Pagina's

maandag 30 juni 2014

Chemiereus Merck neemt 'slim glas'-expert Peer+ over

De Duitse multinational Merck neemt per 1 juli Peer+ over. Deze TU/e-spinoff ontwikkelt het product Smart Energy Glass, een raam dat met behulp van LCD-technologie het buitenlicht kan dimmen en tegelijk zonne-energie opwekt. 

Merck nam in 2011 al een 70-procentsbelang in Peer+, dat in 2008 is opgericht. De fijnchemiereus neemt nu de resterende 30 procent over, inclusief de 3 procent in handen van de TU/e, en krijgt daarmee ook het stuur in handen. De overnameprijs wordt niet bekend gemaakt. De R&D van het nieuwe Merck-onderdeel blijft in Eindhoven. De personeelsbezetting, momenteel circa 10 man, zal ongeveer gelijk blijven, verwacht Teun Wagenaar, een van de oprichters van Peer+.

Tijdens zijn TU/e-promotie-onderzoek kwam Casper van Oosten in aanraking met materialen die de basis vormen voor de oprichting van Peer+, in 2008. Van Oosten richtte het bedrijf op samen met Wagenaar, gesteund door de TU/e. Het bedrijf won meerdere innovatiesubsidies, waaronder een Valorisation Grant van STW, om hun product naar de markt te krijgen.

De overname vloeit voort uit de strategie van Merck om te investeren in expertise op gebied van liquid-crystal-technologie, om innovatieve nieuwe toepassingen te vinden. De multinational wil via partnerondernemingen het Smart Energy Glass op de markt gaan brengen. Het product biedt geheel nieuwe architectonische mogelijkheden, aldus Merck. Het ‘slimme glas’ kan nu al binnen een paar seconden schakelen van licht-doorlatend naar verduisterend. In de toekomst wordt continu-variabel dimmen mogelijk, waarbij elk raam een andere kleur kan krijgen.

Er is in Eindhoven al een R&D-productielijn. Merck wil in 2015 de eerste projecten gaan doen middels een pilot-productielijn die maatoplossingen gaat leveren aan projecten in het ‘premium segment’ van glasgevels.

Visie op duurzame brandstoffenmix aangeboden aan Mansveld

Vanmiddag heeft manager Duurzaamheid & Techniek van RAI Vereniging, Jaap Tuinstra, namens alle 100 deelnemers aan het visietraject de eindrapportage van de visie Duurzame Brandstoffenmix aan staatssecretaris Mansveld overhandigd.

Deze visie beschrijft hoe vervoersmiddelen efficiënter gemaakt kunnen worden en welke duurzame brandstoffen op welk moment in de tijd ingezet moeten worden om een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen uit het SER Energieakkoord.

In dat akkoord zijn ambitieuze lange termijndoelen voor vervoer in Nederland afgesproken. Zo moet op lange termijn (2050) de CO2-uitstoot van de sector met 60% zijn verminderd ten opzichte van 1990. Om deze doelen te realiseren is afgesproken dat deze gezamenlijke visie op een duurzame brandstoffenmix in Nederland voor de zomer gereed moest zijn. Afgelopen half jaar hebben hier meer dan 100 partijen aan gewerkt uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, centrale en decentrale overheden en kennisinstellingen.

Alleen met een combinatie van efficiënte vervoersmiddelen en duurzame brandstoffen kunnen de reductiedoelstellingen gehaald worden. Dit betekent: elektriciteit en waterstof waar mogelijk, hernieuwbaar gas en duurzame biobrandstoffen als overbrugging tussen het gebruik van fossiele olie en volledig hernieuwbare energiebronnen.

RAI Vereniging is blij met het behaalde resultaat. “De aangegeven brede mix van brandstoffen houdt een heleboel opties open, maar geeft wel richting”, aldus Tuinstra, “Op deze manier kunnen we met behoud van marktwerking en met respect voor toekomstige ontwikkelingen voldoen aan de doelstellingen uit het vorig jaar door ons mede ondertekende SER Energieakkoord. De intensieve overleggen van het afgelopen half jaar hebben geleid tot een afgewogen verhaal met een mooie uitkomst.”

De vervolgstap op deze visie is het ontwikkelen van een actieplan. In dat plan worden concrete afspraken gemaakt over hoe de doelstellingen uit de visie gerealiseerd kunnen worden. Dit actieplan zal in het najaar worden aangeboden aan het kabinet.

Expositie gemaal De Waterwolf tijdens Solar Challenge

Maandag 30 juni finishen en herstarten de zonneboten van de DONG Energie Solar Challenge bij gemaal De Waterwolf in Lauwerzijl. Waterschap Noorderzijlvest nodigt belangstellenden uit dit prachtige gebouw en de expositie over duurzaamheid en innovatie op het gebied van waterbeheer, te komen bekijken.

De DONG Energie Solar Challenge sluit met het thema innovatie en duurzaamheid goed aan bij de doelstellingen van het waterschap Noorderzijlvest. Harry Ruben, lid dagelijks bestuur Noorderzijlvest: "Noorderzijlvest wil een energieneutraal waterschap zijn. Innovatie speelt daarbij een belangrijke rol. De Solar Challenge is een uniek evenement die duurzame technologie op een inspirerende manier onder de aandacht brengt. Onder meer bij jongeren en techniekstudenten. Wij dragen dit initiatief dan ook een warm hart toe".

Energie uit toiletpapier, sensoren in de dijk, vissen volgen met een camera. Deze en meer innovatieve en duurzame technieken zijn op maandag 30 juni te zien in gemaal De Waterwolf. Medewerkers van het waterschap Noorderzijlvest geven aan de hand van maquettes en materialen uitleg over duurzaamheid en innovatie op het gebied van waterbeheer. Momenteel wekt het waterschap al 40% van de totale energiebehoefte duurzaam op. Het resterende energieverbruik wordt ingekocht als groene stroom en groen gas.

De expositie geeft bezoekers tevens de mogelijkheid om gemaal De Waterwolf van binnen te bekijken. Met zijn boogvormige ramen en enorme pompen is het gemaal een indrukwekkende verschijning in het rustige landschap. Sinds 1920 zorgt het gemaal voor het afvoeren van het teveel aan water uit het westen van de provincie Groningen en de kop van Drenthe. De Waterwolf is het grootste gemaal van Noorderzijlvest en regelt het waterniveau van maar liefst 100.000 hectare. Ter vergelijking, dit is een gebied bijna net zo groot als het hele IJsselmeer.


Dijkgraaf en wethouder openen Groene Warmtestation

Dijkgraaf Carla Moonen en wethouder Selçuk Akinci van Gemeente Breda hebben het Groene Warmtestation aan de Westerhagelaan in Breda officieel geopend. Het groene warmtestation is een gezamenlijk project van het waterschap en de gemeente. In het Groene warmtestation wordt biogas omgezet in groene stroom. De warmte die hierbij vrijkomt, wordt gebruikt om 450 Bredase woningen van warmte te voorzien. In feite staat het afvalwater aan de basis van dit proces. Zo levert de zuivering van afvalwater energie op die hergebruikt kan worden. Hiermee dragen waterschap en gemeente bij aan de vermindering van de uitstoot van CO2.

Het afvalwater van veel Bredase huishoudens gaat naar de rioolwaterzuivering Nieuwveer en wordt daar gezuiverd. Het waterschap voert het gezuiverde water af naar het Hollands Diep, wat overblijft is slib. Tijdens de slibverwerking (vergisting) komt biogas vrij. Dit biogas wordt getransporteerd naar het Groene Warmtestation in de Haagse Beemden waar het wordt omgezet in groene stroom. Hierbij komt warmte vrij. De groene stroom wordt gebruikt voor het zuiveringsproces van de waterzuivering Nieuwveer. De groene warmte komt via het warmtenet van Ennatuurlijk bij 450 woningen in Breda. Om maximaal te profiteren van de vrijgekomen warmte, staat het Groene Warmtestation zo dicht mogelijk bij het warmtenet. 

Gemeente verfraait stroomkasten Vrijthof

De gemeente Maastricht gaat de stroomkasten die bij evenementen rondom het Vrijthof staan verfraaien. De stroomkasten, zeventien in totaal, worden in opdracht van de gemeente beschilderd door De Verfraaiers, een groep kunstenaars uit Maastricht.

De gemeente wil zo de stroomkasten beter inpassen in de openbare ruimte. De schilderingen laten belangrijke periodes zien uit de geschiedenis van de stad. BV Limburg heeft deze zes stadsidentiteiten ontwikkeld.

Mosasaurus Bèr, de Servaasbrug (Romeinse tijd), de Sleutel van Servaas, Garnizoensstad, stad van de maakindustrie en studentenstad: die zes beeltenissen worden in de kleuren van de stad aangebracht op de stroomkasten. BV Limburg en de gemeente willen met de afbeeldingen de rijke historie van Maastricht laten zien aan bezoeker, inwoner en passant.  “BV Limburg zoekt steeds innovatieve manieren om voor een breed publiek het grote verhaal van Maastricht en de Maastrichtenaren te vertellen,” aldus Gerard Rooijakkers algemeen directeur BV Limburg.

Het schilderen van de beeltenissen op de stroomkasten is gegund aan een groep zelfstandige kunstenaars: De Verfraaiers. De groep zet zich in om de woon- of leefomgeving van mensen te verfraaien door het maken van muurschilderingen in de openbare ruimte of bij mensen thuis. “Het verfraaien van de stroomkasten is een mooi voorbeeld van hoe wij vanuit de flexibiliteit van ons ZZP-schap als kunstenaars kunnen bijdragen aan de uitstraling van een evenement en de locatie,” aldus Nicole Mulkens, van De Verfraaiers.

“Met het verfraaien van de stroomkasten geven we gehoor aan de wens van de gemeenteraad om evenementen beter in te passen op de pleinen. We vragen organisatoren hun evenementen steeds hoogwaardiger in te kleden in de omgeving, dan moet dat ook gelden voor dergelijke in het oog springende voorzieningen. Dat we hiervoor samenwerken met een groep ZZP-kunstenaars is een mooi voorbeeld dat creativiteit en economie goed samengaan,” aldus John Aarts, wethouder economie van de gemeente Maastricht.

De verfraaide stroomkasten worden voor het eerst benut voor de concerten van André Rieu. De eerste stroomkasten worden dinsdag 24 juni a.s. geplaatst op het Vrijthof.


vrijdag 27 juni 2014

Minder stroomverbruik tijdens groepswedstrijden: daling van 14% verwacht tijdens Nederland-Mexico

Tijdens de groepswedstrijden van het Nederlands elftal op het WK2014 kwam het stroomverbruik in Nederland gemiddeld 10 procent onder het normale niveau. Dat blijkt uit een analyse van energiebedrijf Essent. Op basis daarvan verwacht Essent dat zondag tijdens de wedstrijd tussen Nederland en Mexico in Nederland zo’n 14 procent minder elektriciteit verbruikt wordt dan normaal.

Tijdens het eerste groepduel, waarin Oranje wraak nam op wereldkampioen Spanje, daalde het stroomverbruik in Nederland tot 7 procent onder het normale niveau. Gedurende de tweede groepswedstrijd tegen Australië nam het energieverbruik met 10 procent af. Het laatste duel in de groepsfase, waarin Nederland zich verzekerde van een eerste plaats in de poule door te winnen van Chili, had nog meer impact. Toen verbruikten we 12 procent minder elektriciteit dan normaal.

Tijdens het WK in 2010 zag Essent een soortgelijk patroon. Naarmate het Nederlands elftal verder kwam in het toernooi, werd de daling van het elektriciteitsverbruik tijdens de wedstrijd groter: van gemiddeld 3,3 procent tijdens de groepswedstrijden, naar 5,7 procent in de 1/8 finale, 8 procent in de 1/4 finale, 11 procent in de 1/2 finale en maar liefst 14 procent in de finale.

De grotere daling, naarmate het Nederlands elftal meer WK-wedstrijden wint, is te verklaren doordat meer mensen de wedstrijden kijken. Als men dit bij vrienden of in de kroeg doet, gebruiken we tijdens de wedstrijd minder apparaten, die normaal gesproken vaak tegelijkertijd aan staan, zoals tv’s, computers en (vaat)wasmachines.

Opvallend bij de groepswedstrijden van Nederland in dit WK is het effect van de eerste en de tweede helft op de daling van het stroomverbruik onder het normale niveau. Bij de wedstrijden tegen Australië en Chili had de tweede helft, tussen 19 en 20 uur, de meeste impact. Bij de wedstrijd tegen Spanje was de impact van de eerste helft, tussen 21 en 22 uur, juist groter. Dat komt omdat we normaal gesproken tussen 19 en 22 uur vaak televisie kijken of het huishouden doen, zoals wassen, strijken en stofzuigen.

De gemiddelde daling in stroomverbruik tijdens de groepswedstrijden van Nederland is dit jaar met 10 procent een stuk groter dan de 3,3 procent in 2010. Dat komt omdat Oranje toen twee van de drie groepswedstrijden om 13.30 uur ’s middags speelde; een tijdstip waarop het stroomverbruik thuis in ons land toch al lager is, omdat mensen dan aan het werk zijn.

TU Delft Solar Boat Team klaar voor zonnebootrace

Het Solar Boat Team van de TU Delft verschijnt aanstaand weekend met hun zelfgebouwde zonneboot aan de start van de DONG Energy Solar Challenge. Met hun vernieuwde ontwerp en slimme strategie hopen zij de etappes zo snel mogelijk af te leggen en daarmee de eerste prijs van het wereldkampioenschap voor zonneboten naar Delft te halen. De race is van 28 juni tot en met 5 juli in Nederland, waarbij de eerste etappe voert van Blauwestad naar Groningen

De boot van het Delftse team is uniek door het toepassen van een uniek en simpel Nederlands principe: fietsen. De zonneboot heeft geen klassiek roer achterop, maar sturen gaat door de voorste draagvleugel te draaien. Dit systeem houdt de boot stabiel als de draagvleugels de romp uit het water tillen. Om te voorkomen dat de boot omvalt compenseert de bestuurder de val door de richting in te sturen waarin de boot dreigt te vallen. Net als hoe een fiets werkt. Door deze manier van varen kunnen de draagvleugels extreem klein zijn en heeft de boot net zoveel waterweerstand als een mensenhand die in het water steekt. Mede door het lichte gewicht van totaal ongeveer 90 kg kan de boot een topsnelheid bereiken van 40 a 45 kilometer per uur.

Maar niet alleen het ontwerp van de boot is uniek; de studenten zullen ook gebruik maken van een slimme strategie. Met een gedetailleerde voorspelling van de zoninstraling (per 5 minuten) kunnen de studenten exact bepalen wat de boot qua energie van de zon binnenkrijgt. Zij brengen dit samen met het verbruik van de boot - die ze ook live monitoren - en de hoeveelheid energie die er in de accu zit. Zo bepaalt het team hoe hard de boot moet varen om aan het einde vrijwel zonder energie in de accu aan te komen. Hierdoor wordt alle zonne-energie optimaal benut. Teamlid Lenny Bakker: "Met deze goed uitgekiende methodiek hopen wij de wedstrijd te winnen. Alle weergegevens worden verstuurd naar het deel van het team dat tijdens de race in de strategie-auto zit. De boot heeft allerlei sensoren die alle stromen in de boot meten. Deze worden via een sim-kaart vanuit de boot live verzonden naar de camper. Deze zien dan het verbruik en bepalen vervolgens hoe hard de boot moet varen. Deze snelheid communiceren ze naar de boot waar de piloot de snelheid op het dashboard ziet. Door zo goed om te gaan met de zon, hopen we de race te winnen!"

Nederlanders kunnen prepaid-energie kopen


Nederlanders kunnen voortaan hun gas en elektriciteit maandelijks kopen en vooraf betalen en zo oplopende betalingsachterstanden en hoge eindafrekeningen voorkomen. EnergieFlex is de eerste aanbieder van prepaid-energie, waarbij klanten zelf kunnen bepalen hoeveel energie ze kopen en elke maand hun tegoed kunnen opwaarderen. Hiermee behoort de ingewikkelde eindafrekening tot het verleden.

EnergieFlex richt zich voornamelijk op gezinnen die financieel minder draagkrachtig zijn, studenten, expats en mensen die hun energieverbruik beter willen monitoren. Ook klanten die bij andere energieleveranciers zijn afgesloten, kiezen vaak voor prepaid-energie. In mei stapte 7 procent van alle overstappers van Energieleveranciers.nl over naar EnergieFlex.

Vanwege de hogere energielasten, oplopende werkloosheid en crisis kunnen zo'n 300.000 Nederlanders hun energierekening niet meer betalen. Sommige proberen de problemen tijdelijk op te lossen door hun maandbedrag te verlagen, maar moeten dan fors bijbetalen als de eindafrekening komt. Jaarlijks worden 30.000 tot 40.000 huishoudens afgesloten van energie. In de meeste gevallen door een onverwachte hoge eindafrekening. Als die mensen bij andere energiebedrijven aankloppen, moeten ze een hoge waarborgsom betalen. Die kan oplopen tot 2000 euro, een bedrag dat voor hen onbetaalbaar is.

In Amerika en Engeland bestaat prepaid-energie al langer. In Engeland maken er bijvoorbeeld 7 miljoen klanten gebruik van. Voor Nederland is het een nieuw fenomeen. EnergieFlex maakt gebruik van de slimme meter, waardoor op afstand precies te zien is hoeveel energie iemand verbruikt heeft. Voor klanten die er geen hebben, vraagt het bedrijf zelf een slimme meter aan.

EnergieFlex doet geen kredietcheck en vraagt slechts een lage waarborgsom ter hoogte van een maand energie. De klant koopt voor 30 dagen stroom en gas en als dat tegoed op is, stuurt EnergieFlex SMS'jes en e-mails om de klant erop te wijzen dat hij zijn tegoed moet opwaarderen. Tijdelijk rood staan mag, maar na 30 dagen kan de energie worden afgesloten. Opwaarderen kan via internet en binnenkort ook bij supermarkten door middel van een voucher.

EnergieFlex is erkend als zelfstandig energiebedrijf met een eigen vergunning en heeft met de Autoriteit Consument & Markt (ACM) regels vastgesteld over de contracten die met klanten worden gesloten. Het risico van wanbetalers is volgens Sampar afgedekt doordat de waarborgsom van gemiddeld 150 euro de levering van 30 dagen energie dekt.
Behalve prepaid kunnen klanten ook energie kopen die maandelijks afgerekend wordt. Ook daarbij moeten ze een eenmalige waarborgsom ter hoogte van een maand energie betalen.

Subsidieregeling van €400 miljoen voor energiebesparing sociale huursector 1 juli open

Verhuurders van huurwoningen in de sociale huursector kunnen vanaf 1 juli 2014 subsidie aanvragen voor het nemen energiebesparende maatregelen. Er is €400 miljoen subsidie beschikbaar om huurwoningen energiezuiniger te maken. Het is een van de afspraken die werden gemaakt in het Energieakkoord. De regeling en voorwaarden zijn vandaag in de Staatscourant gepubliceerd.

De subsidie voor energiebesparende maatregelen is zowel beschikbaar voor woningcorporaties als overige verhuurders van woningen met een huurprijs tot €700 per maand. De aanvragen kunnen worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die deze regeling namens minister Stef Blok (Wonen en Rijksdienst) zal uitvoeren.

De huurwoningen moeten ten minste drie energielabelstappen worden verbeterd en uitkomen op energielabel B voor woningcorporaties en label C voor overige verhuurders. Hoe meer labelstappen er worden gemaakt, hoe hoger het subsidiebedrag zal zijn tot een maximum van €4500 per woning en €7,5 miljoen per verhuurder. Deze regeling is in nauw overleg met de huursector tot stand gekomen.

De huurder heeft na de renovatie een energiezuinigere woning met een hoger wooncomfort. Door de energiebesparende maatregelen gaan de woonlasten omlaag en het woongenot van de huurder omhoog. De regeling geeft door de aanpassingen van de woningen ook een impuls aan de werkgelegenheid in de bouwsector.

In het najaar van 2014 start ook een revolverend energiebespaarfonds beschikbaar voor de gehele huursector (zowel sociale als vrije sector huurwoningen). Dit fonds is een onderdeel uit het Woonakkoord dat in februari 2013 werd gesloten en later werd opgenomen in het Energieakkoord. Verhuurders van sociale huurwoningen mogen de subsidie en het energiebespaarfonds combineren indien voldaan wordt aan de voorwaarde van beide regelingen.

Eigenaar stekkerauto wil nog meer elektrisch rijden

Het stimuleren van elektrisch vervoer heeft daadwerkelijk effect, zo blijkt uit een enquête onder elektrische rijders in de vier grootste gemeenten.

75% van de elektrische rijders (e-rijders) rijdt 4 tot 7 dagen én minimaal 200 kilometer per week elektrisch. Een kwart rijdt zelfs meer dan 500 kilometer per week elektrisch. Elektrisch vervoer levert daarmee een bijdrage aan schonere lucht in de G4-steden door een lagere uitstoot van fijn stof, stikstof en CO2.

Bovenop de 21% e-rijders die nu al elke reis elektrisch aflegt, zou 54% van de e-rijders graag nog meer van hun kilometers elektrisch willen rijden. De reden dat zij dit nu nog niet doen, is het tekort aan laadpalen onderweg, vooral buiten de grote steden. Andere redenen zijn de nog beperkte actieradius (bereik van de accu) en het tekort aan snellaadpalen, zo blijkt uit de enquête. De steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht werken sinds een aantal jaren samen bij het creëren van een adequate laadinfrastructuur, om het gebruik van elektrische auto’s in de stad te bevorderen. Dit doen de G4-steden om de luchtkwaliteit te verbeteren, ten behoeve van de gezondheid van inwoners. E-rijders dragen bij aan schonere lucht in de G4-steden, doordat hun auto's een lagere uitstoot van fijn stof, stikstof en CO2 hebben.

E-rijders geven aan dat ze bij de aanschaf zowel de kosten (91%) als het milieu (87%) belangrijk vinden. Dat de e-rijders ook echt bijdragen aan schonere lucht, blijkt uit de gebruikscijfers: 75% rijdt 4 of meer dagen en meer dan 200 kilometer per week volledig elektrisch; 25% zelfs meer dan 500 kilometer. Dit geldt voor alle typen elektrische voertuigen samen. E-rijders willen wel meer kunnen laden om zo meer elektrische kilometers te gaan rijden, met name in de groep PHEV-rijders (plug-in hybride) zit nog duidelijk potentieel. Omdat dit de grootste groep is binnen de populatie elektrische auto’s, valt hier nog meer milieuwinst te halen dan nu al het geval is.

Sinds het derde kwartaal van 2013 is het aantal geregistreerde EV's in Nederland verdubbeld ten opzichte van alle verkopen voor die tijd (bron: RVO). Uit de enquête blijkt dat e-rijders over het algemeen tevreden tot zeer tevreden zijn over elektrisch rijden in de vier grote steden. Mogelijkheden tot verbetering ziet de e-rijder in een grotere beschikbaarheid van laadpalen in de vier grote steden en een beter dekkend laadnetwerk buiten deze steden. Ook goede online vindbaarheid, bijvoorbeeld via een betere app met alle beschikbare laadpunten in Nederland, blijkt gewenst. Een deel van de laadpalen in Den Haag, Rotterdam en Utrecht zijn gefinancierd door de stichting e-laad.

donderdag 26 juni 2014

Subsidie voor modernisering greenports

De provincie stelt ook in 2015 subsidie beschikbaar voor het moderniseren van de greenports. Voor het eerste halfjaar is hiervoor € 250.000,- gereserveerd en eenzelfde bedrag voor het tweede halfjaar. De greenports vormen na de Rotterdamse haven de tweede economische sector van Zuid-Holland. Schaalvergroting, innovatie en verduurzaming zijn noodzakelijk om de toekomst van de sector veilig stellen.

De Subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen en greenportlocaties Zuid-Holland is bedoeld om plannen en onderzoeken die betrekking hebben op modernisering van het bestaande teeltareaal te financieren. Denk aan een haalbaarheidsstudie voor herstructurering, een ‘business case’ voor het gezamenlijk gebruik van duurzame voorzieningen of het verkrijgen van juridisch advies.
Rechtspersonen zonder winstoogmerk, zoals gemeenten, stichtingen en belangenverenigingen, kunnen de subsidie aanvragen. De subsidie vergoedt maximaal 50 procent van de kosten voor de inhuur van externe deskundigheid ten behoeve van planvorming voor of onderzoek naar modernisering van het bestaande teeltareaal, met een maximum van € 50.000,-. Een andere mogelijkheid is subsidie aan te vragen voor een Quickscan; daarvan kan 90 procent van de subsidiabele kosten worden vergoed. De Quickscan mag niet meer kosten dan € 10.000,-.

Het plan of onderzoek dient betrekking te hebben op een 'greenportlocatie'. Een greenportlocatie is een kleiner of groter areaal, gelegen binnen het op kaart 2 van de Verordening ruimte (oude versie) aangewezen glastuinbouwgebied, glastuinbouwbedrijvengebied, boom-en sierteeltgebied, boom- en sierteelt-PCT-terrein, en het bollenteeltgebied. Na de inwerkingtreding van de Verordening ruimte 2014 is dit gebied aangewezen op daarbij behorende kaart 3 Teeltgebieden.
Voor het eerste halfjaar van 2015 kunnen aanvragen worden ingediend in de periode 1 juli 2014 tot 1 oktober 2014. De toedeling van de subsidie vindt plaats op basis van de inhoudelijke kwaliteit van de aanvragen.

Verruiming subsidieregeling ‘Asbest eraf, zonnepanelen erop’

De provincie Groningen verruimt en verlengt de subsidieregeling 'Asbest van het dak, zonnepanelen erop’ met ingang van 1 juli 2014. De eisen voor de subsidieaanvraag worden soepeler en het subsidiebedrag wordt hoger. De duur van de regeling is met een jaar verlengd tot eind 2015.

Wat gaat er veranderen?

De aangepaste stimuleringsmaatregel kent de volgende wijzigingen:
•De subsidie is verhoogd van 3,00 euro naar 4,50 euro per m² asbestdak.
•De minimum oppervlakte van 400 m² is verlaagd naar 250 m² te saneren asbestdak.
•De plaatsing van minimaal 15 kilowattpiek is verlaagd naar 5 kilowattpiek zonnepanelen.
•De maximale subsidie per aanvrager is verhoogd van 7.500 naar 15.000 euro.
•De looptijd van de regeling is met een jaar verlengd; aanvragen kan tot 1 september 2015.

De nieuwe bedragen gelden met terugwerkende kracht voor wie al subsidie heeft aangevraagd.

Naast agrariërs kunnen ook voormalige agrarische ondernemingen en eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok gebruik maken van de aangepaste regeling. Met deze subsidie willen Rijk en provincies vrijwillige vervanging van asbestdaken door daken met zonnepanelen stimuleren. Het Rijk wil asbesthoudende daken verbieden met ingang van 1 januari 2024.

woensdag 25 juni 2014

Checklist privacy slimme meter helpt consumenten bewuster te kiezen

De privacy checklist die de Autoriteit Consument & Markt (ACM) lanceert helpt consumenten bij hun keuze voor energiebesparingsdiensten voor de slimme meter. Eerder dit jaar concludeerde ACM dat de introductie van de slimme meter goed verliep. Wel bleek dat consumenten moeite hebben de juiste afwegingen te maken bij de keuze voor besparingsdiensten wat betreft de bescherming van hun persoonlijke gegevens. Besparingsdiensten geven de consument meer inzicht in zijn energieverbruik.

Met de privacy checklist die ACM vandaag via haar consumentenloket ConsuWijzer lanceert, kunnen consumenten nagaan hoe het bedrijf dat de dienst aanbiedt omgaat met de verzamelde meetgegevens. Anita Vegter, bestuurslid ACM: “Met deze checklist kunnen consumenten bewuster kiezen tussen de verschillende aanbieders en hun producten. Wij hopen ook dat het bedrijven prikkelt hun klanten hierover beter te informeren.”

Eerder dit jaar concludeerde ACM dat de introductie van de slimme meter goed verliep. De Minister van Economische Zaken heeft onlangs besloten de uitrol te intensiveren. ACM constateerde ook dat consumenten geholpen moeten worden bij hun privacy-afwegingen bij het afnemen van energiebesparingsdiensten voor de slimme meter. Bedrijven mogen namelijk niet zonder de expliciete toestemming van de consument zijn gegevens verzamelen en interpreteren. ACM heeft toegezegd hierin te zullen voorzien en lanceert daartoe vandaag deze checklist op www.ConsuWijzer.nl. De checklist heeft ACM ontwikkeld samen met het College bescherming persoonsgegevens (CBP).

De slimme meter is een digitale energiemeter die van minuut tot minuut het energieverbruik registreert en gegevens verzamelt die de consument thuis en het energiebedrijf op afstand kunnen uitlezen. Met deze gegevens krijgen consumenten meer inzicht in hun energieverbruik.

Nieuwe website IGU: the Global Gas Portal

De International Gas Union (IGU) is een organisatie die handelt als voorstander van gas als integraal onderdeel van een duurzame mondiale energievoorziening in de toekomst en heeft leden in 83 landen. Onlangs lanceerde IGU haar nieuwe website the Global Gas Portal. Hier vindt men informatie over het lidmaatschap, laatste nieuws uit de gaswereld, de diverse evenementen en uiteraard over de organisatie zelf. Meer weten over IGU? Ga dan naar www.igu.org

Dick Benschop: CCS essentieel voor aanpak van wereldwijde klimaatproblematiek

Het afvangen en opslaan van CO₂ (CCS) is essentieel voor het aanpakken van de wereldwijde klimaatproblematiek. Als de Europese Unie er niet in slaagt een demonstratieproject te starten, zal dat niet alleen implicaties hebben voor de aanpak van temperatuurstijging maar ook voor de kosten van het terugdringen van CO₂. Overheden, Europese Unie, industrie, wetenschap en maatschappelijk spelers moeten aanvullende stappen overwegen om een kosteneffectieve CO₂-reductie mogelijk te maken, binnen de randvoorwaarden van economische groei en een gelijkwaardig speelveld voor de industrie.

Dat zegt president-directeur Dick Benschop van Shell Nederland op het zevende Cato-2-symposium in de Amsterdamse RAI. Cato-2 is het Nederlandse r&d-programma voor de ontwikkeling van CCS. Op de bijeenkomst komen wetenschappers, beleidsmakers en beslissers samen om de laatste ontwikkelingen op het gebied van CCS met elkaar te bespreken.

dinsdag 24 juni 2014

Vandebron en Budget Energie winnen energieveiling

Budget Energie en de nieuwe energieleverancier Vandebron hebben de tiende energieveiling van de Consumentenbond gewonnen. Het scherpste bod voor een eenjarig contract komt van Vandebron, die alleen in Nederland opgewekte groene stroom levert. Een gemiddeld huishouden bespaart met dit bod €182 bij een jaarcontract met vaste tarieven voor gas en stroom. Budget Energie bood met €203 per jaar de hoogste korting voor een driejarig contract, bij het sluiten van de veiling het voordeligste driejarig contract met vaste tarieven in Nederland.

Zowel leden als niet-leden van de Consumentenbond kunnen zich nog tot en met 3 juli 2014 gratis en vrijblijvend inschrijven voor het Energiecollectief en krijgen daarna een eenjarig en een driejarig aanbod afgestemd op hun persoonlijk verbruik. Tot en met 31 juli 2014 kunnen deelnemers aangeven of ze dit aanbod accepteren.

De Consumentenbond adviseert consumenten om elk jaar naar hun energiecontract te kijken en prijzen te vergelijken met andere aanbieders. Overstappen via een collectief of vergelijker levert vaak het grootste voordeel op, omdat energieleveranciers daar hoge kortingen bieden aan nieuwe klanten. De energievergelijker van de Consumentenbond vergelijkt aanbieders niet alleen op prijs, maar ook op klantvriendelijkheid en duurzaamheid.

Innovatief dubbel glas maakt 60% energiebesparing mogelijk in kassen

Onlangs werd het concept van de ID-kas uitgeroepen tot winnaar van de Greentech Innovation Awards 2014. In deze kas wordt gebruik gemaakt van innovatief gecoat dubbel glas, waardoor een energiebesparing van maar liefst 60% wordt bereikt. 

De ID-kas is ontwikkeld in een samenwerking tussen Technokas, Duijvestijn Tomaten, Boal Systemen en Scheuten Glas. De grootste uitdaging zat hem erin dat gewoon dubbel glas, wanneer dit gebruikt wordt in een kas, maar liefst 20 procent minder licht doorlaat. Om een kas te ontwikkelen die optimaal kan werken en waarmee bovendien flink energie bespaard kan worden, was er verdere ontwikkeling op dit gebied nodig.

De eerdere Venlokas wordt hiermee verder doorontwikkeld. Het glas dat gebruikt wordt in de ID-kas is dubbel glas dat voorzien is van een antireflectiecoating. Hierdoor wordt er in de ID-kas veel meer licht doorgelaten en is de kas bovendien beter geïsoleerd. Op die manier kan er tot wel 60% op energie worden bespaard in de kas.

Het glas speelt een dusdanig belangrijke rol in deze innovatie, dat er op dit gebied mogelijk nog meer te winnen valt wanneer de ID-kas verder wordt doorontwikkeld. Ortwin Braaksma, glasexpert van Glas.nl licht toe: “Met glas is al zo veel mogelijk, wanneer de mogelijkheden verder worden doorontwikkeld, kan dit op nog veel meer toepassingen een enorme energiebesparing opleveren. Onlangs is er zelfs door studenten van de TU Delft een jaren 60 rijtjeshuis volledig energieneutraal gemaakt met behulp van een glazen kasconstructie met geïntegreerde zonnepanelen. De glazen kasconstructie vormt een soort isolerende laag om het huis heen. Deze ontwikkelingen tonen aan dat verdere vooruitgang op het gebied van glas zeker niet stilstaat en dat is een goede zaak”.


Honeywell evohome werkt nu met Pebble Smartwatch

Evohome, de slimme zoneregeling-thermostaat van Honeywell, is nu ook op afstand te bedienen met de Pebble Smartwatch. Hiermee brengt Honeywell wearable technologie en de connected home samen. De samenwerking stelt gebruikers voor het eerst in staat de verwarming thuis per kamer te bedienen vanaf hun pols.

De evohome Pebble-app en Pebble watch face zijn geschikt voor Android- en iOS-apparaten. Op dit moment is de app in het Engels en worden zones weergegeven naar de ingestelde zone aanduiding die thuis wordt gehanteerd.

Met Honeywell evohome vergroot je efficiency met slimme zoneregeling-technologie voor het verwarmen van je huis. Drukke huiseigenaren zijn hiermee in staat alleen die kamers te verwarmen, die ze gebruiken, in plaats van het gehele huis. Door controle te hebben over elke kamer in huis, vanaf elke locatie, is evohome eenvoudig aan te passen aan elke levensstijl. Het vervangen van een standaardthermostaat door slimme zoneregeling van evohome kan een besparing opleveren van maximaal veertig procent bij het verwarmen van je huis, volgens Engels onderzoek*.



maandag 23 juni 2014

Nijmegen gaat voor Green Capital

Op maandag 23 juni laat een Nijmeegse delegatie onder leiding van burgemeester Bruls in Kopenhagen aan de Europese Commissie zien waar de duurzame kracht van Nijmegen zit. Samen met twee scholieren, zangeres Janne Schra en betrokken Nijmegenaren. Daarmee wil Nijmegen de finale van de European Green Capital Award 2016 winnen.

Vijf steden maken in een onderlinge competitie uit wie deze titel in de wacht gaat slepen. Nijmegen neemt het in de finale op tegen Oslo, Ljubljana, Essen en Umea. De winnaar mag zich in 2016 Green Capital of Europe noemen als meest duurzame stad van Europa.
De presentatie tijdens de finale duurt vijf kwartier. Behalve een film over het Nijmeegs duurzaamheidsbeleid (verplicht onderdeel van de competitie) mag Nijmegen naar voren brengen waarom de stad de duurzame hoofdstad van Europa zou moeten worden. De presentatie laat zienhoe de stad in 2016 samen met haar inwoners vorm gaat geven aan duurzaamheid, mocht er gewonnen worden.

Sinds in maart bekend werd dat Nijmegen tot de finalisten behoort, is door individuele Nijmegenaren en vertegenwoordigers van allerlei Nijmeegse organisaties meegedacht over de presentatie. Dit heeft geleid tot een vijf kwartier durende presentatie waarin behalve voor de gemeente Nijmegen erg veel plaats is voor Nijmegenaren die zich inzetten op het thema duurzaamheid. Het Nijmeegse verhaal wordt gedragen door twee scholieren, die de toekomst van de stad vertegenwoordigen. Verder werken mee zangeres Janne Schra, fietsondernemer Jos Sluijsmans, duurzaamheidsadviseur Anne Pronk van Royal Haskoning/DHV, natuurman Jaap Dirkmaat , Cathy van Beek, raad van bestuur UMC St Radboud, afvaldeskundige Erik de Baedts en Birgit Hendriks van Eco2city. Ze vertellen verhalen over de duurzaamheid in Nijmegen: De fietssnelpaden, milieuvriendelijke bezorgdiensten, de bijzondere natuur rondom Nijmegen, de goede afvalscheiding en nog veel meer. Nijmegen laat ook zien hoe heel veel partijen al samenwerken en het samen doen. Bijvoorbeeld met zonne-energie. Inwoners, bedrijven en woningcorporaties leggen zonnepanelen op het dak, de universiteit onderzoekt de effectiviteit van zonnecellen en een groot evenement als de 7heuvelenloop stelt geld beschikbaar voor zonnepanelen op scholen. En natuurlijk gaat het over onze grote projecten als de dijkteruglegging waarmee we het door ruimte te bieden aan de rivier het stijgende water (door het warmer wordende klimaat) kunnen weerstaan en tegelijk een prachtig eiland creëren met ruimte voor natuur, cultuur en evenementen. En natuurlijk het warmtenet, waarmee Nijmegen per huishouden in de Waalsprong en het Waalfront zeventig procent CO2-uitstoot bespaart op de verwarming.

De presentatie wordt op een bijzondere manier naar Kopenhagen gebracht; Nijmegenaar Marianne van den Heuvel start vrijdag 20 juni om 06.45 uur een duurzame estafette vanaf Nijmegen naar de Deense hoofdstad. Al lopend, fietsend, roeiend en rennend brengen tientallen vrijwilligers het duurzame Nijmegen naar de jury. Zij zullen maandag 23 juni op tijd op de plaats van bestemming arriveren.

Na de presentatie van de vijf steden zal de jury, bestaande uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie, dinsdag 24 juni de winnaar bekend maken. Dan is duidelijk of Nijmegen zich in 2016 Green Capital of Europe mag noemen.

Nuon steunt nieuwe uitdaging van Nuon Solar Team als hoofdsponsor

Het Nuon Solar Team gaat een nieuwe uitdaging aan en is gestart met een nieuw project. Dit jaar nog gaat het team meedoen aan de Sasol Solar Challenge in Zuid-Afrika en Nuon heeft besloten om ook dit jaar met het team in zee te gaan als hoofdsponsor. Het contract met Nuon is op vrijdag 20 juni getekend in de Arena in Amsterdam waar tegelijkertijd het grootste zonnedak van Amsterdam wordt geopend.

Om aandacht te vragen voor het nieuwe zonnedak van de Arena plaatste Nuon – dat tevens het zonnedak op de ArenA heeft gerealiseerd –Nuna op donderdagmiddag 19 juni op het zonnedak. De accu’s van de Nuna zullen hier symbolisch worden opgeladen. Op weg naar de race in Zuid-Afrika.

Na een hoofdsponsorschap van 14 jaar heeft Nuon besloten om dit nieuwe uitdagende project wederom als hoofdsponsor te steunen. De nieuwe race die in het tussenjaar van de World Solar Challenge (WSC) plaats vindt, biedt veel kansen op het gebied van innovatie en training van het team. Nuon ziet net zoals het team dat het meedoen aan deze race essentieel is om voorop te blijven ten opzichte van de concurrentie en daarmee te winnen op de World Solar Challenge (WSC)2015.

Het fulltime team van 6 studenten van de TU Delft zal Nuna7, de zonnewagen die vorig jaar de trofee bij de WSC mee naar huis heeft genomen, rijklaar maken voor de race in Zuid-Afrika. Bart Koek, technisch manager van het team zegt dat dat niet zo vanzelfsprekend is: ‘Om deel te kunnen nemen aan de race moet Nuna7 aan de reglementen voldoen, hiervoor is nog een aantal aanpassingen nodig. Daarnaast is het terrein in Zuid-Afrika veel uitdagender dan in Australië waardoor het vermogen van de motor moet worden vergroot.’ De aanpassingen én het nieuwe uiterlijk van de Nuna7S zullen op 17 juli in het Louwman Museum in Den Haag worden gepresenteerd.

De Sasol Solar Challenge start in Pretoria, gaat langs verschillende grote steden richting de kust en zal finishen in Kaapstad. Het is de bedoeling dat Nuna7S in 8 dagen zoveel mogelijk kilometers aflegt. Dit wordt mogelijk gemaakt door naast de kilometers van een dag etappe, extra loops te rijden met afstanden tussen de 50 en 100 km. Wanneer het team succesvol is zal het de langste race zijn op alleen alternatieve energie!

Finalefeest van Energy Challenges Groningen in Infoversum

Maandag 23 juni gaan veertien scholen uit de provincie Groningen het project Energy Challenges 2013/2014 feestelijk afsluiten. Bij dit project hebben meer dan 200 leerlingen van 14 verschillende scholen uit Groningen zeven maanden lang hard gewerkt om hun school en omgeving bewust te maken van energie en energiebesparing. Op het eindevenement zullen alle schoolteams hun prestaties presenteren waarbij er mooie prijzen zijn te winnen voor de leerlingen! De afsluiting van het projectseizoen vindt plaats in het spiksplinternieuwe Infoversum te Groningen, het eerste full-dome 3D theater van Nederland dat op 17 juni officieel is geopend.

Energy Challenges
Met het project Energy Challenges gaan leerlingen de uitdaging aan om op hun school energie te besparen. Het is een spel om enthousiasme te genereren en de kennis over energie en duurzaamheid te vergroten. Dit moet leiden tot het slimmer omgaan met energie op school, het terugdringen van kosten en het bewerkstelligen van meer interesse in relevante vervolgopleidingen. Op de scholen wordt onder meer gemeten hoeveel energie er wordt verbruikt. De onderzoeksresultaten worden door de leerlingen samen met stagiaires van de Hanzehogeschool uit Groningen nader bekeken. Vervolgens bedenken ze slimme oplossingen die een belangrijke energiebesparing kunnen opleveren.

Bedrijfsleven, overheid en wetenschap kunnen meer en slimmer samenwerken in energiesector

Marktmechanismen en informatiesystemen kunnen bijdragen aan slimmer gebruik van energiebronnen als het marktontwerp ook de maatschappelijke kosten weerspiegelt. Dit stelt prof.dr. Wolf Ketter in zijn oratie 'Envisioning Sustainable Smart Markets and Enabling Sustainable Smart Markets '(Duurzame slimme markten visualiseren en activeren) Hij bespreekt daarin de uitdagingen en kansen voor onderzoekers van informatiesystemen, en een plan van aanpak voor onderzoek naar duurzame slimme markten, gefocust op samenwerking. Ketter aanvaardt met zijn rede op vrijdag 20 juni 2014 het ambt van bijzonder hoogleraar Next Generation Information Systems vanwege het Erasmus Trustfonds aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

De oratie van Ketter is relevant voor zowel het bedrijfsleven als voor de samenleving als geheel. De bijzonder hoogleraar schetst de standpunten van het bedrijfsleven, de samenleving en de academische wereld in de zoektocht naar een duurzamere manier van leven. De oratie vormt het academische hoogtepunt van het jaarlijkse, twee dagen durende Erasmus Energy Forum, een internationale conferentie met deelnemers uit bedrijfsleven en industrie, beleidswereld en wetenschap. Het Forum behandelt drie thema's: EU-beleid en markten, slimme energienetwerken en nieuwe bedrijfsmodellen en het financieren van duurzame energie.

Dr. Ketter werd in juli 2013 benoemd tot bijzonder hoogleraar Next Generation Information Systems aan de vakgroep Technology & Operations Management bij RSM. Dank zij de nieuwe  leerstoel kan meer onderzoek worden gedaan naar technologieën die het automatiseren van real-time besluitvorming ondersteunen. De leerstoel wordt gefinancierd door het Erasmus Trust Fund.

vrijdag 20 juni 2014

GasTerra CEO gekozen tot president van Eurogas

De Algemene Vergadering van de Europese branche-organisatie Eurogas, bijeen in Venetië, heeft Gertjan Lankhorst, CEO van GasTerra, verkozen als haar nieuwe president. Hij volgt de Fransman Jean François Cirelli op , die de afgelopen vier jaar aan het hoofd stond van Eurogas. Het presidentschap van Eurogas is een nevenfunctie. De heer Lankhorst blijft aan als CEO van GasTerra.

Eurogas verenigt 45 ondernemingen en organisaties uit 25 landen, die in de gassector actief zijn op het gebied van gashandel, distributie en retail. Het behartigt in Brussel de gemeenschappelijke belangen van de sector.

In zijn aanvaardingsspeech benadrukte Gertjan Lankhorst dat de gassector Europa veel te bieden heeft, nu en in de toekomst. 'In de eerste plaats ons product met al zijn voordelen voor een zekere energievoorziening en effectief en verantwoord klimaatbeleid, maar daarnaast ook kennis, expertise en ideeën, die Europa vooruit kunnen helpen op het hobbelige pad van de verduurzaming.' Hij stond ook stil bij het feit dat technologie die tot efficiencyverbetering leidt, niet als duurzaam wordt gezien. 'Onbegrijpelijk, want er is geen schonere, lees duurzamere energie dan ongebruikte energie. Ik pleit er daarom voor om efficiency-verhogende technologie een veel prominentere plaats in het energiebeleid te geven. Ik beveel de Europese en nationale overheden aan om daar in hun duurzaamheidsbeleid rekening mee te houden.'

Stedin en infrabedrijf Joulz samen

Netbeheerder Stedin en infrabedrijf Joulz bundelen de krachten om de dienstverlening slagvaardiger en efficiënter te maken én meer ruimte te creëren voor investeringen in toekomstbestendige energienetten. Hiervoor starten zij een gezamenlijk transformatietraject, waardoor er één organisatie ontstaat die onder de naam Stedin doorgaat als brede netbeheerder.

Uitvoerende en voorbereidende activiteiten op het gebied van storingsherstel, beheer en onderhoud zijn nu belegd bij Joulz en worden direct onderdeel van Stedin. ,,De noodzaak om efficiënter te werken is groot, mede doordat inkomsten uit transporttarieven de komende jaren teruglopen. Ook toont onderzoek aan dat er dubbel werk is ontstaan, omdat Stedin en Joulz als twee aparte organisaties in dezelfde ketens werken. Een brede netbeheerder levert structurele kostenbesparing op en leidt tot meer efficiënte dienstverlening voor onze klanten’’, aldus Stedindirecteur Nancy Kabalt-Groot.

Beide bedrijven, die onderdeel uitmaken van Eneco Groep, verwachten dat een brede netbeheerder ook slagvaardiger kan inspelen op de veranderingen die de energiebranche de komende jaren door gaat maken. Stedindirecteur Nancy Kabalt-Groot: ,,Met een meer efficiënte organisatie creëren we de noodzakelijke ruimte om te kunnen investeren in de toekomstbestendige energienetten. Denk bijvoorbeeld aan het inspelen op de toename van lokaal opgewekte energie door bijvoorbeeld wind en zon. Of aan het automatiseren van netten en stations en het op grote schaal installeren van slimme meters.’’

Het transformatietraject van Stedin en Joulz wordt onder de naam ReVisie uitgevoerd en neemt één jaar in beslag. Het traject raakt 400 tot 500 arbeidsplaatsen. Joulzdirecteur Frans van de Noort: ,,We spannen ons tot het uiterste in om medewerkers te begeleiden naar ander werk binnen Eneco Groep. Daarnaast  vervangen we externe medewerkers zoveel mogelijk door eigen mensen en bieden vervangend werk bijvoorbeeld voor de grootschalige aanbieding van de slimme meters. Ondanks deze maatregelen kunnen we gedwongen ontslagen niet uitsluiten.’’

Joulz blijft actief in hoogspanningsinfrastructuur en CityTec in openbare verlichting
Naast het ontstaan van de brede netbeheerder Stedin, blijft onder de naam Joulz een compacte organisatie actief op de markt voor hoogspanningsinfrastructuren. Joulzdochter CityTec zet haar dienstverlening op de snel groeiende markt voor intelligente openbare verlichting onder eigen naam voort.

Energieakkoord in cruciale fase, nú leiderschap nodig

De samenwerkende natuur- en milieuorganisaties vinden dat nú leiderschap nodig is om de doelstellingen uit het vorig jaar gesloten Energieakkoord te halen. Dit zeggen zij in reactie op de eerste rapportage over de voortgang van het Energieakkoord. Ed Nijpels presenteerde als voorzitter van de borgingscommissie die toeziet op de naleving van de gemaakte afspraken vandaag de eerste resultaten. “Een aantal belangrijke hobbels moeten nú worden genomen”, zo zeggen de natuur- en milieuorganisaties. “We zien dat daar op dit moment te weinig vooruitgang wordt geboekt. Het is daarom cruciaal dat werkgevers, decentrale overheden en niet in de laatste plaats de verantwoordelijke bewindslieden voortvarend doorgaan met het uitvoeren van de afspraken. De ambities van het akkoord zijn stevig en de tijd kort, dus we kunnen ons geen vertraging veroorloven.”

Bij het sluiten van het energieakkoord eind augustus 2013 kwalificeerden de milieuorganisaties en groene werkgevers het akkoord als een noodzakelijke impuls voor de groene economie, maar ook als een compromis. In negen maanden is er hard gewerkt aan de uitvoering en op deelonderwerpen is belangrijke vooruitgang geboekt, zoals de vervroegde sluiting van oude kolencentrales die bijna rond is, de structuurvisies wind op land en wind op zee en de subsidieregeling voor isolatie in de huursector.

Toch loopt de uitvoering van het Energieakkoord op cruciale onderdelen achter. Dat betekent dat de doelstellingen om 15.000 nieuwe banen, 14 procent duurzame energie en 100 PJ energiebesparing in 2020 te creëren, in gevaar komen.

Zo is het creëren van werkgelegenheid een belangrijke doelstelling uit het Energieakkoord. Bedrijven en burgers moeten daarvoor duidelijkheid hebben van de overheid zodat zij durven investeren. Dan ontstaat dynamiek in bijvoorbeeld de bouw- en installatiebranche en uiteindelijk werkgelegenheid. Nu Minister Kamp de mogelijkheid openhoudt om de subsidieregeling voor duurzame energie in de toekomst ook te gebruiken voor projecten in het buitenland, is dat in strijd met de afspraak uit het Energieakkoord om juist de Nederlandse economie een impuls te geven met duurzame investeringen.

Windmolens op zee zouden al in 2020 een substantiële bijdrage moeten leveren aan schone energie. Half april kondigde Minister Kamp een tijdelijk uitstel aan in de vergunningverlening van windmolenparken op zee. Om in 2020 een bijdrage te kunnen leveren aan de schone energiemix is uitstel feitelijk onmogelijk. “We kunnen ons geen vertraging veroorloven, willen we de doelstellingen van het Energieakkoord halen”, zeggen de natuur- en milieuorganisaties. “We vragen van alle partijen om dit uitstel ongedaan te maken.”



Energiebesparing industrie

Ook van energiebesparing in de energie-intensieve industrie komt tot nu toe weinig terecht, terwijl in het akkoord is afgesproken om een flink deel van de voorgenomen energiebesparingsdoelstelling te verwezenlijken in deze sector. Uit analyses blijkt dat de energie-intensieve industrie besparingsopties laat liggen waardoor het besparingstempo al jaren terugloopt. Convenanten tussen het bedrijfsleven en de overheid hierover worden matig nageleefd, terwijl de bedrijven wel fiscale voordelen genieten. Vooral de brancheorganisaties staan op de rem.



Noot voor de redactie:

Nieuw elektrisch automerk van Nederlandse bodem

Nederland is een nieuw automerk rijker. De Nederlandse startup Carice lanceert de Elektrische Carice MK1: een compacte en sportieve cabriolet met een bescheiden gewicht van slechts 350 kilogram.

Tijdens het Concours d'élegance op paleis Het Loo, hét klassieke auto-evenement van Nederland, zal de Carice voor het eerst getoond worden aan het grote publiek.
"De Carice MK1 is een glimlach op bestelling," zegt Richard Holleman, oprichter van Carice B.V."Lichtgewicht, wendbaar, milieuvriendelijk en elegant."

Omdat de Carice maar 350 kilogram weegt - bij een gewone auto is dat al snel 1000 kilogram - is deze een stuk efficiënter in gebruik. "We verbaasden ons erover dat er geen ultralichte elektrische sportwagens bestaan en zijn ze daarom zelf gaan ontwerpen. Minder kilo's betekent beter weggedrag en minder energieverbruik," aldus Holleman.

De elektrische sportwagen wordt in Nederland ontworpen en gebouwd. Na een zorgvuldige ontwikkel- en testfase is het moment aangebroken dat de Carice de markt kan bestormen.

De cabriolet MK1 wordt gebouwd op basis van de specifieke wensen van de nieuwe eigenaar. Iedere Carice is daarom uniek. Klanten kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een bepaalde topsnelheid of actieradius.

In het ontwerp wordt bovendien veel aandacht besteed aan detail. Zo worden klassieke schoonheid en moderne voordelen met elkaar gecombineerd tot een bijzondere sportwagen.

Duurzame gastvrijheid krijgt extra impuls

Negen Utrechtse ondernemers leveren vanaf nu een belangrijke bijdrage aan duurzame gastvrijheid in de stad. Zij sluiten zich aan bij de zeventien hotels, congreslocaties en musea die al in 2011 de eerste duurzame afspraken maakten in hun sector. Met de ondertekening van het convenant Duurzame Hospitality is de eerste stap gezet. Doel:  gezamenlijk werken aan CO2-reductie en duurzaam ondernemen.

De nieuwe deelnemers zijn: BCN Utrecht, Mereveld, Malie Hotel Hampshire Classic, Paushuize / Huize Molenaar, NMC Utrecht, Beatrix Theater, Mother Goose Hotel, Restaurant De Kleine Baron, Anafora Parkrestaurant. De gemeente verduurzaamt ook haar eigen gastvrije locaties, zoals Fort de Gagel en de stadsboerderijen. Voor fort de Gagel ondertekent de wethouder.

Wethouder  Lot van Hooijdonk:  “Het is  duidelijk dat samenwerking hele praktische kennis oplevert. Samen ontdek je  welke LED-spotjes  goed  zijn  en wissel je know how uit over  verlaging van  waterverbruik  en  het energiezuinig maken van monumentale panden.  Ik vind het heel  bemoedigend dat de deelnemers zelf aangeven dat de bijeenkomsten voor hen  een stok achter de deur zijn om bezig te blijven met besparing op energie, afval en inkoop.”

Het Green Key keurmerk halen is een van de doelen van de samenwerking. Green Key is een internationaal keurmerk voor duurzame locaties zoals hotels, congreslocaties, musea en dagattracties. In de sector wordt door zakelijke klanten steeds vaker geselecteerd op de duurzaamheid van locaties. Bijna alle Utrechtse  deelnemers behaalden de afgelopen jaren dit keurmerk.

De volgende organisaties tekenden het convenant al in 2011: Apollo Hotel, Aristo Accommodaties, Carlton President Hotel, Centraal Museum, Chambres en Ville, Courthotel City Centre Utrecht, De Fabrique, Grand Hotel Karel V, Het Vechthuis, Hotel Mitland, Jaarbeurs Utrecht, Museum Speelklok, Mary K Hotel, NH Utrecht / NH Centre Utrecht, Park Plaza Hotel, Stadskasteel Oudaen, Toerisme Utrecht / Domtoren.

Stichting Stimular is projectleider namens de gemeente Utrecht. Stichting KMVK biedt ondersteuning bij Green Key en geeft inzicht in de resultaten, zoals besparing op energieverbruik, waterverbruik en kosten per bezoeker. De gemeente verstrekt subsidie aan deelnemers die investeren in een milieudoorlichting om het Green Key keurmerk te halen.

donderdag 19 juni 2014

Van starter in schone en duurzame technologie tot speler van wereldformaat

Wat hebben regionale startup bedrijven op het gebied van groene en duurzame technologie nodig om te kunnen groeien tot spelers van wereldformaat? Een universiteit waar veel aandacht is voor ondernemerschap, een hecht netwerk van ondernemers, investeerders en kennisinstellingen en vooral een (regionale) overheid die als launching customer fungeert en bij aanbestedingen innovatie en duurzaamheid zwaar laat meewegen. Daarnaast is een goede infrastructuur voor het doen van innovatieve pilots, test and demo’s van groot belang.

Dit zijn de belangrijkste bevindingen van steden en universiteiten uit zes Europese landen die de afgelopen jaren onderzoek hebben gedaan naar best practices op het gebied van clean tech incubatie in Europa. Deze bevindingen zijn gebundeld in een handboek dat op donderdag 19 juni 2014 gepresenteerd wordt tijdens het seminar Cleantech Incubation: Policy and Practice in Delft.

De maatschappelijke opgaven van de komende jaren op het gebied van schone energie, duurzame mobiliteit, circulaire economie en schoon water staan bovenaan de Europese en nationale beleidsagenda’s. Deze best practices op het gebied van clean tech incubatie in Europa komen dan ook op het juiste moment.

De Europese projectpartners uit Nederland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Verenigd Koninrijk en Italië overhandigen tijdens het seminar het handboek met daarin succesvolle en inspirerende voorbeelden aan wethouder Ferrie Förster, gemeente Delft (kenniseconomie). In het handboek voor beleidsmakers staan belangrijke lessen voor medewerkers en beleidsmakers van regio’s die duurzame bedrijvigheid in hun regio willen stimuleren. Tevens presenteren de partners het clean tech cluster in de regio Delft-Rotterdam.

Karel Luyben, Rector Magnificus TU Delft, opent om 09:00 uur het seminar in Delft. Meiny Prins, CEO van Priva, laat haar licht schijnen op de clean tech toekomst van Europa vanuit haar visie ‘Nederland als één grote Smart City’. Rinke Zonneveld, directeur van de regionale ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter, vertelt waarom clean tech één van de speerpunten is van Zuid-Holland en wat regionale samenwerking bijdraagt aan het succes van clean tech in de regio. Daarnaast pitchen een aantal startups van incubator YES!Delft hun unieke producten. Het seminar is gericht op Europese en Nederlandse politici en beleidsmakers van universiteiten, kennisinstellingen en bedrijven en is het slotstuk van het samenwerkingsverband tussen de steden en de universiteiten uit zes Europese landen.


Het seminar vindt plaats op donderdag 19 juni van 08:30 – 17:00 uur bij Lijm & Cultuur, Rotterdamseweg 272, Delft. Geinteresseerden kunnen zich aanmelden via deze website


Studenten met zelfgebouwd energieneutraal rijtjeshuis op weg naar Versailles

Hoe pak je een energieneutraal Hollands rijtjeshuis en een duurzame tuin in voor transport naar Frankrijk? Dat laten de studenten van de TU Delft zien als zij deze week vanuit Harbrinkhoek (Twente) naar Versailles (Frankrijk) vertrekken om mee te doen aan de Solar Decathlon 2014. Tijdens deze olympische spelen voor de duurzame bouw laat het studententeam zien dat je met het aanbrengen van een glazen constructie ook in een bestaand Hollands rijtjeshuis helemaal op zonne-energie kunt leven.

Voor deelname aan de Solar Decathlon 2014 heeft het Delftse studententeam een kopie van het ouderlijk huis van één van de studenten uit Honselersdijk gemaakt, een rijtjeshuis uit de jaren 60. Met het aanbrengen van een glazen constructie laten de studenten zien hoe deze bestaande woningen energieneutraal kunnen worden gemaakt en er tegelijkertijd extra woonruimte kan worden gecreëerd. Het concept heet Prêt-à-Loger, home with a skin, klaar om te bewonen omdat de bewoners erin kunnen blijven wonen als de tweede huid wordt aangebracht. In Nederland zijn 1,4 miljoen vergelijkbare woningen die op deze wijze van eigen energie kunnen worden voorzien.

Het Hollandse rijtjeshuis, met de duurzame tuin van NL Greenlabel, verrijst straks op het wedstrijdterrein in Versailles naast allemaal futuristische villa’s van de andere deelnemende landen. De studenten moeten het huis in Versailles in tien dagen weer opbouwen.
 De Solar Decathlon is een competitie tussen 20 universiteiten uit heel de wereld. Deze editie vindt tussen 28 juni en 14 juli plaats in Versailles, naast de paleistuinen van de Zonnekoning. De twintig huizen moeten twee weken zelfstandig functioneren, alleen op zonne-energie. Op 12 juli maakt de jury bekend welke universiteit heeft gewonnen.

De realisatie van het huis is tot stand gekomen dankzij een bijdrage van de TU Delft, TBI Holdings, het programma Energiesprong van het ministerie van Binnenlandse Zaken, Univé en verschillende leveranciers van materialen.

De TU/e is naar plek 4 gestegen in de SustainaBul, de studentenprijs voor duurzaamheid

De TU/e is naar plek 4 gestegen in de SustainaBul, de studentenprijs voor duurzaamheid. Dat is één plaats hoger dan in 2013. De top 5 wordt geleid door Wageningen Universiteit en Hogeschool Utrecht, gevolgd door Hanzehogeschool Groningen, de TU/e en de Radboud Universiteit Nijmegen.

In vergelijking met 2013 heeft de TU/e met name winst geboekt met het afvalbeleid. Verder scoort de Eindhovense universiteit goed in de aansluiting van onderwijs en onderzoek op het bedrijfsleven. Verbeteringen zijn echter nog mogelijk met onder meer eigen energie-opwekking, de energie efficiënte van de ICT en door het opstarten van een Green Office.

De duurzaamheidsranking wordt georganiseerd door het landelijke studentennetwerk voor een duurzame toekomst, Morgen. In totaal deden 22 hogescholen en universiteiten mee. Morgen beoordeelt de onderwijsinstellingen op duurzaamheid binnen zowel hun onderwijs, onderzoek als bedrijfsvoering. De ranglijst richt zich niet alleen op duurzaamheid, maar ook op transparantie hierover: instellingen moeten aan Morgen bewijzen dat zij duurzaam zijn.

Via de SustainaBul wordt het voor de studenten, beleidsmakers en bestuurders inzichtelijk wie de koplopers en de achterblijvers zijn met betrekking tot de integratie van het thema duurzaamheid. Hiermee wil Morgen een mentaliteitsverandering teweeg brengen binnen het hoger onderwijs, waardoor de instellingen zichzelf gaan verduurzamen. Door de vragenlijst door te nemen, kunnen onderwijsinstellingen tevens kritisch naar zichzelf kijken.

Bij de TU/e overheerst tevredenheid over de positie op de ranglijst. "Deze stijging toont dat ons beleid vruchten afwerpt", aldus Jo van Ham namens het College van Bestuur. "Het is ook de bedoeling dat we leren van het jureringsrapport. Het is goed om onszelf een spiegel voor te houden en om vinger aan de pols te houden."

woensdag 18 juni 2014

TenneT ook netbeheerder op zee in Nederland

TenneT wordt ook netbeheerder op zee. Een elektriciteitsnet op zee is nodig voor het aansluiten van offshore windenergie op het landelijk transportnet. Het kabinet heeft haar besluit hierover in een brief aan de Tweede Kamer toegelicht.

TenneT gaat de aansluiting verzorgen van 3.450 MW (megawatt) aan windparken die volgens het SER Energieakkoord tot en met 2023 op de Noordzee gebouwd moeten worden. De stroomopbrengst hiervan komt ongeveer overeen met het jaarlijkse stroomgebruik van 1 miljoen huishoudens, bijna 1/7 van het totale aantal huishoudens in Nederland.

Op basis van het kabinetsbesluit gaat TenneT nu al aan de slag met de voorbereidingen. Om de Nederlandse doelstellingen te halen - 14 % duurzame energieproductie in 2020 en 16% in 2023 - mag geen tijd verloren gaan. De Nederlandse overheid zal op korte termijn bekend maken op welke locaties de windparken gebouwd kunnen worden en ook aangeven in welke volgorde die locaties benut gaan worden. Op basis van deze routekaart zal TenneT tot een offshore netplanning komen.
Kostenbesparing door 'hub-technologie'

TenneT wil gebruik maken van wisselstroom-technologie met grote gestandaardiseerde verzamelplatforms waar de windparken direct op kunnen aansluiten. Hiermee worden kosten bespaard door schaalvoordelen en het minimaliseren van het aantal platforms waar windparken op kunnen 'inpluggen'. De platforms zullen ook fungeren als hubs om in de toekomst verder op zee gelegen windparken op een economische manier te ontsluiten.

In Duitsland heeft TenneT veel ervaring, kennis en kunde opgedaan met het aansluiten van offshore windenergie. Tot 2020 realiseert TenneT in Duitsland al minimaal 7.100 MW aan aansluitcapaciteit voor windparken op zee. Daarmee loopt TenneT voor op zowel de Duitse doelstellingen van de Duitse regering als de bouw van de offshore windparken.

`Energievoorschot moet verdwijnen'

Het merendeel (57 procent) van de Nederlanders vindt dat het energievoorschot moet worden afgeschaft. Dat blijkt uit een peiling van energievergelijk.nl onder 1268 huishoudens. 41 procent geeft aan dat het voorschotbedrag dat Nederlanders betalen aan hun energieleverancier moet blijven bestaan. Twee procent heeft hierover geen mening.

Het energievoorschot is een regeling die voorkomt dat consumenten aan het eind van een periode worden geconfronteerd met een hoge energierekening. Een leverancier kijkt naar het energieverbruik van het afgelopen jaar en deelt dit vervolgens door twaalf om zo het energietarief voor het komende jaar te berekenen. Zodoende is de maandelijkse rekening over het gehele jaar even hoog.

De Europese Commissie heeft echter in 2011 laten weten dat zij het energievoorschot per 2015 willen gaan afschaffen in Nederland. Sindsdien is er over de kwestie nog maar weinig gesproken en het is daarom nog maar de vraag of het voorschot daadwerkelijk volgend jaar gaat verdwijnen.

Als het energievoorschot gaat verdwijnen, dan betalen huishoudens na iedere maand voor hun werkelijke verbruik. In de zomermaanden kan hierdoor de energierekening enkele tientjes bedragen, terwijl bij een eventuele strenge winter de maandelijkse kosten tot enkele honderden euro’s kunnen oplopen.

De belangrijkste reden bij de tegenstanders van het energievoorschot is dat zij hierdoor zelf iedere maand achteraf alleen betalen voor de energie die er daadwerkelijk is verbruikt. De Europese Commissie hoopt dat consumenten daardoor zuiniger zullen omspringen met energie. Voorstanders daarentegen zijn bang dat ze een hoge energierekening in bijvoorbeeld de wintermaanden niet kunnen behappen.

Eerste investering Cleantechfonds Brabant is voor Smit Ovens

De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) heeft haar eerste investering gedaan vanuit het Cleantechfonds Brabant, het fonds dat de provincie Noord-Brabant de BOM in beheer heeft gegeven. De Sonse machinebouwer Smit Ovens, een belangrijke nichespeler in de wereldwijde zonnecelindustrie, kan met deze co-investering verdere stappen zetten in de ontwikkeling van een nieuwe generatie productiemachines voor dunne filmzonnecellen.

Miriam Dragstra, directeur BOM Capital, over de investering in Smit Ovens: 'Deze eerste investering uit het Cleantechfonds voegt waarde toe aan de internationale positie van Brabant in de solar industrie. Smit Ovens levert een bijdrage aan de transitie naar een duurzame energievoorziening; een van de belangrijkste maatschappelijke vraagstukken. Het bedrijf beseft dat zij moet blijven investeren in de ontwikkeling van technologie om ook de dag na morgen in de internationale voorhoede mee te kunnen blijven spelen. De wetenschappelijke expertise die beschikbaar komt via het onderzoekscollectief Solliance en de praktijkervaring van Smit Ovens leidt tot nieuwe innovaties. De investering vanuit het Cleantechfonds is overigens geen subsidie, maar een investering die met rendement moet terugkomen.'

De investering vanuit het Cleantechfonds Brabant is een zogenoemde co-investering; ook het huidige management van Smit Ovens, aandeelhouder Active Capital Company en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland investeren mee. Wiro Zijlmans, directeur van Smit Ovens, hierover: 'Door de investeringen vanuit de verschillende partijen zijn wij in staat om het eerste exemplaar van de machine dit najaar aan Solliance uit te leveren. Het is een machine voor large area spatial ALD, oftewel spatieel gescheiden atoomlaagdepositie voor grote oppervlakten. Dit betekent dat wij straks in staat zijn met de machine speciale laagjes voor dunne filmzonnecellen aan te brengen. Deze laagjes verhogen niet alleen de prestatie en kunnen straks voor het eerst op grote oppervlakten toegepast worden.'

Gedeputeerde Bert Pauli (Economische Zaken en Bestuur): 'Als provincie Noord-Brabant willen wij in de toekomst verzekerd zijn van een betaalbare, betrouwbare en schone energievoorziening. Wij zien innovatie en verduurzaming als de juiste route naar duurzame energie. Investeren in technologie van bedrijven als Smit Ovens moet ervoor zorgen dat duurzame energie een van de exportpijlers van de Brabantse economie gaat worden. Door nu te investeren zijn wij één van de winnaars van de toekomst, met werkgelegenheid op de lange termijn voor deze regio.'

De bekendmaking van de eerste investering vanuit het Cleantechfonds valt samen met de opening van het nieuwe gebouw van Solliance door gedeputeerde Pauli. Smit Ovens is een van de bedrijven waarmee Solliance intensief samenwerkt. Smit Ovens-directeur Zijlmans is zelfs voorzitter van de industriële adviesraad van Solliance. Binnen Solliance werken kennisinstellingen ECN, TNO, Holst Centre, TU/e, imec en Forschungszentrum Jülich aan onderzoek en ontwikkeling voor de gehele keten van dunne filmzonnecellen: van nieuwe concepten en materialen tot pre-pilotproductiemachines en toepassingen. Solliance realiseert dit door de kracht van onderzoekers te bundelen, onderzoeksprogramma's af te stemmen en nauw samen te werken met het bedrijfsleven.

Solliance werd in 2010 opgericht met steun van de provincie Noord-Brabant. De BOM was vanaf de tekentafel betrokken bij het initiatief dat heeft geresulteerd in een investering van de provincie van 28 miljoen euro in Solliance. Met dat geld zijn onder meer de inrichting van het vandaag geopende laboratorium en de proefproductielijnen op High Tech Campus Eindhoven gefinancierd.


Over het Cleantechfonds Brabant
De provincie Noord-Brabant richtte eind november 2013 het Cleantechfonds Brabant op en bracht het onder bij de BOM. Het fonds kent een omvang van 12 miljoen euro en is bedoeld voor ondernemingen met innovaties op het gebied van nieuwe energietechnologie. De provincie richt zich met het Cleantechfonds op de combinatie van drie kansrijke energieclusters: zonne-energie, elektrisch rijden en intelligente netwerken.

Provincie stimuleert gebruik zonne-energie onder medewerkers

Medewerkers van de provincie Groningen kunnen vanaf vandaag zowel zonnepanelen kopen als huren via het project Samen Zon. Ook familie, vrienden en kennissen van medewerkers kunnen gebruik maken van de regeling, evenals Statenleden. In het project werkt de provincie samen met het bedrijf Solease.

Met het project Samen Zon biedt de provincie medewerkers, vrienden, kennissen, familie en Statenleden de mogelijkheid om via Solease door collectieve inkoop zonnepanelen aan te schaffen voor een aantrekkelijke prijs. Daarnaast kunnen er via Solease zonnepanelen gehuurd worden. Hierdoor kunnen ook mensen die niet kunnen of willen investeren overstappen op zonne-energie. Door de regeling ook voor familie, kennissen en vrienden van medewerkers open te stellen, hoopt de provincie met de regeling het gebruik van duurzame energie verder te stimuleren. Voor de installatie maakt Solease gebruik van lokale installateurs.

Verduurzaming van de economie is een van de belangrijke aandachtspunten in het beleid van de provincie Groningen. Er is al een aantal projecten ontwikkeld dat het besparen en zelf opwekken van energie makkelijker en aantrekkelijker maakt. Denk aan de Duurzaamheidslening met een zeer lage rente, of de Groninger Energiepremie, een subsidieregeling voor een aantal energiebesparende maatregelen. Op www.zonatlas.nl is te zien of uw dak geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen wanneer u in de provincie Groningen woont.

Groninger zonneboot klaar voor internationale botenrace

Op zaterdag 7 juni is de zonneboot van de Stichting Duurzame Ontwikkeling Groningen (SDOG) in Middelstum gedoopt door staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu. De boot vaart op zonne-energie en neemt deel aan de botenrace DONG Energy Solar Challenge op zaterdag 28 juni. De provincie Groningen heeft de loods beschikbaar gesteld waar de zonneboot is gebouwd.

Aan de DONG Energy Solar Challenge doen veertig tot vijftig teams van over de hele wereld mee in verschillende klassen. De teams bestaan uit jongeren met een technische achtergrond. De botenrace start op 28 juni in Blauwestad en gaat via Drachten, Sneek en Harlingen naar Leeuwarden, waar op 5 juli de finish is. In totaal leggen de deelnemers ongeveer 220 kilometer af. Het doel van de wedstrijd is om innovatieve initiatieven op gang te brengen en verder helpen te ontwikkelen. Tijdens het evenement is dan ook volop gelegenheid voor deelnemers

dinsdag 17 juni 2014

Het Nieuwe Wonen, de energiebespaarbeurs

Donderdag 19 juni, 16.00-21.00 uur, is de energiebespaarbeurs Het Nieuwe Wonen op het MBO College Hilversum, Arena 301. Op de beurs geven bedrijven uit de regio advies over de mogelijkheden om uw woning energiezuiniger te maken. De bedrijven kunnen een indicatie geven van de kosten en kunnen een offerte opmaken. Ook 3e jaars leerlingen van de opleiding Bouwkunde kunnen u adviseren. Zij zijn in de afgelopen periode intensief opgeleid door Takta Opleidingen, een ervaren opleider op het gebied van woninglabeling. Voor een betrouwbaar advies is het belangrijk foto’s en tekeningen van de betreffende woning mee te nemen.

De beurs Het Nieuwe Wonen toont aan de hand van schaalmodellen op ware grootte de isolatiemogelijkheden die per woning geschikt zijn. Ook geven de leerlingen demonstraties over bijvoorbeeld het na-isoleren van een dak. Zeer praktische tips en handvatten voor bewoners die zelf aan de slag willen gaan. Speciale aandacht op de beurs is er voor zonnepanelen en de nieuw geïntroduceerde Zonatlas.

Verbeterde storingsinformatie Stedin via apps en mobiele website

Weet Stedin al dat er een stroomstoring is? Hoe groot is de storing? Snelle reparatie door én informatie van Stedin is meer dan gewenst bij energieuitval. De netbeheerder geeft via haar eigen apps voor Apple en Android smartphones, tablets en een mobiele website (m.stedin.net) verbeterde informatie over grotere incidenten in haar werkgebied.

Op een interactieve kaart kan iedereen de grotere elektriciteits-, gasstoringen en gaslekkages in ons gebied zien en onder ‘actueel’ de bijbehorende updates en nieuwsberichten hierover volgen. Bezoekers die vanaf een mobiele telefoon of tablet de Stedinwebsite bezoeken komen hierop automatisch uit, via ‘meer’ kunnen ze doorklikken naar de traditionele, volledige website. De interactieve kaart is ook te zien op de reguliere Stedinwebsite.

Duurzaam energieverbruik Nederland beneden peil

In vergelijking met andere Europese landen loopt Nederland fors achter op het gebied van duurzame energie. Dat meldt energievergelijk.nl aan de hand van Europese onderzoeksgegevens van Eurostat. Slechts 4,5 procent van ons totale energieverbruik wordt geleverd door duurzame energiebronnen. Hiertoe behoren: wind- en zonne-energie, maar ook alternatieve bronnen, zoals geothermische energie, waterkracht en energie gewonnen uit biobrandstof. Dat betekent dat meer dan 95 procent van de Nederlandse energievoorziening op naam komt van niet-hernieuwbare bronnen, zoals gas, kolen en kernenergie. 

Het gemiddelde verbruik van duurzame energie ligt in Europa op 14,1 procent. Nederland komt met 4,5 procent verreweg niet aan dit percentage. Er zit ook weinig groei in ons duurzame energieverbruik, want in 2011 bedroeg het verbruikspercentage duurzame energie al 4,3 procent. Op dit moment doen alleen het Verenigd Koninkrijk (4,2 procent), Luxemburg (3,1 procent) en Malta (1,4 procent) het slechter dan wij. Scandinavische landen lopen voorop, want zo wordt meer dan 50 procent van het energieverbruik in landen als Noorwegen en Zweden geleverd door hernieuwbare bronnen.

Nederland heeft voor 2020 de doelstelling gezet om het verbruikspercentage te verhogen van 4,5 naar tien procent. Meer dan een verdubbeling ten opzichte van nu. Kenners geven aan dat deze doelstelling waarschijnlijk te hoog gegrepen is, tenzij we duurzame energie uit andere landen importeren. Zweden heeft zijn doelstelling voor 2020 nu al behaald.
In vergelijking met andere Europese landen loopt Nederland fors achter op het gebied van duurzame energie. Dat meldt