Pagina's

vrijdag 28 februari 2014

Huishouden gemiddeld 23 minuten zonder stroom

Een huishouden had in 2013 gemiddeld 23 minuten geen stroom en 1 minuut en 1 seconde geen gas als gevolg van een storing. Dat blijkt uit de jaarlijkse gas- en stroomstoringscijfers van brancheorganisatie Netbeheer Nederland. De cijfers zijn beter dan het jaar ervoor. In 2012 had een huishouden gemiddeld 27 minuten geen stroom en 1 minuut en 4 seconden geen gas. De betrouwbaarheid van het Nederlandse elektriciteitsnet was het afgelopen jaar ook 12% beter dan het vijfjaarlijks gemiddelde.
De belangrijkste oorzaak van gas- en stroomstoringen is nog steeds graafschade. Op het laagspanningsnet is 28% van alle stroomstoringen hierdoor veroorzaakt. Daarnaast komen in het elektriciteitsnet sluimerende storingen voor die veelal het gevolg zijn van graafschades in het verleden. Op laagspanningsniveau is overigens wel een kleine daling van het aandeel graafschades in de storingen te zien. Het is niet met zekerheid te zeggen of deze lichte daling het gevolg is van minder graafwerkzaamheden door de crisis, of door de extra aandacht die recentelijk is gegeven aan het voorkomen van graafschade. Op hoogspanningsniveau komen graafschades nauwelijks voor, omdat deze netten zich voor een belangrijk deel bovengronds bevinden.
Uit de in opdracht van de netbeheerders door KIWA en Movares Energy verzamelde cijfers blijkt, dat het aantal getroffen klanten per stroomstoring iets is afgenomen ten opzichte van het vijfjarig gemiddelde: 133 t.o.v. 137 (-2%). Een gemiddelde elektriciteitsstoring duurt 79 minuten. In totaal zijn 8,0 miljoen huishoudens en bedrijven op het Nederlandse elektriciteitsnet aangesloten en 7,1 miljoen huishoudens en bedrijven op het gasnet. Klanten kunnen een gas- of stroomstoring bij de netbeheerder melden via 0800-9009. Actuele informatie over storingen kan worden ingezien op www.gasenstroomstoringen.nl.

Netbeheerders investeren jaarlijks ruim twee miljard euro
Een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening vormt een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van de samenleving. De netbeheerders investeren jaarlijks ruim twee miljard euro in het energienet. Onder meer in nieuwe technologie, zoals storingssensoren die het mogelijk maken om een storing sneller te lokaliseren en zo duur en omvang van een eventuele storing te verkleinen. Daarnaast willen de netbeheerders het energienet klaarmaken voor de toekomst. Een toekomst waarin steeds meer duurzame energiebronnen zullen worden benut en de flexibiliteit van het net moet toenemen. Het Nederlandse energienet is één van de meest betrouwbare netten van Europa. Desondanks zijn storingen helaas nooit helemaal uit te sluiten

Warmste winter ooit voor 2.200 Friese huishoudens

Na ruim drie maanden hebben bijna 2.200 woningeigenaren de Friese energiepremie aangevraagd. Vanaf 1 november kunnen particuliere woningeigenaren maximaal € 2.400 subsidie krijgen voor energiebesparende maatregelen. Gemiddeld ontvangen de woningeigenaren € 681 subsidie. Populaire maatregelen zijn vloerisolatie en spouwmuurisolatie. In totaal is er voor € 1,4 miljoen aangevraagd. De Friese energiepremie is onderdeel van Wurkje foar Fryslân.
De provincie Fryslân wil investeren in woningen die minder energie gebruiken. Dat levert lagere woonlasten en een behaaglijk huis op. En het zorgt voor werkgelegenheid in de bouw.
Gevel-, dak- en vloerisolatie komen in aanmerking voor de Friese energiepremie. Ook spouwmuurisolatie, HR++ glas inclusief kozijn en zonneboilers komen in aanmerking. Zonnepanelen zijn niet in deze subsidieregeling opgenomen
Vanaf 1 november 2013 kunnen woningeigenaren een aanvraag indienen. De regeling loopt af als het subsidieplafond is bereikt. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland voert de regeling uit. Meer informatie over de regeling is te vinden op www.snn.eu of 050 – 5224924. Dit nummer is bereikbaar op werkdagen van 9.00-12.00 uur en van 13.30-16.30 uur


Vorig jaar bijna 5.300 energiediefstallen bij hennepkwekerijen gestopt

In 2013 zijn 5.294 hennepkwekerijen opgerold waar sprake was van energiediefstal. Dat maakt Netbeheer Nederland bekend namens alle regionale energienetbeheerders. Dit aantal ligt iets hoger (1,2%) dan een jaar eerder. In deze gevallen voor 140 miljoen kWh aan elektriciteit gestolen. Naar schatting wordt in totaal een miljard kWh voor hennepkwekerijen illegaal afgenomen. Dat is evenveel energie als alle huishoudens in de stad Den Haag verbruiken. Hennepkwekerijen veroorzaken grote veiligheidsrisico’s. Dagelijks breken meerdere branden uit als gevolg van ondeskundig aangelegde installaties. De netbeheerders doen er om die reden alles aan om energiediefstal tegen te gaan. Onder meer met de hennepgeurkaart.
Na een succesvolle pilot hebben de netbeheerders eind vorig jaar opnieuw de hennepgeurkaart gelanceerd. “Mensen denken dat hennep ruikt als een joint maar dat is niet zo. Met de hennepgeurkaart kunnen ze de geur van hennep leren kennen. Daardoor ontstaat bewustwording”, zegt Peter Jans-Rat van het Platform Energie Diefstal. Vermoedens van een hennepplantage kunnen worden gemeld bij de politie of bij Meld Misdaad Anoniem. De kaart is een samenwerkingsverband van politie, netbeheerders en gemeenten en is onder meer verspreid in Amstelveen, Tilburg, Heerlen, Breda, Den Haag en Rotterdam.
Uit de cijfers blijkt dat het aantal opgerolde kwekerijen waar sprake is van energiediefstal weliswaar is toegenomen, maar dat er minder energiediefstal is aangetoond (van 168 miljoen kWh in 2012 naar 140 miljoen kWh in 2013). Daaruit zou afgeleid kunnen worden, dat de omvang van een gemiddelde hennepkwekerij afneemt. Bijvoorbeeld omdat het aantal aantoonbare voorgaande kweken daalt. Ook kan risicospreiding door de henneptelers  een verklaring te zijn. Steeds vaker worden huizen die als gevolg van de crisis op de woningmarkt leeg staan, onderverhuurd aan malafide huurders voor een hennepkwekerij. Dit gaat gepaard met grote veiligheidsrisico’s voor de omwonenden vanwege de verhoogde kans op brand.

200 miljoen euro
De belangrijkste reden dat de energienetbeheerders energiediefstal willen stoppen, is de veiligheid en de betrouwbaarheid van het net. Daarnaast willen de netbeheerders de kosten door energiediefstal terugdringen. De marktwaarde van de gestolen energie bedraagt bijna 200 miljoen euro. Hiervan is 70 miljoen euro het nettoverlies van de netbeheerders dat voor 1/3 deel aan de consument en voor 2/3 deel aan grootverbruikers wordt doorberekend. In de overige 130 miljoen euro zit onder meer misgelopen BTW en energiebelastingen voor de overheid

Funderingspalen nieuw windpark op zee worden gemaakt in Roermond

Bij Sif Group in Roermond wordt op dit moment  gewerkt aan de productie van de 43 stalen funderingspalen voor windpark Eneco Luchterduinen. De palen zijn 70 meter lang, met een gewicht van 525 ton en een diameter van 5 meter. Zodra klaar worden ze 23 kilometer uit de kust van Noordwijk en Zandvoort in de zeebodem geheid , waarna de windmolens er rechtstreeks op worden gemonteerd. Deze innovatieve  techniek wordt nog betrekkelijk weinig toegepast.
Een flens is de platte rand aan het uiteinde van een buis. Omdat met de heihamer direct op de paal wordt geheid, was de flensverbinding van 30 centimeter breed een uitdaging tijdens het ontwerpproces. De torens van de windturbines worden daar namelijk rechtstreeks met bouten en moeren op bevestigd. Uiteindelijk koos het team ervoor de buitenste rand van de flens horizontaal te maken, zodat daar op geheid kan worden. De flens zelf loopt naar binnen toe licht af. Tijdens het heien blijft zo het oppervlak waar de bouten komen intact.
De productie van de funderingspalen is in november 2013 in Roermond gestart. De flenzen zijn gemaakt in Spanje en worden bij Sif Group op de palen gelast, waarna ze in de tweede helft van dit jaar vanuit Vlissingen door hoofdaannemer Van Oord op zee worden geïnstalleerd. Eind 2015 zal windpark Eneco Luchterduinen operationeel zijn en groene stroom opwekken voor bijna 150.000 huishoudens. Het windpark is een gezamenlijk project van het Japanse Mitsubishi Corporation en Eneco Groep.

donderdag 27 februari 2014

Consumentenbond: Goedkoop uit met groene stroom

Groene, duurzaam opgewekte stroom is nauwelijks duurder dan grijze stroom. Dat blijkt uit een onderzoek van de Consumentenbond. In een aantal gevallen zijn consumenten met een groen stroomcontract zelfs goedkoper uit. Het verschil tussen het goedkoopste groene en goedkoopste grijze contract is op het moment van de prijspeiling (januari 2013) €7 per jaar in het voordeel van groene stroom.
De Consumentenbond peilde de prijzen van een jaarcontract met vaste prijzen bij verschillende energieleveranciers. Bij Delta, Dong Energy en Electrabel betalen consumenten precies hetzelfde voor een groen als voor een grijs stroomcontract. Essent rekent voor zijn groenste product, Windkracht220, wel meer: dat is €35 per jaar duurder dan het grijze alternatief, 'Zeker 1 jaar grijs'. Energiedirect.nl hanteert een vaste toeslag van €24 per jaar voor groene stroom, ongeacht het verbruik.
Bedrijven als NLE en Greenchoice verkopen alleen groene stroom, maar daarin is wel onderscheid te maken tussen 'lichtgroen' en 'donkergroen'. Lichtgroene energie is bijvoorbeeld energie met een garantie van oorsprong (GVO) afkomstig van grootschalige Noorse waterkrachtcentrales. Dit is minder duurzaam dan energie opgewekt door Nederlandse windmolens (donkergroen). Bij NLE blijkt hun groenste energievorm, Nederlandse wind, nog geen procent duurder dan hun minst groene product (Scandinavische waterkracht).
Het hele onderzoek is te lezen in de Consumentengids van maart. Op de website van de Consumentenbond kunnen consumenten de prijzen en duurzaamheid van energieleveranciers vergelijken.

'Perfecte timing voor gemeentelijke duw in energiebesparing'

"Energiebesparing leeft steeds meer onder eigen woningbezitters. Er komen steeds meer ecowijken en bewonerscollectieven voor zonnepanelen en dergelijke. Die mensen wil je niet in een bureaucratisch moeras laten wegzakken. Gemeenten moeten deze actieve en betrokken burgers juist snel een zetje geven in de goede richting. Dan kunnen hele wijken energiezuinig worden en het levert ook duizenden banen op."
In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen roept Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, de lokale overheid op om de schouders eronder te zetten samen met lokale ondernemers en woningeigenaren. "Het gaat hier om kiezers die echt werk willen maken van duurzaamheid in en om huis. De timing is perfect. Juist dit jaar is het btw-tarief op woningverbetering nog laag. Ook is er nu een 'zachte' lening voor energiebesparing. Plus: het indicatief woninglabel komt eraan - en bouw- en installatiebedrijven ontwikkelen nu interessante aanbiedingen mét een energieprestatiegarantie. Dan weet de huiseigenaar dus ook zeker dat hij waar voor zijn geld krijgt. We zien dus nu dat het ene instrument op het andere gestapeld wordt. Kortom, nog nooit was het voor de gemeente zo makkelijk én gunstig om inwoners te stimuleren in energiebesparing.
"Er is in de afgelopen jaren al te veel blijven liggen. Particuliere eigenaren hebben zelf onvoldoende kennis van zaken. Ze weten niet precies wat te doen of waarmee te beginnen, of wat de kosten zijn, hoeveel energie ze kunnen besparen, et cetera. Dat is de ene kant. Maar aan de andere kant deden ook bouwers en installateurs te weinig aan marketing en acquisitie. Dat is niet zo heel gek, omdat ze zagen dat het onderwerp te weinig leeft bij het gros van de woningbezitters."
"Dat is sinds kort anders. Dankzij het SER Energieakkoord zijn er nu goedkope leningen. Uit een fonds van 300 miljoen euro kunnen particulieren bedragen lenen tussen de 2.500 en 25.000 euro, van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN). Ofwel via hun gemeenteloket, voor energiebesparende maatregelen die specifiek opgesomd worden in de regeling. Afhankelijk van de hoogte is de looptijd van de lening 7 tot 10 jaar, tegen een rente van 3 á 3,5%. Vergeleken met de hypotheekrente is dat goedkoop geld."
"Het is makkelijker dan ooit om goedkoop te lenen voor maatregelen die meteen je rekening verlagen. Veel corporaties zijn al ver hiermee. Maar de ruwweg 4 miljoen aarzelende particulieren zijn de grote achterblijvers. Om hen in beweging te krijgen, hebben we als bouwsector een plan in werking gezet met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), met een netwerk van lokale Rabobankvestigingen en met de non-profit-organisatie Meer Met Minder. Dat betekent een schat aan informatie en ondersteuning! Elk gemeentebestuur hoeft het wiel dus niet zelf uit te vinden, maar kan bij de VNG gewoon de goede voorbeelden en praktische tips ophalen. Ofwel: lange en dure onderzoeken zijn niet nodig. En zo is de tijd rijp om hele wijken duurzamer te maken en tegelijk duizenden banen te scheppen in de bouw. De ervaringen van de afgelopen jaren in onder meer Overijssel wijzen al die kant op."
"Gemeenten die de boot niet willen missen, moeten dus voluit hun steun geven aan lokale initiatieven. Dus met informatie alle enthousiastelingen goed op weg helpen, bij het opzetten van bewonersgroepen, maar ook over financiering en verder met alle praktische tips van de VNG. De woningeigenaar kan dan zo vertrouwen op onpartijdige informatie van de gemeente. Als de gemeente haast maakt, kunnen nieuwe lokale initiatiefnemers zo een vliegende start maken."

Windverenigingen en overheden zetten grote stap in ambitie windenergie

Met het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst hebben de windverenigingen –verenigd in de Federatie Windverenigingen Flevoland (FWF)- en de gezamenlijke overheden vertrouwen in elkaar uitgesproken. Hiermee is het sein gegeven voor het saneren en opschalen van windmolens in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. Onder de noemer ‘Wind werkt voor Flevoland’ werken de leden van de verenigingen samen met de overheden aan de ambitie voor windenergie in Flevoland; meer megawatt met minder molens en een mooier landschap. De samenwerkingsovereenkomst is op 20 februari 2014 ondertekend.

Gijs Sweep en Co’nn Rennen tekenden namens het FWF-bestuur, gedeputeerde Gijsberts namens de provincie en de heren Jansen (Lelystad), Engelvaart (Dronten), Dijksterhuis (Zeewolde) tekenden namens de betrokken gemeentes. Gijs Sweep: “Dit is voor het project een prachtige mijlpaal en een beloning voor het initiatief en het werk van de leden van de windverenigingen. Wij zijn als bestuur trots dat wij de verenigingen mogen vertegenwoordigen en volwaardig samenwerkingspartner zijn van de overheden in dit project.”

De windverenigingen en FWF werken de komende maanden hard om de ambities concreet te maken in een zogeheten projectplan. Doel is om meer opbrengst te genereren met minder molens en de nieuwe molens op ‘logische’ plekken te plaatsen, waardoor zij goed in het landschap passen. Naast meer opbrengst is ruimte voor financiële participatie voor inwoners ook een doel, alsook de versterking van de economie door meer werkgelegenheid. Naar verwachting worden de eerste nieuwe molens in 2017 geplaatst.

Eind maart/begin april kunnen inwoners en belanghebbenden meer over het windproject te weten komen tijdens informatiebijeenkomsten in Dronten en Zeewolde. Zij krijgen daar meer informatie over de plannen en kunnen hun mening en input geven. Op kan men informatie vinden over het project, de samenwerkende partners en de bijeenkomsten. Belangstellenden uit het buitengebied kunnen zich via de website aanmelden als lid van een windvereniging.

woensdag 26 februari 2014

Verenigingen van eigenaren vrezen warmtewet

Verenigingen van eigenaren zien grote problemen op zich afkomen; tenminste: als hun appartementengebouw is voorzien van een collectieve installatie voor warmte en warmwater. De kosten en administratieve lasten van deze VvE’s zullen naar verwachting sterk toenemen door de Warmtewet, die op 1 januari jl. in werking is getreden. Daarom houdt Stichting VvE Belang, belangenorganisatie voor VvE’s en appartementseigenaren, op woensdag 9 april een gratis voorlichtingsbijeenkomst over het onderwerp ‘Warmtewet en blokverwarming’. De bijeenkomst vindt vanaf 19.30 uur plaats in het Auditorium van het Congrescentrum van Achmea, Handelsweg 2 in Zeist. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden via de website van VvE Belang (www.vvebelang.nl) of telefonisch: 0162 469 120.
De Warmtewet heeft grote gevolgen voor de ca. 6.000 verenigingen van eigenaren die gebruik maken van een collectieve installatie voor warmte en warmwater (blokverwarming). Deze VvE’s zijn sinds 1 januari ‘warmteleverancier’, en dat brengt een fors aantal verplichtingen met zich mee: er moet een maximale warmteprijs worden berekend; de VvE moet leveringsovereenkomsten afsluiten en zich aansluiten bij een geschillencommissie etc. etc.
Lang niet alle VvE’s zijn op de hoogte van de gevolgen die de Warmtewet voor hen heeft. Dat kan tot grote problemen leiden. VvE Belang wil de VvE’s de helpende hand bieden door zo veel mogelijk praktische tips te geven. Dat gebeurt in samenwerking met Vastgoed Management Nederland (VGM NL) en Centraal Beheer Achmea (CBA).

Een vijfde van de Nederlandse duurzame energie komt uit het Noorden

Duurzame energie in het Noorden zit stevig in de lift. In 2012 is ruim een vijfde van de Nederlandse duurzame energie opgewekt in Drenthe, Fryslân, Groningen en Noord-Holland Noord. De regionale productie is daarbij met meer dan 10% gegroeid. Ruim 2 keer zo hard als landelijk. Hiermee kwam 8,4% van het noordelijke energiegebruik uit duurzame bronnen in de regio, terwijl het landelijk gemiddelde op 4,5% bleef steken. Dat en meer blijkt uit de jaarlijkse Energiemonitor, die de 3 noordelijke provincies en Energy Valley vandaag presenteerden.
Het aantal banen in de Noord-Nederlandse energiesector is in 2012 licht gedaald (-1%). De daling zit vooral bij installateurs en onderhoudsbedrijven. Het aantal vestigingen is wel gestegen. In totaal zijn er ruim 60 midden- en kleinbedrijven bijgekomen. Met bijna 32.500 directe, voltijdsbanen blijft de energiesector een belangrijke werkgever in de regio. Ruim een kwart van deze banen zit in de duurzame energie. Op basis van bestaande en geplande projecten wordt ook komende jaren fors geïnvesteerd in duurzame energie en energiebesparing in Noord-Nederland. Vooral op het vlak van wind- en bio-energie. Dit zal naar verwachting voor verdere groei in het aantal bedrijven en banen zorgen.
De Energiemonitor geeft jaarlijks een update van bestaande cijfers over energie in Noord-Nederland. De 3e editie is opgesteld in opdracht van de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen en stichting Energy Valley. De Energiemonitor Noord-Nederland is vrij beschikbaar en kan worden gedownload via www.energyvalley.nl

dinsdag 25 februari 2014

Provincie Noord-Holland kan zorgen 'windgemeenten' niet wegnemen

De snelheid van de totstandkoming van plannen voor windenergie blijft de vijf Noord-Hollandse gemeenten zorgen baren. Een dezer dagen werd namelijk duidelijk dat het provinciebestuur pas eind 2014 een besluit wil nemen over het mogelijk maken van nieuwe locaties. Hoe de ruil van molens voor nieuwe plekken georganiseerd gaat worden is nog onduidelijk. De vijf gemeenten vrezen een onnodig, ingewikkeld en langdurig proces. Zij zijn dan ook niet gerust op een vlotte, goede afloop.
De wethouders van de gemeenten Velsen, Diemen, Haarlemmermeer, Zaanstad en Amsterdam deden al eerder het aanbod om ruimte beschikbaar te stellen voor windmolens om zo mede invulling te geven aan de provinciale windopgave. De vijf tezamen hebben voor meer dan 200 megawatt aan plannen klaarliggen voor het opwekken van windenergie.
Maarten van Poelgeest, wethouder Klimaat en Energie van de gemeente Amsterdam: "Wij zijn verheugd dat de provincie gaat kijken naar nieuwe locaties, maar zijn teleurgesteld dat er niet meer tempo wordt gemaakt. Op verschillende plekken in onze gemeenten kan morgen gestart worden met de bouw van windturbines."
De wethouders Duurzaamheid van de gemeenten Velsen, Diemen, Haarlemmermeer, Zaanstad en Amsterdam hebben gesproken met de gedeputeerden Bond en Talsma van de provincie Noord-Holland over de plannen voor 'wind op land'. Aanleiding voor het overleg was het aanbod van de vijf gemeenten aan de provincie om bij te dragen aan de taakstelling 'wind op land'. Hierin heeft het Rijk met de provincies afgesproken in 2020 in totaal 6.000 megawatt windenergie op land mogelijk te maken. Op dit moment is het opgestelde vermogen ongeveer 2.140 megawatt. In 2020 moet in totaal 14% van de Nederlandse energiebehoefte duurzaam opgewekt worden.

Onduidelijk onderhandelingsproces

De provincie wil het aanbod van de gemeenten meenemen in haar onderzoek naar de haalbaarheid van verschillende locaties in de provincie. Parallel aan dit ruimtelijke proces wil de provincie in onderhandeling met eigenaren van bestaande windturbines, die wegens ouderdom, ruimtelijke onwenselijkheid of omdat zij alleen staan, plaats moeten maken voor nieuwe windmolens. De wethouders voorzien een complex en langdurig onderhandelingsproces, omdat er geen duidelijkheid bestaat over welke nieuwe projecten de provincie gaat toestaan.

Productie hernieuwbare elektriciteit daalt

De productie van hernieuwbare elektriciteit was 11,8 miljard kWh in 2013. Dat komt overeen met 10,1 procent van het totale elektriciteitsverbruik in Nederland en is 0,4 procentpunt minder dan in 2012. De elektriciteitsproductie uit biomassa daalde, de productie uit wind nam toe.
De productie van elektriciteit uit biomassa daalde met ongeveer een vijfde omdat elektriciteitscentrales 40 procent minder biomassa meestookten. De daling van het meestoken werd onder andere veroorzaakt door het gedeeltelijk aflopen van subsidie. De elektriciteitsproductie uit biomassa via andere technieken, zoals afvalverbranding en biogas, bleef stabiel.
De elektriciteitsproductie van windmolens nam in 2013 met 8 procent toe door uitbreiding van de capaciteit. De capaciteit van de Nederlandse windmolens steeg in 2013 met een kleine 300 megawatt tot ongeveer 2,7 duizend megawatt eind 2013. De uitbreiding was voor een belangrijk deel te danken aan het gereed komen van enkele grote parken met SDE-subsidie.
Het was voor het eerst sinds 2008 dat het windvermogen flink steeg. In 2013 kwam 45 procent van de productie van hernieuwbare elektriciteit uit windenergie.

Zonatlas laat mogelijkheden zien voor zonnepanelen

Wilt u zelf zonne-energie opwekken? Een zonatlas van de provincie Groningen laat over enkele maanden zien of een dak geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen. De provincie wil met deze zonatlas en de vorige week opengestelde duurzaamheidslening Groningers stimuleren te investeren in energiebesparende maatregelen
De zonatlas is een website waarop te zien is hoe een dak ten opzichte van de zon ligt. Zo wordt het voor eigenaren van panden in onze provincie duidelijk of het voordelig is om zelf zonne-energie op te wekken met zonnepanelen. Over enkele maanden zijn alle bijna 300.000 panden in de provincie in kaart gebracht. Het bedrijf Tetreader International b.v. doet de analyse en zet de resultaten op de website. Het bedrijf krijgt hiervoor 27.500 euro.
Gedeputeerde Wilpstra: "We willen meer aan energiebesparing doen. Dan moet je niet alleen  zuinig omgaan met energie, maar ook kijken of je het op een andere manier kunt opwekken. Zonnepanelen zijn populair. Dat merken we steeds meer. De situatie in ons land is nog niet zoals in Duitsland, waar je zo langzamerhand op bijna ieder dak panielen ziet."

maandag 24 februari 2014

Nederland in top 3 duurste gasprijzen West Europa

De Nederlander betaalt meer voor zijn aardgas dan de meeste andere burgers uit Noord-West Europa. De betrekkelijk hoge gasprijs wordt enigszins gecompenseerd door het Nederlandse stroomtarief, dat onder de goedkoopste tarieven van Noord-West Europa valt.
In 2013 waren in Noord-West Europa alleen de Zweden en Denen meer kwijt per kWh gas. In ons land wordt de gasprijs in m3 berekend, wat neerkomt op 65 eurocent per m3. Opvallend is dat Nederland wat de gasvoorziening betreft in 2007 nog ongeveer op hetzelfde prijspeil zat als Duitsland. Door verschillende belastingverhogingen is ons aardgas inmiddels 1,5 eurocent hoger geprijsd per kWh dan dat van onze oosterburen. De Nederlandse overheid besloot daartoe om zo duurzame energie-investeringen te stimuleren.
Een andere verklaring van de hogere Nederlandse gasprijs is het feit dat Nederland zijn gasvoorraad grotendeels exporteert naar andere Europese landen. Nederland importeert goedkoper gas uit Rusland en kan zo flink verdienen aan de export van zijn eigen aardgas.
Wel betaalt de Nederlander een betrekkelijk lage prijs voor zijn elektriciteit. Volgens Eurostat was dat vorig jaar 19,6 eurocent per kWh. Alleen in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk betalen consumenten nog minder voor hun stroomvoorziening. De Fransen betalen 14,7 en de Britten 17,4 eurocent. De stroomprijs ligt in Denemarken het hoogst, zo’n 30 eurocent per kWh. Dit wordt als het aan de Europese Unie ligt opgelost door een interne elektriciteitsmarkt te vormen. Hierin moeten alle lidstaten dezelfde stroomtarieven hanteren. Die markt zorgt kortom voor een gelijk tarief dat voor alle lidstaten geldt. Nog dit jaar wil de Europese Commissie de interne Europese elektriciteitsmarkt lanceren.
Sophie van der Zee, hoofdredacteur van Goedkoopsteenergie.nl benadrukt dat het ondanks zo’n interne elektriciteitsmarkt relevant blijft voor consumenten om de verschillende aanbieders in de gaten te houden. “Aanbieders doen er alles aan om nieuwe klanten binnen te halen en dus gooien zij welkomstpremies en kortingen in de strijd om hun concurrentie af te troeven. Hier kan de consument slim van profiteren,” aldus Van der Zee van Goedkoopsteenergie.nl.
De Poolse oud-premier en huidig Europarlementariër Jerzy Buzek stelt dat een interne Europese energiemarkt een eind maakt aan de verschillende landelijke energieprijzen binnen de Europese Unie. Daardoor zullen in elke EU-lidstaat dezelfde gas- en stroomprijzen worden gehanteerd. Volgens Buzek zijn lagere prijzen een logisch gevolg van die ontwikkeling. Bovendien adviseert hij dat Brussel net als Amerika aan schaliegasboringen moet denken.

UT hofleverancier finalisten Shell Bachelor Master Prijs

UT-studenten Martin Bos, Rolf Postma en Robin Vet behoren tot de zes finalisten van de Shell Bachelor Master Prijs. Tijdens deze competitie, die dit jaar voor de negende keer plaatsvindt, daagt Shell technische afstudeerders uit een bijdrage te leveren aan de toekomstige energievoorziening. Op 11 maart verdedigen de onderzoekers hun werk tijdens de finale en zal ook de publieksprijs worden toegekend.
Rolf Postma en Robin Vet zijn beiden in de race voor de beste bachelorscriptie. Rolf, student Chemical Engineering, deed onderzoek naar een nieuwe, goedkope katalysator voor het vergassen van biomassa op lage temperatuur om biobrandstoffen te produceren. De positieve uitkomsten brengen een duurzamere brandstofproductie dichterbij.
Robin, ook student Chemical Engineering, deed onderzoek in Italië naar het onttrekken van oliën uit algen, ten behoeve van derde generatie biobrandstoffen. Deze kunnen dienen als duurzaam alternatief voor fossiele brandstoffen. Het is hem gelukt om een efficiëntere maar bovenal energiezuinige en duurzame methode te ontwikkelen.

Opslag duurzame energie
 Martin Bos, student Chemical Engineering, dingt mee naar de prijs voor de beste masterscriptie. Martin ontwikkelde een concept voor een efficiënte en geheel hernieuwbare productie van methanol waarbij gasvormige producten omgezet worden in vloeibare producten. De techniek kan worden ingezet om een overschot aan elektriciteit tijdelijk op te slaan. Het onderzoek speelt hiermee in op de zoektocht naar een grootschalige opslagtechniek, om bijvoorbeeld de energie afkomstig van windparken in de nachturen te bufferen.
Tijdens de landelijke finale op 11 maart, die plaatsvindt in Shell Technology Centre Amsterdam, zullen de finalisten met een elevator pitch hun scripties presenteren aan een jury. Rector Ed Brinksma van de UT maakt deel uit van die jury. De winnaars gaan naar huis met mooie prijzen; de prijs voor de beste bachelorscriptie is 2.500 euro en de prijs voor de beste masterscriptie is 5.000 euro.
 Naast de juryprijzen wordt er op 11 maart een publieksprijs uitgereikt, waarvoor de studenten zoveel mogelijk stemmen moeten verzamelen via een online stemmodule. Stemmen kan tot en met 7 maart.

vrijdag 21 februari 2014

Alliander werkt aan een duurzame toekomst

De omzet van netbeheerder Alliander is gestegen van 1.674 miljoen euro in 2012 naar 1.744 miljoen in 2013. Het resultaat na belastingen steeg van 224 miljoen in 2012 naar 288 miljoen in 2013. De uitvalduur elektriciteit komt uit op 24,0 minuten, lager dan in 2012 (24,5 minuten).
'Het jaar 2013 stond in het teken van keuzes voor de toekomst van onze netten', aldus Peter Molengraaf, bestuursvoorzitter van Alliander. 'Enerzijds blijven we werken aan onderhoud en vervanging van onze elektriciteits- en gasnetten. Anderzijds bereiden we ons voor op een toekomst waarin het energielandschap sterk verandert. In 2013 hebben wij verdere stappen gezet om de infrastructuur geschikt te maken voor die veranderende energievoorziening. Bijvoorbeeld door de keuze voor een draadloos mobiel telecommunicatienetwerk voor het uitwisselen van alle informatie met de netten. En daarmee gaan we de komende jaren verder.' De impact van de energietransitie wordt steeds duidelijker. Er wordt bijvoorbeeld steeds meer duurzame energie opgewekt en dat heeft op termijn grote gevolgen voor de netten.
Mede om tariefdalingen vanaf 2014 op te vangen werkt Alliander ook de komende jaren aan het verhogen van effectiviteit en efficiency. Daarbij richt de organisatie zich op het verder verlagen van de kosten van operationele werkzaamheden. De eerste resultaten zijn onder meer zichtbaar in de daling van de indirecte kosten en ontwikkelingen op het gebied van huisvesting. De komende jaren concentreert Alliander zich op een beperkt aantal centraal gelegen locaties.
In opdracht van de gemeente Nijmegen en Alliander wordt in Nijmegen een warmtetransportnet aangelegd. Op termijn voorziet dit transportnet meer dan 10.000 nieuwe woningen van warmte die afkomstig is van een nabijgelegen afvalverwerkingsinstallatie. Het milieuvriendelijke warmtenet levert tot 70 procent minder CO2-uitstoot op ten opzichte van warmtevoorziening met HR-gasketels. In 2013 startten de werkzaamheden voor de aanleg van het ruim 6 kilometer lange leidingtracé. De totale projectkosten hiervoor bedragen circa Euro 20 miljoen.
In regio's waar Alliander actief is bevinden zich in totaal ruim 1030 openbare laadpunten voor elektrische auto's, waarvan er meer dan 300 zijn gerealiseerd in 2013. Die realisatie gebeurde onder meer door Stichting e-laad, een initiatief van de samenwerkende netwerkbedrijven. In een concessie heeft de gemeente Arnhem Alliander Mobility Services de exclusieve rechten gegeven om een netwerk van laadpalen voor elektrische auto's te leveren en te exploiteren. Het aantal oplaadpunten zal in de komende periode verder worden uitgebreid.



Nederlandse bedrijven actief in gassector Mozambique

De handelsmissie van 25 Nederlandse bedrijven naar Mozambique onder leiding van minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) kan op enthousiaste belangstelling rekenen van Mozambikaanse ondernemers en overheid. Tijdens de missie vonden er verschillende evenementen en ontmoetingen met ministers en potentiële zakenpartners plaats die de samenwerking tussen ondernemers uit beide landen versterken.
De focus van de missie ligt op kansen voor Nederlandse bedrijven op het gebied van gaswinning en (maritieme) infrastructuur. Mozambique is een ontwikkelingsland, maar zal door de recente gasvondsten de komende jaren economisch snel gaan groeien. In het land is een gasveld gevonden dat drie keer zo groot is als de gasbubbel in Groningen. De verwachting is dat dit de staatskas vanaf 2018 vele miljarden op zal gaan leveren. 'Nederland heeft Mozambique veel te bieden op het gebied van gaswinning', aldus Ploumen. 'Nederlandse expertise biedt oplossingen voor de uitdagingen en problemen waar Mozambique vandaag de dag tegenaan loopt. De maritieme infrastructuur en de gassector zijn een paar voorbeelden waar grote kansen liggen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Een samenwerking dat kan leiden tot wederzijds voordeel.'
Ploumen ziet graag dat ook de lokale ondernemer en de armste bevolkingsgroepen in Mozambique profiteren van de toekomstige inkomsten. 'Daarom steunen we bijvoorbeeld initiatieven waarbij lokale producenten zoveel mogelijk worden betrokken en projecten waarbij landrechten goed worden vastgelegd', zegt Ploumen. 'Mozambique heeft de komende jaren de kans om de armoede achter zich te laten. Hopelijk gaat dat ook lukken.'

TenneT en Copenhagen Infrastructure Partners investeren samen in netaansluiting voor windparken

TenneT en CIP (Copenhagen Infrastructure Partners) uit Denemarken gaan samen investeren in DolWin3, een offshore aansluiting van 900 megawatt (MW) voor windparken op de Duitse Noordzee. Met een toegezegde kapitaalinjectie van 384 miljoen euro, via de investeringsmaatschappij CI Artemis K/S, krijgt CIP een economisch belang van 67 procent en een stembelang van 49 procent in dit duurzame energie project. De investeringsmaatschappij wordt gefinancierd door het Deens pensioenfonds PensionDanmark. De totale constructiekosten voor de offshore verbinding bedragen naar verwachting 1,9 miljard euro.
Mel Kroon, CEO van TenneT: "Ik ben blij dat wij met CIP een partner hebben gevonden waarin kennis van duurzame energie en een duidelijke lange termijn visie verenigd zijn. TenneT ontwikkelt tot en met 2019 dertien aansluitingen voor windenergie op zee met een totale transportcapaciteit van 8 GW. De nieuwe Duitse coalitiepartners hebben als doel gesteld dat er in 2023 een geïnstalleerde opwekkingscapaciteit van 6,5 GW (Duitse Noordzee en Oostzee) moet zijn." TenneT-CFO, Otto Jager vult aan: "De interesse bij investeerders voor onze Duitse offshore projecten is aanzienlijk. De investering van CIP markeert ons vermogen om eigen vermogen (equity) van buiten aan te trekken en versterkt onze financiële kracht. Met deze transactie TenneT heeft een gezonde financiële basis voor het uitvoeren van haar onshore en offshore investeringsplannen."

Provincie stimuleert duurzaam en innovatief werken aan de weg

De provincie Groningen gaat aannemers stimuleren om bij projecten op het gebied van weg- en waterbouw duurzaam en innovatief te werken. Hiervoor heeft de provincie op maandag 10 februari de Green Deal Duurzaam GWW getekend. De Green Deal Duurzaam GWW is een bekrachtiging van de samenwerking tussen overheden, marktpartijen en kennisinstituten.
Het samenwerkingsverband Duurzaam GWW heeft werkmethoden ontwikkeld, waarmee het voor het bedrijfsleven gemakkelijker wordt gemaakt om duurzaam en innovatief te werken bij projecten die te maken hebben met weg- en waterbouw. Om ervaring op te doen met deze werkmethoden kiest de provincie dit jaar vijf projecten uit. Vanaf volgend jaar gaan we standaard met deze methoden werken.
Eerder tekenden partijen als de rijksoverheid, ProRail, een aantal gemeenten en provincies en Bouwend Nederland al de overeenkomst. Op 10 februari zetten naast de provincie Groningen ook de provincies Drenthe, Flevoland en Noord- en Zuid-Holland hun handtekening.

donderdag 20 februari 2014

‘Fietsbattle’ bij opening oplaadzuil elektrische fietsen

Dirk de Jager, portefeuillehouder milieu van Stadsdeel West, 'fietst' op donderdag 20 februari om 16.00 uur officieel de oplaadzuil voor elektrische fietsen, scooters en scootmobielen in gebruik. De zuil staat op het trottoir voor de ingang van het stadsdeelkantoor op het Bos en Lommerplein. Bij de ingebruikname van de zuil vindt er een ‘fietsbattle' plaats tussen Dirk de Jager en Jupijn Haffmans, directeur van De Gezonde Stad.
De oplaadzuil is de eerste in Amsterdam die volledig zelfvoorzienend is vanwege de bovenop geplaatste zonnepanelen. Gelijktijdig kunnen de accu's van vier elektrische fietsen, scooters of scootmobielen via de zuil worden opgeladen. De stroomvoorziening voor de fietsapparatuur tijdens de opening wordt ook geregeld via de oplaadzuil. Dirk de Jager: "West wil het milieuvriendelijkste stadsdeel zijn. Deze oplaadzuil is een cadeau van het Stadsdeel aan bezoekers aan het stadsdeelkantoor om met gratis zonne-energie de accu van hun fiets of scooter op te laden."
Voorafgaand aan de ‘fietsbattle' komen Dirk de Jager en Jupijn Haffmans met een elektrische scooter naar de zuil gereden, waar zij de scooters op zullen laden. Jupijn Haffmans: "Het voordeel van een elektrische scooter boven een exemplaar dat op benzine rijdt, is dat een elektrische scooter bijna geluidloos en uitstootvrij is". De Gezonde Stad heeft in Amsterdam al 40 openbare oplaadpunten geplaatst. Een overzicht van alle laadpunten is te vinden in de gratis GezondeStad-app en de online Groene Gids: www.degezondestad.org/de-groene-gids/.

Ploumen opent biogasfabriek in Tanzania

Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) heeft woensdag in Tanzania een fabriek voor biogasinstallaties geopend. De joint venture tussen het Nederlandse SimGas en een Tanzaniaanse kunststofproducent wil schoon koken op biogas mogelijk maken voor de vele arme gezinnen in de rurale gebieden van het land.
De grote hoeveelheden aardgas die voor de kust van Tanzania zijn gevonden, zullen bij gebrek aan een gasleidingnet niet snel beschikbaar komen in de afgelegen dorpen. Daar kookt men nu vooral op hout, steenkool en kerosine. De rook die ze daardoor inademen is zeer schadelijk. Elk jaar sterven zo wereldwijd 4 miljoen mensen – vooral vrouwen en kinderen.
‘Dat zijn meer sterfgevallen dan door aids en malaria bij elkaar opgeteld. Bovendien worden veel bossen gekapt voor brandhout en draagt de uitstoot van roet en CO₂ bij aan klimaatverandering. Alle reden om te zorgen dat er alternatieven beschikbaar komen’ aldus Ploumen.
De fabriek moet per jaar 12.500 betaalbare biogasinstallaties gaan produceren. Daarmee kan een gezin methaangas halen uit mest en organisch afval. Het gas kan worden gebruikt voor verlichting en koken.
Nederland is met ontwikkelingssamenwerking al jaren actief om schoon koken te bevorderen. Met succesvolle programma’s van SNV en Hivos zijn in de afgelopen jaren al meer dan 3 miljoen mensen in Azië overgestapt op biogas.

Autoschadeherstelbedrijf gecertificeerd voor reparatie van elektrische voertuigen

Autoschade Service Vermaire in Haarlem is klaar voor de komst van elektrische en hybride voertuigen die onder hoogspanning staan. Vooruitlopend op de nieuwe veiligheidsnorm in de automotive sector zijn vijf monteurs klaargestoomd om deze wagens veilig en vakkundig te herstellen. 
Het autoschadeherstelbedrijf in Haarlem is een van de eerste bedrijven in de regio Noord-Holland die klaar is voor herstelwerkzaamheden aan elektrische en hybride voertuigen.  ‘Het is de nieuwe generatie auto’s en ons familiebedrijf gaat absoluut met zijn tijd mee. We volgen ontwikkelingen in de automotive sector nauwlettend, waarbij veiligheid en kwaliteit al 22 jaar onze grootste aandachtspunten zijn’, vertelt Dennis Petrus, directeur van ASN Vermaire Haarlem.
‘Zodra we hoorden over de nieuwe veiligheidsnorm , staken mijn broers Martin, Ferdi en ikzelf de koppen bij elkaar om de nodige voorbereidingen te treffen. Klanten met een elektrisch voertuig moeten goed geholpen worden met een reparatie die kwaliteit uitstraalt. Die behoefte leeft echt enorm onder eigenaren van elektrische voertuigen, heeft Martin als leidinggevende in het klanten contact center gemerkt’, vertelt Dennis Petrus. ‘Vandaar dat we meteen zijn gaan kijken wat we nodig hebben om elektrische wagens goed en veilig te kunnen herstellen, want het is minstens zo belangrijk dat onze monteurs veilig werken. Als dat niet mogelijk is, dan besluit Ferdi als werkplaatschef en verantwoordelijke voor de kwaliteit simpelweg dat de werkzaamheden voorlopig niet uitgevoerd mogen worden.’
Volgens Petrus vergen reparaties van elektrische wagens nu eenmaal meer aandacht op het gebied van veiligheid. ‘Een verkeerde handeling kan ernstige gevolgen hebben voor zowel de auto als de monteur. Daarom hebben we speciale veiligheidsprotocollen opgesteld. Zo zetten we de werkplek rondom het voertuig duidelijk zichtbaar af, meten we of de wagen onder hoogspanning staat en gebruiken we speciaal geïsoleerd gereedschap om de wagen “stroomloos” te zetten. Hierbij gebruiken we speciaal geïsoleerde tangen en schroevendraaiers en geïsoleerde handschoenen.’

Technische kennis
Van welk merk de elektrische auto is, maakt voor ASN Vermaire in Haarlem niet uit. ‘We kunnen overweg met alle soorten elektrische en hybride wagens. We hebben onze monteurs hun technische kennis van elektronische systemen laten bijspijkeren, zodat ons autschadeherstelbedrijf up-to-date en klaar voor de toekomst is. Nieuwe ontwikkelingen pakken we onmiddellijk op, zodat onze specialisten altijd voldoen aan alle normen en werken met de laatste inzichten op het gebied van elektronische voertuigen en hun elektronische systemen. Alleen dan kunnen ze reparaties goed uitvoeren.’
Het Noord-Hollandse autoschadeherstelbedrijf behaalde in 2013 al de HIQURE-erkenning van branchevereniging FOCWA. Dit kwaliteitslabel krijgt een autoschadeherstelbedrijf wanneer het voldoet aan alle kwaliteitseisen en -normen voor het veilig en deskundig herstellen van een auto met de fabrieksvoorschriften als uitgangspunt. 

woensdag 19 februari 2014

Greenpeace dient internationale klacht in over vergunning Borssele

Greenpeace wendt zich tot twee internationale commissies met een klacht over de vergunning die de kerncentrale Borssele twintig jaar langer open houdt. Deze vergunning werd vandaag door de Raad van State in stand gelaten, ondanks de bezwaren van milieuorganisaties. Voor Greenpeace is dit aanleiding om een internationale klacht in te dienen over het feit dat er geen Milieueffectrapportage (MER) is opgesteld.
Een MER is nodig om de milieugevaren goed in beeld te krijgen als de uit de jaren zeventig stammende centrale in Borssele langer open mag blijven. ‘Wij hebben reden om aan te nemen dat het achterwege laten van een MER in strijd is met het Espoo-verdrag’, legt Jorien de Lege van Greenpeace uit.
In de internationale verdragen Espoo en Aarhus is vastgelegd dat verregaande publieksconsultatie in milieuaangelegenheden en uitgebreid onderzoek naar de milieueffecten verplicht zijn. Immers, als het mis gaat bij de kerncentrale in Borssele, dan heeft dit niet alleen gevolgen voor Nederland. Ver buiten de landsgrenzen zijn er risico’s voor mens en milieu.
Als Greenpeace in het gelijk wordt gesteld, eist de milieuorganisatie een MER bij het eerstvolgende moment dat de inspectie toestemming moet geven voor het heropstarten van de kerncentrale.


BovenIJ ziekenhuis haalt brons op milieuprestaties

Steeds meer ziekenhuizen werken met de 'Milieuthermometer Zorg': een praktisch systeem dat organisaties handvatten biedt bij het verduurzamen van hun bedrijfsvoering. Op initiatief van de Amsterdamse wethouder Maarten van Poelgeest hebben de Amsterdamse ziekenhuizen vorig jaar november een convenant opgesteld waarin zij zich committeren aan het verbeteren van hun milieuprestaties. Het BovenIJ ziekenhuis is het eerste Amsterdamse ziekenhuis dat na ondertekening van het convenant het bronzen certificaat ontvangt. Dat houdt in dat het ziekenhuis meer doet dan alleen voldoen aan de milieuwetgeving.
Amsterdamse wethouder Maarten van Poelgeest: "De Amsterdamse ziekenhuizen maken zich samen sterk voor het reduceren van de milieubelasting en het verder verbeteren van hun milieuprestaties. Het is goed te horen dat de afspraken in het convenant ook daadwerkelijk worden doorgevoerd. Ik hoop dat meer ziekenhuizen het voorbeeld van het BovenIJ ziekenhuis volgen."
Het Milieuplatform Zorgsector en de stichting Milieukeur hebben het certificatieschema 'Milieuthermometer Zorg' ontwikkeld, waar alle eisen in genoemd staan. Adriaan van Engelen, coördinator van het Milieuplatform: "Met de ondertekening stellen de ziekenhuizen zich ten doel om certificaten te behalen van de 'Milieuthermometer Zorg', een instrument om de milieuprestatie en het milieumanagement blijvend te verbeteren en om personeelsleden, cliënten, bezoekers en overheid inzicht te geven in de resultaten. Het BovenIJ ziekenhuis heeft nu het bronzen certificaat gehaald, waarmee zij aantonen zich medeverantwoordelijk te voelen voor een gezonde leefomgeving en een duurzame wereld."
Bestuurder Edwin van der Meer: "We hebben in het BovenIJ ziekenhuis gestimuleerd om met elkaar na te denken over hoe je duurzaam kunt ondernemen in een ziekenhuis. Niet alleen ziekenhuisbreed, ook als individu." Hij benadrukt dat ook kleine bijdragen helpen. "Niet onnodig het licht aanlaten, je computer echt uitzetten, niet altijd alles printen, als je print dubbelzijdig en bij voorkeur niet in kleur. Je kunt er ook als hele afdeling over nadenken. Hoe gaan we om met ons afval, welke disposables gebruiken we allemaal? Eigenlijk zou je bij alles moeten denken: hé, is dit duurzaam? Naast dat we in ons ziekenhuis een commissie hebben die zich specifiek bezighoudt met Arbo & Milieu is het ook de verantwoordelijkheid van iedere individuele medewerker. Ons motto 'Zorg goed voor elkaar' houdt ook in: zorg goed voor het milieu. We zijn trots op onze bronzen medaille en gaan nu op weg naar zilver."

Opkomst schone auto’s vraagt om nieuw beleid

Een te breed scala aan duurzame vervoersmiddelen zal alleen maar averechts werken, zegt promovendus Alexander van der Vooren. Daarbij zal de overheid ook ambitieuze langetermijndoelen moeten stellen, vindt hij. “Radicaal nieuwe opties hebben in tegenstelling tot benzine- en dieselauto’s wel de potentie geen schadelijke uitlaatgassen te produceren.”
Het gebruik van fossiele brandstoffen in vervoersmiddelen zorgt voor een hoge uitstoot van koolstofdioxide en is niet duurzaam. Gelukkig vinden alternatieve brandstoffen steeds meer een weg naar de consumentenmarkt. We moeten echter selectief zijn in die alternatieven, concludeert promovendus Alexander van der Vooren. Het ene alternatief kan de ander flink in de weg zitten. Daarnaast is het belangrijk dat de overheid begint met het stellen van ambitieuze langetermijndoelen, die concrete prikkels geven aan autofabrikanten om te investeren in het succes van alternatieven. We moeten daarentegen terughoudend zijn met fiscale maatregelen die benzine- en dieselauto’s stapje voor stapje zuiniger maken. Deze maatregelen zijn weliswaar effectief maar remmen ook de opmars van nieuwe schone alternatieven.
“Een overdaad aan alternatieven voor fossiele brandstoffen werkt niet”, vertelt Van der Vooren. “Voor de uitrol van nieuwe infrastructuren, zoals tankstations en oplaadpalen, is een hoop geld nodig. Consumenten zullen namelijk alleen massaal voor één van deze alternatieven kiezen als er voldoende infrastructuur voor is en als de prijs lager wordt. In mijn proefschrift laat ik zien dat het verstandig is opties te selecteren waarvan de één ook de opmars van de ander stimuleert. Bijvoorbeeld technologieën die gebruik maken van dezelfde infrastructuur, zoals plug-in hybrides die een opstap kunnen zijn naar volledig elektrisch rijden.
”Aan de hand van simulaties concludeert Van der Vooren in zijn proefschrift dat de opmars van één techniek de andere flink kan remmen, waardoor we nog lang door blijven rijden met benzine- en dieselauto’s.
“Als we met zijn allen naar een duurzamere samenleving willen werken, kunnen we beter direct overstappen op auto’s die in potentie schoon zijn”, concludeert Van der Vooren. “Daarnaast is het slim als de overheid snel begint met het stellen van ambitieuze langetermijndoelen om autofabrikanten te prikkelen nieuwe en duurzame auto’s op de markt te brengen.”Alexander van der Vooren promoveert onder toeziend oog van prof. dr. Marko Hekkert. “Dit proefschrift modelleert de complexe innovatiedynamiek rond schone autotechnologie op een elegante manier. Hierdoor geeft het concreet inzicht in wat beleidsmakers wel en niet moeten doen om duurzame autotechnologie te versnellen”, aldus Hekkert.

Provincie onderzoekt mogelijke ruimte windmolens Noordzeekanaalgebied

Uit het aanbod voor windenergie van de gemeenten Amsterdam, Diemen, Zaanstad, Velsen en Haarlemmermeer blijkt dat de locaties voor windmolens in het Noordzeekanaalgebied het meest kansrijk zijn om deel uit te gaan maken van de provinciale herstructureringsopgave voor wind op land.
Dat heeft de provincie de vijf gemeenten donderdagmiddag in een bestuurlijk overleg laten weten. Met de herstructurering wil de provincie de komende jaren 105,5MW aan windenergie op land realiseren door oude molens te laten vervangen door nieuwe, waarbij er voor elke twee molens maar één terug zou mogen komen.
De vijf gemeenten hadden er in een brief gezamenlijk bij de provincie voor gepleit om de milieueffectrapportage (PlanMER) voor de herstructurering niet uit te voeren om zo de procedure te versnellen. Ook lag er een verzoek om de windplannen van de vijf gemeenten voorrang te verlenen bij het aanwijzen van de locaties die voor herstructurering in aanmerking zouden komen. De provincie houdt echter in het kader van een transparante en zorgvuldige afweging van mogelijke locaties vast aan het uitvoeren van de PlanMER. Ook kan de provincie de gemeenten geen voorrangspositie bieden, omdat er elders in de provincie nog andere potentiële herstructureringsprojecten in ontwikkeling zijn. Met het vastleggen van de ruimte voor 105,5MW benodigde energie kan worden voldaan aan de afspraken met het Rijk over de volledige 685,5MW.
De gemeenten hebben er begrip voor dat er ook andere locaties en initiatieven zijn in de provincie die in aanmerking zouden kunnen komen voor herstructurering. Daartegenover heeft de provincie op haar beurt benadrukt dat verscheidene locaties die door de gemeenten zijn aangedragen meegenomen kunnen worden in de afweging om uiteindelijk tot de lijst met herstructureringslocaties te komen. Het aanbod van de vijf gemeenten wordt meegenomen in het totale aanbod.

Nederland heeft wereldprimeur met eerste zonne-energiegids

Deze maand gaat het nieuwe zonne-energieseizoen van start. Evenals in voorgaande jaren zullen weer honderdduizenden mensen op zoek gaan naar een aantrekkelijke set zonnepanelen. Daarbij ligt de nadruk meestal op goedkoop, wat in veel gevallen niet de beste motivatie is. Dat  is althans de ervaring van Arjan Eikelenboom, 'solar energy advocate' en initiatiefnemer van de informatieve website MisterSunshine.net. Vanuit zijn achtergrond en ervaring schreef Arjan Eikelenboom de eerste zonne-energiegids: Op Zonnekracht Vooruit.
Het doel van Arjan Eikelenboom met de zonne-energiegids is om de voordelen van zonne-energie inzichtelijk en voor iedereen bereikbaar te maken. Dat is iets waarmee de markt zelf en de overheid nog altijd worstelt. Het gevolg is dat de zonne-energiemarkt zich in belangrijke mate als een ongeleid projectiel heeft ontwikkeld, waardoor het voor de consument maar ook voor bedrijven een hels karwei is om een professional te vinden die de mensen objectief kan adviseren. Oftewel, de markt is een stuurloos schip dat wel een kapitein met visie kan gebruiken. De uitgave bevat de noodzakelijke informatie om op gedegen gronden een aankoopbeslissing te nemen, maar ook om de wereld van zonne-energie beter te begrijpen.
De zonne-energiegids wordt in de komende periode in een aangepaste versie ook in het buitenland uitgegeven. Op Zonnekracht Vooruit is in paperback en als e-book verkrijgbaar.

CWI: Optimaal investeren in kernenergie

Onderzoekers van het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI), TU Delft en NRG hebben een nieuwe methode ontwikkeld die een optimale strategie voor investeringen in kerncentrales berekent. De methode gebruikt technieken uit de financiële wiskunde om de economie van een nieuwe generatie duurzame en veiligere kernreactors door te rekenen. Onderzoeker Shashi Jain promoveerde maandag 10 februari 2014 op dit onderzoek aan de TU Delft.
Kernenergie is op dit moment verantwoordelijk voor 15% van de energieproductie wereldwijd. Hoewel de vooruitzichten van kernenergie na de ramp in Fukushima in bepaalde regio’s zwakker zijn, is desalniettemin de verwachting dat de capaciteit van kernenergie wereldwijd zal toenemen van 393 GW in 2009 tot 630 GW in 2035. Een nieuwe generatie kernreactoren, de zogenaamde Generatie IV, kan een aanzienlijke vermindering in brandstof en kernafval bieden door verbruikte splijtstof te opnieuw aan te wenden voor energieproductie. Een extra voordeel van sommige Generatie IV-reactoren is dat ze in klein en middelgroot formaat gebouwd kunnen worden. Dit biedt de mogelijkheid om de hogere aanschafkosten van deze reactors terug te verdienen met economische flexibiliteit: het bouwen van toekomstige modules kan worden uitgesteld als de economische omstandigheden tegenvallen.
Een belangrijke vraag is hoe het schaalvoordeel van een grote reactor opweegt tegen de flexibiliteit van een aantal kleinere reactoren. Jain heeft numerieke methoden ontwikkeld die een waarde toekennen aan de flexibiliteit van kerncentrales bestaand uit kleinere modules. De methoden houden rekening met onzekerheden in economische omstandigheden, levensduur van een centrale, elektriciteitsprijzen en bouwkosten. De methode berekent een portfolio van kernreactoren met een gereduceerd economisch risico binnen de aannames van het wiskundige model. Het geeft ook de economische omstandigheden aan om de bouw van Generatie IV-reactoren optimaal te beginnen of te staken.
De resultaten van dit onderzoek zijn niet alleen toepasbaar bij toekomstige investeringen in kerncentrales, maar kunnen ook worden gegeneraliseerd naar andere investeringen, bijvoorbeeld in windturbines of in aandelen. Dit project is gefinancierd door de TU Delft en het R&D-programma van NRG, en is uitgevoerd op het CWI in Amsterdam onder supervisie van prof. dr. ir. Kees Oosterlee.

dinsdag 18 februari 2014

Duurzame energie aantrekkelijker voor huurders

Zelf energie opwekken wordt voor mensen die in een huurhuis wonen aantrekkelijk. Huurders met zonnepanelen op hun dak van de verhuurder, kunnen vanaf volgend jaar in aanmerking komen voor korting op de energiebelasting. Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken (EZ) aan de Tweede Kamer.
"Het wordt steeds aantrekkelijker om te investeren in je eigen energieopwekking, bijvoorbeeld via zonnepanelen", aldus de bewindsman. "Bij koopwoningen krijg je nu al belastingkorting als je zonnepanelen plaatst. Vanaf volgend jaar geldt dat ook voor mensen die zonnepanelen meehuren met hun huis".
Voordeel voor huurders is dat de opgewekte stroom vrijgesteld wordt van energiebelasting, ook al wordt deze feitelijk geleverd door de verhuurder. Huurders betalen hierdoor vijf tot zeven cent per Kilowattuur minder dan wat ze normaal aan hun elektriciteitsmaatschappij zouden betalen.
Voor de verhuurders wordt het ook aantrekkelijker te investeren in duurzame energieopwekking. Huurhuizen worden interessanter om aan te bieden op de woningmarkt en ze dragen bij aan de duurzame afspraken die de sector heeft gemaakt bij het Energieakkoord. De nieuwe belastingvrijstelling zorgt ook voor meer banen bij installatiebedrijven van zonnepanelen.
Nu nog worden alleen huiseigenaren en huurders die eigen panelen op het dak hebben, vrijgesteld van de energiebelasting. Belangrijkste regel nu is dat er geen derde partij bij de opwekking en levering is betrokken. De elektriciteit moet voor eigen rekening zijn opgewekt en direct via de eigen meterkast binnenkomen. Met de nieuwe maatregel worden door de verhuurder geplaatste zonnepanelen gezien als onderdeel van het verhuurde object.

TU/e partner in instituut voor biobased en biomedische materialen Chemelot InSciTe

De TU/e participeert in een internationaal onderzoeks- en kennisinstituut voor biobased en biomedische materialen, Chemelot InSciTe (Institute for Science and Technology). Vandaag gaat het samenwerkingsverband officieel van start. In Chemelot InSciTe trekken topwetenschappers, het bedrijfsleven en de overheid samen op als internationaal kennisknooppunt om innovatieve nieuwe chemische bouwstenen van biomassa te maken en nieuwe biomedische materialen te ontwikkelen, te testen en klaar te maken voor marktintroductie. Gezamenlijk investeren partijen €80 miljoen in het instituut. Daarmee stimuleren ze tegelijkertijd werkgelegenheid en verdere ontwikkeling van kennis en bedrijvigheid in de regio Limburg en daarbuiten.
Rector magnificus prof. dr. ir. Hans van Duijn van de TU/e onderstreept het belang van het project. "Chemelot InSciTe is voor de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) een belangrijk platform voor het opzetten en uitbouwen van onderzoeksactiviteiten in innovatiegebieden die voor de TU/e van grote betekenis zijn. De samenwerking met industriële en academische partners als DSM en UM/MUMC+, de beschikbaarheid van de biobased proeffabriek en de aanwezigheid van biomedische onderzoeksfaciliteiten op de Chemelot Campus bieden uitgelezen kansen om wereldwijd onze koploperpositie verder uit te bouwen. Daarnaast is Chemelot InSciTe bij uitstek geschikt om economische meerwaarde te creëren uit onderzoeksresultaten.”
Topwetenschappers van de Universiteit Maastricht, Maastricht UMC+, Technische Universiteit Eindhoven en experts van DSM en de Chemelot Campus bundelen hun kracht, kennis en expertise en dragen zo bij aan het verantwoord gebruik van duurzame grondstoffen en het betaalbaar vitaal ouder worden. Om voorop te lopen in de ontwikkelingen op beide gebieden zijn partnerships tussen kennisinstituten en bedrijfsleven in Nederland en wereldwijd cruciaal. Voor de biobased markt gaat Chemelot InSciTe hoogwaardige bio chemische bouwstenen ontwikkelen die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden in bijvoorbeeld harsen voor auto’s, op zonnecellen, in gebouwen en elektronische apparatuur. Voor biomedische toepassingen gaat het instituut onder andere werken aan materialen voor nieuwe bloedvaten, materialen waarmee kraakbeen zichzelf herstelt en aangroeit in het lichaam en slimme medicijncontainertjes voor in het oog om ooginfecties te voorkomen en te behandelen.
De positie van de Chemelot Campus in Sittard-Geleen als Europese springplank naar de rest van de wereld trekt innovatieve bedrijven en visionaire investeerders aan en fungeert als knooppunt van ondernemers en bedrijven die elkaars groei versterken. Ook vergroot het de werkgelegenheid in de regio Limburg. De drie Founding Fathers UM samen met het Maastricht UMC+, TU/e en DSM investeren initieel elk €10 miljoen voor de komende 6 jaar. De Provincie Limburg investeert via Chemelot Campus €30 miljoen in R&D-activiteiten en €20 miljoen euro in infrastructuur voor onderzoek en faciliteiten voor opschaling van productie. De dagelijkse leiding van het instituut is in handen van algemeen directeur Emiel Staring.
Chemelot InSciTe is gefundeerd op 4 pijlers, de 4 E’s: Entrepreneurs, Experimentation, Expertise en Education. Innovatieve ondernemers – Entrepreneurs – uit het bedrijfsleven en de wetenschap werken samen aan de ontwikkeling van materialen in een volledig operationele testomgeving -Experimentation- en bundelen daartoe hun Expertise en kennis en ervaring van de Founding Fathers, als ook die van externe partners en andere professionals die actief zijn op de campus. Verder wordt Chemelot InSciTe door middel van gedegen Education een kweekvijver voor een nieuwe generatie talentvolle wetenschappers en ondernemers. Bij elkaar vormen de 4 E’s de rode draad om de gezamenlijke kennis en kunde daadwerkelijk te valoriseren en toegankelijk te maken voor iedereen

Online marktplaats voor biomassa

Een Nederlandse start-up heeft de wereldwijde online marktplaats BiomassTrade.com gelanceerd, die vraag en aanbod in biomassa, biobrandstoffen en gerelateerde producten bij elkaar brengt. BiomassTrade.com is de enige online marktplaats die hier wereldwijd in voorziet. De online marktplaats heeft als doel handel in biomassa en biobrandstoffen transparant en efficiënt te maken, om zodoende de opkomst van biomassa als duurzame energiebron verder te stimuleren.  Afnemers of leveranciers uit allerlei landen kunnen hun vraag of aanbod online plaatsen en direct in contact treden met geïnteresseerde partijen. Ook organisaties die actief zijn in onderzoek en ontwikkeling op het gebied van bio-energie kunnen via deze marktplaats hun producten en diensten wereldwijd kenbaar maken. 

maandag 17 februari 2014

OM eist in hoger beroep deels onvoorwaardelijke celstraf voor oplichting energiebedrijf

De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft vrijdag in hoger beroep 12 maanden celstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een werkstraf van 120 uur geëist tegen een man die ervan wordt verdacht twee energiebedrijven te hebben opgelicht. De strafbare feiten vonden plaats in de periode 1 januari 2008 tot en met 30 augustus 2010 in Rotterdam en Dordrecht.
In de visie van het OM kende verdachte een man die bij een energiebedrijf werkte. Die man draaide bij hem de gas- en electriciteitsmeter terug. Vervolgens bracht de verdachte meerdere mannen in contact met die man. Tegen betaling werden ook hun meters teruggedraaid. Verdachte heeft bij een aanzienlijk aantal bedrijven en particulieren in Rotterdam en Dordrecht de electriciteitsmeters door de medeverdachte laten terugdraaien. Verdachte zelf hield zich bezig met acquisitie. Hij vond de (met name Turkse) klanten, onderhandelde over de prijs en deelde in de opbrengst.
Het OM vindt dat een deels onvoorwaardelijke celstraf en een werkstraf recht doen aan de ernst van de feiten. "Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd. Verdachte handelde vanuit financieel gewin en heeft er ook voor gezorgd dat anderen financieel gewin bij deze strafbare feiten hadden. Daarbij is het niet de eerste keer dat verdachte in aanraking komt met politie en justitie. De geëiste straf is passend en geboden", aldus de advocaat-generaal.
De rechtbank veroordeelde de man tot 10 maanden celstraf waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De verdachte stelde hoger beroep in. De man van het energiebedrijf is, inmiddels onherroepelijk, veroordeeld.

Bankenconsortium investeert in grootste windpark Nederland

Een bankenconsortium bestaande uit de Europese Investeringsbank, de Duitse KfW IPEX-Bank en Rabobank verstrekt een lening van in totaal 350 miljoen euro aan NOP Agrowind. NOP Agrowind bouwt hiermee 26 windmolens op land met een totaal vermogen van 195 MegaWatt. Deze windmolens maken deel uit van Windpark Noordoostpolder, dat met in totaal 86 windmolens het grootste windpark in Nederland wordt.
NOP Agrowind is een initiatief van agrariërs aan de Westermeerdijk en Noordermeerdijk in de Noordoostpolder. Zij investeren gezamenlijk in de bouw van 26 Enercon E-126 windmolens op hun land. De totale investering bedraagt circa 420 miljoen euro. De molens hebben een masthoogte van 135 meter, een rotordiameter van 127 meter en een geïnstalleerd vermogen van 7,5 Megawatt per stuk. De ontwikkeling van het windpark van NOP Agrowind begon in 1994. In het voorjaar van 2013 is de bouw van start gegaan met de aanleg van de benodigde infrastructuur, zoals wegen en kraanopstelplaatsen. Voor een groot aantal windmolens zijn de heipalen reeds geslagen. De eerste molen zal volgens planning vanaf september 2014 stroom produceren. De verwachting is dat het volledige project in 2016 is gerealiseerd.
De betrokken banken willen ontwikkeling en gebruik van duurzame energie stimuleren. Bij de investeringen in duurzame energieopwekking is er nadrukkelijk ook oog en oor voor de leef- en werkomgeving. NOP Agrowind geeft samen met de betrokken banken een duurzame impuls voor de regio en vervult een voorbeeldfunctie voor volgende windparken in Nederland. Volgens het Energie-akkoord wil Nederland in 2023 voor 10.5 GW aan windenergie beschikbaar hebben; op land is daarvoor een uitbreiding met 3,5 GW nodig is. De financiering van 26 windmolens van NOP Agrowind is opnieuw een betekenisvolle stap in de realisatie van deze doelstelling. In een gemiddeld windjaar zullen de molens van NOP Agrowind zo’n 180.000 huishoudens kunnen voorzien van elektriciteit. Eneco zal de stroom afnemen van NOP Agrowind.
NOP Agrowind bouwt 26 windmolens op het land langs de Noordermeerdijk en de Westermeerdijk in de Noordoostpolder. Deze molens maken onderdeel uit van Windpark Noordoostpolder, dat bestaat uit 86 windmolens op het land en in het water. Zie voor meer informatie www.nopagrowind.nl



Energiezuinig huis met voordelige financiering

Eigenaren in Friesland kunnen hun huis energiezuinig maken met voordelige financiering. Dat kan ook in 2014. Interessant voor wie niet direct beschikt over geld om te investeren in energiebesparende maatregelen. De provincies Groningen, Fryslân en Drenthe verlengen het aanbod van de duurzaamheidslening. De rente van de lening is maximaal 2,4 %. Dat is veel lager dan het rentetarief van banken. Aanvragen kunnen van 1 februari tot en met 31 augustus 2014 worden ingediend.
De aanvrager van een lening moet eigenaar én bewoner zijn van een woning in Noord-Nederland. Bijkomende voorwaarde is dat de woning vóór 1995 is gebouwd en opgeleverd. Het rentevoordeel bedraagt maximaal 3% korting op het actuele, commerciële rentetarief. De kosten voor de energiebesparende maatregelen moeten minimaal 2.500 euro bedragen. De lening is maximaal 15.000 euro. De rente staat vast gedurende de gehele looptijd van 10 tot 15 jaar. De eerste drie jaren zijn bovendien aflossingsvrij.
Het loont juist nu om te investeren in energiebesparing. Want er geldt een tijdelijke BTW-verlaging naar 6%. Verder is er ook de Friese energiepremie. Huizenbezitters kunnen tot maximaal € 2.400 subsidie krijgen voor energiebesparende maatregelen.
Een uitgebreide omschrijving van de regeling, voorwaarden en het aanvraagformulier staan op www.snn.eu. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland verstrekt de leningen. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting is financiële partner voor de regeling. De provincies Groningen, Fryslân en Drenthe stellen samen bijna in totaal is 2 miljoen euro beschikbaar.
De duurzaamheidslening is één van de acties van het uitvoeringsprogramma Duurzame Energie. Met een Friese aanpak werkt de provincie Fryslân aan een sterk en gezond Fryslân. Samen met dorpsbelangen, inwoners en gemeenten. En samen met woningcorporaties, bedrijven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. De provincie zet in op het besparen van energie en het opwekken van duurzame energie. Ook zet de provincie met deze aanpak in op werkgelegenheid.

Doelstelling CO2-reductie op lange termijn in gedrang

De tijdelijke aanpassingen van het Emissions Trading Scheme (ETS) die de Europese Commissie heeft aangekondigd, zijn volgens ABN AMRO niet voldoende om op lange termijn een beperking van de CO2-uitstoot te realiseren. De Europese commissie introduceerde op 30 januari jongstleden een plan om het enorme overschot van ruim 2 miljard emissierechten tussen 2014 en 2016 tijdelijk te verlagen met 900 miljoen. Van de resterende 1,1 miljard ligt naar schatting 1 miljard bij energiebedrijven op de plank. Dit nieuwe plan heeft als doel schaarste te creëren, waardoor de marktprijzen van CO2-emissierechten zullen stijgen. Op 6 februari stemde de Europese Commissie voor een verlaging van het totaal aantal emissierechten in omloop met 400 miljoen rechten in 2014.

zondag 16 februari 2014

Zonnecentrale Euroborg geopend

FC Groningen heeft als eerste voetbalclub in de Eredivisie een eigen zonnecentrale op het dak van haar voetbalstadion. Commercieel directeur Robbert Klaver van FC Groningen, Sven Pluut, voorzitter van de stichting 1miljoenwatt en Erwin van Laethem, CEO van energiebedrijf Essent verrichtten zondagmiddag de officiële opening in Euroborg. Zij deden dat in aanwezigheid van een groot aantal van de 'eigenaren' van de 531 zonnepanelen die deel uitmaken van de centrale op het dak van het voetbalstadion.
De bouw van de centrale startte medio december vorig jaar. Vorige week werd de installatie in gebruik genomen en leverden de panelen hun eerste stroom aan FC Groningen. Stichting 1miljoenwatt en Essent werven momenteel door middel van een crowdfunding-actie deelnemers voor de tweede fase van de centrale. Er is namelijk plaats voor nog eens ruim 500 panelen op het dak van Euroborg.
Voor de tweede fase van de zonnecentrale zijn inmiddels zo'n 200 zonnepanelen gereserveerd door particuliere investeerders. Die schaffen voor 550 euro een zogenaamde 'ZoNbligatie' aan, die symbool staat voor één zonnepaneel.
Bezitters van zo'n ZoNbligatie krijgen er ieder jaar 'zonnerente' voor terug. Die is behalve van de hoeveelheid opgewekte stroom ook afhankelijk van de ontwikkeling van de stroomprijzen. Uitgaande van een gelijkblijvende elektriciteitsprijs is de geschatte rente ongeveer 2,5% per jaar - net wat meer dan op de gemiddelde spaarrekening dus. Daarnaast krijgen deelnemers na 24 jaar hun inleg terug.

Iedereen kan meedoen
Het grote voordeel van "zonnepanelen-delen" is dat iedereen mee kan doen. Bijvoorbeeld mensen die geen geschikt dak hebben om panelen op te leggen of diegenen die niet over een eigen dak beschikken. En, bij een verhuizing is er geen gedoe: je zonnepaneel blijft immers gewoon waar het is.

Steun van gemeente en Energy Valley Topclub
De bouw van de zonnecentrale wordt ondersteund door de gemeente Groningen en de Energy Valley Topclub. Die laatste is een partnerschap waaraan naast Essent BAM, GasTerra, Gasunie, Groningen Seaports en Imtech deelnemen. De Energy Valley Topclub is een ontmoetingscentrum voor de energiesector en promoot groene energie bij het grote publiek.

Europa moet meer investeren in één Europese energiemarkt

Om te voorkomen dat energieprijzen de komende jaren onnodig stijgen, moeten de Europese lidstaten meer investeren in één Europese energiemarkt. Ook moeten lidstaten hun subsidiebeleid voor duurzame energie beter op elkaar afstemmen, om te voorkomen dat stimulering leidt tot verstoring van de energiemarkt en onnodige prijsopdrijving. Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken (EZ) aan de Tweede Kamer.
Het kabinet schaart zich hiermee achter de conclusies van een onderzoek van de Europese Commissie naar de ontwikkeling van de energieprijzen tussen 2008 en 2012. Verbetering van de energie-infrastructuur en koppeling van marktsystemen tussen landen leidt tot meer concurrentie en meer keuze voor huishoudens en bedrijven.
Eén sterke Europese energiemarkt is belangrijk voor de concurrentiekracht van bedrijven die in Europa produceren. De Europese energieprijzen zijn hoger dan in bijvoorbeeld Noord-Amerika, waar tot meer dan de helft minder voor elektriciteit en tweederde minder voor gas wordt betaald. Om de energievraag in Europa te verminderen en de kosten voor het bedrijfsleven en huishoudens te drukken moeten lidstaten ook blijven investeren in energiebesparing.
Het rapport van de Commissie laat zien dat de Nederlandse elektriciteitsprijs in 2012 onder het Europees gemiddelde lag, evenals de industriële gasprijs.De gasprijs voor huishoudens lag daarentegen iets boven het Europees gemiddelde.

vrijdag 14 februari 2014

GasTerra ziet omzet stijgen

Gashandelsbedrijf  GasTerra heeft vandaag zijn jaarcijfers over 2013 gepubliceerd. Het totale verkoopvolume was met 89,3 miljard kubieke meter hoog, vooral door de lange koude winter. Met een omzet van 24,3 miljard euro boekte de onderneming een record.
Zowel op financieel als operationeel gebied men de doelen te verwezenlijken. Niettemin ligt er een schaduw over de resultaten. CEO Gertjan Lankhorst: ‘De aardbevingen in het Groningse winningsgebied hebben grote maatschappelijke onrust in de provincie veroorzaakt en een hypotheek op de toekomst van de productie uit het Groningenveld gelegd. Het recente besluit van het kabinet om het productievolume uit het Groningenveld de komende drie jaar aan banden te leggen en in het hart van het winningsgebied zelfs met 80 procent terug te brengen, stelt GasTerra voor een bijzondere uitdaging. Wij hebben er echter alle vertrouwen in dat wij in staat zijn aan onze contractuele verplichtingen te voldoen. Onze onderneming zal naar beste vermogen bijdragen aan een succesvolle uitvoering van het kabinetsbesluit.’
De verkoopvolumes in Europa mogen dan aanzienlijk zijn, sommige marktontwikkelingen geven reden tot zorg. De oorzaken zijn bekend. De lage CO2-prijs als gevolg van het niet functioneren van het ETS (het Europese Emission Trading System) dwingt energiebedrijven hun gasgestookte centrales op een laag pitje te zetten of zelfs helemaal te sluiten en maximaal in te zetten op goedkope kolenstook. Dat is slecht nieuws, niet alleen voor een gashandelsbedrijf als GasTerra maar ook voor de samenleving, die immers heeft gekozen voor beperking van de CO2-uitstoot. Met de inzet van meer kolengestookte in plaats van relatief schone gasgestookte centrales neemt de CO2-uitstoot juist toe en dat is precies het tegendeel van wat met de verduurzaming van energiebronnen wordt beoogd.
Ondanks alle zorgen zijn er ook positieve ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie. In Nederland is in 2013 het SER-energieakkoord tot stand gekomen. Daarmee is een brede maatschappelijke consensus bereikt over de aanpak om de doelstellingen voor 2020 op het gebied van CO2-reductie, energiebesparing en duurzame energie voor Nederland te realiseren. Belangrijk onderdeel van dit akkoord is de inzet voor een revitalisering van het ETS. Dit is van betekenis voor de toekomstige rol van gas in het energiesysteem, omdat hervorming van het emissiehandelssysteem een noodzakelijke voorwaarde is om de concurrentiepositie van gas in de elektriciteitssector te herstellen.