Pagina's

donderdag 31 juli 2014

Zonnepanelen worden steeds aantrekkelijker

Voor niets gaat de zon op. Ook zonnepanelen vergen een investering. Een groeiend aantal huishoudens gebruikt het dak om goedkoop energie op te wekken.

De zon schijnt geregeld achter de wolken. Toch biedt het Nederlands klimaat genoeg mogelijkheden om de zon als energiebron te benutten. Gemiddeld schijnt de zon in Nederland jaarlijks 1.500 uur. Eén zonnepaneel is daarmee al goed voor zo’n 1.000 uur computergebruik plus 1.500 keer haren föhnen, stelt Vereniging Eigen Huis.
.
Het aantal locaties met geregistreerde zonnepanelen is in een jaar tijd gestegen van 125.000 naar 185.000 adressen, meldt netbeheerder Stedin. GfK onderzocht voor voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal dat 10 procent van de Nederlandse huishoudens van plan is om het komend jaar zonnepanelen te kopen. Een flinke kostendaling zorgt voor de groeiende belangstelling voor zonne-energie, stelt Milieu Centraal. In 5 jaar tijd is de prijs van zonnepanelen gehalveerd. Toch wijst het GfK-onderzoek uit dat veel consumenten de aanschafkosten te hoog (40 procent) of te laag (ook 40 procent) inschatten.

Big Data noodzaak voor nutssector

Big Data wordt in de komende jaren een van de belangrijkste strategische differentiators voor spelers in de nutssector. Met name het succesvol inzetten van Big Data technieken voor commerciële doeleinden zal het kaf van het koren scheiden, voorspelt een nieuw onderzoek van BearingPoint.

De nutssector zal de komende jaar een sterke verandering ondergaan. Zo zal bijvoorbeeld technologie leiden tot nieuwe manieren van opwekken en verspreiden van energie. Tevens zal er meer druk komen te liggen op het centraal stellen van de klant en zal er sprake zijn van een intensievere regulering van de markt. Hierdoor zullen energiebedrijven ook efficiënter moeten gaan werken en de kosten laten dalen.

In een recent onderzoek uitgevoerd in samenwerking met IDC Energy Insights, heeft BearingPoint vijf gebieden geïdentificeerd die cruciaal zijn om in de toekomst een competitief voordeel te behalen ten opzichte van de concurrentie. Eén van die factoren is Big Data - het analyseren van grote hoeveelheden data en deze gebruiken in besluitvormingsprocessen.

Hoewel Big Data momenteel een hot topic is in de nutssector laat het onderzoek zien dat de toepassing ervan nog vrij gelimiteerd is. Het fundament ligt er weliswaar - 92% van de onderzochte bedrijven benut complexe modellen gebaseerd op data analyse - maar men haalt verre van het maximale eruit. Momenteel wordt analytics vooral gebruikt om operationele aspecten te verbeteren of om inzicht te krijgen in intern of extern gedrag.


De onderzoekers claimen echter dat de echte waarde van Big Data ligt bij de toepassing binnen commerciële processen. Ze staan daar niet alleen in - onderzoek onder energiebedrijven toont aan dat bijna de helft van hen verwacht dat Big Data voor 10% tot 50% zal bijdragen aan de omzet in 2025.

Anno 2014 gebruikt slechts 28% van de energiebedrijven Big Data om tariefplannen te personaliseren en één derde om gepersonaliseerde producten en/of diensten aan te bieden. De verwachting bij de onderzoekers van BearingPoint is dat deze percentages tot 2025 fors zullen stijgen, vooral bij de energiebedrijven die vooroplopen bij de integratie van Big Data binnen de bedrijfsvoering.

 

woensdag 30 juli 2014

Ook tevreden klanten overwegen massaal overstap energieleverancier

Hoewel de tevredenheid met de eigen energieleverancier groot is, overweegt ruim vier op de tien consumenten om over te stappen naar een andere (43%). Dit geldt ook voor tevreden klanten. Lagere tarieven zijn verreweg het belangrijkste motief. Dit blijkt uit de USP Energie Monitor, een maandelijks terugkerend consumentenonderzoek van USP Marketing Consultancy.

Elke maand wordt de vraag hoe tevreden men is met de huidige energieleverancier voorgelegd aan 300 consumenten in het kader van de USP Energie Monitor. Uit de resultaten blijkt dat maar liefst 85% (zeer) tevreden met de huidige energieleverancier. Zij beoordelen hun huidige energieleverancier met een 7 of hoger. Tussen de grote energieleveranciers zit erg weinig verschil; zo scoren Eneco, Essent en Nuon allen rond de 7,5. De verschillen met de kleinere aanbieders, zoals Greenchoice en Oxxio, zijn wel groter.

Gemiddeld geeft maar liefst 43% van de consumenten aan dat zij zeker zijn of overwegen de komende twaalf maanden te gaan overstappen naar een andere energieleverancier. Van de klanten die tevreden zijn met de huidige energieleverancier (rapportcijfer 7 of 8) is dit 44%. Dit is met 71% verreweg het grootste deel van de consumenten. Ontevreden klanten (9% geeft rapportcijfer 1 t/m 6) zijn met 69% wel veel meer geneigd om over te stappen. Zeer tevreden klanten (14% geeft rapportcijfer 9 of 10), tenslotte, zijn het meest trouw. Maar toch overweegt nog steeds 21% van de groep weg te gaan bij huidige energieleverancier.

Uit cijfers van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) blijkt dat in 2013 ruim 13% van de Nederlandse huishoudens ook daadwerkelijk is overgestapt. Uit ons onderzoek blijkt dat voor 72% van deze 'overstappers' lagere tarieven de belangrijkste overstapreden was, op de tweede plaats gevolgd door ontevredenheid met de huidige energieleverancier met 13%.

Enschede is eerste stad met op afstand bestuurbaar elektriciteitsnet

Enschede werd de afgelopen tijd meerdere malen getroffen door een elektriciteitsstoring. Reden voor de regionale zender RTV Oost om een reportage te maken over de wijze waarop Enexis omgaat met storingen. Specifieker: hoe Enexis op afstand schakelt in het net. Enschede is de eerste stad in Nederland met een vrijwel volledig op afstand bestuurbaar elektriciteitsnet. Door deze automatisering van de stroomvoorziening zullen stroomstoringen in het gebied een stuk korter duren.

Veel middenspanningsstations van Enexis zijn al voorzien van deze zogeheten Distributie Automatisering. De aanpassingen aan het hele netwerk duren tot 2022. Tot die tijd worden jaarlijks tussen de 300 en 600 transformatorstations voorzien van een geautomatiseerde stroomvoorziening. ​Monteurs kunnen daardoor sneller naar de juiste storingslocatie worden gestuurd, hoeven minder te zoeken en kunnen zich direct richten op het herstellen van de storing. Dat scheelt tijd, geld en vooral belangrijk: het aantal storingsminuten wordt verlaagd zodat klanten er zo min mogelijk last van ondervinden.​


Donaties maken nieuwe verlichting Onze Lieve Vrouwetoren mogelijk

De Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort krijgt nieuwe LED-verlichting, betaald door Amersfoorters die hebben meegedaan aan de crowdfundingsactie van Stichting Stralend Middelpunt van Nederland. Bijna al het benodigde geld is inmiddels gedoneerd, zodat de gemeente Amersfoort het project kan realiseren. Op dit moment is circa 120.000 euro uit donaties opgebracht. De totale kosten bedragen 150.000 euro. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort besloot afgelopen dinsdag dat zij borg staat voor de nu nog ontbrekende 30.000 euro.

Wethouder Pim van den Berg (Stadshart, duurzaamheid): “De Onze Lieve Vrouwetoren is het meest beeldbepalende monument van Amersfoort. Een symbool voor de stad, een baken dat je bijna thuis bent. De liefde van onze stad voor de toren wordt nog maar eens bevestigd door het enorme bedrag dat al is gedoneerd. Het project is nu zo ver gekomen dat wij graag garant staan voor het laatste stukje. In vertrouwen dat er nog veel stadsgenoten zijn die graag nog mee willen doen. Het geeft trots om ’s avonds naar het prachtig opgelichte symbool van je stad te kijken en te weten dat je daar aan hebt bijgedragen.”

De Amersfoortse lichtontwerper Jeroen Jans maakte een nieuw ontwerp voor de toren. Op 26 oktober 2014, bij de start van de wintertijd, wil de Stichting Stralend Middelpunt van Nederland de nieuwe verlichting in gebruik nemen. Momenteel zijn er twee schijnwerpers die de toren vanaf afstand verlichten. Deze installatie is ruim twintig jaar oud. Het nieuwe verlichtingsplan omvat 132 energiezuinige LED-armaturen. Deze staan in en op de toren, vanaf de eerste omloop en hoger.

Hans Kattemölle (voorzitter Stichting Stralend Middelpunt van Nederland en duurzaamheidambassadeur stad Amersfoort): “Deze nieuwe verlichting realiseert een vermindering van 44% van het huidige elektriciteitsverbruik en de uitstoot van CO2. Hiermee past deze verandering binnen de doelstelling van de gemeente om in 2030 een CO2-neutrale stad te zijn.”

dinsdag 29 juli 2014

General Mills neemt ambitieuze stappen tegen klimaatverandering

Levensmiddelenbedrijf General Mills heeft toegezegd nieuwe en voor de industrie toonaangevende maatregelen te nemen om de uitstoot van broeikasgassen in haar leveringsketen te verminderen. Verder heeft General Mills toegezegd, zich hard te maken bij politiek en bedrijfsleven om serieus werk te maken van klimaatverandering. Dit besluit komt nadat ruim 230.000 mensen wereldwijd de internationale Oxfam petitie van de Behind the Brands-campagne ondertekenden om zo voedselbedrijven op te roepen om in actie te komen tegen klimaatverandering.

General Mills, bekend van Cheerios en Haagen-Dazs, is een van de tien grootste voedselbedrijven ter wereld. Het is het eerste grote voedselbedrijf dat aankondigt om doelen te stellen voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderbouwde kennis om de wereldwijde temperatuursstijging onder 2 graden celsius te houden. Dit beleid geldt niet alleen voor de eigen bedrijfsvoering (Scope 1 en 2 uitstoot), maar ook voor de toeleveringsketen van General Mills (Scope 3 ); 92 procent van de klimaatbedreigende uitstoot van General Mills vindt plaats in de toeleveringsketen. Het bedrijf ondertekent ook de Klimaatverklaring van Business for Innovative Climate and Energy Policy (BICEP), een internationaal initiatief van bedrijven die zich hard maken voor ambitieuzer klimaatbeleid. Ook wordt General Mills lid van de stuurgroep van BICEP. Kellogg, het andere doelwit van de Oxfam Novib Behind the Brands-campagne, moet het voorbeeld van General Mills nog volgen.

General Mills zegt toe:
1. Voor augustus 2015 te bepalen welke maatregelen het neemt om broeikasgassen in de hele leveringsketen te verminderen, waaronder de Scope 1, 2 en 3 uitstoot, waarbij in het bijzonder de uitstoot in de landbouwproductie wordt aangepakt, en deze maatregelen ook openbaar te maken.
2. Ernaar te streven om tegen 2020 per saldo ontbossing in de leveringsketen tot nul terug te brengen, in toeleveringsketens waarbij een hoog risico op ontbossing en landdegradatie bestaat. Hiermee verbreedt het eerdere toezeggingen m.b.t. palmolie en verpakkingsmaterialen naar andere leveringsketens zoals rundvlees, soja en suikerriet.
3. Zijn drie grootste leveranciers van palmolie en suikerriet bekend te maken.
4. Deel te nemen aan het Carbon Disclosure Project, inclusief jaarlijkse rapportage van Scope 3 uitstoot
5. Publieke lobby te voeren in branche en ondernemingsorganisaties, opdat deze belangenverenigingen effectief klimaatbeleid voorstaan en andere in de sector aan te sporen ook stappen te zetten,
6. Deelname aan BICEP en ondertekening van de Klimaatverklaring.
7. Regelmatige de publieke verklaringen en het beleid van het bedrijf herzien, zodat die afgestemd blijven op klimaatreductiedoelen en initiatieven voor aanpassing aan klimaatverandering.
8. De toeleveranciers in de keten te beoordelen, in het bijzonder hoe deze zich opstellen in toeleveringsketens waar veel risico's bestaan, en waar nodig actie te nemen.



 

EcoCare Milieutechniek plaatst in opdracht van Efacec 60 snelladers

EcoCare Milieutechniek (onderdeel van de Van der Werff Groep uit Alphen aan den Rijn) verzorgt in opdracht van Efacec de plaatsing en installatie van 60 snellaadpalen voor elektrische auto's. Eigenaar en beheerder van deze snelladers is Allego, een organisatie die zich richt op het realiseren en beheren van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. De snelladers zijn uitgerust met een vernieuwde backoffice-voorziening en worden in Nederland en België op rustplaatsen langs snelwegen geplaatst. Ze dienen deels ter vervanging van oude laders. Deze zomer moeten alle 60 palen geplaatst zijn.

De snelladers van EcoCare worden geproduceerd door het Portugese Efacec waarmee EcoCare voor de Nederlandse markt op basis van exclusiviteit samenwerkt. De laadtijd is afhankelijk van het type paal en het type auto. Bij de snelladers ligt de gemiddelde laadtijd rond de vijftien minuten. EcoCare levert niet alleen de snelladers, maar verzorgt ook de fundatie, plaatsing, elektrotechnische aansluiting en installatie van benodigde software. EcoCare heeft de afgelopen jaren sterk ingezet op e-mobiliteit en is mede concurrerend omdat snel en flexibel kennis wordt uitgewisseld met Efacec. Daardoor is het mogelijk een qua uiterlijk en techniek gevarieerd assortiment laadpalen aan te bieden.

Het bedrijf uit Alphen aan den Rijn gaat er van uit dat met het geheel of gedeeltelijk leveren van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer de komende jaren steeds meer omzet wordt gerealiseerd. Eerder verwierf EcoCare een opdracht van Fastned voor de bouw van een landelijk netwerk van 201 snellaadstations langs de snelwegen. Deze opdracht moet eind 2016 gereed zijn.

Stadswarmte bespaart Arnhem, Duiven en Westervoort 35 miljoen kilo CO2-uitstoot

Arnhem, Duiven en Westervoort bespaarden in 2013 samen 35.195 ton CO2-uitstoot, een toename van bijna 5.000 ton ten opzichte van 2012. Dat is een emissiereductie die vergelijkbaar is met de jaaropbrengst van een kwart miljoen zonnepanelen.

Om het Arnhemse stadswarmtenet verder te verduurzamen investeert Nuon in een koppelleiding tussen het warmtenet van Arnhem en de warmtenetten van Duiven en Westervoort. Vanaf eind 2014 worden woningen en bedrijven in Arnhem verwarmd met restwarmte uit de afval- en energiecentrale van AVR in Duiven. Daardoor stijgt het aandeel 100% duurzame warmte en daarmee de CO2-reductie voor Arnhem.

maandag 28 juli 2014

Financiering Windpark Westermeerwind afgerond

Een groep van banken onder leiding van ING en Rabobank als structuring banks treedt op als financiers van Windpark Westermeerwind in de Noordoostpolder. Naast ING en Rabobank zijn ook De ASN Bank en Triodos Bank betrokken en garandeert de Deense exportkredietmaatschappij EKF een deel van de financiering. De financieringscontracten zijn gisteren in Amsterdam getekend. Met de financiering is een bedrag gemoeid van ongeveer EUR 320m. Directeur Anne de Groot van Westermeerwind: '' Wij zijn blij samen met Nederlandse banken, het Deense EKF , Siemens en Eneco deze belangrijke mijlpaal te bereiken. Dankzij het doorzettings- en uithoudingsvermogen van de initiatiefnemers kan nu 18 jaar nadat het plan ontstond het grootste nearshore windpark van Nederland gebouwd gaan worden'.

Siemens zal het grootste nearshore windpark van Nederland bouwen op basis van een turn key contract en het windpark onderhouden voor een periode van minimaal vijftien jaar. Verschillende Nederlandse bedrijven zullen als onderaannemer meewerken aan het project, waaronder Ballast Nedam en Mammoet voor de funderingen en de installatie van de windmolens en VSMC (Visser & Smit Marine Contracting) voor de bekabeling naar het transformatorstation. Energiebedrijf Eneco gaat vijftien jaar lang de stroom van het windpark afnemen. De eerste stroom zal eind 2015 geleverd worden. Ventolines, die ook de ontwikkelingsfase sinds 2007 heeft begeleid , verzorgt het project management tijdens de bouw en operationele fase namens de initiatiefnemers.
Windpark Westermeerwind wordt gebouwd in het water van het IJsselmeer langs de dijken van de Noordoostpolder. Het zal bestaan uit 48 windturbines van 3 MW - verdeeld over twee rijen langs de Westermeerdijk en een langs de Noordermeerdijk - en een transformatorstation op het land. De totale investering is ruim 400 miljoen euro.
Het windpark levert jaarlijks ruim 500 GWh duurzame stroom, genoeg voor 160. 000 huishoudens. Windpark Westermeerwind is het nearshore deel van Windpark Noordoostpolder. 1.

Het consortium van banken dat Westermeerwind financiert, heeft vol vertrouwen in het innovatieve windpark. ING, Rabobank, de ASN Bank, Triodos Bank en EKF hebben dan ook graag bijgedragen aan de financiering van het windpark. 'Door goede samenwerking met de lokale overheid, de inzet van een gerenommeerde bouwer als Siemens en het langdurig stroomafnamecontract met Eneco, ligt Westermeerwind goed op koers. Daarnaast draagt het windpark substantieel bij aan de energiedoelstellingen van de Nederlandse regering.'

De bouw van het windpark vangt direct na de zomervakantie aan met de aanleg van het transformatorstation nabij de Westermeerdijk en de voorbereidingen voor het kabeltracé op land. Vanaf maart 2015 starten de werkzaamheden op het water met het plaatsen van de funderingen en de installatie en de inbedrijfname van de windmolens. De eerste windmolens zullen naar verwachting al eind 2015 duurzame stroom gaan leveren. Het gehele windpark van 48 molens wordt opgeleverd in maart 2016. Na de oplevering wordt het windpark nog minimaal vijftien jaar lang door Siemens onderhouden.

''Het Westermeerwind project levert tijdens de bouwfase zo'n 150 extra banen in de regio op en daarna gedurende vijftien jaar werkgelegenheid voor zo'n 30 technici en andere vaklieden' aldus Bernard Fortuyn, lid van de Raad van Bestuur van Siemens Nederland. Siemens en haar onderaannemers Ballast Nedam, Mammoet en VSMC zullen zo veel mogelijk lokale bedrijven bij de bouw en het onderhoud van het windpark betrekken. Met het oog daarop zijn in 2011 en in 2014 bedrijvendagen georganiseerd. Lokale bedrijven dragen onder meer bij aan grondverzet, transport, vervoer over water, beveiliging, catering en logies.

Windpark Westermeerwind wordt tot stand gebracht door projectontwikkelaar Westermeerwind B.V. Deze onderneming werd in 1996 opgericht om op een van de meest windrijke locaties van Nederland een nearshore windpark te realiseren. De oprichters van Westermeerwind B.V. zijn twee agrariërs en windpioniers uit Creil. Het was hun beider ambitie met Windpark Westermeerwind een windpark 'voor en door de polder' te ontwikkelen. Inwoners van de Noordoostpolder, Urk en Lemsterland kunnen straks financieel deelnemen in het windpark. Zij kunnen zowel certificaten van aandelen als obligaties van het windpark verwerven. De aanbieding van de aandelen en obligaties geschiedt ongeveer een jaar na het gereedkomen van het windpark in 2016. Dat betekent dat participanten uit de polder geen financiële risico's lopen tijdens de bouw van het nog aan te leggen windpark.

1. Windpark Noordoostpolder omvat drie afzonderlijke windparken met in totaal 86 windmolens in het water en op het land. Naast Windpark Westermeerwind [ 144 MW ] zijn dat NOP Agrowind [ 195 MW ] en RWE Essent [30 MW].



Bouw je zonne-auto in het Museon

In het Museon in Den Haag is tijdens de zomervakantie veel te doen. Er zijn verschillende exposities te bezoeken en er worden veel activiteiten georganiseerd. Voor kinderen vanaf 10 jaar is het vanaf 27 juli mogelijk iedere zondagmiddag tot en met 17 augustus een eigen zonne-auto te maken. Bij deze activiteit hoort een speurtocht waarmee zij in de tentoonstelling Jouw wereld, Mijn wereld veel te weten komen over zonne- en windenergie. De bouwactiviteiten vinden plaats tussen 13.00 en 17.00 uur, een sessie duurt 1 uur. Vooraf aanmelden is niet nodig. De kosten bedragen
4 euro per persoon, exclusief toegang tot het museum.

Als museum met een educatieve missie richt het Museon zich op kennisoverdracht op het gebied van natuur, milieu, klimaat, energie en duurzaamheid. Het Museon wil respect voor de natuur stimuleren en levert een bijdrage aan de maatschappelijke discussie over klimaatsverandering. Duurzaamheid is een criterium dat het museum hanteert bij alle keuzes die worden gemaakt en zit verweven in de tentoonstellingen, lesprogramma's en bedrijfsvoering. Het Museon werkt toe naar een klimaatneutraal gebouw. Hieraan gerelateerd ontwikkelt het Museon speciale lesprogramma's over energie en duurzaamheid.

In de tentoonstelling Imitatie, nadoen is een kunst leer je allerlei soorten imitatie kennen, zowel in de natuur, in de wereld van de technologie als bij jezelf. Je kunt zelf creatief worden door te imiteren! Ontdek het zelf door te spelen tegen robots, apen na te apen, je te camoufleren tussen de zebra's en te dansen met de sterren. Stap op het podium, geef een eigen popconcert, leer een echte van een valse diamant te onderscheiden en vergelijk een authentieke designertas met een namaakversie. Een expositie boordevol leuke onderdelen met echte robots! Bovendien worden er op zondag- en woensdagmiddag en in de schoolvakanties extra activiteiten georganiseerd. Imitatie, nadoen is een kunst is te zien tot en met 9 september 2014. Meer weten? Kijk op www.museon.nl voor het uitgebreide activiteitenprogramma!

vrijdag 25 juli 2014

Waterschap Rivierenland neemt elektrische auto Project A15 in gebruik

Dagelijks Bestuurder Hennie Roorda heef namens Waterschap Rivierenland een elektrische auto in ontvangst genomen van het project A15, op weg naar de eerste duurzame snelweg ter wereld. Medewerkers van het waterschap gaan deze auto gebruiken voor dienstreizen. Het waterschap werkt sinds 2011 bewust aan het terugdringen van het aantal kilometers, de uitstoot van CO2 en de kosten voor vervoersmobiliteit. Hennie Roorda: "Vandaar dat we als belangrijke gebruiker van de A15 van harte meedoen aan dit project. Zo werkt het waterschap niet alleen aan veilige dijken en droge voeten, maar maken we ons beheergebied gezonder, schoner en economisch sterker!"



Natuur & Milieu en Milieudefensie werken samen aan een droom: de A15 moet de eerste duurzame snelweg ter wereld worden. Om dit te realiseren zijn ze Project A15 begonnen. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij. De ambitie is: in 2015 rijden over de A15 - de drukke verkeersader die Rotterdam met het oosten van Nederland verbindt - 40.000 mensen in elektrische (deel)auto's op lokaal opgewekte stroom uit zon en wind.

Waterschap Rivierenland pakt het mobiliteitsvraagstuk vanuit een breed perspectief aan: Het Nieuwe Werken, duurzaamheid en kostenbesparing gaan hand in hand. Uit vooronderzoek is gebleken dat Waterschap Rivierenland op jaarbasis miljoenen zakelijke kilometers maakt. De opdracht voor de organisatie luidt: in de periode 2012-2015 zal organisatiebreed een km- en een CO2-reductie moeten worden doorgevoerd van 15% ten opzichte van het basisjaar 2011. Voor 2013 was het doel een reductie van 6%. Dit hebben we gehaald. De medewerkers zijn ‘bewuster' gaan nadenken over hun reis en daar mogen we trots op zijn. Ondanks een toename in aantal medewerkers is er een vermindering in km's, CO2 en ook kosten zichtbaar. De trend is naar beneden en we verwachten met de doorontwikkeling van het kantoorconcept, dat we het videovergaderen beter kunnen faciliteren. Hierdoor kunnen we nog meer reductie halen.

Sanering gasfabrieksterreinen Tiel en Culemborg van start

Met de sanering van de locaties aan de Triosingel in Culemborg en de Westluidensestraat in Tiel worden de laatste verontreinigde locaties van voormalige gasfabrieken in Gelderland aangepakt. Gedeputeerde Staten hebben voor de sanering in Culemborg circa 495.000 euro beschikbaar gesteld en voor de sanering in Tiel een bijdrage van circa 950.000 euro. De verwachting is dat in 2015 ook deze beide saneringen gereed zullen zijn.

Luchtfoto uit 1950 van de Culemborgse gasfabriek aan de Triosingel; bron provincie GelderlandDe subsidie is beschikbaar gesteld in het kader van het Programma Gelderse gasfabrieken 2005-2015. Doel van dit uitvoeringsprogramma van het College is dat dat voor 2015 alle 31 voormalige gasfabrieksterreinen in Gelderland zijn aangepakt en opnieuw bestemd.

Na het sluiten van de gasfabrieken in de vorige eeuw bleek dat de bodem ter plekke ernstig verontreinigd achterbleef. Nieuwe bestemmingen op de zwaar vervuilde terreinen - veelal gelegen in de binnensteden - waren daardoor niet mogelijk. Met de sanering en aanpak van de laatste voormalige gasfabrieksterreinen zijn er op de locaties weer nieuwe eigentijdse bestemmingen mogelijk.

De gemeente Tiel ontwikkelt op de locatie aan de Westluidensestraat een cultureel kwartier: De Westluidense Poort. De Westluidense Poort wordt dé plek waar mensen elkaar ontmoeten, muziek maken, dansen, toneel spelen, cursussen, lezingen en debatten volgen en informatie halen. Ook wordt een parkeergarage aangelegd.

De gemeente Culemborg is voor de voormalige bestemming van dit laatste gasfabrieksterrein in haar gemeente, met een ontwikkelpartij in gesprek over de nieuwe bestemming.

donderdag 24 juli 2014

Voortgangsrapportage Nationaal Energieakkoord positief over provincies

Op vrijdag 20 juni werd de eerste voortgangsrapportage van het Nationaal Energieakkoord (NEA) door Ed Nijpels, voorzitter van de borgingscommissie, aangeboden aan Sociaal Economische Raad voorzitter Wiebe Draijer.

Nijpels feliciteerde de heer Draijer met het succes van de uitvoering: "Een gepast afscheidscadeau voor de scheidend voorzitter." Een groot deel van de afspraken is in gang gezet. Een akkoord van 47 partijen met 159 afspraken, waarvan nu 139 ook daadwerkelijk zijn gestart. In zijn presentatie benadrukte Nijpels dat het akkoord onomkeerbaar is.

Nijpels prees de rol van provincies en gemeenten. "Zij werden aangesproken op hun verantwoordelijkheden en pakken die verantwoordelijkheid ook op." Provincies hebben voor wind op land afspraken gemaakt met het kabinet. Het NEA bevestigt niet alleen deze 'wind op land'-afspraken, maar versterkt deze ook door bijvoorbeeld aanvullende overeenkomsten betreffende de participatie en de ontwikkeling van een gedragscode. Nijpels benadrukte dat de "verhoudingen in energieland nu fundamenteel gaan veranderen, het accent gaat verschuiven van centraal naar decentraal". SER-voorzitter Draijer gaf aan verheugd te zijn dat het breed gedragen akkoord nu ook maatschappelijk is gaan leven. Een belangrijk winstpunt was volgens hem dat 'het nu transparant is wie wat moet doen."

Het IPO en de provincies spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van de windenergieafspraken. De provincies hebben, volgens afspraak, voldoende ruimte gereserveerd voor windenergie op land. De belangrijkste uitdaging ligt nu in het faciliteren van de aanleg van windparken met een vermogen van 6.000 MW. Het IPO en de provincies zetten zich in om in goed overleg met omwonenden, gemeenten en projectontwikkelaars de inpassing van windparken zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarbij is het van groot belang dat de afspraken uit het Nationaal Energieakkoord over de voorwaarden voor participatie en de gedragscode van sector en maatschappelijke organisaties nu snel concreet worden gemaakt.

Naast windenergie zetten IPO en provincies zich - onder de paraplu van het NEA - ook in voor het verminderen van energiegebruik en het bevorderen van energie-opwekking met hernieuwbare technologie. Uitgangspunt is de 'trias energetica': eerst besparen, dan energie hernieuwbaar opwekken en tot slot opwekking van energie met (bij voorkeur) schone(re) fossiele bronnen. De provincies willen stimuleren dat de energietransitie de ontwikkeling van de duurzame economie aanjaagt.

De provincies hebben onlangs besloten intensief te gaan samenwerken bij de realisatie van een duurzame economie. Onder de naam 'IPS2E', zijn ze een overkoepelende samenwerkingsvorm aangegaan. Naast de uitvoering van de provinciale taken en verantwoordelijkheden binnen de NEA zullen de provincies in het nieuwe samenwerkingsverband de voortgang monitoren, de samenwerking met externe/derde partijen vorm geven, de onderlinge samenwerking faciliteren en coördineren en in gezamenlijkheid de belangen (laten) behartigen.

2,9 miljoen extra voor subsidie woningisolatie particulieren Gelderland

Provinciale Staten (PS) hebben besloten om nog eens 2,9 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de provinciale subsidieregeling voor de isolatie van particuliere koopwoningen. Evenals bij de huidige regeling zullen de gemeenten de subsidieregeling uitvoeren. Het nieuwe budget is vanaf 1 augustus 2014 beschikbaar.

Ramen in woongebouw; bron provincie GelderlandVanwege het grote succes hebben PS besloten extra middelen uit de Robuuste Investeringsimpuls (RII) beschikbaar te stellen. Voorwaarde voor dit extra budget is dat de projecten in 2014 en 2015 worden uitgevoerd.

Steeds meer gemeenten kunnen geen aanvragen voor woningisolatie meer honoreren, omdat hun beschikbare budget op is. Voor gemeenten die (bijna) door hun budget heen zijn, is per 1 augustus 2014 nu opnieuw geld beschikbaar. De subsidie is bedoeld voor de isolatie van het dak, gevel en vloer en vervanging van glas door HR++ glas. Het subsidiebedrag is maximaal 500 euro en maximaal eenderde van de kosten. Met een relatief lage investering gaan de maandlasten omlaag en wordt de woning energiezuiniger en comfortabeler.

Het budget van 2,9 miljoen euro komt beschikbaar uit de Robuuste Investeringsimpuls. Met dit programma realiseert de provincie projecten op het gebied van de regionale economie, (jeugd)werkgelegenheid, mobiliteit, bouw en energie en (culturele) infrastructuur. Hoofddoel hierbij is om de werkgelegenheid (met name in de bouwsector) op korte termijn een stimulans te geven.


 

woensdag 23 juli 2014

RWE stelt Clauscentrale beschikbaar voor Belgische markt

RWE doet mee aan de tender die de Belgische overheid heeft uitgeschreven voor extra elektriciteitscapaciteit. Het energiebedrijf wil de gasgestookte Clauscentrale in Maasbracht voor zes jaar beschikbaar stellen aan de Belgische overheid. Gisteren heeft RWE een zogenoemd tenderbook ingediend.

De aanbesteding werd op 22 januari 2014 door de Belgische overheid uitgeschreven, omdat ze 700 tot 900 MW meer nieuwe elektriciteitscapaciteit beschikbaar wil hebben. Dat is nodig om het capaciteitstekort op te vangen dat dreigt te ontstaan door het op termijn afschakelen van kerncentrales.

'We willen bijdragen aan het veiligstellen van de leveringszekerheid in België én onze centrale in Nederland laten draaien', stelt Erwin van Laethem CEO van Essent. 'Het is een grensoverschrijdend en gezamenlijk initiatief dat als voorbeeld kan worden gezien voor de Europese elektriciteitsmarkt'.

Vanwege de huidige omstandigheden op de Nederlandse markt nam RWE eerder dit jaar het besluit om de Clauscentrale (opgesteld vermogen 1305 MW) met ingang van 1 juli jl. voorlopig uit bedrijf te nemen. Wanneer RWE de tender wint, kan de Clauscentrale begin 2019 de eerste stroom leveren aan België. De centrale komt volledig onder toezicht te staan van de Belgische netbeheerder Elia.

Over de Clauscentrale
Als onderdeel van de Clauscentrale in Maasbracht werd in 2012 de nieuwe, moderne eenheid C opgeleverd. Deze heeft een capaciteit van 1305 MW en een zeer hoge efficiency van 58 procent. De Clauscentrale is geografisch gunstig gelegen en staat drie kilometer van de Belgische grens en kan met een 13 kilometer lange hoogspanningskabel via een onderstation in Kinrooi aangesloten worden op het Belgische net.

Oude personen- en bestelauto's op diesel mogen Utrecht niet meer in

Vanaf 1 januari 2015 mogen oude personen- en bestelauto's op diesel, het centrum van Utrecht niet meer in. Met het verkeersbesluit en het vaststellen van de ontheffingsregeling, geeft het college uitvoering aan het raadsbesluit van oktober 2013. De invoering van de milieuzone voor sterk vervuilende dieselauto’s levert een belangrijke bijdrage aan een gezondere lucht in Utrecht.

Utrecht kent al sinds 2007 een milieuzone voor vrachtwagens. Met ingang van 2015 geldt de milieuzone in Utrecht ook voor personen- en bestelauto's op diesel van voor 1 januari 2001, omdat die veel gezondheidsschadelijke stoffen uitstoten. De grens van de milieuzone wordt aangegeven door een verkeersbord. Door dit verkeersbesluit wordt het bord zowel op oude vrachtauto's als op oude dieselauto’s van voor 1-1-2001 van toepassing.

Oldtimers van veertig jaar of ouder én diesels die om medische redenen zijn aangepast, komen in aanmerking voor een langdurige ontheffing. Deze tweede ontheffingsmogelijkheid geldt voor Utrechters én voor mensen van buiten de stad met een aantoonbaar vast werkadres in de zone; bij de aanvraag moet men aantonen dat de aanpassingen minimaal €5.000,- euro hebben gekost.

Eigenaren van een kampeerauto die in de milieuzone wonen, en ondernemers met een bestelauto van voor 2001 met diesel als brandstof, kunnen zes keer per jaar een dagontheffing aanvragen via de website.

Utrechtse ondernemers met een bestelauto die kunnen aantonen dat zij financieel in zwaar weer zitten, kunnen mits goed gemotiveerd, een jaar uitstel krijgen in de vorm van een jaarontheffing.

De invoering van de milieuzone voor sterk vervuilende dieselauto’s levert een belangrijke bijdrage aan een gezondere lucht in Utrecht. Met dit doel zijn er sinds eind 2013 ook subsidiemogelijkheden voor bewoners en bedrijven die hun oude diesel laten slopen en de overstap maken naar een schoner alternatief. Woont u in Utrecht en heeft u een oude auto (diesels van voor 2006 én benzines van voor 1-7-1992), dan komt u mogelijk in aanmerking voor een subsidie.


Indesit-wasmachine verkozen in proefproject rond duurzame energie

Indesit, leverancier van milieuvriendelijke huishoudelijke apparaten, neemt deel aan PowerMatching City 2, een Nederlands proefproject gericht op het ontwikkelen en implementeren van Smart Grids (slimme energienetten). Het belangrijkste doel is inzicht verkrijgen in hoe slimme apparatuur optimaal gebruik kan maken van duurzame energiebronnen.

De aanvoer van water-, wind- en zonne-energie fluctueert namelijk nogal – en daarmee ook de energiekosten voor apparatuur die hiervan gebruik maakt. Bij veel zon is de prijs bijvoorbeeld laag, bij weinig zon een stuk hoger. Als er meer vraag dan aanbod is, kiezen gebruikers eerder voor energie uit fossiele brandstoffen, met een hogere CO₂-uitstoot tot gevolg.

PowerMatching City creëert een slimme woonwijk waarin apparaten hun energieverbruik optimaliseren op basis van de beschikbaarheid van duurzame-energiebronnen. Tijdens het PowerMatching City 2-project is specifiek gekozen voor de Smart Aqualtis-wasmachine van Indesit – het enige huishoudelijke apparaat in het project. Dit apparaat is in staat om automatisch het meest voordelige tijdstip van wassen te kiezen. Niet alleen  economisch – wanneer zijn de energiekosten het laagst? –, maar ook ecologisch – hoe wast het apparaat met zo min mogelijk schadelijke uitstoot? Dit bepaalt de machine op basis van een schatting van het duurzame-energieverbruik van het te draaien wasprogramma.  van het volgende wasprogramma. De Smart Aqualtis is een van de huishoudelijke apparaten van Indesit met een flexibel energieverbruik, die energiekosten reduceren en schadelijke uitstoot verminderen.




dinsdag 22 juli 2014

Shell introduceert vernieuwde reeks Shell Helix


De meeste Nederlandse automobilisten (83%) zijn zich bewust van het belang van regelmatige olieverversing, maar besteden dit liever uit dan het zelf te doen (88%). Dit blijkt uit onderzoek van Shell. Met de zomervakantie in aantocht worden er weer de nodige extra kilometers gemaakt. Hierbij is de auto vaak zwaarbeladen en wordt er veel file gereden waardoor de auto vaak moet stoppen en starten. Dit vergt veel van een motor en dus motorolie. Een volsynthetische variant, zoals Shell Helix Ultra, is bij uitstek geschikt voor dit soort condities. Shell helpt automobilisten graag op weg in de keuze naar de juiste olie en introduceert een vernieuwde reeks Shell Helix Ultra motoroliën voor betere prestaties, bescherming van de motor en minder onderhoud.
Motorolie is een belangrijk onderdeel bij het onderhouden van de auto. Het juiste type en de juiste hoeveelheid olie in de motor helpt prestaties van de motor te verbeteren en de levensduur te verlengen. De vernieuwde Shell Helix Ultra motoroliën zijn samengesteld met behulp van de Shell PurePlus Technology, waarbij op een innovatieve manier synthetische basisoliën uit aardgas geproduceerd worden. Deze zuivere, kristalheldere basisolie resulteert in vergelijking met traditionele basisoliën uit ruwe olie in een aantal voordelen voor de automobilist:
  1. Brandstofbesparing: de motor loopt ‘lichter’ en zorgt daarom voor een hoger rendement. Daarnaast draagt een juiste, stabiele dikte van de olie bij aan een lager brandstofverbruik; het is namelijk dik genoeg om bij hoge temperaturen te beschermen en wordt bij lage temperaturen makkelijk en snel rondgepompt.
  2. Minder slijtage: doordat de olie bij een koude start beter wordt rondgepompt naar de te smeren onderdelen is er tevens sprake van minder slijtage. Daarnaast zorgen minder afzettingen op de zuiger en in de zuigerveergroeven voor minder slijtage van de motor.
  3. Minder onderhoud door minimale vervuiling van de motor en lager olieverbruik: de olie zorgt voor een nog betere reiniging van de motor waardoor deze minder vaak ververst hoeft te worden. Daarnaast verdampt de olie minder bij hoge temperaturen, waardoor het minder bijgevuld hoeft te worden.
“De meeste automobilisten houden de tijd bij tussen bijvullingen, terwijl juist het aantal kilometers tussen de bijvullingen van olie leidend is. Ons advies aan automobilisten is om na 15.000 gereden kilometers de olie te laten bijvullen. Dit zorgt voor een optimaal resultaat”, aldus Edward van den Heuvel, Shell Lubricants Sales Manager Benelux. “Daarnaast maakt het type olie het verschil. Shell Helix Ultra is ontworpen om de motor optimaal te reinigen en beschermen.”
Bekijk de video-testimonial over het vernieuwde Shell Helix Ultra motorolie-portfolio. Daarnaast heeft Shell onlangs Shell miGarage App geïntroduceerd. Dit is een gratis online en mobiele app die helpt bij het maken van de keuze voor de juiste olie.

Tender voor de regeling Demonstratie energie-innovatie (DEI) van start

De tender voor de regeling Demonstratie energie-innovatie (DEI) is van start gegaan. Voor deze regeling komen technologiegerichte projecten in aanmerking die energie besparen, duurzame energie opwekken en of het gebruik ervan stimuleren. Meer weten? Meld u dan nu aan voor één van de informatiebijeenkomsten die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) op dinsdag 26 augustus en donderdag 11 september van 13.00 – 16.30 uur in de Jaarbeurs in Utrecht organiseert.

maandag 21 juli 2014

Meer energie uit een liter biobrandstof

Olie die uit biomassa - zoals houtsnippers of plantenresten - is geproduceerd, heeft vaak nog niet dezelfde kwaliteit en energie-inhoud als ‘klassieke’ ruwe olie. Een nieuwe en eenvoudige katalysator, ontwikkeld aan de Universiteit Twente, brengt de olie, al vóór het transport naar de raffinaderij, op een hoger kwaliteitsniveau. De techniek is, uit tientallen projecten, uitverkozen voor het vervolg van het nationale onderzoeksprogramma CATCHBIO, dat meewerkt aan de Europese ‘2020’ doelstelling: 20% van de brandstof in 2020 moet komen uit ‘renewable’ bronnen.

De olie van de nieuwste generatie biobrandstoffen komt niet langer uit de vruchten of zaden, zoals bij palm- of koolzaadolie, maar uit bijvoorbeeld plantenresten, snoeiafval, houtsnippers. Daardoor is er geen ongewenste concurrentie met de voedselvoorziening. Door de plantenresten, die veel ruimte innemen, om te zetten in olie, is het transport veel eenvoudiger en kan het product rechtstreeks naar een raffinaderij. Bijmengen met ruwe olie is nu al mogelijk. Toch heeft de olie nog niet de kwaliteit die ruwe olie wél heeft. De energie-inhoud per liter ligt lager, de olie is zuur en bevat nog te veel water. De katalysator, ontwikkeld in de groep Catalytic Processes and Materials van prof. Leon Lefferts en prof. Kulathuiyer Seshan, tilt de kwaliteit en energie-inhoud naar een beduidend hoger niveau. De groep maakt deel uit van het Green Energy Initiative van de UT.
Beter dan ruwe olie

Dit gebeurt door de olie, in stikstof, te verhitten tot 500 graden Celsius en door een eenvoudige katalysator toe te passen: natriumcarbonaat op een laagje alumina. De energie-inhoud van de olie is op deze manier al op te voeren van 20 MegaJoule per kg naar 33 tot 37 MegaJoule/kg – dit is beter dan ruwe olie en benadert de kwaliteit van diesel. De techniek, recent verdedigd door promovendus Masoud Zabeti, wordt nu al door KIOR in Texas, USA getest op kleine industriële schaal, met een productie van 4500 barrels olie per dag. Door, behalve natriumcarbonaat, ook nog het materiaal cesium toe te voegen, is de kwaliteit nog verder te verbeteren. “We kunnen daarmee bijvoorbeeld ook de aromaten terugdringen, die bij inademing schadelijk zijn”, aldus prof. Seshan.
In samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen, Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en de Universiteit Utrecht, wordt de techniek nu verder onderzocht in een nieuw CATCHBIO programma van NWO. Op deze manier wil Nederland voorop lopen in het onderzoek naar technologie die bijdraagt aan de Europese 2020 doelstelling voor brandstof.

EcoCare Milieutechniek levert wekelijks snellaadstation Fastned op

In opdracht van Fastned werkt EcoCare Milieutechniek in hoog tempo aan de realisatie van een netwerk van 201 snellaadstations voor elektrische auto's. De bouw van de eerste tien (in het oosten van het land) is bijna afgerond. Na de vakantie begint EcoCare (verdeeld over héél Nederland) aan de volgende tien. Het debuut van Fastned op de NPEX-beurs leidde tot een kapitaalinjectie waardoor het bouwtempo nu wordt opgeschroefd. EcoCare levert wekelijks een snellaadstation op.

EcoCare (onderdeel van de Van der Werff Groep uit Alphen aan den Rijn) kreeg de opdracht mede vanwege de korte doorlooptijd bij de realisatie van de stations. Het bedrijf is hoofdaannemer en coördineert in die hoedanigheid de bouwstroom. EcoCare doet het grondwerk, de aanleg van technische installaties, de riolering en verharding en de plaatsing van snelladers. Fastned koos voor een grotendeels uit hout opgetrokken overkapping met circa 80 zonnepanelen.

Volgens directeur Dennis van der Werff van EcoCare verloopt de bouw van de snellaadstations steeds doelmatiger: "Het is voor ons en Fastned een kwestie van al doende optimaliseren. Op basis van onze ervaringen bij de bouw van de eerste tien stations wordt het proces, in overleg met de technisch specialisten van Fastned, tot in de kleinste details gestroomlijnd en gaat de snelheid omhoog naar een wekelijkse oplevering. Verspreid over het hele land werken er twee tot drie ploegen van EcoCare aan dit project."

De bouw van een Fastned-station omvat de aanleg van af- en aanrijdstroken, een overkapping met zonnepanelen, de plaatsing van laders en de aanleg van 200 meter mantelbuis en 1000 meter bekabeling. Het tempo waarin de 201 stations langs de snelwegen verrijzen wordt sterk bepaald door het tijdig verwerven van de benodigde vergunningen en het regelen van een afdoende stroomvoorziening. Fastned wil het project binnen drie jaar gereed hebben.

Sinds woensdag 9 juli j.l. heeft Fastned een notering bij de NPEX beurs. Met deze beursgang wil Fastned in verschillende tranches in totaal 40 miljoen euro ophalen ter financiering van 201 snellaadstations langs de Nederlandse snelwegen. Door de uitgifte van certificaten van aandelen kan iedereen mede-eigenaar worden van de tankstations van de toekomst.

Voor EcoCare is, zegt directeur Dennis van der Werff, de Fastned-order een miljoenenopdracht die voor de komende jaren een extra impuls geeft. Het bedrijf uit Alphen aan den Rijn ontwikkelde zich door de decennia heen tot specialist op het gebied van de bouw van bemande en onbemande tankstations. Zo realiseerde het voor Tango ruim tachtig onbemande Tango-tankstations. Binnen de bedrijfsvoering van EcoCare staat het voortdurend innoveren centraal. Om die reden is het bedrijf in een vroeg stadium aan de slag gegaan met voorzieningen ten behoeve van elektrische mobiliteit.

vrijdag 18 juli 2014

Solar Team Twente maakt nieuwe leden bekend

De nieuwe teamleden van Solar Team Twente zijn bekend. De groep van 19 RED Engineers (15 UT-studenten, 4 Saxion-studenten) neemt in oktober 2015 met een nieuwe zonneauto deel aan de World Solar Challenge in Australië. Het nieuwe team kent twee primeurs. Voor het eerst in de geschiedenis is er een vrouwelijke teamleider en bovendien is er voor het eerst een vrouwelijke student lid van het technische team.

Voor het nieuwe Solar Team Twente, dat nu 19 leden heeft tegenover de 16 van de afgelopen editie, vormde een teambuildingweekend het startsein voor een periode van anderhalf jaar intensief werken. Het technische team ging op bezoek bij Thales om de eerdere zonneauto’s van het Twentse solarteam te bekijken. Het communicatieteam volgde een communicatieworkshop van internetmarketingbureau TriMM. In de zomervakantie wordt het team ingewerkt door oud-teamleden en is er nog wat tijd om vakantie te houden. Vanaf september gaan de teamleden anderhalf jaar fulltime aan de slag.

De nieuwe RED Engineers zijn volgens het management van Solar Team Twente uitgekozen vanwege hun expertise op gebied van technologie, management en communicatie. Door de grootte van het team is er meer kracht om op elk van deze gebieden uitzonderlijke prestaties neer te zetten.

Het Solar Team Twente kende een succesvolle laatste editie van de World Solar Challenge. De Twentse afvaardiging behaalde de derde plek in deze zonnerace van 3.000 kilometer dwars door het woeste landschap van Australië. Komend jaar ligt de lat nog hoger. De Universiteit Twente en Saxion investeren extra in het Solar Team Twente. De UT en Saxion vragen ook de andere sponsoren dezelfde lijn te volgen, met als ultiem doel: het behalen van de eerste plaats in de World Solar Challenge in Australië in 2015.

Eerste wegdeel van fietspad met zonnecellen geproduceerd

Electriciteit opgewekt uit zonne-energie en gegenereerd door zonnecellen in een wegdek, dat is waar SolaRoad aan werkt. In november 2014 zal circa 100 meter SolaRoad worden aangelegd op een fietspad in Krommenie. Deze week was het eerste wegdeel met zonnecellen klaar. Dit is een eerste mijlpaal voor het innovatieteam dat bestaat uit TNO, Provincie Noord-Holland, Imtech Traffic&Infra en Ooms Civiel.








 

Delta Lloyd breidt offshore wind verder uit

Delta Lloyd is een van de verzekeraars die de bouw en de eerste drie operationele jaren van het nieuw te bouwen offshore windpark Gemini in het Nederlandse deel van de Noordzee verzekeren. Het Gemini windmolenpark wordt een van de grootste offshore windparken ooit gebouwd en kan met 600 megawatt vermogen ongeveer 785.000 Nederlandse huishoudens van groene stroom voorzien. De planning is dat het park in 2017 operationeel is.

Maarten Mulder, Underwriting Manager Technische Verzekeringen Delta Lloyd: ‘We zijn blij een bijdrage te kunnen leveren aan dit prestigieuze project op eigen bodem. Het gaat om verreweg het grootste project in duurzame energie dat ooit in Nederland is uitgevoerd.’

Met de toevoeging van Gemini aan de portefeuille is Delta Lloyd betrokken bij de verzekeringen van 26 offshore windparken in West Europa wat genoeg is om aan circa 6,5 miljoen Europese huishoudens van stroom te voorzien. Naast de bouw van windturbineparken, levert Delta Lloyd ook de verzekering voor de operationele fase. Delta Lloyd behoort tot de top 3 verzekeraars in de Europese offshore windenergiemarkt en verwacht hierin de komende jaren verder te groeien.

donderdag 17 juli 2014

Aardbevingsmonitor Veiligheidsregio maakt kans op innovatieprijs

De aardbevingsmonitor van de Veiligheidsregio Groningen is genomineerd voor de Don Berghuijs Award. Deze prijs wordt ieder jaar uitgereikt aan het meest innovatieve project dat bijdraagt aan een veilige samenleving. De aardbevingsmonitor wordt gebruikt om via sociale media snel incidenten te signaleren, hulpdiensten op de hoogte te brengen en een beeld te krijgen van de impact in de samenleving.

Inwoners van de provincie Groningen helpen actief om hulpdiensten en overheidsorganisaties te attenderen op incidenten zoals aardbevingen. Daarbij wordt vaak gebruik gemaakt van sociale media. De monitor van de Veilidheidsregio, die sinds oktober 2013 in gebruik is, bestaat uit een geautomatiseerd systeem (Twitcident) dat 24 uur per dag speurt naar tweets van Groningers die een aardbeving hebben gevoeld. Bij een toename van het aantal relevante tweets stuurt het systeem een automatische melding. Hulpdiensten, de meldkamer en de andere betrokken organisaties hebben afspraken gemaakt hoe er daarna gehandeld moet worden. Met de monitor kunnen hulpdiensten snel een beeld vormen van de de zwaarte van de aardbeving, de locatie en de gevolgen daarvan. Daarnaast kan er meteen gericht informatie worden verstrekt aan de inwoners in het gebied.


De Veiligheidsregio Groningen is een samenwerkingsverband van de brandweer, de politie, de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), de 23 Groninger gemeenten, de twee waterschappen, de provincie Groningen, het Openbaar Ministerie en Defensie. De partijen werken samen aan het vergroten van de veiligheid en het voorkomen en bestrijden van incidenten en crisissituaties.

Mansveld maakt werk van schoner, stiller en zuiniger wagenpark

Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) wil dat Nederland voorop blijft lopen in het streven naar schone, zuinige en stille vrachtwagens en bussen.  Dit schrijft ze aan de Tweede Kamer in een brief, waarin ze ook uiteen zet welke inspanningen tot een schoon, zuinig en stil wagenpark moeten leiden. Zo voerde TNO in haar opdracht steekproefsgewijze emissiemetingen uit onder Nederlandse vrachtwagens en bussen. Met de metingen werd onderzocht of deze voertuigen voldoen aan de Europese normen, of ze in de praktijk net zo schoon zijn als op papier en welke effecten wet- en regelgeving hierop hebben.

De metingen waren vooral gericht op de uitstoot van stikstofoxiden. Van deze stof zit in sommige delen van Nederland nog altijd te veel in de lucht. Omdat vrachtwagens en bussen een groot aandeel hebben in deze uitstoot, is sinds 1 januari 2014 de strengere EURO-VI regelgeving gaan gelden. TNO concludeert dat deze wetgeving onder vrachtwagens en bussen voor een significante daling van stikstofoxiden heeft gezorgd. Ook is er een subsidieregeling gekomen voor auto’s die voor 2014 al voldeden aan de Euro-VI norm. Van deze regeling werd 6114 gebruik gemaakt.

Met stillere vrachtwagens kunnen kosten bespaard worden voor het isoleren van gevels, de aanleg van stil asfalt en het plaatsen van geluidsschermen. Mede hierom maakt staatssecretaris Mansveld zich in Brussel hard voor scherpere eisen aan autobanden, stillere motoren en uitlaatsystemen, zo schrijft ze de Tweede Kamer. Dit voorjaar is in Brussel een akkoord bereikt over het geluidsniveau van voertuigen. De Europese landen spreken hierin af dat voertuigen binnen tien jaar minstens de helft minder geluid mogen maken.

Met het zuiniger maken van vrachtauto’s moet de CO2-uitstoot worden teruggedrongen. Het ministerie verzamelde de laatste jaren onafhankelijk geteste praktijkinformatie om vrachtauto’s zuiniger te maken in het programma ‘Truck van de Toekomst’. Vervoerders gaven aan deze informatie handzaam te vinden, maar soms ook  moeite te hebben de informatie naar hun eigen situatie te vertalen. Op dit moment wordt bekeken hoe ‘Truck van de Toekomst’ een vervolgprogramma kan krijgen, met als doel het sneller toepassen van brandstofbesparende technologieën.

woensdag 16 juli 2014

Provincie bezorgd over schaliegasboringen

Provincie Flevoland is ernstig bezorgd over de voorgenomen schaliegasboringen op haar grondgebied. Zij heeft een zienswijze ingediend op de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau van het plan MER Structuurvisie Schaliegas van het Rijk. De provincie vindt dat er veel meer onderzoek nodig is om drinkwatergebieden en waterkeringen te beschermen en om te weten te komen wat de effectenzijn op de leefomgeving. Ook zijn nut en noodzaak van schaliegas onvoldoende aangetoond.

De structuurvisie Schaliegas moet onderdeel zijn van de rijksstructuurvisie Ondergrond waar het Rijk mee bezig is. Er moeten geen vergunningen worden afgegeven op schaliegasboringen totdat de rijksstructuurvisie Ondergrond is vastgesteld én is opgenomen in de Mijnbouwwet. Zo kan de afweging voor wel of niet schaliegas in relatie gebracht worden met andere activiteiten in de ondergrond zoals WKO’s of geothermie.

De provincie is nog niet overtuigd van het maatschappelijk nut en de noodzaak en vraagt de minister deze discussie te voeren en onderdeel te laten zijn van de structuurvisie. Europa heeft een aanbeveling gedaan om sommige gebieden op voorhand van schaliegasboringen uit te sluiten. Deze E-aanbeveling moet ook hier als uitgangspunt dienen.

Er is nog veel meer onderzoek nodig. In het MER moet nader onderzoek gedaan worden naar de benodigde hoeveelheid water en naar de risico's van verspreiding van frackingvloeistoffen in relatie tot grondwater en andere risico’s door het boren. Zoals bijvoorbeeld welke effecten trillingen hebben op de omgeving (waterkeringen, trillingsgevoelige activiteiten, natuur). Maar ook onderzoek naar extra verkeer en de bijbehorende geluidstoename. De mogelijke gevolgen voor landbouw en tuinbouw en gezondheid zijn ook niet meegenomen. Schaliegasboringen zorgen voor uitstoot van stikstof. Daar zijn Europese normen voor. Onderzoek is nodig naar de hoeveel uitstoot. Het kan betekenen dat doorgroei van bedrijven die stikstof uitstoten nog verder wordt beperkt.

De overheden die liggen in het opsporingsvergunninggebied “Noordoostpolder” werken met elkaar samen op basis van een gezamenlijke doelstelling: “Gecoördineerde inzet en samenwerking van de betrokken regionale overheden om, op basis van argumenten, het boren naar schaliegas te voorkomen in het gebied “Noordoostpolder- Weerribben/Wieden-Kampereiland”. De deelname van Flevoland aan de stuurgroep vloeit voort uit de Nota duurzaam gebruik ondergrond, waarin is aangegeven dat de provincie Flevoland er alles aan zal doen om schaliegasboringen in Flevoland tegen te gaan.

Afgewerkte olie, het zwarte goud

Olieinkoper.nl lanceert een site voor de inzameling van afgewerkte olie en andere vloeistoffen in o.a. de sectoren mobiliteit, grondverzet en industrie. Olieinkoper.nl biedt hiermee een eenvoudige en snelle manier om deze afvalstoffen te laten inzamelen en recyclen. Eerlijkheid en eenvoud staat daarbij voorop. 

 Op de website zien bezoekers de actuele vergoeding voor afgewerkte olie door de hoeveelheid in te zamelen afgewerkte olie online in te vullen. Ook kan een inzamelopdracht meteen online verstuurd worden. Dit spaart klanten tijd en levert hem een optimale en eerlijke vergoeding op. Naast afgewerkte olie kan via de site ook de inzameling van andere afgewerkte vloeistoffen worden aangemeld, die ook een vergoeding op kunnen leveren. Olieinkoper.nl positioneert zich met haar tarieven als normsteller in de markt.

Olieinkoper.nl springt met de start van de site in op de toenemende behoefte van bedrijven snel geïnformeerd te worden en niet aan contracten vast te zitten. De klant ziet bij Olieinkoper.nl namelijk direct wat de vergoeding is en kan een inzamelopdracht doorgeven zonder contractuele verplichting. Nieuw in de branche is ook dat Olieinkoper.nl de mogelijkheid biedt via de socialmedia geïnformeerd te worden over actuele vergoedingen en achtergrondinformatie.

dinsdag 15 juli 2014

Essent: Zonnig voorjaar zorgt voor hogere opbrengst zonnepanelen

Door het zonnige voorjaar hebben zonnepanelen bijna 20 procent meer opgeleverd dan in het eerste half jaar van 2013. Dit betekent voor eigenaren van een gemiddelde zonnepaneleninstallatie een opbrengst van zeker 48 euro* meer dan vorig jaar. Dit vertaalt zich in een lagere energierekening. Dat blijkt uit een analyse van energiebedrijf Essent op basis van het aantal zonuren en instraling, gemeten door het KNMI.

Een zonnepaneel wekt ook stroom op als het bewolkt is. De opbrengst is echter wel hoger bij ideaal weer: volle zon, maar geen hittegolf. In het eerste half jaar van 2014 heeft de zon 952 uur geschenen. In dezelfde periode in 2013 was dit 793 uur. Vooral maart en juni waren een stuk zonniger dan dezelfde maanden vorig jaar. In maart scheen de zon 203 uur, terwijl dit vorig jaar 123 uur was. Dit zorgde voor een extra opbrengst van 19 euro. In juni scheen de zon 228 uur ten opzichte van 177 uur vorig jaar. Dit leverde 6 euro meer op.

Om te zien in hoeverre het verschil tussen de eerste helft van 2013 en 2014 is toe te schrijven aan dit jaar, heeft het energiebedrijf ook gekeken hoe zonnig het normaal gesproken is. Gemiddeld schijnt de zon in de eerste helft van het jaar 844 uur. Dit jaar was dit 952 uur, oftewel 108 uur meer. Dit betekent voor eigenaren van een gemiddelde zonnepaneleninstallatie een opbrengst van 28 euro meer dan normaal.

Met zonnepanelen kunnen huishoudens zichzelf voor een groot gedeelte van stroom voorzien. Daarmee verlagen zij hun energierekening. Voor iedereen die geïnteresseerd is in zonnepanelen, organiseert Essent bij genoeg aanmeldingen op aanvraag informatieavonden door heel Nederland.

De eerste helft van 2014 zorgde al voor goed nieuws voor huishoudens. Door het zachte weer hebben zij ongeveer 21 procent minder gas verbruikt dan normaal. Dat betekent voor een gemiddeld huishouden een voordeel van zeker 115 euro op zijn gasrekening over de maanden januari tot en met juni.

*In haar berekening is Essent uitgegaan van een gemiddelde zonnepaneleninstallatie van 10 zonnepanelen met elk een vermogen van 260 Wattpiek, die samen onder ideale omstandigheden 2.288 kWh stroom per jaar opwekken. Een dergelijke installatie brengt normaal onder ideale omstandigheden in de eerste helft van het jaar ruim 282 euro op. Dit is gebaseerd op een stroomprijs van 23 eurocent per kWh, inclusief BTW en energiebelastingen.

Alle groene vakken TU Twente in kaart gebracht

Het Green Energy Initiative heeft een tool gelanceerd waarmee alle ‘groene’ vakken en modules van de Universiteit Twente in kaart worden gebracht. Studenten kunnen via de tool kiezen uit tientallen onderwijseenheden rondom duurzaamheid en meteen zien of ze zijn in te plannen in hun curriculum.

In de groene vakkentool kan de gebruiker filteren op verschillende criteria zoals toelaatbaarheid (aan de hand van de opleiding die de student volgt), kwartiel en keywords. De tool, met zowel bachelor- als masteronderwijs, gebruikt de informatie uit studie-informatiesysteem Osiris. Alle vakken hebben bovendien een rating, die aangeeft hoe groen het vak is.

Het Green Energy Initiative wil het onderwijs over duurzaamheid stimuleren en studenten aansporen bij de vakkenkeuze hun blik ook buiten de grenzen van hun eigen bachelor- of masterprogramma te richten.

Chip voor de stand-byfunctie verbetert sluipverbruik

Van ons elektriciteitsverbruik gaat naar schatting ongeveer 10 procent op aan sluipverbruik: ook in waakstand blijven apparaten energie slurpen. Ingenieur Hans Meyvaert van het Departement Elektrotechniek (ESAT) zoekt met zijn doctoraatsonderzoek naar een oplossing: een chip voor de stand-byfunctie die het sluipverbruik 10 tot 100 keer kan verminderen.

"Het vermogen van de spanningsconverter is veel hoger dan nodig bij de waakstand van een apparaat. Alsof je een energiecentrale slechts een enkele eengezinswoning laat bevoorraden”, zegt onderzoeker Hans Meyvaert.

Als u wil besparen op sluipverbruik, dan moet u de stand-byfunctie vermijden. Laat de afstandsbediening voor wat ze is en schakel het apparaat volledig uit of trek de stekker uit het stopcontact. U bent dan misschien wel even zoet: microgolfoven, computer, printer, telefoon, tv, met decoder én kabelmodem … Vergeet ook het koffiezetapparaat niet, en de laders van tablets, e-readers, gsm’s, tandenborstels, de kruimeldief … 

Het probleem zit hem in de spanningsconverter – de adapter in de volksmond – van al die apparaten, al dan niet ingebouwd in het toestel. “De netspanning van het elektriciteitsnetwerk – een hoge wisselspanning – moet omgezet worden naar een voedingsspanning voor de toestellen – een lagere gelijkspanning. Dat gebeurt in de spanningsconverter”,  vertelt doctorandus Hans Meyvaert. “Alleen is die afgestemd om zo efficiënt mogelijk te zijn wanneer het apparaat aangeschakeld is. Het typische vermogen van die converter is veel hoger dan nodig bij de waakstand van apparaten: de performantie in stand-by is dus verre van optimaal. Alsof je een energiecentrale slechts een enkele eengezinswoning laat bevoorraden.”

De oplossing: een aparte spanningsconverter met een laag vermogen voor de waakstand, naast de gewone converter. “Die laatste kan dan helemaal uitgeschakeld worden tijdens stand-by. De converter voor de waakstand wacht op een signaal en voorziet dan het vermogen om het apparaat weer aan te schakelen. Zo’n extra converter betekent voor de fabrikanten wel een extra onderdeel: dat moet dus zo klein en goedkoop mogelijk zijn.” Meyvaert ontwierp daarvoor een chip: “De componenten van de spanningsconverter zijn volledig geïntegreerd in een chip, die 10 microwatt kan voorzien voor functionaliteit tijdens de waakstand. Dat maakt dat het sluipverbruik 10 tot 100 keer minder kan. Voor de fabrikant is zo’n chip ook goedkoop bij massaproductie.”

Concrete plannen zijn er nog niet, maar dit onderzoek toont aan dat het concept haalbaar is, vertelt Meyvaert. “Nu de technologie voorhanden is, zou de overheid normen kunnen opleggen. Ze zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat sluipverbruik van toestellen nog veel lager moet zijn dan de huidig norm van een halve watt. Dan pas gaat de industrie met de technologie aan de slag.”

maandag 14 juli 2014

Koeltransport kan groener, zuiniger, stiller en goedkoper

Studenten Werktuigbouwkunde van de TU Delft hebben in samenwerking met NomadPower en Visbeen Transport onderzoek gedaan naar de uitstoot en het verbruik van trucks die onderweg in Europa hun lading op parkeerplaatsen koelen door middel van een dieselgenerator. Tevens is onderzocht wat het resultaat is als deze trucks koelen door middel van elektriciteit. De resultaten tonen aan dat transporteurs kostenbesparend, maar ook stiller en gezonder koeltransport kunnen realiseren.

Dagelijks staan in Europa vele tienduizenden trucks gedurende wacht- en rusttijden hun lading te koelen op parkeerplaatsen met behulp van een dieselgenerator. Dit leidt geregeld tot stank- en geluidsoverlast voor de omgeving. Het streven van de EU is om het hoofdwegennet in Europa aanmerkelijk te vergroenen. Doelstelling van de EU is om in 2050 de CO2-uitstoot langs het europese hoofdwegennet te hebben teruggebracht met maar liefst 60%.

NomadPower voorziet truckparkings van stroomvoorzieningen voor temperatuur gecontroleerd transport. Hierbij kunnen trucks zich online aanmelden en instekkeren om hun lading met stroom te koelen. Op verzoek van NomadPower heeft een groep studenten Werktuigbouwkunde van de TU Delft in het kader van hun Bachelor eindproject in samenwerking met de afdeling Transport Engineering & Logistics (TU Delft) en Visbeen Transport nader onderzoek gedaan naar de uitstoot en het verbruik van trucks met een dieselgenerator. Tevens is de vergelijking gemaakt met de situatie dat koeling plaatsvindt op elektriciteit. De uitkomsten van dit onderzoek geven aan dat koelen op een stroomvoorziening inderdaad veel minder uitstoot van CO2 en NOx oplevert en stiller en goedkoper kan zijn dan koelen met een dieselgenerator.

De studenten schatten dat, door consequent gebruik te maken van elektrische koeling, transporteurs circa Euro 2.000,- per jaar per truck zouden kunnen besparen. Afhankelijk van de buitentemperatuur en de aard van de lading zou een besparing van 30% tot 50% op de brandstofkosten van het conditioneren kunnen worden bereikt. Zo bedraagt bij een buitentemperatuur van circa 21°C en een lading die op -15°C moet worden gehouden het verbruik aan diesel circa 1,37 liter per uur, terwijl het verbruik aan elektriciteit in dezelfde situatie slechts circa 3,13 kWh bedraagt. Bij een ladingtemperatuur van -5°C bedraagt volgens het onderzoek het verbruik aan diesel circa 1,05 liter per uur, welke dient te worden vergeleken met een verbruik van 1,33 kWh.

Uit geluidsmetingen van de studenten blijkt bovendien dat het geluidsniveau van koelen op elektriciteit 4-5 decibel lager kan liggen dan het koelen op de dieselgenerator. Uit emissiemetingen blijkt dat de emissie van CO2 tussen de 65 en 80% zou kunnen worden gereduceerd en de emissie van NOx met circa 50%. Koelen op stroom biedt daardoor voor iedereen alleen maar voordelen.

Adorp wil energieneutraal worden

De bewoners van Adorp willen hun dorp energieneutraal maken. De eerste stap om zover te komen wordt nu gezet. De dorpsvereniging Adorp bekijkt samen met de bewoners hoe ze zelf zonne-energie kunnen opwekken en energie kunnen besparen. De provincie geeft de dorpsvereniging 30.000 euro subsidie. Dit bedrag wordt onder meer besteed aan een haalbaarheidsonderzoek en procesbegeleiding.

De dorpsvereniging van Adorp is vorig jaar gestart met bijeenkomsten om de bewoners te informeren over energiebesparing en het opwekken van zonne-energie. Met de subsidie van de provincie wil de vereniging de komende tijd meer draagvlak creëren, de besparingspotentie inventariseren en een zonne-collectief oprichten.

De dorpsvereniging Adorp is, samen met onder andere Grunneger Power, een van de grondleggers van de Groninger Energie Koepel (GrEK) en daarmee een van de oprichters van NLD Energie, het leveringsbedrijf van de drie noordelijke provinciale duurzame Energiekoepels.

De subsidie komt uit het project Lokale Energie. De provincie wil met dit project graag een bijdrage leveren aan het ontstaan van lokale initiatieven op het gebied van duurzame energie. Hiervoor is onder andere een Servicepunt ingericht, dat wordt uitgevoerd door de Natuur & Milieufederatie Groningen en de Vereniging Groninger Dorpen. Bewoners kunnen hier terecht voor kennis & advies, maar ook voor een bijdrage in de kosten voor bijvoorbeeld een haalbaarheidsonderzoek of de opstartkosten van een eigen energie coöperatie

zaterdag 12 juli 2014

'Bestuurders Greenchoice voerden jarenlang wanbeleid'

Drie voormalige bestuurders van energiebedrijf Greenchoice hebben zich tussen 2007 en 2012 bezondigd aan wanbeleid. Dat concludeert de Ondernemingskamer van de Amsterdamse rechtbank in een procedure die is aangespannen door concurrent Eneco. .

Eneco bezit 30 procent van de aandelen Greenchoice. Met het vonnis lijkt het energiebedrijf haar zeggenschap op Greenchoice te kunnen vergroten. Voor de oud-bestuurders Rexwinkel, Appeldoorn en Van Rees pakt het oordeel slechter uit. Zij worden definitief aan de kant gezet en moeten 225 duizend euro onderzoekskosten betalen.

vrijdag 11 juli 2014

Vaker storing in gasnetten

De storingsgevoeligheid van Nederlandse gasnetten stijgt. Hoewel huishoudens en bedrijven vaker met een gasstoring te maken hebben, kent het gasnetwerk nog steeds relatief weinig storingen in vergelijking met de elektriciteitsnetten in Nederland. Maar als er een storing is, dan gaat het vaak meteen om een lange onderbreking. Het aantal minuten dat Nederlanders door onvoorziene onderbrekingen gemiddeld geen gas ontvangen steeg van 23 seconden in 2009 naar iets meer dan 1 minuut in 2013.

Dit blijkt uit de factsheets Kwaliteit 2013 van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) als toezichthouder op de energiemarkt. Met de factsheets wil ACM een objectief en breed beeld geven van de kwaliteit die de regionale netbeheerders van elektriciteits- en gasnetten leveren.

Henk Don, bestuurslid ACM: ‘We zien dat 40% van de storingen in de gasnetten veroorzaakt wordt door veroudering of slijtage. ACM zal de betrouwbaarheid van de gasnetten de komende jaren zorgvuldig in de gaten blijven houden. Dat doen we bijvoorbeeld aan de hand van de rapportages over kwaliteit en capaciteit, die de netbeheerders elke twee jaar moeten opstellen. Netbeheerders blijven overigens zelf verantwoordelijk voor voldoende investeringen om de veiligheid en de betrouwbaarheid van hun gasnetten op peil te houden. Via de tariefregulering krijgen netbeheerders de ruimte om noodzakelijke investeringen in hun gasnetten te doen.’

In 2013 werden 24 op de 1000 Zeeuwse huishoudens getroffen door een onvoorziene onderbreking in het gasnet, terwijl het landelijk gemiddelde ligt op 7 op de 1000 klanten. De onderbrekingen bij netbeheerder DELTA Netwerkbedrijf duurden in 2013 ook nog eens flink langer dan gemiddeld: 550 minuten tegen het landelijk gemiddelde van 150 minuten. Dit kwam vooral door een grote storing in Yerseke op 23 april 2013.

Netbeheerders hebben sinds 2009 eenderde van de gasleidingen van grijs gietijzer vervangen. Deze leidingen zijn niet bestand tegen buigingen die ontstaan door bijvoorbeeld sterk zakkende grond. Hierdoor kan de leiding ineens breken en is er een grotere kans op lekken dan bij  leidingen van andere materialen. In april 2009 heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid daarom geadviseerd de leidingen van grijs gietijzer versneld te vervangen naar aanleiding van een aantal incidenten. De totale lengte van grijs gietijzeren leidingen nam met een derde af van 7188 kilometer in 2009 tot 4828 kilometer in 2013. In het kader van een gedeelde verantwoordelijkheid voor het toezicht op de veiligheid van gasnetten monitoren ACM en het Staatstoezicht op de Mijnen deze vervangingen in de gasnetten.

In 2013 hadden Nederlanders gemiddeld 23 minuten geen elektriciteit vanwege een onvoorziene onderbreking in de regionale netten. De uitvalduur ligt daarmee iets lager dan het gemiddelde van 25 minuten van de afgelopen jaren. Graafschade blijkt de oorzaak voor ruim een kwart van de storingen in de elektriciteitsnetten. Nederland heeft één van de betrouwbaarste elektriciteitsnetten van Europa.

Grootschalige invoering groen gas stap dichterbij

Een researchteam van Energy Delta Gas Research (EDGaR) heeft onderzocht wat de maximale concentraties van siloxanen in biogas mogen zijn, zodat biogas veilig kan worden ingenomen in het gastransportnetwerk.

Het doel van dit onderzoek was de grenzen van siloxanenconcentratie te ontdekken, zodat biogas op dezelfde manier in huishoudelijke apparaten gebruikt kan worden als aardgas. Biogas wordt daarmee een duurzame vervanger van aardgas.

Siloxanen kunnen worden aangetroffen in biogas. Tijdens de verbranding worden siloxanen in silica deeltjes omgezet; die kunnen in delen van gasverbruiksapparatuur neerslaan en hierdoor invloed hebben op de werking van apparatuur.

“Gedegen specificaties voor siloxanen zijn essentieel voor het grootschalig inpassen van biogas in het aardgasnet,” aldus Howard Levinsky, principal specialist bij DNV GL, dat het onderzoek uitvoerde in opdracht van EDGaR. Dr. Levinsky heeft met zijn team de technische fundamenten gelegd voor de specificaties van siliciumhoudende componenten in biogas.

Dr. Levinsky en zijn team ontwikkelden een theoretisch model om de groei van siliciumdioxide deeltjes in vlammen te kunnen schatten. Voor het praktische gebruik op de huishoudelijke markt hebben ze experimenten uitgevoerd op huishoudelijke apparaten; hierdoor konden ze de effecten van silicaneerslag op het functioneren van apparatuur vaststellen.

Gasbedrijven kunnen de resultaten gebruiken om de grenzen te bepalen voor siloxaanconcentraties in biogas, zodat biogas kan worden ingenomen in het gastransportnetwerk zonder dat het effect heeft op de werking van huishoudelijke apparaten.

Zowel gasinfrastructuurbedrijf Gasunie als de gasdistributiebedrijven Enexis, Liander en Stedin werkten mee aan dit project, gefinancierd door EDGaR. Zij spannen zich samen in om grootschalige introductie van biogas, een duurzame energiebron, mogelijk te maken.

35 mln voor energiebesparing sociale huurwoningen

Op donderdag 3 juli startte Energiefonds Overijssel een nieuwe inschrijvingsronde voor verduurzamingsprojecten met maatregelen op het gebied van energiebesparing en -productie van nieuwe energie. Woningcorporaties kunnen tot 3 oktober hun verduurzamingsprojecten bij het fonds indienen. Voor deze ronde is 35 miljoen euro beschikbaar. Sinds begin 2013 helpt Energiefonds Overijssel plannen voor nieuwe energie en energiebesparing in Overijssel te realiseren.

Energiefonds Overijssel heeft in totaal 100 miljoen euro beschikbaar voor energiebesparing en productie van nieuwe energie door woningcorporaties. Na de eerste inschrijvingsronde is 65 miljoen euro aan woningcorporaties verstrekt om vijftienduizend sociale woningen te verduurzamen. De woningcorporaties steken zelf ook geld in de verduurzaming. Gezamenlijk wordt er 137 miljoen euro geïnvesteerd in het verduurzamen van de vijftienduizend woningen. Dit levert een besparing op van 243 terajoule per jaar, wat overeenkomt met het energieverbruik van 3.100 huishoudens.

Theo Rietkerk, gedeputeerde Economie, Energie en Innovatie van provincie Overijssel: "Met deze 35 miljoen euro willen we de woningcorporaties uitdagen een extra stap te zetten op het gebied van energiebesparing. Met innovatieve projecten willen we niet alleen energiebesparende maatregelen stimuleren, maar ook lagere woonlasten voor de huurders realiseren. Daarnaast zijn deze projecten een stimulans voor de werkgelegenheid in de bouwsector in Overijssel."

De ingediende verduurzamingsprojecten worden gerangschikt op criteria als energiebesparing, efficiëntie van de investering, innovatie, woonlasten en dupliceerbaarheid. Energiefonds Overijssel financiert de beste projecten tegen een rente van 1,5% voor een periode van vijftien jaar.

De uitvoering van de duurzame renovaties zorgt niet alleen voor een betaalbare energierekening van de bewoners, maar stimuleert ook de werkgelegenheid. De eerste ronde alleen al vormde een zodanige impuls voor de bouw- en installatiesector dat 850 mensen een jaar lang aan de slag kunnen.

"Ik verwacht dat de Overijsselse corporaties in groten getale gebruik gaan maken van de nieuwe mogelijkheid om goedkoop te lenen. En dat ze ook een beroep gaan doen op de landelijke Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP). Deze regelingen kunnen complementair ingezet worden. Samen vormen ze een goede combinatie van de landelijke en lokale politieke focus op duurzaamheid met winst voor iedereen, zowel economisch als in wooncomfort. Ondanks de recente economische tegenslagen en de opgelegde huurdersheffing hebben veel woningcorporaties in Overijssel zich gecommitteerd aan de verduurzaming van hun woningbestand", aldus Bas-Jan Blom, directeur van Energiefonds Overijssel. "Het is bijzonder dat zij dat in deze mate deden, en in één provincie. Ze zijn daarmee een voorbeeld voor de sector."