Pagina's

vrijdag 28 juni 2013

Nuon, ECN en Windcollectief Wieringermeer sluiten overeenkomst

Nuon, ECN en Windcollectief Wieringermeer (gezamenlijk Windkracht Wieringermeer) hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor Windplan Wieringermeer. Met de ondertekening starten de partijen de gezamenlijke ontwikkeling van een windpark van 350 tot 400 MW. De overheid ondersteunt het plan met de Rijkscoördinatieregeling en een Green Deal. De eerste windmolens zullen naar verwachting in 2017 verschijnen.
Windkracht Wieringermeer hecht veel waarde aan betrokkenheid van de omgeving bij het windpark. Daarom stort Windkracht jaarlijks een nader te bepalen bedrag uit de opbrengsten van het windpark in een lokaal windfonds. Het windfonds is voor en door mensen uit de gemeente en kan maatschappelijke initiatieven en projecten mogelijk maken die anders door geldgebrek blijven liggen. Het bestuur van het fonds bestaat uit inwoners van gemeente Hollands Kroon. Bovendien zorgen de initiatiefnemers voor het mede ontwikkelen van een poldermolen. De opbrengsten daarvan zullen ten goede komen aan bewoners uit de polder Wieringermeer.
Windplan Wieringermeer is een initiatief van gemeente Hollands Kroon, energiebedrijf Nuon, energieonderzoeksinstituut ECN en Windcollectief Wieringermeer. Het windpark krijgt een vermogen van 350 tot 400 MW en dat is voldoende om 275.000 huishoudens van groene stroom te voorzien. Het windpark bestaat uit zo'n 100 nieuw te plaatsen moderne windturbines in lijnopstellingen met een maximale masthoogte van 120 meter. Ook is afgesproken dat ruim 80 bestaande molens uit de polder Wieringermeer worden verwijderd. Hierdoor krijgt het landschap een aanzienlijk rustiger aanblik. Naar verwachting gaan de eerste nieuwe windmolens van het windpark vanaf 2017 stroom leveren.

Deventer huishoudens verbruiken minder energie

Het energieverbruik onder Deventer huishoudens is in de periode 2008-2012 met bijna 6% afgenomen. Dat is 3,5% meer dan het landelijke gemiddelde. Vooral de grootschalige toepassing van zonne-energie, zowel door particulieren als gemeente, levert een belangrijke bijdrage aan energiebesparing in Deventer. Het bedrijfsleven blijft achter op die trend. Het energieverbruik van bedrijven is in dezelfde periode gelijk gebleven. Dit blijkt uit de monitor energieverbruik 2008-2012, die op verzoek van de gemeenteraad werd uitgevoerd.
Het gasverbruik neemt in Deventer in hetzelfde tempo af als het landelijk gemiddelde. Wel is er in 2011 en 2012 een sterkere daling te zien. Dit lijkt het effect van Verbeter & Bespaar – een project waarbij circa 800 huishoudens werden geholpen bij het nemen van energiebesparende maatregelen in hun woning.
Het stroomverbruik is met gemiddeld 50 kw per huishouden gedaald. Dat komt nagenoeg overeen met de 1,9 MW energie die wordt opgewekt met zonnepanelen op particuliere daken. In 2011 en 2012 is via Stichting Zon Deventer een aantal collectieve acties gehouden met subsidie van provincie en rijk. De gemeente heeft een groot aantal zonnepanelen geplaatst op gemeentelijke gebouwen (scholen en instellingen). Het totale energievermogen op deze gebouwen is 0,8 MW.
Het Deventer bedrijfsleven weet in de breedte nog geen grote stappen te maken bij het besparen op energieverbruik. In de periode 2008-2012 is er sprake van een gelijkblijvende uitstoot van CO2. De bedrijven verbruiken meer stroom, maar minder gas.
Wethouder Jos Pierey: “Als je bedenkt dat 70% van de energie door bedrijven wordt verbruikt, dan moeten we nog een flinke inspanning leveren om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Ik merk dat het bedrijfsleven stappen maakt voor meer besparingen. Bedrijven die nog niet zover zijn, ga ik aanmoedigen die stappen ook te maken.”

Provincies uit klankbordgroep schaliegas

De provincie Noord Brabant stapt uit de landelijke klankbordgroep schalie- en steenkoolgasonderzoek. De reden is dat de klankbordgroep niet inhoudelijk kan meepraten over de eindrapportage van het onderzoek naar de mogelijke risico’s en gevolgen van de winning van schaliegas en steenkoolgas in Nederland.
De provincie Noord-Brabant nam, mede namens Limburg en Zeeland, deel aan de klankbordgroep omdat in Brabant aanvragen zijn ingediend voor proefboringen. De twee provincies staan achter het besluit van Brabant om er uit te stappen. De klankbordgroep bestaat verder uit een aantal partijen die direct of indirect zijn betrokken, zoals de Vewin, Milieudefensie, de gemeente Boxtel en de Nogepa (Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie).
Het onderzoek naar de mogelijke risico’s en gevolgen van de winning van schaliegas en steenkoolgas wordt momenteel uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van EZ en is bijna afgerond.
De leden van de klankbordgroep kregen eind vorige week te horen dat het concepteindrapport uitsluitend ter beschikking zou worden gesteld als hiervoor een geheimhoudingsverklaring zou worden getekend. Het eindrapport wordt in september aangeboden aan de Tweede Kamer. Voor die tijd zou de klankbordgroep in haar laatste vergadering slechts een mondelinge toelichting krijgen op de resultaten en achtergronden van het onderzoek.
‘Deze aanpak is in strijd met de afspraken en maakt het ons onmogelijk onze rol in de klankbordgroep naar behoren te vervullen’ schrijft de provincie in een brief aan EZ. 'De samenleving is niet gebaat bij een sfeer van geheimzinnigheid', stelt gedeputeerde Johan van den Hout (ecologie en handhaving).
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vinden dat het besluit om wel of niet over te gaan tot het winnen van schaliegas in Nederland gestoeld zou moeten zijn op een breed en open debat over nut en noodzaak en over de  transitie naar duurzame energie. GS willen hiertoe in Noord-Brabant na de zomer het initiatief nemen.


donderdag 27 juni 2013

Zonnecentrale-via-crowdfunding genomineerd voor innovatieprijs

De zonnecentrale die de stichting 1miljoenwatt, Essent en FC Groningen op basis van crowdfunding in Groningen willen bouwen is genomineerd voor de Accenture Innovation Awards 2013.
Deze jaarlijks terugkerende innovatiewedstrijd beloont de meest innovatieve producten, diensten of concepten in Nederland. Er zijn juryprijzen in 5 branches, waaronder 'Energy & chemicals', de Blauwe Tulpen. Daarnaast beslist de jury over een speciale duurzaamheidsprijs, de Groene Tulp. Naast de juryprijzen is er de Innovation Awards Publieksprijs. Die gaat naar het concept dat tot en met 5 november de meeste stemmen krijgt van het Nederlandse publiek.
De stichting 1miljoenwatt, Essent en FC Groningen droegen hun 'Zon van Ander Dak'-project met succes voor om genomineerd te worden. Sven Pluut, voorzitter van 1miljoenwatt, vertelt: 'Dit project geeft iedereen de mogelijkheid om op een ander dak dan het eigen zonne-energie op te wekken door te investeren in één van de ruim 1.100 zonnepanelen op het dak van het voetbalstadion Euroborg.'
Een zonnepaneel op de Euroborg, of eigenlijk 'ZoNbligatie', kost 550 euro. De stroom die een paneel opwekt, wordt afgenomen en betaald door FC Groningen. Bezitters van een ZoNbligatie krijgen er ieder jaar 'zonnerente' voor terug. Die is behalve van de hoeveelheid opgewekte stroom ook afhankelijk van de ontwikkeling van de stroomprijzen. Uitgaande van een gelijkblijvende elektriciteitsprijs is de geschatte rente ongeveer 2,5% per jaar - net wat meer dan op de gemiddelde spaarrekening dus. Na 24 jaar krijgen deelnemers daarnaast hun inleg terug.
Business developer Marinda Gaillard van Essent licht toe waarom dit project zo innovatief is: 'Door deze aanpak kan een nieuwe doelgroep profiteren van zonne-energie: consumenten met een klein budget, zonder geschikt dak, die geheel ontzorgd willen worden.'

Klok & Peel Museum gaat eigen stroom produceren

Op maandag 17 juni heeft het Klok & Peel Museum Asten een begin gemaakt met de plaatsing van zonnepanelen op het dak. Met een kraan werden de panelen het dak op getild waar ze zijn gemonteerd.
De eerste fase heeft een capaciteit van bruto 50.000 Wp op jaarbasis van de in totaal ca. 100.000 Wp die het museum wil gaan produceren. Op termijn wil het museum zelfvoorzienend worden in haar stroomvoorziening.
Op het gebied van ecologie heeft het museum een uitdagende ambitie. Als onderdeel van de vernieuwing van het museum zijn al eerder diverse ecologische projecten gerealiseerd. Zo is een eigen bodemwaterproject gerealiseerd, zijn groen-sedumdaken aangelegd, is de isolatie van het gebouw geoptimaliseerd, wordt met behulp van een WKO-installatie het museum gekoeld en verwarmd en is alle verlichting aangepast naar spaar- en led verlichting.

Commissie Omgevingsbeleid positief over initiatiefvoorstel Energiepotentiekaart Drenthe

Het initiatiefvoorstel van GroenLinks is op 12 juni in de commissie Omgevingsbeleid besproken en breed omarmd. Alle fracties waren positief over het voorstel om voor Drenthe een zogenaamde ‘Energiepotentiekaart' op te stellen. Hierin worden de (on)mogelijkheden van duurzame energietechnieken (waaronder windenergie, zonne-energie, geothermie, warmte- en koudeopslag, biomassa en restwarmtebenutting) voor heel Drenthe in kaart gebracht. Om de taken goed te kunnen uitvoeren, beschikken Provinciale Staten over bepaalde rechten, waaronder het recht van initiatief. Statenleden en Statenfracties kunnen zelf voorstellen doen over te voeren beleid. Dit zijn de zogenaamde initiatiefvoorstellen. De laatste keer dat in de Drentse Staten een initiatiefvoorstel werd ingediend, was in 2006.

woensdag 26 juni 2013

Elektrisch​e zitmaaier die zichzelf bijlaadt met rem-energie

Fabrikant Frisian Motors uit Bakkeveen (Fr) heeft al sinds enige tijd een Europese primeur met de FM-70 Zero-Turn zitmaaier. De nieuwe 2013 uitvoering heeft een extra snufje innovatie toegevoegd gekregen. Bij het afremmen laadt de zitmaaier zichzelf op door gebruik te maken van de vrijgekomen energie tijdens het remmen.
Remenergie wordt 'regeneratief' gebruikt, zo heet het in vaktermen. "Bij de elektrische auto is dit al een standaard feature, maar voor elektrische zitmaaiers was het tot nu toe een te dure optie in verhouding tot de opbrengsten van de stroom", zegt Theo de Jong, directeur van Frisian Motors.
De bestuurder merkt niets bijzonders tijdens het rijden, de maaier remt vanzelf af als je het rijpedaal loslaat en op het display kun je precies zien hoeveel stroom er terug gaat naar de accu. De machine heeft nu een continue maaitijd van ruim 2 uren en is geschikt voor een grasmat van circa 7000 m2. De verkoopprijs bedraagt € 5929,- inclusief BTW.

Verwijzingsborden op snelwegen naar tankstations met alternatieve brandstoffen

Rijkswaterstaat heeft op verzoek van BOVAG besloten om de komende jaren langs snelwegen borden te plaatsen die verwijzen naar tankstations met alternatieve brandstoffen. De nieuwe borden kunnen verwijzen naar snelwegtankstations, maar ook naar pompen op het zogenaamde ‘onderliggende’ wegennet.
Eigenaren van tankstations met waterstof, LNG en/of CNG kunnen zich via de BOVAG-afdeling Tankstations melden voor een vermelding op de borden, indien de pomp binnen een afstand van 1 kilometer van een snelwegafrit ligt. Voor tankstations binnen de bebouwde kom geldt een afstand van 500 meter tot de snelwegafrit. De nieuwe borden verwijzen ook naar tankstations met E85 en biodiesel, mits er tevens een van de andere alternatieve brandstoffen CNG, LNG of waterstof wordt aangeboden. Met onderborden kan worden gedifferentieerd naar brandstoffen voor vrachtwagens en personenauto’s.
Ongebruikelijk
Verwijzingsborden naar tankstations buiten de snelweg zijn niet gebruikelijk. Rijkswaterstaat wil echter het gebruik van alternatieve brandstoffen faciliteren en die zijn nog niet of nauwelijks bij snelwegtankstations verkrijgbaar. Rijkswaterstaat plaatst de verwijzingsborden naar de tankstations op het onderliggende wegennet tijdelijk tot 2017. Jan Bessembinders, manager van BOVAG Tankstations, reageert verheugd op het besluit: “Hiermee worden nieuwe, duurzame brandstoffen veel zichtbaarder voor de automobilist en komen we weer een stap dichterbij het doorbreken van het kip-ei probleem. Bovendien is dit een beloning voor de brandstofpioniers die hun nek hebben uitgestoken door te investeren in nieuwe brandstoffen.”

Alphabet voorkomt onjuiste inzet semi-elektrische auto

Semi-elektrische auto’s zijn zeer populair onder leaserijders. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal met 300% toegenomen. De populariteit wordt voornamelijk veroorzaakt door de 0%-bijtelling terwijl deze auto’s in praktijk en vanuit werkgeversoogpunt niet altijd de beste keuze blijken te zijn.
Al in 2012 heeft Alphabet autolease de EV-tool ontwikkeld, een online applicatie die een realistische inschatting geeft van de energiekosten van een bepaalde auto. De hieruit voortvloeiende EV-factor kan nu ook in de leasecalculatie worden meegenomen. Hierdoor heeft de klant vooraf een realistischer beeld van de verwachte kosten en wordt een mogelijk hoge naheffing op de energievoorschotten voorkomen.
Doordat in de nieuwe calculatiemethodiek wordt uitgegaan van een geprognotiseerd werkelijk verbruik i.p.v. het huidige fabrieksverbruik is het nu ook mogelijk om voor semi-elektrische auto’s een realistisch energie-voorschot te bepalen. Eerder heeft Alphabet als eerste leasemaatschappij een correctie op het normverbruik van conventionele brandstofsoorten geïntroduceerd om zo de klant op voorhand een inzicht te geven in de reële kosten van een leaseauto.
Uit eigen onderzoek van Alphabet blijkt dat slechts 5% van de leaserijders van semi-elektrische auto’s in de praktijk het normverbruik haalt. In extreme gevallen wanneer er geheel niet geladen wordt, kunnen de brandstofkosten tot wel 5x hoger uitvallen dan begroot op basis van het normverbruik. Gedurende een leasecontract kan dit verschil oplopen tot 8.000 euro. Toch zijn de praktijkcijfers een stuk positiever; in de gemiddelde situatie is het mogelijk om bijvoorbeeld met een Ampera een EV-Factor van 40% te realiseren met een bijbehorend brandstofverbruik van een respectabele 3,9 ltr/100km en een CO2-Emissie van 88 gr/km. Het is hierbij wel van belang dat de leaserijder thuis (en liefst ook zakelijk) de beschikking heeft over een laadpunt.

dinsdag 25 juni 2013

Koelen op zonne-energie bij Truckstop 26bis

Op 17 juni 2013 is door Truckstop 26bis in Heusden-Zolder een NomadPower installatie in gebruik genomen. Hiermee levert Truckstop 26bis naast de al bestaande voorzieningen, zoals overdekt parkeren, sanitaire voorzieningen, een winkel, een restaurant en leveren van brandstof een extra dienst aan het wegtransport. De installatie bestaat uit 8 aansluitpunten waarop koel- en vriesvervoer kan instekkeren. Op deze wijze kan het koel- en vriesvervoer de lading conditioneren tijdens rust- en wachttijden zonder gebruik te hoeven maken van de dieselgenerator. Dit is milieuvriendelijker, veroorzaakt minder geluidsoverlast en is bovendien goedkoper dan het conditioneren met de dieselgenerator. De stroom voor de installatie wordt door Truckstop 26bis zelf opgewekt op de vorig jaar door de firma Futech aangelegde zonne-energie installatie. Hiermee levert Truckstop 26bis een belangrijke bijdrage aan de verdere verduurzaming van het wegtransport.
Mede-eigenaar van Truckstop 26bis, de heer Eddy Kerfs, ziet in de installatie een belangrijke aanvulling op de diensten die door Truckstop 26bis worden aangeboden aan het wegtransport. "Wij zijn de eerste truckstop in België die op deze wijze dit totaalpakket van diensten kan aanbieden. Toen NomadPower mij benaderde met dit concept hoefde ik daar niet lang over na te denken. In combinatie met de vorig jaar aangelegde zonne-energie installatie van 2,0 MWp kunnen we de NomadPower installatie bovendien volledig van groene stroom voorzien. Duurzamer kan bijna niet en ik durf dan ook te stellen dat wij op dit moment één van de groenste truckparkings in Europa zijn".
NomadPower is voornemens het concept grootschalig over Europa te gaan uitrollen volgens het zogeheten postkoetsenmodel. Dit betekent dat locaties zodanig worden gekozen dat transporteurs van de ene locatie naar de andere kunnen rijden om tijdens rusttijden gebruik te maken van de NomadPower voorzieningen. Jos Schreurs van NomadPower laat weten dat de naam afkomstig is van nomadenstroom, met andere woorden stroom voor mensen die dagelijks onderweg zijn. Truckstop 26bis is de tweede locatie waarop NomadPower nu beschikbaar is. De eerste locatie bevindt zich bij Partner Logistics in Bergen op Zoom in Nederland. Voor het einde van het jaar zullen naar verwachting in totaal 5 locaties in Nederland zijn gerealiseerd en 3 locaties in België. In de loop van 2014 zal dan een verdere uitrol over Europa gaan plaatsvinden met als doel om in een paar jaar tijd uiteindelijk te komen tot een dekking van circa 500 locaties over heel Europa.
Ismaël Ben-Al-Lal van Futech merkt op dat op deze wijze een ideale manier is gevonden van het combineren van groene oplossingen tot een optimaal duurzaam resultaat. De stroom die wordt opgewekt door de zonne-energie installatie wordt hiermee nog duurzamer aangewend. "Toen Truckstop 26bis werd benaderd door NomadPower hebben wij hieraan dan ook direct alle medewerking verleend en wij zien deze truckstop dan ook als een prachtig voorbeeld hoe het altijd nog groener en duurzamer kan".

Sneller duurzame stallen

Staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken wil zich inzetten om ook in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014 – 2020 investeringen in duurzame stallen te blijven ondersteunen. Van alle stallen die in gebruik zijn, was begin dit jaar 5,7% duurzaam. Dat staat in de monitor Integraal Duurzame stallen die de staatssecretaris aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het doel van 6% is daarmee nagenoeg gehaald. Vooral de pluimvee- en varkenshouderijen doen het goed. De rundveehouderijen blijven achter.
De groei van het aantal duurzame stallen gecombineerd met het aantal stallen dat in aanbouw en voorbereiding is, laat een gestage toename zien van duurzame stallen in Nederland. Om dit proces te versnellen hebben de organisaties die betrokken zijn bij de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV) afgesproken dat vanaf 2015 alle nieuwbouwstallen integraal duurzaam zullen zijn. Zij werken een stimuleringspakket uit met prikkels om deze doelstelling te halen. Staatssecretaris Dijksma: “ Duurzame stallen zijn van enorm belang vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en milieu. We moeten er alles aan doen om het proces van duurzame stallenbouw te versnellen .”
Nederland telde afgelopen januari 83.000 stallen. Hoewel het gemiddelde van duurzame stallen op 5,7% ligt, zijn er grote verschillen tussen de verschillende sectoren. Pluimveehouderijstallen zijn voor 15,7% duurzaam en in de varkenshouderij is dat 8,8% Beide sectoren hebben daarmee nu al het doel van 8% voor eind dit jaar al gehaald. De rundveehouderij blijft met 3,7% achter.
In 2012 en 2013 kunnen en konden ondernemers gebruik maken van regelingen als de Investeringsregeling Integraal duurzame stallen en de Maatlat Duurzame Veehouderij die de bouw van duurzame stallen verder zullen stimuleren. Daarnaast zal Staatssecretaris Dijksma zich blijven inzetten om ook via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vanaf 2014 investeringen in deze stallen te blijven ondersteunen.

Een back-up-accu met ingebouwde zonnecellen

Het principe ervan is gelijk aan dat van andere producten van  Sandberg Powerbar en Sandberg Powerbank : een sterke zelfstandige reserve-accu die wordt opgeladen via een USB-poort van een computer of een 230 V-/auto-adapter, die stroom biedt voor de meeste draagbare apparaten via een USB-poort.
Nieuw zijn de krachtige zonnecellen die op de achterkant van de accu zijn geplaatst, het enige dat u dus nodig hebt om hem op te laden is licht. Hij kan overal worden opgeladen - zelfs in kuntslicht, als u in het vliegtuig of op het station zit, met nergens een stopcontact.
Anders Petersen, productmanager bij Sandberg A/S, zegt: "We hebben veel succes gehad met onze andere back-up-accu's. Er is echter behoefte aan een nog breder bereik. Alles is mogelijk: festivalgangers, zeilers, padvinders, bergklimmers, jagers... inderdaad, iedereen die stroom nodig heeft voor zijn mobiele apparaat, overal en altijd. Stelt u zich eens voor hoeveel berichtjes een festivalganger verstuurt en Twitter, Facebook en andere media gebruikt. Dan is de accu snel leeg."
De productmanager heeft ook iets te vertellen over de voordelen voor het milieu: "Ik moet eerlijk toegeven dat de voordelen voor het milieu voor opladen met zonne-energie in plaats van via het lichtnet niet de belangrijkste factor voor ons was. Gebruikersgemak heeft voor ons de hoogste prioriteit. Maar inderdaad: het product heeft overduidelijk ook voordelen voor het milieu. Wanneer u thuis bent kunt u de Solar PowerBank overdag op uw vensterbank leggen en uw telefoon daarmee 's nachts opladen. Gratis stroom zonder milieuvervuiling."

maandag 24 juni 2013

Eindhovenaren betalen ruim 15 miljoen te veel voor energie

Huishoudens in de regio Eindhoven betalen de hoogste energietarieven van Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van Vereniging de Vastelastenbond. Op basis van een vergelijkbaar contract rijzen de prijsverschillen tussen energieleveranciers de pan uit. E.ON - traditioneel dé energieleverancier in de regio Eindhoven - komt als duurste uit de bus. Op jaarbasis loopt het verschil op tot 185 euro per jaar per huishouden. Gelet op het marktaandeel van E.ON en het aantal huishoudens in Eindhoven komt dat neer op ruim 15 miljoen euro op jaarbasis.
Op basis van de standaardtarieven is E.ON de duurste energieleverancier van Nederland. Iemand die nog nooit is overgestapt betaalt deze standaard variabele tarieven. Bij een gemiddeld verbruik (3360 kWh voor elektriciteit en 1670 m3 voor gas) betalen Eindhovense huishoudens Euro 133,72 meer dan bij een vergelijkbaar contract bij de voordeligste energieleverancier. Bij een nieuwe contract met vaste tarieven kan dat verschil zelfs oplopen tot Euro 231,36. Het aantal huishoudens in Eindhoven bedroeg op januari 2013 110.086. Omdat 60% nog nooit is overgestapt, resulteert dat in een besparingsmogelijkheid voor inwoners van Eindhoven van ruim 15 miljoen euro.
Elke regio in Nederland heeft van oudsher een leverancier die gas en elektriciteit in die regio levert. Tot 2005 vertolkte NRE deze rol voor Eindhoven en omgeving. In 2005 nam het Duitse E.ON NRE over. De meeste inwoners van Eindhoven zitten nog steeds bij E.ON. Uit een steekproef van de Vastelastenbond blijkt dat ongeveer 60 % van de inwoners van Eindhoven en omstreken nog klant is bij E.ON.
De Vastelastenbond richt zich in het onderzoek op de standaard variabele tarieven van de 10 grootste leveranciers in Nederland. Op basis van 3 profielen is onderzocht wat de prijsverschillen in variabele tarieven zijn tussen de leveranciers. Dong en energiedirect.nl zijn de voordeligste leveranciers. E.ON en NLenergie komen voor alle gebruikersprofielen als duurste uit de bus. 'Het is opvallend dat de energieleveranciers E.ON en NLenergie zich profileren als prijsvechter', stelt Dirk-Jan Wolfert van de Vastelastenbond. 'Het onderzoek laat hierover geen misverstand bestaan. Ze zijn veel duurder dan ze zich voordoen.'
Consumenten worden bedolven onder aanbiedingen van energieleveranciers. De één lijkt nog scherper dan de andere. Daarnaast vergelijken vergelijkingssites constant het aanbod voor klanten die willen overstappen naar een andere energieleverancier. Wat is nu wijsheid? 'De Vastelastenbond adviseert om voor een vast contract te kiezen', stelt Wolfert nadrukkelijk. 'Houd bovendien de einddatum goed in de gaten en stap tijdig over. En lest best: tarieven voor nieuwe en bestaande klanten worden nogal eens door elkaar gehaald. Vraag dus bij de klantenservice van je leverancier je huidige tarieven op en laat die schriftelijk bevestigen.'

Sustainable Energy Quick Scan online

De Sustainable Energy Potential Quick Scan, ontwikkelt door TNO en ICCO, is nu online beschikbaar. De Quick Scan geeft een grove inschatting van hoe mogelijke duurzame alternatieven voor koken en verlichting winstgevend gebruikt kunnen worden op basis van carbon credits in ontwikkelingslanden. De scan is bedoeld voor maatschappelijke organisaties en bedrijven die op carbon credits als mogelijke financieringsbron voor hun duurzame energie projecten willen inzetten.
Voorheen kon alleen voor grootschalige marktprojecten carben credits gegenereerd worden. Dit is georganiseerd onder het Clean Development Mechanism van het Kyoto protocol. Tegenwoordig kunnen ook in kleinschalige projecten carbon credits gegenereerd worden. Bovendien is een vrijwillige markt ontstaan die carbon credits levert aan maatschappelijke organisaties - bedrijven, organisaties, huishoudens. Ze doen dat op vrijwillige basis, om zo een deel van hun carbon footprint te kunnen compenseren. Dit heeft tot een substantiële markt vergroting gezorgd, wat interessante mogelijkheden geeft voor organisaties en bedrijven in ontwikkelingslanden die op zoek zijn naar financiering voor duurzame energie projecten.
Projecten op het gebied van duurzame energie en energie-efficiëntie (bijv. verbeterde fornuizen, biogas, zonne-cooker en pv-verlichting) die worden uitgevoerd in ontwikkelingslanden, kunnen carbon credits genereren. De Quick Scan is bedoeld voor NGO's / CBO's en bedrijven die de mogelijkheid tot het genereren van carbon credits in een bepaald gebied voor de financiering van hun project, te verkennen. Het is speciaal bedoeld voor kleinschalige projecten.
De Sustainable Energy Potential Quick Scan is gebaseerd op de Sustanaible Energy Potential Scan (SEPS) ontwikkelt door TNO en ICCO. SEPS ondersteunt in het maken van de 'slimste' keuzes in projecten op het gebied van duurzame energie, het genereren van carbon credits voor een energieproject in een bepaalde situatie (fysieke en sociaal-economische situatie) voor een bepaald doel (koken, verlichting, elektriciteit), door het bepalen van de technische een regionale potentieel, en de sociaal economische succes-en faalfactoren. De Quick Scan geeft een grove indicatie van de mogelijkheid voor carbon credits in een project op het gebied van duurzame energie. Als u meer inzicht wilt krijgen, kunt u een uitgebreid onderzoek aanvragen door contact op te nemen met TNO of ICCO.

Steeds grotere milieuproblemen, steeds mooiere beleidstaal

Steeds groter wordende milieuproblemen gaan gepaard met steeds mooier en groter wordende retoriek in beleid. Dit is een van de conclusies van dr. Bram Büscher in zijn nieuwe boek Transforming the Frontier. Peace Parks and the Politics of Neoliberal Conservation In Southern Africa. Büscher is universitair hoofddocent Environment and Sustainable Development bij het International Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit (ISS).
Waar tegenstellingen tussen milieu, economische en sociale belangen steeds verder uit elkaar groeien, is milieubeleid steeds meer gericht op het combineren van zoveel mogelijk ‘wins’.
Gebaseerd op langdurig onderzoek in Zuidelijk Afrika naar grensoverschrijdende parken – ook wel ‘peace parks’ of vredesparken genaamd - concludeert Büscher in zjin boek  dat steeds grotere milieuproblemen in de praktijk te lijf worden gegaan door een steeds grotere focus op beleid. “Er is dus niet alleen een ‘gat’ tussen beleid en praktijk”, aldus Büscher, “maar dit gat wordt doelbewust groter gemaakt door natuurbehoud en -beleid steeds meer te vermarkten”. Hierdoor ontstaat er een steeds grotere spanning tussen verwachtingen met betrekking tot beleid en de veelal negatieve milieu en sociale effecten van dit beleid in de praktijk.
Uit de studie blijkt dat voorstanders en private belangen van de Vredesparken wel varen bij de retoriek van de Vredesparken. Een van de voornaamste voorstanders van vredesparken, de machtige milieuorganisatie ‘Peace Parks Foundation’, krijgt bijvoorbeeld elk jaar meer dan een miljoen euro van de Nederlandse Postcode Loterij, terwijl er in de Zuidelijk Afrikaanse regio veel kritiek is op de uitvoering van hun agenda in de praktijk: zij zouden weinig respect hebben voor democratische processen en lokale bevolkingsgroepen.
Büscher stelt dat op marktwerking gestoeld natuurbeleid averechts werkt en dat de enige realistische manier om uit de huidige milieuperikelen te raken een transitie is van een markt-samenleving gericht op kwantitatieve groei, competitie over schaarse middelen en economische commercie naar een eco-sociale samenleving gericht op kwalitatieve verdeling, samenwerking rondom overvloed en sociaal en politiek welzijn.

vrijdag 21 juni 2013

Belastingvrije hybride auto erg in trek (i.m.)

Hoewel de huidige vrijstelling voor een groot deel van de zuinige wagens begin 2014 vervalt, blijken ze nog altijd erg in trek te zijn. De ANWB stelde onlangs nog dat de term "wegenbelastingvrij" als misleidend wordt ervaren door de veranderingen die gaan komen in dit beleid. Dealers en fabrikanten worden verplicht om transparant te zijn hierover in de communicatie naar klanten toe en ze zullen de veranderingen dus moeten aangeven in advertenties en tijdens gesprekken met potentiële kopers. Maar hoe zit het nu eigenlijk met deze vrijgestelde modellen zoals de hybride? Zijn ze echt zo zuinig? En welke voordelen zitten er nog meer aan verbonden?


In de eerste plaats kan er nog tot eind dit jaar geprofiteerd worden van de belastingvoordelen wanneer er wordt gekozen voor een schone en zuinige auto zoals bijvoorbeeld de Honda Insight. Met name voor leasing is dit interessant omdat er tot die tijd nog 0 procent bijtelling geldt. Het belastingvoordeel voor werknemers met een ruim salaris kan daardoor al gauw oplopen tot meer dan 1000 euro per jaar.

Wie zijn hybride of elektrische auto voor 1 januari 2014 op kenteken heeft staan, kan 5 jaar lang zonder bijtelling rijden. Om van de vrijstellingsregeling te kunnen profiteren, dient de uitstoot van het voertuig minder te zijn dan 50 gram CO2. Is de auto niet voor deze datum op kenteken gezet dan geldt de nieuwe bijtellingsregeling die 7 procent bedraagt. Echter, elektrische auto’s en andere auto’s met geen of een zéér lage emissie kunnen belastingvoordeel op doen tot tenminste 2015. Schone auto's die, in tegenstelling tot leasen enkel voor privégebruik worden aangeschaft, krijgen tot 2015 belastingvoordeel.

Dat hybride rijden erg in trek is, blijkt uit het feit dat veel merken te kampen hebben met leveringsproblemen om aan de groeiende vraag te voldoen. Autofabrikanten doen er echter alles aan om voor 1 januari zoveel mogelijk groene modellen op de markt te brengen zodat klanten nog kunnen profiteren van de 0 procent bijtelling.

 

Initiatief voor groene leenauto’s Venray

Een groepje Venraynaren nam het initiatief om een groen leenautosysteem op te zetten. De gedachte is dat er enkele (elektrische) auto’s ter beschikking staan, die u tegen een vergoeding kunt huren. Het systeem is vooral bedoeld voor korte ritjes, zoals kinderen naar school brengen of boodschappen doen. Dat maakt de (tweede) gezinsauto overbodig.
Ook zijn er afspraken mogelijk om goedkoop een leenauto voor langere ritten te gebruiken. Beide toepassingen schelen kosten, zijn beter voor het milieu en zorgen ervoor dat in woonwijken minder parkeerplaatsen nodig zijn. Het groene systeem bestaat al in grote steden, maar de initiatiefnemers denken dat het ook in een gemeente met de omvang van Venray kans van slagen heeft. Een auto lenen kost 4 euro per uur, plus 0,25 euro per kilometer. De gemeente Venray juicht initiatieven als auto delen toe omdat ze passen in het beleid van de gemeente op het gebied van energie en duurzaamheid.

Duurzamere autobanden dankzij UT-onderzoek

Wereldwijd wordt jaarlijks een enorme afvalstroom van achthonderd miljoen gebruikte autobanden geproduceerd. Daarmee zou je een stapel kunnen maken die vijf keer de wereld rondgaat. Dat is niet alleen erg slecht voor het milieu, maar daarmee gaan ook grondstoffen verloren die steeds schaarser worden. UT-promovendus Sitisaiyidah Saiwari van de vakgroep Elastomer Technology and Engineering (faculteit CTW) ontwikkelde in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen een recyclingcyclus waarmee deze problemen deels worden opgelost.
De ontwikkelde cyclus past goed binnen het plaatje Cradle to Cradle, een visie van chemicus Michael Braungart en architect William McDonough. Zij zijn van mening dat grondstoffen beter hergebruikt kunnen worden dan wat nu vaak gebeurt: recycling op een laag niveau of zelfs als afval weggegooid.
“Wat er voorheen met gebruikte autobanden gebeurde, kan je beter omschrijven als Cradle to Grave, zegt supervisor Wilma Dierkes. “Gebruikte autobanden worden nu hooguit gerecycled in meer laagwaardige producten zoals vloermatten, voetbalvelden met rubbergranulaat of verkeersmeubilair zoals rubberen bumpers. Oftewel: downcycling. In sommige onderdelen van nieuwe banden kan nu hooguit vijf procent rubber gebruikt worden. Wij proberen dat vulkanisatieproces terug te draaien, waardoor zo’n veertig procent in nieuwe banden verwerkt kan worden. Een grote vooruitgang.”
In het proefschrift Post-consumer tires back into new tires, de-vulcanization and re-utilization of passenger car tires beschrijft Saiwari, afkomstig uit Thailand, hoe in het recyclingproces alleen de zogenaamde zwavelbruggen worden opengebroken. Het polymeer, als molecuul verantwoordelijk voor de meest kritieke eigenschappen van rubber, wordt niet aangetast.
“Natuurlijk blijven we wereldwijd dezelfde hoeveelheid gebruikte autobanden produceren, maar dankzij dit proces gaan er veel minder grondstoffen verloren. Nu worden de banden verbrand en wordt daarmee in feite alleen energie gewonnen. Het milieu is bij dit nieuwe proces dus ook een grote winnaar.”
Het promotieonderzoek Post-consumer tires back into new tires, de-vulcanization and re-utilization of passenger car tires van Sitisaiyidah Saiwari valt binnen het project Development of a continuous process for high-quality reclaim, based on whole passenger car tire material, dat uitgevoerd wordt door de Universiteit Twente en de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderzoek is volledig gefinancierd door RecyBEM, de uitvoeringsorganisatie van het Besluit Beheer Autobanden. De ontwikkelde technologie is geoctrooieerd.


Gelderland eerste provincie met dekkende Zonatlas

Sinds kort kunnen 2,1 miljoen Gelderlanders in één oogopslag zien hoe rendabel zonnepanelen op hun dak zijn. Vrijdagochtend lanceerde Annemieke Traag, gedeputeerde van de provincie Gelderland, de Gelderse zonatlas. De Gelderse zonatlas is een interactief webinstrument dat voor ieder dak in Gelderland berekent hoe geschikt het is voor zonnepanelen en wat de kosten en de opbrengsten zijn. Niet alleen huishoudens, ook scholen en bedrijven kunnen via deze webtool uitrekenen hoeveel energie zonnepanelen op hun dak opleveren.
Daken hebben potentie voor duurzame energieopwekking, de zonatlas brengt dit voor zonne-energie nauwkeurig in beeld. Daarbij wordt rekening gehouden met de hoogte van gebouwen, de oppervlakte en de hellingshoek van het dak. En ook de hoeveelheid zon en slagschaduw van bijvoorbeeld schoorstenen en bomen wordt in de berekening meegenomen. De rekenhulp geeft automatisch aan welk deel van het dak het meest geschikt is voor zonnepanelen.
Iedere gemeente krijgt een eigen exemplaar van de zonatlas. De atlas wordt bewust zo lokaal mogelijk ingedeeld, zodat elke Gelderse gemeente een koppeling kan maken met haar eigen energiebeleid. Gemeenten kunnen ook zien wat zonnepanelen kunnen bijdragen aan het aandeel hernieuwbare energie in hun gemeente.
Dat een zonatlas daadwerkelijk bijdraagt aan meer zonnepanelen in de regio, is in Duitsland gebleken. Daar gebruiken al meer dan honderd gemeenten de atlas en de installatie van zonnepanelen nam met vijftien tot twintig procent toe.
De Gelderse zonatlas is ontwikkeld door het Klimaatverbond en Tetraeder.solar in opdracht van het Gelderse programma Energietransitie.

donderdag 20 juni 2013

Ruim 21.000 exemplaren Bosatlas van de Energie gratis naar onderwijs

Deze week ontvangen alle scholen voor het voortgezet onderwijs in Nederland een bijzonder cadeau: een pakket met vijftien exemplaren van De Bosatlas van de energie. Aan het begin van het nieuwe schooljaar volgt een speciaal lessenpakket bij deze atlas. Dankzij steun van bedrijven en overheidsinstellingen komt hiermee een indrukwekkend pakket aan lesmateriaal beschikbaar over een onderwerp dat een belangrijke rol speelt binnen het aardrijkskundeonderwijs.
Nederland heeft een rijke energiegeschiedenis. Sinds de Gouden Eeuw danken we een flink deel van ons economisch succes aan royale voorraden turf, steenkool, aardolie en aardgas in eigen bodem. Dat succes duurt voort tot vandaag de dag: de energie-industrie produceert ieder jaar voor tientallen miljarden euro's en houdt tienduizenden mensen aan het werk. Ook voor de toekomst van ons land is energie belangrijk. Dankzij de ligging aan zee, de sterke positie van de zeehavens en de aanwezigheid van gas en een gasinfrastructuur heeft Nederland een uitstekende uitgangspositie als Europees energieknooppunt, onder meer voor aardgas, biomassa en windenergie. Op basis van historische bronnen, actuele gegevens en toekomstscenario's brengt deze atlas verleden heden en toekomst van energie in Nederland in beeld.
De atlas is november  verschenen. Er zijn reeds meer dan 20.000 exemplaren verkocht. Dankzij de steun van een negental bedrijven en overheidsinstellingen krijgen alle scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland de beschikking over een set van vijftien exemplaren, bestemd voor gebruik in de aardrijkskundeles.
Energie is een belangrijk thema in het aardrijkskundeonderwijs, en de atlas is daarmee een waardevolle informatiebron voor docenten en leerlingen. Hoogleraar onderwijsgeografie Joop van der Schee van de Vrije Universiteit Amsterdam, tevens vertegenwoordiger van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap voor het aardrijkskundeonderwijs, ontwikkelt met zijn medewerkers een lessenreeks die leerlingen in het voortgezet onderwijs wegwijs gaat maken in de atlas en in de wereld van de energie. Het lesmateriaal is direct na de zomervakantie beschikbaar.

Plaatsing eerste 200 nieuwe oplaadpunten door Nuon/Heijmans

Om aan de toenemende vraag naar elektrische oplaadpunten in de provincies Noord-Holland en Flevoland te voldoen heeft MRA Elektrisch een aanbesteding gedaan voor 200 openbare oplaadpunten. De combinatie Nuon/Heijmans is geselecteerd voor de plaatsing, beheer en exploitatie van de oplaadpalen en het leveren van groene stroom aan gebruikers voor een periode van drie jaar.  In juni worden de eerste palen geplaatst. Het is de opmaat voor 1.000 oplaadpunten voor de regio.
De groei van elektrische auto’s neemt in Nederland gestaag toe. Er rijden op dit moment 9.000 voertuigen rond en dit jaar komen er nog eens 8.000 nieuwe voertuigen bij. Veel gemeenten in de Amsterdamse metropoolregio hebben aanvragen van bewoners en bedrijven die voor het laden van hun elektrische auto op korte termijn een openbaar oplaadpunt nodig hebben. Het is voor individuele gemeenten meestal geen optie om zelf de oplaadpalen te realiseren. Uitzondering is de gemeente Amsterdam die al met een eigen aanbesteding in hun oplaadpunten voorziet.
Om op korte termijn aan de toenemende vraag naar oplaadpunten in de gemeenten in de metropoolregio Amsterdam te voldoen heeft MRA Elektrisch een aanbesteding gedaan voor 200 oplaadpunten. Nuon/Heijmans is geselecteerd omdat zij de financieel meest aantrekkelijke aanbieding hebben gedaan. De oplaadpalen worden mogelijk gemaakt door gezamenlijke financiering van het rijk,  de provincies Noord-Holland en Flevoland, de stadsregio Amsterdam en marktpartijen.
Dit is de eerste keer dat overheden en markt door middel van gezamenlijke financiering zorgen voor nieuwe laadpunten. Zo wordt het voor gemeenten eenvoudig en betaalbaar om palen te plaatsen en kan de groei van elektrische auto’s worden gefaciliteerd. Het model is ook toe te passen voor andere regio’s en daar is al veel belangstelling voor .
Aanvullend wordt in de loop van 2013 een Europese aanbesteding georganiseerd voor 800 oplaadpunten. Met in totaal 1.000 oplaadpunten kan de komende jaren worden voldaan aan de vraag naar palen in de provincies Noord-Holland en Flevoland.

Forse brandstofbesparing bij vrachtwagens mogelijk

Het dieselverbruik van vrachtauto’s neemt fors af als er eenvoudige brandstofbesparende maatregelen worden genomen. Door bijvoorbeeld banden met een lage rolweerstand te monteren en de chauffeur te helpen zuiniger te rijden kan een brandstofbesparing worden gerealiseerd tot wel 10%. Dit blijkt uit onderzoek van TNO dat in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is uitgevoerd en door staatssecretaris Mansveld in ontvangst genomen.
Mansveld: "Zuinige en schone trucks zijn de toekomst en leveren een bijdrage aan het realiseren van de klimaatdoelstelling van 60% minder CO2 uitstoot in 2050. Daarnaast zijn ze ook nog goed voor de portemonnee. Want één procent minder brandstofverbruik levert namelijk al een besparing van 500 euro per jaar per vrachtwagen op. Het is belangrijk dat de maatregelen die genomen kunnen worden daarom meer bekendheid krijgen’".
Tot nu toe ontbrak het de transportsector aan een overzicht van energiebesparende maatregelen en de invloed van deze maatregelen op de brandstofbesparing, terugverdientijd en het gebruiksgemak in de praktijk. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft TNO daarom gevraagd om samen met transportbedrijven en leveranciers van brandstofbesparende systemen maatregelen te verkennen die bijdragen aan een duurzame mobiliteit. Het onderzoek dat vandaag is gepresenteerd geeft een overzicht van deze maatregelen en kansen.
In het onderzoek, het demonstratieprogramma Truck van de Toekomst, is gekeken naar eenvoudige aanpassingen aan de trucks zoals het regelmatig controleren van de bandenspanning, de uitlijning van de wielen en assen, en het gebruik van banden met een lage rolweerstand. Ook is er gekeken naar de effecten van maatregelen die gericht zijn op het verlagen van de luchtweerstand zoals dichte zijschermen voor de trailer, afdekking van open containerbakken en aerodynamische spatlappen die ook het opspatten van water verminderen. Van alle maatregelen zijn de effecten op brandstofbesparing, praktische toepasbaarheid en terugverdientijd geëvalueerd. Eén van de grootste winsten in het demonstratieprogramma werd behaald met systemen om zuiniger te rijden, zoals een systeem dat de link legt tussen de rijstijl en het brandstofverbruik en dit terugkoppelt aan de chauffeur. De besparing kan hier oplopen tot 8% minder brandstofverbruik.

woensdag 19 juni 2013

Biogasproducent Kloosterman en Attero sluiten overeenkomst

Johan Kloosterman van Kloosterman Biogas in Nieuweroord en algemeen directeur Pierre Vincent van Attero hebben op 11 juni een overeenkomst gesloten. Beide partijen gaan samenwerken in het realiseren van een project waarbij Kloosterman biogas gaat leveren en Attero dit biogas gaat opwaarderen tot groen gas. Dit groen gas wordt vervolgens geïnjecteerd in het aardgasnet van netbeheerder Enexis.
Het project omvat diverse onderdelen. Allereerst de aanleg van een biogasverzamelleiding van 11,5 kilometer van Kloosterman Biogas in Nieuweroord naar de locatie Wijster van Attero. Ook wordt er een vergistingssilo bij Kloosterman Biogas bijgebouwd. Op de locatie Wijster gaat Attero een nieuwe gasopwerkingsinstallatie bouwen om het biogas op te waarderen naar groen gas. Ook legt het bedrijf een voorziening aan om het geproduceerd groen gas in het net van netbeheerder Enexis te pompen. Het gaat daarbij om 4 miljoen Nm3 groen gas per jaar.
Het project is mede mogelijk door een investeringssubsidie van de provincie Drenthe. De provincie Drenthe keert maximaal 4,8 miljoen euro uit als subsidie aan Attero voor de realisatie van dit project. Een deel van de subsidie is bedoeld voor de eerste fase van het project: de aanleg van de biogasleiding van Kloosterman Biogas en de aansluiting op het aardgasnet van Enexis. Deze biogasleiding biedt ook andere agrariërs en biogasproducenten de mogelijkheid om aan te sluiten op de leiding en de groen gas hub van Attero. De hub is een opwerkingsinstallatie waar biogas van verschillende producenten centraal wordt opgewerkt naar aardgaskwaliteit.
Het is de eerste biogasverzamelleiding die in Nederland wordt aangelegd en aangesloten wordt op een groen gas hub. In eerste instantie zal Kloosterman Biogas de enige leverancier zijn, maar het is zeker de bedoeling dat meerdere producenten ook zullen aansluiten. De aanleg van de biogasverzamelleiding start na de zomervakantie en zal in de eerste helft van 2014 afgerond zijn. De bouw van de aanvullende en noodzakelijke installaties gaat geruime tijd in beslag nemen. In de tweede helft van 2014 verwacht Attero het eerste opgewaardeerde biogas van Kloosterman als groen gas in het net te pompen.

Zeven revisiebedrijven krijgen certificaat Erkend Duurzaam op Rematec

BOVAG-directeur Koos Burgman heeft zeven BOVAG-revisiebedrijven het certificaat Erkend Duurzaam overhandigd. Dat deed hij op Rematec, de internationale revisiebeurs in de RAI.
Erkend Duurzaam, een initiatief van BOVAG Autodealers, wordt inmiddels omarmd door diverse deelbranches binnen BOVAG. Zo’n 750 van de 10.500 BOVAG-bedrijven mogen zich vandaag de dag Erkend Duurzaam noemen. Van autobedrijf tot wasbedrijf. De verwachting is dat dit jaar nog het aantal van 1.000 gecertificeerde bedrijven zal worden overschreden.
Ook de afdeling Revisiebedrijven heeft Erkend Duurzaam bij haar leden geïntroduceerd. Op het gebied van duurzaamheid is door revisiebedrijven al veel gedaan. Echter meestal onder andere noemers en vaak versnipperd. Het certificaat Erkend Duurzaam helpt revisiebedrijven hun activiteiten op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en duurzaamheid te kanaliseren en zichtbaar te maken voor klant en omgeving.
Koos Burgman: “Het doet me veel deugd dat de afdeling Revisiebedrijven het programma Erkend Duurzaam zo voortvarend heeft opgepakt. Het mag dan de kleinste BOVAG-afdeling zijn, het is beslist niet de minst fanatieke, getuige het feit dat we vandaag liefst zeven bedrijven kunnen feliciteren met hun certificaat Erkend Duurzaam. Dat heeft alles te maken met het ingebakken duurzame karakter van revisie. Revisie is hergebruik. Zo goed als nieuw. Of zelfs: beter dan nieuw. Zonder het energieverbruik en beslag op grondstoffen die horen bij productie van nieuw.”
De zeven gecertificeerde revisiebedrijven zijn:

Koninklijke Kemper & Van Twist Diesel BV
Autrans Transmissions Parts & Service BV
Carrec Technocenter BV
Diesel Buchli BV
Steins Motoren Revisie vof
Motorenfabriek De Sutter
Koning Technisch Bedrijf


De basis van de Duurzaam Ondernemenscan wordt gevormd door een online scan waarmee de ondernemer als het ware zijn organisatie en de duurzaamheidsinspanningen onder de loep neemt. De internetapplicatie is ‘intelligent’: het herkent de antwoorden die zijn ingevoerd en geeft op basis van de gegeven antwoorden relevante informatie over de zes gebieden van duurzaamheid. Daarmee is de scan tevens een vergaande, en vooral praktische bron van informatie rond duurzaamheid. Om eventueel ontbrekende kennis op het gebied van duurzaamheid bij te spijkeren, worden door het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IVDM) gerichte opleidingen verzorgd.
De scan bestaat uit 42 vragen, gegroepeerd rond de zes aandachtsgebieden van duurzaam ondernemen, te weten: bedrijfsvoering, communicatie, financiën, inkoop, verkoop en personeel. De ondernemer die een certificaat aanvraagt, wordt bezocht door adviseurs van IvDM om het verzamelde bewijsmateriaal te beoordelen. Op basis van de IvDM-rapportage wordt het certificaat verstrekt.
Jaarlijks
De integratie van duurzaamheid in de dagelijkse handelingen van alle medewerkers van het revisiebedrijf is een proces dat niet mag stoppen. Juist daarom is het verwerven van het certificaat geen eindstation en heeft het certificaat een geldigheidsduur van een jaar. Het certificaat van BOVAG Revisiebedrijven moet dus jaarlijks ververst worden.