Pagina's

vrijdag 28 november 2014

Shell verenigt experts in energiedebat over innovatie

Shell bracht gisteren tweehonderd energie-deskundigen bijeen voor een debat over de toekomstige energievoorziening. Met een pleidooi voor versnelling van innovatie door betere samenwerking tussen overheid, wetenschap en bedrijfsleven opende Shell dit jaar de viering van een eeuw innovaties uit Amsterdam. ‘Het energievraagstuk en klimaatverandering vereisen pragmatisme, gezond verstand en innovatieve technologie.’ 

‘De wereld heeft meer en schonere energie nodig, die bovendien beschikbaar en betaalbaar is. Een geïnformeerd debat over onze toekomstige energievoorziening is daarvoor cruciaal’, zegt president-directeur Dick Benschop van Shell Nederland. ‘Juist een dialoog met veel verschillende partijen en experts, zoals vandaag tijdens de Future Energy-conferentie in Amsterdam, draagt bij aan goede samenwerking. Maar met een debat alleen zijn we er niet. Technologische vernieuwing, waaraan Shell Technology Centre Amsterdam (STCA) al honderd jaar bijdraagt, en een versnelling van innovatie zijn cruciaal.’

Shell stapte afgelopen jaar in diverse samenwerkingsinitiatieven. Zo is Shell partner in het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS), een nieuw onderzoeksinstituut dat eerder dit jaar bij Shell Technology Centre Amsterdam (STCA) werd gelanceerd. In AMS werken de TU Delft, Wageningen UR en het Massachusetts Institute of Technology (MIT) samen met industriële partners aan energie-innovaties voor stedelijk gebruik. Amsterdam gaat hierbij als proeftuin dienst doen.

Verder zet Shell met eigen programma’s als Shell Technology Ventures (STV), Shell TechWorks, Shell GameChanger, Shell Ideas 360 en Shell LiveWIRE nadrukkelijk in op een versnelling van innovatie door intensievere samenwerking en kruisbestuiving met start-ups, bedrijven en kennisinstellingen buiten de energiesector.
.




Nieuwe bespaarscan Zelfstroom in 1 week meer dan 1000 gebruikers

De nieuwe bespaarscan van Zelfstroom geeft woningeigenaren direct een uitgebreid vergelijk van de totale energielasten, inclusief de opbrengst van zonnepanelen. Niet eerder kon een vergelijk op totale energielasten getoond worden, zegt het bedrijf. Binnen een week is de scanner al duizend keer gebruikt.

Zelfstroom stimuleert Nederland om juist nú al te beginnen met het opwekken van eigen energie met zonnepanelen. Daarom verlaagt het bedrijf mogelijke drempels bij het aanschaffen van zonnepanelen. Zo geeft Zelfstroom tien jaar garantie op een werkend systeem, tien jaar een gegarandeerde opbrengst en hebben klanten bij het bedrijf de flexibiliteit om de zonnepanelen mee te verhuizen of in te ruilen voor een nieuwere soort. Ze maken alleen gebruik van de beste kwaliteit, zwarte design zonnepanelen.

LG Solar ontwikkelt partnerprogramma voor installateurs

LG Solar lanceert deze maand het nieuwe LG PRO Solar partnerprogramma dat speciaal is ontwikkeld voor Europese installateurs van zonnepanelen. Enkele honderden installateurs hebben zich al aangemeld voor het programma.

De deelnemende installateurs krijgen praktische ondersteuning die hen helpt om hun bedrijfsdoelstellingen te verwezenlijken – van planning en distributie tot strategieontwikkeling voor de verkoop van solar-producten.

Het partnerprogramma biedt veel voordelen voor zowel de deelnemende installateurs als LG Solar. Installateurs ontvangen de nieuwste inzichten en updates, terwijl de specialist op het gebied van zonne-energie beter in staat is om waar nodig hulp en begeleiding te bieden.



Doe mee aan de GasTerra Energizer Award!

GasTerra vindt het belangrijk om jongeren en studenten intensief te betrekken bij het energievraagstuk. Zij zijn nog onbevangen, beschikken over verse kennis en hebben er bovendien alle belang bij dat ook toekomstige generaties kunnen rekenen op een zekere, betaalbare én verantwoorde energievoorziening. Daarom ontwikkelden wij zes jaar geleden de GasTerra Transitie Jaarprijs (GTJP).

In 2015 organiseert GasTerra deze innovatieve wedstrijd voor de zesde keer. Deze editie is het concept veranderd. De GTJP heet nu de GasTerra Energizer Award (GTEA) en richt zich volledig op afstuderende hbo-studenten. Gerenommeerde bedrijven, uitdagende afstudeer-opdrachten en de beste hogeschoolstudenten uit alle hoeken van Nederland die het tegen elkaar opnemen Dat is in het kort de GasTerra Energizer Award!

Studeer jij volgend jaar af aan de Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool van Hall Larenstein (VHL), Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN), Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, Avans Hogeschool of Hogeschool Zuyd en ben jij nog op zoek naar een uitdagende afstudeeropdracht? Of ga je afstuderen bij een ander bedrijf en denk je dat je afstudeeropdracht voldoet aan de criteria? Dan nodigen we je uit om mee te doen!

donderdag 27 november 2014

Tarieven voor regionaal transport gas en elektriciteit met 260 miljoen omlaag

De tarieven die de regionale netbeheerders komend jaar mogen rekenen aan consumenten en bedrijven voor het transport van gas en elektriciteit gaan fors omlaag, zo maakt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) bekend. In totaal verlaagt ACM de inkomsten van de regionale netbeheerders met 260 miljoen euro. Henk Don, bestuurslid ACM: “Het toezicht van ACM zorgt ervoor dat bedrijven en consumenten een redelijke prijs betalen voor de kosten van het transport en aansluiting op het elektriciteits- en gasnet. Door het opleggen van maximale tarieven worden de regionale netbeheerders gestimuleerd tot een efficiënte bedrijfsvoering. Daarbij krijgen netbeheerders wel voldoende ruimte om noodzakelijke investeringen te doen.”

Met name de transporttarieven voor elektriciteit worden verlaagd, namelijk met zo’n 200 miljoen euro. Die van gas met ongeveer 60 miljoen euro. “De tarieven kunnen dalen omdat ACM vindt dat netbeheerders doelmatiger zullen kunnen werken en goedkoper aan kapitaal kunnen komen om te investeren; de rente staat laag”, zegt Henk Don, ACM-bestuurslid. “Omdat de verwachte kosten dalen, kunnen ook de inkomsten omlaag. De netbeheerders hebben voor de uitvoering van hun taken dus minder geld nodig.”

ACM heeft eerder de administraties van een aantal netbeheerders gecontroleerd. De kosten die die netbeheerders hebben opgevoerd zijn niet altijd juist geweest. Regionale netbeheerders mogen voor de tarieven alleen kosten opvoeren die samenhangen met hun taken op het gebied van transport van elektriciteit en gas en aansluiten van klanten op het energienetwerk. Het corrigeren van die fouten levert zowel plussen als minnen op die nu in de nieuwe tarieven zijn verwerkt.

TenneT zorgt ervoor dat het elektriciteitsnet niet uit balans raakt. De kosten daarvan werden altijd verrekend via het systeemdienstentarief. Dit tarief komt per 1 januari te vervallen en wordt onderdeel van het transporttarief.

Sommige bedrijven (grootverbruikers) in Zuid-Holland en Utrecht die rechtstreeks op het hoogspanningsnet zijn aangesloten gaan van netbeheerder veranderen. Per 1 januari 2015 draagt Stedin haar hoogspanningsnetten in Zuid-Holland en Utrecht over aan TenneT. Deze transactie is meegenomen in de tarieven voor 2015.

Biomassa-installatie Sportcentrum Kardinge in gebruik genomen

De wethouders Paul de Rook en Mattias Gijsbertsen hebben op woensdag 20 november de biomassa-installatie van sportcentrum Kardinge samen in gebruik genomen. Met behulp van deze nieuwe energiecentrale bespaart Kardinge 50% op het energieverbruik. Met alle duurzaamheidsmaatregelen laat Groningen zien wat de moderne mogelijkheden zijn om Sportcentrum Kardinge op een duurzame en flexibele manier te beheren.

De brandstof voor de nieuwe energiecentrale bestaat uit houtsnippers. De gemeente verzamelt deze biomassa zelf uit snoei- en kapafval. De biomassa-installatie verbrandt circa 1 miljoen kilo hout per jaar om te voorzien in de energiebehoefte van Kardinge. Ook is er naast de oven van de biomassa-installatie een buffervat geplaatst van 150 m3. Dit vat gevuld met water dient om de warmte op te slaan, zodat de warmte geleidelijk aan kan worden vrijgegeven voor het op temperatuur houden van het gebouw en de zwembaden.

Met de biomassa-installatie, persgas met 540 zonnepanelen op het dak, ledverlichting in o.a. de ijshallen en de windmolens die volgend voorjaar worden geplaatst, groeit Sportcentrum Kardinge uit tot het duurzaamheidssymbool voor stad en ommelanden. Wethouder de Rook:  “Hiermee is Kardinge een prachtig, bijdetijds en energieneutrale voorziening, waar sportieve Groningers op een duurzame manier hun energie kwijt kunnen.” Wethouder Gijsbertsen:  “Het mag gezegd: Sportcentrum Kardinge is binnen het gemeentelijk gebouwenbestand nummer 1 mede dankzij het zeer geavanceerde energiebeheersysteem.”

De biomassa-installatie is één van de laatste onderdelen van de renovatiewerkzaamheden in en rondom sportcentrum Kardinge. Ook het voorplein van Kardinge wordt nog opnieuw ingericht: daar krijgen enkele kleine windmolens een plek.

'Algen kunnen aardolie gaan vervangen'

Ze zijn overal te vinden. In de oceanen, in meren, maar ook gewoon in de sloot. Geef ze wat zon en CO2 en ze groeien als kool. Het groene goud: algen. Normaal eten kleine dieren van deze groene wezentjes, maar binnenkort kunnen we het zelf terug vinden in producten in de bouwmarkt en supermarkt.

Veel mensen zien het Amazonegebied als de longen van de aarde. Eigenlijk is dit niet waar. De algen in onze wateren zijn er in zulke grote getalen dat zij de longen van onze aarde zijn. Zij zetten constant CO2 om in zuurstof. Sinds enkele jaren gebruiken we deze slimme organismen ook voor andere doeleinden.

Tegenwoordig zijn algen al als een superfood te kopen bij reformzaken. Dit komt vooral door het hoge gehalte aan antioxidanten dat voor sommige mensen interessant is. Er is alleen veel meer uit de alg te halen. Dit groene goedje kan op termijn vele milieuonvriendelijke grondstoffen zoals sojaolie of aardolie vervangen. 

Eerste snellaadstation voor elektrische auto's in centrum Rotterdam

Het fijnmazige netwerk van laadpunten voor elektrische rijders in Rotterdam is uitgebreid met een speciaal snellaadstation midden in het centrum. In een zijstraat van het Hofplein, aan de Couwenburg, kunnen elektrisch rijders vanaf vandaag terecht om in minder dan een half uur de auto weer geheel op te laden.

De gemeente Rotterdam stimuleert elektrisch rijden en is een van de koplopers, in Nederland en Europa. Elektrisch rijden levert geen uitstoot van schadelijke stoffen en is daarmee goed voor de luchtkwaliteit in de stad. Voor particuliere rijders is het snellaadstation een aanwinst op het reeds dichte netwerk in Rotterdam van al meer dan 1.000 reguliere laadpunten. Ook voor de zakelijke markt is het een belangrijke uitbreiding van de faciliteiten voor elektrische voertuigen in de stad. “Dankzij de snelladers wordt ook het gebruik van elektrische taxi's en andere ‘veelrijders', zoals elektrische bestelbussen, makkelijker gemaakt. Dat helpt het vervoer in onze stad sneller schoner te maken,” aldus de Rotterdamse wethouder Pex Langenberg (mobiliteit en duurzaamheid). De plaats van het snellaadstation is zorgvuldig gekozen in overleg met onder andere de taxibranche.

Het bedrijf Allego plaatste het snellaadstation voor de gemeente aan de Couwenburg 58. “Wij geloven dat vervoer in steden als Rotterdam steeds slimmer én elektrisch wordt. Dit levert een bijdrage aan het terugdringen van ongewenste emissies", zegt Anja van Niersen, general manager van Allego. “We hebben de gemeente Rotterdam geholpen deze stap zo snel en slim mogelijk te maken door een efficiënte laadoplossing te bieden die past bij de stad.”

Het snellaadstation is een openbaar toegankelijke laadlocatie waar meerdere auto's per dag terecht kunnen om in korte tijd accu's te kunnen opladen. Het station is geschikt voor alle elektrische auto's met een snellaadfunctie en accepteert alle soorten laadpassen.

In Rotterdam zijn nu twee snelladers binnen de ring. Een derde snellaadstation volgt nog ‘op Zuid'. Op de snelwegen rondom Rotterdam zijn inmiddels al zeven snellaadstations aanwezig. Samen met het steeds uitbreidende netwerk van reguliere laadpunten, is de elektrische rijder in Rotterdam zeker van voldoende laadmogelijkheden op logische en makkelijk toegankelijke punten.

De snelladers worden mede gerealiseerd door Life+, een project van de Europese Unie. Allego heeft de aanbesteding gewonnen die de gemeente Rotterdam begin dit jaar uitschreef. Ook stimuleert de gemeente in samenwerking met markt en andere overheden het rijden in e-bestelbussen. Ook dit zijn veelrijders in de stad. Meer informatie daarover is te vinden op www.e-bestelbus.nl.

woensdag 26 november 2014

Heineken gaat groen rijden

Vanaf vandaag kunnen horeca-klanten van Heineken in de hoofdstad een elektrische vrachtwagen voor de deur verwachten. Deze volledig elektrische 12 tons vrachtwagen wordt ingezet voor de distributie van het assortiment in Amsterdam. Het is de eerste van minimaal vier elektrische vrachtwagens die in Amsterdam ingezet gaan worden. Deze transitie past binnen de ambitie van Heineklen Nederland om in 2020 voor de horecadistributie in alle grote steden in de Randstad volledig gebruik te maken van 0-emissie transport.

De aanwezigheid van de elektrische vrachtwagens is onder meer het resultaat van de samenwerking tussen Heineken Nederland en de Gemeente Amsterdam. Beide partijen maken onderdeel uit van het Europees project Frevue, dat elektrisch vrachtvervoer door de stad stimuleert en onder meer tot doel heeft de luchtkwaliteit te verbeteren. De vrachtwagen, ontwikkeld door GINAF, is dankzij het laadvermogen van 9 ton en een bereik tot 200 km uitermate geschikt voor stedelijke distributie en wordt voor Heineken ingezet door vervoerder Simon Loos.

De Gemeente Amsterdam is enthousiast over het groene rijden van de brouwer in de stad: "Amsterdam loopt wereldwijd voorop in elektrisch vervoer. Dat komt door de inspanningen van heel veel innovatieve mensen in de stad, en door organisaties zoals Heineken, die de eerste stap durven te zetten. En toch staan we nog aan het begin: ook anderen kunnen en moeten nog stappen zetten om transport te verduurzamen. Koplopers laten zien wat kan, en waar het naar toe gaat", aldus wethouder Abdeluheb Choho van de Gemeente Amsterdam.

"We zijn voortdurend bezig de CO₂-uitstoot door de gehele waardeketen heen te verminderen. De inzet van deze vrachtwagens is weer een stap in de goede richting," voegt Jeroen Corver, directeur Heineken Groothandel toe. "Heineken en Amsterdam zijn daarnaast al 150 jaar onlosmakelijk met elkaar verbonden. Oprichter Gerard Adriaan Heineken was al zeer betrokken bij het groen houden van de stad; hij hielp onder meer bij de realisatie van het Vondelpark. We zetten dit graag voort en zien het dan ook als onze verantwoordelijkheid om een steentje bij te dragen aan het leefbaar en groen houden van de stad," aldus Corver.

UT levert grote bijdrage aan eerste blauwe-energiecentrale

Koning Willem-Alexander stelt vandaag de eerste blauwe-energiecentrale ter wereld in gebruik. In deze proefinstallatie op de Afsluitdijk wordt het samenkomen van rivier- en zeewater gebruikt om duurzame energie op te wekken. Met slim ontworpen membranen (speciale filters) kun je namelijk elektriciteit halen uit het verschil in zoutgehalte. Onderzoekers van onderzoeksinstituut MESA+ van de Universiteit Twente leverden kennis voor de membranen en de technologie in deze centrale.

In de toekomst wordt het mogelijk om tien procent van het Nederlandse elektriciteitsverbruik op te wekken met deze technologie. Nederland heeft met grote rivieren als de Rijn en de Maas een enorme potentie op dit gebied. Het bedrijf REDstack BV brengt ‘Blue Energy’ nu in Nederland naar de markt. De Universiteit Twente  levert een belangrijke bijdrage aan het onderzoek en de verdere ontwikkeling van de centrale, waarbij  intensief wordt samengewerkt met het onderzoeksinstituut Wetsus, Fujifilm en andere organisaties.

De verwachting is dat het met Blue Energy lukt om voor 8 cent per kilowattuur (zonder subsidie) energie op te wekken. Zonne- en windenergie zijn momenteel een stuk duurder, energie uit aardolie is momenteel nog goedkoper. Bovendien kan ‘Blue Energy’ continu opgewekt worden, dit in tegenstelling tot zonne- en windenergie, die beide afhankelijk zijn van beschikbaarheid en het weer. De totale hoeveelheid elektriciteit die op de Afsluitdijk opgewekt zou kunnen worden, is gelijk aan 1200 miljard AA batterijen per jaar, ofwel voldoende voor de energiebehoefte van 500.000 huishoudens. In potentie is het mogelijk wereldwijd het gehele elektriciteitsverbruik op te wekken met Blue Energy.

“Waar zoet en zout water samenkomen, bijvoorbeeld waar rivieren in zee stromen, kun je elektriciteit opwekken”, legt prof. Kitty Nijmeijer van onderzoeksinstituut MESA+ van de Universiteit Twente uit. Met haar vakgroep werkte ze de afgelopen acht jaar intensief aan het ontwikkelen en verbeteren van de membranen en de Blue Energy technologie.

“In zout water bevinden zich namelijk veel meer geladen zoutdeeltjes, ionen, dan in zoet water. Als je zout en zoet water scheidt door een membraan dat alleen positief of negatief geladen deeltjes doorlaat, dan ontstaat er een spanningsverschil dat je kunt omzetten naar elektriciteit. Het principe is al langer bekend, maar de efficiëntie was altijd veel te laag om grootschalige toepassing interessant te maken.”

“Op het moment kunnen onze membranen in het lab een vermogen van ongeveer 1,3 Watt per vierkante meter membraan leveren”, vervolgt Nijmeijer. “Om blauwe energie economisch rendabel te maken moeten we toe naar 2 tot 3 Watt per vierkante meter. Onze promovendi gaan de centrale op de Afsluitdijk gebruiken als onderzoekfaciliteit om op grotere schaal de efficiëntie te verbeteren en de effecten van het gebruik van natuurlijk zee- en rivierwater te onderzoeken.”

De installatie bevat in totaal nu vierhonderd vierkante meter aan membranen die per uur 220.000 liter zout en 220.000 zoet water kunnen verwerken. Dat aantal wordt de komende jaren verder uitgebreid naar 100.000 vierkante meter. Om ruimte te besparen worden er verschillende membranen direct achter elkaar geplaatst, op een afstand van 0,3 – 0.5 millimeter van elkaar. Voor een commerciële installatie heb je uiteindelijk een miljoen vierkante meters membraan nodig. “Dat lijkt veel, maar is praktisch gezien zeker haalbaar”, stelt Nijmeijer.

Bosch dwingt Dyson energielabel voor stofzuigers aan te passen


Bosch zegt met succes de onjuiste vermelding te hebben aangevochten op het energielabel van twee Dyson- stofzuigers: de DC37c en DC33c. In geval van stofopname op tapijt zal Dyson het label aanpassen van de hoogste reinigingsklasse A naar D en in geval van het geluidsniveau zal Dyson het label aanpassen van 77dB naar 84dB.
Sinds 1 september 2014 wordt het EU-energielabel toegepast op alle nieuwe stofzuigers die in de EU worden verkocht. Op dit label staat niet alleen het energieverbruik, maar ook de stofopname op harde vloeren en tapijt, de stofuitstoot en het geluidsniveau. Gelijktijdig werden de nieuwe EU Ecodesign-regels van kracht. Volgens deze regels mogen geen stofzuigers meer geproduceerd worden die meer dan 1600 Watt verbruiken.

In het kader van de vermeldingen op de energielabels op bovengenoemde ingangsdatum, heeft Bosch ook gekeken naar apparaten die concurrenten op de markt gebracht hebben en de waarden die zij daarvoor publiceren. Daarbij viel met name bij de Dyson stofzuigers DC37c en DC33c de topklassering A op voor de stofopname op tapijt. Daarnaast viel ook het lage geluidsniveau op.

Uit controlemetingen die Bosch door onafhankelijke testlaboratoria liet doen, bleken aanzienlijke afwijkingen ten opzichte van de door Dyson vermelde labelwaarden. Voor de stofopname op tapijt scoorden de stofzuigers een D (in plaats van de door Dyson geclaimde A) en het geluidsniveau lag op 84dB (in plaats van de door Dyson geclaimde 77dB). Dit is significant: 3 decibel meer staat gelijk aan een verdubbeling in de waarneming van het geluid. Bosch heeft Dyson voor de voorzieningenrechter te Amsterdam gedaagd omdat Dyson de onjuiste claims in Nederland niet wilde aanpassen ondanks dat Dyson dit in Duitsland wel reeds had gedaan op gebod van de Duitse rechter. Ter zitting erkende Dyson dat zij de originele claims op de DC37c en DC33c stofzuigers niet kan onderbouwen en heeft zij de hiervoor genoemde acties toegezegd te zullen uitvoeren.

Veiligheid en continuïteit bovengronds elektriciteitsnet: tijdig snoeien

Een deel van het elektriciteitsnet van Stedin in het Groene Hart hangt bovengronds tussen karakteristieke houten palen. Stedin adviseert bewoners en bedrijven om regelmatig te controleren of takken van bomen of struiken op hun terrein naar deze kabels toe groeien. Nu het snoeiseizoen is begonnen, vraagt de netbeheerder aan klanten om deze veilig weg te halen. Zo realiseren we gezamenlijk een continue en veilige levering van elektriciteit in het Groene Hart.

Stedin beheert in delen van de gemeenten Bergambacht (Ammerstol, Bergambacht, Berkenwoude), Bodegraven-Reeuwijk (Bodegraven, Driebruggen, Hogebrug, Reeuwijk, Waarder), Gouda, Ouderkerk (Gouderak), Oudewater (Hekendorp, Oudewater, Papekop), Schoonhoven, Vlist (Haastrecht, Stolwijk, Vlist), Waddinxveen en Zuidplas (Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel) 129 kilometer bovengronds elektriciteitsnet.

In deze gebieden groeien regelmatig takken van bomen of struiken dichtbij de bovengrondse elektriciteitskabels. Dit is een risico voor zowel klanten als de elektriciteitsvoorziening. Nu het snoeiseizoen is aangebroken, vraagt Stedin haar klanten deze takken nabij elektriciteitskabels tijdig en op een veilige manier te snoeien. De eigenaar van het groen is hiervoor zelf verantwoordelijk.

Tijdens het snoeien moet voldoende afstand worden gehouden van de elektriciteitskabels. Stedin adviseert haar klanten daarom om vanaf de grond te werken en niet vanaf een ladder of hoogwerker. Ieder direct of indirect contact met de onder spanning staande kabels moet worden vermeden. Bij twijfel over de veiligheid, bijvoorbeeld wanneer takken al tussen of tegen de kabels zijn gegroeid, is Stedin bereikbaar voor advies via het nationale storingsnummer 0800-9009 (gratis, 24 uur per dag).

De energietransitie van onderaf loopt tegen knelpunten aan

Nationale en Europese doelstellingen op het gebied van duurzame energie zijn ambitieus. Burgers spelen een belangrijke rol in de realisatie van deze doelen, en het aantal duurzame, lokale energie-initiatieven stijgt in een snel tempo. De beweging ‘Energietransitie van onderaf‘ loopt echter tegen een aantal knelpunten aan.

De lokale energiecoöperaties hebben behoefte aan coherent en consistent beleid en samenwerking met overheden. Dit wordt (nog) niet waargemaakt. De wil en ambitie is er op alle niveaus, maar het ontbreekt aan lokale uitvoeringsagenda’s. Aan de kant van de lokale energiecoöperaties ontbreekt het aan realisatiekracht en passende verdienmodellen om daadwerkelijk een rol van betekenis te kunnen spelen in de transitie naar een duurzaam energiesysteem. Hier ligt een rol voor overkoepelende organisaties die lokale energiecoöperaties kunnen ondersteunen met concepten voor producten en diensten, en blauwdrukken voor verdienmodellen en lokale energieakkoorden. Daarnaast kunnen zij faciliteren in het uitwisselen van kennis en ervaring.

Voor het vergroten van de realisatiekracht ligt er ook een kans in de samenwerking met de grotere bestaande energiebedrijven, netwerkbedrijven en ontwikkelaars van zon- en windparken. Deze bedrijven hebben op hun beurt baat bij het draagvlak van burgers en het inzicht in de lokale dynamiek dat lokale energiecoöperaties hebben. De gemeenten en andere overheden zijn vaak nog zoekende naar de invulling van hun eigen rol. De vraag is in hoeverre de huidige situatie voldoende uitwisseling van waarde(n) biedt voor een duurzame samenwerking tussen de verschillende stakeholders. Wederzijds leren lijkt op dit moment de belangrijkste drijfveer.

dinsdag 25 november 2014

'Energieakkoord: vervang wind en biomassa door WKK en thoriumonderzoek'

Vijf deskundigen (waaronder Paul Cliteur en trendwatcher Adjiedj Bakas) hebben namens actiegroepering GebakkenWind een brief gestuurd aan de wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen, waarin ze pleiten voor een drastische herziening van het energieakkoord. De grootste kostenposten van het energieakkoord, wind op zee, wind op land en biomassa-bijstook moeten eruit. In plaats daarvan pleiten zij voor steun aan warmtekrachtkoppeling (WKK) en op langere termijn thorium kerncentrales.

De vijf deskundigen (naast Cliteur en Bakas is de brief ondertekend door prof dr Wim de Ridder, oud-McKinsey directeur Mickey Huibregtsen en Reinier Castelein) wijzen erop dat het energieakkoord ernstige weeffouten bevat, die volgens hen zeer nadelige gevolgen zullen hebben voor de Nederlandse economie. Zij doelen met name op de astronomische kosten die voortkomen uit de windparagraaf van het energieakkoord, zonder dat daar substantiële baten tegenover staan.

Zij stellen verder in de brief dat met warmtekrachtkoppeling (WKK) evenveel reductie van de CO2-uitstoot valt te behalen als met wind op zee voor een fractie van de kosten van wind. In het energieakkoord is echter besloten WKK niet langer te steunen met als gevolg dat het percentage stroomopwekking met WKK (een zeer efficiënte manier van elektriciteit opwekken met gas) in Nederland de komende tien jaar zal dalen van 50% nu naar minder dan 20%.

De brief stelt verder dat de hoge kosten van het energieakkoord een dermate grote aanslag op het besteedbaar inkomen van de Nederlandse gezinnen zullen hebben dat dit grote gevolgen zal hebben voor de omzet van de detailhandel en het MKB. Dit is zeer slecht voor de economie.

De ondertekenaars dringen aan op een reparatie van het energieakkoord waarbij de irrationele keuze voor wind teruggedraaid wordt en vervangen wordt door het in stand houden van WKK. Tevens dringt men aan op investeringen in research naar kansrijke duurzame energiebronnen zoals zonne-energie en volledig veilige thorium MSR kerncentrales die geen kernafval produceren.

GebakkenWind is een initiatief van een aantal MKB bedrijven uit de regio Rotterdam dat zich zorgen maakt over de koopkrachtdaling bij de bevolking als gevolg van de astronomische uitgaven van het energieakkoord aan met name windsubsidies. Deze worden grotendeels afgewenteld op de energierekening van de burgers en het MKB, ten koste van het besteedbaar inkomen. Dit is desastreus voor de detailhandel, het MKB en mede daardoor de landelijke economie.
GebakkenWind wil het MKB mobiliseren tegen de windsubsidies en bekendheid geven aan deze voor Nederland gevaarlijke ontwikkeling.

Waterschappen koplopers in duurzaamheid

Waterschappen lopen voorop als het gaat om duurzaamheid. Dat blijkt uit de Klimaatmonitor Waterschappen 2014 die op 18 november is overhandigd aan de vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer.

Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. De ambities van de waterschappen zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord (2010) en het SER Energieakkoord (2013). Deze ambities gaan verder dan de nationale doelstellingen van het Rijk:

- 30% energie-efficiënter en zuiniger werken tussen 2005 en 2020
- 40% zelfvoorzienend door eigen duurzame energieproductie in 2020
- 30% minder uitstoot van broeikasgas tussen 1990 en 2020
- 100% duurzame inkoop in 2015 Afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder

De gisteren gepresenteerde Klimaatmonitor geeft inzicht in de resultaten en de verwachtingen voor de toekomst. Waterschappen zijn grootverbruikers van energie, vooral voor de 340 afvalwaterzuiveringsinstallaties en ruim 3600 poldergemalen die zij in bedrijf hebben. De sector voert landelijk en lokaal een bijzonder actief energie- en grondstoffenbeleid. De waterschappen beschouwen het afvalwater dat zij ontvangen van huishoudens en bedrijven steeds meer als een bron van duurzame energie en grondstoffen, onder de noemer Energie- en Grond-stoffenfabriek. De productie van biogas heeft in 2013 een record bereikt van 112 miljoen kuub biogas. Waterschappen winnen door toepassing van innovatieve technieken schaarse grondstoffen terug, zoals fosfaat en cellulose.

De mogelijkheden voor duurzame energieproductie verschillen per afvalwaterzuivering. Dit hangt onder meer af van de toegepaste zuiveringstechnieken, de lokale behoefte aan biogas en warmte, de grootte van de installatie en de afschrijvingstijd van investeringen. Waterschappen kunnen bovendien niet onbeperkt extra investeren in korte tijd.

Hennie Roorda, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: "We zullen ons de komende jaren maximaal inspannen om onze ambities te realiseren. We gaan volop aan de slag met de aanbevelingen uit de Klimaatmonitor. Zo hebben we al onderzoek laten doen naar de mogelijkheden om de energie-efficiëntie bij poldergemalen te verbeteren. En verkennen we de inzet van windkracht, zonne-energie en restwarmte. We vertrouwen erop dat de Rijksoverheid op haar beurt helpt met het wegnemen van belemmeringen die onze duurzame ambities in de weg kunnen staan."

Werkzaamheden Munnekezijl na boring

NAM gaat de aankomende periode werkzaamheden uitvoeren om de recent geboorde put in Munnekezijl, aan te sluiten om deze gereed te maken voor de winning van gas. 

Afgelopen zomer heeft NAM een boring uitgevoerd op de gaswinningslocatie Munnekezijl aan de Stadsweg. Zoals u wellicht heeft gemerkt zijn de booractiviteiten afgerond en is de boortoren niet meer op de locatie aanwezig. De boring is succesvol verlopen met als resultaat dat er een klein gasveld is aangetroffen. Daarom gaat NAM de aankomende periode werkzaamheden uitvoeren om deze put aan te sluiten om deze gereed te maken voor de winning van gas. We willen u graag informeren over deze werkzaamheden.
.
De uitvoering van deze werkzaamheden is gepland vanaf maandag 17 november tot en met vrijdag 12 december. Op de locatie wordt van maandag tot en met vrijdag gewerkt waarbij de werkzaamheden grotendeels 24 uur per dag worden uitgevoerd. In de weekenden zijn er geen werkzaamheden gepland.
.

Utrechts Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling behoort tot wereldtop

In de recente visitatie van het Nederlandse milieu-en duurzaamheidsonderzoek is het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling van de Universiteit Utrecht als de beste van Nederland beoordeeld. De exceptionele kwaliteit van het Copernicus Instituut werd door de buitenlandse experts unaniem gewaardeerd. Deze hoogste beoordeling onderschrijft de leidende rol van de Universiteit Utrecht in onderzoek naar een duurzame samenleving.

Alle universitaire onderzoeksgroepen van Nederland worden regelmatig onderworpen aan een uitgebreide analyse (visitatie) van de kwaliteit van het onderzoek. Het onderzoek wordt daarbij beoordeeld op kwaliteit, productiviteit, maatschappelijke relevantie en vitaliteit. Binnen zes universiteiten en instellingen hebben 39 belangrijke onderzoeksgroepen op het gebied van milieukunde en duurzaamheid deelgenomen aan de visitatie, onder leiding van de onderzoeksschool SENSE. De groepen werden door buitenlandse experts op de vier genoemde criteria beoordeeld en vergeleken met het internationale veld.

Prof. dr. Martin Wassen, hoofd van het Copernicus Instituut: “Uit de evaluatie blijkt dat het milieukunding en duurzaamheidsonderzoek in Nederland van zeer hoge kwaliteit is. Het Copernicus Instituut haalt hierbij de hoogste punten - very good to excellent. Gelet op de kwaliteit, productiviteit en maatschappelijke bijdrage behoort het Utrechtse Copernicus Instituut tot de absolute top van de wereld.”

Het Copernicus Instituut haalt de hoogste punten - very good to excellent. Gelet op de kwaliteit, productiviteit en maatschappelijke bijdrage behoort het Utrechtse Copernicus Instituut tot de absolute top van de wereld.

Het Copernicus Instituut bestaat uit vier nauw samenwerkende onderzoeksgroepen: Energy & Resources, Innovation Studies, Environmental Governance, en Environmental Science. De onderzoekers dragen bij aan het oplossen van grote mondiale, maar ook van lokale milieuproblemen: variërend van de impact van klimaatverandering op ecosystemen, duurzame energie en biomaterialen, tot management van technologische innovaties, duurzame productie-consumptieketens, en aanpassing van steden aan klimaatverandering.

STW honoreert Delfts onderzoek naar nanoscopie en windturbines met 6,2 miljoen

Technologiestichting STW en het bedrijfsleven stellen in totaal 6,2 miljoen euro beschikbaar voor de onderzoeksprogramma’s UPON (Understanding Processes Using Operando Nanoscopy) en EUROS (Excellence in Uncertainty Reduction of Offshore wind Systems). Het eerste programma richt zich op het nauwkeuriger bestuderen van materiaaleigenschappen op atomair niveau via elektronenmicroscopie; het tweede op kostenreductie bij de inzet van offshore windturbines. UPON en EUROS worden geleid door de TU Delft; prof. Henny Zandbergen en prof. Gijs van Kuik zijn de respectievelijke programmaleiders.

Het andere door STW gehonoreerde voorstel is EUROS (Excellence in Uncertainty Reduction of Offshore wind Systems) en heeft een budget van 3,4 miljoen euro. De huidige, relatief hoge kosten van offshore windenergie belemmeren nog de grootschalige toepassing ervan. EUROS richt zich daarom op de belangrijkste kostenfactoren: ontwerp, constructie en de logistiek van installatie en onderhoud – met een besparingspotentieel van 10%. In EUROS worden tools en modellen ontwikkeld die makkelijk kunnen worden ingepast in bestaande ontwerp- en planningssoftware.

maandag 24 november 2014

Windmolens voorzien Google datacenter in Eemshaven van energie

Google zal alle energie die door een nieuw windmolenpark in Delfzijl wordt opgewekt inkopen. Het gaat daarbij om een tienjarig contract dat ingaat vanaf begin 2016. Het windmolenpark wordt momenteel gebouwd in Delfzijl. De deal zorgt ervoor dat het nieuwe 600 miljoen kostende datacenter van Google, dat momenteel in aanbouw is in de Eemshaven, direct vanaf het begin van 100 procent lokaal opgewekte duurzame energie voorzien zal worden.

De overeenkomst met Eneco is Google's derde power purchase agreement (PPA) van de afgelopen 18 maanden in Europa. Daarnaast is het de achtste overeenkomst wereldwijd om duurzame energie aan te schaffen voor zijn datacenters.

Eneco is al begonnen met de bouw van het nieuwe windmolenpark bij Delfzijl. De bouw van het project dat uit 19-turbines bestaat, met een totale gezamenlijke capaciteit van 62MW, zal 80 banen voor lokale aannemers opleveren voor de bouwperiode van 18 maanden.

"We hebben afgesproken dat ons nieuwe datacenter in de Eemshaven vanaf de eerste dag zou draaien op hernieuwbare energie en dat zal nu ook gaan gebeuren”, zegt Francois Sterin, Director Global Infrastructure. "Power purchase agreements geven windparkontwikkelaars zoals Eneco de economische zekerheid om te investeren in nieuwe duurzame energiecapaciteit. Dat is goed voor het milieu, maar is financieel gezien ook interessant voor bedrijven zoals Google."

Lokaal duurzaam roept Kamp op tot actie in postcoderoosregeling

De postcoderoosregeling heeft nog één kans om te overleven. Alleen als het rendement op gezamenlijk opgewekte duurzame energie verbetert, wordt de regeling een succes. De laatste optie om dat te realiseren, is de energiebelastingkorting te verhogen. Dat wasde belangrijkste conclusie op het landelijke Evenement HIER opgewekt dat vrijdag werd gehouden in Den Haag; het grootste evenement voor en door lokale duurzame energie-initiatieven in Nederland. Het Evenement HIER opgewekt is 'powered by Greenchoice'.

Zo'n 900 vertegenwoordigers van energie-initiatieven, gemeenten en provincies, woningcorporaties, netbeheerders en energiebedrijven kwamen bij elkaar om te leren, kennis te delen en te ontmoeten. =

De afgelopen maanden is heel hard een oplossing gezocht voor een aantal knelpunten in de postcoderoosregeling. E-Decentraal/ODE heeft veelvuldig overleg gevoerd met het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Financiën. De vele kritiek op de complexiteit en haalbaarheid krijgt gelukkig ook navolging in de politiek:
- De garantieperiode voor de regeling wordt verlengd van 10 naar 15 jaar.
- De dure tweede aansluiting voor de opwekinstallatie is in veel gevallen niet meer nodig.
- Voor het heikele punt van de dubbele btw-heffing blijken er oplossingen.
Deze oplossingen kunnen een positief effect hebben op de businesscase, maar leveren te weinig op voor een acceptabel positief rendement.

Er is inmiddels aan veel knoppen gedraaid om de postcoderoosregeling te verbeteren, maar nog steeds is het rendement te laag. De laatste optie is om de energiebelastingkorting te verhogen. Zonder acceptabel rendement gaat de postcoderoosregeling geen succesvolle projecten opleveren.

vrijdag 21 november 2014

Op weg van 'fossiel' naar 'renewable'

Het vinden van alternatieven voor fossiele grondstoffen vergt onderzoek naar nieuwe metershoge reactoren, maar tegelijk naar interactie op de schaal van nanometers. In het Netherlands Center for Multiscale Catalytic Energy Conversion (MCEC) gaat het om die hele ‘range’ van afmetingen. De Universiteit Twente heeft een belangrijk aandeel in het nieuwe centrum, waarvoor de komende jaren 31,9 miljoen euro beschikbaar is.

Of het nu gaat om biomassa, syngas of ‘solar fuel’, in elk van de alternatieven voor fossiele brand- en grondstoffen gaan katalysatoren een belangrijke rol spelen: zij versnellen chemische reacties en maken de omzetting efficiënter en schoner. Onderzoek naar deze katalysatoren beweegt zich op de schaal van atomen en moleculen, maar ook op die van grote reactoren. Het is daarmee zeer multidisciplinair: in het MCEC, een zogenaamd Zwaartekrachtprogramma waarin het Ministerie van OCW 31,9 miljoen euro investeert, werkt de Universiteit Twente samen met de Universiteit Utrecht en de Technische Universiteit Eindhoven. De UT-inbreng komt voornamelijk uit het MESA+ Instituut voor Nanotechnologie, vanuit verschillende onderzoeksgroepen.

Tijdens de kick-off van het nieuwe centrum, begin november, liet prof. Rob Lammertink (Soft Matter, Fluidics and Interfaces) bijvoorbeeld zien hoe belangrijk de grensvlakken tussen vloeistof en gas zijn in dit onderzoek naar de energiebronnen van de toekomst. Een grensvlak is cruciaal voor de interactie in katalytische reacties, daarom werkt Lammertink onder meer aan microchips waarin hij vloeistof langs gasbellen laat stromen om de effecten te meten. Verschillende UT-disciplines komen in dit voorbeeld samen: zo is er binnen de groep Physics of Fluids van prof. Detlef Lohse veel kennis over het gedrag van gasbelletjes in vloeistof en over complexe fenomenen als turbulentie. Tegelijk heeft de BIOS Lab-on-a-chip groep van prof. Albert van den Berg veel ervaring met vloeistoftransport in micro- en nanokanalen. Lohse en Van den Berg maken beiden deel uit van het management team van MCEC.

Green Deal voor schone en veilige steden

Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) ondertekende vandaag in Groningen de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek. Zij deed dit samen met meer dan vijftig partijen die betrokken zijn bij de bevoorrading van steden. Doel is deze steden schoner en veiliger te maken door in 2025 zoveel mogelijk soorten vervoer op de weg te hebben die geen schadelijke stoffen uitstoten.
Mansveld: ‘In het SER Energieakkoord spraken de ondertekenaars uit de logistieke sector af concrete stappen te zetten om het vrachtvervoer duurzamer te maken. Door deze Green Deal verminderen ze nu hun uitstoot van roet, fijn stof en CO2 waardoor de kwaliteit van de leefomgeving in onze steden beter wordt.’

Onder de partijen die de Green Deal ondertekenen zijn gemeenten, vervoerders, verladers, autofabrikanten, ondernemings-, branche- en belangenorganisaties. Ze gaan schone en zuinige voertuigen inzetten. Daarnaast kijken ze vooral naar een betere benutting en innovatie van bestaande logistieke stromen, zodat er minder kilometers in de stad gereden worden.

De steden die de Green Deal ondertekenen geven bedrijven de ruimte nieuwe technologieën in de praktijk uit te proberen, zoals elektrische aandrijving en waterstof als brandstof. Doel is om van de experimenten op kleine schaal te leren en de successen zo snel mogelijk te delen met andere gemeenten en bedrijven.

Essent houdt wachtende tramreiziger warm

Essent laat in week 47 een tramhalte aan de Coolsingel in Rotterdam voorzien van een radiator en een fictieve cv-ketel. Zo wil Essent wachtende tramreizigers warm houden en daarmee aandacht vragen voor het tijdige onderhoud en de vervanging van cv-ketels. Om storingen te voorkomen. De ‘warme’ tramhalte is tot stand gekomen in samenwerking met Exterion Media en bedacht door reclamebureau Etcetera.

In de herfst- en wintermaanden neemt het aantal storingen in cv-ketels  toe. Dat komt doordat het in deze periode kouder is en cv-ketels hard moeten werken om het huis te verwarmen. Oudere en niet goed onderhouden ketels laten het dan vaak afweten. Daardoor komen gemiddeld 1 miljoen huishoudens onnodig in de kou te zitten.

Reclamebureau Etcetera bedacht de spectacular om het aanbod van Essent en haar servicepartners rond de installatie, onderhoud en service van cv-ketels onder de aandacht te brengen. Ben Imhoff, Creatief Directeur van Etcetera: "Essent levert meer dan stroom en gas alleen. Essent levert ook die HR-ketel die zorgt voor dat heerlijke warme en behaaglijke thuis. En waar kun je dat beter laten voelen dan in een winderige tramhalte waar iedereen staat te verkleumen.”

3500 woningen verwarmen met aardwarmte

Gemeente Groningen en Waterbedrijf - verenigd in WarmteStad bv - willen de huizen in drie naoorlogse wijken verwarmen met hernieuwbare energie. Een bron op 3 km diepte levert (met een gesloten systeem) in eerste instantie warmte aan circa 3.500 woningen. Uiteindelijk kunnen zo’n 10.000 woningen op dit systeem worden aangesloten. De komende periode wordt dit netwerk, gericht op betaalbaarheid, duurzaamheid en eigenaarschap, ontwikkeld.

Warmtestad wil tijdens inspiratiefestival Let’s Gro met de stad in gesprek. Over de ontwikkeling van dit warmtenetwerk maar vooral ook over hoe we dit kunnen inzetten als aanjager voor de verdere ontwikkeling van deze drie wijken. Deze discussie is op vrijdag 21 november om half vier in de Spiegeltent, Waagplein.

donderdag 20 november 2014

Green Deal Grondstoffen getekend

Vandaag is de Green Deal Grondstoffen getekend om het winnen van grondstoffen uit afvalwater door waterschappen verder te brengen. Waterschappen zuiveren het afvalwater van huishoudens en bedrijven om te zorgen voor een goede waterkwaliteit in Nederland. Maar zij beschouwen het afvalwater ook steeds meer als een bron van duurzame energie en grondstoffen.

Via de Energie- en Grondstoffenfabriek, een gezamenlijk waterschapsinitiatief, werken alle 23 Nederlandse waterschappen samen aan het winnen van energie en grondstoffen uit afvalwater. In 2011 werd al een Green Deal Energiefabrieken getekend. Van de ongeveer 80 afvalwaterwaterzuiveringen waar biogas wordt gewonnen zijn er inmiddels 7 omgebouwd tot Energiefabrieken. Op een aantal installaties wordt ook al fosfaat gewonnen uit het afvalwater.

De Green Deal Grondstoffen richt zich op het verder stimuleren van het winnen van waardevolle grondstoffen. Uit afvalwater kan naast fosfaat onder andere ook cellulose, polymeren, alginaat en CO2 worden gewonnen. Bedrijven kunnen deze grondstoffen opnieuw gebruiken. Er zijn vele mogelijke toepassingen: fosfaat als groene meststof voor de landbouw, cellulose voor asfalt en CO2 voor tuinbouwkassen of de procesindustrie.

Met de Green Deal Grondstoffen starten de waterschappen kansrijke demonstratieprojecten die van aanbesteding tot realisatie door het Rijk worden ondersteund en gevolgd om van te leren. Het Rijk neemt belemmeringen in regelgeving weg en zoekt actief mee naar oplossing van allerlei praktische problemen, bijvoorbeeld rond vergunningverlening. Met deze investeringen zijn vele tientallen miljoenen euro gemoeid. De STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterschappen) investeert daarnaast miljoenen in onderzoek naar nieuwe technieken. Het Rijk heeft toegezegd te helpen met het vinden van aanvullende financiering. Tot slot komt er een pakket met activiteiten voor het hoger onderwijs rond het thema.

Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen: "Winnen wat van waarde is, is ons motto. Dit is echt volstrekt nieuw en daarom ook pionierswerk. Er is veel belangstelling vanuit kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Die samenwerking hebben we hard nodig. Om de technieken te leveren en als afzetmarkt om al die waardevolle grondstoffen weer terug te krijgen in de kringloop. Zo werken we tegelijk aan doelmatigheid en duurzaamheid."

Vandaag is ook een juridische handreiking gepresenteerd met daarin een inventarisatie van mogelijke (juridische) belemmeringen en kansrijke aanpakken, opgesteld door organisatieadviesbureau Berenschot in opdracht van de Unie van Waterschappen. Belangrijkste conclusie: levering van grondstoffen en energie past binnen de wettelijke taken van de waterschappen. Er zijn nog wel wat knelpunten. Zo is het belangrijk voor de afzet dat de afvalstatus van groene grondstoffen uit afvalwater wordt opgeheven.

Ondertekenaars van de Green Deal Grondstoffen zijn het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het ministerie van Economische Zaken, de Unie van Waterschappen en STOWA. De Green Deal sluit aan bij het programma Van Afval Naar Grondstof van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de circulaire economie. Het ministerie van Economische Zaken stimuleert de zogeheten biobased economy door het verkennen van mogelijkheden van groene groei voor Nederlandse bedrijven, ook gericht op kansen voor de export.

Green Team Twente onthult ontwerp nieuwe waterstofauto

Het Green Team Twente presenteert donderdag het ontwerp van hun nieuwe waterstofauto waarmee het team meedoet aan de Shell Eco Marathon in mei. De Twentse studenten gooien het dit jaar over een andere boeg. De nieuwe waterstofauto krijgt meer uitstraling, een andere vorm (body) en verbeterde aandrijving.

“Méér auto, méér waterstof, dat is waar het om draait bij onze nieuwe auto”, vertelt woordvoerder Alyssa van Duijne van Green Team Twente. Het team houdt daarbij de ontwikkelingen op het gebied van waterstofauto’s nauwlettend in de gaten. Zo start Toyota volgend jaar als eerste fabrikant met de grootschalige productie van een auto op waterstof, die 50.000 euro moet gaan kosten. In Japan wordt stevig geïnvesteerd in de benodigde infrastructuur. Een paar maanden later volgen waarschijnlijk de VS en Europa, waar binnenkort op grote schaal waterstof getankt kan worden. Zo werk Duitsland met het H2 Mobility Initiative. In 2023 moeten onze oosterburen vierhonderd tankstations hebben waar waterstof beschikbaar is, de komende vier jaar moeten het er al honderd zijn.

“De waterstofauto is dus sterk in opkomst, wij spelen daarop in”, vertelt Van Duijne. “We brengen onze nieuwe waterstofauto meer onder het publiek, hij wordt toegankelijker. Zowel het uiterlijk als de technische specificaties van de auto worden compleet nieuw. Met de brandstofcellen kiezen we dit jaar voor Duitse degelijkheid. Fabrikant ZBT levert op maat gemaakte cellen, waarbij we zelf de randapparatuur en elektronica ontwikkelen om zo tot een optimale efficiëntie van de auto te komen.”

In het ontwerp van de nieuwe auto ligt de focus eveneens sterk op de nieuwe vorm en een uitgebreid dashboard. Van Duijne: “Onze elektrotechnici en ontwerpers denken samen na over hoe de beschikbare data uit de verschillende sensoren aan de bestuurder wordt  gepresenteerd. Daarnaast wordt het voor de bestuurder makkelijker de auto te bedienen doordat hij betere feedback krijgt van de verschillende knoppen en schakelaars. Verder werken de werktuigbouwkundigen met de ontwerpers aan een nieuwe body die niet alleen aerodynamischer is, maar ook meer op een flitsende auto lijkt.”

Om de nieuwe uitdagingen aan te gaan en compleet opnieuw te beginnen, is het Green Team Twente uitgebreid naar liefst 22 studenten. Het gaat daarbij om elf studenten Electrical Engineering, vier studenten Werktuigbouwkunde, vier Industrieel Ontwerpen, twee Scheikundige Technologie en één International Business Administration.

In mei 2015 gaat het team de strijd aan met tweehonderd andere teams tijdens de Shell Eco Marathon in Rotterdam. Bij de Shell Eco Marathon is het de bedoeling om zo efficiënt en zuinig mogelijk te rijden op de gekozen brandstof.

IKEA Group doet grootste investering in windmolenpark ooit

De IKEA Group heeft haar tweede windmolenpark in de Verenigde Staten gekocht van Apex Clean Energy: een 165-megawatt windmolenpark in Cameron County, Texas. Het is de grootste opzichzelfstaande investering in hernieuwbare energie van de IKEA Group tot nu toe. De aankoop draagt significant bij aan het doel om tegen 2020 evenveel hernieuwbare energie te produceren als er wordt verbruikt. Naar verwachting is het Cameron windmolenpark eind 2015 volledig operationeel.

Al 4.000 woningeigenaren profiteren van Friese energiepremie

Na 1 jaar maken 4.000 woningeigenaren gebruik van de Friese energiepremie. Particuliere woningeigenaren kunnen maximaal € 3.050 subsidie krijgen voor energiebesparende maatregelen. In totaal is er voor € 2,8 miljoen aangevraagd. Geïnteresseerde woningeigenaren kunnen de energiepremie nog steeds aanvragen. De Friese energiepremie is onderdeel van Wurkje foar Fryslân.

De provincie Fryslân investeert in woningen die minder energie gebruiken. Dat zorgt voor werkgelegenheid in de bouw. En tegelijkertijd levert het lagere woonlasten en een behaaglijk huis op. Gedeputeerde Hans Konst is erg tevreden over 1 jaar Friese energiepremie. “Dit is waar Wurkje foar Fryslân voor is bedoeld. Tot nu toe hebben we € 1,5 miljoen subsidie uitgekeerd. Dankzij deze subsidie investeren woningeigenaren € 8,5 miljoen in het energiezuinig maken van hun huis. Daarvoor huren ze vaak Friese bouw- en installatiebedrijven in.”

Populaire maatregelen zijn vloerisolatie en spouwmuurisolatie. In totaal is er voor bijna 6200 maatregelen subsidie verleend. Gemiddeld ontvangen de woningeigenaren € 701 subsidie. “Een combinatie van maatregelen werkt het beste. Juist dan levert het een flink lagere energierekening op. Er zit nog genoeg geld in de pot. Ook is het mogelijk om nog een keer de Friese energiepremie aan te vragen. Er geldt wel een maximum van € 3.050 per woning. Kortom, nu investeren is nu profiteren,” aldus gedeputeerde Hans Konst.

Gevel-, dak- en vloerisolatie komen in aanmerking voor de Friese energiepremie. Ook spouwmuurisolatie, HR++ glas inclusief kozijn en zonneboilers komen in aanmerking. De subsidie geldt nu ook voor lagetemperatuurverwarming en warmtepomp. Zonnepanelen zijn niet in deze subsidieregeling opgenomen.

Energiebesparende maatregelen belangrijk voor Nederlandse consument

Het treffen van energiebesparende maatregelen is belangrijk voor de Nederlandse consument. Vooral de jongere consument tot 35 jaar (48%) overweegt vaker om in de komende twaalf maanden energiebesparende maatregelen te treffen ten opzichte van de afgelopen vijf jaar. Dit blijkt uit de USP Energie Monitor, een maandelijks terugkerend consumentenonderzoek van USP Marketing Consultancy.

De Nederlandse consument vindt het treffen van energiebesparende maatregelen belangrijk. Inmiddels geeft 40% van de Nederlandse huishoudens aan in de komende twaalf maanden te overwegen om energiebesparende maatregelen te treffen. Vooral consumenten onder de 35 jaar (48%) en consumenten in de leeftijdscategorie 35 tot 55 jaar (43%) overwegen om energiebesparende maatregelen te treffen in de komende twaalf maanden. In de afgelopen vijf jaar hebben consumenten van 55 jaar en ouder het vaakst  energiebesparende maatregelen getroffen. Dit verklaart ook waarom zij de komende 12 maanden minder gaan doen, zij hebben het immers al gedaan.

Kostenbesparing is het meest gebruikte argument om energiebesparende maatregelen te treffen (65%). Daarnaast is het verbeteren van comfort door 40% van de Nederlandse consumenten die energiebesparende maatregelen hebben getroffen genoemd als argument. Vooral voor huishoudens met kinderen is dit een belangrijk argument. Huizenbezitters treffen voornamelijk energiebesparende maatregelen om kosten te besparen, voor het milieu en ter verbetering van het wooncomfort. Zij investeren hiermee in de woning waarbij het plaatsen van dubbel glas de meest voorkomende maatregel is.

Consumenten met een huurwoning lijken vaker maatregelen te treffen omdat dit voor hen noodzakelijk is, dus bij ventilatie- en vochtproblemen of als de cv-ketel aan vervanging toe is. Ook laten consumenten met een huurwoning zich vaker door mensen in de omgeving beïnvloeden, terwijl huizenbezitters hun keuze om wel of geen maatregelen te treffen hier niet van af laten hangen.  

woensdag 19 november 2014

Tien jaar concurrentie op energiemarkt maakt van meeste Nederlanders overstappers

Van alle Nederlanders is 55% in de afgelopen 10 jaar minstens een keer overgestapt van energiecontract, zo blijkt uit het Trendrapport over de energiemarkt van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Dit jaar is het 10 jaar geleden dat consumenten voor het eerst konden kiezen bij welke energieleverancier zij hun energiecontract willen afsluiten. Anita Vegter, bestuurslid ACM: “Doordat consumenten overstappen worden bedrijven gestimuleerd te concurreren op service, prijzen en nieuwe diensten.”

Consumenten die zijn overgestapt zijn sneller van plan dit nogmaals te doen. Het prijsvoordeel is nog altijd veruit de belangrijkste reden om over te stappen. Consumenten beseffen niet altijd dat aan het einde van het voordeelcontract de korting vervalt. Afgelopen jaar is 12,7% van de consumenten overgestapt. Voor degenen die nog nooit zijn overgestapt (38%) is de grootste besparing te realiseren, namelijk maximaal 390 euro.

Consumenten maken vooral gebruik van prijsvergelijkers en de sites van de energiebedrijven zelf als ze zich oriënteren op alle aanbiedingen. Overstappen doen ze echter vooral via het energiebedrijf zelf, terwijl consumenten via de prijsvergelijkingssite goedkoper uit kunnen zijn. Wat ze zich meestal niet realiseren is dat aanbiedingen kunnen verschillen. Consumenten zien bij een vergelijkingssite een voordelige aanbieding. Vervolgens gaan ze naar de website van het energiebedrijf zelf en zijn verrast dat die aanbieding daar niet te vinden is. Er kunnen per verkoopkanaal namelijk andere aanbiedingen gelden. Daarom is het belangrijk dat consumenten zich goed oriënteren. Momenteel loopt de campagne ‘Niets doen, kost je poen’ van ConsuWijzer; het consumentenloket van ACM, om consumenten te stimuleren een bewuste en weloverwogen keuze te maken voor een aanbod. Op ConsuWijzer staat de ‘Overstapcoach’, een hulpmiddel voor consumenten die willen overstappen met energie.

Ook realiseren consumenten zich niet altijd dat hun huidige energiecontract vaak een veel hogere prijs heeft dan de prijs die ze via een aanbieding kunnen krijgen. Bij een overstap kijken consumenten vooral naar de prijs (72%) en het welkomstcadeau (16%). De keuze voor groene stroom is voor 14 % van de overstappers van belang.

Elk aanbod aan consumenten van energiebedrijf moet begrijpelijk en vergelijkbaar zijn. Alleen dan kunnen zij kiezen voor het aanbod dat het beste bij hen past. Anita Vegter, bestuurslid ACM: “Als de consument een geïnformeerde keuze kan maken, gaat daar concurrentiedruk van uit. Aanbieders zullen dan beter hun best moeten doen voor nieuwe én bestaande klanten.” Welke informatie de klant moet krijgen en dat aanbieders dezelfde termen zullen gebruiken, staat in het document ‘Informatievoorziening energie’ dat ACM eerder deze maand heeft gepubliceerd. Energiebedrijven hebben aangegeven het zogenaamde Aanbod op Maat uit te werken. Dat aanbod sluit aan bij de specifieke situatie van de consument en zorgt ervoor dat hij een aanbod krijgt dat aansluit bij zijn wensen en zijn persoonlijke situatie.

Trouwe energieklanten betalen de hoofdprijs

Energieleveranciers verleiden consumenten met prachtige aanbiedingen. Ze geven bijvoorbeeld extra korting op maandbedragen, een welkomstbonus en soms zelfs een cadeau. 'Vanzelfsprekend willen aanbieders deze marketingeuro's terugverdienen', legt Dirk-Jan Wolfert van de Vastelastenbond uit. 'Daarom laten ze bestaande klanten hiervoor de rekening betalen. Als Vastelastenbond zijn we nieuwsgierig hoe hoog deze rekening daadwerkelijk is. Wat is het verschil in tarieven en contractvormen tussen nieuwe klanten en klanten die al jarenlang gas en elektra afnemen bij dezelfde leverancier?'

Vereniging de Vastelastenbond nam op vier momenten de energiemarkt onder de loep. Op 3, 10 en 24 oktober en op 6 november. Het verschil tussen nieuwe en bestaande klanten en de jaarkosten is het hoogste bij NL energie. Daar betalen bestaande klanten gemiddeld Euro 354,16 meer dan de nieuwe klanten. Daarna volgt E.ON met een prijsverschil van Euro 332,48. 'Het is schandalig dat de verschillen voor nieuwe en bestaande klanten zo groot zijn', stelt Dirk-Jan Wolfert van Vereniging de Vastelastenbond geschokt vast. 'Bestaande klanten betalen de euro's die energieleveranciers uitgeven om nieuwe klanten te werven. Ze krijgen dus geen beloning voor hun trouw. Zonder dat ze het in de gaten hebben, betalen ze de hoofdprijs.'

Dirk-Jan Wolfert vindt dat energieleveranciers bestaande klanten moeten belonen. Blijkbaar leeft die gedachte ook bij sommige aanbieders. Zo adverteert Nuon momenteel op grote schaal met een speciale actie voor bestaande klanten. Die ontvangen een oplopende korting tot 25%. 'Op verzoek van RTL 4 deed de Vastelastenbond al eerder onderzoek naar deze actie van Nuon', vervolgt Dirk-Jan zijn betoog. 'Ook hier zit weer een addertje onder het gras. De 25% korting wordt op een klein gedeelte van de energierekening gegeven, het kale stroomtarief. Daardoor is de korting in werkelijkheid slechts 3% op de energienota.'

Bestaande klanten kunnen geen gebruikmaken van 'speciale acties' op internet. Vaak zegt de klantenservice tegen hen dat zo'n actie alleen geldt voor nieuwe klanten. 'Leveranciers hebben veel macht in de energiemarkt', stelt Dirk-Jan Wolfert. 'Dat is zonde. Bedrijven als Nuon beweren dat ze bestaande klanten belonen. De voorgespiegelde beloning is in werkelijkheid een kleine fooi in vergelijking met de korting die nieuwe klanten krijgen. Sterker nog: als de contracttermijn afgelopen is, vervallen vaste klanten automatisch in een maandelijks opzegbaar contract met
hogere variabele tarieven. De hoogste in de markt. Zo verdienen energieleveranciers hun marketingeuro's terug.'

'Het verdienmodel dat energieleveranciers hanteren, verplicht consumenten om elk jaar over te stappen naar een andere aanbieder'. Dirk-Jan Wolfert reikt een oplossing aan voor het verschil in energietarieven tussen nieuwe en bestaande klanten. 'Zo zijn ze er van verzekerd dat ze wel korting krijgen. De Vastelastenbond heeft voor dit marktmodel een nieuw concept ontwikkeld. Met de zogenoemde Switch Service laten we consumenten elk jaar automatisch switchen, zodat ze het grootste voordeel genieten. Deze service is eigenlijk te gek voor woorden, maar wel noodzakelijk. Verder zijn we met de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in gesprek om de transparantie in de energiemarkt te verbeteren. Zo blijven we opkomen voor de belangen van consumenten. Zelf ben ik ook een consument. Ik wil op transparante wijze zaken doen met mijn energieleverancier en niet voor Euro 300, - per jaar een oor aangenaaid worden'.

World Forum aangesloten op stadsverwarming

Met de aansluiting op het Haagse stadsverwarmingsnet heeft het World Forum een belangrijke stap gezet in het duurzamer maken van haar energievoorziening. Ook gebouwen in de omgeving profiteren mee. 

De gemeente laat het World Forum op dit moment opknappen. Sinds 2013 is de gemeente eigenaar van het congres- en evenementencentrum. Een voorwaarde voor de opknapbeurt was dat het World Forum bij de renovatie investeert in een duurzamere energievoorziening. De aansluiting op het stadsverwarmingsnet past hierbij.

Van de aansluiting profiteren ook gebouwen in de omgeving, zoals het Gemeentemuseum en het gebouw van OPCW. De aansluiting vervangt het oude gasgestookte warmtenet. Samen met energiebedrijf Eneco heeft de gemeente nu de aansluiting op het bestaande stadsverwarmingsnet verzorgd. De energiecentrale aan het De Constant Rebecqueplein levert de energie hiervan.

Met de uitbreiding van het warmtenet kunnen in de toekomst meer bedrijven en particulieren van betaalbare en betrouwbare stadsverwarming worden voorzien. Op termijn wil de gemeente 100.000 nieuwe aansluitingen realiseren. Door gebruik te maken van lokale duurzame energie en restwarmte uit de industrie is de milieuwinst groter. Hiervoor onderzoekt de gemeente op dit moment de mogelijkheden.

Duurzame weiverwerking bij Zuivelfabriek De Graafstroom

Bij Zuivelfabriek De Graafstroom in Bleskensgraaf is op vrijdag 14 november een nieuwe, duurzame weiwerkingsinstallatie in gebruik genomen. Hiermee kan De Graafstroom de wei - bij de productie van kaas komt wei vrij - op een energiezuinige en hoogwaardige manier verwerken voor babyvoeding. Burgemeester Van den Borg van gemeente Molenwaard verzorgde een feestelijke openingshandeling en nam met een druk op de knop de installatie in gebruik.

Zuivelfabriek De Graafstroom zette in 2013 de eerste stappen om de kwaliteit van de wei dusdanig te verbeteren zodat deze geschikt werd voor verwerking tot babyvoeding. Eind 2013 is besloten om dat proces te verduurzamen. Door een speciaal projectteam is met veel enthousiasme gewerkt aan de realisatie van het duurzame weiverwerkingsproces. Dit heeft binnen een jaar geleid tot het in gebruik nemen van deze nieuwe 'Reversed Osmose' installatie die de voormalige wei-indampinstallatie vervangt. Een aanzienlijke prestatie gezien het tijdspad!

De nieuwe weiverwerkingsinstallatie kenmerkt zich door een aanzienlijk lager energieverbruik en een forse reductie van het gebruik van drinkwater uit het leidingnet. Bovendien verbetert deze 'Reversed Osmose' installatie de kwaliteit van de wei aanzienlijk: van dit hoogwaardige product kan nog betere babyvoeding gemaakt worden, essentieel voor een snel groeiende markt. Een mijlpaal voor Zuivelfabriek De Graafstroom, die hiermee ook voorop loopt als het gaat om Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Begin 2014 ontving de fabriek als eerste grote zuivelonderneming het Qlip QMVO certificaat op het hoogste niveau. Een bewijs dat duurzaamheid binnen de gehele organisatie wordt gedragen.

dinsdag 18 november 2014

Eenduidige lijst CO2-emissiefactoren een feit dankzij Green Deal

Maandag lanceerde een breed samenwerkingsverband de website CO2emissiefactoren.nl met een eenduidige lijst kerncijfers over CO2-uitstoot. Tot nu toe werden in aanbestedingen, jaarverslagen en aandeelhoudersvergaderingen steeds verschillende cijfers over CO2-uitstoot gehanteerd, wat nodeloos verwarrend werkte. Bovendien geeft een beter inzicht in de CO2-uitstoot bedrijven de mogelijkheid hun klimaatbelasting fors terug te dringen. De website CO2emissiefactoren.nl is een onderdeel van de Green Deal CO2-emissiefactoren van de initiatiefnemers het ministerie van Infrastructuur en Milieu, SKAO, Stimular, Connekt en voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal.

CO2-emissies gaan een steeds belangrijkere rol spelen bij investeringsbeslissingen. In Nederland wordt in 2014 circa 4 miljard euro aanbesteed door onder meer Rijkswaterstaat en ProRail waarbij de CO2-prestatie in de gunning een rol speelt. Door onenigheid over rekenmethodes gaat nu nog energie verloren aan discussies over de betrouwbaarheid van cijfers zonder dat die energie besteed wordt aan daadwerkelijke CO2-reductie.

Zo werken partijen die CO2-compensatie aanbieden voor vliegreizen met verschillende uitgangspunten om dezelfde activiteiten te becijferen, hetzelfde geldt voor CO2-vergelijkers voor reis- en routeplanners. Vaak is er een gebrek aan transparantie over welke 'scope' is gebruikt: wat is meegerekend aan directe en indirecte uitstoot? Welke CO2-uitstoot hebben de bedrijfsactiviteiten zelf tot gevolg, bijvoorbeeld hoeveel stroom of brandstof is er concreet gebruikt? En welke indirecte emissies komen daarbovenop en hoe wordt dat eventueel gecompenseerd? Ook roepen ongespecificeerde claims over 'klimaatneutraliteit' nogal eens vragen op.

De lijst op www.CO2emissiefactoren.nl legt een basis voor accurate berekeningen van klimaatimpact. Maar behalve de vermelde kerncijfers is ook de interpretatie daarvan van belang. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk in het gebruik van groene stroom. "Bedrijven die goed inzicht hebben in de CO2-uitstoot van hun bedrijfsactiviteiten kiezen steeds vaker voor groene stroom om daarmee hun CO2-voetafdruk omlaag te brengen," aldus Ingrid Aaldijk, werkzaam bij Milieu Centraal en projectleider van de Green Deal. Volgens de lijst CO2-emissiefactoren krijgt alle groene stroom die geleverd wordt met een Garantie van Oorsprong een emissiefactor van nul. "Naast die 0-factor is het voor de verduurzaming van de hele stroomvoorziening ook van belang of er nieuwe duurzame energie wordt bijgeplaatst, de additionaliteit". Daarom kiezen de aangesloten instrumenthouders van de CO2-Prestatieladder en de Milieubarometer er dan ook voor om aanvullende criteria te stellen voor het gebruik van groene stroom, de website geeft ook hier inzicht in.

De lijst is een 'ongoing process'; gebruikers en kennisinstellingen zullen deze lijst in de komende jaren verder aanscherpen, uitbreiden en actualiseren. Milieu Centraal verwelkomt daarom geïnteresseerde partijen om zich aan te sluiten.

Geas Energiewacht, Kemkens en Energiewacht Groep kiezen voor Sigmax

Geas Energiewacht, Kemkens en Energiewacht Groep hebben besloten om de Field Mobility Suite in te zetten bij onderhoud, reparatie of vervanging van verwarmingsinstallaties. De fieldservice oplossing van Sigmax digitaliseert het werkproces van de buitendienst en ondersteunt medewerkers via een smartphone of tablet bij de werkzaamheden voor zowel particuliere als zakelijke klanten.

Geas Energiewacht, Kemkens en Energiewacht Groep zochten samen voor ruim 500 servicemedewerkers een fieldservice oplossing ter vervanging van hun huidige oplossing.

De organisatie achter de oplossing speelde volgens John Huitink, hoofd Informatisering en Kwaliteit bij Geas Energiewacht, ook een belangrijke rol in de keuze. “Misschien nog wel meer dan de flexibiliteit en de functionaliteiten van het product. Sigmax heeft jarenlange ervaring met het uitrollen van mobility oplossingen bij bedrijven en dacht volledig mee met onze service uitdagingen”, vertelt Huitink. “Wat ons daarnaast enorm aanspreekt is dat Sigmax eerst wil begrijpen hoe onze servicemedewerkers werken voordat de software wordt uitgerold. De eerste afspraak tussen een projectmanager van Sigmax en één de medewerkers is al gemaakt. Naar verwachting zullen in mei 2015 al onze servicemedewerkers gaan werken met de nieuwe software.”

Herstructurering windturbines Noord Holland op koers

Om te voldoen aan de afspraak met het rijk over het opwekken van windenergie op land in Noord-Holland is de provincie op zoek naar een (beperkt) aantal locaties voor windturbines. De besluitvorming hierover en de afspraken met initiatiefnemers hiervoor liggen op koers.

Dat valt op te maken uit de voortgangsrapportage Wind op Land die Gedeputeerde Staten medio november aan Provinciale Staten hebben verstuurd. Uiteindelijk gaat het in de hele provincie om circa acht locaties van minimaal zes turbines op lijn. PS nemen naar verwachting in december een besluit over de locaties voor de windturbines.

De Voortgangsrapportage bevat ook een tussenrapportage van de door de provincie aangestelde windmakelaar. Zijn opdracht is het in beeld brengen van vraag en aanbod en het verbinden van initiatiefnemers van windparken en eigenaren van windmolens. In gebieden waar meerdere initiatiefnemers actief zijn, onderzoekt hij of partijen bereid zijn de mogelijkheden voor samenwerking te verkennen. De windmakelaar beoordeelde in oktober drie initiatieven als behoorlijk kansrijk (boven de 80%) en nog eens acht andere projecten als kansrijk (boven de 50%). Bij een aantal initiatieven bestaat volgens de makelaar nog wat onduidelijkheid over de eisen die de provincie uiteindelijk gaat stellen. Het besluit van Gedeputeerde Staten daarover wordt begin december verwacht. Daarnaast zijn inmiddels ook meer dan negentig windturbines geïdentificeerd die bij de herstructurering zouden kunnen verdwijnen.

De provincie heeft de opgave om 685,5 MW Wind op land ruimtelijk mogelijk te maken. Dit doet zij door, naast het Windplan Wieringermeer in de gemeente Hollands Kroon, de resterende opgave-105,5 MW netto- onder strikte herstructureringsvoorwaarden mogelijk te maken. Uitgangspunt daarbij is onder andere dat voor elke nieuwe turbine twee verouderde turbines weggehaald worden en dat de windturbines worden geclusterd in lijnopstellingen van minimaal zes.  Het vermogen mag daarbij toenemen. De provincie onderzoekt momenteel op welke locaties dergelijke clusteropstellingen mogelijk zijn.

maandag 17 november 2014

Overheid en energieproducenten tekenen steenkolenconvenant

Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en vijf Nederlandse energieproducenten, E.ON Benelux, EPZ, Essent, GDF Suez Energie Nederland en Nuon, hebben vandaag een convenant gesloten over maatschappelijk verantwoord ondernemen in de steenkoolketen. Doel is om de sociale en milieuomstandigheden in de steenkoolmijnen te verbeteren. Minister Ploumen noemt de ondertekening van het convenant een belangrijke eerste stap: ‘Hiermee laten de Nederlandse bedrijven zien dat zij hun verantwoordelijkheid serieus nemen en erkennen dat zij als afnemers van kolen een maatschappelijke rol hebben. Daarmee zijn ze een voorbeeld voor hun Europese collega’s.’

In het convenant beloven de energieproducenten hun toeleveringsketens kritisch te onderzoeken op mogelijke misstanden en afspraken te maken met mijnbouwbedrijven over de aanpak van aangetroffen problemen. Ieder jaar doen zij verslag van hun inspanningen en publiceren zij een lijst met mijnen waarmee zij zaken hebben gedaan. Ook zijn de producenten als groep aanspreekbaar op misstanden bij mijnen waar zij inkopen. Frans Geers, Director Generation van E.ON: ‘Dit convenant is een goede stap om de sociale en milieu omstandigheden waaronder steenkool wordt gewonnen verder te kunnen verbeteren. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over meer openheid over de herkomst van kolen. Maar dit is geen doel op zich. De energiebedrijven krijgen met dit convenant - samen met de Nederlandse overheid - meer invloed om de situaties ter plekke verder te verbeteren en de betrokken verantwoordelijken daarop aan te spreken.’

De overheid zegt in het steenkolenconvenant toe de energieproducenten te ondersteunen bij hun inspanningen en het onderwerp bij andere landen op de agenda te zetten. Ook bekijkt minister Ploumen of zij kan bijdragen aan verbetering van de milieu- en arbeidsomstandigheden van steenkoolmijnen in Colombia. Al met al bevat het convenant duidelijke afspraken waarmee misstanden in de steenkoolsector kunnen worden aangepakt, volgens minister Ploumen: ‘Ondanks de verbeteringen die we de afgelopen jaren hebben gezien, zijn er nog steeds problemen rond de mijnen: steenkoolwinning kan nog steeds negatieve gevolgen hebben voor het milieu en de belangen van de lokale bewoners worden soms te gemakkelijk over het hoofd gezien. De energiebedrijven zetten hun economisch gewicht in om hier verandering in te brengen. En zij zijn gezamenlijk aanspreekbaar voor mogelijke misstanden. Dat is grote winst.’ De minister wijst erop dat de resultaten van het convenant jaarlijks worden besproken met andere belanghebbenden: 'Zo kunnen we er met elkaar op toezien dat de gemaakte afspraken worden nageleefd en samen kijken wat er eventueel nog beter kan.'

Minister Ploumen brengt eind november een bezoek aan Colombia, waar zij een handelsmissie zal leiden. Zij zal dan samen met de energiebedrijven, een delegatie van de Tweede Kamer en een aantal maatschappelijke organisaties ook een bezoek brengen aan de César regio, waar veel steenkoolmijnen liggen. Colombia is een belangrijke leverancier van steenkool voor de Nederlandse en de Europese markt. De steenkolen die in Europa gebruikt worden komen grotendeels uit Colombia, Zuid-Afrika, de VS en Rusland.

DNV GL investeert in nieuw duurzaam hoofdkantoor in Arnhem

DNV GL (voorheen KEMA) heeft een overeenkomst getekend met TenneT voor de renovatie, de huur en het gebruik van het voormalige hoofdkantoor van TenneT op het Business Park Arnhems Buiten. Het gebouw wordt gerenoveerd en verbouwd tot een van de meest duurzame kantoorgebouwen van Nederland. De oplevering van het gebouw staat gepland voor het derde kwartaal van volgend jaar. Het wordt het nieuwe hoofdkantoor van DNV GL's energietak, waar wereldwijd 2.500 energie experts werken, en het grootste kantoorgebouw van DNV GL in Nederland.

De nieuwe locatie zal circa 400 medewerkers van DNV GL huisvesten die nu nog in meer dan 12 panden op het Business Park Arnhems Buiten gevestigd zijn. "De nieuwe werkomgeving, waar onze adviesdiensten, research & innovatie, een deel van onze kleinere laboratoria en het wereldwijde energie hoofdkantoor bij elkaar worden gebracht, zal de samenwerking en verbinding tussen onze energie experts stimuleren. Ik ben er van overtuigd dat ons nieuwe hoofdkantoor ons een werkomgeving biedt die innovatiever en duurzamer is", aldus David Walker, CEO van DNV GL Energy.

De nieuwe locatie omvat ongeveer 10.000 m2 aan kantoor- en laboratoriumruimte. Het gebouw krijgt een Energielabel A, onder meer door toepassing van warmte- en koudeopslag, zonnepanelen, HR+++ glas en een zeer efficiënt verwarmings- en koelingssysteem. De KEMA laboratoria voor hoogspanningstesten, die ook onderdeel zijn van DNV GL en op hetzelfde terrein zijn gevestigd, verhuizen niet mee.

DNV GL's investering in een nieuw duurzaam hoofdkantoor in Arnhem, naast de lopende investering van 70 miljoen euro in het KEMA 'Superlab' in Arnhem dat in 2016 klaar zal zijn, tonen de verbondenheid van DNV GL met de energietak en de verdere ontwikkeling van activiteiten in Arnhem en Nederland in het algemeen.