als benchmark in de bodemenergiebranche – ‘godfather’ van de sector – te fungeren. Opgericht in 1989 was IF Technology het eerste gespecialiseerde ingenieursbureau dat zich bezighield met de bodem, gericht op het vraagstuk energie en warmte als (gedeeltelijk) alternatief voor het gebruik van fossiele brandstoffen. De achterliggende gedachte en tevens de drive was de overtuiging dat vraagstukken op dit vlak opgelost kunnen worden als je de technologie naar je hand kunt zetten. ‘Dit klinkt eenvoudig, maar vergt kennis op hoog niveau. IF Technology is hiermee vanaf haar oprichting bezig: kennisontwikkeling, innovatie, onderzoek en samenwerking met andere partijen’, stelt Robert Zwaan, hoofd van de dagelijkse Nominatiecommissie.
Voor een hoogwaardige technische kennisintensieve dienstverlener als IF Technology is succes afhankelijk van het vermogen en de wil altijd te blijven ontwikkelen en innoveren. Kennisontwikkeling is continu aan de orde en een groot deel van de uren en omzet wordt jaarlijks hieraan besteed. Vooruitgang wordt alleen bereikt door onophoudelijk te ontwikkelen, is de stellige overtuiging van IF Technology. Vanwege haar ervaring en kennis is de onderneming niet zelden het brein achter de ontwikkeling van technische systemen die veelal samen met fabrikanten ontwikkeld worden. ‘IF Technology is een absolute topper in haar wereld. Een nummer 1 vanaf haar oprichting. Geen betere branchewinnaar in de sector Bodemenergie dan deze onderneming’, aldus de Nominatiecommissie.
Fossiele brandstoffen raken uitgeput. Het klimaat verandert. Blijven we CO2 uitstoten of zoeken we naar alternatieven? Vanuit die gedachte is IF Technology BV ontstaan. Zij stond aan de wieg van de bodemenergie, een vernieuwende techniek die een grote bijdrage kan leveren aan de duurzame doelstellingen van Nederlandse en Europese bedrijven en overheid. De onderneming onttrekt energie uit de ondergrond en oppervlaktewater ten behoeve van verwarming en verkoeling van gebouwen. Bodemenergie is naast biomassa zonne- en windenergie een belangrijke vierde pijler voor een duurzame toekomst. IF is gespecialiseerd in het ontwerpen, toepassen, realiseren en beheren van hernieuwbare oplossingen voor warmte en koude als onderdeel van onze energievoorzieningen. Opdrachtgevers zijn onder andere ziekenhuizen, woningcorporaties, bouwbedrijven, installatiebedrijven en onderzoeksinstituten, in binnen- en buitenland. IF Technology BV is gevestigd in Arnhem en telt circa 65 medewerkers.
De Nominatiecommissie van het Nationale Business Succes Award Instituut ziet in IF Technology BV een stabiele, vooruitstrevende onderneming die naar verwachting in de toekomst nog veel successen kan behalen binnen de markt. ‘Innovatie is het sleutelwoord bij IF Technology BV, want zij is continu bezig haar producten en diensten te verbeteren en optimaal af te stemmen op de wensen van haar klanten.’
Hoog kennisniveau
De jury prijst met name haar hoge kennisniveau, nodig om als benchmark in de bodemenergiebranche – ‘godfather’ van de sector – te fungeren. Opgericht in 1989 was IF Technology het eerste gespecialiseerde ingenieursbureau dat zich bezighield met de bodem, gericht op het vraagstuk energie en warmte als (gedeeltelijk) alternatief voor het gebruik van fossiele brandstoffen. De achterliggende gedachte en tevens de drive was de overtuiging dat vraagstukken op dit vlak opgelost kunnen worden als je de technologie naar je hand kunt zetten. ‘Dit klinkt eenvoudig, maar vergt kennis op hoog niveau. IF Technology is hiermee vanaf haar oprichting bezig: kennisontwikkeling, innovatie, onderzoek en samenwerking met andere partijen’, stelt Robert Zwaan, hoofd van de dagelijkse Nominatiecommissie.
Voor een hoogwaardige technische kennisintensieve dienstverlener als IF Technology is succes afhankelijk van het vermogen en de wil altijd te blijven ontwikkelen en innoveren. Kennisontwikkeling is continu aan de orde en een groot deel van de uren en omzet wordt jaarlijks hieraan besteed. Vooruitgang wordt alleen bereikt door onophoudelijk te ontwikkelen, is de stellige overtuiging van IF Technology. Vanwege haar ervaring en kennis is de onderneming niet zelden het brein achter de ontwikkeling van technische systemen die veelal samen met fabrikanten ontwikkeld worden. ‘IF Technology is een absolute topper in haar wereld. Een nummer 1 vanaf haar oprichting. Geen betere branchewinnaar in de sector Bodemenergie dan deze onderneming’, aldus de Nominatiecommissie.
Zonnepanelen op daken Assen
Op het dak van Warenhuis Vanderveen in Assen komen zo'n achthonderd zonnepanelen te liggen. In totaal willen komen er 4.000 zonnepanelen in het centrum van Assen, onder andere op de platte daken van de V&D, winkelcentrum 't Forum en de Hema, vertelt initiatiefnemer Nico Vanderveen.
De energie wordt opgewekt, kan straks worden afgenomen bij Noordelijk Lokaal Duurzaam. Dat is een coöperatieve energieleverancier die energie verzamelt van meer dan vijftig initiatieven in Noord-Nederland.
De energie wordt opgewekt, kan straks worden afgenomen bij Noordelijk Lokaal Duurzaam. Dat is een coöperatieve energieleverancier die energie verzamelt van meer dan vijftig initiatieven in Noord-Nederland.
Overgang naar groene economie vereist politieke daadkracht

In de afgelopen eeuw heeft de mens ecosystemen sneller en ingrijpender veranderd dan ooit eerder in eenzelfde periode in de menselijke geschiedenis. Deze ontwikkelingen zijn hoofdzakelijk het resultaat van de snel groeiende vraag naar bijvoorbeeld voedsel, drinkwater, hout, vezels, brandstoffen en mineralen. Als zodanig zijn ze een gevolg van de conventionele lineaire economische modellen die zijn gebaseerd op de keten “grondstof - product - afval”. Dit kan ertoe leiden dat de grondstoffen opraken en ontwikkelingen onomkeerbaar worden. Deze manier van denken wordt tegenwoordige beschouwd als niet duurzaam en onhoudbaar en de samenleving, het bedrijfsleven en de industrie en de politiek beginnen in te zien en erkennen langzamerhand dat dit lineaire model hoognodig toe is aan herziening. Alterra-onderzoeker Peter Kuikman en co-auteur van het rapport is expert op dit gebied. Hij stelt: “Voor een vergroening van de economie moeten we eerst en vooral onze lineaire denkwijze vervangen door circulair denken. Maar dat is niet voldoende. We moeten onze activiteiten niet beperken tot dat ene deel van de keten waar we ons toevallig beroepshalve mee bezig houden, maar we moeten de verantwoordelijkheid nemen voor de hele keten. We moeten als het ware het ‘eigenaarschap’ van het totale circulair handelen op ons nemen.”
Vergroening van de economie wordt beschouwd als een benadering om economieën en samenlevingen duurzamer te maken. Vergroenen van de economie wordt de laatste tijd aangeprezen als een nieuwe manier om het welzijn van de mens te vergroten én de milieurisico's te verminderen. Een voordeel van een dergelijke economie wordt omschreven met een lagere CO2-uitstoot, meer klimaatbestendig, efficiënter gebruik van grondstoffen en een betere kwaliteit van leven voor iedereen.
Het nieuwe PEER-rapport bevat een conceptuele analyse en empirische casestudies die de noodzaak duiden van een langetermijnvisie en een planning van financiering uit meerdere bronnen ten behoeve van de groene economie. Directeur-generaal Lea Kauppi van het Finse Milieuagentschap: “Uit dit onderzoek blijkt dat een groene economie vanwege de complexiteit en de sectoroverstijgende aard ervan vraagt om een verstrekkende integratie van alle sectoren die te maken hebben met het milieu, innovatie, transport, huisvesting, energie, landbouw en ruimtelijke ordening. Daarnaast blijkt uit de casestudies ook nut en noodzaak van een uitgebreide analyse van de effecten van wet- en regelgeving. Uit veel van de cases blijkt bovendien dat het belangrijk is dat stakeholders ook echt een commitment maken, leiderschap tonen en dat de transitie goed gecoördineerd wordt.”
Om de economie te transformeren zijn innovaties in bestaande technologieën vereist, samen met de steun vanuit instanties, innovaties in de markt, en in de maatschappij en op het terrein van het overkoepelende bestuurlijke kader. Maar bovenal moet er vanuit de politiek brede en consistente steun bestaan om draagvlak te vormen. De praktische implementatie van de groene economie hangt samen met meerdere factoren en causaliteiten, die weer afhangen van de context. Sommige oplossingen sluiten beter aan bij de mainstream economie; er zijn dan niet veel veranderingen nodig (bijvoorbeeld alternatieve technieken voor schonere en milieuvriendelijker productie). Voor andere oplossingen moeten de productie- en consumptiepatronen drastisch worden aangepast (transitie van de samenleving en economie op basis van de principes van industriële ecologie).
Stedin verwacht in 2016 verdubbeling van oneigenlijke precariobelasting
Gemeenten hebben Stedin in 2015 voor 31 miljoen euro aan precariobelasting opgelegd. Een stijging van meer dan elf procent ten opzichte van 2014. Elke klant betaalt daardoor onnodig ruim 15 euro extra via de energierekening aan heffende gemeenten. Voor dit jaar verwacht Stedin nog eens een verdubbeling van deze oneigenlijke belasting op kabels en leidingen. Omdat steeds meer gemeenten precario invoeren, komt dit neer op gemiddeld €30,- per klant in 2016. Precario is een heffing aan netbeheerders voor kabels en leidingen in de grond.
De grootste stijgers zijn Gouda van € 697.275 naar € 1.388.445 (+99,1%), Eemnes van € 390.000 naar € 798.750 (+104,8%) en Renswoude van €173.946 naar € 353.892 (+103,4%). De tarieven van de energienetwerkbeheerders zijn gereguleerd en worden door de toezichthouder vastgesteld. Netbeheerders moeten deze kosten doorberekenen aan alle klanten, ook aan mensen die in een gemeente wonen of werken die geen belasting op de elektriciteitskabels en gasleidingen heft. Ook deze klanten betalen dus mee via hun energierekening. In totaal wordt er in Nederland honderdvijftig miljoen euro precario opgelegd aan netbeheerders.
'De consumenten betalen de rekening, terwijl het energienetwerk er niets beter van wordt', aldus Stedin’s operationeel directeur Frans van de Noort. ,,Naast dat we gebruikt worden als belastingdienst, is er ook een volledige willekeur in de bedragen. Zo berekent de ene gemeente minder dan één euro per meter kabel of leiding terwijl een andere gemeente meer dan het viervoudige oplegt. Daarom moet de minister zo snel mogelijk het door de Tweede Kamer gevraagde wetsvoorstel tot afschaffing indienen.’’
De Tweede Kamer heeft eind 2015 nogmaals in meerderheid minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) gevraagd om haast te maken met het wetsvoorstel om precario af te schaffen op gas-, water- en elektriciteitsnetten. Ook de energie- en waternetbeheerders blijven hierop aandringen bij de minister en politiek.
Voor 2016 hebben al tientallen gemeenten aangekondigd ook precario te gaan heffen. Zo hebben de vijf gemeenten in de Hoeksche Waard (Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen) en de gemeente Molenwaard besloten na het beëindigen van een concessie-overeenkomst met Stedin per 2016 het tienvoudige bedrag (€5,4 miljoen) aan precario te willen gaan opleggen aan de netbeheerder en haar klanten.
Sommige gemeenten kunnen vanwege afspraken uit het verleden geen precario heffen over kabels en leidingen. Andere gemeenten, zoals bijvoorbeeld Giessenlanden en Stichtse Vecht, kiezen bewust ervoor om geen precario te heffen en hun burgers en die van buurgemeenten niet extra te belasten via de energierekening.
De grootste stijgers zijn Gouda van € 697.275 naar € 1.388.445 (+99,1%), Eemnes van € 390.000 naar € 798.750 (+104,8%) en Renswoude van €173.946 naar € 353.892 (+103,4%). De tarieven van de energienetwerkbeheerders zijn gereguleerd en worden door de toezichthouder vastgesteld. Netbeheerders moeten deze kosten doorberekenen aan alle klanten, ook aan mensen die in een gemeente wonen of werken die geen belasting op de elektriciteitskabels en gasleidingen heft. Ook deze klanten betalen dus mee via hun energierekening. In totaal wordt er in Nederland honderdvijftig miljoen euro precario opgelegd aan netbeheerders.
'De consumenten betalen de rekening, terwijl het energienetwerk er niets beter van wordt', aldus Stedin’s operationeel directeur Frans van de Noort. ,,Naast dat we gebruikt worden als belastingdienst, is er ook een volledige willekeur in de bedragen. Zo berekent de ene gemeente minder dan één euro per meter kabel of leiding terwijl een andere gemeente meer dan het viervoudige oplegt. Daarom moet de minister zo snel mogelijk het door de Tweede Kamer gevraagde wetsvoorstel tot afschaffing indienen.’’
De Tweede Kamer heeft eind 2015 nogmaals in meerderheid minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) gevraagd om haast te maken met het wetsvoorstel om precario af te schaffen op gas-, water- en elektriciteitsnetten. Ook de energie- en waternetbeheerders blijven hierop aandringen bij de minister en politiek.
Voor 2016 hebben al tientallen gemeenten aangekondigd ook precario te gaan heffen. Zo hebben de vijf gemeenten in de Hoeksche Waard (Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen) en de gemeente Molenwaard besloten na het beëindigen van een concessie-overeenkomst met Stedin per 2016 het tienvoudige bedrag (€5,4 miljoen) aan precario te willen gaan opleggen aan de netbeheerder en haar klanten.
Sommige gemeenten kunnen vanwege afspraken uit het verleden geen precario heffen over kabels en leidingen. Andere gemeenten, zoals bijvoorbeeld Giessenlanden en Stichtse Vecht, kiezen bewust ervoor om geen precario te heffen en hun burgers en die van buurgemeenten niet extra te belasten via de energierekening.
Inzicht in batterij-elektrode met geavanceerde spectroscopie
Moniek Tromp van het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences en het onderzoekszwaartepunt Sustainable Chemistry heeft een KIEM subsidie verkregen uit het Innovatiefonds Chemie. Samen met de Amsterdamse start-up E-stone Batteries gaat Tromp de werking onderzoeken van een nieuwe innovatieve elektrode voor nikkel-ijzer batterijen.
Goedkope opslag van elektrische energie is essentieel voor een duurzame energietransitie. Daarom ontwikkelt E-stone Batteries, gevestigd op het Science Park Amsterdam, een batterij uit goedkope, veel voorkomende en niet-toxische materialen. Deze is gebaseerd op de nikkel-ijzer batterij, die al uit de tijd van Edison stamt. E-stone Batteries denkt dit batterijtype flink te kunnen verbeteren, vooral op het gebied van de elektroden.
Het KIEM-onderzoek van Moniek Tromp betreft de innovatieve ijzerelektrode die E-stone Batteries ontwikkelde. Ze zal de komende zes maanden met behulp van geavanceerd spectroscopisch onderzoek de onderliggende werkingsmechanismes in kaart brengen. Een beter begrip hiervan vormt de basis voor het optimaal en betrouwbaar functioneren van de batterij. Het gaat er daarbij vooral om de energie-efficiëntie op de lange termijn te waarborgen, ook na vele honderden laad- en ontlaadcycli. Het onderzoek van Tromp zal bovendien aanknopingspunten bieden om het productieproces van elektrode en batterij optimaal te kunnen sturen, en om de juiste precursors voor de materialen te kiezen.
Goedkope opslag van elektrische energie is essentieel voor een duurzame energietransitie. Daarom ontwikkelt E-stone Batteries, gevestigd op het Science Park Amsterdam, een batterij uit goedkope, veel voorkomende en niet-toxische materialen. Deze is gebaseerd op de nikkel-ijzer batterij, die al uit de tijd van Edison stamt. E-stone Batteries denkt dit batterijtype flink te kunnen verbeteren, vooral op het gebied van de elektroden.
Het KIEM-onderzoek van Moniek Tromp betreft de innovatieve ijzerelektrode die E-stone Batteries ontwikkelde. Ze zal de komende zes maanden met behulp van geavanceerd spectroscopisch onderzoek de onderliggende werkingsmechanismes in kaart brengen. Een beter begrip hiervan vormt de basis voor het optimaal en betrouwbaar functioneren van de batterij. Het gaat er daarbij vooral om de energie-efficiëntie op de lange termijn te waarborgen, ook na vele honderden laad- en ontlaadcycli. Het onderzoek van Tromp zal bovendien aanknopingspunten bieden om het productieproces van elektrode en batterij optimaal te kunnen sturen, en om de juiste precursors voor de materialen te kiezen.
1.000 gratis energieadviezen voor Utrechtse huurders
In 2016 kunnen 1.000 Utrechtse huurders een gratis energieadvies aanvragen. De gemeente en woningcorporaties bieden 640 huurders van corporaties, 240 particuliere huurders en 120 huurders van monumenten de kans voor een persoonlijk besparingsadvies, inclusief een energiebox met energiezuinige producten ter waarde van €50,-. Na het energieadvies wordt gemiddeld 140 euro bespaard op de energierekening.
In 2015 ontvingen 800 huurders van de corporaties Portaal, Mitros, Bo-ex, GroenWest en SSH zo’n gratis advies. Uit een steekproef blijkt dat huurders door het energieadvies gemiddeld circa € 140,- per jaar besparen op hun energierekening. Dat is een besparing van ongeveer 10% op de gemiddelde energiekosten. De 800 adviezen leverden een CO2-besparing van circa 440 ton op. 440 ton staat gelijk aan een besparing op de energiekosten van circa € 100.000 per jaar. De winst van 440 ton CO2 winst staat gelijk aan de CO2 opname van 22.000 bomen.
Wethouder Lot van Hooijdonk (duurzaamheid) is blij met de resultaten: “Het is belangrijk dat voor bewoners de energiekosten betaalbaar en beheersbaar zijn. Juist huurders met lagere inkomens kunnen door dit energieadvies en de energiebox flink besparen en bovendien geeft dit project een mooie impuls aan de Utrechtse werkgelegenheid.”
Vanwege de goede resultaten is de campagne in 2016 verbreed naar alle huurders in de stad. Nieuw is dat dit jaar ook particuliere huurders en huurders van monumenten kunnen meedoen. De Jonge Milieu Advies heeft hiervoor een team van zes energieadviseurs opgeleid en in dienst genomen. De advisering richt zich vooral op kleine maatregelen, die bewoners zelf kunnen uitvoeren en waarvoor geen grote investeringen nodig zijn (zie ook het bijgevoegde staafdiagram). Bij groot onderhoud en renovaties aan complexen gaan de corporaties actief bewoners benaderen voor een energieadvies.
In 2015 ontvingen 800 huurders van de corporaties Portaal, Mitros, Bo-ex, GroenWest en SSH zo’n gratis advies. Uit een steekproef blijkt dat huurders door het energieadvies gemiddeld circa € 140,- per jaar besparen op hun energierekening. Dat is een besparing van ongeveer 10% op de gemiddelde energiekosten. De 800 adviezen leverden een CO2-besparing van circa 440 ton op. 440 ton staat gelijk aan een besparing op de energiekosten van circa € 100.000 per jaar. De winst van 440 ton CO2 winst staat gelijk aan de CO2 opname van 22.000 bomen.
Wethouder Lot van Hooijdonk (duurzaamheid) is blij met de resultaten: “Het is belangrijk dat voor bewoners de energiekosten betaalbaar en beheersbaar zijn. Juist huurders met lagere inkomens kunnen door dit energieadvies en de energiebox flink besparen en bovendien geeft dit project een mooie impuls aan de Utrechtse werkgelegenheid.”
Vanwege de goede resultaten is de campagne in 2016 verbreed naar alle huurders in de stad. Nieuw is dat dit jaar ook particuliere huurders en huurders van monumenten kunnen meedoen. De Jonge Milieu Advies heeft hiervoor een team van zes energieadviseurs opgeleid en in dienst genomen. De advisering richt zich vooral op kleine maatregelen, die bewoners zelf kunnen uitvoeren en waarvoor geen grote investeringen nodig zijn (zie ook het bijgevoegde staafdiagram). Bij groot onderhoud en renovaties aan complexen gaan de corporaties actief bewoners benaderen voor een energieadvies.
zaterdag 23 januari 2016
Energie-adviseur overheid kluste bij met gesubsidieerde molens
Een oud-directeur van onderzoekscentrum ECN, het belangrijkste Nederlandse adviesorgaan voor energie, heeft een aanzienlijk vermogen opgebouwd met de privé-exploitatie van windmolens. Dat schrijft de Volkskrant vanochtend.
Wim Stam kocht in 2008 vier windmolens en exploiteerde die naast zijn fulltime baan bij ECN. In vijf jaar tijd verdiende hij daar ten minste 1 miljoen euro mee.
Stam heeft de privé-exploitatie naar eigen zeggen gemeld bij zijn werkgever. Een woordvoerder van ECN bevestigt dat en zegt dat het management van het instituut destijds geen conflicterende belangen constateerde.
Wim Stam kocht in 2008 vier windmolens en exploiteerde die naast zijn fulltime baan bij ECN. In vijf jaar tijd verdiende hij daar ten minste 1 miljoen euro mee.
Stam heeft de privé-exploitatie naar eigen zeggen gemeld bij zijn werkgever. Een woordvoerder van ECN bevestigt dat en zegt dat het management van het instituut destijds geen conflicterende belangen constateerde.
vrijdag 22 januari 2016
Nuon verslaat kleine prijsvechters op overstapmarkt 2015
Energiereus Nuon weet met scherpe acties marktaandeel te veroveren op de overstapmarkt, Oxxio en Eneco besluiten alsnog samen te gaan werken met prijsvergelijkingssites en verliezer van 2014 Essent verliest opnieuw een groot aandeel op de overstapmarkt. Dit alles blijkt uit onderzoek naar het overstapgedrag van ruim 60.000 huishoudens door vergelijkingswebsite EasySwitch.nl.
Voor het vierde jaar op rij heeft vergelijkingswebsite EasySwitch.nl onderzocht welke energieleveranciers het afgelopen jaar de meeste nieuwe klanten mochten verwelkomen en welke de meeste klanten hebben verloren.
In vergelijking met andere energieleveranciers was het afgelopen jaar Nuon die via de vergelijkingswebsite de meeste nieuwe klanten erbij kreeg. De cijfers uit het onderzoek zijn gebaseerd op het aantal afgesloten energiecontracten verrekend met het aantal beëindigde contracten bij een energieleverancier. Nuon heeft in 2015 veel nieuwe klanten weten te trekken door extra in te zetten op scherpe acties op vergelijkingswebsites. In tegenstelling tot enkele andere energieleveranciers is het voor Nuon niet mogelijk te stunten met prijzen via een dochteronderneming. Zo beschikt concurrent Eneco over prijsvechter Oxxio en heeft Essent Energiedirect.nl, gevestigd in hetzelfde pand als het moederbedrijf.
Energieleveranciers Eneco en Oxxio werden voor het grootste gedeelte van dit jaar niet meegenomen in de vergelijker van EasySwitch.nl. Reden hiervoor was de strategie van de energieleveranciers. Zo gaf Eneco in het rapport 'Energie Vergelijken' van Wise Nederland aan niet in zee te willen gaan met prijsvergelijkingswebsites, omdat deze websites alleen groepen klanten aan zouden trekken die extreem gefocust zijn op kortingen (bron: Wise Nederland wraakt energie vergelijkingssites - energiebusiness.nl). Dit zou volgens de leverancier niet passen bij de duurzaamheidsstrategie van het bedrijf. Per augustus waren de energieproducten van Eneco en dochterbedrijf Oxxio weer af te sluiten op meerdere energie vergelijkingswebsites.
De gewijzigde strategie van Eneco en Oxxio zou te maken kunnen hebben met tegenvallende resultaten uit marketingprojecten. Zo bleek uit Energeia's Reclamemonitor 2015 dat Eneco rond de 3,7 miljoen heeft besteed aan reclame in 2015. Opgeteld met de uitgaven aan marketingdoeleinden van dochteronderneming Oxxio, die in 2015 5,5 miljoen euro besteedde, komt dit neer op bijna 10 miljoen euro.
Essent in veel regio's opnieuw de verliezer
Ondanks dat leverancier Essent over het afgelopen jaar via de vergelijkingssite veel klanten verloor, zijn er ook een hoop nieuwe klanten bijgekomen. Het verlies aan klanten kan aan verschillende dingen te wijten zijn. Zo is Essent in veel regio's van oudsher de gevestigde energieleverancier: Voordat de overheid de energiemarkt vrijgaf in 2004 was elke regio gekoppeld aan een energieleverancier. Veel klanten die nog nooit eerder veranderd zijn van energieleverancier zitten hierdoor nog steeds bij de grote, gevestigde energieleveranciers. In 2015 is het vergelijken van energieleveranciers steeds makkelijker geworden. Zo bieden prijsvergelijkingssites energiegebruikers nu een alternatief, waar ze dat voorheen niet hadden. Het is goed mogelijk dat het klantverlies bij de toenmalig 'gevestigde leveranciers' hierdoor wordt veroorzaakt. De jongere energieleveranciers hebben niet te maken met een dergelijk klantverlies. Daarnaast kan het verlies aan klanten van Essent komen door een andere focus in strategie. Zo profileert Essent zich steeds meer als energieadviseur. De leverancier biedt hulp aan consumenten die energie willen besparen. Dit doet Essent door de Nest aan te bieden: de zelflerende thermostaat die te bedienen is met telefoon, computer of tablet.
Ook de Nederlandse Energie Maatschappij verliest per saldo veel klanten in 2015. Met name het besluit om het maandbedrag vooraf te incasseren in plaats van achteraf, wat eenmalig een dubbele rekening oplevert, stuit op veel onbegrip en leidt uiteindelijk tot veel contractbeëindigingen via de vergelijkingswebsite.
Voor het vierde jaar op rij heeft vergelijkingswebsite EasySwitch.nl onderzocht welke energieleveranciers het afgelopen jaar de meeste nieuwe klanten mochten verwelkomen en welke de meeste klanten hebben verloren.
In vergelijking met andere energieleveranciers was het afgelopen jaar Nuon die via de vergelijkingswebsite de meeste nieuwe klanten erbij kreeg. De cijfers uit het onderzoek zijn gebaseerd op het aantal afgesloten energiecontracten verrekend met het aantal beëindigde contracten bij een energieleverancier. Nuon heeft in 2015 veel nieuwe klanten weten te trekken door extra in te zetten op scherpe acties op vergelijkingswebsites. In tegenstelling tot enkele andere energieleveranciers is het voor Nuon niet mogelijk te stunten met prijzen via een dochteronderneming. Zo beschikt concurrent Eneco over prijsvechter Oxxio en heeft Essent Energiedirect.nl, gevestigd in hetzelfde pand als het moederbedrijf.
Energieleveranciers Eneco en Oxxio werden voor het grootste gedeelte van dit jaar niet meegenomen in de vergelijker van EasySwitch.nl. Reden hiervoor was de strategie van de energieleveranciers. Zo gaf Eneco in het rapport 'Energie Vergelijken' van Wise Nederland aan niet in zee te willen gaan met prijsvergelijkingswebsites, omdat deze websites alleen groepen klanten aan zouden trekken die extreem gefocust zijn op kortingen (bron: Wise Nederland wraakt energie vergelijkingssites - energiebusiness.nl). Dit zou volgens de leverancier niet passen bij de duurzaamheidsstrategie van het bedrijf. Per augustus waren de energieproducten van Eneco en dochterbedrijf Oxxio weer af te sluiten op meerdere energie vergelijkingswebsites.
De gewijzigde strategie van Eneco en Oxxio zou te maken kunnen hebben met tegenvallende resultaten uit marketingprojecten. Zo bleek uit Energeia's Reclamemonitor 2015 dat Eneco rond de 3,7 miljoen heeft besteed aan reclame in 2015. Opgeteld met de uitgaven aan marketingdoeleinden van dochteronderneming Oxxio, die in 2015 5,5 miljoen euro besteedde, komt dit neer op bijna 10 miljoen euro.
Essent in veel regio's opnieuw de verliezer
Ondanks dat leverancier Essent over het afgelopen jaar via de vergelijkingssite veel klanten verloor, zijn er ook een hoop nieuwe klanten bijgekomen. Het verlies aan klanten kan aan verschillende dingen te wijten zijn. Zo is Essent in veel regio's van oudsher de gevestigde energieleverancier: Voordat de overheid de energiemarkt vrijgaf in 2004 was elke regio gekoppeld aan een energieleverancier. Veel klanten die nog nooit eerder veranderd zijn van energieleverancier zitten hierdoor nog steeds bij de grote, gevestigde energieleveranciers. In 2015 is het vergelijken van energieleveranciers steeds makkelijker geworden. Zo bieden prijsvergelijkingssites energiegebruikers nu een alternatief, waar ze dat voorheen niet hadden. Het is goed mogelijk dat het klantverlies bij de toenmalig 'gevestigde leveranciers' hierdoor wordt veroorzaakt. De jongere energieleveranciers hebben niet te maken met een dergelijk klantverlies. Daarnaast kan het verlies aan klanten van Essent komen door een andere focus in strategie. Zo profileert Essent zich steeds meer als energieadviseur. De leverancier biedt hulp aan consumenten die energie willen besparen. Dit doet Essent door de Nest aan te bieden: de zelflerende thermostaat die te bedienen is met telefoon, computer of tablet.
Ook de Nederlandse Energie Maatschappij verliest per saldo veel klanten in 2015. Met name het besluit om het maandbedrag vooraf te incasseren in plaats van achteraf, wat eenmalig een dubbele rekening oplevert, stuit op veel onbegrip en leidt uiteindelijk tot veel contractbeëindigingen via de vergelijkingswebsite.
Leren omgaan met energie
Op vrijdag 22 januari vindt ook in Alkmaar de Kick Off van Energy Challenges plaats. Bij de Energy Challenges gaan scholieren van aan de slag gaan met opdrachten in wedstrijdvorm om op deze manier bewustzijn voor energieverbruik te creëren, te promoten en zoveel mogelijk energie proberen te besparen. Bij het hoofdkantoor van de Rabobank in Alkmaar zullen de deelnemende teams van de scholen zich presenteren via een kort filmpje.
Energy Challenges is groen, duurzaam en vooral leerzaam. Het project Energy Challenges is een spel voor leerlingen van basisscholen en voortgezet onderwijs om enthousiasme te genereren en de kennis over energie en duurzaamheid te vergroten. Dit leidt tot een daadwerkelijke bijdrage aan het slimmer omgaan met energie op school, kostenbesparing en meer interesse in technische vervolgopleidingen.
Wethouder duurzaamheid Jan Nagengast (CDA): ‘Energy Challenges past goed in het duurzaamheidsprogramma van de gemeente. Bewustwording is heel belangrijk en daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen. Op school kunnen ze nu leren om energie te besparen en dit ook toepassen thuis. Dubbele winst dus!’
Samen met andere bedrijven en instanties zoals Energie Service Noord West, Ronduit Onderwijs en andere gemeenten uit de regio, geeft de gemeente een subsidie aan Energy Challenges.
De deelnemende scholen zijn: Dalton college, Jan Arentsz, Durv Tochtwaard, Willem Alexanderschool (Bergen), Nicolaas Beetsschool, Durv Amstelstraat, Durv Elgerweg, de Duiv (Heiloo) en de Viaan.
Energy Challenges is groen, duurzaam en vooral leerzaam. Het project Energy Challenges is een spel voor leerlingen van basisscholen en voortgezet onderwijs om enthousiasme te genereren en de kennis over energie en duurzaamheid te vergroten. Dit leidt tot een daadwerkelijke bijdrage aan het slimmer omgaan met energie op school, kostenbesparing en meer interesse in technische vervolgopleidingen.
Wethouder duurzaamheid Jan Nagengast (CDA): ‘Energy Challenges past goed in het duurzaamheidsprogramma van de gemeente. Bewustwording is heel belangrijk en daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen. Op school kunnen ze nu leren om energie te besparen en dit ook toepassen thuis. Dubbele winst dus!’
Samen met andere bedrijven en instanties zoals Energie Service Noord West, Ronduit Onderwijs en andere gemeenten uit de regio, geeft de gemeente een subsidie aan Energy Challenges.
De deelnemende scholen zijn: Dalton college, Jan Arentsz, Durv Tochtwaard, Willem Alexanderschool (Bergen), Nicolaas Beetsschool, Durv Amstelstraat, Durv Elgerweg, de Duiv (Heiloo) en de Viaan.
Productieproces Fujifilm draait volledig op windenergie
Het productieproces van Fujifilm, producent van fotopapier en offsetplaten, draait sinds 1 januari van dit jaar volledig op windenergie. Dat maken Fujifilm en Eneco, dat de windenergie levert, vandaag bekend. Fujifilm heeft voor haar bedrijfsvoering jaarlijks zo’n 100 gigawattuur aan elektriciteit nodig, vergelijkbaar met het gemiddelde stroomverbruik van ongeveer 30.000 huishoudens. De groene stroom wordt geproduceerd door windmolens in Nederland en België.
Sinds 2011 krijgt Fujifilm rechtstreeks groene stroom geleverd van vijf Eneco-windmolens op het eigen terrein in Tilburg, waarmee voorzien wordt in 20 procent van haar elektriciteitsbehoefte. Vanuit de wens om haar gehele bedrijfsvoering CO2-neutraal te maken is het bedrijf al langere tijd in gesprek met Eneco over verdere verduurzaming. Dat heeft geresulteerd in een nieuwe overeenkomst, waarmee de Tilburgse producent sinds begin dit jaar ook alle opgewekte stroom van de vijf windmolens van het bestaande Eneco-windpark Anna Vosdijkpolder in Tholen afneemt.
Beide bedrijven verkennen ook andere duurzame en innovatieve opties voor de Brabantse activiteiten van Fujifilm. Zo wordt onderzocht of Fujifilm samen met een naburig bedrijf haar warmtevoorziening kan verduurzamen door het gasverbruik te vervangen door stoom. De stoom wordt dan geleverd door een nieuw te bouwen biostoominstallatie, dat biomassa gebruikt als brandstof.
Sinds 2011 krijgt Fujifilm rechtstreeks groene stroom geleverd van vijf Eneco-windmolens op het eigen terrein in Tilburg, waarmee voorzien wordt in 20 procent van haar elektriciteitsbehoefte. Vanuit de wens om haar gehele bedrijfsvoering CO2-neutraal te maken is het bedrijf al langere tijd in gesprek met Eneco over verdere verduurzaming. Dat heeft geresulteerd in een nieuwe overeenkomst, waarmee de Tilburgse producent sinds begin dit jaar ook alle opgewekte stroom van de vijf windmolens van het bestaande Eneco-windpark Anna Vosdijkpolder in Tholen afneemt.
Beide bedrijven verkennen ook andere duurzame en innovatieve opties voor de Brabantse activiteiten van Fujifilm. Zo wordt onderzocht of Fujifilm samen met een naburig bedrijf haar warmtevoorziening kan verduurzamen door het gasverbruik te vervangen door stoom. De stoom wordt dan geleverd door een nieuw te bouwen biostoominstallatie, dat biomassa gebruikt als brandstof.
Grootste proef slimme netten op bedrijventerrein Zuidoost-Groningen van start
Op het bedrijventerrein Zuidoost-Groningen start 1 maart de grootste Nederlandse proef met slimme netten bij MKB-bedrijven. Vrijdag 15 januari tekenen de 7 organiserende partijen een samenwerkingsovereenkomst tijdens de nieuwjaarsreceptie van Stichting Energy Valley. Zo wordt de start van dit project door Cofely, Enexis, Stichting Energy Valley, Eneco, ICT, Gemeente Groningen en de Vereniging Bedrijvenpark Zuidoost (VBZO) feestelijk ingeluid.
Bij dit pilotproject worden circa 800 bedrijven van het bedrijventerrein Zuidoost-Groningen gedurende een jaar betrokken om slimmer met energie om te gaan. De technologie van ICT en Cofely maken het mogelijk om het gebruik van elektriciteit in gebouwen, processen en apparaten flexibel aan te passen op het actuele stroomaanbod. In Nederland is hiermee nog niet eerder op zo’n grote schaal geëxperimenteerd bij het mkb op een bestaand bedrijventerrein.
Dit project bouwt onder andere voort op Power Matching City. Dit was een van de eerste smart grids voor huishoudens in Europa. Na een koploperspositie te hebben ingenomen met dit project, gaat Groningen nu ook voorop met het toepassen van een slim energiesysteem op een bedrijventerrein voor het mkb.
Bedrijven die meedoen aan de proef, krijgen een analyse van hun zogeheten ‘flexpotentieel’. Hoe meer apparaten en processen tijdelijk aan- en uitgeschakeld kunnen worden, des te flexibeler de bedrijven met elektriciteit om kunnen gaan. De deelnemers krijgen in de proef de beschikking over de technologie van ICT en Cofely. Deze technologie communiceert met het elektriciteitsnet van Enexis en de apparaten, processen en gebouwen van de bedrijven.
Flexibel omgaan met elektriciteit is nodig om een oplossing te bieden aan tekorten en overschotten die ontstaan door pieken en dalen in stroomverbruik. Ook wekken duurzame oplossingen zoals zonnepanelen en windmolens niet altijd evenveel energie op. Deelnemende bedrijven kunnen op hun elektriciteitskosten besparen. Als het lukt om bedrijven flexibeler met hun elektriciteit te laten omgaan, hoeft regionaal netbeheerder Enexis minder te investeren in de verzwaring van publieke elektriciteitsnetten. Dan hoeven er ook minder kosten te worden doorbelast aan de bedrijven.
De proef wordt gehouden omdat er steeds meer elektriciteit duurzaam wordt opgewekt, bijvoorbeeld door zon en wind. Op het park wordt op dit moment echter relatief weinig energie duurzaam opgewekt. Dit terwijl veel bedrijven zich oriënteren op de mogelijkheden van eigen lokale opwekking (bijvoorbeeld door aanleg van zonnepanelen). Meer “verkeer” op het elektriciteitsnet vraagt om afstemming van vraag en aanbod. Elektriciteit opslaan is technisch ingewikkeld en kostbaar. Daarom loont het om zelf flexibel met apparaten en processen om te gaan die stroom verbruiken, om zo in te spelen op de hoeveelheid beschikbare elektriciteit en daarmee te anticiperen op gunstige of hoge elektriciteitsprijzen. Bij een tekort aan elektriciteit zal de prijs namelijk hoger liggen dan bij een overschot. Hier op inspelen door bijvoorbeeld koelcellen tijdelijk uit te zetten als er minder en dus duurdere stroom beschikbaar is, kan gunstig uitwerken op de stroomrekening. Hoeveel een bedrijf precies kan besparen of verdienen, wordt in dit project onderzocht. Om die reden doet Eneco (energiebedrijf) mee. Enexis (regionale netbeheerder) kijkt onder andere naar de impact van een slim energiesysteem op het publieke net.
Als het pilotproject na een jaar een succes blijkt te zijn, wordt het uitgebreid naar andere bedrijventerreinen en kan de technologie op grotere schaal toepassing krijgen.
Bij dit pilotproject worden circa 800 bedrijven van het bedrijventerrein Zuidoost-Groningen gedurende een jaar betrokken om slimmer met energie om te gaan. De technologie van ICT en Cofely maken het mogelijk om het gebruik van elektriciteit in gebouwen, processen en apparaten flexibel aan te passen op het actuele stroomaanbod. In Nederland is hiermee nog niet eerder op zo’n grote schaal geëxperimenteerd bij het mkb op een bestaand bedrijventerrein.
Dit project bouwt onder andere voort op Power Matching City. Dit was een van de eerste smart grids voor huishoudens in Europa. Na een koploperspositie te hebben ingenomen met dit project, gaat Groningen nu ook voorop met het toepassen van een slim energiesysteem op een bedrijventerrein voor het mkb.
Bedrijven die meedoen aan de proef, krijgen een analyse van hun zogeheten ‘flexpotentieel’. Hoe meer apparaten en processen tijdelijk aan- en uitgeschakeld kunnen worden, des te flexibeler de bedrijven met elektriciteit om kunnen gaan. De deelnemers krijgen in de proef de beschikking over de technologie van ICT en Cofely. Deze technologie communiceert met het elektriciteitsnet van Enexis en de apparaten, processen en gebouwen van de bedrijven.
Flexibel omgaan met elektriciteit is nodig om een oplossing te bieden aan tekorten en overschotten die ontstaan door pieken en dalen in stroomverbruik. Ook wekken duurzame oplossingen zoals zonnepanelen en windmolens niet altijd evenveel energie op. Deelnemende bedrijven kunnen op hun elektriciteitskosten besparen. Als het lukt om bedrijven flexibeler met hun elektriciteit te laten omgaan, hoeft regionaal netbeheerder Enexis minder te investeren in de verzwaring van publieke elektriciteitsnetten. Dan hoeven er ook minder kosten te worden doorbelast aan de bedrijven.
De proef wordt gehouden omdat er steeds meer elektriciteit duurzaam wordt opgewekt, bijvoorbeeld door zon en wind. Op het park wordt op dit moment echter relatief weinig energie duurzaam opgewekt. Dit terwijl veel bedrijven zich oriënteren op de mogelijkheden van eigen lokale opwekking (bijvoorbeeld door aanleg van zonnepanelen). Meer “verkeer” op het elektriciteitsnet vraagt om afstemming van vraag en aanbod. Elektriciteit opslaan is technisch ingewikkeld en kostbaar. Daarom loont het om zelf flexibel met apparaten en processen om te gaan die stroom verbruiken, om zo in te spelen op de hoeveelheid beschikbare elektriciteit en daarmee te anticiperen op gunstige of hoge elektriciteitsprijzen. Bij een tekort aan elektriciteit zal de prijs namelijk hoger liggen dan bij een overschot. Hier op inspelen door bijvoorbeeld koelcellen tijdelijk uit te zetten als er minder en dus duurdere stroom beschikbaar is, kan gunstig uitwerken op de stroomrekening. Hoeveel een bedrijf precies kan besparen of verdienen, wordt in dit project onderzocht. Om die reden doet Eneco (energiebedrijf) mee. Enexis (regionale netbeheerder) kijkt onder andere naar de impact van een slim energiesysteem op het publieke net.
Als het pilotproject na een jaar een succes blijkt te zijn, wordt het uitgebreid naar andere bedrijventerreinen en kan de technologie op grotere schaal toepassing krijgen.
Energiesubsidie voor huiseigenaar in Huizen
Huiseigenaren in Huizen kunnen binnenkort bij de gemeente aankloppen voor een energiesubsidie van maximaal 600 euro, maar alleen als ze dat samen met twee buurtgenoten doen.
De regeling gaat op 1 maart in, meldt de Gooi en Eemlander. De gemeente behandelt de aanvragen in volgorde van binnenkomst.
De regeling gaat op 1 maart in, meldt de Gooi en Eemlander. De gemeente behandelt de aanvragen in volgorde van binnenkomst.
donderdag 21 januari 2016
Energieleverancier Engie komt nu ook naar Nederland
Het Franse energiebedrijf GDF Suez gaat ook in Nederland verder onder de naam Engie. In Nederland is GDF Suez eigenaar van consumentenlabel Electralabel, maar die gaat zich positioneren als 'leverancier van positieve energie'.
De introductie van Engie op de Nederlandse consumentenmarkt gaat gepaard met een grootschalige mediacampagne en een nieuw energieproduct: Engie Opgewekt. Klanten kunnen daarmee zelf kiezen uit welke duurzame, herleidbare energiebronnen zij hun energie halen.
De introductie van Engie op de Nederlandse consumentenmarkt gaat gepaard met een grootschalige mediacampagne en een nieuw energieproduct: Engie Opgewekt. Klanten kunnen daarmee zelf kiezen uit welke duurzame, herleidbare energiebronnen zij hun energie halen.
Werktuigbouwkundestudenten wekken energie op met zelfgebouwde turbines
De zelfontworpen Laval turbines en de teams werden beoordeeld op het hoogste vermogen en op de beste salesvaardigheden. De factoren die meespeelden bij het ontwerp waren optimaal vermogen, innovatie en duurzaamheid.
Een belangrijk onderdeel van het bouwen van de turbine was het maken van de schoepen met de 3D printer. Vooral dat was een uitdaging, volgens de studenten. Er werd een scala aan uiteenlopende designs en uitvindingen gepresenteerd.
De wedstrijd vond afgelopen vrijdag 15 januari in het Technopark op de locatie Academieplein. Het lokaal was omgetoverd tot een 'tribune' voor de demonstraties. De wedstrijd zorgde voor hevige concurrerentie. Door de transparante vorm van presenteren konden de studenten van elkaar leren. De jury koos drie favorieten en uiteindelijk twee winnaars. 'Energiebedrijf' Turben Air won het onderdeel 'meest behaalde vermogen'. Met blijdschap delen de leden dat ze totaal niet hadden verwacht te winnen: “Het vermogen van Turben Air is hoog en ver boven verwachting uitgevallen” melden de teamleden.
'Energiebedrijf' Turb Innovate kwam als beste uit de bus op gebied van de salesvaardigheden. Zij waren eigenlijk verrast met deze overwinning, maar wel heel blij: “We dachten juist te winnen op het onderdeel 'hoogste vermogen'. We hadden dit totaal niet verwacht!”
Een belangrijk onderdeel van het bouwen van de turbine was het maken van de schoepen met de 3D printer. Vooral dat was een uitdaging, volgens de studenten. Er werd een scala aan uiteenlopende designs en uitvindingen gepresenteerd.
De wedstrijd vond afgelopen vrijdag 15 januari in het Technopark op de locatie Academieplein. Het lokaal was omgetoverd tot een 'tribune' voor de demonstraties. De wedstrijd zorgde voor hevige concurrerentie. Door de transparante vorm van presenteren konden de studenten van elkaar leren. De jury koos drie favorieten en uiteindelijk twee winnaars. 'Energiebedrijf' Turben Air won het onderdeel 'meest behaalde vermogen'. Met blijdschap delen de leden dat ze totaal niet hadden verwacht te winnen: “Het vermogen van Turben Air is hoog en ver boven verwachting uitgevallen” melden de teamleden.
'Energiebedrijf' Turb Innovate kwam als beste uit de bus op gebied van de salesvaardigheden. Zij waren eigenlijk verrast met deze overwinning, maar wel heel blij: “We dachten juist te winnen op het onderdeel 'hoogste vermogen'. We hadden dit totaal niet verwacht!”
Nuon omarmt Energiedialoog
Nuon onderkent de uitgangspunten die het kabinet heeft neergelegd in het Energierapport. De doelstelling van een volledig duurzame energievoorziening in 2050 sluit naadloos aan op de strategie van Nuon en haar moederbedrijf Vattenfall om uiterlijk in dat jaar alle elektriciteitsopwekking CO2-neutraal te doen.
Het is wel van belang om daarvoor ook heldere tussendoelen te stellen: wat willen we in 2030 bereikt hebben en welke regels en stimuleringsmaatregelen horen daar bij. Een aanzet daarvoor presenteerde Nuon eind vorig jaar met Greenpeace in de vorm van een onderzoek naar nieuwe impulsen voor hernieuwbare elektriciteitsvoorziening in de jaren 2020 tot 2030.
Het bedrijf zal in de komende jaren haar positie in windenergie verder versterken. Dat geldt ook voor duurzame stadverwarming en het leveren van schone elektriciteit voor ons snel uitbreidende netwerk van laadpalen. Nieuwe concessies daarvoor in enkele grote steden zijn begin dit jaar al verworven.
Nuon ondersteunt de gedachte van het kabinet om met de burger in dialoog te gaan over de energietransitie. Burgers zijn tegelijkertijd consumenten, die duurzaam maar ook betaalbaar willen leven. Zij maken dagelijks keuzes die de voortgang van de energietransitie beïnvloeden. Ze kiezen voor groene stroom of investeren in een zonnedak of elektrische auto. Dan mogen ze ook verwachten dat zorgvuldig met hun belangen wordt omgegaan als de nadelen van de transitie in beeld komen. Een windmolen kan - zeker gevoelsmatig - vaak dichterbij komen dan de gemiddelde energiecentrale.
Daarom moeten Nederlanders nog beter betrokken worden bij grootschalige vormen van duurzame stroomproductie, zoals de aanleg van windparken. Steun daarvoor kan alleen komen van mensen die de afwegingen begrijpen. Nuon wil graag bijdragen aan de energiedialoog. “Nuon is veelvuldig in dialoog met haar 2 miljoen klanten. We doen dat rondom concrete projecten zoals de ontwikkeling van windparken. Maar ook via klantenpanels zijn wij voortdurend met onze klanten in gesprek. Dat zijn tegelijkertijd mondige burgers en bedrijven met onversneden input voor de Energiedialoog die het kabinet voor ogen heeft”, stelt Nuon COO Martijn Hagens. “We willen graag in overleg met het Ministerie van Economische Zaken over onze mogelijke bijdrage”.
Het is wel van belang om daarvoor ook heldere tussendoelen te stellen: wat willen we in 2030 bereikt hebben en welke regels en stimuleringsmaatregelen horen daar bij. Een aanzet daarvoor presenteerde Nuon eind vorig jaar met Greenpeace in de vorm van een onderzoek naar nieuwe impulsen voor hernieuwbare elektriciteitsvoorziening in de jaren 2020 tot 2030.
Het bedrijf zal in de komende jaren haar positie in windenergie verder versterken. Dat geldt ook voor duurzame stadverwarming en het leveren van schone elektriciteit voor ons snel uitbreidende netwerk van laadpalen. Nieuwe concessies daarvoor in enkele grote steden zijn begin dit jaar al verworven.
Nuon ondersteunt de gedachte van het kabinet om met de burger in dialoog te gaan over de energietransitie. Burgers zijn tegelijkertijd consumenten, die duurzaam maar ook betaalbaar willen leven. Zij maken dagelijks keuzes die de voortgang van de energietransitie beïnvloeden. Ze kiezen voor groene stroom of investeren in een zonnedak of elektrische auto. Dan mogen ze ook verwachten dat zorgvuldig met hun belangen wordt omgegaan als de nadelen van de transitie in beeld komen. Een windmolen kan - zeker gevoelsmatig - vaak dichterbij komen dan de gemiddelde energiecentrale.
Daarom moeten Nederlanders nog beter betrokken worden bij grootschalige vormen van duurzame stroomproductie, zoals de aanleg van windparken. Steun daarvoor kan alleen komen van mensen die de afwegingen begrijpen. Nuon wil graag bijdragen aan de energiedialoog. “Nuon is veelvuldig in dialoog met haar 2 miljoen klanten. We doen dat rondom concrete projecten zoals de ontwikkeling van windparken. Maar ook via klantenpanels zijn wij voortdurend met onze klanten in gesprek. Dat zijn tegelijkertijd mondige burgers en bedrijven met onversneden input voor de Energiedialoog die het kabinet voor ogen heeft”, stelt Nuon COO Martijn Hagens. “We willen graag in overleg met het Ministerie van Economische Zaken over onze mogelijke bijdrage”.
Energiebesparingsopties voor de chrysantenteelt
Welke energiebesparingsopties zijn het meest geschikt om toe te passen bij een chrysantenteelt? Wageningen UR Glastuinbouw heeft in samenwerking met DLV-Plant twee inventarisaties gemaakt in opdracht van het programma Kas als Energiebron: een inventarisatie voor besparing op elektriciteit en een inventarisatie voor warmte.
Er zijn vele maatregelen die de elektriciteitsbehoefte voor belichting kunnen verlagen. Het grootste effect wordt verkregen door diffuus glas met antireflectie coatings. Hierdoor wordt het zonlicht beter benut. Volgens berekeningen is dan bijna 15% minder lamplicht nodig voor dezelfde winterproductie, terwijl dit glastype ook in de zomerperiode nog eens een paar procenten meer takgewicht kan realiseren.
De nieuwste LED lampen kunnen 50% meer PAR-licht geven per kWh elektriciteit dan SON-T. Als bijvoorbeeld de helft van de aanwezige SON-T lampen hiermee wordt vervangen, kan fors bespaard worden op de elektriciteitsrekening. Met een totaal van 22 maatregelen kan samen zelfs meer dan 50% worden bespaard. Sommige van deze maatregelen gaan wel ten koste van de winterproductie of vergen een dermate forse investering dat het de vraag is of deze rendabel zijn.
Ook op het gebied van warmtebesparing zijn nog vele stappen te maken. Bij het praktijkbedrijf Arcadia is al aangetoond dat met het inblazen van buitenlucht en een extra energiescherm ruim 8 m3/m2.jaar aan aardgasequivalenten minder warmte nodig is. Hiervoor moeten wel de luchtvochtigheids- en buisinstellingen worden aangepast. Daarbovenop zijn nog andere maatregelen te bedenken, zoals het gebruik van druppelslangen in plaats van beregening, waardoor het gewas niet hoeft te worden drooggestookt. Ook zou kunnen gekoeld en ontvochtigd met luchtbehandelingskasten. Hierdoor kan de zomerkwaliteit beter worden geborgd en bovendien kan de geoogste warmte met aquifers en een warmtepomp in de winter worden benut om de kas te verwarmen. Bij een hoge gasprijs en een lage elektriciteitsprijs is dat een rendabele optie en ligt de ‘chrysantenkas zonder gas’ binnen bereik. Alleen moet daarvoor nog wel een alternatief worden bedacht voor stomen om de grond te ontsmetten.
Nu ook slimme beveiliging tegen een sluipmoordenaar
WoonVeilig introduceert naar eigen zeggen als eerste in Nederland een slimme, bellende koolmonoxidemelder (CO-melder) die tevens voldoet aan de Europese norm EN50291.
Algemeen bekend is dat een hoge concentratie koolstofmonoxide (CO) direct fatale gevolgen kan hebben. Minder bekend is het dat koolmonoxide ook geleidelijk en over een langere periode fataal kan worden. Bij lage concentraties koolmonoxide kan je een slaperig gevoel krijgen met hoofdpijn, duizelingen en moeite met concentreren. Een koolmonoxidevergiftiging is vaak niet zelf te detecteren. Daarom wordt koolmonoxide ook wel een sluipmoordenaar genoemd.
Koolmonoxide is reukloos en kan overal ontstaan waar verbranding plaatsvindt. De meeste ongevallen gebeuren met CV-ketels. Dit komt voor bij zowel oude als nieuwe installaties.
De WoonVeilig Koolmonoxidemelder wordt met één druk op de knop toegevoegd aan het WoonVeilig Alarmsysteem. Bij een CO-alarm gaan er sirenes af en belt en sms't WoonVeilig direct met een door de gebruiker opgegeven contactpersonenlijst. Zo kan direct actie worden ondernomen door personen in de buurt.
Algemeen bekend is dat een hoge concentratie koolstofmonoxide (CO) direct fatale gevolgen kan hebben. Minder bekend is het dat koolmonoxide ook geleidelijk en over een langere periode fataal kan worden. Bij lage concentraties koolmonoxide kan je een slaperig gevoel krijgen met hoofdpijn, duizelingen en moeite met concentreren. Een koolmonoxidevergiftiging is vaak niet zelf te detecteren. Daarom wordt koolmonoxide ook wel een sluipmoordenaar genoemd.
Koolmonoxide is reukloos en kan overal ontstaan waar verbranding plaatsvindt. De meeste ongevallen gebeuren met CV-ketels. Dit komt voor bij zowel oude als nieuwe installaties.
De WoonVeilig Koolmonoxidemelder wordt met één druk op de knop toegevoegd aan het WoonVeilig Alarmsysteem. Bij een CO-alarm gaan er sirenes af en belt en sms't WoonVeilig direct met een door de gebruiker opgegeven contactpersonenlijst. Zo kan direct actie worden ondernomen door personen in de buurt.
woensdag 20 januari 2016
Nederlandse gasvereniging KVGN steunt kabinetsvisie Energierapport
Het kabinet kiest in het Energierapport voor een noodzakelijk en realistisch traject op weg naar een CO2-arme energiehuishouding in 2050. Dat stelt Gertjan Lankhorst, voorzitter van KVGN, waarin vertegenwoordigers van de Nederlandse gassector zijn verenigd. “Het kabinet benadert de energietransitie vanuit het totale systeem. Het is voor iedereen duidelijk dat de energievoorziening zal veranderen. KVGN steunt die transitie en wil zijn kennis en kunde inzetten om de transitie te helpen realiseren, en ook het energiesysteem betrouwbaar en betaalbaar te laten zijn. Dat is de bijdrage die wij als gassector kunnen bieden”, aldus Lankhorst.
Volgens hem moet worden toegewerkt naar een flexibel systeem waar aardgas wordt ingezet op die plekken waar vooralsnog geen duurzamere alternatieven voorhanden zijn, zodat toekomstige opties mogelijk blijven voor bijvoorbeeld de toepassing van hernieuwbaar gas, zoals groen gas en waterstof. Hij vindt het verstandig dat het kabinet kiest voor een dialoogperiode om uiteindelijk in goed overleg tot een serie beleidskeuzes te komen “Wij zullen als gassector hieraan graag onze bijdrage leveren. Wij onderschrijven de visie van het kabinet dat de nationale gasvoorraden, inclusief de verdere winning uit marginale gasvelden, belangrijk blijven voor een betrouwbare en ook onafhankelijke energievoorziening. We moeten blijven werken aan het minimaliseren van de negatieve effecten van gaswinning. Daar waar effecten onvermijdelijk zijn, moeten deze lokaal gecompenseerd worden.”
Volgens Lankhorst hebben gasvormige energiedragers een logische plek in een schone energievoorziening: “De sleutelwoorden zijn maatwerk en innovatie. In onze sector wordt volop gekeken naar de inzet van groen gas uit biomassavergassing. De ontwikkeling van hybride warmtepompen voor huishoudens is een ander voorbeeld. In nieuwe woonwijken zal gas niet altijd meer nodig zijn, terwijl in andere gebieden gas de beste keuze blijft. Dit geldt ook voor het vrachtverkeer over weg en water. Hier kan de inzet van vloeibaar aardgas (LNG) uitkomst bieden. Met de toepassing van (bio) LNG worden, ten opzichte van diesel, de uitstoot van fijnstof, CO2 en NOx emissies alsmede het geluid aanmerkelijk gereduceerd. Lankhorst benadrukt dat de inzet van gas dus maatwerk wordt. “We noemen dit: ‘Gas op maat’. Ik denk dat dit een uitstekende basis is voor samenwerking met vele partijen.”
Volgens hem moet worden toegewerkt naar een flexibel systeem waar aardgas wordt ingezet op die plekken waar vooralsnog geen duurzamere alternatieven voorhanden zijn, zodat toekomstige opties mogelijk blijven voor bijvoorbeeld de toepassing van hernieuwbaar gas, zoals groen gas en waterstof. Hij vindt het verstandig dat het kabinet kiest voor een dialoogperiode om uiteindelijk in goed overleg tot een serie beleidskeuzes te komen “Wij zullen als gassector hieraan graag onze bijdrage leveren. Wij onderschrijven de visie van het kabinet dat de nationale gasvoorraden, inclusief de verdere winning uit marginale gasvelden, belangrijk blijven voor een betrouwbare en ook onafhankelijke energievoorziening. We moeten blijven werken aan het minimaliseren van de negatieve effecten van gaswinning. Daar waar effecten onvermijdelijk zijn, moeten deze lokaal gecompenseerd worden.”
Volgens Lankhorst hebben gasvormige energiedragers een logische plek in een schone energievoorziening: “De sleutelwoorden zijn maatwerk en innovatie. In onze sector wordt volop gekeken naar de inzet van groen gas uit biomassavergassing. De ontwikkeling van hybride warmtepompen voor huishoudens is een ander voorbeeld. In nieuwe woonwijken zal gas niet altijd meer nodig zijn, terwijl in andere gebieden gas de beste keuze blijft. Dit geldt ook voor het vrachtverkeer over weg en water. Hier kan de inzet van vloeibaar aardgas (LNG) uitkomst bieden. Met de toepassing van (bio) LNG worden, ten opzichte van diesel, de uitstoot van fijnstof, CO2 en NOx emissies alsmede het geluid aanmerkelijk gereduceerd. Lankhorst benadrukt dat de inzet van gas dus maatwerk wordt. “We noemen dit: ‘Gas op maat’. Ik denk dat dit een uitstekende basis is voor samenwerking met vele partijen.”
Dertig gemeentelijke sportaccommodaties krijgen 1.300 zonnepanelen
Op ongeveer 30 kleine sportaccommodaties (met name gymzalen) worden in 2016 zonnepanelen geplaatst. Wethouder Jansen (Vastgoed) gaf 18 januari met het plaatsen van het eerste paneel, het startsein voor het plaatsen van meer dan 1300 zonnepanelen op met name gymzalen in heel Utrecht. Op deze eerste sportaccomodatie, de gymzaal van de Luc Stevensschool aan de Marco Pololaan, worden in totaal 72 zonnepanelen geplaatst. De zonnepanelen leveren ongeveer in totaal 350.000 Wattpiek vermogen op.
Wethouder Jansen: “Met het plaatsen van de 1300 zonnepanelen wordt de eigen behoefte van deze sportaccommodaties aan elektra opgewekt. De gemeente geeft graag het goede voorbeeld door het gemeentelijke vastgoed zo duurzaam als mogelijk te maken.”
Dit project is onderdeel van het verduurzamen van het gemeentelijke vastgoed. Zoveel mogelijk gemeentelijke gebouwen worden geïsoleerd, de installaties zo zuinig mogelijk afgesteld en duurzame energie opgewekt met bijvoorbeeld zonnepanelen. De gemeente Utrecht wil in 2030 CO2 neutraal zijn. Daarvoor moet zoveel mogelijk duurzame energie worden opgewekt. Dit kan onder meer door zonnepanelen te plaatsen. Voor 2020 is minimaal 10% van de gemeentelijke daken die behoren tot het te verduurzamen deel (uitgezonderd zijn de panden uit de portefeuilles ruimtelijke ontwikkeling, onderwijs en bereikbaarheid) met zonnepanelen belegd.
Wethouder Jansen: “Met het plaatsen van de 1300 zonnepanelen wordt de eigen behoefte van deze sportaccommodaties aan elektra opgewekt. De gemeente geeft graag het goede voorbeeld door het gemeentelijke vastgoed zo duurzaam als mogelijk te maken.”
Dit project is onderdeel van het verduurzamen van het gemeentelijke vastgoed. Zoveel mogelijk gemeentelijke gebouwen worden geïsoleerd, de installaties zo zuinig mogelijk afgesteld en duurzame energie opgewekt met bijvoorbeeld zonnepanelen. De gemeente Utrecht wil in 2030 CO2 neutraal zijn. Daarvoor moet zoveel mogelijk duurzame energie worden opgewekt. Dit kan onder meer door zonnepanelen te plaatsen. Voor 2020 is minimaal 10% van de gemeentelijke daken die behoren tot het te verduurzamen deel (uitgezonderd zijn de panden uit de portefeuilles ruimtelijke ontwikkeling, onderwijs en bereikbaarheid) met zonnepanelen belegd.