Pagina's

woensdag 31 juli 2013

Meeste zonne-energie in oosten opgewekt

De meeste zonne-energie wordt in het oosten van Nederland opgewekt. Uit cijfers van brancheorganisatie Netbeheer Nederland blijkt dat in totaal 93.233 zonnepaneelinstallaties zijn geregistreerd. Dit komt neer op een totaal vermogen van 347 megawatt (MW).
Op de site Energieleveren.nl kunnen consumenten en bedrijven hun installaties voor duurzame energie opwek zoals zonnepanelen, HR-e ketel of windmolen registreren. De site is een initiatief van alle netbeheerders in Nederland en Energie Data Services Nederland (EDSN). Hiermee werken zij aan een betrouwbare en veilige energievoorziening, nu en in de toekomst.
De netbeheerders registeren naast zonnepanelen ook andere installaties die energie opwekken. Het belangrijkste doel van deze registratie is om de impact van duurzame energie opwek op het energienet te monitoren en het energienet geschikt te houden voor teruglevering. In totaal zijn 95.486 installaties geregistreerd met een totaal vermogen van ruim 2.270 megawatt (MW).


Studententeam met elektrische raceauto naar officieus WK op Hockenheim

University Racing Eindhoven doet van 31 juli tot en met 4 augustus mee aan de Formula Student in Duitsland, ook wel bekend als het officieuze WK voor studentenraceteams, op de Hockenheimring. In de categorie elektrische auto’s strijden zij met hun auto URE08 tegen 39 andere teams, waaronder DUT, het universiteitsteam van de TU Delft. Morgen, zaterdag 27 juli, testen samen hun auto's op voormalig vliegveld Valkenburg bij Katwijk.
Formula Student is een ontwerp- en racewedstrijd, waarbij teams van studenten een eigen racewagen ontwerpen en bouwen. Tijdens het wedstrijdweekend zijn er verschillende onderdelen, zoals acceleratie, wegligging en een duurproef. Het team met de meeste punten op verschillende onderdelen, wint.
Het evenement in Hockenheim wordt beschouwd als het officieuze WK, waar 115 teams vanuit de hele wereld bij elkaar komen. 40 teams zijn vertegenwoordigd in de elektrische klasse, waaronder het team URE van de TU/e. Studenten van URE behoren tot de top tien wereldwijd als het gaat om het ontwerpen en bouwen van deze elektrische racewagens.
URE08 is een lichtgewicht auto met speciaal ontwikkelde banden waarmee de wegligging zoveel mogelijk is geoptimaliseerd. "De auto heeft een nieuw record als het gaat om gewicht: dit jaar voor het eerste minder dan 200 kilogram", aldus Bram van de Schoot, teammanager van URE. "Daarnaast is wegligging belangrijk om snelheid te creëren. Om deze reden hebben we speciale banden ontworpen en ontwikkeld."
Eerder al was URE erg succesvol in de categorie skidpad: een klein circuit van pionnen waarbij het draait om wegligging en grip. Tijdens de wedstrijd in Duitsland wordt de skidpad ook nog eens nat gemaakt. "Ondanks het natte wegdek en de kleine draai-as gaat de auto behoorlijk hard en dat ziet er erg spectaculair uit," verzekert Bram.
Media die de testdag willen bijwonen zijn van harte welkom op Valkenburg, van 11:00 tot 13:00 uur. De wagens zullen verschillende proeven rijden, waaronder een acceleratieproef.

Veroudering wagenpark remt verlaging CO2-uitstoot

De gemiddelde CO2-uitstoot van het totale Nederlandse wagenpark daalt nauwelijks. Dit komt doordat economische onzekerheid en stijgende kosten van autobezit- en gebruik vernieuwing van het wagenpark afremmen. Er is een trend zichtbaar waarbij particulieren noodgedwongen langer doorrijden met oudere auto’s die meer CO2 uitstoten dan nieuwe.
Nederland presteert uitstekend als het gaat om verlaging van de gemiddelde uitstoot van nieuw geregistreerde auto’s. Dankzij het systeem van lage bijtellingen op zuinige (zakelijk gereden) auto’s is Nederland op dit vlak in korte tijd één van de best presterende landen geworden.
In relatief korte tijd is Nederland sterk opgeklommen als het gaat om de verkoop van nieuwe auto’s met een lage gemiddelde CO2-uitstoot. Waar in 2006 deze uitstoot nog op gemiddeld 166,7 gram / km lag was dit in 2012 gedaald tot 118,5 g/km. Fiscale stimuleringsmaatregelen voor met name zakelijke rijders hebben er voor gezorgd dat Nederland nu in de top drie staat als het gaat om de laagste gemiddelde CO2-uitstoot van nieuw geregistreerde auto’s.
Ondanks deze positieve ontwikkeling is de gemiddelde uitstoot van het totale personenautopark (alle personenauto’s in Nederland) in de loop der jaren nauwelijks veranderd. In 1990 en 2000 lag de gemiddelde CO2-uitstoot van alle personenauto’s in Nederland op 190 g/km. In 2011 was dit slechts licht gedaald tot 184 g/km.
Een belangrijke oorzaak is dat economische onzekerheid en stijgende kosten van autobezit- en gebruik ertoe leiden dat particulieren langer doorrijden in relatief oudere auto’s. In 2000 lag het aandeel auto’s van 9 jaar of ouder in het totale Nederlandse personenautopark op 36,1%. In 2013 was dit aandeel gestegen tot 47,2%. Het aantal gereden kilometers met auto’s van 9 jaar of ouder op het totaal aantal door personenauto’s in Nederland gereden kilometers steeg van 28,1% in 2000 naar 38,2% in 2011.
Het Nederlandse fiscale beleid omtrent personenauto’s beloont met succes de zakelijke markt in haar keuze voor nieuwe zuinige auto’s. Dit onder meer door het systeem van lage bijtellingen voor zakelijke rijders en subsidie(regelingen) op zeer zuinige auto’s. De particuliere markt kan hier niet van profiteren en dreigt achterop te raken. Het aanstaande einde van de vrijstelling van MRB (motorrijtuigenbelasting) voor zeer zuinige auto’s, juist een belangrijke stimulans voor particulieren een zuinige auto aan te schaffen, zal deze trend versterken. Hierdoor dreigt verdere vergrijzing van het Nederlandse personenautopark en kan onvoldoende worden geprofiteerd van zuinige technologie in nieuwe auto’s.

 

dinsdag 30 juli 2013

Ploumen blijft zich inzetten voor belangen Nederlandse installatiebranche zonnepanelen

‘Nederland kan zich vinden in de afspraken over de import van zonnepanelen die de Europese Commissie wil maken met China. Er is een handelsoorlog voorkomen en de gevolgen van het nu voorliggende compromis zijn voor Nederland aanzienlijk beperkter dan wanneer de anti-dumpheffing zou stijgen naar ruim 47 procent.’ Dat zei minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
‘Als de lidstaten hiermee akkoord gaan praten we eind dit jaar weer verder. Ik blijf mij inzetten voor betaalbare zonnepanelen en de belangen van de Nederlandse installatie- en importbranche. Dat is ook belangrijk voor het halen van de doelstellingen voor duurzame energie en het klimaat.’
Naar aanleiding van een klacht van Duitse producenten van zonnepanelen besloot de Europese Commissie in juni en voorlopige anti-dumpheffing van ruim 11 procent in te voeren voor zonnepanelen uit China. Als de Commissie en China voor 6 augustus geen onderhandelde afspraak hebben over een vrijwillige minimumprijs voor Chinese zonnepanelen, stijgt die heffing naar gemiddeld ruim 47 procent. Minister Ploumen is tegen anti-dumpingheffingen en heeft altijd aangedrongen op een alternatieve oplossing. Inmiddels ligt er een compromis op tafel dat voor woensdag door de lidstaten moet worden beoordeeld.
De Nederlandse sector bestaat vooral uit installateurs, projectontwikkelaars en importeurs van zonnepanelen. Het voorliggende compromis heeft ook gevolgen voor hen, maar die blijven beperkt voor het grootste deel van de afzet van de Nederlandse sector, namelijk de Nederlandse consumentenmarkt. Die is goed voor 65 tot 70 procent van de afzetmarkt.

Fraude met subsidie zonnepanelen eenvoudig

Het is kinderlijk eenvoudig om misbruik te maken van de subsidieregeling voor zonnepanelen. Wie gebruik wil maken van zo'n subsidie, hoeft alleen maar een offerte op te sturen en het ministerie maakt de subsidie over. Dat meldt RTL Nieuws. Gemiddeld gaat het om zo'n 560 euro per geval. „Dat is wel erg gemakkelijk”, zegt Hans van den Heuvel, hoogleraar Integriteit van de Vrije Universiteit. „De subsidie is laagdrempelig, maar de fraude ook.” Volgens hem maakt de overheid het mensen wel erg gemakkelijk om misbruik te maken van allerlei voorzieningen.

Huishoudens besparen energiekosten dankzij SuperHR

Een samenwerkingsverband van een aantal bedrijven en de Universiteit Twente heeft subsidie ontvangen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling om deze technologie verder te ontwikkelen. Het systeem zorgt voor effectieve opslag van warmte en terugwinning van verloren energie in de cv-ketel, waarbij ook duurzame energiebronnen worden geïntegreerd.
De besparingen zijn zeer aantrekkelijk. Met de SuperHr-technologie kan een gemiddeld huishouden flink op de energiekosten besparen. Op de verwarming van tapwater kan tot wel 30% bespaard worden, en het verwarmen van gebouwen (woningen, kantoren en bedrijfsruimten) kan ca. 15% besparing opleveren. Gecombineerde warmteterugwinning uit tapwater én centrale verwarming kan de gebruiker zelfs 100% reductie opleveren van het gebruik van gas voor het verwarmen van tapwater. Daarnaast is het te ontwikkelen product minder belastend voor het milieu, omdat er energiebesparing plaats vindt door het gebruik van duurzame energie.
De heer Blij, R&D Manager van ATAG Verwarming: "Deze EFRO subsidie betekent voor ons een versnelling in de ontwikkeling van deze innovatieve technologie. Het project kan uiteindelijk zorgen voor 23 fte werkgelegenheid in Oost-Nederland. Wij zijn een echt Achterhoeks bedrijf en doen ook vooral zaken met andere bedrijven in de Achterhoek. Die regionale verbondenheid vinden we belangrijk en zo willen we ons dus identificeren, ook met dit project." Voor de provincies Gelderland en Overijssel levert dit project een bijdrage aan het versterken van de innovatiekracht op het gebied van duurzaamheid en energie.
Om dit product te ontwikkelen ontvangt het samenwerkingsverband tussen ATAG Verwarming Nederland BV en Intermeco BV (Doetinchem), Kiwa Nederland BV (Apeldoorn), Universiteit Twente (Enschede) € 878.586 subsidie uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Daarnaast ontvangen zij een provinciale bijdrage van € 400.000 en een bijdrage van het Rijk van € 100.000.

maandag 29 juli 2013

Ploumen: Goed dat er een compromis is over import Chinese zonnepanelen

'Het is goed dat eurocommissaris De Gucht en China een compromis hebben bereikt over de import van Chinese zonnepanelen in de Europese Unie.' Dat zei minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in een eerste reactie op het nieuws uit Brussel.
Ploumen: 'Deze week worden de details bekend gemaakt en aan de lidstaten voorgelegd. Die ga ik goed bestuderen, want goede afspraken over de import van Chinese zonnepanelen is van groot belang voor het behoud van banen in de Nederlandse installatiebranche en voor het halen van de klimaatdoelstellingen.'
De Europese Commissie (EC) stelde op 6 juni een voorlopige heffing van 11 procent in voor zonnepanelen uit China. Als China en de EC niet voor 6 augustus een oplossing hebben in de vorm van een minimumprijs, stijgt die heffing tot gemiddeld 47 procent.
Minister Ploumen heeft namens Nederland altijd tegen anti-dumpmaatregelen en voor een schikking gepleit. De import van Chinese zonnepanelen zorgt voor banen bij Europese importeurs, installateurs en machinebouwers. Bovendien leveren goedkope zonnepanelen een belangrijke bijdrage aan het verduurzamen van de economie. De voorliggende anti-dumpheffing op panelen uit China zou voor de Nederlandse zonne-energiesector zware averij betekenen.


 

Moederbedrijf van Nuon moet flink bezuinigen (i.m.)

Nuon is sinds 2009 onderdeel van Vattenfall, een Zweeds energiebedrijf dat actief is in Scandinavië en Europa. Wegens de slechte vooruitzichten van de Europese energiemarkt verlaagt Vattenfall haar activa met 3,4 miljard. Deze bezuinigingen hebben uiteraard gevolgen voor de energieleverancier Nuon.

Samenwerking Vattenfall en Nuon
Het Zweedse energiebedrijf Vattenfall bestaat al meer dan 100 jaar. Vattenfall richt zich vooral op windenergie, zowel op land of op zee. In 2009 heeft Vattenfall Nuon voor een bedrag van 10 miljard overgenomen. De energiebedrijven leveren een mix van energiebronnen: wind, waterkracht, biomassa, nucleair, gas en kolen. 

Tegenvallende winst door energiemarkt
De nettowinst van Nuon is het afgelopen jaar met 9% gedaald naar 139 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat de gascentrales niet genoeg uren kunnen draaien, vanwege de slechte marktomstandigheden. Nuon is in het bezit van 11 elektriciteitscentrales, 1 daarvan draait op steenkool en de rest op gas. De operationele winst van Vattenfall is het eerste half jaar van 2013 slechts met 3,3% gestegen vergeleken met 2012. De winst van Vattenfall bedroeg 194 miljoen.

De bezuinigingen van Vattenfall
Met de kennis over de komende marktontwikkelingen krijgt Vattenfall te maken met toenemende bedrijfsrisico’s. Hierdoor gaat Vattenfall haar organisatiestructuur in 2014 wijzigen door het bedrijf op te delen in twee regionale eenheden: Scandinavisch en Europees. Daarbij verlaagt Vattenfall haar activa met €3,4 miljard. Op de volgende punten zal het bedrijf gaan bezuinigen:
•    Elektriciteitscentrales die draaien op gas en steenkool in Nederland (1,6 miljard)
•    Goodwill, voortgekomen uit handelsactiviteiten (774 miljoen)
•    Steenkoolgestookte elektriciteitscentrales in Duitsland (467 miljoen)
•    Warmtekrachtcentrales in Scandinavië (284 miljoen)
•    Overige activa (205 miljoen)

Daarnaast heeft Vattenfall een personeelsstop ingesteld en de inzet van externe werknemers wordt beperkt. De investeringen voor de periode 2013-2017 is met 2 miljard verlaagd naar 12 miljard. Deze investeringen zullen met name gefocust zijn op duurzame energie.

Gevolgen voor energieleverancier Nuon
Vattenfall heeft tot nu toe €4,3 miljard moeten afschrijven op de Nederlandse energieleverancier Nuon. Dit is ontstaan door een overschot aan de productiecapaciteit, afnemende elektriciteitsvraag, afname van klanten en een overvloed aan gesubsidieerde duurzame energie uit Duitsland. Er wordt dan ook bijna met de helft van de verlaagde activa bezuinigd op de elektriciteitscentrales van Nuon (1,6 miljard). Door deze flinke bezuinigen zullen er 2500 banen moeten verdwijnen bij Nuon, waarvan 500 in Nederland. De vraag is of Nuon nog een van de goedkoopste energieleveranciers blijft met deze moeilijke omstandigheden. U zou dit zelf kunnen controleren met behulp van een online energievergelijker.

Transportsector op keerpunt met energieverbruik

In energie-efficiëntie bleef de transport- en logistieksector het afgelopen decennium achter bij andere sectoren. Toch tekent zich  zich - zeker in het wegvervoer – nu een kentering af. Positief is ook dat er nog veel besparingspotentieel ligt. Met technologische vooruitgang, efficiënter voortbewegen en optimalere planning is aanzienlijke energiebesparing mogelijk. Regelgeving is een belangrijke stimulans van duurzamer en zuiniger transport, maar voor logistieke bedrijven is er ook duidelijk een economische prikkel om hierop in te zetten. Waar er op bedrijfsniveau dus nog veel efficiëntiekansen zijn, is voor progressie op sectorniveau meer vooruitgang bij de energie-intensieve en groeiende luchtvaart nodig. Dit blijkt uit de themavisie transport en logistiek die ING Economisch Bureau vandaag publiceert.
Met de toegenomen overheidsaandacht voor CO2-reductie lijkt het tij zich in de transportsector ‘duurzaam’ te keren. De aandacht voor energiebesparing onder logistieke bedrijven en fabrikanten van materieel is aanzienlijk toegenomen. Zo verschuift de focus in het wegtransport - nu de uitstoot van stikstof en roet voor de nieuwe modellen zijn geminimaliseerd - volledig naar brandstofbesparing. Dit is merkbaar bij de tweede generatie Euro VI-trucks. De vooruitgang wordt wel beperkt doordat de investeringen zich op een laag niveau bevinden. Energiebesparing via de technische weg verloopt daarmee minder snel.
In de huidige markt staat het resultaat van logistieke bedrijven sterk onder druk. Eén van de mogelijkheden om het resultaat te verbeteren is energiebesparing. Afhankelijk van het type bedrijf heeft energie een aandeel oplopend tot 25% en zelfs boven de 40% van de totale kosten. Een besparing van 10% kan zo al snel een margeverbetering van 2% of meer opleveren. Machiel Bode, ING sectormanager Transport en Logistiek: ‘Ook als grote investeringen niet direct aan de orde zijn, kunnen bedrijven hun energie-efficiëntie verbeteren, door zich te richten op het ‘laaghangende fruit’. Een voorbeeld hiervan zijn trainingen om zuiniger te rijden en het introduceren van onderlinge competitie daarin. Daarnaast kan het gebruik van snelheidsbegrenzers, het regelmatig controleren van bandenspanning en het gebruik van banden met lage rolweerstand een flinke bijdrage genereren’. Ten slotte kan op het gebied van planning ook ladingbundeling en het verhogen van de bezettingsgraad veel opleveren’.

 

CWS bespaart 360.000 liter water

In het nieuwe MVO rapport 2013 van CWS Nederland B.V. staan een aantal opmerkelijke resultaten op het gebied van duurzaamheid. Het betreft efficiëntie verbeteringen in de katoenen rollenwasserij, wat het afgelopen jaar ca. 360.000 liter water heeft bespaard. Een gedegen routeoptimalisatie tijdens de servicediensten, overstap op groene stroom en een verlaging van 10,5 % CO2 uitstoot in 2012 hebben het milieu aanzienlijk minder belast. De basiswaarden door het gehele rapport zijn zorg voor natuur, milieu en welzijn van mensen. De kern van de CWS business is: sanitaire hygiëne als eerste bouwsteen voor een goede gezondheid. Het nieuwe rapport is geheel opgesteld conform de officiële index van Global Reporting Initiative ( GRI).
CWS stelt zich ten doel om op een verantwoorde manier voor haar klanten de beste sanitaire hygiëne organisatie te zijn in dienstverlening en producten. CWS doet dit overigens niet alleen puur uit idealisme. MVO loont ook financieel én op het vlak van klanttevredenheid. Het KTO (klanttevredenheidsonderzoek) is een vast onderdeel in het rapport. Sanitaire ruimtes dienen immers goed uitgerust te zijn om de hygiëne voor de gebruiker te waarborgen.

vrijdag 26 juli 2013

Investeringen blijven op hoog niveau

Alliander rapporteert een stijging van het resultaat over het eerste halfjaar van 2013. Dat blijkt uit de vandaag gepresenteerde halfjaarcijfers. In het eerste halfjaar van 2013 komt het resultaat na belastingen uit op Euro 129 miljoen tegen Euro 82 miljoen in het eerste halfjaar van 2012. Dit komt voornamelijk door een stijging van de gereguleerde tarieven van de netbeheerder. De investeringen blijven stabiel op een hoog niveau. In het eerste halfjaar van 2013 bedroegen deze Euro 245 miljoen (2012: Euro 250 miljoen). De uitvalduur elektriciteit is verbeterd: van 24,5 minuten in 2012 naar 21,9 minuten over de laatste twaalf maanden.
De totale investeringen blijven stabiel op 245 miljoen euro in het eerste halfjaar van 2013. De investeringen in vervanging en vernieuwing van de netten zijn licht gedaald. De investeringen als gevolg van het aanbieden van slimme meters zijn licht gestegen. In het eerste halfjaar van 2013 is daar Euro 25 miljoen aan uitgegeven, Euro 8 miljoen meer dan in het eerste halfjaar van 2012.
De omzet neemt toe van 819 miljoen euro in het eerste halfjaar in 2012 naar 860 miljoen in dezelfde periode in 2013. Deze toename is het gevolg van de hogere, gereguleerde tarieven. De operationele kosten stijgen licht: 698 miljoen in het eerste halfjaar van 2013 (2012: 685 miljoen). Daardoor stijgt het resultaat na belastingen van 82 naar 129 miljoen. In de eerste helft van 2013 werden in overleg met de betrokken Amerikaanse investeerders drie cross border lease contracten, inclusief de daarbij behorende verplichtingen, beëindigd.
De kosten voor precario - de gemeentelijke belasting voor het gebruik van openbare grond - blijven toenemen. De afgelopen vier jaar zijn deze kosten al verdubbeld naar Euro 43,2 miljoen in 2012. Deze stijging zet ook in 2013 verder door. In het eerste halfjaar van 2013 zijn de kosten van precario al opgelopen tot Euro 27 miljoen. Alliander is geen voorstander van precariobelasting. Als een gemeente belasting heft op gasleidingen en elektriciteitskabels, betalen inwoners in andere gemeenten via de netbeheertarieven hieraan mee.

Kunsthal verbouwt en verduurzaamt

Stichting Kunsthal Rotterdam, huurder van de Kunsthal, gemeente Rotterdam, eigenaar van het pand, en een consortium van een viertal Rotterdamse bedrijven gaan de Kunsthal verbouwen. In de afgelopen maanden is door een uniek samenwerkingsverband, van bouwbedrijf Dura Vermeer, installatiebedrijf Roodenburg, smart maintenance manager Moneco en energiebedrijf Eneco in samenwerking met architectenbureau OMA, gewerkt aan een integraal plan met als doel het aanzienlijk verduurzamen van de Kunsthal en het verbeteren van de exploitatiemogelijkheden. Afgelopen weekend is definitieve overeenstemming bereikt en komende week start de verbouwing die zal leiden tot een aantrekkelijker gebouw met uitgebreide mogelijkheden om invulling te geven aan het cultureel ondernemerschap van de Kunsthal.
De Kunsthal, twintig jaar geleden ontworpen door architect Rem Koolhaas, is een zeer uitgesproken, maar ook tamelijk complex gebouw dat om zeer specifieke maatregelen vraagt. Zo zijn de gevels van het gebouw vrijwel geheel van glas. Al deze glasgevels zullen vervangen worden door glas dat beter isoleert. Het gebouw kampt al lange tijd met problemen op het gebied van energiebeheersing en exploitatie en voldoet niet meer aan de energiebesparingsnormen van deze tijd. Daarom zullen de technische installaties compleet gerenoveerd worden volgens de nieuwste technieken. Het gebouw, dat nu feitelijk één grote aaneenschakeling van ruimtes is, wordt opgedeeld in verschillende compartimenten waardoor de Kunsthal beter kan sturen op klimaat, comfort en energiebeheersing. Een breed pakket aan ingrepen zorgt voor een energiebesparing van 30%.
Een belangrijk onderdeel van de verbouwing bestaat uit functionele verbeteringen die de exploitatiemogelijkheden van de Kunsthal verruimen. De nieuwe hoofdentree ligt aan het Museumpark. Dit nieuwe ontvangstgebied, waarin het café, de museumwinkel en een educatieruimte zijn geïntegreerd, is door haar ruime opzet publieksvriendelijk en laagdrempelig. Het auditorium is na de verbouwing separaat te verhuren en intensiever dan voorheen in te zetten voor randprogrammering en aanvullende activiteiten voor een breed publiek.
Een van de partners in het consortium, Eneco, geeft garanties af voor wat betreft het onderhoud en de energiebesparing. Dat houdt in dat met deze pilot de investering ter grootte van 1,5 miljoen euro vooraf wordt gedaan door het energiebedrijf en vervolgens over een periode van 15 jaar door de Kunsthal wordt terugbetaald uit de besparingen op energie en onderhoud.

Meterstanden doorgeven aan energieleverancier

Door een wetswijziging is de energieleverancier vanaf 1 augustus 2013 verantwoordelijk voor het opnemen, controleren en vaststellen van meterstanden voor consumenten en zakelijke klanten met een kleinverbruikaansluiting. Dit geldt ook voor op afstand uitleesbare (slimme) meters. Daarom is het vanaf 17 juli 2013 niet meer mogelijk deze meterstanden aan Liander door te geven.
Klanten kunnen voor het doorgeven van hun meterstanden na 17 juli 2013 contact opnemen met hun energieleverancier. Liander is en blijft eigenaar van de meetinstallatie. Wij komen vanaf 1 augustus 2013 minimaal één keer per drie jaar bij onze kleinverbruik-klanten langs om een technische controle op de meetinstallatie uit te voeren. Dit doen we alleen bij meetinstallaties die niet op afstand uitleesbaar zijn of mogen worden.

donderdag 25 juli 2013

Goed eerste halfjaar voor Gasunie

Gasinfrastructuurbedrijf N.V. Nederlandse Gasunie heeft over het eerste halfjaar van 2013 een netto winst van 214 miljoen euro gerealiseerd. De opbrengsten van Gasunie over het eerste halfjaar zijn met ongeveer 15 miljoen euro gedaald ten opzichte van 2012, als gevolg van een eenmalige bate in de eerste helft van 2012. In deze cijfers is -net als in 2012- een terugbetaling over het verleden verwerkt. In dit geval betreft het een bedrag van circa 111 miljoen euro over het eerste halfjaar dat op de tarieven van Gasunie Transport Services (GTS) in mindering is gebracht.
In de eerste helft van 2013 is met 632 miljard kWh 13% meer gas door Nederland getransporteerd dan in de eerste helft van 2012 (558 miljard kWh). Van het totaal aan getransporteerd gas werd een belangrijk deel als hoogcalorisch gas (H-gas) door de ons omringende landen afgenomen. De gasvraag in het Verenigd Koninkrijk bereikte in het eerste halfjaar een recordhoogte vanwege het aanhoudende koude weer. Het Verenigd Koninkrijk is voor een belangrijk deel van haar gasverbruik afhankelijk van import.
Op basis van de huidige inzichten verwacht Gasunie voor geheel 2013 opbrengsten van circa 1,5 miljard euro en een resultaat na belasting uit reguliere operationele activiteiten in lijn met het resultaat over 2012.

Nieuwe nanotechnologie structuur is de dunste zonlichtabsorbeerder ooit (I.M.)

Wetenschappers van de Amerikaanse Stanford Universiteit hebben het voor elkaar gekregen om een dunnere en efficiëntere zonlichtabsorbeerder uit te vinden. Het is in staat om bijna 100 procent van het zichtbare licht afkomstig van bepaalde golflengten te absorberen. Het meest opvallende is dat de absorbeerder uit een nanostructuur bestaat die maar liefst 1000 keer dunner dan een gewoon stukje papier is. Dit materiaal zou onder andere voor de productie van goedkopere en efficiëntere zonnepanelen kunnen worden gebruikt.

Het werkt ongeveer hetzelfde als een snaar van een gitaar, waarvan de resonantiefrequentie door stemmen kan worden veranderd. Het zelfde idee geldt ook bij metaaldeeltjes. Ze kunnen op een bepaalde golflengte worden afgestemd. “We hebben de optische eigenschappen van ons systeem afgestemd om de lichtabsorbatie te maximaliseren” zegt Carl Hagglund, de hoofd auteur van de studie.

Om de lichtabsorbeerders te maken, werden ultradunne wafers bedekt met miljarden ronde goude nanodots gebruikt. Een wafer is een dunne plak monokristallijn halfgeleidermateriaal. Voor de nanodots werden voornamelijk bolvormige magneten gebruikt. De wafers bevatten ongeveer 520.000.000.000 nanodots per 2,5 vierkante cm. Deze werden bedekt met een extra filmlaag. De dikte van de filmlaag bepaalt de specifieke lichtfrequentie waarvoor de absorbeerder is ontworpen om vast te leggen. De prototypes bleken in de testfasen geschikt voor het absorberen van 99 procent van het licht gegenereerd door een golflengte van 600 nanometer lang. De vorige toonaangevende ontwikkeling in de zonnelichtabsorbatie technologie vereiste een fundamentale laag die drie keer zo dik was waarmee dezelfde hoeveelheid licht kon worden geabsorbeerd.

Het Stanford team gelooft dat de absorbeerders het potentieel hebben om de efficiëntie van de zonnecellen aanzienlijk te vergroten. Vooral omdat de ladingdragers dichter bij elkaar zitten waardoor er een betere stroomproductie van stand komt. Door de lagere productiekosten en verbeterde efficiëntie zouden zonnepanelen in de toekomst beter kunnen gaan concurreren met de goedkoopste energieleverancier.

'Stimuleer duurzaamheid door samenwerking in Europa'

Europese samenwerking kan de productie van duurzame energie efficiënter maken en de transitie naar een toekomst met een groter aandeel duurzame energie versnellen. Dat stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) naar aanleiding van de presentatie van het visiedocument met haar prioriteiten voor de groothandelsmarkten voor elektriciteit en gas.
,,Als je samenwerkt hoef je als Nederland niet zelfvoorzienend te zijn, waardoor energie goedkoper kan worden”, zegt Henk Don, bestuurder van ACM. ,,Ook voor het stimuleren van meer duurzame energie is samenwerking belangrijk, want op die manier zorgen we dat de overgang naar een duurzame economie minder kostbaar wordt.”
Er zijn op dit moment grote verschillen tussen de manieren waarop Europese landen de toename van duurzame energie bevorderen. Deze verschillen hebben bijvoorbeeld betrekking op belastingen of juist subsidies voor kolen of op de mogelijkheden voor consumenten om stroom tegen vergoeding terug te voeden in het elektriciteitsnet. Het voorkomen van zulke verstoringen van de interne markt zorgt er volgens de Autoriteit Consument & Markt voor dat investeringen op de meest efficiënte manier worden gedaan. Dat betekent bijvoorbeeld dat nieuwe windmolens worden gebouwd op locaties die het hoogste rendement opleveren en niet op locaties die de meeste subsidies geven.
Bovendien gaat ieder land verschillend om met de marktproblemen die een gevolg zijn van de (snelle) toename in het aandeel duurzame energie. Een voorbeeld hiervan is de invoering door een aantal omringende landen van extra betalingen aan elektriciteitsproducenten voor het beschikbaar hebben van productiecapaciteit. De Autoriteit Consument & Markt stelt dat zulke nationale capaciteitsmechanismen niet wenselijk zijn omdat het niet efficiënt is als ieder land afzonderlijk extra capaciteit realiseert, zonder rekening te houden met capaciteit in andere landen.

Warmteleidingen Nuon maken ruimte voor verbreding A9 en A1

Medewerkers van Nuon werken zich momenteel in het zomerse zweet om 30.000 klanten deze winter warmte te blijven leveren. Nuon is namelijk gestart met het verleggen van warmteleidingen in Amsterdam-Zuidoost. Deze maken plaats voor de verbreding van de A9 en de A1.
De warmteleidingen vervoeren water dat is opgewarmd met restwarmte uit de Nuon elektriciteitscentrale in Diemen. Het gaat om twee leidingen van een doorsnee van meer dan 1 meter. Door de ene stroomt warm water naar gebouwen en woningen toe om ze te verwarmen, door de ander stroomt hetzelfde afgekoelde water terug naar de centrale. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de omlegging bij de brug van de A1 over het Amsterdam-Rijnkanaal. Over een lengte van 130 meter worden vlakbij de bestaande leiding eerst twee nieuwe buizen aangelegd, daarna worden ze getest, en als dat goed gaat worden de nieuwe leidingen gekoppeld aan de bestaande transportleidingen.

Zonnepanelen maken huis beter verkoopbaar

Huizenkopers vinden woningen met zonnepanelen extra aantrekkelijk, blijkt uit afstudeeronderzoek van masterstudent Thomas Wissink. Veel mensen zijn zelfs bereid een extra bedrag te betalen voor zonnepanelen, dat vergelijkbaar is met de aanschafprijs van een dergelijk systeem. Dat is interessant voor woningbezitters die twijfelen over een investering in zonnepanelen.
Het aantal zonnepanelen groeit sterk. Meer dan zestig procent hiervan staat op de daken van koopwoningen. Thomas Wissink, masterstudent Bouwkunde aan de TU/e, ondervroeg 227 mensen in de regio Eindhoven of ze de aanwezigheid van zonnepanelen waarderen op het dak van een potentieel koophuis. Het bleek dat zonnepanelen een huis aantrekkelijker maken voor huizenkopers – ze zijn eerder bereid voor een woning te kiezen met zonnepanelen.
Van de ondervraagden bleek 78 procent bereid extra te betalen voor de aanwezigheid van een zonnepaneelsysteem op een koopwoning. Uitgaande van een systeem dat zeshonderd euro per jaar bespaart, was de gemiddelde prijs die mensen extra wilden betalen zevenduizend euro. Dit is vergelijkbaar met de aanschafprijs van een dergelijk systeem.
Wissink: “De uitkomsten van het onderzoek zijn interessant voor woningbezitters die in zonnepanelen willen investeren, maar niet zeker zijn of zij gaan verhuizen voor de investering is terugverdiend. Zonnepanelen hebben zelfs zo’n positieve invloed op de keuze van de woning, dat een systeem een goede investering zou kunnen zijn voor woningen die te koop staan.”


woensdag 24 juli 2013

Resultaat Nuon onder druk door slechte marktomstandigheden

Nuon heeft een lastig kwartaal achter de rug. De netto-omzet, exclusief bijzondere posten, bleef vrijwel gelijk op 2.135 miljoen euro (Q2 2012: EUR 2.114 miljoen). Het onderliggende bedrijfsresultaat daalde met 8 procent tot 178 miljoen (Q2 2012: 194 miljoen). De verslechterde marktvooruitzichten hebben Nuon gedwongen een afwaardering te nemen van 686 miljoen.
Peter Smink, CFO van NV Nuon Energy, zegt in een reactie op de cijfers: 'De aanhoudend moeilijke marktomstandigheden, veroorzaakt door een overschot aan productiecapaciteit, een overvloed aan gesubsidieerde duurzame energie uit Duitsland en lage CO2-prijzen, in combinatie met een afnemende elektriciteitsvraag als gevolg van de economische crisis, drukken de financiële resultaten van Nuon. Zelfs meer gasafzet in de eerste koude maanden van 2013 heeft dit verlies niet kunnen opvangen. Daarnaast neemt Nuon wederom een aanzienlijke afwaardering op haar centrales als gevolg van de verder verslechterde markt en marktvooruitzichten die een negatief effect hebben op de marges van voornamelijk gasgestookte productie.'
De verslechterde marktomstandigheden hebben veel effect op het aantal draaiuren van met name gascentrales in Nederland, vandaar de afwaardering. Nuon heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in gascentrales in combinatie met meer windenergie. Gascentrales bieden de meest efficiënte en flexibele back-up capaciteit naast de fluctuerende productie van wind- en zonne-energie. In juni 2013 opende Nuon haar nieuwe Hemweg-9, Diemen-34 en Magnum gascentrales officieel.
Vanwege de sterk verslechterde marktomstandigheden nam Nuon in maart 2013 het besluit om de elektriciteitscentrale in Buggenum te sluiten. De aanhoudende lage stroomprijzen gecombineerd met de hoge kostenbasis van deze complexe kolenvergassingsinstallatie maakten rendabele exploitatie niet langer mogelijk.
Ondanks de moeilijke marktomstandigheden blijft Nuon haar duurzame energieproductie uitbreiden. Op 21 juni nam Nuon het windmolenpark Zuidlob in bedrijf. De bouw van de 36 windmolens met een totaal vermogen van 122 MW verliep volledig volgens planning. De totale windcapaciteit van Nuon op land komt hiermee op 332 MW (groene stroom voor bijna 240.000 huishoudens) verdeeld over 25 windparken. Daarnaast is Nuon, samen met Shell, eigenaar van het 108 MW Windpark Egmond aan Zee.
Eind juni sloten Nuon, ECN en Windcollectief Wieringermeer een samenwerkingsovereenkomst voor Windplan Wieringermeer. Hiermee start de gezamenlijke ontwikkeling van een windpark van 350-400 MW. Het Nuon-aandeel hierin is 150 MW. De eerste windmolens zullen naar verwachting in 2017 gereed zijn.
Op 29 mei ondertekenden de gemeente Amsterdam en Nuon een City Partnership. Beide partijen gaan de komende jaren samenwerken om energiebesparing bij de inwoners van Amsterdam te bevorderen, meer zon- en windenergie te realiseren en het stadswarmte en -koudenetwerk uit te breiden. De eerste gezamenlijke energiebesparingcampagne start na de zomer.
Vanaf juni gaat de combinatie Nuon/Heijmans tweehonderd openbare oplaadpunten voor elektrisch vervoer plaatsen in Noord-Holland en Flevoland. Het is de eerste stap naar totaal duizend laadpunten in de regio. De laadpunten leveren groene stroom van Nuon aan de elektrische auto's.
De concurrentie op de consumentenmarkt is nog steeds hevig en veroorzaakt een toenemende mobiliteit van klanten op de energiemarkt. Dit veroorzaakt een lichte daling in contractaantallen in de consumentenmarkt.
Uit onderzoek blijkt dat de klanttevredenheid van Nuon-klanten nog steeds onverminderd hoog is. Vooral vanwege de duidelijke communicatie, goede dienstverlening, duidelijke rekeningen en geen verrassingen achteraf.

Stedin vernieuwt elektriciteitsstation in monumentale watertoren Schoonhoven

Netbeheerder Stedin is in de gemeente Schoonhoven begonnen met de uitbreiding en vernieuwing van het elektriciteitsstation in de monumentale watertoren. Hiermee realiseert Stedin voor inwoners en ondernemers in Schoonhoven een robuuster elektriciteitsnet met meer capaciteit en leveringszekerheid.
Het elektriciteitsstation in de vijftig meter hoge watertoren in Schoonhoven stamt uit de jaren ’50. Het station wordt gerenoveerd en voorzien van een nieuwe, zwaardere transformator. Hierdoor is er nu en in de toekomst voldoende energie beschikbaar voor eventuele uitbreiding of toekomstige nieuwbouw in de omgeving.
Stedin beheert al meer dan een eeuw tienduizenden stations en evenzoveel kilometer elektriciteitskabels en gasleidingen in haar netgebied. ,,In samenspraak met partners zoals gemeenten zorgen we voor een goed beheer van onze locaties’’, zegt manager realisatie Ron van Vuuren van Stedin. ,,Die locaties variëren van hypermoderne nieuwbouw tot historische locaties als gemalen, molens en watertorens. Altijd staat voor ons de continuïteit en veiligheid van energietransport voorop. Uiteraard met oog voor de omgeving en met respect voor de geschiedenis.’’

Lancering elektrische pool-auto

Op 3 juli hebben Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem en Project A15 een elektrische pool-auto gelanceerd. Deze eerste elektrische poolauto van Project A15, komt gratis beschikbaar voor alle mensen die werkzaam zijn op het industriepark. Milieudefensie en Natuur & Milieu wil hiermee voor alle huurders elektrisch rijden binnen en buiten het park stimuleren en biedt dit aan als extra service
Bij de lancering gaven Frank Westers (Parkmanager IPKW), milieuwethouder Margreet van Gastel en Tjerk Wagenaar, directeur van Natuur & Milieu, een korte toelichting op het project. Alle aanwezigen (werknemers van IPKW en journalisten) kregen de mogelijkheid om een testrit in de Nissan Leaf te maken.
Project A15 is een initiatief van Milieudefensie en Natuur & Milieu en kwam tot stand dankzij een bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. Project A15 werkt aan een omslag naar duurzame mobiliteit waarbij de A15 (van de Maasvlakte naar Arnhem) als duurzaamste snelweg van Nederland wordt ingericht. In het gebied rondom de A15 komen zonnepanelen en windmolens die schone stroom opwekken voor het rijden in elektrische (deel)auto’s.
Industriepark Kleefse Waard (IPKW) is een bedrijventerrein in Arnhem waarop gespecialiseerde bedrijven zijn gevestigd in de clean tech industrie, ook wel Energie- en Milieutechnologie (EMT) genaamd. Op IPKW zijn bedrijven als NUON, Bonar, Accsys Technologies, AkzoNobel, HyET Solar, HyGear, KEMA en Nedstack gevestigd. Bovendien faciliteert en ondersteunt IPKW Stichting Greenhouse, een broedplaats voor startende bedrijfjes in de EMT-sector.
 IPKW richt zich op duurzaamheid en innovatie in de industrie. Op het gebied van mobiliteit uit zich dat als volgt: de technische dienst rijdt in elektrische Mega’s, er zijn vijf gewone laadpalen en een snellader op het park, er is al een elektrische auto beschikbaar voor de werknemers van IPKW Facility Services en daar komt nu dus de elektrische pool-auto voor alle medewerkers op het park bij.

dinsdag 23 juli 2013

Vattenfall pleegt omvangrijke afschrijvingen en deelt bedrijf op

Vattenfall deelt de organisatie op in een Scandinavische eenheid en een continentale Europese eenheid. Dit is één van de maatregelen die genomen zijn als reactie op ontwikkelingen op de Europese energiemarkt. Vattenfall waardeert verder de activa af met 3,4 miljard euro als gevolg van marktontwikkelingen en grotere bedrijfsrisico’s.
Vattenfall wijzigt haar organisatiestructuur om financieel en strategisch meer flexibel te zijn. Per 1 januari 2014 worden de activiteiten van de Group opgedeeld in twee regionale eenheden: Scandinavisch (Nordic) en Europees vasteland/Verenigd Koninkrijk (waaronder de activiteiten in Nederland). De aanleiding voor deze veranderingen is de toegenomen onzekerheid over de ontwikkeling van een gemeenschappelijke energiemarkt in Europa, vooral op het Europese vasteland. “De nieuwe structuur biedt de regio’s de mogelijkheid zich sterker op hun eigen hoofdzaken te richten. Daarnaast biedt het op termijn de mogelijkheid tot het delen van de risico’s van de Vattenfall activiteiten op het vasteland”, stellen Vattenfalls Chairman of the Board of Directors Lars G. Nordström en CEO Øystein Løseth in een gezamenlijke verklaring.
Vattenfall wordt, net als andere Europese energieproducenten, geraakt door de steeds slechter wordende marktvooruitzichten. De organisatie schat nu in dat de markt zich in de nabije toekomst niet gaat herstellen.
In overeenstemming met de toenemende bedrijfsrisico’s zijn toekomstige cashflows beoordeeld met een grotere risicofactor. Als gevolg hiervan waardeert de organisatie op de boekwaarde van activa in totaal EUR 3,4 miljard af. De impact op het tussentijdse winst na belasting is beperkt tot 2,8 miljard eueo, vanwege gunstige belastingeffecten in relatie tot de afwaarderingen. De afwaarderingen in het tweede kwartaal hebben geen invloed op de cashflow van Vattenfall.
De onderliggende operationele winst over de eerste zes maanden van dit jaar bedroeg 194 miljoen euro. Een toename van 3,3 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (2012: 187 miljoen). Vattenfall voldoet ondanks de omvangrijke afwaarderingen hiermee wel aan de gestelde financiële doelstellingen. Vattenfalls Chairman of the Board of Directors Lars G. Nordström en CEO Øystein Løseth zeggen in een gezamenlijke verklaring: ”De afwaarderingen zijn aanzienlijk en vormen een uitdagende opdracht. Het is echter de realiteit waarmee we te maken hebben. We moeten handelen in overeenstemming met onze kennis over de huidige marktomstandigheden. Dat betekent dat we de boekwaarde van onze activa moeten aanpassen. Het houdt ook in dat we maatregelen gaan nemen die nodig zijn om een duurzaam en sterk Vattenfall op de lange termijn te garanderen.”
Tot nu toe heeft Vattenfall op de moeilijke marktsituatie gereageerd door te consolideren en aanzienlijke besparingen door te voeren, maar aanvullende krachtige maatregelen zijn nu noodzakelijk.
De investeringen voor de komende 5 jaar zijn verlaagd naar 12 miljard in vergelijking met 14 miljard voor de periode 2013-2017. Investeringsprojecten waarover al beslissen zijn genomen krijgen prioriteit, met een voortdurende focus op duurzame energie.

Gasstromen tussen Nederland, Groot Brittannië en België kunnen efficiënter

De invoering van nieuwe Europese regels voor het transport van gas over landsgrenzen en betere vormgeving van regels voor gastransport in de landen afzonderlijk kunnen de handel in gas tussen Nederland, Groot Brittannië en België efficiënter maken. Dit is de uitkomst van een marktconsultatie gehouden door de toezichthouders op de energiemarkt van deze landen.  
Het consultatiedocument van oktober jongstleden bevatte eeneerste analyse van de gasstromen over de pijpleidingen BBL en IUK die Groot Brittannië met het Europese continent verbinden. Daarin was zichtbaar dat gasstromen tussen deze landen beperkt reageren op prijssignalen. Gas stroomt regelmatig van een land met een hoge gasprijs naar een land met een lage gasprijs. Ook zijn pijpleidingen niet vol op dagen wanneer de prijzen voor gas in deze landen sterk uiteen lopen. Een efficiënter gebruik van deze pijpleidingen draagt bij aan een beter functionerende gasmarkt waar uiteindelijk ook de consument van profiteert.
Respondenten op de consultatie stellen dat de aanstaande implementatie van nieuwe Europese regels voor transport van gas bestaande belemmeringen voor de handel in gas tussen landen grotendeels zullen wegnemen. Wel wijzen respondenten op enkele regelingen voor transporttarieven in afzonderlijke landen die eraan bijdragen dat gasstromen niet altijd de prijssignalen vanuit de verschillende  handelsplaatsen volgen. In het kader van de lopende Europese discussie over transporttarieven gaan de energietoezichthouders bedoelde regelingen evalueren. Daarnaast doen de toezichthouders een beroep op de beheerders van BBL, IUK en de landelijke beheerders van gastransportnetten om gezamenlijk een plan uit te werken voor tijdige dan wel vervroegde implementatie van de nieuwe Europese regels.

Oranje Nassau Energie kondigt nieuwe overname aan

Oranje-Nassau Energie B.V. kondigt, slechts drie weken na de overname van Noble's aandeel in de Hanze belangen op het Nederlands continentaal plat, een nieuwe overname aan. ONE heeft met de Duitse elektriciteitsproducent EWE Vertrieb GmbH overeenstemming bereikt over de aankoop van al EWE's Nederlandse olie- en gasbelangen in Nederland. EWE's Nederlandse portefeuille bestaat uit verschillende belangen die door ONE, GdF Suez en Wintershall worden geopereerd, waaronder de K12-G en L10-M velden en de blokken L11a en K09a, b en c. ONE verwacht dat de transactie later dit jaar wordt afgerond. Met de EWE en Noble overnames, voegt ONE ruim 4 miljoen boe ("Barrels of Oil Equivalent") toe aan haar reserves.
Oranje-Nassau Energie is een particulier Nederlands olie- en gasbedrijf met een lange staat van dienst in het succesvol investeren in olie- en gasvelden. Door diverse overnames sinds de overname door haar huidige aandeelhouders in 2010, heeft het bedrijf de mogelijkheid om zelf olie en gas te produceren op het Nederlandse continentaal plat. Het in Amsterdam gevestigde ONE heeft producerende belangen op het Nederlandse en Engelse deel van de Noordzee en in Gabon. ONE produceert in 2013 ongeveer 9,000 boe per dag. ONE heeft de ambitie om haar huidige olie en gas resource base van 100 miljoen boe in de komende jaren te verdubbelen. ONE's groei strategie is gebaseerd op een sterke financiële positie en wordt ondersteund door betrokken aandeelhouders en een op ONE's reserves gebaseerde US$ 225 miljoen kredietfaciliteit van een banken consortium bestaande uit ING, ABN AMRO en BNP Paribas. In februari 2013 is ONE een samenwerking aangegaan met Kravis Roberts & Co. L.P. om gezamenlijk olie- en gas investeringen te doen, voornamelijk in Noordwest Europa. ONE's investeringsmogelijkheden zijn door deze samenwerking aanzienlijk vergroot.

maandag 22 juli 2013

Energieproductie in 2012 gedaald met 10% (i.m.)


In 2012 is de energieproductie met 10% gedaald vergeleken met vorig jaar. De productie uit aardgas is minder geworden en uit steenkool juist meer. Het aandeel  van de productie in hernieuwbare energie is ook gegroeid. De import er export van elektriciteit is echter gestegen.

In totaal is er in Nederland 102 miljard kWh aan energie geproduceerd. Dit is 10% minder dan in 2011. Hiervan kwam 53% van het aantal geproduceerde energie uit aardgas, wat 7% gedaald is ten opzichte van vorig jaar. Met name de aardgascentrales die energie leveren aan het hoogspanningsnet van Nederland produceerde minder elektriciteit, namelijk 25% minder. De energieproductie uit steenkool steeg daarentegen met 15%, doordat steenkool goedkoop was in 2012. 

Aandeel hernieuwbare energie gegroeid

De productie van hernieuwbare energie is weliswaar met 1% gestegen, maar staat voor de laagste groei van de afgelopen 5 jaar. Deze hernieuwbare energie is vooral opgewekt uit wind en biomassa. De energieproductie uit fossielenbrandstoffen is wel met 12% gedaald. Dit is 82 miljard KWh minder, maar de elektriciteitsproductie in Nederland bestaat nog voor 81% uit fossielen brandstoffen.

Import en export van energie gestegen

Doordat energie uit het buitenland in 2012 goedkoper was dan dat Nederland het zelf kon produceren, is er meer energie geïmporteerd. De energieprijs was namelijk met 9% gestegen. Energieprijzen vergelijken met andere landen is dan een optie. De meeste energie werd uit Duitsland geïmporteerd, omdat zij lage kolenprijzen hadden en een groot aanbod hadden van hernieuwbare energie. Ook werd er uit Noorwegen meer elektriciteit uit waterkracht geïmporteerd.  De import van elektriciteit uit België en Groot-Brittannië daalde, maar de export van energie steeg juist naar deze landen.

Subsidie voor milieuvriendelijke maatregelen en energiebesparing

Van 15 augustus tot en met 16 september 2013 is de subsidie Investeringen in milieuvriendelijke maatregelen opengesteld. De investeringen in energiebesparing voor glastuinders (voorheen de regeling IRE) is hierin opgenomen als aparte categorie, nummer 7. Men kan bijvoorbeeld subsidie aanvragen voor investeringen waarmee men energie bespaart of waarmee men de kwaliteit van water kan verbeteren.  
Er zijn zeven investeringscategorieën waarvoor een subsidieaanvraag kan worden ingediend: categorie 1 Mestbewerking, categorie 2 Precisielandbouw, categorie 3 Mestopslag voor dierlijke meststoffen, categorie 4 Energie-efficiëntie, categorie 5 Hernieuwbare energie, categorie 6 Waterkwantiteit en categorie 7 Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw.
Elke categorie is verdeeld in subcategorieën. Onder categorie Precisielandbouw vallen dit jaar bijvoorbeeld zowel ploegen met een GPS-systeem als schoffels, rijenbemesters, kunstmeststrooiers en landbouwveldspuiten. Voor de categorie Energie-efficiëntie kunt u denken aan warmtepompboilers en klimaatcomputers voor bewaarruimten. Glastuinders kunnen in categorie 7 subsidie aanvragen voor een hogedruk vernevelingsysteem, diffuus glas met antireflectiecoating, aansluiting op warmte-, biogas- of kooldioxidenetwerk of -cluster, een biomassaketel, tweede energieschermen, verticale ventilatoren en warmtepompen.

Aandeel hernieuwbare energie in totale verbruik van 2012 bedroeg 4,4%

Het aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik van 2012 in Nederland was 4,4%. In 2011 lag het aandeel op 4,3%. Het aandeel hernieuwbare energie groeit in de periode 2003 tot en met 2009 met 0,4 procentpunt per jaar. Daarna daalt het groeitempo naar gemiddeld 0,1 procentpunt per jaar. De sterke groei in de periode tot en met 2009 hangt samen met een aantrekkelijke subsidieregeling voor hernieuwbare elektriciteit en met de introductie van de verplichting tot het gebruik van biobrandstoffen voor vervoer.
Hernieuwbare energie wordt verbruikt in de vorm van elektriciteit, warmte en biobrandstoffen voor vervoer. Elektriciteit is nog steeds de belangrijkste vorm en was in 2012 goed voor ongeveer 45% van het verbruik van hernieuwbare energie. In 2012 was hernieuwbare warmte goed voor 40% van het verbruik van hernieuwbare energie. Het verbruik steeg van 36,7 PJ in 2011 naar 38,3 PJ in 2012. De groei zat vooral bij warmte uit afvalverbranding en bodemenergie.
Bijna 75% van alle hernieuwbare energie komt uit biomassa. Het gaat hierbij onder andere om het produceren van elektriciteit en warmte in afvalverbrandingsinstallaties, het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales en het verbruik van biobrandstoffen voor vervoer. In 2012 nam de energieproductie uit afvalverbrandingsinstallaties toe. Het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales nam daarentegen af. Windenergie levert een kleine 20% van de hernieuwbare energie. Overige bronnen van hernieuwbare energie zijn zonnestraling, waterkracht, bodemenergie en buitenluchtwarmte. De gezamenlijke bijdrage van deze bronnen is ongeveer 8%.
In de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie uit 2009 is vastgelegd dat 14% van het bruto energetisch eindverbruik van energie in 2020 afkomstig moet zijn van hernieuwbare energiebronnen. Deze richtlijn is een gezamenlijk besluit van de regeringen van de EU-landen en het Europees Parlement. Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord afgesproken om te streven naar 16% in 2020. In het nationaal Energieakkoord op hoofdlijnen is deze doelstelling van 16% opgeschoven naar 2023

zaterdag 20 juli 2013

Aardbeving bij Oosterwijterd en Eenum in gemeente Loppersum

Zaterdagochtend 20 juli hebben zich in gemeente Loppersum een tweetal aardbevingen voorgedaan. De eerste beving vond plaats om 05.30 uur bij Oosterwijtwerd. Het KNMI stelde de kracht van de beving vast op 2,4 op de schaal van Richter. De tweede werd om 07.05 uur vastgesteld bij Eenum met een kracht van 1,9. De bevingen houden verband met de gaswinning uit het Groningen-gasveld.  
In overleg met betrokkenen is besloten om het Regionaal Informatiepunt Gaswinning (RIG) in Loppersum maandag 22 juli open te stellen. Medewerkers van NAM zullen op maandag van 10:00 tot 16:30 in het RIG aanwezig zijn om vragen te beantwoorden en ondersteuning te bieden bij het melden van een schade.

vrijdag 19 juli 2013

Energieverbruik koelcontainers nog verder omlaag

Wereldwijd worden jaarlijks honderdduizenden containers met bederfelijke producten zoals groenten, fruit, bloembollen en vlees getransporteerd. De nieuwe Quest II-besturingsmethode voor het koelen van containers vermindert het energieverbruik van deze containers met 65%. Deze besturingsmethode heeft geen nadelige effecten op de kwaliteit van de producten. Quest II is ontwikkeld door Wageningen UR Food & Biobased Research, rederij Maersk Line en fabrikant van koelapparatuur Carrier Transicold.
Quest staat voor ‘QUality and Energy efficiency in Storage and Transport of agro-materials’. Deze besturingsmethode stuurt de koelunit aan op basis van de werkelijke behoefte van het product. Het is eenvoudig te implementeren in containers, omdat alleen de software van de koelunit aangepast hoeft te worden.
Eerst werd Quest I uitgerold. Quest I verlaagt het energieverbruik van koelcontainers met ca. 50 procent. Daarna ontwikkelde Food & Biobased Research in samenwerking met Maersk Line en Carrier Transicold een nieuwe versie, Quest II. Maersk Line is nu bezig met de introductie van Quest II (patent aangevraagd) in zijn vloot. Naar schatting zal Quest II de jaarlijkse CO2-uitstoot van Maersk Line met 350.000 ton verminderen. Dat staat gelijk aan de CO2-uitstoot van twee miljard autokilometers.
Quest II bespaart energie door de efficiëntie van twee belangrijke onderdelen te verbeteren: de interne luchtcirculatie en de compressor. De interne luchtcirculatie wordt aangepast aan de warmtebelasting. De luchtcirculatie draait op volle kracht wanneer dat nodig is, maar bij een lagere warmtebelasting kan deze worden beperkt tot ca. 10% van de maximumcapaciteit. Daarnaast reduceert de Quest II het energieverbruik door de werking van de compressor af te stemmen op de koelcapaciteit die nodig is om de lading op de juiste temperatuur te houden.
Het effect van Quest II op de productkwaliteit werd grondig onderzocht voor een scala aan producten, zowel in labtesten als in honderden echte verschepingen. De Quest II testen werden uitgevoerd in de laboratoria van Food & Biobased Research. Bananen, ananas, kiwi’s, druiven, ijsbergsla, leliebollen en lamsvlees zijn hierbij getest. De verschepingen omvatten meer dan vijftien verschillende producten, waaronder appels, bananen, knoflook en potplanten. Alle testen bevestigden dat Quest II geen nadelig effect heeft op de kwaliteit van de producten.

Gas naar benzine: TNO brengt nieuwe technologie naar de markt

TNO werkt met het gerenommeerde Russische A.V. Topchiev Institute for Petrochemical Synthesis (TIPS) aan het vermarkten van een nieuwe technologie om gassen die nu worden afgefakkeld een nuttige bestemming te geven. Via een innovatief procedé wordt het gas omgezet in koolwaterstof, met brandstof als belangrijkste toepassing. De methode biedt tal van voordelen ten opzichte van het gangbare maar al bijna honderd jaar oude Fischer-Tropschprocedé.
TNO heeft al langer goede banden met het Russische Instituut. TIPS maakt deel uit van de Russische Academie van Wetenschappen en beschikt over hoogwaardige expertise van technologieën op het gebied van petrochemie, olieraffinage, polymeren, membraan en materialen. De afgelopen jaren heeft TIPS de nieuwe conversiemethode ontwikkeld en TNO gevraagd hier geïnteresseerde partijen bij te zoeken. "We doen al regelmatig onderzoeksprojecten samen, maar nu vullen we elkaar op een andere manier aan", zegt dr. Jean-Marie Bassett, business development manager chemische sector van TNO. "TIPS doet fundamenteel onderzoek, terwijl TNO toegepaste kennis ontwikkelt. Wij beschikken over een uitgebreid internationaal netwerk van industriële bedrijven en kennisinstituten, en weten wat daar speelt. Bovendien kent TIPS onze reputatie als het gaat om projectmanagement, technologische kennis en het vermarkten van technologieën."
Affakkelen van gas is wereldwijd een groeiend probleem. Vaak gebeurt het omdat dit restproduct van oliewinning op veraf gelegen plekken lastig is te transporteren. Ook is de samenstelling economisch niet altijd bruikbaar. Rusland is een van de landen waar het meest wordt afgefakkeld. De overheid wil hier een halt aan toeroepen. Los van de verspilling komen veel schadelijke stoffen in het milieu. De gebruikelijke manier om van gas bijvoorbeeld benzine te maken is conversie naar synthesegas, dan naar methanol, gevolgd door conversie naar onvertakte koolwaterstoffen en tot slot via reforming naar een hoogoctaan koolwaterstofmengsel. In de door TIPS bedachte methode wordt de conversie naar methanol overgeslagen en wordt synthesegas omgezet in dimethylether (DME) als voorlaatste stap naar directe synthese van vertakte koolwaterstoffen met een hoger octaangehalte. Daarvoor ontwikkelde TIPS een katalysator met aanzienlijk betere eigenschappen dan die nu in de industrie worden gebruikt.
"De voordelen hiervan zijn legio", vertelt Bassett. "Deze conversiemethode is veel effectiever en goedkoper dan de traditionele. Om van gas uiteindelijk benzine te kunnen maken wil je het aantal ongewenste stoffen zoals aromaten tijdens het proces tot een minimum reduceren en dicht in de buurt komen van het beoogde octaangehalte. De katalysator van TIPS scoort op deze en andere punten stukken beter dan de bestaande methoden. TNO biedt met TIPS de industrie wereldwijd nu een veel slimmer productieproces. Gezien de huidige lage gasprijzen levert dit behalve technologische ook economische voordelen op. Met het bedrijfsleven willen we de technologie verder in de praktijk ontwikkelen. Ook gaan we een mobiele unit ontwerpen die bij afgelegen bronnen is te plaatsen om lokaal gas in brandstof om te zetten. De nieuwe methode zal leiden tot innovaties in het bedrijfsleven, nieuwe en schonere productieprocessen en minder schadelijke uitstoot."

donderdag 18 juli 2013

Eerste 'circulaire' koelkast

De eerste koelkast volgens het principe van de circulaire economie is ontvangen door huurder Mellouki Cadat. Via het project ‘Besparen in Huis’ krijgen huurders van woningcorporatie Eigen Haard de kans om goede en energiezuinige huishoudelijke apparaten voor een vaste lage prijs per maand te huren. Deze in aanschaf wat duurdere apparaten worden zo ook toegankelijk voor huurders met een kleine portemonnee. Goed voor de portemonnee van de huurder én voor het milieu. ‘Besparen in huis’ is een initiatief van woningcorporatie Eigen Haard, pionier op gebied van circulaire economie Turntoo en fabrikant van huishoudapparatuur Bosch.
Energiezuinige apparaten hebben minder stroom nodig. Maar dit project heeft nóg een groot voordeel: hergebruik van de – steeds schaarser wordende – grondstoffen. Deelnemende huurders betalen voor het gebruik van het apparaat, niet voor het bezit. Na zeven jaar ontvangt de huurder een nieuw aanbod voor een volgende periode energie zuinig apparaat en neemt Bosch het apparaat terug. De fabrikant gebruikt de grondstoffen voor nieuwe, nóg zuiniger, apparaten. Dit principe heet de circulaire economie.
Eigen Haard, Bosch en Turntoo hebben elk hun eigen drijfveer in dit duurzaamheidsproject. Eigen Haard helpt de huurder bij het laag houden van de woonlasten en vervult o.a. hiermee aan haar duurzaamheidsambitie. Turntoo is een drijvende kracht achter bedrijfsmodellen die circulair grondstoffenmanagement mogelijk maken. Bosch is met zijn uitgebreide portfolio aan energiezuinige huishoudapparaten een ideale partner in dit project. Huishoudapparaten zijn verantwoordelijk voor maar liefst de helft van het totale energieverbruik in een huishouden. Voor Bosch is het een uitgelezen kans om mensen met een kleine portemonnee ook te laten genieten van de voordelen van energiezuinige en innovatieve apparatuur. Samen lopen de partijen voorop en sporen andere partijen aan om zich hierbij aan te sluiten!
Het project start met het aanbieden van een koelkast, wasmachine en wasdroger. De meeste huurders hebben deze huishoudapparaten in huis. Hierdoor is een flinke energiebesparing mogelijk. Een koelkast staat altijd aan, dus een energiezuinig exemplaar garandeert minder stroomverbruik. De nieuwe wasmachines van Bosch zijn energiezuinig en verbruiken weinig water. De warmtepompdrogers, de energieslurpers van weleer, besparen minimaal 50% stroom.

Groningse hoogleraren logistiek helpen transportsector overgaan op milieuvriendelijker brandstoffen

Milieuvriendelijke brandstoffen gaan de transportsector duurzamer maken. Daarvoor is vervanging of aanpassing van tankstations, vrachtwagens en vrachtschepen nodig en een enorme logistieke transitie. Hoogleraar Iris Vis, van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen, leidt een nieuw onderzoeksproject dat duurzame distributienetwerken voor nieuwe brandstoffen gaat ontwikkelen. Logistiek topinstituut Dinalog verleent een grote subsidie, waarmee er in totaal 1,25 miljoen euro beschikbaar is voor het project.
De transportsector staat aan de vooravond van een overgang naar het gebruik van nieuwe brandstoffen, die leidt tot een lagere milieubelasting bij het rijden en varen. De Rijksuniversiteit Groningen staat met het project Design of LNG Networks (LNG: liquefied natural gas) aan de basis, door het ontwerp van de logistieke aspecten van deze revolutie.
Binnen het project kijken de hoogleraren Íris Vis en Kees Jan Roodbergen met hun team naar de distributie van (Bio)LNG als een van de opkomende brandstoffen die het mogelijk maken aan de nieuwe (Europese) wetten voor emissiereducties te voldoen.
Vis: ‘Het gebruik van (Bio)LNG als brandstof vraagt om een nieuw netwerk van distributiepunten zoals bunkerterminals voor schepen en tankstations voor het zware vrachtverkeer. Europees en nationaal beleid geven de kaders waarbinnen dit netwerk dient te worden ontworpen.’ De wetenschappers zullen zowel aanbieders van infrastructuur als potentiële gebruikers input leveren die hen ondersteunen bij investerings- en infrastructurele beslissingen en bij economische en marktanalyses.
‘Daarnaast ontwikkelen we technieken om de daadwerkelijke overslag, en opslag van de nieuwe brandstoffen en de toegankelijkheid naar de eindgebruikers zo goed mogelijk te maken,’ vult Vis aan. ‘Het doel is om zo de kennis te leveren aan de first-movers voor het aanbod en gebruik van (Bio)LNG, en aansluitend de logistieke sector in Nederland om zo bedrijven in de voorhoede van (Bio)LNG netwerken in Europa te plaatsen.'
De leiding van dit project ligt bij de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast participeren de TUt Eindhoven, Gasunie, Vopak, Groningen Seaports, Stichting Energy Valley, Jan de Rijk Logistics, Feederlines, IMS, GDF Suez, Oliehandel Klaas de Boer, Ecos Energy B.V. en Stichting Ubbo Emmius Fonds. Het project wordt gesteund door het Nationaal LNG Platform. Het totale budget van het project is 1,25 miljoen euro.
Dit project bevindt zich op het snijvlak van de nationale topsectoren logistiek en energie (specifiek gas) en past nadrukkelijk binnen de onderzoeksthema’s Energy en Sustainability van de Rijksuniversiteit Groningen.

woensdag 17 juli 2013

Verkoop deel kabelbedrijf verhoogt winst Cogas 2012

Cogas uit Almelo heeft over 2012 een winst na belasting gerealiseerd van ruim 43,3 miljoen Euro, tegen 18,9 miljoen Euro over 2011. Reden voor deze eenmalige winstverhoging is de verkoop in 2012 van 50% van de aandelen in Cogas Kabel aan Rabo Communication Infrastructure Fund.
Tegenover de extra opbrengst als gevolg van deze aandelenverkoop stonden extra lasten als gevolg van voortijdige beëindiging van een zogenaamde cross border lease die Cogas in 2002 is aangegaan. De voortdurende bankencrisis heeft geleid tot grotere risico’s voor deze leaseconstructie, die anders nog tot 2028 zou doorlopen, reden waarom Cogas in 2012 besloot deze af te kopen. Het genormaliseerde resultaat over 2012 ligt in lijn met dat over 2011.
Van de winst over 2012 zal Cogas in totaal 35 miljoen Euro als dividend uitkeren aan haar 9 gemeentelijke aandeelhouders. Daarvan is begin dit jaar al 25 miljoen Euro uitgekeerd, de resterende 10 miljoen zal op korte termijn volgen. Het overblijvende bedrag wordt toegevoegd aan de reserves van Cogas.
De aandeelhouders van Cogas zijn de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Hardenberg, Hof van Twente, Oldenzaal, Twenterand, Tubbergen en Wierden.
Cogas investeerde in 2012 voor bijna 26 miljoen Euro. Het grootste deel daarvan werd besteed aan het vernieuwen van de energienetwerken voor gas en elektriciteit. Ook investeert Cogas in de slimme energiemeter en in warmte-koude installaties en netwerken.
Voor 2013 verwacht Cogas een winst na belasting van 12 tot 14 miljoen Euro. Als reden voor dit lagere winstniveau geeft de directie van Cogas aan dat na de verkoop van de helft van Cogas Kabel ook nog maar de helft van het resultaat van dit bedrijf aan Cogas toekomt. Bovendien investeert Cogas Kabel momenteel veel in glasvezelnetwerken, waardoor tijdelijk sprake zal zijn van hogere lasten en dus een lager resultaat.
Voor de komende jaren zal er druk ontstaan op het resultaat van Cogas als gevolg van strengere prijsregulering voor de gas- en elektriciteitstarieven door de Autoriteit Consument en Markt (ACM), de toezichthouder voor de energiesector. De directie is voornemens de effecten van deze prijsregulering met efficiencymaatregelen op te vangen.

Shell gaat LNG-tankstations voor zware vrachtwagens openen

Shell is van plan is om de komende jaren in Nederland maximaal zeven LNG-tankstations voor zware vrachtwagens te openen. De tankstations van Shell komen op commercieel interessante plaatsen bij al bestaande stations langs de snelweg die het beste aansluiten bij de wensen van de klant, op voorwaarde dat ondersteunende regelgeving van kracht is. Nederland en Noorwegen zijn koplopers in de invoering van LNG (Liquefied Natural Gas, vloeibaar gemaakt aardgas) als brandstof in Europa.
Deze stations zijn de meest recente investering van Shell in LNG-brandstof in Nederland. In april is het eerste volledig door LNG aangedreven binnenvaartschip, dat door Shell is gecharterd en in Nederland is gebouwd, in gebruik genomen voor vervoer van olieproducten over de Rijn. Het is de bedoeling dat een tweede schip later dit jaar in de vaart komt. Shell is tevens medeoprichter en actief lid van het Nationaal LNG Platform in Nederland, dat regelgevende instanties, het bedrijfsleven en klanten nader tot elkaar brengt. Doel daarvan is het vastleggen van standaard operationele richtlijnen en om afspraken over vergunningafhandeling en passende accijns te bespoedigen, teneinde deze industrie sneller te kunnen ontwikkelen.
In 2012 nam Shell Gasnor over, een Noorse marktleider in LNG als transportbrandstof. In maart 2013 zijn in Alberta, Canada, de eerste drie LNG-tankstations van Shell geopend. Shell en TravelCenters of America LLC hebben een overeenkomst gesloten voor de ontwikkeling van een Amerikaans nationaal netwerk met LNG-tankstations voor klanten die actief zijn op het gebied van zwaar wegtransport.

Energievoorziening Haaglanden klaar voor toekomst

Met de oplevering van het nieuwgebouwde hoogspanningsstation Den Haag Ypenburg en het overnemen van verdeelstation ‘Treubstraat’ in Rijswijk is de energievoorziening van de regio Haaglanden klaar voor de toekomst. Met een investering van ruim 30 miljoen euro heeft netbeheerder Stedin een toekomstbestendige elektriciteitsvoorziening gecreëerd voor onder andere het Haagse stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg, Nootdorp en Rijswijk.
Het in december 2012 opgeleverde 150/25/23/10 kiloVolt hoofdverdeelstation aan de Laan van Deelen in Ypenburg is een belangrijke nieuwe schakel in het elektriciteitsnet. Het station is gebouwd om de capaciteit van de regio Haaglanden flink uit te breiden. In theorie is deze uitbreiding groot genoeg om 150.000 extra huishoudens en bedrijven van energie te voorzien.
Met de oplevering van dit station is de energievoorziening klaar voor de verwachte groei én duurzame ontwikkelingen in dit gedeelte van de Randstad. Het station is tevens volledig geautomatiseerd. Het Bedrijfsvoeringcentrum (BVC) van Stedin kan het netwerk daardoor op afstand monitoren en bedienen, waardoor adequaat gereageerd kan worden op eventuele uitval.
Het hoogspanningsverdeelstation is in samenwerking met landelijk netbeheerder Tennet opgezet en samenwerking tussen Stedin, Tennet en hoofdaannemer Joulz in de periode van 2008 tot en met 2013 voorbereid en gerealiseerd.

dinsdag 16 juli 2013

Pad naar duurzame energie vraagt betere voorbereiding

Nederland moet zich beter voorbereiden op de transitie naar een duurzame energievoorziening. Om haar sterke economische positie te kunnen handhaven, dient de transitie zowel een betrouwbare energievoorziening als nieuwe economische activiteiten op te leveren. Dat staat in het rapport dat TNO, ECN en de Universiteit Utrecht onlangs hebben aangeboden aan IEA-directeur Maria van der Hoeven en SER-voorzitter Wiebe Draijer.
Het Nederlandse energiesysteem en onze economische structuur zijn gespecialiseerd op aardgas en aardolie. In de afgelopen decennia investeerde Nederland veel in de exploitatie van eigen gasvoorraden, de ontwikkeling van de petrochemie, de opbouw van een sleutelpositie in de Noordwest-Europese energiemarkt en een hoogwaardige infrastructuur voor gas, olie en elektriciteit. Door deze specialisatie ontstond een ‘lock in-situatie’. Bij elke nieuwe energie-investering speelt de afweging tussen verdere optimalisatie van de fossiele status quo en de start van een meer duurzame route die in eerste instantie grotere economische risico’s en een lager rendement zal kennen. De weg van de minste weerstand biedt echter geen antwoord op de veranderingen die op ons af komen, zo waarschuwen de auteurs van het rapport ‘Naar een toekomstbestendig energiesysteem’.
Scenariostudies van onder meer International Energy Agency (IEA), Clingendael en ECN voorspellen dat de mondiale energievraag in de periode tot 2035 met ruim 30% toeneemt. Terwijl de vraag in Europa en de VS afvlakt, beleven opkomende economieën als China, India, Brazilië en Rusland de meest energie-intensieve fase van hun ontwikkeling. Het aandeel hernieuwbare energie – met name zon en wind – groeit mondiaal. Olie, gas en kolen blijven echter nog decennialang dominant. Op dit moment is minder dan 5% van de energiemix in Nederland afkomstig van hernieuwbare energiebronnen. Door de gunstige ligging aan zee en goede havenfaciliteiten vormt Nederland een poort naar Europa voor de grootschalige invoer, raffinage en export van aardolie en aardolieproducten. Bovendien bevordert de beschikbaarheid van relatief goedkoop aardgas uit eigen voorraden de ontwikkeling van energie-intensieve sectoren, zoals de chemie, de voedingsmiddelenindustrie, de glastuinbouw en de logistiek.
De mondiale energiemarkt wordt bepaald door nationale belangen en handelspolitiek. In dat geopolitieke spel is een open economie als de Nederlandse relatief kwetsbaar. Zo leidde de opkomst van schaliegas in de VS aldaar tot een prijsdaling van gas, wat weer gevolgen heeft voor de concurrentiepositie van de Nederlandse chemische industrie. Als de gaswinning uit eigen voorraden rond 2023 terugloopt, verandert ons land van gasexporteur in netto-importeur. Daarmee kan onze kwetsbaarheid nog verder toenemen. Om economische redenen is het dus van vitaal belang om maximaal in te zetten op een verduurzaming van de energievoorziening. Daar komt bij, dat Nederland zich heeft gecommitteerd aan klimaatdoelstellingen die niet realiseerbaar zijn zonder trendbreuken in het energiesysteem
Nederland zal een vergaande energiebesparing in de gebouwde omgeving moeten realiseren en sprongen moeten maken in energie-efficiëntie in industrie en transport. Hoe lager het gebruik, hoe minder kwetsbaar we zijn voor hogere en/of fluctuerende energieprijzen. Verder is een snelle ontwikkeling van duurzame economische motoren van belang. Zij moeten de rol overnemen van de huidige op fossiel gebaseerde economische activiteiten. Investeringen concentreren op opties die goed aansluiten bij onze huidige sterkten – groen gas, zonnecellen, wind offshore – biedt Nederlandse bedrijven de kans zich te onderscheiden op de buitenlandse markt. Landen als Duitsland en Denemarken investeren al jaren in zon, wind en bio-energie en verworven een positie in de markt voor duurzame energie. Tot slot is een integrale systeemaanpak nodig. De vraag naar energie moet betrouwbaar en betaalbaar worden gematcht met een steeds breder aanbod van duurzame en fossiele energie uit centrale én lokale bronnen.

Schiphol plaats LED verlichting langs de start- en landingsbanen

Amsterdam Airport Schiphol gaat de komende jaren alle borden langs de start- en landingsbanen vervangen door nieuwe exemplaren met LED verlichting.  De borden, nu nog verlicht met halogeenlampen,  staan opgesteld in het landingsterrein en geven  piloten informatie  over locaties, routes, baannummers en verkeersregels. De vervanging van de huidige bord levert een energiebesparing op van 70 procent.
In totaal worden de komende jaren duizend borden in het landingsterrein vervangen. De borden langs de Zwanenburgbaan (100)  zijn inmiddels vervangen. De komende jaren volgen borden langs de andere banen. Het vervangen van de borden wordt gedaan tijdens de periode dat een baan voor enkele weken buiten gebruik is vanwege groot onderhoud. 
De borden - één meter hoog en vier tot vijf meter breed -  zijn, conform de veiligheidsvoorschriften, continu verlicht. Tot nu toe gebeurde dat met halogeenlampen, die ongeveer een jaar mee gaan. LED-lampen hebben een levensduur van circa tien jaar en het stroomgebruik is 70 procent lager dan met halogeenverlichting.
Het materiaal van de oude borden wordt zoveel mogelijk hergebruikt. Zo worden elektrische schakelaars eruit gehaald, zo nodig gereviseerd en opnieuw gebruikt. Bruikbare materialen (zoals kunststof, aluminium en koper) worden gescheiden en hergebruikt.