Pagina's

vrijdag 31 januari 2014

Honeywell lanceert slimme thermostaat

Vanaf deze week is evohome van Honeywell, specialist in verwarmingsregelaars, te bestellen bij de gecertificeerde Honeywell-verwarmingsinstallateurs. Met evohome regelen gebruikers de temperatuur thuis per kamer via het evohome-touchscreen of via de app op smartphones en tablets. Slimme zoneregeling verandert de manier waarop huizen worden verwarmd door draadloos elke kamer apart te bedienen. De evohome-app is vanaf vandaag verkrijgbaar in de Google Play Store en vanaf begin februari in de Apple App Store. De app bevat een demo-modus, zodat geïnteresseerden kunnen zien hoe zij de controle over warmte in hun huis kunnen krijgen.
Om toegang te krijgen tot evohome op een mobiel apparaat en gebruik te maken van de app, is het noodzakelijk een Total Connect Comfort-account aan te maken. Een gebruiker registreert zijn evohome eenvoudig op de My Total Connect Comfort-website. Na het aanmaken en registreren heeft de gebruiker een Total Connect Comfort-account.
Honeywell levert evohome in een aantal kleuren, zwart, zilver en grijs, die passen bij elk interieur. Daarnaast beschikt evohome over een touchscreen met hoog contrast en een modern design. Het evohome Single Zone Connected Pakket is verkrijgbaar voor een consumentenadviesprijs vanaf 299 euro, inclusief internet-gateway, voor verbinding met evohome buitenshuis, en app. Elke radiator in huis kan worden voorzien van een radiatorregelaar, verkrijgbaar voor een consumentenadviesprijs vanaf 99 euro per stuk.

Honderd miljoen EU voor aanjagen innovatie en koolstofarme economie

Oost-Nederland krijgt de komende jaren honderd miljoen euro van de Europese Unie om innovaties en een koolstofarme economie te stimuleren. Het Rijk doet daar nog eens zeventien miljoen bij.
Voorwaarde is wel dat de provincies Gelderland en Overijsselen het bedrijfsleven zelf ook investeren in innovatie en in een economie die minder afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Die zogenaamde cofinanciering betekent dat Gelderland en Overijssel samen met de grote steden er zelf 48 miljoen in steken. Verwacht wordt dat het bedrijfsleven 120 miljoen investeert. Alles bij elkaar betekent dat voor de jaren 2014-2020 in totaal € 285 miljoen beschikbaar komt voor innovatie en voor een koolstofarme economie.
Dat hebben de provinciebesturen van zowel Gelderland als Overijssel besloten. De beide provincies vormen samen het werkgebied Oost-Nederland van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
Oost-Nederland zet in op vier gebieden: High Tech Systemen en Materialen (HTSM), gezondheid (Health), Agrofood en Energie & Milieutechnologie (EMT). Binnen die sectoren beschouwen Gelderland en Overijssel ICT, water, chemie, de creatieve en de maakindustrie als sleuteltechnologieën.
Vooral het midden- en kleinbedrijf en kennisinstellingen in Overijssel en Gelderland kunnen de komende jaren aanspraak maken op EFRO-subsidies. Een dergelijke impuls blijkt het meeste effect te hebben als bedrijfsleven, onderwijs en overheid samen optrekken. Projecten waarin die drie goed samenwerken, maken daarom de meeste kans op een EFRO-subsidie.
Nederland krijgt in totaal € 509 miljoen vanuit het EFRO-programma. Eerder al besloot het kabinet dat daarvan krap een vijfde (19,77 procent) naar Gelderland en Overijssel gaat. ‘Brussel' moet de EFRO-plannen van Gelderland en Overijssel nog definitief goedkeuren. Naar verwachting gaat het EFRO-loket september dit jaar open voor het aanvragen van subsidie.


Oproep voor continuïteit investeringszekerheid voor duurzame energie


De Duurzame Energie Koepel, bij monde van voorzitter Teun Bokhoven, roept het Kabinet op om de nu ingezette weg bij uitvoering van het SER Energieakkoord te continueren, ook na 2023. Dit om ook de investeringszekerheid voor bedrijven in de periode 2020-2030 te continueren. De Duurzame Energie Koepel onderschrijft bijgaande en onderstaande persberichten van EREC en EREF, de Europese Koepelorganisaties van alle Duurzame Energie Koepels in Europa, waarbij onze koepel, is aangesloten.
Het 'SER Energieakkoord voor duurzame groei' is een stevige stap in de energietransitie, waaraan het Kabinet zich verbonden heeft door medeondertekening (naast circa 40 andere partijen). Branches en bedrijven investeren nu op grote schaal in uitvoering van het SER energieakkoord voor duurzame groei.
Veel van deze investeringen hebben langere terugverdientijden. Zoals in innovatie, implementatie, productiemiddelen/techniek en kennis/menskracht. Wij willen een gezonde export- en thuismarkt opbouwen. Daarom bepleit Bokhoven dat het Nederlandse Kabinet in de periode tot 2030 op ambitieuze wijze 3 Nederlandse doelen vaststelt. Dus zeer stevige doelen voor in Nederland opgewekte duurzame energie en groene energie-efficiency en niet alleen/vooral inzet in CO2 besparing op fossiele energie.

donderdag 30 januari 2014

Solar Team Twente blikt terug op succes

Het Solar Team Twente keek woensdag met een ‘terugkomevent’ terug op een ongekend succesvolle periode van anderhalf jaar. Het zestienkoppige team is bezig aan hun laatste officiële week en evalueerde samen met hun partners het proces. Hoogtepunt daarin was de derde plek tijdens de World Solar Challenge in Australië.
Teamlid Koen Sedee nam de bezoekers nog eens mee op de anderhalf jaar durende uitdaging die het team onderging. Van teamsamenstelling tot World Solar Challenge en het moment waar de leden nu staan, alles is een zorgvuldig proces geweest. “Die derde plek was geweldig, maar daarna hebben we absoluut niet stilgezeten. We hebben samen met de partners al onze technische keuzes en ons productieproces goed gedocumenteerd. Er is het afgelopen jaar hard gewerkt door het technisch team en nu hebben we alles goed vastgelegd.”
Volgens het team zit er zeker nog rek in het project. De resultaten werden op een rijtje gezet. “Het gewicht van de auto was een stuk lager, met 139 kilo het lichtst in de Challengerklasse. Daarin hebben we echt stappen gemaakt. Ook qua snelheid doet deze auto het goed. In de grafiek zie je een stijgende lijn. We hebben het afgelopen jaar gemiddeld twintig kilometer per uur harder gereden. Veel andere teams bleven constant en sommigen kenden zelfs een daling. En we realiseren ons goed dat het nog steeds beter kan.”
Het Solar Team Twente evalueerde eveneens de nieuw geïmplementeerde huisstijl: de RED Engineers. “Die campagne heeft een grote invloed gehad op deze hele regio en daarbuiten. De huisstijl hebben we natuurlijk veel breder getrokken, zoals met de LEGO Solar Race. Ook wij vinden het belangrijk kinderen te enthousiasmeren voor techniek en we zijn blij dat we daaraan bijdragen. Dat willen we blijven doen.”
Hoewel de meeste leden begin februari hun studie weer oppakken, houdt het hier niet op. De wil om een nieuw team te vormen en kennis over te dragen, is groot. “Zo’n zes mensen blijven zich daarmee actief bemoeien. In 2012 begon de sollicitatieronde rond april, dat streven is er nu ook. De wil om dit project een vervolg te geven is groot, maar denk niet dat zoiets vanzelfsprekend is. Toch hebben we goede hoop dat er in juni een nieuw team is.”
Tebodin, partner van Solar Team Twente, organiseerde tijdens het event een Cradle to Cradle workshop. Cradle to Cradle (wieg tot wieg) is erop gericht alle gebruikte materialen na het leven in het ene product, nuttig in te zetten in een ander product. In tegenstelling tot conventioneel hergebruik (recycling) is er geen kwaliteitsverlies of restproduct. Grondlegger Michael Braungart vult op de UT de leerstoel Cradle to Cradle in, die mogelijk is gemaakt door de gemeente Venlo en het C2C ExpoLab.
“We hebben gekeken of, en vooral hoe, Cradle to Cradle in de nieuwe zonneauto toepasbaar is”, vertelt Koen. “Een aantal van onze partners houdt zich bezig met Cradle to Cradle en het is zeker een thema van de toekomst. Ook hebben we onze huidige RED Engine onder de loep genomen. Zo past het ruitje in de canopy, het ‘dakje’ van het bedrijf VDL waar de coureur onder zit, goed binnen Cradle to Cradle. In 2015 zullen waarschijnlijk meer onderdelen Cradle to Cradle verantwoord zijn.”

‘Tienduizenden extra banen bij gedeeltelijke overstap naar biomassa’

Als de Nederlandse chemische industrie voor de helft overstapt van fossiele grondstoffen naar biomassa, zoals gras of maïs, levert dat tienduizenden banen op. Die arbeid is vooral nodig bij de winning van deze hernieuwbare grondstoffen in de landbouw, waar de werkgelegenheid nu gestaag afneemt.
Uit berekeningen blijkt dat er bij de vervanging van de helft aan fossiele grondstoffen in de chemische industrie door biomassa dertigduizend nieuwe arbeidsplaatsen ontstaan. De groei aan arbeidsplaatsen zit vooral in de grondstoffenproductie. Daarnaast levert overschakeling van fossiel naar biomassa nog eens vijftienduizend werkplekken op in de chemische industrie, met name bij de verdere verwerking van die biomassa. De overstap kan plaats hebben zonder dat producten duurder worden en zonder subsidie omdat bij gebruik van biomassa de kapitaalskosten drastisch verlaagd kunnen worden, aldus prof. Sanders in zijn afscheidsrede. De werkgelegenheid in de chemische sector bedraagt nu ongeveer tachtigduizend fte.
De jarenlange trend in de industrie en landbouwsector is het verhogen van de arbeidsproductiviteit: met minder mensen dezelfde productie draaien. Dit is mogelijk geworden door automatisering, robotisering en andere innovaties en door inzet van fossiele energie en machines in plaats van menselijke arbeid. Deze productiviteitsverhogingen vereisen echter een groot investeringskapitaal, terwijl de risico’s eveneens hoog zijn en innovaties daardoor slechts incrementeel zijn. Het benutten van alle biocomponenten op hun hoogste waarde vraagt veel minder kapitaal en kan daardoor al op kleine schaal economisch worden  geïmplementeerd.
Om die overgang te bereiken is innovatie in de Europese chemische industrie noodzakelijk. “Zonder goedkope fossiele grondstoffen zoals elders in de wereld is er maar één manier”, stelt prof. Sanders, “en dat is het benutten van chemische bouwstenen uit biomassa. Daarmee kunnen grote, risicovolle bedrijfsinvesteringen worden voorkomen. Alleen moet er biomassa met interessante componenten aanwezig zijn.”
Een eenvoudig economisch rekensommetje toont de lucratieve resultante aan. Zo kost de bioraffinage van gras in drie componenten, inclusief grondstof ca 180 euro. Deze  componenten - 30 % vezels, 15 % eiwit en 55 % ‘sap’ – leveren samen 205 euro op. Eiwit alleen levert niet voldoende op om de kosten te compenseren. Samen met de opbrengst van de vezels in papier, karton of energie en opbrengst van de sap-componenten in de chemie, diervoeding en kunstmest, levert de bioraffinage wel voldoende op. ”Vijf jaar geleden was er nog geen zicht op een waardering vanuit de chemie of papiersector. Daarom is nu de tijd aangebroken waarin bioraffinage echt toegevoegde waarde zal brengen”, zegt prof. Sanders.
Prof. Johan Sanders deed in zijn carrière als hoogleraar Valorisatie plantaardige productieketens aan Wageningen University onderzoek naar hernieuwbare grondstoffen die fossiele olie en steenkool kunnen vervangen. De inzet is niet al die waardevolle biomassa in te zetten voor de productie van groene energie, zoals nu veelal gebeurt, maar de kostbare bestanddelen, zoals basisstoffen voor chemicaliën, er eerst uit te halen. Het restant kan benut worden voor de gemakkelijkste benutting, zoals elektriciteitswinning of warmte.

Schaliegasvrij-moties Noord Brabant nader uitgewerkt

De provincie Noord-Brabant past de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de Provinciale Milieu Verordening aan om het grondgebied van de provincie te beschermen tegen boringen naar schaliegas.  Deze aanpassingen zijn het gevolg van de moties waarin Provinciale Staten zich op 27 september vorig jaar uitspraken tegen het boren naar schaliegas.
In de Provinciale Milieu Verordening kunnen alleen verbodszones voor schaliegas worden aangewezen als er een relatie is met het belang van water voor menselijke consumptie. Dat belang is evident: het gaat om het beschikbaar houden van de grondwatervoorraden voor toekomstig gebruik als drinkwater en voor andere vormen van menselijke consumptie. De provincie wil dit doen door een groot deel van Noord-Brabant aan te wijzen als beschermingszone. 
In de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening wordt - conform het standpunt van PS - opgenomen dat  het benutten van de ondergrond voor onconventionele delfstoffenwinning pas aan de orde kan zijn als vaststaat dat de uitvoering schoon en veilig kan plaatsvinden.
Een ontheffingsaanvraag ten behoeve van boringen maakt uitsluitend kans als sprake is van ‘onvoorziene omstandigheden’. Gelet op de publieke discussie over het al dan niet boren naar schaliegas, zal daarvan in principe geen sprake kunnen zijn.
De maatregelen die de provincie nu neemt, maken het voor het Rijk moeilijker om vergunningen af te geven voor (proef)boringen op Brabants grondgebied. Formeel-juridisch beslist het Rijk uiteindelijk of er geboord wordt naar schaliegas en zo ja, waar en wanneer dat gebeurt.
PS hebben er in september op aangedrongen minister Kamp te verzoeken om de vergunning van Cuadrilla voor het doen van proefboringen in Haaren en Lennisheuvel in te trekken. Gedeputeerde Staten hebben dat in november schriftelijk gedaan. Het ministerie heeft hierop nog niet gereageerd.

woensdag 29 januari 2014

Nieuw hoofdkantoor Enexis geopend door Koning Willem-Alexander

Koning Willem-Alexander heeft woensdagmiddag 29 januari 2014 in Den Bosch het nieuwe hoofdkantoor van netbeheerder Enexis geopend. In het vestigingsbeleid van Enexis staat duurzaamheid centraal. Medio 2013 werden in Venlo, Maastricht en Zwolle drie nieuwe regiokantoren geopend die grotendeels in hun eigen energie kunnen voorzien. Ook in het nieuwe hoofdkantoor in Den Bosch zijn voorzieningen aangebracht gericht op energiezuinigheid.
Tijdens de opening stonden de kernactiviteiten van Enexis centraal, met aandacht voor het (technische) vakmanschap van de medewerkers, de toepassing van ICT in de netten en de ontwikkeling van smart grids. Na de openingsceremonie werd de Koning rondgeleid in de nieuwe expositieruimte van Enexis en voerde hij gesprekken met Enexis-medewerkers.

Vereniging Eigen Huis: NAM moet ook WOZ-schade vergoeden

De schadevergoedingsregeling voor waardedaling van Groningse huizen zoals door minister Kamp is aangekondigd is te beperkt, vindt Vereniging Eigen Huis. Niet alleen op het moment van verkoop is sprake van concrete schade, ook de WOZ-waarde van woningen daalt extra door de aardbevingsproblematiek. Deze schade komt in eerste instantie terecht bij de gemeenten. Bij een lagere WOZ-waarde krijgt de gemeente minder inkomsten uit de OZB en staan mogelijk gemeentelijke voorzieningen op de tocht. Vereniging Eigen Huis wil deze waardedalingsschade inzichtelijk maken. Niet het verhogen van het OZB-tarief, zoals minister Kamp voorstelde, is de oplossing voor deze problemen, maar vergoeding van de gederfde gemeente inkomsten door de NAM. De rekening mag niet bij individuele huiseigenaren worden gelegd.
Vereniging Eigen Huis werkt hiertoe samen met WOZ-specialisten Leden en niet-leden van de vereniging kunnen via de website van de vereniging www.eigenhuis.nl/gaswinning-groningen/ bezwaar maken tegen de WOZ-waarde die zij binnenkort van hun gemeente ontvangen. Aan de hand van een aantal individuele bezwaarschriften bij de bestuursrechter wil de vereniging aantonen dat er wel degelijk sprake is van extra waardedalingen in het aardbevingsgebied, ook op de waarde peildatum 1 januari 2013, waarop de nieuwe beschikkingen zijn gebaseerd. Een aantal bezwaren zal worden geselecteerd voor het voeren van proefprocessen. De uitkomsten hiervan worden gebruikt om ook de waarde voor de overige bezwaarmakers aan te vechten.
Eerder onderzoek van Ortec in opdracht van het ministerie van Economische Zaken toonde geen significante waardedaling als gevolg van aardbevingen aan. Vereniging Eigen Huis heeft destijds kanttekeningen bij dit onderzoek geplaatst. Ook sloot deze conclusie volstrekt niet aan bij de beleving van eigenaren en andere betrokkenen.
Een lagere WOZ-waarde betekent dat op basis van het al vastgestelde tarief minder WOZ gerelateerde belasting, zoals OZB, erfbelasting en eigenwoningforfait moet worden betaald.

Servicepunt Lokale Energie Voorwaarts wegens succes voortgezet

Het Servicepunt Lokale Energie Voorwaarts blijft in ieder geval nog twee jaar Groninger particulieren ondersteunen die samen duurzame energie willen opwekken. De vele vragen en verzoeken die binnenkomen, laten zien dat het Servicepunt voorziet in een groeiende behoefte. Initiatieven kunnen via het Servicepunt aanspraak maken op een financiële bijdrage voor bijvoorbeeld haalbaarheidsonderzoeken en opstartkosten voor een eigen energiecoöperatie. Het Servicepunt wordt gerund door de Natuur en Milieufederatie Groningen en Groninger Dorpen. De provincie ondersteunt het Servicepunt.
Energiegedeputeerde Yvonne van Mastrigt constateert dat niet alleen het aantal initiatieven blijft toenemen, maar dat ook bestaande initiatieven steeds concreter en actiever worden. Zoals Grunneger Power, die op dit moment duurzame energie levert aan ongeveer 350 huishoudens en de mensen van Pekela Duurzaam bij wie de eerste zonnepanelen al op de daken liggen. "Ik juich het toe dat inwoners zelf aan de slag gaan met het opwekken van duurzame energie. Met kennis en geld willen we het ontstaan van lokale energie versnellen. Want deze initiatieven stimuleren de lokale economie en zij dragen bij aan verduurzaming van de energievoorziening en versterken de leefbaarheid in de Groningse wijken en dorpen," aldus Van Mastrigt.
Donderdag 23 januari was er een bijeenkomst in het gemeentehuis in Ten Boer over mogelijkheden voor collectieve zon-initiatieven. Carlien Hoedemaker-Bos van de Natuur en Milieufederatie en het Servicepunt: "Het grote aantal deelnemers laat zien dat er veel belangstelling is voor lokale duurzame energie. De mensen hebben veel vragen, bijvoorbeeld over hoe zij een collectief kunnen opstarten om zelf duurzame energie op te wekken. Ook informeert het Servicepunt hen over technische en beleidsmatige ontwikkelingen die elkaar snel opvolgen. Met bijeenkomsten, keukentafelgesprekken en een deskundig netwerk helpen wij ze verder." Initiatiefnemers kunnen contact opnemen met het Servicepunt via ServicepuntLEV@nmfgroningen.nl.

Commissie houdt werkbespreking Aardwarmte

De commissie Leefomgeving van de gemeente Den Haag houdt op woensdag 29 januari onder meer een werkbespreking over aardwarmte. Daarbij staan de risico’s en risico-analyse, de opzet van het project (governancestructuur), de rol van de gemeente en de rol van de corporaties richting de doorstart centraal.
Hierna spreekt de commissie over het plan van aanpak Energiebesparing en warmtenetten Den Haag. Hierbij wordt de commissie geïnformeerd  over de strategie en aanpak, waarmee een modern Haags Warmtenet wordt ontwikkeld als een lokaal duurzaam energiebedrijf, waarmee energiebesparing in de gebouwenvoorraad wordt versneld.

Flevoland wil ontwikkeling van een ‘biobased economy’

Wageningen UR, Gemeente Lelystad en Provincie Flevoland willen de ontwikkeling van de Flevolandse kenniseconomie een impuls geven door fors in te zetten op onderlinge samenwerking. Gedeputeerde Jan-Nico Appelman, wethouder Jop Fackeldey en Tijs Breukink, lid van College van Bestuur Wageningen UR hebben daarom op 9 januari een samenwerkingsovereenkomst ondertekend.
De drie partijen willen door optimalisering en intensivering van de onderlinge samenwerking en communicatie de ontwikkeling van de Flevolandse kenniseconomie een impuls geven. Daarmee moet ook Flevoland nationaal en internationaal op de kaart gezet worden. In Flevoland zijn diverse toonaangevende onderzoeksgroepen van Wageningen UR gevestigd waar fundamenteel en toepassingsgericht landbouwkundig- en veterinair onderzoek wordt verricht. Voorbeelden daarvan zijn het CVI (Central Veterinary Institute) en het Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO), beiden gevestigd in Lelystad.
De gevestigde onderzoeksinstituten van Wageningen UR in Flevoland hebben een duidelijk aantoonbare spin-off voor met name de lifesciences gerelateerde bedrijvigheid in Flevoland. De samenwerkende partijen gaan zich daarnaast inzetten voor de ontwikkeling van een ‘biobased economy’. Flevoland onderscheidt zich daarin als een regio die voorop loopt bij het gebruik van groene grondstoffen en de opwekking van energie uit groene grondstoffen, water, wind en zon.
De in de samenwerkingsovereenkomst geformuleerde doelstellingen worden uitgewerkt in jaarlijkse actieplannen. Daarin worden activiteiten onderscheiden op het gebied van gezondheid van mens en dier (Humanimal) en de biobased economy. In 2014 zullen de drie partijen ook nader uitwerken hoe het gebruik van bestaande Wageningen UR-faciliteiten kan worden verbeterd. Het gaat daarbij om de Testsite Lelystad (testveld windenergie), ACRRES (het toepassingscentrum voor duurzame energie en groene grondstoffen) en het Bio Science Center. Een bijzondere bijdrage zal ook worden geleverd aan het programma ‘The making of Floriade’.

dinsdag 28 januari 2014

Aandacht voor gevaar koolmonoxide

Een slecht onderhouden cv-ketel en te weinig ventilatie kan groot gevaar opleveren: koolmonoxidevergiftiging. Nog ieder jaar overlijden er mensen door, tussen 2007 en 2011 gemiddeld elf per jaar. Een Facebookpagina moet mensen bewust maken van dit gevaar.
Koolmonoxide is een giftig gas dat ontstaat als aardgas of hout niet volledig verbrand omdat er te weinig zuurstof is. Koolmonoxide noemen we ook wel een ‘sluipmoordenaar’. Je proeft en ruikt het gas namelijk niet. En omdat je bloed het veel sneller opneemt dan zuurstof raak je vrij snel bewusteloos.
Een speciale melder kan waarschuwen voor koolmonoxide, net zoals een rookmelder dat doet. Maar nog lang niet ieder huishouden heeft zo’n melder geïnstalleerd. Reden voor een vader die zijn dochter aan koolmonoxidevergiftiging verloor, hierover een Facebookpagina te starten. ‘Wij vinden dat er jaarlijks teveel mensen overlijden aan de gevolgen van koolmonoxide en dat hier veel te weinig aan wordt gedaan’. Met de Facebookpagina wil hij aandacht vragen voor de gevaren.
Ook de overheid en enkele branche- en belangenverenigingen, waaronder Vereniging Eigen Huis, Aedes en de Consumentenbond, buigen zich over het onderwerp. Samen ontwikkelen zij het zogeheten CV-keur: een vrijwillige keuring van de cv-ketel waarbij aandacht is voor duurzaamheid en comfort, maar ook voor veiligheid. Hiermee sluiten ze aan bij een Europese richtlijn. Veiligheid is daarbij een extra aanvulling. Doel is dat het ‘keurmerk’ vanaf 1 januari 2015 volledig functioneert.
Het Verbond is, vanuit de commissie Brand, betrokken bij CV-keur. Naast het primaire doel van het keurmerk – het vergroten van de energiezuinigheid – draagt periodieke keuring van cv-installaties immers bij aan het vergroten van de (brand)veiligheid. Het helpt zo brandschade voorkomen. Dat het CV-keur ook bijdraagt aan het voorkomen van koolmonoxidevergiftiging, kan het Verbond uiteraard van harte onderschrijven.

TBI-ondernemingen realiseren duurzaam Hotel Amstelkwartier

Amstelside en de TBI-ondernemingen J.P. van Eesteren, Croon Elektrotechniek en Wolter & Dros hebben het contract ondertekend voor de realisatie van het nieuwe hotel in het Amstelkwartier van Amsterdam.
"De ontwikkeling heeft de hoogste ambities op het gebied van innovatie, corporate responsibility en duurzaamheid en zal LEED Platinum worden gecertificeerd", zegt Xander Bueno de Musquita van Amstelside.
Amstelside heeft ambitie om 65% energie te besparen en de cycli van afval, water, energie en CO2 te sluiten. Om dit te bereiken is Hotel Amstelkwartier voorzien van een intelligente gevel. Deze verandert onder invloed van de hotelgast, het weer en het moment op de dag. Zo reageert de gevel op het buitenklimaat waardoor geen onnodig warmteverlies of oververhitting optreedt. En als een gast zijn kamer verlaat sluiten isolerende panelen de gevel automatisch af. In de lege hotelkamer stabiliseert de luchtkwaliteit en stopt de toevoer van verse lucht. Daarnaast wordt het hotel uitgerust met een serie slimme duurzame technieken. Klimaatmatten worden mee gestort in de betonvloeren. Deze zorgen voor meer rendement op het energieverbruik en om het comfortgevoel te verhogen dankzij de stralingswarmte. Warm tapwater is afkomstig van WarmteKrachtKoppeling (WKK) die draait op gebruikt en gezuiverd frituurvet. Het afvalwater van bad, douche en wastafel wordt hergebruikt om het toilet te spoelen. Alle materialen zijn zoveel mogelijk gerecycled en afkomstig van lokale leveranciers.
Hotel Amstelkwartier is zo'n 18.500 m2 grot en krijgt 22 verdiepingen met circa 300 kamers, twee restaurants, een spa/wellness, een rooftopbar, een groente-en fruitkas op het dak en een tweelaagse, ondergronds parkeergarage met 136 plaatsen. Amstelside ontwikkelt Hotel Amstelkwartier in nauwe samenwerking met Intercontinental Hotels Group. Het architectonisch ontwerp is van Mulderblauw Architecten en Architectenbureau Paul de Ruiter. Het integrale projectmanagement wordt verzorgd door 4Building b.v. de TBI-ondernemingen, JP van Eesteren, Croon Elektrotechniek en Wolter & Dros zijn verantwoordelijk voor de gehele realisatie. De bouw start naar verwachting in juli 2014.

maandag 27 januari 2014

Essent zet mobiel computerlab op zonne-energie op in Tanzania

Scholieren in Tanzania kunnen binnenkort computerles krijgen in een mobiel lab dat zichzelf van stroom voorziet met zonnepanelen. Essent maakt de komst van het lab op zonnestroom mogelijk. Medewerkers van het energiebedrijf zorgden voor het ontwerp en helpen met het beheer van het lab. Essent doneert de materialen voor de bouw ter plaatse.
Het lab voorziet in een dringende behoefte aan ICT-middelen in Tanzania. In het Afrikaanse land krijgen op dit moment veel kinderen computerles vanaf een schoolbord. In het lab daarentegen kunnen straks tien kinderen op computers werken. Daardoor leren ze er daadwerkelijk mee omgaan. De computers zijn extra energiezuinig en kunnen zonder onderbreking zes uur lang gebruikt worden. Het lab draait volledig op zonne-energie en kan overal in het land ingezet worden
Helemaal nieuw is het mobiele concept niet, vertelt IT’er Freek van Workum van Essent: ‘Er zijn grotere en duurdere kant- en-klare units in omloop. Maar deze verbruikten veel meer stroom en waren niet mobiel genoeg – in zeer onherbergzame gebieden kunnen ze niet komen. Vandaar dat we zelf, weliswaar met enige hulp, een nieuw type mobiel lab hebben ontworpen.’
Van Workum is komende week met 3 collega’s in Afrika aanwezig om te assisteren bij de ingebruikname van het lab. Ook zorgen ze dat de lokale partner het lab de komende jaren zelfstandig en rendabel kan blijven inzetten. Na hun vertrek neemt de stichting Affordable Computers & Technology for Tanzania (ACTT) het beheer van het zonne-energiegestuurde computerlab op zich. Deze lokale stichting werkt aan de verspreiding van ICT-middelen in het Tanzaniaanse onderwijs.
Essent startte het project in Tanzania via haar partnerschap met Close the Gap, een organisatie die IT-apparatuur uit westerse landen ter beschikking stelt aan landen in de derde wereld. In totaal heeft Essent sinds de start van de samenwerking in 2007 al bijna 21.500 laptops, desktops, monitoren, printers en servers gedoneerd.

 

Investeer slim met de Energiebespaarlening

Woningeigenaren die hun voornemen om te investeren in een energiezuiniger huis in het nieuwe jaar willen verwezenlijken, kunnen de daad bij het woord gaan voegen. Vanaf 21 januari is het mogelijk een Energiebespaarlening af te sluiten om slim te investeren in energiebesparende maatregelen in de eigen woning. Dat mes snijdt aan twee kanten: een lagere energierekening en verhoging van de woningwaarde met een beter energielabel.
De Energiebespaarlening is vanwege de lage rente aantrekkelijk voor particuliere woningeigenaren. De lening wordt verstrekt uit het Nationaal Energiebespaarfonds, dat met financiële bijdragen van de Rabobank, de ASN Bank en de Rijksoverheid is gerealiseerd.
Met de lening kunnen diverse energiebesparende maatregelen worden gefinancierd. Denk aan het isoleren van de woning of de aanschaf van een HR-ketel of een zonneboiler. Ook zonnepanelen horen tot de mogelijkheden. Voorwaarde bij zonnepanelen is dat hiervoor maximaal 50% van de lening gebruikt mag worden. De andere 50% van het leenbedrag moet geïnvesteerd worden in andere maatregelen. De lening kan gebruikt worden voor 14 energiebesparende maatregelen. De voorwaarden daarvoor staan op www.ikinvesteerslim.nl.
Woningeigenaren kunnen vanaf 21 januari de lening aanvragen via www.ikinvesteerslim.nl. De annuïtaire lening van minimaal € 2.500,- en maximaal € 25.000,- is alleen beschikbaar voor particuliere eigenaren van bestaande woningen. De looptijd is 7 of 10 jaar, afhankelijk van de hoogte van de lening. De rente van de Energiebespaarlening staat vast gedurende de looptijd van de lening.
Bij de start op 21 januari zal de rente voor leningen met een looptijd van 7 jaar 3,4% (zie de rekenvoorbeelden in de bijlage voor meer informatie over de rente en kosten) zijn en voor leningen met een looptijd van 10 jaar 3,8% (rekenvoorbeelden 'Ik investeer slim met de Energiebespaarlening' voor meer informatie over de rente en kosten). Het rentepercentage kan door het bestuur van het Nationaal Energiebespaarfonds aangepast worden. Kijk voor het actuele rentepercentage op www.ikinvesteerslim.nl/rente. De rente van de lening is mogelijk fiscaal aftrekbaar. Meer informatie is te vinden op www.belastingdienst.nl.
De Energiebespaarlening wordt verstrekt uit het Nationaal Energiebespaarfonds, dat een uitvloeisel van het Woonakkoord 2013 en invulling Energieakkoord 2013 is. Het fonds heeft tot doel meer energiebesparende maatregelen in bestaande woningen mogelijk te maken. Tegelijkertijd worden ook de bouw- en installatiesector aan nieuwe opdrachten geholpen.

Fondsbeheer

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) is aangewezen als uitvoeringsorganisatie. In totaal is er € 300 miljoen beschikbaar waarvan het Rijk € 75 miljoen bijdraagt. De Rabobank en ASN Bank treden op als cofinanciers en brengen de resterende € 225 miljoen in. Afsluitkosten, rente en aflossing vloeien terug in dit fonds, waardoor het fonds zichzelf in stand houdt en steeds weer nieuwe Energiebespaarleningen kunnen worden verstrekt.

Norma Snell benoemd tot directeur Forum Duurzaam Werken

Stichting Forum Duurzaam Werken heeft Norma Snell aangesteld als directeur. In deze functie zal zij werken aan de verdere ontwikkeling en positionering van Forum Duurzaam Werken (voorheen Stichting TelewerkForum). Ze volgt Willem de Jager op, die onlangs afscheid nam als directeur.
Norma Snell is gespecialiseerd in het maatschappelijk verantwoord ondernemen; als CSR-manager hield ze zich bij de Bijenkorf bezig met het ontwikkelen en implementeren van corporate social responsibility-beleid binnen de organisatie. Daarnaast is ze eigenaar van Noble Achievers, een consultancybureau dat is gespecialiseerd in initiatieven gerelateerd aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid.

zondag 26 januari 2014

Angst voor aardbevingen onder inwoners aardbevingsgebied sterk gestegen

De angst en ongerustheid vanwege de aardbevingen in Noordoost-Groningen is onder de inwoners van het aardbevingsgebied de afgelopen jaren sterk gestegen. In 2009 overheerste het beeld dat het met de aantasting van het woongenot wel mee zou vallen. In 2013 is de impact van de aardbevingen in de regio echter aanzienlijk. Mogelijk wordt die impact zelfs sterker gevoeld omdat menigeen daar eerder dacht dat het wel mee zou vallen. Dat concludeert pof.dr.ir. George de Kam, honorair hoogleraar Volkshuisvesting en grondmarkt van de Rijksuniversiteit Groningen. 
De Kam publiceerde afgelopen zijn rapport ‘Opvattingen van bewoners over de effecten van aardbevingen op het woongenot en de woningwaarde in Groningen’. Een onderzoek naar de opvattingen van bewoners over de effecten van aardbevingen in 2009 en 2013. In beide jaren zijn vragenlijsten uitgezet in drie woonbuurten in Middelstum, Loppersum en Slochteren.
‘Een opvallende conclusie is dat de angst en ongerustheid in Slochteren tussen 2009 en 2013 sterk is gestegen. In 2009 waren de inwoners van Slochteren nog vrij laconiek, zeker in vergelijking met de bewoners van Loppersum en Middelstum ’, zegt De Kam. ‘Men dacht dat het met de aantasting van het woongenot en de woningwaarde in Slochteren wel mee zou vallen. Dat beeld blijkt in 2013 sterk veranderd. Het lijkt mij daarom van groot belang om zeer serieus rekening te houden met de opvattingen van inwoners in het gehele gaswinningsgebied, nu het Kabinet besloten heeft de winning rond Loppersum sterk te reduceren.’
‘In Middelstum en Loppersum zijn aardbevingen inmiddels onderdeel van het bestaan, en zien we ook enkele signalen van gewenning. Maar we spreken dan wel over een situatie waarin naast omvangrijke materiële schade de helft van de bewoners met een gevoel van ongerustheid of angst leeft. En omdat de gekozen buurten redelijk representatief zijn, mogen we concluderen dat vele duizenden Groningers onder vergelijkbare stress leven. Het onderzoek heeft aangetoond dat dit zeker niet alleen de mensen zijn die ook schade hebben – hoewel de emotionele impact daarvan wel aanzienlijk is.’
‘De aardbevingen hebben er toe geleid dat meer dan de helft van de bewoners in het onderzoek bij voorkeur buiten het gaswinningsgebied zou gaan wonen, om zich weer veilig te voelen. Die wens is sterker bij mensen die schade hebben, of meer emotioneel op de aardbevingen reageren.’

vrijdag 24 januari 2014

Onderzoeksraad start onderzoek naar gaswinning Groningen

De Onderzoeksraad voor Veiligheid is een onderzoek gestart naar de wijze waarop de veiligheid van de inwoners van de provincie Groningen de afgelopen jaren is meegewogen bij de besluitvorming over de gaswinning in Groningen. Dat heeft de Raad vandaag bekend gemaakt. De Raad wil weten wat de betrokken partijen tot nu toe hebben gedaan om de risico's van gaswinning in Groningen in kaart te brengen en te beheersen.
Begin 2013 werd geconcludeerd dat onverminderde voortzetting van de aardgaswinning zal leiden tot meer en zwaardere aardbevingen. Sindsdien volgt de Onderzoeksraad de ontwikkeling van het dossier gaswinning. In het afgelopen najaar heeft de Raad met het oog op een mogelijk onderzoek ook actief informatie ingewonnen. Tegelijkertijd is de maatschappelijke onrust rondom de gaswinning in Groningen toegenomen. Afgelopen week verzocht minister Kamp van Economische Zaken de Raad een onderzoek te starten, zoals ook staat vermeld in de brief die hij op 17 januari jl. aan de Tweede Kamer zond.
De Onderzoeksraad wil met het onderzoek de vraag beantwoorden op welke wijze de veiligheid van de inwoners van Groningen de afgelopen jaren is meegewogen bij de besluitvorming over de gaswinning in Groningen en wat de betrokken partijen tot nu toe hebben gedaan om de risico's van gaswinning in Groningen in kaart te brengen en te beheersen.
Nu het onderzoek is gestart, zal een onderzoeksteam worden samengesteld en het onderzoek worden ingericht. Doorgaans bedraagt de doorlooptijd van onderzoeken een half jaar tot een jaar.

Ingrid Thijssen benoemd tot lid Raad van Bestuur Alliander


De Raad van Commissarissen van Alliander N.V. heeft Ingrid Thijssen (45) benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van netwerkbedrijf Alliander. Ingrid Thijssen treedt per 1 maart 2014 in dienst van Alliander. Na een inwerkperiode zal zij per medio mei 2014 toetreden tot de Raad van Bestuur van Alliander, waarbinnen zij verantwoordelijk wordt voor netbeheerder Liander.
Peter Molengraaf, bestuursvoorzitter Alliander: "In de afgelopen vier jaar is veel bereikt. We hebben Alliander als bedrijf opgebouwd en richting en gezicht gegeven. Naast de dagelijkse operatie en uitdagingen voor onze netbeheerders Liander en Endinet, werken we actief aan de energietransitie en aan de vormgeving van het netwerkbedrijf van de toekomst. Dat vraagt veel van ons als organisatie en van de Raad van Bestuur. Ik ben blij dat Ingrid Thijssen de Raad van Bestuur komt versterken. Ingrid beschikt over ruime bestuurlijke ervaring en zal met haar visie op klantgerichtheid, ambitie en enthousiasme een waardevolle bijdrage leveren aan onze organisatie."
Met deze benoeming wordt de Raad van Bestuur uitgebreid van twee naar drie leden. Ed d'Hondt, voorzitter Raad van Commissarissen Alliander: "De ontwikkelingen in de energiewereld vragen veel van ons bedrijf. Om beter te kunnen inspelen op de toekomstige uitdagingen, vinden wij uitbreiding van de Raad van Bestuur van Alliander gewenst. Ingrid Thijssen heeft ruime ervaring opgedaan op gebied van dienstverlening en het besturen van een omvangrijke, complexe organisatie. Dat maakt haar bijzonder geschikt voor deze functie."
Ingrid Thijssen studeerde Rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Na haar studie bekleedde ze diverse functies bij de Nederlandse Spoorwegen. Sinds 2011 is zij werkzaam als Directievoorzitter bij NS Reizigers BV. Naast haar functie is zij lid van de Raad van Toezicht van Hogeschool Utrecht. 

Netwerkbijeenkomst levert direct energie

In Gelderland is de transitie naar duurzame energie goed op weg. Hoe ver zijn we op weg en hoe helpt het landelijk Energieakkoord de Gelderse ambitie te versnellen? In een netwerkbijeenkomst 'Duurzame regionale energie Gelderland' op 15 januari is de balans opgemaakt.
De provincie Gelderland wil samen met gemeenten, regio’s, lokale energieorganisaties, ondernemers en onderwijsinstellingen de Gelderse ambities en de samenwerking zichtbaar maken. Er zijn al 'routekaarten', lokale energieorganisaties en vele grote en kleine projecten in stedelijke en landelijke omgeving. Waar liggen in Gelderland (nieuwe) kansen? Wat is nodig om deze te verzilveren? Hoe kunnen we samen optrekken?

donderdag 23 januari 2014

NWO en Shell investeren 6,5 miljoen euro in slimme energiesystemen

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en Shell kennen gezamenlijk 6,5 miljoen euro toe aan elf onderzoeksprojecten op het gebied van slimme energiesystemen. Uitgangspunt is dat de onderzoeksresultaten tot toepassingen gaan leiden.
Van het thuis opwekken van elektriciteit met zonnepanelen tot het aanhaken van de elektrische auto op het net: er is vraag naar meer intelligentie in het elektriciteitsnetwerk. Slimme energiesystemen zijn van groot belang voor een betrouwbare levering van energie en voor het betaalbaar houden van elektriciteit uit nieuwe energiebronnen. Daarom gaat er multidisciplinair onderzoek plaatsvinden naar technologieën, algoritmen en ICT die de overgang naar slimme en duurzame energiesystemen kunnen versnellen. Ook zal de maatschappelijke kant van de transitie naar dergelijke energiesystemen onderzocht worden. De projecten maken onderdeel uit van het NWO-onderzoeksprogramma Uncertainty Reduction in Smart Energy Systems (URSES).
Binnen elk onderzoeksproject werken onderzoekers samen met één of meerdere bedrijven of maatschappelijke partners. Onder andere netbeheerders, energieleveranciers, lokale overheden en constructiebedrijven slaan met de onderzoekers de handen ineen. De partners leveren ofwel een financiële bijdrage aan het onderzoek of maken medewerkers vrij voor de ondersteuning van onderzoekers. Dit vergroot de mogelijkheden om onderzoeksresultaten tot daadwerkelijke toepassingen op het terrein van slimme energiesystemen te laten leiden.
Shell draagt in totaal 2 miljoen euro bij aan de gehonoreerde onderzoeksprojecten. ‘Gezamenlijk werken aan onderzoekprojecten maakt het mogelijk om sneller tot resultaten te komen en innovaties in de praktijk toe te passen. Met dit programma stomen we Nederland klaar voor toekomstige energie-infrastructuren,’ licht Teun Graafland, Manager External Research Nederland van Shell toe. De inzet van Shell bij dit programma maakt onderdeel uit van een overkoepelende Shell-investering van 24 miljoen euro in energieonderzoek, onder meer in het NWO-onderzoeksprogramma Computational sciences for energy research.
Het onderzoeksprogramma URSES maakt onderdeel uit van de NWO-bijdrage aan de topsector Energie en valt onder het NWO-thema Duurzame Energie. Het programma sluit volledig aan bij en is afgestemd met het Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) Switch2SmartGrids, dat onderdeel vormt van de topsector Energie. URSES is een gezamenlijk initiatief van de NWO-gebieden Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MaGW) en Exacte Wetenschappen (EW), Technologiestichting STW en Shell. De looptijd van de onderzoeken is vijf jaar.


Waarom heeft een windmolen drie wieken?

Of beter gesteld: waarom heeft de hedendaagse windturbine meestal drie rotorbladen? Want er zijn er ook met een, twee, vier of nog meer. Voor het antwoord zijn wij uitgebreid op onderzoek uitgegaan. En wat blijkt? Er is niet één antwoord. De wind der wijsheid waait uit diverse richtingen...

Uitleg: 'waarom 3 wieken?'
Bij een windturbine draait alles om het bereiken van een aerodynamisch optimaal punt, waarbij zoveel mogelijk beweging uit wind wordt omgezet in elektrische energie. Dat gebeurt door de wind langs een aerodynamisch gevormd rotorblad te leiden. En om dit zo efficiënt mogelijk te kunnen, dient de rotor op een zo'n optimaal mogelijke snelheid te draaien. Hoe dat werkt?

Een rotorblad heeft een bolle en een vlakke of holle kant. Tijdens het draaien ontstaat er aan de bolle kant een onderdruk ten opzichte van de holle kant. Dit geeft de propeller trekkracht. Bijkomend fenomeen is dat er áchter de rotorbladen een zekere werveling ontstaat, die erger wordt naarmate de trekkracht toeneemt. Als het volgende rotorblad in deze werveling zou komen, zou de trekkracht daarachter onmiddellijk wegvallen en de turbine tot stilstand komen. En dat willen we niet.
Om dit 'probleem' op te lossen wordt de stand van de rotorbladen en daarmee de draaisnelheid zo ingesteld, dat de werveling níet in het volgende rotorblad komt. Vandaar dat ook opgaat: hoe meer rotorbladen of wieken, hoe langzamer een molen of turbine van hetzelfde vermogen draait.

Een turbine met drie rotorbladen komt heel dicht bij de aerodynamisch perfecte 'molen', waarmee bijna alle praktisch beschikbare energie uit de wind onttrokken kan worden.

Uitleg: 'waarom geen 4 rotorbladen?'
Ouderwetse windmolens hebben vier wieken, omdat men vroeger - door technische beperkingen - simpelweg niet in staat was het anders te doen. Men gebruikte gewoon twee gekruiste balken, in het midden bijeen gebracht door één as. Zo bleef de molen meteen ook perfect in balans. Die technische beperking hebben we niet meer. Daarnaast levert een vierde rotorblad praktisch geen extra rendement op én brengt 'ie meer productie- en materiaalkosten met zich mee. Redenen genoeg om dus om meestal voor drie rotorbladen te kiezen.

Uitleg: 'waarom geen 2 rotorbladen?'
Turbines met twee rotorbladen draaien sneller, doordat ze minder problemen ondervinden van de wervelafstand (zie antwoord 1). Echter, dit geeft ook meer disbalans op de toren, meer lawaai, meer bewegende slagschaduw én het zorgt ervoor dat ze visueel voor onze ogen lijken te 'springen' (pulseren). Er worden als het ware beurtelings een cirkel en een ellips op ons netvlies geprojecteerd, wat erg onrustig is. Bij drie rotorbladen treedt dit 'jengelende' fenomeen niet op: er is doorlopend een grote cirkel zichtbaar. Bovendien hebben uitgebreide studies uitgewezen dat 'men' turbines met drie rotorbladen simpelweg het mooist vindt om te zien...

Intensiveren samenwerking met netbeheerders

Voor het leggen van transport- en distributieleidingen worden regelmatig de bermen van provinciale wegen en vaarwegen gebruikt. Logisch, want dat zijn immers de kortste routes tussen de verschillende woon- en werkgebieden die allemaal op drinkwater, riolering, elektriciteit, gas en verschillende telecommunicatiediensten zijn aangesloten. Door de aanleg van onder andere warmteleidingen, industriële transportleidingen en glasvezelnetten stijgt nu het gebruik van de ondergrond. Reden voor de provincie Zuid-Holland om te starten met een programma dat de samenwerking met de verschillende netbeheerders intensiveert.
Door periodiek overleg te voeren over de langetermijnplannen kunnen de onderhouds- en vervangingsprogramma’s van kabels en leidingen beter worden afgestemd op het onderhoudsprogramma voor de provinciale wegen. Bovendien staan netbeheerders en provincie (als wegbeheerder) voor de uitdaging om alles op, onder en naast elkaar in 1 ondergrondse strook te krijgen.
De provincie Zuid Holland zal onderzoeken hoe het nadrukkelijker de regie op zich kan nemen voor de inrichting van de ondergrond, zodat efficiënter met de beperkte ruimte kan worden omgegaan
Door de ruimtedruk in de ondergrond bij wegen en vaarwegen wordt de uitvoering van wegreconstructies steeds complexer indien hiervoor kabels en leidingen verlegd dienen te worden. Bovendien geraken de komende decennia veel leidingen die in de vorige eeuw zijn gelegd, aan het einde van hun levensduur. De beheerders daarvan zullen grootschalige saneringsprogramma’s moeten uitvoeren om de kwaliteit van hun netten te kunnen blijven garanderen. Als gevolg hiervan zullen steeds vaker werkzaamheden in uitvoering komen waardoor het (vaarweg)verkeer mogelijk hinder ondervindt.
Door een betere afstemming van de werkzaamheden tussen de netbeheerders en de provinie hoeft de weg maar 1 keer open. Ook kunnen veel kosten worden bespaard door het voorkomen van onnodige aanpassingen. De kostenbesparingen die dit oplevert komen de inwoners van de provincie ten goede; immers zijn zij zowel de gebruikers van de weg als van de nutsdiensten.

woensdag 22 januari 2014

ACM stelt tarieven voor nieuwe Warmtewet vast

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft de tarieven uit de Warmtewet vastgesteld. De Warmtewet wordt met ingang van 1 januari 2014 van kracht. Naar schatting heeft ongeveer 8% van alle Nederlandse huishoudens met deze wet te maken omdat zij warmte via blok- of stadsverwarming ontvangen.

Voor 2014 heeft ACM drie tarieven vastgesteld:
1. de maximumprijs voor de levering van warmte. Dit tarief bestaat uit een vast bedrag van 254,00 euro met daarbovenop 24,03 euro per verbruikte gigajoule. Deze maximumprijs geldt voor het hele jaar en kan niet tussentijds wijzigen.
2. het meettarief. Dit tarief is voor 2014 vastgesteld op 24,54 euro.
3. het eenmalige aansluittarief. Voor 2014 is dit tarief vastgesteld op 911,78 euro voor alle nieuwe aansluitingen tot 25 meter op een bestaand warmtenet.  Bij een aansluiting boven de 25 meter komt er bovenop dit tarief nog 31,31 euro per meter bij.

Alle genoemde bedragen zijn inclusief BTW. Warmteleveranciers mogen geen hoger bedrag in rekening brengen dan de maximale tarieven. Uiteraard mogen zij wel een lagere prijs hanteren. De Warmtewet geldt alleen voor kleinverbruikers: consumenten en midden- en kleinbedrijven met aansluitingen tot en met 100 Kilowatt.
Het doel van de Warmtewet is om klanten te beschermen tegen te hoge prijzen. Huishoudens en bedrijven zijn immers volledig afhankelijk van hun leverancier. Afnemers van warmte kunnen niet overstappen naar een andere warmteleverancier. En zij kunnen ook niet overstappen op gas.
De maximumprijs voor warmte is gebaseerd op alle kosten die een verbruiker zou moeten maken voor het verkrijgen van dezelfde warmte wanneer hij een gasaansluiting zou hebben. Verbruikers op het warmtenet betalen op deze manier niet meer dan voor gas. Dit niet-meer-dan-anders-principe is gebaseerd op een gemiddelde verbruiker in de gassituatie. Een gemiddelde verbruiker van gas is iemand met een G6 meter en een combiketel met HR107 label met comfortklasse CW4 voor tappen.

Consumenten kunnen meer informatie over de Warmtewet vinden op de website van ConsuWijzer, het consumentenloket van ACM.

Nieuwe uitgave ‘groene grondstoffen’ vergelijkt duurzaamheid van biobased producten uit olie

In de serie ‘groene grondstoffen’ is begin 2014 een nieuwe uitgave verschenen. Het boek ‘duurzaamheid van biobased producten uit plantaardige olie’ gaat in op een vergelijking van producten uit natuurlijke olie. Verschillende biobased producten zijn onderling vergeleken, waarbij de milieu-impact van deze producten centraal stond. Het boek is het resultaat van een samenwerking tussen onderzoekers van Wageningen UR (Food & Biobased Research en Plant Research International) en de Universiteit Utrecht (Copernicus Instituut) en geschreven in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
Drie oliegewassen zijn in de studie vergeleken: oliepalm, koolzaad en soja. Uit deze gewassen kan een veelheid van biobased producten gemaakt worden: biodiesel, polyol voor polyurethaan en harsen zijn in de studie als eindproduct omschreven.
De meeste oliegewassen produceren niet alleen olie maar ook een belangrijke hoeveelheid eiwitrijk meel dat vaak gebruikt wordt als veevoer. Extra vraag naar olie voor food of non-food producten leidt daarmee tot extra productie van eiwit. Doordat er verschillen zijn in de hoeveelheid meel die de gewassen produceren kan dit leiden tot daling van de eiwitprijzen en disbalans in de eiwitmarkt (zoals afname van het eiwitgewas soja). Het tekort aan olie dat vervolgens ontstaat wordt opgevuld met marginale olie: palmolie. De markten voor de verschillende oliën hangen dus sterk met elkaar samen.
In de studie is door middel van de levenscyclusanalyse (LCA) methodiek, onderzocht hoeveel reductie in gebruik van niet-hernieuwbare energie en in emissie van broeikasgassen het gebruik van biobased producten kan opleveren (t.o.v. vergelijkbare producten uit fossiele bronnen). Ook is bekeken hoeveel land er nodig is om deze producten te maken. De studie richt zich specifiek op de productiefase van onderzochte producten. Het bepalen van de milieu-impact van een bepaald product kan op twee verschillende manieren worden gedaan: door allocatie en systeemexpansie. Bij allocatie wordt een deel van de milieu-impact toegekend aan het hoofdproduct en een deel aan het co-product (in dit geval het eiwitrijke meel). Bij systeemexpansie wordt naast het hoofdproduct en zijn toepassingen ook de co-producten en hun toepassingen meegenomen in de berekeningen. In het boek worden de precieze verschillen tussen deze vergelijkingsmethoden toegelicht, en daarnaast de invloed die zij hebben op de berekende milieu-impact.
Voor alle onderzochte producten geldt, dat vervanging van een fossiel product door een vergelijkbaar biobased product leidt tot een verlaging van de uitstoot van broeikasgassen en van het gebruik van fossiele energie. Een belangrijke conclusie uit de studie is het feit dat het produceren van biobased materialen en chemicaliën uit natuurlijke olie een grotere reductie in gebruik van fossiele energie en broeikasgasemissie oplevert dan toepassing als brandstof. Een vergelijking met een vergelijkbare studie naar producten uit suiker uit 2011 leert dat deze conclusie geldt voor zowel suiker- als oliegewassen. Biobased materialen en chemicaliën leveren een grotere energie- en broeikasgasemissiebesparing op dan brandstoftoepassingen.

Subsidieaanvraag voor HRe-ketel in provincie Gelderland

Woningeigenaren in Gelderland die toe zijn aan een nieuwe combiketel kunnen in 2014 tweeduizend euro subsidie ontvangen voor de aanschaf of huur van een HRe-ketel. Vanaf 27 februari kunnen subsidieaanvragen ingediend worden bij het bureau dat de subsidieafhandeling gaat uitvoeren. De subsidieaanvragen kunnen zowel door huishoudens zelf als door de bedrijven worden ingediend.
Duurzaam huis uit Gelderland; bron provincie GelderlandOp 26 februari nemen Provinciale Staten een definitief besluit over welk bedrijf de subsidieafhandeling gaat uitvoeren. Dit wordt op 27 februari bekendgemaakt via www.gelderland.nl/energie. In de tussenliggende tijd kunnen geïnteresseerden alvast advies inwinnen en een offerte aanvragen.
Voorwaarde voor aanvragen is het indienen van een getekende offerte. Bedrijven die een HRe-ketel met micro-wkk leveren, kunnen helpen bij het advies en een offerte. Deze bedrijven zijn: Remeha, Navien en BlueGen (zie Links). Vanaf 6 maart worden de eerste goedgekeurde subsidies uitbetaald.
Een HRe-ketel, is een ketel die energiezuinig verwarmt, warm water maakt en tegelijkertijd ook nog elektriciteit produceert. Eigenlijk is het een iets dikkere HR-ketel waar een snoer aanhangt waar stroom uit komt. Er zijn verschillende types op de markt. Wat voor uw situatie het meest geschikt is, is afhankelijk van uw verbruik en de investering die u wilt doen. Kijk voor meer informatie ook op de website van MilieuCentraal (zie Links).
Doordat GasTerra groen gas opkoopt voor dit project gaan huishoudens zelf groene stroom produceren. Het meeste daarvan gaat op aan eigen gebruik (gemiddeld 80 procent) en een klein gedeelte (gemiddeld 20 procent) gaat terug in het openbare net. In Nederland krijgen huishoudens hiervoor een vergoeding die gelijk is aan de aankoopprijs van stroom.
Deze subsidieregeling past in een breed pakket van projecten en maatregelen van de provincie Gelderland die bijdragen aan de doelstellingen van het Gelderse programma Energietransitie. Gelderland streeft de doelstelling na jaarlijks twee procent energie te besparen en in 2020 veertien procent hernieuwbare energie op te wekken.

dinsdag 21 januari 2014

Eneco neemt klanten en medewerkers over van DONG Energy

Eneco neemt 90.000 energieklanten en 89 medewerkers over van DONG Energy Sales B.V. Vandaag is hierover overeenstemming bereikt met het Deense DONG S/A, de moedermaatschappij van DONG Energy Sales B.V. De overname is onder voorbehoud van een aantal advies- en goedkeuringstrajecten, waaronder goedkeuring door toezichthouder ACM
De over te nemen klanten van DONG Energy Sales B.V. worden tijdelijk ondergebracht in een nieuwe organisatie, evenals de 89 medewerkers. Het is de bedoeling dat klanten en medewerkers op termijn geïntegreerd worden in de bestaande Eneco organisatie. Tot het zover is, blijven de klanten bediend worden onder de DONG merknaam. Door de overeenkomst groeit het klantenbestand van Eneco naar ruim 2,2 miljoen klanten.

Van kwart Nederlanders mag gaskraan helemaal dicht

Bijna de helft van de Nederlandse huishoudens is het eens met het kabinet dat de gaswinning in Groningen moet worden verminderd. Voor een kwart van de huishoudens gaat verminderen van de gaswinning echter niet ver genoeg en mag de gaskraan helemaal dicht. Dit blijkt uit de USP Energie Monitor, een maandelijks terugkerend consumentenonderzoek van USP Marketing Consultancy.
Om de kans op aardbevingen te verkleinen heeft het kabinet besloten om de gaswinning in Nederland te verminderen. Waar in het afgelopen jaar nog 54 miljard kubieke meter gas werd opgepompt, zal de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) de komende 2 jaar niet meer dan 42,5 miljard kuub uit de grond mogen halen en in 2016 is de grens gelegd op 40 miljard kuub.
Bijna de helft van de Nederlandse huishoudens (49%) is het eens met het kabinet: Nederland moet minderen met het winnen van aardgas onder de bodem van Groningen. Voor bijna een kwart van de Nederlanders (24%) gaat het terugdraaien van de gaskraan niet ver genoeg. Als het aan deze huishoudens ligt, wordt de gaskraan zelfs volledig dicht gedraaid. En dat is niet alleen de mening van Noord Nederland. In alle regio's (noord, zuid, oost en west) komt een vergelijkbare houding ten aanzien van de gaswinning naar voren. Een minderheid van de Nederlandse huishoudens vindt dat de NAM haar activiteiten onverminderd mag voortzetten (11%).

ACM zet belangrijke stap in verdere integratie van de Europese gasmarkt

De transportcapaciteit van het Nederlandse gasnetwerk wordt voortaan beter toegankelijk. De Autoriteit Consument & Markt heeft voorwaarden vastgesteld die ervoor moeten zorgen dat de  toegang  tot transportcapaciteit eerlijker wordt. Deze capaciteit wordt bovendien beter verdeeld.  De transportcapaciteit wordt zal hierdoor beter worden benut. Dit zorgt ervoor dat de gasstromen in Europa niet onnodig belemmerd worden bij de grens. ACM zet hiermee een belangrijke stap in de verdere integratie van de Europese gasmarkt.
GTS is als netbeheerder van het gastransportnet voortaan verplicht grensoverschrijdende transportcapaciteit aan te bieden in een veiling. Alle geïnteresseerde marktpartijen kunnen daardoor onder gelijke voorwaarden meedoen. ACM is een groot voorstander van veilingen; veilingen zorgen voor een eerlijker toegang tot de transportcapaciteit dan het huidige systeem van ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’.
De nieuwe transportvoorwaarden verbeteren ook de herverdeling van de transportcapaciteit op verbindingen waar schaarste is. Als alle transportcapaciteit is uitverkocht op een grensverbinding krijgt GTS bijvoorbeeld de mogelijkheid om extra transportcapaciteit te verkopen. In de praktijk blijkt namelijk dat niet alle gecontracteerde capaciteit altijd wordt gebruikt.
De nu vastgestelde gasvoorwaarden zijn een nadere uitwerking van Europese regelgeving. De regels over capaciteitsverdeling via veilingen en herverdeling bij schaarste zijn de eerste concrete regels die voortkomen uit het pakket maatregelen waarmee Europa de vorming van Europese gas- en elektriciteitsmarkten wil bevorderen.  In 2014 volgen nog meer Europese regels voor een verdere integratie van gas- en elektriciteitsmarkten. Ook deze worden  nader uitgewerkt in de nationale transportvoorwaarden.

Provinciale subsidie voor ‘Samen leren en werken met Energie’

Om meer mensen in de energiesector aan het werk te krijgen, subsidieert de provincie Gelderland het project ‘Samen leren en werken met energie’. In dit project werkt een aantal energiebedrijven samen met Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) en vijf ROC’s  in de regio.
Techniekstudenten aan het werk in praktijkruimte; bron provincie GelderlandDoel van dit project is om mensen via leer-werk-trajecten én aan een baan te helpen in de energiesector én hen tegelijkertijd op te leiden. De provincie draagt 200.000 euro bij aan dit project (38 procent van de totale kosten).
Samen leren en werken met Energie bestaat uit twee onderdelen. De energiebedrijven en onderwijsinstellingen hebben samen een HBO-deeltijdopleiding ontwikkeld. Studenten komen in dienst bij het energiebedrijf en volgen daarnaast het studieprogramma op de HAN. De studie is gericht op het behalen van het reguliere bachelordiploma. De studenten doen op basis van een gedegen elektrotechniek-studie specifieke kennis en vaardigheden op gericht op energietransitie.
Het doel is om over vier jaar een verdubbeling van het aantal HBO-afgestudeerden te bereiken. De studenten/werknemers worden gezocht in de groep die een mbo-opleiding heeft gevolgd. Op deze manier zorgt het project er voor dat er meer mbo-werknemers in de netwerkbedrijven aan de slag kunnen.
In de energiesector is een nijpend tekort aan voldoende gekwalificeerd personeel. Tegelijkertijd is in enkele andere sectoren de werkloosheid hoog. Betrokken werkgevers zijn Alliander, Qconcepts, NN-Netherlands, Iv-Industries en Alewijnse.

Wilde zonne-energiebatterij van Sandberg

De wilde back-up-batterij van Sandberg is onderweg. In vergelijking met vorige versies is er driemaal zoveel batterijcapaciteit, en een verhoogde efficiency van de zonnecellen tot 250 procent. De stroomsterkte van de output is meer dan verdubbeld. En de prijs is slechts met een derde gestegen.
Nog geen half jaar geleden kwam de eerste batterij op zonnecellen van Sandberg op de markt. Toen waren de specificaties een batterijcapaciteit van 2000 mAh, 100 mA zonnecel en een output van 1 A. Deze batterij heeft 6000 mAh, 250 mA zonnecel en een output van 2,1 A. Dus we zijn bijna zover dat je op een zonnige dag net zo snel energie kunt genereren als je het kunt gebruiken op een normale smartphone.

maandag 20 januari 2014

Informatieavond zonnepanelen sportverenigingen

Zonnepanelen op het gebouw van de sportvereniging en op die manier zelf energie opwekken. Door gunstige voorwaarden in het energieakkoord en het duurzaamheidsfonds van de Gemeente Westland is dit voor veel sportverenigingen mogelijk. Maar wat moet je daarvoor allemaal regelen?
Westland Infra organiseert samen met Nobutec, NIFE Energieadvies, Arend-Sosef en Kester & Partner Accountancy op maandag 20 januari een informatieavond over de mogelijkheden voor sportvereniging om zonnepanelen aan te schaffen. Er wordt informatie gegeven over zonnepanelen en alles wat daarbij komt kijken, als financiering, techniek, contracten met energieleverancier, wet- en regelgeving en natuurlijk de zonnepanelen zelf.
Westland Infra is gastheer van deze avond. We heten u van harte welkom vanaf 19:00 uur in ons pand aan de Nieuweweg 1 in Poeldijk. Het programma start om 19.30 uur en duurt tot 21.30 uur. Na afloop is het onder het genot van een hapje en drankje mogelijk uw specifieke situatie door te spreken met een van de specialisten.

Waarom consumenten niet switchen

Ondanks de financiële voordelen is een groot deel van de Nederlandse huishoudens binnen de huidige woning nog nooit geswitcht van energieleverancier (50 procent). De belangrijkste reden is dat men tevreden is met de huidige energieleverancier (61 procent) of dat men de administratieve rompslomp niet ziet zitten (13%). Dit blijkt uit consumentenonderzoek van USP Marketing Consultancy.
Sinds de liberalisering van de energiemarkt mogen consumenten zelf hun energieleverancier kiezen. Van deze mogelijkheid maakt jaarlijks zo'n 13 procent van de Nederlandse huishoudens gebruik (EDSN). De oude energieleverancier wordt ingeruild voor een leverancier die op dat moment voor de consument de gunstigste voorwaarden aanbiedt. Voor velen zullen dit gunstigere tarieven zijn dan voortzetting van het bestaande contract, maar ook meer idealistische beweegredenen zoals lokaal opgewekte groene stroom, kunnen hierbij een rol spelen. Het overstappen van energieleverancier loont doorgaans de moeite, want met een paar muisklikken kan een huishouden al snel enkele honderden euro's per jaar besparen.
Ondanks deze financiële voordelen is het jaarlijkse overstappercentage dus beperkt. Sterker nog, uit dit consumentenonderzoek blijkt dat een groot deel van de huishoudens (50 procent) nog nooit is geswitcht van energieleverancier binnen de huidige woning. Nu zullen er huishoudens zijn met een contract voor meer dan een jaar, maar verreweg het grootste deel van de huishoudens kan ieder jaar boetevrij overstappen. Maar waarom zijn deze huishoudens dan nog nooit overgestapt? Voor 61 procent van deze huishoudens is de tevredenheid met de huidige leverancier de belangrijkste reden waarom men nog nooit geswitcht is. Een andere belangrijke reden om niet te switchen is de administratieve rompslomp. Voor 13 procent van de huishoudens is dit zelfs de belangrijkste reden. Toch valt die administratie doorgaans wel mee. Zo is bijna 80 procent van de huishoudens die al wel eens overstapten namelijk (zeer) tevreden over de administratieve afhandeling. De angst voor de administratieve rompslomp is dus onterecht en vormt daarmee voor veel consumenten een onnodige barrière om over te stappen.

Membraanonderzoek UT levert grote bijdrage aan eerste blauwe-energiecentrale

Waar rivier- en zeewater bij elkaar komen, kun je duurzame energie opwekken: blauwe energie. Met slim ontworpen membranen kun je namelijk elektriciteit halen uit het verschil in zoutgehalte. Komende maand wordt op de Afsluitdijk de eerste blauwe-energiecentrale ter wereld opgestart met membranen die werken met ionentransport. Onderzoekers van onderzoeksinstituut MESA+ van de Universiteit Twente leverden kennis voor de membranen en de technologie in deze centrale. Deze maand promoveren er twee van hen: David Vermaas en Enver Güler.
Waar zoet en zout water samenkomen, bijvoorbeeld waar rivieren in zee stromen, kun je elektriciteit opwekken. In zout water bevinden zich namelijk veel meer geladen deeltjes, ionen, dan in zoet water. Als je zout en zoet water scheidt door een membraan dat alleen positief of negatief geladen deeltjes doorlaat, dan ontstaat er een spanningsverschil dat je kunt omzetten naar elektriciteit. Het principe is al langer bekend, maar de efficiëntie was altijd veel te laag om grootschalige toepassing interessant te maken.
Dat is nu aan het veranderen. Komende maand wordt op de Afsluitdijk de eerste blauwe energiecentrale ter wereld opgestart die werkt op basis van ionentransport. De totale hoeveelheid elektriciteit die op de Afsluitdijk opgewekt zou kunnen worden, is gelijk aan 1200 miljard AA batterijen per jaar ofwel voldoende voor de energiebehoefte van 500.000 huishoudens. Deze pilotcentrale is een belangrijke tussenstap tussen het onderzoek in het lab en een commerciële elektriciteitscentrale.
Voor prof. dr. ir. Kitty Nijmeijer van onderzoeksinstituut MESA+ van de Universiteit Twente, die met haar vakgroep de afgelopen acht jaar intensief werkte aan het ontwikkelen en verbeteren van de membranen en de Blue Energy technologie, is dit een belangrijke stap voor de doorontwikkeling van de technologie. “De technologie is veelbelovend. Alleen al met het water van de Rijn dat in Nederland de zee in stroomt, kun je de elektriciteit van 80 procent van de Nederlandse huishoudens opwekken. En wereldwijd kun je ongeveer het gehele elektriciteitsverbruik opwekken met blauwe energie.”
“Op het moment kunnen onze membranen in het lab een vermogen van ongeveer 1,3 Watt per vierkante meter leveren. Om blauwe energie economisch rendabel te maken moeten we toe naar 2 tot 3 Watt per vierkante meter. Onze promovendi kunnen de centrale op de Afsluitdijk gebruiken als onderzoekfaciliteit om op grotere schaal de efficiëntie te verbeteren.”
De installatie, die wordt gerealiseerd door onder meer REDstack BV en Fujifilm, bevat in totaal nu vierhonderd vierkante meter aan membranen die per uur 220.000 liter zout en 220.000 zoet water kunnen verwerken. Dat aantal wordt de komende jaren verder uitgebreid naar 100.000 vierkante meter. Om ruimte te besparen worden er verschillende membranen direct achter elkaar geplaatst, op een afstand van 0,3 – 0.5 millimeter van elkaar. Voor een commerciële installatie heb je uiteindelijk miljoenen vierkante meters membraan nodig.
In januari promoveren er weer twee onderzoekers uit de vakgroep Membrane Science & Technology van Nijmeijer. David Vermaas, die op 17 januari promoveert, hield zich bezig met de hydrodynamica en vervuiling van de membranen. Hij optimaliseerde de manier waarop het water langs de membranen stroomt en bedacht een aantal manieren om vervuiling van de membranen te verminderen. Enver Güler die op 31 januari promoveert, hield zich bezig met de membraanontwikkeling. Hij ontwikkelde een membraan met de hoogste energieopbrengst tot nu toe. Inmiddels zijn er weer twee nieuwe promovendi in de groep van Nijmeijer gestart die het onderzoek van Vermaas en Güler zullen vervolgen.
Het onderzoek is onderdeel van het onderzoeksinstituut MESA+ en het Green Energy Initiative van de Universiteit Twente. Bij het onderzoek wordt intensief samengewerkt met het onderzoeksinstituut Wetsus, REDstack, Fujifilm en andere bedrijven.

vrijdag 17 januari 2014

Minder gaswinning, versterkingspakket voor Groningen

De winning van aardgas in Groningen wordt de komende drie jaar gericht verminderd. De komende vijf jaar komt in totaal bijna 1,2 miljard euro beschikbaar voor het versterken van gebouwen, huizen en infrastructuur en om de leefbaarheid van het gebied te verbeteren. Ook wordt er geïnvesteerd in de regionale economie. Met Groningse provinciale en gemeentelijke bestuurders is afgesproken de maatregelen gezamenlijk verder uit te werken en de regio daarbij intensief te betrekken via een zogeheten ‘dialoogtafel’.
Dat besluit heeft minister Kamp van Economische Zaken (EZ) vrijdag 17 januari 2014 in Groningen toegelicht. 'Om de veiligheid te vergroten van de mensen die boven het gasveld in Groningen wonen, verminderen we de productie in het meest risicovolle gebied en begrenzen we de totale productie,' aldus de bewindsman. 'Daarnaast nemen we maatregelen om schade zoveel mogelijk te voorkomen en het proces van schadevergoeding optimaal te laten verlopen. Ook gaan we, in samenwerking met betrokken partijen, de leefbaarheid in het gebied vergroten en het regionaal economisch perspectief verbeteren.'
Het besluit is een reactie op een plan van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) voor de gaswinning voor de komende jaren en is gebaseerd op veertien onderzoeksrapporten en verschillende adviezen van onder meer Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).
De productie in het meest risicovolle gebied (rondom Loppersum) wordt de komende drie jaar met tachtig procent verminderd. De totale gasproductie uit het Groningerveld wordt voor de jaren 2014, 2015 en 2016 begrensd op respectievelijk 42,5, 42,5 en 40 miljard m3. De productie in 2013 bedroeg bijna 54 miljard m3. Hiermee volgt het kabinet de strekking van het advies van SodM. De productie op de boorlocaties rondom Loppersum wordt niet helemaal gestopt om er voor te zorgen dat er ook op de koudste dagen voldoende gas beschikbaar is.
Voor schadeherstel en preventie van huizen, gebouwen en infrastructuur wordt 850 miljoen euro gegarandeerd en gereserveerd. NAM gaat onder meer voor eind volgend jaar vijftienduizend huizen inspecteren om de meest kwetsbare huizen te versterken. Ook komt er een fonds van vijftien miljoen euro voor ‘speciale situaties’. Uit dit fonds kunnen in uitzonderlijke omstandigheden bijdragen aan achterstallig onderhoud en opkoop van huizen worden betaald. Daar waar nodig worden dijken versterkt. Daarnaast stelt NAM tien miljoen euro beschikbaar voor het bouwkundig versterken van nog te bouwen huizen en gebouwen.

'Besluit Kamp biedt perspectief voor Groningen'

Het voorgenomen besluit van minister Kamp over de gaswinning in Noordoost-Groningen biedt perspectief aan de inwoners van de regio en aan NAM. Een breed pakket aan maatregelen gericht op veiligheid en leefbaarheid zorgt ervoor dat gaswinning ook in de toekomst verantwoord is. Minister Kamp heeft aangegeven dat met dit pakket aan maatregelen bijna 1,2 miljard euro is gemoeid over de komende vijf jaar.
Bart van de Leemput, directeur NAM: “Belangrijk is dat bewoners nu systematisch betrokken worden bij het uitvoeren van de maatregelen aan overlegtafels. Het gaat immers om hun huis, hun toekomst en hun veiligheid. De minister heeft aangekondigd de gasproductie uit het Groningen-gasveld voor 3 jaar gericht te verminderen. Dat betekent niet dat aardbevingen zullen stoppen. Onderzoeken laten zien dat de komende drie jaar aardbevingen van 4.1 op de schaal van Richter kunnen optreden. In combinatie met het pakket aan maatregelen dat nu is overeengekomen, betekent dit een aanvaardbaar veiligheidsrisico.”
NAM gaat naar eigen zeggen door met het bouwkundig versterken van woningen en gebouwen waar dit nodig is. Dit programma zal gefaseerd worden uitgerold, waarbij begonnen is in Loppersum. Van daaruit wordt steeds een groter gebied bestreken. Bart van de Leemput: “De versteviging van huizen in de regio wordt met kracht voortgezet. Daarnaast wordt afhandeling van schade verder verbeterd, met onafhankelijk toezicht. NAM opent een kantoor in Loppersum om de toegankelijkheid voor bewoners te vergroten. Het is goed dat er overeenstemming is over een schaderegeling voor de waardedaling van huizen. Bovendien komt er voor speciale situaties een fonds om ervoor te zorgen dat er geen mensen tussen wal en schip vallen.”
Om meer duidelijkheid te krijgen over de langere termijn en onzekerheden te verkleinen is een uitgebreid meetprogramma gestart en zal verder onderzoek worden verricht. NAM zal regelmatig rapporteren over de voortgang en resultaten en in ieder geval in 2016 een aangepast Winningsplan indienen, waarin de resultaten van het aanvullend onderzoek zullen zijn verwerkt.

Eerste paneel van zonnecentrale op dak van Euroborg

Euroborg wordt het eerste voetbalstadion van Nederland met een eigen zonnecentrale. Vandaag, dinsdag 14 januari 2014 is het eerste van 531 zonnepanelen op het dak van het stadion van FC Groningen geplaatst. De bouw is mogelijk gemaakt door een succesvolle crowdfundingactie van de stichting 1miljoenwatt en Essent; ruim 200 mensen doen hieraan mee en schaften een of meerdere van de panelen aan.
Vertegenwoordigers van FC Groningen, de stichting 1miljoenwatt en Essent namen mediavertegenwoordigers mee het dak op van het stadion om getuige te zijn van de ‘eerstepaneellegging’. De planning is dat zonnecentrale eind deze maak gereed is en direct energie gaat opleveren. Stichting 1miljoenwatt, energiebedrijf Essent en FC Groningen startten in juni met een crowdfunding-actie om de zonnecentrale tot stand te brengen, met medewerking van de volgende zes partners in het project: de Energy Valley Topclub, Imtech, BAM, het Waterbedrijf Groningen, Euroborg NV en de gemeente Groningen.
De Energy Valley Topclub is een samenwerking tussen: BAM, Essent, GasTerra, Gasunie, Groningen Seaports en Imtech. Deze partijen hebben zich via het convenant ‘Samen Duurzaam aan de TOP!’ ten doel gesteld om de ontwikkelingen in de energiewereld onder de aandacht te brengen van de samenleving en een platform te zijn voor de energiesector.
Sven Pluut van de Stichting 1miljoenwatt licht het door hem bedachte concept toe: “Het idee erachter is dat mensen, die geen eigen dak op de woning hebben of een dak dat niet geschikt is voor zonnepanelen, via een investering in de zonnecentrale tóch hun eigen duurzame stroom kunnen opwekken. Hierdoor kunnen deze mensen alsnog de voordelen die zonne-energie biedt benutten.”
Klaver kondigde aan dat direct wordt doorgeschakeld naar fase 2, waarbij nog eens ruim 500 panelen worden geplaatst: “De zonnecentrale op Euroborg levert naar verwachting nog deze maand de eerste stroom. In totaal is er op het dak van het voetbalstadion plaats voor 1.120 zonnepanelen. Wij kunnen melden dat er voldoende animo is voor een tweede fase en dat hiervoor al weer 180 zonnepanelen zijn verkocht.”