Pagina's

woensdag 30 september 2015

Kernreactor Petten voorlopig buiten bedrijf

De kernreactor in Petten is voorlopig buiten bedrijf. Er is een probleem aan het licht gekomen, waarna exploitant NRG besloot de reactor af te schakelen, aldus het Haarlems Dagblad. NRG doet momenteel onderzoek naar het probleem. De reactor in Petten is al enkele keren buiten bedrijf geweest. NRG was op noodsteun van het ministerie van Economische Zaken aangewezen door het mislopen van inkomsten.

Vandaag debat over scheiding van productie en distributie energie

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over splitsing van de Nederlandse energiecentrales Eneco en Delta. Een wet uit 2006 bepaalt dat dit moet gebeuren. In het kort gesteld komt het er op neer dat de productie van energie en distributie van energie gescheiden moet worden, en niet in een hand mag worden gehouden. Maar juist met de distributie maken de betreffende bedrijven winst. Bij splitsing komt het voortbestaan van de bedrijven in het geding en daarmee komen mogelijk honderden arbeidsplaatsen op de tocht te staan.

Deltares, TNO en de Universiteit Utrecht bundelen krachten in milieulab

Dinsdag openden Deltares, TNO en de Universiteit Utrecht 'Utrecht Castel', hun gemeenschappelijke milieulaboratorium op het Utrecht Science Park. Hiermee tillen zij hun samenwerking naar een hoger plan en dragen zo verder bij aan het oplossen van maatschappelijke knelpunten op het gebied van  aardwetenschappen, milieu  en leefomgeving.

De onderzoeksvelden lucht, water, bodem en diepe ondergrond van de drie partijen sluiten zo goed op elkaar aan dat intensieve samenwerking vanzelfsprekend is. Het resultaat is het Centre for Aligned STudies for Environment and Life, kortweg Castel. Hier komen fundamenteel en toegepast onderzoek, experimenten en rekenmodellen, kennis en apparatuur samen.  Naast experimenten doet Utrecht Castel chemische analyses en ontwikkelt het sensortechnologie. De kennis die in Utrecht Castel aanwezig is en komt, is veelal direct toepasbaar voor publieke en private partijen om onze leefomgeving veilig en schoon te houden.

Door nog meer  de samenhang voor vraagstukken rond bodem, diepe ondergrond, water en lucht te benadrukken en in onderling verband te onderzoeken, ontstaan nieuwe bruikbare inzichten. Het laboratorium richt zich op onderzoek rond de onderling verbonden en samenhangende onderwerpen leefomgeving en gezondheid, milieuverontreiniging, klimaatverandering, ‘bouwen met de natuur’ en natuurlijke bronnen en hergebruik.

Het milieulab, waar specialisten werken van de drie partijen, faciliteert het onderzoek naar ontwikkelingen rond klimaatverandering en milieu die essentieel zijn voor een gezonde leefomgeving. Op basis hiervan kunnen overheden en het bedrijfsleven de juiste beslissingen en maatregelen nemen om onze leefomgeving veilig en schoon te houden.

Utrecht Castel is meer dan onderzoeksfaciliteit. Het is een samenwerkingsverband gericht op innovatie dat open staat voor andere partners en blijvend op zoek is naar samenwerking met andere kennispartijen, bedrijven en overheden.

De Universiteit Utrecht doet fundamenteel onderzoek naar de aarde, van aardkern tot aardoppervlak en het menselijk gebruik. Deltares beschikt over systeemkennis van bodem en diepe ondergrond en water van rivier tot kust. TNO brengt vooral kennis in over het meten, monitoren en modelleren van stoffen in de lucht en water en de risicobeoordeling van blootstelling aan stoffen.

Netwerk van direct gebonden nanokristallen veelbelovend voor toekomstige zonnecellen en elektronica

Door halfgeleider-nanokristallen op een nieuwe manier direct met elkaar te verbinden kunnen netwerken worden gerealiseerd met betere elektronische eigenschappen. De gerealiseerde loodselenide netwerken zijn kunnen mogelijk in zeer efficiënt werkende zonnecellen of transistoren worden toegepast. Onderzoekers onder leiding van de TU Delft publiceren vandaag, donderdag 24 september 2015, over hun resultaten in de online editie van het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications.

Het onderzoek, onder leiding van prof. Laurens Siebbeles van de faculteit Technische Natuurwetenschappen van de TU Delft, draait om tweedimensionale netwerken van nanokristallen in de vorm van loodselenide (PbSe) quantum dots (een soort kunstmatige atomen).
Nu zijn netwerken van PbSe quantum dots niet onbekend. Ze worden al langer gefabriceerd. Het verschil zit in de manier waarop de quantum dots chemisch met elkaar verbonden zijn. Tot nu toe zaten ze aan elkaar vast via koolstof-gebaseerde moleculen. De onderzoekers van de TU Delft, de stichting FOM, de Universiteit Utrecht en het Franse CNRS, zijn er in geslaagd anders samengestelde tweedimensionale netwerken van PbSe quantum dots te maken. De dots zijn niet meer verbonden door koolstof-gebaseerde moleculen maar via een directe chemische binding, de covalente binding (of atoombinding). En deze verandering blijkt een veelbelovende positieve invloed te hebben op de eigenschappen van de netwerken.

De belangrijkste verbeterde eigenschap is wel dat ladingsdragers (bv. elektronen) met hoge snelheid door het netwerk kunnen bewegen. De beweeglijkheid ligt minstens een factor tien hoger dan voor de PbSe netwerken met koolstof-gebaseerde moleculen. De beweeglijkheid is een belangrijke parameter, bijvoorbeeld in het rendement dat een dergelijk materiaal zou hebben in een zonnecel-toepassing. Maar ook voor andere toepassingen is deze verhoging van de beweeglijkheid goed nieuws, zoals in infrarood-detectoren of transistoren. Overigens zal volgens Siebbeles en eerste onderzoeker dr. Wiel Evers, een eventuele toepassing nog nader onderzoek vereisen.   

De vinding is om nog een andere reden van belang voor toekomstige zonnecellen. In nanokristallen, zoals PbSe, kan de absorptie van een enkel foton namelijk leiden tot meerdere aangeslagen elektronen: twee voor de prijs van één, dus. Volgens allereerste metingen treedt ladingsvermenigvuldiging in de nieuwe netwerken al op bij een lagere foton energie dan voorheen in netwerken met koolstof-gebaseerde moleculen.

Uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof door dieselvoertuigen

In de media is er veel te doen over het verschil tussen de emissieprestaties van voertuigen bij testen in het laboratorium en  in de praktijk.

TNO voert emissiemetingen uit in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu om de emissieprestaties van voertuigen in de praktijk vast te stellen. TNO herkent daarbij het beeld van de grote verschillen bij dieselvoertuigen tussen de NOx-uitstoot bij typekeuring en de test in de praktijk.

Op basis van de metingen van de praktijkemissies worden jaarlijks landelijke emissiefactoren vastgesteld. Deze emissiefactoren worden gebruikt om te rekenen aan de luchtkwaliteit en om de effectiviteit van maatregelen te berekenen. De emissiefactoren zijn altijd gebaseerd op de gemeten praktijkemissies, en niet op emissies volgens typekeuring.

In samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en met de Rijksdienst Wegverkeer werkt TNO al een aantal jaren aan wetgeving voor praktijkemissies in Brussel, de zogenoemde Real Driving Emissions (RDE).

In het rapport “Uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof door dieselvoertuigen” geven we een samenvatting van vier rapporten. Het schetst de laatste inzichten op het gebied van vervuilende uitlaatgassen.

Eerst geeft het rapport een beknopte uitleg over de uitlaatgasemissies van wegvoertuigen, hoe deze kunnen worden gecontroleerd en hoe deze worden gemeten. Vervolgens behandelt en vergelijkt het de praktijkemissieprestaties van achtereenvolgens zware vrachtwagens, bussen en distributietrucks, en personen- en bestelauto’s en gaat het kort in op de uitstoot van fijnstof in de praktijk.

dinsdag 29 september 2015

Inspiratiemiddag Green Business Werkt!

Na het succes van vorig jaar organiseren de provincie Noord-Holland en Grontmij weer een inspiratiemiddag tijdens de landelijke Dag van de Duurzaamheid op vrijdag 9 oktober 2015.

Met lezingen van sprekers Ralph de Vries (gedeputeerde duurzaamheid van de provincie Noord-Holland) en Thomas Rau (cradle-to-cradle-architect) en interactieve workshops.

Dit jaar is het thema ‘Green Business Werkt!’. Aan de hand van succesvoorbeelden gaan we met elkaar in gesprek over het toepassen van duurzaamheid in de praktijk. Want bij iedere organisatie staat duurzaamheid hoog op de agenda, maar hoe duurzaam zijn we écht bezig? Waarschijnlijk kan er nog wel een tandje bij.

Herkent u dit als projectmanager, projectleider, duurzaamheid- of innovatieadviseur in de bouw- en civiele sector? Kom dan op 9 oktober naar de inspiratiemiddag. Toegang is gratis.

OM en politie waarschuwen elektriciens

Sinds 1 maart 2015 is artikel 11a OW (Opiumwet) van kracht. Dat wetsartikel stelt handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van de illegale hennepteelt strafbaar. Met het motto ‘zoek de spanning niet op’ wijzen OM en politie, met medewerking van MMA en Netbeheer Nederland, op de Elektrotechniekbeurs elektriciens en installateurs op de risico’s en gevaren van illegale hennepteelt.

Met ingang van maart jl. is een elektricien bijvoorbeeld strafbaar als hij stroom aanlegt waarvan hij/zij weet of kan vermoeden dat die stroom gebruikt wordt voor de georganiseerde hennepteelt. Door de elektra aan te leggen, faciliteert de elektricien georganiseerde hennepteelt en dat is strafbaar. Daar staat een forse straf op: een gevangenisstraf tot drie jaar of een geldboete tot 81.000 euro.

OM, politie en partners willen de beroepsgroep van elektriciens en installateurs weerbaar maken tegen de criminele organisaties en individuen die zich bezighouden met georganiseerde hennepteelt. In diverse publicaties en online worden hen handvatten geboden ter herkenning en voorkoming van het (on)bewust faciliteren van illegale henneppraktijken. Maar ook in de stand op de Elektrotechniekbeurs, waar beursbezoekers zich in een heuse illegale hennepkwekerij wanen.

GS Noord Holland leggen startnotitie InpassingsPlan Westfrisia voor

Gedeputeerde Staten (GS) van Noord-Holland hebben de startnotitie Provinciaal InpassingsPlan (PIP) vastgesteld die geldt voor het Windpark Westfrisia. De notitie wordt nu voorgelegd aan Provinciale Staten (PS). Indien PS de notitie vaststelt begint de procedure om te komen tot een Provinciaal Inpassingsplan (PIP) voor Westfrisia. In het PIP zal aangeven worden aan welke inpassingseisen (bijvoorbeeld geluidseisen, hoogte/ruimtebeslag, ecologie) het te bouwen windpark moet voldoen.

In de startnotitie PIP die GS aan PS ter besluitvorming voorleggen, wordt aangegeven wat de procedure is om te komen tot een PIP, wat de uitgangspunten zijn en wat de planning is. Tegelijkertijd met de startnotitie wordt voorgesteld om de coördinatieregeling toe te passen. Dat wil zeggen dat de voor uitvoering benodigde (ontwerp)vergunningen tegelijk met het (ontwerp) PIP ter inzage gelegd zal worden. De planning is dat het ontwerp PIP begin 2016 klaar is.

De raad van de gemeente Medemblik heeft wegens gebrek aan draagvlak in de gemeente het verzoek om mee te werken aan de realisatie van Windpark Westfrisia afgewezen. PS zijn daarom op grond
van de Elektriciteitswet verplicht om het inpassingsverzoek in behandeling te nemen en een PIP op te stellen voor dit windpark.


De aanvraag voor windpark Westfrisia is van voor de wijziging in het provinciale beleid Wind op Land in 2012. Het valt onder de overgangsregeling en daarom zijn de regels van het herstructureringsbeleid hier niet van toepassing. Dit betekent onder andere dat er geen lijn van zes windturbines nodig is en dat de afstand van windturbines tot gevoelige objecten zoals woningen, geen 600 meter hoeft te zijn. De geplande turbines van windpark Westfrisia liggen op ca. 500 meter afstand tot woningen.

Hoewel de overgangsregeling waaronder het windpark Westfrisia valt, geen sanering vereist, heeft de aanvrager aangegeven dat hij drie solitaire windturbines aan de Droge Wijmerweg en de Poelweg in
Medemblik wil afbreken. De planning is dat deze windturbines worden gesaneerd binnen 1 jaar nadat het nieuwe park in bedrijf is.

Partijen Hellendoorn positief over initiatiefvoorstel Energiebesparing van GroenLinks

In het Hellendoornse coalitieakkoord is afgesproken dat het gemeentelijke energieverbruik vóór 2018 met minimaal 15 procent moet worden verminderd.

Tijdens de inhoudelijke behandeling bleek dat het werk van de GroenLinks-fractie ook bij andere partijen de ogen heeft geopend. Zo merkte Frans Runneboom van BurgerBelang op dat het toch schokkend was om te constateren dat in veel relatief nieuwe gebouwen nog zoveel winst valt te behalen op energiebesparende maatregelen.

Wat ook een eye-opener bleek, was de door GroenLinks gedane constatering dat het Ravijn meer elektriciteit verbruikt dan alle openbare verlichting in de gemeente Hellendoorn bij elkaar. Hierop gaf Dennis op den Dries aan dat er ook in het Ravijn nog vele mogelijkheden voor energiebesparing zijn, en dat ideeën hiervoor tijdens een werkbezoek van o.a. de fractie van GroenLinks door medewerkers zelf zijn aangedragen.

Concreet stelt GroenLinks twee zaken voor. Ten eerste om als nieuw beleid uit te spreken dat energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van maximaal 10 jaar altijd uit te voeren. Over hoe dat gefinancierd kan worden heeft de fractie in de bij het voorstel behorende nota oplossingen aangedragen.

Ten tweede wil de fractie van GroenLinks graag een revolverend energiefonds instellen, waaruit energiebesparende maatregelen kunnen worden bekostigd. Het geld dat deze maatregelen oplevert, vloeit weer terug in het fonds, zodat het geld steeds weer opnieuw gebruikt kan worden.

Het voorstel zal nu door het college worden besproken. Hierna zal GroenLinks samen met de gemeenteraad een vervolg geven aan dit traject.

maandag 28 september 2015

Eerste zonnepaneel op dak gemeentehuis Goor

Wethouder Wim Meulenkamp van de gemeente Goor heeft maandag het eerste zonnepaneel op het dak van het gemeentehuis geplaatst. Vanaf deze week worden 346 panelen geïnstalleerd, meldt Tubantia.
  
De werkzaamheden worden uitgevoerd door Installatiebedrijf Van Otten uit Delden.

De gemeente wil in 2035 een energieneutrale gemeente zijn. De plaatsing van de zonnepanelen is het derde project dat de gemeente in dat kader uitvoert.

CDA: Haal evaluatie van Energieakkoord naar voren

Het CDA vindt dat er haast moet worden gemaakt met de maatregelen om de CO2 uitstoot te verminderen. Daarom heeft zij het kabinet opnieuw gevraagd om de evaluatie van het Energieakkoord in 2016 naar voren te halen. Dan kan de Tweede Kamer bij de begrotingsbehandeling voor 2017 alle mogelijke opties meenemen, zoals de opties m.b.t. CO2 reductie zoals die staan gepresenteerd in het Interdepartementaal BeleidsOnderzoek. Het CDA deed dit verzoek al eerder deze maand via een motie maar kreeg hiervoor geen meerderheid.

Aanleiding voor het vernieuwde verzoek is het debat over de rechterlijke uitspraak in de zaak die Urgenda tegen de Nederlandse staat heeft aangespannen. De rechtbank stelde Urgenda in het gelijk, wat betekent dat de Nederlandse overheid verplicht is om het doel dat zij zichzelf gesteld (25% minder broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990) te halen.

Het CDA zal bij de overgang naar een duurzame samenleving blijven inzetten op de mogelijkheden voor innovatie en energiebesparing. Woordvoerder Agnes Mulder: “Niet van bovenaf, maar van onderaf, dus vanuit de samenleving. Lokale energie-initiatieven kunnen daarbij een belangrijke rol spelen en zouden steviger ondersteund moeten worden.”

Verhuisbranche laat 10 procent aan CO2-uitstoot liggen per jaar

Om een verhuizing zo snel mogelijk te laten verlopen, worden er vaak verhuisorganisaties ingezet of zelf verhuiswagens gehuurd om de spullen van A naar B te brengen. Maar deze verhuizing brengt ook zijn nadelen mee. De CO2-emissie is dermate hoog, dat er nog genoeg op bespaard kan worden. Volgens een onderzoek van Caazer.com, laten verhuisorganisaties 10% van de CO2-uitstoot liggen per jaar, wat eigenlijk bespaart kan worden. 

In 2014 zijn er in totaal 1.578.671 mensen verhuisd. Het aantal mensen wat in 2014 naar een andere gemeente verhuisde was 6,6 procent meer dan in het jaar 2013. Wat opvalt is dat bijna twee derde van alle verhuizingen binnen dezelfde gemeenten plaatsvindt. Dit zorgt er dan voor dat de uitstoot binnen bepaalde gemeentes hoger ligt.

De afgelopen vier jaar is de CO2 emissie gedaald van bestel- & vrachtauto’s. Bij bestelauto’s was het in 2014 ongeveer 1,5 procent minder dan in 2013. Bij vrachtauto’s was het in 2014 ongeveer 10,1 procent minder dan in 2013.

Voor bedrijven met bestel- en vrachtauto’s is het gebruik van diesel nu eenmaal velen malen goedkoper, omdat er een groot aantal kilometers wordt gereden. Het voordeligste daarentegen, is om op LPG te gaan rijden. Als 25 procent van de dieselmotoren wordt vervangen door LPG, dan zal de CO2-emissie met ongeveer 10 procent dalen. Met de stijging van het aantal verhuizingen, is deze besparing van 10 procent een goede start van een schoner milieu!

Onderzoek TU Delft helpt bij verbetering van Li-ion batterijen

Onderzoekers van de TU Delft hebben meer inzicht verkregen in wat er op het kleinste niveau gebeurt in de elektrodes van Li-ion batterijen. Deze nieuwe inzichten zullen helpen om de veelgebruikte Li-ion batterijen te verbeteren. De onderzoekers publiceren hun resultaten vandaag, woensdag 23 september 2015, in de online editie van Nature Communications.

Li-ion batterijen bevatten twee elektrodes die worden gescheiden door een elektrolyt. De elektrodes bestaan uit honderdduizenden deeltjes elektrodemateriaal, meestal kleiner dan 1 micrometer, die in staat zijn om grote aantallen Li-ionen te bergen . Het opnemen van deze grote aantallen Li-ionen verandert de structuur van deze kleine deeltjes.

Hoe deze verandering van structuur precies optreedt, bepaalt de belangrijkste eigenschappen van batterijen: hoe snel je ze kunt opladen, in welke mate je ze kunt opladen en hoe vaak je ze kunt opladen. We weten al veel van deze structuurveranderingen (fase-transities) maar hoe deze precies optreden in individuele, submicron deeltjes in echte, werkende batterijen, was tot recent niet waar te nemen.

Onderzoekers van de TU Delft, onder leiding van dr. Marnix Wagemaker, zijn er nu in geslaagd om de fase-transitie van individuele elektrode-deeltjes waar te nemen terwijl de batterij in werking was. Dit lukte met behulp van een zeer kleine bundel röntgenstraling  (ongeveer 200 nanometer), geleverd door de grootste synchrotron in Europa (ESRF in Grenoble). Hiermee werd onder meer duidelijk dat er veel meer deeltjes actief zijn dan werd aangenomen; hierdoor is het risico van schadelijke lokale hotspots lager. Dat is dus goed nieuws.

Een van de opmerkelijkste resultaten is dat de structuurveranderingen geleidelijker en gemakkelijker verlopen tijdens zeer snel opladen dan tijdens langzaam opladen. Dit impliceert dat de elektrodematerialen beter zullen presteren en meer oplaadcyli zullen doorstaan als ze sneller worden opgeladen. Deze nieuwe inzichten zullen helpen om Li-ion batterijen te verbeteren.

zondag 27 september 2015

Actiegroep hangt anti-steenkoolboodschap van reclamezuil bij A10

Klimmers van actiegroep GroenFront! hebben in de morgen van zondag 27 oktober een groot spandoek opgehangen in een 30 meter hoge reclamezuil langs de A10 bij het westelijk havengebied van Amsterdam. Op het spandoek staat: "Stop klimaatverandering - Sluit deze kolencentrale - Nu(on)".

De avond ervoor werd er op de nabijgelegen kolencentrale van Nuon door Fossielvrij Nederland, Milieudefensie en Greenpeace de documentaire "This Changes Everything" geprojecteerd, een nieuwe film geïnspireerd door het gelijknamige boek over klimaatverandering van de bekende Canadese journaliste en activiste Naomi Klein. Zo'n 800 mensen waren bij de eenmalige openluchtbioscoop aanwezig.

Karina van GroenFront!: “Net zoals we gisteren tijdens de filmvertoning op de kolencentrale hebben kunnen zien, groeit er een wereldwijde klimaatbeweging, waar we ook in Nederland niet meer omheen kunnen. Wetenschappers hebben berekend dat als we een mogelijk volledig ontsporende klimaatcrisis willen voorkomen ten minste 80% van alle fossiele brandstoffen niet gebruikt kunnen worden. Steenkool is zowel in Nederland als wereldwijd de grootste bron van CO2 uitstoot. Wij eisen daarom dat vervuilende steenkoolcentrales zoals deze van Nuon onmiddellijk worden gesloten. Dit is tegelijk de meest snelle en effectieve eerste stap waarop Nederland invulling kan geven aan de uitspraak van de rechter in de historische klimaatzaak.”

Afgelopen juni heeft de rechter in de door milieuorganisatie Urgenda aangespannen klimaatzaak geoordeeld dat Nederland in 2020 minimaal 25 procent minder CO2 uit mag stoten dan in peiljaar 1990. Dat betekent in de praktijk dat er, bovenop het huidige beleid, een extra reductie van 7 procent gerealiseerd moet worden. De Nederlandse regering heeft in september besloten in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak.

zaterdag 26 september 2015

'Gesjoemel testresultaten kost automobilist 3,8 miljard euro'

Nederlandse automobilisten betalen 3,8 miljard meer aan brandstofkosten dan ze op basis van de officiële testresultaten zouden moeten. Per automobilist is dat 450 euro per jaar. Dit blijkt uit berekeningen van Natuur & Milieu. Natuur & Milieu pleit voor dezelfde methodiek die in de VS wordt gebruikt, waarbij er nauwelijks verschil is tussen theorie en daadwerkelijk verbruik. Een onafhankelijke autoriteit moet toezien op de naleving hiervan. Met harde consequenties, zoals hoge boetes, voor fabrikanten die dit niet naleven.

Natuur & Milieu start vandaag een petitie waarin zij consumenten vraagt om deze oproep te onderschrijven.  'De autosector loopt op dit moment hetzelfde risico als de bankensector. Dit gaat over integriteit en vertrouwen. Daarom is dit de uitgelezen kans voor autofabrikanten om auto's zuiniger en milieuvriendelijker te maken. Een onafhankelijke testcyclus - naar Amerikaans model - helpt om het vertrouwen van consumenten daadwerkelijk terug te winnen,' aldus Maarten van Biezen, hoofd mobiliteit bij Natuur & Milieu.

vrijdag 25 september 2015

Beroep NAM wekt verbazing

De Groningse gedeputeerde Eelco Eikenaar vindt het niet verstandig van de NAM dat ze in beroep is gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank over de compensatie van waardedaling van woningen. Eikenaar is van mening dat de NAM en de overheid moeten zorgen voor een royale compensatie van de schade. 'Ze moeten in overleg gaan en zorgen dat de mensen krijgen wat in dit gebied nodig is.'

De NAM vindt de uitspraak van de rechter onduidelijk, zo laat Martijn Verwoerd, projectdirecteur van de afdeling aardbevingen van NAM, weten.

Mansveld dringt aan op snel nieuwe en betrouwbare autotesten in Europa

Europa moet snel stappen zetten om een einde te maken aan het gesjoemel met de toelatingstesten voor auto's. ‘Zowel de consument als de overheid worden misleid en dat is onaanvaardbaar’, zegt staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu). Om deze testen  betrouwbaar te maken deelt Nederland onmiddellijk alle data over stikstofoxidenuitstoot die de laatste jaren door TNO verzameld zijn bij onderzoek aan testauto's met andere lidstaten en de commissie. Het onderzoek naar mogelijk bedrog van autoproducenten op de Europese markt moet direct beginnen, schrijft Mansveld in een brief aan commissaris Vella (Milieu, Maritieme Zaken en Visserij) en aan commissaris Katainen (Banen, Groei, Investeringen en Concurrentievermogen). Ook de mogelijkheid van een Europese terugroepactie (recall) moet onderzocht worden.

‘Dit gesjoemel toont aan dat Europa nu versneld de nieuwe Real Driving Emission test (EDR-test) moet invoeren. Daarbij moeten we niet toegeven aan druk van de auto-industrie om de EDR-test langzaam, gefaseerd en met uitgeklede eisen in te voeren’ zegt Mansveld.  ‘Ik heb er vertrouwen in dat wanneer de lidstaten en de Europese Commissie goed samenwerken, we kunnen komen tot een versnelde invoering van effectieve en betrouwbare regels en criteria. Een lage uitstoot van stikstofdioxiden bij dieselvoertuigen op de weg is essentieel voor verbetering van de luchtkwaliteit voor de burgers van Europa.’

Nederland voert al enkele jaren tests uit op de weg, in tegenstelling tot testen in een laboratoriumomgeving. Deze testen tonen regelmatig aan dat de uitstoot 5 to 6 x hoger is dan toegestaan. Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van het draagbare PEMS meetsysteem. Dit heeft een grote hoeveelheid data opgeleverd die nu nuttig zijn om snel tot conclusies te komen in het Europese onderzoek zoals dit door de commissie is aangekondigd. Nederland overweegt om binnen het lopende onderzoek ook de detectie van de nu in de VS gevonden manipulatie software op te nemen.

Collectieve inkoop zonnepanelen zet door

De trend van collectieve inkoop van zonnepanelen is in 2015 definitief doorgebroken en de verwachting is dat van 2016 tot 2020 deze coöperaties sterk zullen toenemen. Door een gezamenlijke inkoop van zonnepanelen kunnen consumenten en bedrijven hoge kortingen bedingen en kunnen leveranciers en installatieteams efficiënter werken. Bij een collectieve inkoop is het zelfs mogelijk om collectief de geproduceerde energie op te slaan. In de toekomst kan de opslag in vele varianten gaan plaatsvinden, denk aan accu's, elektriciteit opslagtanks, of zelfs waterreservoirs. 

De trend komt mede door het wegvallen van subsidies. Consumenten en bedrijven zoeken naar nieuwe kansen om kortingen te verkrijgen. In de markt zien we collectieve inkoop ook gestimuleerd worden door onder andere Gemeente, Provincies of bijvoorbeeld coöperaties via internetplatforms. “Zonnepanelen Parkstad wil de collectieve inkoop van zonnepanelen stimuleren om voor de klant en voor ons voordelen te behalen. Zonnepanelen Parkstad is naast de verkoop van zonnepanelen ook actief in het ontwikkelen van innovatieve zonne-energiepanelen (daksystemen en duurzame opslag). Vooral het innovatief vermogen van het bedrijf om mee te gaan met de laatste ontwikkelingen en deze waar mogelijk zelfs uit te vinden is het streven", aldus Rene Borro (directeur Zonnepanelen Parkstad).

 Ook met dit doel voor ogen is het Loci systeem ontwikkeld door Zonnepanelen Parkstad, Unilin en SEAC. Deze partners zorgen in de keten voor een efficiënte productie en dankzij kostenbesparing en maximale elektriciteit opwekking voor een optimaal rendement van de klant. Het Loci dak kan het beste worden omschreven als een innovatief, hoogrendement, esthetisch spiegeldak van zonnepanelen. Dit innovatieve daksysteem heeft als grote voordeel dat volledige daken snel en efficiënt kunnen worden gerenoveerd, gebouwd of vernieuwd tegen een marktconforme prijs, inclusief “de bonus van” de geïntegreerde Loci zonnepanelen. Vanuit de collectiviteitsgedachte past deze zonnepanelen innovatie het beste thuis bij renovaties van wijken of straten, of bij nieuwbouwprojecten. Collectieven van mensen uit verschillende plaatsen of zonder volledige renovatie kunnen vaak weer hogere kortingen realiseren op "traditionele" zonnepanelen. Een straatcollectief of wijkcollectief is vaak zeer kansrijk en vergroot de samenhang en het sociale karakter. De voordelen zijn hierdoor op meer fronten dan alleen milieubewustzijn.

Zonnepanelen Parkstad heeft de afgelopen jaren honderden klanten geholpen met de verkoop en plaatsing van zonnepanelen. Deze projecten bestaan voornamelijk uit het plaatsen van een aantal panelen op platte of schuine daken van huizen of garages. Ook zijn enkele grote zonnepaneelcentrales met honderden zonnepanelen gebouwd om duurzame elektriciteit op te wekken. “Uit ervaring hebben wij geleerd dat onze klanten ons vooral waarderen om onze kwaliteitsproducten, klantvriendelijkheid, persoonlijke service, continuïteit, innovatief vermogen en de gunstige prijzen. Bij de aanschaf van zonnepanelen zoekt een klant naar een betrouwbare partij die ook in de opvolgende jaren service kan verlenen en meedenkt over nieuwe ontwikkelingen”, aldus Emmanuel Zanetti (lid van het managementteam van Zonnepanelen Parkstad). 

Adviesraad bepleit Klimaatwet

Hoewel Nederland al jaren klimaatbeleid voert, is de CO2-emissie van de energievoorziening nog steeds niet gedaald. Om de afgesproken klimaatdoelen te halen is een trendbreuk nodig. Dat concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies 'Rijk zonder CO2: naar een duurzame energievoorziening in 2050' dat vandaag aan minister Kamp van Economische Zaken is aangeboden. De raad pleit er voor om in het energiebeleid de CO2-reductie als doel te stellen en om het doel wettelijk vast te leggen.

De Rli adviseert om het energiebeleid zo in te richten dat in 2050 80 tot 95 procent minder broeikasgassen worden uitgestoten dan in 1990. In het huidige beleid is CO2-reductie slechts één van de doelen, naast energiebesparing en duurzame energie. De Rli pleit er voor om in het energiebeleid juist niet langer te sturen op de toepassing van bepaalde technologieën of energiedragers. In plaats van een beleidsagenda die routes uitstippelt voor bijvoorbeeld ‘zon’, ‘wind’, ‘gas’ of ‘biomassa’ stelt de Rli voor om transitiepaden in te richten voor de vier fundamentele maatschappelijke behoeften aan energie: lage temperatuurwarmte (1), hoge temperatuurwarmte (2), transport en mobiliteit (3) en licht en apparaten (4). Door het beleid te richten op de behoefte aan (duurzame) energie en niet op energiedragers of –bronnen kan volgens de raad in de komende decennia maximaal rekening worden gehouden met sociale, technologische, (geo)politieke en economische veranderingen.

 Routes voor vier maatschappelijke energiebehoeften
 De raad bepleit een specifiek transitiepad voor elke energiebehoefte, met elk zijn eigen tempo en eigen kansen en belemmeringen. De specifieke invulling van elk transitiepad is aan bedrijven, burgers, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen zelf. De overheid moet hiervoor de juiste condities scheppen met onder meer internationale en Europese afspraken over CO2-reductie, fiscale prikkels, het wegnemen van belemmeringen en het faciliteren van nieuwe initiatieven. De Rli adviseert een paar honderd miljoen euro extra vrij te maken voor langlopende innovatieprogramma’s, omdat nieuwe manieren van werken, kennis en technieken nodig zijn om de energietransitie succesvol te kunnen afronden.

Flexibiliteit en aanpasbaarheid van het beleid staat in het advies centraal, maar dit beleid is zeker niet vrijblijvend. De te behalen CO2-reductiedoelstelling is hard en moet door middel van overeenkomsten tussen overheid en tussen CO2- veroorzakende partijen gerealiseerd worden. Wanneer de afgesproken tussendoelen onverhoopt niet gehaald worden, zal de overheid deze in laatste instantie afdwingen via wet- en regelgeving. Tussendoelen borgen het tempo van de energietransitie. De raad meent dat in het tempo van de transitie voor de vier energiebehoeften rekening moet worden gehouden met de mate waarin het beleid nationaal of internationaal gemaakt wordt. Ook moet een Europees level playing field worden geborgd. Zo pleit de raad in het transitiepad 'lage temperatuurwarmte’ ervoor, te zorgen dat de bestaande gebouwde omgeving uiterlijk in 2035 CO2-neutraal is.

De raad vindt dat doel en aanpak van de energietransitie wettelijk vastgelegd moet worden en dat de energietransitie moet worden bewaakt door een onafhankelijke instantie die op afstand staat van politieke en sectorale belangen. De raad pleit daarom voor een regeringscommissaris die als een onafhankelijke persoon de transitie aanjaagt, bewaakt en langjarig, los van kabinetswisselingen waarmaakt.

Landustrie ondersteunt duurzaam initiatief voor waterkrachtcentrale

Een nieuwe waterkrachtcentrale in de rivier De Dommel nabij Sint-Michielsgestel levert binnenkort duurzame energie voor ongeveer 200 huishoudens. Als stroomgenerator wordt hierbij gebruik gemaakt van een Landustrie vijzel, oftewel schroef van Archimedes.  Deze vijzel met een doorsnede van 4 meter verwerkt 10.000 liter water per seconde en levert jaarlijks gemiddeld 600.000 kWh aan groene stroom.

Het project Dommelstroom Waterkrachtcentrale is een particulier initiatief van Jan en Bram Taks, vader en zoon, die vanaf 2011 het idee vaste vorm geven. Samen zijn zij de Duurzame Energie Coöperatie Dommelstroom gestart die door crowdfunding de benodigde financiële middelen voor de bouw van dit unieke project vergaart. De rijksoverheid en de gemeente Sint-Michielsgestel dragen beide bij aan het project in de vorm van subsidie. Het betreffende Waterschap De Dommel is vanaf het begin betrokken bij het initiatief en heeft de benodigde vergunningen afgegeven.  Particulieren en bedrijven kunnen met een eenmalige investering vanaf € 150,= per Dommelstroomdeel al instappen. Aan de deelnemers wordt niet alleen gratis stroom geleverd, maar ook dividend uitgekeerd. Het winnen van waterenergie ten opzichte van zonne- of windenergie,  heeft als voordeel dat waterkracht continu 24 uur per dag aanwezig is.

De nieuwe waterkrachtinstallatie is zo ontworpen dat geen inbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke omgeving en dat passerende vissen geen hinder ondervinden van de vijzel. Ook is in het ontwerp rekening gehouden met het voorkomen van eventuele geluidsoverlast door het stromende water. De toepassing van de traditionele vijzel als generator beleeft de afgelopen decennia een enorme hausse. Over de hele wereld worden de LANDY waterkrachtvijzels geïnstalleerd. In Nederland is het Friese bedrijf ook betrokken bij de realisatie van de waterkrachtinstallatie voor Sluis III in het Wilhelminakanaal te Tilburg. Hier wordt een vijzel met dubbele functie toegepast, zowel voor het oppompen van water als voor het opwekken van energie.

 

Nieuw Europees meetnetwerk volgt nauwkeurig alle niet CO2-broeikasgassen

Vooruitlopend op de politieke klimaattop eind van het jaar in Parijs, vindt van 21 tot 24 september aan de Universiteit Utrecht een internationale wetenschappelijke conferentie plaats over alle andere broeikasgassen dan CO2. Deze broeikasgassen dragen naar schatting voor ongeveer één derde bij aan de voorspelde opwarming van de aarde. De conferentie is de afsluiting van het Europese InGOS project dat werd geleid door ECN in Nederland. InGOS heeft een zeer nauwkeurig Europees meetnetwerk voor niet CO2-broeikasgassen opgeleverd. Vanuit Nederland namen ook de Universiteit Utrecht, de Rijksuniversiteit Groningen en de Vrije Universiteit in Amsterdam deel.

“Dankzij InGOS kunnen we nu in Europa de concentraties van de bekende niet CO2-broeikasgassen in de atmosfeer uitermate nauwkeurig volgen”, licht Thomas Röckmann, hoogleraar Atmospheric Physics and Chemistry aan de Universiteit Utrecht en gastheer van de conferentie toe. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat de uitstoot van zeer schadelijke broeikasgassen die werden gebruikt in spuitbussen en airconditioners, fors is teruggedrongen. De concentratie van andere broeikasgassen is echter toegenomen en lijkt moeilijker te beperken. “Voor het maken van nieuwe afspraken over de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen zijn onafhankelijke wetenschappelijke bepalingen zoals door het InGOS-meetnetwerk, uiteraard van groot belang”, aldus Röckmann.

Via het InGOS-meetnetwerk kunnen (potentiële) andere broeikasgassen opgespoord worden, zelfs al als ze nog in hele lage concentraties voorkomen. Zo zijn binnen InGOS tot nu toe nog onbekende CFK’s ontdekt. Ook is een aantal vervangers van dit soort stoffen in de atmosfeer waargenomen, die zelf ook weer sterke broeikasgassen zijn. “We hebben nu zulke gevoelige meetapparatuur, dat we nieuwe middelen direct vanaf hun marktintroductie zien verschijnen. Dat is een geweldige ondersteuning voor het klimaatbeleid”, stelt Röckmann.

Het beperken van de uitstoot van andere broeikasgassen dan CO2 geldt als een relatief eenvoudige maatregel om het broeikaseffect te beperken. Het meest succesvolle voorbeeld is de vervanging van gehalogeneerde koolwaterstoffer door andere stoffen, die minder schadelijk zijn voor de ozonlaag. Nederland haalt een groot deel van de klimaatafspraken dankzij de reductie van de emissie van methaan in afvalstorten en de reductie van de uitstoot van ‘lachgas’ bij de kunstmest productie.

De uitstoot van een aantal belangrijke niet CO2-broeikasgassen, zoals methaan, neemt wereldwijd echter toch verder toe. Methaan kan veel meer warmte vasthouden dan CO2 en draagt daardoor relatief meer bij aan het broeikaseffect. De concentratie van methaan in de atmosfeer vertoont een grilling verloop, van jaren met een sterke toename via een stabiele toestand begin deze eeuw tot recentelijk een nieuwe sterke stijging. Dr. Ed Dlugokencky van het NOAA Earth System Research Laboratory in Boulder, de Verenigde Staten, die de leiding heeft over het grootste methaan-meetnetwerk ter wereld, presenteert in Utrecht de laatste stand van zaken over de methaan-emissies.

Methaan, het hoofdbestanddeel van aardgas, komt van nature in een zeer lage concentratie in de atmosfeer voor en wordt bijvoorbeeld gemaakt door bacteriën in moerassen. Menselijke activiteiten dragen inmiddels echter meer bij aan de uitstoot dan natuurlijke processen. Zo is de afgelopen jaren gebleken dat bij de winning van schaliegas – aardgas dat gewonnen wordt uit schalie - behoorlijk wat methaan vrijkomt. Maar omdat methaan bij zo veel verschillende processen vrijkomt, is het moeilijk te bepalen welke daarvan

donderdag 24 september 2015

'Wiebes moet geld terugvorderen van autofabrikanten'

Als autofabrikanten door fraude met uitstootgegevens ten onrechte belastingvoordelen hebben gekregen moet de overheid die bij hen terugvorderen. Dat zegt GroenLinks-fractieleider Jesse Klaver. Hij wil dat het kabinet een groot onderzoek instelt naar het bewust manipuleren van meetgegevens die betrekking hebben op de uitstoot van auto’s.

 andaag zei de Duitse minister van Transport dat Volkswagen ook in Europa testgegevens van auto’s heeft gemanipuleerd. Ook BMW is in opspraak gekomen. Via tal van maatregelen, zoals een lagere bijtelling of bpm, geeft de Nederlandse overheid al jarenlang energiezuinige auto’s fiscale voordelen. Mogelijk ten onrechte, blijkt nu.

Klaver: “Autofabrikanten die bewust frauderen met de uitstootgegevens van hun auto’s hebben niet alleen burgers belazerd die een energiezuinige auto wilden kopen, maar ook de belastingdienst. Ik wil dat het kabinet grondig onderzoekt in welke gevallen auto’s ten onrechte fiscaal zijn gesubsidieerd. Het kabinet moet belastingvoordelen die ten onrechte zijn toegekend aan bepaalde auto’s verhalen op de autofabrikanten. GroenLinks is een groot voorstander van fiscaal stimuleren van duurzaamheid, maar als grote multinationals daar bewust misbruik van maken dan moeten ze keihard worden aangepakt.”
 

PvdA overweegt sluiting alle kolencentrales

Sluiting van alle kolencentrales, is voor de PvdA een reële maatregel. Het kabinet komt medio 2016 met de aanvullende maatregelen. Sluiting van alle kolencentrales ziet minister Henk Kamp van Economische Zaken niet zitten vanwege de kapitaalvernietiging, maar de PvdA wil meer. 

In juni besloot de rechrer dat de Nederlandse overheid ervoor moet zorgen dat in ons land de uitstoot van CO2 in 2020 met zeker 25 procent is teruggedrongen ten opzichte van 1990. Dat houdt in dat (enkele) vervuilende kolencentrales dicht moeten.

VW-schandaal maakt duidelijk: nieuw testsysteem bittere noodzaak

Naar aanleiding van het schandaal rond het gesjoemel met emissie-uitstoot van autofabrikant Volkswagen, roepen Europese consumentenorganisaties, gebundeld in BEUC, op tot een snelle aanpassing van de testmethodiek van auto's, en onafhankelijk toezicht dat manipulatie van testuitslagen tegengaat.

Monique Goyens, directeur-generaal van BEUC: 'Een van de problemen in de EU is dat er - in tegenstelling tot in de VS - geen systeem van toezicht is, dat onafhankelijke on-the-road-tests vereist. De EU moet een dergelijk systeem invoeren om het vertrouwen onder consumenten te herstellen.' Die eis heeft BEUC nu per brief bij de betrokken Eurocommissarissen neergelegd. Bovendien vraagt BEUC de EU haast te maken met de invoering van een nieuwe testprocedure, de zogeheten World Light Duty Test Procedure (WLTP) die het praktijkverbruik beter benadert, en die minder gevoelig is voor manipulatie. De WLTP doet bovendien recht aan alle moderne aandrijftechnieken - ook hybride en elektrische auto's. Dat is met de huidige testmethode, die nog stamt uit de jaren 70, niet het geval. De invoering van de WLTP staat gepland in 2017, maar een aantal autofabrikanten probeert dat te vertragen. Het schandaal met Volkswagen maakt echter meer dan duidelijk dat van uitstel geen sprake mag zijn.

Het gesjoemel van Volkswagen komt niet helemaal als een verrassing. Uit eerder onderzoek, waaraan ook de Consumentenbond deelnam, bleek al dat fabrikanten niet eerlijk communiceren over brandstofverbruik en uitstoot. De resultaten op de rollerbank kwamen bij lange na niet overeen met tests op de weg. De gebruikte testmethode (NEDC) is een laboratoriumtest die fabrikanten de mogelijkheid biedt testwagens zuiniger te maken met speciale banden, en andere zaken die rol- en luchtweerstand beïnvloeden, zoals afgeschroefde zijspiegels. Zo daalt op papier het verbruik en daarmee de CO2-uitstoot van het wagenpark, maar in werkelijkheid blijft die daling achter. Manipulatie middels software was tot nog toe onbekend. De Consumentenbond gebruikt al 10 jaar de meetcijfers uit de Ecotest, een initiatief van de ADAC, de Duitse ANWB.

Windmolenpark Nijverdal laat nog even op zich wachten

Er komt voorlopig geen windmolenpark op bedrijventerrein 't Lochter in Nijverdal. Dat meldt Twentsche Courant Tubantia. Er moet eerst meer duidelijkheid komen over de plannen voor het park.

Het samenwerkingsverband ReggeWind wil drie windturbines plaatsen op het bedrijventerrein. Die moeten 200 meter hoog worden.

Het college van de gemeente Hellendoorn vindt dat er eerst een uitgebreide en open maatschappelijke discussie gevoerd moet worden.

Atzo Nicolaï benoemd tot commissaris bij Eneco

Atzo Nicolaï (55) is sinds 2011 president van DSM Nederland en bestuursvoorzitter van het DSM Pensioenfonds. Voor hij het bedrijfsleven in ging was Atzo Nicolai politicus. Hij zat van 2002 tot 2007 in de ministerraad. In Balkenende I en II als staatssecretaris Europese Zaken en in Balkenende III (vanaf 2006) als minister Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties.

Tevens bekleedt Atzo Nicolaï een aantal non-executive rollen waaronder voorzitter Raad van Toezicht Universiteit van Amsterdam en Hogeschool van Amsterdam, commissaris bij Brightlands Chemelot Campus en bij Chemelot Venture Fund, vice-voorzitter van de VNCI en bestuurslid van VNO-NCW. Hij is voorzitter Vogelbescherming Nederland en bestuurslid van de Nederlandse Bachvereniging, De heer Nicolaï studeerde Staats- en Bestuursrecht en Politicologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Door de benoeming van Atzo Nicolaï bestaat de Raad van Commissarissen van Eneco Holding N.V. tijdelijk uit acht leden. Voorzitter van de Raad is Edo van den Assem. De leden zijn: Henk Dijkgraaf, Mirjam Sijmons, Marike van Lier Lels, Klaas de Vries, Marco Keim, Rob Zandbergen en Atzo Nicolaï.

Samen sterk voor Energie Neutraal en Werk

Met de oproep Samen sterk voor Energie Neutraal en Werk start de coöperatie Pekela Duurzaam op de jaarmarkt in Oude Pekela een campagne om samen werk te maken van een energie neutrale gemeente.

Men wil met energiebesparende maatregelen als isolatie en dubbelglas, zonnepanelen en zonnecollectoren op het dak, bewuster omgaan met energie, de energielasten verlagen en woningen verbeteren.

Op zaterdag 12 september worden de inwoners in de stand van Pekela Duurzaam geïnformeerd met materiaal en informatie van de ondernemers. 

woensdag 23 september 2015

Delta hoopt op PvdA tegen gedwongen splitsing

Energieleverancuer Delta rekent op steun van de PvdA in zijn strijd tegen de gedwongen verkoop van het stroomnetwerk. Het Zeeuwse bedrijf voert al langer actie tegen de gedwongen verkoop van het stroomnetwerk.

Delta moet volgens de Nederlanse splitsingswet - de Wet Onafhankelijk Netbeheer - worden opgedeeld in een bedrijf dat energie verkoopt en netwerkbedrijf dat de kabels en leidingen beheert. Juridisch verzet hiertegen heeft niets geholpen.

Donderdag 24 september overhandigt het personeel van Delta een petitie aan Tweede Kamerleden in Den Haag. Daarin roept men de Tweede Kamer op het energiebedrijf in de huidige vorm te gedogen.

Gecombineerde raadscommissie over ‘Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen’

Woensdagavond 23 september vanaf 20.00 uur vindt in de nieuwe raadszaal van het stadhuis in Groningen een openbare gecombineerde raadscommissie over de aardbevingen plaats. Op de agenda staat de mogelijke inbreng van de Stad aan het programma ‘Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen‘. Nationaal coördinator Hans Alders is bij de commissie aanwezig om vragen van raadsleden te beantwoorden.

Deze openbare bijeenkomst is een gecombineerde vergadering van alle vijf commissies van de Groningse gemeenteraad. De raadscommissies vergaderen gezamenlijk omdat de reikwijdte van ‘Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen‘ alle vijf commissies aangaat.

Met het meerjarenprogramma ‘Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen‘ moeten de gevolgen van de aardbevingen worden aangepakt. Het gaat om het herstel, versterking en veiligheid van gebouwen, maar ook om het vergroten van de leefbaarheid en duurzaamheid en het versterken van de regionale economie. De gemeente Groningen is één van vier clusters die zijn samengesteld uit de twaalf betrokken gemeenten die aan het meerjarenprogramma werken. Met het Rijk is afgesproken dat de gemeente Groningen zelf de voorbereiding en uitvoering van het meerjarenprogramma ter hand neemt.

De gecombineerde raadscommissie bespreekt onder meer de brief van het B&W over de mogelijke inbreng vanuit de stad Groningen. Het is volgens het college “een aanzet voor het programma voor het gebied stad Groningen”. “Het is nadrukkelijk een concept dat open staat voor aanvulling, aanscherping en wellicht verbetering. Het programma zal zodanig flexibel moeten zijn dat op nieuwe inzichten geanticipeerd en gereageerd kan worden. Alle betrokken partijen realiseren zich dat onder hoge tijdsdruk een programma tot stand moet komen, dat recht doet aan de behoefte en positie van de inwoners, ondernemers en instellingen.”

Tijdens de vergadering geeft eerst het college van burgemeester en wethouders (B&W) een inleiding waarna de raadsleden vragen kunnen stellen. Vervolgens geeft ook nationaal coördinator Alders een inleiding. Daarna kunnen de raadsleden de nationaal coördinator vragen stellen. Tot slot kunnen de raadsleden zeggen wat ze van de collegebrief over de mogelijke inbreng van de Stad aan het programma ‘Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen‘ vinden. Officieel heet dat wensen en bedenkingen geven. Het college wil in de commissie met de raad van gedachten wisselen over de mogelijke opgaven in het programma zodat het college eind september zijn inbreng aan de Nationaal Coördinator Groningen kan aanbieden.”

‘Gas speelt belangrijke economische en milieurol binnen energietransitie’

Gasinkomsten kunnen worden aangewend voor investeringen in hernieuwbare energiebronnen en een snelle vermindering van de CO2-uitstoot is direct te realiseren door kolen te vervangen door gas. Dat zei President-directeur Dick Benschop van Shell Nederland op het Aardgassymposium van het Clingendael International Energy Programme (CIEP) en de Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA).

Het Nederlandse Energieakkoord, dat loopt tot 2023, wordt momenteel geïmplementeerd. Verder kijkend werkt de Nederlandse overheid aan het Energierapport, een strategie voor 2030 en verder. Kortom, volop activiteit om te komen tot een toekomstbestendig energiebeleid.

Dat vraagt om een consistent en samenhangend beleidskader, een businesscase voor investeringen, een agenda voor innovatie en maatschappelijk draagvlak. Zover zijn we nog niet. Zo verbranden Nederlandse energiecentrales aan de vooravond van een duurzame energietransitie meer kolen dan ooit, terwijl moderne en ‘schone’ gascentrales stilstaan. Tegelijkertijd werpen de de aardbevingen in Groningen een schaduw over de grote betekenis van gas voor de Nederlandse energievoorziening.

De nadruk moet veel meer komen te liggen op de vermindering van de CO2-uitstoot op lange termijn. Daarnaast zou het goed zijn als de kosten en economische voordelen van een duurzame energietransitie transparant in kaart worden gebracht. De indicaties zijn dat deze kosten de komende decennia oplopen tot jaarlijks 1-2 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Dat is aanzienlijk. Tegelijkertijd zullen de Nederlandse energiegerelateerde belastingsinkomsten – nu goed voor zo’n 17 procent van de belastinginkomsten – afnemen, vooral richting 2030 en verder.

We hebben dus te maken met oplopende kosten en dalende inkomsten. Dan is het van belang om te focussen op de economische voordelen die de energietransitie kan opleveren, ook voor het behoud van maatschappelijk draagvlak. Neem ‘offshore wind’, windparken op zee. Als het gaat om duurzame energiebronnen heeft dit voor Nederland het grootste potentieel. Ik zie een nieuwe ‘energieprovincie’ op de Noordzee voor me, als de industrie in staat is om de kosten voor deze energiebron de komende tien jaar kan reduceren. Dan is het van groot belang of Nederland zelf in staat zal zijn een eigen “offshore wind” industrie te bouwen.

De rol van aardgas

Gas kan op verschillende vlakken een belangrijke bijdrage leveren als onderdeel van de energietransitie. De ‘basiscontributie’ is de economische bijdrage; de binnenlandse gasproductie levert natuurlijk inkomsten op. Het stimuleren van de productie, ook offshore, is dus van belang. De directe gasbaten dekken nu rond de 6 procent van de overheidsbegroting. Hoewel dit in de loop van de tijd minder wordt, praat je nog altijd over aanzienlijke inkomsten die - zoals de overheid heeft aangegeven - onder meer kunnen worden aangewend voor investeringen in hernieuwbare energiebronnen.

Daarnaast kan gas als energiebron een belangrijke rol spelen bij het behalen van de ambitieuze CO2-reductiedoelstellingen, in alle relevante sectoren. In de elektriciteitssector kunnen we bijvoorbeeld direct een flink verschil maken op basis van technologieën die nu beschikbaar en betaalbaar zijn. Met het vervangen van kolen door gas ten behoeve van stroomopwekking kan in Nederland een snelle CO2-emissiereductie worden gerealiseerd. Vanuit klimaatoogpunt is het echt niet uit te leggen dat moderne gascentrales stilstaan, terwijl oude kolencentrales bij ons en onze buren volop draaien.

Binnen de industrie is warmtekrachtkoppeling op basis van gas een efficiënte manier om CO2-emissies terug te dringen, terwijl we voor woningen kunnen denken aan een zogenaam hybridisatie-model:  een combinatie van isoleren, zonne-energie, warmtepompen en gas voor piekmomenten. Een zeer efficiënte oplossing die ons duurzaam voorbij 2030 zal brengen. Het is dan wel belangrijk dat er een gelijk speelveld voor verschillende oplossingen wordt gecreeërd en dat we onszelf niet beperken tot alleen elektrische oplossingen.

En ook binnen de transportsector kan de CO2-uitstoot met gas worden gereduceerd. Met LNG, bijvoorbeeld. Geen brandstof uit olie (diesel), maar uit gas. Shell opende laatst haar eerste LNG-station voor trucks in Nederland. En we hebben de break bulk terminal bij Gate in Rotterdam, een speciale LNG-terminal voor transport. Niet alleen voor trucks, maar ook voor de binnenvaart en zeeschepen. We investeren in een bunkerschip dat in staat zal zijn om zeeschepen te bevoorraden van LNG.

Naast de financiële bijdrage uit de gaswinning en de contributie aan CO2-reductie is gas belangrijk voor de flexibiliteit en stabiliteit van het energiesysteem. Hernieuwbare energie is nu eenmaal niet altijd beschikbaar. Flexibel gas dat wel opgeslagen en eenvoudig getransporteerd kan worden biedt hier uitkomst. Dan praat je over een ideale combinatie.

En tot slot kunnen we met gas interessante opties creeën voor de lange termijn, voor na 2030. Denk aan bio-gas en het opvangen en opslaan van CO2. Of aan het gebruik van de gasinfrastructuur voor waterstof.

Concluderend  moeten we in mijn ogen voortbouwen op dat waar we goed in zijn: gas. Het is belangrijk dat we daar maatschappelijk draagvlak voor blijven behouden en dat we hierin blijven investeren en innoveren. Tegelijkertijd moet je een nieuwe sterkte ontwikkelen, waarbij offshore wind het grootste potentieel heeft voor Nederland. Het lijkt me interessant als Nederland een proeftuin, een soort laboratorium kan worden voor die samenwerking tussen gas en hernieuwbare energie. Kijken of we daar de maximale economische spin off uit kunnen creëren.

Shell zal in ieder geval een belangrijke rol spelen in de evolutie van het Nederlandse energiesysteem, net zoals het bedrijf de afgelopen vijftig jaar heeft gedaan.

 










 



 




Voormalige gasfabrieksterreinen in oorspronkelijke staat hersteld

Alliander heeft de bodem van 28 voormalige gasfabriekslocaties gesaneerd. Waar ooit gas werd gewonnen uit steenkool kan nu weer volop worden gewoond, gewerkt en geleefd.

Rond 1900 werden er in Nederland veel gasfabrieken gebouwd. En met de komst van het aardgas in de jaren zestig verdwenen de karakteristieke gashouders weer uit het stedelijk beeld. Wat helaas niet verdween, was de erfenis aan bodemverontreiniging die het gevolg was van de winning van gas uit steenkool.

Bij de verantwoordelijkheid voor de energietoekomst hoort ook de verantwoordelijkheid om hier iets aan te doen. Samen met het Rijk, de provincies en gemeenten heeft Alliander de bodem op voormalige gasfabriekterreinen gesaneerd. Hierbij kregen wij financiële ondersteuning vanuit het landelijke programma Bodemsanering Voormalige gasterreinen.

Met de betrokken gemeenten, provincies en het ministerie van Infrastructuur & Milieu kozen wij voor een oplossingsgerichte aanpak. Door de soepele samenwerking werd een milieuerfenis van meer dan 100 jaar oud zo snel mogelijk en op de meest milieuverantwoorde en kosteneffectieve manier opgeruimd. Waar ooit gas werd gewonnen uit steenkool, met alle bodemvervuiling van dien, kan nu weer volop worden gewoond, gewerkt en geleefd.

In totaal zijn 28 voormalige gasfabriekslocaties van Alliander in de afgelopen 15 jaar gesaneerd. Veel oude gasfabrieksterreinen zijn geschikt gemaakt voor woningbouw en centrumvoorzieningen. Sommige locaties blijven bij Alliander in gebruik, omdat ze nog steeds een rol vervullen in het huidige gasnet.

dinsdag 22 september 2015

'Fraude met uitstoot van diesels bewezen'

Volkswagen is op heterdaad betrapt: er wordt gesjoemeld met het afstellen van de motor, waardoor hun diesels in de praktijk vele malen vervuilender zijn dan op papier. Het Amerikaanse Milieuagentschap (Environmental Protection Agency; EPA) heeft aangetoond dat Volkswagen software gebruikt die ervoor zorgt dat alleen tijdens emissietests gebruik gemaakt wordt van de systemen die de uitlaatgassen verschonen. Zodra de auto’s buiten rondrijden, stoten ze tot wel 40x meer vervuiling uit dan op de testbank. Dat deze stoffen zeer schadelijk zijn voor de gezondheid kan de auto-industrie kennelijk weinig schelen.

Al jaren blijkt dat veel auto's in de praktijk vele malen meer schadelijke stoffen uitstoten dan fabrikanten opgeven in hun specificaties. Tijdens laboratoriumtests voldoen de auto's prima aan de normen, om vervolgens als ze buiten rondrijden flink te vervuilen. Vorige week nog toonde Transport and Environment aan dat slechts 1 op de 10 nieuwe diesels in de praktijk voldoet aan de normen (2). Autofabrikanten hebben altijd ontkend dat zij frauderen met deze systemen, maar Volkswagen is nu keihard door de mand gevallen. ‘Dat betekent overigens niet dat andere automerken beter zijn. Ook daar zien we enorme verschillen tussen de uitstoot in de praktijk en die op papier. Volkswagen is gewoon de eerste die er gloeiend bij is’, aldus Ivo Stumpe, campagneleider Verkeer van Milieudefensie.

Moderne auto's hebben een chip waarmee het motormanagement wordt geregeld. De software herkent wanneer de auto getest wordt: dan draaien bijvoorbeeld alleen de achterwielen, zijn botsings- en antislipsystemen uitgeschakeld, of gaat de auto vol gas maar wel met aangetrokken handrem en geopende motorkap. De chip concludeert dan dat de auto op een rollerbank staat voor een test en gedraagt zich dan extra milieuvriendelijk. Er wordt dan voldoende ureum toegevoegd, een stof die gebruikt wordt om stikstofoxiden uit de uitlaatgassen te verwijderen. Eenmaal buiten wordt dat ureum niet meer voldoende toegevoegd, om de consumenten de kosten en moeite van het bijvullen van het reservoir te besparen. Gevolg: vele malen hogere uitstoot.

Volkswagen loopt kans op een boete van zo'n 16 miljard euro in de Verenigde Staten om een kleine half miljoen diesels te vervangen, omgerekend ruim 33.000 euro per auto. In Europa rijden nog veel meer diesels rond. Officieel is nog niet aangetoond dat daar ook mee gesjoemeld is, maar dat lijkt een kwestie van tijd. ‘Het is dezelfde fabrikant die hetzelfde type auto's op de markt brengt en hier moet voldoen aan bijna even strenge normen als in de VS. We zien al jaren dat de auto's in de praktijk niet voldoen aan die normen. De conclusie is duidelijk: ook in Europa vindt fraude plaats, en niet alleen door Volkswagen, maar waarschijnlijk door het merendeel van alle autofabrikanten’, aldus Stumpe. De kosten voor vervanging van de betreffende auto's is niet de enige financiële schade voor het Volkswagen. Op de ochtend nadat het nieuws over de fraude bekend werd, kelderde de koers van Volkswagen met ruim 20 procent, de grootste koersval in zeven jaar (3).

Europa moet alle diesels die op de markt zijn en nog komen onderwerpen aan strenge praktijktests. Auto's van alle autofabrikanten moeten worden doorgelicht op software- of andere fraude en beboet als blijkt dat er gesjoemeld wordt, zegt Milieudefensie.

Per 2017 is door Europa een nieuwe wet aangekondigd waarin staat dat auto's niet alleen in laboratoriumtests maar ook in praktijktests aan de norm moeten voldoen. Milieudefensie vindt dat er dan ook een onafhankelijke instantie moet komen die steeksproefgewijs checkt of de auto's daadwerkelijk in de praktijk voldoen aan de normen. De instantie die dat nu doet wordt door de autofabrikanten zelf betaald.

In één klap 56% meer Nederlandse windenergie op zee door windpark Eneco Luchterduinen

Met een traditionele Japanse Kagami Biraki-ceremonie is windpark Eneco Luchterduinen feestelijk in gebruik genomen door de twee eigenaren, Mitsubishi Corporation en Eneco. Het windpark telt 43 windmolens en staat 23 kilometer uit de kust van Zandvoort en Noordwijk. Luchterduinen heeft een vermogen van 129 MegaWatt en is daarmee goed voor groene stroom voor 150.000 huishoudens. De totale investering bedraagt 450 miljoen euro.

De vergunning voor het windpark werd in 2008 aangevraagd. Vervolgens zijn circa 2 miljoen manuren besteed aan het ontwerp en de installatie van het windpark. Er werkten naar schatting 560 medewerkers van Mitsubishi Corporation, Eneco, Ecofys, Van Oord, Vestas, Joulz, Tennet en verschillende adviesbureaus aan het project. De hoofdaannemer van het windpark was Van Oord.

Op zee werden 50 schepen ingezet, waaronder het offshore installatieschip Aeolus van Van Oord, kabel-aanlegschepen, stenenstorters, sleepboten en het kraanschip Rambiz. De werkzaamheden zijn zeer voorspoedig verlopen: het windpark is binnen budget én drie maanden eerder dan gepland opgeleverd.

In de Nederlandse Noordzee stonden al twee windparken die in 2007 en 2008 zijn gebouwd: Offshore Windpark Egmond aan Zee (Nuon/Shell, 108 Megawatt) en Prinses Amaliawindpark (Eneco, 120 Megawatt). Door de komst van Eneco Luchterduinen met 43 windmolens van 3 Megawatt neemt het vermogen toe met 129 MegaWatt, oftewel 56%.Als gekeken wordt naar de totale windenergiecapaciteit van Nederland (en dus ook alle windmolens op land worden meegenomen) betekent de komst van Luchterduinen in één keer een toename van ruim 5 procent.

Nederlander ziet meeste toekomst in elektrisch rijden

Elektrisch rijden heeft de toekomst, zo verwachten Nederlandse automobilisten. Volgens bijna 30 procent van de Nederlanders zal deze vorm van autorijden over 25 jaar zelfs dominant zijn.

Europese automobilisten zien naast elektrisch rijden een belangrijke rol weggelegd voor hybride auto’s, maar onder Nederlanders is het vertrouwen hierin beduidend lager.

Dit blijkt uit onderzoek van AutoScout24 naar de auto van de toekomst. Benzine en diesel, nu nog de meest dominante vormen van brandstof, zullen langzaamaan uit het straatbeeld verdwijnen, zo verwacht de meerderheid van de ondervraagde automobilisten in Europa. Van de Nederlanders bestempelt slechts 5% diesel en benzine als de meest toekomstbestendige brandstof. Fransen hebben met 9% nog het meeste vertrouwen in beide brandstoffen.

Belangrijke vraag bij de verwachte overgang naar alternatieve brandstoffen, is wie er moet betalen voor de aanpassingen aan de infrastructuur die hiervoor nodig zijn. Denk hierbij aan het plaatsen van laadpalen voor elektrische auto’s en de aanpassingen die op tankstations gedaan moeten worden. Een derde van de Europeanen is van mening dat deze aanpassingen door de samenleving als geheel moet worden gefinancierd.

Het principe ‘de vervuiler betaalt’ lijkt alleen op te gaan in Duitsland en Oostenrijk. Hier vindt een kwart van de ondervraagden dat automobilisten die weigeren over te stappen op alternatieve brandstoffen, de benodigde aanpassingen in infrastructuur moeten bekostigen. Onder Nederlanders is slechts één op de tien automobilisten deze mening toebedeeld. Sterker nog, een kwart van de Nederlanders vindt juist dat degenen die gebruik maken van alternatieve brandstoffen, moet betalen.

maandag 21 september 2015

'Keuze voor gebiedscoördinator windparken ongekend slecht'

CDA-Tweede Kamerlid Agnes Mulder heeft scherpe kritiek op de aanstellingsprocedure rond de gebiedscoördinator voor de windparken in de Veenkoloniën. Dat vertelt ze aan RTV Drenthe.

Het Drentse kamerlid reageert op de commotie die is ontstaan rond de aanstelling van gebiedscoördinator Titian Oterdoom. Die moet het gebied in, om te praten over de windmolens.

Er moet 150 megawatt aan windenergie komen met de windparken De Drentse Monden en Oostermoer. De gebiedscoördinator heeft als taak de animo te peilen voor participatie in de windparken.

In de Veenkoloniën zitten ze absoluut niet te wachten op Titian Oterdoom als gebiedscoördinator. 'Wij willen geen windmolens, dus waarom zou die meneer hier moeten komen. Hij kan beter thuisblijven.'

Quick scan van ECN en PBL brengt mogelijkheden voor extra vermindering van uitstoot broeikasgassen in 2020 in kaart

Ten behoeve van de politiek-bestuurlijke afweging hebben ECN en PBL in een ‘quick scan’ het reductiepotentieel van extra klimaatbeleidsmaatregelen in 2020 en een eerste inschatting van de daarmee verbonden kosten in kaart gebracht. Deze quick scan is grotendeels op basis van bestaand onderzoek verricht.

Aanleiding voor de quick scan is de uitspraak in de zaak van Urgenda tegen de Staat, waarin de rechter de Staat heeft opgedragen om in 2020 de binnenlandse broeikasgasemissies met 25% te reduceren ten opzichte van 1990. De quick scan laat zien dat, als al het nu reeds vastgestelde en voorgenomen beleid wordt gerealiseerd, een reductie van 18% wordt gehaald. Dit betekent dat een extra reductie van circa 15 Mton CO2-equivalenten noodzakelijk is.

PBL en ECN hebben becijferd wat het technisch maximale reductiepotentieel in 2020 is bovenop vastgesteld en voorgenomen beleid. Dit bedraagt ongeveer 16 Mton. Volledige uitvoering van het Energieakkoord levert zo’n 6 tot 9 Mton op.

De belangrijkste maatregelen zijn emissiebeperking bij kolencentrales (biomassabijstook, afvang en opslag van CO2, vervanging door gascentrales), het aanpassen van maximumsnelheden in het transport en het invoeren van een kilometerheffing. Andere mogelijke maatregelen zijn meer energiebesparing in de industrie, het sneller verduurzamen van woningen en bedrijven, en methaanreductie in de landbouw door mestvergisting.

ECN en PBL hebben bij de quick scan niet gekeken naar de moeite of tijd die het kost om de maatregelen politiek en maatschappelijk voor elkaar te krijgen. Het zal een enorme uitdaging zijn om 15 Mton feitelijk te realiseren, waarbij uitstel van besluitvorming het nog moeilijker maakt. Als besluitvorming over de emissiereductie een jaar wordt uitgesteld, loopt het totaal terug naar 13 Mton. Ook de maatschappelijke kosten van maatregelen zijn buiten beschouwing gelaten.

PBL en ECN wijzen erop dat een emissiedaling in Nederland niet tot eenzelfde daling wereldwijd hoeft te leiden, bijvoorbeeld omdat vanwege het vastgestelde Europese emissieplafond een emissiereductie in de Nederlandse elektriciteitssector tot een stijging elders kan leiden. Bovendien is het belangrijk om nu maatregelen te nemen die emissiereductie in de periode na 2020 vergemakkelijken of in elk geval niet in de weg staan.

Tekort aan senior ingenieurs in de Nederlandse olie- en gasindustrie

De Afdeling voor Olie- en Gastechnologie van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) heeft onderzoek gedaan naar vraag en aanbod van ingenieurs in de Nederlandse olie-en gasindustrie. Hierin komt onder meer naar voren dat er een tekort is aan zowel senior ingenieurs als vrouwelijke ingenieurs. Ook zijn er zorgen over mogelijk verlies aan innovatieontwikkeling bij studenten door het steeds schoolser wordende universitair onderwijs. Op startersniveau blijken vraag en aanbod elkaar goed in evenwicht te houden. De bevindingen van het onderzoek zijn op woensdag 9 september aangeboden aan Merit Clocquet, programmaleider Techniekpact bij het Ministerie van Economische Zaken.

KIVI heeft in kaart gebracht wat in de komende jaren de verwachte vraag is naar ingenieurs en welke specifieke kennis en competenties bedrijven in de olie- en gasindustrie verwachten van net afgestudeerde ingenieurs. Uit het onderzoek blijkt dat er een tekort is aan senior ingenieurs met vakinhoudelijke en sectorspecifieke kennis en dat bedrijven het percentage vrouwelijke ingenieurs actief willen verhogen.

Overige aandachtspunten zijn de vraag naar docenten in het hoger onderwijs met een achtergrond in de sector en het imago van de sector. Het steeds schoolser wordende systeem in het universitaire onderwijs heeft als risico dat het kan leiden tot minder innovatieontwikkeling en creativiteit bij studenten. Beginnende ingenieurs wordt sterk geadviseerd eerst aan hun vakinhoudelijke basis te werken. Positieve punten bleken de evenwichtige balans van vraag en aanbod van ingenieurs. Ook was men te spreken over het salarisniveau.

 

vrijdag 18 september 2015

Nederlands voorstel voor klimaat omarmd door EU

Op voorspraak van Nederland koerst de Europese Unie bij klimaatonderhandelingen voor en tijdens de VN-klimaattop in Parijs (30 nov. - 11 dec.) aan op een lange termijnvisie gericht op mondiale klimaatneutraliteit en klimaatweerbaarheid in de tweede helft van deze eeuw. Dit is de uitkomst van de Milieuraad van de EU die vandaag de inzet van de gezamenlijke EU-onderhandelaars de komende tijd vaststelde. 'Het is goed dat de EU het ambitieuze Nederlandse voorstel heeft overgenomen. Daarmee zetten we een belangrijke volgende stap naar een robuust klimaatakkoord in december.' zegt staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur & Milieu).

Nederland zet in op een breed gedragen klimaatakkoord. 'Alle partijen moeten meedoen; niet alleen de 194 landen maar ook het bedrijfsleven, NGO's, steden & regio's en geloofsgemeenschappen.' Het akkoord moet flexibel zijn. Dat kan door een evaluatie iedere 5 jaar, waarbij partijen hun ambities kunnen bevestigen of naar boven bijstellen, als technische of economische ontwikkelingen dat mogelijk maken.

'De kern van de EU-inzet voor het klimaatakkoord is een reductie van tenminste 40% in 2030, met als uiteindelijk doel een klimaatneutrale wereld om klimaatverandering tot maximaal 2 graden te beperken.' zegt Mansveld.

Tenslotte vindt Nederland het van belang dat de wijze waarop alle landen hun afspraken nakomen transparant is, zodat de voortgang goed gemonitord kan worden. 


Energieneutraal wonen in Twente

De afgelopen vijf jaar zijn 56 energieneutrale woningen gebouwd door corporaties van WoON Twente. Het betreft woningen in Goor, Enschede, Hengelo, Overdinkel, Tubbergen en Borne. In de afgelopen periode zijn in totaal vier projecten met landelijke prijzen bekroond. Drie Passief Bouwen Award’s (2011, 2012 en 2013) en een voor de Robuust Energieneutraal Award 2013/2014.

De bewoners van de 56 woningen zijn tevreden met hun energieneutrale woning en meer bewust van energielasten. De energielasten zijn relatief laag en de woningen zijn comfortabel. Het doel van energiebesparing in de gebouwde omgeving is behaald. Ter afronding vindt op 14 september een slotsymposium plaats, waarin kennisdeling centraal staat en een verkenning is voor de ambities van Twentse corporaties in de toekomst.