Pagina's

vrijdag 30 januari 2015

TU/e steeds duurzamer volgens GreenMetric ranglijst

De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) is opnieuw gestegen in de UI GreenMetric World University Ranking. Dit is een ranglijst voor duurzaamheid en milieuvriendelijke bedrijfsvoering van universiteiten. De TU/e staat in de lijst over 2014 op plaats 18 met een score van 6.923 punten. Vorig jaar stond de TU/e nog op plaats 36 van 301 universiteiten. Nummer één is opnieuw de University of Nottingham, met 7.803 punten.

De TU/e scoort het hoogst van de vier deelnemende  Nederlandse universiteiten. 360 universiteiten uit 62 landen vulden de vragenlijst van Universitas Indonesia (UI) in. De GreenMetric Ranking bestaat sinds 2010. De initiatiefnemers willen een podium geven aan universiteiten die actief hun CO2uitstoot aanpakken en klimaatverandering bestrijden. Bij de samenstelling van de lijst wordt rekening gehouden met de grootte van de universiteit, de locatie van de campus en de hoeveelheid groen. De ranglijst wordt opgesteld volgens eens aantal categorieën en wegingsfactoren: ligging en infrastructuur (15%), energie en klimaatverandering (21%), afvalmanagement(18%), watergebruik(10%), vervoer (18%), en onderwijs (18%).

De stijging van de TU/e op de ranglijst is het gevolg van het integrale TU/e duurzaamheidsbeleid van de afgelopen jaren. Zo neemt het bebouwde deel van de universiteit af dankzij het huisvestingsplan Campus 2020 af. Nieuwe gebouwen zoals het MetaForum en Flux voldoen aan hoge duurzaamheidseisen. Flux (faculteiten Electrical Engineering en Technische Natuurkunde), dat in april in gebruik wordt genomen, is zelfs energieneutraal. Ook de ontwikkeling van het project de Groene Loper levert een hogere score op. De TU/e scoort daarnaast op onderzoek naar duurzame technologieën en de aandacht hiervoor in het onderwijs.

Vorig jaar werd de TU/e al tweede in het universiteitsklassement van de Sustainabul, de nationale duurzaamheidsranking voor het Hoger Onderwijs. Voorzitter Jan Mengelers van het College van Bestuur van de TU/e is tevreden over de hogere plek in de ranking. "Het is prettig om bevestigd te zien dat onze investeringen vruchten afwerpen. We zijn deze weg ingeslagen om de campus en de universiteit groener, leefbaarder en duurzamer te maken. Dat doen we door fysiek te bouwen en herinrichten en via onderwijs en door onze beleidsmatige keuzes. Dan is het goed om - bijvoorbeeld door te participeren aan een dergelijke ranglijst - te checken of je op de juiste weg bent."


Duurzame Dates gewonnen door TCE Go Four

De winnaar van de Duurzame Dates Groningen 2015 is TCE Go Four uit Stadskanaal. Het bedrijf ontving in het provinciehuis de prijs uit handen van gedeputeerde en juryvoorzitter Yvonne van Mastrigt. TCE Go Four werd beloond voor de Bio Product Processor (BPP), die via enzymen bepaalde gewassen omzet in brandstof of voedingsstoffen. TCE Go Four won ook de publieksprijs.

TCE Go Four was een van de negen Groninger bedrijven die tijdens de Duurzame Dates in het provinciehuis hun ideeën lieten zien. Tijdens deze dag konden jury en publiek uitgebreid kennismaken met de verschillende ideeën voor het opwekken en besparen van energie. Het evenement was bedoeld voor innovatieve bedrijven om kennis te delen en inspiratie op te doen, zodat duurzame initiatieven verder ontwikkeld kunnen worden. Het was de eerste keer dat de Duurzame Dates werden gehouden. De organisatie was in handen van de provincie en het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid (IVN).

Bij het winnende concept van TCE GoFour gaat het om een goed doordacht proces, aldus het juryrapport. De Bio Product Processor is volgens de jury breed toepasbaar in het bedrijfsleven. Verder hoeft er bij de processor geen hoge waarde van oliehoudende gewassen (zoals koolzaad, hennep of soja) gebruikt te worden om toch een goede opbrengst te krijgen.

Juryvoorzitter Yvonne van Mastrigt roemde verder de grote variatie aan ideeën tijdens Duurzame Dates: "Het is een mooie mix tussen verrassende en nieuwe ideeën. Ideeën die nog ver van de markt staan, en ideeën die bijna kant-en-klaar lijken te zijn om geld en werk te genereren, en die bij kunnen dragen aan een meer duurzame economie".

Datacenter biedt klanten groene energie

Digital Realty, een leverancier van datacenter- en co-locatieoplossingen, introduceert Clean Start, een programma dat klanten toegang geeft tot groene energie. Klanten die een nieuw contract tekenen, ontvangen groene energie certificaten voor die hoeveelheid energie die zij verbruiken tijdens het eerste contractjaar binnen het datacenter.

Daartoe geeft Digital Realty zogeheten renewable energy certificates (RECs) uit, waarbij één REC staat voor een megawattuur (MWh) aan duurzame energie. Clean Start past binnen de bredere strategie van Digital Realty om duurzaamheid binnen datacenters te stimuleren. Dit jaar zal de organisatie nog meer programma’s introduceren die de gevolgen voor het milieu zo veel mogelijk beperken. 

Klanten van Digital Realty ontvangen automatisch de RECs tijdens het eerste contractjaar. Na het eerste jaar kiezen ze of ze door willen gaan met het programma.

donderdag 29 januari 2015

Gastles warmtenet Dordrecht voor leerlingen Davinci

De WKO-installatie (warmte-koudeopslag) op het Leerpark is sinds eind vorig jaar aangesloten op het warmtenet Dordrecht. Daarmee is een nieuwe mijlpaal bereikt bij de aanleg van het warmtenet. Om hierbij stil te staan overhandigde wethouder Van der Linden op 28 januari 2015 symbolisch een warmteleiding aan de vertegenwoordigers van Davinci en het Leerpark. Dat was tevens aanleiding voor een gastles duurzame energie voor zo’n 100-tal eerstejaars leerlingen Middenkader Engineering en Mechatronica van het Davinci College.

“Op het Leerpark zijn we blij met de aansluiting van de WKO op het warmtenet”, verwelkomde directeur Leerpark Rein Meester alle aanwezigen. “Het stelt ons in staat deze installatie verder te optimaliseren. Het biedt ook aanknopingspunten voor onze leerlingen om meer te weten te komen over duurzame energie en met name over warmte. We zijn dan ook blij dat HVC in de Duurzaamheidsfabriek hierover een gastles komt geven.”

“Het warmtenet Dordrecht is een uniek project”, aldus wethouder Rik Van der Linden. “Allereerst omwille van de samenwerking met Trivire, Woonbron, instellingen, bedrijfsleven en bewoners. Dat maakt de aanleg van het warmtenet mogelijk in nieuwe én bestaande gebouwen in Dordrecht. Bovendien worden de nieuwste technieken gebruikt bij de aanleg. Het is dan ook goed te vertellen wat de aanleg inhoudt en vooral waarom we het warmtenet aanleggen.”

De gastles werd verzorgd door Robert Crabbendam, manager Optimalisatie en Ontwikkeling bij HVC en engineer Bart van Walderveen, beiden betrokken bij de aanleg van het warmtenet Dordrecht. De leerlingen werden bijgepraat over duurzame energie en de (technische) aspecten die bij de aanleg van het warmtenet aan de orde komen. Ook de forse reductie van CO₂-uitstoot die dankzij het warmtenet kan worden gerealiseerd, werd toegelicht. Tot slot werden de leerlingen gewezen op vele interessante technische functies binnen de sector van duurzame energieopwekking.

Dordrecht wil nog duurzamer. Nu worden in Dordrecht nog te veel fossiele brandstoffen
gebruikt, terwijl lokaal duurzamere alternatieven beschikbaar zijn. Gemeente, woningcorporaties
Woonbron en Trivire en HVC zetten zich daarom samen in voor een collectief warmtenet
dat ongebruikte energie benut. Hierdoor kan een flinke hoeveelheid CO₂ gereduceerd worden.
Binnen enkele jaren wordt het warmtenet uiteindelijk zo’n zeventien kilometer lang en zal het zo’n 10.000 woningen en bedrijven van duurzame warmte voorzien. De reductie komt overeen met circa 6 miljoen liter benzine, goed voor gemiddeld 90 miljoen autokilometers of 220.000 m² aan zonnepanelen. Wie kiest voor een aansluiting op het warmtenet kan rekenen op een betrouwbare warmtebron en een marktconform tarief.

Puik stukje werk dankzij intense samenwerking SPIE, TenneT en Delta

Ingrijpende aanpassingen en uitbreidingswerkzaamheden hebben van station Rilland een 150kV station gemaakt. Na twee decennia dienst te hebben gedaan als 'klein aftak stationnetje' is dit station deze week als volwaardig dubbel rail station in bedrijf genomen.

Door de toename van met name de windopwekking in het gebied rondom het station, was het noodzakelijk om het station uit te breiden met twee extra transformatoren en moest één transformator vervangen worden door een zwaarder type. Tot vorig jaar was het station een aftakking op de lijnverbindingen tussen Woensdrecht en Goes de Poel, beide 150kV stations. De twee lijnverbindingen die over station Rilland gaan zijn geknipt en met alle vier de uiteinden op een geheel nieuw schakelveld gemonteerd.

SPIE was aannemer van dit project. Samen met Delta en TenneT heeft SPIE ervoor gezorgd dat station Rilland niet langer meer als 'stiefkindje' beschouwd wordt. Bouwleider van opdrachtgever TenneT noemt het "een puik stukje werk", dit mede omdat het station tijdens de verbouwing gewoon in bedrijf moest blijven.

Total Gas and Power Nederland mag elektriciteit leveren aan kleinverbruikers

Het bedrijf Total Gas and Power Nederland B.V. mag nu ook elektriciteit leveren aan kleinverbruikers. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft op 20 januari 2015 hiervoor een vergunning verleend. Het bedrijf leverde al gas aan kleinverbruikers. ACM vindt dat het bedrijf voldoende heeft aangetoond te voldoen aan de wettelijke vereisten die nodig zijn om energie aan kleinverbruikers te leveren. Een vergunning is alleen nodig voor de levering van energie aan kleinverbruikers.

Zonnepanelen leasen of kopen?

De zon leasen. Het kan. Wie de investering in zonnepanelen niet wil of kan doen, heeft ook alternatieven. Leaseconstructies zijn nog vrij nieuw. Collectief inkopen is ook een manier om tijd en geld te besparen.

Zonnepanelen zijn een rendabele investering. Op het dak van een doorsneewoning zijn 6 panelen gebruikelijk. Dat kost de consument ongeveer 2.900 euro. De jaarlijkse opbrengst is dan rond de 300 euro, wat betekent dat de terugverdientijd 11 jaar is.

Wie opziet tegen de investering kan ook leasen. De nieuwe aanbieder Big Solar biedt zonnepanelen aan in een pakket met energiezuinige led-lampen en een monitor die het verbruik toont. Volgens het bedrijf biedt de oplossing direct een besparing van zo’n 20 procent op de elektriciteitsrekening. Klanten betalen 40 tot 50 euro per maand en zouden per jaar tussen de 126 en 310 euro besparen. Big Solar begint in steden als Amsterdam en Utrecht. De rest van Nederland moet dit jaar volgen. Er zijn meer aanbieders van lease-concepten.

woensdag 28 januari 2015

Ruim 130.000 keer ingelogd op site energielabel

Sinds begin januari hebben meer dan 130.000 mensen (unieke personen) met hun DigiD ingelogd op de website van het energielabel. Tot nu toe zijn per post 1,5 miljoen voorlopige energielabels bezorgd bij huiseigenaren. De overige 3,5 miljoen volgen tot half februari. Bijna 22.000 mensen hebben inmiddels hun voorlopige energielabel omgezet in een definitief label. Sinds begin januari is er bijna 23.000 keer naar de helpdesk gebeld en ruim 4.400 keer gemaild.

Het voorlopige energielabel dat 5 miljoen huiseigenaren per post krijgen, geeft zo goed mogelijk een inschatting hoe zuinig hun huis is met gas, elektriciteit en warmte. Via internet is te zien welke maatregelen ze nog kunnen nemen om energie te besparen. Ook kunnen huiseigenaren hun voorlopige energielabel definitief maken. Maar dat is alleen verplicht bij verkoop of verhuur van een huis.

Het voorlopige label is gebaseerd op gegevens uit het Kadaster (type huis, grootte, bouwjaar) en op actuele gegevens van vergelijkbare huizen. Het label varieert van A (zeer zuinig) tot G (zeer onzuinig). De vergelijkbare huizen komen uit een onderzoek uit 2006 naar het huizenbestand in Nederland. Zo kan worden ingeschat dat bijvoorbeeld een vooroorlogs huis inmiddels niet meer is voorzien van een gashaard, en wel dubbel glas heeft in de woonkamer.

Een huiseigenaar kan zijn voorlopige energielabel via energielabelvoorwoningen actueel maken: invullen welke maatregelen inmiddels zijn getroffen die nog niet in het voorlopige label zijn verwerkt. Denk aan isolatie, een zuinige cv-ketel, dubbel glas, de warmwatervoorziening, de ventilatie en zonnepanelen. Na het invullen van actuele gegevens kan een huiseigenaar het voorlopige label officieel laten omzetten in een definitief label. Dat kan digitaal door bewijs als foto's en nota's te uploaden. Een zelfgekozen erkend deskundige beoordeelt dit. Via de website is het ook mogelijk te bekijken welke energiebesparende maatregelen mogelijk zijn. De stap naar officiële registratie is niet nodig als een huiseigenaar geen verkoopplannen heeft.

Planten bewaken de kwaliteit van gewassen rond afvalverbrandingsinstallaties

Sommige planten zijn erg gevoelig voor de luchtkwaliteit en reageren met zichtbare, soms specifiek toewijsbare, symptomen. Door deze in risicogebieden aan te planten is het mogelijk om daar de luchtkwaliteit te monitoren. Daarnaast nemen planten ook gassen en stof op, die na oogst nader kunnen worden geanalyseerd. Deze ‘biomonitoring’ is een krachtig instrument gebleken bij de bewaking rond onder andere afvalverbrandingsinstallaties. De resultaten van het onderzoek door wetenschappers van Wageningen UR zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Chemosphere

Vanaf het midden van de jaren negentig zijn er in Nederland diverse afvalverbrandingsin­stallaties in gebruik genomen. Verbranding van huishoudelijk afval leidt tot uitstoot van potentieel toxische stoffen naar de lucht. De verbrandingsinstallaties moeten voldoen aan de meest strikte voorwaarden voor rookgasreiniging, maar toch blijft het publiek bezorgd over de mogelijke gevolgen van emissies naar de lucht op de menselijke gezondheid en het milieu.

Rond drie afvalverbrandingsinstallaties zijn biomonitoring programma's opgezet voor het vroegtijdig opsporen van mogelijke effecten van de uitstoot op de kwaliteit van gewassen en landbouwproducten. De meerjarige resultaten (2004-2013) laten zien dat er rond de installaties geen sprake is geweest van een potentieel risico met betrekking tot de consumptiekwaliteit van de onderzochte gewassen en producten. De concentraties aan zware metalen, PAK's en dioxines/PCB’s kwamen overeen met het achtergrondniveau.

Rond twee van de drie verbrandingsinstallaties werd vrijwel jaarlijks, met name de winterperiode, enkele overschrijdingen van de fluoride norm voor veevoer (gras) geconstateerd. Een causaal verband kon niet worden aangetoond, maar een bijdrage van de emissies aan de gevonden gehalten kon niet volledig worden uitgesloten. Met betrekking tot het risico voor vee waren de gevonden concentraties van weinig betekenis.

Het onderzoek heeft aangetoond dat biomonitoring een geschikt instrument is om effecten van emissies op gewassen te monitoren. Door de overwegend positieve resultaten (geen effect) hebben de programma’s ook bijgedragen aan een betere relatie tussen betrokken bedrijven en omgeving. Er is sprake van minder ongerustheid over mogelijke gezondheidsrisico’s.

Zo haal je meer rendement uit je spaargeld

De spaarrente staat met 1 à 1,5 procent op het laagste niveau van de afgelopen tien jaar. Volgens berekeningen van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal is het juist nu lonend om te investeren in energiebesparing. Het rendement op woningisolatie is bijvoorbeeld vergelijkbaar met 7 tot 12 procent rente op een spaarrekening.

Investeren in energiebesparing loont. "Nu je geld besteden aan energiebesparing betekent dat je straks geld over houdt, omdat je dan minder energiekosten hebt", aldus Marlon Mintjes van Milieu Centraal. Spouwmuurisolatie levert het meeste op: evenveel als een fictieve spaarrekening met 12 procent. "Dit rendement is vele malen groter dan het rentepercentage van minder dan anderhalf procent die je bij de meeste banken in Nederland nu op je spaarrekening krijgt. Zelfs als de gasprijs de komende 25 jaar gelijk zou blijven, is het rendement van de investering in spouwmuurisolatie nog 9 procent en ligt het daarmee boven de huidige spaarrente." Spouwmuurisolatie kost voor een gemiddelde eengezinswoning ongeveer 2.000 euro. In het eerste jaar is de besparing op de energierekening zo'n 570 euro.

Ook investeringen in dak- en vloerisolatie en HR++ glas bieden fors hogere rendementen dan een spaarrekening. Zo levert dakisolatie bijvoorbeeld een rendement van 9 procent op, en HR++ glas 7 procent. Naast lagere energielasten levert isolatie bovendien meer comfort in huis en een beter milieu op.

Woningen die tussen 1920 en 1975 zijn gebouwd hebben bij de bouw geen spouwmuurisolatie gekregen. Naar schatting zijn er in Nederland nog één miljoen koopwoningen en 700.000 huurwoningen zonder geïsoleerde spouwmuur.

dinsdag 27 januari 2015

Energiebedrijf E.ON ontwikkelt zonnepanelenveld langs A28 bij Tynaarlo

Energiebedrijf E.ON realiseert op korte termijn binnen de gemeente Tynaarlo een zonnepanelenveld. Hier heeft het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo begin deze week toestemming voor gegeven. Er wordt binnenkort gestart met de verkoop van de ongeveer 180 zonnepanelen waarbij alle aangrenzende postcodes in aanmerking komen. Een uitkomst voor mensen die geen mogelijkheid hebben om zelf zonnepanelen op hun huis te leggen.

Het zonnepanelenveld wordt langs de A28 in de gemeente Tynaarlo gerealiseerd. De grond hiervoor wordt door de gemeente aan E.ON verpacht. Het energiebedrijf richt een coöperatie op waarvan inwoners met aangrenzende postcodes, lid kunnen worden. Dit zijn ongeveer 6.000 huishoudens die hierdoor de kans krijgen om te kunnen investeren in één of meerdere zonnepanelen en daarmee duurzame energie. De wethouder op het gebied van Duurzaamheid van de gemeente Tynaarlo, Theun Wijbenga is enthousiast over het plan: “Het is fantastisch dat E.ON onze inwoners deze kans biedt. We geven ze daarom dan ook graag de ruimte voor dit initiatief”.

Ook E.ON is blij met de kans die hen, door de samenwerking met de Gemeente Tynaarlo aan te gaan, wordt geboden.” Door gezamenlijk op te trekken met de gemeente maken we het mogelijk voor nabijwonende inwoners die niet in de mogelijkheid zijn om zonnepanelen op hun dak te leggen, dit alsnog te doen. Zo geven we iedereen de kans om duurzame energie op te wekken.” Aldus Roel Meijerink, Sales Director van E.ON Benelux.

Wanneer het project succesvol blijkt en er voldoende mensen meedoen in de eerste helft van dit jaar, wil E.ON het zonnepanelenveld graag verder uitbreiden. Daarvoor hebben het College van burgemeester en wethouders en E.ON een zuidelijker gelegen perceel op het oog waar maar liefst 4.400 panelen geplaatst kunnen worden. De gemeenteraad wordt op 12 februari gevraagd of ze hieraan mee wil werken.

Nieuwe Attero turbine afvalenergiecentrale Moerdijk

Attero gaat zijn afvalenergiecentrale Moerdijk voorzien van een nieuwe turbine voor de levering van duurzame energie. Het project bestaat uit de bouw van een stoomturbine en bijbehorende faciliteiten, zoals de koelwatervoorziening en aansluiting op het 150kV elektriciteitsnet. Het voorgenomen investeringsbesluit bedraagt meer dan 100 miljoen euro en ligt thans voor advies bij de OR. Het gaat om de AZN centrale in Moerdijk. Deze afvalenergiecentrale is voor 80 procent in handen van Attero en voor 20 procent in handen van het Belgische Indaver. De hoofdaannemer van dit project is Kraftanlagen München Gmbh, een dochter van het Zwitsers industrieel conglomeraat Alpiq.

De afvalenergiecentrale levert 450 ton stoom per uur en daarmee gaat Attero met de nieuwe turbine 123 MW output leveren. Attero verwacht direct na de zomer van 2015 te starten met de bouwwerkzaamheden en deze eind 2017 af te ronden.

Attero produceert sinds 1997 duurzame energie in zijn afvalenergiecentrale in Moerdijk. Het is een van de meest energie-efficiënte installaties binnen Europa waar restafval verwerkt wordt. Thans levert de energiecentrale stoom aan de naastgelegen RWE/Essent elektriciteitscentrale en aan Shell Chemie Moerdijk. Ook in de toekomst blijft het mogelijk stoom en warmte aan derden te leveren.

LDE-aansluiting definitief goedgekeurd

Vanaf 1 januari 2015 bestaat de LDE-aansluiting, een virtuele tweede aansluiting voor grootverbruik. Deze is bedoeld voor initiatieven die gebruikmaken van de regeling verlaagd tarief (ook wel postcoderoosregeling genoemd).

Tot voor kort was voor deze projecten een fysieke tweede aansluiting verplicht. Bij een virtuele aansluiting kan optimaal gebruik worden gemaakt van de bestaande aansluiting, wat een kostenbesparing van duizenden euro’s kan opleveren voor initiatieven die vallen onder de postcoderoosregeling.

Netbeheerder Liander is blij met deze afspraak, die door het ministerie van Financiën is vastgelegd in het Belastingplan 2015. Initiatiefnemers van lokale duurzame initiatieven kunnen hiermee aanzienlijke kosten besparen. Hier geldt de wettelijke verplichting van een tweede meter. Daarnaast moet de aansluit- en meetconfiguratie voldoen aan de wettelijke eis dat de opgewekte energie via een publieke leverancier aan het openbare net wordt geleverd. De kosten van een eventuele aanpassing aan de aansluit- en meetconfiguratie zijn afhankelijk van de bestaande situatie. Liander adviseert daarom om voorafgaand aan de realisatie en planning van een project contact op te nemen om samen de mogelijkheden te verkennen. U kunt hier kijken of Liander uw netbeheerder is.

Bij vier collectieven realiseert Liander op dit moment deze specifieke aansluiting, waarbij we verwachten dat in het eerste kwartaal tenminste de eerste aansluiting echt operationeel is. Doel daarbij is om alle operationele consequenties goed in beeld te krijgen en een standaard dienst aan te kunnen bieden aan alle collectieven in het Liander-werkgebied. De collectieven waar Liander mee samenwerkt in het kader van de LDE-aansluiting zijn: Vallei Energie (opweklocatie in Bennekom), EnergieRijk Voorst (opweklocatie in Twello), Energiek Alphen (opweklocatie Alphen aan de Rijn) en LochemEnergie (opwerklocatie in Lochem). Deze collectieven zijn al in een vergevorderd stadium om een postcoderoosproject te realiseren.

maandag 26 januari 2015

Energie en nuts adviesmarkt groeit naar 11 miljard

De wereldwijde energie en nuts consulting markt wordt volgens een recent uitgebracht rapport geschat op 11.1 miljard dollar, een stijging van 5,7% ten opzichte van vorig jaar. De Europese markten vertegenwoordigen een derde van de totale industrie.

In 2012 gaven bedrijven en overheden wereldwijd ongeveer $10.5 miljard uit aan energie en nuts consulting, blijkt uit data van analistenbureau Source Information Services (Source). Na enkele jaren van langzame groei, trok de markt aan in 2013 met een groei van 5.7% naar $11.1 miljard. Deze positieve ontwikkeling kan deels toegeschreven worden aan de sterke groei in de VS, die goed is voor 39% van de totale markt.

Uit functioneel oogpunt vormde ‘technologie’ verreweg de grootste dienstensector binnen de wereldwijde energie en nuts consulting markt – goed voor zo’n 33% van de totale consulting uitgaven. Deze wordt gevolgd door ‘operationele verbeteringen’ ($2.64 miljard) en ‘financieel management’ ($1.94 miljard).

Kijkend naar de toekomst voorziet Source wisselende ontwikkelingen. Grote veranderingen binnen het energielandschap (waaronder op het gebied van wetgeving, fusies en overnames, duurzaamheid) zullen een boost geven aan de vraag naar transformatiediensten, waarbij technologische veranderingen de belangrijkste aanjager voor groei zullen vormen. “Technologie blijft groeien, niet alleen omdat het klanten helpt hun productiviteit te verhogen en de kosten te drukken, maar ook omdat het steeds vaker bijdraagt aan het realiseren van onderscheidend vermogen. Big Data en digitalisering hebben met name een revolutionair effect, aangezien klanten enorme hoeveelheden data willen verzamelen en analyseren, die hiervoor simpelweg niet beschikbaar waren”,  zegt Alison Huntington van Source.

Een ander gebied met goede vooruitzichten is milieu consulting, een vakgebied dat weer “volop in de schijnwerpers staat binnen de energie en nuts markt”, zegt Huntington. “Na diverse ‘high-impact’ gebeurtenissen…… is het duidelijk dat milieuoverwegingen de huidige manier waarop de industrie te werk gaat enorm veranderen – wat enorme kansen oplevert voor consultants.

Tegelijkertijd benadrukt Huntington dat er binnen de markt bezorgdheid is dat de dalende olieprijzen vroeg of laat gevolgen zullen hebben ten aanzien van de consulting uitgaven. “Wanneer grondstofprijzen hoog zijn en stijgen, zoals de afgelopen tien jaar het geval was, is de vraag naar consulting hoog. Wanneer deze prijzen echter dalen, is consulting een van de eerste gebieden waarop wordt bespaard. Nu de olieprijzen op het laagste peil staan sinds vijf jaar, uiten veel consultants binnen de oliesector hun bezorgdheid.”

Met een totale grootte van $11.1 miljard, is de energie consultingmarkt bijna twee zo groot als de zorg consultancymarkt ($6.3 miljard), maar ligt nog altijd ver af van het financial services segment, dat wordt geschat op ongeveer $24 miljard – goed voor een kwart van de totale adviesmarkt.




Shell Pernis opent state of the art controlekamer

Shell Pernis heeft een nieuwe, hypermoderne controlekamer in gebruik genomen. Vanuit deze centrale controlekamer van de afdeling Raffinaderij, Destillatie en Utilities worden processen zoals de destillatie van ruwe olie, opwerking van nafta en ontzwaveling van gasolie aangestuurd. 

‘Deze controlekamer is in alle opzichten een verbetering’, zegt Bart Voet, General Manager van Shell Pernis. ‘Alle operatiepanelen en het besturingssysteem zijn nieuw. Door deze aanpassingen zijn we nog beter in staat om de processen te beheersen en de producten volgens de juiste specificaties bij de klant af te leveren, dit alles in een nog veiligere werkomgeving. We gebruiken de modernste technologie en hebben de functionaliteit en ergonomie goed onder de loep genomen.’

Ter optimalisatie van de controlekamer zijn er meerdere workshops georganiseerd met de dagelijkse gebruikers van de ruimte. Op basis van hun inbreng zijn er aanpassingen gemaakt in de indeling. In de nieuwe opzet kunnen de operators optimaal samenwerken en hebben zij de juiste zichtlijnen vanaf de werkplek.

Bij de officiële opening kreeg Bart Voet assistentie van twee leden van de Shell Pernis Kinderraad. Onder het motto ‘de jeugd heeft de toekomst’ verrichtten Sterle en Ömer samen met Bart Voet de openingshandeling. De kans bestaat immers dat de Kinderraadsleden van nu, later buren en/of misschien zelfs medewerkers van de raffinaderij in de toekomst zijn.

Shell Pernis investeert voortdurend in de verschillende fabrieken, installaties en systemen. Zo werd onlangs een grote onderhoudsstop afgerond waarbij achttien fabrieken volledig zijn gecontroleerd, schoongemaakt, aangepast en weer veilig in bedrijf genomen.

vrijdag 23 januari 2015

Zinvolle inloopavond over windenergie in Korendijk

Totaal waren er ongeveer 80 omwonenden en belanghebbenden aanwezig op de inloopavond over windmolens op Korendijk. De provincie heeft deze avond veel vragen van mensen kunnen beantwoorden en heeft een goed beeld gekregen van wat er leeft. De bijeenkomst werd gehouden op 21 januari 2015 in de Eendrachtshoeve in Zuid-Beijerland.

Vragen op die avond gingen met name over de beoogde locatie Spui-Piershil. Ook zijn andere locaties en hun (on)mogelijkheden besproken. De beoogde locatie Spui-Piershil wordt vergeleken met alternatieve locaties aan de westelijke rand van de Hoeksche Waard. Tot slot zijn er veel vragen gesteld over, geluid, veiligheid voor omwonenden en planschade.

Een aantal mensen heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Deze nota is de opzet voor het komende milieuonderzoek. Totaal zijn er op dit moment ongeveer 10 zienswijzen ontvangen door de provincie. Schriftelijke zienswijzen kunnen nog tot 4 februari 2015 ingediend worden door middel van een brief of e-mail.

Wereld Natuur Fonds en Eneco verlengen samenwerking

Energiebedrijf Eneco en het Wereld Natuur Fonds (WNF) intensiveren hun samenwerking. Het vernieuwde partnerschap loopt tot 2017. Het partnerschap startte eind 2010 toen EnecoGroep de eerste Nederlandse Climate Saver van het WNF werd. In dit internationale klimaatprogramma van het WNF maken bedrijven strenge afspraken over hun eigen CO2-reductie en over gebruik en productie van schone energie voor henzelf en hun klanten. Deze afspraken zijn in de nieuwe overeenkomst verder aangescherpt.

De energievoorziening heeft in de huidige situatie veel impact op het klimaat en daarmee op de natuur en biodiversiteit. Eneco en het WNF zien gezamenlijk de urgentie dat de energievoorziening wordt verduurzaamd. Om dat te bereiken moet overgeschakeld worden naar schone en onuitputtelijke energiebronnen én moet er ingezet worden op energiebesparing.

Volgend op het Climate Saver-werk zijn Eneco, WNF en het onderzoeksbureau Ecofys inmiddels gestart met een ontwikkeltraject ‘One Planet Thinking’. Het doel van dit traject is om een methodiek te ontwikkelen waarmee bedrijven hun duurzaamheidsinspanningen kunnen relateren aan de grenzen van één planeet. Eneco en WNF streven ernaar meer bedrijven en onderzoeksinstellingen te betrekken bij deze ontwikkeling.

Ook zijn er afspraken gemaakt over het gebruik van biomassa, namelijk het bevorderen van een hoger ambitieniveau voor de bio-energiesector, waarbij Eneco op basis van best practice in certificering (FSC of gelijkwaardig voor duurzaam bosbeheer)- en aan de hand van aansprekende biomassaprojecten, een voorbeeldrol vervult. Daarnaast streven het WNF en Eneco er naar om op Europees niveau deze aangescherpte criteria gestandaardiseerd te krijgen.

Tenslotte is ook het tegengaan van ontbossing een onderdeel van de afspraken. Daarbij wordt REDD+ ingezet. Dat is een financieel instrument voor behoud van natuurlijke bossen. Eneco werkt aan het stimuleren en realiseren van een gezonde marktwerking op gebied van CO2-certificaten waarvan de opbrengsten gekoppeld zijn aan het behoud van natuurlijk bos. Het WNF werkt aan juiste gedragsregels rondom de bescherming van natuurgebieden en het tegengaan van ontbossing in prioriteitsgebieden, zoals het Amazonegebied en de bossen op Borneo.

250 scholieren starten energiebesparings-campagne Groninger scholen

Vrijdag 16 januari startten 250 Groningse scholieren met de 3e editie van de Energy Challenges. Dit gebeurde in de 3FM Cathedral in het Ebbingekwartier te Groningen tijdens het Eurosonic Noorderslag festival. Energy Challenges is een energiebesparingsprogramma voor scholen waarbij leerlingen, hun medeleerlingen, docenten en ouders enthousiast maken voor duurzaam en energiebewust gedrag. Ook wordt naar mogelijkheden gekeken om het energieverbruik van schoolgebouwen te verminderen.

Dit jaar kent de aftrap van de energiebesparingscampagne verschillende primeurs. Zo is er de presentatie van het klimaat- en energiespel van Greenpeace dat deel gaat uitmaken van de campagne en Energy Challenges met Greenpeace verbindt. Presentator en programmamaker Jan Douwe Kroeske neemt de leerlingen mee naar SummerLabb waar universiteiten, kennisinstellingen en bedrijven hen op een interactieve manier laten kennismaken met innovaties op het gebied van duurzaamheid. Daarnaast is er een live performance van een speciale Energy Challenges rap.

Het evenement in het Ebbingekwartier luidt de start in van de campagnes die de leerlingen de komende maanden op hun school gaan organiseren. Groningen is één van de vijf provincies waar de Energy Challenges worden gehouden. De energiebesparingscampagne groeide dit jaar van 60 naar bijna 100 scholen in vijf provincies

donderdag 22 januari 2015

'Vijf ministers hebben invoering energielabel gesaboteerd'

Huizenbezitters die met verbazing en ergernis kennis hebben genomen van het lage energielabel van hun huis krijgen bijval van misschien wel de grootste expert op het gebied van energie-efficiëntie in Europa. 'Een globale bepaling van het energieverbruik van een huis zonder deskundig onderzoek is complete onzin', zegt ir. Luc Werring in een interview met vakblad Bouwformatie. Tot 2007 was hij de belangrijkste adviseur binnen de Europese Commissie over energiezaken.

De chaos bij de aanvraag van energielabels kan volgens Werring niet los gezien worden van de doelbewuste ondermijning van de Europese regelgeving door opeenvolgende kabinetten. Als 'één van de grootvaders', zoals hij zelf zegt 'van de Europese richtlijn die de energieprestatie van gebouwen moet verbeteren', heeft hij zich geërgerd aan de hypocriete houding van Nederland. 'Iedereen de maat nemen, zeggen voorop te lopen met efficiency en dit vervolgens zelf niet doen.'

In het vakblad haalt hij hard uit: 'Tenminste vijf ministers hebben de uitvoering van de richtlijn doelbewust gesaboteerd. Het is begonnen met minister Sybilla Dekker in Balkenende II. 'Minder regeltjes' was toen het credo. Dat scoorde. Balkenende en Zalm hebben er alles aan gedaan om de regels te buigen en te rekken. Voordat de Europese Commissie er achter kwam dat zij werd misleid door Nederland waren we weer een paar jaar verder. Het is onbegrijpelijk dat deze richtlijn zo gesaboteerd is. Constant.'

Toppunt is de aanname van een motie in de Tweede Kamer waarin minister Blok opdracht krijgt aan Brussel mee te delen dat Nederland de richtlijn niet uitvoert. 'Dat is uniek', constateert Werring. 'Nog nooit meegemaakt dat een land dat doet. Blok heeft wel - uiteindelijk pas in juni vorig jaar - verteld dat dit niet zomaar kan, maar zei erbij dat hij wel iets zal regelen. Hij had meteen moeten zeggen 'ik doe het niet'.'

Hij beschouwt de onzorgvuldige invoering van het Doe-Het-Zelf energielabel als een noodsprong van minister Blok om een Europese miljoenenboete te ontlopen. Of dit zal lukken, waagt hij te betwijfelen. 'De richtlijn laat geen enkele ruimte om zelf via internet op te geven hoe energiezuinig je huis is. Dat zou hetzelfde zijn als autobezitters eigenhandig de APK van hun auto's te laten invullen. Blok probeert de Europese diensten te beïnvloeden dat ze hiermee akkoord gaan. Ik ben ervan overtuigd dat een aantal Europese parlementariërs zal zeggen 'dit is niet serieus'.'

Als Nederland werkelijk serieus werk had gemaakt van een deugdelijke uitvoering van de in Europa overeengekomen richtlijn, dan had het volgens Werring 'de kosten van het label moeten koppelen aan de gedeeltelijke afschaffing van de overdrachtsbelasting'. 'Of hele zachte kredieten verlenen als je je huis door verbeteringen een categorie opwaardeert. En je betaalt die lening terug met de vermindering van je energierekening. Dat gebeurt in Duitsland heel veel.'

Over de Europese houding ten aanzien van Nederland zegt de huidige consultant voor energie-efficiëntie en verbonden aan het Clingendael International Energy Programme: 'We zijn nu in het stadium dat ze zich in Brussel meer met Nederland gaan bezighouden'. Hij signaleert een duidelijk veranderde houding ten opzichte van Nederland. 'Ze beginnen zich te verbazen. Ze vragen het ook aan mij: waarom gebeurt dit? Waarom willen ze het niet?'

Tegelijkertijd sluit hij niet uit dat de richtlijn uiteindelijk ten prooi valt aan de dereguleringshausse die door de vers aangetreden eurocommissaris Frans Timmermans is ontketend. 'Er wordt hier en daar over gesproken', heeft de energie-expert bespeurd. Hij hoopt het niet, maar 'in dat geval zijn we er in Nederland helemaal van af.'

NAM-directeur Schotman hecht belang aan nog grotere betrokkenheid met de samenleving

In zijn eerste nieuwjaarstoespraak gehouden in het Drents Museum benadrukte NAM-directeur Gerald Schotman het belang van een nog betere dialoog met de samenleving. “Een sterke betrokkenheid bij de samenleving waarin wij ons werk doen is cruciaal voor het verkrijgen van draagvlak. Of het nu gaat om het contact met omwonenden van onze locaties, de inwoners van het aardbevingsgebied of de bestuurders van de gemeenten en provincies waarin wij actief zijn. Iedereen die bij NAM of voor NAM werkt is zich bewust van het belang om de omgeving te betrekken bij de activiteiten”.

De publiciteit rond de onlangs gelekte versie van het concept rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over het onderzoek naar de gevolgen van gaswinning, was voor de NAM-directeur reden voor een toelichting. Hij herhaalde dat NAM niet kan reageren op de inhoud maar dat het  bedrijf zeker zal reageren op de definitieve versie van het onderzoek wanneer die openbaar is gemaakt. Wel ging hij in op de stellingen in de publiciteit dat veiligheid nooit een rol heeft gespeeld in afwegingen rond gaswinning en dat NAM veel te lang heeft ontkend dat er een verband is tussen gaswinning en aardbevingen. “Deze stellingen raken aan de integriteit en de bedrijfsfilosofie van NAM en ze raken mijn collega’s. Ik wil hier benadrukken dat veiligheid voorop staat, en zal blijven staan, bij alle werkzaamheden van ons bedrijf. Zowel voor onze medewerkers als buiten onze locaties”.

Schotman zei te begrijpen dat het begrip veiligheid zeer gemengde gevoelens oproept: “Het is voor de inwoners van het aardbevingsgebied erg naar om steeds met aardbevingen geconfronteerd te worden. Het zal je maar gebeuren dat je je dag in dag uit afvraagt wanneer de volgende aardbeving komt. Dat je misschien je huis uit moet omdat het moet worden versterkt en veiliger gemaakt moet worden. Dat je schade hebt en misschien nog een keer schade krijgt in hetzelfde huis. Iedereen die bij NAM werkt is zich daar terdege van bewust”. Hij stelde dat sinds de beving bij Huizinge in augustus 2012 veel is veranderd. “NAM heeft zich sindsdien sterk ingezet op het verbeteren van de kennis van en het inzicht in aardbevingen en het treffen van maatregelen om de effecten van aardbevingen te minimaliseren”. Schotman noemde als voorbeeld daarvan de uitbreiding van meetnetwerken, verschillende onderzoeken en de intensivering van communicatie met de bewoners. Als belangrijke maatregel worden 3000 gebouwen veiliger gemaakt in 2015 met de inzet van tal van innovatieve oplossingen.

Verder gaf Schotman de toehoorders inzicht in de innovaties die het bedrijf elders in de gaswinning  gebruikt, zowel op land als op zee. Doel hiervan is de teruglopende productie van gas uit kleine velden op peil te houden en gas te winnen tegen zo laag mogelijke kosten, zeker in het licht van de gedaalde olieprijs. De NAM-directeur noemde geavanceerde technologie als stikstof- en schuiminjectie als voorbeelden van innovatie. Ook de ingebruikname dit jaar van het moderne onderhoudsschip De Kroonborg kwam aan bod. De combinatie van meerdere functies als de bevoorrading van platforms, een werkplaats en een hotelfunctie, maken het een wereldprimeur in de offshore industrie.


SOLARDAM consortium ontvangt AAA financiering

Het SOLARDAM consortium, waar de FNWI instituten IoP, HIMS en SILS deel van uitmaken, heeft een startkapitaal ontvangen van de Amsterdam Academic Alliance (AAA). Met deze financiering voor SOLARDAM krijgen de VU en de UvA de unieke mogelijkheid om een coherent onderzoeksprogramma voor zonne-energie te bewerkstelligen, optimaal gebruikmakend van de beschikbare expertise in de regio Amsterdam.

Het Solardam consortium omvat verscheidene disciplines binnen de respectievelijke wetenschapsfaculteiten in Amsterdam en benut tevens de nabijheid van AMOLF en het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN).

Solardam heeft als doel om een multidisciplinair onderzoeksprogramma uit te voeren naar het omzetten van zonne-energie in elektriciteit en/of brandstof door middel van combinaties van photovoltaics (het principe van een reguliere zonnecel), fotokatalyse en fotosynthese. Het Solardaminitiatief bouwt voort op succesvolle onderzoeksprogramma’s van de afzonderlijke deelnemende partners. Door de expertise samen te brengen en de faciliteiten te delen kan worden ingegaan op vraagstukken die voorheen niet door een van de individuele partijen konden worden opgelost.

Gezamenlijk vormen de Solardam partners een consortium van circa 100 onderzoekers, verbonden aan UvA, VU, AMOLF en ECN. Het uitmuntende niveau van de betrokken onderzoekers kan worden opgemaakt uit het significante aantal prestigieuze beurzen dat de aangesloten wetenschappers reeds hebben verworven: 3 ERC Advanced grants, 2 ERC Consolidator grants, 3 ERC Starting grants, 8 NWO Vici beurzen, alsmede verscheidene NWO Vidi- en kleinere subsidies.

Het hart van dit door de AAA gefinancierde onderzoeksprogramma wordt gevormd door acht samenwerkingsprojecten, elk op het snijvlak van twee of meer van de aangesloten onderzoeksteams. Elk project zal beginnen met het aantrekken van een excellente postdoc, begeleid door twee onderzoekers van de verschillende groepen aan de UvA, VU, AMOLF en ECN. De kick-off projecten vormen een stevige basis voor de activiteiten van Solardam: het zijn onderzoekskernen met de ambitie en competentie om te groeien. De verwachting is dat Solardam zich na de door de AAA gefinancierde startfase ontwikkelt tot een internationaal toonaangevend wetenschappelijk consortium dat in staat is op duurzame wijze fondsen te werven langs de gebruikelijke nationale en internationale wegen.


CDA pleit voor breed draagvlak bij duurzame energieprojecten

Het CDA vindt dat minister Blok meer energie moet steken in het creëren van draagvlak onder de bevolking, als het gaat om duurzame energieprojecten. Inwoners en bedrijven dienen centraal te staan bij het behalen van de doelstellingen. Energiewoordvoerder Agnes Mulder: “Veel inwoners in gebieden waar windenergie komt geven aan dat ook zij graag meewerken aan de energietransitie en dat zij bij de plannen betrokken willen worden. Zij willen een eerlijke verdeling van lusten en lasten en zij willen gehoord worden.”

In september 2013 is het SER Energieakkoord gesloten. Voor het CDA is het Energieakkoord een belangrijke stap in de overgang naar een duurzame energievoorziening, dat is belangrijk voor toekomstige generaties. Bij het hoofdlijnendebat over het akkoord heeft het CDA aangegeven de uitwerking te zullen toetsen aan de hand van drie randvoorwaarden: draagvlak, innovatie en werkgelegenheid. De belangrijkste conclusie in de Nationale Energieverkenning 2014 is dat de doelstelling van 14 procent hernieuwbare energie niet wordt gehaald. Voor het behalen van de doelstellingen vindt het CDA betrokkenheid van inwoners en bedrijven van groot belang.

Voor windenergie langs de Afsluitdijk is er in de provincie Friesland al een groot draagvlak. Dat betekent niet alleen windmolens op, maar ook langs de Afsluitdijk. Mulder riep de minister op om het voor de Provinciale Staten van Friesland mogelijk te maken om op deze manier hun windenergiedoelstelling te halen. Kamp legde dit idee echter terzijde. Mulder: “Minister Kamp lijkt de regio te negeren door zijn starre opstelling. De regio komt met een gedragen alternatief, daar moet je dan ook serieus naar kijken.”

Duurzame energieprojecten zorgen ook voor werkgelegenheid. Deze werkgelegenheidsdoelen zijn ook opgenomen in het SER-energieakkoord, maar het CDA vindt dat het allemaal veel te traag gaat. Minister Blok gaf dit ook toe. Vooral in het energiezuinig maken van woningen zit veel werkgelegenheid. Het CDA verwacht van het kabinet dat zij hier snel werk van maakt.

woensdag 21 januari 2015

'Investeren in klimaat goed voor de economie'

Duurzame economische groei en vermindering van de risico’s van klimaatverandering staan elkaar niet in de weg. Deze conclusie onderstreepte staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu bij de presentatie van het internationale onderzoeksrapport Better Growth, Better Climate. Op een ondernemersbijeenkomst van VNO-NCW werden de conclusies van het rapport toegelicht door Felipe Calderon, voormalig president van Mexico en nu voorzitter van de Global Commission on the Economy and Climate.

‘Te vaak wordt gedacht dat wat goed is voor het klimaat, minder goed nieuws is voor onze economie,’ aldus staatssecretaris Mansveld in haar reactie op de conclusies. ‘Het rapport van Calderon laat zien dat investeringen in duurzaamheid banen creëren, bedrijven een betere marktpositie geeft en hiermee zorgt voor een duurzame groei van onze economie. Nu is het moment voor ondernemers, steden en overheden om te laten zien dat klimaatactie en economische groei elkaar versterken.’

Ook voor voorzitter Hans de Boer van ondernemingsorganisatie VNO-NCW gaat aanpak van klimaatproblemen hand in hand met het realiseren van duurzame economische groei: ‘Het is een win-win situatie. Dit rapport is een bevestiging van waar veel Nederlandse bedrijven al langere tijd mee bezig zijn: via innovatie verbinden van groei en grote maatschappelijke uitdagingen. Pakweg 10 jaar geleden liep het bedrijfsleven milieuvraagstukken niet echt na. Nu springen bedrijven als het ware over iedereen heen en zijn zij de aanjager en trekker van het agenderen en oplossen van het klimaatvraagstuk.’

Bij de presentatie werden aanwezige ondernemers uitgedaagd met ideeën voor klimaatinnovatie die goed zijn voor hun bedrijf en de positie van Nederland. Er is een toenemende interesse om duurzamer te gaan ondernemen. Dit blijkt onder meer uit de groei van de Nederlandse Klimaatcoalitie. Sinds de start twee maanden geleden hebben zich al bijna 150 ondernemingen aangesloten. Zij spreken de ambitie uit klimaatneutraal te worden en daardoor geen schade meer toebrengen aan het klimaat. In aanloop naar de klimaattop in Parijs in december moet deze coalitie verder uitgroeien om een belangrijke stem krijgen in de mondiale klimaatonderhandelingen.

Felipe Calderon is speciaal op uitnodiging van staatssecretaris Mansveld naar Nederland gekomen. Bij de VNO-NCW bijeenkomst gaf hij samen met Andrew Steer van het World Resource Institute (WRI), zijn visie op de economische kansen. Tijdens zijn bezoek aan Nederland sprak Calderon ook het bestuur van het Groene Klimaatfonds toe. Deze vergadert momenteel in Den Haag in aanwezigheid van minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking. Met dit klimaatfonds van de Verenigde Naties worden ontwikkelingslanden geholpen klimaatverandering tegen te gaan en weerbaarder te worden tegen de gevolgen van de veranderingen.


Tweejaarlijks trendrapport MVO Nederland: Duurzaam wint het van fossiel

Duurzame koplopers worden radicaler, talrijker en realiseren meer impact. Dat signaleert MVO Nederland in haar tweejaarlijks trendrapport. Die ontwikkeling geldt zowel voor het MKB (TaxiElectric, Vandebron, Gulpener en CFP) als het grootbedrijf (NS, ASN Bank, C&A, DSM, Unilever en Interface). Het MVO Trendrapport 2015 beschrijft zeven trends die samen zorgen dat een groene en sociale economie snel dichterbij komt. Nieuwe technologie, een krachtige beweging van onderop en succesvolle duurzame businesscases dragen bij aan de doorbraak.

Chips, apps, internet of things, cleantech, sensoren en drones zorgen voor meer duurzame economische groei, het verlagen van de CO2-uitstoot en het terugdringen van verspilling. In de markten voor energie, consumentenartikelen en voeding zijn koplopers hier al volop mee bezig. MVO Nederland verwacht dat de Nederlandse cleantechsector hierdoor kan groeien van €10 miljard nu naar €30 miljard in 2020.

Directeur-bestuurder Willem Lageweg van MVO Nederland voorspelt dat bedrijven die leunen op fossiele energie op hun retour zijn: “Bedrijven met een actief klimaatbeleid presteren inmiddels 20 procent beter dan bedrijven die afwachten. Oliemaatschappijen anticiperen - stiekem of openlijk - op hoge CO2-prijzen, beleggers als Rockefeller en de pensioenfondsen willen niet meer investeren in fossiel, energiebedrijven worden opgesplitst in duurzaam en fossiel, en wereldwijd ontstaat een massabeweging om geld uit de fossiele sector terug te trekken.”

Daarnaast nemen mensen steeds meer het heft in eigen hand. Denk aan energie-, streek- en zorgcoöperaties en aan allerlei vormen van delen (kleding, accommodatie, auto’s). Afval en de massa aan goederen die niet worden gebruikt leiden tot een snel groeiend aantal kansrijke businesscases (Waternet, Peerby, Starsock, i-did, DurabilIT).

Tenslotte signaleert MVO Nederland dat voorhoedebedrijven het voortouw nemen bij preventie op het gebied van gezondheid en duurzame inzetbaarheid. Dat doen ze door gezonde producten aan te bieden (voedingsmiddelenconcern Wessanen) en door vitaliteit van medewerkers te stimuleren (scheepsbouwer IHC Merwede). Zij beseffen dat de mens de belangrijkste bron is voor succes en dat de vooruitgang vooral gericht moet zijn op een betere balans tussen mens, milieu en economie. 

MVO Nederland is positief over de kansen van de zeven trends voor het Nederlandse bedrijfsleven, zowel op de binnenlandse markt als in het buitenland. Nederland heeft met een flink aantal koplopende bedrijven een sterke uitgangspositie. Om die reden heeft MVO Nederland het platform Ambitie 2020 gelanceerd met als nationale ambitie: Nederland wereldvoorbeeld van een circulaire en inclusieve economie.

Reactie ACM De Stroomversnelling energieneutrale huurwoningen

Enkele organisaties, waaronder bouwondernemingen hebben het initiatief genomen om samen een energieneutrale woning te ontwikkelen. Het gaat om de renovatie van bestaande huurwoningen.

Duurzaamheidsinitiatieven, zoals het verminderen van energieverbruik, kunnen voordelen bieden voor huidige en toekomstige consumenten. ACM kan zich voorstellen dat het noodzakelijk kan zijn om, naast reeds bestaande technieken, te blijven innoveren op het gebied van renovatieconcepten en dat daarvoor afspraken tussen ondernemingen nodig kunnen zijn.

Zolang die afspraken en samenwerking niet verder gaan dan noodzakelijk, hoeft dat niet direct schadelijk te zijn voor het concurrentieproces. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft de bouwondernemingen wel als aandachtspunt meegegeven dat zij de opgedane kennis en ervaring met andere bouwondernemingen delen.

Op die manier kunnen andere partijen, zonder dat zij dus een achterstand hebben, namelijk ook succesvol meedingen naar opdrachten voor de renovatie van energieneutrale woningen. ACM ziet namelijk wel risico’s voor de concurrentie als partijen afspraken blijven maken over wie welke woningen gaat renoveren.


dinsdag 20 januari 2015

Rendo beboet voor gebrekkige controle meetinstallatie

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft energienetbeheerder Rendo uit Meppel twee boetes opgelegd van in totaal 1,6 miljoen euro. Rendo heeft de meetinstallatie bij een biomassacentrale niet goed gecontroleerd en heeft belangrijke informatie over haar financiële positie niet op tijd doorgegeven aan ACM.

Rendo heeft de meetinstallatie van een biomassacentrale in Steenwijk geschikt verklaard, maar daartoe onvoldoende controles verricht. Voor deze overtreding heeft ACM aan Rendo een boete van ruim 1 miljoen euro opgelegd.

De meetinstallatie in de biomassacentrale had de juiste hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit moeten meten. De meetgegevens bleken echter onjuist. Dit had voorkomen kunnen worden als de meetinstallatie vooraf goed was gecontroleerd. Rendo heeft die controle niet goed uitgevoerd en krijgt daarvoor een boete, aldus de toezichthouder.

Rendo had daarnaast op tijd moeten melden dat ze niet aan de eisen voor de financiële positie van netbeheerders voldeed. Deze eisen zorgen ervoor dat netbeheerders voldoende geld in kas hebben voor de uitvoering van hun taken. Doordat Rendo te laat heeft gemeld, heeft Rendo ACM belemmerd in haar toezicht op de financiële positie van Rendo. Voor deze overtreding heeft Rendo een boete gekregen van 530.000 euro.

ACM moet er op kunnen vertrouwen dat zij op tijd de juiste gegevens van de netbeheerders krijgt. Anders kunnen we niet controleren of netbeheerders goed functioneren. Rendo is gelukkig financieel niet in gevaar geweest, maar dat had wel gekund en in dat soort gevallen moet ACM in kunnen grijpen. De betrouwbaarheid van de energievoorziening is essentieel voor consumenten en bedrijven en netbeheerders zijn een belangrijke schakel in dat proces,” aldus Henk Don.
 

Fries Energiefonds investeert in OrangeGas-vulpunt in Drachten

Op 14 januari zette het Fûns Skjinne Fryske Enerzy (FSFE) definitief hun handtekening onder een financiering van 200.000 euro in het Groengas-tankstation van OrangeGas in Drachten. OrangeGas is de eerste investering van het FSFE.

OrangeGas realiseert en exploiteert een dekkend netwerk van Groengas-tankstations in Nederland. Het Groengas-tankstation in Drachten is het 13e OrangeGas-tankstation in Fryslân en draagt daarmee bij aan een nog beter netwerk in de provincie.  De provincie Fryslân heeft 90 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het FSFE BV. Daarmee wil de provincie stimuleren dat onder andere de doelstelling van 16 procent duurzame energie opwekking en 20 procent energiebesparing in 2020 wordt gehaald.

Groengas is ‘well to wheel’ de schoonste en goedkoopste brandstof van dit moment. Groengas is de duurzame variant van aardgas en wordt gemaakt door biogas op te waarderen tot aardgaskwaliteit. De bron van het Groengas van OrangeGas is rioolwaterzuivering, mestvergisting en afvalverwerking. 

Inloopavond zonnepanelen Berg en Binnenstad

Om ervoor te zorgen dat ook zonnepanelen kunnen worden geplaatst in de beschermde stadsgezichten van de Binnenstad en op de Berg, wordt nieuw beleid gemaakt. Op dinsdag 3 februari is hierover een inloopbijeenkomst in het stadhuis. Deze wordt gehouden tussen 16.00 en 20.00 uur.

Het voorgenomen beleid over zonnepanelen in de Binnenstad en op De Berg ligt ter inzage van donderdag 15 januari tot en met woensdag 25 februari.

Belangstellenden en belanghebbenden kunnen tijdens de bijeenkomst vragen stellen over de manier waarop zonnepanelen een plek kunnen krijgen in de binnenstad en op De Berg. Vanwege de beschermde status van beide gebieden is het nodig daarover afspraken te maken. Voor de historische binnenstad is het voorstel om zonnepanelen alleen toe te staan op platte daken en zo dat ze onzichtbaar zijn. Voor de Berg zou moeten gaan gelden dat de panelen niet zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte.

maandag 19 januari 2015

Eerste praktijkproef voor Solar Team Twente

Het schaalmodel van de nieuwe zonneauto van Solar Team Twente wordt voor het eerst op de proef gesteld in een windtunnel. De eerste testen laten zien hoe de luchtstromingen zich om de zonneauto heen bewegen.

Op maandag 19 en dinsdag 20 januari 2015 staat het schaalmodel van de nieuwe zonneauto van Solar Team Twente in de windtunnel van partner Stichting Duits Nederlandse Wintunnels (DNW) in Marknesse. Na vijf maanden ontwerpen wordt het nieuwe ontwerp van de zonneauto in de windtunnel gezet om te bekijken hoe de wind zich in de praktijk om de zonneauto heen beweegt. “We hebben maanden aan het ontwerp gewerkt en nu zullen we zien waar de theorie afwijkt van de praktijk”, vertelt Lars van der Aa van Solar Team Twente. “Het worden twee spannende dagen waarin duidelijk wordt hoe goed ons ontwerp is.”

Vijf maanden lang hebben Lars van der Aa en teamleden Julian Biesheuvel en Coen Hartjes ontwerpen gemaakt van de nieuwe zonneauto. “We hebben met zijn drieën uren en uren aan het ontwerp gewerkt. Het is spannend om te zien hoe het ontwerp in de praktijk presteert”, vindt Coen Hartjes. “Het aerodynamisch ontwerp is een belangrijk onderdeel voor de zonneauto . De energie moet zo efficiënt mogelijk omgezet worden, anders hebben we geen kans om te winnen. Wanneer de zonneauto weinig luchtweerstand heeft, blijft er veel energie bespaard. Alle kleine beetjes helpen.”

Het doel van het technisch team was om een lagere luchtweerstand te krijgen dan die van The RED Engine, de vorige zonneauto, die slechts de luchtweerstand van een a4’tje had. In de windtunnel is te meten hoe de wind zich in de praktijk om de auto heen beweegt. Aan de hand van de resultaten van de twee dagen gaan de jongens aan de slag om het ontwerp te optimaliseren.

Solar Team Twente bestaat uit negentien ambitieuze studenten van Saxion en Universiteit Twente met één droom: met de snelste zonneauto als eerste over de finish tijdens de World Solar Challenge in oktober 2015 te Australië, een race van 3000 kilometer dwars door de outback van Australië.

Geld voor energie startup

Recycling van 3D-printafval, vaccinpleisters, energieopwekkende zonwering, live beelden van DNA, IVF-zwangerschapstest, computers als verwarming, een stof tegen uitzaaiing van kanker en kunstmatige antibacteriële peptides. Dit zijn de acht onderwerpen van de wetenschappelijke start-ups die op woensdag 14 januari 2015 van staatssecretaris Sander Dekker (wetenschap) een subsidie in de vorm van een lening van €250.000 kregen.

Deze acht nieuwe bedrijven gaan hun wetenschappelijke innovatieve kennis omzetten in commerciële toepassingen. Om deze bedrijven te helpen aan succesvolle start van hun kennisvalorisatie zijn zij in aanmerking gekomen voor een lening die beschikbaar wordt gesteld door het ministerie van OCW en EZ. Deze leningen helpen de nieuwe bedrijven bijvoorbeeld om meer financiering van externe partijen binnen te halen.

Een van de bedrijven is SolarSwing Energy. Het bedrijf is als start up verbonden met de Radboud Universiteit en is een transparante, hoogrenderende energieopwekkende zonwering voor in glazen gevels en overkappingen. Dit biedt substantiële besparing op energieverbruik voor klimaatbeheersing en is een geïntegreerde oplossing die mooie ontwerpmogelijkheden biedt. In juli 2015 wordt een werkend prototype verwacht dat outdoor getest kan worden. Verder is er een partij concreet geïnteresseerd in het aanschaffen van 350m2 SolarSwing Energy voor toepassing in de gevel van hun eigen kantoor.

Afval scheiden leidt tot meer opwekking van groene stroom

Wethouder Elly van Wageningen (Lelystad) heeft een bezoek gebracht aan Orgaworld. Dat deed zij om meer te weten te komen over de verwerking van organische afvalstromen, oftewel afval uit onder meer de groente-, fruit- en tuinafvalbak (GFT). De wethouder kreeg van general manager Klaas van den Berg een rondleiding en zag met eigen ogen hoe GFT-afval wordt verwerkt tot groene stroom en compost.

Wethouder Van Wageningen: "Het is ontzettend belangrijk om het groente-, fruit-, en tuinafval (GFT) te scheiden van het huisvuil, want GFT wordt op een speciale manier verwerkt en omgezet in onder andere groene stroom. Wanneer GFT te veel vervuild is met ander afval, wordt dat proces verstoord en blijft er niets anders over dan dat afval als restafval te verbranden. Hoe meer huishoudens hun GFT echt gescheiden aanbieden, hoe meer groene stroom er kan worden geproduceerd. Als huishoudens in de gemeente Lelystad 50% meer GFT gaan inzamelen betekent dat bijvoorbeeld jaarlijks groene stroom voor circa 250 huishoudens. Door afval te scheiden dragen we met z’n allen bij aan een duurzame samenleving en verlagen we de kosten."

Orgaworld is een innovatief bedrijf dat organische afvalstromen verwerkt. Dat gebeurt in Lelystad, aan de Karperweg. Hier wordt sinds de jaren ’90 biogas geproduceerd uit GFT-afval (inclusief luiers) van verschillende gemeenten uit Flevoland en daarmee wordt groene stroom geproduceerd. In 14 zuurstofloze ruimten doen bacteriën hun werk om al het genoemde afval om te zetten naar biogas. Sappen lopen weg in de vloer, worden opgewarmd en vervolgens bovenop weer uitgesproeid. Door de hoge temperaturen gaat de boel vanzelf gisten en komen er gassen vrij. Dat biogas wordt vervolgens omgezet in groene stroom. Dit is een natuurlijk proces dat met technologie wordt versneld.

Orgaworld zet afval efficiënt om in zowel groene energie als unieke biobased producten en bedenkt daar zelf technieken en oplossingen voor. Zo maakt het bedrijf een fors aantal speciale, milieuvriendelijke producten die onder de naam Orgapower op de markt komen, zoals landbouwkorrels, kunstmestvervangers, bomenstarters, molmest en biostimulatoren. Orgaworld werkt al meer dan 20 jaar samen met diverse gemeenten in Flevoland om de verwerking van GFT-afval te verduurzamen. Het bedrijf heeft inmiddels vestigingen in Amsterdam, Drachten, Lelystad, Ottawa en Londen en groeit snel. De Biocel® droge vergistingsinstallatie in Lelystad is uniek in Nederland. Lelystad vormt daarmee de springplank naar de rest van de wereld.

vrijdag 16 januari 2015

Paushuize op nummer 1 als duurzaam monument

Paushuize staat op de landelijke DuMo (Duurzame Monumenten)-prestatiekaart op de 1e plaats. Het historische gebouw in de Utrechtse binnenstad is in 2010-2011 volledig gerestaureerd met duurzame maatregelen zoals isolatie, ledlampen en een energiezuinig ventilatiesysteem.

Het DuMo-rekenmodel brengt de duurzaamheid in combinatie met de monumentale waarde van een gebouw in kaart. Op de DuMo-prestatiekaart staan alle door het NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie) onderzochte monumenten. Deze kaart staat nu online op www.dumoprestatie.nl. Hier is ook veel gedetailleerde informatie te vinden over het onderzoek en de bevindingen.

Tijdens de restauratie van Paushuize is bijvoorbeeld de kap van buitenaf geïsoleerd. Hierdoor is de bijzondere, uit de bouwtijd stammende, kapconstructie zichtbaar gebleven. De wanden zijn van binnenuit geïsoleerd. Het klimaat is per ruimte regelbaar dankzij een centrale lucht- en warmtepomp. En overal zijn ledlampen geplaatst, die veelal ook nog eens met bewegingssensoren werken. Verder zijn er energiezuinige liften, waterbesparende toiletten en een energiezuinig ventilatiesysteem. Op de beletage zijn de binnenluiken weer in ere hersteld, waardoor de warmte en/of koelte binnen blijft.

Wat de balans tussen behoud en herstel van cultuurhistorische waarden en duurzaamheid betreft is Paushuize de 'topper', gevolgd door de Potgieterschool in Amsterdam en Villa Het Hoogeland in Utrecht. Bijzonder is dat na de renovatie van Paushuize de Mo-score is verhoogd: er zijn cultuurhistorische waarden behouden én hersteld. Tegelijk is de duurzaamheidsprestatie aanzienlijk verbeterd, ondanks het feit dat de zolderverdieping in gebruik werd genomen als verblijfsruimte en daardoor het te verwarmen volume aanzienlijk toenam.

Wat betreft alleen de cultuurhistorische waarden staat Landgoed Oud Amelisweerd aan de top: er is daar onder meer nog historisch Chinese papierbehang aanwezig en een historische lift.

Subsidie voor twaalf innovatieve samenwerkingsprojecten

Innovatie in Fryslân is belangrijk. Daarom wordt ruim 2 miljoen euro subsidie verleend aan twaalf innovatieve projecten in Fryslân. Innovatie is goed voor de economische ontwikkeling en is tegelijkertijd een risicovolle en kostbare aangelegenheid.

Vandaar dat het geld beschikbaar wordt gesteld vanuit het Regionaal Innovatie Programma Fryslân Fernijt IV. Daarnaast betaalt het ministerie van Economische Zaken en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland mee.

De gehonoreerde projecten dragen bij aan een zekere, schone en efficiënte energieproductie, duurzame landbouw, schone veilige watervoorziening, gezondheid en veilige en gezonde voeding.

Een project beoogt optimalisatie van de brandnetelteelt en verhoging van de eiwit- en vezelopbrengst per hectare door meerdere elementen van de brandnetel te verwerken.

Een ander project ontwikkelt een meetinstrument, waarmee de ecologische oppervlaktewaterkwaliteit continu kan worden gemonitord en het watersysteem optimaal kan worden beheerst.

Doel van weer een ander project is een bijdrage te leveren aan vermindering van het antibioticagebruik in de melkveehouderij door de ontwikkeling van een alternatief middel dat gebaseerd is op natuurlijke antistoffen van de koe.

Van 2 februari tot 13 maart 2015 kunnen ondernemers opnieuw aanvragen indienen om in aanmerking te komen voor een subsidie. Het subsidieplafond voor deze derde en tevens laatste tender is vastgesteld op € 1.739.655. Deze wordt opnieuw beschikbaar gesteld voor innovatieve samenwerkingsprojecten die een bijdrage leveren aan de volgende maatschappelijke uitdagingen: gezondheid, demografie en welzijn, voedselzekerheid, duurzame landbouw en bio-economie, zekere, schone en efficiënte energie en schone, veilige watervoorziening.


donderdag 15 januari 2015

Rotterdam profiteert voor het eerst van zelfherstellend elektriciteitsnet

Voor het eerst in Nederland is een stroomstoring automatisch opgelost door ingrijpen van het elektriciteitsnet zelf. Zo’n 600 huishoudens, winkels en bedrijven in Rotterdam-Centrum zaten zondag 11 januari gedurende slechts 18 seconden zonder stroom in plaats van de gemiddelde twee uur. Netbeheerder Stedin nam in juni 2012 dit volledig zelfherstellende net in gebruik, de storing van gisteren was de eerste in het net en werd veroorzaakt door een defecte kabel.

Met het zelfherstellende elektriciteitsnet wordt de duur van een stroomstoring aanzienlijk ingekort. Geavanceerde ICT en elektrotechniek detecteren en isoleren de locatie van een defect in kabel of elektriciteitshuisje volledig automatisch en schakelen de overige delen van het desbetreffende net zelfstandig weer in. Dit gebeurde zondag bij Stedinklanten in de omgeving van de Beurs, Coolsingel, Korte Hoogstraat, Grotekerkplein en Hoogstraat. De overige klanten in de omgeving van de Blaak hadden zondagmiddag na een uur weer elektriciteit.

'We hebben deze wereldprimeur natuurlijk van tevoren uitgebreid in een testcentrum beproefd', zegt Stedin’s directielid Henk Blom.'Toch blijft het altijd spannend of het ook écht werkt in de praktijk. Zondag heeft Stedin laten zien dat onze technologie inderdaad in staat is om de impact en duur van een storing spectaculair te verkorten. Uitval is niet te voorkomen door oorzaken zoals graafschade. We doen er echter alles aan om de overlast voor onze klanten te beperken.’’

Met de toepassing in Rotterdam is Stedin de eerste netbeheerder wereldwijd met een ondergronds zelfherstellend net. Delen van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië hebben dit ook, echter alleen bij bovengrondse kabels op hoogspanningsniveau. Om dit te realiseren heeft Stedin als netbeheerder intensief samengewerkt met gerenommeerde partners op het gebied van ICT en elektrotechniek zoals het Franse Schneider Electric en het Duitse Siemens.

Bewoners meten overschrijding Europese norm luchtvervuiling


Bewoners in 14 Nederlandse steden gaan vanaf donderdag 15 januari samen met Milieudefensie meten hoe vervuild de lucht is. Sinds 1 januari 2015 moet Nederland overal aan de Europese norm voor stikstofdioxide voldoen. Bewoners verwachten dat luchtvervuiling op deze drukke locaties de EU-norm overschrijdt. In dat geval dreigen hoge boetes uit Brussel.

De meetcampagne start met een ludieke actie op vier locaties in de grote steden. Met een professionele ultrafijnstofmeter wordt bij vier van de 58 meetpunten de luchtkwaliteit ter plekke getoetst door bewoners en 'crime scene-onderzoekers' van Milieudefensie. Zo is direct zichtbaar of de lucht vervuild is. Ook worden de vaste meetpunten voor stikstofdioxide geïnstalleerd door de bewoners. Na een jaar meten wordt vastgesteld of de norm overschreden is.

De lucht in Nederland is ongezond. Luchtverontreiniging staat in de top drie van veroorzakers van ziekte en sterfte in Nederland, samen met roken en overgewicht. Door het inademen van vervuilde lucht hebben bewoners meer kans op ernstige ziektes zoals longaandoeningen, kanker en hart- en vaatziekten. De belangrijkste bron van vieze lucht is het drukke verkeer.

De overheid moet zorgen dat de lucht overal in Nederland voldoet aan de Europese norm. Anne Knol, woordvoerder verkeer bij Milieudefensie: “De tijd van vooruitschuiven is voorbij. Nederland heeft jarenlang uitstel gekregen van Brussel maar moet nu haar verantwoordelijkheid nemen en zorgen dat we op z’n minst de Europese normen halen. Die normen zijn eigenlijk nog veel te slap. Voor echt gezonde lucht moeten we nog veel meer inzetten op schoner en minder verkeer. Dat kan door de uitbreiding van de milieuzones in grote steden naar personenauto’s en bestelbusjes, te beginnen met oude diesels die veel roet uitstoten.

De overheid moet fietsen, goed openbaar vervoer en elektrisch rijden stimuleren. Er is een breed pakket aan maatregelen nodig. Gemeenten zoals Utrecht en Rotterdam zetten stappen in de goede richting, Amsterdam en Den Haag blijven helaas achter. Het rijk moet initiatieven rond verbetering van luchtkwaliteit stimuleren en ondersteunen. Want als de EU-norm niet wordt gehaald blijven mensen jaar in jaar uit ziek worden door de luchtvervuiling en dreigen hoge boetes uit Brussel.”

ABN AMRO draait komend jaar op Hollandse wind

Alle kantoren en datacenters van ABN AMRO draaien het komende jaar op duurzaam opgewekte windenergie van Eneco. De bank zal in 2015 al haar stroom, ongeveer 115 GWh, afnemen van Nederlandse windmolenparken. Voor haar gasvoorziening stapt zij gedeeltelijk over op biogas afkomstig van Nederlandse projecten.

Alle kantoren en datacenters van ABN AMRO draaien het komende jaar op duurzaam opgewekte windenergie van Eneco. De bank zal in 2015 al haar stroom, ongeveer 115 GWh, afnemen van Nederlandse windmolenparken. Voor haar gasvoorziening stapt zij gedeeltelijk over op biogas afkomstig van Nederlandse projecten.

Daartoe ondertekenden Johan van Hall, COO en lid van de Raad van Bestuur van ABN AMRO en Guido Dubbeld, CFO van Eneco, onlangs een overeenkomst. Vorig jaar kwamen beide partijen al een meerjarig contract overeen voor de levering van elektriciteit en gas voor de periode 2015 – 2020.

woensdag 14 januari 2015

Nieuwe ontwerpwedstrijd brengt duurzaam licht naar Afrika

Vandaag de dag hebben 1,2 miljard mensen wereldwijd geen toegang tot elektriciteit. Om de behoefte aan licht in gemeenschappen zonder elektriciteit op een duurzame manier aan te pakken is de VELUX Groep een samenwerking gestart met Little Sun. Dit maatschappelijke bedrijf is opgericht door de wereldberoemde kunstenaar Olafur Eliasson en ingenieur Frederik Ottesen. Ter ere van de 75ste verjaardag van de VKR Holding zullen de twee bedrijven gezamenlijk een betaalbare speciale editie van een lamp op zonne-energie ontwikkelen.

"Een gebrek aan licht beïnvloedt hele gemeenschappen. Licht is namelijk een vitale hulpbron en mensen die geen toegang hebben tot elektriciteit staan voor aanzienlijke uitdagingen. Essentiële onderdelen van het leven die voor ons vanzelfsprekend zijn, zoals veilige medische zorg, werken, studeren en koken, worden haast onmogelijk. Little Sun produceert creatieve en innovatieve lichtoplossingen om dit probleem aan te pakken. We zijn dan ook zeer verheugd om met de VELUX Groep samen te werken en onze kernactiviteiten nog verder uit te bouwen," vertelt Felix Hallwachs, Managing Director van Little Sun.

"De kracht van de zon gebruiken om het welzijn van mensen te verbeteren zit in het DNA van zowel de VELUX Groep als Little Sun. Als daglicht ingenieurs heeft de VELUX Groep er vanaf het allereerste begin naar gestreefd om in de westerse wereld de natuurlijke lichtbronnen in huizen van miljoenen mensen te verbeteren. Little Sun is als ervaren producent van duurzame verlichtingsoplossingen voor Afrikaanse gemeenschappen die geen elektriciteit tot hun beschikking hebben, expert in het creëren van lampen op zonne-energie. Het is voor ons heel natuurlijk om samen te zorgen voor licht in het leven van diegenen die dit het meeste nodig hebben," zegt Michael K. Rasmussen, Marketing Director van de VELUX Groep.

Bij de speciale editie van de zonne-energie lamp gaat het niet alleen om het creëren van licht. Ook het ontwerp speelt een grote rol. Naast zijn functionaliteit, moet de lamp een esthetische aantrekkingskracht hebben. Om een nieuwe generatie ontwerpers te inspireren duurzame energie-oplossingen te ontwikkelen, zal de speciale editie worden gecreëerd met behulp van designstudenten uit de hele wereld. Hiervoor organiseren de VELUX Groep en Little Sun een internationale ontwerpwedstrijd genaamd "Natural Light," waarbij designstudenten worden uitgenodigd hun visie te tonen op het creëren van duurzaam licht in de donkere gebieden in Afrika. Het winnende ontwerp zal in productie worden genomen en net als de originele Little Sun zonnelamp via plaatselijke verkoopagenten worden verkocht tegen betaalbare prijzen aan mensen in Afrikaanse gemeenschappen.

Subsidie mogelijk voor duurzaam renoveren in Noord Holland

De provincie Noord‐Holland wil de markt voor vergaande duurzame woningrenovaties in Noord‐Holland bevorderen en heeft daarvoor een subsidieregeling geopend. Deze regeling is bedoeld voor verhuurders en particuliere woningeigenaren die hun woning(en) binnen Noord-Holland vergaand laten verduurzamen naar het niveau ‘energieneutraal’ of ‘nul op de meter’.

De subsidie dekt 20% van de kosten bij een verbouwing vanaf € 25.000,- en bedraagt per woning maximaal € 7.000,- voor een renovatie tot het niveau ‘Energieneutraal’ en maximaal € 10.000,- voor het niveau ‘Nul op de meter’.

Totaal is er € 1.000.000,- beschikbaar waarbij de inzet is om het budget gelijk te verdelen onder verhuurders en bezitters van koopwoningen. Verhuurders mogen meerdere woningen verduurzamen, maar het maximale bedrag waar zij voor in aanmerking komen is € 50.000,-. Voor appartementencomplexen geldt ook een maximum van € 50.000,-.