Pagina's

vrijdag 31 mei 2013

Gemeente Eindhoven stimuleert elektrisch rijden

De gemeente Eindhoven gaat ook dit jaar subsidie beschikbaar stellen voor oplaadpunten voor elektrische auto’s op eigen terrein. Hiervoor is een bedrag van € 24.500,- beschikbaar en per aanvraag is maximaal € 500 beschikbaar als bijdrage. Er is dus geld voor 49 aanvragen in Eindhoven.
Elektrisch rijden is volop in ontwikkeling. Steeds meer particulieren en bedrijven gaan over tot de aanschaf van een elektrische auto. Om elektrisch rijden daadwerkelijk mogelijk te maken is het realiseren van laadinfrastructuur noodzakelijk. In Eindhoven zijn inmiddels meer dan 50 oplaadpunten in de openbare ruimte geplaatst. Hierbij gaat het enerzijds om strategische, drukkere locaties en anderzijds om verzoeklocaties bij particulieren en bedrijven die over een elektrische auto beschikken.
Uitgangspunt bij het realiseren van laadinfrastructuur is dat particulieren en bedrijven die beschikken over eigen terrein, bij voorkeur ook op eigen terrein kunnen opladen. Om dit te stimuleren is in 2012 subsidie beschikbaar gesteld om oplaadvoorzieningen voor elektrische voertuigen op eigen terrein te realiseren. Hier is in 2012 slechts mondjesmaat gebruik van gemaakt, maar gelet op de enorme toename van het aantal elektrische (en plug-in hybride) auto’s, is het de verwachting dat het aantal aanvragen in 2013 fors zal toenemen. Daarom is besloten de subsidie ook in 2013 voort te zetten. Er zijn al enkele subsidieaanvragen ingediend en ook is er al meerdere keren om nadere informatie gevraagd.
Als mensen niet over een eigen terrein beschikken, dan staat de gemeente Eindhoven onder bepaalde voorwaarden toe dat er oplaadpunten in de openbare ruimte worden geplaatst. In specifieke gevallen zoeken we mee naar maatwerkoplossingen om elektrisch rijden mogelijk te maken. Zo zijn we in overleg met de Provincie Brabant voor het plaatsen van 20 extra oplaadpunten in de openbare ruimte in Eindhoven.

Duizend MKB Energiescans in Overijssel uitgevoerd

In de periode november 2011 tot en met half mei 2013 zijn er bijna 1000 energiescans uitgevoerd bij MKB ondernemers in Overijssel. Dit geeft aan dat ondernemers geïnteresseerd zijn in het hebben van inzicht in hun energie gebruik en mogelijke maatregelen om dit gebruik te verlagen.
In de provincie Overijssel zijn deze scans uitgevoerd met het energiescan instrument van MKB-Nederland. Landelijk gezien zijn er al ruim 2.500 ondernemers die van dit instrument gebruik hebben gemaakt en 76% van de ondernemers geeft aan minimaal één maatregel uit te gaan voeren of uitgevoerd te hebben. De populairste maatregelen liggen op het gebied van verlichting, isolatie en verwarming. De economische impuls door dit project bedraagt naar verwachting circa € 7,2 miljoen met een gemiddelde besparing per bedrijf van ongeveer € 2.400,-- per jaar.Energie is een steeds belangrijker onderwerp binnen het bedrijfsleven vanwege het kostenaspect, maar ook vanwege de wens om de bedrijfsvoering te verduurzamen. Daarnaast hebben veel bedrijven de wettelijke plicht werk te maken van energiebesparing en maatregelen met een terugverdientijd tot 5 jaar uit te voeren. Voor de provincie Overijssel was er voldoende reden om extra in te zetten op het instrument van de energiescan. Ondernemers in het midden- en klein bedrijf krijgen hiermee op eenvoudige wijze inzicht in hun energiegebruik en de energiebesparende maatregelen die ze kunnen uitvoeren.
De energiescan wordt uitgevoerd door onafhankelijke energieadviseurs en MKB Nederland zorgt voor de administratieve afhandeling en de kwaliteitsborging van zowel de adviseurs als rapportages. De stap naar uitvoering werd vereenvoudigd door het beschikbaar stellen van financieringsinstrumenten zoals de geld-terug-actie en de MKB Energielening.
Ondernemers in Overijssel werden over deze mogelijkheden geïnformeerd vanuit MKB Nederland en de KvK. Daarnaast hebben gemeenten en de betrokken energie adviseurs projecten gestart om de regeling onder de aandacht van lokale ondernemers te brengen. De energiescan kon binnen dit project voor een bedrag van €200 aangevraagd worden, het resterende bedrag werd gesubsidieerd door de provincie Overijssel.
Na een trage opstart kwam er na een jaar een doorbraak. Per week werden steeds meer energiescans aangevraagd en de olievlek breidde zich uit tot het huidige aantal van 1.000 scans. Het project is hiermee een van de meest succesvolle energiescan projecten van Nederland. Vanwege dit succes is besloten de regeling voort te zetten tot eind 2013. De prijs voor de ondernemer gaat na 15 mei 2013 omhoog naar €250 maar als de energiebesparende maatregelen worden uitgevoerd, zijn deze kosten door de lagere energierekening snel terugverdiend. Voor het uitvoeren van de energiebesparende maatregelen blijven de huidige instrumenten van de geld-terug-actie en de MKB Energielening beschikbaar.

donderdag 30 mei 2013

Knauf Insulation 'Groen bedrijf van de maand'

De provincie Noord-Brabant heeft Knauf Insulation in Oosterhout uitgeroepen tot ‘Groen bedrijf van de maand’ mei. Gedeputeerde Johan van den Hout (ecologie) overhandigde de bijbehorende oorkonde aan directeur Marc Malherbe de Juvigny. 
De provincie Noord-Brabant draagt een warm hart toe aan economische initiatieven waarbij de zorg voor natuur en landschap en duurzaamheid hoog in het vaandel staat. Knauf Insultation onderscheidt zich in dat opzicht als een bedrijf waar duurzaamheid ‘in het DNA van de medewerkers zit’.
De vestiging in Oosterhout maakt deel uit van de internationale Knauf Groep, wereldspeler op het gebied van isolatiematerialen. Het familiebedrijf is in meer dan 50 landen actief, heeft meer dan 150 productielocaties en telt in wereldwijd meer dan 23.500 werknemers. In Oosterhout worden houtwolproducten en EPS geproduceerd. Ook de marketing voor de Benelux en de klantenafhandeling zijn er gehuisvest.
Marc Malherbe de Juvigny: Bij alles wat we hier in Oosterhout doen, stellen we ons voortdurend de vraag: kan het beter, kan het duurzamer? Dat geldt voor de koffiebekers die we gebruiken, de bedrijfsauto’s die we rijden, de energiezuinige led-verlichting in het bedrijf tot aan de waterbased verf die we gebruiken voor de houtwolplaten. Als iedereen op die manier meedenkt, zie je dat er heel veel kan, zonder dat het geld kost’.
Ook de ‘Green deal’ van Knauf met de gemeente Oosterhout heeft een rol gespeeld bij de uitverkiezing tot ‘Groen bedrijf van de maand’. Die deal houdt in dat Knauf Insulation de gemeente gratis haar kennis, kunde en relaties aanbiedt bij projecten die de gemeente aandraagt. Het eerste project wat samen met wethouder Peters is uitgekozen als Green Deal, is dat van de Stichting Milieu Educatie en Kinderboerderij, MEK. De daaruit voortvloeiende energiebesparing is aanzienlijk en leidt tot ongeveer 7.000 kg minder CO2 -uitstoot per jaar.

Duurzaamheidslening voor noordelijke woningbezitters

De provincies Groningen, Fryslân en Drenthe komen op 1 juni 2013 met een duurzaamheidslening. Particuliere woningeigenaren kunnen gebruik maken van de lening voor het nemen van energiebesparende maatregelen. De rente van de lening is maximaal 2,4 %. Dat is veel lager dan het rentetarief van banken. Aanvragen kunnen tot en met 31 december 2013 worden ingediend.
De aanvrager van een lening moet eigenaar én bewoner zijn van een woning in Noord-Nederland. Bijkomende voorwaarde is dat de woning vóór 1995 is gebouwd en opgeleverd. Het rentevoordeel bedraagt maximaal 3% korting op het actuele, commerciële rentetarief. De kosten voor de energiebesparende maatregelen moeten minimaal 2.500 euro bedragen. De lening is maximaal 15.000 euro. De rente staat vast gedurende de gehele looptijd van 10 tot 15 jaar. De eerste drie jaren zijn bovendien aflossingsvrij.
Kortom, het is het juiste moment om te investeren in energiebesparing. Zeker in combinatie met de tijdelijke BTW-verlaging van 6% en andere subsidies op bijvoorbeeld zonnepanelen.
Een uitgebreide omschrijving van de regeling, voorwaarden en het aanvraagformulier staan op www.snn.eu. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland verstrekt de leningen. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting is financiële partners voor de regeling. In totaal is 2,5 miljoen euro beschikbaar.
Veel woningbezitters stellen in deze onzekere tijden de verkoop van hun woning uit. In plaats daarvan investeren ze in waardebehoud. Bijvoorbeeld door het nemen van energiebesparende maatregelen. Uit onderzoek is gebleken dat particuliere woningeigenaren de afgelopen 3 jaar gemiddeld ruim € 4.000 investeerden.
De noordelijke provincies willen dit bedrag met de duurzaamheidslening verdubbelen. Uiteindelijk moet dit leiden tot lagere woonlasten, behoud van werkgelegenheid en innovatieve toepassingen in de bouw- en installatiesector.

woensdag 29 mei 2013

Amstelveen en Aalsmeer investeren in duurzame economie

Gemeente Amstelveen en Aalsmeer doen mee aan BiobasedConnections. Dit is een unieke samenwerking van elf bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden om grondstoffen uit de levende natuur om te zetten tot duurzame producten. En zo een ‘biobasedeconomy’ in de regio te realiseren.
Met het project BiobasedConnections zetten de partners - Havenbedrijf Amsterdam, Schiphol Group, SADC, Afval Energie Bedrijf, Jagran, Hogeschool van Amsterdam, Universiteit van Amsterdam en de gemeentes Haarlemmermeer, Amsterdam, Amstelveen en Aalsmeer een belangrijke stap richting een duurzame biobasedeconomy. Het project richt zich op het versnellen van innovatie door partijen met elkaar te verbinden en onderlinge kruisbestuiving te bevorderen. Het project brengt het biobased netwerk in de metropoolregio in kaart. Ook stelt het project een ketenregisseur aan die zich richt op het verbinden van partijen met het doel tot gezamenlijke meerwaarde en spin-off van de projecten te komen.
Elke partner van BiobasedConnections voert een eigen project uit. Gemeente Amstelveen en Aalsmeer onderzoeken binnen het project twee businesscases: een biomassacentrale en een warmtenet in de regio Aalsmeer / Amstelveen. Een warmtenet gevoed met restwarmte van de biomassacentrale kan de tuinbouwsector helpen aan duurzame en betaalbare warmte. Dit helpt om energiekosten op lange termijn te beperken en stabiliseren. Ook produceert een biomassacentrale CO2 die door de tuinbouwsector gebruikt kan worden voor de teelt van de gewassen.
Een warmtenet gevoed door een biomassacentrale helpt ook bij het verduurzamen van woningen en bedrijven. Dit sluit aan bij de ambitie van de Amstelland Meerlanden regio om in 2040 energie neutraal te zijn. Dit betekent dat de hoeveelheid energie die dan in de regio gebruikt wordt, ook duurzaam wordt opgewekt.

‘Duurzaam’ collegebezoek aan Noordwest

Onlangs hebben college en directieraad van de gemeente Apeldoorn een bezoek gebracht aan Apeldoorn Noordwest met als thema duurzaamheid. In de Toekomstagenda 2013-2016 vragen de bewoners van Noordwest aan de gemeente en de wooncorporaties om bij renovatie- en nieuwbouwprojecten actief duurzaamheid te bevorderen. Dit om de kwaliteit van de woningen en het stadsdeel te borgen en de stijging van de woonlasten voor haar inwoners te beperken. Tijdens het bezoek is getoond wat er op dit gebied inmiddels allemaal gebeurt. Soms getrokken door de gemeente en/of de wooncorporaties, soms door bewoners of marktpartijen. Als eerste werd de Schildersbuurt in Orden bezocht. Hier heeft wooncorporatie De Goede Woning, samen met een consortium van bedrijven een unieke energienotaloos concept voor 188 sociale huurwoningen ontwikkeld. Dit project heeft landelijke aandacht. Na een korte waarderende blik op de nieuwbouw rondom winkelcentrum Orden, werd doorgereisd naar de wijk Berg en Bos. Hier heeft de wijkvereniging het initiatief genomen tot het collectief laten nemen van warmtefoto’s die de energielekken van woningen in beeld brengen. Bijna 100 woningen hebben hieraan meegedaan. Aansluitend werd een bezoek aan Kerschoten gebracht om kennis te nemen van het project ‘Kerschoten Energieneutraal’. Een ambitieus project van een aantal grote nationale bedrijven en Apeldoornse partijen om een plan op te stellen om een heel gebied in de bestaande bouw energieneutraal te maken. Gekeken wordt zowel naar het terugdringen van het energiegebruik als het duurzaam opwekken. Ook dit project heeft landelijke aandacht. Er was waardering voor de veelheid aan initiatieven en projecten op dit terrein en interesse voor de nieuwe technieken en concepten die op deze manier in Apeldoorn ontwikkeld worden.

dinsdag 28 mei 2013

Achterban natuur- en milieuorganisaties wil Nederlandse Energierevolutie

De overheid moet de aanjager zijn van de omslag in Nederland naar schone energie, maar mensen zijn ook bereid om zelf een steentje bij te dragen. Dat vinden meer dan 47.000 Nederlanders die afgelopen maand hebben meegedaan aan een achterbanraadpleging onder de leden en donateurs van Greenpeace, Milieudefensie, Natuur & Milieu en de Natuur en Milieufederaties, uitgevoerd door Ruigrok | NetPanel. ‘Het belangrijkste signaal is dat het principe van de vervuiler betaalt voor 93 procent van de achterban nog steeds staat als een huis’, zegt Tjerk Wagenaar, directeur van Natuur & Milieu. ‘Dit principe geeft de juiste prikkels aan bedrijven en consumenten voor duurzame keuzes en onze achterban steunt een radicale omslag naar een schonere energievoorziening in Nederland.’
Als het Europese emissiehandelssysteem blijft falen, moet de Nederlandse overheid zelf maatregelen nemen om de CO2-uitstoot terug te dringen, zo is 80 procent van de respondenten het eens met de natuur- en milieuorganisaties. Van de achterban is 77 procent het eens met de stelling dat energiebesparing verplicht moet worden voor bedrijven die minder doen dan beloofd.
Ook vindt 92 procent van de respondenten dat het opwekken van zonne-energie belastingvrij moet zijn. 64 procent gelooft dat windenergie gemakkelijker geaccepteerd wordt als omwonenden kunnen delen in de winst en 79 procent steunt verhoging van de kolenbelasting. Over biomassa is de achterban kritisch: 74 procent wil alleen biomassa inzetten als de uitstoot van broeikasgassen daardoor veel minder wordt. 
Afgezien van overheidsingrijpen, zijn mensen zelf ook bereid een bijdrage te leveren: 78 procent steunt de gedachte dat bedrijven én burgers moeten meebetalen aan investeringen in schone energie. Tweederde steunt beprijzing van autoverkeer en 83 procent van de respondenten wil BTW op vliegtickets en accijns op kerosine. Slechts 7 procent van de achterban vindt schaliegaswinning een goede oplossing en ook slechts 6 procent steunt de bouw van een nieuwe kerncentrale.
Tot nu toe wordt het debat over onze energievoorziening vooral gedomineerd door de belangen van een beperkte groep multinationals en energiebedrijven’, zegt Hans Berkhuizen, directeur van Milieudefensie. ‘In totaal hebben meer dan 47.000 mensen de moeite genomen om deze enquête in te vullen. Dat is een niet gering aantal en zij horen een stem te krijgen. Die stem moet tot uitdrukking komen in het uiteindelijke energieakkoord waar we in de SER over onderhandelen. Het is de hoogste tijd dat Nederland de omslag naar schone energie maakt.’

                                                                                                                        

Aantal goede groene stroomproducten stijgt

Vorige week heeft de HIER Klimaatcampagne de update van de Groene Stroom-checker toegelicht. Alle groene stroomproducten in Nederland zijn opnieuw onder de loep genomen. Hieruit blijkt dat het aantal goede groene stroom producten is gestegen van 13 naar 17. "Een positieve ontwikkeling. Blijkbaar zien steeds meer energiebedrijven dat de consument behoefte heeft aan echte groene stroom", vindt HIER-directeur Bart de Voogd.
De update van de Groene Stroom-checker komt een week nadat de Nederlandse Energie Maatschappij leveranciers van groene stroom betitelde als jokkebrokken. HIER wil benadrukken dat niet alle groene stroom slecht is. Daarom start HIER een campagne om de consument te laten overstappen op échte groene stroom. In de Groene Stroom-checker staan alle stroomproducten die in Nederland als groene stroom verkocht worden. Alle producten die voor minimaal 80% uit Nederlandse groene stroom bestaan, krijgen het oordeel goed. Zie www.hier.nu
HIER heeft alle energiebedrijven gevraagd uiterlijk 1 mei 2013 informatie aan te leveren over de samenstelling en herkomst van hun stroom van het afgelopen jaar. Op basis hiervan is de Groene Stroom-checker geactualiseerd. Uit de nieuwste gegevens blijkt dat er inmiddels 17 echte groene stroomproducten zijn, tegenover 13 vorig jaar. Dit zijn producten als Windstroom van de Windunie en Eneco, CO2 OK stroom van Nuon, Windkracht 220 van Essent en Greenchoice 100% wind.
Helaas blijkt ook dat de grijze producten die als groene stroom worden verkocht, nog grijzer zijn geworden. Deze producten zijn dus voor een groter deel vergroend met Noorse certificaten, waarvoor geen kilowattuur groene stroom extra wordt geproduceerd. Het gaat dan onder andere om Oxxio Budgetstroom, Duurzame elektriciteit van EON, Ecostroom van Eneco, Groenstroom van Nuon en groene stroom van Electrabel.

maandag 27 mei 2013

Wereldwijd groen gas uit afval met Nederlandse techniek

De door Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) ontwikkelde MILENA-technologie om groen aardgas, elektriciteit of vloeibare brandstoffen te winnen uit afval en biomassa wordt de komende jaren wereldwijd toegepast. ECN heeft daarvoor een licentieovereenkomst gesloten met Royal Dahlman, dat de technologie in verschillende landen en projecten gaat inzetten.
Het innovatieve aspect van MILENA is dat het allerlei soorten afval en biomassa kan omzetten in gas. In Petten werkte de testinstallatie onder meer op hout, sloophout, rijstkaf en sojastelen. Het energierijke gas dat de installatie produceert is voor meerdere toepassingen bruikbaar. Voor het opwekken van elektriciteit via gasturbines of warmtekrachtkoppeling, voor het maken van biodiesel of andere vloeibare transportbrandstoffen of voor het omzetten in bio-aardgas voor het gasnet. Op die manier levert MILENA een bijdrage aan het oplossen van zowel het afval- als het energieprobleem.
ECN heeft MILENA samen met haar partners ontwikkeld en getest. Om het gas dat uit de MILENA installatie komt onder meer van teer te zuiveren is de OLGA-technologie ontwikkeld. Royal Dahlman past beide duurzame technologieën toe. Momenteel wordt een proeffabriek voor de vergassing van afvalhout ontworpen, gedacht wordt aan een locatie bij HVC in Alkmaar. In India wordt een testinstallatie gebouwd om elektriciteit te winnen uit landbouwafval. In april koos het Engelse Energie Techniek Instituut (ETI) Royal Dahlman uit om met toepassing van MILENA en OLGA de meest efficiënte elektriciteitscentrale voor de vergassing van afval te ontwerpen.
'MILENA is de ontbrekende schakel om van biomassa bruikbaar gas te maken. De techniek van vergassing is al heel oud, maar het probleem was steeds dat het rendement zo laag was. Dat hebben we met MILENA opgelost,” zegt Ruud van den Brink van ECN. ,,In vergelijking met concurrerende technologieën kunnen we veel meer soorten afval en biomassa vergassen. Met het gas dat eruit komt kunnen we bijvoorbeeld bio-aardgas, maar ook biodiesel maken.'
Royal Dahlman heeft veel klanten die het gas via warmtekrachtcentrales willen omzetten in elektriciteit. In de toekomst wil het bedrijf er ook transportbrandstoffen of chemische producten van maken. ,,Elektriciteit kan ook opgewekt worden door windmolens of zonnepanelen, maar voor benzine en diesel is dit anders. Voor de verduurzaming van deze producten zijn duurzame koolstofbronnen als biomassa noodzakelijk. Voor de MILENA en OLGA technologie geldt dat Royal Dahlman deze zowel voor de elektriciteits- als de brandstofmarkt gaat toepassen,” aldus Jan-Willem Könemann van Royal Dahlman.
De licentieovereenkomst werd vrijdag 24 mei ondertekend door Frank Egas, directeur en eigenaar van Royal Dahlman, en Paul Korting, CEO van ECN.

Advies advocaat-generaal: geen schadevergoeding elektriciteitsbedrijven

Een vijftal elektriciteitsproductiebedrijven (GDF Suez Energie Nederland N.V., Nuon Power Generation B.V., Ee.On Benelux N.V., RWE Supply & Trading Netherlands B.V. en Delta Energy B.V.) kan geen aanspraak maken op schadevergoeding in een procedure tegen de Staat. Dat adviseert advocaat-generaal L.A.D. Keus vandaag de Hoge Raad. De elektriciteitsproductiebedrijven menen recht te hebben op schadevergoeding vanwege het vervallen van de regeling op grond waarvan zij voorrang hadden bij de toekenning van importcapaciteit. Het hof in Den Haag oordeelde in 2011 dat de bedrijven geen recht hadden op schadevergoeding. Tegen die beslissing stelden zij cassatieberoep in.
In het verleden heeft SEP, het toenmalige samenwerkingsverband van de elektriciteitsproductiebedrijven, langjarige contracten gesloten met buitenlandse elektriciteitsproducenten om de elektriciteitsvoorziening in Nederland zeker te stellen. De elektriciteitsmarkt is inmiddels op grond van een richtlijn van de Europese Unie (toen nog: de Europese Gemeenschap) geliberaliseerd. Daardoor zijn de bedoelde contracten voor de elektriciteitsproducenten prijstechnisch minder gunstig geworden. Bovendien moeten de elektriciteitsproducenten onder het nieuwe regime de (schaarse) invoercapaciteit voor elektriciteit met andere importeurs delen. Bij de uitvoering van de Elektriciteitsrichtlijn in Nederland is dat onder ogen gezien. De wetgever heeft toen echter geen aanleiding gezien voor een financiële tegemoetkoming van de elektriciteitsproductiebedrijven in verband met de lopende importcontracten. Wel heeft de wetgever toen geregeld dat de elektriciteitsproducenten over voldoende importcapaciteit zouden kunnen beschikken om de lopende contracten ‘uit te dienen’. Deze zogenoemde voorrangsregeling is door het Hof Van Justitie in Luxemburg echter in strijd geoordeeld met de Elektriciteitsrichtlijn, waardoor zij niet meer kon worden uitgevoerd en uiteindelijk is ingetrokken. De elektriciteitsproducenten vorderen op grond daarvan alsnog schadevergoeding.  
De advocaat-generaal heeft de Hoge Raad geadviseerd het arrest van het hof ’s-Gravenhage (LJN BU9031) in stand te laten. Uit de geschiedenis van totstandkoming van de betrokken wetten (de Elektriciteitswet 1998, de Overgangswet elektriciteitsproductiesector) blijkt dat de wetgever bewust ervoor heeft gekozen de elektriciteitsproducenten niet te compenseren voor de lopende contracten. Ook de zogenoemde voorrangsregeling was niet als een zodanige compensatie bedoeld. Bovendien was in de betrokken wetten bepaald dat de voorrangsregeling kon worden beperkt als zij op Europeesrechtelijke bezwaren zou stuiten. In verband met die beperking voorzag de wet niet in (vervangende) schadevergoeding. De vordering van de elektriciteitsproductiebedrijven kan daarom niet slagen. Weliswaar waren er tussen de Staat en de elektriciteitsproductiebedrijven bepaalde afspraken gemaakt, maar ook die afspraken waren van het nodige voorbehoud (onder meer van goedkeuring van het parlement en van de Europese Commissie) voorzien en de Staat heeft daarbij de totstandkoming van een geldige voorrangsregeling niet gegarandeerd.

Eendagsadvies helpt elektrische Eend op weg

Hoe verander je een trage en lawaaiige Lelijke Eend in een soepel rijdende elektrische auto? En hoe zorg je dat die de strenge keuringen door de RDW doorstaat en de weg op mag? Ondernemer Leen de Bodt van ZEV Parts uit Gouda is een handige monteur, maar over de onlangs aangescherpte keuringseisen voelde hij zich niet echt zeker. Een Eendagsadvies van een TNO-specialist loodste hem en zijn Eenden door de keuring.
De Bodt heeft iets met Lelijke Eenden. De Citroën Deux Cheveaux, zoals de oldtimer uit het midden van de vorige eeuw officieel heet, is in zijn ogen 'een heel leuk autootje'. Maar wel een autootje vol verouderde techniek: "Er zit een benzinemotor in die veel herrie maakt. Een gesprek op de snelweg is nauwelijks mogelijk." De Bodt, die zijn loopbaan begon als ontwikkelaar bij Hollandse Signaal, besloot om Lelijke Eenden uit te rusten met een batterijpakket, een controller en een elektromotor: "Elektrisch rijden in een Eend is ideaal. Ik durf te zeggen dat zo het één van de leukste auto’s ter wereld is."
Maar voor een omgebouwde Eend de weg op mag, moet die een keuring bij de RDW doorstaan. Een stevige keuring, die onlangs ook nog werd aangescherpt: "Ik wist niet zeker of de twee Eenden die ik had aangepast aan de eisen voldeden. Er zijn veel en ingewikkelde regels en de interpretatie is niet altijd duidelijk. "Via een kennis uit de wereld van liefhebbers van Citroëns die bij Syntens werkt, hoorde De Bodt over de mogelijkheid om bij TNO een Eendagsadvies aan te vragen: "Dat heb ik gedaan en zo kwam ik in contact met Sam van Goethem van TNO. Er zijn in Nederland niet veel mensen die iets afweten van elektrisch rijden, maar hij weet er alles van. Hij werkte ook mee aan het onderzoek dat vooraf ging aan het vaststellen van de regelgeving. Dat is natuurlijk handig bij het voorbereiden van een keuring."
Van Goethem onderzocht de Eenden en gaf vervolgens adviezen. De Bodt: "Het viel uiteindelijk heel erg mee. Ik moest alleen de aanraakveiligheid van een stekker aanpassen. Dat gaf vertrouwen voor de keuring en die verliep inderdaad probleemloos. Tijdens het Eendagsadvies zijn de puntjes op de i gezet voor de ombouwkeuring. Ik kan nu van een trage en niet al te soepel rijdende oldtimer een lekker rijdende en schone auto kan maken, die ook nog bijzonder efficiënt rijdt."
De Eenden gaan nu in de verkoop en De Bodt rekent op een commercieel succes: "Ik heb eigen geld in het project gestoken en dat moet ik eerst terugverdienen. Daarna, volgend jaar of het jaar daarop, kan het winstgevend worden. Ondertussen beleef ik al een hoop plezier omdat in een elektrische Eend kan rijden. Een uitstekend idee, zo’n Eendagsadvies van TNO."

Installatiebranche vreest banenverlies door importheffing zonnepanelen

UNETO-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche, vreest dat duizenden arbeidsplaatsen verloren gaan als de Europese Unie besluit tot een importheffing op Chinese zonnepanelen. De installateursvereniging roept daarom de Nederlandse overheid op alles in het werk te stellen om het instellen van een importheffing te voorkomen. Lidstaten hebben tot eind deze week de tijd om hun positie kenbaar te maken richting Brussel.
Volgens voorzitter Titia Siertsema van UNETO-VNI komt een importheffing op Chinese zonnepanelen op een zeer ongelukkig moment. 'Zonnepanelen leveren installateurs de laatste tijd veel extra werk op in een markt die hard wordt getroffen door de crisis in de bouw.' UNETO-VNI verwacht echter dat aan de marktgroei een einde komt als de Europese Unie een importheffing instelt. Een heffing leidt tot hogere prijzen waardoor de aanschaf van zonnepanelen minder aantrekkelijk wordt. In de installatiebranche zal het duizenden banen gaan kosten. Siertsema: 'Het is daarom een onverstandig idee. De dreiging van een importheffing leidt nu al tot een opwaartse prijsdruk en het uitblijven van opdrachten. Snelle actie kan erger voorkomen.'
Siertsema wijst erop dat de vooruitzichten voor de afzet van zonnepanelen zonder importheffing zeer gunstig zijn. Uit consumentenonderzoek van USP Marketing Consultancy in opdracht van UNETO-VNI blijkt namelijk dat ruim de helft van de woningbezitters momenteel belangstelling heeft voor zonnepanelen als middel om de energierekening omlaag te brengen. Bovendien verwacht ruim een vijfde van hen dat plaatsing van zonnepanelen een waardestijging van de woning zal opleveren.
Woningbezitters die twijfelen aan de aanschaf van zonnepanelen wijzen daarbij op de lange terugverdientijd en de te hoge aanschafprijs. Siertsema: 'Dankzij de beschikbaarheid van Chinese zonnepanelen daalt de prijs echter al jaren en is de terugverdientijd teruggebracht tot 6 à 7 jaar. Een importheffing werpt ons weer jaren terug in de tijd. De terugverdientijd gaat hierdoor omhoog, terwijl we net op het punt staan om grid parity te bereiken, het punt waarop stroom uit zonnepanelen dezelfde prijs heeft als stroom uit het stopcontact.'
Volgens de voorzitter van UNETO-VNI kost een importheffing niet alleen banen in de installatiebranche en bij toeleveranciers, maar brengt deze ook het bereiken van de overheidsdoelstellingen voor duurzame energie in gevaar. Siertsema roept de Nederlandse overheid daarom op alles in het werk te stellen om ook andere lidstaten te overtuigen van de noodzaak om krachtig stelling te nemen tegen een importheffing op zonnepanelen.
Uit een onderzoek van economisch instituut Prognos bleek eerder al dat een importheffing van 60% in de hele Europese Unie in drie jaar tijd 242.000 banen in de duurzame energiesector zou kosten.

zaterdag 25 mei 2013

Nieuwe expositie in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis: 'Terug in de Elektriciteit'

Vanaf 17 mei t/m 28 augustus 2013 is in de Mariënburgkapel een tentoonstelling te zien die een inkijkje geeft in het Nijmeegse industriële verleden. De tentoonstelling is gratis toegankelijk tijdens de openingstijden van het Huis (dinsdag-zaterdag 11.00-17.00 uur en op koopzondagen vanaf 12.00-17.00 uur). Beleef de geschiedenis van de Nijmeegse Industrie. Een geschiedenis die pas goed op gang kwam met de opkomst van de elektriciteit.
In Terug in de elektriciteit worden typisch Nijmeegse bedrijven uit het rijke industriële verleden van de Waalstad in beeld gebracht. Want Nijmegen was vroeger een echte industriestad. Een flinke impuls kreeg de industrie door de komst van de elektriciteit, zo rond 1900. Drie belangrijke nog bestaande elektrotechnische Nijmeegse industrieën participeren in deze tentoonstelling: NXP (voorheen Philips), Alewijnse en Smit Transformatoren. Hun geschiedenis wordt getoond met beelden en verhalen uit het verleden, en ook komen in de expositie het heden en de toekomst van die drie bedrijven aan de orde. Naast foto’s, films en interviews zijn er objecten zoals een lichtmachine geproduceerd door Smit uit het begin van de vorige eeuw en een moderne hybride aandrijving van Alewijnse.

vrijdag 24 mei 2013

Europese Raad over belastingfraude en energiemarkt

Op de Europese Raad sprak minister-president Rutte onder meer over de Europese interne energiemarkt en de aanpak van belastingontwijking. Na afloop stelde hij: 'Een stevige internationale aanpak van belastingfraude en belastingontwijking is in het belang van ieder land, iedere burger en iedere ondernemer die netjes zijn belasting betaalt.'
In zijn persconferentie na afloop van de Europese Raad stelde de minister-president dat de Raad het er over eens is dat er maatregelen moeten worden genomen om btw-fraude aan te pakken. Daarnaast zijn er belangrijke stappen gezet om te komen tot het automatisch uitwisselen van gegevens die relevant zijn voor het heffen van belasting. Rutte: 'Dit is bij uitstek een grensoverschrijdend onderwerp, dat aandacht vraagt op Europees en mondiaal niveau. De EU zal zich ook in breder internationaal verband inzetten voor de strijd tegen belastingfraude en belastingontwijking: de OESO, de G8 en de G20.'
Daarnaast heeft de Raad gesproken over de Europese interne energiemarkt. 'Het gaat dan om zekerheid dat de energie te allen tijde geleverd wordt, maar ook om veiligheid, duurzaamheid en een redelijke prijs. Het gaat dus ook om concurrentievermogen', aldus de minister-president, 'Het gaat onder meer om het snel doorvoeren van gemaakte afspraken, om het faciliteren van investeringen in de energiesectoren en het versterken van de positie van consumenten.' Nederland hecht ook aan de interne energiemarkt omdat deze zorgt voor extra economische groei.


Staat wil aandelen URENCO verkopen

De Nederlandse regering wil haar belang in URENCO (actief in het verrijken van uranium tot brandstof voor kerncentrales) verkopen. Met dit voornemen heeft de Ministerraad ingestemd. Een verkoop van de Nederlandse aandelen in URENCO kan alleen plaatsvinden wanneer de publieke belangen inzake non-proliferatie, nucleaire veiligheid en leveringszekerheid effectief geborgd zijn.
Op dit moment is Nederland daarover in gesprek met verdragspartners Duitsland en de Britse overheid en met de overige aandeelhouders. Nederland, het Verenigd Koninkrijk en RWE /E.ON houden ieder eenderde van de aandelen in URENCO.
Het voornemen van de regering vloeit voort uit verwachte veranderingen in het aandeelhouderschap in de vennootschap. De Duitse aandeelhouders van URENCO hebben besloten om verkoop te onderzoeken. Ook de Britse regering heeft onlangs in het openbaar laten weten dat zij haar aandelen in URENCO wil vervreemden.
Op dit moment houden Nederland en het Verenigd Koninkrijk als publieke aandeelhouders gezamenlijk de meerderheid van de aandelen. Zo kunnen zij voldoende zeggenschap uitoefenen in de vennootschap voor een effectieve borging van de publieke belangen. Een eventuele verkoop door de twee mede-aandeelhouders aan hoogstwaarschijnlijk private partijen zou ertoe leiden dat er geen meerderheid van publieke aandeelhouders meer is. Het kabinet vindt zo’n positie onwenselijk.
Uitgangspunt voor de verkoop is dat de betrokken publieke belangen geborgd kunnen worden op een andere wijze dan via het aandeelhouderschap. Als dit mogelijk is geeft het de regering de ruimte over te gaan tot een verkoop van de aandelen in URENCO. Samen met de andere aandeelhouders wordt daarom gestart met de voorbereidingen voor de verkoop. De regering verwacht positieve belangstelling bij de verkoop.

Weer twee elektrische laadpalen op Media Park

Op het Media Park in Hilversum zijn onlangs laadpalen geplaatst. De laadpalen zijn belangrijk voor het Media Park, onder andere omdat Hilversum zó centraal in Nederland ligt en je met de actieradius van de huidige elektrische auto praktisch vanuit ieder punt in Nederland goed het Media Park kunt bereiken.
Deze voorziening voor elektrische auto’s is gerealiseerd in samenwerking met twee organisaties die zich specifiek bezig houden met duurzaamheid en/of speciaal gericht op mobiliteit. The New Motion is van het laatste een goed voorbeeld. The New Motion wil voor iedereen in Nederland en België grenzeloze mobiliteit, in haar schoonste vorm.” The New Motion juicht mobiliteit op basis van hernieuwbare energie toe. Ook bouwt The New Motion aan het love to load netwerk, een netwerk van laders, dat toegankelijk is met een enkele pas. The New Motion voorziet iedereen die elektrisch wil rijden van laadoplossingen zodat er overal veilig en gemakkelijk geladen kan worden”, aldus Francesca Kirby-Petruccio van The New Motion
Naast Media Park Beheer, Gemeente Hilversum en The New Motion heeft Nudge meegewerkt aan de realisatie van deze in totaal acht laadpalen op het Media Park. Nudge  is een organisatie die een duurzame samenleving sneller dichterbij wil brengen op een economisch verantwoorde manier. Nudge is ervan overtuigd dat verduurzaming de optelsom is van vele stappen, klein en groot. Grote verandering is mogelijk als alle partijen (o.a. consumenten, bedrijfsleven, onderwijs) individueel én gezamenlijk streven naar een nieuwe balans tussen economische, ecologische, en sociale belangen.

donderdag 23 mei 2013

Opening Overijsselse Energiebus

Donderdag 16 mei nam wethouder Dannenberg van de gemeente Zwoll de Overijsselse Energiebus officieel in gebruik. De ingebruikname van de bus is tevens de officiële start van de Verbeter & Bespaar wijkaanpak. Zo vinden woningeigenaren op de website van Verbeter & Bespaar - Zwolle welke energiebesparende maatregelen per type woning uit de wijk het meest effectief zijn. De wijkaanpak loopt tot en met 2015 en zal in die tijd ook de andere Zwolse wijken aandoen.

Gemeente investeert duurzaam in eigen gebouwen

De komende jaren investeert de gemeente Nijmegen jaarlijks twee miljoen euro in de eigen gebouwen om deze duurzamer te maken. Als eerste is het stadhuis aan de beurt gevolgd door tien gebouwen in de wijken met een slecht energielabel. Het geld dat bespaard wordt met betere isolatie, HR++-glas, zonnepanelen en andere maatregelen gebruikt de gemeente om meer gebouwen in een betere staat te krijgen en duurzamer te maken.
Het gemeentelijk vastgoed bestaat uit meer dan 600 panden, waarvan meer dan 70 panden behoren tot het maatschappelijk vastgoed, zoals scholen, sportaccommodaties, wijkcentra en dienstgebouwen. De gemeente Nijmegen verbruikt jaarlijks ca. 27 miljoen kWh aan elektriciteit en ca. 2 miljoen m3 gas, waarvan ongeveer tweederde van het elektriciteitsverbruik en nagenoeg al het gasverbruik voor rekening komt van het gemeentelijk vastgoed.
Een groot deel van de gemeentelijke gebouwen heeft een laag energielabel. Dat betekent dat er nog een flinke winst valt te behalen op de energierekening. Er moet wel stevig geïnvesteerd worden om de stroom- en verwarmingskosten omlaag te krijgen. Deze slag gaat de gemeente nu maken en hiervoor is een masterplan opgesteld. De energiekosten die bespaard worden komen in een pot: de Reserve Duurzaamheid. Hieruit worden nieuwe duurzaamheidsmaatregelen gefinancierd. Dit moet leiden tot een vliegwieleffect: Veel investeringen verdienen zo zichzelf terug.
Verder investeert de gemeente in haar gebouwen in slimmere verlichting, zonnepanelen, installaties en diverse bouwkundige verbeteringen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de GPR-methode, zoals in april vastgelegd in het Groene akkoord. In GPR worden bouw en renovatie beoordeeld op de thema’s energie, milieu, gebruikskwaliteit, gezondheid en toekomstwaarde.
In 2045 wil Nijmegen energieneutraal zijn. Dat betekent dat er in de stad evenveel energie duurzaam wordt opgewekt, als er gebruikt wordt. Met het ‘verduurzamen’ van het eigen vastgoed wil de gemeente voldoen aan Europese regelgeving en het goede voorbeeld geven.

Inzicht in kansen die energiebesparing biedt

De provincie Overijssel brengt op 3 juni van 15.00 tot 20.00 uur met alle gemeenten de kansen voor energiebesparing in de bestaande woningvoorraad in beeld. Deze bijeenkomst ‘Slim Energie Thuis: aan de slag! Scoor meer omzet met duurzaam renoveren!' wordt georganiseerd voor ondernemers in de bouwsector. Experts van Syntens Innovatiecentrum, Bouwend Nederland en Uneto-VNI geven ondernemers richting en concrete hulpmiddelen om tot bruikbare afspraken te komen.
Al is de markt voor nieuwbouw sterk teruggelopen, de bestaande bouw biedt nog genoeg kansen. Mensen verhuizen minder snel en zullen vaker hun woning aanpassen. Veel 55plussers investeren op dit moment in duurzame renovatie. Ook woonlasten spelen een rol. Onderzoek wijst uit dat een vijfde van de woningeigenaren over vijf jaar moeite heeft met het betalen van de vaste lasten. Ondernemers die deelnemen aan deze bijeenkomst op 3 juni krijgen snel inzicht in de kansen die energiebesparing in de bestaande woningsector biedt, lokaal en regionaal.
Marketinggoeroe Niels Götz presenteert de deelnemers hoe woningeigenaren denken en doen. Daarnaast geven alle 25 Overijsselse gemeenten inzicht in hun beleid en de mogelijkheden. Ook wordt er tijdens deze bijeenkomst meer informatie gegeven over het Overijsselse project ‘Slim Energie Thuis’ en kan worden geluisterd naar praktijkverhalen die inspireren. Er is volop ruimte om zaken met elkaar te bespreken.

woensdag 22 mei 2013

'Ernstige fout in het Energielabel'

Net zoals bij een koelkast zou ook het energielabel voor woningen een maat moeten zijn voor het werkelijk energieverbruik. Helaas is dit bij woningen niet het geval. In een brief aan minister Blok vraagt de SBVN (Stichting Belangenbehartiging Vloerisolatie Nederland) aandacht voor een ernstige fout in het energielabel. Het energielabel klopt inhoudelijk niet voor wat betreft de effecten van vloerisolatie. Daardoor zal vloerisolatie vaak achterwege blijven in de isolatieplannen waardoor ook de gezondheid van het binnenmilieu verslechtert. 
Het gehanteerde rekenmodel is verkeerd: Een ongeïsoleerde vloer zou in het stookseizoen gemiddeld 18,5C zijn. In werkelijkheid is de vloer veel kouder, kouder zelfs dan gemiddeld 15C zoals o.a. blijkt uit gezamenlijk praktijkonderzoek van TNO en TU-Delft. Door deze fout maakt het nauwelijks uit of je een vloer niet, matig, of zeer goed isoleert. In alle gevallen zou je geen of weinig energie besparen.
Naarmate een vloer beter is geïsoleerd, neemt echter de vloertemperatuur toe en daarmee ook de energiebesparing. Bij zeer goede vloerisolatie (Rc>3,5 m²K/W) worden in de praktijk gemiddelde besparingen gevonden die vier tot tien keer hoger zijn dan berekend volgens de huidige normen. Gelet op de Nederlandse doelstellingen mag een dergelijk besparingspotentieel niet onbenut blijven.
De SBVN heeft een afschrift van de brief aan de minister gestuurd aan de voorzitter van de Vaste Kamercommissie Wonen en Rijksdienst. Deze commissie vergadert aanstaande donderdag met de  minister over energiebesparing. Dan komt ook de herziening van het energielabel aan de orde.  Dit is een mooi moment om ook het label eerlijker te maken.

Utrecht gaat ondergronds afval inzamelen op zonne-energie

De komende zeven jaar wordt in alle wijken in Utrecht zoveel mogelijk overgestapt van huis aan huis inzameling naar ondergrondse inzamelen van huishoudelijk afval. Vandaag, woensdag 15 mei, leegde wethouder de Rijk de 2500e ondergrondse container in de Utrechtse Geuzenwijk. Deze werkt bovendien op zonne-energie.
De gemeente streeft ernaar om in een periode van zeven jaar de huisvuilzakken uit het straatbeeld van Utrecht te laten verdwijnen. Een aantal Utrechtse wijken is al voorzien van zogenoemde ondergrondse containers voor huisafval. Bewoners kunnen voortaan op één centrale plek in de buurt van hun woning terecht met hun huisvuil. Deze vorm van inzameling zorgt voor minder zwerfafval en bovendien kunnen bewoners alle dagen van de week hun afval kwijt.
Naast de wijken die nu al gebruik maken van ondergrondse containers, kunnen straks nog eens 60.000 Utrechtse huishoudens profiteren van een ondergrondse container. Bij de plaatsing van ondergrondse containers in een bepaald gebied worden ook meteen de ondergrondse voorzieningen van de andere afvalstromen verbeterd, bijvoorbeeld die van kunstof en papier. Bewoners van de diverse wijken worden tijdens dit proces zoveel mogelijk gehoord en geïnformeerd over de specifieke locaties van de containers.
Op dit moment voert de gemeente Utrecht testen uit met ondergrondse perscontainers die werken op zonne-energie. Een zogenoemde zonnemodule kan gemakkelijk op bestaande containers geplaatst worden en net zo gemakkelijk weer worden verwijderd. Er hoeft dus geen nieuwe container geplaatst te worden. Het afval wordt met behulp van de zonnemodule samengeperst waardoor één ondergrondse perscontainer op zonne-energie drie gewone ondergrondse containers vervangt.

Utrecht ontwikkelt financieringsinstrument voor 'energieke' ondernemers

De gemeente Utrecht wil met de Stichting Energietransitie Utrecht ondernemers in de stad stimuleren tot energiebesparing en duurzame energieopwekking. Het college stelt daarvoor 5,3 miljoen euro beschikbaar. Daarnaast legt het EFRO, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, naar verwachting 1,25 miljoen euro in.
Zeker in tijden van crisis loont het voor bedrijven om energie te besparen. Hiervoor zijn aanvangsinvesteringen nodig. Het valt voor ondernemers niet mee om hiervoor krediet te krijgen bij een bank. De gemeente Utrecht gaat deze ondernemers helpen door via de Stichting Energietransitie Utrecht leningen aan hen te verstrekken. De gemeentelijke middelen worden betaald via het uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie!
De verwachting is dat dankzij deze leningen ondernemers en instellingen circa 16 tot 20 miljoen euro gaan investeren. Na de zomer van 2013 kunnen bedrijven een lening aanvragen. Nu al zijn georganiseerde ondernemers op verschillende kantoor- en bedrijvenlocaties in de stad bezig met plannen voor energiebesparing en -opwekking.
Utrecht is één van de koplopers binnen Nederland op het gebied van slimme financieringsinstrumenten voor bedrijven. Door bedrijven te ondersteunen met leningen in plaats van directe subsidie kunnen meer bedrijven en projecten geholpen worden, wat een effectiever beleid oplevert.
Energiebesparing en duurzame opwekking verlagen de energierekening bij bedrijven en dragen bij aan hun concurrentiepositie en groene werkgelegenheid. De gemeente Utrecht is al langere tijd bezig om werkgevers in de stad te ondersteunen met het nemen van slimme energiemaatregelen via het programma Utrechtse Energie! zie www.utrecht.nl/energie. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor 40% van de CO² uitstoot van de stad.

dinsdag 21 mei 2013

ContourGlobal verwerft energiegeneratiebedrijf op het eiland Bonaire

ContourGlobal heeft de aandelen van het bedrijf dat de wind- en dieselcentrales op het Nederlandse Caraïbische eiland Bonaire in bezit heeft verworven. De centrales zijn de enige energie-installaties op het eiland Bonaire en omvatten duurzame en conventionele energieproductiebronnen voor de levering van betrouwbare energievoorziening aan de 16.500 inwoners van het eiland.
De energiecentrales van Bonaire, waarin windenergie, dieselgeneratie en accu-opslagtechnologie geïntegreerd zijn, voorzien in alle energiebehoeften van het distributiebedrijf van het eiland, Water en Energie Bedrijf Bonaire (WEB), onder een lange termijn leveringscontract. WEB is het staatsenergiebedrijf dat verantwoordelijk is voor de transmissie en distributie van water en elektriciteit op het eiland. De overname draagt bij aan de groeiende aanwezigheid van ContourGlobal in het Caraïbisch gebied, waar het bedrijf de eigenaar is van elektriciteitscentrales in St. Martin, Guadeloupe en Colombia, en is een uitbeiding van Contour's portfolio op het gebied van duurzame energie. Deze portfolio bestaat momenteel uit ongeveer 600 MW aan windenergie-, zonne-energie-, biogas- en biomassaproductie in Amerika, Europa en Afrika.
Burney El Hage, Gedeputeerde voor Economische Ontwikkeling & Bedrijfsvoering en Ondersteuning, zegt: "Het Openbaar Lichaam Bonaire verwelkomt ContourGlobal op het eiland, is verheugd dat ContourGlobal de energievoorziening op Bonaire heeft overgenomen en is er zeker van dat ContourGlobal ons een betrouwbare en betaalbare energieproductie gebaseerd op hernieuwbare energie zal bieden. We maken graag deel uit van het netwerk van ContourGlobal, omdat we geloven dat het bedrijf kan profiteren van Bonaire als een opstap naar de Caraïbische markt. Wij kijken uit naar een langdurige, wederzijds lonende relatie."
ContourGlobal is een in New York gevestigd internationaal energie-opwekkingsbedrijf met ongeveer 3000 MW aan operaties of in aanbouw in 17 landen en op vier continenten. ContourGlobal's 1650 medewerkers beheren, bezitten en exploiteren een portfolio van 33 centrales met behulp van een breed scala aan verschillende soorten brandstoffen en technologieën, waaronder productie van hernieuwbare energie op basis van wind, zon en biomassa. In het Caraïbisch gebied en Zuid-Amerika exploiteert ContourGlobal ongeveer 800 MW aan energie-opwekkingsoperaties, in Brazilië, Colombia, Peru, St. Martin, Guadaloupe en nu Bonaire.

Dijksma stimuleert duurzame tuinen, parken en plantsoenen

Meer inheemse planten en vaker duurzame materialen gebruiken. Dat is waar de staatssecretaris van Economische Zaken Sharon Dijksma zich hard voor maakt. Samen met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Wilma Mansveld, de branchevereniging voor professionals in het groen (VHG) en NL Greenlabel sloot ze de Green Deal ‘Levende Duurzame Buitenruimtes’.
Dijksma gaf zelf het goede voorbeeld door samen met TV-tuinman Lodewijk Hoekstra in Madurodam het dak van een nieuwbouwwoning te beplanten met sedum, een duurzame vetplant. Het beplanten van daken is een voorbeeld van hoe je kunt bijdragen aan het vergroenen van Nederland. En het is goed voor de biodiversiteit, waterafvoer en dient ook nog als isolatie.
Green Deals zijn afspraken van mensen, bedrijven en organisaties met de overheid die groene groei mogelijk maken. In de vandaag gesloten Green Deal ‘Levende Duurzame Buitenruimtes’ spannen de ondertekenaars zich in mensen die tuinieren, ontwikkelaars, architecten en overheden bewuster te maken van duurzame materialen en inheemse beplanting.
NL Greenlabel gaat professionals trainen en opleiden in het toepassen van duurzame materialen en producten en ze wegwijs maken in de toepassing van het creëren van duurzame groene ruimtes d.m.v. het nog te ontwikkelen Paspoort Levende Duurzame Buitenruimtes.
VHG zal haar leden stimuleren om duurzaamheid, waaronder biodiversiteit, actief uit te dragen. Als ambassadeurs kunnen deze professionals consumenten en overige terreinbeheerders overhalen over te stappen naar het inrichten van duurzame, levende buitenruimtes.
NL Greenlabel en VHG zullen een gezamenlijke bewustwordingscampagne voeren om het belang van de principes van de ’De Levende Tuin’ bekendheid te geven. Mogelijkheden daarbij zijn het organiseren van congressen, het organiseren en uitvoeren van een promotiecampagne gericht op de consument en het aansporen van gemeenten om parken en plantsoenen duurzamer in te richten
De Rijksoverheid informeert gemeenten over de principes van ‘De Levende Tuin’ en de meerwaarde daarvan voor de kwaliteit van de Nederlandse buitenruimtes.

Studenten raceteam biedt rit aan in waterstofracewagen

Het Forze studenten raceteam van de TU Delft is op dit moment bezig met de ontwikkeling van een racewagen die maar liefst 220 km/u gaat rijden zonder daarbij schadelijke uitlaatgassen uit te stoten. Om het publiek actief te betrekken en te binden met het project heeft het team een actie opgezet, in ruil voor een donatie is het o.a. mogelijk om in een waterstofracewagen te rijden! De nieuwe elektrische racewagen, die deze zomer klaar is, rijdt namelijk op waterstof. Dit is één van de weinige waterstofracewagens ter wereld. Met de racewagen wil het team de strijd aangaan met benzineauto's en aantonen dat duurzame technologie snel en stoer is.
Het team biedt nu de mogelijkheid aan het grote publiek om het project te ondersteunen en in ruil daarvoor betrokken te worden, dit gebeurt door middel van crowdfunding. Zo is het mogelijk een ritje in de Forze V te maken. De Forze V is een racewagen die vorig jaar door het team ontwikkeld is. Ook is het mogelijk een VIP-behandeling te krijgen tijdens één van de races en tot slot is het mogelijk een T-shirt te kopen of je eigen naam op de auto te plaatsen. 'We hopen op zoveel mogelijk donaties, met dit geld is het mogelijk nieuwe onderdelen voor de auto aan te schaffen. Daarnaast kunnen we op deze manier een breed publiek bereiken met onze boodschap: groene technologie heeft de toekomst, ook in de racerij.' aldus Michel Haak, team manager van Forze.
Met het ontwikkelen van een grotere auto laat het team zien dat de technologie nu al bruikbaar is in een competitieve racewagen. Een brandstofcel in de auto zet waterstof en zuurstof om in elektriciteit. Deze elektriciteit wordt gebruikt voor de aansturing van twee krachtige elektromotoren die de achterwielen aandrijven. De Forze VI produceert hierdoor geen schadelijke gassen; er komt alleen water uit de uitlaat. Verder beschikt de racewagen over geavanceerde elektronica om alle systemen aan te sturen.
Het Forze waterstofraceteam bestaat uit ongeveer 75 studenten van diverse studierichtingen van de Technische Universiteit Delft. Het team is het allereerste waterstofraceteam ter wereld en nog steeds één van de pioniers op dat gebied. Komende zomer zal Forze deelnemen aan de Caterham Cup waar het team de competitie aangaat met traditionele benzineraceauto's. Ook wil het team het ronderecord voor waterstofauto's pakken op de Nürburgring Nordschleife in Duitsland. Daarnaast is het team actief met het geven van presentaties en demo's zoals tijdens City Racing Rotterdam.

vrijdag 17 mei 2013

Kernfysische Dienst: Geen afwijkingen reactorvat Borssele

Uit onderzoek blijkt dat het reactorvat van de kerncentrale in Borssele geen gebreken kent. Dat schrijft Minister Kamp van Economische Zaken (EZ) donderdag 16 mei 2013 aan de Tweede Kamer op basis van een rapport van de onafhankelijke toezichthouder Kernfysische Dienst (KFD).
De kerncentrale in Borssele heeft de afgelopen maand stil gelegen voor een geplande onderhoudsstop. Tijdens deze periode is aanvullende onderzoek verricht aan het reactorvat. Aanleiding hiervoor waren afwijkingen die vorig jaar zijn gevonden in de reactorvaten van twee Belgische kerncentrales. Al eerder constateerde de KFD dat bij het smeden van het reactorvat andere materialen zijn gebruikt dan in de Belgische centrales en dat de centrale in Borssele voldoet aan alle veiligheidseisen. Het aanvullende onderzoek bevestigt nu dat er geen scheurtjes zitten in het vat in Borssele'.
De Nuclear Research & Consultancy Group (NRG) heeft de testen uitgevoerd aan de hand van internationale normen. Het reactorvat is getest met een zogeheten ultrasoon methode, die eventuele onvolkomenheden aan kan tonen. Daarbij is met hoogfrequente geluidsgolven in het reactorvat gezocht naar haarscheurtjes en andere afwijkingen.
De Kernfysische Dienst (KFD) is een onafhankelijke toezichthouder die in Nederland verantwoordelijk is voor het toezicht op de veiligheid van kerncentrales en andere nucleaire installaties

Nancy Kabalt volgt Jeroen de Swart op als directeur netbeheerder Stedin

Nancy Kabalt-Groot (38) is per 1 september 2013 de nieuwe algemeen directeur van Stedin. Ze volgt Jeroen de Swart op bij Stedin en is afkomstig uit de directie van netbeheerder Liander. ,,Met een passie voor mensen, techniek en innovatie en vooral met een motivatie om het goed te doen voor onze klanten, ga ik de komende jaren verder bouwen aan het succes van Stedin’’, aldus Kabalt.
Stedin voorziet twee miljoen klanten in de provincies Zuid-Holland, Utrecht en delen van de regio’s Kennemerland, Dokkum en Weert van onder andere elektriciteit en gas. De organisatie is verantwoordelijk voor ontwikkeling, aanleg, beheer, onderhoud en management van energienetten. Dit jaar investeert Stedin bijna een half miljard in haar netten.
Bij Stedin volgt Kabalt Jeroen de Swart op. Onder zijn leiding heeft de beheerder in de afgelopen zeven jaren een goede positie opgebouwd in de energiemarkt. Zo zijn er door Stedin nieuwe duurzame energieinfrastructuren ontwikkeld, met als meest recente voorbeelden het zelfherstellende elektriciteitsnet in Rotterdam-Centrum en het stoomnetwerk in de Rotterdamse Haven.
De Swart was bovendien de eerste voorzitter van branchevereniging Netbeheer Nederland. In die hoedanigheid heeft hij een belangrijke rol gespeeld in het zichtbaar maken van de rol van de energie infrastructuur in de energievoorziening. In 2012 is de Stedin strategie herijkt en implementatie gestart. Een goed moment voor een wisseling van de wacht en een nieuwe impuls aan de loopbaan van Jeroen de Swart.

Betaalbare ‘plug-and-play’ windturbine

Na vier jaar onderzoek en testen in de praktijk is de kleine windturbine van TU Delft spin-off Windchallenge klaar voor de marktintroductie. De Windchallenge 1.7 kan vanaf nu besteld en geleverd worden. Belangstellenden kunnen de molen vanaf 15 mei in werking zien. Een exemplaar van de lichtgewicht, geruisloze en betaalbare windmolen staat dan op het dak van incubator Yes!Delft in Delft.
Windchallenge, het bedrijf van windenergiespecialisten Sander en Eline Mertens, ontwikkelde de windturbine als voorloper in een nieuwe generatie kleine windturbines. De Windchallenge 1.7 weegt slechts 10 kilogram en heeft een spanbreedte van 1.7m. Daardoor kan de molen gemakkelijk op daken, lichtmasten en kassen geplaatst worden. Door gebruik van gepatenteerde nieuwe technologie en hightech materialen is de molen bovendien geruisloos, efficiënt, betaalbaar en eenvoudig te combineren met zonnepanelen. De opbrengst van de molen ligt rond de 500 kWh per jaar bij een windsnelheid van 4m/s en 900 kWh per jaar bij 6m/s. Het hoge rendement van de molen komt doordat de bladen zelf hun positie kunnen afstemmen op de windkracht en -richting. Directeur Eline Mertens: “Als het erg hard waait, draaien de bladen van de molen weg zodat de windbelasting niet te hoog wordt.” De installatie van de molen is eenvoudig. Mertens: “Er is geen kraan nodig voor de montage, de molen staat niet nagelvast en is dus mee te verhuizen. Zodra de molen is geïnstalleerd, kan de stekker in het stopcontact en begint de besparing."
Na vier jaar onderzoek, ontwikkeling, testen in de windtunnel van de TU Delft en een jaar uitgebreid testen op een daklocatie in het Westland is de Windchallenge 1.7 gereed voor massaproductie en introductie op de Nederlandse markt. Mertens: “We hebben de molen onder alle omstandigheden kunnen testen, inclusief ijzel, storm en netuitval. De Windchallenge 1.7 heeft de tests glansrijk doorstaan conform de Nederlandse certificering voor kleine windturbines

DELTA verlaagt energietarieven

DELTA verlaagt per 1 juli de energietarieven. Klanten met een variabele prijs voor gas en elektriciteit zien hierdoor hun energienota op jaarbasis met zo'n 15 euro dalen. Klanten die kiezen voor een variabele leveringsprijs krijgen ieder half jaar te maken met aanpassing van de tarieven. Klanten die meer zekerheid en gemak willen, kunnen kiezen voor een contract met een vaste leveringsprijs voor de duur van één jaar of van drie jaar. Klanten van wie de huidige overeenkomst binnenkort eindigt, krijgen in mei een nieuw aanbod toegestuurd.
Deze week plaatste NEM paginagrote advertenties in verschillende dagbladen met een uitleg over groene stroom. Zij trekken niet alleen zelf het boetekleed aan, maar geven ook een veeg uit de pan aan andere energieleveranciers. Voor DELTA is dat ten onrechte, zo laat het bedrijf weten: met ZeeuwsGroen biedt DELTA zijn klanten de mogelijkheid energie af te nemen die op een duurzame manier is opgewekt: voor circa 50 procent door middel van windenergie en voor 50 procent door middel van biomassa. De biomassacentrale in Moerdijk maakt daarbij geen gebruik van houtpellets, maar van kippenmest.

donderdag 16 mei 2013

7 miljoen euro extra voor duurzame economische impuls

Het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland stelt aan Provinciale Staten voor om € 7 miljoen extra te investeren in een duurzame economische impuls.
Het gaat om projecten op het gebied van zonne-energie, de aanleg van glasvezel en WiFi-punten, de recycling van grond- en afvalstoffen en in de verbetering van de aansluiting op de arbeidsmarkt van bepaalde groepen jongeren.
Aanleiding voor het voorstel is de motie van PS die tijdens de begrotingsbehandeling in november 2012 werd aangenomen. Vanwege het verwachte positieve rekeningresultaat riepen de Staten het College op om met een haalbaarheidsonderzoek te komen voor een incidentele extra impuls van de duurzame economische ontwikkeling op deze vier thema’s.
Voor de beoordeling van projecten die in aanmerking zouden kunnen komen is door het College gekeken naar de uitvoerbaarheid, en of ze daadwerkelijk een bijdrage leveren aan het verduurzamen van de Noord-Hollandse economie. Ook vond het College van belang dat werd getoetst of de projecten pasten binnen de provinciale kerntaken.
In het voorstel komen alle vier de aandachtsgebieden aan bod. Zo gaat er € 1 miljoen naar een regeling waarmee scholen zonnestroominstallaties op het dak kunnen financieren, waarbij ze de lening afbetalen met de energiebesparing die dat oplevert. Bovendien stelt het College voor om nog eens € 2 miljoen bij te dragen aan de uitbreiding van het succesvolle programma ‘Herstructurering en Intelligent Ruimtegebruik Bedrijventerreinen’, met een onderdeel voor energiebesparing en het opwekken van duurzame (zonne-)energie op bedrijventerreinen. Voor het aanleggen van glasvezelnetwerken en WiFi-punten kunnen onder meer gemeenten, woningcorporaties en bedrijven aanspraak maken op een extra regeling van de provincie van € 1,5 miljoen. Ook gaat er € 350.000 naar het opzetten van een platform van bedrijven om bruikbare afvalstromen te identificeren en af te zetten voor hergebruik. Met een bijdrage van € 2 miljoen tenslotte zet de provincie een regeling op voor jeugdzorginstellingen om adviesteams op te zetten om in twee jaar 200 jongeren met een jeugdzorgindicatie aan een startkwalificatie (MBO-2 of hoger) te helpen.

Den Haag heeft eigen duurzaamheidscentrum

Burgemeester Van Aartsen en wethouder Baldewsingh hebben onlangs Duurzaam Den Haag geopend. Bij het duurzaamheidscentrum aan de Brouwersgracht 2 kunnen bewoners, bedrijven en instellingen terecht met al hun vragen over duurzaam wonen, werken en leven in Den Haag.
Met de komst van het centrum en de bijbehorende website www.duurzaamdenhaag.nl wordt het voor Hagenaars makkelijker om zelf een bijdrage te leveren aan een duurzame toekomst. De opening was meteen het startsein voor de campagne 'Haagse Krâch', die zich richt op energie besparen en duurzame energie opwekken.
De stichting Duurzaam Den Haag is een gezamenlijk initiatief van de gemeente Den Haag en partners Siemens, Rabobank Den Haag, Staedion, BAM Woningbouw, Eneco en MKB Den Haag. Door het oprichten van een duurzaamheidscentrum en bijbehorend online portaal willen ze het duurzamer maken van de stad versnellen.
De duurzaamheidscampagne Haagse Krâch laat zien dat duurzaamheid bij de stad Den Haag past en vertelt hoe Duurzaam Den Haag bewoners en ondernemers kan helpen om mee te doen. De medewerkers van Duurzaam Den Haag helpen bijvoorbeeld bewoners bij het aanvragen van subsidie voor zonnepanelen. Deze subsidie is sinds vorige maand beschikbaar.


Batterijbesparende smartphone app van Mercedes-Benz

Mercedes-Benz Nederland komt met een innovatieve app, waarmee de energiebesparende BlueEFFICIENCY-technologie op een smartphone te ervaren is. Net als bij Mercedes-Benz modellen met de gelijknamige technologie wordt er door intelligente toepassingen bespaard op energieverbruik - in dit geval op de batterij van de mobiele telefoon. De app werd bedacht door bureau FHV BBDO, App-ontwikkelaar Pixplicity heeft de techniek achter de app ontwikkeld en Momkai zorgde voor het design.
De technologie van de app is maatwerk, waardoor het zich van bestaande apps onderscheidt. De app is per direct voor Android verkrijgbaar, de iPhone-versie volgt op korte termijn. Met de app wordt de gedachte achter de BlueEFFICIENCY-technologie toegepast op een apparaat dat door vrijwel iedereen gebruikt wordt: de smartphone. De batterijbesparende app combineert vernieuwende technologie met een gebruiksvriendelijk design.

woensdag 15 mei 2013

Vodafoneklanten bellen op windenergie

Vodafone Nederland stapt voor 100 procent over op windenergie. Naar aanleiding van onderzoek van Greenpeace Nederland verruilt de operator waterkrachtenergie uit Scandinavië voor een duurzamere variant. De windparken Irene Vorrink (Flevoland), De Bjirmen (Friesland) en op de Maasvlakte (Zuid-Holland) gaan de mobiele 2G-, 3G- en 4G-netwerken, de winkels en kantoren van de telecomprovider van Nederlandse windenergie voorzien.
In de zoektocht naar een duurzamere energievariant is Vodafone met Greenpeace in gesprek geweest over verschillende energievoorzieningen en -leveranciers en hoe die bijdragen aan een schoner leefklimaat. Vodafone heeft bij zijn keuze rekening gehouden met onder andere de benodigde stroomcapaciteit en de mogelijkheid om een grote hoeveelheid aansluitpunten in Nederland administratief te kunnen borgen. Windenergie komt als uiteindelijke winnaar uit de bus. Deze energievariant wordt, in tegenstelling tot waterkrachtenergie, in Nederland geproduceerd en is volledig C02-neutraal.
Zoals Nu.nl al meldde naar aanleiding van de advertenties van NEM, verdient niet alle groene stroom het predicaat 'duurzaam'. Niet alleen bio massa, maar ook groene stroom uit waterkracht en de daaraan gekoppelde certificaten wordt als minder duurzaam gezien door o.a. Greenpeace. Dit is precies de reden waarom Vodafone heeft besloten om in plaats van waterkracht, over te gaan naar windenergie van Nederlandse bodem. Dankzij de controle van Certiq en het verkrijgen van zogenoemde Garanties Van Oorsprong is Vodafone verzekerd dat deze elektriciteit ook echt donkergroen is.

Rijden met een verbruik van 5 gram waterstof per 100 km

Vijf gram per 100 kilometer. Zo weinig brandstof gebruikt het extreem zuinige waterstofautootje Ecorunner3. Met dit voertuig doet een studententeam van de TU Delft mee aan de Shell Eco-marathon, van woensdag 15 t/m zondag 19 mei in Rotterdam. In deze zuinigheidswedstrijd rond Ahoy strijden ruim 200 teams uit heel Europa. Wie per gereden kilometer de minste energie gebruikt, is de winnaar. “Onder ideale omstandigheden zou Ecorunner3 een verbruik moeten kunnen halen van, omgerekend naar benzine, 5000 km op een liter. Anders gerekend: voor 100 km hebben we slechts 5 gram waterstof nodig, in plaats van 10 liter benzine, zoals een normale auto”, zegt teamleider Frank Rijks.
Het Eco-Runner Team Delft doet met zijn inmiddels derde voertuig mee aan de jaarlijkse Shell Eco-marathon in Rotterdam. In deze Europese editie van de wereldwijde competitie, strijden meer dan 200 studenten- en scholierenteams in verschillende klassen om de titel: ‘de zuinigste’. Het team uit Delft doet mee in de prototype-klasse, waar bijna alles is geoorloofd om zo zuinig mogelijk te rijden. De body van het gestroomlijnde autootje weegt slechts 8 kg en is precies groot genoeg voor de kleine bestuurster. De auto rijdt op waterstof, dat via een brandstofcel wordt omgezet in elektriciteit om de motor aan te drijven. Vorig jaar kampte het team met veel tegenslagen: “Om het allerbeste resultaat te krijgen, voeden we de brandstofcel niet met een constante stroom waterstofgas, maar met korte pulsjes”, vertelt Frank Rijks. “Vorig jaar bleek dat de flowmeter, die moet registreren wat het verbruik is, daar niet mee overweg kon. We kregen geen betrouwbaar resultaat. Dit jaar hebben we een andere meter en lukt het hopelijk wel.’’
Van 15 t/m 19 mei strijden de teams rondom Ahoy Rotterdam op een stratencircuit van 1,6 km lang. Na tien rondes wordt de gebruikte hoeveelheid energie gemeten. Dit wordt vervolgens omgerekend naar de afstand die op de energie van 1 liter benzine gereden had kunnen worden. Het Eco-Runner Team Delft wil in ieder geval zijn eigen record aanscherpen, dat staat op 2282 km/l en heeft als ultieme doel om 5000 km op de energiewaarde van 1 liter benzine te halen. Dat is meer dan 200 keer zo zuinig als de gemiddelde auto.

Calvijn College in Goes zet in op WavEnergy

Drie leerlingen van het Calvijn College in Goes vertegenwoordigen Nederland op Intel ISEF: ‘s werelds grootste internationale wetenschapswedstrijd voor scholieren, die van 12 tot en met 17 mei a.s. wordt gehouden in de VS.
Met hun project ‘WavEnergy’ hebben Robert de Bruijne (15 jaar), Bart Fluit (15 jaar) en Wouter Boot (14 jaar) uit Westkapelle een manier ontdekt om schone energie op te wekken uit zeegolven. De jongens ontwierpen hiervoor een model dat zij hebben getest in de Noordzee. Uit metingen bleek dat hun ontwerp evenveel energie opwekt als een zonnepaneel van dezelfde grootte.
De scholieren hebben met WavEnergy de eerste prijs gewonnen op de internationale duurzaamheidsolympiade INESPO, die in juni 2012 in Nederland plaatsvond. Die eerste prijs bestond uit deelname aan Intel ISEF in Phoenix, Arizona. Daar zullen zij zich met hun uitvinding meten met 1.600 andere deelnemers uit meer dan 70 landen en strijden om in totaal ruim $ 3 miljoen aan prijzengeld.
“Het model dat we gebruikten tijdens INESPO moest nog wat worden bijgeschaafd. We hebben een nieuw, professioneler model gebouwd en op maandag 29 april jl. getest bij ons om de hoek, aan zee. Toen het model in de golven lag, werkte alles gelukkig meteen goed en konden we alle belangrijke metingen doen: stroom, ampèrage en voltage. We hebben wat aanpassingen gedaan aan de schuine plaat en daar aluminium profielen op geplaatst. Nu kan de plaat de enorme krachten die vrijkomen op de zijkanten beter aan. We zijn druk doende met alle voorbereidingen. We scherpen de presentatie in het Engels aan en bewerken op dit moment onze video. Op 15 en 16 mei presenteren we WavEnergy aan de jury”.
Fossiele brandstoffen, zoals olie, aardgas en steenkool, zijn nodig om elektriciteit op te wekken. Nu die brandstoffen opraken, zal er in de toekomst minder elektriciteit voorhanden zijn. Daarom hebben de leerlingen een idee bedacht voor een alternatieve energiebron: WavEnergy. Het model van WavEnergy wekt elektriciteit op uit golven. Dit gebeurt door een luchtkussen met dynamo’s over een schuine plaat te laten bewegen. De schuine plaat zorgt ervoor dat de golven hoger worden, waardoor elektriciteit wordt opgewekt.

dinsdag 14 mei 2013

Alle jokkende energiebedrijven op een rij

Op 1 mei publiceerde WISE weer alle stroometiketten van de energiebedrijven. In dat overzicht staat precies, per bedrijf, hoe de door haar verkochte stroom wordt opgewekt. En dus ook hoeveel hoeveel zogenaamde sjoemelstroom elk bedrijf aanbiedt.
Vandaag gooide de NEM een steen in de vijver door toe te geven dat ze veel sjoemelstroom verkoopt; met spotgoedkope Noorse certificaten zogenaamd vergroende stroom. Het is te prijzen dat ze dit doen. Andere bedrijven die alleen maar sjoemelstroom verkopen zijn Budget Energie, Innova, MainEnergie en WoonEnergie. United COnsumers en OXXIO verkopen meer dan 70 procent sjoemelstroom.
Groene stroom wordt gecertificeerd met 'Garanties Van Oorsprong' (GVO's). De import hiervan steeg in 2012 naar 32,8 miljoen, in 2011 waren dit er nog 25,5 miljoen, een toename van bijna 30%. De vraag naar groene stroom, vooral vanuit het bedrijfsleven, neemt snel toe maar de productie van duurzame energie in Nederland groeit niet mee.
Maar er zijn ook partijen die het wel goed doen en steeds meer groene stroom in Nederland produceren. Aanbieders als Greenchoice, Windunie en de nieuwkomer Raedthuys leveren uitsluitend groene stroom, investeren niet in kern- of kolen en streven ze naar zoveel mogelijk productie in Nederland.
Markus Schmid, campagneleider bij WISE, "Het is teleurstellend om te zien dat de grote bedrijven nauwelijks vergroenen, of zelfs elk jaar vuiler worden. Als je kijkt naar de etiketten van de energiebedrijven kunnen we niet anders dan consumenten oproepen om weg te gaan bij bedrijven als Essent en Electrabel; deze bedrijven werken niet aan een werkelijk duurzame energievoorziening".
Alle bedrijven die in Nederland elektriciteit aanbieden zijn wettelijk verplicht om voor 1 mei het etiket van hun stroom-portfolio te publiceren. WISE onderzoekt deze etiketten al jaren en zet ze op een rij op de website www.groenestroomjagraag.nl. Zo kun je ook terugzien hoe een bedrijf zich ontwikkelt.
Peer de Rijk, directeur, "Wij roepen bedrijven en burgers op om een heldere keuze te maken en klant te worden van een bedrijf dat uitsluitend groene stroom verkoopt, het liefst in Nederland geproduceerd. Dan draag je bij aan de energierevolutie".

Amsterdam brengt mogelijkheden voor zonne-energie in beeld

Het college van B&W in Amsterdam heeft op 7 mei de Zonvisie vastgesteld. In deze Zonvisie zijn de mogelijkheden voor zonne-energie in de stad in beeld gebracht. Naast windmolens en duurzame warmte is zonne-energie een belangrijke optie voor het verduurzamen van het Amsterdamse energiesysteem. Het college wil het opwekken van zonne-energie door burgers en bedrijven op grote schaal mogelijk maken. Zonne-energie zorgt voor minder CO2 uitstoot, houdt de energierekening van Amsterdammers betaalbaar en zorgt voor het versterken van de lokale economie. In Amsterdam is ruim 11 km2 dak geschikt voor zonnepanelen. De ambitie is dat in 2020 in Amsterdam genoeg zonnestroom wordt opgewekt voor 45.000 huishoudens.
Amsterdam merkt dat veel bewoners en bedrijven zonnepanelen willen plaatsen. Wethouder Van Poelgeest van Klimaat en Energie: 'Ik ben ervan overtuigd dat heel veel mensen zonnepanelen zouden willen plaatsen als het voor hen makkelijker wordt gemaakt.'
De gemeente draagt daaraan bij door een integraal pakket van acties die zij tot 2020 onderneemt: inspireren, informeren, ruimte bieden, het goede voorbeeld geven, maar ook biedt de gemeente bedrijven en burgers vanuit het Amsterdams Investeringsfonds een lening om in hun eigen zonnesysteem te investeren. Wethouder Van Poelgeest dringt er bij het Rijk op aan om salderen mogelijk te maken zodat bewoners van appartementen en Vereniging van Eigenaren (VvE's) maximaal kunnen profiteren van de zonnestroom die zij zelf op het gezamenlijke dak produceren.
Een van de concrete maatregelen die de gemeente onderneemt om de mogelijkheden voor zonne-energie inzichtelijker te maken voor Amsterdammers is de Amsterdamse Zonatlas. Deze interactieve kaart van de daken van de stad laat in een oogopslag zien welke daken geschikt zijn voor de aanleg van zonnepanelen. Voor de zomer is de Zonatlas beschikbaar voor de Amsterdammers die nieuwsgierig zijn naar de opbrengst van hun dak.
Omdat niet iedere Amsterdammer over een geschikt dak beschikt is het voor Amsterdam belangrijk dat er ook een aantal grotere zonnesystemen in de stad verrijst. 'Daklozen' krijgen dan de mogelijkheid om hierin te investeren en zo toch hun eigen zonnestroom te produceren. Hiervoor zijn wel plekken nodig. De gemeente gaat met marktpartijen in gesprek om dergelijke grote systemen te ontwikkelen op grote daken, maar zeker ook op geschikte kavels, of kavels die door de stagnerende economie tijdelijk braak liggen. Wethouder van Poelgeest: 'Iedere marktpartij of coöperatie die een goed plan heeft voor een dergelijk grootschalig zonnesysteem roep ik op om zich bij mij te melden. De gemeente zal dan samen met de initiatiefnemer kijken wat er mogelijk is.'
In Nederland zijn in 2012 evenveel zonnepanelen geplaatst als in alle jaren daarvoor omdat de prijzen van panelen flink zijn gedaald en de technologie is verbeterd. De prijs van een zonnesysteem is nu een derde van de prijs in 2006. Door de prijsdaling is zonne-energie voor een huishouden sinds 2011 goedkoper dan de stroom uit het elektriciteitsnet. Een investering in zonnepanelen verdient zich voor hen in 7-9 jaar terug. Op dit moment ligt er 8 tot 10 MW aan zonnepanelen in Amsterdam, goed om 2.500 huishoudens van stroom te voorzien. Amsterdam wil in 2020 ongeveer 160 Megawatt aan zonnepanelen in de stad hebben waarmee ongeveer 45.000 huishoudens van stroom kunnen worden voorzien. Voor 2040 wordt ingezet op 1.000 Megawatt, wat zonnestroom levert voor 270.000 huishoudens.