Pagina's

vrijdag 30 oktober 2015

Nieuw programma DuurzaamBV van start op New Business Radio

New Business Radio is, in samenwerking met het grootste onafhankelijke platform voor duurzaam ondernemen DuurzaamBedrijfsleven Media, gestart met het nieuwe programma DuurzaamBV. Dit nieuwe programma over de business case van duurzaam ondernemen en innovatie wordt elke vrijdagmiddag tussen 16.00 en 17.00 uur uitgezonden op New Business Radio.

In DuurzaamBV worden luisteraars elke week door John van Schagen (presentator BNR) bijgepraat over het belangrijkste nieuws en alle achtergronden van het duurzaam ondernemen. Elke week is een uitgesproken en vooraanstaand persoon uit het bedrijfsleven te gast. Daarnaast voelt John van Schagen innovaties en start-ups aan de tand. Robert-Jan Knook voorziet de luisteraar elke week van zijn inzichten en duiding bij het nieuws

DuurzaamBedrijfsleven Media is het grootste onafhankelijke platform over duurzaam ondernemen, innovatie en Cleantech in Nederland. Het mediabedrijf werd in juni 2012 opgericht door Yoeri van Alteren. DuurzaamBedrijfsleven Media heeft als doel om de tastbare voorbeelden en successen van duurzaam ondernemen zichtbaar te maken voor een groot publiek.

Nederland niet klaar voor thuis accu

Achtentachtig procent van de zonnepaneelbezitters schaft geen thuis accu aan door de te lange terugverdientijd. Van de mensen die niet over zonnepanelen beschikken schaft zevenenveertig procent de thuis accu niet aan door de te hoge aanschafprijs.

Deze resultaten blijken uit een onderzoek onder Nederlandse zonnepaneelbezitters en Nederlanders zonder zonnepanelen. Het onderzoek is uitgevoerd door Mister Hippo.

Met een terugverdientijd van korter dan zeven jaar stapt Nederland over op de thuis accu, terwijl de terugverdientijd nu nog zestien jaar is. De thuis accu wacht een markt van 81.010 huishoudens met zonnepanelen in Nederland.

 In het onderzoek komt ook naar voren dat mensen voor zonnepanelen hebben gekozen, omdat het zorgt voor een besparing op de kosten. Daarna was de reden om over te stappen op zonnepanelen de duurzame energie die opgewekt kan worden.De hoge investeringskosten was een reden om zonnepanelen niet aan te schaffen.

 Tien procent geeft aan 8.500 euro te willen betalen voor de thuis accu inclusief zonnepanelen met omvormer. Dat ligt 1.100 euro onder de normale prijs voor twaalf zonnepanelen.



Kinderen schilderen duurzame kunst op elektriciteitshuisjes

80 Arnhemse leerlingen van vier basisscholen hebben deze week meegeschilderd tijdens de eerste editie van het project ‘Elektriciteit in de Wijk’ van Slim Opgewekt en Energie made in Arnhem. Vier van onze elektriciteitshuisjes zijn opgevrolijkt met duurzame symbolen die de energiedoelstellingen van Arnhem voor 2020 verbeelden.

Tijdens workshops bedachten de leerlingen energieke teksten over duurzaamheid en ontwierpen bijpassende designs. Kunstenaars begeleidden de leerlingen hierbij. Kunstenaar Krista Burger: “Kinderen vertalen duurzaamheid naar concrete voorbeelden. Voor hen is zonne-energie en windenergie heel gewoon.” Esther Hendriks van onze afdeling Klant & Markt is enthousiast: “Scholen wekken met zonnepanelen duurzame energie op die via ons netwerk beschikbaar komt voor de stad. De beschilderde elektriciteitshuisjes geven dit duurzame initiatief zo letterlijk een gezicht in Arnhem. En het draagt ook nog eens bij aan een vrolijke wijk.”

In 2014 en 2015 zijn er in Arnhem 10 basisscholen verduurzaamd met zonnepanelen en ledverlichting door Slim Opgewekt. Door de elektriciteitshuisjes te schilderen maakt Slim Opgewekt de verduurzaming van de scholen zichtbaar. “Door de ontwerpen op de elektriciteitshuisjes weet straks elke inwoner wat Arnhem in 2020 op het gebied van duurzaamheid wilt bereiken”, vertelt Mylène Ragon van Slim Opgewekt. “Het project is zo enthousiast ontvangen dat we volgend jaar andere scholen en ook sportclubs de kans geven om mee te doen aan het project.”


Friese politiek maakt kennis met de wereld van aardgas

Afgelopen week bezochten zo’n 30 personen uit de Friese politiek de ondergrondse gasopslag in Grijpskerk. De bijeenkomst was bestemd voor colleges en raden uit Friese gemeentes met een NAM locatie binnen hun grenzen. 

In Friesland liggen zo’n 30 NAM locaties om aardgas uit kleine velden te winnen. Deze velden zijn veelal honderden tot duizenden keren kleiner dan het Groningen gasveld. Gezamenlijk zorgen alle kleine velden in Nederland voor circa 30 procent van het Nederlandse aardgas.

Een geoloog vertelde maandagavond hoe gasvelden zijn ontstaan en waarom in de ene plaats in Nederland wel gasvelden zijn, en op de andere plek niet. Daarnaast gaf hij uitleg over bodemdaling en aardbevingen. In Friesland is de kans op aardbevingen klein omdat de velden minder groot zijn dan het Groningen gasveld.

Tijdens het tweede deel van de avond volgde een bus rondrit langs de installaties van de ondergrondse gasopslag. De opslag vervult sinds de jaren 90 een belangrijke rol voor de gasvoorziening in Nederland. In de zomerperiode wordt hier gas opgeslagen zodat er voldoende en snel aardgas beschikbaar is tijdens de winterperiode. De bezoekers waren onder de indruk van alle installaties en de geautomatiseerde controlekamer. “Een interessante, leerzame avond” zei een van de bezoekers bij het vertrek.

donderdag 29 oktober 2015

'Helderheid over oorzaak schade woningen nabij waterinjectielocatie Rossum'

Een zeer grondig en langdurend onderzoek door advies- en ingenieursbureau Arcadis heeft nu definitief duidelijk gemaakt dat NAM niet de veroorzaker is van de schades aan de woningen op de Tramweg in Rossum. Dat stelt het bedrijf vandaag in een verklaring.

Het onderzoek toont aan dat de scheuren in de woningen veroorzaakt zijn door de bijzondere bodemsamenstelling in dit gebied. Die heeft een relatie met de in omgeving bekende stuwwal van Oldenzaal waarin verschillende grondsoorten voorkomen. Door een mix van zand en klei is de grond ter plekke van de Tramweg bouwkundig minder draagkrachtig en minder goed in staat regenwater te verwerken. De vroegere gaswinningsactiviteiten en ook de recente waterinjectie in de diepe Twentse ondergrond (circa 1200-1800 meter diep) hebben geen enkele relatie met de  problemen aan de huizen rondom de NAM-locatie aan de Tramweg in Rossum.

Het onderzoek concludeert dat de bodem van het gebied een complexe samenstelling kent waarin vette klei afgewisseld wordt door zandpakketten. Zand en klei hebben echter een heel verschillende structuur. De klei laat weinig en moeizaam water door en raakt bij veelvuldige regenval, zoals in de winterperiode, verzadigd. Dit heeft grote wisselingen in de grondwaterstanden tot gevolg waardoor vochtproblemen in woningen kunnen ontstaan als daar geen preventieve maatregelen voor getroffen zijn. Optrekkend vocht in de muren kan ook scheurvorming tot gevolg hebben in het stucwerk door het afwisselend nat worden en weer opdrogen. Daarnaast blijkt, dat bij sommige bouwkundige activiteiten onvoldoende rekening is gehouden met deze grondsamenstelling. Kleigrond is minder stabiel dan zand, waardoor zettingen in de funderingen kunnen ontstaan.
.
Naast een diepgravend bouwkundig onderzoek heeft er tevens een milieukundig bodemonderzoek plaatsgevonden ter plekke van de onderzochte woningen aan de Tramweg om helderheid te krijgen over mogelijke bodemverontreinigingen als gevolg van NAM’s activiteiten. Op geen van de onderzochte plekken zijn bodemverontreinigingen aangetroffen.

Het KNMI heeft in Twente nog nooit bevingen boven 1.5 op de schaal van Richter geregistreerd. Bevingen met een kracht minder dan 2.0  worden volgens KNMI niet door mensen gevoeld. Arcadis stelt vast, dat de aangetroffen schades niet door aardbevingen veroorzaakt kunnen zijn. Om aan te tonen  dat waterinjectie veilig en verantwoord is, heeft NAM in Twente zeven extra 'geofoons' (meetinstrumenten, red.) geïnstalleerd om zo ook eventuele trillingen onder de 1.5  te registreren. De metingen zijn binnenkort voor iedereen continu te volgen op de website van het KNMI.

Arcadis heeft naast het onderzoek naar de oorzaak van de problemen, in opdracht van NAM ook gekeken naar verbetermogelijkheden voor de waterhuishouding rond de Tramweg. Een eerste opzet hiervoor is inmiddels met de gemeente Dinkelland besproken en zal binnenkort verder uitgewerkt worden met alle partijen in het gebied. Ook de bewoners zullen betrokken worden bij de benodigde aanpassingen in de waterhuishouding rondom hun woningen. Hiermee hoopt NAM als goede buur een positieve bijdrage te leveren aan het woongenot van de Tramweg bewoners.

Eerder dit jaar waren er geluidsklachten van dezelfde locatie. In opdracht van NAM zijn er vervolgens gedurende de periode van 9 tot 17 april 2015 uitgebreide geluidsmetingen in en bij de woning van een van de bewoners uitgevoerd. Drie gevoelige microfoons hebben volcontinu, elke seconde, het geluidsniveau gemeten. Deze apparatuur kan  waarden meten tot ver onder het geluidsniveau dat voor de mens nog waarneembaar is. De metingen hebben niets opgeleverd, ook geen aanwijzingen voor laagfrequent geluid. De gemeente Dinkelland heeft de geluidsmetingen ook bestudeerd en onderschrijft de conclusie dat de waterinjectie-installaties van de NAM aan de Tramweg ruimschoots voldoen aan alle strenge geluidsvoorschriften uit de geldige milieuvergunning.
.



Achtergrond

Na overleg met bewoners aan de Tramweg en de gemeente Dinkelland gaf NAM in mei 2015 het advies- en ingenieursbureau Arcadis opdracht om onderzoek te verrichten naar de precieze oorzaak van de schades aan de woningen, die in de nabijheid van de waterinjectielocatie Rossum-Weerselo-2 (ROW2) aan de Tramweg te Rossum staan. Deze aanvullende onderzoeken door Arcadis behelsden:
•Actualisering van het lokale grond- en grondwateronderzoek (vervolg op eerder onderzoek uit 2008 en 2009)
•Actualisering van bouwkundig onderzoek woningen (vervolg op eerder onderzoek uit 2008)
•Onderzoek naar overige bodemfactoren zoals bodemopbouw en grondwaterstanden

De NAM heeft bij de start van het onderzoek aangegeven zich bij voorbaat neer te leggen bij de uitkomst. Indien mocht blijken dat de schades te wijten zouden zijn aan activiteiten van NAM, dan zou NAM de schade vergoeden. De resultaten van dit onderzoek zijn inmiddels besproken met het gemeente­bestuur en met de direct betrokkenen.

Meeste Nederlanders onbekend met energielabel woning

Fotograaf: Rogier Bos
Hoewel er in de afgelopen jaren miljoenen energielabels zijn uitgegeven voor koop- en huurwoningen, weet 57% van de Nederlanders niet wat het energielabel van hun eigen huis is. In Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht is de onwetendheid het grootst - bijna 80%. Dat blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Nuon.

 In Gelderland, Overijssel en Flevoland zijn huurders en woningbezitters het best geïnformeerd over energielabels. Zes op de tien inwoners van de oostelijke provincies weet welk energielabel hun huis heeft. In Friesland, Groningen en Drenthe ligt dit percentage op 53% en in Zuid-Nederland is dat 50%. In de Randstedelijke provincies is dit lager: 39% van de mensen is op de hoogte van het energielabel van hun woning. Inwoners van Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam zijn slechter op de hoogte. Acht op de tien mensen is onbekend met het eigen energielabel. Van de mensen die het eigen energielabel wél kent, heeft bijna driekwart naar eigen zeggen een A-, B- of C-label. Mannen zijn in de regel beter op de hoogte dan vrouwen.

Een kwart van de mensen met een voorlopig of definitief energielabel is daarover ontevreden. Deze ontevredenheid is groter naarmate de woning een slechter label heeft. Negen op de tien de mensen met een E-, F- of G-label is daarover ontevreden. Maatregelen zoals dubbel glas of zonnepanelen kunnen de hoogte van het energielabel positief beïnvloeden. Maar liefst 48% van de Nederlanders is dan ook van plan om te besparen op aardgas en/of elektriciteit door minder energie te gebruiken en door te investeren in duurzame energie. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld het aanbrengen van (extra) isolatie of het installeren van een zonneboiler. Vooral mensen die wonen in een huis met een slecht energielabel willen in 2016 aan de slag gaan met het verlagen van de energierekening.

Consumenten kunnen zonder veel moeite tot 30% besparen op hun energieverbruik. Denk bijvoorbeeld aan het eerder uitschakelen van de verwarming, het aanschaffen van energiezuinige apparaten en het voorkomen van sluipverbruik. Nuon adviseert consumenten om regelmatig stil te staan bij het energiegebruik. Cindy Kroon, directeur Klanten van Nuon: “Soms moet je eerst iets uit zetten om iets anders aan te zetten. Een apparaat uitdoen leidt tot méér dan energiebesparing alleen. Natuurlijk, je krijgt er een lagere energierekening voor terug en het is goed voor het milieu. Maar het betekent bijvoorbeeld ook meer écht contact met mensen wanneer je af en toe de telefoon, de (spel)computer of de televisie uitzet. Nuon stimuleert dat. Zet eens iets uit en geef elkaar energie. Het levert meer op dan je in eerste instantie denkt. De groenste energie is de energie die je niet verbruikt.”

In Nederland staan ongeveer 7 miljoen woningen. Sinds 2008 is het energielabel verplicht bij een transactie op de woonmarkt: als een woning wordt verkocht of wanneer een woning een nieuwe huurder krijgt. In de afgelopen jaren zijn er miljoenen voorlopige en definitieve energielabels afgegeven. De voorlopige energielabels zijn begin 2015 verstrekt door de overheid aan woningen waarvan het energielabel ontbrak. Deze kunnen worden omgezet in een definitief label na consultatie van een erkend deskundige. De labelverplichting wordt gehandhaafd sinds 1 januari 2015: bij het ontbreken van het energielabel kan een boete opgelegd worden die kan oplopen tot ruim € 400. Het onderzoek van Nuon is in oktober 2015 uitgevoerd onder ruim 2.800 mensen door Maurice de Hond.

ExxonMobil investeert in Rotterdamse raffinaderij

ExxonMobil gaat de hydrocracker-installatie op zijn raffinaderij in Rotterdam uitbreiden. Deze zal zwaardere producten omzetten in schonere, hoogwaardiger eindproducten zoals EHC Group II basisolie en ultra-laagzwavelige diesel. Dit om aan de groeiende marktvraag tegemoet te komen.

De Rotterdamse raffinaderij van Esso Nederland BV, zal ExxonMobil‘s gepatenteerde geavanceerde hydrocracking technologie toepassen en is de eerste in Europa die EHC Group II basisolie gaat produceren. Basisolie is de grondstof voor smeeroliën en vetten. Groep II basisolie heeft een hogere zuiverheidsgraad die betere prestaties oplevert bij vele toepassingen van smeermiddelen en industriële olie.

De Rotterdamse raffinaderij, één van de meest energie-efficiënte raffinaderijen in Europa, speelt een belangrijke rol in de regio en in de markt als producent van laagzwavelige olieproducten en grondstoffen voor de chemische industrie. In het nieuwe hydrocracking-proces wordt gebruik gemaakt van gepatenteerde katalysatoren die worden toegepast in een aangepast raffinageproces, waardoor op een efficiënte manier zowel hoge kwaliteit base stocks als ultra- laagzwavelige diesel kan worden geproduceerd.

De nieuwe basisoliën die geproduceerd zullen worden, zijn ontwikkeld om producenten meer flexibiliteit te bieden in de samenstelling van smeermiddelen en om kwaliteitstesten wereldwijd te vereenvoudigen. Het EHC productaanbod maakt het voor klanten mogelijk om kosteneffectief een brede reeks van smeermiddelen te produceren die aan de veranderende kwaliteitseisen van de industrie voldoet.

Aangepast Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan Netuitbreiding Kop van Noord-Holland ter visie

Gedeputeerde Staten hebben op 13 oktober 2015 een aangepast ontwerp inpassingsplan “uitbreiding elektriciteitsnetwerk kop van Noord-Holland" en de Nota van Beantwoording vastgesteld.

Een eerder ontwerp inpassingsplan heeft van 23 februari 2015 tot en met 7 april 2015 ter inzage gelegen. Hier zijn 46 zienswijzen op binnengekomen. De inhoud van een aantal zienswijzen heeft geleid tot nader onderzoek en wijziging van delen van de tracés. Om die reden is besloten het ontwerp inpassingsplan nogmaals ter visie te leggen. Het is voor eenieder mogelijk om een zienswijze in te dienen.

Om energielevering in de kop van Noord-Holland ook robuust te maken voor de toekomst, moet het bestaande energienetwerk worden versterkt en uitgebreid.  Om dit te realiseren willen  de netbeheerders TenneT en Liander in 2016 starten met de bouw van een nieuw 150/20kV -transformatorstation (op bedrijventerrein Agriport A7 in Middenmeer) en de aanleg van ondergrondse 150kV -kabelverbindingen naar de omliggende bestaande stations Westwoud, Anna-Paulowna en Oterleek via het nog te realiseren station De Weel. De geplande netuitbreiding zorgt ervoor dat het elektriciteitsnetwerk minder gevoelig is voor storingen en calamiteiten. Daarnaast wordt het geplande windpark Wieringermeer op dit netwerk aangesloten. Het plangebied voor de uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk betreft de gemeenten Hollands Kroon, Medemblik, Heerhugowaard en Alkmaar.

Bedrijventerrein TPN-West Nijmegen in 2040 energieneutraal

Bedrijventerrein TPN‐West, op de grens van de gemeenten Nijmegen en Beuningen, kan over 10 jaar voor 50% energieneutraal zijn en bij voortzetting van de verwachte trends in de periode 2040‐2045 energieneutraal. Dit blijkt uit de resultaten van het onderzoek naar de realisatie van de energieneutraliteit van het bedrijventerrein, die onlangs gepresenteerd werden. Het onderzoek is in opdracht van de Bedrijvenvereniging TPN‐West en Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling uitgevoerd door Cofely, Royal HaskoningDHV en Liandon.

Het bedrijventerrein sprak een jaar geleden de ambitie uit om energieneutraal te worden. Cofely, Royal HaskoningDHV en Liandon zijn toen gevraagd om de haalbaarheidsstudie uit te voeren. Ook lokale duurzame initiatieven van bedrijven op het terrein zelf leveren een grote bijdrage. Het project is financieel mede mogelijk gemaakt door de gemeenten Nijmegen en Beuningen, de Stadsregio en de provincie Gelderland. Er zijn concrete plannen om acht bedrijven voor hun warmtevoorziening aan te sluiten op het warmtenet, waarschijnlijk volgen er nog meer. Bij negen bedrijven worden circa 5.000 zonnepanelen geplaatst. Tenslotte blijkt dat met een ‘smart grid’ dertig bedrijven gezamenlijk € 60.000 tot € 180.000,‐ per jaar op hun energierekening kunnen besparen.

Het ROC Nijmegen (Technovium) draagt haar steentje bij aan dit ambitieuze project door de komende weken nog met een aantal bedrijven in gesprek te gaan over de mogelijkheden van energiebesparing en duurzame energie‐opwekking. Dit levert een mooie samenwerking op waar de initiatiefnemers, het ROC, de bedrijven én de studenten blij mee zijn.



Energieneutraliteit
‘Energieneutraliteit ligt voor ons nog een aantal jaren weg, maar de eerste stap is hiermee duidelijk gezet’, aldus Harry Arends, secretaris van de Bedrijvenvereniging. ‘ We blijven dit bij de bedrijven propageren. Het is goed om te zien dat dit onderwerp bij veel bedrijven hoog op de agenda staat.’ Alliander is blij met het resultaat. ‘Het streven naar energieneutraliteit op TPN‐West is een mooi voorbeeld van de verduurzaming van een bestaand bedrijventerrein, aldus Roelof Potters, manager van Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling. ‘Het warmtenet Nijmegen biedt met de restwarmte van de ARN aan de bedrijven op TPN‐West een belangrijke kans om verder te verduurzamen.'

Nuon kritisch op duurzaamheidsonderzoek energieleveranciers

Ook Nuon heeft twijfels bij de uitkomsten van het jaarlijkse onderzoek naar de duurzaamheid van energieleveranciers door de Consumentenbond, Greenpeace, Hivos, Natuur & Milieu, WNF en Wise. Partijen die niets of veel minder investeren in duurzame energieproductie staan bovenaan. Nuon, dat jaarlijks honderden miljoenen investeert wordt daarvoor niet gewaardeerd. 'Dat is  jammer, maar voor ons ook een extra stimulans om nog meer te investeren in duurzame energieproductie.'

De grote 5, zoals de grote energiebedrijven genoemd worden, hebben namelijk ook de verantwoordelijkheid om Nederland draaiende te houden in de overgang naar 100 procent duurzame energie. 'Wij zijn er trots op dat we, naast onze grote investeringen in windenergie, Nederland voorzien van betrouwbare en goedkope elektriciteit. En dat doen wij zo schoon mogelijk.'

woensdag 28 oktober 2015

Kamerleden bezoeken aardwarmteproject Pijnacker-Nootdorp

Maandag brachten Tweede Kamerleden Eric Smaling (SP) en Carla Dik (ChristenUnie) een bezoek gebracht aan Ammerlaan The Green Innovator om meer te weten te komen over collectieve warmte. Op het programma stonden 2 onderwerpen: het unieke aardwarmte project in Pijnacker-Nootdorp en het potentieel van herwinbare warmte uit de haven van Rotterdam. De centrale vraag die gedeputeerde Han Weber in zijn welkomstwoord toelichtte was: “Hoe kan collectieve warmte bijdragen aan de transitie naar een duurzame energievoorziening?”

Op 26 oktober hebben Tweede Kamerleden Eric Smaling (SP) en Carla Dik (ChristenUnie) een bezoek gebracht aan Ammerlaan The Green Innovator om meer te weten te komen over collectieve warmte. Op het programma stonden twee onderwerpen: het unieke aardwarmte project in Pijnacker-Nootdorp en het potentieel van herwinbare warmte uit de haven van Rotterdam. De centrale vraag die gedeputeerde Han Weber in zijn welkomstwoord toelichtte was: 'Hoe kan collectieve warmte bijdragen aan de transitie naar een duurzame energievoorziening?'

Op initiatief van de Provincie Zuid-Holland werken 27 publieke en private partijen aan de realisatie van de warmterotonde. Dit gebeurt binnen het Programma Warmte Koude Zuid-Holland. Overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven samen aan de beantwoording van de vraag: 'Hoe komen we tegen de laagst mogelijke kosten van het gebruik van fossiel af?' De warmterotonde is de infrastructuur voor collectieve warmte voor de aankomende 30-50 jaar om maximale besparing te realiseren op fossiele energie en steeds meer lokale duurzame bronnen te ontsluiten en toe te voegen. Het is de manier om warmte uit de haven en lokale duurzame projecten met elkaar te verbinden. Eric Smaling zegt over dit initiatief: “De Warmterotonde Zuid-Holland biedt een mix aan woest interessante alternatieven, dwars door sectoren heen en verdient ieders warme interesse.“

Ammerlaan The Green Innovator en woningcorporatie Rondom Wonen gaan eind dit jaar aardwarmte leveren aan 470 appartementen in de wijk Pijnacker Noord. Het is het eerste project in Nederland waar glastuinbouw aardwarmte levert aan bestaande woningen en laat zien dat het mogelijk is de verwarming hiervan energieneutraal te maken. Het project bewijst dat de glastuinbouw door het leveren van warmte aan woningen kan bijdragen aan een flinke CO2 reductie én een vermindering van de afhankelijkheid van gas.

Na een rondleiding met toelichting door Leon Ammerlaan presenteerden José van Egmond (wethouder Pijnacker-Nootdorp) en Arne Swank (projectleider Rondom Wonen) hun ervaringen. Aansluitend bespraken aanwezigen met elkaar hoe het Rijk zou kunnen bijdragen in een versnelling van de warmtetransitie in ons land. De bestaande wet- en regelgeving kan verbeterd worden, waardoor het aanbod aan de klant beter aan kan sluiten op de behoefte van de klant. De huidige wetgeving verbiedt bijvoorbeeld productdifferentiatie.

Het tweede onderdeel van het werkbezoek gaat over de mogelijkheden van het gebruik van herwinbare warmte uit het havengebied van Rotterdam. Naar schatting wordt daar voor 150 PJ per jaar aan warmte geloosd, terwijl tegelijkertijd de totale warmtevraag in Zuid-Holland naar schatting 200 petaJoule (1 PJ = 278 miljoen kWu) per jaar is. Deze warmte kan herwonnen worden om zo huizen en kassen te verwarmten. Dit spaart gas uit. Echter, bij het gaan toepassen van dit alternatief voor gas ontstaat een dilemma. Enerzijds is het niet wenselijk om warmte te lozen in de haven en gaan er stemmen op om deze lozing te beboeten. Anderzijds wordt het herwinnen van deze warmte en het vrijwillig aanbieden hiervan tegengewerkt, omdat deze warmte ‘vies’ wordt genoemd.

Er zit dus een spanningsveld tussen enerzijds de wens om lozing van warmte te willen beboeten en anderzijds het herwinnen hiervan ook tegen te willen gaan. Dit kan niet allebei tegelijkertijd waar zijn. Zonder deze warmteproductie zou de economie in de haven stil zijn komen te liggen en dit is ook niet wenselijk. De vraag tijdens de discussie was: 'Hoe komen we uit deze impasse en maken we er voor alle partijen een win-win situatie van?'

Het aanpak binnen Zuid-Holland is erop gericht om nu te beginnen met de huidige beschikbare bronnen, waaronder ook de warmte uit de haven en om ondertussen verder te werken aan allerlei toekomstgerichte innovaties voor duurzamer warmtegebruik. Eric Smaling zegt hierover: ”Energiegebruik in de toekomst wordt gekenmerkt door drie kernbegrippen: Minder, Efficienter, Duurzamer. Bovendien moeten we van het gas af, want Groningen trilt en het raakt sowieso op.”

'Duurzaamheidsonderzoek energieleveranciers deugt niet'

Essent staat achter het initiatief om consumenten meer inzicht te geven in de duurzaamheid van hun energieleverancier. Zij moeten in staat zijn om zelf op basis van objectieve informatie hun keuze te kunnen maken. Het jaarlijkse onderzoek van enkele maatschappelijke partijen naar de duurzaamheid van energieleveranciers is volgens Essent echter om verschillende redenen hiertoe ongeschikt.

Om die reden heeft de onderneming haar medewerking aan het onderzoek al vanaf de vorige editie gestaakt. Een voorbeeld dat door een groeiend aantal branchegenoten zoals Nuon, Essent, E.ON, GDF SUEZ, de Nederlandse Energie Maatschappij en Budget Energie is gevolgd. Hiermee is het draagvlak onder het onderzoek flinterdun geworden.

De afgelopen twee jaar heeft Essent niet meegewerkt aan het onderzoek omdat de onderzoeksmethodiek en puntentelling sterk leunen op subjectieve voorkeuren van de maatschappelijke organisaties achter het onderzoek. Er worden geen algemeen geldende criteria voor duurzaamheid gebruikt, zoals afgesproken in het nationale energieakkoord. Daardoor krijgen klanten een verkeerd beeld van de duurzaamheid van hun leverancier. Samen met andere energiebedrijven heeft Essent meerdere malen suggesties voor een verbeterde onderzoeksmethodiek gedeeld met de onderzoekers. In de opzet van het onderzoek voor dit jaar is daar helaas nog steeds niets mee gedaan.

In deze vergelijking van de Consumentenbond worden appels met peren vergeleken. Grote producenten van energie staan in dezelfde lijst als kleine leveranciers die niets produceren. Het lijkt alsof een verkoper van elektriciteit veel groener is, terwijl in werkelijkheid nauwelijks een bijdrage wordt geleverd aan de overgang van fossiele naar duurzame energie in Nederland. En dat terwijl de grote energiebedrijven juist een grote rol spelen met de bouw van nieuwe duurzame energie installaties.

In deze nieuwe onderzoeksopzet moeten de onderzoekers ook rekening houden met de schaal van een bedrijf. In de beoordeling speelt volume namelijk geen enkele rol, waardoor een bedrijf met slechts een beperkt aantal klanten bovenaan de lijst kan komen. Dat is niet reëel. Het gaat er juist om grote stappen te maken met duurzame energie. Pas dan krijgt de energietransitie vorm. Zo is Essent een van de grootste investeerders in windenergie in Nederland, met 149 windturbines (een totaal van 210 MW).

Volgens Essent moet de consument zijn eigen keuzes kunnen maken en verdient een eerlijk inzicht in de duurzaamheid van energieproducenten en leveranciers. Alleen met deze transparantie kan de samenleving gezamenlijke stappen maken naar een duurzamere toekomst.

Er is een nieuwe visie nodig op de toekomst van gas

De beslissing van Minister Kamp om de gasproductie in Groningen terug te schroeven zet druk op de status van Nederland als ‘gasland’. Het besluit zorgt voor stevige onzekerheid voor de toekomst van de Nederlandse energievoorziening, en vooral voor de toekomst van de Gasrotonde. We kunnen sneller vergroenen maar haast werkt ontwrichtend.

De Gasrotondestrategie was jaren lang een ijzeren uitgangspunt van het Nederlandse energiebeleid; door een combinatie van LNG terminals, gaspijpleidingen en gasopslag moest ons land de spil worden in de Europese gashandel. Nu door de aardbevingen in Groningen de winning omstreden is geworden, is de vraag of de handel in gas ook nog wel kan rekenen op draagvlak. De gas-koers die Nederland zonder al te grote maatschappelijke problemen in de afgelopen decennia heeft gevaren heeft daarom een nieuw maatschappelijk fundament nodig. Dat kan alleen door een sterke koppeling te maken met verduurzaming, de discussie over koolstofafvang en opslag te heropenen, gasbaten daadwerkelijk aan te wenden voor vergroening en inhoud te geven aan het bijbehorende tijdspad. Het is nu aan de overheid om die duidelijkheid te geven.

Verschillende scenario’s laten zien dat een snelle uitstap uit fossiel technisch mogelijk is. Daarvoor moet flink worden ingezet op energiebesparing, plus op zon, wind, biomassa en warmte-koude opslag. Dat kan ook nieuwe, groene en high-tech banen opleveren in een op te bouwen hernieuwbare-energie industrie. Alleen zijn de risico’s van een dergelijke strategie groot. Kunnen we wel voldoende duurzame biomassa importeren zonder dat dat ten koste gaat van ontbossing elders? Kunnen we snel overschakelen op een groeiend aandeel zon en wind in de elektriciteitsvoorziening zonder dat dat ten koste gaat van de betrouwbaarheid? En hoe zeker zijn de groene banen? De ervaringen met de zonne-energie industrie in Duitsland zijn wat dat betreft ontnuchterend: de met veel subsidies opgebouwde industrie ging deels in een paar jaar tijd failliet, omdat importen vanuit China uiteindelijk veel goedkoper bleken.

De aardgasbaten bedroegen de laatste jaren rond de € 12 miljard per jaar; ongeveer 8-10% van de totale Rijksinkomsten. De inkomsten uit de Gasrotonde zouden volgens berekeningen van Brattle Group tot 2020 daarbij nog € 2,1 miljard per jaar kunnen bedragen. Hoewel die bedragen niet in steen gebeiteld zijn, is duidelijk dat een snelle reductie van gaswinning – ook bij sterkere gashandel – een flink gat in de begroting slaat. Inkomsten uit de, nog op te bouwen, hernieuwbare energie-industrie kunnen deze bedragen zeker in de komende jaren niet opvangen. Er is bovendien in de afgelopen jaren al voor ongeveer € 8 miljard geïnvesteerd in de Gasrotonde, onder andere in gasopslag maar ook in strategische gasleidingen zoals de Nordstream pijpleiding van Rusland naar Duitsland. Dat is deels gedaan door private investeerders, maar ook de overheid heeft hier bewust in mee geïnvesteerd. Dat geld gaat pas renderen op langere termijn. Daar komt bij dat uitstappen uit gas niet mag betekenen dat het relatief schone gas vervangen wordt door meer vervuilende kolen en olie, zodat een groeiend aandeel gas in de Europese energievoorziening ten koste van de andere twee fossiele brandstoffen vanuit milieuoptiek juist een pré is.

Eind dit jaar komt het Ministerie van Economische Zaken met een nieuw Energierapport, waarin een aanzet wordt gegeven voor het energiebeleid voor de komende jaren. In deze onzekere tijden voor de energievoorziening zal dat een belangrijk stuk worden. Daarom moet hierin ook een visie komen op de toekomst van gas in Nederland. Het simpelweg voortzetten van de gasrotondestrategie zal door de publieke opinie waarschijnlijk niet worden gepikt, maar een overhaaste vergroening lijkt eveneens onverstandig. Een duidelijke visie op op- én afbouw van de gasrotonde kan dan een brug slaan tussen de twee extremen. Gashandel wordt daarbij zoals eerder gepland de komende jaren opgebouwd, maar dat mag niet als excuus dienen om dan maar onbeperkt door te gaan met gas. Immers, als we serieus zijn over onze klimaatdoelstellingen dan is er in de toekomst ook voor gas alleen nog plaats indien gekoppeld aan koolstofafvang en opslag, hoe gevoelig deze discussie ook ligt.

De opbouw in de komende jaren moet samengaan met een heldere exit-strategie waarin duidelijk wordt gemaakt hoe en wanneer gas op de langere termijn plaats gaat maken voor groenere alternatieven. Ook moet er tekst en uitleg komen over de reikwijdte van de beslissing van Kamp eerder dit jaar: is alleen sprake van uitstel van winning in Groningen, of blijft ook een deel van het gas in de grond zitten? En wat gebeurt er met de kleine velden onder de Noordzee? Belangrijkste echter is dat de intentie om te vergroenen duidelijk wordt gemaakt naar de samenleving door de inkomsten uit gas verplicht aan te wenden voor investeringen die een transitie naar duurzaam teweegbrengen. Het is vooral te hopen dat de overheid duidelijkheid geeft in het stuk dat nu wordt geschreven. Vergroening van de Nederlandse energievoorziening is immers te belangrijk om alleen aan de grillen van de markt over te laten.

Proefproject TU Delft: de mobiele elektriciteitscentrale

Naast GasTerra is ook Shell één van de partners van The Green Village en betrokken bij het project The Car as Power Plant, waarbij getest wordt hoe hybride waterstofauto's de duurzame energietoekomst kunnen balanceren. The Green Village is een initiatief van de TU Delft waarbij entrepreneurs, onderzoekers, bedrijven en studenten samen werken aan de ontwikkeling van nieuwe, duurzame systemen.

Shell Nederland is actief betrokken bij het project The Car as a Power Plant. Ewald Breunesse, Manager Energie Transities van Shell, legt uit waarom: “Shell is al jaren betrokken bij onderzoek en pilots op het gebied van waterstof. De wereld bevindt zich in een periode van energietransitie; daarin worden nieuwe wegen ontwikkeld voor ons toekomstige energiesysteem. Shell gelooft dat waterstof één van de veelbelovende transitiepaden kan zijn. Dat doen we door te investeren in eigen onderzoek in het lab, maar ook door innovaties te ontwikkelen samen met belangrijke kennispartners, waaronder de TU Delft. Het conceptuele idee van de Car as Power Plant spreekt ons enorm aan en ondersteunen we graag.”

Van buiten zie je weinig bijzonders. Maar de bestickering verraadt ‘dit is geen gewone SUV’. Het is één van de eerste waterstofauto’s die momenteel in Nederland rondrijdt. De Hyundai ix35 fcev (Fuel Cell Electric Vehicle) hoort bij The Green Village, een proeftuin van de TU Delft voor duurzame technologie. Naast duurzaam aandrijfmiddel, moet de brandstofcel onder de motorkap ook energie gaan terugleveren. De waterstofauto als elektriciteitscentrale.

“Een auto gebruik je eigenlijk maar vijf procent van de tijd. De rest van de tijd staat hij stil. Zou het niet mooi zijn, als je de energie die de brandstofcel kan produceren ook benut als de auto stilstaat?”

Dat zegt promovendus Vincent Oldenbroek, als onderzoeker verbonden aan het Car as Power Plant-onderzoeksprogramma van The Green Village, terwijl hij de motor van de Hyundai ix35 start. “Het vermogen van de motor, hier onder deze kap, is honderd kilowatt elektrisch. Dat betekent dat een waterstofauto gemakkelijk de elektriciteit kan produceren voor wel honderd woningen!”

Oldenbroek zet de automaat in Drive en geluidloos komt de Koreaanse SUV in beweging. Het enige hoorbare is de airconditioning, die op volle toeren draait tijdens deze tropische augustusdag. Het campusterrein ligt er stil en verlaten bij, afgezien van enkele verdwaalde studenten die zich voorbereiden op de introductieweek. Oldenbroek manoeuvreert de waterstofauto voorzichtig van het parkeerterrein van het Process & Energy-gebouw aan de Leeghwaterstraat.

De rit gaat naar The Green Village, een duurzaam dorp waar onderzoekers, studenten en bedrijfsleven samenwerken aan innovatieve energieoplossingen. “De nadruk ligt nu nog wel erg op ‘groen’”, zegt Oldenbroek. Op het braakliggende stuk, waar vroeger de faculteit Bouwkunde was gehuisvest, staat nu alleen nog de energieneutrale, Hollandse doorzonwoning met de Franse naam Prêt-a-Loger, die in Parijs een prijs won voor duurzame bouw. Maar dat gaat weldra veranderen. Waar nu het gras kniehoog staat, kunnen bedrijven en instituten straks paviljoens neerzetten voor onderzoek en testen en voor het ontwikkelen in een echte praktijksituatie.

“En natuurlijk krijgt onze waterstofauto er een plekje, evenals het toekomstige waterstoftankstation”, zegt Leendert Verhoef, projectmanager van The Green Village, vanaf de achterbank. “Over een half jaar kunnen we deze auto inpluggen op het huis en eventuele andere, nieuwe gebouwen. En zo stroom leveren.” Zover is het nu nog niet. Eerst moet de auto geschikt gemaakt worden voor teruglevering van stroom. “Dat is niet alleen een kwestie van een stekker eraan fabriceren. Hyundai past eerst de software -programmering aan, hier verborgen achter het dashboard”, wijst Verhoef aan.

Voorlopig vinden de meeste activiteiten plaats in gebouw 34B aan de Leeghwaterstraat, tijdelijk het ontmoetingscentrum voor medewerkers en partners van The Green Village. “Ook mijn onderzoek Car as Power Plant vindt nu vooral vanachter de computer plaats. Maar ondertussen doen we al de nodige praktijkervaring op met het rijden op waterstof, het tanken, het verbruik. En daarnaast is de auto ook een krachtig communicatiemiddel om aandacht te genereren voor ons programma”, zegt Verhoef.

“Qua rijgedrag verschilt de auto niet veel van een elektrische auto. Het brein en de innovatie zitten verscholen onder de motorkap”, legt Oldenbroek uit, terwijl hij de motorklep opent. “Waar normaal de verbrandingsmotor zit, vind je hier een brandstofcel. Simpel gezegd gaat daar waterstof en lucht in en via een elektrochemische reactie krijg je direct elektriciteit die de auto aandrijft.”

Verhoef: “De brandstofcel is een prachtige conversietechnologie om efficiënt waterstof om te zetten in elektriciteit, én met een ongelooflijk hoog rendement (circa zestig procent). Als een auto zijn eigen elektriciteit kan produceren, waarom zou je hem dan ook niet inzetten als energieleverancier voor bijvoorbeeld huizen en kantoren?”

Ofwel, de Car as Power Plant, bedacht door Ad van Wijk, hoogleraar Future Energy Systems aan de TU Delft, en volgens velen founding father van The Green Village. De World Future Society, een denktank van futurologen nam zijn idee in 2013 op in de top tien van meest baanbrekende ideeën. Verhoef: “Het is een ongelooflijk krachtige, efficiënte, mobiele en flexibele energieleverancier. Stel je een hele parkeergarage voor vol met waterstofauto’s. Die zouden in staat zijn alle woningen in Delft van stroom te voorzien!"

Daarnaast zien Verhoef en Oldenbroek een belangrijke rol weggelegd voor waterstof als balancerende functie binnen energiesystemen. “Op momenten dat er te veel wind- of zonne-energie beschikbaar is, moet je dat op een bepaalde manier kwijt. Je kunt dat opslaan in batterijen, maar een andere mogelijkheid is die overtollige energie om te zetten in waterstof. Waterstof kan je gebruiken als grondstof, transportbrandstof of energieopslag. Heb je weer stroom nodig, dan is die waterstof via de brandstofcel weer om te zetten in elektriciteit en bruikbare warmte”, legt Oldenbroek uit, aan de hand van een stroomschema dat hij tekent op een schoolbord.

Oldenbroek richt zich vooral op het technische en energiesysteemonderzoek. Daarbinnen werkt hij drie concepten uit: de parkeergarage als energiecentrale, inclusief waterstoftankstation, de waterstofauto binnen een autonoom residentieel systeem en een geïntegreerd ziekenhuissysteem dat lokale afvalstromen omzet in waterstof. “Car as Power Plant is niet alleen gericht op transport, we doen de hele ketenanalyse”, toont Verhoef op een veelkleurige infographic. “Van verschillende productiemethoden van waterstof, compressiemogelijkheden tot soorten eindgebruik. De groene blokken betekenen mainstream, dat is te koop, dat bestaat al. Wij doen alles wat niet-mainstream is. Dat zijn de rode blokken.”

“Maar met de technologie alleen, ben je er nog niet”, gaat Verhoef verder. “Dit (in feite) simpele idee van de auto als elektriciteitscentrale, heeft zoveel impact, dat je ook moet nadenken over de strategische gevolgen, zoals het businessmodel, ICT, wet- en regelgeving, acceptatie en gedrag van eindgebruikers. Hoe controleer je zo’n energiesysteem? Welke auto’s geven wanneer, waar, hoeveel stroom en tegen welk tarief? Twee andere promovendi, verbonden aan dit project, richten zich vooral op deze aspecten.”Binnen The Green Village zijn ook nadrukkelijk partners uit het bedrijfsleven en onderzoeksinstituten betrokken.

Een multidisciplinaire aanpak staat daarbij centraal. “Eneco, Stedin, GasTerra, QPark, Hyundai en Shell schuiven hier regelmatig aan om mee te werken aan het project”, vertelt Verhoef. “We verbinden hier de mobiliteitsmarkt, elektriciteitsmarkt en warmtemarkt. Al deze aspecten, transport, warmte en stroom komen samen in de waterstofauto. Dan wil je ook alle belangrijke betrokkenen uit deze sectoren aan tafel hebben. Andersom is het voor partners een mooie kans om hier de toekomst uit te proberen.

En elkaars werelden te leren kennen. Veel partijen uit de mobiliteitssector kennen de elektriciteitsmarkt bijvoorbeeld helemaal niet.”

Het zal nog wel vijf tot tien jaar duren voordat je je föhn of koffiezetapparaat aanzet met stroom uit de waterstofauto die op je oprit staat, verwacht Verhoef.

“Er zijn nog veel uitdagingen. Dat heeft ook te maken met de beleving van auto’s. Het appeal kan straks zijn: mijn auto als energiecentrale, waar ik ga of sta, heb ik gewoon honderd kilowatt vermogen beschikbaar. Niet alleen om mee te rijden. De nieuwe autonomie.”

Warmte in Haarlem: de gebruiker bepaalt

De gemeente Haarlem, woningbouwcorporaties en Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling (DGO) hebben een intentieverklaring getekend om het warmtenet voor de Haarlemse wijk te ontwikkelen. De bodem in Schalkwijk lijkt geschikt als geothermiebron en een eerste businesscase voor het warmtenetwerk is haalbaar.

Door slim gebruik te maken van ‘virtual reality’ gaat het projectteam in Schalkwijk voortvarend te werk. Want hoe bepaal je welke panden je zou willen aansluiten en in welke volgorde? Wat betekent aansluiting voor de leveringszekerheid, de kosten en het rendement voor iedereen? Wat betekent het voor de energielasten van de bewoners? Met behulp van de ontwerptool HEAT van Alliander DGO rekenen zij samen allerlei scenario’s door op basis van echte data.

De volgende stap in het project is om een geothermieontwikkelaar, een warmteleverancier en meer gebruikers van warmte bij het project aan te sluiten. De drie deelnemende woningcorporaties willen ruim 6.000 woningen aansluiten op het warmtenet. Zij hebben randvoorwaarden opgesteld waaraan de toekomstige geothermie-ontwikkelaar en warmteleverancier moeten voldoen. De gebruiker bepaalt dus en daarmee is dit project nú al uniek in de warmtesector.

Dit project past in de ambitie van de gemeente Haarlem om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Het sluit ook goed aan bij de wens van de corporaties om de energielasten van de bewoners te verlagen.

dinsdag 27 oktober 2015

Nederlandse stroom vergrijst

Energiebedrijven produceren meer vervuilende kolenstroom dan een jaar geleden. Dat blijkt uit de duurzaamheidsranglijst van de Consumentenbond, Greenpeace, Hivos, Natuur & Milieu, WNF en WISE. De energiereuzen Nuon en Essent scoren een dikke onvoldoende.

De organisaties beoordeelden alle 37 stroomleveranciers die actief zijn op de Nederlandse markt op duurzaamheid. Beoordeeld werden de investeringen, productie, levering en inkoop van stroom. Op basis daarvan is een ranglijst gemaakt, ingedeeld in 3 groepen: voorlopers (score 6 en hoger), volgers (4 tot 6) en vervuilers (lager dan 4).

Over de gehele linie worden de energiebedrijven in het onderzoek als minder duurzaam beoordeeld dan in 2014. Het gemiddelde eindcijfer daalde van 5,7 naar 5,5. Dat komt met name doordat de stroomproducenten meer stroom uit kolen produceerden. Goedkope kolen zijn debet aan deze ontwikkeling.

Van de 5 grote internationale bedrijven is Eneco het meest duurzaam, maar zakt in de ranglijst: van een 6,8 in 2014 naar een 6,2 nu, en zit daarmee nog maar net bij de voorlopers. De daling komt doordat Eneco minder duurzaam inkoopt. Engie/Electrabel scoort iets beter dan vorig jaar en komt met een 5,9 dicht bij de voorlopers. Het energiebedrijf investeert onder andere in zonne- en windenergie. E.ON, Nuon en Essent verduurzamen niet en zijn in de beoordeling zelfs gezakt.

De 5 energiereuzen hebben in Nederland een marktaandeel van 75% à 80% en bepalen daarmee sterk de duurzaamheid van de Nederlandse energievoorziening. De bedrijven kunnen volgens de onderzoekers beter scoren door te kiezen voor energie uit zon, wind en duurzaam gecertificeerde biomassa. Ook energie uit gascentrales wordt als voldoende duurzaam beoordeeld. 

Er zijn ook minder duurzame voorlopers. In 2014 scoorden 9 energiebedrijven een voldoende, dit jaar zijn dat er 8. Drie energiebedrijven behalen een 10: Duurzame Energie Unie, Pure Energie en Qurrent Nederland. De 8 voorlopers bezitten een gezamenlijk marktaandeel van 21% in Nederland.

Het volledige onderzoek is te lezen in de Consumentengids van november. Via de Energievergelijker van de Consumentenbond, kunnen consumenten die voor echt duurzaam willen gaan, eenvoudig overstappen naar één van de 8 voorlopers.

 

16.000 zonnepanelen bedrijventerrein Poeldijk

Met de installatie van 16.000 zonnepanelen op daken van het bedrijventerrein ABC Westland Agri & Food  in Poeldijk, wordt het terrein in 2016 de grootste producent van zonne-energie in Zuid-Holland en het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland.

Volgens Herwi Rijsdijk, directeur van ABC Westland Beheer, is de installatie van de zonnepanelen een verbreding van het duurzaamheidsbeleid van de organisatie en wordt daarmee ingespeeld op de eis van de internationale supermarkten voor verlaging van de CO2 footprint van groenten en fruit. In Poeldijk worden nieuwe bedrijfspanden op het terrein al jaren gebouwd met een hoge RC-waarde en LED-verlichting en wordt de restwarmte vanuit de koelinstallaties gebruikt voor het verwarmen van kantoren.

De 16.000 zonnepanelen van elk 260 Wattpiek worden geleverd door SolarNRG uit Poeldijk en geïnstalleerd door Kuyvenhoven Electrotechniek uit ’s-Gravenzande en zorgen gezamenlijk voor een totale duurzame energieopbrengst van 4.000.000 kWh per jaar. Hiermee wordt 40% van het totale elektraverbruik van de verhuurde bedrijfspanden duurzaam opgewekt. Dat staat gelijk aan de energiebehoefte van ruim 1.000 huishoudens. Tegelijkertijd wordt hierdoor de CO2 uitstoot per jaar verminderd met circa 2.000.000 kg.

Het grootschalige project is economisch haalbaar door de SDE+ subsidiebeschikking die ABC Westland Beheer heeft ontvangen. De montage van de zonnepanelen start in januari 2016 en zal in mei 2016 gereed zijn.

 

Zonnestroom van het kerkdak

Donderdag 15 oktober hebben vijf partijen, de Protestantse Gemeente te Hilversum (Jan van der Linden), HilverZon (Jeroen Pool), Hilversum Verbonden (Aernoud Olde), HeiKRACHT (Jogchum Kooi) en de gemeente Hilversum (wethouder N. van Vroonhoven) een intentieovereenkomst ondertekend voor realisatie van een collectieve zonnefabriek op de Bethlehemkerk in Hilversum Zuid.

Naar verwachting wordt vanaf februari-maart 2016 met 115 zonnepanelen voor 15 tot 25 huishoudens in de omgeving zonnestroom opgewekt.

De dag daarvoor, op de voorlichtingsavond van HeiKRACHT, was door het grote aantal inschrijvingen al gebleken dat het onderwerp duidelijk leeft in Hilversum. Wie in een huis woont dat niet geschikt is om met zonnepanelen te beleggen, kan nu toch zonnestroom betrekken van zo’n ‘collectief dak’. Dit past helemaal in de duurzaamheidsambitie van de gemeente Hilversum, die dan ook graag medewerking aan dit soort initiatieven.

Aanbesteding productie van geothermische warmte

WarmteStad, een samenwerking van de gemeente Groningen en Waterbedrijf Groningen, heeft het initiatief genomen voor het project Warmtenet Noordwest in de stad Groningen. Hierbij wordt aardwarmte kilometers diep uit de bodem gehaald voor de verwarming van gebouwen.

Aan de noordkant van de Zernikecampus komt een geothermische bron, die aan 11.700 huizen, scholen en kantoren in Paddepoel, Selwerd, Vinkhuizen, Kostverloren en Zernike warmte gaat leveren. Voor al deze gebouwen is dan niet langer aardgas nodig. Bovendien zorgt aardwarmte voor lagere energielasten voor de gebruikers.

WarmteStad heeft op 1 september een kick-off bijeenkomst georganiseerd met marktpartijen. Dit om te borgen dat de uitvraag aan de markt in dit innovatieve project juist is. Tijdens deze bijeenkomst is het voorgenomen project toegelicht en is aangegeven welke routes er openstaan voor zowel private als publieke partijen. De marktpartijen zijn uitgedaagd te benoemen op welke wijze zij hun eigen betrokkenheid zien in dit project. De uitkomsten van de kick-off hebben gezamenlijk met adviezen van Trip Advocaten & Notarissen en adviesbureau Draaijer + Partners geleid tot bepaling van het aanbestedingstraject.

Onderdeel van het aanbestedingstraject is de aanbesteding van de productie van geothermische warmte. De aankondiging van deze aanbesteding is op 19 oktober 2015 op Tenderned geplaatst. Partijen die willen deelnemen aan deze aanbesteding kunnen zich aanmelden tot 18 november 2015 16.00 uur. De gunning van de productie bv is uiteraard onder voorbehoud van besluitvorming bij Waterbedrijf Groningen en gemeente Groningen.

maandag 26 oktober 2015

Nieuwe branchevereniging voor duurzame energie wil energietransitie versnellen

Vandaag lanceren tien brancheverenigingen en 18 bedrijven een nieuwe overkoepelende organisatie voor duurzame energie. De Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) vertegenwoordigt circa 1.000 bedrijven en energiecoöperaties en heeft als doelstelling om voor 2050 een volledig hernieuwbare energievoorziening te realiseren. De NVDE zal fungeren als platform voor samenwerking binnen de duurzame energieketen en als gesprekspartner voor overheid en politiek. Voorzitter van de nieuwe vereniging is Teun Bokhoven. Oud-SER voorzitter en oud-Rabobank CEO Herman Wijffels leidt de adviesraad.

De NVDE bundelt grote en kleine brancheorganisaties en individuele bedrijven die op allerlei verschillende plaatsen in de keten actief zijn op het gebied van duurzame energie. De bundeling van krachten weerspiegelt het besef dat er samenwerking nodig is om de transitie naar een duurzame energievoorziening succesvol en tijdig te realiseren en om de toekomstige energievoorziening als een duurzaam systeem stabiel te laten functioneren. De grote thema’s, zoals het flexibel maken van het energiesysteem voor variabel energie aanbod en vraag en de grote omschakeling van aardgas naar andere vormen van verwarming vragen om een brede samenwerking in de energieketen.

 De deelnemende brancheorganisaties blijven bestaan met hun eigen leden en brengen een deel en soms zelfs de volledige organisatie onder bij de NVDE. Dit vanuit de filosofie dat door bundeling er veel meer bereikt kan worden dan wanneer iedere brancheorganisatie voor zichzelf werkt. In een viertal beleidscommissies en in werkgroepen wordt de gezamenlijke koers door de leden ontwikkeld. Brancheorganisaties en de bedrijven die direct lid zijn van de NVDE bepalen zo samen de koers van de vereniging. De NVDE is gevestigd in Utrecht een heeft een bijkantoor in Den Haag.

Teun Bokhoven: “De transitie naar een op hernieuwbare bronnen gebaseerd energiesysteem verloopt dynamisch. Deze transitie is spannend, en ook een uitdaging. Een uitdaging die vereist dat marktpartijen, nieuwe technologieën en regelgeving goed op elkaar zijn aangesloten. Een goed georganiseerde duurzame energiesector is daarvoor onontbeerlijk. De kracht van de NVDE is een duidelijke focus op duurzame energie, met een brede blik vanuit de gehele keten: duurzame energieproducenten en coöperaties, landelijke en regionale systeembeheerders, energieleveranciers, toeleveranciers, en bedrijven die duurzame toepassingen zoals elektrisch laden en warmtepompen. Met deelnemers vanuit al deze hoeken wil de NVDE het proces van energietransitie met kracht, inspiratie en veel enthousiasme versnellen.”

De NVDE hanteert de volgende principes en uitgangspunten:


-      concrete tussendoelen richting 2050 voor milieu, hernieuwbare

energie en energiebesparing

-      invoering van het ‘vervuiler betaalt’-principe

-      de transitiefase naar duurzaam vergt  ook een rol voor fossiel

-      maximale toegankelijkheid van de energiemarkt voor nieuwkomers: burgers en bedrijven

-      systeemkosten van energiegebruik en –productie beperken en toerekenen aan de veroorzakers daarvan

-      flexibilisering van de energiemarkt als antwoord op vraag- en aanbod-

onbalans

-      de betrouwbaarheid van het toekomstige energiesysteem moet op het huidige hoge peil blijven

-      ‘hernieuwbaar’ moet duurzaam zijn in de hele keten

-      we maken geen keuze tussen hernieuwbare technologieën

-      we hanteren interne gedragsregels omdat we een transparante vereniging willen zijn met een gemeenschappelijk belang.

 

Maker Toon volledig in handen van Eneco

Eneco en Quby, de ontwikkelaar van de intelligente thermostaat Toon, gaan het Toon-concept internationaal lanceren. Daartoe neemt Eneco een volledig belang in het softwarebedrijf. De overname van het softwarebedrijf en de stap over de grens passen in de aangescherpte strategie van het energiebedrijf, waarbij zij fors investeert in innovatie en samenwerking met jonge tech-bedrijven.

Met 175.000 verkochte Toons in Nederland blijkt de combinatie van Eneco en Quby bijzonder succesvol. Wereldwijd zijn grote energiemaatschappijen op zoek naar een platform als Toon om hun klanten meer inzicht in en regie op hun energieverbruik te geven. 'We bundelen daarom onze expertise en netwerk om onze gezamenlijke ambitie - 1 miljoen Toon-gebruikers in Europa in 2017 - waar te maken.’

Eneco had sinds 2013 een belang van 53% in Quby, met deze transactie neemt het energiebedrijf nu alle aandelen over. De ongeveer 100 medewerkers van Quby blijven vanuit het bestaande kantoor in Amsterdam opereren. Het softwarebedrijf behoudt een zelfstandig management met mede-oprichter Ivo De La Rive Box als nieuwe CEO.


Duurzame bedrijfsvoering via groene obligaties

Banken stimuleren duurzame bedrijfsvoering door de uitgifte van groene obligaties waarmee beleggers investeren in hypotheken van energiezuinige woningen, leningen voor zonnepanelen op bestaande woningen en duurzaam ontwikkeld commercieel vastgoed. Daarnaast investeren steeds meer mensen ook zonder tussenkomst van banken hun geld in duurzame ontwikkeling door middel van crowdfunding.  

Tijdens de jaarlijkse Warandelezing op Tilburg University op 4 november zullen Hans Biemans, werkzaam bij de Rabobank, en Toine Cooijmans, secretaris van crowdfundinsgproject Dommelbimd, beide vormen van duurzame bedrijfsvoering toelichten.

Al jaren wordt gezocht naar een relatie tussen duurzame bedrijfsvoering van organisaties en een beloning daarvoor in financiële of economische zin. Sinds kort maakt op de financiële markten het verschijnsel groene obligatie een stormachtige ontwikkeling door. Groene obligaties verschillen van normale obligaties doordat het geleende geld gebruikt moet worden voor betere duurzame prestaties. De toepassingen van dit financieringsinstrument nemen snel toe. Gaat dit instrument teweeg brengen wat al decennia lang door duurzaamheidaanhangers met matig succes is nagestreefd? Hans Biemans, hoofd duurzaamheid bij Rabobank Global Capital Markets, zal dit in zijn lezing toelichten.

Steeds meer mensen kiezen ervoor om, zonder tussenkomst van banken of andere financiële intermediairs, hun geld te investeren in een crowdfundingsproject als alternatieve financieringswijze. Toine Cooijmans zal tijdens de Warandelezing spreken over zo’n crowdfundingsproject. Samen met twee buurtbewoners in Boxtel richtte hij de stichting Dommelbimd op om te voorkomen dat er een woonwijk of parkeerplaats op een uniek natuurgebied zou komen. Voor aankoop van het gebied is drie ton bij elkaar gehaald door inzet van crowdfunding.

Voortijdig saneren windturbines mogelijk

Gedeputeerde Staten hebben een besluit genomen dat van belang is voor eigenaren die hun verouderde windturbine(s) willen slopen. De provincie Noord-Holland wil voorkomen dat turbines die in aanmerking komen voor sloop langer blijven staan dan nodig. Daarom is voortijdige sanering nu mogelijk gemaakt. Belangrijk onderdeel van het besluit is dat de eigenaren na sanering het recht behouden om de turbine(s) in te zetten voor herstructurering. Aan de regeling zijn strikte voorwaarden verbonden.

Het besluit geldt voor nog te saneren turbines. De sanering moet liggen ná de peildatum van 15 december 2014. Daarnaast moet de te saneren turbine verouderd of beschadigd zijn waardoor sanering uit veiligheidsoverwegingen nodig is. Ook moet de te slopen turbine geregistreerd zijn bij het bevoegd gezag, bijvoorbeeld in de vorm van de vereiste sloopvergunning of sloopmelding.

Voortijdig saneren betekent dat eigenaren het recht behouden om de windturbine(s) te mogen inzetten voor een herstructureringsproject. Belangrijk is dat hieraan geen rechten kunnen worden ontleend ten aanzien van de vergunbaarheid van de vergunningaanvraag voor nieuwe molens.

De provincie maakt voortijdige sanering van windturbines mogelijk omdat het laten staan van oude turbines in veel gevallen niet verantwoord is. Oude turbines worden uit veiligheidsoverwegingen vaak stilgezet. Dit is een risico omdat stilstaande rotorbladen niet met de wind kunnen meebewegen, waardoor het risico op bladbreuk kan toenemen.

Provincie Overijssel lost wachtlijst duurzaamheidlening op

Een groep van 600 huiseigenaren in Overijssel kan alsnog gebruik maken van de duurzaamheidlening. De provincie Overijssel trekt hiervoor extra geld uit. Afgelopen zomer nam het aantal aanvragen voor de duurzaamheidlening een enorme vlucht. Hierdoor raakte het budget dat voor de leningen beschikbaar was – 40 miljoen euro – uitgeput en is de regeling gesloten. Als gevolg hiervan ontstond een wachtlijst van ongeveer 600 mensen. Hun aanvragen worden nu alsnog in behandeling genomen. Er worden op dit moment geen nieuwe aanvragen in behandeling genomen.

Gedeputeerde Lievers voor Energie, Milieu en Europa: “We zijn zelf ook verrast door de enorme populariteit van de duurzaamheidlening. Meer dan 4.000 huiseigenaren hebben al gebruik kunnen maken  van deze regeling en hebben zo energiemaatregelen genomen. Zagen we het aantal aanvragen in het voorjaar al gestaag groeien, afgelopen zomer ging het opeens heel snel. Omdat het budget opraakte hebben we de regeling moeten sluiten. De hierdoor ontstane wachtlijst van 600 mensen die hun woning willen verduurzamen pakken we nu alsnog aan.”

De inmiddels gesloten duurzaamheidlening is een regeling van de provincie Overijssel die mensen in staat stelt om tegen aantrekkelijke voorwaarden de verduurzaming van hun woning te financieren. Hierbij moet worden gedacht aan zonnepanelen, isolatie, duurzame kozijnen en bijvoorbeeld kachels die duurzame brandstoffen gebruiken. De regeling heeft ongeveer 5,5 jaar gedraaid, en heeft naast een energiebesparing van ruim 61 Terajoule/jaar, naar schatting 250 banen opgeleverd. De regeling heeft onder meer geresulteerd in de aanleg van zo’n 20 hectare zonnepanelen op particuliere woningen, ongeveer een vijfde van het totaal aantal zonnepanelen in Overijssel.

De provincie overlegt met partners op welke wijze de verduurzaming van de woningvoorraad de komende jaren vorm krijgt en welke financiële stimulering daarbij kan worden ingezet.

vrijdag 23 oktober 2015

Doe mee met de Enquête: Vehicle-2-Grid

In Amsterdam worden er jaarlijks veel initiatieven opgezet om stappen te zetten richting het verduurzamen van de hoofdstad. Zo werkt de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met verschillende partijen, waaronder Amsterdam Smart City, aan het project Vehicle-2-Grid. In dit project spelen elektrisch voertuigen (EVs) een belangrijke rol voor efficiënter en duurzamer energieverbruik in de stad.

In 2016 zal een pilot programma gelanceerd worden in Amsterdam, waarna deze technologie grootschalig kan worden uitgerold. In de tussentijd wordt er nog uitvoerig onderzoek gedaan, waaronder een vragenlijst, gericht op zowel EV-rijders en niet EV-rijders. De resultaten van deze enquête bieden waardevolle inzichten in de behoeften en wensen van consumenten.

De Vehicle 2 Grid enquete wordt door Urban Technology van de Hogeschool van Amsterdam uitgevoerd.

Eerste vergelijkingssite met energieaanbieders voor de zakelijke markt

Minder.nl is een nieuw zakelijk energieplatform waarop energieleveranciers in een uniform format hun aanbod tonen. De vergelijkingssite kijkt niet alleen naar prijs, maar ook naar het best passende aanbod op basis van contractvoorkeuren. Het biedt de zakelijke gebruiker een totaaloverzicht met daarin de contractvoorwaarden plus alle energiekosten.

'Veel ondernemers laten het vergelijken achterwege, schakelen een adviseur in of sluiten zich aan bij een energiecollectief. Het nieuwe online platform Minder.nl komt met de oplossing: ondernemers kunnen nu zelf in een paar minuten alle energieleveranciers real time met elkaar vergelijken en direct het contract afsluiten. Ondernemers willen steeds meer grip hebben op hun energiekosten en niet meer afhankelijk zijn van een tussenpersoon,' aldus initiatiefnemer Rob Leek.

Volgens Leek zijn de informatie en adviezen niet alleen volledig, ze zijn bovendien volledig onafhankelijk: 'Doordat we onze software continu ontwikkelen en verbeteren, zijn wij in staat specifiek de zakelijke markt op een volledig onafhankelijke en transparante wijze, op basis van contractvoorkeuren en bedrijfsprofiel, het beste energiecontract aan te bieden. Wie wil, kan bovendien direct online het contract afsluiten. Dit alles in slechts enkele minuten. Opvragen van offertes en onderhandelingen zijn niet meer nodig.'

Na het invullen van de gegevens en contractvoorkeuren, volgt een overzicht met de best passende energiecontracten op maat. Wanneer de contractvoorkeuren tussentijds worden gewijzigd, past de energievergelijker zich eenvoudig en "real time" hierop aan. Leek: 'Hierdoor kan de ondernemer opnieuw de beste keuze maken. Stilzwijgende verlengingen die ondernemers onnodig geld kosten, zijn bovendien verleden tijd. Automatische verlengingen zijn niet meer van deze tijd, zo vinden wij. Wij informeren onze klanten ruimschoots voordat het contract afloopt zodat ze opnieuw kunnen profiteren van het beste en meest actuele aanbod van de energiemarkt.'

Zakelijke energieverbruikers kunnen veel kosten besparen door het aanbod van verschillende energieleveranciers te vergelijken om vervolgens het beste contract af te sluiten. Het aanbod is complex. Nederland kent verschillende zakelijke energieaanbieders en hun termen en voorwaarden verschillen van elkaar.

Asbest eraf zonnepanelen erop

De subsidieregeling ‘Asbest eraf en zonnepanelen erop’ met een looptijd tot en met oktober 2015 wordt verlengd tot en met 2016. Gedeputeerde Staten van Utrecht hebben hiertoe besloten. De regeling ten behoeve van agrariërs wordt ingezet om asbestdaken te saneren, het gebruik van duurzame energie te bevorderen en daarmee gezondheidsrisico’s te verminderen.

Dit betekent dat er weer subsidie aangevraagd kan worden voor het verwijderen van asbest van agrarische bedrijven en voormalige agrarische bedrijven. De subsidiebijdrage is € 4,50 per vierkante meter asbest tot een maximum van € 15.000. Voor de specifieke voorwaarden voor subsidieverlening kunt u naar de site http://www.asbestvanhetdak.nl

Dit jaar heeft het rijk met ingang van 2024 een verbod ingesteld voor het bezitten van een asbestdak. De maatregel moet gezondheidsproblemen door asbest voorkomen. Oude daken kunnen door de jaren heen zijn aangetast door weer en wind. Daardoor kunnen asbestvezels vrijkomen. En die vormen een gevaar voor de volksgezondheid.

Groninger sportverenigingen willen duurzaam onderkomen

Tien Groninger sportverenigingen zijn van plan om bewuster met het energieverbruik om te gaan in hun accommodatie. Ze doen daarvoor mee aan het project 'duurzame sportverenigingen', dat op 13 oktober is gestart bij voetbalclub FVV in Hoogezand. Gedeputeerde Nienke Homan was aanwezig bij de aftrap en vertelde daar ook over plannen van de provincie op dit gebied.

De deelnemende sportverenigingen ondergaan op 3 en 4 november een energiescan, waar vervolgens een rapport uit voortvloeit met aanbevelingen voor energiebesparende maatregelen. Daarna gaan we met de sportverenigingen in gesprek over hoe deze energiebesparende maatregelen gerealiseerd kunnen worden. Het project levert niet alleen voordelen op voor het milieu, maar kan tegelijkertijd de financiële positie van de verenigingen versterken.

Het project wordt mede gefinancierd door de provincie en uitgevoerd door SportStroom, W2N en het Huis voor de Sport. De deelnemers aan het project zijn de voetbalverenigingen Alteveer, FVV, FC Ter Apel '96, Musselkanaal, TLC en SIOS, tennisverenigingen TIOL en Odivia en judovereniging Zempo.

donderdag 22 oktober 2015

Bankanalisten lijken naïef optimistisch over olieprijs

Na anderhalf jaar van prijsdalingen blijven bankanalisten erop rekenen dat de olieprijs op korte termijn stabiliseert en zelfs herstelt. Hun voorspellingen worden keer op keer gelogenstraft, zegt het VEB.

ABN Amro liet onlangs weten te verwachten dat de prijs van een vat Brent-olie tot eind dit jaar licht zal stijgen naar ongeveer 60 dollar. Voor volgend jaar rekent de bank op een gemiddelde prijs van 65 dollar.

Voor de middellange termijn, pakweg een jaar of drie, zou de Brentolie weer naar 80 tot 120 dollar moeten stijgen. Dit klinkt niet als een extreem optimistische voorspelling gezien het feit dat de olieprijs in 2008 net onder de 150 dollar piekte en vorige zomer nog boven de 100 dollar stond.

Groene stroom van energiebedrijf Innova was niet groen

Energiebedrijf Innova Energie heeft zich niet aan de regels voor groene stroom gehouden. De Garanties van Oorsprong (GvO) die bij groene stroom horen zijn weliswaar door Innova gekocht maar deze werden niet correct verwerkt in de administratie. Daarom krijgt Innova Energie aanvullende eisen opgelegd om stroom te mogen blijven leveren, zo heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) besloten. Anita Vegter, bestuurslid ACM: “Het is belangrijk dat klanten écht krijgen waarvoor ze kiezen. Bijna 60 procent van de consumenten in Nederland kiest voor groene stroom. Dan is het belangrijk dat de geleverde stroom ook daadwerkelijk duurzaam is opgewekt.”

ACM heeft geconstateerd dat Innova in 2013 onvoldoende GvO’s heeft afgeboekt en in 2014 zelfs geen GvO’s heeft afgeboekt. Innova bood haar klanten groene stroom aan en kocht hiervoor GvO’s in. Innova verzuimde echter in haar administratie de benodigde GvO’s af te boeken, waardoor deze klanten feitelijk grijze stroom gekregen hebben. Omdat die GvO’s inmiddels verlopen waren, konden ze niet opnieuw worden gebruikt voor de verkoop van groene stroom. Innova heeft daarmee dus geen financieel voordeel behaald.  Wel verkocht Innova ten onrechte de stroom als groene stroom , en heeft Innova in 2013 en 2014 een onjuist stroometiket gepubliceerd. Dit stroometiket heeft Innova inmiddels moeten corrigeren. Anita Vegter: “Innova moet dus snel haar administratieve processen op orde krijgen. Daar zullen wij nauwlettend op toezien.”

Een energiebedrijf kan alleen met de Garantie van Oorsprong (GvO) aantonen dat de geleverde stroom, groen is geweest. De door het energiebedrijf gekochte GvO’s moeten in de administratie worden afgeboekt.  Hierdoor wordt gegarandeerd dat elke kilowattuur groene stroom die geproduceerd wordt, maar één keer verkocht kan worden. De Garantie van Oorsprong wordt uitgegeven door de overheidsinstantie Certiq. ACM controleert of het energiebedrijf bij alle groene stroom die geleverd is, de juiste soort en hoeveelheid GvO’s gebruikt. Consumenten ontvangen jaarlijks van hun energiebedrijf het stroometiket met daarop informatie over de soort stroom die ze ontvangen hebben. Daarmee kunnen klanten zien of het energiebedrijf echt groene stroom levert.

 

Eén op vijf Nederlanders: Energieleverancier over tien jaar overbodig

Bijna één op de vijf Nederlanders (18%) denkt over tien jaar zelfvoorzienend te zijn op het gebied van energie. Dat blijkt uit onderzoek van PanelWizard onder duizend Nederlanders in opdracht van energiebedrijf Eneco. Vooral de provincie Overijssel is positief gestemd. 23 procent denkt in 2025 zelfvoorzienend te zijn tegenover 13 procent in Noord-Holland.

Nederlanders denken dat de opkomst van smarthome technologie een belangrijke rol speelt bij het zelf opwekken van energie en het efficiënt verbruiken hiervan: 35 procent geeft aan dat smarthome technologie daarbij kan helpen. Bijvoorbeeld een elektrische auto die optimaal gebruik maakt van de vraag en het aanbod van energie. Nog eens 70 procent is van mening dat zij slimmer met energie kunnen omgaan door gebruik van smarthome technologie.

'Op dit moment is maar een klein percentage van de Nederlandse huishoudens zelfvoorzienend op het gebied van energie', vertelt Erik van Engelen, Directeur Consumenten bij Eneco. 'Wij verwachten dat dit percentage de komende tien jaar stijgt. Daardoor verandert onze rol drastisch. Eneco zit midden in de transitie naar een bedrijf dat de klant diensten biedt om zelf energie op te wekken en energieverbruik te verminderen. Met de intelligente thermostaat Toon, die ook voor klanten zonder energiecontract met Eneco beschikbaar is, geven we een impuls aan de groei van domotica. Toon wordt de centrale cockpit die apparaten in huis aanstuurt: pas opladen of aanzetten als de zon schijnt of de stroomprijs laag is. Ook de rol van Toon in het huishouden neemt toe, onder andere door een koppeling met rookmelders, slimme stekkers en Philips Hue lampen'.

Lancering 'duurzaam diervervoer' door Dierenbescherming

De Dierenbescherming presenteert op donderdag 22 oktober in Spijkenisse een nieuwe generatie duurzame voertuigen voor het transport van huisdieren. Het gaat om zeven zogeheten Animal Rescue Vehicles voor vervoer van grote groepen dieren en om dertig elektrische Dierentransporters voor ritten met dieren zonder medische spoed. Dit project 'duurzaam diervervoer' is mogelijk gemaakt door een extra schenking van de Nationale Postcode Loterij aan de Dierenbescherming van bijna Euro 2,7 miljoen.

De speciaal ontwikkelde en ingerichte Animal Rescue Vehicles (ARV) zijn bedoeld voor situaties waarbij grote groepen dieren tegelijk vervoerd moeten worden. Dergelijke voertuigen bestaan momenteel niet. Het duurzame karakter komt onder meer tot uiting in het feit dat vele ritten met kleinere voertuigen worden bespaard door inzet van één ARV.

De elektrisch aangedreven Dierentransporters zijn volledig milieu- en klimaatneutraal. Alle benodigde stroom komt van zonnepanelen op locaties van de Dierenbescherming en op het dak van de auto.

Van afvalstroom naar duurzame brandstof

Bij veel industriële processen blijven grote hoeveelheden water achter met daarin allerhande chemicaliën. Deze vervuilde waterstromen kun je in principe inzetten om met behulp van katalysatoren waterstofgas te produceren zonder daarbij het water te verdampen. Echter, de omzetting van de aanwezige chemicaliën naar waterstof is lastig en om de omzetting efficiënt te maken, is het nodig om tot in detail de chemische reacties die plaatsvinden op het oppervlak van de katalysator te begrijpen. Een apparaatje, ontworpen door Kamila Koichumanova van UT-onderzoeksinstituut MESA+, kan hier een belangrijke bijdrage in leveren. Het stelt wetenschappers in staat om tijdens de reactie precies te meten wat er gebeurt op het katalysatoroppervlak zodat ze vervolgens de katalysator en de reactiecondities kunnen verbeteren. Koichumanova promoveert op 7 oktober aan de Universiteit Twente op haar onderzoek.

Voor de productie van waterstof wordt momenteel aardgas gebruikt. Deze reactie kost vanwege hoge temperaturen relatief veel energie en draagt bovendien niet bij aan het verminderen van het verbruik van fossiele brandstoffen. Het is mogelijk om bij relatief lage temperaturen waterstofgas te produceren uit waterige afvalstromen, zoals uit de voedsel-, biobrandstof- of papierindustrie. Momenteel is de omzettingsreactie echter niet efficiënt genoeg om op grote schaal onder industriële condities in te zetten. Om een efficiëntieslag te kunnen slaan is het noodzakelijk dat je tot in detail begrijp hoe de reactie werkt, om zodoende te zorgen dat je de juiste reactiecondities, de juiste samenstelling van de componenten in de afvalstroom en de juiste katalysator (chemische stof die de reactie kan versnellen) kunt selecteren.

In haar promotieonderzoek heeft Kamila Koichumanova een apparaatje ontwikkeld dat tot in detail kan bestuderen wat er tijdens de reactie plaatsvindt. In tegenstelling tot veel methodes – waar op basis van de eindproducten beredeneerd wordt hoe de reactie waarschijnlijk verlopen is – meet dit apparaat gedurende de reactie precies wat er gebeurt op het oppervlak van de katalysator. Hierdoor kun je ook zien welke ‘tussenproducten’ een reactie oplevert en hoe goed een specifieke katalysator in de praktijk werkt. Op basis van deze gegevens kun je de efficiëntie van de reactie verbeteren en zo brengt het apparaatje de industriële omzetting van afvalstromen naar duurzame brandstof een stap dichterbij.
Het apparaatje dat de promovendus ontwikkelde maakt het mogelijk infrarood spectroscopie te bedrijven in water. Het bestaat uit een kristal dat aan de buitenkant is gecoat met een katalysator. Het kristal is in een metalen buis geplaatst waarbinnen je de temperatuur, de druk, de aanvoer van chemicaliën en de afvoer van waterstof nauwkeurig kunt regelen. Door tijdens de reactie infrarood licht het kristal in te sturen en te meten hoe het licht aan het einde van de metalen buis er weer uit komt, kun je bepalen welke reactie-intermediairen er op welk moment precies aan het oppervlak van het kristal aanwezig zijn.

Onderzoek

Koichumanova voerde haar onderzoek uit in de vakgroep Catalytic Processes and Materials die onderdeel uitmaakt van UT-onderzoeksinstituut MESA+. Tijdens haar promotieonderzoek – waarbij ze werd begeleid door prof. dr. ir. Leon Lefferts, prof. dr. K. Seshan en dr. Barbara Mojet – werkte Koichumanova samen met onderzoekers van de UT-vakgroep Soft matter, Fluidics and Interfaces en van Università degli Studi di Palermo (Italië). Het onderzoek is financieel mede mogelijk gemaakt door CatchBio, een initiatief van de Nederlandse overheid, bedrijven en kennisinstellingen die schone en efficiënte processen willen ontwikkelen voor de omzetting van biomassa naar betaalbare en duurzame brandstoffen en chemicaliën.